SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook...

40
SADANopdracht 2015- 2016 MAARTEN DE CLERCQ 1BaSWb

Transcript of SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook...

Page 1: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

SADANopdracht

2015-2016

Maarten De Clercq

1BaSWb

Page 2: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave.......................................................................................................................................1

1 Algemene Onderwerpsverkenning.................................................................................................1

1.1 Van thema naar informatie- of onderzoeksvragen en zoektermen........................................1

1.1.1 Informatie- of onderzoeksvragen...................................................................................1

1.1.2 Trefwoorden en zoektermen..........................................................................................1

1.1.3 Verkennende zoekopdracht............................................................................................1

1.1.4 Verkennende en exploratieve zoekopdracht via Limo....................................................2

1.1.5 Bruikbaarheid en betrouwbaarheid................................................................................2

1.1.6 Wat ik meeneem............................................................................................................2

1.1.7 Afbakenen of verbreden van thema...............................................................................2

2 De basistekst..................................................................................................................................3

2.1 Maak een analyse van je basistekst aan de hand van volgende elementen...........................3

2.1.1 Bronvermelding van je basistekst...................................................................................3

2.1.2 Welke organisatie is belangrijk voor de tekst?...............................................................3

2.1.3 Wie schreef de tekst?.....................................................................................................3

2.1.4 Hoe is de tekst opgebouwd?...........................................................................................3

2.1.5 Gelijksoortige info...........................................................................................................3

2.1.6 Lijsten.............................................................................................................................8

2.1.7 Samenvatting................................................................................................................11

2.1.8 Maak een PowerPoint presentatie...............................................................................12

3 Beschikking krijgen en meer zoeken.............................................................................................13

3.1 Zijn er publicaties binnen handbereik?.................................................................................13

3.2 Auteurs.................................................................................................................................15

3.3 Zoek ter plaatste in de bib....................................................................................................15

3.4 Zoek verder buiten je basistekst...........................................................................................16

4 Contextualiseren..........................................................................................................................18

4.1 Organisaties in verband met pesten.....................................................................................18

4.2 Juridische documenten.........................................................................................................19

4.3 De maatschappelijke context...............................................................................................20

4.4 Statistieken...........................................................................................................................21

4.5 Cijfergegevens verwerken en er zelf maken.........................................................................22

5 Besluit:..........................................................................................................................................23

Page 3: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

5.1 Gevonden info:.....................................................................................................................23

5.2 Verloop opdracht- vaardigheden:.........................................................................................23

Page 4: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

1 Algemene Onderwerpsverkenning

1.1 Van thema naar informatie- of onderzoeksvragen en zoektermen1.1.1 Informatie- of onderzoeksvragen

Wat is het verschil tussen pesten en plagen• Soorten pesten• De pestkop van zijn meelopers• Profiel van de gepeste• De oorzaken van pesten • De gevolgen van pesten• Methoden voor leerkrachten tegen pesten• Methoden tegen pesten voor de leerlingen en ouders• Organisaties tegen pesten• Pesten in de media

1.1.2 Trefwoorden en zoektermen

We kwamen aan deze trefwoorden toen we hebben gebrainstormd over wat ons thema ging gaan. Oorzaken van pesten (Waarom pest men?) Gevolgen van pesten (Wat zijn de gevolgen van pesten?) Soorten Pesters (Zijn er verschillende soorten van pesters?) Methoden van pesten (Wat zijn de methoden van pesten?) Pesten in de media (Pesten komt ook vaak in de media.) Organisaties tegenpesten (Er zijn veel organisaties tegen pesten.)

Plagen en pesten De slachtoffers De daders Meelopers en toeschouwers Op school Op het werk Buurtpesten Bestrijding en juridische kwalificatie Extreme gevallen uit de media Pesten in boeken Pesten in films

1.1.3 Verkennende zoekopdrachtHoeveel resultaten bekom je?

29 resultaten voor plagen en pesten29 resultaten voor slachtoffers van pesten29 resultaten voor de daders van pesten29 resultaten voor de meelopers en toeschouwers29 resultaten voor pesten op school

1

Page 5: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

Soorten informatiebronnen

Soort bron Aantal

artikel krant -

boek -

website 29

1.1.4 Verkennende en exploratieve zoekopdracht via Limo

Soort bron Aantal

artikel krant 13

boek 26

website 0

Games 1

1.1.5 Bruikbaarheid en betrouwbaarheid

Volgens mij zijn beide bronnen betrouwbaar en ook bruikbaar voor ons onderzoek. Mijn Wikipedia lemma kreeg de beoordeling 18/20 en mijn andere bron kreeg 15/20.

1.1.6 Wat ik meeneemHoe is het verlopen?Ik weet eigenlijk niet wat er precies van deze opdracht moet verwacht worden. Het ging zeer moeizaam en traag omdat ik voortdurend vast zat.

Andere trefwoordenNee, de trefwoorden zijn voor mij voldoende. We hebben nu voldoende info. Misschien in de loop van het jaar zullen we nog extra trefwoorden vinden.

Wat vond je niet?Ik vond geen websites op Limo.

Bemerkingen?Ik heb geen bemerkingen gevonden.

1.1.7 Afbakenen of verbreden van themaIk kon het thema niet verbreden. Ik had al mijn nodige info.

2

Page 6: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

2 De basistekst

2.1 Maak een analyse van je basistekst aan de hand van volgende elementen.

2.1.1 Bronvermelding van je basistekstWat werkt tegen pesten? (april 2015). Geraadpleegd op 20 november 2015, op http://www.nji.nl/nl/Watwerkt_Pesten.pdf

2.1.2 Welke organisatie is belangrijk voor de tekst?Het komt van de website www.nji.nl (NJI staat voor Nederlands jeugd instituut). Het is voor scholen of ouders die iets meer willen te weten komen over wat helpt tegen pesten.

2.1.3 Wie schreef de tekst?Karen van Rooijen-Mutsaers: ik vond enkel informatie dat ze heeft gewerkt aan deze tekst en lid is van het Nederlandse Jeugd instituut. Ik vond ook een link van: www.linkedin.com Nikki Udo: ze heeft meegewerkt aan deze tekst over wat er helpt tegen pesten. Ik vond ook nog een link van : www.linkedin.com Daan Wienke: deze man heeft meegeschreven aan deze tekst over wat er helpt tegen pesten. Daarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ‘Reboundprogramma’s in het voorgezet onderwijs.’Willeke Daamen: over Willeke Daamen vond ik dat ze meeschreef aan de tekst en ze heeft ook een linkedin. Verder vond ik ook nog andere sites met info.

2.1.4 Hoe is de tekst opgebouwd?Het is een doorlopende, gestructureerde tekst die logisch is opgebouwd. Er zijn hier tussentitels aanwezig. Er is enkel tekst terug te vinden en geen afbeeldingen. In de tekst staan wel nog interne en externe links. De referenties staan in de tekst maar ook achteraan in de bronnenlijst. Er is gewerkt met een APA systeem.

2.1.5 Gelijksoortige infoZoek vanuit de structuur verder naar verscheiden info. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving krijgen een oranje kleur.

