Robinson en de Robinsonades

47
B Voorwoord Reizen en exotische eilanden spreken tot ieders verbeel- ding. Wie kent niet al van jongs af aan het verhaal van Robin- son 'Crusowé', die jaren op een onbewoond eiland vertoefde. Maar wie kent het hele boek, wie kent de geschiedenis die aan zijn schipbreuk vooraf ging? Wie kent de vele navolgingen, die er zijn geweest? Die vele Robinsonades en in hoeverre lijken zij op het origineel? In het kader van de colleges 'thema letterkunde III' hebben we geprobeerd dit eens uit te zoeken. Wij waren begenadigd met het origineel en zullen dan ook beginnen met het eerste deel van de Robinson-trilogie van Daniël Defoe te behandelen. Daarna zullen we twee zogenaamde Robinsonades, namelijk De Engelsche vrouwelijke Robinson en De Sweedsche Robinson, uit diezelfde tijd bespreken en met het origineel vergelijken. Ingmar en Frédérique, Amsterdam-(Zuid)Oost, mei 1994.

description

Notitie over Robinson Crusoe en twee Robinsonades in het kader van een Letterkunde-college aan de Vu in 1994

Transcript of Robinson en de Robinsonades

B

Voorwoord

Reizen en exotische eilanden spreken tot ieders verbeelding. Wie kent niet al van jongs af aan het verhaal van Robinson 'Crusowé', die jaren op een onbewoond eiland vertoefde. Maar wie kent het hele boek, wie kent de geschiedenis die aan zijn schipbreuk vooraf ging? Wie kent de vele navolgingen, die er zijn geweest? Die vele Robinsonades en in hoeverre lijken zij op het origineel?In het kader van de colleges 'thema letterkunde III' hebben we geprobeerd dit eens uit te zoeken. Wij waren begenadigd met het origineel en zullen dan ook beginnen met het eerste deel van de Robinson-trilogie van Daniël Defoe te behandelen. Daarna zullen we twee zogenaamde Robinsonades, namelijk De Engelsche vrouwelijke Robinson en De Sweedsche Robinson, uit diezelfde tijd bespreken en met het origineel vergelijken.

Ingmar en Frédérique,Amsterdam-(Zuid)Oost,mei 1994.

C

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Inhoudsopgave 3

H.1: Samenvatting 4

H.2: Het leven van Defoe 6

H.3: Algemeen 8§3.1 Verschijningsgeschiedenis 8§3.2 Stijl 9§3.3 Opbouw 9

H.4: Ideologieën 11§4.1 Religie 11§4.2 Beschaving 12§4.3 Sociale contacten 13

§4.3.1 Sociale klasse 13§4.3.2 Vrouwen 14§4.3.3 Slaven 14

§4.4 'Back to Nature' 15§4.5 Dignity of labour (waardigheid van arbeid) 15§4.6 'Homo economicus' 16§4.7 Filosofie 17

H.5 De Engelsche Vrouwelijke Robinson 19§5.1 Samenvatting 19§5.2 De rol van de travestie 23§5.3 De vergelijking met de Robinson 23

H.6 De Zweedse Robinson 25§6.1 Samenvatting 25§6.2 Algemeen 27§6.3 De vergelijking met de Robinson. 28

