SCHRIFTELIJK EXAMEN van 15 november 2003 De vragen · betalen facturen”. Hij stuurt een kopie...

12
BIBF PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003) SCHRIFTELIJK EXAMEN van 15 november 2003 De vragen DEELDOMEIN BOEKHOUDING 35 punten A. ALGEMENE BOEKHOUDING 10 punten A 1. Het geplaatst kapitaal van een NV bedraagt 100.000 € en is volgestort voor 61.500 €. De raad van bestuur beslist het resterende, en niet opgevraagd kapitaal van 38.500 €, op te vragen. Vraag: Welke boekingen gaan hiermee gepaard? 2 punten A 2. Een onderneming heeft een vordering op een Amerikaanse klant ten belope van 15.000 $ en uitgedrukt in die munt. De factuur gedateerd van 15 oktober N, werd ingeschreven aan de koers van 1 € = 1,14130 $. Bij de afsluiting per 31 december N staat de dollar op 1,16520 voor 1euro. De factuur staat nog open. Vraag: Zijn hiervoor afsluitingsboekingen vereist en, indien ja, welke? 4 punten A 3. Een vast actief is aangeschaft geweest tegen 120.000,- € en is afgeschreven voor een totaal van 72.000,- €. Het vast actief wordt verkocht voor 60.000,- € + 21 % BTW. Vraag: Geef de overeenstemmende boekingen van deze verkoop. 4 punten B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING 15 punten B 1. Onder welke voorwaarden mag rente op vreemd vermogen opgenomen worden in de aanschaf- fingswaarde van immateriële en materiële vaste activa? 3 punten B 2. Een materieel vast actief wordt buiten gebruik gesteld. Welke afschrijvingen gaat u op dit vast actief toepassen? 3 punten B 3. In de toelichting moeten de vervallen schulden t.o. R.S.Z. worden vermeld (code 9076 VOL 14 of VKT 9).

Transcript of SCHRIFTELIJK EXAMEN van 15 november 2003 De vragen · betalen facturen”. Hij stuurt een kopie...

BIBF

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN

KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003)

SCHRIFTELIJK EXAMEN van 15 november 2003 De vragen

DEELDOMEIN BOEKHOUDING

35 punten

A. ALGEMENE BOEKHOUDING 10 punten A 1. Het geplaatst kapitaal van een NV bedraagt 100.000 € en is volgestort voor 61.500 €. De raad van bestuur beslist het resterende, en niet opgevraagd kapitaal van 38.500 €, op te vragen. Vraag: Welke boekingen gaan hiermee gepaard? 2 punten A 2. Een onderneming heeft een vordering op een Amerikaanse klant ten belope van 15.000 $ en uitgedrukt in die munt. De factuur gedateerd van 15 oktober N, werd ingeschreven aan de koers van 1 € = 1,14130 $. Bij de afsluiting per 31 december N staat de dollar op 1,16520 voor 1euro. De factuur staat nog open. Vraag: Zijn hiervoor afsluitingsboekingen vereist en, indien ja, welke? 4 punten A 3. Een vast actief is aangeschaft geweest tegen 120.000,- € en is afgeschreven voor een totaal van 72.000,- €. Het vast actief wordt verkocht voor 60.000,- € + 21 % BTW. Vraag: Geef de overeenstemmende boekingen van deze verkoop. 4 punten B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING 15 punten B 1. Onder welke voorwaarden mag rente op vreemd vermogen opgenomen worden in de aanschaf-fingswaarde van immateriële en materiële vaste activa? 3 punten B 2. Een materieel vast actief wordt buiten gebruik gesteld. Welke afschrijvingen gaat u op dit vast actief toepassen? 3 punten B 3. In de toelichting moeten de vervallen schulden t.o. R.S.Z. worden vermeld (code 9076 VOL 14 of VKT 9).

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

VRAAG Geef wat onder deze rubriek moet vermeld worden en wat niet. Geef een concreet voorbeeld voor een jaarafsluiting op 31 december. 3 punten B.4 Bij de analyse van de jaarrekening treft u een post aan “Achtergestelde leningen” (passiva VIII A.1. code 170). VRAAG Wat is een achtergestelde lening en welke betekenis heeft zij bij de financiële analyse van de jaarrekening? 3 punten B 5. In boekjaar N -1 werd 25.000,- € geboekt op passiva als overgedragen winst. In de loop van het boekjaar N werd dit bedrag ingelijfd in het kapitaal volgens de procedure opgelegd door het W. Venn. De te bestemmen winst van het boekjaar N bedraagt 45.250,- € en wordt voor 25.000,- € naar beschikbare reserves geboekt en voor 20.250,- € overgedragen. VRAAG Verwerk deze gegevens in bijgevoegd resultaatverwerking. 3 punten

BTW - nr. VOL 6.

