Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag |...
Transcript of Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag |...
sdvvsdvdsv
Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) [email protected] | (W) www.ictu.nl I (B) NL88RABO0323164641 I KvK 27198742
Samen werken aan Adreskwaliteit 2014
Eindrapport
Auteur Jaap Korpel, Dirk Sikkel, Roland van de Boel, Sylvia Kuilboer
Documentnr
Versie Versie 1.2 / Definitief
Datum 26-11-2014
Omvang 43 pagina's
Documentbeheer
Documenthistorie
Datum Versie Auteur Opmerking
21-10-2014 v0.1 Jaap Korpel
30-10-2014 v0.2 Jaap Korpel
31-10-2014 v0.3 Jaap Korpel
4-11-2014 v1.0 Jaap Korpel
20-11-2014 v1.1 Jaap Korpel
26-11-2014 v1.2 Jaap Korpel
Pagina 3/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Inhoudsopgave
Management-samenvatting .................................................................................................................................... 4
1. Aanpak adresonderzoek ................................................................................................................................. 9 1.1 Aanleiding ..................................................................................................................................................... 9 1.2 Doelstellingen van Samen Werken aan Adreskwaliteit ............................................................................... 10 1.3 Opzet onderzoek ......................................................................................................................................... 11 1.4 Meten adreskwaliteit in BRP ....................................................................................................................... 11 1.5 Risico-gestuurd adresonderzoek ................................................................................................................. 13
2. Resultaten adresonderzoek 2014.................................................................................................................. 14 2.1 Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP .................................................................................................. 14 2.1.1 Kwaliteitspercentage per persoon ............................................................................................................ 15 2.1.2 Kwaliteitspercentage per adres ................................................................................................................ 17 2.1.3 Verantwoording van de kwaliteitscijfers .................................................................................................. 18 2.2 Effectiviteit van selectie van risico-adressen ............................................................................................... 19 2.3 Follow up van de adresbezoeken: mutaties in de BRP ................................................................................ 21
3. Nadere analyses bevindingen risico-adressen 2014 ..................................................................................... 22 3.1 Adressen waarop een briefadres gevestigd ................................................................................................ 22 3.2 Laatst bekende adressen van VOW-ers ....................................................................................................... 23 3.2.1 Kenmerken van de VOW-ers ..................................................................................................................... 24 3.2.2 Actueel ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’ ........................................................................... 26 3.3 Adressen met hoge bewonersdichtheid ..................................................................................................... 27 3.4 Leegstandsadressen (o.b.v. BAG/BRP) ........................................................................................................ 30 3.5 CJIB-adressen, niet woonachtig (o.b.v. politiewaarneming) ....................................................................... 31 3.6 Verwonder-adressen van Belastingdienst ................................................................................................... 33 3.7 Suggesties voor volgende meting ............................................................................................................... 36
4. Aanbevelingen .............................................................................................................................................. 38
Bijlage 1. Projectorganisatie ............................................................................................................................ 42
Bijlage 2. Deelnemende gemeenten 2014 ...................................................................................................... 43
Pagina 4/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Management-samenvatting
In 2014 is het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald op
97,09%.
Bij de gehanteerde risico-signalen in 2014, werden meer dan tien keer zoveel fouten gevonden
als bij het bezoeken van willekeurige adressen. Risico-gestuurd adresonderzoek is dus zeer
effectief.
In totaal hebben 91 gemeenten 6845 huisbezoeken uitgevoerd, waarvan 5671 succesvol zijn
onderzocht. In 1004 gevallen werd het adres één of meer keer tevergeefs bezocht, er werd niet
opengedaan. In 170 gevallen weigerde de bewoner medewerking aan het onderzoek.
Op de onderzochte adressen bleek er in bijna een derde van de gevallen inderdaad een verschil
te zijn tussen de ingeschreven personen en de personen die daar feitelijk wonen. Waarmee
wordt aangetoond dat deze vorm van huisbezoek daadwerkelijk een effectief middel is om te
komen tot een actuelere en betrouwbare adresregistratie.
Pagina 5/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP
De gehele overheid maakt gebruik van persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP).
De kwaliteit van de gegevens in de BRP is daarom van groot belang. Om deze kwaliteit verder te
verbeteren heeft het ministerie van BZK de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen
en laat bovendien onderzoek doen naar de kwaliteit van de BRP.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door ICTU en spitst zich toe op het meest veran derlijke
gegeven in de BRP: het adres van de geregistreerde personen. Omdat het adres zoveel vaker
verandert, is de kans ook groter dat het – bijvoorbeeld door nalatigheid – voor kortere of
langere tijd onjuist geregistreerd staat. Het adresgegeven speelt daarnaast een rol bij diverse
toeslagen en uitkeringen, wat sommigen ertoe verleidt om bewust de registratie af te laten
wijken van de (actuele) werkelijkheid.
Voor u ligt de eindrapportage van dit onderzoek, onderdeel van het project Samen Werken aan
Adreskwaliteit. In dit project wordt de aanpak, die in 2013 door ICTU werd ontwikkeld in het
kader van het project Samen Leren, breder toegepast en verder verfijnd. Door direct op pad te
gaan en (risico-)adressen te bezoeken (risicogestuurde huisbezoeken) stellen gemeenten aan de
deur vast of de op dat adres geregistreerde personen daar volgens de bewoner ook wonen.
Wanneer daarbij verschillen geconstateerd worden (‘adres of persoon niet correct’) is dat voor
de gemeente aanleiding om langs de daarvoor gebruikelijke weg nader onderzoek te doen en
uiteindelijk de gegevens in de BRP aan te passen.
Project Samen Werken aan Adreskwaliteit
Het project Samen Werken aan Adreskwaliteit heeft een drieledige doelstelling:
1. Het verder ontwikkelen van de in 2013 ontwikkelde ‘slimme’ methodiek voor het meten van
de kwaliteit van adres-gegeven in de BRP, zodat het onderzoek jaarlijks op dezelfde manier
kan worden uitgevoerd en de kwaliteitsindicatoren vergelijkbaar zijn over de jaren heen.
2. Het meten van de kwaliteit van de BRP, in het bijzonder van het geregistreerde woonadres
van personen. Dit is immers het meest geraadpleegde èn het meest veranderlijk gegeven.
3. Een bijdrage leveren aan het nog verder verbeteren van de kwaliteit van de BRP. De
adresbezoeken, die gemeenten uitvoeren, leveren correcties op van de onjuiste gegevens.
Daarnaast heeft het project ook als doel: meer samenwerking en begrip creëren tussen
gemeenten en afnemers bij adresonderzoek, en vaststellen welke typen risico-adressen het
meest effectief zijn.
De lessen van het vorige project zijn ter harte genomen en daarom is dit jaar ondermeer een
steekproef van gemeenten naar inwonertal getrokken (in plaats van deelname op basis van
vrijwilligheid zoals in 2013) en zijn de steekproeven van de random en de risico-adressen
centraal getrokken en aangeleverd aan de gemeenten. Dit heeft de betrouwbaarheid en
nauwkeurigheid van de uitkomsten sterk vergroot. Daarnaast zijn de vragenlijst en de applicatie
aangepast op basis van de feedback van gemeenten.
Het heeft dit jaar meer inspanning gevergd om voldoende gemeenten aan het adresonderzoek
te laten deelnemen. Het was voor gemeenten, en zeker voor medewerkers burgerzaken, een
ongewoon druk jaar: de invoering van de RNI, de gemeenteraadsverkiezingen en de Europese
verkiezingen in dezelfde periode waarin de adresbezoeken zouden moeten plaatsvinden. Toch
Pagina 6/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
hebben 91 gemeenten aan het project deelgenomen, en zij hebben kort voor de zomer samen
bijna 7000 adressen bezocht.
De gegevens die de gemeenten daarmee hebben verzameld zijn geanalyseerd en de uitkomsten
worden in dit rapport gepresenteerd. De belangrijkste bevindingen vatten wij hier kort samen.
Kwaliteitspercentage: 97,09% correct geregistreerde personen op een adres
Voor de bepaling van de kwaliteit van het adresgegeven op landelijk niveau zijn dit jaar in totaal
2081 (random) adressen succesvol onderzocht.
De BRP is een register van ingeschreven personen, waarvan (onder andere) het adres is
geregistreerd. Elke ingeschreven persoon in de BRP kan op het juiste adres, dan wel op een
onjuist adres zijn geregistreerd. Het percentage juist geregistreerde personen is daarom de
voornaamste kwaliteitsindicator voor de BRP.
Daarnaast kan gekeken worden naar het percentage adressen waarvan de feitelijke bewoners
precies overeenkomen met alle in de BRP op het adres geregistreerde personen. Het
percentage adressen waar dit het geval is, wordt hier als tweede indicator gehanteerd.
Beide indicatoren zijn weergegeven in onderstaande figuur.
In 2014 wordt het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald
op 97,09 %. Dat is iets lager dan in 2013 (97,72 %). Deze afname van het kwaliteitspercentage is
statistisch niet significant. De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit jaar plus/min
0,50 %-punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk percentage tussen
96,59% en 97,59%. De berekening is daarmee bovendien dit jaar nauwkeuriger dan in 2013
(plus/min 0,98 %-punt) en ligt binnen de marges van de berekening van vorig jaar.
Pagina 7/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Het landelijk percentage correct geregistreerde adressen wordt in 2014 bepaald op 95,15 %.
Dat is iets beter dan in 2013 (94,97 %). De statistische marge rond dit percentage bedraa gt dit
jaar plus/min 0,98 %punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk
percentage tussen 94,17 % en 96,13 %. De berekening is daarmee dit jaar een stuk
nauwkeuriger dan in 2013 (plus/min 2,55 %punt) en ligt overigens binnen de marges v an de
berekening van vorig jaar.
In paragraaf 2.1 wordt nader ingegaan op deze cijfers.
Risico-gestuurd adresonderzoek
Bij risico-gestuurd adresonderzoek worden vooral adressen bezocht waarvoor aanwijzingen zijn
dat de gegevens van één of meer bewoners onjuist zijn. Op die manier kunnen gemeenten de
beschikbare menskracht veel effectiever inzetten. Zij zijn daarom gebaat bij informatie over de
effectiviteit van verschillende typen risico-adressen. Door de selectie van dergelijke adressen
verder aan te scherpen kan de effectiviteit nog worden vergroot. Voor het vaststellen van de
effectiviteit van de zes typen risico-adressen zijn 3590 adressen succesvol onderzocht.
Het bezoeken van 100 willekeurige adressen levert gemiddeld 7 personen op waarvoor de
inschrijving niet klopt met wie er volgens de bewoner op dat adres wonen . De meeste van de
zes typen risico-adressen leveren een meer dan tien maal zo groot ‘rendement’ op van het
uitvoeren van adresbezoeken.
De selecties van briefadressen1, adressen met hoge bewonersdichtheid en verwonder-adressen
2
van de Belastingdienst zijn het meest effectief gebleken:
52,33% van de briefadressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 briefadressen levert
gemiddeld 65,7 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen;
33,99% van de adressen met hoge bewonersdichtheid bleek niet correct; het bezoeken van
100 adressen met hoge bewonersdichtheid levert gemiddeld 105,9 personen op waarvan de
geregistreerde gegevens niet kloppen; op basis van de nadere analyse wordt voorgesteld
om volgend jaar de grens voor de selectie op te trekken tot 15 m2 per bewoner;
31,35% van de verwonder-adressen van de Belastingdienst bleek niet correct; het bezoeken
van 100 verwonder-adressen levert 128,6 personen op waarvan de gegevens niet kloppen.
Ook de selecties van VOW-adressen en van het CJIB bleken redelijk effectief:
16,94% van de VOW-adressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 VOW-adressen
levert gemiddeld 44,1 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen;
22,79% van de CJIB-adressen3 bleek niet correct; het bezoeken van 100 CJIB-adressen levert
gemiddeld 102,4 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen.
