RUIS februari 2009
description
Transcript of RUIS februari 2009
FEBRUARI 2009 - 47
MAANDELIJKSE KRANT ROND NIEUWE (POP)MUZIEKEEN GRATIS UITGAVE VAN KRAAK VZW
WWW.KRAAK.NET | MOLENAARSSTRAAT 111 B 66 B-9000 GENT
ruis2 - FEBRUARI 2009
GROOT VLAANDERENTon Lebbink
omdat Vlaanderen Zuid-Nederland van de kaart wil vegen
Noord-Brabant Zeeland en Limburg met raketten bestookt
heeft de Nederlandse regering besloten dat
om bloedvergieten te voorkomen
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland én Holland
voortaan helaas Vlaams zal moeten praten
- Emma KLage
ruis 3 - FEBRUARI 2009
Heavy Metal in Baghdad. Toen ik hoorde van deze
nieuwe documentaire was ik absoluut geïntrigeerd.
Zelf had ik me al wat proberen te verdiepen in de
metalscene uit Ulaanbaatar en de rockscene in Egypte en
Iran. Maar Irak, off all places?
Hoe mag dat er dan wel uitzien die metal in Irak? Bevat
hun muziek invloeden van het Midden-Oosten? Gebrui-
ken ze zowel westerse als oosterse harmonieën? Maar
vooral komt de vraag naar boven: hoe opereert deze groep
in zo’n gevaarlijk oorlogsgebied waar de metalsubcultuur
gelijkstaat aan een westerse én duivelse aandoening?
De makers lopen rond met kogelvrije vesten en handheld-
camera’s. De groep die ze volgen is Acrassicauda - Latijn
voor schorpioen - en wordt in de documentaire naar voren
geschoven als de enige metalgroep in Irak. Vier jonge Ira-
kezen hebben Acrassicauda opgericht uit fascinatie voor
de zeldzame metalbootlegs die Irak sporadisch bereikten
ten tijde van het Saddamregime. Al snel blijkt dat er niks
bijzonders is aan de muziek, met de niet onbelangrijke
uitzondering dan natuurlijk dat hun Slipknot-T-shirts hun
het leven kunnen kosten.
Maar het wringt allemaal een beetje. Zo krijg ik een kriebe-
lend gevoel bij het zien van het you never get cooler-logo
van Vice op de dvd en vraag me af waarom? Wat schort
er hier? Ligt het gewoon aan mij? Die gasten zijn toch
bovenal goed in do and don’t-lijstjes maken voor would-
behipsters me dunkt. Op zich zou het natuurlijk van een
grote naïviteit getuigen om te denken dat Heavy Metal in
Baghdad echt over de metalscene zou handelen. Dat blijkt
het dan ook niet te doen.
Er is niet genoeg straatjournalistiek in het Midden-Oos-
ten, en daar is Heavy Metal in Baghdad natuurlijk net
wel een geslaagd voorbeeld van. Ook heeft deze film mis-
schien wel kans op slagen om bij (Amerikaanse) jongeren
door hun Irakverzadiging te raken. Echter, in veel pers
wordt de documentaire als een sterk staaltje onderzoeks-
journalistiek onthaalt, terwijl de Viceredacteurs een
loopje durven nemen met de waarheid. In deze film zijn
er veel feiten die niet blijken te kloppen.
Maar als men erover nadenkt, daar draait de jeuk anno
2009 niet meer om. Het probleem is subtiel en complex,
en vooral: niet eigen aan Vice. Iedere oorlog opent een
nieuw debat rond media en propaganda, maar vandaag
kun je zeggen dat de zogenoemde “objectieve journalis-
tieke standaarden” vaak geen betekenis meer hebben.
Het pijnpunt ligt niet enkel bij Vice. Natuurlijk is Vice
de eerste om interviews met de Iraqi Minister of Tourism
te gaan afnemen (Vice - April 2008) en creëren ze met
deze Heavy Metal in Baghdad-documentaire niet meer of
minder dan cartoonfiguren van de metalheads, maar de
sensationele verhaaltjessaus is simpelweg tot een moeilijk
te bestrijden ziektekiem uitgegroeid in alle media. We
lopen wel nog altijd rood aan bij het zien van de vlotte
call of duty-beelden en trekken wit bij hun berichtgeving
en groen bij het zien van de Conversecampagne “true
originals” rond Acrassicauda (echt gebeurd!), maar een
jeuk in regenboogkleurtjes is vooralsnog een onbeschre-
ven allergie. -DD
Edito.
ruis4 - FEBRUARI 2009
De v
erge
ten
plaa
t
Nu Last.fm mijn statistieken bijhoudt, zag ik dat Jacques Thollot de muzikant is die ik
het meest beluisterde in 2008. Het was eigenlijk voornamelijk deze Vergeten Plaat van de Franse dummer met titel: “Als het Geluid Scherp Wordt, Gooi de Giraf dan in Zee”. De titel zegt je al, op welke schaal van Magritte we ons bevinden.
Jacques Thollot begon als jonge tiener te drummen in Parijse jazzclubs eind jaren vijftig. Hij speelde onder an-dere met de fantastische Barney Wi-len, Kenny Clarke, Bud Powell, Don Cherry, Donald Byrd, Eric Dolphy en Steve Lacy. Op YouTube kan je enkele clipjes uit die tijd terugvinden, maar wat je te horen en te zien krijgt, is ab-soluut niet te vergelijken met het werk dat hij enkele jaren later zou maken. “Quand le Son Devient Aigu, Jeter la Girafe a la Mer” is het eerste solowerk van Jacques Thollot en misschien ook wel zijn beste werk. De stijlen die aan bod komen zijn zeer breed: klassieke muziek, jazz tot elektronische experi-
menten, psychedelische elementen en rock. Voor Thollot zelf is het album een soort synthese van zijn eerste er-varingen als jonge muzikant in Frank-rijk. Alles wat hij meemaakte en wat hij opstak van zijn muzikale helden zit vervat in deze plaat. Alle nummers werden geschreven door hemzelf, be-halve een medley van Kurt Weillnum-mers en een kort stukje dat geschreven werd door Don Cherry. De muziek doet soms denken aan het werk van Robert Wyatt. Zowel het drumspel en de klankkleur van bepaalde nummers van Thollot zijn vergelijkbaar met de jonge Wyatt bij Soft Machine. Ook de trieste stem van Wyatt kan je zo bij de nummers van de Fransman fantase-ren. Het label dat de eerste solo-lp van Jacques Thollot uitbracht was Futura, de mythische uitgeverij die onder an-dere verantwoordelijk was voor re-leases van cultbands zoals Mahogany Brain, Red Noise en Fille Qui Mousse.
Het Giraffealbum telt veertien num-mers en de meeste zijn korte stukjes. Slechts vijf nummers duren langer
dan drie minuten en geen enkel num-mer heeft vocalen. Alle instrumenten worden bespeeld door Jacques Thol-lot: percussie, piano, orgel, elektro-nische effecten en tapemanipulaties. In zekere zin zijn de nummers een exploratie van zijn drumstel en piano enerzijds aangevuld met sonische ex-perimenten. Een soort barokke jazz fungeert als leidraad en houdt het ge-heel mooi samen. Genres moeten hier eigenlijk niet aan bod komen als om-schrijving want wat centraal staat bij deze Parijzenaar is zijn inventiviteit. Hij heeft een tegelijkertijd rijke, fra-giele en luchtige schrijfstijl en klinkt nooit academisch. Thollot start met een nummer dat zeer representatief is voor wat je zal horen op de rest van de plaat. De rechterhelft van de piano wordt in snel tempo bespeeld en een zachte, geloopte melodie neemt de leiding. Wat als verschillende stukjes piano klinkt, valt samen wanneer de drum een lopend ritme aanneemt en alle verschillende touwtjes van de me-lodieën samenknoopt.��Wat volgt, zijn composities die grotendeels gedomi-neerd worden door solodrums en me-lodieuze geluidscollages. Thollots me-lancholische scheppingen ontroeren. Verderop volgt er een van mijn favo-riete Thollotnummers. Een opgefokte barokke piano, bijna kinderlijk aan-doend, aangedreven door een snelle drumbeat, zorgt ervoor dat je plots in een oude zwart-witfilm terechtkomt waar een man tegen de wind inloopt om zich staande te houden, terwijl alles rond hem uit de scène wordt ge-blazen. Een ander goed voorbeeld is het titelnumer. Het start met een pia-noriedel uit New Orleans, die door de vloer zakt en in een cinema terecht-komt waar een Italiaanse film wordt gespeeld en Nino Rota de boel leidt. De film is gedaan en we gaan over in een abstract jazznummer met Thelo-nious Monk en Bud Powell die aan de piano duelleren. Ik kan nog een tijdje doorgaan en je een beschrijving geven per nummer, waarbij je telkens een andere voorstelling krijgt. Beter zou zijn om deze plaat te beluisteren en te horen hoe een vent met twee stokken in zijn hand je zijn rijke fantasie aan-reikt. Poëzie op drums.
Jacques Thollot
Quand le Son Devient Aigu, Jeter la Girafe à la Mer (Futura, 1971)Woorden: Tommy Denys
ruis 5 - FEBRUARI 2009
Hoe en waarom ontstond Wraiths?Geandaal: Het is heel moeilijk om uit te maken
wanneer de groep precies ontstond. Een doorslaggevende gebeurtenis was toen Nakir en ik een doodsaai “experimenteel” concert bijwoon-den: zowat alle muzikanten verbor-gen zich achter laptops waaruit ze vervelende geluiden haalden. Het trof ons zo dat muziek die opwin-dend bedoeld was zich zover had verwijderd van het publiek en van originaliteit, dat we besloten dit te veranderen. Zo stelden we ons open voor wat Wraiths zou worden. Nauwelijks enkele dagen later was Oriflamme (Wraiths’ debuutcd-r, heruitgebracht als 12” op Aurora Borealis, nvdr.) in één lange take op band gegooid. Het moment Nakir “record” indrukte markeert als het ware het ontstaan van Wraiths.
Sindsdien is Wraiths een levend or-ganisme waarin we een duidelijke visie en esthetiek bestendigen: een geheel te creëren waarin kunst en ontwerp een directe link met mu-ziek hebben.
Waar houdt Wraiths zich mee onledig in het dagelijkse leven?Geandaal: Ik vrees met veel te saaie dingen om iets over te ver-tellen: zowel Nakir als mezelf zien onze levens overdag als volledig opgeslorpt door wat we worden wanneer we performen. We hou-den van het idee dat mensen niet doorhebben dat de twee ietwat grijze mussen die na een show aan de bar of bij de merchandise staan, dezelfde zijn die op het podium stonden. Hierin zit een bepaald sja-manistisch aspect – het rituele, de kostuums, het tranceachtige – dat ons persoonlijk aanspreekt, maar
dat ook voor een moderne opvat-ting van de monnik-asceet staat.
Zijn jullie dan zo’n duistere jongens? Geandaal: Ik denk dat elke per-soon tot op een bepaalde hoogte duister is, of toch op zijn minst in staat is om duistere gedachten en gevoelens te smaken. De visioenen die we door onze muziek oproepen komen uit dezelfde plaats. We heb-ben geluk dat Edingburgh een hele duistere stad is – ze heeft bijvoor-
beeld een lange geschiedenis van moord en verval, van verborgen geweld en dood. H.P. Lovecrafts (Amerikaanse vroeg-20e-eeuwse horrorauteur, nvdr.) uitspraak dat angst de oudste en de sterkste menselijke emotie is, raakt me als heel treffend. Wraiths gebruikt die angst op een creatieve manier om er controle over uit te oefenen. Het is gevaarlijk om “het duistere” te ontkennen. Wat is beter, de duis-ternis in je hoofd opsluiten of hem gebruiken?Uiteraard is het duistere niet onze enige inspiratiebron, ik hou van het idee dat er evenzeer catharsis en eu-forie in onze muziek zit.
‘Plaguebearer’ is een interessante titel voor een plaat. Is het een con-ceptplaat over de rat die de zwarte dood in de middeleeuwen meebracht uit het Zwarte Zeegebied?
DE RAT, DE ASCEET EN DE PLAAG
Wraiths is een Schots duo dat – geïn-spireerd door de vuile en donkere kutstad Edinburgh – duistere muziek maakt op al-lerlei analoge, gevonden en zelfgemaakte rommel. Het resultaat is langgerekte, psychotische herrie die in het beste geval pis- en schijtaanvallen veroorzaakt in uw angstbroek. Angst, de Dood, de Pest, Mon-nik-Asceetje spelen ... het is voor Gae-ndaal en Nakir dagelijkse kost. Tekst : NIels Martens-LatommeIllustratie : Gerard Herman
Geandaal: Ons hele oeuvre bestaat uit referenties naar de Zwarte Dood en zijn zusterplagen. “Oriflamme” is bijvoorbeeld de voorhoede van de Pest. “The Grey Emperor”, de ti-tel van onze volgende release, slaat dan weer op de weeklacht van de triomferende Dood.Ruimer gezien is de angst voor be-smetting een hardnekkige angst en een blijvend gevolg van de Zwarte Dood: de rat, de luis, de vlieg ... het zijn nog steeds iconen van die
angst. De Pest heeft het Europese landschap echter ook op een posi-tieve manier hertekend: de ontwik-keling van medicatie, de herbebos-sing – weliswaar door de enorme afname van mensen – en ook de artistieke wereld is onherroepelijk veranderd.
Nog een vraagje om het af te leren: wat is jouw favouriete Neil Youngp-laat?Geandaal: Ik ken eigelijk niets van Neil Young, behalve het nummer “Like A Hurricane”, dat ik redelijk fantastisch vind.Bedankt voor het interview.
Wraiths spelen samen met Hybryds Vs Trauma-sutra, Anemone Tube en Kristus Kut op zaterdag 21 februari in cc Luchtbal (A’pen, www.silkentofu.org/hipphipp)
ruis6 - FEBRUARI 2009
ruis 7 - FEBRUARI 2009
DE VERRIJZENIS VAN YA HO WA 13 Tekst : Hans van der Linden
De spirituele zoektocht van Jim Baker
Jim Baker wordt op 4 juli 1922 geboren in Cincinnati. De harde opvoeding die hij tijdens de depres-sieperiode van zijn moeder meekrijgt, zorgt ervoor dat hij als harde werker
doordacht zijn professionele carrière uitbouwt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontvangt hij als marinier een zilveren ster voor het neer-schieten van dertien Japanse gevechtsvlieg-tuigen en even later wordt Baker gelauwerd als judokampioen. In die periode neemt hij in Hollywood zelfs deel aan de auditie voor de rol van Tarzan. Stilaan geraakt Baker in de ban van westerse en oosterse religies en start hij zijn spirituele queeste, waarbij hij een publiek wil betrekken. Gedreven door het idee van lichamelijke zuiverheid opent hij op 1 april 1969 het vegetarische restaurant “The Source” op Sunset Boulevard in Los Angeles.
In The Source komen Bakers obsessies voor gezondheid en spiritualiteit samen. Hij komt in contact met Yogi Bhajan, een lokale sikhgoe-roe, wiens ideeën hij deels zal integreren in zijn spirituele synthese. Na enige tijd begint Baker
met zijn zondagsklassen waar ondermeer me-ditatie en yoga op het programma staan. Vele geïnteresseerden trekken naar The Source waar spiritualiteit stilaan meer op de voorgrond treedt.
The Source wordt gefrequenteerd door goed volk zoals John Lennon, Steve McQueen, Frank Zappa, Marlon Brando en Julie Cruise en de opbrengst bedraagt tijdens de hoogdagen vaak 10.000 dollar per dag. In 1972 wordt The Brotherhood of the Source opgericht, een be-langrijke stap in de ontstaansgeschiedenis van The Source Family. De tientallen leden van dit broederschap betrekken samen een huis in de heuvels van Hollywood. Wijde gewaden, lange haren en baarden zijn gemeengoed en de “fa-milie” probeert zo dicht mogelijk bij de natuur te leven. Zo voltrekken geboorte en sterfte zich bijvoorbeeld zonder medische tussenkomst.
Het volgende jaar neemt Jim Baker de naam Father Yod aan en ook de andere familieleden krijgen nieuwe namen. Omringd door een raad van veertien vrouwen is Father Yod het spiri-tuele middelpunt van de familie die de wereld wil klaarstomen voor de Age of Aquarius, een nieuwe episode in de wereldgeschiedenis die op 17 september 2001 in zou gaan.
Higher Key Records
Onder de volgelingen van Father Yod, na enige tijd aangesproken als YaHoWha, bevinden zich veel mu-zikanten en jamsessies maken al snel
deel uit van de ochtendmeditatie. Octavius, voordien een muzikant uit Hollywood, komt in het begin van de jaren zeventig in contact met Father Yod en wordt als hoofd van het ensemble benoemd waar naast hem Sunflower, Djin, Hom, Ahom, Electric en Hale deel van uitmaken. De eerste bezetting breidt zich uit tot dertien personen en gaat door het leven als The Spirit of ’76. De band krijgt veel belang-stelling en speelt in de Whiskey-A-Go-Go en andere clubs op Sunset Strip. Binnen de familie zijn meerdere bands actief. Na enige tijd vervoegt Father Yod The Spirit of ‘76 als zanger. Hij beschouwt dit als een manier om zijn wijsheid op een moderne, jeugdige wijze uit te dragen.
Father Yod beslist om platen uit te brengen. De beste opnameapparatuur wordt aangekocht en een eigen studio verrijst. Higher Key Records, het eigen label van The Source Family, brengt in twee jaar tijd maar liefst negen platen uit
ruis8 - FEBRUARI 2009
en de muziek wordt steeds dieper ingebed in het dagelijks leven van de familie. Ya Ho Wa 13, met Djin op gitaar, Octavius op drums, Sunflower op bas en Father Yod als zanger, wordt gaandeweg de belangrijkste band. Ze oogsten veel succes. Iedere opnamesessie is volledig geïmproviseerd en Father Yod zingt en onderwijst zijn discipelen terwijl de psychede-lische muziek kosmische banen beschrijft. De meeste albums worden in zeer beperkte oplage uitgebracht en in het restaurant The Source voor één dollar verkocht. Momenteel zijn deze releases collector’s items, maar het onlangs door Drag City onder de naam Children of the Sixth Root Race uitgebrachte schijfje geeft de muzikale energie van The Source Family treffend weer. De legende gaat dat James Boyes enkele jaren geleden in de kelder van zijn ouders een oude cassette vond die hij ooit van Djin gekregen zou hebben. Er stond een impo-sante liveopname van The Spirit of ’76. Op een bepaald moment vreest Father Yod een derde wereldoorlog. In 1974 verkoopt hij The Source en trekt met The Source Family naar Hawaï. Vanaf dat moment keert het tij. De familie heeft moeite om zich maatschap-pelijk te integreren en het wegvallen van de inkomsten van het restaurant zorgt voor de nodige financiële problemen. Na omzwervin-gen via San Francisco, keert The Source Family naar Big Island op Hawaï. In de ochtend van 25 augustus 1975 vliegt Father Yod op dit eiland met een zweefvlieger van een rots en komt slecht neer. Hij overlijdt negen uur later. De familieleden laten het lichaam volgens de filosofie van The Source Family drie dagen on-aangeroerd opgebaard alvorens de autoriteiten te verwittigen. Father Yod laat een spirituele familie achter van een honderdtal toegewijde
zonen en dochters. In 1977 vindt de grote diaspora plaats.
‘Bliss in the middle of chaos’
Na de diaspora volgt een periode van re-integratie waarin de leden van Ya Ho Wa 13 ontwaken uit hun drome-
rige ervaring. Ze verliezen contact. Sunflower wordt projectmanager bij een bouwbedrijf dat wereldwijd actief is en speelt bij de band Fields. Djin hervat zijn studies van de kabbala, de joodse mystiek en reist naar Israël om ver-volgens naar Maui te verhuizen. Octavius gaat eveneens naar Maui waar hij zich bezighoudt met artisanale houtbewerking en waar hij ruim dertig jaar in dancebands speelt.
In 2007 verschijnt het boek The Source. The Untold Story of Father Yod, Ya Ho Wa 13 and the Source Family. Het werkstuk is opgebouwd uit de vele getuigenissen van leden van The Source Family die in een verklarend chronolo-gisch kader geplaatst worden door Electricity en Isis Aquarian. Isis was een van de veertien vrouwen van Father Yod en werd door hem als archivaris van The Source Family aange-duid. Naar aanleiding van het verschijnen van dit boek worden de leden gevraagd om nog eens samen te spelen. “We aanvaardden het aanbod en ondanks dat het dertig jaar geleden was, rockten we nog steeds alsof we nooit weg waren geweest”, mijmert Octavius.
“Djin en Sunflower, mijn twee broeders, overtuigden me. Ik kan enkel met hen spelen. Zij zijn net als mij gestorven en op het podium terug tot leven gekomen. Only those two truly know what it is to be an empty vessel and fly
together. Bliss in the middle of chaos. Totally spontaneous. Kinda like life itself.”
Sonic Portation
Dave Nuss van No Neck Blues Band brengt het concert dat Ya Ho Wa 13 in november 2007 in Café Du Nord in San Francisco geeft uit op zijn label
Phoenix onder de naam Feather of Wisdom. Vervolgens trekt Nuss naar Hawaï om de leden wat beter te leren kennen en overtuigt hen om een show in New York te spelen. Nuss beschrijft zijn ervaringen in de vijfde uitgave van het tijdschrift Bixobal.
“De concerten van Ya Ho Wa 13 die ik sinds de reünie bijwoonde, werden keer op keer beter. De afwezigheid van een centrale figuur zoals Father Yod laat aan de drie uiterst bekwame muzikanten meer ruimte om te spelen, en de band neemt steeds de tijd om een lijvige, verkennende set neer te zetten. Ya Ho Wa 13 bevindt zich nu in een positie om een eigen identiteit en toekomst te bepalen, zonder de fysieke aanwezigheid van een leider”, conclu-deert Nuss veelbelovend.
De energie is nog steeds aanwezig. Ya Ho Wa 13 heeft intussen ook een nieuwe studioplaat opgenomen, Sonic Portation, en de band komt binnenkort zelfs voor het eerst naar Europa. “Expect to jump out of our plane with no para-chute with us”, aldus Octavius vanuit Hawaï.
The Source. The Untold Story of Father Yod, Ya Ho Wa 13 and the Source Family (Process Media, ISBN: 978-0976082293)Children of the Sixth Root Race – Songs from the Source (Drag City)Ya Ho Wa 13 – Feather of Wisdom (Phoenix)Ya Ho Wa 13 – Sonic Portation (Prophase Records)Urls: www.bixobal.com, www.yahowha.org, www.yahowha13.com
ruis 9 - FEBRUARI 2009
SPELEN MET SPRAAKTekst : Mik Prims
Alessandro Bosetti (° 1973) is een Italiaan. Dat zie je aan zijn naam. Hij komt van Milaan en soms
woont hij daar nog. Hij verbleef lang in Berlijn, maar nu leeft hij vooral in Baltimore, want daar woont zijn lief. Alessandro Bosetti reist veel. Om op te treden, maar ook om klanken te verzamelen. Hij houdt van menselijke klanken, vooral die van de mond. Gespro-ken taal klinkt hem als muziek in de oren, ook als hij er niks van verstaat. Als saxofonist heeft hij zich de uitgebreide technieken van de hedendaagse improvisatie eigen gemaakt. Dat kun je horen op solo-cd’s als “Zona” of op samenwerkin-gen met bijvoorbeeld gitariste An-nette Krebs of collegasaxers Michel Doneda en Bhob Rainey. De laatste jaren laat hij echter vooral ivan zich horen met zijn elektroakoestische werken.
Mondmuziek
Zelf noemt hij die werken text-soundcomposities. Daarin
combineert hij vooraf opgenomen, nauwelijks bewerkte orale klanken met daardoor geïnspireerde, zelf gecreëerde geluiden. De term text-sound werd wellicht voor het eerst gehanteerd door de Zweedse piloot-klankdichter Åke Hodell om zijn eigen werk aan te duiden, maar Bosetti voelt zich eerder schatplich-tig aan de Duitse hoorspeltraditie van de O-Ton. Dat is de afkorting van Original Ton en verwijst naar het gebruik van authentieke veldopnamen in plaats van volledig uitgeschreven en gedeclameerde teksten in hoorspelen voor de radio.
Popmuziek
De interesse van Bosetti voor de muzikaliteit van de menselijke taal blijkt vroeg. Aanvankelijk in live uitgevoerde composities die naar jazz neigen, maar waarin de stem een prominente rol krijgt. Zijn eerste echte elektroakoestische text-soundwerk is “Pinocchio”. Hiervoor reisde hij Italië rond en vroeg aan mensen het verhaal van
Pinocchio te vertellen. Bleek dat iedereen er een eigen versie op nahield en niemand het verhaal helemaal correct wist te vertel-len. Met de verzamelde opnames construeerde hij dan zijn eigen, nieuwe versie.
Afrikaanse mondbloemen
Voor “El Fiore della Bocca” liet hij poésie sonore en text-sound-werken horen aan vaak mentaal minderbedeelde mensen met spraakstoornissen, om dan hun reacties te verwerken in een bij-wijlen innemend maar soms ook confronterend werkstuk. De ge-interviewden zelf bleken er echter vooral vrolijk van te worden toen hij hun het eindresultaat presen-teerde. Het was een opdracht voor de Duitse radio, waardoor Bosetti zelf ook een plaatsje verwierf in de O-Tontraditie.Een quasi gelijke methode bezigde hij voor “African Feedback”. Hier-voor trok hij in 2004 naar Afrika
met een aantal cd’s met muziek van hemzelf en voor hem belangrijke experimentele muziek van anderen (o.a. Robert Ashley, Henri Chopin, Keiji Haino, Bernard Parmegiani, Steve Lacy). Hij liet leden van de Dogonstam in Mali en Burkina Faso luisteren naar die cd’s en registreerde hun orale responsen, verbale en non-verbale. Het ver-baasde hem vooral dat de muziek weinig tot geen emoties bij die mensen losmaakte, positieve noch negatieve. Ze waren niet verrast, vonden de muziek niet raar, slecht of goed, aanvaardden dat ze er was en niks meer. Bosetti’s slotsom: muziek is geen universele taal.
Een andere opdracht voor de Duitse radio was “Zwölfzungen”: twaalf composities van vijf minuten die portretten zijn van talen die hij totaal niet begrijpt. Het twaalfde deel is opgebouwd uit fragmenten van het onverstaanbare gewauwel dat men vaak op de korte golf van een radio tegenkomt: radiotaal. Voor een van de composities van “Her Name” heeft hij zo’n radio-fragment volledig getranscribeerd om het dan zelf voor te dragen. “Her Name” is een reeks werken waarmee hij live, met zijn stem en zijn laptop, veelvuldig heeft opgetreden, met veel plaats voor improvisatie. Opnieuw weg van de gefixeerde compositie dus. Met zijn laatste project, “Trophies (Become Objects Of Daily Use)”, dat zijn première nog moet kennen, ver-volgt hij dat pad. Hij gaat met een livegroep aan de slag, zoals in het begin. Uiteraard zullen de mond, de stem en de taal weer centraal staan. Net als in de installaties die hij maakt. Instaallaties. Ha!
ruis10 - FEBRUARI 2009
ruis 11 - FEBRUARI 2009
Tweeëndertig groepsnamen krijgt de man op zijn conto bij Wikipedia, maar er ontbre-ken waarschijnlijk nog talloze projecten. Het Guinness Book of Records had hij al lang bereikt, faam en roem kende hij niet. De man trad nooit live op en wentelde zich in een anonieme obscuriteit. Maar zo hebben we het graag natuurlijk. Zijn albums zijn uitge-groeid tot ware klassiekers binnen het genre. De Duitser Wolfgang Voigt is koning van de experimentele, minimale techno.Tekst : Dave Driesmans
HOE EEN BOS IN EEN TECHNOCLUB BINNENHALEN
Groot was de verbazing toen Wolfgang Voigt vorig jaar uit zijn schulp te voorschijn kwam waar hij zich jaren-lang verborgen hield. Voigt bleek niet
de wereldvreemde knopjesdraaier waarvoor we hem aannamen, maar een goedlachse technokid die rechtstreeks uit Coiffure George kwam gelopen. Op Artefact zal Voigt onder de naam Gas, misschien wel zijn bekendste alter ego, een uur komen dreunen met een heuse audiovisuele show op de achtergrond. We verwachten ons opnieuw aan mysterieuze Duitse woudbeelden met subtiele en eindeloze droommuziek. Verdwalen doe je bij Gas, zowel visueel als auditief. Voigt: “De naam Gas vind ik nog altijd erg toepasselijk. De muziek van Gas heeft een bijna amorfe structuur zoals die van dampen en gassen. Er is geen echt begin of einde, maar ongezien vat het je toch bij de lurven vast.”
Voigt louter zien als een technomuzikant doet de man oneer aan.Gas’ meesterwerken Zauberberg (1997) en Konigsforst (1998) kennen eigenlijk hun oorsprong in de Duitse klassieke muziek en zijn niet zomaar pure techno. Voigt: “In mijn puberteit waren mijn leeftijdgenoten vooral fan van Angelsaksische rock, maar ik kon me er niet mee identificeren. Ik was enkel geïnteres-seerd om unieke en pure muziek te maken. Zo ben ik begonnen met schlagers, polka’s, klassieke muziek en brassmuziek te herwer-
ken. Voor Gas heb ik vooral met Schönberg en Wagner gewerkt, maar tijdens het proces kwam mijn eigen muziek en smaak helemaal naar voor. Het meest interessante aan Gas is Gas zelf, en niet Wagner. Ik wilde altijd muziek maken die echt Duits was en op zichzelf stond. Ik wilde vooral niet de internationale hitlijsten op een hopeloos slechte manier imiteren en dat gevoel had ik al voor ik met techno en acid in aanraking kwam.” Wolfgang Voigt probeert zijn muziek altijd tot een soort basisesthetiek te herleiden door middel van enkele trucjes: inzoomen op de details van een klank, loops leggen en er dan vervreemdende effecten over strooien om het stuk zo los te maken van alle originele betekenis en context. Voigts einddoel is een soort bubbel te creëren waarin je je verloren waant. Het resultaat zijn epische en mystieke composities gevormd uit melancholische, on-gepolijste klanken die microscopisch langzaam evolueren.
Hoewel de muzikant Wolfgang Voigt na-tuurlijk hoog aanzien bekleedt, is een artikel over de man niet volledig zonder zijn andere parallel lopende carrière te vermelden: deze als medeoprichter van het Keulse Kompaktlabel. Het genre minimale techno is vandaag een ver-zamelterm geworden voor een heel spectrum aan subgenres. Kompakt stond samen met Basic Channel niet alleen aan de wieg van het genre, maar zorgde ook voor een ontzettende
populariteit ervan. Kompakt was het label uit Keulen, Basic Channel was de Berlijnse tegenhanger. Een gezonde concurrentie was het, waarbij er naast vriendschap ook wat rivaliteit was. In het kort koos Basic Channel vooral voor dub techno, waar Kompakt eerder naar house en minimal neigde. Kompakts invloed is moeilijk te overschatten. Om de Britse muziekjournalist Simon Reynolds te citeren: “Kompakt heeft meer dan eender welk ander label bijgedragen aan de dominantie van Duitsland in het elektronicagenre.”
