Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag |...

43
Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) [email protected] | (W) www.ictu.nl I (B) NL88RABO0323164641 I KvK 27198742 Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 Eindrapport Auteur Jaap Korpel, Dirk Sikkel, Roland van de Boel, Sylvia Kuilboer Documentnr Versie Versie 1.2 / Definitief Datum 26-11-2014 Omvang 43 pagina's

Transcript of Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag |...

Page 1: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

sdvvsdvdsv

Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) [email protected] | (W) www.ictu.nl I (B) NL88RABO0323164641 I KvK 27198742

Samen werken aan Adreskwaliteit 2014

Eindrapport

Auteur Jaap Korpel, Dirk Sikkel, Roland van de Boel, Sylvia Kuilboer

Documentnr

Versie Versie 1.2 / Definitief

Datum 26-11-2014

Omvang 43 pagina's

Page 2: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Documentbeheer

Documenthistorie

Datum Versie Auteur Opmerking

21-10-2014 v0.1 Jaap Korpel

30-10-2014 v0.2 Jaap Korpel

31-10-2014 v0.3 Jaap Korpel

4-11-2014 v1.0 Jaap Korpel

20-11-2014 v1.1 Jaap Korpel

26-11-2014 v1.2 Jaap Korpel

Page 3: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 3/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Inhoudsopgave

Management-samenvatting .................................................................................................................................... 4

1. Aanpak adresonderzoek ................................................................................................................................. 9 1.1 Aanleiding ..................................................................................................................................................... 9 1.2 Doelstellingen van Samen Werken aan Adreskwaliteit ............................................................................... 10 1.3 Opzet onderzoek ......................................................................................................................................... 11 1.4 Meten adreskwaliteit in BRP ....................................................................................................................... 11 1.5 Risico-gestuurd adresonderzoek ................................................................................................................. 13

2. Resultaten adresonderzoek 2014.................................................................................................................. 14 2.1 Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP .................................................................................................. 14 2.1.1 Kwaliteitspercentage per persoon ............................................................................................................ 15 2.1.2 Kwaliteitspercentage per adres ................................................................................................................ 17 2.1.3 Verantwoording van de kwaliteitscijfers .................................................................................................. 18 2.2 Effectiviteit van selectie van risico-adressen ............................................................................................... 19 2.3 Follow up van de adresbezoeken: mutaties in de BRP ................................................................................ 21

3. Nadere analyses bevindingen risico-adressen 2014 ..................................................................................... 22 3.1 Adressen waarop een briefadres gevestigd ................................................................................................ 22 3.2 Laatst bekende adressen van VOW-ers ....................................................................................................... 23 3.2.1 Kenmerken van de VOW-ers ..................................................................................................................... 24 3.2.2 Actueel ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’ ........................................................................... 26 3.3 Adressen met hoge bewonersdichtheid ..................................................................................................... 27 3.4 Leegstandsadressen (o.b.v. BAG/BRP) ........................................................................................................ 30 3.5 CJIB-adressen, niet woonachtig (o.b.v. politiewaarneming) ....................................................................... 31 3.6 Verwonder-adressen van Belastingdienst ................................................................................................... 33 3.7 Suggesties voor volgende meting ............................................................................................................... 36

4. Aanbevelingen .............................................................................................................................................. 38

Bijlage 1. Projectorganisatie ............................................................................................................................ 42

Bijlage 2. Deelnemende gemeenten 2014 ...................................................................................................... 43

Page 4: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 4/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Management-samenvatting

In 2014 is het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald op

97,09%.

Bij de gehanteerde risico-signalen in 2014, werden meer dan tien keer zoveel fouten gevonden

als bij het bezoeken van willekeurige adressen. Risico-gestuurd adresonderzoek is dus zeer

effectief.

In totaal hebben 91 gemeenten 6845 huisbezoeken uitgevoerd, waarvan 5671 succesvol zijn

onderzocht. In 1004 gevallen werd het adres één of meer keer tevergeefs bezocht, er werd niet

opengedaan. In 170 gevallen weigerde de bewoner medewerking aan het onderzoek.

Op de onderzochte adressen bleek er in bijna een derde van de gevallen inderdaad een verschil

te zijn tussen de ingeschreven personen en de personen die daar feitelijk wonen. Waarmee

wordt aangetoond dat deze vorm van huisbezoek daadwerkelijk een effectief middel is om te

komen tot een actuelere en betrouwbare adresregistratie.

Page 5: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 5/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP

De gehele overheid maakt gebruik van persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP).

De kwaliteit van de gegevens in de BRP is daarom van groot belang. Om deze kwaliteit verder te

verbeteren heeft het ministerie van BZK de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen

en laat bovendien onderzoek doen naar de kwaliteit van de BRP.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door ICTU en spitst zich toe op het meest veran derlijke

gegeven in de BRP: het adres van de geregistreerde personen. Omdat het adres zoveel vaker

verandert, is de kans ook groter dat het – bijvoorbeeld door nalatigheid – voor kortere of

langere tijd onjuist geregistreerd staat. Het adresgegeven speelt daarnaast een rol bij diverse

toeslagen en uitkeringen, wat sommigen ertoe verleidt om bewust de registratie af te laten

wijken van de (actuele) werkelijkheid.

Voor u ligt de eindrapportage van dit onderzoek, onderdeel van het project Samen Werken aan

Adreskwaliteit. In dit project wordt de aanpak, die in 2013 door ICTU werd ontwikkeld in het

kader van het project Samen Leren, breder toegepast en verder verfijnd. Door direct op pad te

gaan en (risico-)adressen te bezoeken (risicogestuurde huisbezoeken) stellen gemeenten aan de

deur vast of de op dat adres geregistreerde personen daar volgens de bewoner ook wonen.

Wanneer daarbij verschillen geconstateerd worden (‘adres of persoon niet correct’) is dat voor

de gemeente aanleiding om langs de daarvoor gebruikelijke weg nader onderzoek te doen en

uiteindelijk de gegevens in de BRP aan te passen.

Project Samen Werken aan Adreskwaliteit

Het project Samen Werken aan Adreskwaliteit heeft een drieledige doelstelling:

1. Het verder ontwikkelen van de in 2013 ontwikkelde ‘slimme’ methodiek voor het meten van

de kwaliteit van adres-gegeven in de BRP, zodat het onderzoek jaarlijks op dezelfde manier

kan worden uitgevoerd en de kwaliteitsindicatoren vergelijkbaar zijn over de jaren heen.

2. Het meten van de kwaliteit van de BRP, in het bijzonder van het geregistreerde woonadres

van personen. Dit is immers het meest geraadpleegde èn het meest veranderlijk gegeven.

3. Een bijdrage leveren aan het nog verder verbeteren van de kwaliteit van de BRP. De

adresbezoeken, die gemeenten uitvoeren, leveren correcties op van de onjuiste gegevens.

Daarnaast heeft het project ook als doel: meer samenwerking en begrip creëren tussen

gemeenten en afnemers bij adresonderzoek, en vaststellen welke typen risico-adressen het

meest effectief zijn.

De lessen van het vorige project zijn ter harte genomen en daarom is dit jaar ondermeer een

steekproef van gemeenten naar inwonertal getrokken (in plaats van deelname op basis van

vrijwilligheid zoals in 2013) en zijn de steekproeven van de random en de risico-adressen

centraal getrokken en aangeleverd aan de gemeenten. Dit heeft de betrouwbaarheid en

nauwkeurigheid van de uitkomsten sterk vergroot. Daarnaast zijn de vragenlijst en de applicatie

aangepast op basis van de feedback van gemeenten.

Het heeft dit jaar meer inspanning gevergd om voldoende gemeenten aan het adresonderzoek

te laten deelnemen. Het was voor gemeenten, en zeker voor medewerkers burgerzaken, een

ongewoon druk jaar: de invoering van de RNI, de gemeenteraadsverkiezingen en de Europese

verkiezingen in dezelfde periode waarin de adresbezoeken zouden moeten plaatsvinden. Toch

Page 6: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 6/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

hebben 91 gemeenten aan het project deelgenomen, en zij hebben kort voor de zomer samen

bijna 7000 adressen bezocht.

De gegevens die de gemeenten daarmee hebben verzameld zijn geanalyseerd en de uitkomsten

worden in dit rapport gepresenteerd. De belangrijkste bevindingen vatten wij hier kort samen.

Kwaliteitspercentage: 97,09% correct geregistreerde personen op een adres

Voor de bepaling van de kwaliteit van het adresgegeven op landelijk niveau zijn dit jaar in totaal

2081 (random) adressen succesvol onderzocht.

De BRP is een register van ingeschreven personen, waarvan (onder andere) het adres is

geregistreerd. Elke ingeschreven persoon in de BRP kan op het juiste adres, dan wel op een

onjuist adres zijn geregistreerd. Het percentage juist geregistreerde personen is daarom de

voornaamste kwaliteitsindicator voor de BRP.

Daarnaast kan gekeken worden naar het percentage adressen waarvan de feitelijke bewoners

precies overeenkomen met alle in de BRP op het adres geregistreerde personen. Het

percentage adressen waar dit het geval is, wordt hier als tweede indicator gehanteerd.

Beide indicatoren zijn weergegeven in onderstaande figuur.

In 2014 wordt het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald

op 97,09 %. Dat is iets lager dan in 2013 (97,72 %). Deze afname van het kwaliteitspercentage is

statistisch niet significant. De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit jaar plus/min

0,50 %-punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk percentage tussen

96,59% en 97,59%. De berekening is daarmee bovendien dit jaar nauwkeuriger dan in 2013

(plus/min 0,98 %-punt) en ligt binnen de marges van de berekening van vorig jaar.

Page 7: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 7/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Het landelijk percentage correct geregistreerde adressen wordt in 2014 bepaald op 95,15 %.

Dat is iets beter dan in 2013 (94,97 %). De statistische marge rond dit percentage bedraa gt dit

jaar plus/min 0,98 %punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk

percentage tussen 94,17 % en 96,13 %. De berekening is daarmee dit jaar een stuk

nauwkeuriger dan in 2013 (plus/min 2,55 %punt) en ligt overigens binnen de marges v an de

berekening van vorig jaar.

In paragraaf 2.1 wordt nader ingegaan op deze cijfers.

Risico-gestuurd adresonderzoek

Bij risico-gestuurd adresonderzoek worden vooral adressen bezocht waarvoor aanwijzingen zijn

dat de gegevens van één of meer bewoners onjuist zijn. Op die manier kunnen gemeenten de

beschikbare menskracht veel effectiever inzetten. Zij zijn daarom gebaat bij informatie over de

effectiviteit van verschillende typen risico-adressen. Door de selectie van dergelijke adressen

verder aan te scherpen kan de effectiviteit nog worden vergroot. Voor het vaststellen van de

effectiviteit van de zes typen risico-adressen zijn 3590 adressen succesvol onderzocht.

Het bezoeken van 100 willekeurige adressen levert gemiddeld 7 personen op waarvoor de

inschrijving niet klopt met wie er volgens de bewoner op dat adres wonen . De meeste van de

zes typen risico-adressen leveren een meer dan tien maal zo groot ‘rendement’ op van het

uitvoeren van adresbezoeken.

De selecties van briefadressen1, adressen met hoge bewonersdichtheid en verwonder-adressen

2

van de Belastingdienst zijn het meest effectief gebleken:

52,33% van de briefadressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 briefadressen levert

gemiddeld 65,7 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen;

33,99% van de adressen met hoge bewonersdichtheid bleek niet correct; het bezoeken van

100 adressen met hoge bewonersdichtheid levert gemiddeld 105,9 personen op waarvan de

geregistreerde gegevens niet kloppen; op basis van de nadere analyse wordt voorgesteld

om volgend jaar de grens voor de selectie op te trekken tot 15 m2 per bewoner;

31,35% van de verwonder-adressen van de Belastingdienst bleek niet correct; het bezoeken

van 100 verwonder-adressen levert 128,6 personen op waarvan de gegevens niet kloppen.

Ook de selecties van VOW-adressen en van het CJIB bleken redelijk effectief:

16,94% van de VOW-adressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 VOW-adressen

levert gemiddeld 44,1 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen;

22,79% van de CJIB-adressen3 bleek niet correct; het bezoeken van 100 CJIB-adressen levert

gemiddeld 102,4 personen op waarvan de geregistreerde gegevens niet kloppen.

