Sectorwerkstuk - TGLweb · Web viewbladzijde Inleiding 2 Overzicht stappen en data sectorwerkstuk 4...

Inhoudsopgave bladzijde

Inleiding 2Overzicht stappen en data sectorwerkstuk 4Beoordeling 5 Herkansen 5Beoordelingscriteria logboek 6Beoordelingscriteria schriftelijk verslag 6Beoordelingscriteria presentatie 8

StappenplanSTAP 1 Partnerkeuze + oriëntatie onderwerpkeuze 9STAP 2 Onderwerpkeuze + Hoofd- en deelvragen 10STAP 3 Interview voorbereiden 11STAP 4 Presentatievorm kiezen + plan van aanpak maken 13STAP 5 Informatie verzamelen 14STAP 6 Interview uitvoeren, uitwerken + evalueren 16STAP 7 Informatie verwerken + conclusie schrijven 18STAP 8 Schriftelijk verslag aanpassen 19STAP 9 Presentatie voorbereiden 19STAP 10 Evaluatie sectorwerkstuk 20

Voorbeeldlijst onderwerpen + hoofdvragen en deelvragen 22

Sectorwerkstuk Sondervick College 1

InleidingHet sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel van je opleiding.Het bestaat uit een logboek, een schriftelijk verslag en een presentatie.Alle onderdelen moeten voldoende zijn, anders ontvang je niet je vmbo-diploma.

De vervolgopleidingen hebben steeds meer interesse voor je sectorwerkstuk, omdat het een idee geeft van wat je kunt! Met name de “Sondervickers” hebben een naam hoog te houden, gezien de prijzen van de afgelopen jaren!

In de handleiding staat telkens duidelijk aangegeven wat je moet doen en hoe je dat moet doen. Ook vind je hierin alle verwijzingen naar en alle eisen die wij stellen aan de 3 onderdelen. De werkwijze lijkt veel op je boek Nederlands, “Taallijnen”.

Let er wel op dat een sectorwerkstuk vakoverstijgend is; het mag dus niet enkel en alleen te maken hebben met bijvoorbeeld aardrijkskunde, economie of biologie.

Je krijgt voldoende gelegenheid om er op school aan te werken, maar je moet er ook thuis tijd aan besteden. Denk hierbij aan informatie zoeken, interview afnemen of omdat het werk door ziekte of tegenslag onvoldoende is opgeschoten.

Studielast: gemiddeld heb je 20 uur nodig om alles afgerond te krijgen.

Algemene werkwijze

Je begint telkens in de handleiding. Elke stap die je moet zetten, wordt uitgelegd en toegelicht. Daardoor doorloop je stapsgewijs het proces en krijg je ook geen problemen met het invullen van je logboek.Je bespaart zo dus tijd en je scoort veel meer punten! Hoe meer hulp je nodig hebt, hoe minder punten je krijgt!De leerlingen die in de afgelopen jaren telkens vastliepen, hadden de handleiding amper bekeken...

Tijdens de bijeenkomsten op school werk je met je partner aan je sectorwerkstuk. Je begeleider geeft punten voor elke stap en pas na zijn of haar goedkeuring mag je verder gaan met de volgende stap.

Veel succes maar zeker ook veel plezier!

Het sectorwerkstuk

Het onderwerp moet te maken hebben met de sector waarin je afstudeert en waarin je mogelijk gaat doorstuderen of werken.


Je doet het onderzoek in een tweetal, dus samen met iemand die met jou hetzelfde onderwerp wil onderzoeken.

Gedurende de hele opdracht houd je een logboek bij waarin je plannen maakt en noteert hoe het werken aan het verslag en de presentatie verlopen.

In deze handleiding staat uitleg bij elke stap. Neem dit steeds door voor je aan het werk gaat in het logboek!

Je begeleider houdt bij hoe dit verloopt, geeft je uitleg en adviezen en een beoordeling. Je werkt als tweetal voornamelijk ZELFSTANDIG in het logboek en aan het onderzoek, dus niet alleen als je begeleider je aan het werk zet.

Het sectorwerkstuk bestaat uit 3 onderdelen:1) Het logboek2) Het schriftelijke verslag3) De presentatieIeder onderdeel wordt apart beoordeeld met een cijfer. Dat cijfer moet minimaal per onderdeel een 5.5 zijn.De 3 cijfers worden opgeteld en gedeeld door 3.

Je zult verschillende stappen moeten zetten om tot een goed resultaat te

komen. Die stappen zijn voor je uitgewerkt in het stappenplan, in je logboek. Een overzicht van alle stappen zie je op de volgende bladzijde.

Na iedere stap is er een logboek STOP. Je laat eerst zien wat je hebt ingevuld voor je aan de volgende stap begint. De beoordeling en een paraaf worden in je logboek genoteerd. Je mag pas aan de volgende stap beginnen als je een paraaf hebt gekregen voor de vorige! Dit omdat het verkeerd kan lopen als een stap niet goed is gegaan.