Samen met het naar voren komen van de persoon achter de talloze projecten van Voigt kwamen ook enkele reissues en een heus boek uit. Wat was zijn de beweegreden hiervoor? Voigt: “Er waren voor mij twee belangrijke redenen om over te gaan tot reissues. Eerst en vooral, in tijden waarin de muziekindustrie zich zo willekeurig en kortzichtig ontwikkelt, had ik de diepe wens om “langdurige waarden” tot stand te brengen. Ten tweede zag ik dat mijn Köningsfort en Zauberberg op de site discogs makkelijk voor 80 tot 100 euro over de toonbank gingen, en mijn bijdrage voor Ras-terNoton 2000 editie zelfs voor nog veel meer. Met de reissues wordt een nieuw en jonger publiek bereikt en daar ben ik erg blij om.”
Zaterdag 14 februari, GAS Live in het Stuk tijdens Artefact. Meer info op www.artefact-festival.be
ruis12 - FEBRUARI 2009
Dicht
Het Gentse audioMER bracht zo-
juist voor de tweede keer een
vette schijf van 180 gram uit met
gezeefdrukt artwork van Wouter Sme-
raldina. Deze keer van de alomgepre-
zen melomaan uit de Vlaamse verhalen
van 665-en-1-nacht: MAURO ANTONIO
PAWLOWSKI. U weet wel, die ene kerel
bij dEUS die verstand heeft van muziek.
Dat bewijst hij op Untertanz met veel
overtuiging. Het is een ongelooflijk veel-
zijdige plaat die illustreert dat Pawlowski
voor zijn inspiratie terugvalt op de gehe-
le muziekgeschiedenis. Untertanz opent
met een dadaistische blokfluit en wat
stemmen, kabbelt voort in een atonaal
lo-fi chanson, verandert dan plots in een
postpunkig rockepos dat in een propere
versie ooit ook wel een Evil Superstars-
nummer had kunnen zijn, culmineert ver-
volgens in wat effectspielerei, nog wat
rock-’n-roll, een beetje free improv, wat
eai en op het einde van kant A komen er
nog wat esoterische bluesspoken hun
zegje doen in een spel van klassieke sam-
ples en jaren tachtig experiment. Kant B
begint vervolgens met een staaltje poésie
pure-core, introduceert het prognoise-
genre etc etc. Untertanz is een must voor
iedereen die gelooft dat muziek in België
nog een toekomst heeft. Een hoogtepunt
in bizaradelia, een postmodernisme-re-
vival, een vat vol intertekstualiteit, een
collage van alles in uw platenkast, fusion
cooking voor undergroundnecrofielen en
afvallige muziekprofessoren.
Southern Lord heeft de eerste twee pla-
ten van het Nederlandse GORE heruit-
gegeven. Voor wie nog niet into heavy
riffin’ was in de jaren negentig: Gore was
een instrumentaal powertrio dat met
hun repetitieve, logge stoner/sludger-
riffs langzaam een cultstatus verwierf.
Stoner was toen trouwens nog een cool
woord. Twintig jaar later hebben Heart
Gore en Mean Man’s Dream nog niets
aan waarde ingeboet, al klinken ze nog
steeds als rehearseltapes van een groep
die op zoek is naar een zanger. Gruntka-
raoke voor heavy stoner dudes.
Weer een nieuw label in Kortrijk. En dit
keer: een tapelabel! Eerste tape: TRUE
DEEP. Vier industriële brokken mod-
dernoise als soundtrack voor bloede-
rige anale seks met tienerjongetjes op
verlaten vrachtwagenparkings of een
doordeweeks avondje huiselijk geweld.
Vette shit. Hopelijk snel meer van deze
Geluidsoverlast!-SM
MAURO ANTONIO PAWLOWSKI - Untertanz (audio-MER) ★★★★1⁄2
GORE - Heart Gore/Mean Man’s Dream (Southern Lord) ★★★
TRUE DEEP - Semper Paratus (Geluidsoverlast) ★★★
Revi
ews
Dokter Knobbel
Pan is de naam van het label dat Bill
Kouligas, opperknorretje van Family Bat-
tle Snake, in 2008 oprichtte en dat net
een drietal zeer aan te raden lp’s uit zijn
broekje schudde. Help jij ze mee op te
vangen?
De eerste is een split met ASTRO, het so-
loproject van de lichtelijk legendarische
Hiroshi Hasegawa die de B-kant volpropt
met een klodder lange harsh noise. Dril-
boortijd in fabrieksland dus, maar wel
goeie drilboortijd. De A-kant is Bill zelf en
begint met een twijfelende synth, die zich
langzaamaan en voorzichtig in hogere
sferen begeeft. Morton Subotnick is hier
een duidelijke referentie (check dringend
Silver Apples of the Moon), maar dan
een stuk meer ingehouden en daardoor
behoorlijk spannend. Goed spul.
Nummer twee is “Plowing Furrows into
Rotten Burrows” van MARK DURGAN,
een zeer ballenstrelend hoorspel voor al
wie niet gillend wegloopt als de bena-
ming musique concrète valt. Zijn we er
nog allemaal? Mooi zo. Durgan gaat aan
de slag met alles dat in opa’s tuinhuisje
voorhanden was en het resultaat klinkt
als een seriemoordenaar die in zijn ach-
terhok snel snel een lijk aan het verwer-
ken was tot hoofdvlees, maar struikelde
en zijn computer per ongeluk heropstarte
alzo spartelend tussen de PMD-zakken en
de vuile afwas terecht kwam. Toch blij dat
iemand dit bewijsmateriaal heeft kunnen
bemachtigen.
“Provocative Electronics” van ANDY
ORTMANN hoort thuis in de eindejaars-
lijstjes van Dokter Knobbel, die kudde
rare dorpsmussen van om de hoek en
de beruchte Zingende Aardappelpuree
van Mercurius. Om maar te zeggen; raar
plaatje. Beetje oerwoudgeschuifel, er
wordt iets met de kompetoeter gedaan,
harde happen plots in de moederkoek!
Wat een ellende. Wie zegt dat de span-
ningsboog niet altijd uitgesponnen kan
worden is er weer eens aan voor de
moeite. Met een A kant die de baby bang
maakt en een B-kant die oma doet huilen,
hebben we hier een viersterrenportie
pokkeherrie.
Voor de rest toch eens vermelden dat
al die Panreleases er fenomenaal goed
uit zien, met gezeefdrukte geometrie op
de hoezen en nog wat ouwe balletfoto’s
erop. Aan te raden, die handel. -WS
ASTRO / FAMILY BATTLE SNAKE LP (PAN) ★★★1⁄2
MARK DURGAN- Ploughing Furrows Into Rotten Bur-rows (Pan) ★★★★
ANDY ORTMANN - Provocative Electronics (Pan) ★★★★
ESP
Het legendarische ESP-label, dat zich in
de jaren zestig concentreerde op de ont-
luikende folk- en freejazzscene, besloot
in 2005 weer hun oren en spaarvarken
te openen voor nieuwe muziek. Of ze dat
spaarvarken gevuld hebben met louche
reissuepraktijken is tot nog toe niet hele-
maal duidelijk. Wat er ook van zij, naast
enkele reissues van hoogtepunten uit hun
oude catalogus, komen ze nu ook op de
proppen met enkele opvallende heden-
daagse artiesten. Underground unpopfe-
nomeen YXIMALLOO is daarbij een van
de meest verrassende. Tot nu toe kwam
zijn ontaarde lofidansnoisepunkpop maar
met mondjesmaat bij het publiek terecht
via zijn eigen site en myspace. ESP-disk
verzamelde vierentwintig feesttracks van
de jongen op een cd’tje voor alle leuke
feestjes met uw andere loservrienden.
Cult sinds 1973 en pas in 2008 in uw
lader. Ze zijn er vroeg mee, maar toch
hartstikke bedankt! Ook het eerste vocale
soloalbum van de Zweedse componiste
LINDHA KALLERDAHL namen ze voor
hun rekening. A thing of sheer beauty,
deze Gold. Sinds Patty Waters’ Sing geen
zo’n krachtig vrije vrouwenstem meer
gehoord. Haar stijl ligt dan ook ergens
tussen die van Billie Holiday, Waters en
euh... Phil Minton. Bevreemdende blues
van een avant-gardecomponiste in ware
ESP-traditie. Geweldige progrock uit
Providence krijgen we van BARNACLED.
Ook hier horen we vanaf de eerste se-
conde waarom het label hun oog op deze
groep heeft laten vallen. Niets klinkt als
deze band. Hedendaagse referenties zijn
dan ook erg lastig. Denk misschien aan
een zigeunerorkest dat heel veel naar
Van der Graaf Generator, King Crimson
en oldschool black metal geluisterd heeft
of Lightning Bolt ontmoet Aksak Maboul.
De ene helft van de band op speed, de
andere helft aan de waterpijp, zoiets. Lek-
ker dof opgenomen en een prachtige geit
op de cover, zoals het elke zichzelf res-
pecterende zigeunerprogband betaamt.
Ook The Yodeling Astrologer van MIJ is
weer op cd te verkrijgen. Dat is een van
de grootste vergeten acidfolkparels uit de
jaren zestig met overdreven gebruik van
reverb en delay. Negen far-outfolkliedjes
van ene Jim Holberg die na die beruchte,
van lsd doordrongen, drie uur durende
opnamesessie voor eeuwig in het niets
verdween. Ondergetekende wacht vol
ongeduld op de vinylreissue die er vol-
gende zomer zou moeten komen op 210
gram vinyl. Enkel voor elitaire neohip-
pies! -SM
YXIMALLOO - Unpop (ESP-Disk) ★★★1⁄2
LINDHA KALLERDAHL - Gold (ESP-Disk) ★★★1⁄2
BARNACLED - Charles (ESP-Disk) ★★★
MIJ - Yodeling Astrologer (ESP-Disk) ★★★★
ruis 13 - FEBRUARI 2009
Funk & Folk
Als Greg Weeks niet met een van
zijn muzikale projecten aan de
slag is, zit hij waarschijnlijk in
zijn eigen Hexham Head Sound Labo-
ratories aan nieuwe geluiden te sleute-
len. Het interessante daarbij is dat zijn
smaak de laatste tijd wat verbreed is.
Op iedere release die op het Language
Of Stonelabel verschijnt, verdwijnt het
eerdere typische geluid van de neo-
folkscene uit Philadelphia steeds wat
meer op de achtergrond, zodat de resul-
taten minder voorspelbaar worden.
De zussen Lindsay en Alexis Powell vor-
men de kern van FESTIVAL, de band die
Greg Weeks onlangs op zijn tocht door
Europa begeleidde. Festival verstaat de
kunst om nummers van hun muzikale
ballast te ontdoen en de essentie over
te houden. Ook al is Festival in de weer
met zither, piano, gitaar, kalimba en per-
cussie, toch klinken de tien nummers
op Come, Arrow, Come zeer uitgepuurd
en wordt er geen noot te veel gespeeld.
Met dubbele stemmen schept Festival
een dromerige atmosfeer die aansluit
bij Weeks’ pastorale folkexperimenten,
al wordt het klankenpalet wat openge-
trokken en duiken er ook referenties op
naar bijvoorbeeld Coco Rosie en Arbo-
rea.
Met Smoke Signals voert HEAVY
HANDS de luisteraar terug naar de psy-
chedelica van de jaren zestig. Het drie-
tal uit Brooklyn, New York brengt negen
stomende nummers waarbij vooral de
uitwerking interessant is. In de regel in-
jecteert Heavy Hands gewone rockriffs
met de nodige fuzz en reverb, begees-
terende ritmiek of andere effecten om
zo meeslepende resultaten in de lijn
van Comets On Fire en Plastic Crime-
wave Sound neer te zetten. Vooral deze
passages zijn boeiend, ook al is er op
technisch vlak weinig aan te merken op
Heavy Hands met acid rock doorweven
retrostijl.
Het driekoppige MYTHICAL BEAST
houdt van dramatiek. De band uit
Kansas City meet zichzelf op zijn MyS-
pace de termen “psychedelic, soul, hea-
ling & easy listening” toe, maar deze
aangegeven variatie is enkel hoorbaar
in het instrumentale gedeelte. De ene
keer bestaat dat uit ambient, dan baadt
Scales in akoestische eenvoud en ver-
volgens ligt er een vette gitaarriff aan
de grondslag, maar steeds weer toornt
de theatrale stem van Corinne Sweeney
boven het geheel uit. En daar knelt het
schoentje. want Sweeneys stem is im-
mers niet echt lang houdbaar en de
gothic aandoende aanpak weet slechts
sporadisch te overtuigen.
Ook LIGHTS is niet vies van een snuifje
theatraliteit, doch het viertal houdt er
een rare kijk op popmuziek op na. Aan
de basis liggen rustieke rockriffs die in
de verte een connotatie met pastorale
folk oproepen. Maar het zijn de afwis-
selende stemmen van Sophia Knapp en
Linnea Vedder Shults die de aandacht
opeisen. Ze zorgen immers voor een
merkwaardige soulinjectie. Lights kab-
belt zo rustig voort zonder potten te bre-
ken, al laten sommige plotse muzikale
wendingen vermoeden dat er toch wel
meer interessants zou kunnen inzitten.
Helaas duiken deze momenten te wei-
nig op.
Pianist Reinhold Friedl verzamelt met
het collectief Zeitkratzer een tiental mu-
zikanten die zich verspreid over Europa
met improvisatie en nieuwe muzikale
vormen bezig houden. Enkele jaren gele-
den gooide ZEITKRATZER al hoge ogen
met Metal Machine Music, hun uitvoe-
ring van het noiseproject waarmee Lou
Reed in 1975 vriend en vijand verraste.
Op de drieledige Electronics-serie speelt
Zeitkratzer eveneens met verschillende
artiesten samen. De resultaten werden
in de regel van de Europese podia ge-
plukt en additionele opnames kwamen
tot stand in de Berlijnse Volksbühne, de
thuisbasis van het collectief.
De samenwerking met TERRE THAEM-
LITZ is bijzonder divers. Op opener
“Down Home Kami-Sakunobe” is
Thaemlitz aan het woord, terwijl een
gemuteerde krautrockriff hem begeleidt.
Thaemlitz’ verbale declamaties zijn im-
posant en vormen het hoogtepunt van
deze samenwerking. De ingetogen elek-
tronica die vervolgens wat meer aan bod
komt, de digitale ritmes die het orkest re-
construeren en de passages waar Friedl
loos gaat op zijn piano zijn gedeeltelijk
zeker interessant, maar de extreme va-
riatie is niet bepaald een meerwaarde.
Deze samenwerking zou gebaad zijn met
wat meer eenheid.
De samenwerking met KEIJI HAINO is
van een heel andere orde. Gedurende
een klein uurtje begeleiden Haino en
Zeitkratzer hun publiek door een duiste-
re soundscape. De opname dateert van
op het Donaufestival in Krems (Oosten-
rijk), editie 2006. Haino bedient zich van
gitaar, stem, elektronica en op het afslui-
tende “Bonus: drum duo” zelfs ook van
percussie. De onderlinge samenhang
tussen de verschillende delen van dit
Electronics-hoofdstuk is doordacht. Hai-
no en Zeitkratzer nemen tijdens de uitge-
sponnen passages de tijd om de luiste-
raar te doordringen van de onderhuidse
dreiging die gaandeweg opgebouwd
wordt en die aan evolutie onderhevig is.
Live moet dit hooguit imposant geweest
zijn, maar de auditieve neerslag mag er
eveneens zijn.
Zeitkratzer en CARSTEN NICOLAI wer-
INCAPACITANTS - BOX IS STU-PID (PICADISK)Boxset met tien cd’s van oude tapes. Ongelooflijk mooi. Hier-van kun je nooit genoeg krijgen!
BLOD - RED LIGHT COMPANION (SEGERHUVA 3-LP-BOX)De Zweedse meester van de harsh noise, minimalisme en perversi-teit komt hier ook terug met een heruitgave van oude tapes. Een heruitgave die hier dikke, reso-lute lappen noise propageert.
KEIJI HAINO “KOITSUKARA USETAITAMENO HAKARIGOTO” (PSF)Een nieuw magnifiek album met draailier. Dit jaar werkte Haino
ook samen met groepen als Zeit-kratzer en My Cat Is An Alien en toonde zo een nog energetische-re en intensere kant van zichzelf. Een van de sterkste en meest ul-tieme muzikanten.
JUNKO / MATTIN “S/T LP” (TOCHNIT ALEPH)Nieuwe opnames die de krachten noise en stilte laten samenvloeien in fantastische uitbarstingen.
THE HATERS “FURTHER” (TRANSPARENCY)Nieuw album van coryfeeën in het genre. “Self decaying harsh noise buried under layers of mo-nolithic harshness.”
VomirVomir is Romain Perrot, een Fransman gespecialiseerd in te-ringherrie ofte harsh noise walls. Zijn debuut-cd “pro anomie” verscheen zonet op At War With False Noise. Op het Kraakfes-tival kunt u live van hem weglopen.
ruis14 - FEBRUARI 2009
ken al bijna tien jaar samen. Nicolai,
eveneens actief onder de pseudonie-
men Noto en Alva Noto, tracht als ge-
luidskunstenaar met minimale ingrepen
de fysieke essentie van elektronische
geluiden te kanaliseren. Het resultaat
van de Electronics-samenwerking met
Zeitkratzer is dan ook minimaal en de
leden van het orkest slagen er glansrijk
in om de gepaste symbiose met Nicolai
aan te gaan. Geluidslagen verworden
tot imposante stukken ambient die bij
wijlen zeker de vergelijking met Stars
Of The Lid aankunnen. De zogenaamde
Zeitkratzerklokken en andere auditieve
anomalieën passeren de revue om in
majeur te eindigen met het tweeledige
“c1”, een compositie die je met gemak
een half uurtje in vervoering brengt.
Gedragen door een minimale beat en
Friedls sporadische pianoaanslagen
doet het gezelschap een geslaagde po-
ging om de eindeloosheid in geluiden
te vatten.
Neil Campbell, het eerdere boegbeeld
van de Britse droneformatie Vibraca-
thedral Orchestra, is sinds enkele jaren
onder het pseudoniem ASTRAL SOCIAL
CLUB actief. Naar Campbells gewoonte
is ook de productie van dit soloproject
weerom niet te stuiten. Soms betrekt hij
bevriende muzikanten, maar op Sieben
Stax verzamelt Campbell zijn nieuw-
ste solowerk dat men als buitenaardse
dansmuziek zou kunnen bestempelen.
Campbell experimenteert zeven keer
– de titel is inderdaad niet bijzonder ori-
ginee l- met gemuteerde ritmes die hij
samenvoegt. Deze explosieve gehelen
klinken gejaagd en opgefokt, zoals bij-
voorbeeld opener “Queezee-e” waarin
de manie hoge toppen scheert. Het ver-
volg is iets rustiger, maar geeft toch aan
dat Astral Social Club stilaan een inte-
ressantere eigen muzikale niche aan het
betrekken is.
THE HUNTER GRACCHUS, een wis-
selend collectief rond Kamran All, Jon
en Fiona (de laatste twee leiden het Sin-
ging Knifelabel), haalde de bandnaam
van een kortverhaal van Franz Kafka.
Op hun debuut-lp brengt deze band uit
Sheffield een interessante combinatie
van tribale percussie, akoestisch aange-
stuurde drones, etnische invloeden en
ijle stemmen. Op Sacred Object of the
Yiye People slaat The Hunter Gracchus
een brug tussen spannende ritmes en
dromerige soundscapes en krijgt iedere
compositie een ronkende titel mee, zo-
als bijvoorbeeld “in the soft typewriter
of the womb you do not know the word
armour you carry” of het licht fantasti-
sche “for naguib mahfouz”. Het resul-
taat is ronduit indrukwekkend.
Het Zwitserse SUM OF R is duidelijk
beïnvloed door doom en black metal,
maar experimenteert ook graag met
folk, elektronica en noise. Op hun ti-
telloze debuut is de duisternis alom
aanwezig. Sum Of R schippert tussen
brokstukken KTL, Wolfmangler en bij
momenten zelfs aan GY!BE refererende
atmosferische stukken. Maar de zeg-
gingskracht die van de individuele num-
mers uitgaat, maakt het resultaat alles-
zins uniek. Het is vooral de diversiteit
tussen de verschillende composities die
dit schijfje het vermelden waard maakt
en daar speelt het uiteenlopende instru-
mentarium waaronder strijkers, draai-
tafel, harmonium, piano en basgitaar
ongetwijfeld een belangrijke rol in.
De tijd dat Kazuyuki Kishino, ofwel KK
NULL, met snoeiharde gitaar het Japan-
se noisecombi Zeni Geva aanvoerde,
lijkt alweer een eeuwigheid geleden.
De laatste jaren is KK Null voorname-
lijk solo aan de slag en daarin grijpt
hij sinds verschillende jaren steevast
naar elektronica. Oxygen Flash bewijst
dat KK Null eveneens op dit vlak tot
persoonlijke resultaten kan komen. De
negen titelloze nummers zijn subtiel
opgebouwd. KK Null verstaat de kunst
om detail, complexiteit en drama door
middel van elektronica te verzoenen en
dat is weinigen gegeven.
Charles-Eric Charrier is de spil van OLD-
MAN, een uiteenlopend avant-gardeve-
hikel waarbij de Fransman steeds door
andere muzikanten bijgestaan wordt.
Zo werd hij bijvoorbeeld in de Recyclart
enkele jaren geleden nog vergezeld
door Rob Mazurek. Op Two Heads Bis
Bis wordt Charrier geflankeerd door
verschillende heren die drums, trompet,
conga’s, gitaar en samples toevoegen.
De complexe soundscapes die Oldman
ten berde brengt ademen de broeierige
sfeer uit van een doorrookte nachtelijke
jazzbar en leggen de focus op ritme. De
stemmen en andere samples die geïnte-
greerd worden dragen eveneens bij tot
die mysterieuze sfeer.
Op Son, Father and Son ... is een heel
andere kant van Oldman aan het werk.
Charrier krijgt de hulp van een zekere
Thierry Lecoq. De focus ligt ditmaal
op dromerige gitaarcomposities die
zonder daadwerkelijk begin en einde
voortkabbelen. Een enkele maal wordt
de harmonie doorbroken door meer
geagiteerde, abstracte stukken of klein-
kunstderivaten, waarbij Charrier soms
hele lappen Franse tekst declameert.
Ook deze merkwaardige mix zorgt voor
de nodige vervreemding, al had de me-
lodieuze kant wat meer benadrukt mo-
gen worden.
De productiviteit van ACID MOTHERS
TEMPLE AND THE MELTING PARAISO
UFO is niet te stuiten, maar zolang dit
tot interessante resultaten leidt hoort u
ons niet klagen. Met Cometary Orbital
Drive leveren de Japanners een suite
in vier delen af. Na een voor hun doen
abstracte intro waarin instrumenten en
stemmen elkaar aftasten, haalt het ge-
zelschap voor het ruim zesentwintig mi-
nuten durende “Planet Billions Of Light
- Years Away” de gebruikelijke psy-
chedelica boven om op basis van één
enkele monsterriff de vele kanten van
het universum te laten zien. Zelfs in de
andere delen van de suite duikt deze riff
op, en op “Circular System 7777777”
wordt er zelfs een merkwaardige tech-
nobeat toegevoegd. Interessant, maar
in het licht van het steeds uitdijende
oeuvre van de Japanse spacerockers,
zeker niet meer dan dat.
Isisgitarist Mike Gallagher is sinds en-
kele jaren in de weer met zijn solopro-
ject M.G.R. Op eerdere releases dook
de schrijfwijze “Mustard Gas & Roses”
nog wel eens op, maar daar is deze keer
geen sprake van. Op Amigos de la Gui-
tarra krijgt hij hulp van Mike Mare zodat
de samenwerking IM.G.R. Y DESTRUC-
TO SWARMBOTS! een feit is. Het duo
werkt met gitaren - met zo’n titel kan dat
natuurlijk moeilijk anders - een epische
luistertocht van ruim veertig minuten
uit. Het geheel valt uiteen in meerdere
delen die subtiel in elkaar overgaan. De
ene keer wordt er wat meer naar am-
bient gestreefd, dan herinnert de licht
theatrale epiek wat aan de Constella-
tionvoorgangers, maar steeds blijft het
resultaat boeien, wat overigens ook
bij de eerdere releases van M.G.R. het
geval is. Helaas is het in de explosieve
postrockwereld vaak zoeken naar een
naald in een hooiberg, waardoor de
waarde van dit toch wel mooie werk-
stukje weer drastisch afneemt.
-HvdL
FESTIVAL – Come, Arrow, Come (Language Of Stone) ★★★1⁄2
HEAVY HANDS – Smoke Signals (Language Of Stone) ★★★1⁄2
MYTHICAL BEAST - Scales (Language Of Stone) ★★1⁄2
LIGHTS – Lights (Language Of Stone) ★★1⁄2
ZEITKRATZER & TERRE THAEMLITZ – Electronics (Zeitkratzer) ★★★
ZEITKRATZER & KEJII HAINO – Electronics (Zeitkrat-zer) ★★★1⁄2
ZEITKRATZER & CARSTEN NICOLAI – Electronics (Zeitkratzer) ★★★★
ASTRAL SOCIAL CLUB – Sieben Stax (Bottrop-Boy) ★★★
THE HUNTER GRACCHUS - Sacred Object of the
ruis 15 - FEBRUARI 2009
RUIS Verschijnt maandelijks,behalve in juli en augustus.
Ruis is een gratis uitgave van KRAAK vzw
OFFICEKRAAK vzwc/o RuisMolenaarsstraat 111 bus 669000 Gent BelgiumT/F : +32 92199143www.kraak.net | [email protected]
REDACTIEHOOFDREDACTIE Steve MarreytEINDREDACTIE Sara Geens, Elisabeth CornilleREDACTIE Joeri Bruyninckx, Stoffel Debuysere, Tommy Denys, Davy De Decker, Bert Dhondt, Dave Driesmans, Bart Gielis, Niels Latomme, Sarah Kesenne, Hans van der Linden, Han Van den Hoof, Kenneth Vanhoutte, Mik Prims, Wouter SmeraldinaILLUSTRATIES & FOTOGRAFIE Bram Devens, Schrau-wen, Wouter SmeraldinaVERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dave DriesmansVORMGEVING Dave Driesmans
GASTILLUSTRATOREN COVER: De Ruiscover komt deze keer aangewaaid uit het onfrisse hoofdje van Tommi Musturi (fin). Bekend als bezieler van de comics anthology Glömp,uitgever van ontelbare zines, curator, tekenaar en liefdevolle knuffelpeer. www.tommimusturi.com
Wie is toch die vreemde man die daar zo zit? Die arrogante, intrigerende man? Wie denkt hij wel dat hij is? Hij denkt vast dat hij elk meisje rond zijn vinger kan draaien met zijn wenkbrauwen en grote handen. Als hij denkt dat IK net zoals die dommige kalvers ga beginnen zwijmelen voor zijn diepe, vibrerende stem en zijn stevige dijen kan hij nog lang wachten. Oh nee, hij komt deze kant op! www.flickr.com/photos/gerardherman/
ABONNEMENTENEen abonnement kost 10 euro in België en 16 euro in Nederland. Een steunabonnement is 25 euro. Dit kan verkregen worden door het bedrag over te schrijven op rekening nummer 737-0200369-10 met mededeling “ruis abo” samen met je adres en het gewenste startnummer.
DISTRIBUTIEEen actuele lijst van distributiepunten is te vinden op www.kraak.net
DRUKRuis wordt gedrukt op gerecycleerd papier en met milieuvriendelijke inkt.
STEUNMet steun van de talloze vrijwilligers, adverteerders en de Vlaamse Gemeenschap
Agen
da
Colo
fon
ruis
23/02 Vooruit, GentVetiver (usa)
26/02 Occii, AmsterdamAdolf Butler (nl), Firestone (nl), Jailhouse Fuck (nl)
27/02 Resonance, GentMachinefabriek (nl), Eavesdropper (b), Alva Noto (d)
28/02 Resonance, GentMove D & Bejamin Brunn (de), Claro Intelecto & Andy Stott (uk)Peter van Hoesen (b)
01/03 Resonance, GentMokira (se), Deepchord (uk)
05/03 Rumor, Utrecht
07/03 Recyclart & Faro, BrusselKRAAK Festival: Wavves (us), Henry Flynt (us), Burton Greene & Alan Silva (us/bm), él-g (fr), Headwar (fr), Kurt Vile (us), Ice Bird Spiral (uk), Vomir (fr), Ken Butler (us), Valerio Cosi (it), Geoff Leigh (uk), Fabulous Diamonds (aus),...
JOHN WIESE in de WItte Zaal
01/02 Q-O2, BrusselOlivier Toulemonde, Christine Senhaoui, Mathias Forge (fr)
02/02 Logos, GentIgnaz Schick (de) & Martin Tetreault (fr)
5/02 Worm, RotterdamSir Richard Bishop (usa), My Cat is an alien (it)
6/02 Recyclart, BrusselWevie Stonder (uk), Flaria (ire)
7/02 Worm, RotterdamWevie Stonder (uk)
7/02 Kunstencentrum Belgie, HasseltSir Richard Bishop (usa), Ignatz (b)
9/02 Recyclart, BrusselOffonoff feat. Massimmo Pupillo (it), Terrie Ex (nl)
11/02 Witte Zaal, GentJohn Wiese (us), Bear Bones, Lay Low (b)
12/02 Occii, AmsterdamWavves (usa), Real Room (nl), King Kong Kobra (se)
12/02 Théâtre Marni, ElseneMatt Elliott (uk), Half Asleep (b)
14/02 KC Belgie, HasseltJosephine Foster (us), Victor Herrero (es)
15/02 Worm, RotterdamMin Xiao Fen (cn), Muneer B. Fennell (us), Ad Peijnenburg (nl)
15/02 Cactus, BruggeDeerhunter (us)
15/02 Q-O2, BrusselPierre Berthet (be), Michael Vorfeld (de)
18/02 Vooruit, GentGowk (b), Han Bennink trio (nl)
20/02 Schip, BrusselThousand & Bramier (f), Patton (b)
21/02 Netwerk, AalstSir Richard Bishop (usa), Ignatz (b)
21/02 Q-O2, BrusselEsther Venrooy (be), Yoko Higashi (jap), Agathe Max (fr)
22/02 4AD, DiksmuideMariee Sioux (us), Ansatz der Maschine (be)
KRAAK FESTIVAL 2009ZATERDAG 7 MAART '09 � RECYCLART & FARO, BRUSSEL
WAVVES [usa] KURT VILE [usa] KOHN [b] HEADWAR [fr] HENRY FLYNT [usa] GEOFF LEIGH [uk]
EL-G [fr] ALAN SILVA [bm] & BURTON GREENE [usa] VALERIO COSI [it] KEN BUTLER [usa] ICE BIRD SPIRAL [uk] VOMIR [fr] FABULOUS DIAMONDS [aus ] ... MORE TBC