RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper...

48
Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening December 2016 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: 506.033 MER-dossiernr.: SCRPL16242 RUP EENVORMIGE ENTITEITEN PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel I – tekstbundel)

Transcript of RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper...

Page 1: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Adviesverlening en begeleiding

Ruimtelijke ordening

December 2016 (ontheffingsaanvraag)

Projectnr. IL: 506.033

MER-dossiernr.: SCRPL16242

RUP EENVORMIGE ENTITEITEN

PLAN-MER SCREENINGSNOTA

(deel I – tekstbundel)

Page 2: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 2/48

Gemeente Bekkevoort

RUP EENVORMIGE ENTITEITEN

Onderzoek naar plan-MER-plicht

Verzoek tot raadpleging

Initiatiefnemer:

Gemeente Bekkevoort

Eugeen Coolstraat 17

3640 Bekkevoort

Uitvoering:

Interleuven

Brouwersstraat 6

3000 Leuven

DEEL I: TEKSTBUNDEL

Page 3: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 3/48

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ............................................................................................................ 5 1.1. Beknopte historiek en beschrijving van het plan .................................................... 5 1.2. Bepaling van de planMER-plicht ........................................................................... 6

2. RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN ................................................................... 7

2.1. Situering van de gemeente Bekkevoort ................................................................ 7

2.2. Situering en afbakening van de deelplannen ......................................................... 7 2.2.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat..................................................................... 7

2.2.2. Deelplan Tiensebaan .................................................................................... 7

2.3. Bestaande ruimtelijke context ............................................................................. 8

2.3.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat..................................................................... 8

2.3.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 13

3. PLANNINGSCONTEXT ............................................................................................. 14 3.1. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ............................................. 14 3.2. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant ...................................... 14

3.3. Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan .......................................... 15 4. BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE ................... 17

4.1. Gewestplan ..................................................................................................... 17 4.1.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 17

4.1.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 17 4.2. Bodem ........................................................................................................... 17

4.2.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 17 4.2.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 18

4.3. Water: oppervlakte- en grondwater .................................................................... 20

4.3.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 20 4.3.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 21

4.4. Fauna, flora en biodiversiteit .............................................................................. 23 4.4.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 23

4.4.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 24 4.5. Ruimtelijke ordening ......................................................................................... 25

4.5.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 25 4.5.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 26

4.6. Landschapsatlas, cultureel erfgoed en archeologie ................................................ 27

4.6.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 27

4.6.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 28

4.7. Lucht en klimaat .............................................................................................. 29

4.7.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 29 4.7.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 30

4.8. Licht, geluid en geur ......................................................................................... 31

4.8.1. Deelplan Witteweg ...................................................................................... 31

4.8.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 31

4.9. Gezondheid en veiligheid van de mens ................................................................ 31 4.9.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat.................................................................... 31

4.9.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................... 32 4.10. Mobiliteit ....................................................................................................... 32

4.10.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat .................................................................. 32

4.10.2. Deelplan Tiensebaan ................................................................................. 33

5. ANNEX / AANVULLINGEN EN CONCLUSIES N.A.V. ADVIESRONDE ................................. 34 5.1. Overzicht, samenvatting en eventuele behandeling van de ontvangen adviezen ........ 34

5.1.1. Advies provincie Vlaams-Brabant .................................................................. 34

Page 4: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 4/48

5.1.2. Advies Agentschap Natuur en Bos ................................................................. 34

5.1.3. Advies Departement Landbouw & Visserij ....................................................... 35 5.1.4. Advies Agentschap Onroerend Erfgoed ........................................................... 35 5.1.5. Advies Agentschap Wonen-Vlaanderen ........................................................... 35

5.2. Eindconclusie ................................................................................................... 36 BIJLAGE 1: ONTVANGEN ADVIEZEN ............................................................................. 37

BIJLAGE 2 : BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN .............................................. 45

Page 5: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 5/48

1. INLEIDING

1.1. Beknopte historiek en beschrijving van het plan

De gemeente Bekkevoort wil met dit Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) een planologische

oplossing bieden aan het verschil in mogelijkheden tussen zonevreemde woningen onderling

teneinde een éénvormige context binnen het deelplan te kunnen behouden en versterken.

Doorheen de tijd heeft er zich binnen de beide deelplannen een toestand ontwikkeld met

verschillende gewestplanbestemmingen, verkavelingsvergunningen met allerlei

stedenbouwkundige voorschriften en dus andere mogelijkheden. In het deelplan van de

Witteweg hebben, ondanks een gelijkaardig ruimtelijke voorkomen van de woningen, de

woningen toch verschillende mogelijkheden. Zonevreemde woningen in agrarisch gebied (niet

kwetsbaar gebied) hebben ruimere basisrechten dan zonevreemde woningen in natuurgebied

(=ruimtelijk kwetsbaar gebied). De woningen in een verkaveling in natuurgebied hebben dan

weer wel ruime mogelijkheden.

Bovendien werd aangetoond dat binnen het deelplan de bestemming als natuurgebied, wat als

ruimtelijk kwetsbaar gebied wordt beschouwd, achterhaald is. Desondanks houdt de huidige

wetgeving met deze nuancering geen rekening met tot gevolg dat de zonevreemde woningen

in het natuurgebied minder mogelijkheden hebben dan de nabij gelegen, soms aangrenzende,

zonevreemde woningen in agrarisch gebied terwijl er in realiteit nauwelijks verschil is in

“kwetsbaarheid”.

Het deelplan van de Tiensebaan heeft zich doorheen de jaren ontwikkeld als twee halfopen

bebouwingen, weliswaar niet conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning

(vergunning voor ééngezinswoning). Nochtans past de typologie van een halfopen bebouwing

zich perfect in binnen het woonlint van de Tiensebaan. Bijkomend aspect hier is dat het

parket de overtreding geseponeerd heeft (en dus gedoogd wordt) en er een juridische

onzekerheid is ontstaan voor de huidige bewoners van het goed.

Met voorliggend RUP wenst de gemeente binnen twee ruimtelijk eenvormige entiteiten de

juridisch onzekerheid op te lossen om zo de eenvormigheid te behouden en een ruimtelijk

aanvaardbare ontwikkeling mogelijk te maken op maat van en passend binnen de lokale

ruimtelijke context. Om de noodzaak van dit RUP aan te tonen, werd een uitgebreide

voorstudie opgemaakt die o.a. een beeld schetst van de bestaande situatie en de relatie met

het GRS. Ook andere relevante planningsinstrumenten, evenals een eerste aanzet tot

mogelijke afbakening en invulling zijn in deze voorstudie opgenomen.

Om na te gaan of een dergelijk RUP past binnen de visie en planningsinstrumenten van de

hogere overheden, werd in februari 2015 een eerste ontwerpversie van de voorstudie

besproken met de provincie Vlaams-Brabant en Ruimte Vlaanderen. Zowel de provincie als

Ruimte Vlaanderen erkende de problematiek van de éénvormige entiteiten en gingen akkoord

om – gezien de ruimtelijke context – een gelijke rechtszekerheid na te streven, mits rekening

wordt gehouden met enkele randvoorwaarden en aandachtspunten.

De sites worden afgetoetst aan het ruimtelijk afwegingskader voor bestaande grotendeels

vergunde/vergund geachte constructies dat werd opgenomen in het GRS1. Hierbij werd

gesteld dat de ontwikkelingsmogelijkheden max. tot gelijkstelling met niet kwetsbare

gebieden gaan.

- In het deelplan Witteweg-Meutelstraat worden de percelen met woningen in

natuurgebied van een overdruk “parkgebied” voorzien en de geldende verkavelingen

1 Pagina 123-125, GRS Bekkevoort.

Page 6: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 6/48

worden opgeheven. De woningen verkrijgen de basisrechten voor zonevreemde

woningen in parkgebied zoals bepaald in de VCRO. Er wordt geen verruiming van de

basisrechten voorzien.

- In het deelplan Tiensebaan wordt de betreffende verkaveling opgeheven, de

bestaande bebouwde toestand wordt bestendigd en de agrarische bestemming blijft

behouden. Beide woningen verkrijgen de basisrechten zoals deze zijn vermeld in de

VCRO. De ontwikkelingsmogelijkheden van de woningen nummers 46A en 46B worden

zo gelijkvormig aan elkaar en aan die van de zonevreemde woningen op de

aangrenzende percelen in agrarisch gebied.

De plangebieden worden van een overdruk voorzien, de gewestplanbestemmingen blijven

behouden.

1.2. Bepaling van de planMER-plicht

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en

programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een

plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke

uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.

Voorliggend RUP valt niet onder de projecten die volgens artikel 36ter2 van het decreet

natuurbehoud een passende beoordeling vereisen.

Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning bij reeds bebouwde

percelen, weliswaar in een zonevreemde toestand. Echter vallen dergelijke aanvragen niet

onder de opsomming in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december

2004.

Het uitvoeringsplan is ver gelegen van een grens met een buurland en de afstand tot het

Waalse Gewest bedraagt minstens 20 km en tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 25 km.

Aangezien er geen significante milieueffecten worden verwacht in de onmiddellijke omgeving

van het voorgenomen plan en gezien de afstand tot de grenzen, en het feit dat er geen

directe relaties zijn van het Deelplan met gebieden aan de overzijde van de grens, wordt

aangenomen dat er zich geen bijkomende grensoverschrijdende effecten kunnen voordoen.

Aangezien:

- geen passende beoordeling vereist is;

- het RUP het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project niet

opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004;

- er geen grensoverschrijdende effecten zijn;

wordt eerst enkel een screening of ‘onderzoek tot m.e.r.’ uitgevoerd om het vermoeden dat er

geen significante milieueffecten zijn te onderzoeken.

2 Artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere

bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken

van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied (in toepassing van de vogel- en habitatrichtlijn) kan veroorzaken,

dient te worden onderworpen aan een passende beoordeling.

Page 7: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 7/48

2. RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN

2.1. Situering van de gemeente Bekkevoort

De gemeente Bekkevoort is één van de meest landelijke gemeenten van het Hageland.

Bekkevoort, Assent en Molenbeek vormen de drie deelgemeenten van Bekkevoort is. Met haar

6.070 (bron: StatBel – d.d. 01/10/2013) inwoners is Bekkevoort één van de kleinste

gemeenten van Vlaams-Brabant. Gelegen tussen de steden Diest, Leuven, Scherpenheuvel-

Zichem, Aarschot en Tienen is Bekkevoort een dorp met vele landbouwactiviteiten en

fruitteelt. Bekkevoort is met haar oppervlakte van 3.717ha een typisch landelijke gemeente.