3

Page 7: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

Methodes om pesten te voorkomen en terug te dringen

Onderzoek naar het voorkomen of terugdringen van pesten heeft voornamelijk binnen scholen plaatsgevonden. Dit is de plek waar pesten veel voorkomt en waar zowel jeugdigen die pesten, jeugdigen die gepest worden als het pestgedrag zelf goed bestudeerd kunnen worden. Ook is het een goede omgeving om interventieprogramma’s te implementeren en op effectiviteit te onderzoeken (Merrell et al., 2008). Deze tekst is dan ook voornamelijk gebaseerd op onderzoek naar interventies op scholen.

Inmiddels zijn wereldwijd veel antipestprogramma’s ontwikkeld. Onderzoek op het gebied van pesten heeft zich tot nu toe echter meer gericht op het fenomeen zelf met vragen als: ‘Wat is pesten; hoe ontstaat het; wie pest; wie wordt gepest en hoe vaak komt het voor?’ Naar de effectiviteit van interventies is minder onderzoek gedaan (Smith, Cousins & Stewart, 2005). Bovendien heeft het onderzoek naar de effectiviteit tegenstrijdige resultaten opgeleverd.

Ferguson, Miguel, Kilburn en Sanchez (2007) verrichtten een meta-analyse naar de effecten van schoolprogramma’s tegen pesten (zij zochten daarbij alleen in PsycINFO en keken zowel naar licht pestgedrag als agressief gedrag). Zij concluderen dat dergelijke programma’s maar weinig effecten hebben op jongeren (hoewel het effect op risicojongeren wat beter was). Merrell en collega’s (2008) deden ook een meta-analyse en zochten in twee databases (PsycINFO en ERIC). Zij concluderen dat schoolprogramma’s tegen pesten mogelijk bescheiden effecten hebben, en dat zij eerder kennis, attitudes en zelfpercepties beïnvloeden dan daadwerkelijk pestgedrag. Farrington en Ttofi (2010; 2011) verrichtten een uitgebreidere systematische review en meta-analyse naar antipestprogramma’s op school. Zij vonden positievere uitkomsten. In de analyse werden onderzoeken naar 44 verschillende programma’s opgenomen. Daaruit blijkt over het algemeen dat antipestprogramma’s op school effectief zijn in het verminderen van pesten en gepest worden. Gemiddeld genomen nam het pesten af met 20-23% en het gepest worden met 17-20%. De verschillende effectstudies kenden echter veel methodologische beperkingen.

Interventies om pesten te voorkomen of terug te dringen kunnen gericht zijn op de school, de klas of op individuele leerlingen. Bij een combinatie van interventies op deze drie niveaus is er sprake van een schoolbrede aanpak. Deze aanpak is vooralsnog het best onderbouwd en het meest geaccepteerd. Interventies kunnen ook ingedeeld worden in de mate waarin ze een meer preventief karakter hebben of meer curatief van aard zijn, waarbij de intentie is om het pesten te voorkómen.

In onderstaande tekst wordt eerst kort ingegaan op een aantal specifieke interventies. Vervolgens wordt uitgebreider aandacht besteed aan de schoolbrede aanpak.

1.1. Interventies gericht op het schoolniveau

Ondersteuning door leeftijdsgenoten Een eerste specifieke interventie op schoolniveau bestaat uit het betrekken van leerlingen bij het bestrijden van pesten. Voorbeelden van zulke interventies zijn: ‘Befriending,’ waarbij een leerling gevraagd wordt vriendschap te sluiten met of hulp te bieden aan een leeftijdsgenoot die gepest wordt; Het samenstellen van een comité van leerlingen dat bedenkt wat er tegen het pesten gedaan kan worden; ‘Mediation, ’ waarbij een leerling die zelf niet bij het pesten betrokken is andere leerlingen helpt om ruzies of pestgedrag op te lossen; Actief luisteren of counseling, waarbij leerlingen getraind worden in actieve luistervaardigheden.

Volgens Smith en anderen (2003) zijn de genoemde interventies veelbelovend. Zij kunnen ook positieve effecten hebben op leerlingen die niet bij het pesten betrokken zijn en bovendien bijdragen aan een goede sfeer op school. Vooral bij adolescenten wordt het inzetten van leeftijdsgenoten

4

Page 8: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

aangeraden omdat zij geneigd zijn zich te verzetten tegen de autoriteit van volwassenen en eerder advies aan te nemen van jongeren van hun eigen leeftijd (Salmivalli, 2001). Hoewel de genoemde interventies als veelbelovend gezien worden, is er vooralsnog geen empirisch bewijs dat zij ook daadwerkelijk positieve effecten hebben op jeugdigen die gepest worden (Smith, Ananiadou, & Cowie, 2003). Polanin, Espelage en Pigott (2012) concluderen in hun meta- analyse dat antipestprogramma’s gericht op de omstanders bij het pesten effectief zijn. Omstanders grijpen eerder in bij pestsituaties na het volgen van een anti-pestprogramma, in vergelijking met de controlegroep. Verder komt uit deze meta- analyse dat deze programma’s op school geen effect hebben op de empathie die omstanders hebben voor het slachtoffer. Echter betrokken maar weinig studies het effect op empathie, waardoor resultaten van deze meta- analyse niet overtuigend zijn. Er werden 11 studies betrokken bij deze meta-analyse, gevonden in diverse databases. Er is in deze meta- analyse niet onderzocht of het ingrijpen van omstanders bij pestsituaties een vermindering in het pesten tot gevolg heeft. Er blijft dus nog veel onduidelijk over deze methode om pesten te voorkomen en terug te dringen. Andere onderzoeken tonen aan dat werken met leeftijdsgenoten juist geassocieerd is met een toename in gepest worden (Farrington & Ttofi, 2010; Flygare, Gill, & Johansson, 2013).

Een ander soortige interventie is de schoolrechtbank of ‘bully court’. Deze interventie vindt vaak plaats in het klaslokaal en bestaat uit een aantal neutrale leerlingen die zowel het standpunt van de gepeste als dat van degene die pest aanhoren. Daarna kunnen zij eventuele getuigen naar voren roepen. Op basis van de verschillende verklaringen beslist de rechtbank welke strafmaatregelen genomen worden. Voorbeelden van maatregelen zijn een waarschuwing, een brief aan de ouders of nablijven. In ernstige gevallen kan de rechtbank de directeur van de school adviseren de leerling voor een bepaalde tijd te schorsen. Naar de effectiviteit van zulke rechtbanken is nog weinig onderzoek verricht. Het fenomeen lijkt voorlopig vooral in het buitenland, onder meer in Engeland, de Verenigde Staten en Canada, voor te komen. In een casestudie in Engeland bleken zowel leerlingen als schoolpersoneel positief over de rechtbank te oordelen (Smith et al., 2003; Baldry en Farrington, 2004).

Verbetering van speelruimtes en schoolpleinen Pesten vindt vaak plaats op school- en speelpleinen. Het vergroten van het toezicht in deze ruimtes en het verbeteren van de overzichtelijkheid kan een positief effect hebben op het terugdringen van pestgedrag (Smith et al., 2003), het zou één van de werkzame elementen van anti-pestprogramma’s zijn (Flygare, Gill, & Johansson, 2013).

Investeren in een veilig klimaat/verbeteren van relaties binnen de school Grote winst is te behalen wanneer op school een sfeer gecreëerd wordt waarin harmonie en respect centraal staan en pesten en ander agressief gedrag niet getolereerd worden (Lyznicki, McCaffree, & Robinowitz, 2004). Uit een aantal studies blijkt dat ook het verbeteren van onderlinge relaties tussen leraren en leerlingen en tussen leerlingen onderling een positieve invloed kan hebben op het aantal leerlingen dat gepest wordt (Smith et al., 2003).

