Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda...
Transcript of Samen werken aan ’s-Hertogenbosch...en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda...
Samen werken aan ’s-HertogenboschOverdrachtsdocument van de ambtelijke organisatie voor de bestuursperiode 2018-2022
Geachte raadsleden,
Allereerst willen wij u van harte feliciteren met uw verkiezing tot lid van onze gemeenteraad.
Wij hopen van harte dat u zich snel thuis zult voelen in uw nieuwe of hernieuwde rol.
We willen u graag vanuit de ambtelijke organisatie alle medewerking toezeggen om uw
werk als gemeenteraadslid goed te kunnen doen.
U staat aan de vooravond van de coalitievorming. Dat is het moment om te onderhandelen
over eventuele deelname aan de college en over de vraag of en hoe uw politieke wensen
terecht kunnen komen in een bestuursakkoord. Bij dit coalitievormingsproces zijn ook meer
neutrale en feitelijke aspecten van belang. Wij hebben als Algemeen Managementteam
(AMT) de belangrijkste zaken verzameld en brengen die in bijgaand document graag onder
uw aandacht.
Het betreft:
• Een analyse van de trends en ontwikkelingen, opgesteld door de afdeling Strategie.
• Noties van het AMT, over zaken die bij de coalitiebesprekingen ambtelijk van belang
worden geacht.
• De financiële stand van zaken, opgesteld door de afdeling Concernfinanciën.
• Staat van de stad: feiten en vergelijkende gegevens van de gemeente,
opgesteld door de afdeling Onderzoek en Statistiek.
Normaliter werkt de ambtelijke organisatie altijd onder verantwoordelijkheid van het college
van BenW. Vanwege de gewenste neutraliteit van onze inbreng in het coalitieproces, is dit
document onder eigen ambtelijke verantwoordelijkheid en onder regie van de burgemeester
tot stand gebracht.
Op 3 april is er een introductiebijeenkomst. Leden van het AMT zullen het document
toelichten en zullen graag uw vragen beantwoorden.
In het verdere proces zullen wij de onderhandelaars graag van dienst zijn als er meer
informatie nodig is, maar ook vragen uit uw raad zullen wij graag beantwoorden.
Met vriendelijke groet,
namens het AMT
Irma Woestenberg, gemeentesecretaris
Aan de leden van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch, maart 2018
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 2
InhoudsopgaveInhoudsopgave
1. Trends en ontwikkelingen
Bouwstenen voor de toekomst:
duurzaam verbinden 4
2. Noties van het Algemeen Managementteam over
enkele zaken, die bij de coalitiebesprekingen van
belang worden geacht 14
3. Financiële stand van zaken 17
4. Staat van de stad 22
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 3
1. Trends en ontwikkelingen Bouwstenen voor de toekomst: duurzaam verbinden
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 4
1.1. Lokaal bestuur bij de tijd: als gemeente tussen onze
inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties
en andere partners 6
1.2. Sociale kwaliteit: met eigen regie 7
1.3. Sociale cohesie in wijken en dorpen: een leefbare
woonomgeving 8
1.4. Een klimaatbestendig ’s-Hertogenbosch 9
1.5. Fysieke kwaliteit: een aantrekkelijke centrumstad
in een aantrekkelijke regio 10
1.6. Economische agenda voor stad en regio 12
1.6. Digitalisering: driven by data 13
De centrale opgave: meer samenhang, meer integraal en
minder verkokering in het beleid.
Dit document zet relevante trends, ontwikkelingen,
vraagstukken en uitdagingen op een rij en bevat daarmee
bouwstenen voor een nieuw bestuursakkoord. De opgaven
voortvloeiend uit de geschetste trends en ontwikkelingen
kunnen gebruikt worden voor een politieke inkleuring van de
toekomst van de stad en haar inwoners.
Mede door de decentralisaties hebben steden meer dan
voorheen de mogelijkheid om beleidsmaatregelen op
verschillende terreinen te combineren en elkaar te laten
versterken. Ook ’s-Hertogenbosch streeft naar meer
samenhang, en minder verkokering, aanbrengen tussen beleid
en uitvoering op alle mogelijke gebieden (zoals jeugd, zorg,
sport, re-integratie, economie en wijkaanpak). Want bij de
ontwikkeling van de stad gaat het om de complexe relaties
tussen woon- en werkmilieus, wijk- en stadsvoorzieningen,
arbeidsmarkt, onderwijs en regionale economie. Op deze
en andere terreinen liggen er kansen om innovaties,
transformaties en hervormingen te realiseren, én om de
tegenstrijdigheden in het beleid te elimineren.
De economie zit in een opwaartse spiraal. Dat heeft positieve
effecten op werkgelegenheid en de welvaart van onze
inwoners, al is dat niet voor iedereen even merkbaar. De vraag
is o.a. hoe zoveel mogelijk Bossche inwoners kunnen profiteren
van deze economische ontwikkeling? En hoe kan de stad
inspelen op nieuwe, innovatieve ontwikkelingen die de stad
slimmer, duurzamer en klimaatbestendiger maken?
Deze trends en ontwikkelingen geven voor de beantwoording
van deze en andere vragen een handreiking, zonder dat een
advies wordt uitgebracht.
Inleiding
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 5
1.1. Lokaal bestuur bij de tijd: als gemeente tussen onze inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere partners
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• De taak van de lokale overheid wordt groter, belangrijker
en ingewikkelder.
• De overheid ‘kantelt’ en moet kunnen sturen met
verschillende sturingsvormen; soms zelfs binnen één
beleids-domein.
• Het belang van regionale samenwerking neemt nog
altijd toe.
Verwachtingenmanagement en rolopvattingen
De taak van de gemeente wordt groter, belangrijker en
ingewikkelder omdat de gemeente in het sociale domein
voor de burger de belangrijkste overheid is geworden en
bij duurzaamheid zal worden. En ingewikkelder omdat de
burger hoge verwachtingen van de overheid heeft, op tal van
terreinen afhankelijk is van diezelfde overheid en omdat de
overheid met veel andere partijen moet samenwerken. De
gemeente kan de complexiteit van de samenleving niet meer
oplossen met de traditionele rol in wetgeving, regels, subsidies
of voorlichting. De rol van de gemeente wordt steeds diverser,
van het faciliteren van ontwikkelingen, het vaststellen van
spelregels voor de kracht van de ‘civil society’ tot de sterke
ondernemende overheid. Het gaat niet om meer of minder
overheid.Het gaat om een overheid die écht kan verbinden en
die écht kan aansluiten bij een veranderende samenleving.
Doe-democratie
De tijd van ‘ordening en sturing’ door de overheid is voorbij en
heeft definitief plaatsgemaakt voor meer ruimte voor andere
spelers, waaronder bewoners, ondernemers en professionals
van maatschappelijke organisaties. Zonder hen kunnen
complexe maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie,
de inrichting van de leefomgeving en het opstellen
van een omgevingsvisie niet worden gerealiseerd.
Door zichzelf organiserende bewoners ontstaan nieuwe
samenwerkingsvormen, sprekende voorbeelden als amberalert.
nl en verbeterdebuurt.nl tonen de toegevoegde waarde van de
participatiesamenleving aan.
In een doe-democratie bepaalt de samenleving meer
dan ooit de inrichting van de stedelijke ruimte.
Daarbij is het nodig om een gelijke informatiepositie voor
alle stakeholders te bewerkstelligen. De invoering van de
Omgevingswet vormt een kansrijk vehikel om dit toe te passen.
De Omgevingswet vereenvoudigt regels over de fysieke
leefomgeving (zoals ruimte, verkeer en vervoer, water, natuur,
cultureel erfgoed en gezondheid) en voegt ze samen. Het
uitgangspunt van de Omgevingswet wordt dat overheden
en burgers dezelfde informatiepositie hebben. Dat wordt
vormgegeven door het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO),
waarin alle beschikbare gegevens geladen moeten worden.
Deze manier van digitale dienstverlening zal een ingrijpende
gevolgen hebben voor de manier van samenwerking.
Echter, méér eigen regie kan ook leiden tot nieuwe vormen van
ongelijkheid. Burgerinitiatieven richten zich vaak sterk op de
eigen groep, het versterken van de onderlinge banden en laten
zich over het algemeen minder gelegen liggen aan solidariteit.
Deze verantwoordelijkheid blijft bij de gemeente liggen die
het algemeen belang behartigt. Blijvende publieke aandacht
is nodig voor burgers zonder groot netwerk, weinig financiële
draagkracht en beperkte vaardigheden.
Regionale en landelijke samenwerking
Algemeen erkend wordt dat de steden dé motoren voor
duurzame economische groei zijn en de bron en dragers voor
maatschappelijke innovaties, vernieuwing en creativiteit.
Tegelijk staat vast dat op internationale schaal de Nederlandse
grote stad helemaal niet zo groot is. Daarvoor missen de
Nederlandse steden massa en dichtheid. Samen optrekken
is onontbeerlijk. Ook in het recente regeerakkoord wordt
de kracht van de stad voor en binnen de regio nadrukkelijk
genoemd, zo wordt de Agenda van de Stad verder
doorontwikkeld vanuit het Rijk, met een stevige focus op de
regionale kracht daaraan verbonden.
Voor ‘s-Hertogenbosch betekent dat feitelijk een continu
‘dansen tussen schalen’: de stad kan, wil, mag het niet altijd
alleen doen. Zo is het ‘Samen Organiseren’ van VNG een
voorbeeld om zaken op het gebied van dienstverlening, ICT en
administratie éénmaal te ontwikkelen en in alle gemeenten
te kunnen toepassen. Het is vereist om telkens het juiste
niveau op te zoeken voor de juiste opgave en te schakelen
tussen de samenwerking in de (sub)regio, BrabantStad, Rijk
(G40-VNG-Ministeries) en Europa. Het onlangs door Rijk, VNG,
IPO en UvW gesloten ‘InterBestuurlijk Programma’ is daar een
illustratie van, waarbij de verschillende overheden integraal
en opgavegericht aan de slag gaan. Ook de Stedelijke Agenda
BrabantStad is een goed voorbeeld, met verbindingen tussen
B5-steden, de regio’s, provincie, rijksoverheid en Europa op
voor ons belangrijke thema’s en projecten.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 6
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• De trek naar de stad zorgt voor doorgaande bevolkingsgroei.
Vergrijzing, ontgroening en verkleuring kenmerken de
bevolkingsgroei.
• Sterk wijzigende huishoudontwikkeling met vooral toename
in (oudere) eenpersoonshuishoudens.
• De (toekomstige) zorgvraag wordt in belangrijke mate
beïnvloed door kwetsbare ouderen en mensen met een
beperking.
• Er liggen opgaven op het organiseren van de zorg voor
de vergrijzende bevolking en het overbruggen van
gezondheidsverschillen tussen de diverse groepen inwoners
• Er is sprake van een toenemende ongelijkheid en groeiende
onzekerheid.
In het sociale domein met eigen regie
Na de overgang naar nieuwe taken in het sociale domein,
staan steden voor de opgave om de transformatie en
innovatie in het sociale domein met kracht voort te zetten.
Een transformatie met méér integraal beleid en méér
samenhang op het gebied van jeugd, onderwijs, welzijn, sport,
zorg, inkomensondersteuning, re-integratie en wijkaanpak.
De verschuiving, van de tweede naar de eerste en nulde lijn
zorg, zal zich verder doorzetten, waarbij de nadruk steeds
meer op preventie komt te liggen. Deze veranderingen zijn
van invloed op de eigen kracht en zelfredzaamheid van de
hulpbehoevende inwoners.
Ook de trend dat mensen langer zelfstandig thuis wonen
zet door. Dit vergt meer samenwerking tussen gemeente,
zorgaanbieders, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties.
Door de toename van de groep oudere ouderen die alleen
wonen, de complexere zorgvraag en de afname van het aantal
mantelzorgers, is blijvende aandacht voor de zorg aan huis
geboden.
Financieel zelfredzaam naar vermogen
Een belangrijke sleutel naar eigen regie voor mensen is een
eigen inkomen. De gemeente stimuleert dat iedereen die
wil of moet werken, dat ook kan doen. Met de introductie
van de Participatiewet is de gemeente verantwoordelijk voor
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De uitdaging
blijft om mensen aan werk te helpen, zoveel als mogelijk in
regulier werk. De lat ligt voor iedereen anders, maar wel zo
hoog mogelijk. In een snel veranderende arbeidsmarkt is het
daarnaast de uitdaging om te zorgen dat mensen ook aan het
werk kunnen blijven.