De open ruimte is nog aanzienlijk en heeft vrij goed kunnen weerstaan aan de ruimtelijke

druk op het platteland. Deze open ruimte wordt vooral ingenomen door akkers, fruitteelt en

weilanden. Bekkevoort kent een goede ontsluiting door de aanwezigheid van de E314, de

Staatsbaan of N2 (Leuven-Diest) en de Provinciebaan (N29) die de gemeente doorkruisen.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 1: situering gemeente Bekkevoort

2.2. Situering en afbakening van de deelplannen

2.2.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Dit deelplan situeert zich ten noordwesten van de kern van de deelgemeente Bekkevoort,

nabij de grens met de gemeente Tielt-Winge. Beide straten vormen een uitloper van de

bebouwingsconcentratie langsheen de Staatsbaan richting het open landschap ten noorden

van de kern van Bekkevoort (ter hoogte van de autosnelweg E-314).

Afbakening van het deelplan

De voorgestelde afbakening werd bekomen na overleg met de provincie en Ruimte

Vlaanderen. Hierbij werd bewust gekozen om de afbakening te beperken tot een minimum

aantal percelen rekening houdende met het nastreven van een éénvormigheid en het

afwegingskader dat werd bepaald in het GRS.

De contour van het deelplan wordt beperkt tot de percelen met een woning in natuurgebied,

dus ook de woningen in een verkaveling in natuurgebied. Voor deze woningen wordt de

verkaveling opgeheven.

2.2.2. Deelplan Tiensebaan

Dit deelplan is gesitueerd in de deelgemeente Molenbeek-Wersbeek, nabij het kruispunt van

de Meenselstraat en de Tiensebaan. De bebouwing langsheen deze wegen kenmerkt zich als

typisch verspreide lintbebouwing met achterliggend een groot open landschap hoofdzakelijk in

gebruik door landbouwactiviteiten.

Afbakening van het deelplan

Vanuit de specifieke ruimtelijke en juridische context wordt de afbakening van dit deelplan

beperkt tot de percelen van woning nr. 46A en 46B, zijnde de percelen gelegen in een

zonevreemde verkaveling.

Door het opheffen van de betreffende verkaveling en beide woningen de basisrechten voor

zonevreemde woningen zoals bepaald in de VCRO verkrijgen past het deelplan zich juridisch

beter in binnen de bestaande ruimtelijke context.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 2: situering deelplannen op niveau gemeente Bekkevoort

Kaart 3: situering deelplannen op niveau deelgemeente

Page 8: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 8/48

2.3. Bestaande ruimtelijke context

2.3.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort,

als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen vormen dan ook de belangrijkste functie zowel

binnen de entiteit als in de nabije omgeving. Ter hoogte van het kruispunt Witteweg-Oude

Leuvensebaan is een voetbalterrein gelegen. Ter hoogte van het kruispunt Oude Tiensebaan-

Oude Leuvensebaan is het verpleeghuis Hof Ter Heyde gelegen (zie figuur 1).

Doorheen de jaren is de Witteweg geëvolueerd naar een ruimtelijk éénvormig straatbeeld met

aan de westelijke zijde van de weg de woningen gelegen en aan de oostelijke zijde

hoofdzakelijk onbebouwd terrein. Verdere gelijkenissen tussen de woningen langs de

Witteweg zijn de bouwvorm (bijna allemaal vrijstaande woningen), de zadeldakvorm en de

gebruikte gevelmaterialen.

Doorheen de voorbije decennia heeft er een sterke vertuining plaatsgevonden (zie figuur 2).

Hierdoor is de link met het bosrijke gebied (en op het gewestplan als natuurgebied bestemd)

dat ten westen van de cluster is gelegen, over de ganse straatlengte helemaal verdwenen.

Figuur 1: ruimtelijke context Witteweg-Meutelstraat (luchtfoto)

Page 9: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 9/48

Foto A Foto B Foto C

Foto D Foto E Foto F

Foto H Foto G Foto I

Page 10: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 10/48

Foto J Foto K Foto L

Foto N Foto O

Foto P Foto Q Foto R

Foto M

Page 11: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 11/48

Foto S Foto T Foto U

Page 12: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 12/48

Figuur 2: sterke vertuining binnen het Deelplan van de Witteweg-Meutelstraat (1971-2015)

Bron: Geopunt.be, eigen verwerking, 2016

Page 13: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 13/48

2.3.2. Deelplan Tiensebaan

De Tiensebaan kenmerkt zich als een klassiek woonlint in een voor het overige hoofdzakelijk

open landschap. De percelen die achter de woonlinten zijn gelegen, zijn hoofdzakelijk in

landbouwgebruik.

Aan de overzijde van de straat is een landbouwkundig bedrijf (verkoop landbouwmachines)

gesitueerd.

Figuur 3: ruimtelijke context Tiensebaan (luchtfoto)

Page 14: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 14/48

3. PLANNINGSCONTEXT

3.1. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)3 bepaalt de planningscontext op gewestelijk

niveau. Bekkevoort wordt in het RSV opgenomen als een gemeente behorende tot het

buitengebied.

Vier basisdoelstellingen kunnen worden onttrokken uit de algemene visie op de ruimtelijke

ontwikkeling van Vlaanderen, hiervan zijn de volgende drie belangrijk voor de gemeente

Bekkevoort:

- het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een bundeling van

wonen en werken in de kernen van het buitengebied;

- het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de

bestaande economische structuur van Vlaanderen;

- het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de

ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de

organisatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden door

openbaar vervoer.

Binnen de gemeente Bekkevoort moet zeker rekening worden gehouden met de volgende

ruimtelijke principes:

- gedeconcentreerde bundeling;

- infrastructuren als bindteken en basis voor de locatie van activiteiten;

- fysisch systeem ruimtelijk structurerend.

Specifiek voor het buitengebied waartoe de gemeente Bekkevoort behoort, zijn volgende

doelstellingen van belang:

- het buitengebied vrijwaren voor de essentiële functies;

- tegengaan van versnippering van het buitengebied;

- bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

- landbouw-, natuur- en bosfunctie in goed gestructureerde gehelen;

- bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied;

- afstemmen van ruimtelijk beleid en milieubeleid op basis van het fysisch systeem;

- bufferfunctie in het buitengebied.

Een multifunctionele ontwikkeling (wonen, werken, ...) en verweving in de kernen van het

buitengebied staan centraal bij de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling.

3.2. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant

In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSVB)4 worden volgende

kernprincipes gehanteerd:

- herwaardering van het fysisch systeem;

- een centrumprovincie met Brussel;

- een provincie met diverse stedelijke kernen;

- de Vlaamse Ruit geeft een duidelijke structuur;

- mobiliteit als sturend gegeven.

3 Definitief vastgesteld door de Vl. Regering d.d. 23/09/1997, eerste herziening d.d. 12/12/2003, tweede herziening d.d.

17/12/2010. 4 Definitieve vastgesteld door de provincieraad Vlaams-Brabant d.d. 07/04/2004, herziening (addendum) d.d. 05/03/2012.

Page 15: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 15/48

De provincie wenst een halt toe te roepen aan de verdere versnippering en verlinting van de

open ruimte. De kernen dienen versterkt te worden als kwalitatieve en aantrekkelijke

woonomgevingen.

In de gewenste nederzettingsstructuur van de provincie wordt de kern van Bekkevoort

aangeduid als hoofddorp. In het buitengebied zijn het de hoofddorpen die hoofdzakelijk de

dynamiek (wonen, lokale bedrijvigheid, voorzieningen, administratieve dienstverlening)

dienen op te nemen. Molenbeek, Wersbeek, Struik en Rijnrode zijn aangeduid als kern-in-het-

buitengebied. Deze beleidscategorie duidt op de respectievelijke woonclusters en

concentraties van bebouwing die een duidelijke kernfunctie vervullen in het buitengebied,

doch niet werden geselecteerd als hoofddorp of woonkern. Aldus kan bij een kern-in-het-

buitengebied geen bijkomende oppervlakte worden voorzien voor het opvangen van de

gemeentelijke taakstelling inzake wonen en/of bedrijvigheid, indien hiermee de verlinting

wordt verdergezet.

Aangezien de problematiek van éénvormige entiteiten reeds bebouwde percelen omvat, is

er geen sprake van een verderzetting van de verlinting.

3.3. Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

In dit hoofdstuk worden de relevante elementen uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

van Bekkevoort (GRS)5 toegelicht en verduidelijkt.

Uit het informatieve deel blijkt dat Bekkevoort, naast drie kerngebieden (Bekkevoort,

Assent en Wersbeek) een sterke aanwezigheid van woonlinten kent. De suburbanisatie van

wonen en economische activiteiten heeft langs de uitgeruste wegen geleid tot een sterke

bebouwingsgroei. De nederzettingsstructuur kenmerkt zich als een bebouwd perifeer

landschap waarbij de verspreide bebouwing als bedreiging voor de open ruimte wordt

beschouwd.

Meer specifiek voor de Witteweg wordt de specifieke situatie van zonevreemde vergunde

woningen binnen eenzelfde ruimtelijke structuur, maar binnen een verschillende bestemming

namelijk landschappelijk waardevol agrarisch gebied en natuurgebied als bedreiging

beschouwd.

Het deelplan van de Witteweg-Meutelstraat is gesitueerd op de rand tussen twee verschillende

landschapseenheden die de gemeente onderscheidt (in totaal worden er 10 onderscheiden),

namelijk het “Open landschap rond A2” (E314) en de “Vallei van de Hazehoekloop”. Het

Deelplan van de Tiensebaan situeert zich volledig binnen de landschapseenheid “Muggenberg

en Netelzeep”.

In het richtinggevend deel worden de verschillende dorpskernen als troef van het

buitengebied beschouwd. Groei wordt geconcentreerd in en/of aansluitend bij de kernen (met

een onderscheid tussen het hoofddorp Bekkevoort, de woonkern Assent en de kleine kernen

in het buitengebied) met oog voor het behoud van de authenticiteit van de plattelandskernen.

De landschappelijke structuur zal terug zoals voorheen de basis zijn bij nieuwe

ontwikkelingen. Een verdere versnippering van de open ruimte en verdere lintbebouwing

wordt tegengegaan.

Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de zonevreemde constructies dient het

afwegingskader voor bestaande grotendeels vergunde/vergund geachte constructies te

5 Definitief vastgesteld door de gemeenteraad Bekkevoort d.d. 20/02/2012 en definitief aanvaard door de bestendige deputatie

d.d. 24/05/2012.