Fraude, in welke vorm dan ook,leidt in principe direct tot een

onvoldoende!


overzichtdata stappen

STAP 1uitleg sectorwerkstukpartnerkeuze + oriëntatie onderwerpkeuze

STAP 2 onderwerpkeuzehoofdvraag + deelvragen

STAP 3 interview voorbereiden

STAP 4

STAP 5 STAP 6STAP 7

presentatievorm bepalen plan van aanpak makeninformatie verzameleninterview uitvoeren en uitwerken info verwerken tot schriftelijk verslagconclusie schrijven = 1e versie verslag afronden

STAP 8 schriftelijk verslag aanpassen

STAP 9 presentatie voorbereiden + verslag inleverenPRESENTATIES

STAP 10 evaluatie + gehele logboek (ingevuld) inleveren


BeoordelingJe sectorwerkstuk bestaat uit 3 onderdelen:1. Het logboek (Proces)2. Het schriftelijke verslag, inclusief het interview (Product)3. De presentatie

Ieder onderdeel moet met een voldoende worden afgesloten!

De drie cijfers worden wel opgeteld en door 3 gedeeld. Dit cijfer telt niet mee als compensatie voor het halen van je diploma.Op je cijferlijst, die je meekrijgt bij je diploma, wordt dit cijfer omgezet in een voldoende of goed en de titel van je werkstuk wordt erbij gedrukt.

Het cijfer voor het logboek wordt opgebouwd tijdens het werken: je krijgt steeds een beoordeling per stap. Dat wordt je persoonlijke cijfer voor het proces (hoe je aan het sectorwerkstuk gewerkt hebt.)

Het schriftelijk werkstuk wordt beoordeeld m.b.v. beoordelingslijsten, die je kunt vinden op blz. 30 t/m 35 van je logboek. Het cijfer hiervoor is voor beiden gelijk.

Het cijfer voor de presentatie behaal je als tweetal. Je krijgt dus voor de presentatie hetzelfde cijfer, ook al is er verschil in inzet!

HerkansenWanneer het logboek en/of het schriftelijk werkstuk niet voldoende is, moet je in je eentje helemaal opnieuw beginnen met een nieuw onderwerp.

Alleen de presentatie mag je herkansen als die onvoldoende is.


Beoordelingscriteria logboekPer stap kun je maximaal 5 punten halen. 5 punten: alles bijzonder goed en netjes ingevuld (bonus verdiend)4 punten: alles goed en op tijd ingevuld (aanwijzingen gekregen = niet erg)3 punten: juist + op tijd ingevuld (stimulans van begeleider nodig gehad)2 punten: net aan voldoende / te laat ingevuld, of veel stimulans nodig gehad 1 punt: onvoldoende of veel te laat ingevuld0 punten: onvoldoende en veel te laat ingevuld

Je verdient pas 5 punten wanneer je echt iets extra’s doet! Bijvoorbeeld: heel zelfstandig werken, veel inzet tonen (meer doen dan noodzakelijk), alles netjes en verzorgd eruit te laten zien, veel diepgang, enz.

Beoordelingscriteria schriftelijk verslagHet verslag moet bevatten: minimaal 10 pagina’s en maximaal 20 pagina’s tekst omslag met een titelpagina met de titel, jullie namen en sector en de

naam van de begeleider inhoudsopgave inleiding met daarin de motivatie bij de keuze van het onderwerp, de

hoofd- en deelvragen en hoe het onderzoek is aangepakt middenstuk (hoofdstukken) interview verwerkt in het verslag ( vraag/antwoord versie als bijlage! ) nawoord met conclusie en eigen mening bronvermelding m.b.v. logboek blz. 12 bijlagen zoals: interview (verplicht!), enquête - formulieren, grafieken,

tabellen, kaarten, foto’s, knipsels enz.

CriteriaJe verslag wordt beoordeeld op 7 onderdelen. Als alles in orde is haal je het cijfer 8. Daarbovenop kun je 2 bonuspunten halen, door iets extra’s te doen. Hieronder wordt uitgelegd waar je aan moet voldoen om het maximale aantal punten te behalen. (Zie ook de beoordelingslijst in je logboek op blz. 30)


Uitleg beoordelingscriteria voor het schriftelijke verslag 1) Omslag met titelpagina

- Heb je de titel, jullie namen, de sector en de begeleider vermeld?- Past de titel goed bij de inhoud van het verslag?Inhoudsopgave- Is de verdeling in hoofdstukken en paragrafen duidelijk?- Is genoteerd op welke bladzijde de hoofdstukken beginnen?