Codes

Boekjaar Vorig boekjaar

RESULTAATVERWERKING

A. Te bestemmen winstsaldo 70/69 ………………. ………………. Te verwerken verliessaldo 69/70 (……………….) (……………….) 1. Te bestemmen winst van het boekjaar 70/68 ………………. ………………. Te verwerken verlies van het boekjaar 68/70 (……………….) (……………….) 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar 790 ………………. ………………. Overgedragen verlies van het vorige boekjaar 690 (……………….) (……………….) B. Onttrekking aan het eigen vermogen 791/2 ………………. ………………. 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 791 ………………. ………………. 2. aan de reserves 792 ………………. ………………. C. Toevoeging aan het eigen vermogen 691/2 (……………….) (……………….) 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 691 ………………. ………………. 2. aan de wettelijke reserve 6920 ………………. ………………. 3. aan de overige reserves 6921 ………………. ………………. D. Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst 693 (……………….) (……………….) 2. Over te dragen verlies 793 ………………. ………………. E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies 794 ………………. ………………. F. Uit te keren winst 694/6 (……………….) (……………….) 1. Vergoeding van het kapitaal 694 ………………. ………………. 2. Bestuurders of zaakvoerders 695 ………………. ………………. 3. Andere rechthebbenden 696 ………………. ……………….

2

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER 3 punten C.1 De resultaatrekening van een onderneming vertoont volgende cijfers 3 punten BTW nr. VOL 4.

Codes Boekjaar Vorig boekjaar

2. RESULTATENREKENING

(in staffelvorm) I. Bedrijfsopbrengsten 70/74 1.371.014 ---------------

A. Omzet (toelichting XII, A) 70 1.251.618 …………… B. Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed

product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname -)

71

385

…………… C. Geproduceerde vaste activa 72 25.008 …………… D. Andere bedrijfsopbrengsten (toel. XII, B) 74 94.003 ……………

II. Bedrijfskosten 60/64 (1.353.840) (----------------) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 60 710.786 ……………

1. Inkopen 600/8 697.365 …………… 2. Wijziging in de voorraad (toename - , afname +) 609 13.421 ……………

B. Diensten en diverse goederen 61 291.718 …………… C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toel. XII, C2) 62 251.226 …………… D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op

oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630

83.865

……………

E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toel. XII, D)

631/4

5.000

…………… F. Voorzieningen voor risico’s en kosten (toevoegingen +,

bestedingen en terugnemingen -) (toel. XII, C3 en E) 635/7

12.848

……………

G. Andere bedrijfskosten (toel. XII, F) 640/8 11.379 …………… H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten 649 (12.982) (……………)

III. Bedrijfswinst (+) 70/64 17.174 Bedrijfsverlies (-) 64/70 (…..………) (….…………)

IV. Financiële opbrengsten 75 37.061 A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 3.000 B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 23.950 C. Andere financiële opbrengsten (toel. XIII, A) 752/9 10.111

V. Financiële kosten (-) 65 ( 26.273) ( ) A. Kosten van schulden (toel. XIII, B en C) 650 12.376 B. Waardeverminderingen op andere vlottende activa dan

bedoeld onder II. E (toevoegingen +, terugnemingen -) (toel. XIII, D)

651

3.000

C. Andere financiële kosten (toel. XIII, E) 652/9 10.897

VI. Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (+) 70/65 27.962

Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (-) 65/70 ( ) ( )

3

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

VRAAG Bereken uit deze cijfers van de resultatenrekening :

1. de bruto marge op omzet; 2. de toegevoegde waarde; 3. de cash-flow uit de gewone bedrijfsuitoefening (70/65)