H.7 Conclusie 31

Literatuurlijst 32

Noten 33

D

H.1: Samenvatting

The Life and Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoe

De grootste wens van Robinson is varen, avonturen op zee om rijk te worden. Door het verlies van hun oudste zoon zijn zijn ouders er sterk op tegen. Ook omdat ze de reden, rijk worden, onzin vinden, omdat de 'middle class', waartoe zij behoren de beste klasse is in hun ogen waartoe je maar kunt behoren. Je hebt niet alle beslommeringen en problemen van de hoogste klasse en je hoeft ook niet te werken voor je eten, zoals de armste klasse. Robinson twijfelt tussen gehoor geven aan zijn wens of gehoorzamen aan zijn ouders. Op een dag, als hij in Hull is, besluit hij spontaan aan zijn wens gehoor te geven en gaat mee met een vriend op diens vaders boot naar Londen.Zodra ze op zee zijn, gaat het stormen. Voor de onervaren Robinson is het een zeer zware storm en hij denkt dat de boot zinkt. Pas later, bij de tweede storm, blijkt dat de eerste een storm van niets was. Bij deze tweede storm zinkt de boot wel, maar de opvarenden worden gered. De vader van de vriend van Robinson waarschuwt hem dat dit een teken van God is geweest en dat hij beter van het varen op zee af kan zien. Maar Robinson weet van geen ophouden en vertrekt naar Londen. Daar aangekomen ontmoet hij een vriendelijke kapitein, die hem meeneemt op reis naar Genua. De eerste reis verloopt voorspoedig en hij verdient veel. Maar tijdens de tweede reis worden ze gekaapt door Moren en Robinson wordt als slaaf meegenomen.Twee jaar lang werkt hij als slaaf voor een Moorse kapitein. Dan kan hij met de jongen Xury ontsnappen. Na een lange reis worden ze opgepikt door een Portugees schip, dat op weg is naar Brazilië. Daar aangekomen krijgt Robinson geld voor een aantal spullen die hij aan de kapitein verkoopt (waaronder Xury, die als hij Christen wordt over 10 jaar een vrij man is) Van dat geld koopt hij een stuk land om een suikerplantage op te beginnen. Na een aantal jaren hard werken, loopt die plantage een beetje en wil hij naar Genua gaan om slaven te halen die onder andere op zijn plantage kunnen werken. Op die expeditie naar Afrika lijdt hij schipbreuk vlakbij een onbekend eiland, ergens in de buurt van de noord-oost kust van Zuid-Amerika1. Crusoe is de enige overlevende, die de kust weet te bereiken. Om te beginnen heeft hij niets dan zijn mes, pijp en tabak. Maar door een primitief vlot te maken, kan hij allerlei goederen uit het gestrande schip halen, dat vlak voor de kust ligt, voordat het helemaal verdwijnt in de golven. Zo komt hij in het bezit van allerlei hulpmiddelen waardoor hij kan overleven, zoals vuurwapens en kruit. Hij houdt een dagboek bij met al zijn bezigheden en overpeinzingen en hij leest sinds hij malaria heeft gehad, elke dag zijn Bijbel en dankt God voor zijn verlossing.Crusoe leert zichzelf gaandeweg allerlei soorten handwerk, bouwt een huisje omringd door een palissade, maakt grove gebruiksvoorwerpen, jaagt om aan eten te komen en huiden voor kleren en leert gewassen voort te planten. Hij probeert een boot te maken, maar die blijkt te zwaar voor hem te zijn om in het water te krijgen. Langzamerhand worden zijn levensomstandigheden beter, zeker als zij een paar wilde geiten enigszins huiselijk heeft weten te maken. Ook temt hij een papegaai. Na 12 jaren van eenzaamheid ontdekt hij op een dag een menselijke voetafdruk in het zand. Maar, hoewel hij constant waakzaam is, duurt het nog eens 10 jaar voordat hij menselijke beenderen en vlees op het strand vindt, daar achtergelaten door kannibalen, die kort daarna terugkeren met enkele gevangen. Crusoe valt ze aan met zijn geweer en zwaard. De kannibalen

E

ontsnappen in hun kano's, terwijl ze één van hun gevangen achterlaten, zo ontmoet Crusoe `Man Friday', genoemd naar de dag dat hij gered werd. Crusoe bekeert de wilde tot het Christendom en leert hem genoeg Engels om met hem te kunnen communiceren. Friday vertelt Crusoe dat er 17 blanke gevangenen op zijn eigen eiland zijn. Crusoe besluit om hen te redden en bouwt met de hulp van Friday een zeewaardige boot. Maar voordat ze die te water kunnen laten, landt er weer een groep kannibalen, dit keer met 3 gevangenen. Crusoe en Friday vallen ze aan, doden de meeste wilden en redden 2 van de gevangenen. Één van de 2 gevangenen is de vader van Friday en een gelukkig weerzien vindt plaats. De andere is een blanke man, een oude Spanjaard. Crusoe zendt hem en Friday's vader weg om de andere blanke gevangenen te proberen te redden. Dan verschijnt er een Engels schip. Muiters zetten de kapitein en twee loyale bemanningsleden af op de kust en Crusoe en Friday helpen hen om het schip weer te heroveren. De muiters besluiten op het eiland te blijven en de anderen zeilen weg. Tijdens de reis huiswaarts, verneemt Crusoe dat het de oude Spanjaard en de vader van Friday gelukt is om de andere blanke gevangenen te bevrijden en belooft ze ooit te komen bezoeken.Eerst keert hij met Friday terug naar Engeland, alwaar hij ontdekt dat zijn beide ouders overleden zijn, maar hij verneemt ook dat hij een rijk man is nu, zijn plantages in Brazilië zijn nog intact. Hij trouwt en heeft een gezin. Echter als zijn vrouw sterft, gaat hij weer op reis met Friday, en hun avonturen (waarin onder andere Friday de dood vindt) worden in het vervolg vertelt: The Farther Adventures of Robinson Crusoe (1719). In het derde deel The Serious Reflections of Robinson Crusoe (1720) overdenkt Crusoe de afname van het Christelijk geloof en de toenemende verwereldlijking.