2) Inleiding - Is er een duidelijke motivatie voor de keuze van het onderwerp?- Zijn de hoofd- en deelvragen duidelijk vermeld?- Heb je omschreven hoe het onderzoek is aangepakt?Conclusie (+ eigen mening) - Worden de onderzoeksvragen herhaald en de antwoorden daarop

besproken?- Is er een samenvatting of conclusie?- Geef je ook duidelijk je eigen mening?

3) Inhoud hier kun je max. 2 punten voor halen! Komen de hoofd- en deelvragen duidelijk terug in de hoofdstukken?

(Je doet namelijk verslag van een onderzoek!)- Heeft je verslag voldoende diepgang? (niet oppervlakkig en algemeen

bekend)- Is de inhoud begrijpelijk? (niet te technisch taalgebruik bijv)- Is de inhoud betrouwbaar: voldoende (controleerbare) feiten?- Is de inhoud aantrekkelijk: vlotte toon en stijl?- Is het voor de lezer duidelijk waar je feiten geeft en waar je je mening

naar voren brengt?

4) Opbouw - Is het middenstuk ingedeeld in hoofdstukken?- Is elk hoofdstuk ingedeeld in alinea’s (eventueel in paragrafen)?- Is de indeling in hoofdstukken duidelijk en logisch?- Is er samenhang tussen de hoofdstukken?- Verduidelijken eventuele illustraties de inhoud?- Telt het verslag minimaal 10 pagina’s of maximaal 20 getypte

pagina’s?

5) Bronvermelding - Heb je naast het interview nog twee andere soorten bronnen gebruikt?- Zijn alle gebruikte informatiebronnen volledig ingevuld? (zie stap 5)

Bijlagen- Heb je het interview als bijlage toegevoegd? (verplicht)- Zijn de bijlagen voorzien van titels en/of toelichting?


6) Taal en spelling- Zijn spelling, zinsbouw en woordkeuze correct? (Vertrouw niet blind de

spelling- en grammaticacontrole van je tekstverwerkingsprogramma!)

7) Uiterlijke verzorging- A-4 formaat, aan één zijde getypt- Het verslag in een snelhechter of ingebonden - Lettertype: duidelijk leesbaar en voldoende zakelijk- Toegestane lettergroottes: 12 of 14 punten (behalve titels), regelafstand

1- Elk hoofdstuk begint op een nieuwe bladzijde- Ziet het geheel er netjes en aantrekkelijk uit?

BonuspuntenJe kunt tot 2 bonuspunten behalen door: - het verslag bijzondere diepgang te geven- iets extra’s te doen (een enquête houden, een extra interview houden, (veel) goede

bijlagen bijvoegen, o.i.d.) - iets bijzonders in de uitvoering: bijv. goede, zelfgetekende illustraties

Bewaar zelf een kopie van het verslag! Je krijgt het ingeleverde verslag niet terug

Beoordelingscriteria presentatieDe presentaties worden ook beoordeeld met behulp van beoordelingslijsten.Ook hier zijn er 8 ‘standaardpunten’ te halen (alles in orde= 8) en 2 bonuspunten. Hoe je die kunt verdienen staat aangeven op de beoordelingslijsten achter in je logboek.(Voor iedere presentatievorm is er een andere lijst met andere criteria.)

Tijdens de presentatie word je niet individueel beoordeeld, maar als tweetal. Je krijgt dus hetzelfde cijfer.

Samenwerken dus!


STAP 1 Partnerkeuze + oriëntatie onderwerpkeuzePartnerkeuzeJe gaat werken in een tweetal. Een geschikte partner is iemand:- die geïnteresseerd is in hetzelfde onderwerp als jij- die bij je in de buurt woont of die je regelmatig ziet om overleg te hebben- met wie je goed kunt samenwerken- die jouw kwaliteiten aanvult

Welke kwaliteiten zijn nuttig?- creatieve ideeën hebben- informatie kunnen vinden in bibliotheek, op internet, of bij instanties zoals

adoptiebureau etc.- netjes kunnen werken, mooie producten maken- discipline: afspraken maken en je er ook aan houden- leesvaardigheid en inzicht, de kern halen uit alle verzamelde informatie

Tip: kijk welke kwaliteiten je zelf hebt of juist niet en kijk of jouw partner je goed aanvult. Ben jij een denker? Kies dan een doener en omgekeerd!

Oriëntatie onderwerpkeuze

Begin vast met nadenken over je onderwerp. De vraag die een onderwerp oplevert is: waar wil je meer over te weten komen binnen jouw sector? Bijvoorbeeld hoe het is om te werken in een bepaalde sector (zorg/ horeca), welke voor- en nadelen er zijn, of dat werk bij jou past, enz.Je kunt ook een iets algemener onderwerp binnen je sector kiezen, omdat je daar graag meer over te weten wilt komen. Bijvoorbeeld internetreclame, genetische manipulatie, adoptie, o.i.d.

Je onderwerp moet heel duidelijk zijn en het liefst ‘dicht bij huis’ liggen. Bijv: opstarten franchise, kledingboetiek runnen (in Veldhoven), ASML, enz.Zie: de voorbeeldenlijst van onderwerpen op blz. 21.

Als je een idee hebt, ga dan vast wat informatie opzoeken. Dan weet je meteen of dat goed te doen is. En je komt ook al wat meer te weten over dat onderwerp, zodat je beter kunt zeggen of je het interessant genoeg vindt.

Vul nu stap 1 in je logboek in STAP 2 Onderwerpkeuze + Hoofd- en deelvragen OnderwerpkeuzeEen geschikt onderwerp moet voldoen aan de volgende voorwaarden:


- het moet passen binnen je sector- het heeft te maken met je vervolgopleiding of een interessant beroep - het moet niet te breed zijn, bijv. ’internet’ is te breed, ’internetreclame’ is wel

geschikt- het is goed te doen informatie over het onderwerp te verzamelen (hoe?)

BrainstormenBedenk zoveel mogelijk vragen over je onderwerp aan de hand van de volgende vraagwoorden:Wat …………? Wanneer …………?Wie …………? Hoe …………?Waar …………? Waarom …………?Welke …………? Hoeveel …………?

Hoofdvraag en deelvragen.Je gaat een onderzoek doen binnen je onderwerp. Dus moet je onderzoeksvragen gaan stellen: een hoofdvraag met een aantal deelvragen. Pas op: deze vragen bepalen je hele werkstuk; denk er dus goed over na!Zorg ervoor dat je vraagstelling niet te algemeen is. Je hoofdvraag moet een echte onderzoeksvraag zijn. Voorbeelden van hoofd- en deelvragen vind je op blz. 23.

Er zijn verschillende typen onderzoeksvragen:- beschrijvend: je probeert een situatie te beschrijven- vergelijkend: je probeert verschillen of overeenkomsten te ontdekken- verklarend: je gaat antwoord geven op de vraag: ‘ hoe komt het dat…?’- waardebepalend: je probeert een oordeel te vormen over…..- voorspellend: je gaat uitzoeken hoe het verder zal gaan met… - probleemoplossend: je wilt voorstellen doen om een probleem aan te pakken

Bedenk je hoofdvraag; een vraag die de inhoud van je sectorwerkstuk samenvat. (de titel van je werkstuk) Daarbij kies je een aantal deelvragen die het onderwerp verder uitdiepen. Deze deelvragen vormen de hoofdstukken van het verslag.

Vul nu stap 2 in je logboek in

STAP 3 Interview voorbereidenJe gaat iemand interviewen die iets te maken heeft met jouw onderwerp (geen familielid). Het interview neem je af om aan nieuwe informatie te komen.


De verkregen informatie verwerk je in het schriftelijk verslag. De ruwe (vraag/antwoord) versie voeg je bij als bijlage! Ook vermeld je daar een telefoonnummer of e-mailadres van degene die je hebt geïnterviewd.

De voorbereiding van het interview bestaat uit:A) je doel formulerenB) je gesprekspartner kiezen en informeren C) verschillende soorten vragen formulerenD) de inleiding voorbereidenE) praktische zaken regelen: plaats / ruimte / tijd

opnameapparatuur taakverdeling

A) Je doel formulerenAllereerst moet je beschrijven wat het doel is van je interview. Wat wil je ermee bereiken? Wil je feiten of meningen te weten komen? Of beide? Welke deelvraag zal aan bod komen?

B) Je gesprekspartner kiezen en informerenKies de juiste persoon voor je interview. Leg hem dan uit waarover het

interview gaaten naar wat voor informatie je op zoek bent. Als hij bereid is aan het interview

meete werken, maak dan een afspraak over de datum, de tijd en de plaats waar hetinterview gehouden wordt. Bespreek ook hoe veel tijd er beschikbaar zal zijn!

C) Vragen formulerenJe gaat een lijstje met vragen formuleren. Dat zijn voor een gedeelte open en voor een gedeelte gesloten vragen.

Open vragen beginnen met woorden als hoe, waarom, etc.→ Hoe vindt u de werkomstandigheden hier?→ Waarom bent u biologische slager geworden?→ Wat vindt u van genetische manipulatie?

Open vragen leveren de meeste en interessantste informatie op. Deze vragen geven ook de geïnterviewde de kans om die informatie te geven die hij zelf belangrijk vindt. (Vooral geschikt voor het uiten van meningen.)


Gesloten vragen zijn ja/nee vragen, meerkeuze vragen en vragen waarop maar één antwoord mogelijk is:

→ Bent u tevreden over de resultaten? (antwoord: ja/nee)→ Wat vindt u van de prijs van biologisch vlees: redelijk, hoog of veel te

hoog? (meerkeuze vraag)→ Hoe oud bent u? (maar één antwoord mogelijk )

Gesloten vragen zijn vooral geschikt om feiten te weten te komen. Pas op: ze leveren (vrijwel) altijd heel korte antwoorden op!

Je kunt vragen naar feiten en/of meningen. Laat beide terug komen in het interview!

D) De inleiding voorbereidenNiet iedereen is eraan gewend geïnterviewd te worden. Neem daarom aan hetbegin van het interview de tijd om je gesprekspartner en jezelf aan de situatie

telaten wennen. Even over koetjes en kalfjes praten werkt heel goed: zeg iets

over hetweer, de locatie enz. Bespreek in je inleiding ook waar het interview over gaat, waarom je het houdt, wat je precies met de informatie gaat doen, enz. Dat laatste kun je na afloop ook bespreken, maar bedenk dat je gesprekspartner waarschijnlijk meer zal (durven te) vertellen wanneer hij precies weet waar hij aan toe is.

E) Praktische zaken regelenTen slotte moet je natuurlijk nog een paar praktische zaken regelen: hoe kom je op de locatie en … hoe ga je de antwoorden vastleggen? Je kunt het zo regelen dat de één interviewt en de ander aantekeningen maakt. Een nadeel daarvan is dat er informatie verloren kan gaan als er niet goed meegeschreven wordt (in steekwoorden).Een andere mogelijkheid is het gesprek op te nemen. Je gesprekspartner kan dat wel minder prettig vinden, waardoor hij minder open is. Vraag altijd van tevoren of hij/zij er bezwaar tegen heeft.

Verdeel de taken en spreek van tevoren goed af wie welke vragen stelt, enz.

Vul stap 4 in je logboek in


STAP 4 Presentatievorm kiezen + Plan van aanpakHet is nodig om nu al na te denken over de presentatievorm, omdat je dan bij het informatie verzamelen daar rekening mee kunt houden. Bijvoorbeeld voor een fotopresentatie kun je na het interview foto’s maken.

Kies een vorm die past bij je onderwerp en onderzoeksvraag.Kies een techniek waar je goed in thuis bent.

Kijk van tevoren naar de beoordelingscriteria (zie logboekblz. 31 t/m 35). Dan weet je waar je presentatie op beoordeeld zal worden.

Plan van aanpak makenJe hebt je onderzoeksvragen gesteld. Je gaat dus op zoek naar de antwoorden op die vragen. Het is goed eerst na te denken over hoe en waar je kunt gaan zoeken voordat je begint. Je moet jezelf afvragen:- Wat ga je doen om een antwoord te krijgen op de deelvraag?- Welke informatiebronnen ga je gebruiken? Zie stap 5, blz. 14- Wat is de goede volgorde?- Is de tijdsplanning haalbaar?- Welke spullen, hulpmiddelen heb je nodig?- Wat kun je waar (op school/ thuis/ in de bibliotheek/ ergens anders) doen?- Is er een eerlijke verdeling van de taken?

VERPLICHT: je gebruikt 3 verschillende soorten bronnen. Het interview een verplichte soort bron. Andere soorten zijn bijvoorbeeld: een internetsite, boeken, kranten, folders.

Waarschuwing bij gebruik van internet: je moet het adres weten van de sites die je gebruikt. Bij gebruik van een zoekmachine moet je dus het adres gebruiken en noteren, en niet alleen de link gebruiken (dan heb je het adres niet).

Vul stap 3 in je logboek in Laat je begeleider zien wat je hebt ingevuld

Tijdens het maken van het plan van aanpak of al eerder kan je er achter komen dat je onderwerp of vraagstelling aangepast moet worden. Dit doe je in overleg met je begeleider. Je moet dan ook je plan van aanpak aanpassen.


STAP 5 Informatie verzamelenJe gaat behalve m.b.v. het interview ook op andere manieren informatie verzamelen. gebruik actuele informatie gebruik betrouwbare informatie

Als je een goed plan van aanpak hebt gemaakt, kun je aan de slag met het verzamelen van informatie. Zodra je hier mee bezig bent, vermeld je de werkzaamheden bij stap 5 in je logboek. Daar schrijf je op:- wat je hebt gedaan- de datum wanneer je dat hebt gedaan - hoeveel tijd je eraan hebt besteed - waar je deze hebt uitgevoerd (bijv: thuis, bibliotheek, bedrijf / instantie) - wat het heeft opgeleverd

VUL ALLES IN bij stap 5 Dus ook als bijvoorbeeld het bezoek aan de bibliotheek geen resultaat heeft opgeleverd noteer je toch wanneer en hoe lang je hebt gezocht. In de laatste kolom vertel je dan wat er mis ging, bijv: boek uitgeleend, alleen Engelse teksten, o.i.d.

ALLEEN ZOEKENVerzamel eerst gewoon zo veel mogelijk bruikbare informatie. Stop niet met zoeken als je bijvoorbeeld één goed boek hebt gevonden! Je gaat pas kiezen welke informatie echt in je verslag terug zal komen als je toe bent aan stap 7 = schrijven schriftelijk verslag.

METEEN OPSCHRIJVENNoteer meteen alle brongegevens. Anders is de kans erg groot dat je dit vergeet. Het maakt niet uit of je de bronnen echt gaat gebruiken, selecteren kan later. Als je dat nodig hebt, is een extra bronnenlijst te vinden op blz. 28 in het logboek.

WAAR KUN JE INFORMATIE VINDEN?- Soms ga je ver weg zoeken, terwijl er thuis kranten, boeken of

tijdschriften staan waar al veel in te vinden is.- Kruiwagens. Denk eens rustig na of je familieleden of kennissen hebt die

door hun werk of opleiding nuttige informatie hebben over jouw onderwerp. Vaak kunnen ze je goed op weg helpen.

- Bibliotheek. Er zijn tijdschriften, boeken, knipselkranten, kranten, naslagwerken, video’s, cd-roms.

- Via bibliotheek.nl kun je All@din vragen stellen (ook: schoolbieb.nl)- Internet Wees wel kritisch: niet alle informatie is zinnig en/of

betrouwbaar!


mailto:All@din

- Musea Je kunt er dingen te weten komen en bekijken, maar ook veel documentatie vinden. Via telefoonboek en internet kan je aan de adressen en achter de inhoud van de collectie komen.

- Archief (allerlei archieven zijn via het telefoonboek op te sporen) Bij onderwerpen waar dat van pas komt kan je in archieven vaak originele documenten vinden. Je mag die niet mee naar huis nemen maar wel kopiëren.

Tip: Kies samen zoveel mogelijk informatiebronnen uit en maak dan een werkverdeling: wie gaat welke bron gebruiken?

Vul stap 5 en de bronvermelding in tijdens het informatie zoeken!

Laat je begeleider zien wat je hebt ingevuld.Laat ook de gevonden informatie aan je begeleider zien.

Jullie bespreken hoe het gaat m.b.v. blz. 14 in je logboek


STAP 6 Interview afnemen, uitwerken en evaluerenInterview afnemenDe inleidingTijdens de inleiding stel je de gesprekspartner (en jezelf) op zijn gemak. Je vertelt wat jouw sectorwerkstuk inhoudt en welke rol dit interview daarin speelt.De kernTijdens het kerngedeelte stel je de vragen en luister je (eventueel maak je aantekeningen). Als je informatie van iemand wilt krijgen, moet je hem aan het praten krijgen én houden. Als jij laat merken dat je goed luistert en geïnteresseerd bent, is de kans groter dat de ander je de informatie geeft die je nodig hebt. Verbaal luisterenJe laat merken dat je goed luistert, door regelmatig door te vragen. Dit doe je ook als je niet precies begrijpt wat je gesprekspartner bedoelt, bijv.: Kunt u daar een voorbeeld van geven? Hoe werkt dat precies? Waarom denkt u dat?Non-verbaal luisterenOok met je non-verbale gedrag kun je laten zien dat je geïnteresseerd bent. Als je vooral uitdrukt dat je met jezelf en de volgende vraag bezig bent, zal degene die je interviewt niet zo spraakzaam zijn!Hoe kun je laten zien dat je goed luistert: door je houding: Ga iets voorovergebogen zitten, richt je naar de

spreker. door oogcontact: kijk de ander regelmatig aan, dat stimuleert hem om

door te praten. door stiltes toe te staan. Geef ander de ruimte om even na te denken,

om zijn antwoord aan te vullen. Ga niet te snel door naar de volgende vraag. Als je een stilte wilt vullen, doe dat dan met een korte doorvraagvraag, of met een bevestigend “hm”, o.i.d.

Het slotUiteindelijk, rond je het interview af. Die afronding bestaat uit:- ga na of je de feiten en/of de meningen die je wilde, verkregen hebt.

neem voor jezelf snel je vragen door Als dat niet zo is, stel je alsnog enkele vragen die die informatie wél opleveren. Als dat wel zo is, vraag je de gesprekspartner of hij nog iets kwijt wil.

- een herhaling van de zakelijke informatie uit de inleiding: wat ga je met de informatie doen.

- een bedankjeHet interview uitwerken


Werk het interview zo snel mogelijk uit! Dan weet je de dingen nog die onduidelijk zijn in de aantekeningen of op de opname.Maak eerst de vraag/antwoord versie die als bijlage bij je verslag gevoegd moet worden. Lees de eisen hieronder goed door!

In het schriftelijke verslag verwerk je het interview als aparte tekst (uitwerking van één deelvraag) of het komt in de verschillende hoofdstukken terug (antwoorden op meerdere deelvragen). Als je vragen hebt over hoe je dit het beste aan kunt pakken, kun je terecht bij je begeleider.

Eisen voor de interviewbijlage

In de inleiding: het doel van het verslag (onderwerp) wie je hebt geïnterviewd waar en wanneer je het interview hebt gehouden + hoe lang het heeft

geduurd

De kern: de vragen + antwoorden Je mag de vragen en antwoorden apart zetten, als je ze maar wel duidelijk nummert. Als je meegeschreven hebt, voeg dan je aantekeningen toe! Ook als ze slordig zijn.

Het slot = evaluatie interviewBeschrijf wat je ermee wilde bereiken (je doel) en wat het heeft opgeleverd (het resultaat). Dan kun je nagaan hoe zinvol het interview was. Als dit tegenvalt, ga dan na wat daarvan de oorzaken zijn. Dan heb je in ieder geval iets geleerd voor de volgende keer. Beschrijf deze leerpunten ook in het slot!

Noteer als laatste een telefoonnummer of e-mail adres van degene die je hebt geïnterviewd. Bij twijfel moet je begeleider contact met hem/haar kunnen opnemen.

Evaluatie interviewDit is de eerste evaluatiestap. Je gaat achteraf na hoe het interview is verlopen.

Vul stap 6 in je logboek in en laat dat aan je begeleider zien.Laat ook de uitwerking van het interview zien + de bijlage-versie.Jullie bespreken hoe het gaat m.b.v. blz. 17 en 18 in je logboek


STAP 7 Informatie verwerken + conclusie schrijvenDe verzamelde informatie moet geordend worden. Een handige werkwijze is dat je dat doet aan de hand van de hoofdvraag en de deelvragen.Vaak heb je een aantal losse blaadjes, kopietjes en knipsels. Als je die per onderzoeksvraag sorteert, heb je meteen de informatie voor de hoofdstukken klaar liggen. (De geselecteerde informatie geeft antwoord op je onderzoeksvragen.)Wees kritisch: niet alle informatie die je hebt gevonden is even goed bruikbaar.Kies de meest betrouwbare en interessante informatie. Overleg met elkaar en verdeel de taken!Vergeet niet de brongegevens te noteren, als je dat nog niet gedaan hebt! Je schriftelijk verslag ontstaat door de geselecteerde informatie in eigen woorden om te zetten. Je geeft niet zo maar informatie over je onderwerp, je geeft antwoord op jouw onderzoeksvragen! Pas op! Het informatie verwerken beschrijf je achteraf in het logboek, maar je conclusie en eigen mening bedenk je van tevoren in het logboek!

Conclusie + eigen mening schrijven De conclusieJe herhaalt de onderzoeksvragen en bespreekt kort de antwoorden daarop. Hiermee geef je dus antwoord op de hoofdvraag. Eigen meningGeef duidelijk en uitgebreid je eigen mening over het onderzoek. Gebruik argumenten en voorbeelden! Had je de antwoorden en deze conclusie verwacht? Is het werken aan het onderzoek goed verlopen? Zijn er opvallende dingen gebeurd? enz.Geef ook aan wat dit onderzoek voor jou betekent heeft. Heb je een duidelijk beeld van het onderwerp gekregen? Is je mening erover veranderd? Wil je nu (nog) een vervolgopleiding volgen of baan die daarmee te maken heeft? enz.

Let op: de conclusie kan gelijk zijn, maar jij en je partner schrijven beide een eigen mening.Voeg je conclusie en je eigen mening toe aan het schriftelijke verslag.

Vul stap 7 in je logboek in en laat aan je begeleider zien.Lever meteen je schriftelijke verslag in. (bewaar een kopie!)


STAP 8 Het schriftelijke verslag aanpassenJe hebt de eerste versie van het verslag teruggekregen met commentaar van je begeleider. Pas de dingen aan die nog onvoldoende waren of nog verbeterd kunnen worden. Als je niet weet hoe je dit aan moet pakken, kun je advies vragen aan je begeleider of aan de coördinator.

Vul stap 8 in je logboek in

Lever de definitieve versie van het verslag in

STAP 9 Presentatie voorbereidenWat heb je allemaal nodig voor je presentatie? Posterpapier, extra illustraties, videomateriaal, digitale afbeeldingen? Ga na wat je hebt en wat je nog moet regelen. De presentatie moet een kwartier duren.

Een paar opmerkingen over PowerPoint:Gebruik PowerPoint zinvol! Ga geen hele stukken tekst uit het verslag invoegen. Gebruik korte, duidelijke zinnen, die je mondeling toe gaat lichten. Denk ook goed na over de afbeeldingen (en grafieken o.i.d.) die je invoegt. Ze moeten goed bij het onderwerp (van de dia’s) passen!

Let bij de voorbereiding op de beoordelingscriteria. Wanneer je hier aandacht aan besteedt, kun je vrijwel geen onvoldoende meer halen! Zie de verschillende beoordelingsformulieren in je logboek op blz. 31 t/m 35.

Vul stap 9 van je logboek inLaat je begeleider zien wat je hebt ingevuld bij stap 8 en 9


STAP 10 EvaluatieJe gaat nadenken over hoe alles verlopen is en of dat misschien anders of beter had gekund. Denk niet: ‘Ach, ik ben eigenlijk al klaar, dit doe ik snel nog even.’ Deze stap telt nog mee met de beoordeling! Zeker wat bonuspunten betreft is dit een belangrijk onderdeel van je logboek! Voor je logboek moet je minimaal 28 punten halen!

Vul stap 10 van je logboek in

Lever je compleet ingevulde logboek in bij je begeleider!

De cijfers krijg je te horen van je begeleider. Hiervoor maken jullie eerst een afspraak! Mocht je er vragen over hebben, dan kun je die aan hem/haar stellen.


Voorbeelden van onderwerpen Architectuur Meerhoven Coca cola tegenover Pepsi cola Het kopen of huren van een huis Gehandicapten (geestelijk / lichamelijk) Politie Hotel runnen Fysiotherapie Reclame / internetreclame Kanker (bij kinderen) Maxima Medisch Centrum Kinderopvang Een eigen zaak beginnen (ondernemer worden) Afvalscheiding/ verwerking Dierwelzijn en economisch produceren Schoon en veilig verkeer Toekomst van de horeca Een café of hotel (runnen) in het buitenland Groene energie Ontstaan en overleven van een band (popgroep) Computerkunst Beveiliging en bewaking (bijv. van uitgaansgelegenheden) Geluidsoverlast Drugs Alcohol, een harddrug Amnesty International Lokale sportvereniging Gezonde voeding (is niet echt lekker?) Kinderen hebben rechten Ziekenverzorging (thuis) Sporten: onmisbaar voor iedereen (?) Het gevaar van schoonmaakmiddelen enz. in huis Röntgenfoto’s De ontwikkelingen in het betalingsverkeer Beleggen in aandelen De gezondheidszorg in de toekomst


Kinderopvang (soorten, mogelijkheden, ontwikkelingen) Bejaardenzorg Nieuwe vormen van energie Ecologische producten (land- en tuinbouw) Scharrelvlees = beter Max Havelaar producten Kinderarbeid (in de derde wereld) Met een laag inkomen toch rondkomen (regelingen en subsidies +

aanpak) Maatschappelijk werk Geestelijke Gezondheidsdienst Eindhoven Theatertechniek Film schrijven, maken (opnemen: regisseren), monteren, draaien Machines in het ziekenhuis Drukkerij De apotheek Activiteitenbegeleiding (in een ziekenhuis, verzorgingshuis of psychiatrie Begeleid wonen Philips: Nat-Lab Philips als werkgever Philips als opleidingsinstituut Philips als ontwikkelaar Geneesmiddelenonderzoek Terminale (dodelijke) ziekten (bij kinderen) Euthanasie Werken in het (speciaal) onderwijs Kleding ontwerpen Invloed van populaire acteurs/muzikanten op (koop)gedrag van jongeren enzovoort.............................


Voorbeelden van onderwerpen + hoofd- en deelvragensector onderwe

rphoofdvraag deelvragen

zorg & welzijn

pleeggezin of adoptie

Wat is het verschil tussen adopteren en plaatsing in een pleeggezin?

Wat houdt adoptie in?Wat houdt een pleeggezin in?Hoe kom je in aanmerking voor adoptie of een pleeggezin?

techniek beveiligings-installaties

Hoe werkt een beveiligingsinstallatie?

Welke verschillende systemen zijn er? Hoe werken die systemen?Wie legt die aan (/zorgt dat het draait)?

economie

Mobiele telefonie

Waarom is mobiele telefonie zo populair?

Wat zijn de voor- en nadelen?Wat bepaalt de kosten?Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen?

economie

horeca Welke opleidingen kun je volgen binnen de horeca?

Welke opleidingen worden er aangeboden?Wat zijn de verschillen: inhoud, niveau, scholen?Hoe is het om een opleiding te volgen? (1 uitkiezen en onderzoeken)

landbouw

tuinarchi-tectuur

Wat houdt het in om tuinarchitect te zijn?

Wat voor opleiding moet je daar voor volgen?Wat komt er kijken bij het ontwerpen van een tuin? Hoe komt een tuinarchitect aan opdrachten?


Sectorwerkstuk - TGLweb · Web viewbladzijde Inleiding 2 Overzicht stappen en data sectorwerkstuk 4...

Documents

Transcript of Sectorwerkstuk - TGLweb · Web viewbladzijde Inleiding 2 Overzicht stappen en data sectorwerkstuk 4...