Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs 2015- 2017.pdfIn het kader van de Wet op passend...

Schoolondersteuningsprofiel HWC 2015-2017 Pagina 1

Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs

december 2015

A.M. Velthuijsen, conrector

J.L. van Veen, zorgcoördinator


Inhoudsopgave

INLEIDING 3

1 ALGEMENE GEGEVENS 4

1.1 Contactgegevens 4 1.2 Wat voor school is het HWC? 4 1.3 Schoolvisie 4 1.4 Pedagogische koers 5 1.5 Visie op ondersteuning 6

2 BASISONDERSTEUNING 7

2.1 Ondersteuningsstructuur 7 2.2 Ondersteuningstaken 9 2.3 Preventieve en licht curatieve interventies 10 2.4 Kwaliteitszorg ondersteuning 13

3 BREDE BASISONDERSTEUNING: ONDERWIJS(ZORG-)ARRANGEMENTEN VOOR LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN 14

3.1 Trajectvoorziening (Pluslokaal) 14 3.2 Route aanmelding voor trajectvoorziening (TV) volgens planmatig handelen 15 3.3 Overzicht arrangementen 16

4 RANDVOORWAARDEN VAN HET ONDERWIJS 27

5 AMBITIES 27


Inleiding

Voorliggend document bevat het schoolondersteuningsprofiel van het Hermann Wesselink College.

In het kader van de Wet op passend onderwijs wordt van iedere school verwacht dat zij een

ondersteuningsprofiel opstelt. Dit document geeft weer welke mogelijkheden onze school heeft voor

de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. De koers van het HWC

voor Passend Onderwijs, staat beschreven in het Schoolplan 2015-2019. De uitwerking daarvan is te

vinden in dit ondersteuningsprofiel, dat opgesteld is voor twee schooljaren.

De ondersteuning die de school kan bieden is te beschrijven op twee niveaus: basisondersteuning en

brede basisondersteuning. Basisondersteuning omvat vier aspecten:

Basiskwaliteit (de minimale onderwijskwaliteit die de inspectie van het onderwijs meet door

middel van het toezichtkader. Scholen die onder basistoezicht van de inspectie van het onderwijs

vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde. Het HWC valt voor alle afdelingen al vele jaren onder

het basistoezicht).

Preventieve en lichte curatieve interventies (zoals een aanbod voor leerlingen met dyslexie)

Onderwijsondersteuningsstructuur (onder andere de manier waarop de school de ondersteuning

heeft georganiseerd en met externe partners en experts samenwerkt).

Planmatig werken (onder andere de manier waarop de school nagaat welke onderwijsbehoefte

leerlingen hebben, daarop een passend onderwijsaanbod organiseren en dat evalueren).

De extra ondersteuning (ook wel brede basisondersteuning genoemd) geeft de mogelijkheden van

de school weer die de basisondersteuning overstijgen. De brede basisondersteuning wordt

georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze arrangementen zijn antwoorden op

ondersteuningsvragen van leerlingen. De arrangementen beschrijven we in hoofdstuk 3 in tabellen

aan de hand van de aanwezige deskundigheid, aandacht en tijd, voorzieningen en

samenwerkingsrelaties met externe specialisten.

Het schoolondersteuningsprofiel beschrijven we in vijf hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk staan

de algemene gegevens van de school en de onderwijsvisie. In hoofdstuk 2 beschrijven we de

ondersteuningsstructuur van de school. Op basis hiervan beschrijven we de mogelijkheden voor

basisondersteuning van de school. In hoofdstuk 3 beschrijven we de brede basisondersteuning aan

de hand van onderwijsarrangementen. In hoofdstuk 4 worden de randvoorwaarden en grenzen van

de ondersteuning op het Hermann Wesselink College samengevat. Ten slotte eindigt het

schoolondersteuningsprofiel in hoofdstuk 5 met de ambities van het Hermann Wesselink College in

het kader van passend onderwijs.

Het ondersteuningsprofiel is te vinden op de website van het HWC

www.hermannwesselinkcollege.nl

http://www.hermannwesselinkcollege.nl/


1 Algemene gegevens

1.1 Contactgegevens

Hermann Wesselink College

Startbaan 3

1185 XP Amstelveen

T: 020 6459751

F: 020 6419906

Mail: [email protected]

Website: www.hermannwesselinkcollege.nl

1.2 Wat voor school is het HWC?

Het Hermann Wesselink College is een school voor (tweetalig) vmbo-t, havo, atheneum, gymnasium

en tweetalig vwo in Amstelveen. Het Hermann Wesselink College gaat uit van de gelijkwaardigheid

en uniciteit van leerlingen; “Een school waar iedereen gelijk is, maar niemand hetzelfde”, is het

motto. De school streeft naar een open cultuur waar een warm, veilig en prettig schoolklimaat

heerst. Het ontdekken van talenten en het ontwikkelen ervan staan hoog in het vaandel. Meer

informatie over het schoolconcept is te vinden op de website van het Hermann Wesselink College.

1.3 Schoolvisie

Aan de basis van de visie op onderwijs en ondersteuning ligt de gezamenlijk geformuleerde missie van de school. Deze luidt:

Het HWC wil een school zijn: • waar leerlingen kennis, vaardigheden en inzicht verwerven, waar zij met hun eigen mogelijkheden leren omgaan en zij zich zelfstandig, verantwoordelijk en sociaal leren gedragen; • waar ieder, die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, in een veilige omgeving tot zijn recht kan komen en anderen tot hun recht wil laten komen en waar het onderwijs, de begeleiding en overige activiteiten passen bij de verscheidenheid aan talenten van leerlingen en medewerkers; • die zijn inspiratie, waarden en normen in de eerste plaats ontleent aan de christelijke traditie.

Voor ons onderwijs wil dat het volgende zeggen: het leren van de leerling staat centraal in een krachtige leeromgeving.

1. We streven naar goed gestructureerd en samenhangend onderwijs op niveau en met diepgang 2. Onze manier van lesgeven is activerend en motiverend 3. Het leren van de leerling is gericht op het verwerven van kennis, inzicht, vaardigheden en het

ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten 4. We streven naar onderwijs:

o waarin de leerling in toenemende mate zelfstandig leert werken en verantwoordelijkheid dragen

o dat zichtbaar resultaten oplevert, waarbij elke leerling een passend diploma haalt o waarin leerlingen uitgedaagd worden en hun talenten kunnen ontplooien o dat aansluit bij de doelgroep


o waarin leren altijd doorgaat o waarbij de docenten als expert het onderwijs sturen en het leerproces begeleiden.

Onze ondersteuning is:

1.4 Pedagogische koers Het HWC heeft de volgende pedagogische koers geformuleerd:

1. Het motto van de school ‘een school waar iedereen gelijk is, maar niemand hetzelfde’ is

leidraad voor het pedagogisch handelen

2. Elke medewerker in school vervult een pedagogische rol t.a.v. de leerlingen, is zich bewust

van zijn voorbeeldrol en handelt dienovereenkomstig.

3. Het pedagogisch handelen van de medewerkers is professioneel en gericht op een optimale

ontwikkeling van iedere leerling: we benaderen hen positief, we laten zien dat we

vertrouwen in hen hebben, fouten maken mag, we dagen hen uit het beste uit zichzelf te

halen

4. Het pedagogisch handelen van de medewerker berust op de 3 pijlers die de basisbehoeften

vormen bij de ontwikkeling van jonge mensen: relatie, autonomie en competentie:

We hebben aandacht voor leerlingen (oog en oor) en leerlingen ervaren dat ook; we

investeren in een goede, professionele relatie met leerlingen

We geven leerlingen ruimte binnen aangegeven grenzen; we behandelen hen als

individu en respecteren hun eigenheid

We stimuleren leerlingen die kennis en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig

hebben om hun weg te vinden in de samenleving

5. Elke medewerker werkt aan een pedagogisch klimaat dat gekenmerkt wordt door de noties

vertrouwen, toezicht en verantwoordelijkheid

in de 1e plaats gericht op het primaire proces: het onderwijs erop gericht om leerlingen het beste uit zichzelf te laten halen gericht op signaleren: alert zijn als leerlingen niet goed (meer) functioneren en daarover in

overleg gaan met de leerling en de ouders. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerling, ouders én school om in dat geval een passend begeleidingstraject te starten

gericht op interveniëren en maatwerk. Blijkt de geboden zorg niet toereikend, dan kan school ouders adviseren professionele begeleiding buiten school te zoeken

samenwerking met leerling en ouders (educatief partnerschap); een goede communicatie tussen ouders en school is van belang.


1.5 Visie op ondersteuning

Het Hermann Wesselink College beschouwt het ondersteunen van leerlingen als een kerntaak van

het onderwijs en probeert dan ook creatief bepaalde problemen of ondersteuningsbehoeften op te

lossen. Soms is het trial en error en is het zoeken naar de juiste aanpak. In toenemende mate kent de

school aan de leerling zelf een regierol toe als het gaat om het vinden van oplossingen en het

verbeteren van resultaten. Sinds het schooljaar 2014-2015 kent het HWC een nieuwe vorm van

mentoraat met een belangrijke plek voor het zgn. driehoeksgesprek, waarbij de leerling de regie

heeft. De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het verbeteren van de resultaten. Van

essentieel belang voor een succesvolle schoolloopbaan zijn, naast een professioneel docententeam,

de eigen motivatie van de leerling en een goede, op samenwerking gerichte relatie met de ouders.

Het Hermann Wesselink College biedt waar mogelijk ondersteuning aan leerlingen met extra

ondersteuningsbehoeften. De school kijkt daarbij zoveel als mogelijk naar de specifieke vraag van de

leerling en bepaalt dan of hij de gevraagde ondersteuning kan bieden. De school heeft als

uitgangspunt dat extra ondersteuning in principe kortdurend van aard en maatwerk is. De visie op

passend onderwijs sluit aan bij de algemene schoolvisie: de school wil naar leerlingen kijken vanuit

hun talenten, kansen en kwaliteiten. Problemen van leerlingen worden als behoeften gezien en de

school onderzoekt of en hoe de onderwijsbehoefte vorm gegeven kan worden. Hierbij is een goede

samenwerking met en betrokkenheid van leerlingen en ouders belangrijk. Dit betekent niet dat de

school alle leerlingen kan opvangen. Hoofdstuk vier (randvoorwaarden) gaat hier dieper op in.


2 Basisondersteuning

De basisondersteuning bestaat uit een door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school en samen met ketenpartners planmatig worden uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt de basisondersteuning van het Hermann Wesselink College beschreven vanuit de ondersteuningsstructuur en de preventieve en licht curatieve interventies.

2.1 Ondersteuningsstructuur Het Hermann Wesselink College werkt met een route van aanmelding en een ondersteuningsstructuur, waarin wordt beschreven wie welke taken op zich neemt. In de zgn. begeleidingscirkel zijn de verschillende vormen van interne begeleiding en samenwerking met externe partners schematisch weergegeven. Route van aanmelding: De mentor, teamleider en teamdocenten signaleren wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Uiteraard kan een ouder of leerling ook zelf bij de mentor aangeven dat hij extra ondersteuning nodig heeft. De mentor overlegt met de teamleider en bekijkt of hij/zij de juiste ondersteuning kan bieden. Samen beslissen zij of de ondersteuningsbehoefte opgeschaald dient te worden naar het zorgteam. Zo ja, dan wordt een zorgadviesvraag in Magister gedaan. De zorgcoördinator zal in overleg met het interne zorgteam beslissen welke vorm van ondersteuning nodig en wenselijk is. Het zorgteam geeft via magister een terugkoppeling naar de mentor en de teamleider. Handelingsadviezen die voortkomen uit de ondersteuning wordt door de betreffende begeleider teruggekoppeld aan de mentor, teamleider en vakdocenten.


Route schematisch

NEE JA

NEE

NEE

Plan van Aanpak

Doelen,

interventie, acties

Uitvoeren Interventie

Zorgadviesvraag

Analyseren: Intern zorgteam

Voldoende informatie?

Zorg Advies Team

Multidisciplinair overleg (MDO)

Signaleren mentor Overleg mentor en teamleider


Overleg teamleider en zorgcoördinator


Evalueren

Evalueren en terugkoppelen

JA

JA


2.2 Ondersteuningstaken

Eerste lijn:

Mentoren, teamleider en docenten

Mentoren zijn de spil in de ondersteuning van leerlingen. Mentoren, teamdocenten en teamleider

zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de eerste lijn. Mentoren zijn het aanspreekpunt wanneer

docenten een ondersteuningsbehoefte bij de leerling signaleren. De mentoren richten zich op

individuele leerlingen maar ook op de groep als geheel, vooral in de onderbouw. Tijdens een

mentoruur in HWT komen zaken aan de orde als studievaardigheden, maar ook thema’s als pesten

en groepsvorming. De mentor signaleert eventuele problemen en ondersteuningsvragen, voert

driehoeksgesprekken met leerling en ouders en zorgt ervoor dat leerlingen die dat nodig hebben,

studiebegeleiding krijgen. De mentoren zijn de contactpersonen voor de ouders. De teamleiders

coachen de mentoren in hun team. Beginnende mentoren volgen verplicht een (‘in company’)

mentortraining.

Tijdens leerling- of teambesprekingen kan de mentor een leerling met een ondersteuningsvraag

voordragen. In sommige gevallen blijkt dat de problematiek te zwaar is om de leerling vanuit de

eerste lijn (mentor en teamdocenten) te kunnen ondersteunen. In dat geval kan de mentor een

beroep doen op het interne zorgteam en een zorgadviesvraag via magister doen bij het interne

zorgoverleg (IZO).

Tweede lijn:

Zorgteam en leerlingbegeleiders

Het interne zorgteam bestaat uit de zorgcoördinator, een leerlingbegeleider, een (assistent)

teamleider en een trajectbegeleider. In veel gevallen is tijdelijke en kortdurende begeleiding binnen

school (tweede lijn) voldoende om de leerling goed te laten functioneren tijdens zijn verdere

schoolloopbaan. (zie 2.2). In sommige gevallen is meer intensieve of gespecialiseerde begeleiding

nodig. Het zorgteam kan een leerling dan doorverwijzen naar externe deskundigen: de derde lijn. In

dat geval wordt altijd toestemming gevraagd aan leerling en ouders.

De begeleiders in de tweede lijn onderhouden altijd contact met de eerste lijn (mentor en

teamleider) en contact met de derde lijn (externe hulpverleners) om de voortgang van de

begeleiding en de afstemming met school te monitoren.

Derde lijn:

Zorg Advies Team (ZAT) en Multidisciplinair overleg (MDO)

Het ZAT komt om de zes weken bij elkaar om leerlingen met complexe ondersteuningsvragen te

bespreken. De zorgcoördinator, een conrector (met begeleiding in de portefeuille) en een

leerlingbegeleider hebben zitting namens school in het ZAT. Externe partners die deelnemen aan het

ZAT zijn: de schoolarts (jeugdarts GGD), de leerplichtambtenaar en de schoolmaatschappelijk werker.

In toenemende mate wordt ook meer flexibel overlegd in een Multi Disciplinair Overleg (MDO),

waarin school, leerling, ouders en ketenpartners met elkaar overleggen over de gewenste

ondersteuning en samenwerking. School vraagt altijd aan ouders en leerling of zij toestemming

geven voor contact met derdelijns hulpverleners. Deze MDO’s worden bijeengeroepen en

voorgezeten door de zorgcoördinator.


Externe partners

De school onderhoudt contact met vaste ketenpartners die ook deel uitmaken van het ZAT:

Jeugdarts GGD, leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werk. Daarnaast is er ook contact

mogelijk van school met Jeugdbescherming JBRA, Jeugdriagg/ Kenter Jeugdhulp, begeleiders van De

Overstap van Altra, jeugdhulpverleners van het Sociaal Team van de partnergemeentes en overige

particuliere instanties. School kan alleen contact opnemen met de externe partners na toestemming

van ouders en leerling (afhankelijk van de leeftijd).

2.3 Preventieve en licht curatieve interventies

Protocollen

Het Hermann Wesselink College heeft een dyslexieprotocol, een dyscalculieprotocol, een protocol in

het geval van het overlijden van een leerling/docent, een antipestprotocol, een verzuimprotocol en

een veiligheidsplan (in ontwikkeling).

Vragenlijsten en screeningsmethodes

Monitor “Jij en je

gezondheid”

Gezondheidsvragenlijst; wordt afgenomen door GGD in alle 2e en

4e klassen

SAQI

(School Attitude

Questionnaire Internet)

Vragenlijst om vroegtijdig specifieke sociaal-emotionele

ondersteuningsvragen te signaleren; wordt afgenomen tijdens de

mentorles in de 2e klassen

Screeningsvragenlijst

faalangstreductietraining

Vragenlijst om te beoordelen of een leerling in aanmerking komt

voor de training

Screening lees- en

spellingachterstand

(volgens

dyslexieprotocol)

Lees- en spellingtest in de brugklas om leerlingen met achterstand

op gebied van lezen en spellen vroegtijdig in beeld te hebben;

daarna volgt traject van remediering

Screening

rekenachterstand

Rekentest in de brugklas om leerlingen met achterstand op gebied

van rekenen vroegtijdig in beeld te hebben; daarna volgt traject

van remediering


Vormen van ondersteuning:

Taal- en rekenproblemen

In de brugklas worden alle leerlingen gescreend op lezen, spelling en rekenen. In alle afdelingen

wordt extra rekenles gegeven. Voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie zijn arrangementen

ontwikkeld (zie hfdst. 3).

Studiebegeleiding en examentrainingen

Het Hermann Wesselink College biedt binnen de teams aandacht voor studiebegeleiding aan

leerlingen die moeite hebben met studievaardigheden. Leerlingen in de eindexamenklas kunnen

examentrainingen volgen voor specifieke vakken.

Bijles door bovenbouwleerlingen

Het HWC werkt met een systeem van bijles door bovenbouwleerlingen. Leerlingen die in een bepaald

vak bijles nodig hebben, kunnen via de pedagogische conciërge van school bijlessen van

bovenbouwleerlingen aanvragen tegen een kleine vergoeding. Deze bijlessen worden meestal op

school in tussenuren of na schooltijd gegeven.

Huiswerkklas

Het Hermann Wesselink College heeft een huiswerkklas. De huiswerkklas biedt geen specifieke

huiswerkbegeleiding, maar geeft wel gelegenheid voor leerlingen om in een rustige setting onder

toezicht van een docent of onderwijsassistent hun huiswerk te maken. Voor de huiswerkklas wordt

een bijdrage in de kosten van ouders gevraagd.

Keuzebegeleiding en decanaat

Het decanaat is verantwoordelijk voor de begeleiding bij de profiel- en vakkenkeuze en bij de studie-

en beroepskeuze. Er zijn twee decanen: een voor vmbo-t en een voor Havo/VWO. Er is een overzicht

van taken van het decanaat.

Sociale vaardigheidstraining en faalangstreductietraining

De school biedt sociale vaardigheidstrainingen (SoVa) en faalangstreductietrainingen aan.

SoVa is bestemd voor leerlingen van klas 1 en 2. De training wordt één keer per jaar aangeboden en

bestaat uit 7 ȧ 8 bijeenkomsten. De training omgaan met faalangst vindt twee keer per jaar plaats:

een keer voor de examenleerlingen en een keer voor de leerlingen van klas 2 en 3. Beide trainingen

bestaan uit acht bijeenkomsten. Mentoren kunnen leerlingen aanmelden via een zorgadviesvraag als

zij in aanmerking willen komen voor een training.

