SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... ·...

44
SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIE VERSLAG VAN EEN ENQUÊTE VOOR FNV BONDGENOTEN, SAMSOM EN SCHOEVERS Kea G. Tijdens Amsterdam Instituut voor ArbeidsStudies, AIAS Universiteit van Amsterdam Marian van Vliet Profiel Select, Den Haag F EBRUARI 2000

Transcript of SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... ·...

Page 1: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIE

VERSLAG VAN EEN ENQUÊTE VOOR

FNV BONDGENOTEN, SAMSOM EN SCHOEVERS

Kea G. Tijdens

Amsterdam Instituut voor ArbeidsStudies, AIAS

Universiteit van Amsterdam

Marian van Vliet

Profiel Select, Den Haag

FEBRUARI 2000

Page 2: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

I

Inhoudsopgave

Het onderzoeksproject ...................................................................................................1

A) Opleiding en cursussen ...........................................................................................4 De opleidingen van secretaressen.......................................................................4 Dag- of avondopleidingen tot secretaresse.........................................................4 Cursussen............................................................................................................6 Cursussen voor de computer ..............................................................................7

B) De functie ................................................................................................................2 De functiebenaming............................................................................................2 Functiebeschrijving en functiewaardering .........................................................2

C) De inhoud van de functie ........................................................................................4 Postverwerken ..................................................................................................10 Correspondentie en tekstverwerking ................................................................11 Agenda beheer ..................................................................................................13 Vergaderen .......................................................................................................14 Archiveren ........................................................................................................16 Administreren ...................................................................................................17 Organiseren.......................................................................................................19 Organiseren werkzaamheden op secretariaat ...................................................20 Communiceren..................................................................................................21 Functioneren in sociale situaties.......................................................................23 Beheer apparatuur.............................................................................................24 Computer ..........................................................................................................25

D) De organisatie van het werk..................................................................................26 De planning van werkzaamheden van het secretariaat.....................................27 Uw opinie over het werk op uw secretariaat ....................................................27

E) De loopbaan...........................................................................................................29 Arbeidsgeschiedenis .........................................................................................29 Arbeidscontract en promotie ............................................................................30 Toekomstverwachtingen...................................................................................31 Mobiliteit ..........................................................................................................32 Opinie ...............................................................................................................32

F) Arbeidstijden en beloning .....................................................................................33

G) De organisatie waar u werkt..................................................................................37

H) Het beroep van secretaresse ..................................................................................38

I) De deelnemers aan het onderzoek.........................................................................40

Bijlage Functienamen ..................................................................................................42

Page 3: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

1

HET ONDERZOEKSPROJECT

In 1994 liet de toenmalige FNV Dienstenbond een onderzoek verrichten naar de functie-inhoud

van secretaressen. Dat resulteerde in het boek EEN FUNCTIE MET INHOUD, dat in 1994 door

uitgeverij Samsom werd gepubliceerd. In 1999 ontstond het idee om een nieuw boek te

publiceren, omdat het vorige boek uitverkocht was en niet herdrukt werd omdat het niet meer

actueel was. Daarvoor werd opnieuw een zogenaamd Deskundigenoverleg in het leven geroepen.

Een belangrijk onderdeel van het nieuwe boek was een enquête, zoals ook in bij de vorige versie

het geval was. Dit rapport bevat het verslag van deze enquête.

In december 1999 is deze vragenlijst bijgevoegd bij het vakblad Management Support Magazine

en aan alle 12.000 abonnees toegestuurd. Bovendien heeft FNV Bongenoten nog eens 1.000

enquêtes aan haar leden gestuurd waarvan bekend was dat ze secretaresse waren. Aan de

secretaressen werd gevraagd de vragenlijst in te vullen. Dat duurde naar schatting ongeveer 30

minuten. Geadviseerd werd om een kopie te maken als een collega ook de vragenlijst wilde

invullen. Dit is in grote aantallen gebeurd. Naar schatting een kwart van de geretourneerde

vragenlijsten waren gekopieerde exemplaren. In totaal zijn 1712 enquêtes geretourneerd en

verwerkt.

De enquête is gefinancierd door FNV Bondgenoten, Uitgeverij Samsom en Schoevers

(Bedrijfs)Opleidingen. Het Deskundigenoverleg -bestaande uit vertegenwoordigers namens

genoemde financiers, het LOSV (Landelijk Overleg Secretaressenverenigingen) en het BCE

(Stichting Bureau voor Certificering en Examinering)- heeft constructief commentaar geleverd op

de vragenlijst. De resultaten zijn verwerkt in het nieuwe boek EEN FUNCTIE MET INHOUD,

dat is gepresenteerd op de Landelijke Secretaresse Dag in april 2000.1

1 “Een functie met inhoud” Samsom, 2000, ISNB 9014 06 67 16, prijs fl. 19,90

Page 4: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

2

A) DE FUNCTIE

De functiebenaming

In de enquête is natuurlijk gevraagd naar de functiebenaming (zie tabel 1). De grootste groep

respondenten is de directiesecretaresse (29%), gevolgd door de secretaresse (21%). Dan is er een

groep die we de combi-functie noemen (17%). Dat zijn respondenten die meer dan één functie

uitoefenen. Veel voorkomende combinaties zijn management-assistente en directiesecretaresse,

office manager en directiesecretaresse, en secretaresse en administratief medewerkster. Als vierde

is er een groep met een andere secretaressse-functie, zoals juridisch, medisch, europees

secretaresse, telefoniste, receptioniste, assistant to the manager, personal assistant en dergelijke

(12%). Deze zijn tot één grote categorie gerekend, omdat in elke functie afzonderlijk erg weinig

respondenten werkten. In de bijlage is de precieze verdeling van de respondenten over de functies

te zien. Een vijfde, even grote groep, wordt gevormd door de management-assistenten (12%). De

office managers sluiten met 6% en de afdelingssecretaressen met 4% de rij.

Tabel 1 Functienaam (aantal respondenten en percentages) (N=1712) 1 secretaresse 358 21% 5 directiesecretaresse 502 29% 2 management-assistente 205 12% 6 anders 187 11% 3 office manager 106 6% 7 combi-functie 292 17% 4 afdelingssecretaresse 62 4% Totaal 1712 100%

Functiebeschrijving en functiewaardering

Ruim zeven op de tien respondenten hebben een functiebeschrijving voor hun functie (70%).

Ruim twee op de tien hebben geen functiebeschrijving (23%). De resterende groep weet niet of er

een functiebeschrijving is. De afdelingssecretaresse heeft veruit het vaakst een

functiebeschrijving (79%), gevolgd door de management-assistente en de directiesecretaresse

(76% en 74%). Daarentegen heeft de office manager opvallend vaak geen functiebeschrijving

(56%).

Gevraagd is of de inhoud van het werk overeen komt met datgene waarvoor de respondent is

aangenomen. Ruim vier op de tien zeggen dat dit inderdaad het geval is (42%). De overigen

zeggen vooral dat ze meer doen (52%). Slechts een zeer kleine groep zegt dat ze minder doet

(3%) en een iets grotere groep doet andere dingen dan waarvoor ze aangenomen zijn (4%).

Page 5: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

3

Vooral de management-assistente zegt meer te doen dan waarvoor ze aangenomen is (60% zegt

dat ze meer doet), terwijl vooral de afdelingssecretaresse aangeeft andere dingen te doen (6%) en

de secretaresse aangeeft minder te doen (5%).

Tenslotte is gevraagd of de functie is ingedeeld via een functiewaarderingssysteem. Ja, zeggen

zes op de tien respondenten (62%). Nee, zeggen bijna drie op de tien (26%), terwijl de resterende

groep dit niet weet (12%). Het zal niemand verbazen dat functiewaarderingssystemen vooral in de

grote bedrijven aanmerkelijk vaker voorkomen. De respondenten die zeggen dat hun functie

gewaardeerd is, werken in een bedrijf dat gemiddeld iets meer dan 2.000 werknemers telt.

Daarentegen werken de respondenten wier functie niet gewaardeerd is, in een bedrijf met

gemiddeld slechts 560 medewerkers. De respondenten die niet weten of hun functie gewaardeerd

is, zitten hier tussenin, want in hun bedrijven werken gemiddeld bijna 1.100 medewerkers.

Opvallend is dat vooral de office managers aangeven niet ingedeeld te zijn in een

functiewaarderingssysteem (54%), terwijl de management-assistente juist wel vaak is ingedeeld

(73%).

Page 6: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

4

B) OPLEIDING EN CURSUSSEN

De opleidingen van secretaressen

De grootste groep secretaressen heeft een opleiding van het middelbaar beroepsonderwijs,

gevolgd door secretaressen met een havo- of mms-opleiding (29% en 26%). Berekenen we het

gemiddeld aantal opleidingsjaren na de basisschool, dan blijkt dat de functiegroep ‘anders’ met

6,3 jaren de langste opleiding heeft genoten, op de voet gevolgd door de management-assistenten

en de office managers. De afdelingssecretaresse heeft met 5,8 opleidingsjaren na de basisschool

de kortste opleidingsduur, gevolgd door de secretaresse met 5,9 jaren.

Tabel 2 Secretaressen naar opleidingstype en gemiddeld aantal opleidingsjaren na de basisschool (N=1712)

lbo mavo mulo

mbo havo mms

vwo hbs ath.

hbo wo anders totaal gemid deld

secretaresse 1% 12% 34% 27% 11% 11% 3% 2% 100% 5,9 management-assistente 1% 9% 31% 24% 11% 21% 2% 2% 100% 6,2 office manager 0% 8% 29% 20% 21% 17% 4% 1% 100% 6,2 afdelingssecretaresse 2% 16% 45% 11% 10% 8% 3% 5% 100% 5,8 directiesecretaresse 2% 11% 23% 29% 14% 17% 3% 2% 100% 6,0 anders 1% 10% 24% 23% 16% 23% 3% 2% 100% 6,3 combi-functie 1% 9% 29% 28% 10% 17% 5% 2% 100% 6,1 Totaal 1% 10% 29% 26% 13% 17% 3% 2% 100% 6,1

Dag- of avondopleidingen tot secretaresse

In de enquête is uitgebreid gevraagd welke dag- of avondopleidingen tot secretaresse men heeft

gevolgd. De respondenten hadden de mogelijkheid meerdere opleidingen aan te kruisen.

Gemiddeld hebben ze 1,17 dag- of avondopleidingen tot secretaresse gevolgd. De office manager

heeft met gemiddeld 1,25 het hoogste aantal en de afdelingssecretaresse met 1,02 het laagste

aantal opleidingen gevolgd.

Ruim een kwart van de respondenten heeft een opleiding tot management-assistente gevolgd

(27%). Het zal niet verbazen dat de respondenten die de functie van management-assistente

uitoefenen het vaakst zo’n opleiding hebben gevolgd (38%). Ook de directiesecretaressen hebben

vaak een opleiding tot management-assistente gevolgd (30%). De chikwadraat toets, een

statistische toets, laat zien dat er een zodanig groot verschil is tussen de functiegroepen, dat dit

niet meer aan toeval kan worden toegeschreven. Sommige functiegroepen hebben dus significant

vaker dan andere een opleiding tot management-assistente gevolgd.

Page 7: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

5

Ruim een kwart van de respondenten heeft een opleiding tot directiesecretaresse gevolgd (27%).

Ook hier is er een significant verschil tussen de functiegroepen. De directiesecretaressen hebben

uiteraard het vaakst een opleiding gevolgd tot directiesecretaresse (33%). Daarentegen hebben

secretaressen het minst vaak zo’n opleiding gevolgd (21%).

Bijna een kwart van de respondenten heeft een opleiding tot secretaresse gevolgd (23%). Hier is

er geen significant verschil tussen de functiegroepen. Weliswaar hebben de secretaresse en de

afdelingssecretaresse het vaakst deze opleiding gevolgd (28% en 27%), de andere functiegroepen

doen hier niet veel voor onder. Zo heeft 23% van de office managers deze opleiding gevolgd en

25% van de groep met de combinatiefuncties.

Ruim één op de tien respondenten heeft een opleiding MBO-secretarieel gevolgd. Ook hier is er

geen significant verschil tussen de functiegroepen. Verder heeft 8% een opleiding tot

office manager gevolgd. Hier is er wel een significant verschil tussen de functiegroepen, want de

office managers hebben beduidend vaker zo’n opleiding gevolgd dan de anderen. Daarnaast heeft

6% een opleiding tot Europees secretaresse gevolgd, 5% een opleiding tot medisch secretaresse,

4% een opleiding tot receptioniste, 3% een opleiding tot medisch secretaresse en 2% een

opleiding HBO-secretarieel.