Alleen de (nieuwe) selectie van leegstands-adressen is niet effectief gebleken:
1
Adressen waarop een briefadres is gevestigd. 2 Dit zijn adressen waarop meer dan één toeslag van eenzelfde soort werd uitgekeerd en daarnaast adressen waarvan post
onbestelbaar retour is gekomen. 3
Adressen waar (bij het innen van verkeersboetes) uiteindelijk de politie heeft geconstateerd dat de betreffende persoon
niet op het adres woont.
Pagina 8/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
1,29% van de leegstands-adressen bleek niet correct; daarom wordt voorgesteld om
volgend jaar in samenwerking met de gemeenten te zoeken naar een andere selectie.
In paragraaf 2.2 en Hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op deze cijfers.
Ook dit jaar bevat de rapportage een aantal aanbevelingen, deze zijn te vinden in Hoofdstuk 4.
Enkele belangrijke aanbevelingen zijn:
voor het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van het adresgegeven in de BRP de methodiek
in 2015 en de jaren daarna opnieuw en op grotere schaal toepassen;
risico-gestuurd adresonderzoek door gemeenten faciliteren, ondermeer door het centraal
selecteren en aanleveren van gegevens, maar ook daar een structurele juridische basis voor
te realiseren;
een landelijke aanpak van adresonderzoek, de komende jaren uit te breiden naar alle
gemeenten, met in 2015 als eerste stap een verdubbeling tot 200 gemeenten; daarbij goed
aansluiten bij de wensen van gemeenten, en structurele samenwerking tot stand brengen
met afnemers van BRP-gegevens;
het aanscherpen van de selectie van enkele van de risico-adressen en het uitbreiden van
het aantal risico-signalen.
Pagina 9/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
1. Aanpak adresonderzoek
1.1 Aanleiding
De Basisregistratie Personen (BRP) is de bron van persoonsgegevens voor de gehele overheid:
voor het uitschrijven van verkiezingen, het heffen van belastingen, het verstrekken van
toelagen en nog veel meer. Er zijn meer dan 600 afnemers van de BRP. Deze baseren hun
processen op de (juistheid van de) inhoud van de BRP. De kwaliteit van de gegevens in de BRP is
daarom van groot belang voor het functioneren van de overheid. Alleen als de gegevens
kloppen kunnen gebruikers van de BRP hun taken (mede) baseren op deze registratie. Om deze
kwaliteit verder te verbeteren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen en laat
bovendien onderzoek doen naar de kwaliteit van de BRP.
In 2013 is een methodiek ontwikkeld om enerzijds goede uitspraken te doen over de kwaliteit
van de BRP, anderzijds om gericht te zoeken naar mogelijke fouten. Deze methodiek is in 2014
als basis gebruikt om opnieuw een meting te doen naar de kwaliteit van de BRP. Het gericht
zoeken naar mogelijke fouten gebeurt op basis van signalen van een aantal afnemers en op
basis van een modelmatige analyse van de registratie in de BRP. Dit wordt in dit onderzoek een
risico-gestuurde aanpak genoemd. In 2013 is voor een aantal van deze signalen beoordeeld in
hoeverre deze een goede voorspeller zijn van fouten in de BRP-registratie. De beste drie
signalen (met het grootste percentage fouten in de registratie) zijn in 2014 ook gebruikt. Het
Centraal Justitie en Incassobureau (CJIB) en de Belastingdienst zijn dit jaar als afnemende
partijen betrokken om adressen aan te reiken die onderzocht zijn.
Het onderzoek spitst zich toe op het adres van de geregistreerde personen. Dit is een van de
meest geraadpleegde gegevens en is tevens het meest aan verandering onderhevig. Om die
reden is dit gegeven ook gevoelig voor onjuistheden. Veel werkprocessen van afnemers van de
BRP zijn gebaseerd op het woonadres, daarom is het van belang dat dit gegeven correct is.
Aanpak/Werkwijze onderzoek is risicogestuurd huisbezoeken uitvoeren:
Door direct op pad te gaan en (risico-)adressen te bezoeken, stellen gemeenten aan de deur
vast of de op dat adres geregistreerde personen daar volgens de bewoner ook wonen. Wanneer
daarbij verschillen geconstateerd worden (‘adres of persoon niet correct’) is dat voor de
gemeente aanleiding om langs de daarvoor gebruikelijke weg nader onderzoek te doen en
uiteindelijk de gegevens in de BRP aan te passen.
Pagina 10/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
1.2 Doelstellingen van Samen Werken aan Adreskwaliteit
Het project Samen Werken aan Adreskwaliteit, dat ICTU dit jaar in opdracht van BZK uitvoert,
heeft drie hoofddoelstellingen:
1. Het verder ontwikkelen van de in 2013 ontwikkelde herhaalbare ‘slimme’ methodiek voor
het meten van de kwaliteit van de BRP voor wat betreft het adres -gegeven, zodat het
onderzoek jaarlijks op dezelfde manier kan worden uitgevoerd en de kwaliteitsindicatoren
vergelijkbaar zijn over de jaren heen. Tevens het vaststellen welke signalen het best
gebruikt kunnen worden om gericht te kunnen zoeken naar fouten in de BRP;
2. Het meten van de kwaliteit van de BRP in Nederland, in het bijzonder va n het
geregistreerde woonadres van personen.
3. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de BRP. De adresbezoeken,
die gemeenten in het kader van het project uitvoeren, leveren correcties op van de onjuiste
gegevens.
Daarnaast heeft het project ook als doel:
meer samenwerking en begrip creëren tussen gemeenten en afnemers bij adresonderzoek;
leren van ervaringen die gemeenten al hebben met (risico-gericht) adresonderzoek;
leveren van input voor de uitwerking van de manier waarop het adres onderzoek structureel
ingebed kan worden bij de werkprocessen van gemeenten / gebruikers van de BRP.
Voor gemeenten levert deelname aan het project bovendien informatie, op basis waarvan zij
direct gegevens in de BRP kunnen aanpassen.
Deze rapportage gaat met name in op de acties die zijn gericht op het bereiken van de eerste
drie doelstellingen. In de instrumentenmap bij dit onderzoek wordt nader ingegaan op de wijze
waarop invulling is gegeven aan het bereiken van de nevendoelstellingen.
Pagina 11/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
1.3 Opzet onderzoek
In onderstaande afbeelding is schematisch aangegeven op welke manier het onderzoek is
opgezet.
Op basis van signalen uit de BRP en van afnemers, zijn risico-adressen benoemd.
Uit de BRP zijn hierbij de corresponderende persoonsgegevens toegevoegd (extractie) en
neergelegd in een onderzoeksset. De extractie heeft plaatsgevonden door het Agentschap
Basisregistratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)
De onderzoeksset is basis geweest voor de gemeenten om adresbezoeken uit te voeren.
o Hierbij zijn alle adressen fysiek bezocht om vast te stellen in hoeverre de registratie in
de BRP overeenkomt met de werkelijkheid; alle personen van dat adres zijn getoetst .
o Aan de hand van een ‘digitale vragenlijst’ zijn personen geïnterviewd. De resultaten
zijn vastgelegd in de onderzoeksset.
De onderzoeksresultaten zijn gebruikt voor nadere analyse en herstel in de BRP.
1.4 Meten adreskwaliteit in BRP
Gedeelde verantwoordelijkheden….
Gemeenten zijn bronhouder voor de BRP en daarmee primair verantwoordelijk voor de kwaliteit
van de gegevens. Maar zij niet alleen: de kwaliteit van de BRP-gegevens is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van gemeenten, burgers en de zogeheten afnemers.
Pagina 12/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Als er twijfel bestaat over de juistheid van een gegeven in de BRP dan start de gemeente een
nader onderzoek. Vaak eerst een administratief onderzoek en zonodig daarna een onderzoek op
locatie: een huisbezoek. Hiervoor gelden vastgelegde onderzoekprocedures.
Burgers zijn wettelijk verplicht om verhuizingen te melden bij de gemeente. Maar zij doen dit
niet altijd: met name mensen die veel verhuizen, zoals buitenlandse werknemers en studenten,
laten dit wel eens achterwege. Soms is dit onachtzaamheid, waarschijnlijk is niet iedereen zich
bewust van het belang van de BRP. Het belang wordt pas duidelijk als er financiële belangen
gemoeid zijn met de gegevens in de BRP, zoals het verkrijgen van een toeslag of een uitkering.
Vanwege dergelijke financiële belangen onttrekken sommigen zich bewust aan een juiste
registratie. Men hoopt op die manier de verplichting te ontlopen om belasting te betalen of
boetes te voldoen, of men probeert ten onrechte aanspraak te maken op huurtoeslag,
studietoelage, hypotheekrenteaftrek, kinderbijslag, AOW of een andere uitkering.
Afnemers, de organisaties die gegevens uit de BRP gebruiken, hebben de verplichting om bij
twijfel aan de juistheid van een BRP-gegeven dit terug te melden aan de gemeente. Zij hebben
contact met de burger in het kader van de uitvoering van hun taken en de dienstverlening aan
die burger. Als de afnemer in dat verband andere of betere gegevens te weten komen, moeten
zij dat terugmelden aan de BRP. Afnemers verschillen in de discipline waarmee dit gebeurt.
Terugmeldingen van afnemers verschillen ook in kwaliteit. Wanneer alleen een adres of de
naam van een persoon wordt aangeleverd, zonder dat duidelijk is omschreven welk gegeven om
welke reden in twijfel wordt getrokken, dan is het voor gemeenten lastig om effectief te
controleren en om verbeteringen door te voeren.
Gezien het belang van de BRP streeft het Ministerie van BZK naar een hoge kwaliteit van de
BRP. Dat geldt ook voor de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft in 2007 aangegeven dat
99% correctheid van alle gegevens in (toen nog) de GBA de norm moet zijn. BZK en gemeenten
hebben de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om de kwaliteit van de BRP te
verbeteren, zowel door correcte registratie van gegevens als door verbetering van
werkprocessen en procedures bij overheidsorganisaties en gemeenten. Ook is de burger
gewezen op het belang van het juist geregistreerd staan in de BRP, door middel van de
campagne “Voorkom gedoe, kijk het na”. En burgers kunnen zelf zien aan wie hun gegevens
worden verstrekt, via WieKrijgtMijnGegevens.nl.
Het onderzoek heeft zich gericht op de kwaliteit van de BRP voor Nederland als geheel.
Daarbinnen zullen verschillen per gemeenten bestaan. Uitspraken over de individuele
gemeenten zijn op basis van dit onderzoek echter niet te doen. Dat zou een grotere set te
onderzoeken adressen vragen per gemeente.
Pagina 13/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
1.5 Risico-gestuurd adresonderzoek
Kwaliteits-percentage en effectiviteit risico-signalen
Het adresgegeven is meestal correct geregistreerd, slechts in een paar procent van de gevallen
blijkt dit niet te kloppen. Maar voor de kwaliteit van de gegevens in de BRP ligt de lat hoog: het
streven is dat 99% van alle gegevens correct is. Om het landelijk kwaliteitspercentage van het
adresgegeven te meten is daarom zorgvuldig onderzoek noodzakelijk.
Tegelijkertijd is het voor gemeenten, die de kwaliteit van de BRP verder willen verbeteren, niet
efficiënt om jaarlijks een groot aantal willekeurige inschrijvingen te controleren. Zij kunnen hun
capaciteit beter inzetten voor risico-gestuurd adresonderzoek: hierbij worden adressen bezocht
waarvan de gegevens mogelijk onjuist zijn. Deze aanpak is uitgebreid getest in het vorige
onderzoek, dat in 2012-2013 is uitgevoerd. Met risico-gestuurd adresonderzoek levert dezelfde
inzet veel meer resultaten (niet-correcte adresgegevens) op.
Risico-adressen worden enerzijds geselecteerd op basis van ervaringsgegevens van gemeenten,
analyses van onjuiste registraties uit eerdere onderzoeken en anderzijds op basis van risico -
signalen van afnemers zoals het CJIB en de Belastingdienst.
