SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in...

5
SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn broer. Hij heeft gelijk: er zijn zoveel mooie manieren waarop je met woorden kunst kan maken! In dit werkblad vind je vier verschillende opdrachten bij schilderijen van Vincent van Gogh. Je mag zelf kiezen welke opdracht je wilt doen. OPDRACHT 1, 2 EN 3 kun je maken bij de volgende schilderijen van Vincent van Gogh: Brug te Arles Caféterras bij nacht De aardappeleters OPDRACHT 4 kun je maken bij een verhaal waarvan jij vindt dat het “kunst in woorden” is. Hier zie je de drie schilderijen van Vincent van Gogh. Klik op de afbeeldingen om ze groot te zien. Naar welk schilderij ben jij nieuwsgierig? Brug te Arles Caféterras bij nacht De aardappeleters

Transcript of SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in...

Page 1: SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn

SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)

“Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn broer. Hij heeft gelijk: er zijn zoveel mooie manieren waarop je met woorden kunst kan maken!

In dit werkblad vind je vier verschillende opdrachten bij schilderijen van Vincent van Gogh. Je mag zelf kiezen welke opdracht je wilt doen.

OPDRACHT 1, 2 EN 3 kun je maken bij de volgende schilderijen van Vincent van Gogh:

Brug te Arles

Caféterras bij nacht

De aardappeleters

OPDRACHT 4 kun je maken bij een verhaal waarvan jij vindt dat het “kunst in woorden” is.

Hier zie je de drie schilderijen van Vincent van Gogh. Klik op de afbeeldingen om ze groot te zien. Naar welk schilderij ben jij nieuwsgierig?

Brug te Arles Caféterras bij nacht De aardappeleters

Page 2: SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn

OPDRACHT 1: SCHRIJF EEN HAIKU BIJ VAN GOGH (GROEP 4-8)

Bron: Website Van Goghmuseum

Een haiku schrijven? Maar wat is een haiku dan? Een haiku is een kort natuurgedichtje van drie regels. De eerste regel heeft 5 lettergrepen, de tweede regel heeft 7 lettergrepen en de derde heeft weer 5 lettergrepen. Kijk maar naar de haiku hierboven, bij het schilderij De oogst van Vincent van Gogh. De – geur – van – het – land (5 lettergrepen) Op – een – he – te – zo – mer – dag (7 lettergrepen) Krie – belt – in – mijn – neus (5 lettergrepen)

Stap 1: Kies een van de drie schilderijen van Van Gogh die hierboven staan.

Stap 2: Kijk goed naar het schilderij. Wat zie je allemaal? Wat gebeurt er? Wie zie je? Welke kleuren worden er gebruikt? Schrijf dat op in steekwoorden. Stap 3: Wat ervaar je als je naar dit schilderij kijkt? Waar doet het je aan denken? Wat denk je dat er gebeurt? Hoe zou het zijn als je in dat schilderij was? Gebruik je zintuigen: wat ruik je daar, wat hoor je, wat zie je, wat voel je? Schrijf dat ook op in steekwoorden. Stap 4: Kijk naar je steekwoorden. Welke woorden wil je gebruiken om jouw haiku over het schilderij te schrijven? Tel dan de lettergrepen. Uit hoeveel lettergrepen bestaan de woorden? Dan ga je puzzelen. Hoe kom je uit op 5 lettergrepen? Welke woorden kun je weglaten? Kun je er soms een woord bijzetten?

Stap 5: Kijk je haiku nog eens na. Ben je tevreden? Of wil je nog een woord veranderen om het nog mooier te maken?

Page 3: SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn

OPDRACHT 2: EEN TEKSTBORDJE UIT HET MUSEUM (GROEP 5-8)

Ben je wel eens in een museum geweest?

Naast een schilderij heb je dan misschien wel een tekstbordje zien hangen. Op zo’n bordje staat wie het schilderij geschilderd heeft, wanneer de schilder leefde, en wat er op het schilderij staat.

Ook lees je op een tekstbordje wat informatie over het schilderij. De tekst is maar heel kort. Niet meer dan 80 woorden (net zo lang als dit stukje dus). Het doel is om mensen te informeren. In deze opdracht mag jij een tekstbordje schrijven bij een van de schilderijen hierboven.