Eén op de zes respondenten heeft geen enkele dag- of avondopleiding tot secretaresse gevolgd

(16%). Ook hier is er geen significant verschil tussen de functiegroepen. Het valt op dat de

respondenten die in de gecombineerde functies werken, het vaakst geen opleiding tot secretaresse

hebben gevolgd (20%). We kunnen niet nagaan of nu voor dergelijke gecombineerde functies nu

juist werknemers worden aangetrokken zonder adequate opleiding, of dat juist andersom

secretaressen zonder opleiding vaker allerlei andere taken erbij krijgen.

Tabel 3 Percentage respondenten dat een dag- of avondopleiding tot secretaresse heeft gevolgd en gemiddeld aantal dag- of avondopleiding tot secretaresse, uitgesplitst naar functiegroep(N=1712) NB *** significant op 0,1%, ns = niet significant

secr europ secr direct secr hbo secr mbo secr recept jurid secr secretaresse 28% 6% 21% 1% 15% 5% 3% management-assistente 20% 4% 23% 3% 13% 3% 1% office manager 23% 11% 27% 0% 14% 0% 3% afdelingssecretar 27% 2% 20% 3% 10% 7% 3% directiesecretar 20% 7% 33% 3% 9% 4% 2% anders 25% 5% 26% 3% 11% 3% 4% combi-functie 25% 7% 29% 2% 12% 4% 2% Totaal 23% 6% 27% 2% 12% 4% 3% Chi-kwadraat ns ns *** ns ns ns ns

Page 8: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

6

VERVOLG TABEL medisch secr secr pz Office manag

manag assist

an ders geen opl gemid deld

secretaresse 8% 1% 5% 27% 14% 15% 1,16 management-assistente 3% 1% 7% 38% 14% 14% 1,16 office manager 5% 0% 22% 21% 12% 13% 1,25 afdelingssecretar 5% 2% 2% 25% 13% 15% 1,02 directiesecretar 2% 2% 8% 30% 12% 16% 1,21 anders 7% 0% 8% 24% 18% 16% 1,12 combi-functie 8% 1% 8% 21% 12% 20% 1,18 Totaal 5% 1% 8% 27% 13% 16% 1,17 Chi-kwadraat *** ns *** *** ns ns

Cursussen

In de enquête is ook gevraagd welke cursussen de respondent heeft gevolgd. Men had de

mogelijkheid meerdere cursussen aan te kruisen. Gemiddeld hebben de respondenten 2,91

cursussen gevolgd. De management-assistente heeft met gemiddeld 3,34 het hoogste aantal en de

secretaresse met 2,62 het laagste aantal cursussen gevolgd.

Ruim de helft van de respondenten heeft een cursus typen gevolgd (27%). De

afdelingssecretaressen hebben het vaakst zo’n cursus gevolgd, terwijl de office manager

daarentegen het minst vaak een cursus typen gevolgd (73% en 43%). De chikwadraat toets, een

statistische toets, laat zien dat er een zodanig groot verschil is tussen de functiegroepen, dat dit

niet meer aan toeval kan worden toegeschreven. Sommige functiegroepen hebben dus significant

vaker dan andere een cursus typen gevolgd.

Ruim een derde van de respondenten heeft een cursus notuleren gevolgd (34%). Ook hier is er

een significant verschil tussen de functiegroepen. De afdelingssecretaressen hebben het vaakst en

de office manager het minst vaak een cursus notuleren gevolgd (47% en 24%). Een kwart van de

respondenten heeft een cursus steno gevolgd (25%). Opnieuw is er een significant verschil tussen

de functiegroepen. De directiesecretaressen hebben het vaakst en de afdelingssecretaressen het

minst vaak deze cursus gevolgd (30% en 15%).

Er is ook gevraagd naar cursussen die meer algemeen zijn en niet uitsluitend met het beroep van

secretaresse verbonden zijn. Daarbij valt op dat bij de meeste van deze cursussen geen significant

verschil tussen de functiegroepen is. Cursussen om een vreemde taal te leren,

managementcursussen, cursussen voor public relations, voor marketing, of voor personeel en

organisatie zijn door veel respondenten gevolgd (36%, 25%, 13%, 12% en 12%). Ook is

gevraagd naar cursussen om het persoonlijk functioneren te verbeteren. De respondenten hebben

Page 9: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

7

ook hier in groten getale cursussen persoonlijke groei, time management, assertiviteit en

conflicthantering gevolgd (31%, 29%, 14% en 12%). Opnieuw zijn er weinig verschillen tussen

functiegroepen.

Een zeer kleine groep respondenten heeft geen enkele cursus gevolgd (3%). Een analyse welke

groepen geen cursus hebben gevolgd laan zien dat er eigenlijk maar één belangrijke factor is, en

dat is de werkervaring (niet in tabelvorm). Des te korter de werkervaring, des te groter de kans

dat men nog geen cursus heeft gevolgd. Andere factoren, zoals sector, bedrijfsgrootte,

functiegroep of leeftijd zijn in dit verband niet relevant.

Tabel 4 Percentage respondenten dat een cursus heeft gevolgd en gemiddeld aantal cursussen, uitgesplitst naar functiegroep(N=1712) NB *** significant op 0,1%, ns = niet significant typen notu

leren Steno vreemde

taal publ relat

marke ting persoonl groei

secretaresse 55% 32% 22% 31% 10% 10% 28% management-ass. 55% 38% 25% 36% 15% 14% 35% office manager 43% 24% 19% 32% 17% 14% 30% afdelingssecretar 73% 47% 15% 41% 8% 7% 31% directiesecretar 52% 37% 30% 39% 14% 12% 31% anders 56% 35% 30% 41% 11% 12% 32% combi-functie 50% 30% 22% 36% 13% 11% 29% Totaal 53% 34% 25% 36% 13% 12% 31% Chi-kwadraat *** *** *** ns ns ns ns

VERVOLG TABEL

p&o asserti viteit

conflict hantering

Time mana

gement

management cursus

andere cursus

geen cursus

gemiddelde

secretaresse 9% 17% 10% 27% 17% 45% 4% 2,62 management-assistente

18% 23% 14% 36% 34% 45% 3% 3,34

office manager 15% 11% 10% 34% 38% 49% 5% 2,83 afdelingssecretar 12% 15% 14% 36% 24% 64% 0% 3,06 directiesecretar 12% 12% 11% 29% 27% 44% 3% 3,01 anders 9% 12% 15% 27% 22% 47% 3% 3,01 combi-functie 12% 13% 12% 25% 25% 50% 4% 2,74 Totaal 12% 14% 12% 29% 25% 47% 3% 2,91 Chi-kwadraat * ** ns ns *** ns ns

Cursussen voor de computer

Gemiddeld werken de respondenten 5,19 uren per dag met de computer. Daarbij zijn er weinig

verschillen tussen de functiegroepen. De directiesecretaresse werkt met gemiddeld 4,9 uur het

minst met de computer en de afdelingssecretaresse met 5,6 uur het meest.

Gemiddeld hebben de respondenten 3,7 cursussen gevolgd. Er is een kleine groep van 5% van de

Page 10: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

8

respondenten die geen enkele cursus heeft gevolgd. Daarentegen heeft 20% wel vijf of meer

cursussen gevolgd. Opnieuw zijn er weinig verschillen tussen de functiegroepen. De

management-assistente heeft met gemiddeld 4,0 de meeste cursussen gevolgd, terwijl de

office manager met 3,4 cursussen het laagst scoort.

In de enquête is ook gevraagd welke computercursussen gevolgd zijn (zie tabel 5). De meest

gevolgde cursussen zijn voor tekstverwerking. Zo heeft bijna driekwart van de respondenten een

cursus voor Word gevolgd (73%), terwijl meer dan de helft met WP kan werken (54%). Ook

nieuwe programmatuur wordt snel geleerd. Zo heeft al bijna een derde van de respondenten een

cursus gevolgd voor het recente programma Outlook (32%) en bijna een kwart een cursus voor

het gebruik van Internet (22%). Daarentegen hebben slechts weinig respondenten cursussen

gevolgd om te werken met boekhoudprogramma’s, presentatieprogramma’s, DTP-programma’s

of het onderhouden van een homepage.

Evenals bij het gebruik van de computer is er ook bij het volgen van cursussen weinig verschil

tussen de functiegroepen. Opvallend is dat de office manager minder vaak een cursus heeft

gevolgd voor Outlook (31%), maar wel veel vaker dan de anderen een cursus heeft gevolgd om

homepages te maken (8%) of voor een boekhoudprogramma (15%).

Tabel 5 Cursussen om de computer te gebruiken (N=1712) tekstverwerking voor Word 73% Databaseprogramma (bijv. Access) 22% Windows 60% Boekhoudprogramma’s 7% spreadsheetprogramma (bijv. Excel) 54% Homepage onderhouden 4% tekstverwerking voor WP 53% Presentatieprogramma (bijv. Powerpoint) 4% Outlook (e-mail) 32% DTP-programma 2% gebruik van Internet 22%

Page 11: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

9

C) DE INHOUD VAN DE FUNCTIE

In de enquête zijn een groot aantal taken opgesomd die tot het takenpakket van de respondent

zouden kunnen behoren. Gevraagd is of men per taak wilde aangeven hoe vaak men deze taak

uitvoerde: dagelijks, wekelijks, maandelijks, hooguit paar keer per jaar, of nooit. Dit heeft een

score gekregen van 1=dagelijks oplopend naar 5=nooit. Voor iedere taak wordt de gemiddelde

score gepresenteerd. Let op, een score van 3,0 kan betekenen dat alle respondenten de taak wel

uitvoeren, maar weinig frequent, óf dat slechts een kleine groep de taak dagelijks uitvoert en de

anderen nooit. Hierna volgen de resultaten. Deze zijn steeds uitgesplitst naar functiegroep.

Om te toetsen in hoeverre de taken verschillen tussen functiegroepen, is een discriminant analyse

uitgevoerd. Daarmee wordt gemeten of de scores op de taken meer verschillen tussen de

functiegroepen dan binnen iedere functiegroep. Dit wordt aangeduid met de gestandaardiseerde

waarde voor iedere taak. Naarmate deze waarde hoger is, verschilt de taak meer tussen de

functiegroepen. Dan is de taak dus geconcentreerd bij enkele functies en niet bij anderen. Een

lage score betekent dat alle functiegroepen de taak in dezelfde mate uitoefenen. In deze analyse

zijn de functiegroepen ‘anders’ en ‘combi-functies’ niet betrokken, omdat deze twee een scala

aan functies bevatten. Daardoor wordt het nutteloos om te meten in hoeverre de taken rond de

functiegroep clusteren.

Hierna worden per functiegroep ook de resultaten gepresenteerd van de mate van

verantwoordelijkheid waarmee de taak wordt uitgevoerd:

• volgens instructie, dat wil zeggen dat het werk een uitvoerend karakter heeft met

voornamelijk standaard werkzaamheden;

• zelfstandig, dat wil zeggen dat het werk een voorbereidend en verantwoordelijk karakter

heeft, toestemming is slechts noodzakelijk bij ingrijpende veranderingen;

• leidinggevend, dat wil zeggen dat het werk een zelfstandig karakter heeft, terwijl ook

(bege)leiding wordt gegeven aan één of meer personen;

• als een taak nooit wordt uitgevoerd, kon uiteraard ook niet worden aangegeven onder

welke verantwoordelijkheid dat gebeurde; daarom kon voor de mate van

verantwoordelijkheid geen discriminant analyse worden uitgevoerd.

Page 12: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

10

Postverwerken

Het ontvangen, verspreiden, beoordelen prioriteit en afhandelen van de post wordt vrijwel

dagelijks gedaan door de respondenten. Toezien op postafhandeling en bewaken follow-up wordt

vooral wekelijks gedaan, terwijl post inschrijven in een brievenboek gemiddeld weinig wordt

gedaan. De management-assistenten, de office managers en de directiesecretaressen houden zich

het vaakst bezig met de taken in die cluster ‘postverwerken’. De vijf onderzochte functiegroepen

verschillen aanzienlijk in de mate waarin ze taken in dit cluster uitvoeren. Alleen de taak post

inschrijven in een brievenboek discrimineert niet tussen de functies.

