Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda...

40
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch Overdrachtsdocument van de ambtelijke organisatie voor de bestuursperiode 2018-2022

Transcript of Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda...

Page 1: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Samen werken aan ’s-HertogenboschOverdrachtsdocument van de ambtelijke organisatie voor de bestuursperiode 2018-2022

Page 2: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Geachte raadsleden,

Allereerst willen wij u van harte feliciteren met uw verkiezing tot lid van onze gemeenteraad.

Wij hopen van harte dat u zich snel thuis zult voelen in uw nieuwe of hernieuwde rol.

We willen u graag vanuit de ambtelijke organisatie alle medewerking toezeggen om uw

werk als gemeenteraadslid goed te kunnen doen.

U staat aan de vooravond van de coalitievorming. Dat is het moment om te onderhandelen

over eventuele deelname aan de college en over de vraag of en hoe uw politieke wensen

terecht kunnen komen in een bestuursakkoord. Bij dit coalitievormingsproces zijn ook meer

neutrale en feitelijke aspecten van belang. Wij hebben als Algemeen Managementteam

(AMT) de belangrijkste zaken verzameld en brengen die in bijgaand document graag onder

uw aandacht.

Het betreft:

• Een analyse van de trends en ontwikkelingen, opgesteld door de afdeling Strategie.

• Noties van het AMT, over zaken die bij de coalitiebesprekingen ambtelijk van belang

worden geacht.

• De financiële stand van zaken, opgesteld door de afdeling Concernfinanciën.

• Staat van de stad: feiten en vergelijkende gegevens van de gemeente,

opgesteld door de afdeling Onderzoek en Statistiek.

Normaliter werkt de ambtelijke organisatie altijd onder verantwoordelijkheid van het college

van BenW. Vanwege de gewenste neutraliteit van onze inbreng in het coalitieproces, is dit

document onder eigen ambtelijke verantwoordelijkheid en onder regie van de burgemeester

tot stand gebracht.

Op 3 april is er een introductiebijeenkomst. Leden van het AMT zullen het document

toelichten en zullen graag uw vragen beantwoorden.

In het verdere proces zullen wij de onderhandelaars graag van dienst zijn als er meer

informatie nodig is, maar ook vragen uit uw raad zullen wij graag beantwoorden.

Met vriendelijke groet,

namens het AMT

Irma Woestenberg, gemeentesecretaris

Aan de leden van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch

’s-Hertogenbosch, maart 2018

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 2

Page 3: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

InhoudsopgaveInhoudsopgave

1. Trends en ontwikkelingen

Bouwstenen voor de toekomst:

duurzaam verbinden 4

2. Noties van het Algemeen Managementteam over

enkele zaken, die bij de coalitiebesprekingen van

belang worden geacht 14

3. Financiële stand van zaken 17

4. Staat van de stad 22

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 3

Page 4: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

1. Trends en ontwikkelingen Bouwstenen voor de toekomst: duurzaam verbinden

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 4

Page 5: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

1.1. Lokaal bestuur bij de tijd: als gemeente tussen onze

inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties

en andere partners 6

1.2. Sociale kwaliteit: met eigen regie 7

1.3. Sociale cohesie in wijken en dorpen: een leefbare

woonomgeving 8

1.4. Een klimaatbestendig ’s-Hertogenbosch 9

1.5. Fysieke kwaliteit: een aantrekkelijke centrumstad

in een aantrekkelijke regio 10

1.6. Economische agenda voor stad en regio 12

1.6. Digitalisering: driven by data 13

De centrale opgave: meer samenhang, meer integraal en

minder verkokering in het beleid.

Dit document zet relevante trends, ontwikkelingen,

vraagstukken en uitdagingen op een rij en bevat daarmee

bouwstenen voor een nieuw bestuursakkoord. De opgaven

voortvloeiend uit de geschetste trends en ontwikkelingen

kunnen gebruikt worden voor een politieke inkleuring van de

toekomst van de stad en haar inwoners.

Mede door de decentralisaties hebben steden meer dan

voorheen de mogelijkheid om beleidsmaatregelen op

verschillende terreinen te combineren en elkaar te laten

versterken. Ook ’s-Hertogenbosch streeft naar meer

samenhang, en minder verkokering, aanbrengen tussen beleid

en uitvoering op alle mogelijke gebieden (zoals jeugd, zorg,

sport, re-integratie, economie en wijkaanpak). Want bij de

ontwikkeling van de stad gaat het om de complexe relaties

tussen woon- en werkmilieus, wijk- en stadsvoorzieningen,

arbeidsmarkt, onderwijs en regionale economie. Op deze

en andere terreinen liggen er kansen om innovaties,

transformaties en hervormingen te realiseren, én om de

tegenstrijdigheden in het beleid te elimineren.

De economie zit in een opwaartse spiraal. Dat heeft positieve

effecten op werkgelegenheid en de welvaart van onze

inwoners, al is dat niet voor iedereen even merkbaar. De vraag

is o.a. hoe zoveel mogelijk Bossche inwoners kunnen profiteren

van deze economische ontwikkeling? En hoe kan de stad

inspelen op nieuwe, innovatieve ontwikkelingen die de stad

slimmer, duurzamer en klimaatbestendiger maken?

Deze trends en ontwikkelingen geven voor de beantwoording

van deze en andere vragen een handreiking, zonder dat een

advies wordt uitgebracht.

Inleiding

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 5

Page 6: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

1.1. Lokaal bestuur bij de tijd: als gemeente tussen onze inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere partners

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• De taak van de lokale overheid wordt groter, belangrijker

en ingewikkelder.

• De overheid ‘kantelt’ en moet kunnen sturen met

verschillende sturingsvormen; soms zelfs binnen één

beleids-domein.

• Het belang van regionale samenwerking neemt nog

altijd toe.

Verwachtingenmanagement en rolopvattingen

De taak van de gemeente wordt groter, belangrijker en

ingewikkelder omdat de gemeente in het sociale domein

voor de burger de belangrijkste overheid is geworden en

bij duurzaamheid zal worden. En ingewikkelder omdat de

burger hoge verwachtingen van de overheid heeft, op tal van

terreinen afhankelijk is van diezelfde overheid en omdat de

overheid met veel andere partijen moet samenwerken. De

gemeente kan de complexiteit van de samenleving niet meer

oplossen met de traditionele rol in wetgeving, regels, subsidies

of voorlichting. De rol van de gemeente wordt steeds diverser,

van het faciliteren van ontwikkelingen, het vaststellen van

spelregels voor de kracht van de ‘civil society’ tot de sterke

ondernemende overheid. Het gaat niet om meer of minder

overheid.Het gaat om een overheid die écht kan verbinden en

die écht kan aansluiten bij een veranderende samenleving.

Doe-democratie

De tijd van ‘ordening en sturing’ door de overheid is voorbij en

heeft definitief plaatsgemaakt voor meer ruimte voor andere

spelers, waaronder bewoners, ondernemers en professionals

van maatschappelijke organisaties. Zonder hen kunnen

complexe maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie,

de inrichting van de leefomgeving en het opstellen

van een omgevingsvisie niet worden gerealiseerd.

Door zichzelf organiserende bewoners ontstaan nieuwe

samenwerkingsvormen, sprekende voorbeelden als amberalert.

nl en verbeterdebuurt.nl tonen de toegevoegde waarde van de

participatiesamenleving aan.

In een doe-democratie bepaalt de samenleving meer

dan ooit de inrichting van de stedelijke ruimte.

Daarbij is het nodig om een gelijke informatiepositie voor

alle stakeholders te bewerkstelligen. De invoering van de

Omgevingswet vormt een kansrijk vehikel om dit toe te passen.

De Omgevingswet vereenvoudigt regels over de fysieke

leefomgeving (zoals ruimte, verkeer en vervoer, water, natuur,

cultureel erfgoed en gezondheid) en voegt ze samen. Het

uitgangspunt van de Omgevingswet wordt dat overheden

en burgers dezelfde informatiepositie hebben. Dat wordt

vormgegeven door het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO),

waarin alle beschikbare gegevens geladen moeten worden.

Deze manier van digitale dienstverlening zal een ingrijpende

gevolgen hebben voor de manier van samenwerking.

Echter, méér eigen regie kan ook leiden tot nieuwe vormen van

ongelijkheid. Burgerinitiatieven richten zich vaak sterk op de

eigen groep, het versterken van de onderlinge banden en laten

zich over het algemeen minder gelegen liggen aan solidariteit.

Deze verantwoordelijkheid blijft bij de gemeente liggen die

het algemeen belang behartigt. Blijvende publieke aandacht

is nodig voor burgers zonder groot netwerk, weinig financiële

draagkracht en beperkte vaardigheden.

Regionale en landelijke samenwerking

Algemeen erkend wordt dat de steden dé motoren voor

duurzame economische groei zijn en de bron en dragers voor

maatschappelijke innovaties, vernieuwing en creativiteit.

Tegelijk staat vast dat op internationale schaal de Nederlandse

grote stad helemaal niet zo groot is. Daarvoor missen de

Nederlandse steden massa en dichtheid. Samen optrekken

is onontbeerlijk. Ook in het recente regeerakkoord wordt

de kracht van de stad voor en binnen de regio nadrukkelijk

genoemd, zo wordt de Agenda van de Stad verder

doorontwikkeld vanuit het Rijk, met een stevige focus op de

regionale kracht daaraan verbonden.

Voor ‘s-Hertogenbosch betekent dat feitelijk een continu

‘dansen tussen schalen’: de stad kan, wil, mag het niet altijd

alleen doen. Zo is het ‘Samen Organiseren’ van VNG een

voorbeeld om zaken op het gebied van dienstverlening, ICT en

administratie éénmaal te ontwikkelen en in alle gemeenten

te kunnen toepassen. Het is vereist om telkens het juiste

niveau op te zoeken voor de juiste opgave en te schakelen

tussen de samenwerking in de (sub)regio, BrabantStad, Rijk

(G40-VNG-Ministeries) en Europa. Het onlangs door Rijk, VNG,

IPO en UvW gesloten ‘InterBestuurlijk Programma’ is daar een

illustratie van, waarbij de verschillende overheden integraal

en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda

BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen

B5-steden, de regio’s, provincie, rijksoverheid en Europa op

voor ons belangrijke thema’s en projecten.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 6

Page 7: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• De trek naar de stad zorgt voor doorgaande bevolkingsgroei.

Vergrijzing, ontgroening en verkleuring kenmerken de

bevolkingsgroei.

• Sterk wijzigende huishoudontwikkeling met vooral toename

in (oudere) eenpersoonshuishoudens.

• De (toekomstige) zorgvraag wordt in belangrijke mate

beïnvloed door kwetsbare ouderen en mensen met een

beperking.

• Er liggen opgaven op het organiseren van de zorg voor

de vergrijzende bevolking en het overbruggen van

gezondheidsverschillen tussen de diverse groepen inwoners

• Er is sprake van een toenemende ongelijkheid en groeiende

onzekerheid.

In het sociale domein met eigen regie

Na de overgang naar nieuwe taken in het sociale domein,

staan steden voor de opgave om de transformatie en

innovatie in het sociale domein met kracht voort te zetten.

Een transformatie met méér integraal beleid en méér

samenhang op het gebied van jeugd, onderwijs, welzijn, sport,

zorg, inkomensondersteuning, re-integratie en wijkaanpak.

De verschuiving, van de tweede naar de eerste en nulde lijn

zorg, zal zich verder doorzetten, waarbij de nadruk steeds

meer op preventie komt te liggen. Deze veranderingen zijn

van invloed op de eigen kracht en zelfredzaamheid van de

hulpbehoevende inwoners.

Ook de trend dat mensen langer zelfstandig thuis wonen

zet door. Dit vergt meer samenwerking tussen gemeente,

zorgaanbieders, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties.

Door de toename van de groep oudere ouderen die alleen

wonen, de complexere zorgvraag en de afname van het aantal

mantelzorgers, is blijvende aandacht voor de zorg aan huis

geboden.

Financieel zelfredzaam naar vermogen

Een belangrijke sleutel naar eigen regie voor mensen is een

eigen inkomen. De gemeente stimuleert dat iedereen die

wil of moet werken, dat ook kan doen. Met de introductie

van de Participatiewet is de gemeente verantwoordelijk voor

mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De uitdaging

blijft om mensen aan werk te helpen, zoveel als mogelijk in

regulier werk. De lat ligt voor iedereen anders, maar wel zo

hoog mogelijk. In een snel veranderende arbeidsmarkt is het

daarnaast de uitdaging om te zorgen dat mensen ook aan het

werk kunnen blijven.

