RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die...

7
Het is het Milieu, Stupid! RTA jaarbericht 2016 Economie + efficiency = milieuwinst

Transcript of RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die...

Page 1: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

Het is het Milieu, Stupid!

RTA jaarbericht 2016

Economie + efficiency = milieuwinst

Page 2: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

2

In het veld van recycling van afgedankte

elektronische apparatuur betekent dit dat er veel

werk gedaan moet worden om aan te tonen dat

je ‘goed bezig bent’. Als de politiek via wetgeving

vastlegt dat bedrijven de hoeveelheid van 65%

van alle apparatuur die in een jaar ‘in de markt

wordt gebracht’ in datzelfde jaar ook uit de

markt moet komen en moet worden aangeboden

ter verwerking, dan gebeurt dat met de beste

bedoelingen. Maar of in de uitvoering ook aan

te tonen is of dat werkelijk gebeurt, dat is een

heel ander verhaal. Laat staan dat de verklaring

dat die cijfers niet worden gehaald en alles

toch volgens de doelen van de wetgeving wordt

gerealiseerd, makkelijk boven water te halen is

op een wijze die voor iedereen acceptabel is.

Om dit probleem te tackelen zoekt RTA

voortdurend naar de beste deskundigen die

kunnen helpen om alles op een realistische basis

helder en transparant te krijgen. Zo is in beeld

gekomen, dr. Jaco Huisman, werkzaam voor

de United Nations Universty en als chemisch

technoloog gepromoveerd op het onderwerp

‘recycling of electronics’ aan de TU Delft.

Jaco is ook associate professor bij het Centrum

voor Milieukunde aan de Universiteit van Leiden.

Hij voert op dit moment een vooronderzoek uit

naar de ‘Retourstromen RTA’, om daarna op basis

van de uitkomsten van het vooronderzoek een

breder onderzoek te kunnen doen. Hij voert dit

onderzoekstraject uit op verzoek van Stichting

RTA. Genoeg reden om kennis met hem te maken

en met hem te spreken over het onderzoek en

zijn ervaringen.

Vanuit welke uitgangspunten werkt Jaco

Huisman als onderzoeker in het veld van

milieustudies?

“Mijn motivatie voor milieuonderzoek is al van

heel lang geleden. In 1998 maakte ik als scholier

al een document omdat ik het oneens was met

de latere milieuminister Jacqueline Cramer. Ik

vond en vind dat je de milieuproblematiek het

beste economisch kunt benaderen. Zorg dat er

voor verschillende partijen een ‘level playing

field’ is en bekijk alles goed en integraal. Denk

goed na over de hele productie- en waardeketen

en houd in de gaten hoe je maatschappelijk blijft

presteren. De discipline ‘Industrieel Ontwerp’,

waar ik in Delft bij promoveerde, dacht bij

uitstek alleen aan een product. Alles eromheen,

externe processen en dergelijk, krijgt weinig

aandacht.”

Wat behelst het onderzoek voor RTA?

“Het is de bedoeling dat we, ikzelf met

ondersteuning van de expertise van het

internationale onderzoeksbedrijf SofiesGroup,

de retourstromen in kaart gaan brengen van

alle apparatuur die door RTA deelnemers in de

markt wordt gebracht. We willen dus uitzoeken

wat er gebeurt met de apparatuur die de klanten

van RTA deelnemers zelf niet meer gebruiken,

Stichting RTA is opgericht naar aanleiding van wetgeving van de overheid. Achter die wetgeving en de

uitvoering van wetten, opereert de politiek. De politiek heeft te maken met de publieke opinie.

en toch niet via RTA wordt aangeboden voor

inzameling en verwerking. Dat is belangrijk in de

communicatie met de overheid, want er komt

nu slechts een heel laag percentage van de in de

markt gebrachte apparatuur retour.”

Je zou kunnen zeggen dat de RTA deelnemers

het gewoon heel slecht doen, te weinig

milieubewust zijn?

