Sessie 30 - syllabus netwerken
-
Upload
vereniging-vlaamse-jeugddiensten -
Category
Documents
-
view
503 -
download
0
description
Transcript of Sessie 30 - syllabus netwerken
1
De jeugdconsulent als netwerker
VVJ Vormingsdriedaagse 2012 Saskia Vandeputte
2
1 Vier netwerkstellingen Deze stellingen zijn grotendeels ontleend aan: Steunpunt Jeugd, Cursus Hoofdinstructeur in het jeugdwerk 2010 & 2011, Sessie Netwerken
1.1 Niets is menselijker dan netwerken, iedereen doet het. Bij de term ‘netwerken’ denken we vaak aan zakenmannen in te dure kostuums (met naamkaartjes in de aanslag) die zichzelf op fancy networking parties ‘verkopen’. Vermoeiend, dikkenekkerig, … zijn associaties die we dan snel maken. Netwerken is echter niet iets vies. Het wordt pas vies als je iets dat doet wat je on-‐eigen is. Netwerken is iets heel natuurlijk: altijd en overal en meestal onbewust. We doen het dikwijls in functie van dagdagelijkse dingen en dan voelt het heel natuurlijk aan. Een aantal voorbeelden: • Je buurvrouw is bij de nieuwe bakker in je dorp geweest en vertelt je dat ze daar de allerlekkerste taarten hebben. Dat komt jou goed uit, want zondag verwacht je bezoek en wilde je taart voorzien.
• Je bent met verbouwingen bezig en een collega vertelt op het werk over zijn pas afgelopen verbouwingen. Hij geeft je wat tips voor je eigen werken.
• Een vriend vertelt je over een reis die hij in de zomer gepland heeft naar Costa Rica. Je bent er in het verleden zelf al eens geweest en wil hem jouw boeken over Costa Rica wel eens uitlenen om hem te helpen met de voorbereidingen.
Dat is de meest natuurlijke definitie van netwerken: het leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je carrière en je privéleven. De basis van een goed netwerk is vertrouwen. Het doel is het delen van kennis, informatie, contacten… Iedereen kan dus netwerken en iedereen doet het ook. Je kan wel leren om het gemakkelijker of spontaner aan te pakken. Realiseer je steeds dat netwerken niets bijzonder is. Het is: je open stellen voor anderen, de communicatie aangaan, dienstbaar zijn, … Het betekent ook in drukke tijden van deadlines luisteren en aandacht schenken.
1.2 De wereld is kleiner dan je denkt. Een veel voorkomende situatie: je komt op een studiedag, neemt de deelnemerslijst door en ontdekt dat er iemand op staat die je kent en die je misschien niet meteen verwacht had om tegen te komen in je huidige werkcontext. Herkenbaar?
Six degrees of proximity
Het is niet zo toevallig als het lijkt. We leven immers in een heel kleine wereld. De eerste die daar echt onderzoek naar begon te doen, was Stanley Milgram in 1967. Uit zijn Small World Experiment is de theorie van de ‘six degrees of separation’ ontstaan. Deze theorie zegt dat iedereen in de wereld via zes stappen met elkaar verbonden is. We bekijken het even van een meer wiskundige kant. Laten we aannemen dat iedereen gemiddeld 250 contacten heeft (dit gaat zowel om privé-‐ als om professionele contacten). Elk van deze 250 contacten heeft op zijn/ haar beurt ook 250 contacten. Als we dan even heel conservatief aannemen dat je de helft van deze mensen ook zelf kent, dan kent elk van jouw contacten nog 125 mensen die jij niet kent. Dat betekent dus dat je in de tweede graad met 31.250 mensen in contact kunt komen(= 250x125). Je kunt er nog over discussiëren of 250 contacten veel of weinig is, maar weinig mensen zullen zeggen dat 31.250 weinig is. Er zit dus een enorme kracht in je netwerk! Je hebt niet alleen veel meer mogelijkheden, er is tevens een vertrouwensband met het tweede niveau via een gemeenschappelijke kennis.
3
Dit principe van de ‘six degrees of proximity’ kan je bijvoorbeeld terugvinden op de online netwerking website LinkedIn (www.linkedin.com). Daar zie je niet alleen hoeveel mensen je zelf in eerste, tweede en derde graad kunt bereiken, maar ook wie deze mensen zijn.