Over het algemeen worden alle taken met betrekking tot de post zelfstandig uitgevoerd door de

respondent. Ze worden in gelijke mate van verantwoordelijkheid uitgevoerd, met uitzondering

van de taak ‘zelf post afhandelen’, die vaker volgens instructie wordt uitgevoerd. Gemiddeld

heeft de office manager de hoogste en de secretaresse en de afdelingssecretaresse de laagste score

op verantwoordelijkheid (2,3 en 1,9).

POSTVERWERKEN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

ontvangen en verspreiden van de post 1,3 1,4 1,5 1,2 1,3 1,6 1,4 1,3 -0,49

inschrijven post in (elektronisch) brievenboek 3,6 3,6 3,5 3,3 3,4 3,5 3,3 3,5 -0,09

beoordelen post op relevantie en prioriteit 1,5 1,1 1,3 1,7 1,2 1,6 1,4 1,3 0,56

zelf afhandelen post 1,6 1,2 1,3 1,8 1,4 1,6 1,5 1,5 0,32

toezien op postafhandeling en bewaken follow-up 2,3 1,7 1,8 2,9 1,9 2,5 2,2 2,1 0,48

gemiddeld 2,1 1,8 1,9 2,2 1,8 2,2 1,9 1,9

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

ontvangen en verspreiden van de post 1,9 2,1 2,3 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

inschrijven post in (elektronisch) brievenboek 1,9 2,2 2,3 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

beoordelen post op relevantie en prioriteit 1,9 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

zelf afhandelen post 1,8 2,0 2,1 1,8 1,9 2,0 1,9 1,9

toezien op postafhandeling en bewaken follow-up 1,9 2,1 2,4 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1

gemiddeld 1,9 2,1 2,3 1,9 2,1 2,1 2,0 2,0

Page 13: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

11

Correspondentie en tekstverwerking

In het cluster ‘correspondentie’ worden de taken ‘bewerken brieven of teksten in het Nederlands’

en ‘zelf opstellen brieven of teksten in het Nederlands’ het meest frequent verricht, wel enkele

keren per week. Daarentegen worden de taken ‘in steno brieven of notities opnemen’ en

‘opnemen en uitwerken brieven in een andere taal dan Nederlands of Engels’ vrijwel nooit

uitgevoerd. Bij de meeste taken is sprake van aanzienlijke verschillen tussen functiegroepen.

Vooral bij de taak ‘zelf opstellen van brieven of teksten in het Nederlands’ is het grootste verschil

tussen de groepen te zien. Daarentegen wordt een taak als ‘bewaken huisstijl’ niet vaker door de

ene of door de andere functiegroep uitgevoerd.

Gemiddeld worden de taken in het cluster ‘correspondentie en tekstverwerking’ minder

zelfstandig uitgevoerd dan die in het cluster ‘postverwerken’. Dat komt vooral omdat de taak

‘opnemen en bewerken van brieven of teksten’veelal volgens instructie geschiedt. Net als in het

vorige cluster heeft de office manager de hoogste en de afdelingssecretaresse de laagste score op

verantwoordelijkheid (2,1 en 1,7).

CORRESPONDENTIE EN TEKSTVERWERKING

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

in steno brieven of notities opnemen 4,6 4,4 4,7 4,8 4,3 4,7 4,5 4,5 0,31

opnemen en uitwerken brieven in het Nederlands 2,7 2,9 3,1 3,1 2,6 3,3 2,6 2,8 -0,46

opnemen en uitwerken brieven in het Engels 4,2 3,9 4,1 4,2 3,7 4,1 3,7 3,9 0,45

opnemen en uitwerken brieven in een andere taal 4,7 4,4 4,6 4,9 4,3 4,7 4,4 4,5 0,32

bewerken brieven/teksten in het Nederlands 1,6 1,8 1,8 1,9 1,6 1,9 1,8 1,7 -0,34

bewerken brieven/teksten in het Engels 3,7 3,3 3,3 3,5 3,3 3,3 3,2 3,4 -0,29

bewerken brieven/teksten in een andere taal 4,5 4,2 4,3 4,5 4,2 4,4 4,2 4,3 0,23

zelf opstellen brieven/teksten in het Nederlands 1,9 1,5 1,6 2,0 1,6 1,7 1,6 1,7 0,70

zelf opstellen brieven/teksten in het Engels 3,8 3,2 3,3 3,5 3,3 3,2 3,2 3,4 0,05

zelf opstellen brieven/teksten in een andere taal 4,6 4,2 4,4 4,7 4,2 4,4 4,2 4,3 -0,25

vertalen brieven en nota’s 4,4 3,9 4,1 4,4 4,1 4,2 4,0 4,2 0,25

toezien op afhandeling van correspondentie 2,2 2,0 1,8 2,7 2,1 2,4 2,0 2,1 0,16

bewaken huisstijl 2,0 1,9 1,5 2,4 2,1 2,3 2,0 2,0 0,01

gemiddeld 3,5 3,2 3,3 3,6 3,2 3,4 3,2 3,3

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

in steno brieven of notities opnemen 1,7 1,9 2,0 1,7 1,6 2,0 1,8 1,7

opnemen en uitwerken brieven in het Nederlands 1,6 1,7 1,9 1,6 1,7 1,8 1,7 1,7

opnemen en uitwerken brieven in het Engels 1,6 1,7 1,8 1,5 1,6 1,7 1,7 1,7

opnemen en uitwerken brieven in een andere taal 1,7 1,8 1,9 1,6 1,6 1,8 1,6 1,7

Page 14: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

12

bewerken brieven/teksten in het Nederlands 1,8 2,0 2,0 1,6 1,9 1,9 1,9 1,9

bewerken brieven/teksten in het Engels 1,7 1,9 1,9 1,6 1,8 1,8 1,8 1,8

bewerken brieven/teksten in een andere taal 1,8 1,9 2,0 1,6 1,8 1,8 1,9 1,8

zelf opstellen brieven/teksten in het Nederlands 1,9 2,1 2,2 1,8 2,0 2,0 2,0 2,0

zelf opstellen brieven/teksten in het Engels 1,9 2,1 2,0 1,8 1,9 2,0 2,0 1,9

zelf opstellen brieven/teksten in een andere taal 1,9 2,0 2,1 1,7 1,9 1,9 1,9 1,9

vertalen brieven en nota’s 1,8 2,0 2,0 1,6 1,9 1,9 1,9 1,9

toezien op afhandeling van correspondentie 2,0 2,2 2,4 1,9 2,1 2,1 2,1 2,1

bewaken huisstijl 1,9 2,2 2,5 1,8 2,1 2,1 2,1 2,1

gemiddeld 1,8 2,0 2,1 1,7 1,8 1,9 1,9 1,9

Page 15: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

13

Agenda beheer

Het bijhouden van de agenda is een taak die de respondenten vrijwel dagelijks uitvoeren (1,4).

Ook gemaakte afspraken worden vrijwel dagelijks bewaakt. Daarentegen vindt het organiseren

van afspraken of het overleggen over geschikte data veel minder vaak plaats. De management-

assistenten voeren de taken in dit cluster het meest frequent uit, terwijl de groep andere functies

dit het minst vaak doet. Vooral de taak ‘bewaken van gemaakte afspraken’ maakt verschil tussen

de functies.

De taken in dit cluster worden vrijwel steeds zelfstandig uitgevoerd. Er is in dit opzicht weinig

verschil tussen taken. Net als in de vorige clusters heeft ook hier de office manager de hoogste

score op verantwoordelijkheid (2,2). Nu hebben de secretaresse en de afdelingssecretaresse de

laagste score (1,9).

AGENDABEHEER

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

bijhouden agenda 1,5 1,4 1,7 1,5 1,2 1,6 1,4 1,4 0,02

organiseren afspraken/overleggen geschikte data 2,8 2,2 2,5 2,2 2,8 3,0 2,6 2,7 -0,22

bewaken gemaakte afspraken 1,6 1,2 1,5 1,6 1,3 1,7 1,5 1,5 0,65

bijhouden elektronische agenda 1,6 1,2 1,4 1,8 1,3 1,7 1,5 1,5 0,48

gemiddeld 1,9 1,5 1,8 1,8 1,6 2,0 1,8 1,7

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

bijhouden agenda 1,9 2,1 2,2 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

organiseren afspraken/overleggen geschikte data 1,9 2,1 2,2 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

bewaken gemaakte afspraken 1,9 2,0 2,2 1,8 2,0 1,9 1,9 1,9

bijhouden elektronische agenda 2,0 2,1 2,3 1,9 2,1 2,1 2,0 2,0

gemiddeld 1,9 2,1 2,2 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

Page 16: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

14

Vergaderen

De taken in het cluster ‘vergaderen’ worden veel minder vaak uitgevoerd dan de taken in de

voorgaande clusters. Gemiddeld worden ze minder dan eens per maand uitgevoerd. Het

organiseren van vergaderingen vindt het meest frequent plaats, terwijl het organiseren van een

telefonische vergadering of van een video-conferentie gemiddeld vrijwel nooit plaatsvindt. Ook

het leiden van een vergadering of werkoverleg vindt zelden plaats. Bij de taak ‘notuleren’ zijn de

grootste verschillen tussen functiegroepen te zien.

Gemiddeld worden de taken in dit cluster iets minder zelfstandig uitgevoerd dan de taken in het

cluster ‘agendabeheer’. Het organiseren, inhoudelijk voorbereiden van vergaderingen, en

samenstellen vergadermappen worden van alle taken in dit cluster het minst zelfstandig

uitgevoerd. Daarentegen wordt het leiden van een vergadering of werkoverleg zelfstandig

uitgevoerd door degenen die aangeven deze taak te verrichten. Opnieuw heeft de office manager

de hoogste score op zelfstandigheid (2,1) en de afdelingssecretaresse de laagste score (1,7).

VERGADEREN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

bijhouden vergaderagenda 2,8 2,2 2,7 2,9 2,2 2,9 2,7 2,5 0,16

organiseren vergaderingen 2,7 2,1 2,7 2,3 2,1 2,7 2,5 2,4 0,23

organiseren telefonische vergadering/videoconf. 4,5 4,3 4,5 4,4 4,3 4,3 4,2 4,4 0,02

inhoudelijk voorbereiden agendapunten 3,8 2,9 3,3 4,0 3,2 3,5 3,4 3,4 0,18

samenstellen vergadermappen 3,6 3,0 3,6 3,8 2,9 3,6 3,4 3,3 0,20

rondsturen vergaderstukken 2,9 2,4 3,1 2,7 2,4 3,0 2,8 2,7 -0,10

notuleren 3,2 2,5 3,0 3,0 2,6 3,1 3,1 2,9 0,52

uitwerken notulen 3,0 2,5 3,0 2,9 2,5 3,0 2,9 2,8 -0,29

opstellen besluitenlijsten 3,5 2,7 3,2 3,4 2,8 3,3 3,2 3,1 0,17

bewaken uitvoering van besluiten 3,7 2,8 3,1 3,8 2,9 3,4 3,3 3,2 0,33

deelnemen aan vergadering of werkoverleg 3,0 2,4 2,5 2,6 2,8 2,8 2,8 2,8 -0,42

leiden van een vergadering of werkoverleg 4,7 4,2 3,9 4,7 4,3 4,3 4,3 4,4 0,20

deel uitmaken van werkgroepen/commissies 4,2 3,6 3,7 4,3 3,9 3,8 3,8 3,9 0,05

gemiddeld 3,5 2,9 3,3 3,4 3,0 3,4 3,3 3,2

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

bijhouden vergaderagenda 1,8 1,9 2,0 1,7 1,9 1,9 1,9 1,9

organiseren vergaderingen 1,8 1,9 2,0 1,6 1,8 1,8 1,8 1,8

organiseren telefonische vergadering/videoconf. 1,8 1,9 1,9 1,4 1,7 1,7 1,9 1,8

inhoudelijk voorbereiden agendapunten 1,7 1,8 2,1 1,5 1,7 1,8 1,8 1,8

samenstellen vergadermappen 1,7 1,9 2,0 1,5 1,9 1,9 1,8 1,8

rondsturen vergaderstukken 1,8 2,0 2,1 1,9 1,9 1,8 1,9 1,9

Page 17: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

15

notuleren 1,9 2,0 2,1 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

uitwerken notulen 1,9 2,0 2,1 1,8 2,0 1,9 2,0 2,0

opstellen besluitenlijsten 1,9 2,0 2,1 1,8 1,9 1,9 1,9 1,9

bewaken uitvoering van besluiten 1,8 1,9 2,2 1,8 1,9 2,0 1,9 1,9

deelnemen aan vergadering of werkoverleg 1,9 2,0 2,2 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

leiden van een vergadering of werkoverleg 2,1 2,3 2,4 1,9 2,3 2,2 2,3 2,3

deel uitmaken van werkgroepen/commissies 1,8 2,0 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0

gemiddeld 1,8 2,0 2,1 1,7 1,9 1,9 1,9 1,9

Page 18: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

16

Archiveren

De taken in dit cluster worden gemiddeld weinig frequent uitgevoerd. Er zijn echter wel grote

verschillen tussen de taken. Zo is het opzoeken of opbergen van stukken een vrijwel dagelijkse

activiteit. Daarentegen komt bibliotheekbeheer en het maken van uittreksels van dossiers

gemiddeld zelden voor. Wel scoort vooral de taak bibliotheekbeheer hoog op de discriminant-

analyse, hetgeen betekent dat in een functiegroep deze taak frequent wordt uitgevoerd (de

office manager) en in de overige groepen nooit.