Het blijkt niet de enige verklaring te zijn die

Huisman voor de hand vindt liggen. “Als je naar

de RTA deelnemers kijkt, dan zie je meteen

dat het om heel andere producten en een heel

andere markt gaat dan waar de regelgeving

voor is gemaakt. Uitgangspunt was de

consumentenelektronica, producten met een lage

restwaarde in de markt. Dat ligt bij professionele

apparatuur heel anders. Daarnaast geldt dat de

afstand tussen de producent en de ‘ontdoener’,

degene die het product in gebruik neemt en later

weer uit het bedrijfsproces verwijdert, veel groter

is dan bij consumentenproducten.

Veel producten en systemen worden als compo-

nenten ingebouwd in grotere systemen.

Daarbij is vanwege de uniciteit en de specificiteit

van professionele apparatuur de kans op illegale

dumping vrijwel nul. Medische apparatuur heeft

bijvoorbeeld een enorme sociale restwaarde

op het moment dat het door een ziekenhuis

in Nederland wordt vervangen door nieuwe

modernere apparatuur en gedoneerd wordt aan

ontwikkelingslanden.”

Dus het is eigenlijk niet logisch dat ook voor de

professionele apparatuur de eis van 65% retour

wordt gehanteerd?

“Nee, dat is niet logisch en ook niet realistisch.

Maar juridisch is er op dit moment geen speld

tussen te krijgen. Er worden geen uitzonderingen

gemaakt voor professionele apparatuur. De

nu geldende doelstelling is hier in de praktijk

onhaalbaar. Dat willen we nu met onderzoek

onderbouwen. Vasthouden aan de letter van de

wet kan zelfs contraproductief uitpakken voor

wat betreft milieudoelstellingen. De inspanning

die je moet leveren om te bewijzen dat appara-

tuur inderdaad goed terecht komt wordt op een

bepaald moment zo’n administratieve last dat

er geen tijd en geld is voor andere milieuver-

antwoorde ideeën, bijvoorbeeld op het gebied

van ‘circular economy’ zoals meer hergebruik

van waardevolle componenten. Als je steeds

maar meer middelen moet inzetten, bijvoorbeeld

logistiek, dan brengt dat weer nieuwe milieulast

met zich mee, ‘proportionaliteit’ heet dat.”

Maar wat dan?

“We denken dat we in de richting moeten van

het nadenken over juridische alternatieven om

enerzijds te voldoen aan de verantwoordelijkheid

van producenten, door de middelen die je al

beschikbaar hebt heel gericht te gaan inzetten,

lean & mean.”

Is er dan niets meer te verbeteren qua

rapportage?

“We vermoeden van wel. Er zijn nog steeds ‘free

riders’ bedrijven die hun rapportageverplichting

niet nakomen en ontdoeners die niet rapporte-

ren. Overigens zijn er in Europa nog nauwelijks

landen die hier gericht onderzoek naar hebben

gedaan. Het kan dus zijn dat in andere landen

de cijfers rooskleuriger zijn dan de werkelijkheid.

Alleen de UK en Frankrijk hebben iets gedaan aan

onderzoek, maar zeker niet diepgaand.”

Wat verwacht je als uitkomst van het vooron-

derzoek dat nu loopt?

“We denken in elk geval een beeld te krijgen

van hoe de keten in elkaar zit. Als we daar

zicht op hebben, dan is de vraag wat het qua

milieu consequenties betekent, dat de keten zo

functioneert als hij doet. Is er wel een milieupro-

bleem is dan de vraag? Eigenlijk vermoed ik dat

voor het grootste deel van de RTA-apparatuur

het antwoord ‘nee’ is. Voor het deel waar wel

mogelijkerwijze milieuproblemen in de afvalfase

te verwachten zijn, zal vervolgonderzoek moeten

bewijzen dat er inderdaad al een verantwoorde

inzameling en verwerking plaats vindt.