Page 16: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 16/48

volgen. Het afwegingskader vormt de basis voor de opmaak van masterplannen en

RUP’s, waarbinnen verder onderzoek en afweging dient te gebeuren. Al de niet

behandelde onderdelen binnen deze afwegingskaders vallen onder de algemene

regelgeving met betrekking tot zonevreemdheid. De site Witteweg-Meutelstraat wordt in

het GRS reeds als éénvormige entiteit aangehaald.

In de bindende bepalingen van het GRS werd het opstellen van een RUP ruimtelijk

éénvormige entiteiten aan zonevreemde woningen als actiepunt opgenomen.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 4: GRS Bekkevoort – gewenste bebouwde structuur - wonen.

Page 17: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 17/48

4. BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE

4.1. Gewestplan

Het gewestplan is een juridisch verordenend document en is zodoende de randvoorwaarde

voor alle mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Met de uitwerking van dit RUP kunnen

voorstellen tot behoud, verfijning of aanpassing van het gewestplan worden gedaan. De

gemeente Bekkevoort valt onder het gewestplan Aarschot – Diest (14/11/1978).

4.1.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Overeenkomstig het gewestplan bestaat de bestemming van het Deelplan uit natuurgebied:

- De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen,

rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen

jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden

als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

4.1.2. Deelplan Tiensebaan

Overeenkomstig het gewestplan bestaat de bestemming van het Deelplan uit agrarisch

gebied:

- De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens

bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf

noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid

voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens

para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden

agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts

opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van

een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De

afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande

bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de

bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de

landbouw- en bosgebieden.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 5: gewestplan.

4.2. Bodem

4.2.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

a. bodemkaart

Volgens de bodemkaart bestaat de bodem in het deelplan uit nat lemig zand met weinig

duidelijke ijzer en/of humus B horizontzand (type wShfc).

b. kaarten met herbevestiging agrarische gebieden en landbouwtypering

Op basis van de kaart ‘herbevestiging agrarische gebieden’ blijkt dat het volledige deelplan

niet is ingekleurd als herbevestigd agrarisch gebied.

Nagenoeg het hele deelplan is niet aangeduid op de landbouwtyperingskaart. Een klein

gedeelte heeft een zeer lage waardering.

Page 18: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 18/48

c. bodemerosie

Volgens de kaart met erosiegevoelige gebieden is het deelplan en de ruime omgeving

nauwelijks erosiegevoelig.

Voor het deelplan zijn volgens de potentiële bodemerosiekaart geen gegevens gekend.

Volgens de hellingenkaart heeft nagenoeg het volledige deelplan een hellingsgraad tussen 0,5

en 5%.

De hoogte binnen het grootste deel van het deelplan varieert volgens de reliëfkaart (digitale

hoogtemodel Vlaanderen) tussen 30 en 35 m. Er is dus weinig hoogteverschil binnen het

deelplan. Het laagste deel van het deelplan bevindt zich in het noorden van het deelplan.

d. Huidig bodemgebruik

Het grootste deel van het deelplan is in gebruik als tuinzone bij zonevreemde woningen.

Het huidig bodemgebruik komt aldus niet overeen met de kaart voor bodemgebruik, waarin

het deelplan ingekleurd is als zones voor akkerbouw en boomgaarden.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Het deelplan wordt gevormd door reeds bebouwde percelen, meerbepaald met zonevreemde

woningen en hun tuinzone. Door de bijkomende overdruk van het deelplan zullen deze

zonevreemde woningen meer mogelijkheden krijgen qua herbouw en uitbreiding. Deze

mogelijkheden zullen de basisrechten voor zonevreemde woningen (VCRO art. 4.4.10 ev) niet

overstijgen.

Het huidige bodemgebruik zal worden bestendigd door de uitwerking van het RUP.

Verhardingen zoals o.a. wegen en parkings dienen te bestaan uit waterdoorlatende materialen

tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar (bouwfysisch) of wenselijk is (omdat er bv. een

vervuilingsrisico is).

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige bodemgebruik behouden blijven.

Conclusie

De ontwikkeling van het RUP Eénvormige entiteiten zal weinig invloed hebben op de

bodemstructuur en het bodemgebruik aangezien het hier om reeds bebouwde percelen gaat

die reeds een sterke vertuining kennen.

4.2.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

a. bodemkaart

Volgens de bodemkaart bestaat de bodem in het deelplan uit een natte zandleembodem met

sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (type Lhc).

b. kaarten met herbevestiging agrarische gebieden en landbouwtypering

Op basis van de kaart ‘herbevestiging agrarische gebieden’ blijkt dat het volledige deelplan is

gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied.

Het hele deelplan heeft een matige waardering op de landbouwtyperingskaart.

Page 19: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 19/48

c. bodemerosie

Volgens de kaart met erosiegevoelige gebieden is het volledige deelplan en de ruime

omgeving ingekleurd of opgenomen op deze kaart, m.a.w. het deelplan is erosiegevoelig. De

tuinen bij de woningen zijn weliswaar reeds aangelegd.

Voor het deelplan zijn volgens de potentiële bodemerosiekaart geen gegevens gekend.

Volgens de hellingenkaart heeft nagenoeg het volledige deelplan een hellingsgraad tussen 0,5

en 5%.

De hoogte binnen het grootste deel van het deelplan varieert volgens de reliëfkaart (digitale

hoogtemodel Vlaanderen) tussen 25 en 28 m. Er is dus weinig hoogteverschil binnen het

deelplan. Het laagste deel van het deelplan bevindt zich in het zuidoosten van het deelplan.

d. Huidig bodemgebruik

Het grootste deel van het deelplan is in gebruik als tuinzone bij zonevreemde woningen.

Het huidig bodemgebruik komt aldus niet overeen met de kaart voor bodemgebruik, waarin

het deelplan deels is ingekleurd als zone voor akkerbouw.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Het deelplan wordt gevormd door 2 woningen en hun tuinzone. Door de herbestemming van

het deelplan zal 1 van de woningen meer mogelijkheden verkrijgen dan in de huidige

toestand. Deze mogelijkheden zullen de basisrechten voor zonevreemde woningen (VCRO art.

4.4.10 ev) niet overstijgen.

Het huidige bodemgebruik zal worden bestendigd door de uitwerking van het RUP.

Verhardingen zoals o.a. wegen en parkings dienen te bestaan uit waterdoorlatende materialen

tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar (bouwfysisch) of wenselijk is (omdat er bv. een

vervuilingsrisico is).

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige bodemgebruik behouden blijven.

Conclusie

De ontwikkeling van het RUP Eénvormige entiteiten zal weinig invloed hebben op de

bodemstructuur en het bodemgebruik aangezien het hier om reeds bebouwde percelen gaat

die reeds een sterke vertuining kennen.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 6: bodemkaart.

Kaart 7: herbevestigde agrarische gebieden (HAG).

Kaart 8: erosiegevoelige gebieden.

Kaart 9: potentiële erosiekaart.

Kaart 10: hellingenkaart.

Kaart 11: reliëfkaart.

Kaart 12: infiltratiegevoelige gebieden.

Kaart 13: bodemgebruik.

Kaart 14: landbouwtyperingskaart.

Page 20: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 20/48

4.3. Water: oppervlakte- en grondwater

4.3.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

a. watertoetskaart overstromingsgevoelige gebieden

Het deelplan ligt volgens de kaart voor overstromingsgevoelige gebieden (Vlaamse

Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer) niet in mogelijk of effectief

overstroombaar gebied.

b. waterlopen in het deelplan

Er bevinden zich geen waterlopen in het deelplan. Op circa 50 m ten noordwesten van het

plangebied is de Tieltse Motte, een waterloop van tweede categorie, gelegen. Gelet op het

reliëf van het terrein watert het hemelwater in het plangebied af naar deze waterloop.

c. infiltratiekaart

Volgens de infiltratiekaart is het deelplan niet aangeduid als infiltratiegevoelig. Bij

verbouwingen, aanleg van nieuwe verharde oppervlakten is de geldende gewestelijke

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,

buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en de provinciale

stedenbouwkundige verordening inzake verhardingen van toepassing.

d. bodemerosie

Zie deel 4.2.1., c. bodemerosie.

e. grondwaterkwetsbaarheid en grondwaterstroming

Volgens de kaart voor grondwaterkwetsbaarheid is het grondwater zeer kwetsbaar. Het

volledige deelplan is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2, zie kaart voor

grondwaterstromingsgevoeligheid.

Bij de ontwikkeling van het RUP zal infiltratie van hemelwater maximaal worden bevorderd

door de voorziene maatregelen, zoals voldoen aan de van toepassing zijnde

stedenbouwkundige verordeningen en door maximaal gebruik van waterdoorlatende

materialen.

Aangezien er geen beken en grachten in het Deelplan zijn, zullen er geen waterlopen worden

gedempt, verlegd, ingekokerd of overwelfd.

f. zoneringskaart van de VMM

Het deel van het deelplan waar de woningen en achtertuinen zich bevinden is opgenomen in

de zoneringskaart als collectief te optimaliseren buitengebied.

g. waterwinningsgebied

Het deelplan is niet gelegen in een waterwinningsgebied of een beschermingszone.

h. signaalgebied

In het deelplan is geen signaalgebied gelegen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Bij de ontwikkeling van het RUP zal er altijd moeten worden voldaan aan de van toepassing

zijnde gewestelijke, provinciale en/of gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen inzake

hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen zoals opgenomen in de

stedenbouwkundige voorschriften.

Page 21: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 21/48

Het deelplan is gelegen in een collectief te optimaliseren buitengebied. Bij de herbouw en/of

verbouwingen van de woningen zullen de nodige voorzieningen moeten worden getroffen om

het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten

op de bestaande riolering van de Witteweg. Aangezien er geen beken en grachten in het

deelplan zijn, zullen er geen waterlopen worden gedempt, verlegd, ingekokerd of overwelfd.

Aangezien het deelplan is gelegen in een matig gevoelig gebied voor grondwaterstroming,

kunnen ondergrondse constructies deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien

bronbemaling tijdens de constructies van gebouwen nodig is, moet er altijd naar worden

gestreefd om te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Deze werken moeten in overleg met

belanghebbenden gebeuren en in de tijd worden beperkt. Er moet altijd worden getracht om

het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen.