Stap 1: Kies een van de drie schilderijen van Van Gogh die hierboven staan. Stap 2: Ga op onderzoek uit. Zoek bijvoorbeeld op wanneer het schilderij geschilderd is. En waar. Misschien kun je ook vinden waarom Vincent van Gogh dat schilderij heeft geschilderd. Schrijf in steekwoorden op wat je gevonden hebt. Stap 3: Kijk goed naar het schilderij. Wat zie je allemaal? Wat gebeurt er? Wie zie je? Welke kleuren worden er gebruikt? Schrijf dat op in steekwoorden. Stap 4: Kijk naar je steekwoorden. Wat vind je interessant om te vertellen bij dit schilderij? Wat zou je er zelf graag bij lezen? Waar kunnen mensen wat van leren? Gebruik een markeerstift of een gekleurde pen om de belangrijke dingen te onderstrepen.

Stap 5:

Schrijf je tekstbordje! Gebruik daarbij je steekwoorden. Lukt het in minder dan 80 woorden?

Stap 6: Kijk je tekst na: heb je alle belangrijke informatie erin staan? Staat erboven wie de schrijver is en hoe het schilderij heet? Zorg dat het er mooi uitziet.

Page 4: SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn

OPDRACHT 3: EEN VERHAAL BIJ EEN SCHILDERIJ (GROEP 1-8)

Op schilderijen is veel te zien. Schilderijen vertellen een verhaal. De schilder heeft bedacht wat hij je wil laten zien. Maar als je naar een schilderij kijkt, mag je ook zelf bedenken wat je erin ziet. Dat hebben de schrijvers in Het grote Rembrandt voorleesboek ook gedaan. Zij hebben een verhaal bedacht bij een schilderij van Rembrandt van Rijn. Leuk om eens te lezen! Je kunt het boek lenen bij de bibliotheek. Jij mag in deze opdracht een verhaal bedenken bij een schilderij van Vincent van Gogh. Stap 1: Kies een van de drie schilderijen van Van Gogh die hierboven staan. Stap 2: Kijk goed naar het schilderij. Wat zie je allemaal? Wat gebeurt er? Wie zie je? Welke kleuren worden er gebruikt? Schrijf dat op in steekwoorden. Stap 3: Wat ervaar je als je naar dit schilderij kijkt? Waar doet het je aan denken? Wat denk je dat er gebeurt? Hoe zou het zijn als je in dat schilderij was? Wat zou de persoon meemaken? Gebruik je zintuigen: wat ruik je daar, wat hoor je, wat zie je, wat voel je? Schrijf dat ook op in steekwoorden. Stap 4: Misschien heb je nu al een idee voor een verhaal. Kijk anders nog eens naar je steekwoorden. Wat vind je leuk om te gebruiken? Waar kun je iets over bedenken? Bedenk wat er eerst gebeurt, en wat erna. Dit kun je bijvoorbeeld in punten onder elkaar zetten. Zo:

- Eerst… - Daarna… - Aan het eind…

Stap 5: Schrijf je verhaal! Tips:

- Denk goed na over een leuke beginzin. - Begin elke zin met een hoofdletter en eindig met een punt. - Gebruik je steekwoorden (van bijvoorbeeld de zintuigen).

Stap 6:

Lees je verhaal nog eens hardop door. Of vraag iemand anders om het te lezen. Leest het lekker? Kun je nog een zin verbeteren? Ben je tevreden?

Page 5: SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8)...SCHRIJVEN BIJ VAN GOGH (GROEP 1-8) “Weet ge wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is?” schreef Vincent van Gogh in een brief aan zijn

OPDRACHT 4: SCHILDER EEN VERHAAL (GROEP 1-8)

In het filmpje vertelden we dat Vincent van Gogh brieven schreef aan zijn broer Theo. Hij schreef: “Weet je wel dat in woorden te tekenen ook een kunst is…’. Wat zou hij daarmee bedoelen? Soms lees je een verhaal. Of leest de juf of meester het voor. En dan zie je het voor je ogen gebeuren. Het is net of je erbij bent. Dat bedoelde Vincent van Gogh: je zorgt door het schrijven van het verhaal dat iemand het voor zich ziet. Heb jij wel eens zo’n verhaal gelezen of gehoord? Moet je nu aan een verhaal denken? In deze opdracht mag je daar een schilderij of tekening bij maken.

Stap 1: Kies zo’n verhaal dat je voor je zag toen je het las of hoorde. Misschien kun je een stukje opnieuw lezen, zodat je weer precies weet hoe het ging.

Stap 2: Wat zie je voor je? Wat gebeurde er? Schrijf in steekwoorden op.

Stap 3: Maak er een tekening of een schilderij bij.