D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING 7 punten

D 1. De boekhouder van de onderneming ontvangt de inkomende facturen en klasseert deze in een map “Te betalen facturen”. Hij stuurt een kopie naar de verantwoordelijke van de aankopen die de bestelling heeft geplaatst. De boekhouder heeft geen kopie van deze bestelling. Hij ontvangt van de verantwoordelijke van de aankopen de kopie van de factuur terug met zijn visum om te betalen. Eens betaald wordt de originele factuur uit de map “te betalen facturen” gelicht en in de andere map gestopt “betaalde facturen”. Per einde maand boekt de boekhouder de betaalde facturen door de boeking “kosten aan bank”. VRAAG: Geef uw oordeel over deze procedures 2 punten D 2. Een ondernemer in de bouwsector stelt U de vraag welk BTW tarief hij moet toepassen op de facturen die hij uitreikt. VRAAG Welke BTW tarieven kunnen van toepassing zijn en onder welke voorwaarden? Zijn er specifieke formaliteiten te vervullen om een of ander tarief te hanteren? Desgevallend, bij welke instantie(s)? Hoe verloopt de procedure? 2 punten D 3. Een vennootschap vraagt U haar boekhouding te voeren. Ze moet een inventaris opmaken op 31/12/2003 en U stelt vast dat er voordien nooit een inventaris werd opgemaakt. Er werden evenmin regels vastgelegd voor de opmaak van deze inventaris. VRAAG Hoe gaat U deze formaliteit organiseren? Welk advies zal U geven opdat de inventaris bewijskrachtig zou zijn? 3 punten DEELDOMEIN FISCALITEIT

35punten

E. BTW 10 punten E 1. Welk van volgende personen moeten normaal gezien houder zijn van een geldig identificatienummer bij de BTW. Voor de toepassing van de sociale wetten en het WIB worden onderstaande personen geacht het zelfstandig statuut te hebben. Er wordt abstractie gemaakt van bijzondere gevallen met voorwaardelijke of uitzonderlijke toepassing. * een natuurlijke persoon, psycholoog met specialisatie scholen JA NEEN * een rechtspersoon, psycholoog met specialisatie scholen JA NEEN

4

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

* een natuurlijke persoon “zaakvoerder” van een BVBA JA NEEN * een natuurlijke persoon “bestuurder” van een NV JA NEEN * een NV “bestuurder” van een andere NV JA NEEN * een natuurlijke persoon, bezorger van tijdschriften en kranten JA NEEN * een natuurlijke persoon, vereffenaar van een vennootschap JA NEEN * een rechtspersoon , vereffenaar van een vennootschap JA NEEN * een natuurlijke persoon, tennisleraar betaald door de club JA NEEN

E 2. Welk is de correcte bewering conform de BTW wetgeving, betreffende het ontvangstenboek ? a. dit kan uitsluitend bijgehouden worden via een elektronische drager b. het moet een ingebonden register zijn c. het is toegelaten die bij te houden via een losbladig klassement d. dit moet genummerd, geviseerd en geparafeerd worden door de BTW diensten alvorens er enig

gebruik van gemaakt wordt.

E 3. Welk is de correct verschuldigde belasting voor de verkoop, met plaatsing, van tegels in een gebouw, door een Belgische ondernemer, voor een cliënt gevestigd en uitsluitend geïdentificeerd bij de Franse BTW administratie? Het gebouw bevindt zich in Duitsland. a. Belgische BTW vermits de materialen niet in Frankrijk worden gebracht; b. Vrijstelling van Belgische BTW omdat de cliënt geïdentificeerd is in Frankrijk; c. Duitse BTW omdat het gebouw zich daar bevindt; d. Belgische BTW op de materialen en Duitse BTW op het handwerk.

E 4. Een handelaar in bouwmaterialen doet volgende verrichtingen met dezelfde cliënt in hetzelfde burgerlijk jaar : - in februari schenkt hij een bloemenkrans van 40 € voor het huwelijk van een van de kinderen van de

klant; - in mei, laat hij een cadeau leveren met een waarde van 45 € ter gelegenheid van de communie van

een ander kind; - in november schenkt hij een cadeau (zonder logovermelding) van 50 € voor de opening van een

nieuw verkooppunt van de cliënt; - in december geeft hij een agenda met logo van de firma voor een waarde van 55 €. Op welke bedragen is de BTW aftrekbaar? De bedragen worden weergegeven exclusief BTW?

a. 40 + 45 + 50 + 55 b. 40 + 45 c. 55 d. geen aftrek (de twee eerste cadeaus zijn privé en de 2 anderen overtreffen het toegelaten

bedrag).