1.2. Sociale kwaliteit:met eigen regie

Ook het aanpakken van armoede- en schuldenproblematiek

zorgt ervoor dat mensen meer regie kunnen krijgen over het

eigen leven. Gemiddeld één op de tien huishoudens kampt

met problematische schulden. Een tijdige aanpak voorkomt

hogere kosten zoals sociale uitsluiting, huisuitzetting en

onverzekerbaarheid.

Perspectiefongelijkheid: op zoek naar balans

Sociale verschillen vertalen zich ruimtelijk doordat

gelijkgestemden bij elkaar wonen. Hierdoor lijken verschillen

tussen welvaart en participatie op wijkniveau ook te groeien

(concentratie van kwetsbare groepen in specifieke wijken).

Ook in de verbanden waar mensen elkaar tegenkomen

(werken, onderwijs, vrijetijdsbesteding) komt men steeds vaker

gelijkgestemden tegen. De sportclub en het buurthuis zijn niet

meer vanzelfsprekend plaatsen van verbroedering. Samen met

arbeidsmarktontwikkelingen (flexibiliteit) en toenemende

onzekerheid (over werk, inkomen, pensioen en zorg) leidt

dit bij belangrijke groepen inwoners tot onvrede over de

maatschappij en de politiek. Daardoor dreigen de scheidslijnen

in de stad dieper te worden. De opgave hierbij is om een goede

balans in de stad te bewaken. Dit kan door in te zetten op

maatwerk, verbinden en het bieden van zekerheid daar

waar nodig.

Onderwijs en arbeidsmarkt: iedereen kan meedoen

Volgens het SCP noemt 85% van de Nederlanders zich gelukkig.

Desondanks zijn ze negatiever over ‘de buitenwereld’:

die verhardt, de ‘ik-cultuur’ rukt op en de omgangsvormen

hebben betere tijden gekend. Er is sprake van een toenemende

ongelijkheid en groeiende onzekerheid, onder andere doordat

het concept arbeid verandert als gevolg van globalisering,

informatisering en automatisering. Aandacht voor arbeid

houdt ook een focus op onderwijs in. Mensen zonder

startkwalificatie hebben nauwelijks kans op de arbeidsmarkt.

Om hierin verandering te brengen is inzet op leven-lang-leren

en onderwijsvernieuwing nodig. In het sociale domein spelen

twee uitgangspunten een nadrukkelijke rol: het scheppen van

kansen en het voorkomen, tijdig signaleren en aanpakken van

risicofactoren.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 7

Page 8: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

veilig, gezond en kansrijk opgroeien. Sociale netwerken vormen

een belangrijke voorwaarde voor deze doelgroepen

om zelfstandig en kansrijk te wonen in hun buurt.

Verder is de verwachting dat de vraag naar zorg op basis

van de Wmo toe zal blijven nemen, onder andere vanwege

de vergrijzing. Het intensiveren van de samenwerking op

de wijkwerkvloer tussen basishulp en specialistische hulp is

daarom een belangrijke opgave. Tevens leidt ook de druk

op de woningmarkt tot een situatie waarin mensen langer

in beschermd wonen en de opvang blijven of hier eerder

in terecht komen bij gebrek aan beschikbare betaalbare

huisvesting. Dat brengt nieuwe opgaven voor de gemeente

met zich, zowel in sociale als fysieke zin: meer flexibele

woonvormen worden gevraagd – moeten alle wijken dezelfde

soort van voorzieningen hebben of verschilt dit per wijk?

Gezonde en zorgvriendelijke wijken en dorpen

Onze maatschappij heeft baat bij gezonde burgers:

ze participeren meer, zijn zelfredzamer, maken minder

gebruik van uitkeringen en leveren een grotere bijdrage

aan de economie. Werken aan gezonde en zorgvriendelijke

wijken vraagt om een goede samenwerking tussen gemeente,

woningcorporaties, zorginstellingen, bedrijven, etc.

Het is belangrijk de bestaande woningvoorraad aan te passen

aan demografische ontwikkelingen (particuliere woningen

en sociale huurwoningen geschikt maken door praktische

ingrepen en gebruik van domotica). Hiermee hangt ook samen

het stimuleren van tijdig verhuizen naar een woning die past

bij een volgende levensfase. Zo kunnen verzorgingshuizen

een openbare functie hebben voor meerdere doelgroepen en

een ontmoetingsplek vormen voor activiteiten in en voor de

buurt(bewoners).

Sport en bewegen hebben positieve effecten op gezondheid.

Ook moet de toenemende zorgvraag voor de komende

decennia worden opgevangen (denk aan zware claim

op het sociale stelsel en op de instituties). Dat vraagt om

laagdrempelig toegankelijke informatie, advies en lichte hulp

in de buurt. Maar ook om inzet op een brede combinatie van

gezondheidsbevorderende maatregelen: voorlichting over

gezonde voeding, vergroening van de stad, stimuleren van

spelen en sport, de voetganger en de fietser door middel van

ingrepen in de openbare ruimte en mobiliteitsvoorzieningen.

1.3. Sociale cohesie in wijkenen dorpen: een leefbarewoonomgeving

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• Betrokkenheid van bewoners bij veiligheid is van belang

om veiligheid te vergroten en om onveiligheidsgevoelens

te verminderen.

• De bevolking vergrijst in rap tempo, de groep ouderen wordt

groter, ouderen worden ouder en blijven langer alleen

wonen en de bevolking wordt etnisch diverser.

• Het toenemend aantal oudere huishoudens leidt tot

belangrijke opgaven op het gebied van de woningmarkt,

maatschappelijke zorg, openbaar vervoer en openbare

ruimte.

• Aanpassing van bestaande woningen (doorstroming,

huishoudverdunning, betaalbaarheid, verduurzaming) met

voldoende tempo is een belangrijke opgave.

Ondermijnende criminaliteit en leefbaarheid

Een relevante ontwikkeling is de toename van de ondermijning.

Met o.a. fraude en drugshandel wordt in ons land jaarlijks 16

miljard euro ‘verdiend’. Dit ondermijnt de sociale zekerheid,

zorgt er voor dat “normaal werken” niet meer loont en leidt

tot omkoping, intimidatie en geweld waar ook ambtenaren

en bestuurders het slachtoffer van kunnen worden. In de

zogenoemde aandachts- en preventiebuurten, zoals Gestelse

buurt en Hambaken, speelt deze problematiek naast een

‘multiproblematiek’ op het vlak van werk, zorg en onderwijs.

Ze verdienen daarom blijvende aandacht in de vorm van een

integrale aanpak van sociale, ruimtelijke, volkshuisvestelijke

en economische problemen. De leefbaarheid en veiligheid

in die buurten staat onder druk door bijvoorbeeld overlast

en intimidatie en dat kan niet door de bewoners alleen

worden opgelost. Vaak is daar langdurige ondersteuning

bij nodig, waarbij gepoogd wordt om mensen eigen

verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid en veiligheid

te laten nemen. Voorts moet voorkomen worden dat het

probleem zich verplaatst naar andere wijken.

Wonen+zorg in de wijk

Zelfstandig thuis kunnen wonen draagt bij aan een gezonde

en vitale stad. Belangrijke aandachtsgroepen zijn mensen met

een beperking en ouderen. Ook de jeugd blijft een belangrijke

doelgroep. Omwille van de gemeentelijke taak in de Jeugdwet,

maar vooral omdat investeren in de ontwikkeling van kinderen

en goede ondersteuning van opvoeders loont. Zodat kinderen

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 8

Page 9: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• De duurzaamheidstransitie heeft ingrijpende ruimtelijke

consequenties en woningen moeten veel zuiniger worden.

• Voor warmte en warmwater gaan de komende dertig

jaar (bijna) alle woningen, (publieke) gebouwen en het

maatschappelijke vastgoed van het gas af.

• Voor de transitie zijn grote investeringen nodig. Maar het

wenkend perspectief zijn afnemende kosten, alternatieve

inkomstenbronnen, nieuwe vormen van werkgelegenheid

(ook voor de onderkant van de arbeidsmarkt) en een

gezondere en duurzamere stad.

• Bij alle investeringen in woningen, wijken, maatschappelijk

vastgoed, de ondergrond en openbare ruimte dient rekening

gehouden te worden met de energietransitie

en de klimaatopgave.

• De transitie kan niet met één of twee maatregelen

gerealiseerd worden, maar vraagt om meerdere ingrijpende

veranderingen van economie en samenleving.

Energietransitie: naar een klimaatneutraal ’s-Hertogenbosch

De verduurzaming en de energietransitie staan met stip

op nummer één als ruimtelijke trend. De trends op het

gebied van verduurzaming hebben allemaal vergaande

ruimtelijke consequenties. Of het nu gaat over de stedelijke

energietransitie, meer duurzame energie, windturbines,

zonneweiden of aanpassingen in de (energie-)infrastructuur.

In het Regeerakkoord is een actualisatie van het

nationale Energieakkoord en een vertaling ervan in een

Klimaatwet opgenomen. Het uitfaseren van aardgas

voor gebouwverwarming is landelijk ingezet, komende

bestuursperiode zal hier op lokaal niveau verder invulling aan

moeten worden geven. Behalve het opleveren van aardgasloze

nieuwbouw, zit de uitdaging vooral in de bestaande voorraad.

De energietransitie biedt kansen als drager van de stedelijke

vernieuwing (aanpak aandachts- en preventiebuurten).

Stedelijke vernieuwing nieuwe stijl

Zo krijgt de transformatie van wijken en buurten op het vlak

van fysieke en sociale leefbaarheid een extra component met

het verduurzamen van woningen en het klimaatadaptief maken

van wijken (aandacht voor waterberging en hittestress).

Een wijkgerichte aanpak biedt kansen voor participatie

(in de lokale energietransitie en bij het versterken van de

leefkwaliteit) en voor het digitaliseren van de woningvoorraad.

Door de stimulering van initiatieven uit de stad kan

duurzaamheid als een verbindend thema gepositioneerd

worden. Daarmee kan voorgesorteerd worden op de

mogelijkheden van de Omgevingswet en worden energie-,

mobiliteits- en klimaatopgave meer en meer leidend als

stedenbouwkundige principes.

Transitie naar circulaire economie

De transitie van een lineaire naar circulaire economie

(‘Newconomy’) biedt kansen voor ’s-Hertogenbosch

aan inwoners, bedrijven en de gemeente. Het nationale

Grondstoffenakkoord geeft een impuls aan de circulaire

economie: van recycling naar upcycling zonder schadelijke

(gezondheids)impact voor mens, dier en natuur (afval is

grondstof). Lokaal betekent dit onder andere een inzet op

afvalpreventie, het scheiden bij de bron én nascheiding op

Treurenburg, en als gemeente op te treden als ‘launching

customer’ bij circulaire inkoop door bijvoorbeeld een dienst

(licht) in plaats van een product (lampen) in te kopen.

‘Smart mobility’

Er zijn veelbelovende veranderingen in mobiliteit op komst

voor de steden. Er is technisch steeds meer mogelijk en

door daar gebruik van te maken, wordt de mobiliteit beter

georganiseerd. Daarbij valt te denken aan (volledig) elektrisch

aangedreven voertuigen, autonoom transport en transport

gebaseerd op het delen van voertuigen (van autobezit naar

autoritten). Ook kan het mobiliteitssysteem van de toekomst

op basis van verschillende datastromen actueel reageren op

verkeerssituaties.

Daardoor kunnen files en ongevallen worden geminimaliseerd.

Het datanetwerk maakt het ook mogelijk om de

ketenmobiliteit (integreren van alle vormen van mobiliteit)

en echt vraaggestuurd vervoer te optimaliseren. De rol van

de data-infrastructuur wordt in ‘s-Hertogenbosch daardoor

minstens zo bepalend als die van de weginfrastructuur.

Aandacht voor de digitale en fysieke bereikbaarheid van

de stad in één enkele mobiliteitsinfrastructuur biedt kansen.