Je zou je moeten concentreren op de vraag hoe

je kunt garanderen dat de milieudoelstellingen

worden gehaald. Is interventie, zoals die nu via

de WEEE-Registerrapportage is georganiseerd,

wel verantwoord?

>> lees verder op de volgende pagina

‘Onderzoek naar retourstromen’

‘Letter van de wet werkt contraproductief’

3

Milieu en economie, het valse dilemma

dr. Jaco Huisman, United Nations University

Page 3: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

4

Het kan zijn dat de conclusie is dat een te sterke

nadruk op het halen van juridische doelstel-

lingen het realiseren van milieudoelstellingen

meer frustreert dan bevordert.”

Wat zou de lange termijn milieudoelstelling

moeten zijn?

“Dit dossier van RTA, is een interessante casus.

Veel milieu- en economie problematiek komt

hier bij elkaar. Het veronderstelde milieu/

economie dilemma is in mijn optiek een

onzin-dilemma. Het gaat altijd om de juiste

incentives. Iets zomaar in de afvalbak gooien

is nooit rationeel. Je kunt milieudoelstel-

lingen beter verwerken in de prijs van een

product. Hergebruik wordt ook steeds meer

geaccepteerd. De grootste uitdaging is om de

materiaalstromen uit het hergebruikcircuit

te krijgen, zeker als het gaat om gebruik in

de derde wereld. We zijn al een wereldwijde

fysieke economie en dat gaat ook steeds

meer een wereldwijde circulaire economie

worden. Je moet je afvragen of targets binnen

landsgrenzen dan wel zinnig zijn.”

Je hebt inmiddels ook een workshop met

enkele RTA deelnemers meegemaakt en al

wat meer contacten gehad met RTA-ers. Hoe

ervaar je de RTA-‘cultuur’?

“De workshop die we deden was erg goed, heel

open. De praktische problemen die bedrijven

ondervinden, kwamen heel helder op tafel. Als

je voor het rapporteren van 150 kilogram per

kwartaal een enorme administratie op poten

moet zetten, dan is dat uiteraard grote onzin,

netjes gezegd,‘ disproportioneel’. Je merkt ook

meteen de problematiek van het categoriseren.

De gedefinieerde categorieën passen nooit

precies bij jouw product. Wat doe je dan?

Wat voor zin heeft zo’n categorisering voor

professionele apparatuur als die niet eenduidig

is in te vullen?

Hoe nu verder?

“Als we zicht willen krijgen op de keten, de

kanalen van retourstromen, dan zullen we bij

de RTA deelnemers, maar vooral ook bij hun

klanten, moeten doorvragen naar die kanalen.”

We spreken met elkaar nog even door over

de ‘beleidswolk’. Als straks uit het onderzoek

duidelijk is waar het heen moet, dan zal het

nog een klus worden om die conclusies uit de

praktijk van de regenbui daaronder in het veld

geaccepteerd te krijgen. Ruimte maken binnen

regelgeving zal lastig blijven. Begrip zal wellicht

al soelaas bieden. Dat is werk voor het RTA

bestuuur en –management.

‘hergebruik wordt steeds meer geaccepteerd’

5

Achtergrond. Wie is Paul Witte?

“Gedurende mijn werkzame leven, ik ben

inmiddels 63, heb ik altijd op het snijvlak van

bedrijfsleven en overheid gewerkt. Eerst bij

de toeleveringsorganisatie NEVAT. In deze

periode heb ik nauw samengewerkt met Kees

Groeneveld, die verantwoordelijk was voor

de zusterorganisatie Holland Elektronika.

Later werd ik directeur, eerst van Koninklijk

Nederlands Vervoer en vervolgens meer dan 20

jaar bij FME-CWM. Een aan obsessie grenzende

passie voor de technologische sector is mij

niet geheel vreemd. Sedert drie jaar ben ik

directeur van Dutch Employers’ Cooperation

Programme, een dochterorganisatie van

VNO-NCW/MKB-Nederland, gefinancierd

door de Minister van Buitenlandse Handel en

Ontwikkelingssamenwerking. DECP beoogt

de effectiviteit van werkgeversorganisaties

in ontwikkelingslanden te verbeteren. Vanuit

mijn FME-positie werd ik bestuurslid van

de uitvoeringsorganisatie Stichting NVMP,

tegenwoordig Wecycle geheten. Nadat de lijnen

tussen FME en Wecycle werden verbroken ben ik

als bestuurslid uitgetreden. Als gevolg van mijn

huidige onafhankelijke functie en bestuurlijke

ervaring in de recycling werd ik door de

producentenorganisaties aangezocht zitting te

nemen in het bestuur van NWR.”

Wat is het NWR? Wat zie je als primaire doel

van NWR?

“Het Nationaal [W]EEE-Register, NWR, is door

de overheid aangewezen om de taken in te

richten die voortkomen uit de registratie- en

rapportageplicht zoals opgenomen in de

Europese WEEE-Richtlijn.

De Richtlijn verplicht lidstaten tot het opzetten

van een register voor de verzameling van

gegevens over het gewicht van elektrische

en elektronische apparatuur die op hun

grondgebied in de handel wordt gebracht.

En ook over het niveau van inzameling,

hergebruik, nuttige toepassing of recycling van

apparaten. Dit alles ter controle op de naleving

van de verplichtingen uit de Richtlijn.”

Het hergebruiken van grondstoffen en de

transitie naar een circulaire economie is

inmiddels door nagenoeg de hele wereld

omarmd. Het beleid van de Europese Commissie

en van de aangesloten landen richt zich op de

terugwinning van grondstoffen. Overheden en

producenten hebben er groot belang bij zo

>> lees verder op de volgende pagina

Vragen aan Paul Witte, voorzitter van het bestuur Nationaal [W]EEE-Register

Het Nationaal [W]EEE- Register, waar gaat dat over?

Paul Witte, voorzitter bestuur NWR

Page 4: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

6

precies mogelijk te weten wat er aan recycle-

bare producten op de markt wordt gebracht en

hoeveel er worden ingezameld voor recycling

en nuttige toepassing. Alle stakeholders in

de keten een zo’n exact mogelijk beeld geven

van de hoeveelheden in de keten dat is het

primaire doel van de NWR, wat er op de markt

is gebracht, wat er is ingeleverd en wat er wordt

gerecycled. Immers meten is weten.”

Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers

van verwerkers, overheid en bedrijven die

apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-

neert die samenwerking in de praktijk?

“Het bestuur bestaat uit drie personen. Dat zijn

naast mijzelf, Adriaan Visser op voordracht van

de verwerkers en Kees Baldé op voordracht van

de overheid. We komen weliswaar uit diverse

achterbannen, maar zien een gezamenlijke

opdracht en ambitie om de functie van het

NWR optimaal te vervullen. In management-

jargon, de neuzen staan volledig in dezelfde

richting. Daarnaast speelt het voordeel dat de

bestuurssamenstelling uiterst complementair is,

gezien de verscheidenheid in kennis, ervaring,

netwerk en persoonlijk karakter van de leden;

een homogeen bestuur.”

Hoe ziet het stichtingsbestuur haar eigen rol

en de rol van de stichting als zodanig? Hoe

heeft het NWR zich ontwikkeld sinds haar

ontstaan?

“We zijn begonnen met het op de rails zetten

van de inzameling van de gegevens. Hierbij

werd het bestuur uitstekend terzijde gestaan

door de door het voorgaande bestuur inge-

huurde uitvoeringsorganisatie Wecycle. Nadat

het schip van de wal was geduwd, is het bestuur

bezig gegaan met het maken van een beleidsdo-

cument met procesbeschrijvingen, haar doel en

taken te definiëren en de wijze waarop hieraan

inhoud wordt gegeven dusdanig te beschrijven

dat de kwaliteit van de data wordt verbeterd

en de uitvoering van het proces onafhankelijk

kan worden van elke uitvoeringsorganisatie.

Dit document nadert nu zijn voltooiing.”

Het bestuur wordt geacht de onafhankelijk-

heid van het NWR te borgen in het veld van

stakeholders met verschillende belangen. Lukt

dat? Ervaren jullie voldoende steun van de

stakeholders?

“Zoals eerder aangegeven stelt het bestuur

zich onafhankelijk op. Haar statutaire taak is

om zonder last of ruggespraak haar besluiten

te nemen. Maar het bestuur wil zich verre

van autistisch opstellen. Ten eerste houdt het

bestuur zich vast aan haar beperkte wettelijke

taak, zijnde het registreren en rapporteren.

Ten tweede is het bestuur zich er terdege van

bewust dat de werkelijke beleidsmacht ligt in

het Monitoringsberaad waarin alle stakeholders

onder leiding van het ministerie van infrastruc-

tuur en milieu met elkaar tot besluitvorming

komen. En mocht een besluit van de NWR

een bestuurlijke gevoelstemperatuur krijgen,

dan informeren wij hen daarover direct en

komen indien nodig in het Monitoringsberaad

toelichting geven. In de uiteindelijke afweging

zullen de in het Monitoringsberaad naar voren

gekomen standpunten worden meegewogen,

maar de uiteindelijke onafhankelijkheid blijft

overeind staan.”

Hoe communiceert het NWR bestuur met

de verschillende stakeholders die het NWR

‘dragen’, nu en in de toekomst?

“Zoals uit het voorgaande mag blijken kijkt het

NWR primair naar het Monitoringsberaad als

bestuurlijk verantwoordelijk orgaan. Daarnaast

onderhoudt het bestuur uitstekende contacten

met alle individuele partijen om de ontvangen

signalen mee te nemen in de uiteindelijke

besluitvorming.”

In hoeverre zijn de verschillende werelden van

huishoudelijke en professionele apparatuur

te matchen. Herken je die verschillen? En wat

betekent dat voor het NWR?

“De wet kent als zodanig geen onderscheid

tussen deze categorieën. Interpretatie van de

wet door NWR is er dan ook niet bij. Dit is

typisch zo’n onderwerp dat op de tafel van het

Monitoringsberaad thuis hoort en niet bij het

NWR. Bij het NWR gaat het om het zo efficiënt

mogelijk aangeleverd krijgen van gegevens.

Individuele toetsing van de door de collectieven

opgegeven data is er niet bij. Dat is een taak

van de inspectie voor de leefomgeving (ILT)

en het collectief zelf. De collectieven hebben

er immers zelf het grootste belang bij dat de

aangeleverde data correct zijn. Bij twijfel over

individuele aangiftes wordt een redelijkheidstoets

uitgevoerd. Hierbij wordt eerst navraag

gedaan bij de opgaveplichtige. Komt er geen

verheldering of is er toch gerede twijfel dan

wordt de ILT geïnformeerd. NWR heeft zelf geen

opsporingsbevoegdheid.”

Is Europese afstemming tussen de lidstaten wat

betreft implementatie van de WEEE-Richtlijn

een issue op de agenda van het NWR bestuur?

“Het NWR houdt zich niet met beleidsissues

bezig, die horen bij het Monitoringsberaad en

het ministerie. Harmonisatie ten aanzien van

de uitvoering en implementatie van Europese

regelgeving is uiteraard een streven van alle

partijen in het Monitoringsberaad. Om die reden

volgen wij intensief de discussies die plaatsvinden

binnen het Europese netwerk van nationale

registers, het EWRN. In dit verband zijn wij steeds

bereid om het Monitoringsberaad te attenderen

of te adviseren over relevante kwesties, maar

we beseffen terdege dat het NWR daar zelf een

uitspraak over zal moeten doen. Mocht men

nadere informatie wensen, dan zullen we die

desgevraagd verstrekken.”

Waar is het NWR bestuur trots op qua bereikt

resultaat? Wat is er nog te verbeteren?

“Wij zijn er bijzonder trots op dat we in korte

tijd een goed en modern werkend systeem van

registratie en rapportage hebben weten op te

tuigen. De ambities van het NWR dienen binnen

haar taakopdracht gezien te worden. En dat is

om er zorg voor te dragen dat de aangeleverde

gegevens zo juist en volledig mogelijk zijn, dat de

beleidsmakers, overheid en belangenbehartigers

tezamen in het Monitoringsberaad hun taak

optimaal kunnen vervullen.”

7

‘beperkte wettelijke taak’

‘efficient aanleveren van gegevens’

Page 5: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

“In 2005 was het zover. Bedrijven konden zich vanaf dat moment professioneel

door Stichting RTA laten ondersteunen bij hun wettelijke verplichtingen ten

aanzien van het lozen het recyclen van hun afgedankte technologische appara-

tuur van hun klanten. Daar ging natuurlijk het een en ander aan vooraf.”

Hoe kwam je op het idee om RTA in het leven te roepen?

“Feitelijk volgden we gewoon de wetgeving rondom het inzamelen en

recyclen van elektrische en elektronische apparatuur van destijds. Die was er

al eerder voor de consumentensector, nu was de professionele sector aan de

beurt. De hamvraag was of we zelfstandig iets op poten zouden zetten of dat

we ons zouden aansluiten bij een bestaande organisatie. Daar waren we snel

uit, de aanpak die men in de consumentensector hanteerde week zó af van

wat relevant was voor de professionele sector dat we besloten het vanuit FHI,

federatie van technologiebranches, zelf te gaan doen.”

In welke opzicht was die aanpak zo anders?

“In het consumententraject werd veel energie – en geld – gestoken in het

bewustwordingsproces. In publiekscampagnes en zo. De bestaande profes-

sionele organisaties waar we ons eventueel bij aan hadden kunnen sluiten,

leunden ons inziens te veel op dat model. Vandaar dat we er zelf in gedoken

zijn. Dat wil zeggen, we hebben oud FHI-bestuurder Henk de Folter gevraagd

om te onderzoeken of het een haalbare kaart was om zelf – lean & mean

Het één is nodig om het ander te bereiken. Echter, op het moment dat

de methodiek de maatschappelijke doelstelling dreigt te overschaduwen

is het tijd voor herbezinning. Kees Groeneveld, initiator achter RTA, blikt

terug op 12 jaar knokken voor de goede zaak.

– een organisatie op poten te zetten die bedrijven kon ondersteunen bij hun

verplichtingen met betrekking tot het aanbieden van afgedankte apparatuur.

Dat bleek het geval te zijn. In 2004 hadden we onze ministeriële erkenning

binnen.”

Geregeld dus!

“Nou, bijna niet. Op het moment dat de handtekeningen gezet moesten worden,

zat ik namelijk lekker in de zon op een camping in Griekenland. Ik heb daar toen

vliegensvlug een fax (jawel, een fax…) moeten regelen en kon zo net op tijd alle

benodigde documenten ondertekend verzenden. En ja, toen was het inderdaad

geregeld.”

En toen waren we 12 jaar verder. Hoe kijk je terug op al die jaren?

“Wat betreft de interne processen is het voortdurend zaak geweest om de

vinger aan de pols houden en te proberen alles in goede banen te leiden.