1.2. Sociale kwaliteit:met eigen regie
Ook het aanpakken van armoede- en schuldenproblematiek
zorgt ervoor dat mensen meer regie kunnen krijgen over het
eigen leven. Gemiddeld één op de tien huishoudens kampt
met problematische schulden. Een tijdige aanpak voorkomt
hogere kosten zoals sociale uitsluiting, huisuitzetting en
onverzekerbaarheid.
Perspectiefongelijkheid: op zoek naar balans
Sociale verschillen vertalen zich ruimtelijk doordat
gelijkgestemden bij elkaar wonen. Hierdoor lijken verschillen
tussen welvaart en participatie op wijkniveau ook te groeien
(concentratie van kwetsbare groepen in specifieke wijken).
Ook in de verbanden waar mensen elkaar tegenkomen
(werken, onderwijs, vrijetijdsbesteding) komt men steeds vaker
gelijkgestemden tegen. De sportclub en het buurthuis zijn niet
meer vanzelfsprekend plaatsen van verbroedering. Samen met
arbeidsmarktontwikkelingen (flexibiliteit) en toenemende
onzekerheid (over werk, inkomen, pensioen en zorg) leidt
dit bij belangrijke groepen inwoners tot onvrede over de
maatschappij en de politiek. Daardoor dreigen de scheidslijnen
in de stad dieper te worden. De opgave hierbij is om een goede
balans in de stad te bewaken. Dit kan door in te zetten op
maatwerk, verbinden en het bieden van zekerheid daar
waar nodig.
Onderwijs en arbeidsmarkt: iedereen kan meedoen
Volgens het SCP noemt 85% van de Nederlanders zich gelukkig.
Desondanks zijn ze negatiever over ‘de buitenwereld’:
die verhardt, de ‘ik-cultuur’ rukt op en de omgangsvormen
hebben betere tijden gekend. Er is sprake van een toenemende
ongelijkheid en groeiende onzekerheid, onder andere doordat
het concept arbeid verandert als gevolg van globalisering,
informatisering en automatisering. Aandacht voor arbeid
houdt ook een focus op onderwijs in. Mensen zonder
startkwalificatie hebben nauwelijks kans op de arbeidsmarkt.
Om hierin verandering te brengen is inzet op leven-lang-leren
en onderwijsvernieuwing nodig. In het sociale domein spelen
twee uitgangspunten een nadrukkelijke rol: het scheppen van
kansen en het voorkomen, tijdig signaleren en aanpakken van
risicofactoren.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 7
veilig, gezond en kansrijk opgroeien. Sociale netwerken vormen
een belangrijke voorwaarde voor deze doelgroepen
om zelfstandig en kansrijk te wonen in hun buurt.
Verder is de verwachting dat de vraag naar zorg op basis
van de Wmo toe zal blijven nemen, onder andere vanwege
de vergrijzing. Het intensiveren van de samenwerking op
de wijkwerkvloer tussen basishulp en specialistische hulp is
daarom een belangrijke opgave. Tevens leidt ook de druk
op de woningmarkt tot een situatie waarin mensen langer
in beschermd wonen en de opvang blijven of hier eerder
in terecht komen bij gebrek aan beschikbare betaalbare
huisvesting. Dat brengt nieuwe opgaven voor de gemeente
met zich, zowel in sociale als fysieke zin: meer flexibele
woonvormen worden gevraagd – moeten alle wijken dezelfde
soort van voorzieningen hebben of verschilt dit per wijk?
Gezonde en zorgvriendelijke wijken en dorpen
Onze maatschappij heeft baat bij gezonde burgers:
ze participeren meer, zijn zelfredzamer, maken minder
gebruik van uitkeringen en leveren een grotere bijdrage
aan de economie. Werken aan gezonde en zorgvriendelijke
wijken vraagt om een goede samenwerking tussen gemeente,
woningcorporaties, zorginstellingen, bedrijven, etc.
Het is belangrijk de bestaande woningvoorraad aan te passen
aan demografische ontwikkelingen (particuliere woningen
en sociale huurwoningen geschikt maken door praktische
ingrepen en gebruik van domotica). Hiermee hangt ook samen
het stimuleren van tijdig verhuizen naar een woning die past
bij een volgende levensfase. Zo kunnen verzorgingshuizen
een openbare functie hebben voor meerdere doelgroepen en
een ontmoetingsplek vormen voor activiteiten in en voor de
buurt(bewoners).
Sport en bewegen hebben positieve effecten op gezondheid.
Ook moet de toenemende zorgvraag voor de komende
decennia worden opgevangen (denk aan zware claim
op het sociale stelsel en op de instituties). Dat vraagt om
laagdrempelig toegankelijke informatie, advies en lichte hulp
in de buurt. Maar ook om inzet op een brede combinatie van
gezondheidsbevorderende maatregelen: voorlichting over
gezonde voeding, vergroening van de stad, stimuleren van
spelen en sport, de voetganger en de fietser door middel van
ingrepen in de openbare ruimte en mobiliteitsvoorzieningen.
1.3. Sociale cohesie in wijkenen dorpen: een leefbarewoonomgeving
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• Betrokkenheid van bewoners bij veiligheid is van belang
om veiligheid te vergroten en om onveiligheidsgevoelens
te verminderen.
• De bevolking vergrijst in rap tempo, de groep ouderen wordt
groter, ouderen worden ouder en blijven langer alleen
wonen en de bevolking wordt etnisch diverser.
• Het toenemend aantal oudere huishoudens leidt tot
belangrijke opgaven op het gebied van de woningmarkt,
maatschappelijke zorg, openbaar vervoer en openbare
ruimte.
• Aanpassing van bestaande woningen (doorstroming,
huishoudverdunning, betaalbaarheid, verduurzaming) met
voldoende tempo is een belangrijke opgave.
Ondermijnende criminaliteit en leefbaarheid
Een relevante ontwikkeling is de toename van de ondermijning.
Met o.a. fraude en drugshandel wordt in ons land jaarlijks 16
miljard euro ‘verdiend’. Dit ondermijnt de sociale zekerheid,
zorgt er voor dat “normaal werken” niet meer loont en leidt
tot omkoping, intimidatie en geweld waar ook ambtenaren
en bestuurders het slachtoffer van kunnen worden. In de
zogenoemde aandachts- en preventiebuurten, zoals Gestelse
buurt en Hambaken, speelt deze problematiek naast een
‘multiproblematiek’ op het vlak van werk, zorg en onderwijs.
Ze verdienen daarom blijvende aandacht in de vorm van een
integrale aanpak van sociale, ruimtelijke, volkshuisvestelijke
en economische problemen. De leefbaarheid en veiligheid
in die buurten staat onder druk door bijvoorbeeld overlast
en intimidatie en dat kan niet door de bewoners alleen
worden opgelost. Vaak is daar langdurige ondersteuning
bij nodig, waarbij gepoogd wordt om mensen eigen
verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid en veiligheid
te laten nemen. Voorts moet voorkomen worden dat het
probleem zich verplaatst naar andere wijken.
Wonen+zorg in de wijk
Zelfstandig thuis kunnen wonen draagt bij aan een gezonde
en vitale stad. Belangrijke aandachtsgroepen zijn mensen met
een beperking en ouderen. Ook de jeugd blijft een belangrijke
doelgroep. Omwille van de gemeentelijke taak in de Jeugdwet,
maar vooral omdat investeren in de ontwikkeling van kinderen
en goede ondersteuning van opvoeders loont. Zodat kinderen
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 8
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• De duurzaamheidstransitie heeft ingrijpende ruimtelijke
consequenties en woningen moeten veel zuiniger worden.
• Voor warmte en warmwater gaan de komende dertig
jaar (bijna) alle woningen, (publieke) gebouwen en het
maatschappelijke vastgoed van het gas af.
• Voor de transitie zijn grote investeringen nodig. Maar het
wenkend perspectief zijn afnemende kosten, alternatieve
inkomstenbronnen, nieuwe vormen van werkgelegenheid
(ook voor de onderkant van de arbeidsmarkt) en een
gezondere en duurzamere stad.
• Bij alle investeringen in woningen, wijken, maatschappelijk
vastgoed, de ondergrond en openbare ruimte dient rekening
gehouden te worden met de energietransitie
en de klimaatopgave.
• De transitie kan niet met één of twee maatregelen
gerealiseerd worden, maar vraagt om meerdere ingrijpende
veranderingen van economie en samenleving.
Energietransitie: naar een klimaatneutraal ’s-Hertogenbosch
De verduurzaming en de energietransitie staan met stip
op nummer één als ruimtelijke trend. De trends op het
gebied van verduurzaming hebben allemaal vergaande
ruimtelijke consequenties. Of het nu gaat over de stedelijke
energietransitie, meer duurzame energie, windturbines,
zonneweiden of aanpassingen in de (energie-)infrastructuur.
In het Regeerakkoord is een actualisatie van het
nationale Energieakkoord en een vertaling ervan in een
Klimaatwet opgenomen. Het uitfaseren van aardgas
voor gebouwverwarming is landelijk ingezet, komende
bestuursperiode zal hier op lokaal niveau verder invulling aan
moeten worden geven. Behalve het opleveren van aardgasloze
nieuwbouw, zit de uitdaging vooral in de bestaande voorraad.
De energietransitie biedt kansen als drager van de stedelijke
vernieuwing (aanpak aandachts- en preventiebuurten).
Stedelijke vernieuwing nieuwe stijl
Zo krijgt de transformatie van wijken en buurten op het vlak
van fysieke en sociale leefbaarheid een extra component met
het verduurzamen van woningen en het klimaatadaptief maken
van wijken (aandacht voor waterberging en hittestress).
Een wijkgerichte aanpak biedt kansen voor participatie
(in de lokale energietransitie en bij het versterken van de
leefkwaliteit) en voor het digitaliseren van de woningvoorraad.
Door de stimulering van initiatieven uit de stad kan
duurzaamheid als een verbindend thema gepositioneerd
worden. Daarmee kan voorgesorteerd worden op de
mogelijkheden van de Omgevingswet en worden energie-,
mobiliteits- en klimaatopgave meer en meer leidend als
stedenbouwkundige principes.
Transitie naar circulaire economie
De transitie van een lineaire naar circulaire economie
(‘Newconomy’) biedt kansen voor ’s-Hertogenbosch
aan inwoners, bedrijven en de gemeente. Het nationale
Grondstoffenakkoord geeft een impuls aan de circulaire
economie: van recycling naar upcycling zonder schadelijke
(gezondheids)impact voor mens, dier en natuur (afval is
grondstof). Lokaal betekent dit onder andere een inzet op
afvalpreventie, het scheiden bij de bron én nascheiding op
Treurenburg, en als gemeente op te treden als ‘launching
customer’ bij circulaire inkoop door bijvoorbeeld een dienst
(licht) in plaats van een product (lampen) in te kopen.
‘Smart mobility’
Er zijn veelbelovende veranderingen in mobiliteit op komst
voor de steden. Er is technisch steeds meer mogelijk en
door daar gebruik van te maken, wordt de mobiliteit beter
georganiseerd. Daarbij valt te denken aan (volledig) elektrisch
aangedreven voertuigen, autonoom transport en transport
gebaseerd op het delen van voertuigen (van autobezit naar
autoritten). Ook kan het mobiliteitssysteem van de toekomst
op basis van verschillende datastromen actueel reageren op
verkeerssituaties.
Daardoor kunnen files en ongevallen worden geminimaliseerd.
Het datanetwerk maakt het ook mogelijk om de
ketenmobiliteit (integreren van alle vormen van mobiliteit)
en echt vraaggestuurd vervoer te optimaliseren. De rol van
de data-infrastructuur wordt in ‘s-Hertogenbosch daardoor
minstens zo bepalend als die van de weginfrastructuur.
Aandacht voor de digitale en fysieke bereikbaarheid van
de stad in één enkele mobiliteitsinfrastructuur biedt kansen.