1.4. Een klimaatbestendig ’s-Hertogenbosch

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 9

Page 10: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

De stad moet zich blijven vernieuwen om aantrekkelijk

te blijven en steeds sneller wisselende maatschappelijke

behoeften bij te benen. De binnenstedelijke transformatie

is daarbij een belangrijke opgave. Twee majeure

binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen, de Spoorzone en

Zuid-Willemspark, blijven ook de komende jaren om aandacht

vragen. De Spoorzone als het eigentijds, hoogstedelijk

deel van het centrum van de stad waar grootschalige

centrumontwikkelingen mogelijk zijn en waar ruimte is

voor innovatie en experiment. Het Zuid-Willemspark als

een belangrijke verbindende, klimaatadapatieve, groene

schakel in de stad en regio die nieuwe natuur, ecologie,

parken en verbindingen mogelijk maakt. Beide majeure

gebiedsontwikkelingen lopen over meerdere jaren en vragen

bestuurlijke aandacht, met name waar het gaat om het halen

van uitvoeringskracht uit de markt en samenleving, het

realiseren van innovatieve, financiële arrangementen en het

leggen van de regie op het juiste niveau bij de juiste partij.

Ook is er in de komende bestuursperiode aandacht nodig

voor het schetsen van het perspectief van de Tramkade op

langere termijn.

Aantrekkelijk centrum

Experts verwachten dat een cultuurhistorisch centrum een

belangrijke trekker blijft voor een bezoek aan de stad.

Tegelijkertijd willen bezoekers steeds meer geprikkeld en

verrast worden, een belevenis meemaken. Ze willen het

gevoel hebben onderdeel te zijn van iets bijzonders.

Dit vraagt een ontwikkeling van de binnenstad van

overwegend ‘winkel’-centrum naar ‘belevings’-centrum met

aandacht voor zowel de traditionele als innovatieve kant van

cultuur in ’s-Hertogenbosch. De concurrentie op dit vlak met

de steden om ons heen wordt steeds heviger. Om de sterke

positie van ’s-Hertogenbosch te behouden en te versterken

hebben een aantal partners in de binnenstad onlangs een

oproep gedaan om een visie op te stellen. Erop gericht om een

aantal opgaven integraal op te pakken: het verbinden van de

binnenstad met de Spoorzone (bijv. met de Brabanthallen),

het verder invulling geven van een gastvrije stad, innovatie en

acquistitie op nog meer ‘beleving’ in de binnenstad, effectieve

marketing en communicatie, etc.

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• De bevolking blijft groeien, zij het niet meer zo sterk.

Het aantal huishoudens blijft toenemen, met name

eenpersoonshuishoudens.

• De woningbouwproductie staat na de crisis voor een

inhaalslag en de keuze van bewoners wordt naast

beschikbaarheid van werk meer en meer bepaald door de

kwaliteit van de leefomgeving.

• Bewoners, bedrijven en organisaties vragen steeds meer

eigen regie in het ruimtelijk domein.

• Daily Urban Systems dijen uit en kennen steeds meer kriskras

bewegingen. De trek naar de stedelijke regio zet door.

Het aantal auto-, fiets- en treinkilometers blijft toenemen.

• De traditionele retailfunctie in binnensteden neemt steeds

meer af, o.m. door een veranderende inrichting van werk,

bestedingspatronen en internetwinkelen

• Komst van de Omgevingswet, met onder andere opgaven

en instrumenten op het vlak van participatie van burgers

en nog meer integrale ruimtelijke plannen.

Aantrekkelijke woonstad

’s-Hertogenbosch is een aantrekkelijke woonstad. De druk

op de woningmarkt neemt na de crisis weer aanzienlijk

toe. Het is de vraag of met alleen binnenstedelijke locaties

aan de gedifferentieerde vraag kan worden tegemoet

gekomen. Waarschijnlijk zijn nieuwe uitleglocaties nodig,

om noodzakelijke doorstroom mogelijk te maken en wonen

betaalbaar en bereikbaar te houden, met name voor de

middengroepen. Nieuwe uitleglocaties zijn daarbij niet

alleen een stedelijke opgave maar een opgave voor de

stedelijke regio.

1.5. Fysieke kwaliteit:een aantrekkelijke centrumstad in een aantrekkelijke regio

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 10

Page 11: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Aantrekkelijk buitengebied

De laatste jaren is hard gewerkt aan de Groene Delta, de

ontwikkeling van nieuwe natuur in en om de stad. Door de

uitdijende relaties van de stad met de omgeving verandert

de stad steeds meer in een stedelijke regio, waarbij het

groen om de stad steeds meer verandert in groen in de

stad. Een succesvolle ontwikkeling van natuur en landschap

wordt steeds meer een gezamenlijke regionale opgave met

ons omringende gemeenten. Ook het beheer van water in

en om de stad gaat in de toekomst een steeds grotere rol

spelen en zal in toenemende mate geld en menskracht gaan

vragen in de komende jaren. Naast het Zuid-Willemspark is

het Maasoeverpark, dat natuur en landschap, recreatie en

waterbeheer koppelt en met veel partners wordt ontwikkeld,

hiervan een mooi voorbeeld. Uitvoering is in de nieuwe

colleperiode voorzien.

Eenzelfde kans ligt er op het gebied van vrijetijdsbesteding.

Meer dan tot op heden zijn er mogelijkheden om het stedelijk

toerisme, met als kernwoorden gastvrijheid, lekker eten,

winkelen, cultuurhistorie en Jeroen Bosch te verbinden

met de regio (bijv. kamp Vught, vestingsteden Heusden en

Zaltbommel, Efteling en Beekse Bergen). Waarbij natuur,

landschap en water belangrijke en aantrekkelijke dragers

zijn. Kansen om internationale bezoekers uit 2016 terug te

lokken naar de stad liggen er o.a. in de grote Vincent van

Gogh-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum in 2019 in

combinatie met het Van Gogh Nationaal Park.

Bereikbare stad

’s-Hertogenbosch maakt onderdeel uit van het economische

kerngebied van Nederland dat bestaat uit de ‘driehoek’

Amsterdam-Utrecht-Eindhoven-Rotterdam-Den Haag.

De strategische ligging aan de A59 en A2 en de spoorlijn tussen

Amsterdam en de Brainport biedt voordelen. Maar de groei

van het autoverkeer zorgt in dit kerngebied tegelijkertijd

voor opstoppingen en risico’s voor de aantrekkelijkheid als

vestigingsplaats. Met het Rijk wordt overlegd over uitbreiding

van de capaciteit. Meer dan tot op heden is het zaak daarbij

rekening te houden met alternatieve oplossingen in de sfeer

van ‘smart mobility’, slimme mobiliteitsconcepten die o.a. het

asfalt slimmer en beter benutten. Ook in eigen stad biedt dit

kansen. Daarbij is o.a. te denken aan experimenten op het vlak

van parkeren en parkeernormen en de uitrol van de aanleg van

fietssnelwegen, zoals naar Eindhoven en Tilburg.

Met het spoorboekloos rijden op de lijn Amsterdam-Eindhoven

is de stad per spoor op dit moment erg goed bereikbaar

geworden. Onderdeel van dit Programma Hoogfrequent Spoor

(PHS) is ook een toename van het aantal goederentreinen door

de stad, waardoor de nodige bewoners (m.n. in Orthen en de

Spoorzone) te maken krijgen met meer geluid, trillingen en

gevaar. De keuze die voorligt in de komende tijd is meewerken

met het Rijk en zorgen voor maximale compensatie en mitigatie

of inzetten op een beter benutten van de Betuwelijn en zorgen

dat het aantal goederentreinen door de stad stabiel blijft.

Voor een verbeterde oost-west treinverbinding is aanpak van

de enkelspoorse Edithbrug bij Ravenstein nodig; dit vraagt om

een gezamenlijke Brabants-Gelderse inspanning richting

Den Haag.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 11

Page 12: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

waard zijn om, naast de onderscheidende podiumfestivals,

programmatisch en in de marketing te versterken. Het succes

van de Tramkade als innovatieve hotspot is welkom maar de

ervaring leert dat dergelijke locaties zich ook ‘mainstream’

gaan ontwikkelen. Dat kan aanleiding zijn te gaan zoeken naar

een nieuwe hotspot(s) waar nieuwe innovatieve krachten de

kans krijgen zich te ontwikkelen.

Toenemende concurrentie tussen steden en stedelijke regio’s

vraagt niet alleen om een aantrekkelijk vestigingsklimaat maar

ook om een doordachte (city)marketingaanpak.

Wil ’s-Hertogenbosch aantrekkelijk blijven dan zal er, ook

volgens de rekenkamercommissie, op het vlak van evenementen

behalve meer innovatie, meer meerdaags en meer spreiding

in tijd en plaats, ook structureel meer middelen nodig zijn.

Oók van partners in de stad, én selectief in te zetten voor

evenementen die de economie, het cultureel klimaat en het

huidige en gewenste imago van de stad versterken. Daarbij past

ook een nadere beschouwing van de evenementenkalender,

de inzet van public affairs en de wens zowel lokaal effectief als

landelijk onderscheidend te zijn.

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

Met bedrijfsleven en onderwijs (HBO en MBO) bouwen en

werken aan economische ecosystemen kan het antwoord

zijn op de snelle veranderingen in diezelfde systemen. Een

dergelijke samenwerking vermindert de kans dat achter de

(economische) feiten wordt aangelopen. Sommige experts

schatten bijvoorbeeld in dat ruim de helft van de kinderen die

nu op de basisschool begint uiteindelijk een baan krijgen die

op dit moment nog niet bestaat. Het aanpassingsvermogen en

de aansluiting tussen een goed opgeleide beroepsbevolking

en de vraag vanuit het bedrijfsleven zal een steeds meer

bepalende factor worden voor (regionale) economische groei.

Permanent leren draagt bij aan een toekomstbestendige

beroepsbevolking. Zowel onder de knappe koppen, als de

gouden handen.

Met het oog op de gunstige economische vooruitzichten

voor de komende jaren is op korte en middellange termijn

de beschikbaarheid van geschoolde werknemers een

belangrijke opgave. Die opgave speelt zich momenteel niet

alleen af aan de bovenzijde van de arbeidsmarkt zoals in de

ICT en logistiek maar ook aan de onderkant van de

onderkant van de arbeidsmarkt, zoals tot uiting komt in

de grote vraag naar personeel in de zorg, bouw, transport

en horeca. Tegelijkertijd vraagt de uitstoot aan arbeid

in de middensegmenten van de financiële en zakelijke

dienstverlening om adequate antwoorden zoals om- en

bijscholing en een leven lang leren.

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• Economische structuren wijzigen steeds sneller.

Digitalisering, verduurzaming en hergebruik van

grondstoffen worden belangrijke groeisectoren.

• Een goed en beter opgeleide beroepsbevolking, meer

permanente educatie, minder mismatches op de

arbeidsmarkt, een betere kenniscirculatie en een hogere

arbeidsparticipatie vergroten de kans op een positieve

economische ontwikkeling in stad en regio.

• Er ligt een opgave om meer samenhang aan te brengen

tussen de beleidsterreinen Werk en Inkomen, (jeugd)zorg,

arbeidsmarkt, onderwijs en economie.

Vestigingsklimaat: concurrentiekracht organiseren

De digitale economie is een steeds belangrijkere groeimotor.

Deze verbinden aan de stedelijke speerpunten bouw en

logistiek en het regionale speerpunt agrifood kan de

economische structuur van de stad én regio versterken. Dit

vraagt wel om keuzes in investeringen in een vestigingsklimaat

dat bijdraagt om deze sectoren ook daadwerkelijk te

stimuleren. Keuzes die kunnen variëren van de juiste locaties

met de juiste digitale connectiviteit, het versterken van

innovatieve kennishotspots (interactiemilieus tussen onderwijs

en bedrijfsleven) zoals de GrowCampus, BouwCampus en de

JADS, toegang tot financiële ontwikkelingsfondsen (valorisatie

van kennis en innovaties), het stimuleren van economische

netwerken, het beschikbaar hebben van voldoende en

voldoende opgeleid personeel en het zorgen voor de juiste

woningen en een aangenaam woonklimaat voor datzelfde

personeel.

Een aantrekkelijk centrum, buitengebied en de juiste

vestigingslocaties zijn belangrijk voor een concurrerend

vestigingsklimaat. In dat rijtje passen ook een aantrekkelijk

sport- en cultureel klimaat. Uiteraard mag een (nieuw) theater

in een centrumstad niet ontbreken. De nieuwe trend bij het

Rijk om beleid meer vanuit de regio (Brabant) vorm te geven

betekent ook dat de concurrentie tussen steden en regio’s

sterker wordt. Grote culturele evenementen als Boulevard,

November Music en het Internationaal Vocalisten Concours

zetten de stad landelijk en internationaal op de kaart.

