Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het...

26
Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015/2016

Transcript of Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het...

Page 1: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport

2015/2016

Page 2: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2

VoorwoordU krijgt dit document omdat u de enquête ten behoeve van ons BouwKennis Jaarrapport heeft ingevuld. Ik wil u hier via deze

weg voor bedanken. U gaf uw visie op de huidige stand van zaken in de bouwketen en uw verwachtingen voor de toekomst.

Uw input helpt BouwKennis bij het signaleren van trends en ontwikkelingen in de bouwketen. Zoals beloofd ontvangt u hierbij

een samenvatting met een aantal interessante resultaten.

Ook dit jaar bevat het BouwKennis Jaarrapport weer een compleet overzicht van de markt. We noemen het rapport daarom

ook weleens ‘de blauwdruk voor uw marketingplan’. De belangrijkste onderwerpen voor de moderne bouwmarketeer: de

stand van de economie, een prognose van het bouwvolume in de nieuwbouw- en renovatiemarkt, de deelmarkten waarop

de marktpartijen actief zijn, de DMU rondom bouwmaterialen, het oriëntatie- en inkoopgedrag van bouwbedrijven en de

stand van zaken op de marketingafdeling van toeleveranciers. BouwKennis streeft ernaar om dit rapport ieder jaar weer te

verbeteren. Ook in deze editie zijn weer een aantal toevoegingen gedaan, zoals het hoofdstuk ‘Strategische positionering’.

Hierin wordt de strategische focus van de bouwkolom onder de loep genomen aan de hand van de modellen van Ansoff en

Treacy en Wiersema.

Traditiegetrouw bevat het BouwKennis Jaarrapport een aantal verdiepende hoofdstukken. Dit jaar is dit onder andere het

hoofdstuk ‘Prefab in de B&U sector’ waarin gekeken wordt naar de mening en het gedrag van de bouwkolom rondom het

industrialiseren van het bouwproces. Daarnaast wordt in het hoofdstuk ‘Faalkosten: ontwikkelingen 2001-2015’ een ana-

lyse van het verloop van de faalkosten door de jaren heen gegeven. Via uitgebreid deskresearch en een analyse van de

onderzoeken van USP/BouwKennis door de jaren heen, wordt een genuanceerde visie gegeven op dit voor de bouw zeer

belangrijke onderwerp. In het hoofdstuk 'ICT op de bouwplaats' wordt efficiëntie in het bouwproces nader bekeken door

de rol van tablets op de bouwplaats te analyseren. Het zijn enkele van de hoofdstukken waarvan u aan de hand van deze

samenvatting een aantal highlights verkrijgt.

Ik wens u veel leesplezier en nieuwe inzichten.

Boudewijn Goedhart

Directeur BouwKennis

Page 3: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

3 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

2 Voorwoord

3 Inhoudsopgave

5 Opdrachtgevers en marktsegmenten

5 Omzetverdeling per marktsegment

7 Strategische positionering

9 DMU en inkoopgedrag in de bouw

9 Opzeggen contract

9 Duur contracten

9 Reden wisselen leverancier

11 Marketing bij toeleveranciers

13 Verdeling marketingbudget

15 Oriëntatiegedrag

16 Inzet social media

17 Prefab in de B&U-sector

18 Prefabprojecten: stijging 13%-punt

Colofon

UitgeverBouwKennis BVMax Euwelaan 513062 MA ROTTERDAMT 010-2066996E [email protected]

RedactieGuido van BeekPriscilla van der MeerRemco Tuns

VormgevingShirrin VonkRomy van Kleef (stagiair)

InlichtingenT 010-2066996E [email protected]

© Niets uit deze uitgave mag zon-der voorafgaande schriftelijke toe-stemming van de uitgever worden verveelvoudigd of gedupliceerd.

Inhoudsopgave

Page 4: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

19 Faalkosten: ontwikkelingen 2001-2015

19 Aanbesteden op kwaliteit

20 Kansen BIM

21 ICT op de bouwplaats

21 Tablet hulpmiddel bij BIM

22 Gemak en efficiency

23 Onderzoeksverantwoording

25 BouwKennis

Page 5: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

5 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Opdrachtgevers en marktsegmenten

In het hoofdstuk 'Opdrachtgevers en marktsegmenten' wordt de verdeling van de omzet per bouwpartij bekeken, maar ook hoe de opdrachten verkregen worden door aannemers B&U. De afgelopen jaren is het landschap veranderd als het gaat om omzetverdeling en opdrachtverkrijging in de bouw. Veel van de partijen in de bouw bewegen zich richting de markt voor onderhoud en renovatie. In dit deel van deze samenvatting richten we ons vooral op deze verschuiving.

De afgelopen jaren is de bouw flink geraakt door de crisis. Het aantal nieuw gebouwde objecten is afgenomen en con-

sumenten hebben de hand op de knip gehouden. Dit heeft ertoe geleid dat de verdeling van de omzet per segment van

de bouw is veranderd én nog aan het veranderen is.

Omzetverdeling per marktsegment

De afgelopen jaren is door de crisis de vraag naar nieuwbouwwoningen afgenomen. Architecten waren hierdoor genood-

zaakt een nieuwe bron van inkomsten aan te boren: woningonderhoud en -renovatie. Vanaf 2012 is een duidelijke

stijging te zien in het aandeel omzet dat behaald wordt met woningonderhoud en -renovatie. Op dit moment behalen

architecten 26% van hun omzet uit dit segment. Woningnieuwbouw begint langzaam uit het slop te komen en hierdoor is

er een toename te zien in het aandeel omzet dat behaald wordt met woningnieuwbouw (35%).

Ook bij de aannemers B&U valt deze trend waar te nemen. Het aandeel omzet dat behaald wordt met woningnieuwbouw

is de afgelopen jaren structureel gedaald en het aandeel dat behaald wordt met onderhoud en renovatie is gestegen.

Het lijkt erop dat het aandeel woningnieuwbouw weer langzaam zal gaan stijgen in de toekomst. Op dit moment behaalt

de aannemer B&U meer dan een derde (37%) van zijn omzet uit de renovatie en onderhoud van woningen en ongeveer

een kwart (23%) uit woningnieuwbouw.

Onderaannemers laten een stijging zien in het aandeel omzet dat behaald wordt uit woningonderhoud en -renovatie.

Het aandeel omzet staat op het hoogste punt (54%) sinds de start van de meting in 2005. Het aandeel van de omzet dat

behaald wordt met utiliteitsnieuwbouw (11%) en -onderhoud (15%) lijkt te stabiliseren de afgelopen jaren.

Figuur 1.1 Gedetailleerde omzetverdeling per marktpartij voor 2015 (in % van de totale omzet)

Architect Hoofdaannemer B&U Klusbedrijf Onderaannemer Installateur Ontwikkelaar

Woningnieuwbouw 35 24 7 13 11 45

Woningonderhoud/renovatie 26 37 72 54 32 19

Utiliteitsnieuwbouw 23 17 1 11 12 20

Utiliteitsbouw onderhoud en renovatie 12 16 10 15 22 6

Anders 6 7 10 8 25 11

Bron: BouwKennis, april 2015

Page 6: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 6

Voor klusbedrijven blijft woningonderhoud en -renovatie de belangrijkste bron van inkomsten en dit is de afgelopen jaren

alleen maar toegenomen. In totaal behalen klusbedrijven in 2015 bijna driekwart (72%) van hun omzet uit woningon-

derhoud en -renovatie. Onderhoud en renovatie van utiliteitsgebouwen is structureel afgenomen de afgelopen jaren en

komt uit op 10%.