Schoolbreed beleid In een schoolbreed beleid staan de doelen van de school wat betreft pesten, evenals de strategieën die ingezet moeten worden om deze doelen te bereiken. Schoolbreed beleid is een belangrijk onderdeel van de schoolbrede aanpak (Smith et al., 2003).

1.2. De schoolbrede aanpak In Nederland wordt de schoolbrede aanpak, waarbij interventies op meerdere niveaus gecombineerd worden, ook wel een vijfsporenaanpak genoemd. Een recente primaire studie (Wurf, 2012) concludeert dat de schoolbrede aanpak het meest effectief is in het verminderen van pesten op scholen. Wurf (2012) trok deze conclusie op basis van voor- en nametingen van zelfrapportage vragenlijsten ingevuld door leerlingen in de eerste klas van de

5

Page 9: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

middelbare school. De voormeting werd ingevuld door 545 leerlingen en de nameting door 549 leerlingen. In zijn onderzoek deelde hij de 4 deelnemende internationale middelbare scholen (uit Hong Kong) in 4 groepen: (a) de schoolbrede aanpak, (b) één klas kreeg de activiteiten zoals gebruikt in de schoolbrede aanpak en er werd gebruik gemaakt van het bemiddelingsprogramma Shared Concern, (c) in één klas werd gebruik gemaakt van het bemiddelingsprogramma Shared Concern, (d) controle school. Vervolgens zijn deze verschillende condities met elkaar vergeleken. De resultaten wijzen uit dat leerlingen in conditie a (de schoolbrede aanpak) en conditie b (één klas volgt activiteiten zoals gebruikt in de schoolbrede aanpak in combinatie met het bemiddelingsprogramma Shared Concern) een significante afname in het pesten rapporteren. De schoolbrede aanpak laat een significante afname in pesten zien van 16%. Leerlingen in de conditie c (in één klas werd gebruik gemaakt van het bemiddelingsprogramma Shared Concern) en conditie d (controle school) rapporteerden een niet significante toename in het pesten op school.

Binnen de schoolbrede aanpak wordt pesten als een systemisch probleem gezien dat niet op te lossen valt met één enkele interventie op één enkel niveau. Daarom worden in de schoolbrede aanpak interventies op het individuele, klassikale en schoolniveau gecombineerd ingezet.

Bullying Prevention Program Het bekendste schoolbrede antipestprogramma is het Bullying Prevention Program van Olweus. Dit programma is in 1978 in Noorwegen ontwikkeld en is het eerste schoolbrede interventieprogramma dat op grote schaal geïmplementeerd en systematisch geëvalueerd werd (Smith et al., 2005). Het originele programma is preventief van aard, maar kan ook als interventie ingezet worden om pestgedrag op basisscholen en middelbare scholen - leerlingen van 6 tot 15 jaar oud - terug te dringen en onderlinge relaties te verbeteren (Hoekstra, ter Beek, Wiefferink, & Buijs, 2007).

Het Bullying Prevention Program is gebaseerd op onderzoek naar het ontstaan van pestgedrag en ander agressief gedrag bij jeugdigen (Ruiter, Wiefferink, & Buijs, 2006). Doel van het programma is de school zo te hervormen dat de mogelijkheden en beloningen voor pesten afnemen (Hoekstra et al., 2007). Kenmerkend voor het programma is dat leerlingen, ouders, docenten en directie bij de invoering betrokken worden en informatie krijgen over pesten: wat het is en wat kunnen ze er zelf tegen doen. Concreet richt het programma zich op drie niveaus: de school in zijn geheel, de afzonderlijke klas en de individuele leerlingen. Maatregelen die binnen die niveaus genomen worden zijn onder meer:

Op schoolniveau: Het opzetten van een comité dat de invoering coördineert; Training van schoolpersoneel; Het opstellen van regels tegen pesten, bijvoorbeeld ‘We mogen geen andere kinderen pesten’; ‘Als we zien dat iemand gepest wordt zullen we proberen te helpen’; ‘Als we weten dat iemand gepest wordt vertellen we dit aan een volwassene’; Het ontwikkelen van een gecoördineerd toezichtsysteem tijdens pauzes. Leerkrachten moeten toezicht houden op schoolpleinen en andere speelruimtes. Daarbij is het belangrijk dat de ruimtes overzichtelijk zijn; Een schoolbrede ouderbijeenkomst.

Op groepsniveau: Klassikale regels tegen pesten; Regelmatige klassikale gesprekken over pesten en onderlinge relaties. Daarbij staan vragen centraal als ‘Wat is pesten?’; ‘Welke vormen zijn er’ en ‘Wat kunnen we ertegen doen?’ Ter ondersteuning kunnen video- en rollenspellen gebruikt worden; Het organiseren van ouderbijeenkomsten per klas;

Het organiseren van activiteiten die gevoelens van saamhorigheid in de klas kunnen versterken.

6

Page 10: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

Op individueel niveau: Individuele bijeenkomsten met kinderen die pesten; Individuele bijeenkomsten met kinderen die gepest worden; Individuele bijeenkomsten met ouders van kinderen die bij pesten betrokken zijn.

De effecten van het Bullying Prevention programma zijn systematisch geëvalueerd in twee studies in Noorwegen(in de plaatsen Bergen en Rogaland). Ook is er een primaire studie uitgevoerd in de Verenigde Staten naar dit programma. Deze studies zullen hieronder worden besproken.

In Bergen vond een quasi-experimenteel onderzoek plaats onder 2500 leerlingen van 42 basis- en middelbare scholen in de leeftijd van 11 tot 14 jaar. In de follow-up werd een afname in direct fysiek en verbaal pestgedrag waargenomen evenals een afname in het aantal kinderen dat aangaf gepest te worden. Deze effecten waren sterker na twintig maanden. Het aantal kinderen dat aangaf gepest te worden was na acht maanden afgenomen met 48 procent onder de jongens en 58 procent onder de meisjes. Na twintig maanden was deze afname 52 procent onder de jongens en 62 procent onder de meisjes. Het aantal kinderen dat aangaf andere kinderen te pesten was na acht maanden afgenomen met 16 procent onder de jongens en 30 procent onder de meisjes. Na twintig maanden was deze afname 35 procent onder de jongens en 74 procent onder de meisjes. Ook het antisociale gedrag, waaronder ook diefstal en vandalisme, nam af en het schoolklimaat verbeterde (Smith et al., 2003; Vreeman et al., 2007; Olweus, 1994; Merrell et al., 2008).

Het tweede onderzoek naar hetzelfde programma vond plaats in Rogaland en liet juist negatieve resultaten zien. Dit onderzoek vond plaats onder 7000 leerlingen van 8 tot 16 jaar in 37 basis- en middelbare scholen. Na afloop van het onderzoek bleek het aantal kinderen dat aangaf gepest te worden te zijn toegenomen met 44 procent onder de jongens en te zijn afgenomen met 12,5 procent onder de meisjes. Sociale uitsluiting nam toe met 12,5 procent bij de jongens en nam af met 8 procent bij de meisjes. Het (directe) pesten nam toe met 24 procent bij de jongens en met 14 procent bij de meisjes (Smith et al., 2003; Vreeman et al., 2007; Olweus, 1994; Merrell et al., 2008).