De grondwaterkwetsbaarheid is zeer kwetsbaar. Aangezien het deelplan zonevreemde

woningen betreft, zal de opslag van gevaarlijke producten nul zijn met uitzondering van

mogelijkse opslag van stookolie voor gebouwverwarming. Deze opslag moet voldoen aan de

wettelijke normen.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel bestemd als natuurgebied maar er bevinden zich reeds

zonevreemde woningen en hun tuinzones. Een negatieve invloed op de bodem en het

grondwater wordt niet verwacht.

Conclusie

Bij de ontwikkeling van het RUP zal infiltratie van hemelwater maximaal worden bevorderd

door de voorziene maatregelen, zoals voldoen aan de van toepassing zijnde

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen,

en door maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen zoals opgenomen in de

stedenbouwkundige voorschriften. Wateroverlast bij hevige regenval zal door toepassing van

deze maatregelen tot een minimum worden herleid.

De nodige gemeenschappelijke voorzieningen worden getroffen om huishoudelijk afvalwater

gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de in de onmiddellijke

omgeving bestaande riolering.

Aangezien er geen beken en grachten in het deelplan zijn, zullen er geen waterlopen worden

gedempt, verlegd, ingekokerd of overwelfd.

De zonvreemde woningen zijn gelegen in een matig gevoelig gebied voor

grondwaterstroming. Ondergrondse constructies kunnen deze grondwaterstroming wel

beïnvloeden. Indien bronbemaling nodig zou zijn tijdens de constructies van gebouwen, moet

er altijd naar worden gestreefd om te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Deze werken

moeten in overleg met belanghebbenden gebeuren en in tijd worden beperkt. Er zal steeds

getracht worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen.

Door te voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake opslag van gevaarlijke producten zal de

bodem en het grondwater maximaal worden beschermd.

4.3.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

a. watertoetskaart overstromingsgevoelige gebieden

Het deelplan ligt volgens de kaart voor overstromingsgevoelige gebieden (Vlaamse

Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer) niet in mogelijk of effectief

overstroombaar gebied.

Page 22: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 22/48

b. waterlopen in het deelplan

Er bevinden zich geen waterlopen in het deelplan. Langsheen de Tiensebaan-Meenselstraat is

de Drieskensbeek, een niet-geklasseerde waterloop gelegen.

c. infiltratiekaart

Volgens de infiltratiekaart is het deelplan niet aangeduid als infiltratiegevoelig. Bij

verbouwingen, aanleg van nieuwe verharde oppervlakten is de geldende gewestelijke

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,

buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en de provinciale

stedenbouwkundige verordening inzake verhardingen van toepassing.

d. bodemerosie

Zie deel 4.2.2., c. bodemerosie.

e. grondwaterkwetsbaarheid en grondwaterstroming

Volgens de kaart voor grondwaterkwetsbaarheid is het grondwater weinig kwetsbaar. Het

volledige deelplan is weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3, zie kaart voor

grondwaterstromingsgevoeligheid.

Bij de ontwikkeling van het RUP zal infiltratie van hemelwater maximaal worden bevorderd

door de voorziene maatregelen, zoals voldoen aan de van toepassing zijnde

stedenbouwkundige verordeningen en door maximaal gebruik van waterdoorlatende

materialen.

f. zoneringskaart van de VMM

Het deelplan is opgenomen in de zoneringskaart als collectief te optimaliseren buitengebied.

g. waterwinningsgebied

Het deelplan is niet gelegen in een waterwinningsgebied of een beschermingszone.

h. signaalgebied

In het deelplan is geen signaalgebied gelegen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Bij de ontwikkeling van het RUP zal er altijd moeten worden voldaan aan de van toepassing

zijnde gewestelijke, provinciale en/of gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen inzake

hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen zoals opgenomen in de

stedenbouwkundige voorschriften.

Het Deelplan is gelegen in een collectief te optimaliseren buitengebied. Bij de herbouw en/of

verbouwingen van de woningen zullen de nodige voorzieningen moeten worden getroffen om

het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten

op de bestaande riolering van de Tiensebaan.

Aangezien het Deelplan is gelegen in een weinig gevoelig gebied voor grondwaterstroming,

kunnen ondergrondse constructies de grondwaterstroming nog beïnvloeden. Indien

bronbemaling tijdens de constructies van gebouwen nodig is, moet er altijd naar worden

gestreefd om te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Deze werken moeten in overleg met

belanghebbenden gebeuren en in de tijd worden beperkt. Er moet altijd worden getracht om

het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen.

Het grondwater is weinig kwetsbaar. Aangezien het deelplan zonevreemde woningen bevat zal

de opslag van gevaarlijke producten nul zijn met uitzondering van mogelijkse opslag van

stookolie voor gebouwverwarming. Deze opslag moet voldoen aan de wettelijke normen.

Page 23: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 23/48

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel bestemd als agrarisch gebied en er bevinden zich reeds twee

woningen en hun tuinzones. Een negatieve invloed op de bodem en het grondwater wordt niet

verwacht.

Conclusie

Bij de ontwikkeling van het RUP zal infiltratie van hemelwater maximaal worden bevorderd

door de voorziene maatregelen, zoals voldoen aan de van toepassing zijnde

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen,

en door maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen zoals opgenomen in de

stedenbouwkundige voorschriften. Wateroverlast bij hevige regenval zal door toepassing van

deze maatregelen tot een minimum worden herleid.

De nodige gemeenschappelijke voorzieningen worden getroffen om huishoudelijk afvalwater

gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de in de onmiddellijke

omgeving bestaande riolering.

De woningen zijn gelegen in een weinig gevoelig gebied voor grondwaterstroming.

Ondergrondse constructies kunnen deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien

bronbemaling nodig zou zijn tijdens de constructies van gebouwen, moet er altijd naar

worden gestreefd om te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Deze werken moeten in

overleg met belanghebbenden gebeuren en in tijd worden beperkt. Er zal steeds getracht

worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen.

Door te voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake opslag van gevaarlijke producten zal de

bodem en het grondwater maximaal worden beschermd.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 8: erosiegevoelige gebieden.

Kaart 12: infiltratiegevoelige gebieden.

Kaart 15: watertoetskaart overstromingsgevoelige gebieden.

Kaart 16: recent overstroomde gebieden.

Kaart 17: natuurlijk overstromingsgevoelige gebieden.

Kaart 18: mogelijk overstromingsgevoelige gebieden.

Kaart 19: grondwaterstromingsgevoelige gebieden.

Kaart 20: grondwaterkwetsbaarheid.

Kaart 21: zoneringsplan VMM.

4.4. Fauna, flora en biodiversiteit

4.4.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

Nagenoeg het hele deelplan is aangeduid als biologisch minder waardevol volgens de

biologische waarderingskaart. Het bebost perceel in het zuidwesten van het deelplan is

aangeduid als biologisch waardevol.

Het deelplan is niet gelegen in vogel- of habitatrichtlijngebied of in een GEN-gebied. Ten

(noord)westen van de Meutelstraat, op circa 20 m van het plangebied, is het

habitatrichtlijngebied ‘Valleien van de Winge en de Motte met valleihellingen‘ gelegen. Delen

hiervan zijn ook aangeduid als grote eenheid natuur (‘De Vallei van de Tieltse Motte’).

Het deelplan is volgens het gewestplan ingekleurd als natuurgebied.

De percelen in het deelplan zijn bebouwd met zonevreemde woningen of woningen in een

zonevreemde verkaveling. Doorheen de voorbije decennia heeft er een sterke vertuining van

het natuurgebied plaatsgevonden. Hierdoor is de link met het bosrijke (en op het gewestplan

Page 24: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 24/48

als natuurgebied bestemd) gebied dat ten westen van de cluster is gelegen, over de ganse

straatlengte helemaal verdwenen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

De percelen zijn momenteel reeds bebouwd. Er vindt geen herbestemming plaats. Door het

voorzien van een overdruk ‘parkgebied’ krijgen de woningen meer mogelijkheden qua

uitbreiding en herbouw. Ook een aantal zonevreemde functiewijzigingen (bvb. kantoor,

dienstverlening en vrij beroep tot maximaal 100m² vloeroppervlakte, toeristische logies)

worden mogelijk. De nieuwe mogelijkheden gaan niet ruimer dan de basisrechten voor

zonevreemde woningen zoals ze bepaald zijn in de VCRO. Aangezien het hier om al bebouwde

percelen gaat waarbij de mogelijke functies laagdynamisch zullen blijven, wordt geen invloed

op het Habitatrichtlijngebied verwacht.

De zonevreemde functiewijzigingen hebben betrekking op reeds bestaande

gebouwen/woningen. Aangezien de percelen reeds bebouwd zijn en de basisrechten (VCRO)

een maximaal bouwvolume van 1.000m³ toelaten, zal bijkomende bebouwing in het deelplan

beperkt blijven. Met het RUP zal hoofdzakelijk de dynamiek in het deelplan (beperkt)

verhogen. Gelet op het reeds bebouwd karakter van het deelplan, de sterke vertuining van

het deelplan en de identieke mogelijkheden op de naburige percelen wordt dergelijke

dynamiek niet als storend beschouwd.

Aangezien Het RUP enkel mogelijkheden voorziet voor de bestaande woningen en geen

bijkomende woningen toestaat zal ook de invloed op het beboste perceel in het zuidwesten

van het deelplan dat aangeduid is als biologisch waardevol, beperkt blijven. Een eventuele

ontbossing van dit terrein is vergunningsplichtig waarbij het advies van het Agentschap voor

Natuur en Bos (plus boscompensatie) zal moeten worden gevraagd.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel bestemd als natuurgebied. Echter betreffen het bebouwde

percelen met grote achtertuinzones.

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal de huidige gebruik behouden blijven. De

dynamiek zal evenwel lager blijven dan bij de ontwikkeling van het RUP aangezien de

zonevreemde functiewijzigingen zoals bepaald in de VCRO niet mogelijk zijn in natuurgebied.

Conclusie

Door de uitwerking van het deelplan met de voorziene milderende maatregelen, zijnde een

maximale gelijkstelling tot de mogelijkheden van de basisrechten van zonevreemde woningen

in agrarisch gebied, zal de biodiversiteit in het deelplan niet excessief afnemen.

4.4.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

Het hele deelplan is aangeduid als biologisch minder waardevol volgens de biologische

waarderingskaart.

Het deelplan is niet gelegen in vogel- of habitatrichtlijngebied of in een GEN-gebied. Ook in de

nabije omgeving bevindt er zich geen dergelijke gebieden.

Het deelplan is volgens het gewestplan ingekleurd als agrarisch gebied.

De percelen in het deelplan zijn bebouwd met 2 halfopen woningen.