De installateurs hebben een relatief constant aandeel omzet dat behaald wordt uit onderhoud en renovatie van zowel

woningen (32%) als utiliteitsgebouwen (21%). De afgelopen jaren heeft er een sterke daling plaats gevonden in het aan-

deel omzet uit utiliteitsnieuwbouw, van 27% in 2009 tot 12% anno 2015. De omzet uit woningnieuwbouw is ook gedaald

de afgelopen jaren tot 11%.

Ontwikkelaars zijn in grote mate afhankelijk van nieuwbouwprojecten. Ook dit jaar valt te zien dat het grootste deel van

de omzet uit dit segment wordt behaald (45% uit woningnieuwbouw, 20% utiliteitsnieuwbouw). Sinds het uitbreken van

de crisis is onderhoud en renovatie ook een segment waarin ontwikkelaars zich bewegen. De verwachting is dat de

woningnieuwbouw zal aantrekken en hier zullen ontwikkelaars mede van profiteren.

“Veel partijen in de bouw zijn zich in de afgelopen jaren steeds meer gaan

bewegen richting de markt voor onderhoud en renovatie”

Page 7: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

7 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Strategische positionering

In de achterliggende jaren van laagconjunctuur is de bouwkolom vooral bezig geweest met overleven. Voor veel bedrijven is het formuleren van een langetermijnstrategie daarom van ondergeschikt belang geweest. Om echter ook in de toekomst een gezond bedrijf te behouden, is een strategische positionering van essentieel belang. Het hoofdstuk ‘Strategische positionering’ gaat na in hoeverre en welke strategie de partijen in de bouwkolom inne-men. Speciaal voor deze samenvatting zoomen we in op de waardestrategieën van Treacy & Wiersema (1995).

Om op langere termijn succesvol te blijven, is het noodzakelijk voor ondernemingen om een strategie te hebben.

Bedrijven met een duidelijke strategische focus presteren gemiddeld genomen beter dan bedrijven die ad hoc werken.

De vraag daarbij is welke strategie bedrijven moeten innemen. Dit verschilt per onderneming, omdat een bedrijf de stra-

tegische focus moet afstemmen op zijn eigen unieke kwaliteiten. Toch zijn er ook generieke strategieën ontwikkeld in

het vakgebied strategische marketing. Het hoofdstuk ‘Strategische positionering’ analyseert specifiek voor de bouwko-

lom welke strategische focus de boventoon voert. Het methodisch kader hierbij wordt gevormd door de groeimatrix van

Ansoff, de waardestrategie van Treacy & Wiersema en de concurrentiestrategie van Porter. Special voor deze samenvat-

ting met hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015/2016 zoomen we zoals gezegd in op de uitkomsten rondom

de theorie van Treacy & Wiersema.

Het idee achter het model van Treacy & Wiersema is dat ondernemingen geen alleskunners kunnen zijn. Zo is het ene

bedrijf goed in efficiënt produceren, terwijl een ander bedrijf juist goed is in het bedenken van nieuwe producten. Het is

in de praktijk voor bijna niemand weggelegd om goed te zijn in alles. Daarom doen ondernemers er goed aan om een

keuze te maken voor een waardepropositie. In de visie van Treacy & Wiersema zijn er drie posities die kunnen worden

ingenomen door een onderneming:

1. Operational excellence: deze bedrijven gaan voor effi-

ciëncy, met als gevolg dat zij producten leveren met een

bovengemiddelde prijs-kwaliteitverhouding. De focus ligt

vooral op het managen van de supply chain.

2. Product leaderschip: het leveren van excellerende

producten of diensten staat in deze strategie voorop.

Centraal staan daarom innovatie, productontwikkeling en

hoge marges.

3. Customer intimacy: alles binnen deze strategie is geba-

seerd op het behouden van de goede relatie met de klant.

Het leveren van goede informatie vooraf, koopbegeleiding

tijdens het aankoopproces en het leveren van aftersales

is essentieel. Klantrelaties zijn niet beperkt tot één deal,

maar draaien om langetermijnrelaties.

Figuur 2.1 Waardestrategieën van Treacy & Wiersema

Bron: BouwKennis, april 2015

Productleiderschap(beste product)

Klantenpartnerschap(beste totaaloplossing)

Kostenleiderschap(beste totale kosten)

Drempelwaarde(minimaal verwachtingsniveau)

Prestatieniveau marktleiders

Page 8: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 8

Welke strategie hanteren de bedrijven in de bouwkolom? Over het algemeen is customer intimacy het populairst. Dat is

opvallend, omdat de bouw traditioneel op projectbasis werkt tegen de laagste prijs. Bij alle marktpartijen staat deze stra-

tegie op nummer één, alhoewel er accentverschillen zichtbaar zijn tussen de marktpartijen. Zo doen uitvoerende partijen

bijna niet aan product leadership, terwijl dit bij 29% van de fabrikanten de waardestrategie is. Dit is logisch, aangezien

sommige fabrikanten het moeten hebben van de unieke kwaliteiten van hun product. Ook ontwikkelaars volgen relatief

vaak de strategie van product leadership (30%), maar ook operational excellence (28%). Binnen de groep uitvoerende

partijen zetten hoofdaannemers zich ook vaak in de markt met operational excellence (32%). Dit strookt met traditionele

werkwijze waarbij de laagste prijs leidend is. Onderaannemers, klusbedrijven en installateurs geven aan vooral op basis

van klantrelaties zichzelf in de markt te zetten. Dit toont aan dat bouwen nog altijd een sector is waarin het netwerken

belangrijk is.

Figuur 2.2 Waardestrategie per marktpartij in de bouwkolom (in %)

Operational excellence Product leadership Customer intimacy Weet niet/geen mening

Architect 18 18 53 11

Advies- en bouwman. 17 16 61 6

Fabrikant 17 29 52 1

Handel 17 15 66 1

Onderaannemer 18 3 74 5

Hoofdaannemer B&U 32 9 53 5

Installateur 15 8 73 4

Klusbedrijf 13 3 74 11

Ontwikkelaar 28 30 40 3

Bron: BouwKennis, april 2015

“Customer intimacy is de populairste waardestrategie onder de onderzochte

marktpartijen. Dat is opvallend, omdat de bouw traditioneel op projectbasis werkt

tegen de laagste prijs.”

Page 9: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

9 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

DMU en inkoop-gedrag in de bouw

Voor marketeers en fabrikanten is het belangrijk om de Decision Making Unit (DMU) van de bouw in kaart te hebben. Wie maakt er de beslissingen tijdens een bouwproces, wie heeft er invloed op de materiaal- en merk-keuze en op wie moet er dus gericht worden in campagnes en andere marketingacties? Ook is het van belang om te weten via welk aankoopkanaal deze spullen uiteindelijk worden gekocht. Als laatste is het belangrijk om te weten om welke redenen klanten een contract verbreken zodat deze fouten kunt voorkomen. Speciaal voor deze samenvatting is er aandacht voor dit specifieke element.

Sommige bedrijven in de bouw hebben een contract met één of meerdere onderaannemers of leveranciers voor spe-

cifieke bouwproducten. Dit biedt meer zekerheid van een levering tegen een bepaalde prijs. Dit onderdeel van deze

samenvatting gaat dieper in op deze contracten: hoe vaak het voorkomt dat een contract wordt opgezegd, hoe lang al

werd samengewerkt en wat redenen waren voor de beëindiging van het contract. Ook zullen er redenen worden bespro-

ken die leiden tot het overstappen naar een andere leverancier.

Opzeggen contractAan hoofdaannemers B&U en ontwikkelaars is gevraagd wanneer ze voor het laatst een contract met een vaste leveran-

cier hebben opgezegd. Hieruit blijkt dat 26% van de ondervraagden geen contracten heeft met leveranciers. Van degene

die wel contracten hebben met leveranciers blijkt een kwart (25%) nog nooit een contract te hebben opgezegd. Vooral

kleinere bedrijven (50%) blijken vaak trouw te blijven aan de leveranciers.

Duur contractenDe contracten die zijn opgezegd kunnen een korte loopduur hebben gehad maar ook een lange. De verwachting is dat

naarmate het contract langer voortduurt er minder vaak een contract wordt ontbonden. Uit de resultaten van dit onder-

zoek blijkt echter dat als er een contract wordt opgezegd het in meer dan een kwart (29%) van de gevallen gaat om een

contract van tien jaar of langer. Dit betekent dus dat de partij waarmee het contract is afgesloten ook na tien jaar nog zijn

best moet doen om de aannemer B&U of ontwikkelaar tevreden te houden.

Reden wisselen leverancierIn meer dan de helft van de gevallen is het niet nakomen van de afspraken een struikelblok tijdens de contractperiode.

Ontevreden over de kwaliteit (35%) en de hoogte van de prijzen (26%) kunnen ook een ‘dealbreaker’ zijn voor hoofdaan-

nemers B&U en ontwikkelaars.

Aan alle uitvoerende partijen in de bouw is gevraagd naar de belangrijkste redenen waarom ze eventueel van leveran-

cier zouden wisselen. Opvallend is dat het vinden van een betere leverancier niet vaak de reden is om een contract te

verbreken (13%). In figuur 3.1 staan de redenen voor elke uitvoerende bouwpartij. Hieruit komt naar voren dat vooral prijs

en levering belangrijke redenen zijn voor het kiezen van een andere leverancier. Het is dus van belang om als leverancier

van bouwproducten op deze twee aspecten te letten als men de klant tevreden wilt houden.

Page 10: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 10

Figuur 3.1 Redenen voor het wisselen van leverancier

Onderaannemer Hoofdaannemer B&U Installateur Klusbedrijf

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

* Gedeelde plaats

Bron: BouwKennis, april 2015

Producten zijn elders

goedkoper te verkrijgen (55%)

Levering komt niet op tijd (50%)

Slechte klachtenafhandeling

(38%)

Onjuiste levering (33%)

Slecht advies (31%)

Slechte aftersales (14%)

Te veel ongevraagde informa-

tie van de leverancier (3%)

Te veel advertenties (0%)

Producten zijn elders goed-

koper te verkrijgen (63%)*

Levering komt niet op tijd

(63%)*

Onjuiste levering (33%)*

Slechte klachtenafhandeling

(33%)*

Slecht advies (29%)

Slechte aftersales (16%)

Te veel advertenties (3%)

Te veel ongevraagde informa-

tie van de leverancier (0%)

Producten zijn elders goedko-

per te verkrijgen (62%)

Levering komt niet op tijd

(53%)

Onjuiste levering (52%)

Slechte klachtenafhandeling

(27%)

Slechte aftersales (23%)

Slecht advies (18%)

Te veel ongevraagde informa-

tie van de leverancier (1%)

Te veel advertenties (0%)

Producten zijn elders goedko-

per te verkrijgen (63%)

Levering komt niet op tijd

(47%)

Slecht advies (37%)

Onjuiste levering (29%)

Slechte klachtenafhandeling

(16%)

Te veel ongevraagde informa-

tie van de leverancier (8%)

Slechte aftersales (5%)

Te veel advertenties (3%)

“In meer dan de helft van de gevallen is

het niet nakomen van de afspraken een

struikelblok tijdens de contractperiode.”

Page 11: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

11 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Marketing bij toeleveranciers

Het hoofdstuk ‘Marketing bij toeleveranciers’ gaat in op de gehanteerde marketingstrategie van toeleveranciers in de bouw. Voor deze samenvatting met hoogtepunten is er voor gekozen om het marketingbudget van toeleve-ranciers uit te lichten. Hoe hoog is het budget en voor welke aspecten wordt het ingezet?

Het BouwKennis Jaarrapport brengt al vanaf 2007 de ontwikkeling van het marketingbudget bij fabrikanten en handela-

ren in kaart. Er wordt onder andere gevraagd of het beschikbare budget als aandeel van de omzet hoger, lager, of gelijk is

aan het voorgaande jaar. Ook wordt elk jaar gevraagd hoe de marketingeuro’s over de verschillende posten zijn verdeeld.

Het marketingbudget van de toelevering laat een positieve ontwikkeling zien ten opzichte van een jaar eerder. Van de

handelaren geeft 30% aan dat het marketingbudget voor 2015 hoger is dan een jaar eerder. Bij fabrikanten is dit aandeel

27%. Deze percentages bedroegen een jaar eerder respectievelijk 21% en 20%.

De historische overzichten in figuur 4.1 en figuur 4.2 geven duidelijk weer dat de conjunctuur invloed heeft op het beschik-

bare marketingbudget. De wereldwijde kredietcrisis raakte ook de Nederlandse economie hard. In 2009 kromp de econo-

mie met maar liefst 3,8%. Dat had ook duidelijk zijn weerslag op het beschikbare marketingbudget. Zo valt onder andere

de duikeling op van het aandeel fabrikanten en handelaren dat in 2009 een hoger marketingbudget had dan in 2008. Ook

in andere jaren is het verband tussen economische groei en beschikbaar marketingbudget duidelijk aanwezig.

Vanaf de zomer van 2013 tot het voorjaar van 2014 verbeterde de conjunctuur continu, daarna ging de verbetering

stapsgewijs. In 2014 werd het eerste positieve economische groeicijfer (1%) sinds twee jaar genoteerd. Het Centraal

Planbureau (CPB) verwacht voor 2015 een economische groei van 2%. Het percentage toeleveranciers dat aangeeft

een hoger marketingbudget te hebben dan het voorgaande jaar loopt vrijwel parallel met deze economische ontwikke-

ling. Van de handelaren geeft 30% aan dat het marketingbudget voor 2015 hoger is dan voor 2014. Bij fabrikanten is dit

aandeel 27%.

“Van de handelaren geeft 30% aan dat

het marketingbudget voor 2015 hoger is

dan een jaar eerder. Bij fabrikanten is dit

aandeel 27%.”

Page 12: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 12

Figuur 4.1 Handel: marketingbudget ten opzichte van voorgaande jaar en BBP, 2007 – 2015 (in %)

Bron: BouwKennis, april 2015

*Interpolatie Prognose

Lager dan vorig jaar (linker as)Gelijk aan vorig jaar (linker as)Hoger dan vorig jaar (linker as)

20070

10

20

30

40

50

60

70

80

-4,0-3,5-3,0-2,5-2,0-1,5-1,0-0,50,00,51,01,52,02,53,03,54,0

20082009

20102011

2012*2013*

20142015

Weet niet/geen mening (linker as)BBP (rechter as)

Figuur 4.2 Fabrikant: marketingbudget ten opzichte van voorgaande jaar en BBP, 2007 – 2015 (in %)

Bron: BouwKennis, april 2015

*Interpolatie Prognose

Lager dan vorig jaar (linker as)Gelijk aan vorig jaar (linker as)Hoger dan vorig jaar (linker as)

2007

0

10

20

30

40

50

60

-4,0-3,5-3,0-2,5-2,0-1,5-1,0-0,50,00,51,01,52,02,53,03,54,0

20082009

20102011

2012*2013*

20142015

Weet niet/geen mening (linker as)BBP (rechter as)

Page 13: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

13 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Verdeling marketingbudget

Wanneer naar de verdeling van het budget wordt gekeken, valt op dat gemiddeld het grootste deel van het marketingbud-

get in 2015 bestemd is voor marketingcommunicatie. Zowel fabrikanten als handelaren noteren een aandeel van 41%.

Verkooppersoneel is na marketingcommunicatie gemiddeld de grootste post, 28% van het marketingbudget wordt door de

toelevering aan deze post besteed. Productontwikkeling maakt de ‘top-3’ met een gemiddeld aandeel van 16% compleet.

Het economische herstel is ook te zien in de verdeling van het marketingbudget. Vooral de ontwikkeling van het budget

voor verkooppersoneel en marketingcommunicatie valt op. In tijden van crisis ligt de focus duidelijk op verkoop en gaat

dit ten koste van aspecten als marketingcommunicatie. Dit geldt voor zowel de fabrikanten als de handel. De sterke

daling van het BBP in 2009 zorgde er bijvoorbeeld voor dat de marketingbudgetten in 2010 vooral werden gebuikt voor

verkooppersoneel. In 2011 werd er daarentegen weer gereageerd op de korte opleving van het BBP in 2010: het aandeel

voor verkooppersoneel daalde terwijl het aandeel voor marketingcommunicatie juist steeg.

Voor de handel geldt dat het aandeel van het marketingbudget dat naar marketingcommunicatie gaat al vanaf 2012 zo

rond de 40% ligt. In 2015 is dit niet anders. Het aandeel dat naar verkooppersoneel gaat, daalt in 2015 echter van 36%

naar 27%. Voor fabrikanten geldt dat het aandeel voor marketingcommunicatie stijgt van 30% naar 41% in 2015. Het

aandeel voor verkooppersoneel daalt maar liefst van 41% naar 29%. De focus op sales die de afgelopen jaren duidelijk

aanwezig was, is duidelijk aan het afnemen.

Figuur 4.3 Handel: verdeling marketingbudget naar aspecten, 2007 – 2015 (in %)

Bron: BouwKennis, april 2015

Marketingcommunicatie (linker as)Marktonderzoek (linker as)Productontwikkeling (linker as)

2007

0

10

20

30

40

50

60

70

80

-4,0-3,5-3,0-2,5-2,0-1,5-1,0-0,50,00,51,01,52,02,53,03,54,0

20082009

20102011

20122013

20142015

Verkooppersoneel (linker as)Consultancy (linker as)BBP (T+1) (rechter as)

Page 14: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 14

Figuur 4.4 Fabrikant: verdeling marketingbudget naar aspecten, 2007 – 2015 (in %)

Bron: BouwKennis, april 2015

Marketingcommunicatie (linker as)Marktonderzoek (linker as)Productontwikkeling (linker as)

2007

0

10

20

30

40

50

60

70

80

-4,0-3,5-3,0-2,5-2,0-1,5-1,0-0,50,00,51,01,52,02,53,03,54,0

20082009

20102011

20122013

20142015

Verkooppersoneel (linker as)Consultancy (linker as)BBP (T+1) (rechter as)

“De aantrekkende economie lijkt er vooral onder fabrikanten voor te zorgen dat

het aandeel voor marketingcommunicatie toeneemt. Het aandeel dat wordt

besteed aan verkooppersoneel neemt bij toeleveranciers juist sterk af.”

Page 15: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

15 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Oriëntatiegedrag

In dit hoofdstuk wordt het oriëntatiegedrag van partijen binnen de bouwketen uitgediept. Hierin is er onder andere speciale aandacht voor het gebruik van social media door partijen in de bouw. Speciaal voor deze samenvatting selecteerden we dit onderwerp. Hoe wordt social media door partijen in de bouwketen gebruikt? Zijn zij er vooral om te oriënteren, om te verkopen of is het een manier om te netwerken?

Aan de verschillende marktpartijen is in eerste instantie gevraagd van welke social media momenteel gebruikt wordt

gemaakt. Hierbij is aangegeven dat dit zowel zakelijk als privé kan zijn. Gemiddeld geeft 7% aan geen social media te

gebruiken. Daarnaast weet 15% het niet of heeft geen mening.

Gemiddeld wordt Facebook het vaakst genoemd als

social media platform waar momenteel gebruik van wordt

gemaakt. Met uitzondering van de architecten wordt dit

platform door alle partijen het meest genoemd. LinkedIn

bevindt zich stevig op de tweede plek. Gemiddeld geeft

43% van de marktpartijen aan dit social media platform

te gebruiken. Vooral onder architecten (65%) is LinkedIn

populair en wordt vaker als gebruikt social medium

genoemd dan Facebook.

LinkedIn is daarnaast ook een medium waarvan relatief veel partijen verwachten dat ze het de komende twee jaar meer

zullen gebruiken. Hierbij valt wederom de focus van architecten op dit zakelijke netwerk op. Facebook wordt ook relatief

veel genoemd als social media platform dat de komende twee jaar vaker zal worden gebruikt, met uitzondering van

architecten en iets mindere mate de E-installateurs. Gemiddeld verwacht bijna een op de vier partijen geen enkel social

media platform de komende jaren vaker te gaan gebruiken. Eenvijfde weet het niet of heeft geen mening.

Figuur 5.1 Gebruikte social media (in %)

Architect Aannemer B&U E-installateur W-installateur Klusbedrijf

Facebook 54 62 44 54 57

LinkedIn 65 44 33 37 21

Twitter 24 24 10 23 19

Google+ 0 5 12 9 15

WhatsApp 0 8 8 7 9

Pinterest 4 0 2 1 6

YouTube 0 3 2 0 5

Instagram 0 0 2 4 0

Yammer 0 0 0 4 0

Anders 0 0 0 1 0

Geen 11 7 9 5 3

Weet niet/geen mening 12 19 12 22 17

Bron: BouwKennis, mei 2015

“LinkedIn is het social media platform

waarvan relatief veel partijen verwach-

ten dat ze het de komende twee jaar

meer zullen gaan gebruiken.”

Page 16: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 16

Inzet social media Hoewel social media ook als direct oriëntatiemiddel steeds meer op de kaart komen te staan, blijkt uit het onderzoek dat

ze hiervoor in vergelijking met bijvoorbeeld vakbladen en beurzen nog relatief weinig worden toegepast. Toch zijn par-

tijen in de bouw wel degelijk op social media aanwezig. Dit kan uiteraard ‘privé’ zijn. Daarnaast kan het natuurlijk ook in

zakelijk opzicht tal van andere functies hebben voor uitvoerende en voorschrijvende partijen. Het zijn voor deze partijen

potentiële podia om te netwerken of de eigen klanten te informeren.

Gemiddeld geeft 42% van de partijen aan dat men naast de functie van oriëntatiebron, in zakelijk opzicht verder geen

gebruik maakt van social media. Wanneer social media wel nog anders wordt ingezet, gaat het vooral om netwerken

(26%). Dit geldt met name voor de architecten waarvan iets meer dan één op de vier aangeeft social media hiervoor te

gebruiken. Het gebruik van LinkedIn lijkt hier nauw mee samen te hangen. Netwerken is vooral populair onder architec-

ten en zij maken tevens het meest gebruik van dit specifieke kanaal.

Figuur 5.2 Gebruik social media naast oriëntatie (in %)

Architect Aannemer B&U E-installateur W-installateur Klusbedrijf

Netwerken 41 23 18 25 29

Verbeteren naambekendheid/imago 16 22 12 15 6

Eigen verkoop stimuleren 18 9 - 11 11

Delen kennis 7 - - - 9

Informeren doelgroepen - 8 - 3 10

Bereikbaar zijn voor eigen klanten 4 5 10 - -

Bron: BouwKennis, mei 2015

Page 17: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

17 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Prefab in de B&U-sector

Een van de themahoofdstukken gaat dit jaar over de markt rondom geprefabriceerde producten in de bouw. De term wordt vaak afgekort tot ‘prefab’, wat ook is gedaan in deze samenvatting. We richten ons hierbij op het huidige gebruik van prefab toepassingen door partijen in de bouwketen. Een kanttekening is dat prefab geen vastomlijnd begrip is. Wat de een ziet als prefab zal door de ander als een ‘normaal’ bouwproduct worden beschouwd. De resultaten moeten daarom ook met deze opmerking in het achterhoofd geïnterpreteerd worden.

De aandacht voor prefabricage in de bouw neemt nog altijd toe. De beoogde voordelen zoals een snellere bouwtijd

en vermindering van faalkosten passen dan ook bij de vraagstukken waar de bouwketen momenteel mee worstelt. De

vraag in welke mate al gebruik wordt gemaakt van prefab toepassingen, is sectorbreed voorgelegd aan ontwikkelaars,

bouwmanagement- en adviesbureaus, architecten, hoofdaannemers B&U, onderaannemers en installateurs. Van deze

partijen geeft gemiddeld 69% aan wel eens prefab gebruikt te hebben.

Niet alle marktpartijen gebruiken prefab echter even intensief. Het blijkt dat vooral de coördinerende partijen in de uit-

voerde bouw (hoofdaannemers 87% en ontwikkelaars 89%) wel eens prefab hebben gebruikt. Installateurs (40%) en

gespecialiseerde onderaannemers (33%) hebben aanzienlijk minder te maken met prefab. Ook aan de ontwerpkant

hebben de meeste bedrijven wel eens te maken gehad met prefab (architecten 92% en advies- en bouwmanagement-

bureaus 71%).

Uit het onderzoek blijkt dat wanneer bedrijven al ervaring met prefab hebben, ze meestal al langere tijd met prefab bezig

zijn. Een meerderheid van de bedrijven (60%) is al tien of meer jaar met prefab bezig. Minder dan 10% is twee jaar of

minder met prefab in de weer.

Figuur 6.1 Prefabgebruik naar type marktpartij en naar aantal jaar dat men prefab toepast (in %)

Bron: BouwKennis, juli 2015

Architect

Advies- en bouwman.

Hoofdaannemer B&U

Onderaannemer

Installateur

Ontwikkelaar0 20 40 60 80 100

92

71

87

33

40

89

Minder dan 1 jaar

1 tot 2 jaar

2 tot 5 jaar

5 tot 10 jaar

Meer dan 10 jaar

Weet niet/geen mening0 10 20 30 40 50 60

3

5

9

22

60

1

Page 18: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 18

Prefabprojecten: stijging 13%-puntAan de bedrijven die wel eens prefab hebben gebruikt, is doorgevraagd in hoeveel procent van hun projecten zij in

het afgelopen jaar prefab hebben toegepast. Het blijkt dat in de helft (48%) van de projecten prefab is gebruikt. Aan

deze prefab-gebruikers is verder gevraagd in hoeveel procent van hun projecten zij in 2020 denken prefab toe te pas-

sen. Zij verwachten dat dit in 61% van de projecten het geval zal zijn. Dat betekent dus dat de gebruikers van prefab

in de bouwkolom verwachten dat hun aandeel projecten met prefab-toepassingen met 13%-punt zal toenemen in de

komende vijf jaar.

Figuur 6.2 Verwachte groei van aandeel projecten met prefab onder prefab-gebruikers (in %)

Ontwerpend Uitvoerend Opdrachtgevend Gemiddelde

2015 43 54 62 48

2020 60 46 72 61

Δ%-punt +17 -8 +10 +13

Bron: BouwKennis, juli 2015

“De gebruikers van prefab in de bouwkolom verwachten dat hun aandeel projecten

met prefab-toepassingen met 13%-punt zal toenemen in de komende vijf jaar. “

Page 19: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

19 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

Faalkosten: ontwik-kelingen 2001-2015

In het hoofdstuk ‘Faalkosten: ontwikkelingen 2001-2015’ wordt aan de hand van desk-research, nieuw en histo-risch onderzoek een genuanceerde visie gegeven op dit voor de bouw zeer belangrijke onderwerp. Hierbij komen de belangrijkste begrippen en definities langs. Daarna wordt de faalkosten-discussie in historisch perspectief geplaatst, aan de hand van een analyse van het verloop van de faalkosten door de jaren heen. Het hoofdstuk sluit af met conclusies uit het gepresenteerde materiaal en een vooruitblik op de toekomstige ontwikkeling van faalkosten. Voor deze samenvatting kijken we naar wat volgens de sector de meest effectieve manier is om faalkosten te reduceren.

Wat is de meest effectieve manier om faalkosten te reduceren? Dit vraagstuk is in 2014 en 2015 aan de bouwko-

lom voorgelegd. Vooroverleg met alle betrokken partijen komt in 2014 en 2015 als belangrijkste uit de bus. In 2015

bedraagt dit percentage zelfs 28%. Vooroverleg neemt op voorhand al communicatieproblemen weg, het zorgt ervoor

dat mogelijke problemen zo vroeg moegelijk worden opgelost en het zorgt mogelijk ook voor meer vertrouwen tussen

de betrokken partijen.

Als tweede meest effectieve manier om faalkosten te reduceren wordt het werken met vaste partners genoemd.

Samenwerking in een meer vaste vorm brengt sowieso op communicatiegebied vele voordelen met zich mee. Partijen

zijn op elkaar ingespeeld en kunnen elkaar vertrouwen. Helaas is het niet altijd mogelijk om met vaste partners te werken

in de bouw. Dit hangt vooral ook af van de wensen van de opdrachtgever.

Aanbesteden op kwaliteit Op de derde plek staat het aanbesteden op kwaliteit in plaats van de laagste prijs. Opvallend is echter dat deze manier

om faalkosten te reduceren stukken minder vaak is genoemd in 2015 (10%) dan in 2014 (21%). Daarentegen wordt het

werken met gestandaardiseerde oplossingen (10%) en het werken met prefab-elementen (10%) veel vaker genoemd

dan in 2014.

De redenen voor deze verschuivingen in slechts een jaar tijd zijn moeilijk te verklaren. Recentelijk is heeft het bouwen

met concepten een vlucht genomen. Dit blijkt onder andere uit de jaarverslagen van grote bouwers. Ook hebben de

ontwikkelingen binnen ‘De Stroomversnelling’ mogelijk bijgedragen aan het positieve imago van conceptuele renovaties.

Page 20: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 20

Figuur 7.1 Meest effectieve manier om faalkosten te reduceren (in %)*

2014 2015

Vooroverleg met alle betrokken partijen 25 28

Werken met vaste partners 21 23

Aanbesteden op kwaliteit ipv prijs 21 10

Werken met gestandaardiseerde totaaloplossingen 4 10

Werken met prefab-elementen 1 9

Werken met BIM 8 5

Werken met prestatiecontracten 1 2

Betere evaluatie van projecten met alle betrokken partijen 8 5

Anders 3 4

Weet niet/geen mening 9 4

Bron: BouwKennis, 2014/2015

*Deze vraag is voorgelegd aan ontwikkelaars, hoofdaannemers B&U, gespecialiseerde onderaannemers en installateurs.

Kansen BIMBIM wordt nog maar relatief weinig genoemd als meest effectieve manier om de faalkosten te reduceren. In theorie

stroomlijnt BIM de processen in de bouw. De bouwkolom kan wellicht nog niet goed inschatten wat BIM met faalkosten

doet. Daarvoor zijn de ervaringen mogelijk nog te summier.

Het kan ook zo zijn dat de overgang naar een nieuwe werkwijze met BIM gepaard gaat met vele ‘kinderziektes’: door het

wennen verlopen projecten mogelijk juist minder soepel in eerste instantie. Na een leercurve van enkele jaren kan dit

wellicht veranderen. Het succes van BIM hangt vooral samen met de mate waarin de samenwerking tussen de betrok-

ken partijen van de grond komt. BIM staat of valt met intensieve ketensamenwerking. Indien aan deze voorwaarde wordt

voldaan, zal het zeker bijdragen aan faalkostenreductie.

“Vooroverleg met alle betrokken partijen en werken met vaste partners worden

gezien als meest effectieve manier om faalkosten te reduceren.”

Page 21: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

21 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

ICT op de bouwplaats

In het derde themahoofdstuk van het BouwKennis Jaarrapport 2015/2016, zijn de pijlen gericht op ICT en hoe het kan bijdragen aan het bouwproces. Er wordt hierbij niet ingegaan op het daadwerkelijke effect: zijn bouwpro-jecten waarin ICT een grote rol speelt, efficiënter dan projecten waarin dit niet het geval is? Wel zoomen we in op de rol van een specifiek instrument: de tablet.

De bouwketen is al jaren op zoek naar manieren om efficiënter en klantgerichter te opereren. De huidige structuur van

de bouwketen (o.a. unieke projecten, hoge concurrentiedruk) en het gedrag dat hier uit voortkomt (o.a. beperkte leer-

curve, weinig standaardisatie, weinig onderling vertrouwen) staan dit proces vaak in de weg. Dit betekent echter niet dat

veranderen onmogelijk is. In de zoektocht naar een professionelere bouwketen wordt er onder andere veel verwacht van

intensievere samenwerking, totaaloplossingen en een verdere invoering van ICT binnen de bouw.

In dit laatste onderdeel van deze samenvatting staan we stil bij laatstgenoemde ‘methode’. ICT is uiteraard een ruim begrip

en kan op diverse manieren worden toegepast en kent hierbij bovendien verschillende gradaties qua inspanning. Zo is de

invoering van Enterprise Resource Planning (ERP) ingewikkelder dan de introductie van smartphones voor personeel.

Doorgaans geldt dat het effect op de effectiviteit van de organisatie groter wordt naarmate de inspanning toeneemt. Kleine

toepassingen en middelen zullen echter ook vaak instrumenten zijn in het behalen van deze hogere doelen.

Het hoofdstuk ‘ICT op de bouwplaats’ brengt in kaart in welke mate partijen in de bouwketen momenteel gebruik maken

van een tablet als ondersteuning bij hun dagelijkse werkzaamheden. Dit maakt duidelijk hoe de tablet momenteel wordt

ingezet door gebruikers maar ook waarom niet-gebruikers zonder tablet opereren. Daarnaast is er aandacht voor de

koppeling tussen BIM-modellen en de tablet. BIM wordt door velen gezien als het summum van digitalisering in de bouw

en hét middel voor een efficiënter bouwproces. Uit de praktijk blijkt echter dat een BIM-ontwerp niet altijd een vlekkeloos

bouwproces oplevert. Dit komt onder andere omdat de digitaliseerde informatie de bouwplaats niet in digitaliseerde vorm

bereikt. Een tablet kan hier in positieve zin een bijdrage aan leveren.

Tablet hulpmiddel bij BIMHet blijkt inderdaad dat de vertaling van BIM richting

de bouwplaats in het merendeel van de gevallen via

2D-tekening plaatsvindt en nog maar relatief weinig digi-

taal. Toch geeft ook al ruim een kwart van de uitvoerenden

die betrokken is geweest bij BIM-projecten aan dat de

vertaling richting de bouwplaats over het algemeen al via

de tablet plaatsvindt.

Als gevraagd wordt naar de meest geschikte manier om BIM-projecten te vertalen komt de tablet duidelijk als winnaar

uit de bus. Er is nog altijd een relatief grote groep onder zowel voorschrijvende als uitvoerende partijen die een voorkeur

heeft voor een 2D-tekening. Wellicht speelt de algemene acceptatie van de tablet hierbij een rol. Het blijkt dat relatief

veel uitvoerende partijen de tablet niet bij de dagelijkse werkzaamheden vindt passen of liever niet digitaal werkt.

“Als gevraagd wordt naar de meest

geschikte manier om BIM-projecten

naar de bouwplaats te vertalen, komt de

tablet duidelijk als winnaar uit de bus.”

Page 22: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 22

Gemak en efficiencyDe tablet kan ook zonder dat het geïntegreerd is in BIM een positieve bijdrage leveren aan het bouwproces. Van de

uitvoerende partijen maakt 29% (wel eens) gebruik van tablets bij dagelijkse werkzaamheden. Gemak en efficiency zijn

hierbij gemiddeld de meest genoemde redenen. Ook snelheid wordt relatief vaak door aannemers B&U genoemd. Zij

zien het ook het vaakst als manier om het bedrijf te profileren. Zij zijn nog altijd vaak verantwoordelijk voor het bouwpro-

ces en hebben hierin ook een coördinerende rol. Tablets zijn een modern en tastbaar middel voor aannemers om aan

te tonen dat ze een efficiënte bouwproces hoog in het vaandel heeft staan. Er lijkt daarentegen nog niet vaak specifiek

om de inzet van tablets gevraagd te worden door opdrachtgevers, al geeft toch nog bijna een op de tien aannemers aan

dat dit de reden is om tablets in te zetten. Onder installateurs is dit percentage minimaal. Installateurs geven wel relatief

vaak aan dat het gebruik van tablets steeds gebruikelijker is bij projecten en dat men daarom zelf ook tablets gebruikt.

De tablet wordt momenteel vooral gebruikt voor het verkrijgen informatie over materialen en toepassingen, het maken

van foto’s, het lezen van tekeningen en het versturen van data.

Figuur 8.1 Gebruik tablet dagelijkse werkzaamheden bouwplaats

Bron: BouwKennis, juni 2015

29% uitvoerenden maakt u wel eens gebruik van een tablet bij dagelijkse werkzaamheden.

Afbouwers (18%) blijven achter bij aannemers B&U (34%) en installateurs (35%).

Belangrijkste redenen gebruik:

gemak 55%efficiency 41%

Tablet wordt vooral gebruikt voor: verkrijgen informatie over materialen en toepassingen (29%), het maken van foto’s (26%), het lezen van tekeningen (22%) en het versturen van data (21%).

Een kwart van de uitvoerenden die betrokken is geweest bij BIM-projecten geeft aan dat de vertaling richting de bouwplaats over het algemeen al via de tablet plaatsvindt. Zowel architecten (25%) als uitvoerenden (31%) die betrokken zijn geweest bij BIM-projecten noemen de tablet als meest geschikte manier om BIM te vertalen richting de bouwplaats.

Redenen geen gebruik tablet:

• Past niet bij werkzaamheden (42%)

• Onnodig (22%)

• Werkt liever niet digitaal (13%)

• Te kwetsbaar voor werkzaamheden (12%)

Page 23: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

23 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

OnderzoeksverantwoordingHet BouwKennis Jaarrapport is een rapport dat bestaat uit een uitgebreid onderzoek naar de stand van zaken in de

burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U). Het is een combinatie van deskresearch en een enquête onder alle stakeholders in

de bouwkolom. De ondervraagde partijen bevinden zich in alle fasen van het bouwproces: opdrachtgevende partijen

(ontwikkelaars), ontwerpende partijen (architecten, advies- en bouwmanagementbureaus), uitvoerende partijen (hoofd-

aannemers B&U, gespecialiseerde onderaannemers, installateurs, klusbedrijven) en toeleverende partijen (fabrikanten

en handelaren van bouwmaterialen).

Doorlooptijd onderzoekHet veldwerk en de dataverwerking is uitgevoerd door USP Marketing Consultancy. De enquête is via een online vra-

genlijst afgenomen. Respondenten zijn benaderd via de volgende kanalen: Bouwpanel.nl (online panel van USP), een

database van toeleveranciers van BouwKennis en tot slot via open kanalen zoals de nieuwsbrief van BouwKennis en

een open link op LinkedIn. Het leeuwendeel van de respondenten is via Bouwpanel.nl bereikt.

Het veldwerk is voor deze editie opgedeeld in twee delen. De reden voor het opsplitsen van de vragenlijst in twee

delen heeft een aantal redenen. Ten eerste zorgt het opknippen van de vragenlijst voor een verminderde enquêtelast

bij de deelnemers aan het onderzoek. Daarnaast zorgt het opsplitsen van de vragenlijst ervoor dat er simpelweg meer

onderwerpen aan bod kunnen komen. Het onderzoek wordt erdoor verbreed. Na het opleveren van de data, verwerkt

BouwKennis de resultaten van het veldwerk in combinatie met deskresearch tot het rapport. Het resultaat is dus een unieke

samenwerking tussen onderzoeksbureau USP en de marktkennis van BouwKennis.

ResponsDe respons voor deze editie van het onderzoek is weergegeven in onderstaande tabel. De totale bruikbare respons voor

deel 1 van het veldwerk waren 595 enquêtes, voor deel 2 waren dat 400 stuks. Niet alle marktpartijen zijn ook voor deel

2 benaderd. Dit komt doordat deze vragenlijst voor sommige marktpartijen niet relevant was.

Het onderzoek is door verschillende functionarissen binnen organisaties ingevuld. Bij de kleinere bouw- en installatie-

bedrijven betreft dit doorgaans de directeur. Bij adviseurs, architecten en ontwikkelaars zijn het doorgaans directieleden

en projectleiders. Bij de handel en fabrikanten zijn de enquêtes ingevuld door directeuren en marketingmanagers. De

marktpartij ‘installateurs’ kent E-installateurs, W-installateurs en partijen die zichzelf als allround installateur bestempe-

len. Bij de marktpartij ‘gespecialiseerde onderaannemers’ hebben schilders, glasplaatsers en stukadoors het grootste

aandeel. Onder ontwikkelaars vallen zowel pure ontwikkelaars als ontwikkelende bouwers.

Projectplanning BouwKennis Jaarraport 2015/2016

Bron: USP/BouwKennis, 2015

Weeknummer: 6 7 8 9 1 0 11 1 2 1 3 1 4 1 5 1 6 1 7 1 8 1 9 2 0 2 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 2 9 3 0 3 1 3 2

Februari Maart April Mei Juni Juli

Vragenlijst deel 1

Vragenlijst deel 2

Veldwerk/analyse deel 1

Veldwerk/analyse deel 2

Schrijven deel 1

Schrijven deel 2

Oplevering rapport

Page 24: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 24

Datamateriaal per hoofdstukHet cijfermateriaal in de verschillende hoofdstukken is niet allemaal gebaseerd op dezelfde enquête. Dit betekent dat de

resultaten door het rapport heen niet altijd exact met elkaar te vergelijken zijn. Aangezien het om veelal totaal verschil-

lende onderwerpen gaat, is dat geen probleem. Ook is in sommige hoofdstukken gebruik gemaakt van deskresearch.

Waar dit is gedaan, zijn de voornaamste bronnen aangegeven. Achterin dit rapport staat een uitgebreide bronnenlijst,

waarin u de aangehaalde onderzoeken kunt nazoeken.

Naast het veldwerk dat speciaal voor dit rapport is uitgevoerd, is er voor enkele hoofdstukken ook gebruik gemaakt van

andere enquêtes. Het hoofdstuk ‘Oriëntatiegedrag’ is gebaseerd op een enquête voor de Communicatiemonitor 2015/2016,

een rapport van BouwKennis dat in mei 2015 is verschenen. Hierin is het complete communicatiegedrag van de bouwkolom

in kaart gebracht. In het BouwKennis Jaarrapport wordt gebruik gemaakt van een aantal highlights uit deze monitor.

De enquête voor de Communicatiemonitor is telefonisch afgenomen onder 600 respondenten, verdeeld over 100 respondenten

per marktpartij: architecten, hoofdaannemers B&U, klusbedrijven, E-installateurs, W-installateurs en corporaties. Laatstgenoemde

marktpartij is niet in de Communicatiemonitor opgenomen, maar wordt in dit rapport indien mogelijk wel gerapporteerd.

Tot slot is voor het hoofdstuk ‘ICT op de bouwplaats’ gebruik gemaakt van een enquête in het doorlopende onderzoek

voor de Bouwbarometer® van USP en BouwKennis. Hierin worden per kwartaal 700 bedrijven ondervraagd, verdeeld

over 100 respondenten per marktpartij: architecten, aannemers B&U, aannemers GWW, installateurs, afbouwers, klus-

bedrijven en handelaren.

Respons enquête, aantal respondenten

Veldwerkperiode 1 Veldwerkperiode 2

Architect 45 48

Advies- en bouwman. 70 49

Fabrikant 82 64

Handelaar 71 -

Onderaannemer 101 49

Hoofdaannemer B&U 95 89

Installateur 73 54

Klusbedrijf 38 -

Ontwikkelaar 36 47

Totaal 611 400

Bron: BouwKennis, 2015

Gebruikt datamateriaal

Hoofdstuk Datamateriaal Externebronnen

1 Economie en demografie Deskresearch CBS, EIB, CPB

2 Omzet bouwketen Veldwerkperiode 1, deskresearch CBS, EIB

3 Ramingen woning- en utiliteitsbouw Prognoses BouwKennis uit juni 2015 CBS. Kadaster, NVB

4 Marktsegmenten en opdrachtgevers Veldwerkperiode 1 CBS

5 Strategische positionering Veldwerkperiode 1

6 DMU en inkoopgedrag Veldwerkperiode 1

7 Marketing bij toeleveranciers Veldwerkperiode 1

8 Oriëntatiegedrag Enquête Communicatiemonitor (telefonisch)

9 Prefab Veldwerkperiode 2, deskresearch CBS

10 Faalkosten Diverse onderzoeken USP/BouwKennis 2001-2015, deskresearch USP, Cobouw, SBR, PwC

11 ICT op de bouwplaats Enquête Bouwbarometer (deels telefonisch, deels online)

12 Agile Marketing Veldwerkperiode 2

Bron: BouwKennis, 2015

Page 25: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

25 Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrappor 2015-2016

BouwKennisBouwen begint met BouwKennis. Want BouwKennis is dé marktinformatieleverancier voor de bouw-, vast-goed- en installatiesector. BouwKennis volgt alle relevante bronnen uit de markt en doet gericht markton-derzoek. Het resultaat: informatie waarop u kunt bouwen. BouwKennis geeft u een objectief beeld van alle marktkenmerken, trends en ontwikkelingen.

Bedrijven hebben behoefte aan betrouwbare marktinformatie. Het verzamelen en onderzoeken ervan kost echter veel

tijd en capaciteit. Daarom doet BouwKennis dit voor u. Zo beschikt u over relevante en actuele marktinformatie zonder

dat u hoeft te investeren in eigen onderzoek. U heeft direct de bouwstenen om uw marketingstrategie te bepalen. Een

deel van de vragen uit de markt beantwoordt BouwKennis met informatie uit bestaande bronnen. Voor andere vragen

verricht BouwKennis eigen, doelgericht en onafhankelijk marktonderzoek. BouwKennis werkt hierin nauw samen met

USP Marketing Consultancy. Dat betekent unieke informatie.

Meer dan duizend organisaties hebben het gemak en de unieke informatie van BouwKennis al ontdekt. Zij gebruiken de

marktinformatie als basis voor hun strategie en beleid. Omdat niet alle bedrijven dezelfde informatiebehoefte hebben,

heeft BouwKennis verschillende producten. Een deel van de marktinformatie wordt u periodiek toegestuurd wanneer u

zich abonneert op één van de uitgaven van BouwKennis. Andere marktinformatie is los te koop.

AbonnementenBouwKennis Update

Wilt u snel op de hoogte zijn van de meest actuele ontwikkelingen in de markt? Dat biedt de BouwKennis Update, een

digitale nieuwsbrief die 13 keer per jaar verschijnt, de meest actuele en interessante feiten, trends en marktontwikkelingen.

BouwKennis KwartaalVisie

De BouwKennis KwartaalVisie is de uitgave voor marketingprofessionals en beleidsmakers in de bouw. Op serieuze maar

toegankelijke wijze laat het blad vier keer per jaar de bouwproductie en -conjunctuur de revue passeren zodat u in één

oogopslag ziet hoe de bouw ervoor staat en welke kant deze op beweegt. Daarnaast wordt in ieder nummer een actueel

thema belicht via onderzoek en interviews met experts. Deze combinatie van cijfers, exclusief onderzoek en visie maakt

dit blad onmisbaar voor wie goed op de hoogte wil zijn en zijn vak beheerst.

BouwKennis Basis

BouwKennis Basis is het pakket waarmee u op de hoogte blijft en inzicht krijgt in de gehele bouwkolom. Met Basis heeft

u onder andere toegang tot een uitgebreide online kennisdatabank. Hierin vindt u marktinformatie om uw strategie te

bepalen, zoals ontwikkelingen in bouwvolumes en trends in de markt. Daarnaast biedt deze kennisdatabank informatie

over bijvoorbeeld mediagedrag en beurzen waarmee u uw strategie concreet kunt maken. Behalve toegang tot de ken-

nisdatabank biedt BouwKennis Basis u de volgende voordelen:

• BouwKennis Managementsamenvatting • BouwKennis KwartaalVisie (4 maal per jaar)

• Exemplaar van het BouwKennis Jaarrapport • BouwKennis Update (13 maal per jaar)

• Toegang voor twee personen tot de BouwKennis Jaarbijeenkomst • Korting op multi-cliënt onderzoek

Page 26: Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis …...Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 2Voorwoord U krijgt dit document omdat u de enquête ten

Samenvatting en hoogtepunten uit het BouwKennis Jaarrapport 2015-2016 26

Losse producten/dienstenBouwKennis Monitoren

Behoefte aan meer specifieke informatie over een bepaald marktsegment? Om te voorzien in de informatiebehoefte

van meerdere bedrijven voert BouwKennis regelmatig Monitoren uit. De vragenlijsten worden in overleg met klanten

opgesteld. Dankzij het multi-cliënt karakter van het onderzoek zijn de kosten relatief beperkt. Voorbeelden van recente

Monitoren zijn:

• Rol van de handel • Zorgmarkt in Beeld

• ZZP & Klus Monitor • CommunicatieMonitor (online & offline)

• Corporatiesector in Beeld • BIM & Ketensamenwerking in kaart

BouwKennis Jaarbijeenkomst

Ieder jaar organiseert BouwKennis in september een evenement dat u niet mag missen: de BouwKennis Jaarbijeenkomst.

Deze Jaarbijeenkomst wisselt ieder jaar van thema, waarbij BouwKennis autoriteiten uitnodigt als gastsprekers.

Bovendien wordt de BouwKennis Marketing Jaarprijs uitgereikt voor de meest originele, vernieuwende marketingactivi-

teit in de bouw-, woon-, vastgoed- en installatiesector. Daarnaast is het een perfecte gelegenheid om te netwerken met

beleidsmakers uit de bouwkolom.

BouwKennis Marketing Score Card

BouwKennis Marketing Score Card biedt structureel inzicht in vier essentiële zaken:

• Omvang van uw markt • Klanttevredenheid van uw organisatie

• Bekendheid van uw merk • Trends in uw markt

De BouwKennis Marketing Score Card is gebaseerd op een multi-cliënt onderzoek en heeft een gestandaardiseerde

aanpak. Daardoor krijgt u tegen relatief beperkte kosten een gestructureerd en periodiek inzicht in uw eigen prestaties en

die van uw concurrenten. Voor ieder onderwerp wordt een specifiek onderzoek uitgevoerd en krijgt u een uniek rapport.

De onderzoeken worden uitgevoerd door USP Marketing Consultancy.

WoonKennis Totaalabonnement

WoonKennis is dé leverancier van informatie over de woonconsument en onderzoekt het gedrag, de wensen en de

behoeften van de woonconsument. WoonKennis houdt bovendien alle actuele marktontwikkelingen in de gaten en voert

zelf onderzoek uit onder consumenten. WoonKennis biedt onder andere een Totaalabonnement waarmee u toegang

krijgt tot een uitgebreide online kennisdatabank met essentiële informatie. Daarnaast biedt het Totaalabonnement u een

exemplaar van het WoonKennis Jaarrapport, een vierwekelijkse digitale nieuwsbrief, een maandelijkse managementsa-

menvatting en de mogelijkheid vragen te stellen aan de vakredactie per telefoon of e-mail.

Contact

Heeft u vragen over één van onze producten of wilt u weten hoe BouwKennis uw bedrijf met marktinformatie kan ondersteu-

nen? Neem dan contact op met het team van BouwKennis (T 010 2066996). Kijk voor meer informatie op www.bouwkennis.nl.