Hoe het komt dat de uitkomsten van deze twee studies naar hetzelfde programma zo sterk verschillen is niet helemaal duidelijk. Wel was er een aantal verschillen in de implementatie van het programma. Zo gaf het onderzoeksteam in Rogaland minder ondersteuning aan de scholen dan in Bergen. Ook waren er verschillen in de kwaliteit van de data, meetmomenten en de planning van de implementatie. Mogelijk verklaart dit ook de verschillen in uitkomsten. Tussen 1997 en 1999 is in Bergen nog een grote studie naar hetzelfde programma verricht onder 3200 leerlingen van 9 tot 14 jaar. Zowel het aantal kinderen dat gepest werd als het aantal kinderen dat zelf pestte nam af met 21 tot 38 procent (Olweus, 2004).

Op basis van het succes in Bergen hebben ook andere landen, waaronder Engeland, Canada, Duitsland, Amerika, België, Spanje, Zwitserland, en inmiddels ook Nederland, schoolbrede programma’s ontwikkeld en geïmplementeerd. Vaak komen de doelen en methoden grotendeels overeen met het programma van Olweus. Onderzoek naar deze programma’s levert ook nu geen eenduidig beeld op. In een aantal studies worden positieve effecten gevonden, maar de uitkomsten zijn over het algemeen inconsistent. Het grote effect dat in Bergen werd gevonden, is nooit gerepliceerd. Ook nu vinden onderzoekers soms zelfs negatieve effecten, waaronder toenames in pestgedrag (Vreeman et al., 2007; Smith et al., 2003).

7

Page 11: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

2.1.6 LijstenOrganisaties

Geen organisaties gevonden in deze tekst.

Lijst van specialisten

Anaiadou Kenner op vlak van pesten.Baldry Geen info.Bujis Geen info.Coussins Geen info .Cowie Kenner op vlak van cyberpesten.Espelage Kenner van pesten en cyberpesten.Farrington Brit met kennis over pesten en cyberpesten in het

algemeen.Ferguson Pest control.Flygare Noorse kenner op vlak van pesten.Gill Heeft een boek geschreven over pesten.Hoekstra Komt uit Nederland.Johansson Erik Johansson is een Zweed en heeft een Wikipedia

pagina. Kilburn Heeft een preventief pestbeleid gemaakt.Lyznicki Heeft samen met twee anderen een pestbeleid gemaakt

voor jonge kinderen in 2004.McCaffree Heeft samen gewerkt met Lyznicki in 2004.Merell Geen info.Miguel Paulina Miguel, heeft nagegaan wat de gevolgen zijn van

pesten.Olweus De oprichter van het Bullying Prevention Program.

Pigot Geen info gevonden.Polanin Heeft in 2008 methodes ontdekt die kunnen helpen tegen

pesten. Robinowitz Heeft samengewerkt met Lyznicki en McCaffree.Ruiter Hielp in 2006 bij de aanpak en visie van leerkrachten in

het basisonderwijs.Salmivalli Ze heet Christina Salmivalli en heeft onderzocht wat de

rol kan zijn van leerlingen bij medeleerlingen die gepest zijn.

Sanchez Heeft in 2007 een meta-analyse ontworpen over pesten.Smith Heeft meta-analyses ontworpen die kunnen helpen tegen

pesten.Stewart In 2005 onderzocht wat je kan doen tegen pesten.Ter Beek Heeft geprobeerd onderlinge situaties tussen jongeren te

beteren.Ttofi Heeft in 2011 samengewerkt met Farrington. Het ging

8

Page 12: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

over cyberpesten en pesten in het algemeen.Vreeman Onderzocht cyberpesten.K. Wiefferink Grondlegger van de PRIMAmethode. Wurf Onderzocht in 2012 of pestprogramma’s effectief waren.

VaktermenActief luisteren of counseling waarbij leerlingen getraind worden in actieve

luistervaardigheden. Bestfriending Waarbij een leerling gevraagd wordt vriendschap

te sluiten met of hulp te bieden aan een leeftijdsgenoot die gepest wordt.

Bullying prevention program Het bekendste schoolbrede antipestprogramma is het Bullying Prevention Program van Olweus.

Mediation waarbij een leerling die zelf niet bij het pesten betrokken is andere leerlingen helpt om ruzies of pestgedrag op te lossen.

Soorten bronnen

Mix van tussen 1990-1994 , 1995-1999, 2000-2004, 2005-2009, 2010-2015.

data bronnen

1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 2010-2015

9

Page 13: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

Vijf bronnen die ik later nog zou willen doornemen:

Roede, E., & Felix, C. (2009). Het einde van pesten op school in zicht? De effectiviteit van antipestaanpakken op basisscholen. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam.

Vandebosch, H., Cleemput, K. van, Mortelmans, D., & Walrave, M. (2006). Cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen, studie in opdracht van het viWTA, Brussel.

Ruiter, M., Wiefferink, K., & Buijs, G. (2006). Het PRIMA pakket: een effectief antipestprogramma voor Nederland. S&B vaktijdschrift voor onderwijsadviseurs, 8.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2012). Een op de 10 jongeren gepest op internet. CBS webmagazine.

Baar, P., Wubbels, T., Vermande, M. (2007). Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit en de effectiviteitspotentie van Nederlandstalige antipestprogramma’s voor het primair onderwijs. Pedagogiek, 27 (1), 71-90.

10

Page 14: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

2.1.7 SamenvattingEr bestaan verschillende soorten pesten: mentaal, agressief, cyberpesten,… Om het pesten tegen te gaan is het vooral belangrijk dat men vanuit school een goede aanpak heeft tegen het pesten. Deze aanpak vanuit school gaat over verschillende gesprekken. Zo kunnen ze een individueel, klas en groepsgesprekken houden. Een andere bekende manier van pesten is het cyberpesten. Daarvoor zijn nog niet heel veel preventies voor.