1.4. Een klimaatbestendig ’s-Hertogenbosch
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 9
De stad moet zich blijven vernieuwen om aantrekkelijk
te blijven en steeds sneller wisselende maatschappelijke
behoeften bij te benen. De binnenstedelijke transformatie
is daarbij een belangrijke opgave. Twee majeure
binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen, de Spoorzone en
Zuid-Willemspark, blijven ook de komende jaren om aandacht
vragen. De Spoorzone als het eigentijds, hoogstedelijk
deel van het centrum van de stad waar grootschalige
centrumontwikkelingen mogelijk zijn en waar ruimte is
voor innovatie en experiment. Het Zuid-Willemspark als
een belangrijke verbindende, klimaatadapatieve, groene
schakel in de stad en regio die nieuwe natuur, ecologie,
parken en verbindingen mogelijk maakt. Beide majeure
gebiedsontwikkelingen lopen over meerdere jaren en vragen
bestuurlijke aandacht, met name waar het gaat om het halen
van uitvoeringskracht uit de markt en samenleving, het
realiseren van innovatieve, financiële arrangementen en het
leggen van de regie op het juiste niveau bij de juiste partij.
Ook is er in de komende bestuursperiode aandacht nodig
voor het schetsen van het perspectief van de Tramkade op
langere termijn.
Aantrekkelijk centrum
Experts verwachten dat een cultuurhistorisch centrum een
belangrijke trekker blijft voor een bezoek aan de stad.
Tegelijkertijd willen bezoekers steeds meer geprikkeld en
verrast worden, een belevenis meemaken. Ze willen het
gevoel hebben onderdeel te zijn van iets bijzonders.
Dit vraagt een ontwikkeling van de binnenstad van
overwegend ‘winkel’-centrum naar ‘belevings’-centrum met
aandacht voor zowel de traditionele als innovatieve kant van
cultuur in ’s-Hertogenbosch. De concurrentie op dit vlak met
de steden om ons heen wordt steeds heviger. Om de sterke
positie van ’s-Hertogenbosch te behouden en te versterken
hebben een aantal partners in de binnenstad onlangs een
oproep gedaan om een visie op te stellen. Erop gericht om een
aantal opgaven integraal op te pakken: het verbinden van de
binnenstad met de Spoorzone (bijv. met de Brabanthallen),
het verder invulling geven van een gastvrije stad, innovatie en
acquistitie op nog meer ‘beleving’ in de binnenstad, effectieve
marketing en communicatie, etc.
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• De bevolking blijft groeien, zij het niet meer zo sterk.
Het aantal huishoudens blijft toenemen, met name
eenpersoonshuishoudens.
• De woningbouwproductie staat na de crisis voor een
inhaalslag en de keuze van bewoners wordt naast
beschikbaarheid van werk meer en meer bepaald door de
kwaliteit van de leefomgeving.
• Bewoners, bedrijven en organisaties vragen steeds meer
eigen regie in het ruimtelijk domein.
• Daily Urban Systems dijen uit en kennen steeds meer kriskras
bewegingen. De trek naar de stedelijke regio zet door.
Het aantal auto-, fiets- en treinkilometers blijft toenemen.
• De traditionele retailfunctie in binnensteden neemt steeds
meer af, o.m. door een veranderende inrichting van werk,
bestedingspatronen en internetwinkelen
• Komst van de Omgevingswet, met onder andere opgaven
en instrumenten op het vlak van participatie van burgers
en nog meer integrale ruimtelijke plannen.
Aantrekkelijke woonstad
’s-Hertogenbosch is een aantrekkelijke woonstad. De druk
op de woningmarkt neemt na de crisis weer aanzienlijk
toe. Het is de vraag of met alleen binnenstedelijke locaties
aan de gedifferentieerde vraag kan worden tegemoet
gekomen. Waarschijnlijk zijn nieuwe uitleglocaties nodig,
om noodzakelijke doorstroom mogelijk te maken en wonen
betaalbaar en bereikbaar te houden, met name voor de
middengroepen. Nieuwe uitleglocaties zijn daarbij niet
alleen een stedelijke opgave maar een opgave voor de
stedelijke regio.
1.5. Fysieke kwaliteit:een aantrekkelijke centrumstad in een aantrekkelijke regio
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 10
Aantrekkelijk buitengebied
De laatste jaren is hard gewerkt aan de Groene Delta, de
ontwikkeling van nieuwe natuur in en om de stad. Door de
uitdijende relaties van de stad met de omgeving verandert
de stad steeds meer in een stedelijke regio, waarbij het
groen om de stad steeds meer verandert in groen in de
stad. Een succesvolle ontwikkeling van natuur en landschap
wordt steeds meer een gezamenlijke regionale opgave met
ons omringende gemeenten. Ook het beheer van water in
en om de stad gaat in de toekomst een steeds grotere rol
spelen en zal in toenemende mate geld en menskracht gaan
vragen in de komende jaren. Naast het Zuid-Willemspark is
het Maasoeverpark, dat natuur en landschap, recreatie en
waterbeheer koppelt en met veel partners wordt ontwikkeld,
hiervan een mooi voorbeeld. Uitvoering is in de nieuwe
colleperiode voorzien.
Eenzelfde kans ligt er op het gebied van vrijetijdsbesteding.
Meer dan tot op heden zijn er mogelijkheden om het stedelijk
toerisme, met als kernwoorden gastvrijheid, lekker eten,
winkelen, cultuurhistorie en Jeroen Bosch te verbinden
met de regio (bijv. kamp Vught, vestingsteden Heusden en
Zaltbommel, Efteling en Beekse Bergen). Waarbij natuur,
landschap en water belangrijke en aantrekkelijke dragers
zijn. Kansen om internationale bezoekers uit 2016 terug te
lokken naar de stad liggen er o.a. in de grote Vincent van
Gogh-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum in 2019 in
combinatie met het Van Gogh Nationaal Park.
Bereikbare stad
’s-Hertogenbosch maakt onderdeel uit van het economische
kerngebied van Nederland dat bestaat uit de ‘driehoek’
Amsterdam-Utrecht-Eindhoven-Rotterdam-Den Haag.
De strategische ligging aan de A59 en A2 en de spoorlijn tussen
Amsterdam en de Brainport biedt voordelen. Maar de groei
van het autoverkeer zorgt in dit kerngebied tegelijkertijd
voor opstoppingen en risico’s voor de aantrekkelijkheid als
vestigingsplaats. Met het Rijk wordt overlegd over uitbreiding
van de capaciteit. Meer dan tot op heden is het zaak daarbij
rekening te houden met alternatieve oplossingen in de sfeer
van ‘smart mobility’, slimme mobiliteitsconcepten die o.a. het
asfalt slimmer en beter benutten. Ook in eigen stad biedt dit
kansen. Daarbij is o.a. te denken aan experimenten op het vlak
van parkeren en parkeernormen en de uitrol van de aanleg van
fietssnelwegen, zoals naar Eindhoven en Tilburg.
Met het spoorboekloos rijden op de lijn Amsterdam-Eindhoven
is de stad per spoor op dit moment erg goed bereikbaar
geworden. Onderdeel van dit Programma Hoogfrequent Spoor
(PHS) is ook een toename van het aantal goederentreinen door
de stad, waardoor de nodige bewoners (m.n. in Orthen en de
Spoorzone) te maken krijgen met meer geluid, trillingen en
gevaar. De keuze die voorligt in de komende tijd is meewerken
met het Rijk en zorgen voor maximale compensatie en mitigatie
of inzetten op een beter benutten van de Betuwelijn en zorgen
dat het aantal goederentreinen door de stad stabiel blijft.
Voor een verbeterde oost-west treinverbinding is aanpak van
de enkelspoorse Edithbrug bij Ravenstein nodig; dit vraagt om
een gezamenlijke Brabants-Gelderse inspanning richting
Den Haag.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 11
waard zijn om, naast de onderscheidende podiumfestivals,
programmatisch en in de marketing te versterken. Het succes
van de Tramkade als innovatieve hotspot is welkom maar de
ervaring leert dat dergelijke locaties zich ook ‘mainstream’
gaan ontwikkelen. Dat kan aanleiding zijn te gaan zoeken naar
een nieuwe hotspot(s) waar nieuwe innovatieve krachten de
kans krijgen zich te ontwikkelen.
Toenemende concurrentie tussen steden en stedelijke regio’s
vraagt niet alleen om een aantrekkelijk vestigingsklimaat maar
ook om een doordachte (city)marketingaanpak.
Wil ’s-Hertogenbosch aantrekkelijk blijven dan zal er, ook
volgens de rekenkamercommissie, op het vlak van evenementen
behalve meer innovatie, meer meerdaags en meer spreiding
in tijd en plaats, ook structureel meer middelen nodig zijn.
Oók van partners in de stad, én selectief in te zetten voor
evenementen die de economie, het cultureel klimaat en het
huidige en gewenste imago van de stad versterken. Daarbij past
ook een nadere beschouwing van de evenementenkalender,
de inzet van public affairs en de wens zowel lokaal effectief als
landelijk onderscheidend te zijn.
Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Met bedrijfsleven en onderwijs (HBO en MBO) bouwen en
werken aan economische ecosystemen kan het antwoord
zijn op de snelle veranderingen in diezelfde systemen. Een
dergelijke samenwerking vermindert de kans dat achter de
(economische) feiten wordt aangelopen. Sommige experts
schatten bijvoorbeeld in dat ruim de helft van de kinderen die
nu op de basisschool begint uiteindelijk een baan krijgen die
op dit moment nog niet bestaat. Het aanpassingsvermogen en
de aansluiting tussen een goed opgeleide beroepsbevolking
en de vraag vanuit het bedrijfsleven zal een steeds meer
bepalende factor worden voor (regionale) economische groei.
Permanent leren draagt bij aan een toekomstbestendige
beroepsbevolking. Zowel onder de knappe koppen, als de
gouden handen.
Met het oog op de gunstige economische vooruitzichten
voor de komende jaren is op korte en middellange termijn
de beschikbaarheid van geschoolde werknemers een
belangrijke opgave. Die opgave speelt zich momenteel niet
alleen af aan de bovenzijde van de arbeidsmarkt zoals in de
ICT en logistiek maar ook aan de onderkant van de
onderkant van de arbeidsmarkt, zoals tot uiting komt in
de grote vraag naar personeel in de zorg, bouw, transport
en horeca. Tegelijkertijd vraagt de uitstoot aan arbeid
in de middensegmenten van de financiële en zakelijke
dienstverlening om adequate antwoorden zoals om- en
bijscholing en een leven lang leren.
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• Economische structuren wijzigen steeds sneller.
Digitalisering, verduurzaming en hergebruik van
grondstoffen worden belangrijke groeisectoren.
• Een goed en beter opgeleide beroepsbevolking, meer
permanente educatie, minder mismatches op de
arbeidsmarkt, een betere kenniscirculatie en een hogere
arbeidsparticipatie vergroten de kans op een positieve
economische ontwikkeling in stad en regio.
• Er ligt een opgave om meer samenhang aan te brengen
tussen de beleidsterreinen Werk en Inkomen, (jeugd)zorg,
arbeidsmarkt, onderwijs en economie.
Vestigingsklimaat: concurrentiekracht organiseren
De digitale economie is een steeds belangrijkere groeimotor.
Deze verbinden aan de stedelijke speerpunten bouw en
logistiek en het regionale speerpunt agrifood kan de
economische structuur van de stad én regio versterken. Dit
vraagt wel om keuzes in investeringen in een vestigingsklimaat
dat bijdraagt om deze sectoren ook daadwerkelijk te
stimuleren. Keuzes die kunnen variëren van de juiste locaties
met de juiste digitale connectiviteit, het versterken van
innovatieve kennishotspots (interactiemilieus tussen onderwijs
en bedrijfsleven) zoals de GrowCampus, BouwCampus en de
JADS, toegang tot financiële ontwikkelingsfondsen (valorisatie
van kennis en innovaties), het stimuleren van economische
netwerken, het beschikbaar hebben van voldoende en
voldoende opgeleid personeel en het zorgen voor de juiste
woningen en een aangenaam woonklimaat voor datzelfde
personeel.
Een aantrekkelijk centrum, buitengebied en de juiste
vestigingslocaties zijn belangrijk voor een concurrerend
vestigingsklimaat. In dat rijtje passen ook een aantrekkelijk
sport- en cultureel klimaat. Uiteraard mag een (nieuw) theater
in een centrumstad niet ontbreken. De nieuwe trend bij het
Rijk om beleid meer vanuit de regio (Brabant) vorm te geven
betekent ook dat de concurrentie tussen steden en regio’s
sterker wordt. Grote culturele evenementen als Boulevard,
November Music en het Internationaal Vocalisten Concours
zetten de stad landelijk en internationaal op de kaart.
Hetzelfde geldt voor de producerende podiumorganisaties. Ze
genereren een multiplier en hun ontwikkeling verdient speciale
aandacht. Een opgave is het om ook de innovatieve kant van
ons cultureel klimaat te stimuleren. Daarom is continuering
van het fonds Landelijk Onderscheidend essentieel. Dat
is ook de inzet van het vernieuwde citymarketingbeleid.
Het Museumkwartier en het Jeroen Bosch Kwartier zijn
onderscheidende culturele clusters in de stad die het
1.6. Economische agendavoor stad en regio
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 12
real time informatie. Digitalisering en data science zijn geen
doel op zich, maar een middel om maatschappelijke opgaven
slimmer, beter, efficiënter aan te pakken en op te lossen. Hoe
kan de inzet van data de veiligheid verbeteren, duurzaamheid
stimuleren, zorg op afstand bevorderen, de buitenruimte
aantrekkelijker maken, verkeer beter laten doorstromen, de
afvalinzamaeling efficiënter organiseren, etc.? Slimme inzet
van data is bij uitstek ook een middel om de kwaliteit en
efficiency van onze dienstverlening op een steeds hoger plan te
brengen. Bij deze ontwikkelingen kan meer gebruik gemaakt
worden van de “wisdom of the crowd”, de kennis en de kunde
van bedrijven en bewoners in onze stad, zij staan midden
in de samenleving. Maar niet iedere inwoner kan meedoen
of zich aanpassen aan de snelle en onzekere technologische
ontwikkelingen. De overheid is er ook voor kwetsbare groepen,
die vaak ook minder digitaal vaardig zijn.
Toekomstbestendige organisatie
In bovenstaande hoofdstukken zijn relevante trends,
vraagstukken en opgaven opgesomd. Een verdergaande
integratie van beleidsvelden (meer samenhang, minder
verkokering) is van belang om invulling te geven aan
deze complexe uitdagingen. De titel van deze trends en
ontwikkelingen-notitie is niet zonder reden “Duurzaam
verbinden”, want er liggen kansen om innovaties,
transformaties en hervormingen te realiseren én om
beleidstegenstellingen tegen te gaan.
Duurzaam verbinden richt zich ook op toekomstbestendig
organiseren. Er zijn enkele relevante ontwikkelingen die
ingrijpend zijn voor de gemeentelijke bedrijfsvoering.
Hierbij valt te denken aan de aantrekkende economie
(o.a. spanning bij aanbestedingen); ombuigingen uit het
verleden die nu door de stuwende markt in een ander
daglicht komen te staan; ontwikkelingen in het sociale
domein (het Rijk stelt geen extra middelen beschikbaar
voor de tekorten die zich voordoen op het terrein van de
WMO, Jeugdzorg en Participatie) en de verplichtingen die
’s-Hertogenbosch daarbij als centrumgemeente heeft;
de consequenties van de noodzakelijke digitaliseringsslag
(in de dienstverlening naar buiten en in een moderne
werkwijze voor binnen) en de toenemende betrokkenheid
van bewoners (participatie in een doe-democratie vereist
een andere doch forse ambtelijke tijdsbesteding).
Deze ontwikkelingen doen een navenant beroep op de
ambtelijke organisatie.
Belangrijke trends en ontwikkelingen
• Data, netwerken en hardware liggen aan de basis van
de technologische trends en ontwikkelingen.
• De menselijke component heeft veel invloed op de
uiteindelijke effecten van technologie in de stad.
• Nieuwe technologische mogelijkheden maken keuzes
noodzakelijk op het gebied van privacy, be-scherming
burgers, vertrouwen, gebruik en toegang tot data.
• Het democratisch proces en de overheidsdienstverlening
kunnen (meer) profiteren van de technologische trends en
ontwikkelingen.
Privacy en veiligheid
De grenzen tussen online en offline vervagen met de
mogelijkheid om altijd en overal online te zijn. Niet alleen
mensen staan via internet met elkaar in verbinding maar ook in
toenemende mate apparaten. Huishoudelijke apparaten, auto’s
en gebouwen zijn verbonden en communiceren met elkaar
(slimme meters, beveiligingscamera’s, sensoren in het wegdek,
etc.). De fysieke wereld wordt één groot communicatiesysteem
die zorgt voor een koppeling tussen digitale diensten en
producten. Publieke vragen die beantwoord moeten worden
zijn: wie beheert dat systeem, wie beschikt over de data
en wie heeft toegang tot de data? Ook vraagstukken rond
privacy en identiteitsfraude vragen publieke aandacht. Of de
technologische ontwikkelingen snel of langzaam gaan, of veel
of weinig banen verloren gaan, is niet te voorspellen. Maar
de invloed van de technologische ontwikkelingen zullen op
alle terreinen van het leven en in alle beleidsterreinen van de
overheid doorwerken.
Slim ’s-Hertogenbosch: de mens centraal
De aantrekkingskracht van een stad wordt voor een belangrijk
deel bepaald door haar economische ontwikkeling. Zonder
werk geen perspectief. Data science is een relatief nieuwe
sector met veel perspectief. Hierin investeren geeft impulsen
aan de lokale economie en versterkt de concurrentiepositie,
de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat van
’s-Hertogenbosch. Bovendien gaan economie en onderwijs
hand in hand. Nieuwe opleidingen en studies op het gebied van
data science en datatoepassingen bieden kansen om de positie
van JADS, HBO en MBO te versterken.
Bewoners en bedrijven kunnen en willen steeds meer meedoen,
meebeslissen en meepraten.
Door toegankelijke nieuwe technologieën enerzijds en de
groeiende hoeveelheid beschikbare (big en open) data
anderzijds, ontstaan initiatieven van participerende bewoners
en bedrijven die een massapubliek bereiken. Ook vinden er
ontwikkelingen plaats die de besluitvorming ondersteunen met
1.7. Digitalisering: driven by data
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 13
2. Noties van het Algemeen Managementteam over enkele zaken, die bij de coalitiebesprekingen van belang worden geacht
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 14
Elke keuze heeft zijn consequenties, niet alleen voor de
gemeente en zijn bewoners, maar ook voor de ambtelijke
organisatie. In dit document geven wij u enkele noties mee die
wij voor de komende periode van belang vinden.
Profilering
Een belangrijke keuze die te maken is, gaat over de profilering
van ’s-Hertogenbosch. Dat vraagstuk kan heel algemeen zijn.
Bijvoorbeeld: willen we een gemeente zijn met grootstedelijke
ambities en uitstraling of willen we de provinciestad zijn
met een vooral lokaal/regionaal profiel. Profileren kan ook
heel specifiek zijn. U kunt er in een aantal beleidsterreinen
voor kiezen om heel selectief te werk te gaan. Dat zet de
gemeente op de gekozen accenten sterk op de kaart en levert
op die accenten het meeste rendement. U kunt ook voor de
breedte kiezen. Dan zijn we de gemeente met voor ieder iets.
Profielvraagstukken zijn er bijvoorbeeld op het gebied van
citymarketing, economie en evenementen.
‘s-Hertogenbosch in zijn omgeving
We werken met veel partners samen: op landelijk en regionaal
niveau en binnen gemeenteschappelijke regelingen en
verbonden partijen. Daarbij overstijgt het gezamenlijk belang
het lokale belang. Soms leidt dit op inhoudelijk en financieel
gebied tot een win-win situatie en hebben we daar direct
voordeel van. Maar er zijn ook situaties waarin van ons als
centrumstad in het belang van de regio net iets meer wordt
verwacht dan wat past in ons individuele belang.
De rol van de gemeente en de intensiteit van de bemoeienis
Op vele terreinen kunt u een keuze maken tussen gemeentelijke
bemoeienis of overlaten aan bewoners, bedrijven of
maatschappelijke organisaties. Ook kan gekozen worden voor
sober of ruim beleid en alles daartussenin. De keuze die u maakt
heeft consequenties. Voor de begroting, voor de te verwachten
beleidseffecten, voor de verwachtingen die u opwekt en voor
omvang en type ambtelijke inzet die nodig is. Hoe duidelijker
u bent, hoe beter wij samen met de betrokkenen kunnen
voorbereiden en uitvoeren. Dit speelt vooral bij uw beleid op
het gebied van klimaat neutrale stad en duurzaamheid, waar
ambitie en middelen niet in verhouding zijn.
Balans tussen beleid en maatwerk
Maatwerk, keuzes maken samen met betrokkenen en inspelen
op initiatieven horen bij deze tijd. Het is wel gewenst om
onderleggers voor deze keuzes te hebben: bestuurlijke
uitgangspunten voor de te maken belangenafweging.
Uitgangspunten die de kaders vormen voor de ruimte die u aan
belanghebbenden wilt bieden en die ons duidelijkheid bieden
voor ambtelijk handelen. En die de gemeenschap behoeden
voor ad hoc beslissingen en willekeur. Het is vervolgens
van belang om die lijnen vast te houden. Wij merken dat
betrokkenen meer respect hebben voor een snelle en duidelijke
beslissing dan voor langdurige trajecten en een wankelmoedig
beleid. Voorbeelden waar wij behoefte hebben aan duidelijke
en stabiele kaders vanwege de grote verscheidenheid aan
belangen zijn: binnenstad, windmolens en mobiliteit.
Bewonersbetrokkenheid en ambtelijke inzet
Wij werken graag samen met onze bewoners. We laten ook
steeds meer initiatieven bij bewoners. We leveren maatwerk
en zoeken daarbij steeds een werkwijze die het meest recht
doet aan de situatie. Wij moeten daarbij elke keer kiezen in de
balans tussen een routinematige aanpak (goedkoper, sneller)
en projectmatige aanpak (meer draagvlak). Onze ervaring is
verder –heel ironisch- dat loslaten en bottom-up werken meer
gemeentelijke capaciteit kost dan top down regelen.
We proberen steeds om door efficiency ruimte te vinden voor
meer en betere bewonersbetrokkenheid, maar lopen op dit
moment tegen de grenzen van de ambtelijke capaciteit aan.
We kunnen de verwachtingen die de omgevingswet op dit
punt stelt binnen de gegeven middelen niet meer inlossen.
Transformatie gaat niet vanzelf
Transformatie in het sociale domein levert fricties op.
Bij bewoners die niet alles kunnen krijgen wat ze graag
zouden willen hebben; bij instellingen die anders moeten
gaan werken en over de hele linie moeten inkrimpen.
De middelen die we voor de uitvoering van de WMO- en
Jeugdwet hebben zijn alleen toereikend als we bewoners
de minimaal noodzakelijke zorg bieden en als we naar
uitvoeringspartners toe resultaatgericht en zakelijk zijn.
U kunt er voor kiezen ruim te zijn voor de mensen die zorg
nodig hebben of de veranderingen voor de instellingen
zachter te laten landen. Dat geeft minder pijn, maar het
heeft wel budgettaire consequenties.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 15
De ontwikkeling en begeleiding van de transformatie kost
zowel lokaal als regionaal meer inzet dan we aanvankelijk
hebben geraamd; de problematiek is zeer weerbarstig en
de regionale samenwerking is erg tijdsintensief.
De hiervoor benodigde extra middelen kunnen we niet aan
het uitvoeringsbudget onttrekken omdat dit ten koste zou
gaan van de zorg.
Digitalisering en innovatie: ook nodig voor de bedrijfsvoering
Met de keuze voor ‘driven by data’ heeft u ’s-Hertogenbosch
op de kaart gezet als innovatieve stad: uitdagende kansen voor
de bedrijvigheid en de werkgelegenheid van de toekomst!
Wij zien enorme kansen om te komen tot betere
dienstverlening en hogere kwaliteit van onze werkprocessen.
Er liggen ook knelpunten die we niet kunnen oplossen als we
de keuze voor digitalisering niet maken. Bijvoorbeeld op het
gebied van privacy en informatieveiligheid. En voor brede
toepassing van data science in het beleid. Een eenmalige impuls
zou ons geweldig helpen. Om te voldoen aan nieuwe wettelijke
eisen is ook enige structurele uitbreiding noodzakelijk.
Structuurversterking en structuurfonds
We hebben als gemeente een sterke traditie hoog te houden:
we vonden altijd veel extern geld voor ontwikkeling van onze
structuurversterkende projecten. Die kansen zijn er nog steeds,
ook al drogen er soms bronnen op. Wel zullen we altijd zelf
ook altijd geld moeten steken in de ontwikkeling. We hebben
daarvoor minder mogelijkheden dan in het verleden, toen
we vaker gebruik konden maken van eigen grondposities,
ruime GSB gelden of projectgebonden legesinkomsten.
Daarmee wordt het structuurfonds belangrijker. Wij bevelen
aan om scherp te kiezen voor projecten, zodat het begrip
‘structuurversterking’ echt onderscheidend is er binnen
projecten adequate slagen gemaakt kunnen worden.
Wij bevelen u aan om de ontwikkeling van de Spoorzone
en een nieuw vervoersknooppunt bij het station als nieuwe
projecten te benoemen. Afhankelijk van uw ambities horen
ook grote investeringen in duurzaamheid en ontwikkeling/
realisatie van een programma voor het Zuid-Willemspark
in het structuurfonds thuis. We bevelen aan om alle
toekomstige saldo-overschotten van het grondbedrijf als
voeding voor het structuurfonds te benoemen en om ook de
eventuele overschotten van jaarrekeningen standaard in het
structuurfonds te storten.
Knelpunten oplossen
Collegevorming is ook het moment om keuzes te maken voor
nieuw beleid. Daarnaast is het oplossen van vraagstukken die
er zeker aankomen het meest urgent. Wij signaleren dat er
oplossing nodig is voor de volgende financiële knelpunten:
• onderhoud sportaccommodaties
• onderhoud maatschappelijk vastgoed
• afronding van een aantal accommodatievraagstukken
- extra uitgaven gemeenschappelijke regelingen
• geprognotiseerd tekort parkeerreserve
• niet behalen taakstelling schuldhulpverlening
• ongedekte projecten structuurfonds
• bedrijfsvoering: sociaal domein, omgevingswet,
informatieveiligheid/privacy en ontwikkeling digitalisering.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 16
3. Financiële stand van zaken
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 17
De financiële positie van de gemeente is goed te noemen.
We zijn door consistent voorzichtig financieel beleid de crisis
goed doorgekomen. Na het verschijnen van de september- en
decembercirculaire hebben wij u globaal geïnformeerd over
de financiële gevolgen van het accres het regeerakkoord.
Deze effecten hebben we in deze notitie nader uitgewerkt.
Ook geven we een korte beschrijving van financiële
knelpunten die momenteel spelen binnen de exploitatie en
binnen onze reserves. We sluiten af met een analyse van
mogelijke speelruimte binnen onze begroting.
Het accres is het bedrag waarmee het vrij beschikbare deel
van het gemeentefonds jaarlijks wordt aangepast. Voor
de komende jaren wordt hierin een stijging voorzien. We
benadrukken dat het voorlopige indicaties betreft de
ramingen zijn dus nog niet cijfermatig verwerkt. Het kabinet
heeft wel toegezegd in de loop van maart met een preciezere
invulling te komen. Aanvullend ten opzichte van die begroting
gaat het voor onze gemeente om de volgende bedragen:
(Bedragen x € miljoen) 2018 2019 2020 2021
Accres 4 13 23 31
Tegenover deze groei aan inkomsten staan ook stijgende
uitgaven. Uit het accres moeten in ieder geval de loon- en
prijsontwikkelingen, de opschalingskorting en vanaf 2020 de
groeiende uitgaven binnen het sociaal domein worden bekostigd.
Voor de loon- en prijsontwikkeling hanteren we indexcijfers die
in lijn liggen met degene waar het Rijk mee rekent. Ons aandeel
in de opschalingskorting bedraagt ongeveer 0,85%.
En voor de volume-effecten in het sociale domein hanteren we
de ramingen van het CPB. Dit leidt tot het volgende totaalbeeld:
(Bedragen x € miljoen) 2018 2019 2020 2021
Accres 4 13 23 31
Loon- en prijsindexatie -7,5 -13 -18,5
Opschalingskorting -0,5 -1 -2
Sociale Domein -4 -6
Saldo 4 5,0 5 4,5
Er zijn op dit moment een aantal knelpunten bekend die nog
niet zijn verwerkt in de begroting van 2018 en verder, en dus
beslag leggen op de financiële ruimte.
Sportaccommodaties
De gemeente is eigenaar van de sport- en
recreatievoorzieningen in de stad. De totale (vervangings-)
waarde van dit areaal is ongeveer € 120 miljoen euro. De
voorzieningen worden sober doch doelmatig onderhouden
tot het moment dat deze toe is aan vervanging of een grote
renovatie. Uit de meerjarenplanning voor het onderhoud
blijkt dat de voorziening niet toereikend is. Om ook in de
toekomst het areaal sober doch doelmatig te onderhouden is
jaarlijks ongeveer € 735.000 extra nodig. Voor de jaren 2018
en 2019 was hiervoor al € 200.000 beschikbaar gesteld en de
jaren daarna € 400.000. In de raadsvergadering van 6 maart
2018 heeft de raad besloten om de aanleg van 6 nieuwe
kunstgrasvelden te dekken uit dit budget. Dit betekent dat in
2018 en 2019 nog € 56.000 beschikbaar is en vanaf 2020
€ 256.000.
Omgevingsdienst Brabant Noord
Uit de financiële stukken van de ODBN blijkt een
geprognosticeerd negatief resultaat over 2017 van € 960.000.
Momenteel is een adviesgroep ingesteld die de (financiële)
knelpunten binnen de ODBN gaat reviewen met als doel
concrete voorstellen te doen voor het inrichten van een
robuuste begroting zodat de ODBN toekomstbestendig is
toegerust om de werkzaamheden te vervullen die gericht zijn
op een gezonde en veilige fysieke leefomgeving.
Financieel zal het op basis van de huidige inzichten en tekort
naar verwachting om €100.000 tot € 150.000 gaan.
Veiligheidsregio
Met name door veranderingen in de omgeving met
toenemende eisen aan de brandweer-organisatie en
onder invloed van de eerder doorgevoerde bezuinigingen
bevindt de BBN zich op dun ijs. Zowel de toereikende van de
uitvoeringscapaciteit als de toekomstbestendigheid van de
organisatie is onvoldoende.
In 2017 en 2018 worden de noodzakelijke versterkingen
bekostigd uit de inzet van reserves van de Veiligheidsregio.
Om de versterkingen structureel te borgen is een hogere
gemeentelijke bijdrage vanaf 2019 noodzakelijk. Om de acute
knelpunten structureel op te lossen is een verhoging van de
gemeentelijke bijdrage nodig van € 630.000.
Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet is ontegenzeggelijk een
omvangrijke en impactvolle transitie in het fysieke domein.
Er is sprake van een herdefiniëring van bestuurlijke
rollen tussen raad en college, bepaling van het niveau in
dienstverlening, aanscherping van de ketens met ketenpartners
en vooral een andere manier van (samen)werken. Het
invoeringstraject Omgevingswet loopt in ieder geval tot ruim
na 2021.
1. Regeerakkoord
2. Knelpunten exploitatie
1. Regeerakkoord 18
2. Knelpunten exploitatie 18
3. Reserves 20
4. Maatregelen binnen begroting 20
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 18
Het programma Omgevingswet richt zich op een beheerste en
tijdige operationalisering van deze wet zonder voorop te lopen.
In het programma wordt waar mogelijk aangesloten op al
lopende trajecten en worden uiteraard zoveel mogelijk eerst de
bestaande budgetten aangesproken.
Niet realiseerbare ombuiging beschermingsbewind
Het team Financiële Dienstverlening omvat
Schuldhulpverlening, Bijzondere Bijstand en Bureau Sociaal
Raadslieden. De afgelopen bestuursperiode is ambitieus
ingezet op voorkomen van (verergering van) problematiek op
het terrein van het team financiële dienstverlening, in de hoop
hiermee inwoners beter te helpen en tegelijkertijd de kosten
te verlagen. Om die reden is een taakstelling opgenomen van
€ 600.000 voor beschermingsbewind. Met alle inspanningen op
het vlak van o.a. vroegsignalering, Eerste Hulp Bij Geldzaken,
samenwerking met budgetbeheerders en zorginstellingen,
is de groei van de uitgaven beschermingsbewind afgezwakt.
We scoren daarmee iets beter dan het landelijk beeld. Van
een afname is echter geen sprake. De besparing van 6 ton is
daarmee niet haalbaar.
Capaciteitsknelpunten in de uitvoering van het sociaal domein
en financiële dienstverlening
We zien een toenemende druk op de uitvoering binnen
het sociaal domein. In 2015 zijn de taken Wmo begeleiding en
dagbesteding opgepakt zonder extra formatie. Ten gevolge
van vergrijzing en het langer thuis wonen zien we een stijgend
aantal aanmeldingen. Daarnaast zien we een stijgende
complexiteit van de aanvragen, vooral bij de aanvragen
Begeleiding en Dagbesteding. Hiermee neemt de gemiddelde
behandeltijd toe met 20%.
In 2017 is flink ingezet op het efficiënter maken van de
werkprocessen, hetgeen ook geleid heeft tot snellere
dienstverlening aan de inwoner. Door bovengenoemde
ontwikkelingen is echter de draagkracht van het team WMO/
Jeugd overschreden. Dit heeft geleid tot veel te lange
wachttijden voor inwoners (9 weken in plaats van 3 dagen).
Met extra tijdelijke inzet is dit nu teruggebracht naar 3 weken.
Daarnaast is vanuit het oogpunt van tegengaan bureaucratie
het Gemeenschappelijk Gegevens Knooppunt (GGK) ingevoerd.
Dit leidt tot een vermindering van bureaucratische lasten
bij zorgaanbieders, maar vanwege het feit dat we nu niet
alleen de eigen gemeentelijke toegang registreren maar ook
de toegang jeugdzorg via de huisartsen en gecertificeerde
instellingen leidt dit tot extra inspanningen. Dit levert wel ook
een kwalitatief voordeel op vanuit het oogpunt van één gezin,
één plan, één regisseur en verbeterde sturingsinformatie.
Binnen financiële dienstverlening zien we een stijging van het
aantal schuldregeltrajecten (+21%), budgetbeheer (+12%)en
de aanvragen bijzondere bijstand (+6%). Ook de complexiteit
van de aanvragen is toegenomen. Door dit alles zijn lange
wacht- en afhandelingstermijnen ontstaan. Hoewel deze door
extra tijdelijke inzet deels zijn aangepakt bestaat er nog wel
achterstand. Om dit op te lossen en om nieuwe problemen te
voorkomen is extra capaciteit nodig.
Voor het realiseren van het concept Boschwijzer is ook
extra capaciteit nodig om de taken informatie, advies en
doorgeleiding adequaat uit te kunnen voeren. Ook de
bundeling van de aanmelddiensten van MEE en Juvans,
het triageteam en het CKG kan leiden tot meer benodigde
capaciteit.
Huisvestingskosten Boschwijzer
Op 7 maart 2017 heeft de gemeenteraad besloten tot de
inrichting van een informatie, advies en doorgeleidingsfunctie
voor het sociaal domein. Dit via door de gemeente en
gezamenlijke partners te ontwikkelen wijkpunten waarin de
informatievoorziening voor bewoners en de in- en uitvalsbasis
voor wijkwerkers worden gecombineerd, één stedelijke
telefoonlijn en één website. In het raadsvoorstel is gemeld dat
voor de dekking van de huisvestingskosten in de wijkpunten
nog € 380.000 structureel gevonden dient te worden.
Voor het jaar 2017 is incidentele dekking ingezet via de reserve
sociaal & zorgfonds. In 2017 zijn alle budgetten van het project
Boschwijzer opnieuw doorgelicht. Uit de budgetanalyse blijkt
dat de jaarlijkse (structurele) bijdrage van de woningcorporaties
ad € 120.000 is vervallen door een wijziging van de Woningwet.
Per saldo heeft Boschwijzer daarmee een structurele dekking
nodig van € 500.000.
De Plek
Door afgenomen mogelijkheden om extra inkomsten van
externe subsidies en fondsen binnen te halen, een gedaald
ledenaantal en toenemende kosten, geeft Flik-Flak aan niet
meer in staat te zijn om de gebruiksvergoeding te betalen
aan Stichting Accommodatie Flik-Flak. Als gevolg van het
niet kunnen betalen van de gebruiksvergoeding door de
hoofdhuurder Flik-Flak en door hogere onderhoudslasten
ontstaan er ook bij de Stichting Accommodatie Flik-Flak
financiële problemen. Voor 2018 is er een bedrag van maximaal
€ 150.000 gereserveerd om het acute liquiditeitsprobleem voor
dit jaar op te lossen. De structureel hogere kosten zijn hiermee
nog niet opgelost.
DTV/Lokale omroep
In het raadsvoorstel d.d. 11 juli 2017 is de lokale omroep
jaarlijks een subsidie van € 170.000 euro toegezegd voor de
jaren 2017 t/m 2019. Hiervan is structureel een bedrag van €
93.000 opgenomen in de meerjaren begroting. In dat voorstel
is ook opgenomen dat in 2019 o.b.v. een evaluatie een besluit
zal worden genomen voor financiering van de resterende jaren
van de zendmachtiging (tot 31 januari 2022).
Het tekort van € 77.000 voor de jaren 2017 t/m 2018 is gedekt in
begroting. Vanaf 2019 is dit niet meer het geval. Voor de jaren
2019 t/m 2021 is derhalve nog € 77.000 per jaar extra benodigd.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 19
4. Maatregelen binnen begroting3. Reserves
Parkeerexploitatie
Binnen onze begroting is rekening gehouden met een jaarlijkse
afdracht van € 8,7 miljoen vanuit de parkeerexploitatie
(straatparkeren, parkeergarages, transferia en rijwielstallingen).
Deze afdracht en daarmee de reserve parkeer en verkeer
staan onder druk door achterblijvende bezetting bij met name
parkeergarage Sint-Jan.
Sociaal en Zorgfonds
Ultimo 2017 kent de reserve Sociaal en Zorgfonds een stand
van bijna € 19 miljoen. Deze reserve is bedoeld als buffer voor
tegenvallende uitgaven binnen het sociaal domein.
Vooral binnen Jeugdhulp is sprake van (financiële) onzekerheid.
De rijksuitkering is gedaald, er is onzekerheid of er
voldoende jeugdhulp is ingekocht omdat er meer vraag is, de
transformatieopgaven zijn vertraagd en de afschaling van de
landelijke transitie arrangementen (LTA) valt tegen.
Er zal grondig bekeken moeten worden hoe grip te houden
binnen het sociaal domein, de inzet van de reserve zal
noodzakelijk zijn.
Lange termijn planning (GSB)
De huidige beschikbare middelen binnen GSB ad
€ 18,8 miljoen zijn met name bestemd voor de realisatie van
Orthen-Links en Boschveld Deelgebied 2. Als alle lopende
projecten worden afgerond, resteert binnen het programma
een investeringsbedrag van € 4 miljoen en vanaf 2018 jaarlijks
€ 2 miljoen.
Structuurfonds
De middelen van het structuurfonds zijn volledig belegd.
Er is dus geen ruimte om ambities die nu als ongedekte
investering zijn opgenomen in het Structuurfonds te realiseren.
Het betreft de Oostelijke omleiding Rosmalen, Transferium
zuidoostzijde stad, Parallelweg A59, een deel van de Overige
projecten Koersnota, Bedrijvencentrum Grasso en het
Zwembad-West.
Wel verwachten we dat door de aantrekkende woningmarkt
op termijn vanuit het grondbedrijf weer afdrachten aan het
Structuurfonds kunnen plaatsvinden.
Risico reserve onderwijshuisvesting
In 2018 en 2019 wordt in totaal € 7,2 miljoen in de reserve
gestort. Naast deze incidentele stortingen wordt ook
structureel een extra toevoeging gedaan van 0,5 mln. aan de
reserve Onderwijshuisvesting. Met dit pakket aan maatregelen
blijft er een positieve stand in de reserve tot 2026.
Woonlasten
Onder gemeentelijke woonlasten verstaan we
de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de
onroerendezaakbelastingen (OZB). In deze analyse maken
we vanwege hun aard een onderscheid tussen de heffingen
enerzijds en de belasting anderzijds.
Afvalstoffen- en rioolheffing
De beide heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn.
Begrotingsruimte kan derhalve alleen geschapen worden door
meer gemeentelijke kosten toe te rekenen aan de heffingen.
Bij eerdere ombuigingsronden is van deze mogelijkheid
al gebruik gemaakt, door de kostentoerekening te
optimaliseren. Een voorbeeld is het toerekenen van een deel
van de kosten voor reiniging van de openbare ruimte aan
de afvalstoffenheffing. De enige kosten die tot op heden
niet zijn toegerekend aan de heffingen, zijn de kosten van
kwijtschelding. Voor de rioolheffing gaat het om een bedrag
van € 0,2 miljoen en voor de afvalstoffenheffing om een
bedrag van € 1,1 miljoen. In totaliteit is dus een bedrag van
€ 1,3 miljoen vrij te spelen op onze begroting.
Het toerekenen van kwijtschelding heeft natuurlijk als keerzijde
dat de burger geconfronteerd wordt met een toename van
de woonlasten. Bij volledige toerekening stijgt het riooltarief
met € 3,- (ongeveer 5%) en het afvalstoffentarief met € 17,-
(ongeveer 10%). Ook met deze (forse) verhogingen zouden
we ruim onder de gemiddelde tarieven van alle 100.000+
gemeenten blijven, met uitzondering van het riooltarief voor
huurders. Dat tarief is nu al boven het gemiddelde, maar nog
wel (net) rond de mediaan.
OZB
De inkomst uit de OZB is vrij inzetbaar voor de gemeente.
Begrotingsruimte kan derhalve gecreëerd worden door de
OZB te verhogen. Aan deze verhoging zijn geen wettelijke
beperkingen verbonden. Afgesproken is echter dat de macro-
opbrengst van de ozb (dus de opbrengst in alle gemeenten
samen) niet meer mag stijgen dat de som van de reële
trendmatige groei van het bbp en de prijsontwikkeling van de
nationale bestedingen (de zogenaamde macronorm). Voor 2018
is de macronorm 3,2%. Het Rijk heeft met de VNG afgesproken
dat bij overschrijding van de macronorm het volume van
het gemeentefonds kan worden verlaagd. Dat is nog nooit
gebeurd. Een grotere stijging van de OZB opbrengst bij een
individuele gemeente dan de macronorm heeft ex ante geen
gevolgen voor haar algemene uitkering.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 20
Om toch een indicatie te kunnen geven van de
begrotingsruimte die gecreëerd kan worden, sluiten we aan
bij de Financiële-verhoudingswet (Fvw). Daarin is bepaald dat
de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk
peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een
aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Dit redelijk
peil is voor het jaar 2018 vastgesteld op 0,1952.
Op basis van dit redelijk peil berekenen we jaarlijks in onze
begroting de onbenutte belastingcapaciteit. Het gewogen
OZB tarief ligt in onze gemeente op 0,1475%. De onbenutte
belastingcapaciteit bedraagt dus 0,0477% van de WOZ waarde
wat overeenkomt met een ruimte van € 12,5 miljoen.
Praktisch gerekend leidt elke extra verhoging van 1% bovenop
de inflatiecorrectie tot een extra OZB inkomst voor woningen
van € 163.000 en voor niet-woningen van € 222.000.
Ook deze stijgingen leiden tot een toename van de woonlasten
van onze inwoners. Ook verslechtert het vestigingsklimaat van
onze stad voor bedrijven. Relativerend merken we op dat van
de 35 grootste gemeenten alleen Amsterdam en Den Haag een
lager OZB tarief hanteren voor woningen en dat onze tarieven
voor niet-woningen rond het gemiddelde van alle grote
gemeenten ligt.
Interne organisatie
Ons beleid is continu gericht op een goede inzetbaarheid van
ons personeel. We zien daarom geen mogelijkheden om een
verdere financiële efficiency slag te maken op personeel. De rek
is er grossomodo uit. We zien over de hele linie toenemende
druk maar het meest in het sociaal domein, in toename
plannen voor woningbouw, in toename regeldruk op gebied
van financiën Informatieveiligheid en privacy. We zien ook al
enige tijd een stijgend verzuim. Dit heeft onder meer te maken
met vergrijzing, hoge werkdruk en een grote betrokkenheid.
Ook de bedrijfsarts constateert al enkele jaren een toenemend
werkgerelateerd verzuim. De werkdruk zien we op korte
termijn ook niet afnemen. We hebben in toenemende mate
te maken met nieuwe taken, veranderend werk en een hoog
verloop (en dus inwerktijd) voor tijdelijke krachten.
Een impuls voor een slimme inzet van digitalisering biedt
mogelijkerwijs kansen voor een efficiënte bedrijfsvoering
en innovatieve en effectieve dienstverlening. Inwoners,
ondernemers, ketenpartners en andere overheden verwachten
dat wij adequaat inspelen op deze kansen. Hierbij zetten we
in op diverse actuele thema’s zoals digitale dienstverlening,
datagedreven sturing, online samenwerken en een slimme
buitenruimte in de stad. We zoeken hierbij telkens naar een
goede balans tussen continuïteit en innovatie.
We dragen zorg voor een stabiel en veilig digitaal netwerk,
goed functionerende ICT voorzieningen en een hoog
niveau van gebruikersondersteuning. Samenwerken (Samen
Organiseren) is hierbij het sleutelwoord voor een succesvolle
realisatie. Hierdoor realiseren we op effectievere wijze onze
informatiekundige opgaven bij nieuwe ontwikkelingen zoals
de transformatie in het sociaal domein en de komst van de
Omgevingswet
Een mogelijkheid om te besparen op de interne organisatie
is om taken af te stoten of te beperken. In de laatste twee
grote ombuigingsoperaties zijn deze mogelijkheden ook
ingezet. In totaliteit is toen voor een bedrag van € 17,5 miljoen
omgebogen op taken. De meest voor de hand liggende opties
zijn daarmee waarschijnlijk wel benut maar het blijft een
instrument dat altijd gehanteerd kan worden.
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 21
4. Staat van de stad
West Graafse-poort
Zuidoost
Muntel/Vliert
Binnenstad
Engelen
Maaspoort
De Groote Wielen
Rosmalen noord
Rosmalen zuid
Noord
Nuland
Vinkel
Empel
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 22
4.1. Inwoners 24
4.2. Lokaal bestuur 26
4.3. Sociale kwaliteit 28
4.4. Leefbare woonomgeving 30
4.5. Klimaatbestendige stad 32
4.6. Fysieke kwaliteit 34
4.7. Economie 36
4.8. Digitalisering 38
Voor u ligt de ‘Staat van de stad 2018’. Hierin wordt
op hoofdlijnen de situatie - en de ontwikkelingen - in
’s-Hertogenbosch beschreven. Inhoudelijk is hiervoor
aangesloten bij ‘Trends en ontwikkelingen.’ Naast de zeven
thema’s die hierin beschreven worden, is er in de ‘Staat van
de stad’ nog één thema toegevoegd: inwoners.
Gegevens
De ‘Staat van de stad’ geeft vooral veel cijfermatige informatie.
Uiteraard is daarbij gebruik gemaakt van de meest actuele
cijfers. Veel cijfers zijn binnen de gemeente beschikbaar, waar
nodig is ook gebruik gemaakt van externe bronnen (zoals de
provincie en het CBS).
De gegevens worden op meerdere niveaus gepresenteerd.
Cijfers voor de hele stad worden zoveel mogelijk vergeleken
met de vier andere grote Brabantse steden (Breda, Eindhoven,
Helmond en Tilburg) en referentiegemeenten Amersfoort,
Haarlem, Leiden en Zwolle. Voor een aantal andere cijfers is
het interessanter om de verschillen tussen de 14 wijken uit
’s-Hertogenbosch te laten zien.
Dit zijn: Engelen, Maaspoort, Empel, West, Noord,
Muntel/Vliert, Binnenstad, Zuidoost, Graafsepoort,
De Groote Wielen, Rosmalen noord, Rosmalen zuid,
Nuland, Vinkel.
Meer informatie?
Per thema wordt daarnaast een overzicht gegeven van
relevante onderzoeksrapporten. Wanneer u meer informatie
wilt, kunt u in de digitale versie van ‘Samen werken aan
’s-Hertogenbosch’ op deze onderzoeksrapporten klikken.
U komt dan direct bij het betreffende rapport.
Inleiding
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 23
Situatie en ontwikkelingen• Op 1 januari 2018 heeft ’s-Hertogenbosch 153.452
inwoners. De wijk met de meeste inwoners is West
(21.720); in Vinkel wonen de minste inwoners (2.550).
• In De Groote Wielen en Empel wonen relatief de
meeste jongeren. Van alle inwoners is in deze wijken
respectievelijk 36% en 32% jonger dan 20 jaar. In de
Binnenstad is dit slechts 10%.
• In Zuidoost (13%), Rosmalen zuid (10%) en Nuland (10%)
wonen relatief de meeste 75-plussers. In De Groote
Wielen wonen bijzonder weinig 75-plussers (1%).
• De afgelopen tien jaar is het aantal inwoners met
ongeveer 1.000 inwoners per jaar gegroeid. Dit is
exclusief de samenvoeging met Nuland en Vinkel in
2015. Door deze samenvoeging heeft de gemeente er
nog eens ruim 6.700 inwoners bij gekregen.
• In Rosmalen noord en de Maaspoort daalt het
inwoneraantal al jaren gestaag. De wijken waar
de afgelopen tien jaar veel nieuwe woningen zijn
gebouwd, groeien het snelst. Op nummer één staat
De Groote Wielen, gevolgd door West en Empel.
• Volgens de provinciale prognose zal het aantal inwoners
in ’s-Hertogenbosch tussen 2017 en 2040 stijgen met
14%, naar 173.920. En neemt het aantal huishoudens toe
van 71.160 naar 82.820 (+16%).
• Volgens dezelfde prognose blijft het aandeel 0-19
jarigen tussen 2017 en 2040 redelijk constant (22%),
terwijl het aandeel 75-plussers zal toenemen van 7%
naar 13% in 2040.
4.1. Inwoners
INWONERAANTAL
Bron: BRP 2018
25.000 10.000 5.000
Jongeren t/m 19 jaar en ouderen vanaf 75 jaar.Bron: BRP 2018
JONGEREN EN OUDEREN
3.000 1.500 750
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 24
Meer informatie?⊲ Bevolkingscijfers 2018⊲ Bevolkingsontwikkeling 2017 - 2018⊲ Kerncijfers 2017⊲ Bevolkingsprognose ’s-Hertogenbosch
2013- 2030
ONTWIKKELING 2017 - 2040
Aandeel jongeren t/m 19 jaar en ouderen vanaf 75 jaar.Bron: Prognose provincie Noord-Brabant
% vanaf 75 jaar
% t/m 19 jaar
20%
25%
15%
10%
2017
204
0
5%
0
22%
7%
13%
22%
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
2032
2034
2036
2038
ONTWIKKELING 2017 - 2040
Aantal inwoners en huishoudens.Bron: Prognose provincie Noord-Brabant
aantal huishoudens
aantal personen
160.000
200.000
180.000
120.000
140.000
100.000
80.000
2017
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
2032
2034
2036
2038
204
0
40.000
60.000
20.000
0
+14%
+16%
152.525
71.160
82.820
173.920
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 25
Situatie en ontwikkelingen• Najaar 2017 vindt 57% van de bewoners dat de
gemeente ’s-Hertogenbosch geïnteresseerd is in de
mening van haar burgers. Dit is een flinke stijging ten
opzichte van twee jaar daarvoor (45%). Overigens
zijn de verschillen tussen de wijken groot. Van 47% in
Rosmalen noord tot 70% in Nuland.
• Daarnaast neemt het vertrouwen in het
gemeentebestuur in dezelfde periode iets toe. Zo geeft
36% aan vertrouwen te hebben in de burgemeester en
de wethouders (13% niet); in 2015 was dit 34%
(en 16% niet).
• Bijna driekwart van de bewoners voelt zich
medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun
buurt. Dit aandeel is het laagst in West (63%), het
hoogst in De Groote Wielen en Empel (82%).
• Gemiddeld doet 39% van alle inwoners wel eens
vrijwilligerswerk. Vrijwilligers zijn vooral actief op het
gebied van sport. Ook ‘zorg en hulpverlening’ wordt
vaak genoemd.
• Op 19 maart 2014 was de opkomst bij de
gemeenteraadsverkiezingen landelijk gemiddeld 54%.
Vanwege de herindeling gingen de kiezers in onze
gemeente in november naar de stembus. Met 40,5% lag
deze opkomst beduidend lager. Dit opkomstpercentage
is tevens het laagst van de vijf grote Brabantse steden en
ook lager dan in de referentiegemeenten.
4.2. Lokaal bestuur
INTERESSE IN MENING BURGERS
“De gemeente is geïnteresseerd in de mening van haar burgers.”Bron: Omnibus 2017
% (helemaal) eens
57
57
52
52
58 64
47
67 69
65
63
70
53
54
MEDEVERANTWOORDELIJKHEID BURGERS
“Ik voel mij medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in mijn buurt.”Bron: Omnibus 2017
% (helemaal) eens
72
7463
73
70
77 71
76
82 82 69
71
75
75
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 26
Meer informatie?⊲ Interactief bestuur januari 2018 ⊲ Vrijwilligerswerk mantelzorg en sociale contacten,
maart 2017⊲ Vrijwilligerswerk in ’s-Hertogenbosch november 2017⊲ Gemeenteraadsverkiezingen 2014
OPKOMST GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2014
Bron: www.verkiezingsuitslagen.nl
Amersfoort
Zwolle
Leiden
Breda
Haarlem
Helmond
Eindhoven
20%0% 40% 60% 80% 100%
‘s-Hertogenbosch
Tilburg
58
57
56
53
40
44
45
45
48
VRIJWILLIGERSWERK
Bron: Sport en welzijn 2016Dit wordt vooral gedaan op het gebied van:
50%
wijk-, buurt- en bewonerszaken
sport
zorg en hulpverlening
recreatie
onderwijs en educatie
kunst encultuur
10%0% 20% 30% 40%
29
18
13
9
9
11
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 27
Situatie en ontwikkelingen• In een aantal gebieden in ’s-Hertogenbosch is het aantal
75-plussers relatief hoog. Dit is in West, Zuid/Binnenstad
en Rosmalen. Deze ouderen wonen zelfstandig, niet in
een instelling. Overigens wonen steeds minder inwoners
permanent in een instelling of tehuis.
• Het aantal inwoners met een Wmo woonvoorziening
(zoals een traplift of tillift) neemt toe. In 2016 waren
dit er 871. Ook het aantal nultreden woningen neemt
toe, tot 11.570 in 2017. Deels komt dit door een bredere
definitie (bijna 2.000 woningen); deels door nieuwbouw
(1.000 woningen).
• In 2016 maakte 9,8% van de jongeren gebruik van
jeugdhulp. Dit is lager dan landelijk (10,8%). Over het
algemeen is men tevreden over de hulp; jongeren geven
gemiddeld een 7,2 en ouders een 7,7.
• De schaalscore voor zelfredzaamheid is in 2016 8,3.
Deze score (schaal 0 – 10) wordt bepaald aan de hand
van drie stellingen en is de afgelopen tien jaar redelijk
constant. Hoe gezonder inwoners zich voelen, hoe
hoger de score.
• De meeste inwoners vinden dat zij voldoende sociale
contacten hebben. Negen procent vindt dat zij te weinig
sociale contacten hebben.
• Gemiddeld moet in 2015 8,5% van de huishoudens in
’s-Hertogenbosch rondkomen van een laag inkomen.
Dit is iets hoger dan gemiddeld in Nederland (8,2%).
De verschillen tussen de wijken zijn groot: van 12% in
Muntel/Vliert tot 2,8% in Engelen.
• ’s-Hertogenbosch staat hoog (6e plaats) in de sociaal-
economische index van de 50 grootste gemeenten.
Onze sterke punten zijn de participatie van vrouwen,
de werkgelegenheid en het werkloosheidspercentage.
4.3. Sociale kwaliteit
SCORE ZELFREDZAAMHEID
Bron: Sport en welzijn 2016
8
10
6
4
2010
2012
2014
2016
2
0
8,58,2
7,6
8,3
MATE VAN VERGRIJZING
Bron: Monitor sociaal domein 2017
geen 75+
A = Cluster WestB = Cluster Zuid/BinnenstadC = Cluster Rosmalen
niet vergrijsd licht vergrijsd sterk vergrijsd
B
C
A
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 28
Meer informatie?⊲ Monitor sociaal domein 2017⊲ Monitor sociaal domein kwetsbare ouderen 2017⊲ Langer thuis wonen in ’s-Hertogenbosch
(14 wijkrapporten)⊲ Cliëntervaringen Wmo mei 2017⊲ Cliëntervaringen jeugdhulp augustus 2017⊲ Cliëntervaringen sociale wijkteams november 2017⊲ Kunnen bewoners met een beperking meedoen
in ’s-Hertogenbosch juni 2017⊲ Armoedemonitor 2016⊲ Wijk- en buurtmonitor 2016⊲ Economische monitor 2017⊲ Factsheet stedelijke economie 4e kwartaal 2017
Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Atlas voor gemeenten 2017
Haarlemmermeer
Utrecht
Amstelveen
Amersfoort
Breda
100 20 30 40
Alphen a/d Rijn
Zwolle
Hilversum
Leiden
Haarlem
Eindhoven
Tilburg
Helmond
‘s-Hertogenbosch
1
2
3
4
7
8
9
10
11
16
16
32
5
6
Bron: CBS/IIV 2015 (gewijzigde methode; voorheen RIO)
Binnenstad
Muntel/Vliert
West
Graafsepoort
Noord
Zuidoost
‘s-Hertogenbosch
5%0% 10% 15%
Maaspoort
De Groote Wielen
Rosmalen noord
Vinkel
Nuland
Rosmalen zuid
Empel
Engelen
Nederland
12,0
11,6
11,4
11,3
11,0
9,5
5,4
4,6
4,5
4,2
3,8
3,7
3,1
8,5
8,2
2,8
LAAG INKOMEN SOCIAAL-ECONOMISCHE INDEX
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 29
Situatie en ontwikkelingen• ’s-Hertogenbosch telt 75 woonbuurten. Dit zijn buurten
met 100 of meer huishoudens. Hiervan scoren in 2016 17
buurten sterk, 39 gemiddeld, 18 zwak en één zeer zwak.
De variatie in de wijken is groot. Zo liggen de 17 sterke
buurten verspreid over negen wijken.
• De gemiddelde score voor sociale cohesie is een 6,2.
De sociale cohesie (schaal 0 – 10) wordt door bewoners
het best beoordeeld in Vinkel (7,8), het slechtst in
West (5,6).
• Bijna driekwart van de bewoners vindt dat de mensen in
hun buurt op een prettige manier met elkaar omgaan.
En 60% voelt zich thuis bij de mensen die in hun buurt
wonen.
• De veiligheidsindex laat zien dat Nuland en Vinkel de
veiligste wijken zijn. West en de Binnenstad de minst
veilige. Het gaat de laatste jaren steeds beter met de
veiligheid in ’s-Hertogenbosch. Dit geldt ook voor de
veiligheidssituatie in de meeste wijken.
• Het aandeel inwoners dat zich gezond voelt (86%),
blijft door de jaren heen stabiel. Vergeleken met 2014
voelen in 2016 minder inwoners zich beperkt door hun
gezondheid bij dagelijkse bezigheden. Het aandeel
kinderen met (ernstig) overgewicht is gedaald naar 8%.
• Het aandeel volwassenen dat de beweegnorm haalt, is
gestegen naar 35%. Bijna driekwart van de volwassenen
sport minimaal één keer per maand. In De Groote
Wielen is de sportdeelname met 84% het hoogst; het
laagst in Noord (66%).
4.4. Leefbare woonomgeving
SCHAALSCORE SOCIALE COHESIE
Bron: Leefbaarheid en veiligheid 2017
6,8
5,6
6,1
6,0
6,9 7,8
6,5
6,76,7
6,5
5,8
7,0
5,8
6,1
CLASSIFICATIE BUURTEN ‘S-HERTOGENBOSCH
Bron: Wijk- en Buurtmonitor 2016
< 100 huis- houdens sterk gemiddeld zwak zeer zwak
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 30
Meer informatie?⊲ Wijk- en buurtmonitor 2016⊲ Veiligheidsmonitor 2016⊲ Voortgangsrapportage objectieve veiligheid 2017⊲ Evaluatie kwaliteitsmeter veilig uitgaan 2016⊲ Monitor seksuele diversiteit juni 2017⊲ Omgaan met elkaar in ’s-Hertogenbosch februari 2017⊲ Monitor sociaal domein 2017⊲ Rapport kinderen en jongeren 2015⊲ Sportparticipatie kinderen en jongeren 2017⊲ Sportparticipatie volwassenen 2016⊲ Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
maart 2017
VEILIGHEIDSINDEX
Bron: Veiligheidsmonitor 2016
De Groote Wielen
Nuland
Vinkel
Rosmalen zuid
Engelen
Rosmalen noord
Maaspoort
500 100 150 200
Empel
Graafsepoort
‘s-Hertogenbosch
Noord
Muntel/Vliert
West
Binnenstad
Zuidoost
40
43
54
54
61
61
78
85
92
100
111
113
160
192
75
gemiddelde 2015
veilig minder veilig
50-100 0 50
ontwikkeling index 2013 - 2015
veilig minder veilig
6
20
-12
3
-58
47
-41
-31
-102
-25
-7
-31
-35
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 31
Situatie en ontwikkelingen• Het aandeel corporatiewoningen met energielabel A
is in twee jaar tijd meer dan verdubbeld. In 2015 was
dit 9%; in 2017 is dit toegenomen naar 21%.
• Bijna 80% van de inwoners probeert zoveel mogelijk
energie te besparen. Dit aandeel neemt iets af de
afgelopen jaren.
• Bewoners besparen vooral energie door het plaatsen
van dubbelglas of het isoleren van de woning.
Binnenshuis door het plaatsen van led- of spaarlampen
of de aanschaf van een Hr-ketel.
• Voor het scheiden van afval geven inwoners zichzelf
gemiddeld een 7,4. In de Binnenstad is dit cijfer het
laagst (6,6). In Nuland en Vinkel geven inwoners
zichzelf het hoogste cijfer: een 8,1.
• Kleding/textiel, glas en plastic kunnen goed
hergebruikt worden. Op verschillende plekken
in de gemeente zijn daarom inzamelpunten.
Inwoners brengen glas het vaakst weg (85%),
kleding/textiel wordt het minst vaak
weggebracht (46%).
4.5. Klimaatbestendige stad
ENERGIELABELS CORPORATIEWONINGEN
Bron: BrabantWonen, Zayaz, Kleine Meierij en Mooiland
2015
2016
20%0% 40% 60% 80% 100%
9
13
label A label B label C label D,E,F,G
2017
21
21
2021
32
31
29 30
38
35
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 32
Meer informatie?⊲ Mening inwoners over energiebesparing en water
– omnibus 2017⊲ KTO Afvalstoffendienst – digipanel 2017
ENERGIEBESPARING BEWONERS
“Ik probeer zoveel mogelijk energie te besparen.”Bron: Omnibus 2017
2013
2015
2011
20%0% 40% 60% 80% 100%
(helemaal)mee eens
niet eens,niet oneens
(helemaal)mee oneens
weet niet/geen mening
2017
86
80
78
81 13
15
17
4
4
10
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 33
Situatie en ontwikkelingen• In de woonaantrekkelijkheidsindex valt op dat
’s-Hertogenbosch met een vierde plaats niet alleen hoog
scoort, maar ook dat we al jaren tot de top vijf behoren.
Onze score is vooral hoog door het culturele en culinaire
aanbod, de nabijheid van natuurgebieden en de
bereikbaarheid van banen.
• In totaal zijn er begin 2017 69.907 woningen in
’s-Hertogenbosch. Hiervan is 58% een koopwoning, 42%
een huurwoning. Overigens is 35% van alle woningen
een corporatiewoning. Dit is hoger dan het landelijk
gemiddelde (30% in 2016).
• ’s-Hertogenbosch is met een gemiddelde WOZ-waarde
van €239.560 een dure stad om te wonen. De WOZ-
waarde is het laagst in West (€182.840), het hoogst in
Rosmalen zuid (€338.280).
• Bewoners zijn over het algemeen (zeer) tevreden over
hun eigen woning en woonomgeving. Het gemiddelde
rapportcijfer voor de eigen woning is in 2017 een 7,9;
voor de woonomgeving een 7,5. Beide cijfers blijven al
jaren redelijk constant.
• Tussen 2012 en 2015 komen er jaarlijks gemiddeld ruim
5.000 huishoudens in ’s-Hertogenbosch wonen. Hiervan
is 64% afkomstig uit ’s-Hertogenbosch zelf. Per saldo
trekken we veel huishoudens aan vanuit (omgeving)
Eindhoven, Midden-Brabant en de Randstad. In de regio
zijn er relatief veel verhuisbewegingen met Vught,
Sint-Michielsgestel en Heusden.
• De filezwaarte op het rijkswegennet rond
’s-Hertogenbosch is de laatste paar jaar vrij constant
en hoog. De filezwaarte is het hoogst op de A2, traject
Deil – Empel.
4.6. Fysieke kwaliteit
AANDEEL KOOPWONINGEN
Bron: Woningmarktmonitor 2017
88
44
71
51
81 92
75
83 69
48
45
74
42
50
VERHUISBEWEGINGEN REGIO
Bron: Woningmarktmonitor 2017
‘s-Hertogenbosch
Eindhoven e.o.;Midden Brabant;Randstad
Bernheze
Oss
Heusden
Haaren
Vught
Boxtel
Schijndel
Veghel
Uden
Sint-Oedenrode
Sint-Michiels-
gestel
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 34
Meer informatie?⊲ Woningmarktmonitor 2017⊲ Economische monitor 2017
GEMIDDELDE WOZ-WAARDE ALLE WONINGEN
Bron: Woningmarktmonitor 2017
WOONAANTREKKELIJKHEIDSINDEX
Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Atlas voor gemeenten 2017
Amsterdam
Amstelveen
Utrecht
Haarlem
100 20 30 40 50
Den Haag
Leiden
Amersfoort
Arnhem
Eindhoven
Tilburg
Zwolle
Breda
Helmond
Haarlemmermeer
‘s-Hertogenbosch
1
2
3
4
7
8
9
10
12
16
19
31
44
5
6
€ 330.970
€ 182.840
€ 232.080
€ 199.920
€ 251.220
€ 338.280 € 329.740
€ 277.920
€ 322.190€ 304.500
€ 231.180
€ 249.420
€ 310.450
€ 197.390
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 35
Situatie en ontwikkelingen• ’s-Hertogenbosch staat hoog (zesde plaats) op
de vernieuwde ranglijst van economisch best
presterende gemeenten. Deze positie is door de
jaren heen vrij constant.
• In 2016 werken er 96.650 personen in
’s-Hertogenbosch. De economische crisis eind 2008
heeft invloed gehad op onze werkgelegenheid. De
laatste jaren neemt de werkgelegenheid weer toe.
• Deze personen zijn werkzaam bij 12.830
bedrijfsvestigingen. Veel van deze bedrijven (90%)
behoren tot het kleinbedrijf (< 10 werkzame
personen). De grootste werkgever is het JBZ.
• De beroepsbevolking bestaat uit ongeveer 78.000
personen. De bruto participatiegraad is 72%. Het
aandeel 45-plussers in de beroepsbevolking neemt
toe, evenals het aandeel hoog opgeleiden.
• In 2016 was 5,5% van de beroepsbevolking werkloos.
In 2015 was dit nog 7%.
• Eind 2017 zijn er 3.275 lopende WW-uitkeringen;
veel minder dan begin van het jaar (3.900). Ook het
totaal aantal bijstandsuitkeringen laat in 2017 een
daling zien, van 4.044 (januari) naar 3.852 aan het
eind van het jaar (-4,7%).
• In 2016 werd het 500ste sterfjaar van Jheronimus
Bosch uitgebreid gevierd. Er zijn in dat jaar naar
schatting 2.833.000 (binnenlandse) bezoeken aan
‘s-Hertogenbosch gebracht. Hiermee staan we
op de achtste plaats, achter de vier grote steden,
Eindhoven, Groningen en Zwolle. Wat betreft
binnenlandse bezoekers staan we op de vijfde
plaats, achter de G4.
• Bezoekers kwamen in 2016 van heinde en verre. Het
totaal aantal bezoeken (binnen- én buitenlands) aan
onderdelen van de manifestatie JB500 bedroeg bijna
1,4 miljoen.
• Het aantal hotelovernachtingen was in 2016
beduidend hoger dan in voorgaande jaren.
4.7. Economie
ECONOMISCHE TOPLOCATIES 2017
Top 10 gemeenten, B5 en referentiegemeentenBron: Elsevier / Bureau Louter
Haarlemmermeer
Amsterdam
Son en Breugel
Eindhoven
200 40 60 80 100 120
Rotterdam
Zoeterwoude
Utrecht
Zwolle
Breda
Amersfoort
Tilburg
Leiden
Haarlem
Helmond
‘s-Hertogenbosch
Nieuwegein
1
2
3
4
7
8
9
10
12
15
71
73
76
116
5
6
WERKLOOSHEIDSPERCENTAGE
Bron: CBS
8%
10%
6%
4%
2010
2011
2012
2013
2014
2016
2015
2%
0
4,9 4,75,4
6,97,7
7,0
5,5
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 36
Meer informatie?⊲ Economische monitor 2017⊲ Factsheet stedelijke economie, 4e kwartaal 2017⊲ Agrifood Capital monitor 2016⊲ Toerisme monitor 2017⊲ Eindevaluatie manifestatie Jheronimus Bosch 500
augustus 2017
1997 = 100Bron: LISA
B5
Nederland
‘s-Hertogenbosch
120
125
130
115
110
1997
1998
1999
200
0
2001
2002
2003
200
4
2005
200
6
2007
200
8
2009
2010
2012
2011
2013
2014
2015
2016
105
100
HOTELOVERNACHTINGEN
Bron: Belastingen1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
200.000
250.000
150.000
100.000
2013
2014
2016
2017
2015
50.000
0
ONTWIKKELING WERKZAME PERSONEN
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 37
Situatie en ontwikkelingen• In 2016 is 7% van de werkgelegenheid in
’s-Hertogenbosch toe te rekenen aan de ICT-sector.
In vergelijking met andere grote steden is dit hoog.
Het aandeel neemt de afgelopen jaren toe.
De werkgelegenheid in deze sector groeit dus
sneller dan de totale werkgelegenheid.
• De gemeente gaat steeds digitaler werken. Zo zijn er
in 2016 bijvoorbeeld ruim 4.500 vragen via webcare
afgehandeld. Bijna vier keer zoveel als in 2015 (1.200).
• Bijna 60% van de inwoners vindt het positief dat de
gemeentelijke dienstverlening en communicatie steeds
meer digitaal gebeurt. 10% van de inwoners staat hier
negatief tegenover; 30% is hier ‘neutraal’ in. Overigens
staan inwoners tot 40 jaar hier verhoudingsgewijs
positiever tegenover (70%) dan inwoners van 55 jaar en
ouder (49%).
• Ruim 40% zou (meer) diensten van de gemeente via
internet willen afhandelen; een even groot aandeel zou
dat ‘misschien’ willen. 13% geeft aan dat zij niet meer
diensten via internet willen afhandelen.
• Bijna driekwart van de inwoners heeft het afgelopen
jaar een product of dienst via de website van de
gemeente aangevraagd. Dit is beduidend meer dan in
2015 (22%).
• 92% van de inwoners geeft aan in staat te zijn
zelfstandig een digitale aanvraag te regelen. Eén
procent geeft aan dit niet te kunnen en kent bovendien
niemand die hen hierbij kan helpen.
4.8. Digitalisering
ONTWIKKELING WERKGELEGENHEID ICT
Ontwikkeling werkgelegenheid ICT en totale werkgelegenheid, 2010 = 100Bron: LISA
80
100
120
140
60
40
2010
2012
2011
2013
2014
2015
2016
20
0
TotaalICT
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 38
Meer informatie?⊲ Economische monitor 2017⊲ Mediaonderzoek april 2016
DIGITALISERING GEMEENTE
Houding ten opzichte van verdere digitalisering dienstverlening en communicatie gemeenteBron: Mediaonderzoek 2016
20% 40% 60% 80% 100%
positief neutraal negatief weet niet/geen mening
0
55 jaar e.o.
40 - 54 jaar
30 - 39 jaar
< 30 jaar
Totaal
49
59
72
67
59
23
30
7
30
22 6
36 13
10
10
Samen werken aan ’s-Hertogenbosch 2018 - 2022 | 39
Dit is een uitgave van gemeente
’s-Hertogenbosch
Uitgave 2018
Colofon