Page 25: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 25/48

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

De percelen zijn momenteel reeds bebouwd. Er vindt geen herbestemming plaats. Door het

toelaten van twee zonevreemde woningen waarbij voor elk de basisrechten (VCRO) gelden zal

het bouwvolume per woning beperkt blijven tot 1.000m³. Bijkomend bouwvolume zal dus

beperkt blijven. Gelet op de toegestane zonevreemde functiewijzigingen zal met het RUP

hoofdzakelijk de dynamiek in het deelplan verhogen. Gelet op het reeds bebouwd karakter

van het deelplan, het over amper twee woningen gaat en identieke mogelijkheden op de

naburige percelen bestaan wordt dergelijke dynamiek niet als storend beschouwd.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel bestemd als agrarisch. Echter betreffen het bebouwde percelen

met grote achtertuinzones.

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven. De

dynamiek zal evenwel lager blijven dan bij de ontwikkeling van het RUP aangezien de

zonevreemde functiewijzigingen maar geldig zijn in vergunde gebouwen (of

gebouwencomplex).

Conclusie

Door de uitwerking van het deelplan met de voorziene milderende maatregelen, zijnde een

maximale gelijkstelling tot de mogelijkheden van de basisrechten van zonevreemde woningen

in agrarisch gebied, zal de biodiversiteit in het Deelplan niet excessief afnemen.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 22: biologische waarderingskaart.

Kaart 23: vogel-en habitatrichtlijngebieden.

Kaart 24: gebieden van het VEN en IVON.

4.5. Ruimtelijke ordening

4.5.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Voor de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan is het gewestplan van toepassing. Een

aantal percelen zijn in een verkaveling gelegen en dus hebben eigen stedenbouwkundige

voorschriften.

Doorheen de tijd heeft de site langs de Witteweg (en Meutelstraat) kunnen evolueren naar

een ruimtelijk éénvormig straatbeeld met aan de westelijke zijde van de weg de woningen

gelegen en aan de oostelijke zijde hoofdzakelijk onbebouwd terrein. Verdere gelijkenissen

tussen de woningen langs de Witteweg zijn de bouwvorm (bijna allemaal vrijstaande

woningen), de zadeldakvorm en de gebruikte gevelmaterialen. Echter, is de juridische situatie

van de bebouwde percelen langsheen de Witteweg sterk verschillend: woningen in

woongebied, zonevreemde woningen in agrarisch gebied, zonevreemde woningen in

natuurgebied en woningen gelegen in een zonevreemde verkaveling. Gevolg hiervan is dat de

toekomstige mogelijkheden op de percelen, ondanks hun gelijkaardige ruimtelijk voorkomen

en hun ligging binnen eenzelfde woonlint, sterk verschilt van perceel tot perceel en de

ruimtelijke eenvormigheid in het gedrang komt.

Zo werd aangetoond dat binnen het deelplan de bestemming als natuurgebied, wat als

ruimtelijk kwetsbaar gebied6 wordt beschouwd, achterhaald is (zie deel 7.2. van de

6 Hieronder wordt verstaan: de volgende gebieden, aangewezen op plannen van aanleg: agrarische gebieden met ecologisch

belang, agrarische gebieden met ecologische waarde, bosgebieden, brongebieden, groengebieden, natuurgebieden,

natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurontwikkelingsgebieden, natuurreservaten, overstromingsgebieden,

valleigebieden parkgebied. Gebieden, aangewezen op ruimtelijke uitvoeringsplannen, en sorterend onder één van volgende

categorieën of subcategorieën van gebiedsaanduiding: bos, reservaat en natuur. Het Vlaams Ecologisch Netwerk, bestaande uit

Page 26: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 26/48

toelichtingsnota). Desondanks houdt de huidige wetgeving met deze nuancering geen

rekening met tot gevolg dat de zonevreemde woningen in het natuurgebied minder

mogelijkheden hebben dan de nabij gelegen, soms aangrenzende, zonevreemde woningen in

agrarisch gebied7 terwijl er in realiteit nauwelijks verschil is in “kwetsbaarheid”. Om de

ruimtelijke eenvormigheid in de toekomst te kunnen behouden, wenst de gemeente dit RUP

op te stellen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen (planopvatting)

Het voorgenomen plan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zullen de

juridisch-planologische basis vormen om de verdere optimalisering van het deelplan en het

wegwerken van de juridische onzekerheid binnen een ruimtelijke verantwoord kader te laten

gebeuren.

De mogelijkheden worden maximaal gelijkgesteld met de mogelijkheden van zonevreemde

woningen in niet-kwetsbaar gebied.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel reeds in gebruik door 7 eengezinswoningen. Wanneer het deelplan

niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

Het ruimtelijk uitvoeringsplan veroorzaakt geen aanzienlijke effecten t.o.v. de

referentiesituatie gezien de milderende maatregelen en voorschriften die in dit RUP worden

opgesteld.

4.5.2. Deelplan Tiensebaan

Het deelplan van de Tiensebaan heeft zich doorheen de jaren ontwikkeld als twee halfopen

bebouwingen, weliswaar niet conform de afgeleverde vergunning. Nochtans past de typologie

van een halfopen bebouwing zich perfect in binnen het woonlint (zie deel 2.2. van de

toelichtingsnota). Bijkomend aspect is dat het parket de overtreding geseponeerd heeft en er

een juridische onzekerheid is ontstaan voor de huidige bewoners van het goed.

Met voorliggend RUP wenst de gemeente de problematiek van juridisch onzekerheid op te

lossen om zo een ruimtelijk aanvaardbare ontwikkeling mogelijk te maken op maat van en

passend binnen de lokale ruimtelijke context.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen (planopvatting)

Het voorgenomen plan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zullen de

juridisch-planologische basis vormen om de verdere optimalisering van het Deelplan en het

wegwerken van de juridische onzekerheid binnen een ruimtelijke verantwoord kader te laten

gebeuren.

De mogelijkheden worden maximaal gelijkgesteld met de mogelijkheden van zonevreemde

woningen in niet-kwetsbaar gebied (juridische gelijkheid met de aangrenzende zonevreemde

woningen).

de gebiedscategorieën Grote Eenheden Natuur en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling, vermeld in het decreet van 21

oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. De beschermde duingebieden en de voor het duingebied

belangrijke landbouwgebieden, aangeduid krachtens artikel 52, §1, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud. (VCRO

Art. 1.1.2. 10°). 7 Zie basisrechten voor bestaande zonevreemde woningen, VCRO, art. 4.4.12. ev.

Page 27: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 27/48

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel reeds in gebruik door 2 eengezinswoningen (halfopen bouworde).

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

Het ruimtelijk uitvoeringsplan veroorzaakt geen aanzienlijke effecten t.o.v. de

referentiesituatie gezien de milderende maatregelen en voorschriften die in dit RUP worden

opgesteld.

4.6. Landschapsatlas, cultureel erfgoed en archeologie

4.6.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

a. discipline landschappen (cultureel erfgoed en landschap)

De ‘Landschapsatlas’8 is een inventaris van waardevolle landschappen van Vlaanderen. Hij

bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van stedelijke kernen en de

dicht bebouwde agglomeraties. Zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten van

bovenlokaal belang zijn erin gebiedsdekkend gekarteerd. Samenhangende gehelen met

belangrijke erfgoedwaarden en een vrij hoge gaafheid worden gewaardeerd via de aanduiding

als relictzone. De meest waardevolle ensembles worden ankerplaatsen genoemd. Voor

ankerplaatsen en relictzones en gave landschappen worden specifieke beleidswensen

geformuleerd.

De 'Inventaris Bouwkundig Erfgoed9' bevat op dit moment ruim 80.000 relicten bouwkundig

erfgoed. Bouwkundig erfgoed is zo ruim mogelijk gezien: gebouwen van alle mogelijke

typologieën, gebouwengroepen, complexen, bijhorende interieurs en interieurelementen,

infrastructuur, klein erfgoed, straatmeubilair, monumentale beeldhouwwerken enz. De

databank bevat ook beschrijvingen van gehelen zoals straten, gehuchten en stadswijken.

Volgende elementen worden geselecteerd volgens de ‘Landschapsatlas’ en de ‘Inventaris

Bouwkundig Erfgoed’:

- Het deelplan ligt binnen het traditioneel landschap ‘zandige Hageland’ en binnen het

vlakrelict ‘Walenbos-Kleefberg-Bensberg-Osseberg-Tieltse Broeken (R20069) (uiterste

noordelijke zijde van het Deelplan).

- Binnen het deelplan zijn geen punt- of lijnrelicten en beschermde monumenten terug

te vinden.

b. discipline archeologie

Het deelplan is niet gelegen in een beschermde archeologische site en is niet gelegen in een

archeologische zone (vastgestelde inventaris). Het deelplan is niet gelegen in een

archeologische zone (wetenschappelijke inventarissen). Gelet op de beperkte omvang van het

deelplan is er geen potentiële erfgoedwaarde en is een archeologisch vooronderzoek niet

aangewezen. Wel moet steeds de regelgeving en richtlijnen uit het Onroerenderfgoeddecreet

van 12 juli 2013 en het bijhorende Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 in acht worden

genomen.

8 MVG, Dep. LIN, AROHM, afd. M & L, CD Rom Landschapsatlas, juni 2000; Ankerplaatsen, vector, 2001, MVG – Dep. LIN –

AROHM – afd. M & L; Traditionele landschappen, vector, 2001, UG – Vakgroep Geografie; Relicten van de traditionele

landschappen, vector, 2001, MVG – Dep. LIN – AROHM – afd. M & L. 9 Deze inventaris is een realisatie van Onroerend Erfgoed, een agentschap van de Vlaamse Overheid dat onroerend erfgoed in

Vlaanderen inventariseert, onderzoekt, beschermt, beheert en de ontsluiting ervan stimuleert

Page 28: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 28/48

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Er worden geen specifieke milderende maatregelen genomen. Wel zal in dit RUP worden

gestreefd naar een optimale landschappelijke integratie van het Deelplan. Hierbij wordt extra

aandacht besteed aan het behoud en het versterken van de zichten op het omringende

landelijk gebied.

Indien een archeologische opgraving noodzakelijk blijkt, moet daar, in overleg met de cel

Archeologie van het Agentschap Onroerend Erfgoed, voldoende tijd en middelen voor worden

vrijgemaakt. De financiële last wordt gedragen door de bouwheer.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven. De

impact op het culturele erfgoed en landschap blijft bijgevolg nihil.