Gelukkig zijn voor de personen die gepest zijn verschillende methodes die het pesten kunnen tegengaan. “Onderzoek naar het voorkomen of terugdringen van pesten heeft voornamelijk binnen scholen plaatsgevonden. Dit is de plek waar pesten veel voorkomt en waar zowel jeugdigen die pesten, jeugdigen die gepest worden als het pestgedrag zelf goed bestudeerd kunnen worden.” ( Wat werkt tegen pesten? (2015)) Vaak hebben de mensen vragen zoals: ‘Wat is pesten? Waarom gebeurt pesten? Wat is de reden voor pesten? Etc. De vragen zoals: ‘ Wat kan je doen tegen pesten? Wat zijn de methodes tegen pesten?’ is er minder onderzoek naar gedaan. Daarom is het juist zo belangrijk om na te gaan hoe je pesten kan tegengaan en wat men kan doen om dat pesten tegen te gaan. Gelukkig voor de gepeste waren er drie onderzoekers (Smith, Cousins & Stewart, 2005) die dit hebben onderzocht om na te gaan wat je kan doen tegen pesten. “Ferguson, Miguel, Kilburn en Sanchez (2007) verrichtten een meta-analyse naar de effecten van schoolprogramma’s tegen pesten (zij zochten daarbij alleen in PsycINFO en keken zowel naar licht pestgedrag als agressief gedrag). Zij concluderen dat dergelijke programma’s maar weinig effecten hebben op jongeren (hoewel het effect op risicojongeren wat beter was).” ( Wat werkt tegen pesten? (2015)) Op school bestaan verschillende programma’s tegen pesten waarbij de school de andere leerlingen betrekt bij het pesten. Zo bestaan er een viertal interventies tegen pesten. Een eerste is ‘bestfriending’ hierbij wordt gevraagd aan een leerling om een soort van vriendschap te sluiten met de gepeste. Een tweede inteventie is een comité oprichten van leerlingen die kan nagaan wat er kan gedaan worden aan het pestgedrag. Als derde interventie heeft men ‘mediation’ dit is wanneer een andere leerling betrokken is met het pestgedrag van de gepeste. Als laatste interventie hebben we ‘actief luisteren’ waarbij de leerlingen getraind worden op hun luistervaardigheden om de gepeste bij te staan en een luisterend oor te zijn voor hen. Jammer genoeg vindt vaak het pesten plaats binnen de schoolmuren en op de speelplaats. Daarom zou het van belang zijn dat er meer mensen aanwezig zijn op de speelplaats en aan de WC want daar gebeurd het vaakst het pestgedrag. “Bullying Prevention Program Het bekendste schoolbrede antipestprogramma is het Bullying Prevention Program van Olweus. Dit programma is in 1978 in Noorwegen ontwikkeld en is het eerste schoolbrede interventieprogramma dat op grote schaal geïmplementeerd en systematisch geëvalueerd werd (Smith et al., 2005). Het originele programma is preventief van aard, maar kan ook als interventie ingezet worden om pestgedrag op basisscholen en middelbare scholen - leerlingen van 6 tot 15 jaar oud - terug te dringen en onderlinge relaties te verbeteren (Hoekstra, ter Beek, Wiefferink, & Buijs, 2007).” ( Wat werkt tegen pesten? (2015))

Gelukkig dus voor de gepeste bestaan er vanuit school verschillende interventieprogramma’s die preventief en repressief werken om het pesten binnen de school maar ook daarbuiten tegen te gaan.

Bronnenlijst:

Wat werkt tegen pesten? (april 2015). Geraadpleegd op 20 november 2015, op http://www.nji.nl/nl/Watwerkt_Pesten.pdf

11

Page 15: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

2.1.8 Maak een PowerPoint presentatie

Zie mijn profielpagina op wikidot.

12

Page 16: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

3 Beschikking krijgen en meer zoeken

3.1 Zijn er publicaties binnen handbereik?

Zijn er publicaties uit de bronnenlijst van je basistekst binnen handbereik? Ga na of je de bronnen van je tekst terug kan vinden in de meest nabije campusbibliotheek of andere bibliotheken binnen Limo, of digitaal in een databank. Vertrek van de vijf die je in stap 2.6.4 hebt vooropgesteld en kies er een tiental bij. Maak per bron een overzichtstabel van de vindplaats van elke bron : locatie (bij fysieke bronnen : bibliotheek, plaatsnummer of -letter); databank of website (bij digitale bronnen)

Roede, E., & Felix, C. (2009). Het einde van pesten op school in zicht? De effectiviteit van antipestaanpakken op basisscholen. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam.

http://docplayer.nl/29596-Het-einde-van-pesten-op-school-in-zicht.html

Vandebosch, H., Cleemput, K. van, Mortelmans, D., & Walrave, M. (2006). Cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen, studie in opdracht van het viWTA, Brussel.

http://wise.vub.ac.be/fattac/mios/Eindrapport%20cyberpesten%20viwta%202006.pdf

Ruiter, M., Wiefferink, K., & Buijs, G. (2006). Het PRIMA pakket: een effectief antipestprogramma voor Nederland.

http://www.onderwijsdatabank.nl/56499/het-prima-pakket-een-effectief-antipestprogramma-voor-nederland/

Vaktijdschrift voor onderwijsadviseurs, 8.Centraal Bureau voor de Statistiek. (2012). Een op de 10 jongeren gepest op internet. CBS webmagazine.

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/jongeren/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3862-wm.htm

Baar, P., Wubbels, T., Vermande, M. (2007). Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit en de effectiviteitspotentie van Nederlandstalige antipestprogramma’s voor het primair onderwijs. Pedagogiek, 27 (1), 71-90.

http://www.pedagogiek-online.nl/index.php/pedagogiek/article/viewFile/326/325

13

Page 17: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

14

Bolman, C., Dehue, F., & Völlink, T. (2006). Cyberpesten: Big Deal?! Persrapport. Heerlen: Open Universiteit Nederland.

http://www.cyberpesten.be/info/sites/default/files/Persrapport_Cyberpesten.pdf

Dekker, B., Diepeveen, M., & Krooneman, P.J. (2003) Sociale veiligheid op de basisschool. Amsterdam, Regioplan Beleidsonderzoek.

https://www.poraad.nl/files/140930_actieplan_sociale_veiligheid_op_school.pdf

Hoekstra, F., Beek, ter J., Wiefferink, K., & Buijs, G. (2007). Proefimplementatie van het PRIMA antipestbeleid op basisscholen. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 85 (4), 196-198

http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF03078656

Pesten op school, hoe ga je er mee om? (1996). Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten. Almere: LOBO, NKO, Ouders & Coo, VOO.

http://www.cyberpesten.be/info/sites/default/files/fotos/Tien-tips-tegen-pesten.pdf

Ayers, S. L., Wagaman, M. A., Mullins Geiger, J., Bermudez-Parsai, M., & Hedberg, E. C. (2012). Examining school-based bullying interventions using multilevel discrete time hazard modeling. Prevention Science, 13, 539-550.

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3896994/

Barbero, J. A. J., Hernández, J. A. R., Esteban, B. L., & García, M. P. (2012). Effectiveness of antibullying school programmes: A systematic review. Children and Youth Services Review, 34, 1646-1658.

http://njbullying.org/documents/ttofifarrington2011.pdf

Farrington, D.P., & Ttofi, M.M. (2010). School-based programs to reduce bullying and victimization. Campbell Systematic Reviews, 2009:6.

file:///C:/Users/Maarten/Downloads/School-based%20Anti-Bullying%20Programs%20v2_R.pdf

Flygare, E., Gill, P. E., & Johansson, B. (2013). Lessons from a concurrent evaluation of eight antibullying programs used in Sweden. American Journal of Evaluation, 34, 170-189.

https://www.deepdyve.com/lp/sage/lessons-from-a-concurrent-evaluation-of-eight-antibullying-programs-99Ym7FUlXk?articleList=%2Fsearch-related%3Fto%3DCd208fn0L0%26internal_rental_state%3Drestricted%26page%3D3

Kärnä, A., Little, T.D., Voeten, M., Alanen, E., Poskiparta, E., & Salmivalli, C. (2013). Effectiveness of the KiVa antibullying program: Grades 1-3 and 7-9. Journal of Educational Psychology, 105, 535- 551.

http://psycnet.apa.org/journals/edu/105/2/535/

Sahin, M. (2012). An investigation into the efficiency of empathy training program on preventing bullying in primary schools. Children and Youth Services Review, 34, 1325-1330.

http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0190740912001363

Page 18: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

3.2 Auteurs

Zoek uit of er van de auteur(s) van je tekst andere werken aanwezig zijn in de campusbibliotheek. Kies titels verwant met het thema. Maak van deze bronnen een referentie op volgens de APA-richtlijnen. Zoek daarnaast twee ‘sterauteurs’. Dit zijn auteur(s) die meer dan eens worden aangehaald. Zoek verder op hun naam en noteer titels verwant met het thema, de vindplaats en de locatie. Maak ook van deze bronnen een referentie op via APA.