E 5. Een boekhouder-fiscalist in bijberoep gebruikt zijn auto voor 40 % voor beroepsdoeleinden. Het surplus wordt privé gebruikt. Welk is de aftrekbare BTW op een brandstoffactuur? a. 40% b. 40% x 50 % c. 50 % d. 40 % x 75 %

5

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

E 6. Een zelfstandige dierenarts gebruikt zijn wagen voor 90 % beroepsmatig. Welk is de aftrekbare BTW op een onderhoudsfactuur? a) 90% x 50 % b) 50 % c) 90 % x 75 % d) geen aftrek, een dierenarts heeft geen recht op aftrek

E 7. Een natuurlijke persoon brengt zijn gehele activiteit onder in een vennootschap, die opgericht wordt samen met een andere persoon. Volgende inbrengen worden gerealiseerd: - cliënteel 10.000 € - bureaumateriaal 5.000 € - personenwagen 15.000 € - intellectuele rechten 7.500 € - overdracht van een huurrecht 2.000 € Op welke bedragen is BTW verschuldigd? a. 10.000 + 5.000 + 15.000 + 7.500 + 2.000 (op alles); b. 10.000 + 5.000 + 15.000 + 7.500 (geen BTW op de overdracht van de huur); c. 5.000 + 15.000 (uitsluiting van huurrecht en van intellectuele rechten); d. geen enkele BTW is verschuldigd.

E 8. Een groothandelaar in bureelmeubilair verkoopt roerende goederen voor een bedrag van 10.000 € + 21% BTW (12.100 € totaal) aan een cliënt, BTW belastingplichtige. De cliënt betaalt 5.000 € en wordt daarna failliet verklaard. De verkoper ontvangt het ad hoc attest van de curator waarin bevestigd wordt dat zijn schuldvordering totaal verloren is. Welk is de terugbetaalbare BTW? a. Geen; b. 5.000 x 21 %; c. 2.100 (de betaling kon toegerekend worden aan de prijs exclusief BTW); d. 2.100 – (5.000 x 21/121) (betaling aanzien als BTW inbegrepen).

E 9. Welke is het correcte antwoord met betrekking tot de terugbetaling van een belastingkrediet van 500 € voor een kleinhandelaar, ten gevolge van de indiening van de BTW aangifte tijdens het tweede kwartaal van een burgerlijk jaar ? a. terugbetaling aan het einde van het jaar; b. belastingkrediet van 500 € is onmiddellijk terugbetaalbaar; c. geen enkele terugbetaling in afwachting van de gegevens over het derde kwartaal; d. toerekening aan de bestaande schulden.

6

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

E 10. Welk is de correcte bewering voor een geneesheer die een BTW nummer zou hebben in België? a. Hij is nooit houder van een BTW nummer; b. Bij occasionele intracommunautaire leveringen van een nieuw transportmiddel; c. Betaling van de Belgische BTW op huur van medisch materieel waarvan de verhuurder zich buiten

België bevindt; d. Betaling van de BTW op intracommunautaire verwervingen vanaf een grensbedrag van 10.000 € per

jaar.

F. PERSONENBELASTING 10 punten

F 1. Gelieve het vak III “inkomsten uit onroerende goederen” (AJ 2003) in te vullen alsook uw berekeningen toe te lichten, op basis van volgende gegevens. De Heer en Mevrouw Adams hebben 2 kinderen en zijn samen eigenaar van 4 onroerende goederen gelegen in België alsook van een terrein (niet bebouwd onroerend goed). De Heer Adams is bestuurder van de NV Xavier. 8 punten 1. Onroerend goed A wordt bewoond door de familie Adams KI 920 € 2. Onroerend goed B wordt verhuurd aan de NV Xavier voor een jaarlijkse huurprijs van 15.000 € KI 1.260€ 3. Het onroerend goed C wordt verhuurd aan een VZW, die het ter beschikking stelt van natuurlijke personen als woonhuis. Jaarlijkse huurprijs 6.000 € KI 800 € 4. Het onroerend goed D, waarvan de Heer en Mevrouw Adams naakte eigenaar zijn (de zus van Mevrouw Adams heeft het vruchtgebruik). De huurder betaalt een huur van 4.800 € per jaar. KI 375 € 5. Het onbebouwd onroerend goed E is een terrein dat verhuurd wordt aan een landbouwer met een pachtcontract. De ontvangen pacht bedraagt 650 € (coëfficiënt vastgesteld door de provinciale pachtcommissie is 2,75). KI 250 € 6. De Heer En Mevrouw Adams hebben een hypothecaire lening aangegaan van 50.000 € in 1998 met een looptijd van 10 jaar. Via deze lening werden de onroerende goederen B, C en D verworven. Het attest van de bank vermeldt volgende terugbetalingen in 2002 : - kapitaal 3.500 €; - intresten 5.000 €.