Hetzelfde geldt voor de producerende podiumorganisaties. Ze

genereren een multiplier en hun ontwikkeling verdient speciale

aandacht. Een opgave is het om ook de innovatieve kant van

ons cultureel klimaat te stimuleren. Daarom is continuering

van het fonds Landelijk Onderscheidend essentieel. Dat

is ook de inzet van het vernieuwde citymarketingbeleid.

Het Museumkwartier en het Jeroen Bosch Kwartier zijn

onderscheidende culturele clusters in de stad die het

1.6. Economische agendavoor stad en regio

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 12

Page 13: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

real time informatie. Digitalisering en data science zijn geen

doel op zich, maar een middel om maatschappelijke opgaven

slimmer, beter, efficiënter aan te pakken en op te lossen. Hoe

kan de inzet van data de veiligheid verbeteren, duurzaamheid

stimuleren, zorg op afstand bevorderen, de buitenruimte

aantrekkelijker maken, verkeer beter laten doorstromen, de

afvalinzamaeling efficiënter organiseren, etc.? Slimme inzet

van data is bij uitstek ook een middel om de kwaliteit en

efficiency van onze dienstverlening op een steeds hoger plan te

brengen. Bij deze ontwikkelingen kan meer gebruik gemaakt

worden van de “wisdom of the crowd”, de kennis en de kunde

van bedrijven en bewoners in onze stad, zij staan midden

in de samenleving. Maar niet iedere inwoner kan meedoen

of zich aanpassen aan de snelle en onzekere technologische

ontwikkelingen. De overheid is er ook voor kwetsbare groepen,

die vaak ook minder digitaal vaardig zijn.

Toekomstbestendige organisatie

In bovenstaande hoofdstukken zijn relevante trends,

vraagstukken en opgaven opgesomd. Een verdergaande

integratie van beleidsvelden (meer samenhang, minder

verkokering) is van belang om invulling te geven aan

deze complexe uitdagingen. De titel van deze trends en

ontwikkelingen-notitie is niet zonder reden “Duurzaam

verbinden”, want er liggen kansen om innovaties,

transformaties en hervormingen te realiseren én om

beleidstegenstellingen tegen te gaan.

Duurzaam verbinden richt zich ook op toekomstbestendig

organiseren. Er zijn enkele relevante ontwikkelingen die

ingrijpend zijn voor de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Hierbij valt te denken aan de aantrekkende economie

(o.a. spanning bij aanbestedingen); ombuigingen uit het

verleden die nu door de stuwende markt in een ander

daglicht komen te staan; ontwikkelingen in het sociale

domein (het Rijk stelt geen extra middelen beschikbaar

voor de tekorten die zich voordoen op het terrein van de

WMO, Jeugdzorg en Participatie) en de verplichtingen die

’s-Hertogenbosch daarbij als centrumgemeente heeft;

de consequenties van de noodzakelijke digitaliseringsslag

(in de dienstverlening naar buiten en in een moderne

werkwijze voor binnen) en de toenemende betrokkenheid

van bewoners (participatie in een doe-democratie vereist

een andere doch forse ambtelijke tijdsbesteding).

Deze ontwikkelingen doen een navenant beroep op de

ambtelijke organisatie.

Belangrijke trends en ontwikkelingen

• Data, netwerken en hardware liggen aan de basis van

de technologische trends en ontwikkelingen.

• De menselijke component heeft veel invloed op de

uiteindelijke effecten van technologie in de stad.

• Nieuwe technologische mogelijkheden maken keuzes

noodzakelijk op het gebied van privacy, be-scherming

burgers, vertrouwen, gebruik en toegang tot data.

• Het democratisch proces en de overheidsdienstverlening

kunnen (meer) profiteren van de technologische trends en

ontwikkelingen.

Privacy en veiligheid

De grenzen tussen online en offline vervagen met de

mogelijkheid om altijd en overal online te zijn. Niet alleen

mensen staan via internet met elkaar in verbinding maar ook in

toenemende mate apparaten. Huishoudelijke apparaten, auto’s

en gebouwen zijn verbonden en communiceren met elkaar

(slimme meters, beveiligingscamera’s, sensoren in het wegdek,

etc.). De fysieke wereld wordt één groot communicatiesysteem

die zorgt voor een koppeling tussen digitale diensten en

producten. Publieke vragen die beantwoord moeten worden

zijn: wie beheert dat systeem, wie beschikt over de data

en wie heeft toegang tot de data? Ook vraagstukken rond

privacy en identiteitsfraude vragen publieke aandacht. Of de

technologische ontwikkelingen snel of langzaam gaan, of veel

of weinig banen verloren gaan, is niet te voorspellen. Maar

de invloed van de technologische ontwikkelingen zullen op

alle terreinen van het leven en in alle beleidsterreinen van de

overheid doorwerken.

Slim ’s-Hertogenbosch: de mens centraal

De aantrekkingskracht van een stad wordt voor een belangrijk

deel bepaald door haar economische ontwikkeling. Zonder

werk geen perspectief. Data science is een relatief nieuwe

sector met veel perspectief. Hierin investeren geeft impulsen

aan de lokale economie en versterkt de concurrentiepositie,

de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat van

’s-Hertogenbosch. Bovendien gaan economie en onderwijs

hand in hand. Nieuwe opleidingen en studies op het gebied van

data science en datatoepassingen bieden kansen om de positie

van JADS, HBO en MBO te versterken.

Bewoners en bedrijven kunnen en willen steeds meer meedoen,

meebeslissen en meepraten.

Door toegankelijke nieuwe technologieën enerzijds en de

groeiende hoeveelheid beschikbare (big en open) data

anderzijds, ontstaan initiatieven van participerende bewoners

en bedrijven die een massapubliek bereiken. Ook vinden er

ontwikkelingen plaats die de besluitvorming ondersteunen met

1.7. Digitalisering: driven by data

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 13

Page 14: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

2. Noties van het Algemeen Managementteam over enkele zaken, die bij de coalitiebesprekingen van belang worden geacht

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 14

Page 15: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Elke keuze heeft zijn consequenties, niet alleen voor de

gemeente en zijn bewoners, maar ook voor de ambtelijke

organisatie. In dit document geven wij u enkele noties mee die

wij voor de komende periode van belang vinden.

Profilering

Een belangrijke keuze die te maken is, gaat over de profilering

van ’s-Hertogenbosch. Dat vraagstuk kan heel algemeen zijn.

Bijvoorbeeld: willen we een gemeente zijn met grootstedelijke

ambities en uitstraling of willen we de provinciestad zijn

met een vooral lokaal/regionaal profiel. Profileren kan ook

heel specifiek zijn. U kunt er in een aantal beleidsterreinen

voor kiezen om heel selectief te werk te gaan. Dat zet de

gemeente op de gekozen accenten sterk op de kaart en levert

op die accenten het meeste rendement. U kunt ook voor de

breedte kiezen. Dan zijn we de gemeente met voor ieder iets.

Profielvraagstukken zijn er bijvoorbeeld op het gebied van

citymarketing, economie en evenementen.

‘s-Hertogenbosch in zijn omgeving

We werken met veel partners samen: op landelijk en regionaal

niveau en binnen gemeenteschappelijke regelingen en

verbonden partijen. Daarbij overstijgt het gezamenlijk belang

het lokale belang. Soms leidt dit op inhoudelijk en financieel

gebied tot een win-win situatie en hebben we daar direct

voordeel van. Maar er zijn ook situaties waarin van ons als

centrumstad in het belang van de regio net iets meer wordt

verwacht dan wat past in ons individuele belang.

De rol van de gemeente en de intensiteit van de bemoeienis

Op vele terreinen kunt u een keuze maken tussen gemeentelijke

bemoeienis of overlaten aan bewoners, bedrijven of

maatschappelijke organisaties. Ook kan gekozen worden voor

sober of ruim beleid en alles daartussenin. De keuze die u maakt

heeft consequenties. Voor de begroting, voor de te verwachten

beleidseffecten, voor de verwachtingen die u opwekt en voor

omvang en type ambtelijke inzet die nodig is. Hoe duidelijker

u bent, hoe beter wij samen met de betrokkenen kunnen

voorbereiden en uitvoeren. Dit speelt vooral bij uw beleid op

het gebied van klimaat neutrale stad en duurzaamheid, waar

ambitie en middelen niet in verhouding zijn.

Balans tussen beleid en maatwerk

Maatwerk, keuzes maken samen met betrokkenen en inspelen

op initiatieven horen bij deze tijd. Het is wel gewenst om

onderleggers voor deze keuzes te hebben: bestuurlijke

uitgangspunten voor de te maken belangenafweging.

Uitgangspunten die de kaders vormen voor de ruimte die u aan

belanghebbenden wilt bieden en die ons duidelijkheid bieden

voor ambtelijk handelen. En die de gemeenschap behoeden

voor ad hoc beslissingen en willekeur. Het is vervolgens

van belang om die lijnen vast te houden. Wij merken dat

betrokkenen meer respect hebben voor een snelle en duidelijke

beslissing dan voor langdurige trajecten en een wankelmoedig

beleid. Voorbeelden waar wij behoefte hebben aan duidelijke

en stabiele kaders vanwege de grote verscheidenheid aan

belangen zijn: binnenstad, windmolens en mobiliteit.

Bewonersbetrokkenheid en ambtelijke inzet

Wij werken graag samen met onze bewoners. We laten ook

steeds meer initiatieven bij bewoners. We leveren maatwerk

en zoeken daarbij steeds een werkwijze die het meest recht

doet aan de situatie. Wij moeten daarbij elke keer kiezen in de

balans tussen een routinematige aanpak (goedkoper, sneller)

en projectmatige aanpak (meer draagvlak). Onze ervaring is

verder –heel ironisch- dat loslaten en bottom-up werken meer

gemeentelijke capaciteit kost dan top down regelen.

We proberen steeds om door efficiency ruimte te vinden voor

meer en betere bewonersbetrokkenheid, maar lopen op dit

moment tegen de grenzen van de ambtelijke capaciteit aan.

We kunnen de verwachtingen die de omgevingswet op dit

punt stelt binnen de gegeven middelen niet meer inlossen.

Transformatie gaat niet vanzelf

Transformatie in het sociale domein levert fricties op.

Bij bewoners die niet alles kunnen krijgen wat ze graag

zouden willen hebben; bij instellingen die anders moeten

gaan werken en over de hele linie moeten inkrimpen.

De middelen die we voor de uitvoering van de WMO- en

Jeugdwet hebben zijn alleen toereikend als we bewoners

de minimaal noodzakelijke zorg bieden en als we naar

uitvoeringspartners toe resultaatgericht en zakelijk zijn.

U kunt er voor kiezen ruim te zijn voor de mensen die zorg

nodig hebben of de veranderingen voor de instellingen

zachter te laten landen. Dat geeft minder pijn, maar het

heeft wel budgettaire consequenties.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 15

Page 16: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

De ontwikkeling en begeleiding van de transformatie kost

zowel lokaal als regionaal meer inzet dan we aanvankelijk

hebben geraamd; de problematiek is zeer weerbarstig en

de regionale samenwerking is erg tijdsintensief.

De hiervoor benodigde extra middelen kunnen we niet aan

het uitvoeringsbudget onttrekken omdat dit ten koste zou

gaan van de zorg.

Digitalisering en innovatie: ook nodig voor de bedrijfsvoering

Met de keuze voor ‘driven by data’ heeft u ’s-Hertogenbosch

op de kaart gezet als innovatieve stad: uitdagende kansen voor

de bedrijvigheid en de werkgelegenheid van de toekomst!

Wij zien enorme kansen om te komen tot betere

dienstverlening en hogere kwaliteit van onze werkprocessen.

Er liggen ook knelpunten die we niet kunnen oplossen als we

de keuze voor digitalisering niet maken. Bijvoorbeeld op het

gebied van privacy en informatieveiligheid. En voor brede

toepassing van data science in het beleid. Een eenmalige impuls

zou ons geweldig helpen. Om te voldoen aan nieuwe wettelijke

eisen is ook enige structurele uitbreiding noodzakelijk.

Structuurversterking en structuurfonds

We hebben als gemeente een sterke traditie hoog te houden:

we vonden altijd veel extern geld voor ontwikkeling van onze

structuurversterkende projecten. Die kansen zijn er nog steeds,

ook al drogen er soms bronnen op. Wel zullen we altijd zelf

ook altijd geld moeten steken in de ontwikkeling. We hebben

daarvoor minder mogelijkheden dan in het verleden, toen

we vaker gebruik konden maken van eigen grondposities,

ruime GSB gelden of projectgebonden legesinkomsten.

Daarmee wordt het structuurfonds belangrijker. Wij bevelen

aan om scherp te kiezen voor projecten, zodat het begrip

‘structuurversterking’ echt onderscheidend is er binnen

projecten adequate slagen gemaakt kunnen worden.

Wij bevelen u aan om de ontwikkeling van de Spoorzone

en een nieuw vervoersknooppunt bij het station als nieuwe

projecten te benoemen. Afhankelijk van uw ambities horen

ook grote investeringen in duurzaamheid en ontwikkeling/

realisatie van een programma voor het Zuid-Willemspark

in het structuurfonds thuis. We bevelen aan om alle

toekomstige saldo-overschotten van het grondbedrijf als

voeding voor het structuurfonds te benoemen en om ook de

eventuele overschotten van jaarrekeningen standaard in het

structuurfonds te storten.

Knelpunten oplossen

Collegevorming is ook het moment om keuzes te maken voor

nieuw beleid. Daarnaast is het oplossen van vraagstukken die

er zeker aankomen het meest urgent. Wij signaleren dat er

oplossing nodig is voor de volgende financiële knelpunten:

• onderhoud sportaccommodaties

• onderhoud maatschappelijk vastgoed

• afronding van een aantal accommodatievraagstukken

- extra uitgaven gemeenschappelijke regelingen

• geprognotiseerd tekort parkeerreserve

• niet behalen taakstelling schuldhulpverlening

• ongedekte projecten structuurfonds

• bedrijfsvoering: sociaal domein, omgevingswet,

informatieveiligheid/privacy en ontwikkeling digitalisering.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 16

Page 17: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

3. Financiële stand van zaken

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 17

Page 18: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

De financiële positie van de gemeente is goed te noemen.

We zijn door consistent voorzichtig financieel beleid de crisis

goed doorgekomen. Na het verschijnen van de september- en

decembercirculaire hebben wij u globaal geïnformeerd over

de financiële gevolgen van het accres het regeerakkoord.

Deze effecten hebben we in deze notitie nader uitgewerkt.

Ook geven we een korte beschrijving van financiële

knelpunten die momenteel spelen binnen de exploitatie en

binnen onze reserves. We sluiten af met een analyse van

mogelijke speelruimte binnen onze begroting.

Het accres is het bedrag waarmee het vrij beschikbare deel

van het gemeentefonds jaarlijks wordt aangepast. Voor

de komende jaren wordt hierin een stijging voorzien. We

benadrukken dat het voorlopige indicaties betreft de

ramingen zijn dus nog niet cijfermatig verwerkt. Het kabinet

heeft wel toegezegd in de loop van maart met een preciezere

invulling te komen. Aanvullend ten opzichte van die begroting

gaat het voor onze gemeente om de volgende bedragen:

(Bedragen x € miljoen) 2018 2019 2020 2021

Accres 4 13 23 31

Tegenover deze groei aan inkomsten staan ook stijgende

uitgaven. Uit het accres moeten in ieder geval de loon- en

prijsontwikkelingen, de opschalingskorting en vanaf 2020 de

groeiende uitgaven binnen het sociaal domein worden bekostigd.

Voor de loon- en prijsontwikkeling hanteren we indexcijfers die

in lijn liggen met degene waar het Rijk mee rekent. Ons aandeel

in de opschalingskorting bedraagt ongeveer 0,85%.

En voor de volume-effecten in het sociale domein hanteren we

de ramingen van het CPB. Dit leidt tot het volgende totaalbeeld:

(Bedragen x € miljoen) 2018 2019 2020 2021

Accres 4 13 23 31

Loon- en prijsindexatie -7,5 -13 -18,5

Opschalingskorting -0,5 -1 -2

Sociale Domein -4 -6

Saldo 4 5,0 5 4,5

Er zijn op dit moment een aantal knelpunten bekend die nog

niet zijn verwerkt in de begroting van 2018 en verder, en dus

beslag leggen op de financiële ruimte.

Sportaccommodaties

De gemeente is eigenaar van de sport- en

recreatievoorzieningen in de stad. De totale (vervangings-)

waarde van dit areaal is ongeveer € 120 miljoen euro. De

voorzieningen worden sober doch doelmatig onderhouden

tot het moment dat deze toe is aan vervanging of een grote

renovatie. Uit de meerjarenplanning voor het onderhoud

blijkt dat de voorziening niet toereikend is. Om ook in de

toekomst het areaal sober doch doelmatig te onderhouden is

jaarlijks ongeveer € 735.000 extra nodig. Voor de jaren 2018

en 2019 was hiervoor al € 200.000 beschikbaar gesteld en de

jaren daarna € 400.000. In de raadsvergadering van 6 maart

2018 heeft de raad besloten om de aanleg van 6 nieuwe

kunstgrasvelden te dekken uit dit budget. Dit betekent dat in

2018 en 2019 nog € 56.000 beschikbaar is en vanaf 2020

€ 256.000.

Omgevingsdienst Brabant Noord

Uit de financiële stukken van de ODBN blijkt een

geprognosticeerd negatief resultaat over 2017 van € 960.000.

Momenteel is een adviesgroep ingesteld die de (financiële)

knelpunten binnen de ODBN gaat reviewen met als doel

concrete voorstellen te doen voor het inrichten van een

robuuste begroting zodat de ODBN toekomstbestendig is

toegerust om de werkzaamheden te vervullen die gericht zijn

op een gezonde en veilige fysieke leefomgeving.

Financieel zal het op basis van de huidige inzichten en tekort

naar verwachting om €100.000 tot € 150.000 gaan.

Veiligheidsregio

Met name door veranderingen in de omgeving met

toenemende eisen aan de brandweer-organisatie en

onder invloed van de eerder doorgevoerde bezuinigingen

bevindt de BBN zich op dun ijs. Zowel de toereikende van de

uitvoeringscapaciteit als de toekomstbestendigheid van de

organisatie is onvoldoende.

In 2017 en 2018 worden de noodzakelijke versterkingen

bekostigd uit de inzet van reserves van de Veiligheidsregio.

Om de versterkingen structureel te borgen is een hogere

gemeentelijke bijdrage vanaf 2019 noodzakelijk. Om de acute

knelpunten structureel op te lossen is een verhoging van de

gemeentelijke bijdrage nodig van € 630.000.

Omgevingswet

De invoering van de Omgevingswet is ontegenzeggelijk een

omvangrijke en impactvolle transitie in het fysieke domein.

Er is sprake van een herdefiniëring van bestuurlijke

rollen tussen raad en college, bepaling van het niveau in

dienstverlening, aanscherping van de ketens met ketenpartners

en vooral een andere manier van (samen)werken. Het

invoeringstraject Omgevingswet loopt in ieder geval tot ruim

na 2021.

1. Regeerakkoord

2. Knelpunten exploitatie

1. Regeerakkoord 18

2. Knelpunten exploitatie 18

3. Reserves 20

4. Maatregelen binnen begroting 20

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 18

Page 19: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Het programma Omgevingswet richt zich op een beheerste en

tijdige operationalisering van deze wet zonder voorop te lopen.

In het programma wordt waar mogelijk aangesloten op al

lopende trajecten en worden uiteraard zoveel mogelijk eerst de

bestaande budgetten aangesproken.

Niet realiseerbare ombuiging beschermingsbewind

Het team Financiële Dienstverlening omvat

Schuldhulpverlening, Bijzondere Bijstand en Bureau Sociaal

Raadslieden. De afgelopen bestuursperiode is ambitieus

ingezet op voorkomen van (verergering van) problematiek op

het terrein van het team financiële dienstverlening, in de hoop

hiermee inwoners beter te helpen en tegelijkertijd de kosten

te verlagen. Om die reden is een taakstelling opgenomen van

€ 600.000 voor beschermingsbewind. Met alle inspanningen op

het vlak van o.a. vroegsignalering, Eerste Hulp Bij Geldzaken,

samenwerking met budgetbeheerders en zorginstellingen,

is de groei van de uitgaven beschermingsbewind afgezwakt.

We scoren daarmee iets beter dan het landelijk beeld. Van

een afname is echter geen sprake. De besparing van 6 ton is

daarmee niet haalbaar.

Capaciteitsknelpunten in de uitvoering van het sociaal domein

en financiële dienstverlening

We zien een toenemende druk op de uitvoering binnen

het sociaal domein. In 2015 zijn de taken Wmo begeleiding en

dagbesteding opgepakt zonder extra formatie. Ten gevolge

van vergrijzing en het langer thuis wonen zien we een stijgend

aantal aanmeldingen. Daarnaast zien we een stijgende

complexiteit van de aanvragen, vooral bij de aanvragen

Begeleiding en Dagbesteding. Hiermee neemt de gemiddelde

behandeltijd toe met 20%.

In 2017 is flink ingezet op het efficiënter maken van de

werkprocessen, hetgeen ook geleid heeft tot snellere

dienstverlening aan de inwoner. Door bovengenoemde

ontwikkelingen is echter de draagkracht van het team WMO/

Jeugd overschreden. Dit heeft geleid tot veel te lange

wachttijden voor inwoners (9 weken in plaats van 3 dagen).

Met extra tijdelijke inzet is dit nu teruggebracht naar 3 weken.

Daarnaast is vanuit het oogpunt van tegengaan bureaucratie

het Gemeenschappelijk Gegevens Knooppunt (GGK) ingevoerd.

Dit leidt tot een vermindering van bureaucratische lasten

bij zorgaanbieders, maar vanwege het feit dat we nu niet

alleen de eigen gemeentelijke toegang registreren maar ook

de toegang jeugdzorg via de huisartsen en gecertificeerde

instellingen leidt dit tot extra inspanningen. Dit levert wel ook

een kwalitatief voordeel op vanuit het oogpunt van één gezin,

één plan, één regisseur en verbeterde sturingsinformatie.

Binnen financiële dienstverlening zien we een stijging van het

aantal schuldregeltrajecten (+21%), budgetbeheer (+12%)en

de aanvragen bijzondere bijstand (+6%). Ook de complexiteit

van de aanvragen is toegenomen. Door dit alles zijn lange

wacht- en afhandelingstermijnen ontstaan. Hoewel deze door

extra tijdelijke inzet deels zijn aangepakt bestaat er nog wel

achterstand. Om dit op te lossen en om nieuwe problemen te

voorkomen is extra capaciteit nodig.

Voor het realiseren van het concept Boschwijzer is ook

extra capaciteit nodig om de taken informatie, advies en

doorgeleiding adequaat uit te kunnen voeren. Ook de

bundeling van de aanmelddiensten van MEE en Juvans,

het triageteam en het CKG kan leiden tot meer benodigde

capaciteit.

Huisvestingskosten Boschwijzer

Op 7 maart 2017 heeft de gemeenteraad besloten tot de

inrichting van een informatie, advies en doorgeleidingsfunctie

voor het sociaal domein. Dit via door de gemeente en

gezamenlijke partners te ontwikkelen wijkpunten waarin de

informatievoorziening voor bewoners en de in- en uitvalsbasis

voor wijkwerkers worden gecombineerd, één stedelijke

telefoonlijn en één website. In het raadsvoorstel is gemeld dat

voor de dekking van de huisvestingskosten in de wijkpunten

nog € 380.000 structureel gevonden dient te worden.

Voor het jaar 2017 is incidentele dekking ingezet via de reserve

sociaal & zorgfonds. In 2017 zijn alle budgetten van het project

Boschwijzer opnieuw doorgelicht. Uit de budgetanalyse blijkt

dat de jaarlijkse (structurele) bijdrage van de woningcorporaties

ad € 120.000 is vervallen door een wijziging van de Woningwet.

Per saldo heeft Boschwijzer daarmee een structurele dekking

nodig van € 500.000.

De Plek

Door afgenomen mogelijkheden om extra inkomsten van

externe subsidies en fondsen binnen te halen, een gedaald

ledenaantal en toenemende kosten, geeft Flik-Flak aan niet

meer in staat te zijn om de gebruiksvergoeding te betalen

aan Stichting Accommodatie Flik-Flak. Als gevolg van het

niet kunnen betalen van de gebruiksvergoeding door de

hoofdhuurder Flik-Flak en door hogere onderhoudslasten

ontstaan er ook bij de Stichting Accommodatie Flik-Flak

financiële problemen. Voor 2018 is er een bedrag van maximaal

€ 150.000 gereserveerd om het acute liquiditeitsprobleem voor

dit jaar op te lossen. De structureel hogere kosten zijn hiermee

nog niet opgelost.

DTV/Lokale omroep

In het raadsvoorstel d.d. 11 juli 2017 is de lokale omroep

jaarlijks een subsidie van € 170.000 euro toegezegd voor de

jaren 2017 t/m 2019. Hiervan is structureel een bedrag van €

93.000 opgenomen in de meerjaren begroting. In dat voorstel

is ook opgenomen dat in 2019 o.b.v. een evaluatie een besluit

zal worden genomen voor financiering van de resterende jaren

van de zendmachtiging (tot 31 januari 2022).

Het tekort van € 77.000 voor de jaren 2017 t/m 2018 is gedekt in

begroting. Vanaf 2019 is dit niet meer het geval. Voor de jaren

2019 t/m 2021 is derhalve nog € 77.000 per jaar extra benodigd.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 19

Page 20: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

4. Maatregelen binnen begroting3. Reserves

Parkeerexploitatie

Binnen onze begroting is rekening gehouden met een jaarlijkse

afdracht van € 8,7 miljoen vanuit de parkeerexploitatie

(straatparkeren, parkeergarages, transferia en rijwielstallingen).

Deze afdracht en daarmee de reserve parkeer en verkeer

staan onder druk door achterblijvende bezetting bij met name

parkeergarage Sint-Jan.

Sociaal en Zorgfonds

Ultimo 2017 kent de reserve Sociaal en Zorgfonds een stand

van bijna € 19 miljoen. Deze reserve is bedoeld als buffer voor

tegenvallende uitgaven binnen het sociaal domein.

Vooral binnen Jeugdhulp is sprake van (financiële) onzekerheid.

De rijksuitkering is gedaald, er is onzekerheid of er

voldoende jeugdhulp is ingekocht omdat er meer vraag is, de

transformatieopgaven zijn vertraagd en de afschaling van de

landelijke transitie arrangementen (LTA) valt tegen.

Er zal grondig bekeken moeten worden hoe grip te houden

binnen het sociaal domein, de inzet van de reserve zal

noodzakelijk zijn.

Lange termijn planning (GSB)

De huidige beschikbare middelen binnen GSB ad

€ 18,8 miljoen zijn met name bestemd voor de realisatie van

Orthen-Links en Boschveld Deelgebied 2. Als alle lopende

projecten worden afgerond, resteert binnen het programma

een investeringsbedrag van € 4 miljoen en vanaf 2018 jaarlijks

€ 2 miljoen.

Structuurfonds

De middelen van het structuurfonds zijn volledig belegd.

Er is dus geen ruimte om ambities die nu als ongedekte

investering zijn opgenomen in het Structuurfonds te realiseren.

Het betreft de Oostelijke omleiding Rosmalen, Transferium

zuidoostzijde stad, Parallelweg A59, een deel van de Overige

projecten Koersnota, Bedrijvencentrum Grasso en het

Zwembad-West.

Wel verwachten we dat door de aantrekkende woningmarkt

op termijn vanuit het grondbedrijf weer afdrachten aan het

Structuurfonds kunnen plaatsvinden.

Risico reserve onderwijshuisvesting

In 2018 en 2019 wordt in totaal € 7,2 miljoen in de reserve

gestort. Naast deze incidentele stortingen wordt ook

structureel een extra toevoeging gedaan van 0,5 mln. aan de

reserve Onderwijshuisvesting. Met dit pakket aan maatregelen

blijft er een positieve stand in de reserve tot 2026.

Woonlasten

Onder gemeentelijke woonlasten verstaan we

de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de

onroerendezaakbelastingen (OZB). In deze analyse maken

we vanwege hun aard een onderscheid tussen de heffingen

enerzijds en de belasting anderzijds.

Afvalstoffen- en rioolheffing

De beide heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn.

Begrotingsruimte kan derhalve alleen geschapen worden door

meer gemeentelijke kosten toe te rekenen aan de heffingen.

Bij eerdere ombuigingsronden is van deze mogelijkheid

al gebruik gemaakt, door de kostentoerekening te

optimaliseren. Een voorbeeld is het toerekenen van een deel

van de kosten voor reiniging van de openbare ruimte aan

de afvalstoffenheffing. De enige kosten die tot op heden

niet zijn toegerekend aan de heffingen, zijn de kosten van

kwijtschelding. Voor de rioolheffing gaat het om een bedrag

van € 0,2 miljoen en voor de afvalstoffenheffing om een

bedrag van € 1,1 miljoen. In totaliteit is dus een bedrag van

€ 1,3 miljoen vrij te spelen op onze begroting.

Het toerekenen van kwijtschelding heeft natuurlijk als keerzijde

dat de burger geconfronteerd wordt met een toename van

de woonlasten. Bij volledige toerekening stijgt het riooltarief

met € 3,- (ongeveer 5%) en het afvalstoffentarief met € 17,-

(ongeveer 10%). Ook met deze (forse) verhogingen zouden

we ruim onder de gemiddelde tarieven van alle 100.000+

gemeenten blijven, met uitzondering van het riooltarief voor

huurders. Dat tarief is nu al boven het gemiddelde, maar nog

wel (net) rond de mediaan.

OZB

De inkomst uit de OZB is vrij inzetbaar voor de gemeente.

Begrotingsruimte kan derhalve gecreëerd worden door de

OZB te verhogen. Aan deze verhoging zijn geen wettelijke

beperkingen verbonden. Afgesproken is echter dat de macro-

opbrengst van de ozb (dus de opbrengst in alle gemeenten

samen) niet meer mag stijgen dat de som van de reële

trendmatige groei van het bbp en de prijsontwikkeling van de

nationale bestedingen (de zogenaamde macronorm). Voor 2018

is de macronorm 3,2%. Het Rijk heeft met de VNG afgesproken

dat bij overschrijding van de macronorm het volume van

het gemeentefonds kan worden verlaagd. Dat is nog nooit

gebeurd. Een grotere stijging van de OZB opbrengst bij een

individuele gemeente dan de macronorm heeft ex ante geen

gevolgen voor haar algemene uitkering.

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 20

Page 21: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Om toch een indicatie te kunnen geven van de

begrotingsruimte die gecreëerd kan worden, sluiten we aan

bij de Financiële-verhoudingswet (Fvw). Daarin is bepaald dat

de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk

peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een

aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Dit redelijk

peil is voor het jaar 2018 vastgesteld op 0,1952.

Op basis van dit redelijk peil berekenen we jaarlijks in onze

begroting de onbenutte belastingcapaciteit. Het gewogen

OZB tarief ligt in onze gemeente op 0,1475%. De onbenutte

belastingcapaciteit bedraagt dus 0,0477% van de WOZ waarde

wat overeenkomt met een ruimte van € 12,5 miljoen.

Praktisch gerekend leidt elke extra verhoging van 1% bovenop

de inflatiecorrectie tot een extra OZB inkomst voor woningen

van € 163.000 en voor niet-woningen van € 222.000.

Ook deze stijgingen leiden tot een toename van de woonlasten

van onze inwoners. Ook verslechtert het vestigingsklimaat van

onze stad voor bedrijven. Relativerend merken we op dat van

de 35 grootste gemeenten alleen Amsterdam en Den Haag een

lager OZB tarief hanteren voor woningen en dat onze tarieven

voor niet-woningen rond het gemiddelde van alle grote

gemeenten ligt.

Interne organisatie

Ons beleid is continu gericht op een goede inzetbaarheid van

ons personeel. We zien daarom geen mogelijkheden om een

verdere financiële efficiency slag te maken op personeel. De rek

is er grossomodo uit. We zien over de hele linie toenemende

druk maar het meest in het sociaal domein, in toename

plannen voor woningbouw, in toename regeldruk op gebied

van financiën Informatieveiligheid en privacy. We zien ook al

enige tijd een stijgend verzuim. Dit heeft onder meer te maken

met vergrijzing, hoge werkdruk en een grote betrokkenheid.

Ook de bedrijfsarts constateert al enkele jaren een toenemend

werkgerelateerd verzuim. De werkdruk zien we op korte

termijn ook niet afnemen. We hebben in toenemende mate

te maken met nieuwe taken, veranderend werk en een hoog

verloop (en dus inwerktijd) voor tijdelijke krachten.

Een impuls voor een slimme inzet van digitalisering biedt

mogelijkerwijs kansen voor een efficiënte bedrijfsvoering

en innovatieve en effectieve dienstverlening. Inwoners,

ondernemers, ketenpartners en andere overheden verwachten

dat wij adequaat inspelen op deze kansen. Hierbij zetten we

in op diverse actuele thema’s zoals digitale dienstverlening,

datagedreven sturing, online samenwerken en een slimme

buitenruimte in de stad. We zoeken hierbij telkens naar een

goede balans tussen continuïteit en innovatie.

We dragen zorg voor een stabiel en veilig digitaal netwerk,

goed functionerende ICT voorzieningen en een hoog

niveau van gebruikersondersteuning. Samenwerken (Samen

Organiseren) is hierbij het sleutelwoord voor een succesvolle

realisatie. Hierdoor realiseren we op effectievere wijze onze

informatiekundige opgaven bij nieuwe ontwikkelingen zoals

de transformatie in het sociaal domein en de komst van de

Omgevingswet

Een mogelijkheid om te besparen op de interne organisatie

is om taken af te stoten of te beperken. In de laatste twee

grote ombuigingsoperaties zijn deze mogelijkheden ook

ingezet. In totaliteit is toen voor een bedrag van € 17,5 miljoen

omgebogen op taken. De meest voor de hand liggende opties

zijn daarmee waarschijnlijk wel benut maar het blijft een

instrument dat altijd gehanteerd kan worden.

 

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 21

Page 22: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

4. Staat van de stad

West Graafse-poort

Zuidoost

Muntel/Vliert

Binnenstad

Engelen

Maaspoort

De Groote Wielen

Rosmalen noord

Rosmalen zuid

Noord

Nuland

Vinkel

Empel

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 22

Page 23: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

4.1. Inwoners 24

4.2. Lokaal bestuur 26

4.3. Sociale kwaliteit 28

4.4. Leefbare woonomgeving 30

4.5. Klimaatbestendige stad 32

4.6. Fysieke kwaliteit 34

4.7. Economie 36

4.8. Digitalisering 38

Voor u ligt de ‘Staat van de stad 2018’. Hierin wordt

op hoofdlijnen de situatie - en de ontwikkelingen - in

’s-Hertogenbosch beschreven. Inhoudelijk is hiervoor

aangesloten bij ‘Trends en ontwikkelingen.’ Naast de zeven

thema’s die hierin beschreven worden, is er in de ‘Staat van

de stad’ nog één thema toegevoegd: inwoners.

Gegevens

De ‘Staat van de stad’ geeft vooral veel cijfermatige informatie.

Uiteraard is daarbij gebruik gemaakt van de meest actuele

cijfers. Veel cijfers zijn binnen de gemeente beschikbaar, waar

nodig is ook gebruik gemaakt van externe bronnen (zoals de

provincie en het CBS).

De gegevens worden op meerdere niveaus gepresenteerd.

Cijfers voor de hele stad worden zoveel mogelijk vergeleken

met de vier andere grote Brabantse steden (Breda, Eindhoven,

Helmond en Tilburg) en referentiegemeenten Amersfoort,

Haarlem, Leiden en Zwolle. Voor een aantal andere cijfers is

het interessanter om de verschillen tussen de 14 wijken uit

’s-Hertogenbosch te laten zien.

Dit zijn: Engelen, Maaspoort, Empel, West, Noord,

Muntel/Vliert, Binnenstad, Zuidoost, Graafsepoort,

De Groote Wielen, Rosmalen noord, Rosmalen zuid,

Nuland, Vinkel.

Meer informatie?

Per thema wordt daarnaast een overzicht gegeven van

relevante onderzoeksrapporten. Wanneer u meer informatie

wilt, kunt u in de digitale versie van ‘Samen werken aan

’s-Hertogenbosch’ op deze onderzoeksrapporten klikken.

U komt dan direct bij het betreffende rapport.

Inleiding

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 23

Page 24: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• Op 1 januari 2018 heeft ’s-Hertogenbosch 153.452

inwoners. De wijk met de meeste inwoners is West

(21.720); in Vinkel wonen de minste inwoners (2.550).

• In De Groote Wielen en Empel wonen relatief de

meeste jongeren. Van alle inwoners is in deze wijken

respectievelijk 36% en 32% jonger dan 20 jaar. In de

Binnenstad is dit slechts 10%.

• In Zuidoost (13%), Rosmalen zuid (10%) en Nuland (10%)

wonen relatief de meeste 75-plussers. In De Groote

Wielen wonen bijzonder weinig 75-plussers (1%).

• De afgelopen tien jaar is het aantal inwoners met

ongeveer 1.000 inwoners per jaar gegroeid. Dit is

exclusief de samenvoeging met Nuland en Vinkel in

2015. Door deze samenvoeging heeft de gemeente er

nog eens ruim 6.700 inwoners bij gekregen.

• In Rosmalen noord en de Maaspoort daalt het

inwoneraantal al jaren gestaag. De wijken waar

de afgelopen tien jaar veel nieuwe woningen zijn

gebouwd, groeien het snelst. Op nummer één staat

De Groote Wielen, gevolgd door West en Empel.

• Volgens de provinciale prognose zal het aantal inwoners

in ’s-Hertogenbosch tussen 2017 en 2040 stijgen met

14%, naar 173.920. En neemt het aantal huishoudens toe

van 71.160 naar 82.820 (+16%).

• Volgens dezelfde prognose blijft het aandeel 0-19

jarigen tussen 2017 en 2040 redelijk constant (22%),

terwijl het aandeel 75-plussers zal toenemen van 7%

naar 13% in 2040.

4.1. Inwoners

INWONERAANTAL

Bron: BRP 2018

25.000 10.000 5.000

Jongeren t/m 19 jaar en ouderen vanaf 75 jaar.Bron: BRP 2018

JONGEREN EN OUDEREN

3.000 1.500 750

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 24

Page 25: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Bevolkingscijfers 2018⊲ Bevolkingsontwikkeling 2017 - 2018⊲ Kerncijfers 2017⊲ Bevolkingsprognose ’s-Hertogenbosch

2013- 2030

ONTWIKKELING 2017 - 2040

Aandeel jongeren t/m 19 jaar en ouderen vanaf 75 jaar.Bron: Prognose provincie Noord-Brabant

% vanaf 75 jaar

% t/m 19 jaar

20%

25%

15%

10%

2017

204

0

5%

0

22%

7%

13%

22%

2018

2020

2022

2024

2026

2028

2030

2032

2034

2036

2038

ONTWIKKELING 2017 - 2040

Aantal inwoners en huishoudens.Bron: Prognose provincie Noord-Brabant

aantal huishoudens

aantal personen

160.000

200.000

180.000

120.000

140.000

100.000

80.000

2017

2018

2020

2022

2024

2026

2028

2030

2032

2034

2036

2038

204

0

40.000

60.000

20.000

0

+14%

+16%

152.525

71.160

82.820

173.920

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 25

Page 26: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• Najaar 2017 vindt 57% van de bewoners dat de

gemeente ’s-Hertogenbosch geïnteresseerd is in de

mening van haar burgers. Dit is een flinke stijging ten

opzichte van twee jaar daarvoor (45%). Overigens

zijn de verschillen tussen de wijken groot. Van 47% in

Rosmalen noord tot 70% in Nuland.

• Daarnaast neemt het vertrouwen in het

gemeentebestuur in dezelfde periode iets toe. Zo geeft

36% aan vertrouwen te hebben in de burgemeester en

de wethouders (13% niet); in 2015 was dit 34%

(en 16% niet).

• Bijna driekwart van de bewoners voelt zich

medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun

buurt. Dit aandeel is het laagst in West (63%), het

hoogst in De Groote Wielen en Empel (82%).

• Gemiddeld doet 39% van alle inwoners wel eens

vrijwilligerswerk. Vrijwilligers zijn vooral actief op het

gebied van sport. Ook ‘zorg en hulpverlening’ wordt

vaak genoemd.

• Op 19 maart 2014 was de opkomst bij de

gemeenteraadsverkiezingen landelijk gemiddeld 54%.

Vanwege de herindeling gingen de kiezers in onze

gemeente in november naar de stembus. Met 40,5% lag

deze opkomst beduidend lager. Dit opkomstpercentage

is tevens het laagst van de vijf grote Brabantse steden en

ook lager dan in de referentiegemeenten.

4.2. Lokaal bestuur

INTERESSE IN MENING BURGERS

“De gemeente is geïnteresseerd in de mening van haar burgers.”Bron: Omnibus 2017

% (helemaal) eens

57

57

52

52

58 64

47

67 69

65

63

70

53

54

MEDEVERANTWOORDELIJKHEID BURGERS

“Ik voel mij medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in mijn buurt.”Bron: Omnibus 2017

% (helemaal) eens

72

7463

73

70

77 71

76

82 82 69

71

75

75

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 26

Page 27: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Interactief bestuur januari 2018 ⊲ Vrijwilligerswerk mantelzorg en sociale contacten,

maart 2017⊲ Vrijwilligerswerk in ’s-Hertogenbosch november 2017⊲ Gemeenteraadsverkiezingen 2014

OPKOMST GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2014

Bron: www.verkiezingsuitslagen.nl

Amersfoort

Zwolle

Leiden

Breda

Haarlem

Helmond

Eindhoven

20%0% 40% 60% 80% 100%

‘s-Hertogenbosch

Tilburg

58

57

56

53

40

44

45

45

48

VRIJWILLIGERSWERK

Bron: Sport en welzijn 2016Dit wordt vooral gedaan op het gebied van:

50%

wijk-, buurt- en bewonerszaken

sport

zorg en hulpverlening

recreatie

onderwijs en educatie

kunst encultuur

10%0% 20% 30% 40%

29

18

13

9

9

11

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 27

Page 28: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• In een aantal gebieden in ’s-Hertogenbosch is het aantal

75-plussers relatief hoog. Dit is in West, Zuid/Binnenstad

en Rosmalen. Deze ouderen wonen zelfstandig, niet in

een instelling. Overigens wonen steeds minder inwoners

permanent in een instelling of tehuis.

• Het aantal inwoners met een Wmo woonvoorziening

(zoals een traplift of tillift) neemt toe. In 2016 waren

dit er 871. Ook het aantal nultreden woningen neemt

toe, tot 11.570 in 2017. Deels komt dit door een bredere

definitie (bijna 2.000 woningen); deels door nieuwbouw

(1.000 woningen).

• In 2016 maakte 9,8% van de jongeren gebruik van

jeugdhulp. Dit is lager dan landelijk (10,8%). Over het

algemeen is men tevreden over de hulp; jongeren geven

gemiddeld een 7,2 en ouders een 7,7.

• De schaalscore voor zelfredzaamheid is in 2016 8,3.

Deze score (schaal 0 – 10) wordt bepaald aan de hand

van drie stellingen en is de afgelopen tien jaar redelijk

constant. Hoe gezonder inwoners zich voelen, hoe

hoger de score.

• De meeste inwoners vinden dat zij voldoende sociale

contacten hebben. Negen procent vindt dat zij te weinig

sociale contacten hebben.

• Gemiddeld moet in 2015 8,5% van de huishoudens in

’s-Hertogenbosch rondkomen van een laag inkomen.

Dit is iets hoger dan gemiddeld in Nederland (8,2%).

De verschillen tussen de wijken zijn groot: van 12% in

Muntel/Vliert tot 2,8% in Engelen.

• ’s-Hertogenbosch staat hoog (6e plaats) in de sociaal-

economische index van de 50 grootste gemeenten.

Onze sterke punten zijn de participatie van vrouwen,

de werkgelegenheid en het werkloosheidspercentage.

4.3. Sociale kwaliteit

SCORE ZELFREDZAAMHEID

Bron: Sport en welzijn 2016

8

10

6

4

2010

2012

2014

2016

2

0

8,58,2

7,6

8,3

MATE VAN VERGRIJZING

Bron: Monitor sociaal domein 2017

geen 75+

A = Cluster WestB = Cluster Zuid/BinnenstadC = Cluster Rosmalen

niet vergrijsd licht vergrijsd sterk vergrijsd

B

C

A

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 28

Page 29: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Monitor sociaal domein 2017⊲ Monitor sociaal domein kwetsbare ouderen 2017⊲ Langer thuis wonen in ’s-Hertogenbosch

(14 wijkrapporten)⊲ Cliëntervaringen Wmo mei 2017⊲ Cliëntervaringen jeugdhulp augustus 2017⊲ Cliëntervaringen sociale wijkteams november 2017⊲ Kunnen bewoners met een beperking meedoen

in ’s-Hertogenbosch juni 2017⊲ Armoedemonitor 2016⊲ Wijk- en buurtmonitor 2016⊲ Economische monitor 2017⊲ Factsheet stedelijke economie 4e kwartaal 2017

Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Atlas voor gemeenten 2017

Haarlemmermeer

Utrecht

Amstelveen

Amersfoort

Breda

100 20 30 40

Alphen a/d Rijn

Zwolle

Hilversum

Leiden

Haarlem

Eindhoven

Tilburg

Helmond

‘s-Hertogenbosch

1

2

3

4

7

8

9

10

11

16

16

32

5

6

Bron: CBS/IIV 2015 (gewijzigde methode; voorheen RIO)

Binnenstad

Muntel/Vliert

West

Graafsepoort

Noord

Zuidoost

‘s-Hertogenbosch

5%0% 10% 15%

Maaspoort

De Groote Wielen

Rosmalen noord

Vinkel

Nuland

Rosmalen zuid

Empel

Engelen

Nederland

12,0

11,6

11,4

11,3

11,0

9,5

5,4

4,6

4,5

4,2

3,8

3,7

3,1

8,5

8,2

2,8

LAAG INKOMEN SOCIAAL-ECONOMISCHE INDEX

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 29

Page 30: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• ’s-Hertogenbosch telt 75 woonbuurten. Dit zijn buurten

met 100 of meer huishoudens. Hiervan scoren in 2016 17

buurten sterk, 39 gemiddeld, 18 zwak en één zeer zwak.

De variatie in de wijken is groot. Zo liggen de 17 sterke

buurten verspreid over negen wijken.

• De gemiddelde score voor sociale cohesie is een 6,2.

De sociale cohesie (schaal 0 – 10) wordt door bewoners

het best beoordeeld in Vinkel (7,8), het slechtst in

West (5,6).

• Bijna driekwart van de bewoners vindt dat de mensen in

hun buurt op een prettige manier met elkaar omgaan.

En 60% voelt zich thuis bij de mensen die in hun buurt

wonen.

• De veiligheidsindex laat zien dat Nuland en Vinkel de

veiligste wijken zijn. West en de Binnenstad de minst

veilige. Het gaat de laatste jaren steeds beter met de

veiligheid in ’s-Hertogenbosch. Dit geldt ook voor de

veiligheidssituatie in de meeste wijken.

• Het aandeel inwoners dat zich gezond voelt (86%),

blijft door de jaren heen stabiel. Vergeleken met 2014

voelen in 2016 minder inwoners zich beperkt door hun

gezondheid bij dagelijkse bezigheden. Het aandeel

kinderen met (ernstig) overgewicht is gedaald naar 8%.

• Het aandeel volwassenen dat de beweegnorm haalt, is

gestegen naar 35%. Bijna driekwart van de volwassenen

sport minimaal één keer per maand. In De Groote

Wielen is de sportdeelname met 84% het hoogst; het

laagst in Noord (66%).