De waarde van dit inzicht
De waarde van dat principe is dat we op een andere manier met elkaar kunnen omgaan op allerlei netwerkaangelegenheden. Te vaak voelen deelnemers aan recepties zich niet comfortabel omdat ze het gevoel hebben dat ze zich moeten verkopen of dat ze iets van iemand anders willen. En omdat ze het niet aangenaam vinden als iemand deze attitude heeft ten opzichte van henzelf, willen ze dit ook niet uitstralen naar anderen toe. Als je echter inziet dat er een grote waarde in de tweede graad van je netwerk zit, dan kun je op een andere manier met mensen omgaan. Zoek dus in je volgende gesprek op een netwerk-‐evenement eens de ‘verbinding’ op. Dat kan een persoon zijn, iemand die jullie ‘delen’ omdat hij/zij in jullie beider eerste graad netwerk zit. Maar evengoed kan die verbinding ergens anders liggen. Wat kunnen jij én jouw netwerk voor de ander betekenen? En wat kan de ander met zijn netwerk voor jou betekenen? Vraag bv. aan Jan (die je persoonlijk kent, eerste graad van je netwerk) om je in contact te brengen met Lora (die Jan kent, maar jou nog niet, tweede graad van je netwerk). Je weet immers via via dat Lora bezig is met een gelijkaardig project dan jij. Jan kan jullie aan elkaar voorstellen op een receptie , maar evengoed via een ‘magic email’ waarbij Jan naar Lora mailt met jou in cc, jou kort voorstelt en beknopt je vraag toelicht. Van een voorzet gesproken!
Maar: niet de kwantiteit telt, maar de kwaliteit!
Hier en daar klinkt er ook kritiek op het principe van de ‘six degrees of proximity’. Het gaat immers niet om het hebben van de meeste vrienden op Facebook of om het verzamelen van zoveel mogelijk visitekaartjes op een receptie. Het gaat er om wat je daar nadien mee doet!
1.3 In een kenniseconomie zijn netwerken de verbindingen waarlangs alles gebeurt.
Leren van en met elkaar, kennis delen, samenwerken, win-‐winsituaties creëren. Het zijn maar enkele termen die vallen als het over het ‘nieuwe werken’ in onze kenniseconomie gaat. We leven steeds meer in een wereld waar kennis een meerwaarde krijgt als die wordt ingezet, gedeeld, benut, verrijkt, … Kennis is macht klinkt oud, maar is tegelijk heel actueel. Net daarom is netwerken zo van belang. Naast de online sociale netwerken, merken we dat er ook op (semi)professioneel vlak heel wat trends ons wijzen op kennisdeling Denk maar aan: -‐ Inspirerende speeches van straffe sprekers op Ted: http://www.ted.com/ -‐ Creative Commons stimuleert het vrij verspreiden van kennis & creativiteit: http://creativecommons.org/
-‐ Presentaties delen via Sldeshare: http://www.slideshare.net/ -‐ Favoriete webpagina’s delen via Delicious: http://www.delicious.com/ -‐ Een tool om samen te werken en gedachten te delen: http://popplet.com/ -‐ Netwerkleren, lerende netwerken en aanverwanten: http://vov.be/ -‐ Krachtige, prikkelende presentaties op een Pecha Kucha night: http://www.pecha-‐kucha.org/
4
-‐ Flexibele werkplaatsen waar ‘nieuwe werkers’ elkaar ontmoetten en naast/met elkaar werken: http://brussels.the-‐hub.net/public/ en coworking in Leuven: http://bardoffice.com/
1.4 Organisations don’t meet, people do Deze uitspraak is ontleend aan Edwin Hoffman, een man met faam in de wereld van de interculturele communicatie. Oorspronkelijk luidt ze: ‘cultures don’t meet, people do.’ Als we een organisatie als een ‘systeem’ zien met een bepaalde cultuur, kunnen we de uitspraak doortrekken. Waarover gaat dit? Uiteraard heb je als jeugdconsulent die netwerkt in eerste instantie je ‘professionele pet’ op. Je vertegenwoordigt organisatie X of jeugddienst Y. Maar elke vorm van contact heeft persoonlijke aspecten. Puur ‘formele relaties’ bestaan niet. En contact leg je van mens tot mens, niet van organisatie tot organisatie. Wees je daar bewust van. Meer nog: durf kennis, expertise, mensen, … uit je persoonlijk netwerk in te zetten of aan te bevelen voor professionele doeleinden. En vice versa.