Conclusie

Aangezien er binnen en onmiddellijk grenzend aan het deelplan geen beschermde

monumenten of dorpsgezichten, geen cultureel- en bouwkundig erfgoed aanwezig is en

aangezien kan worden gesteld dat de impact op het relictlandschap nihil is, zijn er geen

aanzienlijke effecten te verwachten door de realisatie van dit RUP. Het RUP zal eveneens geen

ingrijpende gevolgen hebben voor het traditionele landschap waarbinnen het Deelplan zich

situeert (o.a. door te zorgen voor een optimale landschappelijke inpassing).

4.6.2. Deelplan Tiensebaan

a. discipline landschappen (cultureel erfgoed en landschap)

- Het deelplan ligt binnen het traditioneel landschap ‘zandlemig Hageland’.

- Binnen het Deelplan zijn geen punt- of lijnrelicten en beschermde monumenten terug

te vinden.

b. discipline archeologie

Het deelplan is niet gelegen in een beschermde archeologische site en is niet gelegen in een

archeologische zone (vastgestelde inventaris). Het deelplan is niet gelegen in een

archeologische zone (wetenschappelijke inventarissen). Gelet op de beperkte omvang van het

deelplan is er geen potentiële erfgoedwaarde en is een archeologisch vooronderzoek niet

aangewezen. Wel moet steeds de regelgeving en richtlijnen uit het Onroerenderfgoeddecreet

van 12 juli 2013 en het bijhorende Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 in acht worden

genomen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Er worden geen specifieke milderende maatregelen genomen. Wel zal in dit RUP worden

gestreefd naar een optimale landschappelijke integratie van het Deelplan. Hierbij wordt extra

aandacht besteed aan het behoud en het versterken van de zichten op het omringende

landelijk gebied.

Indien een archeologische opgraving noodzakelijk blijkt, moet daar, in overleg met de cel

Archeologie van het Agentschap Onroerend Erfgoed, voldoende tijd en middelen voor worden

vrijgemaakt. De financiële last wordt gedragen door de bouwheer.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven. De

impact op het culturele erfgoed en landschap blijft bijgevolg nihil.

Page 29: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 29/48

Conclusie

Aangezien er binnen en onmiddellijk grenzend aan het deelplan geen beschermde

monumenten of dorpsgezichten, geen cultureel- en bouwkundig erfgoed aanwezig is zijn er

geen aanzienlijke landschappelijke effecten te verwachten door de realisatie van dit RUP. Het

RUP zal eveneens geen ingrijpende gevolgen hebben voor het traditionele landschap

waarbinnen het Deelplan zich situeert (o.a. door te zorgen voor een optimale landschappelijke

inpassing).

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 25: Landschapsatlas.

4.7. Lucht en klimaat

De luchtkwaliteit in de gemeente Bekkevoort en het deelplan worden weergegeven op basis

van de concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Vlaanderen is het

naleven van de Europese grenswaarden van deze stoffen bovendien het meest kritiek.

4.7.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

Het volgende resultaat geldt voor de periode 2009-2011:

- gemiddeld werden er 18 overschrijdingen van de norm ‘daggemiddelde PM10’ genoteerd in

de periode 2010-2012 voor het volledige deelplan. De norm ‘dag gemiddelde concentratie

van PM10’ bedraagt 0-10 μg/m³. Zodra deze waarde 35 maal wordt overschreden, spreekt

men van normoverschrijding.

- het jaargemiddelde van de concentratie PM10 bedraagt 22 μg/m³ voor het deelplan in de

periode 2010-2012. Normoverschrijding treedt op vanaf een jaarmiddelde concentratie

van 40 μg/m³.

- Het jaargemiddelde van de concentratie NO2 bedraagt 17 μg/m³ voor het deelplan in de

periode 2010-2012. Vanaf een jaarconcentratie van 40 μg/m³ spreekt men van

normoverschrijding.

- de totale index bedraagt 4 (vrij goed) voor het deelplan in de periode 2010-2012. Deze

waarde schommelt tussen 0 en 10. Vanaf een waarde van 7 spreekt men van een

normoverschrijding.

Het deelplan grenst in het noorden en oosten aan respectievelijk de Meutelstraat en de

Witteweg. Andere wegen zijn er niet in de omgeving.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Activiteiten die emissies van fijn stof en NO2 zullen veroorzaken binnen het voorliggende

deelplan zijn er niet. Er kunnen geen bijkomende woningen bij gecreëerd worden dus

bijkomende emissies, afkomstig van gebouwverwarming, zijn er niet. Aan-en afrijdende

voertuigen kunnen wel vermeerderen gezien de zonevreemde functiewijzigingen die mogelijk

worden. Maar gelet op het beperkte schaalniveau die deze activiteiten hebben zullen

bijkomende emissies beperkt blijven.

Nieuwe, verbouwde en herbouwde gebouwen, die worden verwarmd, moeten voldoen aan het

vereiste E- en K-peil voor gebouwen, m.a.w. door doorgedreven isolatie van deze gebouwen

en het beperken van het energieverbruik van de installaties voor verwarming, koeling en

ventilatie zullen de emissies afkomstig van te realiseren gebouwverwarming aanzienlijk

verminderen.

Page 30: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 30/48

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel in gebruik door woningen en tuinzone. Wanneer het deelplan niet

wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

De effecten van de uitwerking van het voorliggende RUP op lucht en klimaat kunnen als

minimaal worden beoordeeld omdat er al woningen zijn gevestigd en het aantal woningen niet

kan stijgen in vergelijking met de huidige toestand. De toegestane zonevreemde

functiewijzigingen zijn kleinschalig van aard waardoor bij de ontwikkeling van het voorliggend

RUP de bijkomende emissies door gebouwverwarming en voertuigen maximaal worden

beperkt.

4.7.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

Het volgende resultaat geldt voor de periode 2009-2011:

- gemiddeld werden er 16 overschrijdingen van de norm ‘daggemiddelde PM10’ genoteerd in

de periode 2010-2012 voor het volledige deelplan. De norm ‘dag gemiddelde concentratie

van PM10’ bedraagt 0-10 μg/m³. Zodra deze waarde 35 maal wordt overschreden, spreekt

men van normoverschrijding.

- het jaargemiddelde van de concentratie PM10 bedraagt 21 μg/m³ voor het deelplan in de

periode 2010-2012. Normoverschrijding treedt op vanaf een jaarmiddelde concentratie

van 40 μg/m³.

- Het jaargemiddelde van de concentratie NO2 bedraagt 16 μg/m³ voor het deelplan in de

periode 2010-2012. Vanaf een jaarconcentratie van 40 μg/m³ spreekt men van

normoverschrijding.

- de totale index bedraagt 4 (vrij goed) voor het Deelplan in de periode 2010-2012.

Het deelplan grenst in het noorden aan de Tiensebaan. Het perceel is nabij het kruispunt met

de Tiensebaan (richting Kapellen) gelegen. Andere wegen zijn er niet in de omgeving.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Activiteiten die emissies van fijn stof en NO2 zullen veroorzaken binnen het voorliggende

Deelplan zijn er niet. Er kunnen geen bijkomende woningen bij gecreëerd worden in

vergelijking met de huidige bestaande toestand dus bijkomende emissies, afkomstig van

gebouwverwarming, zijn er niet. Aan-en afrijdende voertuigen kunnen wel vermeerderen

gezien de zonevreemde functiewijzigingen die mogelijk worden. Maar gelet op het beperkte

schaalniveau die deze activiteiten kunnen hebben zullen bijkomende emissies beperkt blijven.

Nieuwe, verbouwde en herbouwde gebouwen, die worden verwarmd, moeten voldoen aan het

vereiste E- en K-peil voor gebouwen, m.a.w. door doorgedreven isolatie van deze gebouwen

en het beperken van het energieverbruik van de installaties voor verwarming, koeling en

ventilatie zullen de emissies afkomstig van te realiseren gebouwverwarming aanzienlijk

verminderen.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel in gebruik door woningen en tuinzone. Wanneer het Deelplan niet

wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

De effecten van de uitwerking van het voorliggende RUP op lucht en klimaat kunnen als

minimaal worden beoordeeld omdat er al woningen zijn gevestigd en het aantal woningen niet

Page 31: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 31/48

kan stijgen in vergelijking met de huidige toestand. De toegestane zonevreemde

functiewijzigingen zijn kleinschalig van aard waardoor bij de ontwikkeling van het voorliggend

RUP de bijkomende emissies door gebouwverwarming en voertuigen maximaal worden

beperkt.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 26: fijn stof (PM10 daggemiddelde)

Kaart 27: fijn stof (PM10 jaargemiddelde)

4.8. Licht, geluid en geur

4.8.1. Deelplan Witteweg

Huidige situatie

Momenteel vormt de woonfunctie het voornaamste gebruik. De geluidskaarten voor dit gebied

zijn niet ingekleurd. Gelet op het laag dynamische gebruik van het deelplan zijn er ook geen

hinderlijke licht-, geluids- en geurbronnen aanwezig.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Aangezien het RUP geen bijkomende woningen toelaat en de toekomstige (zonevreemde)

functiewijzigingen laagdynamisch van aard zijn, zijn er geen milderende maatregelen nodig.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

Het planinitiatief heeft geen licht-, geluids- en geuroverlast tot gevolg.

4.8.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

Momenteel vormt de woonfunctie het voornaamste gebruik. De geluidskaarten voor dit gebied

zijn niet ingekleurd. Gelet op het laag dynamische gebruik van het deelplan zijn er ook geen

hinderlijke geluidsbronnen aanwezig.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Aangezien het RUP geen bijkomende woningen toelaat en de toekomstige (zonevreemde)

functiewijzigingen laagdynamisch van aard zijn, zijn er geen milderende maatregelen nodig.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusie

Het planinitiatief heeft geen licht-, geluids- en geuroverlast tot gevolg.

4.9. Gezondheid en veiligheid van de mens

4.9.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort,

als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen vormen dan ook de belangrijkste functie zowel

binnen de entiteit als in de nabije omgeving. Ter hoogte van het kruispunt Witteweg-Oude

Leuvensebaan (op ca. 100 meter afstand van het deelplan) is een voetbalterrein gelegen. Ter

Page 32: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 32/48

hoogte van het kruispunt Oude Tiensebaan-Oude Leuvensebaan (op ca. 300 meter afstand

van het deelplan) is het ouderenzorghuis Hof Ter Heyde gelegen.