Pagina 14/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
2. Resultaten adresonderzoek 2014
De kwaliteit van de gegevens in de BRP is van groot belang voor het functioneren van de gehele
overheid. Om deze kwaliteit verder te verbeteren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) dit jaar het project Samen Werken aan Adreskwaliteit door ICTU en
een groot aantal gemeenten laten uitvoeren. Onderdeel van dit projec t is het onderzoek naar
het meest veranderlijke gegeven binnen de BRP: het adres van de geregistreerde personen ,
waarover hier wordt gerapporteerd.
In grote lijnen was reeds bekend dat het adresgegeven van bijna alle ingeschreven personen in
de BRP correct geregistreerd is, en dat in slechts een paar procent van de gevallen dit niet blijkt
te kloppen. Maar voor de kwaliteit van de gegevens in de BRP ligt de lat hoog: het streven is
immers dat 99% van alle gegevens correct is. Overigens gaat het ministerie van BZK er van uit,
dat de gegevens die niet frequent veranderen – de burgerlijke staat gegevens bijvoorbeeld –
nagenoeg 100% betrouwbaar zijn. Het adresgegeven verandert veel vaker en is daardoor van
wat minder hoge kwaliteit, maar moet natuurlijk ook in hoge mate betrouwbaar zijn.
Om het landelijk kwaliteitspercentage van het adresgegeven te meten is daarom zorgvuldig
onderzoek noodzakelijk. Om het kwaliteitspercentage met voldoende betrouwbaarheid te
kunnen bepalen moeten de steekproef om te beginnen voldoende adressen bevatten. Verder
moet de steekproeftrekking correct plaatsvinden, moet de steekproef van gemeenten die de
adresbezoeken uitvoeren een voldoende representatieve afspiegeling vormen van alle
gemeenten in Nederland (ook naar inwonertal) en moeten de adres-steekproeven voor de
grotere gemeenten groter zijn dan voor de kleinere. Het doel is om het kwaliteitspercentage te
bepalen met een smalle nauwkeurigheidsmarge.
Tegelijkertijd zou het voor gemeenten, die de kwaliteit van de BRP verder willen verbeteren,
niet efficiënt zijn om jaarlijks een groot aantal willekeurige inschrijvingen te controleren. Zij
kunnen hun capaciteit beter inzetten voor risico-gestuurd adresonderzoek: hierbij worden
adressen bezocht waarvan de gegevens mogelijk onjuist z ijn. Deze adressen worden enerzijds
geselecteerd op basis van ervaringsgegevens van gemeenten, analyses van onjuiste registraties
uit eerdere onderzoeken en anderzijds op basis van risicosignalen van afnemers zoals het CJIB
en de Belastingdienst.
In het kader van het project Samen Werken aan Adreskwaliteit is daarom dit jaar enerzijds de
kwaliteit van het adresgegeven in de BRP op landelijk niveau zo zorgvuldig mogelijk vastgesteld
(zie paragraaf 2.1), en is anderzijds onderzocht wat het rendement is van zes verschillende
typen risico-adressen (zie paragraaf 2.2) ten behoeve van risico-gestuurd adresonderzoek.
2.1 Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP
Het adres is het meest veranderlijke begrip in de BRP en er is daarom een grotere kans dat het
adres niet correct geregistreerd is dan bijvoorbeeld de geboortedatum of een voornaam. In
veruit de meeste gevallen is het adres correct geregistreerd, maar in e nkele procenten van de
Pagina 15/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
gevallen niet. Zorgvuldig en statistisch verantwoord onderzoek is hier noodzakelijk om een
nauwkeurige en betrouwbare berekening te maken van het percentage correcte adressen in de
BRP (het ‘kwaliteits-percentage’).
Om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de berekening van het kwaliteitspercentage
verder te vergroten is dit jaar de random steekproef centraal getrokken, waarna de adressen
aan de 91 deelnemende gemeenten zijn aangeleverd. Bovendien is, zoals gezegd, hierbij een
steekproef naar inwonertal getrokken uit alle Nederlandse gemeenten.
In totaal zijn 2550 random adressen aangeleverd, waarvan 2474 adressen door de gemeenten
één of meer keren zijn bezocht4. Hiervan werden 342 adressen (binnen de onderzoeksperiode)
één of meer keren tevergeefs bezocht, omdat niet werd opengedaan. In 51 gevallen weigerde
de bewoner medewerking aan het onderzoek (2,1 % van de bezochte random adressen).
Dat betekent, dat uiteindelijk 2081 random geselecteerde adressen succesvol o nderzocht zijn:
de bewoner heeft de vragen beantwoord, zodat vastgesteld kon worden welke personen
volgens de bewoner feitelijk op dat adres wonen5 en in hoeverre dat overeenkomt met de
personen die in de BRP op dat adres geregistreerd staan. Danwel (in enkele gevallen) er is
geconstateerd dat het adres duidelijk niet bewoond is, zodat eventuele op dat adres
ingeschreven personen niet correct geregistreerd kunnen zijn.
Onvermijdelijk verstreek er enige tijd tussen het moment waarop de adresgegevens (centraal)
zijn geselecteerd en het moment dat het adres door een gemeente werd onderzocht. Daarom is
de gemeenten gevraagd om voorafgaand aan het adresbezoek de actuele BRP -gegevens te
checken. Bij de hier gepresenteerde cijfers is uitgegaan van deze, door de ge meenten vooraf
zonodig geactualiseerde gegevens6.
2.1.1 Kwaliteitspercentage per persoon
De BRP is een register van ingeschreven personen, waarvan (onder andere) het adres is
geregistreerd. In de meeste gevallen is dit het woonadres van deze personen, in een beperkt
aantal gevallen heeft iemand op dat adres een briefadres gevestigd (bijvoorbeeld omdat zij
tijdelijk niet over een vast woonadres beschikken). Elke ingeschreven persoon in de BRP kan op
het juiste adres, dan wel op een onjuist adres zijn geregistreerd. Het percentage juist
geregistreerde personen is de voornaamste kwaliteitsindicator voor de BRP.
Van alle 4980 ingeschreven personen op de 2081 onderzochte random adressen bleek 97,09%
correct geregistreerd te zijn. Er werden 35 personen door de bewoner genoemd die niet op het
adres geregistreerd stonden (0,70%), 77 geregistreerde personen woonden volgens de bewoner
niet op dat adres (1,55%), 20 geregistreerde personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken
naar buitenland, onbekend waarheen’ (0,40%) en 11 personen die volgens de BRP op het adres
(alleen) een briefadres hadden gevestigd woonden er volgens de bewoner feitelijk (0,22%).
4 Aan de resterende 76 adressen zijn de gemeenten binnen de onderzoeksperiode niet toegekomen.
5 In het kader van dit onderzoek zijn de antwoorden van de bewoner niet getoetst. Gemeenten kunnen naar aanleiding van
deze antwoorden besluiten een nader onderzoek te doen, volgens de daarvoor geldende procedures. 6 Meer gedetailleerde gegevens zijn te vinden in de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014. Zonder deze actualisering op
basis van de lokale BRP zou het percentage correcte adressen (ten onrechte) geschat zijn op 93,05%, omdat de actuele feitelijke situatie vergeleken zou zijn met voor sommige adressen inmiddels achterhaalde ‘oude’ gegevens uit de BRP.
Pagina 16/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 1: Correct en niet-correct geregistreerde personen
aantal personen
(gewogen)
in %
exacte match: correct geregistreerd 4835 97,09 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 145 2,91 %
* geregistreerde persoon woont er niet (77) (1,55 %)
* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (20) (0,40 %)
* geregistreerde briefadresser woont op adres (11) (0,22 %)
* geregistreerde briefadresser is niet bekend (0)
* niet-geregistreerde persoon woont op adres (35) (0,70 %)
* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (1) (0,02 %)
Totaal 4980 100,00 %
In 2014 wordt het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald7
op 97,09 %. Dat is iets lager dan in 2013 (97,72 %). Deze afname van het kwaliteitspercentage is
statistisch niet significant. De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit jaar plus/min
0,50 %-punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk percentage tussen
96,59% en 97,59%. De berekening is daarmee bovendien dit jaar nauwkeuriger dan in 2013
(plus/min 0,98 %-punt) en ligt binnen de marges van de berekening van vorig jaar.
Kenmerken van de niet correct geregistreerde personen
De kenmerken van de 145 personen op de 101 random adressen die niet-correct bleken, zijn in
tabel 2 weergegeven.
Tabel 2: Kenmerken van niet-correcte personen (random adressen)
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 12 8,9% 15,5 %
15-24 jaar 26 19,5% 13,3 %
25-44 jaar 54 40,6% 23,0 %
45-64 jaar 20 15,3% 27,9 %
65 en ouder 21 15,7% 20,2 %
Geslacht
man 85 59,9% 49,0 %
vrouw 57 40,1% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 92 63,7% 95,2 %
Europese 7 5,0% 1,6 %
Noord-Amerikaanse 0 0,0%
Overige 4 3,0% 1,4 %
Ons onbekend 41 28,4% 2,3 %
Totaal 145 100,00 % 100,00 %
7 Striktgenomen gaat het hier om een statistische schatting van het kwaliteitspercentage.
Pagina 17/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Vooral personen van 25-44 jaar oud (40,6%) en in mindere mate ook jongeren van 15-24 jaar
oud (19,5%) zijn relatief vaak niet correct geregistreerd, vergeleken met het landelijk
gemiddelde (op basis van alle ingeschreven personen op de random adressen). Ook mannen
(59,9%) zijn oververtegenwoordigd. Daarnaast zijn personen waarvan de nationaliteit in het
kader van het onderzoek onbekend was oververtegenwoordigd (28,4%).
2.1.2 Kwaliteitspercentage per adres
Daarnaast kan gekeken worden naar het percentage adressen waarvan de feitelijke bewoners
precies overeenkomen met alle in de BRP op het adres geregistreerde personen. Het
percentage adressen waar dit het geval is, wordt hier als tweede indicator gehanteerd .
Bij de 2083 onderzochte random adressen8 bleken op 95,15% van de adressen alle personen
correct geregistreerd te zijn.
Tabel 3: Correct en niet-correct geregistreerd, per adres
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd 1982 95,15 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 101 4,85 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (50) (2,40 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (17) (0,82 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (9) (0,43 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (24) (1,15 %)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,05 %)
Totaal 2083 100,00 %
Op 50 adressen woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat
adres (2,40%), op 24 adressen werden één of meer personen door de bewoner genoemd die
niet op het adres geregistreerd stonden (1,15%), op 17 adressen waren één of meer
geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken naar buitenland, onbekend waarheen’
(0,82%) en op 9 adressen woonden één of meer personen die volgens de BRP op het adres
(alleen) een briefadres hadden gevestigd daar volgens de bewoner feitelijk (0,43%).
Het landelijk percentage correct geregistreerde adressen wordt in 2014 bepaald9 op 95,15 %.
Dat is iets beter dan in 2013 (94,97 %). De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit
jaar plus/min 0,98 %punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk
percentage tussen 94,17 % en 96,13 %. De berekening is daarmee dit jaar een stuk
nauwkeuriger dan in 2013 (plus/min 2,55 %punt) en ligt overigens binnen de marges van de
berekening van vorig jaar.
8 Voor deze analyses heeft een herweging plaatsgevonden (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014),
daardoor ontstaan kleine verschillen in de totaal-aantallen ten opzichte van de ongewogen aantallen en totalen. 9 Striktgenomen gaat het hier om een statistische schatting van het kwaliteitspercentage.
Pagina 18/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Dat het percentage correct geregistreerde personen hoger is dan het percentage correcte
adressen is niet verrassend. Immers, wanneer bijvoorbeeld één van vier personen op een adres
verkeerd is geregistreerd is daarmee het gehele adres incorrect, maar sl echts een kwart van de
personen op het adres.