2 Je eigen netwerkstijl Netwerken kan je doen op 1001 manieren. Ontdek je eigen netwerkstijl aan de hand van dit soort vragen: -‐ wat werkt voor jou als je netwerkt? -‐ wanneer heb je (recent) voldoening gehaald uit netwerken? -‐ welke kwaliteiten kan jij inzetten bij het netwerken? -‐ welke vaardigheden kan jij inzetten bij het netwerken? -‐ wat geeft je energie in het contact leggen met mensen? -‐ hoe zou je partner, beste vriend(in), … jouw netwerkstijl omschrijven? -‐ naar wie kijk je op omdat hij/zij een goeie netwerker is? Wat zou je van hem/haar willen leren?
-‐ op welke manier is netwerken voor jou waardevol? Als het … -‐ waar heeft de ‘netwerker in jou’ nood aan om goed te kunnen functioneren? -‐ …
Blijf trouw aan jezelf. Het komt erg artificieel over als je plots een stijl aanneemt die niet bij jou past. Anderzijds kan het geen kwaad om af en toe wat te stretchen zonder dat het ‘stress’ wordt. Kijk eens of een Elevator Pitch iets voor jou is (het internet wijst je de weg). Hoe klinkt jouw elevator pitch? Leer van anderen en vraag feedback. En vergeet vooral niet om je bescheidenheid op een voor jou aanvaardbare manier langs de kant te zetten. Deel je passie, talent, kwaliteit! Als je nieuwe mensen ontmoet, komt op een bepaald moment de vraag: ‘Vertel eens iets over jezelf. ‘ Het is dan niet de bedoeling om je hele levensverhaal uit de doeken te doen. Je kan iets over jezelf vertellen door middel van een ‘Golden nugget’ of een ‘Black hole’.
5
-‐ Golden nugget: dit is een succesverhaal, iets waar je trots op bent. Het maakt niet uit wat het juist is (iets uit je vrije tijd, een succeservaring op het werk…), zo lang je het maar leuk vindt om er over te vertellen. Dat verhaal kan een aanleiding zijn voor je gesprekspartner om door te vragen.
-‐ Black hole: dit is je grootste blunder, je zwart gat. Je kan hierover vertellen en dat verhaal aanvullen met wat je er uit geleerd hebt. Zo kan het positieve blijven hangen.
In beide gevallen is het belangrijk om daar eens over na te denken en je verhalen een beetje voor te bereiden.
3 Proactief netwerken in de praktijk Netwerken is in de eerste plaats een attitude: een actieve, open houding naar je omgeving, gericht op kennismaking en persoonlijke communicatie. Het gaat erom informatie te delen op een reactieve en proactieve manier, zonder direct iets terug te verwachten. Proactief netwerken als attitude wordt courant samengevat in een ‘gouden’ driehoek:
3.1 Geven en delen
• Advies, tips • Kennis, expertise • Een luisterend oor
6
• Gratis materiaal, workshop, … • Een verjaardagskaart • Een gadget • Interessante bronnen • Interessante contacten (denk aan je tweede graad netwerk!) • …
3.2 Vragen Durf jij iets te vragen? Enkele tips
• Vraag gericht (juiste persoon, juiste moment, juiste medium, …) • Wees kort, concreet en helder • Geef anderen duidelijk de mogelijkheid om te antwoorden, te helpen, … • Benoem waarom je iets vraagt
3.3 Ontvangen en bedanken Ah, hoe moeilijk kan het zijn om iets in dank te aanvaarden? Heel moeilijk. Denk maar aan het zinnetje ‘dat had je niet moeten doen’ als je een cadeautje krijgt. Probeer dit eens als je ‘iets’ ontvangt: -‐ “Bedankt’ zeggen -‐ Een e-‐card, een cartoon, een tip terug, … -‐ Benoemen waarom/waarvoor je precies dankbaar bent -‐ Accepteer de complimenten
4 Je netwerk opbouwen, in kaart brengen, onderhouden en uitbreiden
4.1 Je network opbouwen Het opbouwen van een netwerk gaat vaak vanzelf. In je werk en in je privéleven ontmoet je mensen en dus kansen. Natuurlijk kan je mensen ook gericht aanspreken in functie voor jouw doelen. Hoewel mensen dat in het begin soms lastig vinden, is het vooral een kwestie van doen. In het algemeen geldt: als je met mensen praat, luister en vraag goed door. Zo kan je aan een heleboel informatie komen waar je wat aan hebt, of waarmee je een ander wellicht verder mee kan helpen.
7
4.2 Je netwerk in kaart brengen Hiervoor verwijs ik graag naar de Lerarenreeks ‘Benut je kennis(sen). Een netwerkperspectief op leren én werken in je school.’ Gratis te downloaden bij het Ruud de Moor Centrum (http://www.ou.nl/web/rdmc/Lerarenreeks). Hierin is er sprake van ‘sociaal kapitaal’ als zijnde de waarde van je sociaal netwerk. De auteurs onderscheiden drie dimensies: -‐ de structurele dimensie -‐ de relationele dimensie -‐ de cognitieve dimensie
Een woordje uitleg:
8
In de lerarenreeks vind je handige tools om deze drie dimensies van je network in kaart te brengen.
4.3 Je netwerk onderhouden Eens je contacten gelegd hebt, is het ook belangrijk om deze contacten te onderhouden. Communiceer geregeld met je netwerkcontacten. Je netwerk bestaat bij gratie van onderlinge communicatie. Als die er niet meer is, zijn relaties vaak niet veel meer waarde. Je maakt uiteraard altijd keuzes in wie je wanneer en hoeveel contacteert. Dat is ook niet erg. Het is wel belangrijk om regelmatig je contacten systematisch te doorlopen. Zo voorkom je dat je bepaalde relaties vergeet of te weinig aandacht geeft. Als je je netwerk in kaart brengt, zal duidelijk worden dat ongeveer 20% van je netwerk 80% van je tijd krijgt. Soms vergeten we echter de mensen die het dichtst bij ons staan. Geef de meeste aandacht en tijd aan de meest nabije en waardevolle contacten! Ga geregeld eens na hoe (on)belangrijk je relaties zijn en stem je acties daarop af.
4.4 Je netwerk uitbreiden Je netwerk uitbreiden doe je op twee manieren. Je kan enerzijds je netwerk doelgericht uitbreiden. Hierbij wordt vertrokken vanuit een doelstelling en ga je op zoek naar de best geplaatste personen om je te helpen om die doelstelling te bereiken. Zitten die niet in je huidige netwerk, dan kan je zoeken naar mensen die deze ‘gaten’ kunnen vullen. Anderzijds zijn er de toevallige ontmoetingen, waarbij je nieuwe mensen tegen het lijf loopt en waar inspirerende contacten uit kunnen voortvloeien.
9
Oftewel…de VCP-‐methode
Bovenstaande aspecten worden ook wel eens de drie O’s van netwerken genoemd: opbouwen en onderhouden om daarna te kunnen oogsten (iets terug krijgen van je netwerk). Anderen spreken over de VCP-‐methode in netwerken: • Visibility -‐ Je zichtbaar maken, uit je kot komen, kennismaken, promoten… -‐ Who are you? How are you?
• Credibility -‐ De ‘geef-‐fase’: vertrouwen wekken, oprecht investeren in de relatie -‐ How can I help you?
• Profitability -‐ Als je voldoende investeert in je netwerk, als je je netwerk goed onderhoudt, bouw je krediet op bij je netwerk. Je zal dan ook zeer spontaan en gemakkelijk ‘winst’ maken op je netwerk.
-‐ Can you help me?
5 Interessante bronnen
5.1 Eigen referenties
• Een klein en vlot leesbaar boekje: Van Eeden, R. (2009). Netwerken. Zo eenvoudig is het (niet). Houten: Spectrum.
• Jan Vermeiren, the networking coach. Mits inschrijving kan je gratis materiaal krijgen, oa rond het gebruik van LinkedIn.
o http://www.networking-‐coach.com/ o http://www.janvermeiren.com/ o Vermeiren, J. (2008). Let’s connect. A practical guide for highly effective
professional networking. New York: Morgan James. • Links verzameld: http://www.delicious.com/miekedereymaeker/netwerken
Interessant én gratis materiaal: ‘Benut je kennis(sen). Een netwerkperspectief op leren én werken in je school.’ Te downloaden bij het Ruud de Moor Centrum (http://www.ou.nl/web/rdmc/Lerarenreeks).
5.2 Referenties van derden Hieronder vind je de leestips, literatuurlijst en websites uit de lerarenreeks (zie boven):
Veel netwerkplezier! [email protected]
Zelfstandig trainer/procesbegeleider 0498/61.55.30.
10
Leestips
11
12
De literatuurlijst:
Websites: www.reflectietools.nl ���www.edelmanpr.nl��� www.kessels-smit.com/files/Oogsten_van_successen_in_een_team1.pdf www.kessels-smit.nl/info.pl/nl/learning_company/436 www.nationalcollege.org.uk/index/about-us/national-college-initiatives/previous-initiatives/ networked-learning.htm ��� www.cedefop.europa.eu/EN/Files/3047_en.pdf