In het plangebied van het voorliggend RUP alsook in de nabije omgeving is geen Seveso-

inrichting gelegen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Aangezien het RUP geen bijkomende woningen toelaat en de toekomstige (zonevreemde)

functiewijzigingen laagdynamisch van aard zijn, zijn er geen milderende maatregelen nodig.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusies

Er is geen significante toename wat betreft gezondheid en veiligheidsrisico te verwachten ten

gevolge de realisatie van het voorliggende RUP.

4.9.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

De Tiensebaan kenmerkt zich als een klassiek woonlint in een voor het overige hoofdzakelijk

open landschap. De percelen die achter de woonlinten zijn gelegen zijn hoofdzakelijk in

landbouwgebruik.

In de onmiddellijke omgeving van het deelplan zijn er binnen een straal van 200 m geen

onderwijsinstellingen, rust- en verzorgingstehuizen of kinderdagverblijven.

In het plangebied van het voorliggend RUP alsook in de nabije omgeving is geen Seveso-

inrichting gelegen.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Aangezien het RUP geen bijkomende woningen toelaat en de toekomstige (zonevreemde)

functiewijzigingen laagdynamisch van aard zijn, zijn er geen milderende maatregelen nodig.

Toetsing nulalternatief

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Conclusies

Er is geen significante toename wat betreft gezondheid en veiligheidsrisico te verwachten ten

gevolge de realisatie van het voorliggende RUP.

4.10. Mobiliteit

4.10.1. Deelplan Witteweg-Meutelstraat

Huidige situatie

Algemeen betreft het hier een goed ontsloten site, zowel voor autoverkeer als voor zwakke

weggebruikers. Enkel de ontsluiting met het openbaar vervoer is eerder beperkt.

In het mobiliteitsplan van Bekkevoort krijgt de Witteweg uitdrukkelijk een lokale functie

(erftoegang, geen verbindingsfunctie).

Page 33: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 33/48

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Het RUP voorziet vooral in de bestendiging van de bestaande situatie. Bij eventuele

toekomstige ontwikkelingen blijven de kleinschaligheid en het lokale karakter de voornaamste

uitgangspunten.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel in gebruik als woon-en tuinzone. Wanneer het deelplan niet wordt

ontwikkeld, zal het huidige gebruik met de zonevreemde woningen en bijhorende

verhardingen behouden blijven.

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige bodemgebruik behouden blijven

en zal het mobiliteitsprofiel (en de mobiliteitsimpact) nauwelijks wijzigen.

Conclusie

Er is geen aanzienlijk effect met betrekking tot mobiliteit te verwachten door de ontwikkeling

van het deelplan.

4.10.2. Deelplan Tiensebaan

Huidige situatie

Algemeen betreft het hier een goed ontsloten site, zowel voor autoverkeer als voor zwakke

weggebruikers. Enkel de ontsluiting met het openbaar vervoer is eerder beperkt.

In het mobiliteitsplan wordt de Tiensebaan/Meenselstraat aangeduid als lokale weg type I

(verbindingsweg) die wordt omschreven als volgt:

- de hoofdfunctie van de weg is verbinden op lokaal en interlokaal niveau;

- ontsluiten en toegang geven zijn aanvullende functies;

- lokale verbindingswegen verbinden kernen onderling met een centrum, een

(klein)stedelijk gebied of met het hogere wegennet;

- de weg heeft geen verbindingsfunctie op bovenlokaal niveau;

- de kwaliteit van doorstroming is ondergeschikt aan de verkeersleefbaarheid;

- toegang geven moet niet worden afgebouwd of gescheiden.

In het mobiliteitsplan van Bekkevoort wordt de Tiensebaan ook geselecteerd als weg voor

lokaal zwaar verkeer.

Uitwerking RUP met milderende maatregelen

Het RUP voorziet vooral in de bestendiging van de bestaande situatie. Bij eventuele

toekomstige ontwikkelingen blijven de kleinschaligheid en het lokale karakter de voornaamste

uitgangspunten.

Toetsing nulalternatief

Het deelplan is momenteel in gebruik als woon-en tuinzone. Wanneer het deelplan niet wordt

ontwikkeld, zal het huidige gebruik behouden blijven.

Wanneer het deelplan niet wordt ontwikkeld, zal het huidige bodemgebruik behouden blijven

en zal het mobiliteitsprofiel (en de mobiliteitsimpact) nauwelijks wijzigen.

Conclusie

Er is geen aanzienlijk effect met betrekking tot mobiliteit te verwachten door de ontwikkeling

van het deelplan.

Toegevoegd kaartmateriaal (planMER Screeningsnota - deel II: kaartenbundel):

Kaart 30: Atlas der buurt-en voetwegen.

Page 34: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 34/48

5. ANNEX / AANVULLINGEN EN CONCLUSIES N.A.V. ADVIESRONDE

De gemeente Bekkevoort heeft in in uitvoering van deze regelgeving een onderzoek tot m.e.r.

opgemaakt. De initiatiefnemer heeft de dienst MER gevraagd een selectie van betrokken

instanties over te maken. Op basis van de aangeleverde lijst werden volgende instanties

aangeschreven:

Provincie Vlaams-Brabant (dienst Ruimtelijke Ordening)

Agentschap Natuur & Bos

Ruimte Vlaanderen (afdeling APL)

Agentschap Onroerend Erfgoed

Departement Landbouw en Visserij

Agentschap Wonen Vlaanderen

Na een adviesronde van 30 dagen + 7 dagen na het versturen van een herinneringsbrief (en

mail), brachten volgende instanties advies uit:

Provincie Vlaams-Brabant (dienst Ruimtelijke Ordening)

Agentschap Natuur & Bos

Agentschap Onroerend Erfgoed

Departement Landbouw en Visserij

Agentschap Wonen Vlaanderen

Van Ruimte Vlaanderen werd geen advies ontvangen. Na telefonisch contact met Ruimte

Vlaanderen op 22 december 2016 werd bevestigd dat zij ook geen advies meer gaan

uitbrengen in kader van de planMER-screening.

De integrale adviezen, evenals een kopie van de e-mail van het Agentschap Wonen

Vlaanderen, zijn terug te vinden in bijlage 1 van deze nota.

Eventuele aanpassingen aan voorliggende nota (in navolging van de adviesronde) worden in

het blauw aangegeven in de nota.

5.1. Overzicht, samenvatting en eventuele behandeling van de ontvangen adviezen

5.1.1. Advies provincie Vlaams-Brabant

De provincie Vlaams-Brabant formuleert volgend advies: ‘Aangezien het gemeentelijk

ruimtelijk uitvoeringsplan de wijziging beoogt van het juridisch kader inzake ruimtelijke

ordening voor beperkte gebieden op lokaal niveau, zonder aanzienlijke milieueffecten, valt het

plan, ons inziens, niet onder de plan-MER-plicht.’

Geen aanpassingen aan de screeningsnota nodig.

5.1.2. Advies Agentschap Natuur en Bos

Het Agentschap Natuur en Bos formuleert volgend advies: Het Agentschap voor Natuur en

Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op

aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de

screeningsnota. Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt volgende vrijblijvende aanpassingen

voor: Toevoegen van een grafische weergave van het RUP en een korte beschrijving van de

nieuwe bestemmingen.

Het bestemmingsplan van beide deelplannen is toegevoegd aan de kaartenbundel

(kaarten 31 en 32).

Page 35: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 35/48

5.1.3. Advies Departement Landbouw & Visserij

Het Departement Landbouw & Visserij formuleert volgend advies: Het Departement Landbouw

en Visserij heeft uw verzoek tot raadpleging in het kader van het onderzoek tot

milieueffectrapportage van het gemeentelijk RUP "Eénvormige entiteiten Bekkevoort” goed

ontvangen. Het departement zal geen advies uitbrengen bij de voorliggende screening plan-

MER, maar zal dat wel doen in een later stadium van de adviesprocedure.

Opdat bij de verdere uitwerking van het plan voldoende rekening met de landbouwsituatie zou

worden gehouden wenst het Departement Landbouw en Visserij wel te wijzen op een aantal

algemene aandachtspunten. Ten laatste bij het voorleggen van het ontwerp-RUP moeten deze

aspecten duidelijk beschreven worden indien zij relevant zijn voor het plan.

De inname van herbevestigd agrarisch gebied (HAG) moet voldoende gemotiveerd en

gecompenseerd worden conform omzendbrief RO/2010/01.

Er moeten milderende maatregelen voorzien worden voor de inname van professioneel

uitgebate landbouwpercelen.

De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en op zodanige

wijze dat de waterhuishouding van de omliggende landbouwgronden er geen nadelige

effecten van ondervindt.

Alle nodige bufferzones moeten binnen het plangebied zelf aangelegd worden.

Andere milderende maatregelen die uit de uitvoering van het plan voortvloeien,

moeten binnen het plangebied zelf uitgevoerd worden of buiten het plangebied zonder

de agrarische structuur aan te tasten. Hierbij wordt gedacht aan zaken zoals bos-en

natuurcompensaties.

De impact van het plan op de landbouw moet voldoende onderzocht worden. Het

Departement Landbouw en Visserij kan desgewenst op basis van een aangeleverde

contour in de vorm van een shapefile (polygoon) een landbouwimpactstudie opmaken.

Geen aanpassingen aan de screeningsnota nodig.

Bij de verder uitwerking van het RUP zal er rekening worden gehouden met

bovenvermelde aandachtspunten van het Departement Landbouw en Visserij. Wat

de landbouwimpactstudie betreft, werd per mail reeds het pré-advies van het

Departement Landbouw en Visserij ontvangen (9 september 2016). Hieruit blijkt dat

het over het algemeen niet nodig is om bij dit RUP een landbouwimpactstudie uit te

voeren omdat het hier hoofdzakelijk over bebouwde percelen gaat.

5.1.4. Advies Agentschap Onroerend Erfgoed

Het agentschap Onroerend Erfgoed formuleert volgend advies: Het agentschap Onroerend

Erfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijn huidige vorm

geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschap, bouwkundig

erfgoed en archeologie.

Geen aanpassingen aan de screeningsnota nodig.

5.1.5. Advies Agentschap Wonen-Vlaanderen

Het Agentschap Wonen-Vlaanderen formuleert volgend advies (via mail): Wonen-Vlaanderen

heeft geen opmerkingen bij deze screeningsnota.

Geen aanpassingen aan de screeningsnota nodig.

Page 36: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 36/48

5.2. Eindconclusie

De screeningsnota werd opgemaakt en voor advies overgemaakt aan verschillende

adviesverlenende instanties. Uit de ontvangen adviezen is gebleken dat er slecht zeer

beperkte aanpassingen/aanvullingen noodzakelijk waren.