F.2 De Heer Janssens is eigenaar van 2 onroerende goederen waarvan er één dient als woonhuis voor hem en zijn familie. Het tweede huis wordt ter beschikking gesteld van zijn behoeftige moeder. Een vonnis bevestigt de staat van behoeftigheid van zijn moeder. Het KI van dit huis bedraagt 800 €. Het geschatte huurinkomen bedraagt 6.000 €. VRAAG Geeft deze situatie aanleiding tot een bijzondere fiscale behandeling? Geeft uw advies. 2 punten G. VENNOOTSCHAPSBELASTING 10 punten G 1.Situatie: Hieronder vindt U de resultatenrekening en het detail van de exploitatiekosten van de BVBA “Amai”. De resultatenrekening kan als volgt worden samengevat:

70 tot 78 Omzet 1.333.956,21 € 600 tot 609 verbruik goederen - 679.426,46 €

Bruto marge 654.529,75 €

61 tot 66 Exploitatiekosten 617.591,89 € Te bestemmen resultaat 36.937,86 €

7

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

Bestemming Beschikbare reserves 25.856,50 € Dividenden 11.081,36 €

(1) NOTA – Intresten betaald aan derden voor lening 5.217,65€ - marktrente 6,8 % (2) NOTA- de bestuurder geniet een voordeel van alle aard voor het gebruik van de wagen. Dit werd boekhoudkundig verwerkt via debet van de rekening 618 en credit van de rekening 74 voor een totaal netto bedrag, exclusief BTW, van 1.610,06 €. VRAAG Gelieve de bijgevoegde aangifte in te vullen.

Balans op 31/12/2002

EXPLOTATIEKOSTEN BEZOLDIGINGEN ZAAKVOERDERS

618000 Emolumenten de Heer A 26.880,24 618000 Emolumenten de Heer B 8.924,16 618000 Emolumenten de Heer C 63.026,21 61810 Sociale verzekeringen zelfstandigen voor de Heer B 3.215,88 102.046,49 BEZOLDIGINGEN PERSONEEL 620200 Bruto bezoldigingen 14.745,11 620300 Bruto lonen 136.648,40 620300 Occasionele lonen 608,49 621120 Werkgeversbijdragen 85.559,87 621310 Bijdragen jaarlijks vakantiegeld 13.777,79 621400 Sociaal fonds Horeca 1.122,62 621500 Verhogingen en intresten RSZ 3.403,53 623020 Verplaatsingskosten personeel 2.231,59 623100 Wettelijke verzekering 800,54 623221 Beroepsmatige kledij (specifiek) 43,85 623300 Arbeidsgeneeskunde 1.635,94 623310 Maaltijdcheques (netto bedrag) 1.050,00 629000 Provisie voor vakantiegeld (dotatie) 17.676,83 629100 Terugname provisie vakantiegeld (16.337,03) 262.967,53 KOSTEN GEBOUW 611000 Onderhoud gebouwen 6.577,68 611020 Reinigingsproducten 6.412,04 612000 Water 3.465,21 612020 Elektriciteit 10.558,74 612040 Stookolie 5.447,46 612050 Gas 7.792,44 612060 Propaangas 5.212,25 612400 Industriële controle 229,47 45.695,29 WERKINGSKOSTEN 611010 Onderhoud en herstellingen materiaal 5.722,88 611010 Huur exploitatiematerieel 3.398,74 611010 Huur informaticamaterieel 2.647,79 611040 Onderhoud en herstelling informaticamaterieel 665,30 610210 Huur betaalterminal 654,44 611120 Kleine exploitatiebenodigdheden 1.726,13