Soms was dat een hele opgave, zoals een aantal jaren geleden, toen we het

te stellen hadden met een brij aan overlegorganen. Dat hebben we weten

te stroomlijnen en terug kunnen brengen naar één entiteit. Optimaal is het

nog niet helemaal, maar het is in elk geval werkbaar. Maar ja, wat betreft de

uiteindelijke milieudoelstelling, dat blijft een worsteling. Europa zegt inmiddels

dat 65% van wat jaarlijks de markt in gaat in datzelfde jaar terug moet komen

via de producent. Onhaalbaar. De uitstroom van afgedankte apparatuur is in de

professionele sector nauwelijks in beeld te krijgen. Denk alleen maar aan alles

wat doorverkocht of refurbished wordt of door de klant, die eigenaar is, zelf op

de een of andere wijze wordt gerecycled. Probeer dat maar eens te traceren.”

Tijd voor een onderzoek misschien?

“Staat op de planning, dr. Jaco Huisman gaat dat doen. Ter voorbereiding

hebben we met hem en een aantal RTA-deelnemers een workshop gedaan.

Het was voor hem een eyeopener om te zien hoe het allemaal uitwerkt

bij bedrijven. Er zijn zoveel details waaraan moet worden voldaan, zoveel

bureaucratie, dat het op een bepaald moment meer kost dan opbrengt wat

betreft de maatschappelijke waarde voor het milieu. Ik bedoel, wat is nou

belangrijker: de inzameldoelstelling of de milieudoelstelling? De onderzoeksre-

sultaten zullen we straks als input aanbieden aan de overheid en de politiek om

zich te herbezinnen over de haalbaarheid van de wet en over aanpassingen die

zinvol zouden kunnen zijn.”

Dus…?

“Dus als ik terugkijk op 12 jaar Stichting RTA moet ik zeggen dat we zeker

onze frustratiemomenten hebben gekend, maar ook dat we onze ‘lean &

mean’ filosofie overeind hebben kunnen houden. Ook zijn we tot de conclusie

gekomen dat er nog een hoop werk te verzetten valt. Idealiter zouden we

onszelf uiteindelijk overbodig moeten maken, maar in het belang van onze

leden blijven we voorlopig nog even de luis in de pels van de bureaucraten.”

RTA en de bureaucratie zijn dus voorlopig niet van je af?

“Ik ga er samen met het RTA-team nog een paar jaar hard tegenaan om het

onze leden zo gemakkelijk en efficiënt mogelijk te maken. Maar belangrijker

is het gegeven dat de overheid en alles en iedereen die betrokken is bij de

wetgeving over het afvoeren en recyclen van afgedankte elektrische en

elektronische apparatuur voorlopig nog niet van RTA af is. Voor menigeen in dit

veld is dat misschien soms lastig, voor onze leden is het een zegen, net als voor

het voor het milieu en de maatschappij!”

“Waar gaat het nou om? Om het inzamelen of om het milieu?”RTA houdt sinds de oprichting scherp in het oog wat de prioriteiten zijn.

Kees Groeneveld, voorzitter Stichting RTA

‘brij aan overlegorganen’‘herbezinning haalbaarheid’

8 9

Page 6: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

nuttige toepassing teruggewonnen materialen

81,1%

16,8%

1,1% 1%1%

■ Materiaal hergebruik ■ Energie terugwinning

■ Verbranden zonder energie terugwinning■ Storten

1.800

1.600

1.400

1.200

1.000

800

600

400

200

0

Hoe

veel

hede

n (to

n)

op de markt gebrachte elektr(on)ische apparatuur

2011

2013

201420

1220

1020

0920

15

2016

balans per 31 december 2016(in euro’s) 31-12-2016 31-12-2015

ACTIVA

Vlottende activa

Debiteuren 2.350 1.796

Belastingen en premies sociale verzekeringen 8.295 478

Overige vorderingen 13.945 17.330

24.590 19.604

Liquide middelen 1.001.029 987.351

TOTAAL 1.025.619 1.006.955

PASSIVA

Eigen vermogen

Bestemmingsreserve beheerskosten 206.750 332.450

Bestemmingsreserve afvalverwerking 756.494 590.919

963.244 923.369

Voorzieningen

Voorziening kosten WEEE register 0 46.400

0 46.400

Kortlopende schulden

Schulden aan handelsleveranciers 50.468 31.180

Overige schulden en overlopende passiva 11.907 6.006

Belastingen en premies sociale verzekeringen 0 0

62.375 37.186

TOTAAL 1.025.619 1.006.955

staat van baten en lasten over 2016 (in euro’s) 2016 2016 begroting 2015

BATEN

Verwijderingsbijdragen 200.640 174.500 178.145

Aansluitingsbijdragen 16.250 17.000 17.250

Interestbaten 2.962 7.500 6.990

Inkoop op bestemmingsreserve afvalverwerking 33.495 0 1229

Totale baten 253.347 199.000 203.614

LASTEN

Algemene beheerskosten 167.266 179.500 165.704

Afvalverwerkingskosten boekjaar 46.206 59.000 50.605

Totale lasten 213.472 238.500 216.309

SALDO BATEN EN LASTEN VOOR RESULTAATBESTEMMING 39.875 -39.500 -12.695

Mutatie bestemmingsreserve afvalverwerking 165.575 -39.500 -12.695

Mutatie bestemmingsreserve beheerskosten -125.700 0 0

MUTATIE ALGEMENE RESERVE 0 0 0

Financiën

Reserves moeten omlaag De financiële realisatie over het jaar 2016 komt uit

op een positief resultaat van 6.350 euro, waar een

negatief resultaat van – 39.500 euro was begroot.

Oorzaken zijn het hogere bedrag aan binnengekomen

verwijderingsbijdragen en minderkosten zowel wat

betreft de kosten voor verwijdering als de bureau-,

bestuurs- en algemene kosten. Verder was er de vrijval

van het gereserveerde bedrag voor de kosten van het

WEEE-register over 2015.

In 2016 zijn extra, niet begrote, kosten gemaakt voor

de ontwikkeling van een nieuwe RTA-website.

De balans van Stichting RTA kent twee bestemmings-

reserves: de bestemmingsreserve afvalverwerking,

voor de verwerking van toekomstige afvalstromen,

en de algemene bestemmingsreserve, bedoeld om de

beheerskosten van Stichting RTA te dekken op het

moment dat de inkomsten van de stichting zouden

wegvallen. Elk jaar stelt het bestuur de bestem-

mingsreserves opnieuw vast.

Het bestuur heeft in 2016 besloten de algemene

bestemmingsreserve, beheerskosten, vast te

stellen op het niveau van het bedrag van

de begrote beheerskosten voor 2017, zijnde € 206.750,-. De jaarlijkse kosten voor het WEEE-

Register zijn onderdeel van de beheerskosten en

derhalve meegenomen in de berekening.

De komende jaren zal de bestemmingsreserve

afvalverwerking verder worden afgebouwd naar

een structureel lager niveau.

Dat die doelstelling in 2016 niet werd

gerealiseerd, zal in ogenschouw worden

genomen bij de vaststelling van de hoogte van

de verwijderingbijdrages in 2017/2018.

Albert Kramer,

Penningmeester Stichting RTA

11

160

140

120

100

80

60

40

20

0

Hoe

veel

hede

n (to

n)

180

160

140

120

100

80

60

40

20

0

Hoe

veel

hede

n (to

n)

2010

2012

2013

2011

2015

2009

2016

2014

Ingezamelde elekr(on)ische apparatuur

3

Albert Kramer

10

Page 7: RTA jaarbericht 2016 Het is het Milieu, Stupid! · van verwerkers, overheid en bedrijven die apparatuur in de markt brengen. Hoe functio-neert die samenwerking in de praktijk? “Het

POSTADRESPostbus 3663830 AK LEUSDEN

BEZOEKADRESLeusderend 123832 RC LEUSDEN

Telefoon (033) 465 75 07Fax (033) 461 66 38E-mail [email protected] www.stichtingrta.nl