Karen van Rooijen-Mutsaers: geen andere werken aanwezig.

Nikki Udo: geen andere werken aanwezig.

Daan Wienke: Wienke, D & Messing, C. (2010). Omgaan met grensoverschrijdend pubergedrag in het onderwijs. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Willeke Daamen: geen andere werken aanwezig.

2 Sterauteurs

Dan Olweus: Olweus, D. (1992). Treiteren op school: omgaan met pestkoppen en zondebokken in de klas. Leuven: Acco.

David P. Farrington: Farrington, D. P. (2011). Is Low Empathy Related to Bullying after Controlling for Individual and Social Background Variables? Journal of Adolescence, 2011, Vol.34(1), p.59-71 [Peer reviewed tijdschrift]

3.3 Zoek ter plaatste in de bib

Kies één van de publicaties uit je bronnenlijst die je fysiek binnen handbereik hebt. Ga deze effectief opzoeken, even ontlenen is aan te raden. Bestudeer het colofon en voor- en achterflap. Beschrijf kort wat je in het colofon en op de flappen vindt. Neem verder uit colofon en flappen enkele trefwoorden / vaktermen en voeg ze toe aan je trefwoordenlijst (stap 2.6.3).

Comité voor Bijzondere Jeugdzorg Brugge. (2000). Probleemgedrag op school. Leuven: Garant.

De voorflap is oranje gekleurd en bevat de titel alsook de uitgever. Hierop is een persoon afgebeeld op een toren en hij lijkt wat verstomd. Op de achterflap die geelgroen gekleurd is staat er een korte samenvatting hoe het boek in elkaar zit en dat het over probleemgedrag op school gaat maar dan in verschillende rubrieken zoals methodes om het pesten op te lossen. Deze rubrieken zijn dan pesten, plagen, CLB etc.

Colofon:

De uitgeverij is Garant uit Leuven. Het boek verscheen in 2000. Het bestaat uit hard papier.

15

Page 19: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

3.4 Zoek verder buiten je basistekst

Je hebt tot nu toe reeds vele info gevonden vanuit je basistekst. Spoor nu bijkomende soorten/vormen informatiebronnen op rond je thema. Durf gericht te variëren in het gebruik van trefwoorden/zoektermen (denk b.v. aan je lijstje met vaktermen) en hou deze bij (geeft kort aan bij de volgende zoekopdrachten welke je hebt gebruikt). Vermeld bij elke type/soort bron het aantal resultaten dat je bekomt en vul deze bij aan in de tabel (van stap 2.6.4). Selecteer gericht drie zoekresultaten per type bron (a tot h), bv. op basis van publicatiedatum, inhoudelijke relevantie, korte inhoud (het is niet de bedoeling dat je al deze bronnen leest; je bent wel bezig een eenvoudig overzicht van diverse soorten bronnen over je thema te maken). Maak telkens de lijst-referentie van de (drie) geselecteerde zoekresultaten in APA-stijl. Vul de andere lijsten van trefwoorden/auteurs/… aan met je zoekresultaten.Zoek voor het bovenstaande gericht naar de volgende verschillende types bronnen. Maak gebruik van het 'vademecum bronnen' om te weten waar je best zoekt.

a. boeken (handboeken, losbladige werken, monografieën, verzamelwerken of onderdelen ervan zoals hoofdstukken/bijdragen). Gebruik hiervoor Limo maar ook relevante databanken die deze bronnen ontsluiten.

b. Artikels uit VAKtijdschriften. Zijn er vaktijdschriften die met betrekking tot het thema vaak terug komen?

c. Eindwerken. Welke relevante eindwerken vind je in de campusbibliotheek, via DoKS, via nog andere… die relevant zijn voor je thema.

d. Onderzoeksliteratuur. Ga hiervoor op zoek in de databank Lirias. e. Digitale anderstalige bronnen (boeken (>hoofdstukken), verzamelwerken (>bijdragen),

vaktijdschriften (>artikels) uit minimaal 2 verschillende belangrijke databanken (bv. Springerlink, Web of Science, Science Direct, … ). Vergeet hierbij niet de nodige trefwoorden/zoektermen te vertalen. Gebruik hiervoor de Van Dale vertalende woordenboeken.

f. E-artikels uit kranten, week-of maandbladen, magazines. Welke recente (afgelopen zes maanden) kan je vinden? Gebruik de databank Gopress Academic.4 Omdat het aanbod kranten groot is, kan je eventueel ook in groep afspreken wie welke kranten doorzoekt.

g. Internet algemeen (cf. stap 1). Zoek nu gerichter en zoek b.v. uit of er van de auteur van je basisartikel ander werk online, via het internet, te vinden is. Zoek bv. ook via google-books of google-scholar om online naar meer wetenschappelijke bronnen op zoek te gaan. Beschrijf of je van de publicaties de volledige tekst, een samenvatting of een verwijzing vindt.

h. Beeldmateriaal. Bestaan er video's over je thema ? Zoek in eerste instantie in Limo en ITunesU-beeldbank (VIVES), maar misschien zul je andere bronnen moeten aanboren.

Bundel tot slot alle tot nu toe gemaakte referenties / bronvermeldingen samen in één bronnenlijst volgens APA (alfabetisch, aangepaste lay-out!).

16

Page 20: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

An investigation into the efficiency of empathy training program on preventing bullying in primary schools. (2012). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0190740912001363

Bonte, L ; De Leersnijder, S ; Demolie, C ; Saelens, D ; Seys, E ; Six, A. (1997). Pesten! Torhout: KATHO-departement ReNo.

Charlisch, A. (1997). Pesten. Harmelen: Ars scribendi.

Comité voor Bijzondere Jeugdzorg Brugge. (2000). Probleemgedrag op school. Leuven: Garant.

De Boeck, A. (2014). Over zelfwaardering, slachtofferschap van (cyber)pesten, en de beschermende invloed van vrienden. Leuven: Acco.

Effectiveness of antibullying school programmes: A systematic review. (2012). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://njbullying.org/documents/ttofifarrington2011.pdf

Effectiveness of the KiVa antibullying program: Grades 1-3 and 7-9. (2013). Geraadpleegd op 27 november 2015 op http://psycnet.apa.org/journals/edu/105/2/535/

Emmerechts, S. (2001). Pesten op school. Antwerpen: Manteau.

Geen auteurs aanwezig. (1994-2008). Jaarboek ontwikkelingspsychologie, orthopedagogiek en kinderpsychiatrie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Hirigoyen, M.-F. (2006). Pesten en treiteren: psychisch geweld in het dagelijks leven. Amsterdam: Wereldbibliotheek.

Koppen. (2012). Pesten en wat dan?[TV- uitzending]. Brussel: Vlaamse Radio- en Televisieomroep/ Canvas.

Koppen. (2011). Pesten op school met dramatische gevolgen. [TV- uitzending]. Brussel: Vlaamse Radio-en Televisieomroep/ Eén.

Lessons from a concurrent evaluation of eight antibullying programs used in Sweden. (2013). Geraadpleegd op 27 november 2015 op https://www.deepdyve.com/lp/sage/lessons-from-a-concurrent-evaluation-of-eight-antibullying-programs-99Ym7FUlXk?articleList=%2Fsearch-related%3Fto%3DCd208fn0L0%26internal_rental_state%3Drestricted%26page%3D3

Olweus, D. (1992). Treiteren op school: omgaan met pestkoppen en zondebokken in de klas. Leuven: Acco.

Ryckoort, E. (2001). Pesten. [eindwerk]. Tielt: KATHO Tielt – PHO.

Ryckoort, G ; Deroo, L (promotor). (2001). Pesten.[eindwerk]. Torhout: Katho-voortgezette opleiding buitengewoon onderwijs.

Vroom, A. (2012). Pesten is (nog steeds) een pest. [TV- uitzending]. Vilvoorde: Vlaamse Televisie Maatschappij/ Telefacts.

Wienke, D & Messing, C. (2010). Omgaan met grensoverschrijdend pubergedrag in het onderwijs. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

17

Page 21: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

4 Contextualiseren

4.1 Organisaties in verband met pesten

Zoek minstens één organisatie/voorziening die met deze thematiek bezig is. Zoek via de Sociale Kaart. Bezoek de website van de organisatie. Bespreek die website kritisch2: wat vind je van de inhoud / vorm, tot wie is de site gericht, is de taal zakelijk of eerder gemoedelijk, zijn er identiteitsgegevens te vinden zoals datum / auteur / bronnen waarop site is gebaseerd, relevantie en betrouwbaarheid, enzovoort. Maak een beschrijving van om en bij de 350 woorden. Laat automatisch het aantal woorden tellen (functie in MSWord) en noteer het aantal woorden in een voetnoot van je werkdocument.Ga na of de besproken organisatie op haar website ook eigen documenten ter beschikking stelt (jaarverslag, folder, eigen tijdschrift, presentatie, foto, ….). Maak van één van deze een lijstreferentie volgens APA.3 Neem deze referentie ook op je in bronnenlijst (zie stap 3.4).

CLB Go Mandel en Leie: de inhoud van de site is zeer duidelijk en uitgebreid. Je vindt er de openingsuren, contactgegevens, hoe hun werking verloopt, in welke scholen ze actief zijn, enz… De site is logisch opgebouwd met voldoende hyperlinks naar andere thema’s en links naar externe partijen zoals sites van de scholen of sportverenigingen. In de lay-out vinden we ook nog een dossier met al het personeel van het CLB zo kan men terugvinden wie je best zou contacteren indien er zich problemen voordoen. De site van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding is vooral gericht naar leerlingen van lager maar ook middelbaar onderwijs alsook het buitengewoon onderwijs. Hier kunnen ze terecht met al hun problemen zoals geen zelfvertrouwen hebben of als ze gepest geweest zijn. Het Centrum voor Leerlingen Begeleiding Mandel en Leie is ook een overkoepelende werking van verschillende lokale scholengroepen. Zo werkt dit CLB samen met scholengroep 26. De taal op deze site is zeer formeel en puur zakelijk gericht. Op het eerste zicht staan er geen typfouten of slechte zinsbouwen. Dit is eigenlijk niet meer dan normaal want de site van het CLB is in samenwerking met de Vlaamse en federale overheid. Ik vind het ook zeer positief dat de site voldoende afbeeldingen en kleur gebruikt. Dit maakt de site aantrekkelijker om te bezoeken en zorgt ook dat het aangenamer is. Voor de rest is de lay-out voor mij zeer aantrekkelijk opgemaakt en lijkt hij zeer professioneel. De hyperlinks geven ons ook de kans om verder te zoeken en eens een andere kijk te nemen bij de organisaties. Op de site staat er geen auteur vermeld maar omdat er aan de rechterkant van de site afbeeldingen staan van: ‘onderwijs van de Vlaamse gemeenschap ’en ‘CLB van de Vlaamse gemeenschap’ zie je dat het gesteund is van de Vlaamse overheid en dat het dus hierdoor meerdere auteurs heeft. De datum is ook niet aanwezig op de site. De bronnen die voor deze site gebruikt zijn, zijn niet terug te vinden maar ze hebben wel verschillende externe links zoals: algemene links, Loopbaanbegeleiding, Preventieve gezondheidszorg, Leren en studeren, Psychisch en sociaal functioneren. Voor mij is het een zeer betrouwbare bron die we zeker kunnen raadplegen of eens gaan bezoeken. Op de site zijn geen folders of jaarverslagen gevonden.

18

Page 22: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

4.2 Juridische documenten

Welke regelgeving (wetten decreten, cao’s, KB’s omzendbrieven, ….), parlementaire documenten, rechtspraak,… bestaan er? Gebruik de zoekfunctie van het Belgisch Staatsblad of werk via juridische databanken (o.a. Juriwel : zie Vlaamse Codex). Bezoek ook de website van de bevoegde overheden. Via deze website krijg je meestal een overzicht van de relevante regelgeving. Selecteer de (maximaal) vijf relevantste, refereer ernaar en neem deze referenties mee op in je bronnenlijst (zie opnieuw stap 3.4). Tip : wees voldoende efficiënt en soepel in het zoeken naar regelgeving. Net als bij statistieken (zie verder) bestaat er niet over elk concreet onderwerp een specifieke wetgeving. Varieer gericht je trefwoorden / zoektermen. Of nog eens gezegd : in welke 'contexten' leeft het thema.

Op 28 april 2014 verscheen de nieuwe wetgeving in verband met de preventie van psychosociale

risico’s op het werk in het Belgisch Staatsblad. Het gaat om twee wetten en een koninklijk besluit:

De wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn

van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico’s op het

werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het

werk. (28 februari 2014). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://www.werk.belgie.be/defaultNews.aspx?id=41483

De wet van 28 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996

betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke

procedures betreft. (28 maart 2014). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://www.werk.belgie.be/defaultNews.aspx?id=41483

Het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het

werk. (10 april 2014). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://www.werk.belgie.be/defaultNews.aspx?id=41483

Vanaf 1 augustus 1998 verplicht de Kwaliteitswet scholen voor basis- en voortgezet onderwijs, maatregelen te treffen voor de behandeling van klachten over pesten, agressie of andere vormen van onveiligheid. Leerlingen, ouders en personeelsleden moeten een klacht kunnen indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie waarbij de school zich aangesloten heeft. (1 augustus 1998). Geraadpleegd op 27 november 2015, op http://www.nji.nl/Pesten-Beleid-Wet--en-regelgeving

19

Page 23: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

4.3 De maatschappelijke context

Wat vind je aangaande de verantwoordelijke minister en het bevoegde departement ? Of (ook) : welke maatschappelijke organisaties (middenveld, belangen- of gebruikersgroepen en andere) zijn actief rond het thema ? Bespreek indien mogelijk kort een standpunt van één partij of van één maatschappelijke groepering.

Op het internet ben ik een opinie tegen gekomen van minister Pascal Smet. Hij vindt dat pesten een plaag is. Hij verwijst naar de toen recentere beelden van het nieuws toen een 13-jarig meisje geslagen en geschopt wordt aan een station. Hij zegt dat pesten van alle tijden is en overal kan voorkomen. Zo gebeurd pesten op school en ook op het werk. Verder vertelde hij ook dat we aan onze kinderen moeten vertellen dat pesten niet kan en dat we hen moeten bewustmaken van de gevolgen van pesten. Verder vertelt hij ook dat er al verschillende structuren zijn om het pesten tegen te gaan. Zo hebben we de week tegen pesten, een game tegen pesten en het CLB. Kinderen moeten gebruik maken van hun vermogen omdat ze zo zelf hun vragen kunnen oplossen. Verder vertelt hij dat de kinderen en ouders er niet alleen op staan en moeten rekenen op de steun van gespecialiseerde organisaties. Tot slot moeten we tonen dat we sterk staan tegen pesten! Iedereen is chill en tof!

20

Page 24: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

4.4 Statistieken

Zijn er statistieken te vinden over je onderwerp? Let op: kopieer niet de cijfers maar beschrijf kort over welke het precies gaat en noteer de verwijzing naar die gegevens. Met andere woorden: welke statistieken zijn er rond je onderwerp te vinden (benoem ze) en waar zijn ze te vinden ?Overheidssites stellen die doorgaans ter beschikking via (zie ook opnieuw 'vademecum bronnen'):www.statbel.fgov.bewww.vlaanderen.be (studiedienst van de Vlaamse regering)www.lokalestatistieken.be.Tip: wellicht moet je creatief zijn bij het zoeken naar statistieken. Uiteraard bestaan er niet over elk onderwerp cijfers, maar denk aan de trefwoorden, vaktermen die je bent tegengekomen. Denk ook aan aanverwante zaken, , voorzieningen…(=contexten); dus verbreed, versmal, verfijn je zoeken.

Op deze site: vond ik een staafdiagram.

Op de grafiek op je rechterkant zie je ‘het percentage kinderen en jongeren dat pest.’ De onderzochte leerlingen komen uit het basis en voortgezet onderwijs. De onderzochte data zijn: 2002, 2005, 2009 en 2013. Op de grafiek zien we dat bij het basisonderwijs 7.4 procent van de leerlingen tussen 2002 en 2005 vaak pesten. Vanaf 2009 daalt het aantal leerlingen dat vaak pest. Bij de jongeren die wel eens pesten daalt het aantal jongeren die wel eens pest zeer goed. Zo zien we dat het verschil van 2002 naar 2013 het afneemt van 39.4 procent en in 2013 is het 19.5.

Bij de kinderen en jongeren in het voortgezet onderwijs wordt er vaker gepest in 2002 en daalt dan het aantal kinderen en jongeren die vaak pesten. Bij de jongeren en kinderen die wel eens pesten is het net als in het basisonderwijs dat het aantal jongeren sterk daalt met in vergelijking met 2002.

Conclusie van deze grafiek is dat door de preventieve en repressieve aanpak van scholen en andere instellingen dat het aantal jongeren die pesten sterk afneemt.

21

Page 25: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

4.5 Cijfergegevens verwerken en er zelf maken

Rond je eigen zoektocht naar diverse soorten bronnen over je onderwerp af met volgende oefeningen in rekenblad (Excel). Maak de twee onderstaande oefeningen in één document, maar elk op een verschillend werkblad. Geef de werkbladen respectievelijk de namen Oefening 1 en Oefening 2.5.1 Ga na hoeveel soorten bronnen je hebt gevonden en geef daarvan een overzicht via een tabel én grafieken. Tel zowel de bronnen uit je basistekst (met name in de bronnenlijst; zie ook reeds stap 2)4als de bronnen uit je eigen opgemaakte lijst (zie einde stap 3.4; bronnenlijst van zelf gevonden bronnen). In de tabel onderscheid je dan b.v.:a. Geef je excel-document direct een naam : Klas_Naam_Voornaam_IV_cijfers.b. Maak een tabel met voldoende kolommen en rijen en vul de gevraagde aantallen (bronnenlijst van je basistekst + lijst van jezelf) in. Je gebruikt niet de wizard (invoegen - tabel) maar je maakt zelf handmatig de tabel aan.c. Zorg voor een sobere doch duidelijke lay-out van je tabel (b.v. opmaak lettertype, arcering, passende titel bovenaan de tabel, eventueel cellen samenvoegen,…).d. Bepaal op een correcte manier som en procenten. Uiteraard gebruik je hiervoor formules.e. Maak van je tabel twee soorten grafieken :

1. Een grafiek van het type "kolom" (daarbinnen mag je kiezen, maar kies een passende) 3D : stel de kolom met aantal hiermee voor (niet kolom %). Zorg voor gepaste titels (grafiek, horizontale as, verticale as), labels op de staven en wat bijkomende lay-out naar keuze.

2. Een cirkel 2D. Zorg ook voor gepaste titels en labels met (automatische) procenten.5.2 Vul tenslotte nu je Excel-document verder aan met een tweede oefening (functies tabel-grafiek-datamatrix) .

Soort bronnen Aantal Procent

Boeken 5 33.33

Artikels vaktijdschriften 1 6.67

Eindwerken 2 13.33

Anderstalige (Engelse) websites

4 26.67

Beeldmateriaal 3 20.00

Totaal 15 100%

a. Begin op een tweede werkblad en verwerk de statistieken die je in stap 4.4 hierboven vond.b. Selecteer gegevens over provincies, gewesten, groepen of jaren (naargelang je bron; selecteer in ieder geval verschillende 'reeksen').c. Breng de gegevens in een tabel. Werk af met een lay-out (lettertype, titels vet of zo, kleur arcering, ….)d. Stel je tabel / gegevens visueel voor via een grafiek naar keuze. Zorg voor passende titels en een duidelijke lay-out.e. Toon aan de hand van de reeksnamen aan dat je kan filteren, sorteren en subtotalen maken (=datamatrix; werk via het tabblad "Gegevens" van de menu bovenaan). Laat je filter aanstaan bij afsluiten / opslaan document.

22

Page 26: SADANopdrachtrhizoproject.wdfiles.com/local--files/maarten...  · Web viewDaarbij heeft hij ook met iemand anders meegeschreven aan een boek ... In Bergen vond een quasi-experimenteel

5 Besluit:

5.1 Gevonden info:

Ik vind dat ik zeker voldoende informatie heb gevonden om verder op weg te kunnen met ons onderzoek over pesten. Ik denk dat het ook nog goed zou zijn om verdere informatie op te zoeken over organisaties die helpen om het pesten tegen te gaan zoals het CLB, JAC, psychologen, TEJO,… De informatie die ik heb terug gevonden is zeker betrouwbaar en relevant omdat het vaak op zeer erkende sites waren.

5.2 Verloop opdracht- vaardigheden:

In het begin verliep de SADAN-opdracht redelijk moeilijk omdat ik niet wist wat er precies verwacht werd. Van kinds af aan kan ik niet zo goed overweg met computers en ben ik geen WORD of EXCEL specialist. Ik zal zeker nog moeten oefenen in het maken van inhoudsopgaven en het maken van een goede lay-out. Ik heb nu redelijk veel moeite gehad om mijn inhoudsopgave op te maken. Tijdens de lessen heb ik veel informatie moeten vragen aan de docent omdat ik de opdracht niet goed snapte of omdat ik niet wist wat ik precies moest doen. Mijn sterkte is dat ik een doorzetter ben en terwijl ik het niet begreep toch heb blijven verder werken en informatie heb gevraagd. Wat ik door deze opdracht heb bijgeleerd is dat je je Word document nooit op je bureaublad mag opslaan. In het begin van de lessen had ik altijd op het einde van de les mijn document op mijn bureaublad opgeslagen (een gewoonte van thuis) en daardoor kon ik de volgende les niet meer verder werken omdat ik mijn document kwijt was.

23