4.4. Leefbare woonomgeving

SCHAALSCORE SOCIALE COHESIE

Bron: Leefbaarheid en veiligheid 2017

6,8

5,6

6,1

6,0

6,9 7,8

6,5

6,76,7

6,5

5,8

7,0

5,8

6,1

CLASSIFICATIE BUURTEN ‘S-HERTOGENBOSCH

Bron: Wijk- en Buurtmonitor 2016

< 100 huis- houdens sterk gemiddeld zwak zeer zwak

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 30

Page 31: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Wijk- en buurtmonitor 2016⊲ Veiligheidsmonitor 2016⊲ Voortgangsrapportage objectieve veiligheid 2017⊲ Evaluatie kwaliteitsmeter veilig uitgaan 2016⊲ Monitor seksuele diversiteit juni 2017⊲ Omgaan met elkaar in ’s-Hertogenbosch februari 2017⊲ Monitor sociaal domein 2017⊲ Rapport kinderen en jongeren 2015⊲ Sportparticipatie kinderen en jongeren 2017⊲ Sportparticipatie volwassenen 2016⊲ Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

maart 2017

VEILIGHEIDSINDEX

Bron: Veiligheidsmonitor 2016

De Groote Wielen

Nuland

Vinkel

Rosmalen zuid

Engelen

Rosmalen noord

Maaspoort

500 100 150 200

Empel

Graafsepoort

‘s-Hertogenbosch

Noord

Muntel/Vliert

West

Binnenstad

Zuidoost

40

43

54

54

61

61

78

85

92

100

111

113

160

192

75

gemiddelde 2015

veilig minder veilig

50-100 0 50

ontwikkeling index 2013 - 2015

veilig minder veilig

6

20

-12

3

-58

47

-41

-31

-102

-25

-7

-31

-35

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 31

Page 32: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• Het aandeel corporatiewoningen met energielabel A

is in twee jaar tijd meer dan verdubbeld. In 2015 was

dit 9%; in 2017 is dit toegenomen naar 21%.

• Bijna 80% van de inwoners probeert zoveel mogelijk

energie te besparen. Dit aandeel neemt iets af de

afgelopen jaren.

• Bewoners besparen vooral energie door het plaatsen

van dubbelglas of het isoleren van de woning.

Binnenshuis door het plaatsen van led- of spaarlampen

of de aanschaf van een Hr-ketel.

• Voor het scheiden van afval geven inwoners zichzelf

gemiddeld een 7,4. In de Binnenstad is dit cijfer het

laagst (6,6). In Nuland en Vinkel geven inwoners

zichzelf het hoogste cijfer: een 8,1.

• Kleding/textiel, glas en plastic kunnen goed

hergebruikt worden. Op verschillende plekken

in de gemeente zijn daarom inzamelpunten.

Inwoners brengen glas het vaakst weg (85%),

kleding/textiel wordt het minst vaak

weggebracht (46%).

4.5. Klimaatbestendige stad

ENERGIELABELS CORPORATIEWONINGEN

Bron: BrabantWonen, Zayaz, Kleine Meierij en Mooiland

2015

2016

20%0% 40% 60% 80% 100%

9

13

label A label B label C label D,E,F,G

2017

21

21

2021

32

31

29 30

38

35

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 32

Page 33: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Mening inwoners over energiebesparing en water

– omnibus 2017⊲ KTO Afvalstoffendienst – digipanel 2017

ENERGIEBESPARING BEWONERS

“Ik probeer zoveel mogelijk energie te besparen.”Bron: Omnibus 2017

2013

2015

2011

20%0% 40% 60% 80% 100%

(helemaal)mee eens

niet eens,niet oneens

(helemaal)mee oneens

weet niet/geen mening

2017

86

80

78

81 13

15

17

4

4

10

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 33

Page 34: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• In de woonaantrekkelijkheidsindex valt op dat

’s-Hertogenbosch met een vierde plaats niet alleen hoog

scoort, maar ook dat we al jaren tot de top vijf behoren.

Onze score is vooral hoog door het culturele en culinaire

aanbod, de nabijheid van natuurgebieden en de

bereikbaarheid van banen.

• In totaal zijn er begin 2017 69.907 woningen in

’s-Hertogenbosch. Hiervan is 58% een koopwoning, 42%

een huurwoning. Overigens is 35% van alle woningen

een corporatiewoning. Dit is hoger dan het landelijk

gemiddelde (30% in 2016).

• ’s-Hertogenbosch is met een gemiddelde WOZ-waarde

van €239.560 een dure stad om te wonen. De WOZ-

waarde is het laagst in West (€182.840), het hoogst in

Rosmalen zuid (€338.280).

• Bewoners zijn over het algemeen (zeer) tevreden over

hun eigen woning en woonomgeving. Het gemiddelde

rapportcijfer voor de eigen woning is in 2017 een 7,9;

voor de woonomgeving een 7,5. Beide cijfers blijven al

jaren redelijk constant.

• Tussen 2012 en 2015 komen er jaarlijks gemiddeld ruim

5.000 huishoudens in ’s-Hertogenbosch wonen. Hiervan

is 64% afkomstig uit ’s-Hertogenbosch zelf. Per saldo

trekken we veel huishoudens aan vanuit (omgeving)

Eindhoven, Midden-Brabant en de Randstad. In de regio

zijn er relatief veel verhuisbewegingen met Vught,

Sint-Michielsgestel en Heusden.

• De filezwaarte op het rijkswegennet rond

’s-Hertogenbosch is de laatste paar jaar vrij constant

en hoog. De filezwaarte is het hoogst op de A2, traject

Deil – Empel.

4.6. Fysieke kwaliteit

AANDEEL KOOPWONINGEN

Bron: Woningmarktmonitor 2017

88

44

71

51

81 92

75

83 69

48

45

74

42

50

VERHUISBEWEGINGEN REGIO

Bron: Woningmarktmonitor 2017

‘s-Hertogenbosch

Eindhoven e.o.;Midden Brabant;Randstad

Bernheze

Oss

Heusden

Haaren

Vught

Boxtel

Schijndel

Veghel

Uden

Sint-Oedenrode

Sint-Michiels-

gestel

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 34

Page 35: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Woningmarktmonitor 2017⊲ Economische monitor 2017

GEMIDDELDE WOZ-WAARDE ALLE WONINGEN

Bron: Woningmarktmonitor 2017

WOONAANTREKKELIJKHEIDSINDEX

Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Atlas voor gemeenten 2017

Amsterdam

Amstelveen

Utrecht

Haarlem

100 20 30 40 50

Den Haag

Leiden

Amersfoort

Arnhem

Eindhoven

Tilburg

Zwolle

Breda

Helmond

Haarlemmermeer

‘s-Hertogenbosch

1

2

3

4

7

8

9

10

12

16

19

31

44

5

6

€ 330.970

€ 182.840

€ 232.080

€ 199.920

€ 251.220

€ 338.280 € 329.740

€ 277.920

€ 322.190€ 304.500

€ 231.180

€ 249.420

€ 310.450

€ 197.390

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 35

Page 36: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• ’s-Hertogenbosch staat hoog (zesde plaats) op

de vernieuwde ranglijst van economisch best

presterende gemeenten. Deze positie is door de

jaren heen vrij constant.

• In 2016 werken er 96.650 personen in

’s-Hertogenbosch. De economische crisis eind 2008

heeft invloed gehad op onze werkgelegenheid. De

laatste jaren neemt de werkgelegenheid weer toe.

• Deze personen zijn werkzaam bij 12.830

bedrijfsvestigingen. Veel van deze bedrijven (90%)

behoren tot het kleinbedrijf (< 10 werkzame

personen). De grootste werkgever is het JBZ.

• De beroepsbevolking bestaat uit ongeveer 78.000

personen. De bruto participatiegraad is 72%. Het

aandeel 45-plussers in de beroepsbevolking neemt

toe, evenals het aandeel hoog opgeleiden.

• In 2016 was 5,5% van de beroepsbevolking werkloos.

In 2015 was dit nog 7%.

• Eind 2017 zijn er 3.275 lopende WW-uitkeringen;

veel minder dan begin van het jaar (3.900). Ook het

totaal aantal bijstandsuitkeringen laat in 2017 een

daling zien, van 4.044 (januari) naar 3.852 aan het

eind van het jaar (-4,7%).

• In 2016 werd het 500ste sterfjaar van Jheronimus

Bosch uitgebreid gevierd. Er zijn in dat jaar naar

schatting 2.833.000 (binnenlandse) bezoeken aan

‘s-Hertogenbosch gebracht. Hiermee staan we

op de achtste plaats, achter de vier grote steden,

Eindhoven, Groningen en Zwolle. Wat betreft

binnenlandse bezoekers staan we op de vijfde

plaats, achter de G4.

• Bezoekers kwamen in 2016 van heinde en verre. Het

totaal aantal bezoeken (binnen- én buitenlands) aan

onderdelen van de manifestatie JB500 bedroeg bijna

1,4 miljoen.

• Het aantal hotelovernachtingen was in 2016

beduidend hoger dan in voorgaande jaren.

4.7. Economie

ECONOMISCHE TOPLOCATIES 2017

Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Elsevier / Bureau Louter

Haarlemmermeer

Amsterdam

Son en Breugel

Eindhoven

200 40 60 80 100 120

Rotterdam

Zoeterwoude

Utrecht

Zwolle

Breda

Amersfoort

Tilburg

Leiden

Haarlem

Helmond

‘s-Hertogenbosch

Nieuwegein

1

2

3

4

7

8

9

10

12

15

71

73

76

116

5

6

WERKLOOSHEIDSPERCENTAGE

Bron: CBS

8%

10%

6%

4%

2010

2011

2012

2013

2014

2016

2015

2%

0

4,9 4,75,4

6,97,7

7,0

5,5

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 36

Page 37: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Economische monitor 2017⊲ Factsheet stedelijke economie, 4e kwartaal 2017⊲ Agrifood Capital monitor 2016⊲ Toerisme monitor 2017⊲ Eindevaluatie manifestatie Jheronimus Bosch 500

augustus 2017

1997 = 100Bron: LISA

B5

Nederland

‘s-Hertogenbosch

120

125

130

115

110

1997

1998

1999

200

0

2001

2002

2003

200

4

2005

200

6

2007

200

8

2009

2010

2012

2011

2013

2014

2015

2016

105

100

HOTELOVERNACHTINGEN

Bron: Belastingen1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

200.000

250.000

150.000

100.000

2013

2014

2016

2017

2015

50.000

0

ONTWIKKELING WERKZAME PERSONEN

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 37

Page 38: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Situatie en ontwikkelingen• In 2016 is 7% van de werkgelegenheid in

’s-Hertogenbosch toe te rekenen aan de ICT-sector.

In vergelijking met andere grote steden is dit hoog.

Het aandeel neemt de afgelopen jaren toe.

De werkgelegenheid in deze sector groeit dus

sneller dan de totale werkgelegenheid.

• De gemeente gaat steeds digitaler werken. Zo zijn er

in 2016 bijvoorbeeld ruim 4.500 vragen via webcare

afgehandeld. Bijna vier keer zoveel als in 2015 (1.200).

• Bijna 60% van de inwoners vindt het positief dat de

gemeentelijke dienstverlening en communicatie steeds

meer digitaal gebeurt. 10% van de inwoners staat hier

negatief tegenover; 30% is hier ‘neutraal’ in. Overigens

staan inwoners tot 40 jaar hier verhoudingsgewijs

positiever tegenover (70%) dan inwoners van 55 jaar en

ouder (49%).

• Ruim 40% zou (meer) diensten van de gemeente via

internet willen afhandelen; een even groot aandeel zou

dat ‘misschien’ willen. 13% geeft aan dat zij niet meer

diensten via internet willen afhandelen.

• Bijna driekwart van de inwoners heeft het afgelopen

jaar een product of dienst via de website van de

gemeente aangevraagd. Dit is beduidend meer dan in

2015 (22%).

• 92% van de inwoners geeft aan in staat te zijn

zelfstandig een digitale aanvraag te regelen. Eén

procent geeft aan dit niet te kunnen en kent bovendien

niemand die hen hierbij kan helpen.

4.8. Digitalisering

ONTWIKKELING WERKGELEGENHEID ICT

Ontwikkeling werkgelegenheid ICT en totale werkgelegenheid, 2010 = 100Bron: LISA

80

100

120

140

60

40

2010

2012

2011

2013

2014

2015

2016

20

0

TotaalICT

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 38

Page 39: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Meer informatie?⊲ Economische monitor 2017⊲ Mediaonderzoek april 2016

DIGITALISERING GEMEENTE

Houding ten opzichte van verdere digitalisering dienstverlening en communicatie gemeenteBron: Mediaonderzoek 2016

20% 40% 60% 80% 100%

positief neutraal negatief weet niet/geen mening

0

55 jaar e.o.

40 - 54 jaar

30 - 39 jaar

< 30 jaar

Totaal

49

59

72

67

59

23

30

7

30

22 6

36 13

10

10

Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 39

Page 40: Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen B5-steden, de regio’s,

Dit is een uitgave van gemeente

’s-Hertogenbosch

Uitgave 2018

Colofon