De uitkomsten in 2013 en 2014 voor beide indicatoren, het kwaliteitspercentage personen en
het kwaliteitspercentage adressen, zijn weergegeven in onderstaande figuur. De marge rond de
uitkomsten is weergegeven een verticale streep.
Figuur 4: Kwaliteitspercentages personen en adressen, 2013 en 2014
2.1.3 Verantwoording van de kwaliteitscijfers
Het onderzoek is gebaseerd op een tweetraps-steekproef: een steekproef van gemeenten, en
voor elk van deze gemeenten een steekproef van random adressen.
Steekproef van gemeenten
Vorig jaar hebben 50 gemeenten op vrijwillige basis deelgenomen, dit jaar is een steekproef van
gemeenten getrokken waarbij rekening gehouden is met het aantal inwoners per gemeente.
Aanvankelijk zijn 101 gemeenten getrokken, waarbij de trekkingskans evenredig was aan de
populatieomvang van de gemeente. Bij de grotere gemeenten is een groter aantal dan het
standaardaantal adressen getrokken, zodat alle adressen in Nederland ongeveer dezelfde kans
hadden om in de steekproef te vallen.
Pagina 19/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Het was voor gemeenten een ongewoon druk jaar (invoering van de RNI, gemeenteraads -
verkiezingen en Europese verkiezingen). Een aantal gemeenten bleek niet bereid om mee te
werken, veelal omdat zij daarvoor de menskracht niet konden vrijmaken. Zij zijn vervangen door
gemeenten met ongeveer dezelfde populatieomvang. Uiteindelijk hebben 91 gemeenten aan
het onderzoek meegewerkt. Van de oorspronkelijke steekproef deden uiteindelijk 45
gemeenten mee, daarnaast deden 46 gemeenten mee als vervanger.
De verdeling naar inwonertal van deze 91 gemeenten komt redelijk overeen met die van de
oorspronkelijke steekproef, de 100.000+ gemeenten zijn enigszins ondervertegenwoordigd en
de gemeenten kleiner dan 50.000 juist oververtegenwoordigd. Nagegaan is, in hoeverre deze
gemeenten een representatief landelijk beeld vormen. Uit die analyse10
bleek, dat vooral in
postcodegebieden met een hoog percentage niet-westerse allochtonen het aantal geslaagde
gesprekken wat lager is geweest dan gemiddeld. Daarom is besloten om te herwegen naar het
percentage niet-westerse allochtonen per postcodegebied.
Steekproef random adressen
Alle deelnemende gemeenten kregen (centraal getrokken) porties te onderzoeken adressen
aangeleverd, waaronder per portie 25 random adressen. De grotere gemeenten kregen meer
dan één portie adressen aangeleverd. In totaal zijn 2550 random adressen aangeleverd, daarvan
zijn er 2081 succesvol onderzocht11
. De berekening van het landelijk kwaliteitspercentage is
gebaseerd op (alleen) deze random adressen.
2.2 Effectiviteit van selectie van risico-adressen
Bij risico-gestuurd adresonderzoek worden vooral adressen bezocht waarvoor aanwijzingen zijn
dat de gegevens van één of meer bewoners onjuist zijn. Op die manier kunnen gemeenten de
beschikbare menskracht veel effectiever inzetten: als 95% van de adressen correct is dan zijn er
gemiddeld 20 adresbezoeken aan willekeurige adressen nodig voor 1 niet -correct adres, maar
als een bepaald type risico-indicator gemiddeld in 50% van de gevallen een niet-correct adres
oplevert dan zijn voor 1 niet-correct adres slechts 2 adresbezoeken nodig en kan met dezelfde
capaciteit het tienvoudige resultaat worden bereikt.
Gemeenten zijn daarom geïnteresseerd in (en gebaat bij) informatie over de effectiviteit van
verschillende typen risico-adressen. Door de selectie van dergelijke adressen verder aan te
scherpen kan de effectiviteit nog worden vergroot.
Voor risico-gestuurd adresonderzoek is de kernvraag welke adressen het beste bezocht kun nen
worden, daarom hebben de meeste percentages in deze paragraaf betrekking op het aantal
adressen en niet op het aantal personen (op die adressen).
Voor het onderzoek naar risico-adressen zijn zes steekproeven getrokken12
, waarna de adressen
zijn aangeleverd aan de 91 deelnemende gemeenten. Voor de zes typen risico -adressen samen
10
Zie hiervoor Bijlage 5 van de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014. 11
Bij een volgende meting verdient het aanbeveling om naderhand een non-respons-analyse uit te voeren. 12
In Bijlage 5 van de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014 is de steekproeftrekking beschreven en verantwoord, en in
Pagina 20/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
zijn in totaal netto 4570 adressen aangeleverd, waarvan 4371 adressen door de gemeenten één
of meer keren zijn bezocht13
. In 662 gevallen werd het adres (binnen de onderzoeksperiode) één
of meer keren tevergeefs bezocht, er werd niet opengedaan. In 119 gevallen weigerde de
bewoner medewerking aan het onderzoek (2,7 % van de bezochte risico -adressen).
Dat betekent, dat uiteindelijk 3590 risico-adressen succesvol onderzocht zijn: de bewoner heeft
de vragen beantwoord, zodat vastgesteld kon worden welke personen volgens de bewoner
feitelijk op dat adres wonen en in hoeverre dat overeenkomt met de personen die in de BRP op
dat adres geregistreerd staan. Of er is geconstateerd dat het adres duidelijk niet bewoond is (of
zelfs dichtgetimmerd of gesloopt), zodat eventuele op dat adres ingeschreven personen niet
correct geregistreerd kunnen zijn.
De effectiviteit van de zes typen risico-adressen is weergegeven in onderstaande tabel14
.
Tabel 5: Effectiviteit van zes typen risico-adressen
Type risico-adres Adressen
succesvol
bezocht
(gewogen)
Percentage
adressen
niet correct
(gewogen)
Aantal personen
niet correct
per 100 adressen
T.o.v. random
adressen
(7 per 100)
Adressen waarop briefadres gevestigd 665 52,3 % 65,7 x 9,4
Laatst bekende adressen VOW-ers 836 16,9 % *)
44,1 *)
x 6,3 *)
Adressen met hoge bewonersdichtheid 303 34,0 % 105,9 x 15,2
Leegstandsadressen (BAG/BRP) 856 1,3 % 1,3 x 0,2
CJIB-adressen, niet woonachtig (politie) 373 22,8 % 102,4 x 14,7
Verwonder-adressen Belastingdienst 555 31,4 % 128,6 x 18,5
Totaal risico-adressen 3588 20,1 % **)
62,3 x 8,9 *)
NB: Dit is niet het percentage niet correct voor de VOW-ers op deze adressen, maar voor de personen die actueel ingeschreven staan op adressen waar een VOW-er heeft gewoond. **)
Percentage en effectiviteit voor vijf van de zes risico-adressen samen, exclusief VOW-adressen.
Het percentage niet correcte adressen is voor briefadressen het grootst (52,3%). De effectiviteit
kan ook worden afgemeten aan het aantal niet correcte personen per 100 adressen, dit is het
hoogst voor de verwonder-adressen van de Belastingdienst (100 adresbezoeken leveren 128,6
personen op waarvan het adresgegeven niet klopt), en ook voor adressen met een hoge
bewonersdichtheid (105,9) en CJIB-adressen (102,4) is dit hoog. De leegstandsadressen vormen
een uitzondering, hier bleek de nieuwe selectie die dit jaar is gehanteerd niet effectief.
In hoofdstuk 3 wordt elk van de zes typen risico-adressen op basis van nadere analyses van de
beschikbare gegevens uitgebreider besproken.
Bijlage 6 is beschreven welke queries zijn uitgevoerd om deze adressen te selecteren. 13
Aan de resterende 199 adressen zijn de gemeenten binnen de onderzoeksperiode niet toegekomen. Bij een volgende meting verdient het aanbeveling om naderhand om ook voor de risico-adressen een non-respons-analyse uit te voeren. 14
Voor deze analyses heeft een herweging plaatsgevonden (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014), daardoor ontstaan kleine verschillen in de totaal-aantallen ten opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.
Pagina 21/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
2.3 Follow up van de adresbezoeken: mutaties in de BRP
In het kader van het project Samen Werken aan Adreskwaliteit hebben 91 gemeenten in totaal
5671 adressen succesvol bezocht. Op 1658 van die adressen (101 random adressen en 1557
risico-adressen) bleek er een verschil te zijn tussen de personen die volgens de BRP op het
adres ingeschreven staan en de personen die daar volgens de bewoner feitelijk wonen.
Daar houdt het project Samen Werken aan Adreskwaliteit op, en begint het reguliere werk van
de gemeenten. Naar aanleiding van de bevindingen van het adresbezoek kan de gemeente
besluiten nader onderzoek te doen en op basis daarvan kan uiteindelijk een wijziging van de
gegevens in de BRP worden doorgevoerd. Dat moet uiteraard met zorgvuldigheid gebeuren, en
hiervoor gelden vastgelegde procedures.
Dat betekent dat het project Samen Werken aan Adreskwaliteit niet alleen leidt tot meer inzicht
(in het kwaliteitspercentage en in de effectiviteit van verschillende typen risico -adressen), maar
uiteindelijk ook een directe bijdrage levert aan het verhogen van de kwaliteit van de BRP. Een
interessante vraag is daarom in welke mate (en op welke termijn) de adresbezoeken van project
Samen Werken aan Adreskwaliteit hebben geleid tot correcties in de BRP. Het komend halfjaar
zal dit worden onderzocht.
Daarop vooruitlopend is in september 2014 aan de deelnemende gemeenten een korte enquête
gestuurd over de ‘follow up’ van de adresbezoeken. De vragenlijst is door 55 gemeenten
beantwoord. Van de adressen die bij deze gemeenten aanleiding gaven voor vervolgacties was
bij 76 % van de adressen inmiddels gestart met deze vervolgacties en bij 50 % waren deze
bovendien reeds afgerond. Van de op dat moment afgeronde vervolgacties heeft 78 % geleid tot
één of meer mutaties in de BRP. Het zorgvuldig uitvoeren van de 'follow up' vergt tijd (en bij de
gemeenten beschikbare capaciteit): 40 % van de gemeenten verwacht alle vervolgacties in
oktober afgerond te hebben, 37 % in november of december van dit jaar en 22 % begin 2015.
Pagina 22/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
3. Nadere analyses bevindingen risico-adressen 2014
Voor elk van de zes typen risico-adressen hebben wij een nadere analyse gemaakt van de over
die adressen beschikbare gegevens. Hoofddoel hiervan is het zoeken naar aanknopingsputen
om volgend jaar de selectie van het risico-adres zo mogelijk verder aan te scherpen. Daarnaast
leveren de nadere analyses meer inzicht op in de kenmerken van de risico -adressen en van de
personen waarvoor het adresgegeven niet correct bleek te zijn.
3.1 Adressen waarop een briefadres gevestigd
In de afgelopen jaren is het totaal aantal personen met een briefadres gestaag afgenomen. Het
blijft echter nuttig om aandacht te besteden aan de (resterende) briefadressen. In een deel van
de gevallen is het gebruik hiervan legitiem, maar net als bij verhuizingen geldt ook hier dat niet
iedereen er aan denkt om een briefadres weer op te heffen. In dit onderzoek is een selectie15
van briefadressen bezocht.
Percentage niet-correct voor briefadressen
Bij de 665 onderzochte adressen waarop een briefadres is gevestigd bleken op 47,67% van de
adressen alle personen correct geregistreerd te zijn. Bij ruim de helft (52,3 %) van de bezochte
risico-briefadressen bleek de registratie niet te kloppen. De selectie die voor dit type risico -
adres is gehanteerd blijkt dus zeer effectief. Ook in 2013 bleek deze selectie zeer ef fectief, toen
was 50,6 % van de briefadressen incorrect.
In de meeste gevallen bleek de ‘briefadresser’ gewoon op het adres te wonen: op 271 adressen
woonden één of meer personen, die volgens de BRP op het adres (alleen) een briefadres
hadden gevestigd, daar volgens de bewoner feitelijk (40,75%). Daarnaast waren op 51 adressen
één of meer van de geregistreerde briefadressers niet bij de bewoner bekend (7,67%). De
andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.
Tabel 6: Brief-adressen: correct en niet-correct geregistreerd
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd 317 47,67 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 348 52,33 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (5) (0,75 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (9) (1,35 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (271) (40,75 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (51) (7,67 %)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (0)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (5) (0,75 %)
Totaal 665 100,00 %
Door herweging (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014) ontstaan kleine verschillen ten
opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.
15
Adressen waarop volgens de BRP een briefadres is gevestigd, met uitzondering van stichtingen zoals Leger des Heils.
Pagina 23/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Op briefadressen staan gemiddeld 3,4 personen per adres ingeschreven, dat is iets meer dan op
een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).
Kenmerken van niet-correcte personen op briefadressen
Wat zijn de kenmerken van de personen op de 348 adressen die niet-correct bleken? In tabel 7
zijn enkele kenmerken van de 437 personen op deze adressen, waarvoor de geregistreerde
gegevens niet bleken te kloppen met de feitelijke situatie, weergegeven.
Tabel 7: Kenmerken van niet-correcte personen op brief-adressen
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 9 2,1% 15,5 %
15-24 jaar 28 6,5% 13,3 %
25-44 jaar 90 20,7% 23,0 %
45-64 jaar 123 28,3% 27,9 %
65 en ouder 184 42,4% 20,2 %
Geslacht
man 238 54,6% 49,0 %
vrouw 198 45,4% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 414 94,7% 95,2 %
Europese 7 1,6% 1,6 %
Noord-Amerikaanse 0
Overige 6 1,4% 1,2 %
Ons onbekend 10 2,3% 1,9 %
Totaal 437 100,00 % 100,00 %
Allereerst valt op dat veel (42,4%) van de briefadressers waarvan de gegevens niet correct
waren 65 jaar of ouder zijn, ruim twee keer zo veel als het landelijk gemiddelde ( op basis van
alle ingeschreven personen op de random adressen). Kinderen en jongeren onder de 25 jaar zijn
juist duidelijk ondervertegenwoordigd. De verdeling naar nationaliteit komt juist vrijwel exact
overeen met het landelijk gemiddelde.
De huidige selectie voor dit type risico-adres is (nog altijd) zeer effectief. Er is geen aanleiding
om de selectie aan te scherpen, en de nadere analyse biedt daarvoor ook geen duidelijke
aanknopingspunten.
3.2 Laatst bekende adressen van VOW-ers
Ruim 400.000 personen zijn in de BRP geregistreerd als zogeheten VOW-er: ‘vertrokken
onbekend waarheen’. Het kan bijvoorbeeld gaan om buitenlandse studenten of werknemers,
die weer naar hun eigen land zijn teruggekeerd maar zich niet in Nederland hebben laten
Pagina 24/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
uitschrijven. Deze personen zijn ambtshalve geregistreerd als geëmigreerd naar een niet bekend
adres in het buitenland.
Uit de laatst bekende adressen van VOW-ers die sinds maximaal 5 jaar ‘VOW staan’ is een
steekproef getrokken. De (wel) op dat adres ingeschreven personen zijn aangeleverd aan de
gemeenten, samen met de naam (of namen) van de VOW-er(s) die voorheen op dat adres
ingeschreven hebben gestaan. De gemeenten is gevraagd om van elke VOW-er na te gaan of
deze eerder VOW heeft gestaan (en tussentijds weer ingeschreven is geweest ) en of deze in de
periode 2009-2014 een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs heeft aangevraagd. Vervolgens
zijn de geselecteerde ‘VOW-adressen’ bezocht.
3.2.1 Kenmerken van de VOW-ers
Percentage niet-correct voor laatst bekende adressen van VOW-ers
Als een VOW-er in de werkelijkheid nog op het betreffende adres zou wonen, dan kan de
bewoner zijn of haar naam spontaan genoemd hebben. Dit is nauwelijks gebeurd: van de 1404
VOW-ers werden er vijf (spontaan) door de bewoner genoemd als woonachtig op het adres.
Door een fout in de routing van de vragenlijst is helaas niet vervolgens doorgevraagd en
expliciet aan de respondent gevraagd of de VOW-er(s), die ooit op dat adres ingeschreven
hebben gestaan, daar nog wonen en of de respondent weet waarheen deze vertrokken is.
Daardoor is de informatie die over dit type risico-adres is verzameld helaas beperkter dan de
bedoeling was.
Het loont de moeite om de laatstbekende adressen van VOW-ers te bezoeken en/of navraag te
doen naar deze VOW-ers. De gemeente Amsterdam heeftn dat voor 51 geselecteerde VOW-
adressen (met in totaal 72 VOW-ers) op een aantal manieren gedaan. Daarbij werd over vrijwel
alle VOW-ers nadere informatie verkregen, veelal over het land waarheen deze vertrokken
waren, waarna de registratie kon worden aangepast.
Kenmerken van de VOW-ers
Wat zijn de kenmerken van de VOW-ers die (ooit) op deze 836 adressen hebben gewoond? In
tabel 8 zijn de kenmerken van deze 1404 VOW-ers weergegeven.
Een belangrijk deel van de VOW-ers staat al geruime tijd geregistreerd als ‘vertrokken onbekend
waarheen’, bijna de helft sinds 2011 of eerder. Voor een deel van de VOW -ers (533 van 1404)
hebben de gemeenten nagegaan of deze eerder VOW hebben gestaan (en tuss entijds weer
ingeschreven zijn geweest. Dat blijkt voor 20,64% van deze 533 VOW -ers het geval, een deel van
hen heeft zelfs 2 keer of vaker VOW gestaan. Ook is nagegaan of zij in de afgelopen vijf jaar een
paspoort/identiteitsbewijs en/of een rijbewijs hebben aangevraagd: 26,83% blijkt dat gedaan te
hebben, in de meeste gevallen een paspoort of identiteitsbewijs.
Pagina 25/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 8: Kenmerken van de VOW-ers
Kenmerk aantal VOW-ers
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Sinds hoe lang VOW
sinds 2009 156 11,11 %
sinds 2010 264 18,80 %
sinds 2011 253 18,02 %
sinds 2012 295 21,01 %
sinds 2013 323 23,01 %
sinds 2014 113 8,05 %
Eerder al eens VOW
ja 110 20,64 %
waarvan: 1 keer eerder (68) (12,76 %)
2 keer eerder (22) (4,13 %)
3 of meer keer eerder (20) (3,75 %)
nee 423 79,36 %
(onbekend) (871)
Paspoort of rijbewijs aangevraagd
ja 143 26,83 %
waarvan: alleen paspoort/IDkaart (108) (20,26 %)
alleen rijbewijs (11) (2,06 %)
zowel paspoort als rijbewijs (24) (4,50 %)
nee 390 73,17 %
(onbekend) (871)
Leeftijd
0-14 jaar 85 6,05 % 15,5 %
15-24 jaar 123 8,76 % 13,3 %
25-44 jaar 850 60,54 % 23,0 %
45-64 jaar 318 22,65 % 27,9 %
65 en ouder 28 1,99 % 20,2 %
Geslacht
man 987 70,30 % 49,0 %
vrouw 417 29,70 % 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 509 36,25 % 95,2 %
Europese 578 41,17 % 1,6 %
Noord-Amerikaanse 19 1,35 %
Overige 178 12,68 % 1,2 %
Ons onbekend 120 8,55 % 1,9 %
Totaal 1404 100,00 % 100,00 %
De groep VOW-ers wijkt qua samenstelling duidelijk af van het landelijk gemiddelde (op basis
van alle ingeschreven personen op de random adressen). De VOW-ers zijn veel vaker dan
gemiddeld 25-44 jaar oud, het zijn veel vaker mannen en – niet verrassend – een veel groter
Pagina 26/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
deel heeft niet de Nederlandse nationaliteit: een groot deel heeft een (andere) Europese
nationaliteit (41,17%).
3.2.2 Actueel ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’
Een andere interessante vraag is, hoe de adreskwaliteit is van de personen die op dit moment
op deze VOW-adressen ingeschreven staan.
Op de geselecteerde laatst bekende adressen van VOW-ers blijkt ook een veel groter deel van
de op dit moment op dat adres geregistereerde personen niet-correct te zijn (vergeleken bij de
random adressen). Op deze 836 VOW-adressen stonden in totaal 2173 personen ingeschreven.
Daarvan bleken 1805 personen (83,06%) correct geregistreerd en 368 personen waren niet-
correct geregistreerd (16,94%) Dat is duidelijk meer dan het landelijk percentage (2,91%, op
basis van de random adressen). Laatst bekende adressen van VOW-ers zijn daarmee, nog los
van de betreffende VOW-ers, ook op zichzelf een redelijk effectief type risico-adres.
In de meeste gevallen ging het om mensen die daar niet (meer) woonden: 203 geregistreerde
personen woonden volgens de bewoner niet op dat adres (9,34%), en 65 geregistreerde
personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken, onbekend waarheen’ (2,99%). Daarnaast
bleken 54 personen die volgens de BRP op het adres (alleen) een briefadres hadden gevestigd
er volgens de bewoner feitelijk te wonen (2,49%). En er werden 42 personen door de bewoner
genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,93%). De andere verschillen kwamen
veel minder vaak voor.
Tabel 9: Actueel ingeschreven personen op ‘VOW-adressen’: correct en niet-correct
aantal personen
(gewogen)
in %
exacte match: correct geregistreerd 1805 83,06%
niet-correct geregistreerd, waarvan: 368 16,94%
* geregistreerde persoon woont er niet (203) (9,34%)
* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (65) (2,99%)
* geregistreerde briefadresser woont op adres (54) (2,49%)
* geregistreerde briefadresser is niet bekend (1) (0,05%)
* niet-geregistreerde persoon woont op adres (42) (1,93%)
* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (3) (0,14%)
Totaal 2173 100,00 %
Kenmerken van de actueel ingeschreven personen op ‘VOW -adressen’
In tabel 10 zijn enkele kenmerken van de 368 personen die actueel ingeschreven staan op deze
adressen, waarvoor de geregistreerde gegevens niet bleken te kloppen met de feitelijke
situatie, weergegeven.
Pagina 27/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 10: Kenmerken van niet-correcte personen, actueel ingeschreven op ‘VOW-adressen’
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 14 4,0% 15,5 %
15-24 jaar 121 34,2% 13,3 %
25-44 jaar 151 42,7% 23,0 %
45-64 jaar 62 17,5% 27,9 %
65 en ouder 6 1,7% 20,2 %
Geslacht
man 258 70,5% 49,0 %
vrouw 108 29,5% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 225 61,14 % 95,2 %
Europese 59 16,03 % 1,6 %
Noord-Amerikaanse 1 0,27 %
Overige 29 7,88 % 1,2 %
Ons Onbekend 54 14,68 % 1,9 %
Totaal 368 100,00 % 100,00 %
De niet correct ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’ zijn vooral jongeren (15-24 jaar)
en personen van 25-44 jaar oud, respectievelijk 34,2% en 42,7%. Daarnaast gaat het in re latief
veel gevallen om mannen (70,5%). Daarnaast blijkt een belangrijk deel niet de Nederlandse
nationaliteit te hebben: 16,03% bijvoorbeeld heeft een (andere) Europese nationaliteit .
3.3 Adressen met hoge bewonersdichtheid
Mogelijke ‘overbewoning’, opvallend veel bewoners op één adres, is een mogelijk risico-signaal.
Dit jaar zijn hiervoor adressen geselecteerd waarvoor het woonoppervlak (op basis van BAG -
gegevens) per ingeschreven bewoner minder dan 12 m2 was.
Percentage niet-correct voor adressen met hoge bewonersdichtheid
Bij de 303 onderzochte adressen met hoge bewonersdichtheid bleken op 66,01% van de
adressen alle personen correct geregistreerd te zijn. Bij 103 adressen (33,99%) bleek de
registratie niet te kloppen. De selectie blijkt dus een effectieve indicator te zijn. Vorig jaar is
hiervoor een andere indicator gebruikt (adressen met mogelijke overbewoning, volgens de
SVB), die minder effectief bleek (daarvan was 17,3% incorrect).
De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 60 adressen
woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (19,80%),
en op 31 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken
naar buitenland, onbekend waarheen’ (10,23%). Daarnaast werden op 9 adressen één of meer
Pagina 28/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
personen door de bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden ( 2,97%). De
andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.
Tabel 11: Adressen met hoge bewonersdichtheid: correct en niet-correct geregistreerd
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd 200 66,01 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 103 33,99 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (60) (19,80 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (31) (10,23 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (2) (0,66 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (9) (2,97 %)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,33 %)
Totaal 303 100,00 %
Voor het type risico-adres ‘hoge bewonersdichtheid’ zijn dit jaar adressen geselecteerd met een
gemiddeld woonoppervlak per persoon kleiner dan 12 m2. In onderstaande figuur zijn alle
onderzochte adressen uitgesplitst naar gemiddeld woonoppervlak, om te bezien of die grens
gelukkig gekozen is.
Figuur 12: Aantal correcte en niet-correcte adressen, naar woonoppervlak per bewoner
Enerzijds de ondergrens: er zijn 12 adressen onderzocht met (volgens de BAG-gegevens) minder
dan 4 m2 woonoppervlak per bewoner en daarvan bleek meer dan de helft niet correct. Het
Pagina 29/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
aantal adressen met minder dan 4 m2 woonoppervlak per bewoner was weliswaar niet groot,
maar het lijkt verstandig om de ondergrens te handhaven en niet te op te trekken.
Anderzijds de bovengrens: in Amsterdam bijvoorbeeld hanteert men 10 m2 woonoppervlak per
bewoner als bovengrens, is 12 m2 per bewoner niet te hoog? Ook bij adressen met 10 tot 12 m
2
woonoppervlak per bewoner bleek nog een substantieel percentage (30%) niet correct, en hier
zijn bovendien de absolute aantallen groter (en dus ook het aantal geconstateerde niet correcte
adresgegevens). Wij stellen daarom voor om de grens volgend jaar juist nog iets verder te
verhogen: tot 15 m2 woonoppervlak.
Kenmerken van personen op adressen met hoge bewonersdichtheid
Naar aantal personen bezien (i.p.v. aantal adressen) ging het in de meeste gevallen om mensen
die daar niet (meer) woonden: 227 geregistreerde personen woonden volgens de bewoner niet
op dat adres (13,54%), en 65 geregistreerde personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken,
onbekend waarheen’ (3,88%). Daarnaast werden 22 personen door de bewoner genoemd die
niet op het adres geregistreerd stonden (1,31%). De andere verschillen kwamen veel minder
vaak voor.
Tabel 13: Correct en niet-correct geregistreerde personen op adressen met hoge bewonersdichtheid
aantal personen
(gewogen)
in %
exacte match: correct geregistreerd 1356 80,86%
niet-correct geregistreerd, waarvan: 321 19,14%
* geregistreerde persoon woont er niet (227) (13,54%)
* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (65) (3,88%)
* geregistreerde briefadresser woont op adres (4) (0,24%)
* geregistreerde briefadresser is niet bekend (0)
* niet-geregistreerde persoon woont op adres (22) (1,31%)
* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (2) (0,12%)
Totaal 1677 100,00%
Op de adressen met een hoge bewonersdichtheid staan gemiddeld 5,5 personen per adres
ingeschreven. Dat is veel meer dan op een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan
gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).
Op de adressen met een hoge bewonersdichtheid is een relatief groot aantal niet-correct
geregistreerde personen 25-44 jaar oud (42,0%), en vooral personen van 45 jaar of ouder zijn
juist ondervertegenwoordigd. Veel van de niet-correct geregistreerde personen heeft niet de
Nederlandse nationaliteit: 23,1% bijvoorbeeld heeft een Europese nation aliteit.
Van personen op de adressen met een hoge bewonersdichtheid die niet de Nederlandse
nationaliteit hebben blijkt een groter deel niet correct geregistreerd te zijn: gemiddeld 35%.
Naar leeftijd en naar geslacht zijn er niet zulke duidelijke verschi llen.
Pagina 30/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 14: Kenmerken van niet-correcte personen op adressen met hoge bewonersdichtheid
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 37 12,1% 15,5 %
15-24 jaar 74 24,1% 13,3 %
25-44 jaar 129 42,0% 23,0 %
45-64 jaar 43 14,0% 27,9 %
65 en ouder 24 7,8% 20,2 %
Geslacht
man 175 54,7% 49,0 %
vrouw 145 45,3% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 175 54,5% 95,2 %
Europese 74 23,1% 1,6 %
Noord-Amerikaanse 8 2,5%
Overige 38 11,8% 1,2 %
Ons onbekend 26 8,1% 1,9 %
Totaal 321 100,00 % 100,00 %
3.4 Leegstandsadressen (o.b.v. BAG/BRP)
Vorig jaar hebben gemeenten een aantal adressen met administratieve leegstand geselecteerd
uit hun eigen leegstandsregister. Dat bleek een effectieve indicator (45,7 % was incorrect).
Omdat dit jaar gekozen is voor centrale steekproeftrekking was dat dit keer niet mogelijk. Dit
jaar is een selectie gemaakt op basis van de BAG (adressen met een woonfunct ie) vergeleken
met de BRP (op welke van die adressen staat niemand ingeschreven). Dat is geen effectieve
indicator gebleken: in veruit de meeste gevallen bleek op die adressen inderdaad niemand te
wonen, slechts 1,29% was niet correct. In overleg met de gemeenten zou voor volgend jaar
verder onderzocht moeten worden of een betere operationalisering van het begrip leegstand
voor de toekomst ontwikkeld kan worden, mede gezien het grote verschil ten opzichte van het
vorige onderzoek.
Percentage niet-correct voor leegstands-adressen
Bij de 856 onderzochte leegstands-adressen bleken op 98,71% van de adressen de registratie
correct: er woonde inderdaad niemand. Bij 11 adressen (1,29%) bleek de registratie niet te
kloppen: op 7 adressen woonde niemand, terwijl volgens de actuele BRP-gegevens van de
gemeente één of meer personen op dat adres geregistreerd waren (0,82%), en op 4 adressen
bleken één of meer personen te wonen die niet op het adres geregistreerd stonden (0,47%).
Pagina 31/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 15: Leegstands-adressen: correct en niet-correct geregistreerd
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd *)
845 98,71 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 11 1,29 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (7) (0,82 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (0)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (0)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (4) (0,47 %)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (0)
Totaal 856 100,00 % *)
in dit geval: niemand geregistreerd, en inderdaad niemand woonachtig
De meeste leegstaande woningen hadden (volgens de BAG) alleen een woonfunctie, 17,5% had
daarnaast ook één of meer andere functies. Vooral bij de laatste groep maakte het actualiseren
van de gegevens kort voor het adresbezoek op basis van de lokale BRP een duidelijk verschil: op
45 adressen waren inmiddels één of meer personen ingeschreven, die er vervolgens inderdaad
bleken te wonen.
3.5 CJIB-adressen, niet woonachtig (o.b.v. politiewaarneming)
Ook dit jaar heeft het CJIB, één van de afnemers van BRP-gegevens, een set risico-adressen
aangeleverd. Het gaat hier om adressen waar (bij het innen van verkeersboetes) uiteindelijk de
politie heeft geconstateerd dat de betreffende persoon niet op het adres woont.
Percentage niet-correct voor CJIB-adressen
Bij de 373 onderzochte CJIB-adressen bleken op 77,21% van de adressen alle personen (volgens
de bewoner) correct geregistreerd te zijn. Bij 85 adressen (22,79%) bleek de registratie niet te
kloppen. De selectie voor dit type risico-adres is dus redelijk effectief. Vorig jaar was het
rendement van de CJIB-adressen nog hoger (32,8 % incorrect).
Tabel 16: CJIB-adressen: correct en niet-correct geregistreerd
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd 288 77,21 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 85 22,79 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (42) (11,26 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (26) (6,97 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (3) (0,80 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (1) (0,27 %)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (6) (1,61 %)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,27 %)
Totaal 373 100,00 %
Door herweging (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014) ontstaan kleine verschillen ten
opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.
Pagina 32/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 42 adressen
woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (11,26%),
en op 26 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken
naar buitenland, onbekend waarheen’ (6,97%). Daarnaast werden op 6 adressen één of meer
personen door de bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,61%). De
andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.
Op de CJIB-adressen staan gemiddeld 4,8 personen per adres ingeschreven. Dat is meer dan op
een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).
Onder de 85 CJIB-adressen die niet correct bleken, komen twee categorieën huishoudens veel
vaker voor dan gemiddeld: huishoudens met meer dan twee volwassenen maar zonder kinderen
(36,5%) en huishoudens met meer dan twee volwassenen en mèt één of meer kinderen (27,1%).
De andere categorieën huishoudens komen juist veel minder vaak voor.
Tabel 17: Samenstelling huishouden op niet-correcte CJIB-adressen
Kenmerk aantal adressen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle
random adressen (in %)
Samenstelling huishouden
1 volwassene, geen kinderen 11 12,9% 28,0%
2 volwassenen, geen kinderen 15 17,6% 34,8%
meer dan 2 volwassenen, geen kinderen 31 36,5% 9,9%
1 volwassene, met kind(eren) 2 2,4% 4,1%
2 volwassenen, met kind(eren) 3 3,5% 18,5%
meer dan 2 volwassenen, met kind(eren) 23 27,1% 4,7%
Ons onbekend 0 0,1%
Totaal 85 100,00 % 100,00 %
Kenmerken van niet-correcte personen op CJIB-adressen
Wanneer wij kijken naar de aantallen personen (i.p.v. aantallen adressen), dan blijkt een relatief
groot aantal niet correct geregistreerde personen op CJIB-adressen 25-44 jaar oud (46,2%), en
vooral kinderen (0-14 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder) zijn juist ondervertegenwoordigd.
Daarnaast is een groot aantal niet correct geregistreerde personen op CJIB-adressen van het
mannelijk geslacht (74,2%). Vergeleken met het landelijk gemiddelde (op basis van alle
personen op de random adressen) hebben iets meer personen niet de Nederlandse
nationaliteit: 5,8% heeft bijvoorbeeld een Europese nationaliteit.
Pagina 33/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 18: Kenmerken van niet-correcte personen op CJIB-adressen
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 13 3,5% 15,5 %
15-24 jaar 57 15,3% 13,3 %
25-44 jaar 172 46,2% 23,0 %
45-64 jaar 105 28,2% 27,9 %
65 en ouder 25 6,7% 20,2 %
Geslacht
man 282 74,2% 49,0 %
vrouw 98 25,8% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 325 85,1% 95,2 %
Europese 22 5,8% 1,6 %
Noord-Amerikaanse 0 0,0%
Overige 12 3,1% 1,2 %
Ons onbekend 23 6,0% 1,9 %
Totaal 382 100,00 % 100,00 %
3.6 Verwonder-adressen van Belastingdienst
De Belastingdienst, een andere afnemer van BRP-gegevens, heeft dit jaar voor het eerst een
aantal ‘verwonder-adressen’ aangeleverd. Voor een deel zijn dit adressen waarop meer dan één
toeslag van eenzelfde soort wordt uitgekeerd, en daarnaast adressen waar vandaan post
onbestelbaar retour is gekomen.
Percentage niet-correct voor verwonder-adressen Belastingdienst
Bij de 555 onderzochte Belastingdienst-adressen bleken op 68,65% van de adressen alle
personen correct geregistreerd te zijn. Bij 174 adressen (31,35%) bleek de registratie niet te
kloppen. De selectie van deze risico-adressen is dus effectief.
De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 76 adressen
woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (13,69%),
en op 50 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken
naar buitenland, onbekend waarheen’ (9,01%). Daarnaast kwam ook het omgekeerde voor: op
42 adressen werden één of meer personen door de bewoner genoemd die niet op het adres
geregistreerd stonden (7,57%). De andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.
Pagina 34/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 19: Verwonder-adressen Belastingdienst: correct en niet-correct geregistreerd
aantal adressen
(gewogen)
in %
exacte match: iedereen correct geregistreerd 381 68,65 %
niet-correct geregistreerd, waarvan: 174 31,35 %
* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (76) (13,69 %)
* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (50) (9,01 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (2) (0,36 %)
* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (2) (0,36 %)
* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (42) (7,57 %)
* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (2) (0,36 %)
Totaal 555 100,00 %
Op de verwonder-adressen van de Belastingdienst staan gemiddeld 8,2 personen per adres
ingeschreven. Dat is veel meer dan op een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan
gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).
Onder de 174 verwonder-adressen die niet correct bleken, komen twee categorieën
huishoudens veel vaker voor dan gemiddeld: huishoudens met meer dan twee volwassenen
maar zonder kinderen (62,6%) en huishoudens met meer dan twee volwassenen en mèt één of
meer kinderen (28,2%). De andere categorieën huishoudens komen juist nauwelijks voor.
Tabel 20: Samenstelling huishouden op niet-correcte verwonder-adressen Belastingdienst
Kenmerk aantal adressen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle
random adressen (in %)
Samenstelling huishouden
1 volwassene, geen kinderen 6 3,4% 28,0%
2 volwassenen, geen kinderen 7 4,0% 34,8%
meer dan 2 volwassenen, geen kinderen 109 62,6% 9,9%
1 volwassene, met kind(eren) 1 0,6% 4,1%
2 volwassenen, met kind(eren) 2 1,2% 18,5%
meer dan 2 volwassenen, met kind(eren) 49 28,2% 4,7%
Ons onbekend 0 0,1%
Totaal 174 100,00 % 100,00 %
Kenmerken van personen op verwonder-adressen Belastingdienst
Kijken we naar het aantal personen (i.p.v. naar het aantal adressen) dan ging het in de meeste
gevallen om mensen die daar niet (meer) woonden: 463 geregistreerde personen woonden
volgens de bewoner niet op dat adres (10,12%), en 118 geregistreerde personen waren volgens
de bewoner ‘vertrokken, onbekend waarheen’ (2,58%). Daarnaast werden 64 personen door de
bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,40%). De andere verschillen
kwamen minder vaak voor.
Pagina 35/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Tabel 21: Correct en niet-correct geregistreerde personen op verwonder-adressen Belastingdienst
aantal personen
(gewogen)
in %
exacte match: correct geregistreerd 3860 84,39%
niet-correct geregistreerd, waarvan: 714 15,61%
* geregistreerde persoon woont er niet (463) (10,12%)
* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (118) (2,58%)
* geregistreerde briefadresser woont op adres (37) (0,81%)
* geregistreerde briefadresser is niet bekend (26) (0,57%)
* niet-geregistreerde persoon woont op adres (64) (1,40%)
* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (6) (0,13%)
Totaal 4574 100,00%
Kenmerken van niet-correcte personen op verwonder-adressen Belastingdienst
Een relatief groot aantal niet correct geregistreerde personen op verwonder-adressen van de
Belastingdienst is 15-24 jaar oud (22,7%) of 25-44 jaar oud (34,7%), en vooral kinderen (0-14
jaar) en personen van 45-64 jaar oud zijn ondervertegenwoordigd. Vergeleken met het landelijk
gemiddelde (op basis van alle personen op de random adressen) hebben meer personen niet de
Nederlandse nationaliteit: 9,8% heeft bijvoorbeeld een Europese nationaliteit.
Van personen op de verwonder-adressen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben blijkt
een groter deel niet correct geregistreerd te zijn: gemiddeld 34%, ruim twee keer zo veel als
alle personen op verwonderadressen (15,61%). Naar leeftijd en naar geslacht zijn er geen
duidelijke verschillen.
Tabel 22: Kenmerken van niet-correcte personen op verwonder-adressen Belastingdienst
Kenmerk aantal personen
niet correct
(gewogen)
in %
verdeling van alle personen
op random adressen (in %)
Leeftijd
0-14 jaar 33 4,9% 15,5 %
15-24 jaar 152 22,7% 13,3 %
25-44 jaar 233 34,7% 23,0 %
45-64 jaar 90 13,4% 27,9 %
65 en ouder 163 24,3% 20,2 %
Geslacht
man 393 55,6% 49,0 %
vrouw 314 44,4% 51,0 %
Nationaliteit
Nederlandse 535 74,9% 95,2 %
Europese 70 9,8% 1,6 %
Noord-Amerikaanse 2 0,3%
Overige 33 4,6% 1,2 %
Ons onbekend 74 10,4% 1,9 %
Totaal 714 100,00 % 100,00 %
Pagina 36/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
3.7 Suggesties voor volgende meting
Huidige zes typen risico-adressen
Het bezoeken van 100 willekeurige adressen levert gemiddeld 7 personen op waarvoor de
inschrijving niet klopt met wie er volgens de bewoner op dat adres wonen16
. De meeste van de
zes typen risico-adressen leveren een meer dan tien maal zo groot ‘rendement’ op van het
uitvoeren van adresbezoeken.
De selecties van briefadressen , adressen met hoge bewonersdichtheid en verwonder-adressen
van de Belastingdienst zijn het meest effectief gebleken:
52,33% van de briefadressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke
aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type
adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 briefadressen levert gemiddeld
65,7 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen;
33,99% van de adressen met hoge bewonersdichtheid bleek niet correct; het bezoeken van
100 adressen met hoge bewonersdichtheid levert gemiddeld 105,9 personen op waarvan de
geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen; op basis van de nadere analyse
wordt voorgesteld om volgend jaar de grens voor de selectie op te trekken tot 15 m2;
31,35% van de verwonder-adressen van de Belastingdienst bleek niet correct; de nadere
analyse levert geen duidelijke aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen ,
de selectie van dit type adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100
verwonder-adressen levert gemiddeld 128,6 personen op waarvan de geregistreerde
gegevens volgens de bewoner niet kloppen.
Ook de selecties van VOW-adressen en van het CJIB bleken redelijk effectief:
16,94% van de VOW-adressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke
aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type
adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 VOW-adressen levert gemiddeld
44,1 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen;
22,79% van de CJIB-adressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke
aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type
adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 briefadressen levert gemiddeld
102,4 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen.
Alleen de (nieuwe) selectie van leegstands-adressen is niet effectief gebleken:
1,29% van de leegstands-adressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 leegstands-
adressen levert minder op dan het bezoeken van willekeurige adressen – gemiddeld 1,3
personen waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen ; daarom
wordt voorgesteld om volgend jaar in samenwerking met de gemeenten te zoeken naar een
andere selectie.
16
Berekend als: 145/2083 x100.
Pagina 37/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Suggesties voor andere risico-signalen
Door de gemeenten zijn verschillende suggesties gedaan voor andere risico-signalen, soms op
grond van inzichten en ervaringen in de praktijk en soms mede op basis van bevindingen uit
andere projecten of onderzoeken:
a) particuliere verhuurders: onderzoeken of de selectie van bepaalde risico-adressen (zoals
leegstands-adressen) effectiever wordt als de selectie wordt beperkt tot alleen niet-
corporatie-woningen; dit is wellicht met een combinatie van BAG- en BRK-gegevens
(Kadaster) te realiseren;
b) studenten die niet echt op kamers gaan (studiefinanciering), mogelijk toe te spitsen tot
jongeren die zich inschrijven bij een familielid in dezelfde stad;
c) schijnverlatingen à la Bronckhorst, één van de ouders met jonge kinderen schrijft zich in bij
een familielid in dezelfde stad (toeslagfraude);
d) gebruik maken van andere gegevens, bijvoorbeeld van de Sociale Verzekeringsbank (SVb ),
studiefinanciering (DUO), verbruiks- of contract-gegevens van energie-leveranciers,
kenteken-gegevens (RDW), Suwinet-gegevens (werkgevers, loonadres);
e) bijzondere verblijfsobjecten, zoals bijvoorbeeld recreatiewoningen, maar wellicht ook
(particuliere) studentenhuizen; eventueel ook adressen met herhaalde leegstand?
Pagina 38/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
4. Aanbevelingen
Jaarlijks vaststellen kwaliteit adresgegeven in de BRP a) De gehanteerde methode voor het vaststellen van de kwaliteit van het adresgegeven in de
BRP (op landelijk niveau) heeft zich inmiddels bewezen. Echter het bezoeken van random
adressen wordt door veel gemeenten als tijdsverspilling ervaren. Onderzoek (bijvo orbeeld
in overleg met gemeenten en wellicht het CBS) of er alternatieve manieren zijn om deze
onderzoeksgegevens te verzamelen. Hou echter wel vast aan risicogestuurd
adresonderzoek, welke zijn effectiviteit heeft bewezen, opnieuw in 2015 en verder.
Rapporteer jaarlijks over de resultaten.
b) Het vaststellen van de kwaliteit van de BRP op gemeentelijk niveau (i.p.v. op landelijke
niveau) vergt een onevenredig grote inspanning (in de orde van grootte van 2000 adressen
per gemeente). Vraag daarom gemeenten om hun capaciteit vooral in te zetten op risico-
adressen en (dus) op het verbeteren van de kwaliteit. Gemeenten richten zich liever op de
echte risico-adressen.
c) Richt een uniform proces in voor het centraal aanleveren aan gemeenten van random
adressen voor het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van de BRP. Borg daarbij dat aan de
wet- en regelgeving wordt voldaan, waarbij ook eenduidig wordt vastgelegd hoe deze wet -
en regelgeving in samenhang eruitziet. Maak hiervan gebruik van de analyse die is
uitgevoerd (opgenomen in de instrumentenmap).
d) Ontwikkel een standaard voor adresbezoeken te gebruiken tooling, waarmee gemeenten
jaarlijks op uniforme wijze de adresbezoeken kunnen uitvoeren.
Faciliteren risico-gestuurd adresonderzoek e) Zet met kracht in op risico-gestuurd adresonderzoek. Voor het overgrote deel van alle
personen in de BRP is het adres correct geregistreerd: 97,09%. Slechts voor 2,91% van de
personen is het adresgegeven niet juist. Voor het verbeteren van de adreskwaliteit in de
BRP heeft het daarom geen zin om (bijvoorbeeld steekproefsgewijs) alle adressen te
onderzoeken17
. Risico-gestuurd adresonderzoek is een effectieve methode om onjuiste
(adres- en andere) gegevens in de BRP op te sporen en – na zorgvuldig nader onderzoek
door de gemeente – te corrigeren. De effectiviteit van adresonderzoek op risico-adressen is
vijf tot tien maal zo hoog als die van het bezoeken van willekeurige adressen.
f) Faciliteer daarom gemeenten (met name de wat minder grote) in praktische zin bij het
regelmatig uitvoeren van risico-gestuurd adresonderzoek, door centraal queries uit te
voeren en en bestanden te combineren en risico-adressen en de bijbehorende gegevens
centraal aan te leveren. Maar ook door de inhoudelijke en praktische voorbereiding die
daaraan voorafgaat. De selectie van risico-adressen is een complex, en dynamisch proces:
de werkelijkheid verandert en de selectie moet daarop blijven aansluiten. Het selecteren
van risico-adressen is daardoor geen sinecure, het is een leerproces. Door dat leerproces
samen te doorlopen hoeft hetzelfde wiel niet in elke gemeente opnieuw uitgevonden te
worden. Gemeenten zien dit ook als een welkome manier om te kunnen beschikken over
andere informatie en signalen dan alleen die uit de eigen registraties en organisatie.
17
Behalve uiteraard een beperkt aantal random adressen om jaarlijks het landelijk kwaliteits-percentage vast te stellen.
Pagina 39/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
g) Richt een uniform proces in voor het centraal aanleveren aan gemeenten van adressen voor
risico-gestuurd adresonderzoek. Borg daarbij dat aan de wet- en regelgeving wordt voldaan,
waarbij ook eenduidig wordt vastgelegd hoe deze wet- en regelgeving in samenhang
eruitziet. Maak hiervan gebruik van de analyse die is uitgevoerd (opgen omen in de
instrumentenmap).
h) Het combineren van gegevens uit andere registraties is (ondermeer door versch illen in
semantiek) niet altijd eenvoudig gebleken. Draag daarom ook bij aan het verder afstemmen
van definities, kwaliteit en volledigheid van andere registraties, dit zal bijdragen aan de
effectiviteit en de efficiëntie van het adresonderzoek.
Landelijke aanpak adresonderzoeken i) De resultaten, zowel van dit project ‘Samen Werken aan Adreskwaliteit’ als uit het
voorgaande project ‘Adresonderzoek Samen leren’, laten zien dat risico -gestuurd
adresonderzoek werkt. Aanbevolen wordt om deze projectaanpak en onderzoeksmethodiek
beschikbaar te maken voor alle gemeenten in Nederland. Het vergt een pro jectmatige
aanpak over de komende jaren om uiteindelijk alle gemeenten aan te laten haken. Voor
2015 zou enerzijds naar een vergroting van het aantal te onderzoeken adressen gekeken
moeten worden (15.000) en anderzijds naar een grotere deelname van het aantal
gemeenten om het vastgestelde aantal te bezoeken adressen uit te voeren. Daarnaast zou
eventueel het aantal onderzoeksmomenten uitgebreid kunnen worden.
j) Overweeg om op termijn (een steekproef van) gemeenten te verplichten om adresbezoeken
(tenminste voor de random adressen t.b.v. het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van het
adresgegeven in de BRP op landelijk niveau) uit te voeren.
k) Sluit waar mogelijk aan bij de wensen die bij gemeenten leven ten aanzien van de aanpak
van adresonderzoek. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om bij adresbezoeken de BRP -gegevens
voor het adres realtime te kunnen actualiseren. Sommige gemeenten hebben aangegeven
dat zij geïnteresseerd zijn in een vorm van ‘doorlopend risico-gestuurd adresonderzoek’,
waarbij de gemeente op elk moment een set risico-adressen kan opvragen ten behoeve van
een reeks adresbezoeken18
. Eventueel zelfs naar keuze cq. op verzoek een set risico-
adressen van een bepaald type. Gemeenten zouden daarbij graag zien dat risicosignalen
sneller en vollediger bij gemeenten terechtkomen.
l) Ontwikkel structurele samenwerking op landelijk niveau met andere organisaties, zoals dit
jaar met Belastingdienst en CJIB, zowel bij het aanleveren van risico-adressen als bij het
terugkoppelen van signalen over de onderzochte adressen. Dit is voor afnemers (zoals
Belastingdienst en CJIB) en andere organisaties die risico-signalen aanleveren vele malen
efficiënter dan op ad hoc basis voor één of enkele gemeenten een beperkte selectie van
gegevens aan te leveren. Breid de komende jaren stapsgewijs het aantal organisaties
waarmee wordt samengewerkt uit. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan energie -
leveranciers, de SVb, deurwaarders et cetera.
m) Verbind de vele initiatieven die op dit moment al lopen binnen de overheid op het gebied
van adresonderzoek en aanpak fraude. De daaruit voortvloeiende informatie wordt op dit
moment nog nauwelijks met elkaar gedeeld. Samenwerking en uitwisseling van signalen zal
leiden tot gerichtere leads, efficiëntere adresbezoeken en effectievere aanpak van fraude.
18
Daarnaast zal uiteraard jaarlijks op een vast moment een set random adressen onderzocht moeten worden t.b.v. het bepalen van het landelijk kwaliteits-percentage.
Pagina 40/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
n) Verbeter de kwaliteit van de BRP door adresonderzoek verder te professionaliseren door de
invoering van good practices (in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut Nederlandse
Gemeenten KING, de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken NVVB en/of de Vereniging
van Gemeentesecretarissen VGS). En door het ontwikkelen en aanbieden van hulpmiddelen
en opleidingen voor medewerkers, zoals in het kader van het project Naar Betrouwbare
Persoonsgegevens (NBP).
Risico-signalen en selectie van risico-adressen o) In het kader ‘Samen Werken aan Adreskwaliteit’ zijn onder andere de volgende suggesties
gedaan voor het aanscherpen of uitbreiden van de gehanteerde risico-signalen:
1. Breid de selectie van adressen met hoge bewonersdichtheid uit tot adressen met een
woonoppervlak tot 15m2 (in plaats van 12 m
2).
2. Zoek voor de selectie van leegstandsadressen, in samenwerking met de gemeenten,
naar een andere selectie dan dit jaar is gehanteerd.
3. Onderzoek of de selectie van risico-adressen (bijvoorbeeld voor leegstands-adressen)
effectiever wordt als de selectie wordt beperkt tot alleen niet -corporatie-woningen.
4. Breid het aantal typen risico-adressen verder uit, bijvoorbeeld door gebruik te maken
van gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVb), studiefinanciering (DUO), energie-
leveranciers, kentekengegevens (RDW), Suwinet-gegevens (werkgevers, loonadres).
5. Overweeg om bepaalde verblijfsobjecten of adressen gericht te onder zoeken, zoals
recreatiewoningen, studentenhuizen of adressen met herhaalde leegstand.
6. Onderzoek daarnaast de mogelijkheden om fraude-gerelateerde verschillen tussen het
geregistreerde en het werkelijke woonadres op te sporen, bijvoorbeeld studenten die
niet echt op kamers gaan en/of schijnverlatingen à la Bronckhorst .
p) Breid het aantal risico-signalen (typen risico-adressen) stapsgewijs verder uit. Onder andere
door met meer afnemers samen te gaan werken. En door structureel met afnemers en
gemeenten te overleggen over mogelijke nieuwe risicosignalen, waarbij de keuzes mede
bepaald kunnen worden door de aanpak van fraude.
q) Realiseer – technisch, juridisch en inhoudelijk - mogelijkheden om gegevens van andere
organisaties te gebruiken op landelijk niveau, bijvoorbeeld voor het combineren van
gegevens van energie-leveranciers met gegevens over (geregistreerde) leegstand.
Tot slot r) Adresbezoeken leveren een directe bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van de BRP:
niet correcte adressen zijn aanleiding voor nader onderzoek en leiden uiteindelijk tot
correcties in de BRP. Daarnaast zijn adresbezoeken een vorm van controle en handhaving,
die bijdraagt aan het tegengaan van misbruik en fraude.
s) De kwaliteit van de BRP wordt, behalve door controle en handhaving, vooral ook vergroot
in de werkprocessen en procedures. Stimuleer daarom – naast het adresonderzoek – zeker
ook het verder verbeteren van deze werkprocessen. Bij gemeenten, bijvoorbeeld aan het
loket burgerzaken en door samenwerking en gegevens-uitwisseling met andere
gemeentelijke diensten. Zie bijvoorbeeld de gerealiseerde afname van het aantal
briefadressen, en het beperken van de groei van het aantal VOW -ers in de BRP. Maar ook
bij andere organisaties, bijvoorbeeld door onderwijsinstellingen die buitenlandse studenten
die weer naar hun land terugkeren stimuleren om zich te laten uitschrijven. Hetzelfde
zouden werkgevers van ‘expats’ kunnen doen. Woningcorporaties eisen vaak deugdelijk
Pagina 41/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
bewijs van persoonsgegevens en bewaken en bestrijden onderhuur, waardoor de kwaliteit
van het adresgegeven volgens sommige gemeenten bij corporatiewoningen merkbaar beter
is dan bij woningen van particuliere verhuurders.
Pagina 42/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Bijlage 1. Projectorganisatie
Opdrachtgever:
Ministerie van BZK, Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties,
Directie Burgerschap en Informatiebeleid/Afdeling Identiteit,
Esther ’t Hoen (coordinator cluster BRP)
Opdrachtnemer:
Het project is uitgevoerd met een projectteam binnen ICTU, onder leiding van Sylvia Kuilboer.
Het projectteam:
benaderde een groot aantal gemeenten voor deelname en begeleidde hen bij de organisatie
van de adresbezoeken (accountmanagers),
verzorgde alle communicatie rond het project en de adresbezoeken en organiseerde
instructiebijeenkomsten en een evaluatie-bijeenkomst (communicatiemedewerkers),
maakte afspraken over de aanlevering van risico-adressen door Belastingdienst en CJIB,
bereidde technisch, juridisch en inhoudelijk de uit te voeren queries voor en begeleidde de
doorontwikkeling van de applicatie en het bestandsverkeer (projectleider ICT),
vertaalde de lessen van vorig jaar naar de onderzoeksopzet, bereidde de aanpassing van de
vragenlijst en invulling van de queries inhoudelijk voor en verzorgde het eindrapport van
het onderzoek (samen met prof. dr. Dirk Sikkel),
ondersteunde de projectmanager en het projectteam (projectondersteuner) .
Deelnemende partijen voor het aanleveren van risico-adressen:
CJIB
Belastingdienst
Selecteren en klaarzetten van onderzoeksgegevens:
Agentschap BPR
Desan BV
Applicatieontwikkeling:
Desan BV
Statistische analyses:
Dirk Sikkel, Sixtat
Tussentijdse onafhankelijke review van de methodiek:19
Kees Prins, CBS
José Gouweleeuw, CBS
Uitvoering van de adresbezoeken:
91 gemeenten (zie Bijlage 2)
19
De review geldt uitsluitend de gehanteerde methodiek en het meten van de kwaliteit van de BRP.
Pagina 43/43
Datum 26-11-2014
Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief
Bijlage 2. Deelnemende gemeenten 2014
Aalburg Hillegom Soest *)
Achtkarspelen Hollands Kroon Spijkenisse
Albrandswaard Houten Steenwijkerland
Alkmaar Huizen *) Stein
Almelo *) Landsmeer Stichtse Vecht
Almere *) Leerdam Sudwest-Fryslan
Ameland Leeuwarden Terneuzen
Amstelveen Leidschendam-Voorburg Texel
Amsterdam *) Lelystad Tilburg *)
Apeldoorn Lingewaard Twenterand
Barendrecht Lisse Urk
Barneveld *) Maasdriel Valkenswaard
Berkelland Maastricht Veenendaal
Beuningen Midden-Delfland Venlo *)
Bunschoten *) Montferland Vlaardingen
Coevorden Mook en Middelaar *) Vlissingen *)
Cuijk *) Nieuwkoop Voorst *)
Doetinchem Nijmegen *) Waalwijk
Dronten *) Oost Gelre *) Wageningen
Druten Oosterhout West Maas en Waal
Ede *) Ouder-Amstel Westland
Emmen *) Overbetuwe Wijdemeren
Epe Peel en Maas Wijk bij Duurstede
Ferwerderadiel Purmerend *) Woudenberg
Franekeradeel Ridderkerk Zaanstad
Geertruidenberg *) Rijnwaarden Zeist
Groningen Roermond Zoetermeer
Haarlem Rotterdam Zundert
Heerde *) Sint Anthonis Zwartewaterland
Heerenveen *) Sluis Zwolle *)
Heerhugowaard *) gemeenten die ook in 2013 hebben deelgenomen