8

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

614600 Kosten recyclage afval 3.873,30 613350 Strijd tegen schadelijke stoffen 2.256,96 611130 Klein exploitatiematerieel 13.456,14 611140 Kleine bureelbenodigdheden 7.532,76 612350 Farmaceutische producten 295,95 45.230,39 KOSTEN ROLLEND MATERIEEL 611030 Onderhoud en herstelling bestelwagen 2.245,68 611030 Onderhoud en herstelling auto 1.622,30 612030 Brandstof bestelwagen 2.912,15 612030 Brandstof auto 3.609,79 613120 Verzekering auto 2.689,56 613120 Rechtsbijstand auto 52,31 613125 Verzekering bedrijfswagen 821,18 640010 Verkeersbelasting auto 1.494,27 640010 Verkeersbelasting bestelwagen 60,00 15.477,24 ADMINISTRATIEVE KOSTEN 612100 Telefoon 5.960,31 612120 Portkosten 231,23 612300 Drukwerk en bureelbenodigdheden 4.678,94 612310 Drukwerk menu’s 1.300,00 612340 Documentatie 0,00 613250 Honoraria fiduciaire 10.905,00 613300 Beheerskosten soc.secretariaat 6.449,33 613570 Honoraria advocaten 1.240,00 613420 Transport op aankopen 471,35 656200 Kosten kredietkaart 17.638,02 48.874,18 COMMERCIELE KOSTEN 614000 Advertenties en inlassingen 5.907,63 614010 Publiciteitsmateriaal 2.450,48 614020 Sponsoring 2.650,00 614030 Internet 369,00 614040 Bijdragen beroepsverenigingen 250,00 614050 Salons, beurzen, expo (Parijs) 279,74 614070 Muziek en animatie 1.714,10 614510 Decoratie 3.506,63 614700 Representatiekosten 478,00 619400 Cadeau aan cliënteel 1.321,43 619600 Gift Levenslijn 50,00 8.977,01 VERZEKERINGEN 613130 Brandverzekering 3.778,27 613140 Verzekering tegen inkomstenverlies 2.718,42 613170 Individuele verzekering tegen ongevallen 1.703,06 613180 Verzekering BA exploitatie 148,94 613190 Verzekering alle risico’s 307,81 8.656,50 TAKSEN EN BELASTINGEN 640000 onroerende voorheffing 1.343,20 640013 Auteursrechten 736,97 640120 Bijdragen Vennootschap RIZIV 335,00 640130 Wettelijke publicaties 154,83 640230 Taksen voor dranken 62,84 640250 Grondbelastingen 86,76

9

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

640270 Gemeentelijke taksen 29,78 641010 Verkeersboetes 138,82 641030 Penale boetes 1.815,37 641040 Verhoging sociale bijdragen 24,15 4.757,72 AFSCHRIJVINGEN 630200 Afschrijvingen op gebouw 6.455,08 630200 Afschrijvingen op inrichting 7.604,15 630200 Afschrijvingen veranda 3.672,90 630200 Afschrijvingen chalet 247,89 630200 Afschrijvingen op gasoven 487,00 630200 Afschrijvingen op exploitatie gereedschap 727,89 630200 Afschrijving op exploitatie installaties 406,29 630200 Afschrijving op exploitatie materieel 446,21 630200 Afschrijving op bureel –en informaticamaterieel 1.379,46 630200 Afschrijving op diverse materialen 67,97 630200 Afschrijvingen op rollend materieel auto 7.436,81 630200 Afschrijvingen op rollend materieel bedrijfsvoertuig

(bestelwagen) 1.436,22

30.367,22 FINANCIELE KOSTEN 650000 Intresten op rekening - KBC 77,84 650010 Intresten op rekening - Fortis 2,93 650011 Intresten op rekening - BBL 0,49 650015 Intresten op rekening bij KBC- voorschotten op

termijnrekening 3.593,37

650230 Intresten op lening gebouw 3.742,06 650270 Intresten op 6 maanden - Fortis 5.890,79 650280 Intresten leasing 734,51 650290 Intresten financieringen 2.595,82 654000 Wisselkoersverschillen 0,65 656100 Bankkosten 633,55 656300 Intresten betaald aan derden (zie nota 1) 1.043,53 656300 Intresten op VennBel 683,21 656500 Sociale intresten 39,95 UITZONDERLIJKE KOSTEN 665000 Betalingsverschillen 391,64 19.430,34 INKOMSTENBELASTINGEN 670000 Vennootschapsbel. Aj.2001 8.053,29 670000 Voorafbetalingen 9.000,00 670000 Vennbel. Saldo 2000 1.022,16 670010 Roerende voorheffing 35,88 18.111,33 Totaal van de kosten 617.591,89

H. BELASTINGPROCEDURES 5 punten

Inzake BTW : H 1. In de loop van de maand november 2003, ontvangt een BTW belastingplichtige een regularisatie-overzicht met betrekking tot de BTW over het jaar 2000. De verjaring is vastgesteld op 31/12/2003. Op 25

10

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

november, verklaart de belastingplichtige zich uitdrukkelijk akkoord met de regularisatie. Welk is het gevolg hiervan voor de verjaringstermijn betreffende de invordering door de BTW administratie? 1 punt

a. Geen; b. Het akkoord verlengt de verjaring tot 25 november 2005; c. Het akkoord verlengt de verjaring tot 31 december 2006; d. Het akkoord verlengt de verjaring tot 25 november 2008.

H 2.Overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake, waar, hoe en binnen welke termijn kan een belastingplichtige een bezwaar indienen in BTW aangelegenheden? 1 punt ANTWOORD staat in vetjes:

a. Bij de controleur, per aangetekend schrijven binnen de 2 jaar van de invordering; b. Bij de gewestelijke directeur, per aangetekend schrijven en binnen het jaar van de

regularisatieopgave; c. In eender welk stadium van de procedure/hiërarchie, per gewoon schrijven en voor de verjaring

optreedt; d. Bij de Minister van Financiën, via parlementaire interpellatie, voor het verstrijken van het derde

jaar dat volgt op de grondslag van de belasting die ingeroepen wordt door de administratie.

Inzake Directe Belastingen: H 3. De Heer Albert betwist de berekening van zijn verschuldigde belasting voor het aanslagjaar 2002. - Binnen welke termijn moet een bezwaar worden ingediend? - Bij welke instantie? - Moet de betwiste belasting betaald worden? - Welk zijn de gevolgen indien het bezwaar verworpen wordt? 3 punten DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN

30 punten

I. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN, BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN ALSOOK DE BEGINSELEN INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN. 20 punten

I.1. Welke procedure moet gevolgd worden wanneer de zaakvoerder van een BVBA, die er de enige vennoot van is, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat tegenstrijdig is met dat van de vennootschap. 5 punten I.2. Op welke manier en op welk tijdstip worden de vennoten van een BVBA opgeroepen voor een algemene vergadering? 5 punten I.3. Welke procedure is toepasselijk op de wijziging van de statuten in een BVBA en in een NV?

5 punten I.4. Wat is de rol van de kamers voor handelsonderzoek ?

11

SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 15 november 2003 - Vragen en Antwoorden

12

5 punten J. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS– EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT

5 punten J.1. Een persoon van 30 jaar wenst zijn zelfstandige activiteiten te starten op 01/04/2004 als natuurlijk persoon en in hoofdberoep. Volgens het financieel plan dat hij opmaakte, stelt hij vast dat zijn omzetcijfer snel zal stijgen, maar slechts vanaf het jaar 2005. Hij stelt U volgende vragen:

- Hoe worden mijn sociale bijdragen berekend? - Wat moet ik onmiddellijk betalen? - Zullen er daarna regularisaties volgen en hoe worden deze berekend?

Vraag: Geef uw advies. 3 punten J.2. In een vennootschap die personeel tewerkstelt, werd een syndicale delegatie aangesteld. Binnen het kader van een reorganisatie moeten een aantal personeelsleden ontslagen worden, waaronder een syndicaal gedelegeerde. Beschikt deze persoon over een speciaal statuut bij ontslag? Zo ja, hetwelk. Is dit statuut tevens van toepassing bij ontslag wegens zware fout? 2 punten

K. PLICHTENLEER 5 punten K.1. De federale politie dient zich aan op uw boekhoudkantoor in het kader van een gerechtelijk onderzoek naar een van uw cliënten. Zij wensen zijn dossier, dat zich op uw kantoor bevindt voor het vervullen van de boekhoudkundige en fiscale formaliteiten, mee te nemen. Hoe dient U te reageren? 4 punten K.2. Zal U dezelfde reactie hebben als hierboven indien het gerechtelijk onderzoek loopt tegen U als boekhouder-fiscalist? 1 punt