Vertrouwenspersoon Leerlingen kunnen met een van de twee vertrouwenspersonen in gesprek gaan wanneer ze problemen hebben op het gebied van ongewenste omgangsvormen, seksuele intimidatie, discriminatie of geweld. Als het gaat om pesten en de leerling kan daarvoor niet terecht bij de mentor, kan hij/zij ook een vertrouwenspersoon opzoeken. Leerlingbegeleider en schoolmaatschappelijk werk:

Er zijn op school twee leerlingbegeleiders, waarmee leerlingen in gesprek kunnen gaan bij licht

sociaal-emotionele problemen.

Wanneer de ondersteuningsvraag de expertise van leerlingbegeleider te boven gaat en wanneer de

problematiek gerelateerd is aan de thuissituatie, kunnen leerlingen aangemeld worden voor

gesprekken met de schoolmaatschappelijk werker van Altra, die één dag per week op school is.


Alle vormen van ondersteuning binnen en buiten school zijn in beeld gebracht in de zgn. begeleidingscirkel:


2.4 Kwaliteitszorg ondersteuning

Om zo goed mogelijk een objectief beeld te krijgen van de basis- en extra ondersteuning op het

Hermann Wesselink College, is het van belang de percepties van ouders en leerlingen hierbij te

betrekken. Het Hermann Wesselink College houdt jaarlijks ouder- en leerlingenenquêtes

(tevredenheidonderzoek) onder de leerlingen en ouders van de derde klassen. De resultaten zijn te

vinden op “Scholen op de kaart” via de website van het Hermann Wesselink College. Verder vragen

we om het jaar de leerlingen die een vorm van basisondersteuning hebben gekregen en hun ouders

naar hun ervaringen met en tevredenheid over de geboden begeleiding.

Ook de tevredenheid over de inzet van de trajectvoorziening wordt gemeten middels een

tevredenheidonderzoek onder leerling, ouders en betrokkenen van school (mentoren, teamleiders,

trajectbegeleiders en zorgcoördinator). Dit onderzoek wordt in opdracht van het

Samenwerkingsverband (SWV) Amstelland en De Meerlanden uitgevoerd. Het SWV meet ook bij alle

scholen behorend bij het Samenwerkingsverband het aantal thuiszitters en uitstromers op elke

school. Het streven is om dit aantal zo laag mogelijk te houden.

De aandachtspunten uit de onderzoeken en een systeem van kwaliteitszorg blijven in ontwikkeling.


3 Brede basisondersteuning: Onderwijs(zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

Voor leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen biedt het Hermann Wesselink College extra ondersteuning aan. In dit hoofdstuk wordt omschreven welke extra ondersteuningsmogelijkheden het Hermann Wesselink College kan bieden. Welke ondersteuning de leerling krijgt, is afhankelijk van de uiteindelijke ondersteuningsbehoefte. Die kan per leerling verschillen. Voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte wordt een OPP (Ondersteuningsperspectiefplan) geschreven samen met ouders, leerling en mentor. De trajectvoorziening is een voorziening die bij bepaalde arrangementen ingezet kan worden.

3.1 Trajectvoorziening (Pluslokaal)

Een trajectvoorziening is een fysieke plek binnen school waar leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte extra begeleiding kunnen krijgen. Op het Hermann Wesselink College noemen we de trajectvoorziening het “Pluslokaal”. Leerlingen die vastlopen of dreigen vast te lopen kunnen hier terecht voor extra ondersteuning; te denken valt aan leerlingen met autisme of concentratie- en gedragsproblemen, maar ook leerlingen die door een chronische ziekte of angstproblematiek ondersteuning nodig hebben of moeten re-integreren in het schoolproces. Het is overigens niet de bedoeling dat een leerling onderwijs gaat volgen in het Pluslokaal, maar hij of zij zal in een begeleidingstraject ondersteund worden bij specifieke vaardigheden of een traject van re-integratie volgen. Afhankelijk van de problematiek krijgen deze leerlingen ondersteuning op maat. Enkele voorbeelden van begeleiding zoals die wordt geboden zijn: ondersteuning bij het plannen en organiseren van hun schoolwerk, het aanleren van studievaardigheden, observaties in de les, bespreken van sociale situaties of begeleidende gesprekken bij het weer naar school gaan na langdurig ziek te zijn geweest. Ook is het voor sommige leerlingen mogelijk om een time-out te nemen, waarbij de leerling even de reguliere les uit mag en tot rust mag komen in het Pluslokaal. Dit gebeurt vaak bij leerlingen met fysieke klachten, maar het kan ook gebruikt worden als een leerling last heeft van specifieke gedragsproblemen. Een leerling die voor begeleiding in de trajectvoorziening in aanmerking zou komen, kan worden aangemeld via een vaste procedure bij het zorgteam. De mentor zal vervolgens betrokken worden in het maken van een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) in samenspraak met ouders en leerling. Ook zal de trajectbegeleider regelmatig contact hebben met de mentor. De trajectbegeleider speelt, naast het begeleiden van leerlingen, ook een rol in de ondersteuning van docenten. Docenten kunnen gecoacht worden vanuit de trajectvoorziening als zij ondersteuning nodig hebben bij het pedagogisch-didactisch handelen in de les. Deze ondersteuningsvragen kunnen zowel op leerling- als op groepsniveau voorkomen. De trajectbegeleider kan hierbij ondersteunen door de docent of het docententeam achtergrondinformatie te geven over een specifiek onderwerp (bijv. leerlingen met autistische kenmerken) of door in de klas te observeren. De trajectbegeleider stelt in overleg met de docent of mentor handelingsadviezen op.


3.2 Route aanmelding voor trajectvoorziening volgens planmatig handelen 1. Signalering door mentor:

- Resultaten

- Werkhouding

- Verzuim (geoorloofd en ongeoorloofd)

- Gedrag t.o.v. docenten en medeleerlingen

2. Zorgadviesvraag in magister door mentor of teamleider:

- Wat is de hulpvraag?

- Zijn er al eerdere acties ondernomen? Met welk resultaat?

3. Analyseren door Intern zorgoverleg (IZO)

- Analyse situatie en besluit door zorgcoördinator over wel / niet deelname aan Trajectvoorziening.

- Indien geen Trajectvoorziening, wat dan wel?

