SCK stuurt - WordPress.com · 11/23/2017  · Internationaal Ruimtestation Voor de Kempense...

1
20 GAZET VAN ANTWERPEN NIEUWS UIT UW GEMEENTE DONDERDAG 23 NOVEMBER 2017 K SCK stuurt Kempens bio-experiment de ruimte in Mol, Vorselaar b Nathalie Leys is bio-ingenieur en is geboren in Vorselaar, waar ze ook woont. Ze vertrekt in ge- zelschap van de medeonderzoe- kers Ilse Coninx uit Zutendaal en Wietse Heylen uit Lommel naar de Amerikaanse vliegbasis Cape Canaveral, die sinds 1957 wordt gebruikt voor het lanceren van ra- ketten. Het Kennedy Space Cen- ter is vlakbij. In het lab van Nathalie Leys in het SCK wordt tot op het laatste moment gesleuteld aan een kopie van de fotobioreactor. “De origi- nele moeten we veertien dagen voor de lancering overdragen. Op aarde gebruiken we een identieke bioreactor om hetzelfde experi- ment tegelijk met het experiment in de ruimte te laten lopen, zodat we de eventuele verschillen kun- nen zien”, zegt Nathalie Leys. b De condities in de ruimte zijn helemaal anders dan op N athalie Leys, hoofd van de onderzoeksgroep microbiologie, maakt vanuit het Kennedy Space Center in Florida de lancering mee van een raket die voor het eerst in de geschiedenis een bioreactor aan boord heeft. Dat is een apparaat, ontworpen door het SCK, dat via bacteriën zuurstof produceert. Als dat - zoals verwacht - lukt, kan het ooit voor de zuurstof tijdens Marsmissies zorgen. Voor het eerst belandt een bioreactor in het Internationaal Ruimtestation Voor de Kempense onderzoekster Nathalie Leys en haar team zijn het spannende dagen. Vandaag vertrekt Leys met twee medewerkers naar Cape Canaveral in Florida (Verenigde Staten). De wetenschappers begeleiden er een experiment van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK), dat moet nagaan of bacteriën in het Internationaal Ruimtestation (ISS) zonder problemen zuurstof en voedsel kunnen produceren. Meer dan tien jaar hebben Leys en haar team aan dit experiment gewerkt, nu gaat het op 4 december de ruimte in met een missie van het European Space Agency (ESA). Nooit eerder ging een bio-experiment van die omvang de ruimte in. effect zal hebben op wat de Molse bacteriën daar in de ruimte zullen uitvreten. Ja, want die straling heeft een directe impact op astronauten en bacteriën die in de ruimte voorko- men. Maar het experiment moet ook aantonen dat we in staat zijn om aan boord van een ruimte- schip via een biologisch proces voedsel en zuurstof te produce- ren, iets wat voor de lange Mars- reizen wel zal moeten, want we kunnen nu eenmaal geen enorme hoeveelheden zuurstof en eten voor de astronauten meenemen om de jarenlange reis te over- bruggen. b Jullie willen dat oplossen. Vandaag vertrekken de astro- nauten naar de ruimte met een rugzak vol eten, water en zuur- stof. Als het op is, is het op en moeten we een nieuwe voorraad naar het ISS sturen. Met ons expe- riment gaan we na of we die voor- raden aan boord kunnen aanma- ken. Door een stukje van ons aardse ecosysteem op te sturen naar het ISS. Onze bioreactor is eigenlijk een microbieel afvalre- cyclagesysteem dat in staat in om zuurstof, water en voeding in de ruimte te produceren, genaamd MELiSSA (Micro-ecological Life Support System Alternative, red.). Dat systeem gebruikt alle afval- stoffen die de astronauten produ- ceren om ze te recycleren tot voe- ding en drinkwater. b Wat is die bacterie die jullie de ruimte in sturen? De bacterie heet spirulina. Op Een kopie van de bioreactor die al in de VS Lancering van een raket vanop het Kennedy Space Center in Cape Canaveral. FOTO EPA aarde. Nathalie Leys: Wij leven op aar- de dankzij de biologische proces- sen rondom ons. De planten ma- ken zuurstof aan, biologische pro- cessen zorgen ervoor dat de bodem hier vruchtbaar is, zodat we aardappelen en groenten en fruit kunnen telen. Onze atmo- sfeer beschermt ons tegen scha- delijke straling uit de kosmos. Maar in de ruimte is er niets van dat alles. In het ISS is geen enkel bioproces gaande. Daarom wordt het spannend om te zien of de bacteriën die het hier in ons lab zo goed doen met het produceren van zuurstof, dat straks ook in de ruimte doen. b Het interesseert jullie vooral om te zien of en hoe de dage- lijkse dosis ioniserende stra- ling in het Internationaal Ruimtestation, die daar veel sterker is dan op aarde, een 21 GAZET VAN ANTWERPEN NIEUWS UIT UW GEMEENTE DONDERDAG 23 NOVEMBER 2017 K aarde kunnen wij dan het verloop van het experiment in de ruimte volgen en krijgen we dus gege- vens doorgestuurd over de zuur- stofproductie, enzovoort. b Denkt u dat een Marsreis voor morgen is? Ik maak geen pronostiek. Stra- ling blijft een groot probleem. Het is moeilijk om je daar tijdens lange ruimtetrips tegen te wape- nen. Over gewichtloosheid bij- voorbeeld weten we al veel meer, dankzij de vele experimenten verspreid over vele tientallen ja- ren. Maar straling… Hoe kan je onze aardplaneet zorgt ze in het lab voor een groene soep in onze kolven. Ze vermenigvuldigt zich goed en als je ze droogt, houd je een soort groene spinazie over die best eetbaar is. Ze zit vol eiwitten, mineralen en vitaminen, dingen die astronauten nodig hebben. In ons lab produceert ze ook flink wat zuurstof. b De vraag is of deze proces- sen in de ruimte hetzelfde lo- pen. Even snel dus. Ja. En of de voedingswaarde het- zelfde is. Vooropgesteld natuur- lijk dat onze spirulina de ruimte- reis naar het ISS overleeft. Op het moleculaire vlak zullen we ook het DNA van de bacterie en haar eiwitten controleren Daarnaast vallen er in de ruimte technische problemen op te lossen: hoe oogst je bijvoorbeeld de zuurstof die de spirulinabacteriën produceren? b De man die dat op vierhon- derd kilometer boven het aardoppervlak allemaal in het oog moet houden, is de Itali- aanse ESA-astronaut Paulo Nespoli. Hij heeft zich vertrouwd ge- maakt met ons experiment en zal er in het ISS voor zorgen dat onze spirulina daar eten krijgt. Een deel van het experiment blijft een maand in de ruimte, een ander deel langer. b Vanaf wanneer krijgen jullie data uit de ruimte? Vanaf 6 december is onze biore- actor in het ISS aan alle sensoren gekoppeld en geactiveerd. Op NATHALIE LEYS Onderzoekster SCK ‘‘Vandaag vertrekken de astronauten naar de ruimte met een rugzak vol eten, water en zuurstof. Als het op is, is het op, en moeten we een nieuwe voorraad naar het ISS sturen. Met ons experiment gaan we na of we die voorraden aan boord kunnen aanmaken.’’ Nathalie Leys uit Vorselaar in haar lab in het Studiecentrum voor Kernenergie. FOTO BERT DE DEKEN S is en er op lancering wacht. FOTO BERT DE DEKEN b “Ik wilde van in mijn jeugd bio- loog of bio-ingenieur worden”, zegt Nathalie Leys. “Maar dat ik ooit met ruimtevaartonderzoek te maken zou krijgen, had ik niet verwacht. Bij het SCK kreeg ik de kans om ruimtevaartonderzoek te doen, gedurende de eerste vlucht van Frank De Winne. Na- dien werd ik verantwoordelijk voor de onderzoeksgroep Micro- biologie. Ruimtevaart was toen al een passie geworden. België staat aan de top wat betreft biotechno- logie en ruimtevaartonderzoek, mede dankzij het SCK.” (hhm) “Ruimtevaart werd een passie” Nathalie Leys Nathalie Leys kwam in 2002 bij het SCK werken nadat ze haar doctoraat aan de UGent had behaald. Zij werkt intussen al tien jaar aan het experiment dat nu de ruimte ingaat. De groene soep in de kolf bestaat uit grote aantallen spirulina-bacteriën. Ze maken zuurstof aan en kunnen in de ruimte ook dienen als voeding. FOTO BERT DE DEKEN Overheid geeft 150.000 euro steun per jaar b Belspo, de federale overheidsdienst weten- schapsbeleid, financiert het ARTEMISS-project in het kader van de Belgi- sche ruimtevaartinspan- ningen, op Europees ni- veau gecoördineerd door de Europese ruim- tevaartorganisatie ESA. Belspo betaalt het SCK daarvoor 150.000 euro per jaar. (hhm) snel problemen met straling de- tecteren bij mensen aan boord van een lange ruimtemissie? Elke mens is daarbij ook nog eens ver- schillend. b Het zal in stapjes gaan? Ik denk dat we een langeter- mijnvisie voor ons bezoek aan Mars moeten ontwikkelen. Eerst dient er een ISS-station in een baan om de maan te worden ge- bracht. Zoals het ISS dat nu rond de aarde draait, komt er dan een- tje in een baan om de maan. MARC HELSEN Mol

Transcript of SCK stuurt - WordPress.com · 11/23/2017  · Internationaal Ruimtestation Voor de Kempense...

Page 1: SCK stuurt - WordPress.com · 11/23/2017  · Internationaal Ruimtestation Voor de Kempense onderzoekster Nathalie Leys en haar team zijn het spannende dagen. Vandaag vertrekt Leys

20 GAZET VAN ANTWERPEN NIEUWS UIT UW GEMEENTE DONDERDAG 23 NOVEMBER 2017K

SCK stuurt Kempens bio-experiment de ruimte in

Mol, Vorselaar

b Nathalie Leys is bio-ingenieuren is geboren in Vorselaar, waarze ook woont. Ze vertrekt in ge-zelschap van de medeonderzoe-kers Ilse Coninx uit Zutendaal enWietse Heylen uit Lommel naarde Amerikaanse vliegbasis CapeCanaveral, die sinds 1957 wordtgebruikt voor het lanceren van ra-ketten. Het Kennedy Space Cen-ter is vlakbij.

In het lab van Nathalie Leys inhet SCK wordt tot op het laatstemoment gesleuteld aan een kopievan de fotobioreactor. “De origi-nele moeten we veertien dagenvoor de lancering overdragen. Opaarde gebruiken we een identiekebioreactor om hetzelfde experi-ment tegelijk met het experimentin de ruimte te laten lopen, zodatwe de eventuele verschillen kun-nen zien”, zegt Nathalie Leys.

b De condities in de ruimte zijn helemaal anders dan op

Nathalie Leys, hoofdvan de onderzoeksgroepmicrobiologie, maakt

vanuit het Kennedy Space Center in Florida de lancering mee van een raket die voor het eerst in de geschiedenis een bioreactor aan boord heeft. Dat is een apparaat, ontworpen door het SCK, dat via bacteriën zuurstof produceert. Als dat ­ zoals verwacht ­ lukt, kan het ooit voor de zuurstof tijdens Marsmissies zorgen.

Voor het eerst belandt een bioreactor in het Internationaal Ruimtestation

Voor de Kempense onderzoekster Nathalie Leys en haar team zijn het spannende dagen. Vandaag vertrekt Leys met twee medewerkers naar Cape Canaveral in Florida (Verenigde Staten). De wetenschappers begeleiden er een experiment van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK), dat moet nagaan of bacteriën in het Internationaal Ruimtestation (ISS) zonder problemen zuurstof en voedsel kunnen produceren. Meer dan tien jaar hebben Leys en haar team aan dit experiment gewerkt, nu gaat het op 4 december de ruimte in met een missie van het European Space Agency (ESA). Nooit eerder ging een bio-experiment van die omvang de ruimte in.

effect zal hebben op wat de Molse bacteriën daar in de ruimte zullen uitvreten.

Ja, want die straling heeft eendirecte impact op astronauten enbacteriën die in de ruimte voorko-men. Maar het experiment moetook aantonen dat we in staat zijnom aan boord van een ruimte-schip via een biologisch procesvoedsel en zuurstof te produce-ren, iets wat voor de lange Mars-reizen wel zal moeten, want wekunnen nu eenmaal geen enormehoeveelheden zuurstof en etenvoor de astronauten meenemenom de jarenlange reis te over-bruggen.

b Jullie willen dat oplossen.Vandaag vertrekken de astro-

nauten naar de ruimte met eenrugzak vol eten, water en zuur-stof. Als het op is, is het op enmoeten we een nieuwe voorraadnaar het ISS sturen. Met ons expe-

riment gaan we na of we die voor-raden aan boord kunnen aanma-ken. Door een stukje van onsaardse ecosysteem op te sturennaar het ISS. Onze bioreactor iseigenlijk een microbieel afvalre-cyclagesysteem dat in staat in omzuurstof, water en voeding in deruimte te produceren, genaamdMELiSSA (Micro-ecological LifeSupport System Alternative, red.).Dat systeem gebruikt alle afval-stoffen die de astronauten produ-ceren om ze te recycleren tot voe-ding en drinkwater.

b Wat is die bacterie die jullie de ruimte in sturen?

De bacterie heet spirulina. Op

Een kopie van de bioreactor die al in de VS is en er op lancering wacht. FOTO BERT DE DEKEN

Lancering van een raket vanop het Kennedy Space Center in Cape Canaveral. FOTO EPA

aarde. Nathalie Leys: Wij leven op aar-

de dankzij de biologische proces-sen rondom ons. De planten ma-ken zuurstof aan, biologische pro-cessen zorgen ervoor dat debodem hier vruchtbaar is, zodatwe aardappelen en groenten enfruit kunnen telen. Onze atmo-sfeer beschermt ons tegen scha-delijke straling uit de kosmos.Maar in de ruimte is er niets vandat alles. In het ISS is geen enkelbioproces gaande. Daarom wordthet spannend om te zien of debacteriën die het hier in ons lab zogoed doen met het producerenvan zuurstof, dat straks ook in deruimte doen.

b Het interesseert jullie vooral om te zien of en hoe de dage­lijkse dosis ioniserende stra­ling in het Internationaal Ruimtestation, die daar veel sterker is dan op aarde, een

21GAZET VAN ANTWERPENNIEUWS UIT UW GEMEENTEDONDERDAG 23 NOVEMBER 2017K

aarde kunnen wij dan het verloopvan het experiment in de ruimtevolgen en krijgen we dus gege-vens doorgestuurd over de zuur-stofproductie, enzovoort.

b Denkt u dat een Marsreis voor morgen is?

Ik maak geen pronostiek. Stra-ling blijft een groot probleem.Het is moeilijk om je daar tijdenslange ruimtetrips tegen te wape-nen. Over gewichtloosheid bij-voorbeeld weten we al veel meer,dankzij de vele experimentenverspreid over vele tientallen ja-ren. Maar straling… Hoe kan je

onze aardplaneet zorgt ze in hetlab voor een groene soep in onzekolven. Ze vermenigvuldigt zichgoed en als je ze droogt, houd jeeen soort groene spinazie over diebest eetbaar is. Ze zit vol eiwitten,mineralen en vitaminen, dingendie astronauten nodig hebben. Inons lab produceert ze ook flinkwat zuurstof.

b De vraag is of deze proces­sen in de ruimte hetzelfde lo­pen. Even snel dus.

Ja. En of de voedingswaarde het-zelfde is. Vooropgesteld natuur-lijk dat onze spirulina de ruimte-reis naar het ISS overleeft. Op hetmoleculaire vlak zullen we ook

het DNA van de bacterie en haareiwitten controleren Daarnaastvallen er in de ruimte technischeproblemen op te lossen: hoe oogstje bijvoorbeeld de zuurstof die despirulinabacteriën produceren?

b De man die dat op vierhon­derd kilometer boven het aardoppervlak allemaal in het oog moet houden, is de Itali­aanse ESA­astronaut Paulo Nespoli.

Hij heeft zich vertrouwd ge-maakt met ons experiment en zaler in het ISS voor zorgen dat onzespirulina daar eten krijgt. Eendeel van het experiment blijft eenmaand in de ruimte, een anderdeel langer.

b Vanaf wanneer krijgen jullie data uit de ruimte?

Vanaf 6 december is onze biore-actor in het ISS aan alle sensorengekoppeld en geactiveerd. Op

NATHALIE LEYSOnderzoekster SCK

‘‘Vandaag vertrekken de astronauten naar de ruimte met een rugzak vol eten, water en zuurstof. Als het op is, is het op, en moeten we een nieuwe voorraad naar het ISS sturen. Met ons experiment gaan we na of we die voorraden aan boord kunnen aanmaken.’’

Nathalie Leys uit Vorselaar in haar lab in het Studiecentrum voor Kernenergie. FOTO BERT DE DEKEN

Een kopie van de bioreactor die al in de VS is en er op lancering wacht. FOTO BERT DE DEKEN

b “Ik wilde van in mijn jeugd bio-loog of bio-ingenieur worden”,zegt Nathalie Leys. “Maar dat ikooit met ruimtevaartonderzoek temaken zou krijgen, had ik nietverwacht. Bij het SCK kreeg ik dekans om ruimtevaartonderzoekte doen, gedurende de eerstevlucht van Frank De Winne. Na-

dien werd ik verantwoordelijkvoor de onderzoeksgroep Micro-biologie. Ruimtevaart was toen aleen passie geworden. België staataan de top wat betreft biotechno-logie en ruimtevaartonderzoek,mede dankzij het SCK.” (hhm)

“Ruimtevaart werd een passie”Nathalie Leys

Nathalie Leys kwam in 2002 bij het SCK werken nadat ze haar doctoraat aan de UGent had behaald. Zij werkt intussen al tien jaar aan het experiment dat nu de ruimte ingaat.

De groene soep in de kolf bestaat uit grote aantallen spirulina­bacteriën. Ze maken zuurstof aan en kunnen in de ruimte ook dienen als voeding. FOTO BERT DE DEKEN

Overheid geeft 150.000 euro steun per jaar

b Belspo, de federale overheidsdienst weten­schapsbeleid, financiert het ARTEMISS­project in het kader van de Belgi­sche ruimtevaartinspan­ningen, op Europees ni­veau gecoördineerd door de Europese ruim­tevaartorganisatie ESA. Belspo betaalt het SCK daarvoor 150.000 euro per jaar. (hhm)

snel problemen met straling de-tecteren bij mensen aan boordvan een lange ruimtemissie? Elkemens is daarbij ook nog eens ver-schillend.

b Het zal in stapjes gaan?Ik denk dat we een langeter-

mijnvisie voor ons bezoek aanMars moeten ontwikkelen. Eerstdient er een ISS-station in eenbaan om de maan te worden ge-bracht. Zoals het ISS dat nu rondde aarde draait, komt er dan een-tje in een baan om de maan.

MARC HELSEN

Mol