Alleen de (nieuwe) selectie van leegstands-adressen is niet effectief gebleken:

1

Adressen waarop een briefadres is gevestigd. 2 Dit zijn adressen waarop meer dan één toeslag van eenzelfde soort werd uitgekeerd en daarnaast adressen waarvan post

onbestelbaar retour is gekomen. 3

Adressen waar (bij het innen van verkeersboetes) uiteindelijk de politie heeft geconstateerd dat de betreffende persoon

niet op het adres woont.

Page 8: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 8/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

1,29% van de leegstands-adressen bleek niet correct; daarom wordt voorgesteld om

volgend jaar in samenwerking met de gemeenten te zoeken naar een andere selectie.

In paragraaf 2.2 en Hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op deze cijfers.

Ook dit jaar bevat de rapportage een aantal aanbevelingen, deze zijn te vinden in Hoofdstuk 4.

Enkele belangrijke aanbevelingen zijn:

voor het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van het adresgegeven in de BRP de methodiek

in 2015 en de jaren daarna opnieuw en op grotere schaal toepassen;

risico-gestuurd adresonderzoek door gemeenten faciliteren, ondermeer door het centraal

selecteren en aanleveren van gegevens, maar ook daar een structurele juridische basis voor

te realiseren;

een landelijke aanpak van adresonderzoek, de komende jaren uit te breiden naar alle

gemeenten, met in 2015 als eerste stap een verdubbeling tot 200 gemeenten; daarbij goed

aansluiten bij de wensen van gemeenten, en structurele samenwerking tot stand brengen

met afnemers van BRP-gegevens;

het aanscherpen van de selectie van enkele van de risico-adressen en het uitbreiden van

het aantal risico-signalen.

Page 9: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 9/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

1. Aanpak adresonderzoek

1.1 Aanleiding

De Basisregistratie Personen (BRP) is de bron van persoonsgegevens voor de gehele overheid:

voor het uitschrijven van verkiezingen, het heffen van belastingen, het verstrekken van

toelagen en nog veel meer. Er zijn meer dan 600 afnemers van de BRP. Deze baseren hun

processen op de (juistheid van de) inhoud van de BRP. De kwaliteit van de gegevens in de BRP is

daarom van groot belang voor het functioneren van de overheid. Alleen als de gegevens

kloppen kunnen gebruikers van de BRP hun taken (mede) baseren op deze registratie. Om deze

kwaliteit verder te verbeteren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties (BZK) de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen en laat

bovendien onderzoek doen naar de kwaliteit van de BRP.

In 2013 is een methodiek ontwikkeld om enerzijds goede uitspraken te doen over de kwaliteit

van de BRP, anderzijds om gericht te zoeken naar mogelijke fouten. Deze methodiek is in 2014

als basis gebruikt om opnieuw een meting te doen naar de kwaliteit van de BRP. Het gericht

zoeken naar mogelijke fouten gebeurt op basis van signalen van een aantal afnemers en op

basis van een modelmatige analyse van de registratie in de BRP. Dit wordt in dit onderzoek een

risico-gestuurde aanpak genoemd. In 2013 is voor een aantal van deze signalen beoordeeld in

hoeverre deze een goede voorspeller zijn van fouten in de BRP-registratie. De beste drie

signalen (met het grootste percentage fouten in de registratie) zijn in 2014 ook gebruikt. Het

Centraal Justitie en Incassobureau (CJIB) en de Belastingdienst zijn dit jaar als afnemende

partijen betrokken om adressen aan te reiken die onderzocht zijn.

Het onderzoek spitst zich toe op het adres van de geregistreerde personen. Dit is een van de

meest geraadpleegde gegevens en is tevens het meest aan verandering onderhevig. Om die

reden is dit gegeven ook gevoelig voor onjuistheden. Veel werkprocessen van afnemers van de

BRP zijn gebaseerd op het woonadres, daarom is het van belang dat dit gegeven correct is.

Aanpak/Werkwijze onderzoek is risicogestuurd huisbezoeken uitvoeren:

Door direct op pad te gaan en (risico-)adressen te bezoeken, stellen gemeenten aan de deur

vast of de op dat adres geregistreerde personen daar volgens de bewoner ook wonen. Wanneer

daarbij verschillen geconstateerd worden (‘adres of persoon niet correct’) is dat voor de

gemeente aanleiding om langs de daarvoor gebruikelijke weg nader onderzoek te doen en

uiteindelijk de gegevens in de BRP aan te passen.

Page 10: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 10/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

1.2 Doelstellingen van Samen Werken aan Adreskwaliteit

Het project Samen Werken aan Adreskwaliteit, dat ICTU dit jaar in opdracht van BZK uitvoert,

heeft drie hoofddoelstellingen:

1. Het verder ontwikkelen van de in 2013 ontwikkelde herhaalbare ‘slimme’ methodiek voor

het meten van de kwaliteit van de BRP voor wat betreft het adres -gegeven, zodat het

onderzoek jaarlijks op dezelfde manier kan worden uitgevoerd en de kwaliteitsindicatoren

vergelijkbaar zijn over de jaren heen. Tevens het vaststellen welke signalen het best

gebruikt kunnen worden om gericht te kunnen zoeken naar fouten in de BRP;

2. Het meten van de kwaliteit van de BRP in Nederland, in het bijzonder va n het

geregistreerde woonadres van personen.

3. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de BRP. De adresbezoeken,

die gemeenten in het kader van het project uitvoeren, leveren correcties op van de onjuiste

gegevens.

Daarnaast heeft het project ook als doel:

meer samenwerking en begrip creëren tussen gemeenten en afnemers bij adresonderzoek;

leren van ervaringen die gemeenten al hebben met (risico-gericht) adresonderzoek;

leveren van input voor de uitwerking van de manier waarop het adres onderzoek structureel

ingebed kan worden bij de werkprocessen van gemeenten / gebruikers van de BRP.

Voor gemeenten levert deelname aan het project bovendien informatie, op basis waarvan zij

direct gegevens in de BRP kunnen aanpassen.

Deze rapportage gaat met name in op de acties die zijn gericht op het bereiken van de eerste

drie doelstellingen. In de instrumentenmap bij dit onderzoek wordt nader ingegaan op de wijze

waarop invulling is gegeven aan het bereiken van de nevendoelstellingen.

Page 11: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 11/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

1.3 Opzet onderzoek

In onderstaande afbeelding is schematisch aangegeven op welke manier het onderzoek is

opgezet.

Op basis van signalen uit de BRP en van afnemers, zijn risico-adressen benoemd.

Uit de BRP zijn hierbij de corresponderende persoonsgegevens toegevoegd (extractie) en

neergelegd in een onderzoeksset. De extractie heeft plaatsgevonden door het Agentschap

Basisregistratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

De onderzoeksset is basis geweest voor de gemeenten om adresbezoeken uit te voeren.

o Hierbij zijn alle adressen fysiek bezocht om vast te stellen in hoeverre de registratie in

de BRP overeenkomt met de werkelijkheid; alle personen van dat adres zijn getoetst .

o Aan de hand van een ‘digitale vragenlijst’ zijn personen geïnterviewd. De resultaten

zijn vastgelegd in de onderzoeksset.

De onderzoeksresultaten zijn gebruikt voor nadere analyse en herstel in de BRP.

1.4 Meten adreskwaliteit in BRP

Gedeelde verantwoordelijkheden….

Gemeenten zijn bronhouder voor de BRP en daarmee primair verantwoordelijk voor de kwaliteit

van de gegevens. Maar zij niet alleen: de kwaliteit van de BRP-gegevens is een gezamenlijke

verantwoordelijkheid van gemeenten, burgers en de zogeheten afnemers.

Page 12: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 12/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Als er twijfel bestaat over de juistheid van een gegeven in de BRP dan start de gemeente een

nader onderzoek. Vaak eerst een administratief onderzoek en zonodig daarna een onderzoek op

locatie: een huisbezoek. Hiervoor gelden vastgelegde onderzoekprocedures.

Burgers zijn wettelijk verplicht om verhuizingen te melden bij de gemeente. Maar zij doen dit

niet altijd: met name mensen die veel verhuizen, zoals buitenlandse werknemers en studenten,

laten dit wel eens achterwege. Soms is dit onachtzaamheid, waarschijnlijk is niet iedereen zich

bewust van het belang van de BRP. Het belang wordt pas duidelijk als er financiële belangen

gemoeid zijn met de gegevens in de BRP, zoals het verkrijgen van een toeslag of een uitkering.

Vanwege dergelijke financiële belangen onttrekken sommigen zich bewust aan een juiste

registratie. Men hoopt op die manier de verplichting te ontlopen om belasting te betalen of

boetes te voldoen, of men probeert ten onrechte aanspraak te maken op huurtoeslag,

studietoelage, hypotheekrenteaftrek, kinderbijslag, AOW of een andere uitkering.

Afnemers, de organisaties die gegevens uit de BRP gebruiken, hebben de verplichting om bij

twijfel aan de juistheid van een BRP-gegeven dit terug te melden aan de gemeente. Zij hebben

contact met de burger in het kader van de uitvoering van hun taken en de dienstverlening aan

die burger. Als de afnemer in dat verband andere of betere gegevens te weten komen, moeten

zij dat terugmelden aan de BRP. Afnemers verschillen in de discipline waarmee dit gebeurt.

Terugmeldingen van afnemers verschillen ook in kwaliteit. Wanneer alleen een adres of de

naam van een persoon wordt aangeleverd, zonder dat duidelijk is omschreven welk gegeven om

welke reden in twijfel wordt getrokken, dan is het voor gemeenten lastig om effectief te

controleren en om verbeteringen door te voeren.

Gezien het belang van de BRP streeft het Ministerie van BZK naar een hoge kwaliteit van de

BRP. Dat geldt ook voor de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft in 2007 aangegeven dat

99% correctheid van alle gegevens in (toen nog) de GBA de norm moet zijn. BZK en gemeenten

hebben de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om de kwaliteit van de BRP te

verbeteren, zowel door correcte registratie van gegevens als door verbetering van

werkprocessen en procedures bij overheidsorganisaties en gemeenten. Ook is de burger

gewezen op het belang van het juist geregistreerd staan in de BRP, door middel van de

campagne “Voorkom gedoe, kijk het na”. En burgers kunnen zelf zien aan wie hun gegevens

worden verstrekt, via WieKrijgtMijnGegevens.nl.

Het onderzoek heeft zich gericht op de kwaliteit van de BRP voor Nederland als geheel.

Daarbinnen zullen verschillen per gemeenten bestaan. Uitspraken over de individuele

gemeenten zijn op basis van dit onderzoek echter niet te doen. Dat zou een grotere set te

onderzoeken adressen vragen per gemeente.

Page 13: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 13/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

1.5 Risico-gestuurd adresonderzoek

Kwaliteits-percentage en effectiviteit risico-signalen

Het adresgegeven is meestal correct geregistreerd, slechts in een paar procent van de gevallen

blijkt dit niet te kloppen. Maar voor de kwaliteit van de gegevens in de BRP ligt de lat hoog: het

streven is dat 99% van alle gegevens correct is. Om het landelijk kwaliteitspercentage van het

adresgegeven te meten is daarom zorgvuldig onderzoek noodzakelijk.

Tegelijkertijd is het voor gemeenten, die de kwaliteit van de BRP verder willen verbeteren, niet

efficiënt om jaarlijks een groot aantal willekeurige inschrijvingen te controleren. Zij kunnen hun

capaciteit beter inzetten voor risico-gestuurd adresonderzoek: hierbij worden adressen bezocht

waarvan de gegevens mogelijk onjuist zijn. Deze aanpak is uitgebreid getest in het vorige

onderzoek, dat in 2012-2013 is uitgevoerd. Met risico-gestuurd adresonderzoek levert dezelfde

inzet veel meer resultaten (niet-correcte adresgegevens) op.

Risico-adressen worden enerzijds geselecteerd op basis van ervaringsgegevens van gemeenten,

analyses van onjuiste registraties uit eerdere onderzoeken en anderzijds op basis van risico -

signalen van afnemers zoals het CJIB en de Belastingdienst.

Page 14: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 14/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

2. Resultaten adresonderzoek 2014

De kwaliteit van de gegevens in de BRP is van groot belang voor het functioneren van de gehele

overheid. Om deze kwaliteit verder te verbeteren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken

en Koninkrijksrelaties (BZK) dit jaar het project Samen Werken aan Adreskwaliteit door ICTU en

een groot aantal gemeenten laten uitvoeren. Onderdeel van dit projec t is het onderzoek naar

het meest veranderlijke gegeven binnen de BRP: het adres van de geregistreerde personen ,

waarover hier wordt gerapporteerd.

In grote lijnen was reeds bekend dat het adresgegeven van bijna alle ingeschreven personen in

de BRP correct geregistreerd is, en dat in slechts een paar procent van de gevallen dit niet blijkt

te kloppen. Maar voor de kwaliteit van de gegevens in de BRP ligt de lat hoog: het streven is

immers dat 99% van alle gegevens correct is. Overigens gaat het ministerie van BZK er van uit,

dat de gegevens die niet frequent veranderen – de burgerlijke staat gegevens bijvoorbeeld –

nagenoeg 100% betrouwbaar zijn. Het adresgegeven verandert veel vaker en is daardoor van

wat minder hoge kwaliteit, maar moet natuurlijk ook in hoge mate betrouwbaar zijn.

Om het landelijk kwaliteitspercentage van het adresgegeven te meten is daarom zorgvuldig

onderzoek noodzakelijk. Om het kwaliteitspercentage met voldoende betrouwbaarheid te

kunnen bepalen moeten de steekproef om te beginnen voldoende adressen bevatten. Verder

moet de steekproeftrekking correct plaatsvinden, moet de steekproef van gemeenten die de

adresbezoeken uitvoeren een voldoende representatieve afspiegeling vormen van alle

gemeenten in Nederland (ook naar inwonertal) en moeten de adres-steekproeven voor de

grotere gemeenten groter zijn dan voor de kleinere. Het doel is om het kwaliteitspercentage te

bepalen met een smalle nauwkeurigheidsmarge.

Tegelijkertijd zou het voor gemeenten, die de kwaliteit van de BRP verder willen verbeteren,

niet efficiënt zijn om jaarlijks een groot aantal willekeurige inschrijvingen te controleren. Zij

kunnen hun capaciteit beter inzetten voor risico-gestuurd adresonderzoek: hierbij worden

adressen bezocht waarvan de gegevens mogelijk onjuist z ijn. Deze adressen worden enerzijds

geselecteerd op basis van ervaringsgegevens van gemeenten, analyses van onjuiste registraties

uit eerdere onderzoeken en anderzijds op basis van risicosignalen van afnemers zoals het CJIB

en de Belastingdienst.

In het kader van het project Samen Werken aan Adreskwaliteit is daarom dit jaar enerzijds de

kwaliteit van het adresgegeven in de BRP op landelijk niveau zo zorgvuldig mogelijk vastgesteld

(zie paragraaf 2.1), en is anderzijds onderzocht wat het rendement is van zes verschillende

typen risico-adressen (zie paragraaf 2.2) ten behoeve van risico-gestuurd adresonderzoek.

2.1 Kwaliteit van het adresgegeven in de BRP

Het adres is het meest veranderlijke begrip in de BRP en er is daarom een grotere kans dat het

adres niet correct geregistreerd is dan bijvoorbeeld de geboortedatum of een voornaam. In

veruit de meeste gevallen is het adres correct geregistreerd, maar in e nkele procenten van de

Page 15: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 15/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

gevallen niet. Zorgvuldig en statistisch verantwoord onderzoek is hier noodzakelijk om een

nauwkeurige en betrouwbare berekening te maken van het percentage correcte adressen in de

BRP (het ‘kwaliteits-percentage’).

Om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de berekening van het kwaliteitspercentage

verder te vergroten is dit jaar de random steekproef centraal getrokken, waarna de adressen

aan de 91 deelnemende gemeenten zijn aangeleverd. Bovendien is, zoals gezegd, hierbij een

steekproef naar inwonertal getrokken uit alle Nederlandse gemeenten.

In totaal zijn 2550 random adressen aangeleverd, waarvan 2474 adressen door de gemeenten

één of meer keren zijn bezocht4. Hiervan werden 342 adressen (binnen de onderzoeksperiode)

één of meer keren tevergeefs bezocht, omdat niet werd opengedaan. In 51 gevallen weigerde

de bewoner medewerking aan het onderzoek (2,1 % van de bezochte random adressen).

Dat betekent, dat uiteindelijk 2081 random geselecteerde adressen succesvol o nderzocht zijn:

de bewoner heeft de vragen beantwoord, zodat vastgesteld kon worden welke personen

volgens de bewoner feitelijk op dat adres wonen5 en in hoeverre dat overeenkomt met de

personen die in de BRP op dat adres geregistreerd staan. Danwel (in enkele gevallen) er is

geconstateerd dat het adres duidelijk niet bewoond is, zodat eventuele op dat adres

ingeschreven personen niet correct geregistreerd kunnen zijn.

Onvermijdelijk verstreek er enige tijd tussen het moment waarop de adresgegevens (centraal)

zijn geselecteerd en het moment dat het adres door een gemeente werd onderzocht. Daarom is

de gemeenten gevraagd om voorafgaand aan het adresbezoek de actuele BRP -gegevens te

checken. Bij de hier gepresenteerde cijfers is uitgegaan van deze, door de ge meenten vooraf

zonodig geactualiseerde gegevens6.

2.1.1 Kwaliteitspercentage per persoon

De BRP is een register van ingeschreven personen, waarvan (onder andere) het adres is

geregistreerd. In de meeste gevallen is dit het woonadres van deze personen, in een beperkt

aantal gevallen heeft iemand op dat adres een briefadres gevestigd (bijvoorbeeld omdat zij

tijdelijk niet over een vast woonadres beschikken). Elke ingeschreven persoon in de BRP kan op

het juiste adres, dan wel op een onjuist adres zijn geregistreerd. Het percentage juist

geregistreerde personen is de voornaamste kwaliteitsindicator voor de BRP.

Van alle 4980 ingeschreven personen op de 2081 onderzochte random adressen bleek 97,09%

correct geregistreerd te zijn. Er werden 35 personen door de bewoner genoemd die niet op het

adres geregistreerd stonden (0,70%), 77 geregistreerde personen woonden volgens de bewoner

niet op dat adres (1,55%), 20 geregistreerde personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken

naar buitenland, onbekend waarheen’ (0,40%) en 11 personen die volgens de BRP op het adres

(alleen) een briefadres hadden gevestigd woonden er volgens de bewoner feitelijk (0,22%).

4 Aan de resterende 76 adressen zijn de gemeenten binnen de onderzoeksperiode niet toegekomen.

5 In het kader van dit onderzoek zijn de antwoorden van de bewoner niet getoetst. Gemeenten kunnen naar aanleiding van

deze antwoorden besluiten een nader onderzoek te doen, volgens de daarvoor geldende procedures. 6 Meer gedetailleerde gegevens zijn te vinden in de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014. Zonder deze actualisering op

basis van de lokale BRP zou het percentage correcte adressen (ten onrechte) geschat zijn op 93,05%, omdat de actuele feitelijke situatie vergeleken zou zijn met voor sommige adressen inmiddels achterhaalde ‘oude’ gegevens uit de BRP.

Page 16: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 16/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 1: Correct en niet-correct geregistreerde personen

aantal personen

(gewogen)

in %

exacte match: correct geregistreerd 4835 97,09 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 145 2,91 %

* geregistreerde persoon woont er niet (77) (1,55 %)

* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (20) (0,40 %)

* geregistreerde briefadresser woont op adres (11) (0,22 %)

* geregistreerde briefadresser is niet bekend (0)

* niet-geregistreerde persoon woont op adres (35) (0,70 %)

* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (1) (0,02 %)

Totaal 4980 100,00 %

In 2014 wordt het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres bepaald7

op 97,09 %. Dat is iets lager dan in 2013 (97,72 %). Deze afname van het kwaliteitspercentage is

statistisch niet significant. De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit jaar plus/min

0,50 %-punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk percentage tussen

96,59% en 97,59%. De berekening is daarmee bovendien dit jaar nauwkeuriger dan in 2013

(plus/min 0,98 %-punt) en ligt binnen de marges van de berekening van vorig jaar.

Kenmerken van de niet correct geregistreerde personen

De kenmerken van de 145 personen op de 101 random adressen die niet-correct bleken, zijn in

tabel 2 weergegeven.

Tabel 2: Kenmerken van niet-correcte personen (random adressen)

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 12 8,9% 15,5 %

15-24 jaar 26 19,5% 13,3 %

25-44 jaar 54 40,6% 23,0 %

45-64 jaar 20 15,3% 27,9 %

65 en ouder 21 15,7% 20,2 %

Geslacht

man 85 59,9% 49,0 %

vrouw 57 40,1% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 92 63,7% 95,2 %

Europese 7 5,0% 1,6 %

Noord-Amerikaanse 0 0,0%

Overige 4 3,0% 1,4 %

Ons onbekend 41 28,4% 2,3 %

Totaal 145 100,00 % 100,00 %

7 Striktgenomen gaat het hier om een statistische schatting van het kwaliteitspercentage.

Page 17: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 17/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Vooral personen van 25-44 jaar oud (40,6%) en in mindere mate ook jongeren van 15-24 jaar

oud (19,5%) zijn relatief vaak niet correct geregistreerd, vergeleken met het landelijk

gemiddelde (op basis van alle ingeschreven personen op de random adressen). Ook mannen

(59,9%) zijn oververtegenwoordigd. Daarnaast zijn personen waarvan de nationaliteit in het

kader van het onderzoek onbekend was oververtegenwoordigd (28,4%).

2.1.2 Kwaliteitspercentage per adres

Daarnaast kan gekeken worden naar het percentage adressen waarvan de feitelijke bewoners

precies overeenkomen met alle in de BRP op het adres geregistreerde personen. Het

percentage adressen waar dit het geval is, wordt hier als tweede indicator gehanteerd .

Bij de 2083 onderzochte random adressen8 bleken op 95,15% van de adressen alle personen

correct geregistreerd te zijn.

Tabel 3: Correct en niet-correct geregistreerd, per adres

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd 1982 95,15 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 101 4,85 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (50) (2,40 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (17) (0,82 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (9) (0,43 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (24) (1,15 %)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,05 %)

Totaal 2083 100,00 %

Op 50 adressen woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat

adres (2,40%), op 24 adressen werden één of meer personen door de bewoner genoemd die

niet op het adres geregistreerd stonden (1,15%), op 17 adressen waren één of meer

geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken naar buitenland, onbekend waarheen’

(0,82%) en op 9 adressen woonden één of meer personen die volgens de BRP op het adres

(alleen) een briefadres hadden gevestigd daar volgens de bewoner feitelijk (0,43%).

Het landelijk percentage correct geregistreerde adressen wordt in 2014 bepaald9 op 95,15 %.

Dat is iets beter dan in 2013 (94,97 %). De statistische marge rond dit percentage bedraagt dit

jaar plus/min 0,98 %punt, dat wil zeggen: met 95% betrouwbaarheid ligt het landelijk

percentage tussen 94,17 % en 96,13 %. De berekening is daarmee dit jaar een stuk

nauwkeuriger dan in 2013 (plus/min 2,55 %punt) en ligt overigens binnen de marges van de

berekening van vorig jaar.

8 Voor deze analyses heeft een herweging plaatsgevonden (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014),

daardoor ontstaan kleine verschillen in de totaal-aantallen ten opzichte van de ongewogen aantallen en totalen. 9 Striktgenomen gaat het hier om een statistische schatting van het kwaliteitspercentage.

Page 18: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 18/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Dat het percentage correct geregistreerde personen hoger is dan het percentage correcte

adressen is niet verrassend. Immers, wanneer bijvoorbeeld één van vier personen op een adres

verkeerd is geregistreerd is daarmee het gehele adres incorrect, maar sl echts een kwart van de

personen op het adres.

De uitkomsten in 2013 en 2014 voor beide indicatoren, het kwaliteitspercentage personen en

het kwaliteitspercentage adressen, zijn weergegeven in onderstaande figuur. De marge rond de

uitkomsten is weergegeven een verticale streep.

Figuur 4: Kwaliteitspercentages personen en adressen, 2013 en 2014

2.1.3 Verantwoording van de kwaliteitscijfers

Het onderzoek is gebaseerd op een tweetraps-steekproef: een steekproef van gemeenten, en

voor elk van deze gemeenten een steekproef van random adressen.

Steekproef van gemeenten

Vorig jaar hebben 50 gemeenten op vrijwillige basis deelgenomen, dit jaar is een steekproef van

gemeenten getrokken waarbij rekening gehouden is met het aantal inwoners per gemeente.

Aanvankelijk zijn 101 gemeenten getrokken, waarbij de trekkingskans evenredig was aan de

populatieomvang van de gemeente. Bij de grotere gemeenten is een groter aantal dan het

standaardaantal adressen getrokken, zodat alle adressen in Nederland ongeveer dezelfde kans

hadden om in de steekproef te vallen.

Page 19: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 19/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Het was voor gemeenten een ongewoon druk jaar (invoering van de RNI, gemeenteraads -

verkiezingen en Europese verkiezingen). Een aantal gemeenten bleek niet bereid om mee te

werken, veelal omdat zij daarvoor de menskracht niet konden vrijmaken. Zij zijn vervangen door

gemeenten met ongeveer dezelfde populatieomvang. Uiteindelijk hebben 91 gemeenten aan

het onderzoek meegewerkt. Van de oorspronkelijke steekproef deden uiteindelijk 45

gemeenten mee, daarnaast deden 46 gemeenten mee als vervanger.

De verdeling naar inwonertal van deze 91 gemeenten komt redelijk overeen met die van de

oorspronkelijke steekproef, de 100.000+ gemeenten zijn enigszins ondervertegenwoordigd en

de gemeenten kleiner dan 50.000 juist oververtegenwoordigd. Nagegaan is, in hoeverre deze

gemeenten een representatief landelijk beeld vormen. Uit die analyse10

bleek, dat vooral in

postcodegebieden met een hoog percentage niet-westerse allochtonen het aantal geslaagde

gesprekken wat lager is geweest dan gemiddeld. Daarom is besloten om te herwegen naar het

percentage niet-westerse allochtonen per postcodegebied.

Steekproef random adressen

Alle deelnemende gemeenten kregen (centraal getrokken) porties te onderzoeken adressen

aangeleverd, waaronder per portie 25 random adressen. De grotere gemeenten kregen meer

dan één portie adressen aangeleverd. In totaal zijn 2550 random adressen aangeleverd, daarvan

zijn er 2081 succesvol onderzocht11

. De berekening van het landelijk kwaliteitspercentage is

gebaseerd op (alleen) deze random adressen.

2.2 Effectiviteit van selectie van risico-adressen

Bij risico-gestuurd adresonderzoek worden vooral adressen bezocht waarvoor aanwijzingen zijn

dat de gegevens van één of meer bewoners onjuist zijn. Op die manier kunnen gemeenten de

beschikbare menskracht veel effectiever inzetten: als 95% van de adressen correct is dan zijn er

gemiddeld 20 adresbezoeken aan willekeurige adressen nodig voor 1 niet -correct adres, maar

als een bepaald type risico-indicator gemiddeld in 50% van de gevallen een niet-correct adres

oplevert dan zijn voor 1 niet-correct adres slechts 2 adresbezoeken nodig en kan met dezelfde

capaciteit het tienvoudige resultaat worden bereikt.

Gemeenten zijn daarom geïnteresseerd in (en gebaat bij) informatie over de effectiviteit van

verschillende typen risico-adressen. Door de selectie van dergelijke adressen verder aan te

scherpen kan de effectiviteit nog worden vergroot.

Voor risico-gestuurd adresonderzoek is de kernvraag welke adressen het beste bezocht kun nen

worden, daarom hebben de meeste percentages in deze paragraaf betrekking op het aantal

adressen en niet op het aantal personen (op die adressen).

Voor het onderzoek naar risico-adressen zijn zes steekproeven getrokken12

, waarna de adressen

zijn aangeleverd aan de 91 deelnemende gemeenten. Voor de zes typen risico -adressen samen

10

Zie hiervoor Bijlage 5 van de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014. 11

Bij een volgende meting verdient het aanbeveling om naderhand een non-respons-analyse uit te voeren. 12

In Bijlage 5 van de Instrumentenmap Adresonderzoek 2014 is de steekproeftrekking beschreven en verantwoord, en in

Page 20: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 20/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

zijn in totaal netto 4570 adressen aangeleverd, waarvan 4371 adressen door de gemeenten één

of meer keren zijn bezocht13

. In 662 gevallen werd het adres (binnen de onderzoeksperiode) één

of meer keren tevergeefs bezocht, er werd niet opengedaan. In 119 gevallen weigerde de

bewoner medewerking aan het onderzoek (2,7 % van de bezochte risico -adressen).

Dat betekent, dat uiteindelijk 3590 risico-adressen succesvol onderzocht zijn: de bewoner heeft

de vragen beantwoord, zodat vastgesteld kon worden welke personen volgens de bewoner

feitelijk op dat adres wonen en in hoeverre dat overeenkomt met de personen die in de BRP op

dat adres geregistreerd staan. Of er is geconstateerd dat het adres duidelijk niet bewoond is (of

zelfs dichtgetimmerd of gesloopt), zodat eventuele op dat adres ingeschreven personen niet

correct geregistreerd kunnen zijn.

De effectiviteit van de zes typen risico-adressen is weergegeven in onderstaande tabel14

.

Tabel 5: Effectiviteit van zes typen risico-adressen

Type risico-adres Adressen

succesvol

bezocht

(gewogen)

Percentage

adressen

niet correct

(gewogen)

Aantal personen

niet correct

per 100 adressen

T.o.v. random

adressen

(7 per 100)

Adressen waarop briefadres gevestigd 665 52,3 % 65,7 x 9,4

Laatst bekende adressen VOW-ers 836 16,9 % *)

44,1 *)

x 6,3 *)

Adressen met hoge bewonersdichtheid 303 34,0 % 105,9 x 15,2

Leegstandsadressen (BAG/BRP) 856 1,3 % 1,3 x 0,2

CJIB-adressen, niet woonachtig (politie) 373 22,8 % 102,4 x 14,7

Verwonder-adressen Belastingdienst 555 31,4 % 128,6 x 18,5

Totaal risico-adressen 3588 20,1 % **)

62,3 x 8,9 *)

NB: Dit is niet het percentage niet correct voor de VOW-ers op deze adressen, maar voor de personen die actueel ingeschreven staan op adressen waar een VOW-er heeft gewoond. **)

Percentage en effectiviteit voor vijf van de zes risico-adressen samen, exclusief VOW-adressen.

Het percentage niet correcte adressen is voor briefadressen het grootst (52,3%). De effectiviteit

kan ook worden afgemeten aan het aantal niet correcte personen per 100 adressen, dit is het

hoogst voor de verwonder-adressen van de Belastingdienst (100 adresbezoeken leveren 128,6

personen op waarvan het adresgegeven niet klopt), en ook voor adressen met een hoge

bewonersdichtheid (105,9) en CJIB-adressen (102,4) is dit hoog. De leegstandsadressen vormen

een uitzondering, hier bleek de nieuwe selectie die dit jaar is gehanteerd niet effectief.

In hoofdstuk 3 wordt elk van de zes typen risico-adressen op basis van nadere analyses van de

beschikbare gegevens uitgebreider besproken.

Bijlage 6 is beschreven welke queries zijn uitgevoerd om deze adressen te selecteren. 13

Aan de resterende 199 adressen zijn de gemeenten binnen de onderzoeksperiode niet toegekomen. Bij een volgende meting verdient het aanbeveling om naderhand om ook voor de risico-adressen een non-respons-analyse uit te voeren. 14

Voor deze analyses heeft een herweging plaatsgevonden (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014), daardoor ontstaan kleine verschillen in de totaal-aantallen ten opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.

Page 21: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 21/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

2.3 Follow up van de adresbezoeken: mutaties in de BRP

In het kader van het project Samen Werken aan Adreskwaliteit hebben 91 gemeenten in totaal

5671 adressen succesvol bezocht. Op 1658 van die adressen (101 random adressen en 1557

risico-adressen) bleek er een verschil te zijn tussen de personen die volgens de BRP op het

adres ingeschreven staan en de personen die daar volgens de bewoner feitelijk wonen.

Daar houdt het project Samen Werken aan Adreskwaliteit op, en begint het reguliere werk van

de gemeenten. Naar aanleiding van de bevindingen van het adresbezoek kan de gemeente

besluiten nader onderzoek te doen en op basis daarvan kan uiteindelijk een wijziging van de

gegevens in de BRP worden doorgevoerd. Dat moet uiteraard met zorgvuldigheid gebeuren, en

hiervoor gelden vastgelegde procedures.

Dat betekent dat het project Samen Werken aan Adreskwaliteit niet alleen leidt tot meer inzicht

(in het kwaliteitspercentage en in de effectiviteit van verschillende typen risico -adressen), maar

uiteindelijk ook een directe bijdrage levert aan het verhogen van de kwaliteit van de BRP. Een

interessante vraag is daarom in welke mate (en op welke termijn) de adresbezoeken van project

Samen Werken aan Adreskwaliteit hebben geleid tot correcties in de BRP. Het komend halfjaar

zal dit worden onderzocht.

Daarop vooruitlopend is in september 2014 aan de deelnemende gemeenten een korte enquête

gestuurd over de ‘follow up’ van de adresbezoeken. De vragenlijst is door 55 gemeenten

beantwoord. Van de adressen die bij deze gemeenten aanleiding gaven voor vervolgacties was

bij 76 % van de adressen inmiddels gestart met deze vervolgacties en bij 50 % waren deze

bovendien reeds afgerond. Van de op dat moment afgeronde vervolgacties heeft 78 % geleid tot

één of meer mutaties in de BRP. Het zorgvuldig uitvoeren van de 'follow up' vergt tijd (en bij de

gemeenten beschikbare capaciteit): 40 % van de gemeenten verwacht alle vervolgacties in

oktober afgerond te hebben, 37 % in november of december van dit jaar en 22 % begin 2015.

Page 22: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 22/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

3. Nadere analyses bevindingen risico-adressen 2014

Voor elk van de zes typen risico-adressen hebben wij een nadere analyse gemaakt van de over

die adressen beschikbare gegevens. Hoofddoel hiervan is het zoeken naar aanknopingsputen

om volgend jaar de selectie van het risico-adres zo mogelijk verder aan te scherpen. Daarnaast

leveren de nadere analyses meer inzicht op in de kenmerken van de risico -adressen en van de

personen waarvoor het adresgegeven niet correct bleek te zijn.

3.1 Adressen waarop een briefadres gevestigd

In de afgelopen jaren is het totaal aantal personen met een briefadres gestaag afgenomen. Het

blijft echter nuttig om aandacht te besteden aan de (resterende) briefadressen. In een deel van

de gevallen is het gebruik hiervan legitiem, maar net als bij verhuizingen geldt ook hier dat niet

iedereen er aan denkt om een briefadres weer op te heffen. In dit onderzoek is een selectie15

van briefadressen bezocht.

Percentage niet-correct voor briefadressen

Bij de 665 onderzochte adressen waarop een briefadres is gevestigd bleken op 47,67% van de

adressen alle personen correct geregistreerd te zijn. Bij ruim de helft (52,3 %) van de bezochte

risico-briefadressen bleek de registratie niet te kloppen. De selectie die voor dit type risico -

adres is gehanteerd blijkt dus zeer effectief. Ook in 2013 bleek deze selectie zeer ef fectief, toen

was 50,6 % van de briefadressen incorrect.

In de meeste gevallen bleek de ‘briefadresser’ gewoon op het adres te wonen: op 271 adressen

woonden één of meer personen, die volgens de BRP op het adres (alleen) een briefadres

hadden gevestigd, daar volgens de bewoner feitelijk (40,75%). Daarnaast waren op 51 adressen

één of meer van de geregistreerde briefadressers niet bij de bewoner bekend (7,67%). De

andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.

Tabel 6: Brief-adressen: correct en niet-correct geregistreerd

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd 317 47,67 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 348 52,33 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (5) (0,75 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (9) (1,35 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (271) (40,75 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (51) (7,67 %)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (0)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (5) (0,75 %)

Totaal 665 100,00 %

Door herweging (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014) ontstaan kleine verschillen ten

opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.

15

Adressen waarop volgens de BRP een briefadres is gevestigd, met uitzondering van stichtingen zoals Leger des Heils.

Page 23: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 23/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Op briefadressen staan gemiddeld 3,4 personen per adres ingeschreven, dat is iets meer dan op

een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).

Kenmerken van niet-correcte personen op briefadressen

Wat zijn de kenmerken van de personen op de 348 adressen die niet-correct bleken? In tabel 7

zijn enkele kenmerken van de 437 personen op deze adressen, waarvoor de geregistreerde

gegevens niet bleken te kloppen met de feitelijke situatie, weergegeven.

Tabel 7: Kenmerken van niet-correcte personen op brief-adressen

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 9 2,1% 15,5 %

15-24 jaar 28 6,5% 13,3 %

25-44 jaar 90 20,7% 23,0 %

45-64 jaar 123 28,3% 27,9 %

65 en ouder 184 42,4% 20,2 %

Geslacht

man 238 54,6% 49,0 %

vrouw 198 45,4% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 414 94,7% 95,2 %

Europese 7 1,6% 1,6 %

Noord-Amerikaanse 0

Overige 6 1,4% 1,2 %

Ons onbekend 10 2,3% 1,9 %

Totaal 437 100,00 % 100,00 %

Allereerst valt op dat veel (42,4%) van de briefadressers waarvan de gegevens niet correct

waren 65 jaar of ouder zijn, ruim twee keer zo veel als het landelijk gemiddelde ( op basis van

alle ingeschreven personen op de random adressen). Kinderen en jongeren onder de 25 jaar zijn

juist duidelijk ondervertegenwoordigd. De verdeling naar nationaliteit komt juist vrijwel exact

overeen met het landelijk gemiddelde.

De huidige selectie voor dit type risico-adres is (nog altijd) zeer effectief. Er is geen aanleiding

om de selectie aan te scherpen, en de nadere analyse biedt daarvoor ook geen duidelijke

aanknopingspunten.

3.2 Laatst bekende adressen van VOW-ers

Ruim 400.000 personen zijn in de BRP geregistreerd als zogeheten VOW-er: ‘vertrokken

onbekend waarheen’. Het kan bijvoorbeeld gaan om buitenlandse studenten of werknemers,

die weer naar hun eigen land zijn teruggekeerd maar zich niet in Nederland hebben laten

Page 24: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 24/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

uitschrijven. Deze personen zijn ambtshalve geregistreerd als geëmigreerd naar een niet bekend

adres in het buitenland.

Uit de laatst bekende adressen van VOW-ers die sinds maximaal 5 jaar ‘VOW staan’ is een

steekproef getrokken. De (wel) op dat adres ingeschreven personen zijn aangeleverd aan de

gemeenten, samen met de naam (of namen) van de VOW-er(s) die voorheen op dat adres

ingeschreven hebben gestaan. De gemeenten is gevraagd om van elke VOW-er na te gaan of

deze eerder VOW heeft gestaan (en tussentijds weer ingeschreven is geweest ) en of deze in de

periode 2009-2014 een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs heeft aangevraagd. Vervolgens

zijn de geselecteerde ‘VOW-adressen’ bezocht.

3.2.1 Kenmerken van de VOW-ers

Percentage niet-correct voor laatst bekende adressen van VOW-ers

Als een VOW-er in de werkelijkheid nog op het betreffende adres zou wonen, dan kan de

bewoner zijn of haar naam spontaan genoemd hebben. Dit is nauwelijks gebeurd: van de 1404

VOW-ers werden er vijf (spontaan) door de bewoner genoemd als woonachtig op het adres.

Door een fout in de routing van de vragenlijst is helaas niet vervolgens doorgevraagd en

expliciet aan de respondent gevraagd of de VOW-er(s), die ooit op dat adres ingeschreven

hebben gestaan, daar nog wonen en of de respondent weet waarheen deze vertrokken is.

Daardoor is de informatie die over dit type risico-adres is verzameld helaas beperkter dan de

bedoeling was.

Het loont de moeite om de laatstbekende adressen van VOW-ers te bezoeken en/of navraag te

doen naar deze VOW-ers. De gemeente Amsterdam heeftn dat voor 51 geselecteerde VOW-

adressen (met in totaal 72 VOW-ers) op een aantal manieren gedaan. Daarbij werd over vrijwel

alle VOW-ers nadere informatie verkregen, veelal over het land waarheen deze vertrokken

waren, waarna de registratie kon worden aangepast.

Kenmerken van de VOW-ers

Wat zijn de kenmerken van de VOW-ers die (ooit) op deze 836 adressen hebben gewoond? In

tabel 8 zijn de kenmerken van deze 1404 VOW-ers weergegeven.

Een belangrijk deel van de VOW-ers staat al geruime tijd geregistreerd als ‘vertrokken onbekend

waarheen’, bijna de helft sinds 2011 of eerder. Voor een deel van de VOW -ers (533 van 1404)

hebben de gemeenten nagegaan of deze eerder VOW hebben gestaan (en tuss entijds weer

ingeschreven zijn geweest. Dat blijkt voor 20,64% van deze 533 VOW -ers het geval, een deel van

hen heeft zelfs 2 keer of vaker VOW gestaan. Ook is nagegaan of zij in de afgelopen vijf jaar een

paspoort/identiteitsbewijs en/of een rijbewijs hebben aangevraagd: 26,83% blijkt dat gedaan te

hebben, in de meeste gevallen een paspoort of identiteitsbewijs.

Page 25: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 25/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 8: Kenmerken van de VOW-ers

Kenmerk aantal VOW-ers

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Sinds hoe lang VOW

sinds 2009 156 11,11 %

sinds 2010 264 18,80 %

sinds 2011 253 18,02 %

sinds 2012 295 21,01 %

sinds 2013 323 23,01 %

sinds 2014 113 8,05 %

Eerder al eens VOW

ja 110 20,64 %

waarvan: 1 keer eerder (68) (12,76 %)

2 keer eerder (22) (4,13 %)

3 of meer keer eerder (20) (3,75 %)

nee 423 79,36 %

(onbekend) (871)

Paspoort of rijbewijs aangevraagd

ja 143 26,83 %

waarvan: alleen paspoort/IDkaart (108) (20,26 %)

alleen rijbewijs (11) (2,06 %)

zowel paspoort als rijbewijs (24) (4,50 %)

nee 390 73,17 %

(onbekend) (871)

Leeftijd

0-14 jaar 85 6,05 % 15,5 %

15-24 jaar 123 8,76 % 13,3 %

25-44 jaar 850 60,54 % 23,0 %

45-64 jaar 318 22,65 % 27,9 %

65 en ouder 28 1,99 % 20,2 %

Geslacht

man 987 70,30 % 49,0 %

vrouw 417 29,70 % 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 509 36,25 % 95,2 %

Europese 578 41,17 % 1,6 %

Noord-Amerikaanse 19 1,35 %

Overige 178 12,68 % 1,2 %

Ons onbekend 120 8,55 % 1,9 %

Totaal 1404 100,00 % 100,00 %

De groep VOW-ers wijkt qua samenstelling duidelijk af van het landelijk gemiddelde (op basis

van alle ingeschreven personen op de random adressen). De VOW-ers zijn veel vaker dan

gemiddeld 25-44 jaar oud, het zijn veel vaker mannen en – niet verrassend – een veel groter

Page 26: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 26/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

deel heeft niet de Nederlandse nationaliteit: een groot deel heeft een (andere) Europese

nationaliteit (41,17%).

3.2.2 Actueel ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’

Een andere interessante vraag is, hoe de adreskwaliteit is van de personen die op dit moment

op deze VOW-adressen ingeschreven staan.

Op de geselecteerde laatst bekende adressen van VOW-ers blijkt ook een veel groter deel van

de op dit moment op dat adres geregistereerde personen niet-correct te zijn (vergeleken bij de

random adressen). Op deze 836 VOW-adressen stonden in totaal 2173 personen ingeschreven.

Daarvan bleken 1805 personen (83,06%) correct geregistreerd en 368 personen waren niet-

correct geregistreerd (16,94%) Dat is duidelijk meer dan het landelijk percentage (2,91%, op

basis van de random adressen). Laatst bekende adressen van VOW-ers zijn daarmee, nog los

van de betreffende VOW-ers, ook op zichzelf een redelijk effectief type risico-adres.

In de meeste gevallen ging het om mensen die daar niet (meer) woonden: 203 geregistreerde

personen woonden volgens de bewoner niet op dat adres (9,34%), en 65 geregistreerde

personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken, onbekend waarheen’ (2,99%). Daarnaast

bleken 54 personen die volgens de BRP op het adres (alleen) een briefadres hadden gevestigd

er volgens de bewoner feitelijk te wonen (2,49%). En er werden 42 personen door de bewoner

genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,93%). De andere verschillen kwamen

veel minder vaak voor.

Tabel 9: Actueel ingeschreven personen op ‘VOW-adressen’: correct en niet-correct

aantal personen

(gewogen)

in %

exacte match: correct geregistreerd 1805 83,06%

niet-correct geregistreerd, waarvan: 368 16,94%

* geregistreerde persoon woont er niet (203) (9,34%)

* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (65) (2,99%)

* geregistreerde briefadresser woont op adres (54) (2,49%)

* geregistreerde briefadresser is niet bekend (1) (0,05%)

* niet-geregistreerde persoon woont op adres (42) (1,93%)

* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (3) (0,14%)

Totaal 2173 100,00 %

Kenmerken van de actueel ingeschreven personen op ‘VOW -adressen’

In tabel 10 zijn enkele kenmerken van de 368 personen die actueel ingeschreven staan op deze

adressen, waarvoor de geregistreerde gegevens niet bleken te kloppen met de feitelijke

situatie, weergegeven.

Page 27: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 27/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 10: Kenmerken van niet-correcte personen, actueel ingeschreven op ‘VOW-adressen’

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 14 4,0% 15,5 %

15-24 jaar 121 34,2% 13,3 %

25-44 jaar 151 42,7% 23,0 %

45-64 jaar 62 17,5% 27,9 %

65 en ouder 6 1,7% 20,2 %

Geslacht

man 258 70,5% 49,0 %

vrouw 108 29,5% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 225 61,14 % 95,2 %

Europese 59 16,03 % 1,6 %

Noord-Amerikaanse 1 0,27 %

Overige 29 7,88 % 1,2 %

Ons Onbekend 54 14,68 % 1,9 %

Totaal 368 100,00 % 100,00 %

De niet correct ingeschreven personen op de ‘VOW-adressen’ zijn vooral jongeren (15-24 jaar)

en personen van 25-44 jaar oud, respectievelijk 34,2% en 42,7%. Daarnaast gaat het in re latief

veel gevallen om mannen (70,5%). Daarnaast blijkt een belangrijk deel niet de Nederlandse

nationaliteit te hebben: 16,03% bijvoorbeeld heeft een (andere) Europese nationaliteit .

3.3 Adressen met hoge bewonersdichtheid

Mogelijke ‘overbewoning’, opvallend veel bewoners op één adres, is een mogelijk risico-signaal.

Dit jaar zijn hiervoor adressen geselecteerd waarvoor het woonoppervlak (op basis van BAG -

gegevens) per ingeschreven bewoner minder dan 12 m2 was.

Percentage niet-correct voor adressen met hoge bewonersdichtheid

Bij de 303 onderzochte adressen met hoge bewonersdichtheid bleken op 66,01% van de

adressen alle personen correct geregistreerd te zijn. Bij 103 adressen (33,99%) bleek de

registratie niet te kloppen. De selectie blijkt dus een effectieve indicator te zijn. Vorig jaar is

hiervoor een andere indicator gebruikt (adressen met mogelijke overbewoning, volgens de

SVB), die minder effectief bleek (daarvan was 17,3% incorrect).

De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 60 adressen

woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (19,80%),

en op 31 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken

naar buitenland, onbekend waarheen’ (10,23%). Daarnaast werden op 9 adressen één of meer

Page 28: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 28/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

personen door de bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden ( 2,97%). De

andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.

Tabel 11: Adressen met hoge bewonersdichtheid: correct en niet-correct geregistreerd

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd 200 66,01 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 103 33,99 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (60) (19,80 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (31) (10,23 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (2) (0,66 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (9) (2,97 %)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,33 %)

Totaal 303 100,00 %

Voor het type risico-adres ‘hoge bewonersdichtheid’ zijn dit jaar adressen geselecteerd met een

gemiddeld woonoppervlak per persoon kleiner dan 12 m2. In onderstaande figuur zijn alle

onderzochte adressen uitgesplitst naar gemiddeld woonoppervlak, om te bezien of die grens

gelukkig gekozen is.

Figuur 12: Aantal correcte en niet-correcte adressen, naar woonoppervlak per bewoner

Enerzijds de ondergrens: er zijn 12 adressen onderzocht met (volgens de BAG-gegevens) minder

dan 4 m2 woonoppervlak per bewoner en daarvan bleek meer dan de helft niet correct. Het

Page 29: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 29/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

aantal adressen met minder dan 4 m2 woonoppervlak per bewoner was weliswaar niet groot,

maar het lijkt verstandig om de ondergrens te handhaven en niet te op te trekken.

Anderzijds de bovengrens: in Amsterdam bijvoorbeeld hanteert men 10 m2 woonoppervlak per

bewoner als bovengrens, is 12 m2 per bewoner niet te hoog? Ook bij adressen met 10 tot 12 m

2

woonoppervlak per bewoner bleek nog een substantieel percentage (30%) niet correct, en hier

zijn bovendien de absolute aantallen groter (en dus ook het aantal geconstateerde niet correcte

adresgegevens). Wij stellen daarom voor om de grens volgend jaar juist nog iets verder te

verhogen: tot 15 m2 woonoppervlak.

Kenmerken van personen op adressen met hoge bewonersdichtheid

Naar aantal personen bezien (i.p.v. aantal adressen) ging het in de meeste gevallen om mensen

die daar niet (meer) woonden: 227 geregistreerde personen woonden volgens de bewoner niet

op dat adres (13,54%), en 65 geregistreerde personen waren volgens de bewoner ‘vertrokken,

onbekend waarheen’ (3,88%). Daarnaast werden 22 personen door de bewoner genoemd die

niet op het adres geregistreerd stonden (1,31%). De andere verschillen kwamen veel minder

vaak voor.

Tabel 13: Correct en niet-correct geregistreerde personen op adressen met hoge bewonersdichtheid

aantal personen

(gewogen)

in %

exacte match: correct geregistreerd 1356 80,86%

niet-correct geregistreerd, waarvan: 321 19,14%

* geregistreerde persoon woont er niet (227) (13,54%)

* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (65) (3,88%)

* geregistreerde briefadresser woont op adres (4) (0,24%)

* geregistreerde briefadresser is niet bekend (0)

* niet-geregistreerde persoon woont op adres (22) (1,31%)

* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (2) (0,12%)

Totaal 1677 100,00%

Op de adressen met een hoge bewonersdichtheid staan gemiddeld 5,5 personen per adres

ingeschreven. Dat is veel meer dan op een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan

gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).

Op de adressen met een hoge bewonersdichtheid is een relatief groot aantal niet-correct

geregistreerde personen 25-44 jaar oud (42,0%), en vooral personen van 45 jaar of ouder zijn

juist ondervertegenwoordigd. Veel van de niet-correct geregistreerde personen heeft niet de

Nederlandse nationaliteit: 23,1% bijvoorbeeld heeft een Europese nation aliteit.

Van personen op de adressen met een hoge bewonersdichtheid die niet de Nederlandse

nationaliteit hebben blijkt een groter deel niet correct geregistreerd te zijn: gemiddeld 35%.

Naar leeftijd en naar geslacht zijn er niet zulke duidelijke verschi llen.

Page 30: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 30/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 14: Kenmerken van niet-correcte personen op adressen met hoge bewonersdichtheid

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 37 12,1% 15,5 %

15-24 jaar 74 24,1% 13,3 %

25-44 jaar 129 42,0% 23,0 %

45-64 jaar 43 14,0% 27,9 %

65 en ouder 24 7,8% 20,2 %

Geslacht

man 175 54,7% 49,0 %

vrouw 145 45,3% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 175 54,5% 95,2 %

Europese 74 23,1% 1,6 %

Noord-Amerikaanse 8 2,5%

Overige 38 11,8% 1,2 %

Ons onbekend 26 8,1% 1,9 %

Totaal 321 100,00 % 100,00 %

3.4 Leegstandsadressen (o.b.v. BAG/BRP)

Vorig jaar hebben gemeenten een aantal adressen met administratieve leegstand geselecteerd

uit hun eigen leegstandsregister. Dat bleek een effectieve indicator (45,7 % was incorrect).

Omdat dit jaar gekozen is voor centrale steekproeftrekking was dat dit keer niet mogelijk. Dit

jaar is een selectie gemaakt op basis van de BAG (adressen met een woonfunct ie) vergeleken

met de BRP (op welke van die adressen staat niemand ingeschreven). Dat is geen effectieve

indicator gebleken: in veruit de meeste gevallen bleek op die adressen inderdaad niemand te

wonen, slechts 1,29% was niet correct. In overleg met de gemeenten zou voor volgend jaar

verder onderzocht moeten worden of een betere operationalisering van het begrip leegstand

voor de toekomst ontwikkeld kan worden, mede gezien het grote verschil ten opzichte van het

vorige onderzoek.

Percentage niet-correct voor leegstands-adressen

Bij de 856 onderzochte leegstands-adressen bleken op 98,71% van de adressen de registratie

correct: er woonde inderdaad niemand. Bij 11 adressen (1,29%) bleek de registratie niet te

kloppen: op 7 adressen woonde niemand, terwijl volgens de actuele BRP-gegevens van de

gemeente één of meer personen op dat adres geregistreerd waren (0,82%), en op 4 adressen

bleken één of meer personen te wonen die niet op het adres geregistreerd stonden (0,47%).

Page 31: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 31/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 15: Leegstands-adressen: correct en niet-correct geregistreerd

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd *)

845 98,71 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 11 1,29 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (7) (0,82 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (0)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (0)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (0)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (4) (0,47 %)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (0)

Totaal 856 100,00 % *)

in dit geval: niemand geregistreerd, en inderdaad niemand woonachtig

De meeste leegstaande woningen hadden (volgens de BAG) alleen een woonfunctie, 17,5% had

daarnaast ook één of meer andere functies. Vooral bij de laatste groep maakte het actualiseren

van de gegevens kort voor het adresbezoek op basis van de lokale BRP een duidelijk verschil: op

45 adressen waren inmiddels één of meer personen ingeschreven, die er vervolgens inderdaad

bleken te wonen.

3.5 CJIB-adressen, niet woonachtig (o.b.v. politiewaarneming)

Ook dit jaar heeft het CJIB, één van de afnemers van BRP-gegevens, een set risico-adressen

aangeleverd. Het gaat hier om adressen waar (bij het innen van verkeersboetes) uiteindelijk de

politie heeft geconstateerd dat de betreffende persoon niet op het adres woont.

Percentage niet-correct voor CJIB-adressen

Bij de 373 onderzochte CJIB-adressen bleken op 77,21% van de adressen alle personen (volgens

de bewoner) correct geregistreerd te zijn. Bij 85 adressen (22,79%) bleek de registratie niet te

kloppen. De selectie voor dit type risico-adres is dus redelijk effectief. Vorig jaar was het

rendement van de CJIB-adressen nog hoger (32,8 % incorrect).

Tabel 16: CJIB-adressen: correct en niet-correct geregistreerd

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd 288 77,21 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 85 22,79 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (42) (11,26 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (26) (6,97 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (3) (0,80 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (1) (0,27 %)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (6) (1,61 %)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (1) (0,27 %)

Totaal 373 100,00 %

Door herweging (zie Bijlage 5 van Instrumentenmap Adresonderzoek 2014) ontstaan kleine verschillen ten

opzichte van de ongewogen aantallen en totalen.

Page 32: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 32/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 42 adressen

woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (11,26%),

en op 26 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken

naar buitenland, onbekend waarheen’ (6,97%). Daarnaast werden op 6 adressen één of meer

personen door de bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,61%). De

andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.

Op de CJIB-adressen staan gemiddeld 4,8 personen per adres ingeschreven. Dat is meer dan op

een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).

Onder de 85 CJIB-adressen die niet correct bleken, komen twee categorieën huishoudens veel

vaker voor dan gemiddeld: huishoudens met meer dan twee volwassenen maar zonder kinderen

(36,5%) en huishoudens met meer dan twee volwassenen en mèt één of meer kinderen (27,1%).

De andere categorieën huishoudens komen juist veel minder vaak voor.

Tabel 17: Samenstelling huishouden op niet-correcte CJIB-adressen

Kenmerk aantal adressen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle

random adressen (in %)

Samenstelling huishouden

1 volwassene, geen kinderen 11 12,9% 28,0%

2 volwassenen, geen kinderen 15 17,6% 34,8%

meer dan 2 volwassenen, geen kinderen 31 36,5% 9,9%

1 volwassene, met kind(eren) 2 2,4% 4,1%

2 volwassenen, met kind(eren) 3 3,5% 18,5%

meer dan 2 volwassenen, met kind(eren) 23 27,1% 4,7%

Ons onbekend 0 0,1%

Totaal 85 100,00 % 100,00 %

Kenmerken van niet-correcte personen op CJIB-adressen

Wanneer wij kijken naar de aantallen personen (i.p.v. aantallen adressen), dan blijkt een relatief

groot aantal niet correct geregistreerde personen op CJIB-adressen 25-44 jaar oud (46,2%), en

vooral kinderen (0-14 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder) zijn juist ondervertegenwoordigd.

Daarnaast is een groot aantal niet correct geregistreerde personen op CJIB-adressen van het

mannelijk geslacht (74,2%). Vergeleken met het landelijk gemiddelde (op basis van alle

personen op de random adressen) hebben iets meer personen niet de Nederlandse

nationaliteit: 5,8% heeft bijvoorbeeld een Europese nationaliteit.

Page 33: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 33/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 18: Kenmerken van niet-correcte personen op CJIB-adressen

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 13 3,5% 15,5 %

15-24 jaar 57 15,3% 13,3 %

25-44 jaar 172 46,2% 23,0 %

45-64 jaar 105 28,2% 27,9 %

65 en ouder 25 6,7% 20,2 %

Geslacht

man 282 74,2% 49,0 %

vrouw 98 25,8% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 325 85,1% 95,2 %

Europese 22 5,8% 1,6 %

Noord-Amerikaanse 0 0,0%

Overige 12 3,1% 1,2 %

Ons onbekend 23 6,0% 1,9 %

Totaal 382 100,00 % 100,00 %

3.6 Verwonder-adressen van Belastingdienst

De Belastingdienst, een andere afnemer van BRP-gegevens, heeft dit jaar voor het eerst een

aantal ‘verwonder-adressen’ aangeleverd. Voor een deel zijn dit adressen waarop meer dan één

toeslag van eenzelfde soort wordt uitgekeerd, en daarnaast adressen waar vandaan post

onbestelbaar retour is gekomen.

Percentage niet-correct voor verwonder-adressen Belastingdienst

Bij de 555 onderzochte Belastingdienst-adressen bleken op 68,65% van de adressen alle

personen correct geregistreerd te zijn. Bij 174 adressen (31,35%) bleek de registratie niet te

kloppen. De selectie van deze risico-adressen is dus effectief.

De meeste verschillen betroffen mensen die niet (meer) op het adres woonden. Op 76 adressen

woonden volgens de bewoner één of meer geregistreerde personen niet op dat adres (13,69%),

en op 50 adressen waren één of meer geregistreerde personen volgens de bewoner ‘vertrokken

naar buitenland, onbekend waarheen’ (9,01%). Daarnaast kwam ook het omgekeerde voor: op

42 adressen werden één of meer personen door de bewoner genoemd die niet op het adres

geregistreerd stonden (7,57%). De andere verschillen kwamen veel minder vaak voor.

Page 34: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 34/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 19: Verwonder-adressen Belastingdienst: correct en niet-correct geregistreerd

aantal adressen

(gewogen)

in %

exacte match: iedereen correct geregistreerd 381 68,65 %

niet-correct geregistreerd, waarvan: 174 31,35 %

* één of meer geregistreerde personen wonen er niet (76) (13,69 %)

* één of meer geregistreerde personen volgens bewoner VOW (50) (9,01 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers wonen op adres (2) (0,36 %)

* één of meer geregistreerde briefadressers is niet bekend (2) (0,36 %)

* één of meer niet-geregistreerde personen wonen op adres (42) (7,57 %)

* één of meer niet-geregistreerde briefadressers heeft briefadres (2) (0,36 %)

Totaal 555 100,00 %

Op de verwonder-adressen van de Belastingdienst staan gemiddeld 8,2 personen per adres

ingeschreven. Dat is veel meer dan op een ‘gemiddeld’ adres (op de random adressen staan

gemiddeld 2,4 personen ingeschreven).

Onder de 174 verwonder-adressen die niet correct bleken, komen twee categorieën

huishoudens veel vaker voor dan gemiddeld: huishoudens met meer dan twee volwassenen

maar zonder kinderen (62,6%) en huishoudens met meer dan twee volwassenen en mèt één of

meer kinderen (28,2%). De andere categorieën huishoudens komen juist nauwelijks voor.

Tabel 20: Samenstelling huishouden op niet-correcte verwonder-adressen Belastingdienst

Kenmerk aantal adressen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle

random adressen (in %)

Samenstelling huishouden

1 volwassene, geen kinderen 6 3,4% 28,0%

2 volwassenen, geen kinderen 7 4,0% 34,8%

meer dan 2 volwassenen, geen kinderen 109 62,6% 9,9%

1 volwassene, met kind(eren) 1 0,6% 4,1%

2 volwassenen, met kind(eren) 2 1,2% 18,5%

meer dan 2 volwassenen, met kind(eren) 49 28,2% 4,7%

Ons onbekend 0 0,1%

Totaal 174 100,00 % 100,00 %

Kenmerken van personen op verwonder-adressen Belastingdienst

Kijken we naar het aantal personen (i.p.v. naar het aantal adressen) dan ging het in de meeste

gevallen om mensen die daar niet (meer) woonden: 463 geregistreerde personen woonden

volgens de bewoner niet op dat adres (10,12%), en 118 geregistreerde personen waren volgens

de bewoner ‘vertrokken, onbekend waarheen’ (2,58%). Daarnaast werden 64 personen door de

bewoner genoemd die niet op het adres geregistreerd stonden (1,40%). De andere verschillen

kwamen minder vaak voor.

Page 35: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 35/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Tabel 21: Correct en niet-correct geregistreerde personen op verwonder-adressen Belastingdienst

aantal personen

(gewogen)

in %

exacte match: correct geregistreerd 3860 84,39%

niet-correct geregistreerd, waarvan: 714 15,61%

* geregistreerde persoon woont er niet (463) (10,12%)

* geregistreerde persoon is volgens bewoner VOW (118) (2,58%)

* geregistreerde briefadresser woont op adres (37) (0,81%)

* geregistreerde briefadresser is niet bekend (26) (0,57%)

* niet-geregistreerde persoon woont op adres (64) (1,40%)

* niet-geregistreerde briefadresser heeft briefadres (6) (0,13%)

Totaal 4574 100,00%

Kenmerken van niet-correcte personen op verwonder-adressen Belastingdienst

Een relatief groot aantal niet correct geregistreerde personen op verwonder-adressen van de

Belastingdienst is 15-24 jaar oud (22,7%) of 25-44 jaar oud (34,7%), en vooral kinderen (0-14

jaar) en personen van 45-64 jaar oud zijn ondervertegenwoordigd. Vergeleken met het landelijk

gemiddelde (op basis van alle personen op de random adressen) hebben meer personen niet de

Nederlandse nationaliteit: 9,8% heeft bijvoorbeeld een Europese nationaliteit.

Van personen op de verwonder-adressen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben blijkt

een groter deel niet correct geregistreerd te zijn: gemiddeld 34%, ruim twee keer zo veel als

alle personen op verwonderadressen (15,61%). Naar leeftijd en naar geslacht zijn er geen

duidelijke verschillen.

Tabel 22: Kenmerken van niet-correcte personen op verwonder-adressen Belastingdienst

Kenmerk aantal personen

niet correct

(gewogen)

in %

verdeling van alle personen

op random adressen (in %)

Leeftijd

0-14 jaar 33 4,9% 15,5 %

15-24 jaar 152 22,7% 13,3 %

25-44 jaar 233 34,7% 23,0 %

45-64 jaar 90 13,4% 27,9 %

65 en ouder 163 24,3% 20,2 %

Geslacht

man 393 55,6% 49,0 %

vrouw 314 44,4% 51,0 %

Nationaliteit

Nederlandse 535 74,9% 95,2 %

Europese 70 9,8% 1,6 %

Noord-Amerikaanse 2 0,3%

Overige 33 4,6% 1,2 %

Ons onbekend 74 10,4% 1,9 %

Totaal 714 100,00 % 100,00 %

Page 36: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 36/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

3.7 Suggesties voor volgende meting

Huidige zes typen risico-adressen

Het bezoeken van 100 willekeurige adressen levert gemiddeld 7 personen op waarvoor de

inschrijving niet klopt met wie er volgens de bewoner op dat adres wonen16

. De meeste van de

zes typen risico-adressen leveren een meer dan tien maal zo groot ‘rendement’ op van het

uitvoeren van adresbezoeken.

De selecties van briefadressen , adressen met hoge bewonersdichtheid en verwonder-adressen

van de Belastingdienst zijn het meest effectief gebleken:

52,33% van de briefadressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke

aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type

adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 briefadressen levert gemiddeld

65,7 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen;

33,99% van de adressen met hoge bewonersdichtheid bleek niet correct; het bezoeken van

100 adressen met hoge bewonersdichtheid levert gemiddeld 105,9 personen op waarvan de

geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen; op basis van de nadere analyse

wordt voorgesteld om volgend jaar de grens voor de selectie op te trekken tot 15 m2;

31,35% van de verwonder-adressen van de Belastingdienst bleek niet correct; de nadere

analyse levert geen duidelijke aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen ,

de selectie van dit type adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100

verwonder-adressen levert gemiddeld 128,6 personen op waarvan de geregistreerde

gegevens volgens de bewoner niet kloppen.

Ook de selecties van VOW-adressen en van het CJIB bleken redelijk effectief:

16,94% van de VOW-adressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke

aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type

adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 VOW-adressen levert gemiddeld

44,1 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen;

22,79% van de CJIB-adressen bleek niet correct; de nadere analyse levert geen duidelijke

aanknopingspunten om de selectie verder aan te scherpen, de selectie van dit type

adressen blijft daarom ongewijzigd; het bezoeken van 100 briefadressen levert gemiddeld

102,4 personen op waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen.

Alleen de (nieuwe) selectie van leegstands-adressen is niet effectief gebleken:

1,29% van de leegstands-adressen bleek niet correct; het bezoeken van 100 leegstands-

adressen levert minder op dan het bezoeken van willekeurige adressen – gemiddeld 1,3

personen waarvan de geregistreerde gegevens volgens de bewoner niet kloppen ; daarom

wordt voorgesteld om volgend jaar in samenwerking met de gemeenten te zoeken naar een

andere selectie.

16

Berekend als: 145/2083 x100.

Page 37: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 37/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Suggesties voor andere risico-signalen

Door de gemeenten zijn verschillende suggesties gedaan voor andere risico-signalen, soms op

grond van inzichten en ervaringen in de praktijk en soms mede op basis van bevindingen uit

andere projecten of onderzoeken:

a) particuliere verhuurders: onderzoeken of de selectie van bepaalde risico-adressen (zoals

leegstands-adressen) effectiever wordt als de selectie wordt beperkt tot alleen niet-

corporatie-woningen; dit is wellicht met een combinatie van BAG- en BRK-gegevens

(Kadaster) te realiseren;

b) studenten die niet echt op kamers gaan (studiefinanciering), mogelijk toe te spitsen tot

jongeren die zich inschrijven bij een familielid in dezelfde stad;

c) schijnverlatingen à la Bronckhorst, één van de ouders met jonge kinderen schrijft zich in bij

een familielid in dezelfde stad (toeslagfraude);

d) gebruik maken van andere gegevens, bijvoorbeeld van de Sociale Verzekeringsbank (SVb ),

studiefinanciering (DUO), verbruiks- of contract-gegevens van energie-leveranciers,

kenteken-gegevens (RDW), Suwinet-gegevens (werkgevers, loonadres);

e) bijzondere verblijfsobjecten, zoals bijvoorbeeld recreatiewoningen, maar wellicht ook

(particuliere) studentenhuizen; eventueel ook adressen met herhaalde leegstand?

Page 38: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 38/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

4. Aanbevelingen

Jaarlijks vaststellen kwaliteit adresgegeven in de BRP a) De gehanteerde methode voor het vaststellen van de kwaliteit van het adresgegeven in de

BRP (op landelijk niveau) heeft zich inmiddels bewezen. Echter het bezoeken van random

adressen wordt door veel gemeenten als tijdsverspilling ervaren. Onderzoek (bijvo orbeeld

in overleg met gemeenten en wellicht het CBS) of er alternatieve manieren zijn om deze

onderzoeksgegevens te verzamelen. Hou echter wel vast aan risicogestuurd

adresonderzoek, welke zijn effectiviteit heeft bewezen, opnieuw in 2015 en verder.

Rapporteer jaarlijks over de resultaten.

b) Het vaststellen van de kwaliteit van de BRP op gemeentelijk niveau (i.p.v. op landelijke

niveau) vergt een onevenredig grote inspanning (in de orde van grootte van 2000 adressen

per gemeente). Vraag daarom gemeenten om hun capaciteit vooral in te zetten op risico-

adressen en (dus) op het verbeteren van de kwaliteit. Gemeenten richten zich liever op de

echte risico-adressen.

c) Richt een uniform proces in voor het centraal aanleveren aan gemeenten van random

adressen voor het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van de BRP. Borg daarbij dat aan de

wet- en regelgeving wordt voldaan, waarbij ook eenduidig wordt vastgelegd hoe deze wet -

en regelgeving in samenhang eruitziet. Maak hiervan gebruik van de analyse die is

uitgevoerd (opgenomen in de instrumentenmap).

d) Ontwikkel een standaard voor adresbezoeken te gebruiken tooling, waarmee gemeenten

jaarlijks op uniforme wijze de adresbezoeken kunnen uitvoeren.

Faciliteren risico-gestuurd adresonderzoek e) Zet met kracht in op risico-gestuurd adresonderzoek. Voor het overgrote deel van alle

personen in de BRP is het adres correct geregistreerd: 97,09%. Slechts voor 2,91% van de

personen is het adresgegeven niet juist. Voor het verbeteren van de adreskwaliteit in de

BRP heeft het daarom geen zin om (bijvoorbeeld steekproefsgewijs) alle adressen te

onderzoeken17

. Risico-gestuurd adresonderzoek is een effectieve methode om onjuiste

(adres- en andere) gegevens in de BRP op te sporen en – na zorgvuldig nader onderzoek

door de gemeente – te corrigeren. De effectiviteit van adresonderzoek op risico-adressen is

vijf tot tien maal zo hoog als die van het bezoeken van willekeurige adressen.

f) Faciliteer daarom gemeenten (met name de wat minder grote) in praktische zin bij het

regelmatig uitvoeren van risico-gestuurd adresonderzoek, door centraal queries uit te

voeren en en bestanden te combineren en risico-adressen en de bijbehorende gegevens

centraal aan te leveren. Maar ook door de inhoudelijke en praktische voorbereiding die

daaraan voorafgaat. De selectie van risico-adressen is een complex, en dynamisch proces:

de werkelijkheid verandert en de selectie moet daarop blijven aansluiten. Het selecteren

van risico-adressen is daardoor geen sinecure, het is een leerproces. Door dat leerproces

samen te doorlopen hoeft hetzelfde wiel niet in elke gemeente opnieuw uitgevonden te

worden. Gemeenten zien dit ook als een welkome manier om te kunnen beschikken over

andere informatie en signalen dan alleen die uit de eigen registraties en organisatie.

17

Behalve uiteraard een beperkt aantal random adressen om jaarlijks het landelijk kwaliteits-percentage vast te stellen.

Page 39: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 39/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

g) Richt een uniform proces in voor het centraal aanleveren aan gemeenten van adressen voor

risico-gestuurd adresonderzoek. Borg daarbij dat aan de wet- en regelgeving wordt voldaan,

waarbij ook eenduidig wordt vastgelegd hoe deze wet- en regelgeving in samenhang

eruitziet. Maak hiervan gebruik van de analyse die is uitgevoerd (opgen omen in de

instrumentenmap).

h) Het combineren van gegevens uit andere registraties is (ondermeer door versch illen in

semantiek) niet altijd eenvoudig gebleken. Draag daarom ook bij aan het verder afstemmen

van definities, kwaliteit en volledigheid van andere registraties, dit zal bijdragen aan de

effectiviteit en de efficiëntie van het adresonderzoek.

Landelijke aanpak adresonderzoeken i) De resultaten, zowel van dit project ‘Samen Werken aan Adreskwaliteit’ als uit het

voorgaande project ‘Adresonderzoek Samen leren’, laten zien dat risico -gestuurd

adresonderzoek werkt. Aanbevolen wordt om deze projectaanpak en onderzoeksmethodiek

beschikbaar te maken voor alle gemeenten in Nederland. Het vergt een pro jectmatige

aanpak over de komende jaren om uiteindelijk alle gemeenten aan te laten haken. Voor

2015 zou enerzijds naar een vergroting van het aantal te onderzoeken adressen gekeken

moeten worden (15.000) en anderzijds naar een grotere deelname van het aantal

gemeenten om het vastgestelde aantal te bezoeken adressen uit te voeren. Daarnaast zou

eventueel het aantal onderzoeksmomenten uitgebreid kunnen worden.

j) Overweeg om op termijn (een steekproef van) gemeenten te verplichten om adresbezoeken

(tenminste voor de random adressen t.b.v. het jaarlijks vaststellen van de kwaliteit van het

adresgegeven in de BRP op landelijk niveau) uit te voeren.

k) Sluit waar mogelijk aan bij de wensen die bij gemeenten leven ten aanzien van de aanpak

van adresonderzoek. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om bij adresbezoeken de BRP -gegevens

voor het adres realtime te kunnen actualiseren. Sommige gemeenten hebben aangegeven

dat zij geïnteresseerd zijn in een vorm van ‘doorlopend risico-gestuurd adresonderzoek’,

waarbij de gemeente op elk moment een set risico-adressen kan opvragen ten behoeve van

een reeks adresbezoeken18

. Eventueel zelfs naar keuze cq. op verzoek een set risico-

adressen van een bepaald type. Gemeenten zouden daarbij graag zien dat risicosignalen

sneller en vollediger bij gemeenten terechtkomen.

l) Ontwikkel structurele samenwerking op landelijk niveau met andere organisaties, zoals dit

jaar met Belastingdienst en CJIB, zowel bij het aanleveren van risico-adressen als bij het

terugkoppelen van signalen over de onderzochte adressen. Dit is voor afnemers (zoals

Belastingdienst en CJIB) en andere organisaties die risico-signalen aanleveren vele malen

efficiënter dan op ad hoc basis voor één of enkele gemeenten een beperkte selectie van

gegevens aan te leveren. Breid de komende jaren stapsgewijs het aantal organisaties

waarmee wordt samengewerkt uit. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan energie -

leveranciers, de SVb, deurwaarders et cetera.

m) Verbind de vele initiatieven die op dit moment al lopen binnen de overheid op het gebied

van adresonderzoek en aanpak fraude. De daaruit voortvloeiende informatie wordt op dit

moment nog nauwelijks met elkaar gedeeld. Samenwerking en uitwisseling van signalen zal

leiden tot gerichtere leads, efficiëntere adresbezoeken en effectievere aanpak van fraude.

18

Daarnaast zal uiteraard jaarlijks op een vast moment een set random adressen onderzocht moeten worden t.b.v. het bepalen van het landelijk kwaliteits-percentage.

Page 40: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 40/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

n) Verbeter de kwaliteit van de BRP door adresonderzoek verder te professionaliseren door de

invoering van good practices (in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut Nederlandse

Gemeenten KING, de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken NVVB en/of de Vereniging

van Gemeentesecretarissen VGS). En door het ontwikkelen en aanbieden van hulpmiddelen

en opleidingen voor medewerkers, zoals in het kader van het project Naar Betrouwbare

Persoonsgegevens (NBP).

Risico-signalen en selectie van risico-adressen o) In het kader ‘Samen Werken aan Adreskwaliteit’ zijn onder andere de volgende suggesties

gedaan voor het aanscherpen of uitbreiden van de gehanteerde risico-signalen:

1. Breid de selectie van adressen met hoge bewonersdichtheid uit tot adressen met een

woonoppervlak tot 15m2 (in plaats van 12 m

2).

2. Zoek voor de selectie van leegstandsadressen, in samenwerking met de gemeenten,

naar een andere selectie dan dit jaar is gehanteerd.

3. Onderzoek of de selectie van risico-adressen (bijvoorbeeld voor leegstands-adressen)

effectiever wordt als de selectie wordt beperkt tot alleen niet -corporatie-woningen.

4. Breid het aantal typen risico-adressen verder uit, bijvoorbeeld door gebruik te maken

van gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVb), studiefinanciering (DUO), energie-

leveranciers, kentekengegevens (RDW), Suwinet-gegevens (werkgevers, loonadres).

5. Overweeg om bepaalde verblijfsobjecten of adressen gericht te onder zoeken, zoals

recreatiewoningen, studentenhuizen of adressen met herhaalde leegstand.

6. Onderzoek daarnaast de mogelijkheden om fraude-gerelateerde verschillen tussen het

geregistreerde en het werkelijke woonadres op te sporen, bijvoorbeeld studenten die

niet echt op kamers gaan en/of schijnverlatingen à la Bronckhorst .

p) Breid het aantal risico-signalen (typen risico-adressen) stapsgewijs verder uit. Onder andere

door met meer afnemers samen te gaan werken. En door structureel met afnemers en

gemeenten te overleggen over mogelijke nieuwe risicosignalen, waarbij de keuzes mede

bepaald kunnen worden door de aanpak van fraude.

q) Realiseer – technisch, juridisch en inhoudelijk - mogelijkheden om gegevens van andere

organisaties te gebruiken op landelijk niveau, bijvoorbeeld voor het combineren van

gegevens van energie-leveranciers met gegevens over (geregistreerde) leegstand.

Tot slot r) Adresbezoeken leveren een directe bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van de BRP:

niet correcte adressen zijn aanleiding voor nader onderzoek en leiden uiteindelijk tot

correcties in de BRP. Daarnaast zijn adresbezoeken een vorm van controle en handhaving,

die bijdraagt aan het tegengaan van misbruik en fraude.

s) De kwaliteit van de BRP wordt, behalve door controle en handhaving, vooral ook vergroot

in de werkprocessen en procedures. Stimuleer daarom – naast het adresonderzoek – zeker

ook het verder verbeteren van deze werkprocessen. Bij gemeenten, bijvoorbeeld aan het

loket burgerzaken en door samenwerking en gegevens-uitwisseling met andere

gemeentelijke diensten. Zie bijvoorbeeld de gerealiseerde afname van het aantal

briefadressen, en het beperken van de groei van het aantal VOW -ers in de BRP. Maar ook

bij andere organisaties, bijvoorbeeld door onderwijsinstellingen die buitenlandse studenten

die weer naar hun land terugkeren stimuleren om zich te laten uitschrijven. Hetzelfde

zouden werkgevers van ‘expats’ kunnen doen. Woningcorporaties eisen vaak deugdelijk

Page 41: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 41/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

bewijs van persoonsgegevens en bewaken en bestrijden onderhuur, waardoor de kwaliteit

van het adresgegeven volgens sommige gemeenten bij corporatiewoningen merkbaar beter

is dan bij woningen van particuliere verhuurders.

Page 42: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 42/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Bijlage 1. Projectorganisatie

Opdrachtgever:

Ministerie van BZK, Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties,

Directie Burgerschap en Informatiebeleid/Afdeling Identiteit,

Esther ’t Hoen (coordinator cluster BRP)

Opdrachtnemer:

Het project is uitgevoerd met een projectteam binnen ICTU, onder leiding van Sylvia Kuilboer.

Het projectteam:

benaderde een groot aantal gemeenten voor deelname en begeleidde hen bij de organisatie

van de adresbezoeken (accountmanagers),

verzorgde alle communicatie rond het project en de adresbezoeken en organiseerde

instructiebijeenkomsten en een evaluatie-bijeenkomst (communicatiemedewerkers),

maakte afspraken over de aanlevering van risico-adressen door Belastingdienst en CJIB,

bereidde technisch, juridisch en inhoudelijk de uit te voeren queries voor en begeleidde de

doorontwikkeling van de applicatie en het bestandsverkeer (projectleider ICT),

vertaalde de lessen van vorig jaar naar de onderzoeksopzet, bereidde de aanpassing van de

vragenlijst en invulling van de queries inhoudelijk voor en verzorgde het eindrapport van

het onderzoek (samen met prof. dr. Dirk Sikkel),

ondersteunde de projectmanager en het projectteam (projectondersteuner) .

Deelnemende partijen voor het aanleveren van risico-adressen:

CJIB

Belastingdienst

Selecteren en klaarzetten van onderzoeksgegevens:

Agentschap BPR

Desan BV

Applicatieontwikkeling:

Desan BV

Statistische analyses:

Dirk Sikkel, Sixtat

Tussentijdse onafhankelijke review van de methodiek:19

Kees Prins, CBS

José Gouweleeuw, CBS

Uitvoering van de adresbezoeken:

91 gemeenten (zie Bijlage 2)

19

De review geldt uitsluitend de gehanteerde methodiek en het meten van de kwaliteit van de BRP.

Page 43: Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 · sdvvsdvdsv Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag | Postbus 84011 2508 AA Den Haag (T) 070 888 7777 | (E) info@ictu.nl | (W) I (B)

Pagina 43/43

Datum 26-11-2014

Titel Samen werken aan Adreskwaliteit 2014 / Versie 1.2 / Definitief

Bijlage 2. Deelnemende gemeenten 2014

Aalburg Hillegom Soest *)

Achtkarspelen Hollands Kroon Spijkenisse

Albrandswaard Houten Steenwijkerland

Alkmaar Huizen *) Stein

Almelo *) Landsmeer Stichtse Vecht

Almere *) Leerdam Sudwest-Fryslan

Ameland Leeuwarden Terneuzen

Amstelveen Leidschendam-Voorburg Texel

Amsterdam *) Lelystad Tilburg *)

Apeldoorn Lingewaard Twenterand

Barendrecht Lisse Urk

Barneveld *) Maasdriel Valkenswaard

Berkelland Maastricht Veenendaal

Beuningen Midden-Delfland Venlo *)

Bunschoten *) Montferland Vlaardingen

Coevorden Mook en Middelaar *) Vlissingen *)

Cuijk *) Nieuwkoop Voorst *)

Doetinchem Nijmegen *) Waalwijk

Dronten *) Oost Gelre *) Wageningen

Druten Oosterhout West Maas en Waal

Ede *) Ouder-Amstel Westland

Emmen *) Overbetuwe Wijdemeren

Epe Peel en Maas Wijk bij Duurstede

Ferwerderadiel Purmerend *) Woudenberg

Franekeradeel Ridderkerk Zaanstad

Geertruidenberg *) Rijnwaarden Zeist

Groningen Roermond Zoetermeer

Haarlem Rotterdam Zundert

Heerde *) Sint Anthonis Zwartewaterland

Heerenveen *) Sluis Zwolle *)

Heerhugowaard *) gemeenten die ook in 2013 hebben deelgenomen