De meeste taken in dit cluster worden zelfstandig uitgevoerd. Een aantal taken worden soms

gemiddeld iets vaker als leidinggevende uitgevoerd, zoals archiefbeheer en bibliotheekbeheer.

Net als in de voorgaande clusters heeft opnieuw de office manager de hoogste score op

zelfstandigheid (2,3). En opnieuw heeft de afdelingssecretaresse de laagste score (1,8).

ARCHIVEREN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

opzoeken of opbergen van stukken 1,6 1,7 1,8 1,7 1,5 1,8 1,6 1,6 -0,54

opzet en onderhoud archiefsysteem 2,5 2,3 2,4 2,8 2,4 2,7 2,3 2,5 0,08

bibliotheekbeheer 4,3 4,3 4,1 4,4 4,5 4,5 4,3 4,4 0,61

uittreksels maken van dossiers 4,8 4,8 4,9 4,7 4,8 4,7 4,7 4,8 -0,13

actueel houden van het archief 2,7 2,6 2,7 3,0 2,6 2,9 2,6 2,7 -0,24

elektronisch archiefbeheer 3,9 3,9 3,7 3,8 4,2 3,8 3,6 3,9 0,61

gemiddeld 3,3 3,3 3,3 3,4 3,3 3,4 3,2 3,3

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

opzoeken of opbergen van stukken 1,9 2,1 2,3 1,8 2,0 2,1 2,0 2,0

opzet en onderhoud archiefsysteem 1,9 2,1 2,3 1,9 2,1 2,1 2,1 2,1

bibliotheekbeheer 2,0 2,1 2,4 1,8 2,1 1,9 2,2 2,1

uittreksels maken van dossiers 2,0 2,1 2,3 1,6 2,0 1,9 2,0 2,0

actueel houden van het archief 2,0 2,1 2,3 1,9 2,1 2,0 2,1 2,1

elektronisch archiefbeheer 2,0 2,1 2,2 1,9 2,1 2,0 2,1 2,1

gemiddeld 2,0 2,1 2,3 1,8 2,0 2,0 2,1 2,0

Page 19: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

17

Administreren

Over het algemeen houden de respondenten niet erg regelmatig administraties bij. Het bijhouden

van het adressenbestand of het relatiebestand wordt nog het meest frequent uitgevoerd (2,4). Het

bijhouden van de salarisadministratie en de EHBO-voorraad vindt vrijwel nooit plaats (4,7). Er

zijn in dit cluster weinig verschillen tussen functiegroepen. Het bijhouden van de administratie

van de werkuren is het meest geclusterd, namelijk bij de office manager.

De meeste taken in dit cluster worden zelfstandig uitgevoerd. Dat geldt vooral het bijhouden van

de kleine kas en het bijhouden van het adressenbestand, van de kantoorvoorraad en van de

voorraadadministratie. Net als in de voorgaande clusters heeft de office manager de hoogste score

op zelfstandigheid (2,2). En opnieuw heeft de afdelingssecretaresse de laagste score (1,8).

ADMINISTREREN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

bijhouden administratie van zieken of verlofdagen 3,5 3,0 2,5 2,9 3,5 3,3 3,1 3,3 -0,01

bijhouden financiële administraties 4,2 4,1 3,6 4,0 4,5 4,1 4,0 4,2 0,14

bijhouden personeelsadministratie 4,2 3,7 3,0 4,2 4,2 4,2 3,8 4,0 0,20

bijhouden salarisadministratie 4,9 4,7 4,3 4,9 4,8 4,8 4,6 4,7 0,17

bijhouden kleine kas 4,3 4,1 3,3 4,2 4,4 4,2 4,0 4,2 0,25

opstellen reisdeclaraties 4,2 3,9 4,0 4,0 4,0 4,2 4,0 4,1 -0,25

bijhouden adressenbestand/relatiebestand 2,3 2,4 2,1 2,5 2,5 2,4 2,3 2,4 0,00

bijhouden kantoorvoorraad 3,1 3,4 2,5 2,9 3,5 3,2 3,0 3,2 0,15

bijhouden voorraadadministratie 4,3 4,3 3,4 4,2 4,5 4,3 4,0 4,3 0,15

bijhouden administratie werkuren 4,1 4,1 3,3 4,1 4,3 4,1 4,1 4,1 0,32

bijhouden EHBO-voorraad 4,7 4,7 4,0 4,7 4,8 4,7 4,6 4,7 0,44

gemiddeld 4,0 3,8 3,3 3,9 4,1 4,0 3,8 3,9

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

bijhouden administratie van zieken of verlofdagen 2,0 2,1 2,2 1,8 2,0 2,0 2,1 2,0

bijhouden financiële administraties 1,9 1,9 1,9 1,7 1,9 1,9 2,0 1,9

bijhouden personeelsadministratie 1,8 2,0 2,1 1,7 2,0 1,9 2,0 1,9

bijhouden salarisadministratie 2,0 1,9 2,1 1,3 1,9 1,8 1,9 1,9

bijhouden kleine kas 2,0 2,0 2,2 1,9 2,0 2,1 2,1 2,1

opstellen reisdeclaraties 1,8 1,9 2,0 1,8 1,9 1,9 2,0 1,9

bijhouden adressenbestand/relatiebestand 2,0 2,1 2,3 1,9 2,1 2,1 2,1 2,1

bijhouden kantoorvoorraad 2,1 2,3 2,4 2,0 2,2 2,1 2,1 2,2

bijhouden voorraadadministratie 2,1 2,2 2,3 1,8 2,2 2,2 2,1 2,2

bijhouden administratie werkuren 1,9 2,1 2,3 1,9 2,1 2,0 2,1 2,0

bijhouden EHBO-voorraad 2,0 2,1 2,3 1,9 2,1 2,1 2,0 2,1

Page 20: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

18

gemiddeld 2,0 2,1 2,2 1,8 2,0 2,0 2,0 2,0

Page 21: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

19

Organiseren

De meeste taken in dit cluster worden niet erg frequent uitgevoerd. De organisatie zakenlunches

of diners wordt gemiddeld nog het meest gedaan, terwijl het organiseren van de

bedrijfshulpverlening vrijwel nooit aan de orde is. De organisatie van de huisvesting laat het

grootste verschil zien tussen de functiegroepen.

Over het algemeen worden de taken in dit cluster volgens instructie verricht. Het beheren van

vergaderzalen of werkruimtes wordt met de meeste zelfstandigheid uitgeoefend. Net als in de

voorgaande clusters heeft de office manager opnieuw de hoogste score op zelfstandigheid (2,1).

En opnieuw heeft de afdelingssecretaresse de laagste score (1,7).

ORGANISEREN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

reserveren reizen in binnen- of buitenland 4,0 3,4 3,9 3,6 3,4 3,7 3,4 3,6 0,01

beheren vergaderzalen of werkruimtes 3,6 3,1 3,1 3,5 3,1 3,4 3,3 3,3 -0,11

organisatie huisvesting 4,6 4,0 3,4 4,6 4,3 4,4 4,0 4,2 0,60

bedrijfshulpverlening 4,8 4,6 4,5 4,6 4,7 4,8 4,7 4,7 0,08

onderhouden procedures kwaliteitscontrole 4,5 4,3 3,6 4,1 4,4 4,3 4,2 4,3 0,24

organiseren van (eenmalige) evenementen 4,1 3,8 3,9 4,1 3,9 4,0 3,9 3,9 -0,08

ontwikkelen van systemen en procedures 4,4 4,0 3,6 4,5 4,4 4,2 4,1 4,2 0,39

maken werkplanningen 4,3 3,9 3,5 4,4 4,2 4,0 3,9 4,0 0,16

organisatie zakenlunches of diners 3,6 3,0 3,3 3,5 2,9 3,5 3,2 3,2 -0,08

kopen cadeautjes of kerstpakketten 4,1 3,7 3,5 3,8 3,8 4,0 3,8 3,9 0,27

gemiddeld 4,2 3,8 3,6 4,1 3,9 4,0 3,8 3,9

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

reserveren reizen in binnen- of buitenland 1,7 1,8 2,0 1,6 1,7 1,8 1,8 1,8

beheren vergaderzalen of werkruimtes 1,9 2,1 2,3 2,0 2,1 2,1 2,0 2,1

organisatie huisvesting 1,7 1,8 2,1 1,6 1,8 1,8 1,8 1,8

bedrijfshulpverlening 1,9 2,0 2,3 1,6 1,8 1,9 1,9 1,9

onderhouden procedures kwaliteitscontrole 1,8 1,8 2,2 1,6 1,7 1,9 1,8 1,8

organiseren van (eenmalige) evenementen 1,7 1,8 1,8 1,6 1,7 1,8 1,8 1,8

ontwikkelen van systemen en procedures 1,9 1,8 2,2 1,6 1,9 2,0 1,8 1,9

maken werkplanningen 1,9 2,0 2,2 1,7 2,1 2,1 2,0 2,0

organisatie zakenlunches of diners 1,8 1,9 2,0 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8

kopen cadeautjes of kerstpakketten 1,8 2,0 2,0 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9

gemiddeld 1,8 1,9 2,1 1,7 1,9 1,9 1,9 1,9

Page 22: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

20

Organiseren werkzaamheden op secretariaat

De taken in het cluster ‘organiseren van werkzaamheden op het secretariaat’ worden in

vergelijking met de taken uit de andere clusters weinig uitgevoerd. Het plannen van de taken van

het secretariaat wordt gemiddeld wekelijks tot maandelijks uitgevoerd. Het delegeren van taken

en het controleren van de uitvoering wordt gemiddeld minder dan maandelijks uitgevoerd. Ook

het overnemen van taken van andere secretaressen gebeurt relatief weinig. Leidinggeven aan

secretariaatmedewerk(st)ers en het houden van werkoverleg van secretaressen of

secretariaatmedewerk(st)ers gebeurt gemiddeld iets vaker dan eens per jaar. Over het algemeen

worden deze taken wel onder een grote eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. De taken in dit

cluster scoren hoog bij de discriminant-analyse. Hier is er dus sprake van een behoorlijk verschil

tussen de vijf onderzochte functiegroepen.

Over het algemeen worden de taken in dit cluster zelfstandig uitgevoerd, vooral het leidinggeven

aan secretariaatmedewerk(st)ers. De cijfers bevestigen wat voor de hand ligt. Net als in de

voorgaande clusters heeft de office manager opnieuw de hoogste score op zelfstandigheid (2,6).

En opnieuw heeft de afdelingssecretaresse de laagste score (2,0).