Op basis van voorliggende nota kan worden geconcludeerd dat het voorliggende

plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van

een plan-MER niet nodig wordt geacht.

Page 37: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 37/48

BIJLAGE 1: ONTVANGEN ADVIEZEN

Page 38: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 38/48

Page 39: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 39/48

Page 40: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 40/48

Page 41: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 41/48

Page 42: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 42/48

Page 43: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 43/48

Page 44: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 44/48

Page 45: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 45/48

BIJLAGE 2 : BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN

Atlas van de buurtwegen

Digitale versie van de Atlas der Buurtwegen, vector, toestand 12/06/2012, Provincie

Vlaams-Brabant;

Atlas der Buurtwegen Vlaams-Brabant, wijzigingen, vector, toestand 24/02/2015,

Provincie Vlaams-Brabant.

Bodem - erosie

Bodemkaart: bodemtypes, substraten, fasen en varianten van het moedermateriaal en

de profielontwikkeling , Databank Ondergrond Vlaanderen, vector, versie 05/01/2015,

ALBON - Dienst Land en Bodembescherming;

Potentiële bodemerosiekaart per perceel, vector, toestand 11/01/2016, ALBON -

Dienst Land en Bodembeheer.

Grootschalig referentiebestand - GRB

GRB, vector, toestand 26/04/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen;

3D GRB - Gebouw LOD1 DHMV II, versie 2.0.0, vector, toestand 01/10/2015,

Agentschap Informatie Vlaanderen.

Grenzen

Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen (gewest), vector, toestand 29/01/2016,

Agentschap Informatie Vlaanderen;

Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen (provincie), GDI Vlaanderen, vector,

toestand 29/01/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen;

Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen (arrondissement), vector, toestand

29/01/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen;

Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen (fusiegemeenten), vector, toestand

29/01/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen;

Deelgemeentengrenzen, eigen verwerking o.b.v. kadastrale afdelingen (CadMap),

Multinet 2005 (TeleAtlas) en het voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen,

vector, toestand 29/01/2016, GIS-cel Provincie Vlaams-Brabant;

Grondwater

Beschermingszones van grondwaterwinningen, vector, toestand 06/07/2006, Vlaamse

Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer;

Infrastructuur

Wegenregister, toestand 17/03/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen;

Open Streetmap, toestand 02/05/2016, OSM;

Zoneringsplan, vector, toestand 01/09/2009, VMM - Vlaamse Milieumaatschappij;

Kadaster

Digitale kadastrale percelenplannen (CADMAP) AAPD - Agentschap Informatie

Vlaanderen, toestand 01/01/2014, Federale Overheidsdienst Financiën, Algemene

Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Landbouw

Landbouwtypering, vector, toestand 1995, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie;

Page 46: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 46/48

Landschap

Beschermd Onroerend Erfgoed, vector, toestand 02/03/2016, Agentschap Onroerend

Erfgoed;

Inventaris van Archeologisch Erfgoed (CAI), vector, toestand 02/03/2016, MVG –

departement LIN – afdeling AROHM – instituut voor het archeologisch patrimonium;

Waardevolle bodems in Vlaanderen, versie 2006, vector, toestand 31/12/2006, ALBON

- Dienst Land en Bodembescherming;

Inventaris bouwkundig erfgoed, vector, toestand 02/03/2016, Agentschap Onroerend

Erfgoed;

Inventaris van landschappelijk erfgoed: Landschapsrelicten, vector, toestand

02/03/2016, Agentschap Onroerend Erfgoed;

Inventaris van Landschappelijk Erfgoed: Aangeduide ankerplaatsen, vector, toestand

02/03/2016, Agentschap Onroerend Erfgoed;

Inventaris van Landschappelijk erfgoed: Inventaris van historische tuinen en parken,

vector, toestand 02/03/2016, Agentschap Onroerend Erfgoed;

Inventaris van Landschappelijk Erfgoed: Inventaris van houtige beplantingen met

erfgoedwaarde, vector, toestand 02/03/2016, Agentschap Onroerend Erfgoed;

Relicten van Traditionele Landschappen (puntrelicten), vector, toestand 08/05/2001,

Agentschap Onroerend Erfgoed;

Relicten van Traditionele Landschappen (lijnrelicten), vector, toestand 09/02/2015,

Agentschap Onroerend Erfgoed;

Ankerplaatsen relictenatlas, vector, toestand 09/02/2015, Agentschap Onroerend

Erfgoed;

Relicten van Traditionele Landschappen (vlakrelicten), vector, toestand 09/02/2015,

Agentschap Onroerend Erfgoed;

Traditionele Landschappen, vector, toestand 09/02/2015, Universiteit Gent - Vakgroep

Geografie;

Landschapskenmerkenkaart, versie 2002.2, vector, toestand 12/11/2002, Agentschap

Onroerend Erfgoed;

Unesco werelderfgoed: Unesco werelderfgoed, vector, actuele toestand, Agentschap

Onroerend Erfgoed.

Localisatie

CRAB Adressenlijst, vector, download 27/04/2016, Agentschap Informatie Vlaanderen

Milieu

Geluidskaarten (wegverkeer Lden), vector, versie goedgekeurd door de Vlaamse

Regering op 13.09.2013, Vlaamse Overheid, Dpt. LNE;

Geluidskaarten (wegverkeer Lnight), vector, versie goedgekeurd door de Vlaamse

Regering op 13.09.2013, Vlaamse Overheid, Dpt. LNE;

Geluidskaarten (spoorverkeer Lden), vector, versie goedgekeurd door de Vlaamse

Regering op 13.09.2013, Vlaamse Overheid, Dpt. LNE;

Geluidskaarten (spoorverkeer Lnight), vector, versie goedgekeurd door de Vlaamse

Regering op 13.09.2013, Vlaamse Overheid, Dpt. LNE;

Seveso-inrichtingen in Vlaanderen, vector, toestand 29/03/2016, Departement

Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst Veiligheidsrapportering;

Page 47: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 47/48

Natuur

Natura2000 (habitatrichtlijngebieden), vector, toestand 18/01/2013, Agentschap voor

Natuur en Bos;

Natura2000 (vogelrichtlijngebieden), vector, toestand 11/07/2005, Agentschap voor

Natuur en Bos;

Gebieden van het VEN en het IVON, vector, toestand 05/12/2015, Agentschap voor

Natuur en Bos;

Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, vector, toestand

08/05/2014, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek;

Begrenzing van de erkende Natuurreservaten, vector, toestand 04/06/2015,

Agentschap voor Natuur en Bos;

Vlaamse natuurreservaten, vector, toestand 19/04/2016, Agentschap voor Natuur en

Bos;

Openbaar vervoer

Haltes en reiswegen Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, vector, toestand

18/03/2016, Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn;

Oppervlaktewater

Vlaamse Hydrografische Atlas – Waterloopsegmenten, vector, toestand 01/03/2016,

Vlaamse Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer;

Vlaamse Hydrografische Atlas – Zones, vector, toestand 01/03/2016, Vlaamse

Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer;

VHA - waterlopen met aanvulling van IL obv terreinonderzoek en luchtfotoverwerking,

vector, VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer en Interleuven bijwerkingen;

GRB (wateroppervlakken), vector, toestand 26/04/2016, Agentschap Informatie

Vlaanderen;

Atlas Waterlopen Vlaams-Brabant, vector en raster, 1950, Provincie Vlaams-Brabant.

Orthofoto

Orthofoto's, middenschalig, zomervlucht 2012, toepassingsschaal 1:1500, Agentschap

Informatie Vlaanderen;

Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropname (opname 8/03/2015 tot

12/04/2015), kleur, GDI Vlaanderen, toepassingsschaal 1:1000, Agentschap

Informatie Vlaanderen.

Reliëf

Hoogtelijnen met interval 5m, Provincie Vlaams-Brabant, afgeleid bestand van DHM-

Vlaanderen, 5 m, vector, toestand 31/05/2006, Provinciebestuur Vlaams-Brabant;

Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM, raster, 1 m, toestand 13/11/2014,

Agentschap Informatie Vlaanderen.

RO-planning

Gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen, vector, actuele toestand, Vlaamse

Overheid - Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed -

Afdeling Ruimtelijke Planning;

Perimeters van provinciale RUP's, vector, actuele toestand, Provincie Vlaams-Brabant;

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (definitief vastgesteld), vector, toestand

18/04/2016, Provincie Vlaams-Brabant;

Page 48: RUP EENVORMIGE ENTITEITEN · 2017. 1. 24. · De Witteweg-Meutelstraat kenmerkt zich, als uitloper van de kernbebouwing van Bekkevoort, als een klassiek woonlint. Eengezinswoningen

Screeningsnota planMER-plicht “RUP Eénvormige entiteiten” (deel I: tekstbundel)

december 2016 48/48

Gewestplan, vector, toestand 18.06.2014, Vlaamse overheid - Departement Ruimte

Vlaanderen;

Herbevestigde agrarische gebieden, vector, toestand 28/01/2013, Vlaamse Overheid -

Ruimte Vlaanderen;

BPA-contouren, vector, 02/12/2009, Vlaamse overheid - Departement Ruimtelijke

Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;

Overstromingsgebieden en oeverzones, vector, toestand 03/03/2016,

Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid;

Perimeters RVV Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen, vector, toestand

29/07/2015, Provincie Vlaams-Brabant;

Bodembedekkingsbestand, opname 2001, vector, Agentschap Informatie Vlaanderen;

Bodemgebruiksbestand, opname 2001, vector, toestand 01/01/2001, Agentschap

Informatie Vlaanderen;

Topografische kaart

Topografische kaart, kleur, grid, opname 1991-2005, schaal 1/10.000, Nationaal

Geografisch Instituut;

Topografische kaart, zwart-wit, grid, opname 1991-2005, schaal 1/10.000, Nationaal

Geografisch Instituut.

Watertoets

Infiltratiegevoelige bodems, versie 1.0, vector, toestand 20/07/2006,

Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid;

Hellingenkaart, versie 1.0, vector, toestand 20/07/2006, Coördinatiecommissie

Integraal Waterbeleid;

Grondwaterstromingsgevoelige gebieden, versie 1.0, vector, toestand 20/07/2006,

Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid;

Erosiegevoelige gebieden, versie 1.0, vector, toestand 20/07/2006,

Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid;

Overstromingsgevoelige gebieden, vector, toestand 23/04/2014,

Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid;

Recent overstroomde gebieden, vector, toestand 27/06/2012, Vlaamse

Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer.