Ropalip

5
ROPALIP “Ropalip truitjes zijn hip” verkondigde de kleefband die elke Ropalip doos twee keer in de breedte- en één keer in de lengterichting op welbepaalde plaatsen omwikkelde. Ongeveer vier maanden geleden had ik voor de eerste keer het oude herenhuis betreden waarin de de Ropalip Belgium Manufacturing Cy bvba gehuisvest was. Van hieruit bestuurde Lukas met veel energie en een totaal personeelsbestand van zowat 100 mensen zijn business imperium bestuurde. Nooit eerder had deze slagzin eerder in gefaald een glimlach op mijn lippen te brengen. Een drukke dag? “Ropalip truitjes zijn hip”: jong, fris, naïef, zonder koude drukte, niet verwant aan stress. Een tegenvaller? “Ropalip is hip”: morgen komt weer een dag! Een succes? “Ropalip, hip, hip, hip ...” Deze morgen hielp het echter niet: of ik de leuze domweg bekeek, dan wel stilletjes neuriede, ik kon niet glimlachen. Vandaag zou er over mijn lot beslist worden. Vandaag zouden de teerlingen, na drie maand proefrollen, eindelijk tot rust komen. Vandaag zou de balans opgemaakt worden van drie maand ja-knikken, gewennen, inwerken, aanpassen, absorberen, verwerken en zoveel meer afmattende abstractheden. Vermoeienissen waarop men naderhand met geringschattende betweterigheid pleegt terug te blikken. Maar hoe dan ook: vandaag zou ik voor de bedrijfsinquisitie verschijnen. Vandaag zou de som van al mijn goede en slechte eigenschappen en vaardigheden gemaakt worden en zouden ze tegen elkaar afgewogen worden op de weegschaal van efficiëntie en zakelijkheid. Deze wetenschap was het die mij met spanning vulde, immers : welke criteria werden hier gehanteerd? Hoe de resultaten geïnterpreteerd? Het zou allemaal nog zo belangrijk niet zijn, moest niet de hardnekkige idee in mij leven dat, afgewogen tegen het ideaalbeeld van het hoofd van een verkoopsadministratie , mijn kwalificaties wel zeer licht doorwegen. Bovendien wilde ik om diverse redenen - 500.000 werklozen, dat stemt tot nadenken! - toch wel erg graag de hippe Ropalip-toer op gaan. De voormiddag kroop voorbij, gevuld met telefoontjes naar Jan die eigenlijk voor Piet en antwoorden aan Ann die voor Mie bestemd waren. Ook de namiddag was al ver gezet, toen plots mijn telefoon rinkelde. Nog voor ik de hoorn opnam wist ik het: deze keer is het zo ver, dit is Lukas ! Het was inderdaad onze General Manager, Lukas. Of ik even bij hem wou komen met het Multiwear-dossier vroeg hij. Mijn hand beefde lichtjes toen ik de hoorn neerlegde. Nu ging het dus gebeuren! Zenuwachtig als een tiener die naar zijn eerste afspraak gaat, liep ik naar Lukas' kantoor. Ik moest natuurlijk nog even terugkeren omdat ik het Multiwear-dossier vergeten was; maar toen ik onmiddellijk daarop de deur van het kantoor weer opende, was ik op alles voorbereid. "Zet je Fred." begroette Lukas mij afwezig. Zonder zich verder nog om mij te bekommeren ratelde hij vlug een opdracht op een roze formulier, stond vervolgens op en vroeg - zich mijn aanwezigheid herinnerend - terwijl hij gehaast langs mij heen naar de deur stapte: "Waar staan wij nu met die Multiwear affaire?" Het volgend ogenblik was hij spoorloos. Verdwenen. Verschwunden. Een tijd lang hoorde ik niets. Toen drong zijn bariton vanuit de keuken tot mij door. Hij was met Jan aan het praten

description

 

Transcript of Ropalip

Page 1: Ropalip

ROPALIP “Ropalip truitjes zijn hip” verkondigde de kleefband die elke Ropalip doos twee keer in de breedte- en één keer in de lengterichting op welbepaalde plaatsen omwikkelde. Ongeveer vier maanden geleden had ik voor de eerste keer het oude herenhuis betreden waarin de de Ropalip Belgium Manufacturing Cy bvba gehuisvest was. Van hieruit bestuurde Lukas met veel energie en een totaal personeelsbestand van zowat 100 mensen zijn business imperium bestuurde. Nooit eerder had deze slagzin eerder in gefaald een glimlach op mijn lippen te brengen. Een drukke dag? “Ropalip truitjes zijn hip”: jong, fris, naïef, zonder koude drukte, niet verwant aan stress. Een tegenvaller? “Ropalip is hip”: morgen komt weer een dag! Een succes? “Ropalip, hip, hip, hip ...” Deze morgen hielp het echter niet: of ik de leuze domweg bekeek, dan wel stilletjes neuriede, ik kon niet glimlachen. Vandaag zou er over mijn lot beslist worden. Vandaag zouden de teerlingen, na drie maand proefrollen, eindelijk tot rust komen. Vandaag zou de balans opgemaakt worden van drie maand ja-knikken, gewennen, inwerken, aanpassen, absorberen, verwerken en zoveel meer afmattende abstractheden. Vermoeienissen waarop men naderhand met geringschattende betweterigheid pleegt terug te blikken. Maar hoe dan ook: vandaag zou ik voor de bedrijfsinquisitie verschijnen. Vandaag zou de som van al mijn goede en slechte eigenschappen en vaardigheden gemaakt worden en zouden ze tegen elkaar afgewogen worden op de weegschaal van efficiëntie en zakelijkheid. Deze wetenschap was het die mij met spanning vulde, immers : welke criteria werden hier gehanteerd? Hoe de resultaten geïnterpreteerd? Het zou allemaal nog zo belangrijk niet zijn, moest niet de hardnekkige idee in mij leven dat, afgewogen tegen het ideaalbeeld van het hoofd van een verkoopsadministratie , mijn kwalificaties wel zeer licht doorwegen. Bovendien wilde ik om diverse redenen - 500.000 werklozen, dat stemt tot nadenken! - toch wel erg graag de hippe Ropalip-toer op gaan. De voormiddag kroop voorbij, gevuld met telefoontjes naar Jan die eigenlijk voor Piet en antwoorden aan Ann die voor Mie bestemd waren. Ook de namiddag was al ver gezet, toen plots mijn telefoon rinkelde. Nog voor ik de hoorn opnam wist ik het: deze keer is het zo ver, dit is Lukas ! Het was inderdaad onze General Manager, Lukas. Of ik even bij hem wou komen met het Multiwear-dossier vroeg hij. Mijn hand beefde lichtjes toen ik de hoorn neerlegde. Nu ging het dus gebeuren! Zenuwachtig als een tiener die naar zijn eerste afspraak gaat, liep ik naar Lukas' kantoor. Ik moest natuurlijk nog even terugkeren omdat ik het Multiwear-dossier vergeten was; maar toen ik onmiddellijk daarop de deur van het kantoor weer opende, was ik op alles voorbereid. "Zet je Fred." begroette Lukas mij afwezig. Zonder zich verder nog om mij te bekommeren ratelde hij vlug een opdracht op een roze formulier, stond vervolgens op en vroeg - zich mijn aanwezigheid herinnerend - terwijl hij gehaast langs mij heen naar de deur stapte: "Waar staan wij nu met die Multiwear affaire?" Het volgend ogenblik was hij spoorloos. Verdwenen. Verschwunden. Een tijd lang hoorde ik niets. Toen drong zijn bariton vanuit de keuken tot mij door. Hij was met Jan aan het praten

Page 2: Ropalip

realiseerde ik mij. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om het Multiwear dossier er nog even op na te slaan. "Ja, hoe zit het ermee?" klonk zijn stem plots onverwacht dicht achter mij. "Wel, het ziet er naar uit... '' begon ik aarzelend, maar verder kwam ik al niet. "ook koffie?" onderbrak hij mij. "Ja, graag" aanvaardde ik. Vervolgens wachtte ik tot hij telefonisch de koffie had aangevraagd en hervatte daarna: "Het ziet er dus naar uit..." "Een secondje!” beval hij, vormde een ander nummer en vroeg Piet of er al nieuws was over de Hong-Kong levering. Na enige minuten richtte hij zich opnieuw tot mij: " Er zit niet veel schot in zeker? Pas toch op met die zaak, zodat je in je onervarenheid geen verbintenissen aangaat die wij ons in geval van bestelling zuur zouden betreuren!" " Nou, ...” wierp ik tegen, maar net op dat ogenblik kwam Ann met de koffie binnen. "Stuur Marc eens naar hier!" riep hij haar na, en in dezelfde adem door tot mij: “Ja?” "Wel, Multiwear heeft gisteren gevraagd of wij nog wat aan onze prijs konden doen. Ik heb de heer Smets geantwoord..." “Piet!” riep hij - mij overstemmend - door de telefoon: "Breng mij eens dadelijk de kostprijzen voor de Multiwear shirts! ... Ja in mijn bureel!" "De kostprijs is 6,40 Euro las ik hem voor uit het dossier op mijn knieën en wij hebben aangeboden aan ... " " Wacht even, ik heb graag dat Piet hierbij aanwezig is," sneed hij mij het woord af . Even viel er een stilte. "Hoe zit het, geraak je een beetje door je werk?" probeerde hij die op te vullen, maar voor ik kon antwoorden, ging de telefoon. Tegen dat hij klaar was met zijn conversatie was ook Piet binnengekomen. "Ja, waar zaten wij?” vroeg Lukas eerder afwezig, terwijl hij nog gauw iets noteerde. "De kostprijs" herinnerde ik hem. "Ja, Piet hoe ligt die?” "6,40 Euro" antwoordde Piet. " En de verkoopprijs?" "7,80" zei ik. "Goed, laat ons dus... " Verder kwam hij niet, want net op dat moment kwam Marc binnen. "Ha, Marc, ik wilde je zeggen dat die Fulta rondbreimachine..." En terwijl ik even aan mijn koffie nipte en Piet aandachtig de muur tegenover hem bestudeerde, ontspon zich tussen Lukas en Marc een pracht van een technisch onderhoud, waar geen van ons beiden een Jota van begreep. "Goed, dat regel je dus eerst en vooral morgenvroeg!" besloot Lukas na enige tijd. "God, is het echt al zo laat?" gromde hij vervolgens, terwijl hij terug naar zijn bureel beerde, waarvan hij onder het gesprek met Marc was opgestaan. In één adem door en zonder ons ook maar aan te kijken, richtte hij zich opnieuw tot Piet en mij: "Ja, 't is goed, jullie mogen gaan!"

Page 3: Ropalip

"Is er misschien nog iets?" vroeg hij verwonderd toen hij zag dat ik geen aanstalten maakte om op te stappen. "Ja, houden wij onze prijs dan aan voor Multiwear?" vroeg ik. "'t Is nog waar ook," zuchtte hij. "Tja, veel kunnen wij er niet meer aan doen, hé. Ik zal er nog eens over nadenken." "Nog iets?" bromde hij ongeduldig, toen hij zag dat ik nog steeds bleef zitten. "Mijn contract" opperde ik zacht. "Ja, wat is er van?” vroeg hij geprikkeld terwijl hij zenuwachtig op zijn uurwerk keek. "Volgende week is mijn proeftijd voorbij." herinnerde ik hem. "Wel, dat is O.K., ik weet dat." "Dat betekent dus dat ik aangenomen ben?" drong ik aan. “Aangenomen? Ja, natuurlijk. Je moet vanzelfsprekend meer aandacht beginnen schenken aan het organiseren en delegeren van je werk, maar door de band genomen ben ik vrij tevreden over je prestaties." Hij besloot zijn zin met een veelzeggend “O.K.?” en verdiepte zich al in de papieren op zijn bureau. "Euh, ik heb wel nog iets te vragen." merkte ik op. "Ja, wat dan?" vroeg hij nors. " Wel, bij het opstellen van het proefcontract werd een aanvangswedde overeengekomen voor het geval ik na de proefperiode definitief aangeworven werd. Intussen was er een index aanpassing. Ik neem aan dat hiermee rekening zal gehouden worden?" "Staat dat in het contract?" " Neen.” "Wel, dan zal je krijgen wat overeengekomen werd." "Dat is niet ernstig, het betekent dat ik in feite geld verlies en het is bovendien niet wettelijk!" wierp ik tegen. "Wettelijk? Overeenkomst is overeenkomst. Ik vind het zelfs helemaal niet fair van je dat je op deze wijze een onrechtstreekse weddeverhoging probeert te bekomen" gromde hij verwijtend. "Het gaat hem hier niet over een weddeverhoging, Lukas, maar over een normale, wettelijke aanpassing!" "Neen!" Het mocht niet baten. Nog even ging ik door op het onderwerp, maar toen bleek dat dit toch geen zoden aan de dijk bracht, gaf ik het op en schakelde op een ander punt over: "Vorige maand ben ik vier dagen naar Parijs geweest. Twee dagen daarvan vielen in een weekend. Toch ontving ik op het einde van de maand slechts mijn gewone wedde. Moet ik weekendprestaties schriftelijk doorgeven of worden die in dit bedrijf in verlofdagen omgezet?" Ontzet greep Lukas met beide handen naar zijn hoofd en rees hij op vanachter zijn bureau. "Luister eens goed, hé, Fred. De textielbranche is een moeilijke nijverheidstak. Bij ons is het niet de gewoonte dat dergelijke hoogst uitzonderlijke extra-diensten betaald worden. Die maken gewoon deel uit van je job. Net zoals overuren 's avonds spreekt het vanzelf dat dit werk niet vergoed wordt: het vormt gewoon een deel van de taak waarvoor ik je heb aangeworven en waarvoor ik je maandwedde uitbetaal! Arbeiders betaal ik per uur, bedienden betaal ik voor de uitvoering van hun taak." "Dit staat dan wel niet in het contract!” sputterde ik verontwaardigd tegen.

Page 4: Ropalip

"Ik heb zeker nooit gezegd of geschreven dat zo'n dagen wél betaald worden!" verdedigde Lukas zich ontstemd. "Inderdaad niet. Da’s ook niet nodig: overuren en weekendwerk zijn wettelijk geregeld. Ik mocht het dus er als normaal aanvaarden dat ik voor de uren en dagen die ik extra werk ook extra betaald zou worden!" "Het is vanzelfsprekend dat gij in uw functie inspringt wanneer dit voor de zaak nodig is, Fred en even vanzelfsprekend is het dat ik daarvoor niet extra zal betalen. Daarvoor zijn de tijden veel te moeilijk! Bovendien zou dit een gevaarlijk precedent scheppen: wanneer ik u betaal, moet ik iedereen betalen en dat kan ik mij niet permiteren!" "Dat ware nochtans de normale gang van zaken!" "Neen, neen, neen! Geen sprake van! Maak mijn avond nu niet kapot door hier te blijven op doorbomen! Hebt ge nog iets anders op uw lever liggen?" Het was al lang geen vriendschappelijk gesprek meer. Hier was geen sprake van een overeen-komst tussen gelijkwaardige partijen. Honderd mensen stonden klaar om mijn job over te nemen, maar waar vond ik zo rap een nieuwe betrekking dicht bij huis? Toch was er inderdaad nog iets : "Bij mijn aanwerving werd mij verzekerd dat ik mijn echtgenote mee kon nemen bij deelname aan de beurs in Parijs. Verleden maand heeft u echter op niet mis te verstane wijze laten blijken dat dit in de toekomst niet meer zal gewenst zijn. Mag ik weten wat de reden is van deze plotse verandering?" "Kijk, Fred, het is nooit de gewoonte geweest dat het personeel hun echtgenoten mee brengen naar de beurs. Deze keer heb ik dit door de vingers gekeken, maar in het vervolg kan dat echt niet meer. Hoeveel dacht je niet dat dit het bedrijf kost?" "Nochtans heeft mijn vrouw die vier dagen van 's morgens tot 's avonds onbetaald gearbeid. Als zij er niet geweest was, had u pas voor dit werk een dure bediende moeten inschakelen." "Dat is naast de kwestie. Hoofdzaak is, dat het niet aangewezen is voor het goed functioneren van de groep wanneer sommige medewerkers hun vrouw beginnen mee te brengen!" "Nochtans heeft niemand last gehad van de aanwezigheid van mijn vrouw, wel in tegendeel! Bovendien beloofde u..." "Beloofde, beloofde... wanneer ga je toch eens beginnen begrijpen dat situaties kunnen veranderen? Ik kan dan wel gezegd hebben dat je vrouw mee mocht, - als het dat is dat je bedoelt -, maar ik zeg nu duidelijk: in de toekomst gaat dit niet meer!" "Dus u hebt wel het recht eenzijdig onze overeenkomst te wijzigen?" "Maar jongen toch, dat is iets dat gewoon eens ter sprake gekomen is. Dit maakt helemaal geen deel uit van onze overeenkomst! Waar staat die afspraak geschreven? Wees toch realist!" riep hij korzelig uit. "In deze tijden kan je je niet veroorloven de citroen tot het laatste dropje uit te persen!" "O.K., maar wie is hier eigenlijk de citroen, Lukas? " probeerde ik, nu ook opgewonden, de tegenaanval op gang te brengen: "indien ik dit vier maanden eerder geweten had, was ik hier nooit beginnen werken ! " "Fred, je moet de zaken nu niet omdraaien! Hier is nog nooit iemand te weinig betaald, wel integendeel: de situatie waarin wij ons nu bevinden is voor een groot gedeelte het gevolg van toegevingen aan onrechtmatige eisen zoals de jouwe! Té veel menselijkheid is niet in overeenstemming te brengen met de doelstellingen van een bedrijf !" "Waarmee je bedoelt winst maken?" "Wel, als je het zwart/wit wilt zien: wij zijn verplicht hiervan onze hoofdbekommernis te maken. Wat jouw positie betreft: ik ben tevreden over jou en denk er niet aan je te ontslaan. Als een of ander je niet bevalt, moet je zelf maar je conclusies trekken. Ik kan jouw

Page 5: Ropalip

problemen toch niet voor jou oplossen, dat moet je toch begrijpen! Sorry hoor, en zonder rancunes, maar laat me nu verder werken, wil je?" Toen ik even later thuis kwam, riep mijn vrouwtje me vanuit de keuken toe van zodra ze mij aan de deur hoorde: "En manneke, ben je aangenomen?" - en zonder mijn antwoord af te wachten: "kijk eens wat ik klaargemaakt heb om je benoeming te vieren!" Maar de taart knarste als zand tussen mijn tanden en de wijn leek wel verschaald. 's Avonds, dicht bij elkaar gezeten, vertelden wij over vroeger en hoe het bij mijn vorige werkgever geweest was. “Ik blijf daar niet!” zweerde ik. "Je vindt wel snel ander werk!" troostte mijn vrouwtje mij bij het slapen gaan. Nog uren echter lag ik te piekeren en toen ik eindelijk de ogen sloot, was het met de gedachte aan Nietzsche's ideaal : "Liever emigreren, in wilde en frisse wereldstreken, heer trachten te worden – en vooral heer over mijzelf -, net zolang van verblijfplaats wisselen als mij nog enig teken van slavernij toegrijnst; avontuur en oorlog niet uit de weg gaan en voor de ergste toevalligheden de dood in gereedschap houden : alles eerder dan deze onwaardige knechtschap, alles eerder dan dit zuur en giftig en oproerig worden! ... Foei, een prijs te hebben waarvoor men niet langer persoon blijft doch schroef wordt!" Wat de last dubbel zwaar om dragen maakte, was nog wel de zekerheid dat ik al te zeer geketend was aan de bedwelmende verslaving die uitgaat van de consumptiemaatschappij en die het geloof verstikt in een filosofie-die-lompen-draagt en die de vrijmoedigheid der eenvoudigen en de vrijwillige idyllische armoede, die mijn trots eigenlijk van mij eiste, tot een onmogelijke opgave maakte. Drie maanden later begon ik als hoofd van de verkoopadministratie bij een andere KMO, in een totaal andere branche. Ik werkte er in die functie zeven jaar.