ORGANISEREN WERKZAAMH. SECRETRIAAT

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

plannen taken van het secretariaat 2,6 2,4 2,1 2,8 2,3 2,6 2,3 2,4 -0,10

delegeren van taken en controleren uitvoering 3,6 2,7 2,3 3,7 2,8 3,1 2,8 3,0 0,39

leidinggeven aan secretariaatmedewerk(st)ers 4,3 3,2 2,4 4,4 3,4 3,5 3,4 3,5 0,78

overnemen taken andere secretaressen 2,9 3,2 3,2 2,9 3,2 3,2 3,2 3,1 -0,45 werkoverleg secretaressen of secretariaatmedewerk(st)ers 3,7 3,4 3,4 3,5 3,6 3,6 3,6 3,6 -0,11

gemiddeld 3,4 3,0 2,7 3,5 3,1 3,2 3,0 3,1

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

plannen taken van het secretariaat 2,1 2,2 2,5 2,1 2,2 2,2 2,2 2,2

delegeren van taken en controleren uitvoering 2,2 2,4 2,7 2,1 2,4 2,4 2,3 2,4

leidinggeven aan secretariaatmedewerk(st)ers 2,4 2,6 2,8 2,3 2,5 2,5 2,5 2,5

overnemen taken andere secretaressen 1,9 2,1 2,2 1,7 2,1 2,0 2,0 2,0 werkoverleg secretaressen of secretariaatmedewerk(st)ers 1,9 2,3 2,6 1,8 2,3 2,2 2,2 2,2

gemiddeld 2,1 2,3 2,6 2,0 2,3 2,3 2,3 2,3

Page 23: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

21

Communiceren

Het beantwoorden en afhandelen van de telefoon en het aannemen en eventueel doorverbinden

van de telefoon behoren tot de dagelijkse taken van de respondenten. Taken als het onderhouden

van contacten met interne afdelingen, belanghebbenden voorzien van informatie, het

onderhouden van externe contacten en het ontvangen van bezoekers worden enkele keren per

week uitgevoerd. Spreken in het Engels komt gemiddeld iets meer dan maandelijks voor. Het

voorbereiden presentaties en het spreken in een andere taal dan Engels worden gemiddeld minder

dan eens per maand uitgevoerd. Tenslotte komt het zelf houden van presentaties, het staan op

beurzen en de verkoop producten of materialen vrijwel nooit voor.

De meeste taken, vooral die taken die dagelijks voorkomen, worden zelfstandig uitgevoerd. Het

voorbereiden van een presentatie, staan op beurzen en de verkoop producten of materialen

worden veel vaker volgens instructie uitgevoerd. Anders dan in de voorgaande clusters hebben nu

vier van de zeven functiegroepen gelijke score op zelfstandigheid (2,0). Wel heeft opnieuw de

afdelingssecretaresse de laagste score (1,8).

COMMUNICEREN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

telefoon aannemen en eventueel doorverbinden 1,1 1,2 1,2 1,1 1,1 1,2 1,1 1,1 -0,22

telefoon beantwoorden en afhandelen 1,0 1,1 1,0 1,1 1,0 1,1 1,0 1,0 0,13

spreken in het Engels 3,0 2,5 2,5 2,5 2,6 2,5 2,4 2,6 -0,34

spreken in een andere taal 3,9 3,5 3,8 4,0 3,4 3,6 3,3 3,6 0,64

ontvangen van bezoekers 2,0 1,6 1,7 2,0 1,6 2,0 1,7 1,8 0,35

belanghebbenden voorzien van informatie 1,7 1,5 1,6 2,0 1,5 1,6 1,5 1,6 0,02

onderhouden contacten met interne afdelingen 1,5 1,2 1,4 1,5 1,2 1,5 1,3 1,3 0,03

onderhouden externe contacten 1,9 1,5 1,4 2,5 1,5 1,8 1,7 1,7 0,48

voorbereiden presentaties 3,6 3,0 3,3 3,6 3,2 3,5 3,3 3,4 0,27

zelf houden van presentaties 4,8 4,6 4,7 4,8 4,8 4,7 4,7 4,7 0,09

op beurzen staan 4,8 4,7 4,8 4,8 4,9 4,8 4,7 4,8 -0,21

verkoop producten of materialen 4,8 4,8 4,6 4,8 4,9 4,7 4,6 4,8 -0,16

gemiddeld 2,9 2,6 2,7 2,9 2,6 2,8 2,6 2,7

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

telefoon aannemen en eventueel doorverbinden 2,0 2,1 2,1 2,0 2,1 2,0 2,1 2,1

telefoon beantwoorden en afhandelen 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

spreken in het Engels 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,1

spreken in een andere taal 2,0 2,0 2,2 2,0 2,1 2,0 2,1 2,1

ontvangen van bezoekers 1,9 2,0 2,2 1,9 2,0 2,0 2,1 2,0

Page 24: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

22

belanghebbenden voorzien van informatie 1,8 1,9 2,1 1,8 1,9 2,0 2,0 1,9

onderhouden contacten met interne afdelingen 2,0 2,0 2,2 2,0 2,0 2,0 2,1 2,0

onderhouden externe contacten 1,9 1,9 2,1 2,0 1,9 2,0 2,0 1,9

voorbereiden presentaties 1,6 1,7 1,7 1,4 1,6 1,7 1,7 1,6

zelf houden van presentaties 1,9 2,0 2,2 1,7 2,0 2,0 2,0 2,0

op beurzen staan 1,6 1,6 1,5 1,4 1,7 1,8 1,8 1,7

verkoop producten of materialen 1,8 1,7 1,7 1,6 1,9 1,9 2,0 1,8

gemiddeld 1,9 1,9 2,0 1,8 2,0 2,0 2,0 1,9

Page 25: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

23

Functioneren in sociale situaties

Een aantal taken in dit cluster wordt gemiddeld dagelijks tot wekelijks verricht. De

vraagbaakfunctie en omgaan met vertrouwelijke (bedrijfs)informatie vindt het meest frequent

plaats, direct gevolgd door de taak ‘omgaan met informatie over personen’ (1,4 en 1,6). Op de

vierde plaats in de rij van meest voorkomende taken staat de praatpaalfunctie (emotionele

ondersteuning) (1,9). Het regelen privé-zaken van leidinggevende of medewerkers en het

bemiddelen bij persoonlijke conflicten worden gemiddeld minder dan eens per maand uitgevoerd.

De management -assistente, de office manager en de directiesecretaresse verrichten de taken in dit

cluster het vaakst, terwijl de secretaresse ze het minst vaak uitvoert. Het omgaan met

vertrouwelijke informatie discrimineert het meest tussen de functiegroepen.

Opnieuw worden vrijwel alle taken in vrijwel alle functiegroepen zelfstandig uitgevoerd. Het

regelen van privé-zaken wordt het vaakst volgens instructie uitgevoerd. Opnieuw heeft de

office manager de hoogste score op zelfstandigheid (2,1) en de secretaresse en de

afdelingssecretaresse de laagste score (1,9).

FUNCTIONEREN IN SOCIALE NETWERKEN

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

Vraagbaakfunctie 1,6 1,2 1,2 1,5 1,3 1,4 1,4 1,4 0,10

praatpaalfunctie (emotionele ondersteuning) 2,2 1,6 1,8 2,2 1,8 2,0 1,9 1,9 0,05

omgaan met vertrouwelijke (bedrijfs)informatie 1,6 1,2 1,2 1,8 1,2 1,5 1,4 1,4 0,49

omgaan met informatie over personen 1,9 1,3 1,4 2,0 1,4 1,8 1,6 1,6 0,24

bemiddelen bij persoonlijke conflicten 4,1 3,3 3,4 4,2 3,8 3,7 3,7 3,7 0,29

regelen privé-zaken van leidinggevende/medew. 4,0 3,5 3,6 4,2 3,4 3,8 3,7 3,7 0,33

gemiddeld 2,6 2,0 2,1 2,7 2,1 2,3 2,3 2,3

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

vraagbaakfunctie 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

praatpaalfunctie (emotionele ondersteuning) 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

omgaan met vertrouwelijke (bedrijfs)informatie 1,9 2,0 2,1 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

omgaan met informatie over personen 1,9 2,0 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0

bemiddelen bij persoonlijke conflicten 1,9 2,0 2,2 1,9 2,1 2,1 2,1 2,1

regelen privé-zaken van leidinggevende/medew. 1,7 1,8 1,9 1,6 1,7 1,8 1,8 1,7

gemiddeld 1,9 2,0 2,1 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

Page 26: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

24

Beheer apparatuur

Het kopieerapparaat en de fax worden door alle functiegroepen vrijwel dagelijks gebruikt. Taken

als het onderhoud van apparatuur en het repareren van apparatuur worden gemiddeld minder dan

één keer per maand verricht. De telex wordt vrijwel nooit gebruikt. De office managers bedienen

en onderhouden gemiddeld het vaakst de apparatuur, terwijl de afdelingssecretaresse dit het minst

doet. Deze taak scoort heeft de hoogste coëfficiënt op de discriminant-analyse en is daarmee het

sterkst geconcentreerd bij een functiegroep.

Vrijwel alle apparatuur wordt zelfstandig bediend door de respondenten. De office manager heeft

opnieuw iets vaker een leidinggevende verantwoordelijkheid (2,1) dan de andere functiegroepen.

BEHEER APPARATUUR

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

bedienen telex 4,7 4,7 4,6 4,7 4,8 4,7 4,8 4,7 0,27

bedienen fax 1,2 1,2 1,2 1,5 1,2 1,3 1,2 1,2 -0,11

kopiëren 1,1 1,2 1,2 1,2 1,1 1,2 1,2 1,1 -0,35

onderhouden apparatuur 3,8 3,8 3,1 3,9 3,9 3,8 3,5 3,8 0,69

repareren apparatuur 4,4 4,4 4,0 4,5 4,5 4,3 4,3 4,4 0,28

gemiddeld 3,0 3,1 2,8 3,2 3,1 3,1 3,0 3,1

VERANTWOORDELIJKHEID (1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

bedienen telex 2,0 2,0 2,2 1,9 2,0 2,0 2,1 2,0

bedienen fax 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

kopiëren 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

onderhouden apparatuur 1,9 2,1 2,2 2,1 2,1 2,0 2,1 2,1

repareren apparatuur 2,0 2,1 2,3 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

gemiddeld 2,0 2,1 2,2 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1

Page 27: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

25

Computer

Alle functiegroepen werken dagelijks met een tekstverwerkingsprogramma. Dagelijks tot

wekelijks werken ze met Outlook of e-mailen ze. Taken als het werken met een spreadsheetpro-

gramma zoals Excel, met een presentatieprogramma zoals Powerpoint, met een databasepro-

gramma zoals Access of met Internet worden gemiddeld iets minder dan eens per week

uitgevoerd. Taken als het beheer applicaties, waaronder het wijzigen macro’s, en het beheer

software worden vrijwel nooit verricht. Werken met DTP-programma komt vrijwel niet voor.

Opvallend is dat de respondenten in vrijwel alle functiegroepen en vrijwel alle taken zelfstandig

uitvoeren. De directiesecretaresse, secretaresse en afdelingssecretaresse voeren de taken het

vaakst volgens instructie uit (1,7) en de office manager het meest zelfstandig (1,9).

COMPUTER

HOE VAAK (1=dagelijks, 2=wekelijks, 3=maandelijks, 4=jaarlijks, 5=nooit)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

coeffi cient

werken met tekstverwerkingsprogramma 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 0,84

werken met spreadsheetprogramma (bijv Excel) 2,2 1,8 1,9 1,8 2,3 2,2 2,1 2,1 0,60

werken met presentatieprogramma (bijv Powerpoint) 3,4 2,8 3,1 3,3 3,1 3,1 3,2 3,2 0,58

werken met databaseprogramma (bijv Access) 3,7 3,8 3,5 3,8 4,0 3,8 3,7 3,8 0,22

werken met DTP-programma 4,9 4,8 4,8 4,9 4,9 4,8 4,8 4,9 0,12

werken met Outlook/e-mailen 1,8 1,6 1,5 1,6 1,8 1,9 1,7 1,7 0,26

werken met Internet 2,7 2,2 1,6 2,4 2,6 2,5 2,2 2,4 0,29

beheer software 4,5 4,5 3,4 4,6 4,6 4,4 4,3 4,4 0,17

beheer applicaties (bijv wijzigen macro’s) 4,4 4,3 3,7 4,5 4,5 4,2 4,3 4,3 -0,02

gemiddeld 3,1 2,9 2,6 3,0 3,1 3,0 2,9 3,0 COMPUTER

VERANTWOORDELIJKHEID

(1= volgens instructie, 2=zelfstandig, 3 = leidinggevend)

sec. tar.

man. ass.

off. man.

afd. sec. dir. sec.

and ers

com bi

gem.

werken met tekstverwerkingsprogramma 2,0 2,1 2,2 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0

werken met spreadsheetprogramma (bijv Excel) 1,9 2,1 2,1 2,0 2,0 2,1 2,0 2,0

werken met presentatieprogramma (bijv Powerpoint) 1,9 2,0 2,1 1,9 2,0 2,0 2,0 2,0

werken met databaseprogramma (bijv Access) 2,0 2,1 2,1 1,9 2,0 1,9 2,0 2,0

werken met DTP-programma 1,8 1,9 2,2 1,8 1,8 2,0 2,1 1,9

werken met Outlook/e-mailen 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0

werken met Internet 2,0 2,0 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0

beheer software 1,8 1,9 2,2 1,8 1,9 2,0 2,0 2,0

beheer applicaties (bijv wijzigen macro’s) 2,0 2,0 2,2 1,8 1,9 2,0 2,0 2,0

gemiddeld 1,7 1,8 1,9 1,7 1,7 1,8 1,8 1,8

Page 28: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

26

D) DE ORGANISATIE VAN HET WERK

De organisatie van het secretariaat staat centraal in deze paragraaf. Gevraagd is of de respondent

secretaresse is voor één of enkele personen of voor een afdeling. Een op de drie respondenten

werkt voor één persoon. Het gaat dan vooral om de directiesecretaresse. Nog eens één op de drie

respondenten werkt voor twee of meer personen. Ook hier zien we de directiesecretaresse

opnieuw. Slechts één op de tien respondenten werkt voor een afdeling. Het gaat dan bij uitstek

over de afdelingssecretaresse. De resterende groep, twee op de tien respondenten, werkt deels

voor één of enkele personen en deels voor een afdeling. In deze groep is opnieuw de

afdelingssecretaresse te vinden, maar ook de office manager. Als secretaressen voor meer dan één

persoon werken, dan gaat het meestal om twee tot vijf personen. Secretariaten voor grotere

groepen mensen komen vrijwel niet voor.

Tabel 6 Organisatie van het secretariaat, uitgesplitst naar functiegroepen (N=1712) voor 1 persoon voor 2 of meer

personen voor een afdeling

deels voor personen, deels voor afdeling

totaal

secretaresse 24% 38% 14% 25% 100% management-assistente 38% 33% 5% 24% 100% office manager 25% 30% 10% 36% 100% afdelingssecretaresse 12% 15% 36% 38% 100% directiesecretaresse 45% 39% 3% 13% 100% anders 28% 31% 15% 27% 100% combi-functie 33% 35% 11% 21% 100% Totaal 33% 35% 10% 22% 100%

Gevraagd naar de grootte van het secretariaat waar de respondent werkt, dan gaat het in één op de

drie secretariaten om een eenpersoonssecretariaat (35%). Bij nog eens één op de drie gaat het om

een tweepersoonssecretariaat. Bij de resterende groep gaat het meestal om een secretariaat van

drie of vier personen. Grotere secretariaten zijn een zeldzaamheid. Gevraagd naar de werkwijze

op het secretariaat dan blijkt dat bijna vier op de tien secretaressen ieder voor een eigen

leidinggevende werken. Voor minder dan drie op de tien secretaressen wordt deels gezamenlijk,

deels apart voor een afdeling gewerkt. Gezamenlijk voor een afdeling werken komt het minst

voor.

Page 29: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

27

De planning van werkzaamheden van het secretariaat

In de enquête is gevraagd of men volgens een dienstrooster werkt. Dat is slechts bij één op de tien

respondenten het geval. Als er volgens dienstrooster gewerkt wordt, is dit in vrijwel alle gevallen

meer dan een maand van tevoren bekend.

Ruim één op de vier respondenten heeft administratieve ondersteuning op het secretariaat (28%).

In vrijwel alle gevallen gaat het dan om één persoon die deze ondersteuning levert. Er is ook

gevraagd hoe vaak op het secretariaat gebruik gemaakt wordt van uitzendkrachten. Nooit, zegt

een meerderheid (53%). Jaarlijks, geeft een derde aan (34%). De resterende groep maakt vaker

gebruik van uitzendkrachten, één op de twintig zelfs dagelijks (5%).

Op de secretariaten van de respondenten wordt nooit gebruik gemaakt van secretaressen uit een

pool (92% zegt ‘nooit’). Ook gebruik van zelfstandige secretaressebureaus vindt zeer weinig

plaats, want ruim negen op de tien respondenten zegt dat dit op hun secretariaat nooit gebeurt

(92%). De voice mail of antwoordapparaat wordt bij één op de vier secretariaten dagelijks

gebruikt, en bij ruim de helft nooit (26% en 62%). Doorschakelen van de telefoon van het

secretariaat naar een privé-nummer gebeurt zelden (92% kruist aan ‘nooit’). Daarentegen gebeurt

het doorschakelen van de telefoon van het secretariaat naar een ander secretariaat wel frequent.

Bij de helft gebeurt dit dagelijks, wekelijks of maandelijks, bij de resterende helft gebeurt het

nooit.

Uw opinie over het werk op uw secretariaat

Tenslotte is in dit vragenblok de opinie over de werkzaamheden op het secretariaat gepeild. Veel

steun ondervindt de uitspraak dat de werksfeer op het secretariaat prettig is (zie tabel 7). Vooral

de office manager is het hiermee eens. De secretaresse geeft minder vaak aan dat de werksfeer

prettig is. Ook de uitspraak dat de onderlinge arbeidsverdeling op het secretariaat goed is, vindt

duidelijke steun, al is de gemiddelde score iets lager. Hier zijn de directiesecretaressen het vaakst

en de secretaressen het minst vaak deze mening toe gedaan. Op een uitspraak over de huidige

bezetting op het secretariaat, geeft de meerderheid aan dat die toereikend is. De directiesecreta-

ressen vinden de bezetting het vaakst toereikend, terwijl de afdelingssecretaressen dit juist het

minst vaak vinden. Gevraagd naar de uitspraak of op een secretariaat administratieve onder-

steuning noodzakelijk is, neigt de opinie naar neutraal. De management-assistenten en de

Page 30: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

28

combinatiefuncties vinden het vaakst van wel en de directiesecretaressen juist het minst vaak.

Tabel 7 Opinies over de werkzaamheden op het secretariaat, uitgesplitst naar functiegroepen (gemiddelde waarde op een schaal van 1=zeer mee eens tot 5 = geheel mee oneens) (N=1712)

de werksfeer is prettig

de huidige bezetting is toereikend

administratieve onder-steuning is noodzaak

de onderlinge arbeids-verdeling is goed

secretaresse 1,66 2,50 2,86 2,45 management-assistente 1,55 2,56 2,77 2,29 office manager 1,43 2,58 2,81 2,32 afdelingssecretaresse 1,58 2,74 2,87 2,35 directiesecretaresse 1,52 2,34 3,01 2,22 anders 1,65 2,52 2,78 2,35 combi-functie 1,57 2,52 2,75 2,25 Totaal 1,57 2,48 2,86 2,31

Page 31: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

29

E) DE LOOPBAAN

Arbeidsgeschiedenis

Gemiddeld zijn secretaressen ruim 14 jaar actief op de arbeidsmarkt (zie tabel 8). Ruim een derde

verricht minder dan 10 jaar betaalde arbeid, meer dan een derde werkt tussen de 10 en 19 jaar,

terwijl de resterende groep al meer dan 20 jaar werkt. Gemiddeld hebben de respondenten bij vier

werkgevers gewerkt, inclusief de huidige werkgever. Bijna de helft heeft tot nu toe 3 werkgevers

gehad, de andere helft heeft 4 of meer werkgevers gehad, oplopend tot meer dan 20.

Vier op de vijf respondenten heeft ononderbroken gewerkt sinds ze op de arbeidsmarkt kwam

(79%). Eén op de vijf heeft wel eens langer dan een jaar geen betaald werk gehad. In bijna

tweederde van de gevallen was dat vanwege de zorg voor kinderen en huishouding. De resterende

groep noemt als reden voor de onderbreking in ongeveer even grote mate ontslag of

werkloosheid, opleiding, ziekte of arbeidsongeschiktheid, of nog een andere reden.

De respondente met het langste dienstverband werkt sinds 1964 onafgebroken bij haar werkgever.

Met haar zijn nog enkele andere respondenten in de jaren ’60 bij hun huidige werkgever komen te

werken. Nog eens zo’n 5% van de respondenten is in de jaren ’70 in dienst getreden. Zo’n 15% is

in de jaren ’80 in dienst getreden en de resterende groep werkt sinds 1990 bij de huidige

werkgever. Meer dan de helft van de respondenten werkt overigens pas sinds 1996 bij de huidige

werkgever.

De helft van de respondenten is bij indiensttreding direct in de huidige functie komen te werken.

Zij hebben dus geen andere functies bij de huidige werkgever gehad. Nog eens een kwart van de

respondenten is binnen drie jaar na indiensttreding in de huidige functie komen te werken. De

resterende groep heeft hier een langere periode tussen zitten, oplopend tot meer dan 20 jaar. Bij

de management-assistenten is er gemiddeld de meeste jaren tussen indiensttreding en begin van

de huidige functie, bij de respondenten in de gecombineerde functie het minste aantal (zie tabel

8). De directiesecretaressen zijn gemiddeld het langst in dienst én het langst werkzaam in de

huidige functie. De office manager is gemiddeld het kortst in dienst en het kortst werkzaam in de

huidige functie.

Tabel 8 Werkervaring en dienstjaren uitgesplitst naar functiegroepen (N=1712) werkzaam sinds bij huidige werkgever in huidige functie gemiddeld aantal jaren

Page 32: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

30

19.. sinds 19.. sinds 19.. tussen indiensttreding en begin huidige functie

secretaresse 85,6 93,6 96,2 2,5 management-assistente 84,3 92,7 96,2 3,2 office manager 85,7 95,0 97,3 2,2 afdelingssecretaresse 87,2 94,0 97,1 2,3 directiesecretaresse 82,6 92,4 95,2 2,3 anders 82,1 93,4 95,9 2,3 combi-functie 85,5 93,9 96,2 2,0 Totaal 84,2 93,3 96,0 2,4

Arbeidscontract en promotie

Bijna negen op de tien respondenten hebben een vast arbeidscontract (87%). Nog eens een op de

tien heeft een tijdelijk contract (10%). Een zeer kleine groep werkt als uitzendkracht of via

detachering (2%). Andere contractvormen, zoals oproepcontracten, invalkrachten of min-max

contracten komen niet voor, evenmin als banenpoolers. Een enkeling werkt als stagiaire en een

enkeling heeft geen schriftelijk contract.

De vraag of men bij de huidige werkgever promotie heeft gemaakt en of dit al dan niet met

salarisverhoging gepaard is gegaan, levert de volgende resultaten. Bijna zes op de tien

respondenten heeft bij de huidige werkgever geen promotie gemaakt (58%). Ongeveer tweederde

van deze groep heeft overigens wel salarisverhoging gehad. Ruim vier op de tien respondenten

heeft wel promotie gemaakt en deze is vrijwel steeds gepaard gegaan met salarisverhoging.

Promotie zonder salarisverhoging is een uitzondering.

In tabel 9 is te zien dat de respondenten gemiddeld 2,3 dienstjaren bij de huidige werkgever

hebben, als ze in de groep vallen die geen promotie en geen salarisverhoging hebben gehad.

Uitgesplitst naar functiegroep is te zien dat het gemiddeld aantal dienstjaren van de management-

assistente het laagst is en dat van de directiesecretaresse het hoogst. Gemiddeld werken de

respondenten die geen promotie hebben gemaakt maar wel salarisverhoging kregen, 4,5 jaar bij

hun huidige werkgever. De groep die wel promotie maar geen salarisverhoging kreeg, heeft een

dienstverband van 7,5 jaar. Tenslotte werkt de groep die én promotie én salarisverhoging kreeg,

het langst bij de werkgever, namelijk 8,5 jaar. Een langer dienstverband leidt dus tot een hogere

kans op promotie.

Tabel 9 Gemiddeld aantal dienstjaren uitgesplitst naar functiegroepen en naar promotie/salaris-verhoging (N=1712)

Gemiddeld aantal geen promotie en geen promotie, wel wel promotie, geen wel promotie, wel

Page 33: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

31

dienstjaren geen salarisverhoging salarisverhoging salarisverhoging salarisverhoging secretaresse 2,8 4,7 7,6 9,1 management-

assistente 2,5 4,1 12,0 8,3

office manager 0,5 3,0 2,3 6,2 afdelingssecretaresse 2,2 2,7 7,0 9,9 directiesecretaresse 3,1 5,2 13,8 9,2 anders 1,2 5,0 5,3 8,0 combi-functie 1,3 4,3 7,5 7,8 Totaal 2,3 4,6 7,6 8,5

Bijna driekwart van de respondenten heeft bij de huidige werkgever altijd als secretaressen

gewerkt (73%). Bijna een kwart heeft nog in één andere functie dan secretaresse gewerkt, en de

resterende kleine groep heeft twee, drie of meer andere functies gehad. De secretaresse blijft dus

vooral werkzaam in het eigen beroep. In iets mindere mate blijft ze ook werkzaam op de eigen

afdeling (64%). Twee van de tien heeft op twee verschillende afdelingen in de organisatie

gewerkt en de resterende groep heeft op drie, vier of meer andere afdelingen gewerkt. De cijfers

bevestigen dat naarmate men langer bij de huidige werkgever in dienst is, men ook op meer

afdelingen heeft gewerkt.

Toekomstverwachtingen

Verwacht u over drie jaar nog bij uw huidige werkgever te werken, zo is gevraagd in de enquête.

Meer dan de helft van de respondenten verwacht dat dit het geval is (55%). Een kwart verwacht

niet meer bij de werkgever te werken (25%) en de resterende groep weet het niet. De meerderheid

van degenen die verwachten te blijven werken, denken dat dit voornamelijk in dezelfde functie en

op dezelfde afdeling zal zijn. Een minderheid verwacht dat ze dan in een andere functie zal

werken. Slechts een enkeling van de groep die over drie nog bij de huidige werkgever denkt te

werken, verwacht dat dit in dezelfde functie maar op een andere afdeling zal zijn.

Aan degenen die denken over drie jaar niet meer bij de huidige werkgever te werken, is gevraagd

wat daarvoor de reden is. De meerderheid van deze groep zegt dat ze dan bij een andere

werkgever werkt of voor zichzelf is begonnen. Een kleine groep respondenten zegt te willen

stoppen om voor gezin of familie te zorgen en een nog kleinere groep zegt te stoppen met werken

vanwege pensioen of vervroegde uittreding.

Page 34: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

32

Mobiliteit

Drie op de tien respondenten heeft het afgelopen jaar gesolliciteerd naar een functie bij een

andere werkgever (29%). Dat was in ruim twee van de drie gevallen naar een functie als

secretaresse en in de overige gevallen naar een andere functie dan secretaresse. De

afdelingssecretaresse heeft het vaakst gesolliciteerd, de office manager en de directiesecretaresse

het minst. In de enquête is ook gevraagd of men het afgelopen jaar benaderd is voor een functie

bij een andere werkgever. Bijna vier op de tien respondenten zegt inderdaad benaderd te zijn

(39%). Merendeels ging het om een functie als secretaresse, maar in ongeveer één op de drie

gevallen ging het om andere functie dan secretaresse. De office manager is het vaakst benaderd

en de secretaresse het minst vaak. Er is een samenhang tussen solliciteren en gevraagd worden

voor een functie. Naarmate een respondent vaker gesolliciteerd heeft, is de kans groter dat deze

persoon ook benaderd is voor een functie.

Opinie

In de laatste vraag in dit vragenblok is gevraagd naar de opinie over het werk. Veel steun

ondervindt de uitspraak dat werk de afgelopen jaren gevarieerder is geworden (zie tabel 10).

Vooral de office manager is het hiermee eens. De secretaresse geeft veel minder vaak aan dat het

werk gevarieerder is geworden. Ook de uitspraak dat het werk de afgelopen jaren complexer is

geworden, vindt duidelijke steun, al is de gemiddelde score iets lager. Ook hier zeggen de

office managers het vaakst en de secretaressen het minst vaak deze stelling te ondersteunen.

Gevraagd naar de mening of je als secretaresse gemakkelijk kunt doorstromen, neigt de opinie

naar neutraal. De secretaressen en directiesecretaressen vinden het minst vaak dat doorstroming

mogelijk is, maar de office manager ziet zeker mogelijkheden om door te stromen.

Tabel 10 Opinies over het werk, uitgesplitst naar functiegroepen (gemiddelde waarde op een schaal van 1=zeer mee eens tot 5 = geheel mee oneens) (N=1712)

werk is gevarieerder geworden

werk is complexer geworden

als secretaresse kun je gemakkelijk doorstromen

secretaresse 2,1 2,2 2,9 management-assistente 1,7 1,8 2,6 office manager 1,6 1,8 2,2 afdelingssecretaresse 1,9 2,2 2,9 directiesecretaresse 1,9 2,0 2,7 anders 1,8 1,9 2,7 combi-functie 1,8 2,0 2,5 Totaal 1,9 2,0 2,7

Page 35: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

33

F) ARBEIDSTIJDEN EN BELONING

Hoeveel uur telt de voltijdse werkweek in de organisatie waar u werkt, zo is gevraagd. Bijna de

helft van de respondenten geeft aan dat dit 40 uur is (49%). Ruim een kwart geeft aan een 36-

urige werkweek te kennen (28%), en een kleine groep kent een werkweek van 38 uur (12%). De

resterende groep heeft veelal een werkweek van 35 of van 37 uur, afgerond op volle uren. Een

zeer kleine groep werkt in een organisatie met kortere werkweken, vooral 32 uur of nog minder.

Dat betreft veelal organisaties met beperkte openingstijden.

Ruim tweederde van de respondenten werkt voltijds en bijna een derde werkt in deeltijd (69% en

30%). Van degenen die nu voltijds werken zegt de overgrote meerderheid dat ze dat altijd hebben

gedaan, slechts één op de zes heeft voorheen in een deeltijdbaan gewerkt. Van degenen die nu in

deeltijd werken, geeft de overgrote meerderheid aan dat ze voorheen voltijds hebben gewerkt.

Slechts één op de vijf heeft altijd in deeltijd gewerkt.

Gevraagd naar het aantal arbeidsuren volgens het arbeidscontract, dan blijkt inderdaad dat zeven

van de tien respondenten per week 35 uur of meer werken. De deeltijders werken veelal tussen de

30 en 34 uur en in mindere mate tussen de 20 en 24 uur per week. Werkweken van 19 uur of

minder komen vrijwel niet voor (3%). Ook werkweken van 25 tot en met 29 uur komen niet

zoveel voor. Uitgesplitst naar functiegroep is in de tabel 11 te zien dat vooral de office managers

veel uren maken met een gemiddelde werkweek van bijna 37 uur en 54% die 40 uur of meer per

week werkt. De secretaressen werken gemiddeld 34 uur en bij hen komen grote deeltijdbanen

vaker voor dan bij de office managers.

Tabel 11 Functiegroepen bij arbeidsuren <=19 uur 20-24 25-29 30-34 35-39 40 en meer totaal gemiddeld secretaresse 5% 10% 7% 14% 32% 33% 100% 34,0 management-assistente 2% 7% 3% 13% 34% 42% 100% 36,1 office manager 0% 7% 2% 15% 22% 54% 100% 36,9 afdelingssecretaresse 2% 13% 5% 8% 33% 39% 100% 34,8 directiesecretaresse 2% 8% 4% 14% 36% 35% 100% 35,3 anders 4% 13% 4% 16% 26% 38% 100% 34,0 combi-functie 2% 6% 3% 16% 30% 43% 100% 35,8 Totaal 3% 9% 4% 14% 32% 38% 100% 35,1

Gevraagd hoeveel dagen per week men meestal werkt, dan blijkt bijna driekwart van de

respondenten vijf dagen te werken (73%). Eén op de zes werkt vier dagen en een zeer kleine

groep werkt drie dagen (18% en 7%). Twee of één werkdag per week komt vrijwel niet voor. Een

Page 36: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

34

zeer kleine groep heeft een wisselend aantal werkdagen (2%). Veruit de meeste respondenten

werken 8 uur per dag en een aanzienlijke groep maakt werkdagen van 9 uur (57% en 25%).

Gevraagd waar de werkplek zich bevindt, geeft vrijwel iedereen aan een vaste werkplek te

hebben (98%). Een kleine groep heeft een flexibele werkplek of kan thuis werken (3% en 3%).

De mogelijkheid om thuis te telewerken is gering. Slechts één op de acht respondenten heeft een

werkgever die hiertoe mogelijkheden biedt (12%). Bij de helft van de groep die kan telewerken

zijn thuis voldoende mogelijkheden geïnstalleerd om dit ook daadwerkelijk te doen. Een derde

van de telewerkgroep mag wel thuis werken, maar er zijn geen faciliteiten geïnstalleerd. Bij de

overigen zijn de faciliteiten onvoldoende of worden ze binnenkort gerealiseerd.

Er wordt lang en veel gewerkt onder secretaressen. Gevraagd of men de afgelopen maand meer

uren heeft gewerkt dan volgens het contract zegt ongeveer tweederde dat dit voor hen het geval is

(66%). Dit overwerk kan oplopen tot tien uur per week. Eenderde geeft aan geen overwerk te

hebben verricht. De belangrijkste reden is dat dit bij hen in het bedrijf nauwelijks gebeurt. Een

kleine groep zegt zelf geen overuren te willen maken.

Gevraagd hoe vaak men het afgelopen jaar meer uren gewerkt dan volgens het contract, zegt bijna

vier op de tien respondenten dat zij minstens elke week hebben overgewerkt (41%). Bijna een

kwart zegt minstens elke maand over te werken en ruim een kwart heeft in het afgelopen jaar

enkele keren overgewerkt (23% en 25%). Slechts één op de tien zegt vrijwel nooit over te

werken.

Krijgt u compensatie voor overwerk, zo is in de enquête gevraagd. Ja, dat is het geval geeft bijna

zeven op de tien respondenten aan (70%). In meer dan de helft van de gevallen gaat het om

compensatie in tijd. Bij meer dan een kwart betreft het een combinatie van compensatie in tijd en

in geld en bij minder dan een kwart is er financiële compensatie. Een zeer kleine groep heeft nog

andere vormen van compensatie.

Het gemiddelde bruto inkomen maandinkomen van de respondenten is fl. 4.509,= gecorrigeerd

voor arbeidsuren (tabel 12). Daarbij is het bruto maandinkomen van deeltijders omgerekend naar

voltijd. Met fl. 4.828,= heeft de directiesecretaresse het hoogste en de afdelingssecretaresse met

fl. 3.755,= het laagste bruto maandinkomen.

Tabel 12 Functiegroepen naar salarisgroepen (bruto maandinkomen gecorrigeerd voor arbeidsuren) < fl. 3000 fl. 3-4000 fl. 4-5000 fl. 5-6000 > fl. 6000 totaal gemiddeld

Page 37: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

35

secretaresse 7% 37% 43% 10% 4% 100% 4092 management-assistente 3% 16% 53% 21% 6% 100% 4522 office manager 4% 13% 42% 33% 8% 100% 4755 afdelingssecretaresse 12% 44% 39% 5% 0% 100% 3755 directiesecretaresse 1% 13% 46% 26% 13% 100% 4828 anders 4% 21% 38% 26% 11% 100% 4684 combi-functie 5% 28% 43% 16% 8% 100% 4372 Totaal 4% 23% 44% 20% 9% 100% 4509

We hebben een statistische analyse gedaan om te voorspellen welke respondenten een grotere en

welke een kleinere kans hebben om bruto op voltijdsbasis meer dan fl 4.000,= per maand te

verdienen. Daarbij zijn vier factoren gezamenlijk in beschouwing genomen, namelijk de

functiegroep, de sector, de leeftijdsgroep en de bedrijfsgrootte. De belangrijkste conclusies zijn

dat de office manager en de directiesecretaresse een grotere kans hebben op een bruto

maandinkomen van meer dan fl 4.000,=, terwijl de secretaresse juist een kleinere kans heeft

daarop. De invloed van de sectoren op het loon is aanmerkelijk kleiner dan die van de

functiegroep. Respondenten werkzaam in de industrie hebben een grotere kans op een hoger loon,

terwijl dat in de gezondheidszorg juist niet het geval is. Jongeren onder de 25 jaar hebben een

kleinere kans op een bruto maandinkomen van meer dan 4.000 gulden. Dit geldt ook nog voor de

leeftijdsgroep van 25 tot en met 34 jaar. Tenslotte is gekeken naar de invloed van bedrijfsgrootte.

Dan blijkt dat in bedrijven met minder dan 100 werknemers de kans op een lager loon significant

is.

Tenslotte zijn in dit blok over arbeidstijden en beloning een vijftal stellingen geponeerd. De

respondent kon bij elke uitspraak op een vijfpuntsschaal het antwoord aankruisen dat het beste

zijn of haar mening weergaf: zeker wel, ja, neutraal, nee, zeker niet. Met de stelling ‘ik wil liever

meer uren per week werken dan nu’ is de overgrote meerderheid van de respondent het niet eens

(87%). Slechts een zeer kleine groep wil meer uren werken en de rest kruist het antwoord

‘neutraal’ aan (3% en 7%).