4. Informeren ouders en leerling door mentor en uitnodiging voor intakegesprek

5. Onderzoeken: Intakegesprek met ouders, leerling, mentor, trajectbegeleider en zorgcoördinator

- Belemmerende factoren (leerling, omgeving, risicofactoren)

- Protectieve factoren (leerling, omgeving)

- Visie leerling/ Visie ouders

- Wat is de ondersteuningsbehoefte?

- Wat zijn de doelen?

- Beschrijving interventie

- Acties bij interventie: wat, door wie, welke periode, doel, evaluatie, ondersteuning

6. Afspraken:

- op welke momenten kan leerling deelnemen aan Trajectvoorziening?

- evaluatie: wanneer, met wie, hoe?

7. OPP opstellen door trajectbegeleider (doelen, acties en evaluatie)

8. Uitvoeren interventie: Start Trajectvoorziening Ondersteuning leerling

Ondersteuning mentor en docententeam (bijv. d.m.v. observatie in de klas)

Docenten op de hoogte brengen van handelingsadviezen

9. Definitief OPP: ouders en leerling ondertekenen; OPP in magister; registeren in magister bij DUO

10. Evalueren en terugkoppelen:

- doelen behaald: Trajectvoorziening afsluiten

- doelen niet behaald: Trajectvoorziening voorzetten; eventueel doelen aanpassen

- terugkoppelen van afspraken naar alle betrokkenen (leerling, ouders, mentor, docenten, trajectbegeleider) door docenten


3.3 Overzicht arrangementen

1. Arrangement voor leerlingen met ondersteuningsvragen in het autistisch spectrum

Deskundigheid School heeft ervaring met leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum (ASS). Voorlichting en workshops over specifieke begeleiding m.b.t. ASS zijn in verschillende teams gegeven. Expertisevergroting en deskundigheidsbevordering bij docenten blijft in ontwikkeling.

Aandacht en tijd Extra ondersteuningsmogelijkheden voor de leerling: Trajectvoorziening: in deze voorziening kan de leerling ondersteuning krijgen op het gebied van planning en organisatie voor schoolwerk; voor het goed uitvoeren van een gemaakte planning is samenwerking met ouders van belang. De trajectvoorziening kan ook ingezet worden als time out en/of als stilteruimte in pauzes. Inzet van een buddysysteem is mogelijk; mentor coördineert dit.

Voorzieningen Op maat en in overleg met leerling en ouders wordt gekeken welke aanpassingen, voorzieningen en/of ondersteuning nodig en mogelijk zijn. Dispenserende maatregelen: - Tijdverlenging bij toetsen Didactische/ pedagogische aanpassingen: - In de gaten houden of leerling voldoende aansluiting heeft met klasgenoten - Leerling voorbereiden op grote veranderingen in dag- of weekritme - Leerling voorbereiden op buitenschoolse activiteiten - Ondersteunen bij groepswerk - Ondersteunen bij het houden van presentaties (mogelijk eerst in veilige setting oefenen)

Samenwerking Samenwerking met GGZ of andere experts Samenwerking met instanties die door ouders ingezet zijn (bijv. Ons Tweede Thuis)

Grenzen In principe volgt de leerling met ASS het gehele onderwijsprogramma. In uitzonderlijke gevallen wordt een aangepast rooster of aangepaste toetsing ingezet.


2. Arrangement voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte in het visuele spectrum

Deskundigheid School heeft ervaring met visueel beperkte (slechtziende) leerlingen; of school kan voldoen aan de ondersteuningsvraag van een visueel beperkte leerling, hangt af van de specifieke vraag van de leerling.

Aandacht en tijd Inzet van een buddysysteem is mogelijk; mentor coördineert dit.

Voorzieningen Op maat en in overleg met leerling en ouders wordt gekeken welke aanpassingen, voorzieningen en/of ondersteuning nodig en mogelijk zijn. Voorzieningen in school: - Lift aanwezig Gebruik van hulpmiddelen is toegestaan: - laptop met digitaal vergrotingsprogramma - handloep - daisyspeler (auditieve ondersteuning) Dispenserende maatregelen: - tijdverlenging bij toetsen - computergebruik bij toetsen - dispensatie voor het vak Lichamelijke Opvoeding (of onderdelen van het vak) - kluisje op een voor de leerling geschikte plek Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - geschikte plek in het klaslokaal i.v.m. lezen van bord (indien mogelijk) - zoveel mogelijk auditieve aanwijzingen tijdens de les; non-verbale aanwijzingen worden door de slechtziende leerling niet opgemerkt

Samenwerking Samenwerking met en ondersteuning van ambulante begeleiding cluster 1 (Visio).

Grenzen De school heeft geen recente ervaring met brailleonderwijs.


3. Arrangement voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte in het auditief spectrum

Deskundigheid School heeft ervaring met slechthorende leerlingen en leerlingen met een communicatieve taalontwikkelingsstoornis (dysfatische ontwikkeling). School heeft geen deskundigheid en ervaring met volledig dove leerlingen. Voorlichting door ambulante dienst van cluster 2 kan nodig zijn voor de docenten om meer inzicht te krijgen in de auditieve verwerkingsproblemen van de leerling en de gewenste pedagogische/didactische aanpak.

Aandacht en tijd Voor dysfatische leerlingen is remedial teaching en pre-teaching mogelijk, met als doel de communicatieve zelfredzaamheid te vergroten en de verwerking van talige informatie te optimaliseren.

Voorzieningen Op maat en in overleg met leerling en ouders wordt gekeken welke aanpassingen, voorzieningen en/of ondersteuning nodig en mogelijk zijn. Gebruik van hulpmiddelen is toegestaan: - Soloapparatuur (aantal docententeams in school heeft hier ervaring mee) Dispenserende maatregelen: - Tijdverlenging bij toetsen - Computergebruik bij schrijftoetsen (dysfasie) - Eventueel aanpassing voor luistertoets moderne vreemde talen (slechthorende leerlingen) Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - ‘Spraakafzien’ (liplezen) tijdens de les mogelijk maken - Visueel aanbieden van informatie (afhankelijk van ondersteuningsvraag) - In de gaten houden of leerling communicatief voldoende weerbaar is en voldoende aansluiting heeft met klasgenoten

Samenwerking Samenwerking met en ondersteuning van ambulante begeleiding cluster 2.

Grenzen Docenten beheersen geen gebarentaal.


4a. Arrangement voor leerlingen met een fysieke beperking of een langdurige en chronische ziekte

Deskundigheid School heeft ervaring met leerlingen met een fysieke beperking of een chronische ziekte. Of de school kan voldoen aan de ondersteuningsvraag, hangt af van de specifieke vraag van de leerling.

Aandacht en tijd De leerling met een fysieke beperking of chronische ziekte kan gebruik maken van de trajectvoorziening (bijv. als time out en/of stilteruimte in pauze). Mentor houdt ziekteverzuim in de gaten. Mentor ondersteunt leerling als er sprake is van achterstand van schoolwerk en bij het inhalen van toetsen. Inzet van een buddysysteem is mogelijk; mentor coördineert dit. Voor leerlingen met epilepsie kan school (in overleg met leerling en ouders) ondersteuning vragen aan Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE biedt ondersteuning voor de leerling, maar kan ook de school adviseren en voorlichting geven.

Voorzieningen Op maat en in overleg met leerling en ouders wordt gekeken welke aanpassingen, voorzieningen en/of ondersteuning nodig en mogelijk zijn. Voorzieningen in school: - Lift aanwezig - Invalidentoilet aanwezig Dispenserende maatregelen en aanpassingen: - Aanpassingen in lesrooster - Dispensatie voor het vak Lichamelijke Opvoeding (LO) - Tijdverlenging bij toetsen - Gebruik van een laptop - Gebruik van webchair (indien nodig) - Kluisje op een voor de leerling geschikte plek Aanpassing bij examen: er zijn mogelijkheden om de centrale examinering te spreiden (bij langdurig en chronisch zieke kandidaten); dit in overleg met teamleider en examensecretaris. Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - Rekening houden tijdens de les met beperkte fysieke belastbaarheid en vermoeidheid - Vakdocenten geven overzicht van schoolwerk bij achterstand in schoolwerk; mentor of teamleider coördineert - Contact houden met leerling bij langdurig ziekteverzuim en aansluiting met klasgenoten bevorderen

Samenwerking Samenwerking met consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen (Onderwijs Advies, Hoofddorp) of consulent van betreffende ziekenhuis of revalidatiecentrum. Voor leerlingen met epilepsie kan school contact opnemen en ondersteuning vragen aan Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE).

Grenzen School kan geen huisonderwijs bieden. Als huisonderwijs nodig is, dan kunnen ouders en school in overleg met consulent zieke leerlingen een externe instantie inschakelen. Geen medische hulp aanwezig op school.


4b. Arrangement voor leerlingen met zorgelijk ziekteverzuim

Deskundigheid School heeft een verzuimprotocol, waarin o.a. afspraken zijn gemaakt rond (zorgelijk) ziekteverzuim. Doel van het protocol is het terugdringen van het schoolziekteverzuim op het HWC. Uitgangspunt daarbij is dat zorgelijk ziekteverzuim zo vroeg mogelijk wordt gesignaleerd en dat school, jeugdarts GGD en de leerplicht samenwerken bij de aanpak van ziekteverzuim.

Aandacht en tijd Mentor is eerste aanspreekpunt voor de zieke leerling; mentor signaleert en overlegt met leerling en ouders over het inhalen van gemist werk. Mentor of teamleider schakelt bij zorgelijk ziekteverzuim volgens het verzuimprotocol het interne zorgteam in. Zorgteam kan leerling doorverwijzen naar jeugdarts GGD. Teamleider bepaalt of aanpassing in rooster nodig is.

Voorzieningen Op maat en in overleg met leerling en ouders wordt gekeken welke aanpassingen, voorzieningen en/of ondersteuning nodig zijn. Tijdelijke aanpassing in het lesrooster is soms nodig; hierbij advies van behandelend arts, psycholoog of jeugdarts GGD. Aanpassingen worden na bepaalde periode geëvalueerd en zo nodig herzien.

Samenwerking Indien bij evaluatie na 2 maanden interventies niet effectief zijn, dan opschalen naar zorg advies team (ZAT) Samenwerking met jeugdarts GGD: geeft advies aan school, leerling en ouders; kan contact opnemen met huisarts of behandelend arts. Indien nodig: vervolgconsult bij schoolarts Indien nodig kan leerplichtambtenaar ingeschakeld worden. Samenwerking met behandelend psycholoog; na goedkeuring van leerling en ouders kan zorgcoördinator of teamleider contact opnemen en eventueel uitnodigen voor MDO (multidisciplinair overleg)

Grenzen School kan geen huisonderwijs bieden. Als huisonderwijs nodig is, dan kunnen ouders en school in overleg met consulent zieke leerlingen een externe instantie inschakelen. Geen dispensatieregelingen mogelijk.


Stroomschema protocol ziekteverzuim

Ziekmelding door ouders; school vraagt naar reden ziekteverzuim

verzuim- coördinator

Docent registreert afwezigheid in magister docent

Registratie ‘zorgelijk’ ziekteverzuim: - langdurig ziekteverzuim: meer dan 10 schooldagen achter elkaar ziek - frequent ziekteverzuim: meer dan 3 ziekmeldingen in 8 schoolweken - ziekteverzuim bij toetsen


Registratie naar teamleider 1 week vóór leerlingbespreking


‘Zorgelijk’ ziekteverzuim wordt besproken in leerlingbespreking; mentor doet indien nodig zorgadviesvraag

Teamleider/ mentor

Langdurig ziekteverzuim: Mentor initieert wekelijks contact leerling/ouders

Frequent ziekteverzuim en verzuim bij toetsen: teamleider initieert contact leerling/ouders

Mentor/ teamleider

Zorgteam bespreekt zorgadviesvraag en verwijst leerling door naar schoolarts

Intern zorgteam

Gesprek jeugdarts; terugkoppeling naar zorgcoördinator; advies in magister

Schoolarts/ zorgco

Evaluatie met leerling en ouders na 2 en 6 maanden zorgco, mentor of teamleider

Bespreken in ZAT bij onvoldoende effect na 2 mnd. ZAT


5. Arrangement voor leerlingen met dyslexie

Deskundigheid School heeft twee remedial teachers. Uitgangspunt voor het dyslexiebeleid is het landelijk Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (steunpunt dyslexie).

Aandacht en tijd De remedial teachers zijn verantwoordelijk voor het traject van signaleren, begeleiden en adviseren van leerlingen met dyslexie. Screeningstraject dyslexie in brugklassen Volgens het protocol “Dyslexie Voortgezet Onderwijs” wordt bij alle brugklasleerlingen aan het begin van het schooljaar een dictee en een leestoets afgenomen. Doel van de screening is het achterhalen van leerlingen waarbij nog geen dyslexie is vastgesteld, maar die wel een achterstand hebben op het gebied van lezen en/of spellen. Leerlingen die onvoldoende scoren op één van de onderdelen volgen een periode een remediërende, zelfsturende cursus spelling of begrijpend lezen op de computer. Daarna volgt nog een periode remedial teaching, waarbij onder begeleiding van een remedial teacher aandacht besteed wordt aan spelling (spellinggroepen) en/of begrijpend lezen. Als wordt vastgesteld dat na de begeleiding weinig tot geen vooruitgang meetbaar is, dan kan een leerling worden aangemeld voor een dyslexieonderzoek. Het dyslexieonderzoek wordt op school afgenomen door een extern bureau. Er zijn kosten verbonden aan het dyslexieonderzoek. Ondersteuning: - onderbouw: dyslexie-, begrijpend lezen- en/of spellinggroepen; voor individuele begeleiding verwijzen we naar instanties buiten school Doel van dyslexiegroep is: leren omgaan met dyslexie, inzetten van mogelijke hulpmiddelen, aanleren van lees- en spellingstrategieën. -bovenbouw: gesprek met remedial teacher mogelijk Adviseren en faciliteren: De remedial teacher stimuleert en adviseert de dyslectische leerling bij het inzetten van hulpmiddelen, zoals overhoorprogramma’s, luisterboeken, Daisyspeler of tekst-naar-spraakprogramma’s. De leerling op een passende manier medeverantwoordelijk maken is een belangrijk uitgangspunt. De remedial teacher bespreekt met de leerling wat hij/zij nodig heeft, waar hij/zij ervaring mee heeft en stimuleert het inzetten van zijn/haar sterke kanten.

Voorzieningen Leerlingen met een (door een deskundige opgestelde) dyslexieverklaring krijgen op school een dyslexiekaart waarmee ze in de lessen of tijdens toetsen aanspraak kunnen maken op de volgende dispensaties: Voor onderbouw: - tijdverlenging bij proefwerken en overhoringen - 1e klas vak Nederlands: regelkaarten werkwoordspelling toegestaan - schrijfopdrachten Nederlands: maximaal 2 punten aftrek voor spelfouten - schrijfopdrachten Nederlands en MVT die op school worden afgenomen, mogen (indien mogelijk) op de computer gemaakt worden, zodat spellingcontrole gebruikt kan worden (bij de beoordeling van spelfouten geldt dan de reguliere norm) - MVT (moderne vreemde talen): mondelinge herkansing voor SO woordjes


bij een 4 of lager; het gemiddelde van die twee cijfers telt Voor bovenbouw: - tijdverlenging bij proefwerken en overhoringen - schrijfopdrachten die op school worden afgenomen, mogen op de computer gemaakt worden, zodat spellingcontrole gebruikt kan worden (bij de beoordeling van spelfouten geldt de reguliere norm, dus geen sprake van verminderde aftrek van spelfouten) - voor IB-examen Engels gelden andere normen en voorwaarden Examenfaciliteiten: - Tijdverlenging 20 % (bij CSE: maximaal 30 minuten) - MVT: Schoolexamen luistervaardigheid: speciale luistertoets voor dyslectici, zodat de leerling extra tijd krijgt om vraag en antwoord te lezen - Gebruik van de computer bij centraal examen, waarbij de computer als tekstverwerker gebruikt wordt (coördinatie bij RT) Hulpmiddelen die ingezet kunnen worden: - Daisyspeler - Sprint plus (verklankingsprogramma) - Gesproken boekenpakket Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - Bij toetsen zoveel mogelijk lettertype en -grootte Arial 12 gebruiken, regelafstand 1,5 Ontheffingsregeling MVT: zie volgende pagina

Samenwerking Bij advies voor dyslexieonderzoek werkt school samen met een extern onderzoeksbureau.

Grenzen De dyslectische leerling volgt het curriculum van het betreffende onderwijsniveau. Voor de dyslectische leerling geldt geen vermindering van leerstof of opgaven. Binnen het kader van de wettelijke regeling van examens is vergroting van toetsen niet toegestaan. Begeleiding in de vorm van remedial teaching of coaching is kortdurend. Indien structurele, langdurige begeleiding nodig is, dan kunnen ouders externe begeleiding inzetten.


Ontheffingsregeling MVT Het bevoegd gezag kan een leerling in de eerste twee leerjaren van het vmbo-t ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal indien de leerling: - voor de eerste maal tot een school voor mavo of een school voor vmbo is toegelaten, én - is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste, én - voordien buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs heeft gevolgd, én - daarbij geen of te weinig onderwijs in de desbetreffende taal of talen heeft gevolgd. De betreffende leerling behoudt deze ontheffing bij het afleggen van het centraal examen, met dien verstande dat geschiedenis en staatsinrichting, of aardrijkskunde in de plaats komt van het onderwijs in de taal waarvoor de vrijstelling is verleend. Kandidaten in de Tweede Fase vwo van wie wordt verwacht dat zij door: - een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal (voor deze vrijstelling dient er door een deskundige afgegeven verklaring te zijn betreffende de stoornis), óf - van wie de moedertaal een andere dan de Nederlandse of Friese taal, óf - die onderwijs volgen in het profiel natuur en techniek en/of het profiel natuur en gezondheid en die als gevolg hiervan niet in staat zullen zijn tenminste een eindcijfer 4 te behalen voor Frans of Duits kunnen vrijgesteld worden van het volgen van de tweede moderne vreemde taal. De vrijstelling wordt gegeven door de conrector, na advies van drie ter zake deskundige medewerkers. De kandidaat volgt een vervangend examenvak met een vergelijkbare studielast.


6. Arrangement voor leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie

Deskundigheid Uitgangspunt voor het beleid is het landelijk protocol ERWD (Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie) voor Voortgezet Onderwijs

Aandacht en tijd Op school is een rekencoördinator, verantwoordelijk voor de uitvoering van het gehele traject van rekenonderwijs en rekenondersteuning. Daarnaast zijn rekenondersteuners in elk team verantwoordelijk voor het traject van signaleren en ondersteunen van leerlingen met rekenachterstand. Op school is een rekencoach voor het ondersteunen van leerlingen met ernstige rekenproblemen. Hij zal het komende schooljaar verdere expertise opbouwen op het gebied van rekenproblematiek. Signaleren: screeningstraject in brugklas Ondersteuning: - Remediëring voor ‘lichte’ rekenproblemen door wiskundedocent tijdens les - Gepersonaliseerd leren tijdens HWT-R(ekenen) m.b.v. de computer - 1e klas: ondersteuning bij ernstige rekenproblemen: specifieke rekenvaardigheden oefenen in kleine groep onder supervisie van rekencoach. Indien individuele begeleiding gewenst is, verwijzen we naar instanties buiten school. Ook voor behandeling van dyscalculie verwijzen we naar instanties buiten school.

Voorzieningen Leerlingen met een (door een deskundige opgestelde) dyscalculieverklaring krijgen op school een kaart waarmee ze in de lessen of tijdens toetsen aanspraak kunnen maken op de volgende dispensaties: Alle leerjaren: - tijdverlenging bij toetsen met enig rekenwerk zoals economie, wiskunde - gebruik van rekenmachine is toegestaan (maar niet bij de standaard rekentoetsen) - een standaard rekenkaart (door school ontwikkeld) - door het CITO aangepaste ER-rekentoets (in de voorexamenklas) is toegestaan voor leerlingen met dyscalculie of ernstige rekenproblemen; bij de ER-toets is een aanvullende rekenkaart (vastgelegd door Cito) toegestaan School- en centraal examen: - tijdverlenging bij toetsen met enig rekenwerk zoals economie, wiskunde en standaard rekentoets (max. half uur) Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - Leerling zoveel mogelijk ondersteunen bij het aanleren van strategieën (deelstappen) met behulp van rekenkaarten

Samenwerking Bij advies voor dyscalculieonderzoek werkt school samen met een extern onderzoeksbureau.

Grenzen De leerling met dyscalculie volgt het curriculum van het betreffende onderwijsniveau. Voor de dyscalculische leerling geldt geen vermindering van leerstof of opgaven. Ondersteuning bij rekenproblemen is kortdurend; school heeft geen intensieve behandelingsmogelijkheden voor dyscalculie. Indien structurele, langdurige behandeling nodig is, dan kunnen ouders externe begeleiding inzetten.


7. Arrangement voor leerlingen met concentratieproblemen (ADHD /ADD)

Deskundigheid School heeft ervaring met leerlingen met ADHD en ADD. Voorlichting is in verschillende teams over specifieke begeleiding m.b.t. leerlingen met concentratieproblematiek gegeven.

Aandacht en tijd Extra ondersteuningsmogelijkheden: De trajectvoorziening kan ingezet worden. In de trajectvoorziening kan de leerling ondersteuning krijgen op het gebied van planning en organisatie voor schoolwerk; voor het goed uitvoeren van een gemaakte planning is samenwerking met ouders van belang.

Voorzieningen Dispenserende maatregelen: - tijdverlenging bij toetsen School- en centraal examen: - tijdverlenging - toetsen maken in aparte ruimte (lokaal voor tijdverlenging) Didactische/ pedagogische adviezen voor docenten: - Directe feedback geven op gedrag en positief gedrag bekrachtigen - Optimaliseren van structuur - Leerling ondersteunen tijdens de les (aan het werk gaan, aan het werk blijven) - Regelmatig checken of de leerling informatie (uitleg, huiswerk, praktische afspraken etc.) heeft opgenomen. - Voor zover mogelijk en nodig: geschikte en vaste plaats in het klaslokaal

Samenwerking Samenwerking en overleg met externe hulpverleners

Grenzen De leerling met concentratieproblemen volgt het curriculum van het betreffende onderwijsniveau. Er geldt geen vermindering van leerstof of opgaven.


4 Randvoorwaarden van het onderwijs

In principe zijn alle leerlingen die voldoen aan de toelatingscriteria, zoals geformuleerd in de kernprocedure, welkom op het HWC. In sommige gevallen van gestapelde problematiek, ernstige angststoornissen of extreem externaliserend gedrag is een therapeutische setting nodig die de school niet kan bieden. De school zoekt in dit geval samen met ouders naar een alternatieve voorziening in overleg met het Regioloket van het Samenwerkingsverband.

5 Ambities

Er is wat betreft de basisondersteuning ambitie om de focus te blijven leggen bij het primaire proces.

De ontwikkelpunten in het primaire proces betreffen vooral het omgaan met verschillen in de klas en

rekening houden met de kwaliteiten van leerlingen. De 80 minuten lessen bieden de mogelijkheid

om verschillende werkvormen te hanteren en te differentiëren.

Professionalisering en ondersteuning in het primaire proces

Het Hermann Wesselink College vindt scholing belangrijk, alsook een continu lerende houding van

het personeel. Docenten worden door de schoolleiding gestimuleerd zich bij te scholen. Scholing

binnen de context van het team of de sectie wordt als het meest zinvol ervaren. In toenemende

mate vindt scholing plaats binnen de verschillende teams. Deze scholing is in de regel verplicht voor

alle teamleden. Ook tijdens studiedagen wordt aandacht besteed aan professionalisering. Daarnaast

is er de mogelijkheid voor docenten om zich aan te sluiten bij ontwikkelgroepen.

Hieronder volgen puntsgewijs de ambities en ontwikkelpunten van het Hermann Wesselink College

De school wil:

de pedagogische vaardigheden van docenten vergroten, binnen het kader van de pedagogische

koers; een nieuw concept als ‘groeimindset’ krijgt daarin een plaats

de vaardigheden van docenten vergroten om (beter) om te gaan met verschillen in de klas

een arrangement voor hoogbegaafde/excellente leerlingen verder ontwikkelen

verdere professionalisering van docenten d.m.v. handelingsgericht werken en wil daarmee een

kwaliteitsverbetering realiseren in het planmatig werken en in effectiviteit van de

leerlingbespreking in teams

de afstemming tussen de scholen m.b.t. zij-instromers versterken en deze groep leerlingen zo

goed mogelijk opvangen en begeleiden, opdat ze binnenboord kunnen blijven. Dit geldt ook voor

de interne open afstroom

het educatief partnerschap versterken: ouders en de leerlingen actief betrekken bij onderwijs en

begeleiding van de leerling

het regieversterkend handelen van leerlingen verder ontwikkelen

de Trajectvoorziening meer inzetten op ondersteuning van de docenten

Tot slot

Zoals de begeleiding in school voortdurend in ontwikkeling is, zo is ook het schoolondersteuningsprofiel zelf nooit ‘af’. Aan het eind van het schooljaar 2016-2017 vindt evaluatie plaats. Op grond van deze evaluatie kan het profiel worden bijgesteld. Leerlingbegeleiding staat regelmatig op de agenda van allerlei geledingen in school zoals schoolleiding, Brede Staf, teamleidersoverleg en teams. Ons belangrijkste streven is dat Passend Onderwijs elke leerling helpt zijn schooltijd tot een succes te maken en bijdraagt aan een prettige schooltijd die wordt afgesloten met een diploma op het passende niveau.

Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs 2015- 2017.pdfIn het kader van de Wet op passend...

Documents

Transcript of Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs 2015- 2017.pdfIn het kader van de Wet op passend...