De stelling ‘ik wil liever minder uren per week werken dan nu’ kan wel op veel steun rekenen.

Vier op de tien respondenten is het hier wel of zeker wel mee eens (40%). Twee op de tien is

neutraal (21%). De resterende groep van drie op de tien zeggen dat ze niet minder willen werken

(33%).

Gevraagd of men zelf graag de begin- en eindtijden van de werkdag bepaalt, geeft tweederde aan

het hiermee eens of helemaal eens te zijn (66%). Eén op de vijf is neutraal (20%). De resterende

groep zegt het hier niet mee eens te zijn (13%).

Page 38: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

36

Verdient u genoeg in vergelijking met personen in vergelijkbare functies bij andere organisaties,

zo luidde de volgende stelling. Bijna de helft van de respondenten is het eens of zeker eens met

deze stelling (45%). Ruim een kwart kruist het antwoord ‘neutraal’ aan (30%). Tenslotte vindt

bijna een kwart dat ze niet genoeg verdienen (24%).

Als laatste is gevraagd of men genoeg verdient in vergelijking met personen in vergelijkbare

functies in de eigen organisatie. Dit is nog iets vaker het geval dan bij de vorige stelling. Nu vindt

bijna de helft dat ze genoeg verdient (46%). Nu is een derde neutraal over de stelling (33%). Nu

zegt minder dan één op de vijf dat ze te weinig verdient (19%).

Page 39: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

37

G) DE ORGANISATIE WAAR U WERKT

Gevraagd is tot welke sector behoort de organisatie waarvoor de respondent werkt. Het aantal

antwoordmogelijkheden bij zo’n vraag zijn noodzakelijkerwijs gering. Het zal dan ook geen

verbazing wekken dat bijna een derde van de respondenten aangeeft in de sector ‘anders’ werkt.

Tweederde heeft wel een sector aangekruist. Daarvan is de groep die werkzaam is in de

commerciële dienstverlening, vooral het bank- en verzekeringswezen, het grootst. Op de tweede

tot en met vierde plaats staan de industrie, gezondheidszorg en overheid. Ook in de bouw en de

detailhandel werken nog wel secretaressen. Er is slechts een heel klein percentage van de

respondenten werkzaam in de agrarische sector, de horeca, het vervoer en de grafische sector.

Gemiddeld heeft de organisatie waarvoor de respondent werkt 1.517 medewerkers. Daarbij zijn er

grote verschillen tussen de functiegroepen. Zo werkt de office manager bij een bedrijf met

gemiddeld nog geen 400 werknemers, terwijl de management-assistente bij een bedrijf werkt met

gemiddeld bijna 2.500 werknemers.

Tabel 13 Secretaressen naar bedrijfsgrootteklasse en gemiddelde bedrijfsgrootte (N=1712) < 100 werknemers 100-500 wns >=500 wns totaal gemiddeld

secretaresse 34% 25% 42% 100% 1713 management-assistente 25% 39% 35% 100% 2463 office manager 69% 16% 15% 100% 397 afdelingssecretaresse 23% 40% 36% 100% 1340 directiesecretaresse 28% 43% 29% 100% 1217 anders 37% 28% 35% 100% 1900 combi-functie 49% 25% 26% 100% 1386 Totaal 36% 32% 32% 100% 1517

Vier op de tien respondenten werken bij een organisatie met één vestiging. Zes op de tien bij een

organisatie met meer dan een vestiging. Gemiddeld werken op zo’n vestiging 267 personen.

Opnieuw werkt de office manager bij de vestiging met gemiddeld het minste aantal werknemers,

namelijk 146.

Page 40: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

38

H) HET BEROEP VAN SECRETARESSE

In de beroepsgroep is sinds kort certificering mogelijk. Secretaressen die al enige tijd werken

kunnen een certificaat verwerven als ze aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. In de enquête is

gevraagd of men certificering van vakbekwaamheid belangrijk vindt. Dat blijkt inderdaad het

geval. Twee derde van de respondenten vindt certificering belangrijk (65%). Daarvan zou het

grootste deel zelf ook wel willen opgaan voor een certificaat (46%). Een kleine kwart vindt

certificering niet belangrijk, terwijl een achtste over dit onderwerp geen mening heeft (23% en

12%). De managemen-tassistenten en de groep ‘anders’ vinden certificering het meest belangrijk,

terwijl de office managers certificering juist naar verhouding onbelangrijk vinden (69%

respectievelijk 56%). Kijken we naar degenen die certificering belangrijk vinden, dan zeggen de

afdelingssecretaressen het vaakst van de functiegroepen dat ze zelf ook zouden willen opgaan

voor een certificaat. De management-assistenten, hoewel ze certificering zeer belangrijk vinden,

zeggen daarentegen het minst vaak dat ze zelf dat ze zelf ook zouden willen opgaan voor een

certificaat.

Ruim vier op de tien respondenten meldt dat er een secretaressen-overleg op hun werk is (43%).

Dat is opvallend hoog. De overgrote meerderheid van deze respondenten neemt ook nog eens

actief deel aan dat netwerk. Verwacht mag worden dat vooral op de grote bedrijven een

secretaressen-overleg is. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn. Er is op bijna de helft van de

bedrijven met meer dan 500 medewerkers een secretaressen-overleg, terwijl dit maar op een derde

van de bedrijven met minder dan 100 medewerkers het geval is.

Ruim een op de tien respondenten is lid van een beroepsvereniging (12%). De helft van hen is lid

van de Nederlandse Vereniging van Directiesecretaressen. Ruim een vijfde is lid van het

Secretaresse Netwerk (recent samengegaan met LMSV). Minder dan een tiende is lid van

European Management Assistant (EUMA, voorheen EAPS). En de resterende groep van

ongeveer een vijfde is lid van nog een andere vereniging.

In de enquête is ook gevraagd of men lid is van een vakbond. Bijna één op de vijf respondenten is

lid (18%). Tweederde van deze respondenten is lid van een vakbond van de FNV. Een kleine

minderheid is lid van een vakbond van het CNV. Een nog kleinere groep is lid van een vakbond

voor midden- en hoger personeel. En de resterende groep zegt van en andere vakbond lid te zijn.

Hoe denken de respondenten over het beroep van secretaresse? Er zijn drie stellingen geponeerd

Page 41: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

39

waar men op een vijfpuntsschaal, lopend van ‘zeker wel’ naar ‘zeker niet’, kon antwoorden. De

steun voor de stelling dat de beroepsgroep zich beter zou moeten organiseren, is niet

overweldigend. De meerderheid van de respondenten kruist hier de mogelijkheid ‘neutraal’ aan

(55%). Een kwart is het ‘wel’ eens met de stelling (25%) en een kleine groep is het er ‘zeker wel’

dat de beroepsgroep zich zou moeten organiseren (8%). Een ongeveer even grote groep zegt ‘nee’

tegen de stelling (8%).

Zou de beroepsgroep striktere kwalificatie-eisen moeten stellen? Ook hier geeft een meerderheid

‘neutraal’als mening (48%). Drie op de tien zegt ‘wel’ en een kleine minderheid zegt ‘zeker wel’

(30% respectievelijk 9%). Een iets grotere groep zegt ‘nee’ tegen de stelling (9%).

Voelt u zich sterk verbonden met het beroep van secretaresse, zo luidt de laatste stelling. Een

aanzienlijke meerderheid is het hiermee eens. Ja, dat voel ik me ‘zeker wel’ zegt één op de vijf

respondenten en nog eens twee op de vijf zeggen dat ze zich ‘wel’ verbonden voelen (21%

respectievelijk 39%). Dan is ruim één op de vijf de mening ‘neutraal’ toegedaan (28%). Tenslotte

is een kleine groep het ‘niet’of ‘zeker niet’ met de stelling eens (9% respectievelijk 2%).

Page 42: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

40

I) DE DEELNEMERS AAN HET ONDERZOEK

Het beroep van secretaresse is bij uitstek een vrouwenberoep. Dat blijkt ook uit de enquête. Ruim

97% van de respondenten is vrouw, ruim 1% is man en ruim 1% heeft de vraag niet beantwoord.

De mannen in het beroep zijn gemiddeld iets jonger dan de vrouwen, 34 om 35 jaar. Splitsen we

de leeftijd uit naar functiegroep, dan is in tabel 14 te zien dat de afdelingssecretaresse bij uitstek

een jonge functiegroep is. Bijna een kwart van de afdelingssecretaressen zijn 24 jaar of jonger.

De gemiddelde leeftijd is 32,4 jaar. Daarentegen zijn de directiesecretaresse een oudere

functiegroep. Hier valt slechts 6% in deze jonge leeftijdsgroep en is 24% ouder dan 45 jaar. De

gemiddelde leeftijd is 36,8 jaar.

Tabel 14 Secretaresse naar leeftijdsgroep en naar gemiddelde leeftijd (N=1712) <24 jaar 25-34 35-44 45-54 > 55 jaar totaal gemiddeld

secretaresse 13% 43% 27% 15% 1% 100% 34,3 management-assistente 9% 46% 28% 17% 1% 100% 35,0 office manager 10% 52% 28% 10% 1% 100% 34,0 afdelingssecretaresse 23% 44% 23% 8% 3% 100% 32,4 directiesecretaresse 6% 42% 31% 19% 3% 100% 36,8 anders 7% 38% 31% 20% 4% 100% 37,2 combi-functie 10% 50% 22% 17% 1% 100% 34,9 Totaal 10% 44% 28% 17% 2% 100% 35,4

Ruim een kwart van de respondenten woont zonder en bijna driekwart woont met een partner

(26% en 72%). Deze partners hebben in overgrote meerderheid een baan en vrijwel steeds is dit

een voltijdse baan. Slechts een zeer klein deel van de partners met een baan werkt minder dan 32

uur per week.

Ruim drie op de tien respondenten heeft zelf kinderen (31%). Het merendeel van deze kinderen

wonen nog thuis (25%). Bijna steeds gaat het om één of twee kinderen. Respondenten met drie

kinderen vormen een kleine minderheid en slechts een enkeling heeft vier of meer kinderen. Een

kleine groep respondenten woont met andere personen in huis. Zo woont 4% met ouders of

schoonouders in huis en 3% met andere volwassenen.

In het blok met vragen naar de thuissituatie is tenslotte gevraagd naar de verdeling binnen het

huishouden. Gevraagd is of de respondent in het eigen huishouden degene is die hoofdzakelijk

verantwoordelijk is voor de huishouding. Dat is inderdaad het geval voor bijna zeven op de tien

respondenten (68%). Ook is gevraagd of men naast het werk voldoende tijd overhoudt voor

zichzelf en voor gezin, familie of vrienden. Dat vindt inderdaad de meerderheid van de

Page 43: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

41

respondenten (66%). Tenslotte is gevraagd of de respondent degene is die hoofdzakelijk

verantwoordelijk is voor het huishoudinkomen. Dat geldt voor ruim een derde van de

respondenten (35%).

Als allerlaatste is gevraagd of men een dagblad leest. Ja, ik lees een regionaal dagblad zegt bijna

de helft van de respondenten (49%). Ja, ik lees een landelijk dagblad zegt eveneens bijna de helft

van de respondenten (49%). Een minderheid van 14% zegt dat ze geen dagblad leest. Van de

groep die een landelijk dagblad leest, is de Telegraaf het meest gelezen, gevolgd door de

Volkskrant en het Algemeen Dagblad. Op de vierde plaats staat het NRC.

Page 44: SECRETARESSEN OVER DE INHOUD VAN HUN FUNCTIEarchive.uva-aias.net/...TijdensVanVlietRAPPORT... · Dit rapport bevat het verslag van deze enquête. ... Uitgeverij Samsom en Schoevers

42

BIJLAGE FUNCTIENAMEN

Tabel 15 Overzicht van de uitgebreide lijst met functienamen) V7AUITG functienaam Frequency Percent 0 niet ingevuld 3 ,21 secretaresse 358 20,92 assistent secretaresse 3 ,23 management-assistente 205 12,04 office manager 106 6,25 assistant to the manager 10 ,66 afdelingssecretaresse 62 3,67 directiesecretaresse 502 29,38 personal assistant 10 ,69 medisch secretaresse 5 ,310 juridisch secretaresse 11 ,613 receptioniste 2 ,115 administratief medewerkster 21 1,216 anders 122 7,117 combi secretaresse/adm 23 1,318 combi secretaresse/dirsecr 15 ,919 combi manass/dirsecr 44 2,620 combi offman/dirsecr 37 2,221 overige combis 173 10,1Total 1712 100,0