F

H.2: Het leven van Defoe

Daniël Defoe werd in 1659 geboren en was de zoon van de Puriteinse2 slager John Foe. Zijn vader wilde dat Daniël Presbyter3 werd en Defoe kreeg daar de opleiding naar en was dus zeker geschoold! Dit in tegenstelling tot wat in zijn tijd door tegenstanders van Defoe gezegd werd: "Hij is slecht geschoold, een krabbelaar en prulschrijver, feit en fictie kan hij niet onderscheiden. Hij neemt altijd tuig van de onderste richel tot helden/hoofdpersonen en schrijft hoofdzakelijk over het lage, om niet te zeggen criminele leven." Vanuit deze achtergrond lijken de romans niet meer dan een verzameling avonturen verhalen, vandaar ook waarschijnlijk dat bijvoorbeeld zijn boek Robinson Crusoe 'gedegradeerd' is tot kinderboek. Later konden critici meer door de sociale plaatsing heen prikken en vermoedden dat er meer in de romans zat dan alleen een spannend verhaal: bekritisering van de maatschappij uit die tijd. Samuel Taylor Coleridge (1772 - 1834), bijvoorbeeld, stelde dat het uitmuntende van Defoe was, dat hij het voor elkaar kon krijgen dat de lezer zijn speciale klasse, karakter en omstandigheid vergat en maakte dat hij zich een universeel man voelde.Hoewel Defoe dus werd opgeleid tot Presbyter, is hij dat nooit geworden. Na de academie kreeg hij allerlei baantjes, waarvan veel in de handel, hij wilde rijk worden, veel geld verdienen. Aan de hand van zijn commerciële ervaring begon hij met het schrijven van economische theorieën. Door zijn puriteinse opvoeding was hij zeer bekend met de bijbel en geloof. Maar geloof had voor Defoe een belangrijke mededinger, namelijk zoals hij het zelf noemde 'de grote aangelegenheid van zakendoen'. Geloof en zakendoen komen volgens Defoe op veel punten overeen: Individualisme in geloofszaken4 was de belangrijkste overtuiging van Puriteins geloof. Dit was hetzelfde soort individualisme dat nodig was om succesvol handel te drijven.Het is wat ver gezocht, denk we, om te zeggen dat Defoe zijn theorieën in Robinson Crusoe heeft verwerkt, maar ze hebben zeker een rol gespeeld, net zoals zijn kijk op het geloof duidelijk in het boek naar voren komt: tolerant en redelijk. Maar ondanks deze overeenkomsten van Defoe en Crusoe, heeft Defoe zich zeker niet geïdentificeerd met Crusoe, wel laat hij Robinson over zijn ideeën nadenken, bijvoorbeeld de algemene verwereldlijking en terugloop van het aantal gelovigen.Robinson Crusoe is een hele realistische roman, veel tijdgenoten van Defoe dachten dan ook dat de roman een waargebeurde vertelling was, gebaseerd op de ervaringen van Alexander Selkirk, een zeeman, die van 1704 tot 1710 alleen op de Juan Fernandez eilanden voor de kust van Chili heeft geleefd. Maar hoewel Defoe Selkirk vermoedelijk wel heeft gekend en ook zijn dagboek waarschijnlijk heeft gelezen, wordt over het algemeen toch aangenomen dat de roman puur fictie is! Er waren in die tijd wel meer verhalen bekend over zeelui die op een onbewoond eiland een aantal jaar hadden weten te overleven.Defoe was een produkt van de 18e eeuw: De Verlichting, die de godsdienst, politieke extremen en alles wat in de buurt van emotie of mystiek kwam, schuwde, ondersteund door de empirische wetenschap van Isaac Newton en de empirische filosofie van John Locke5. Zijn ideeën benadrukten de praktische, de concrete en de actuele kant van de tijd waarin Engeland haar economische nacht aan het uitbreiden was, zowel in als buiten Engeland. In 17196 was Daniël Defoe 60, hij kon terugkijken op een leven waarin hij tussen alle baantjes door nog tijd had gevonden voor het schrijven van honderden theoretische boeken en pam-fletten. Maar met de publikatie van Robinson Crusoe begon een nieuwe loopbaan, die van romancier, prozaïst. Voor zijn dood, in 1731, heeft hij nog zes fictieve romans geschreven.

G

H.3: Algemeen

§3.1 Verschijningsgeschiedenis

Op 23 april 1719 koopt William Taylor, een uitgever van religieuze werken en reisverhalen, de rechten van een boek van Defoe. Dit blijkt later een meesterzet te zijn geweest, want als op 25 april 1719 de eerste druk van The Life and Strange Surprising Adventures of ROBINSON CRUSOE ... verschijnt, slaat dit in als een bom. Het boek werd ongeveer drie weken later, op 12 mei al herdrukt en op 6 juni en 8 augustus verschenen respectievelijk de derde en de vierde druk.Over die eerste druk valt nog te vermelden dat er verschillende versies in omloop waren, doordat er, terwijl de pagina's al gedrukt werden, nog veranderingen zijn aangebracht. Zo waren er dus "verbeterde" en "niet-verbeterde" eerste-druk-exemplaren.Op 20 augustus 1719 verschijnt er een vervolg op The Life and..., genaamd: The Farther Adventures of ROBINSON CRUSOE... Dit boek was al beduidend minder populair als het eerste deel en is dan ook niet zo vaak herdrukt (tweede druk in 1720, derde druk in 1722).Op 6 augustus 1720 verschijnt het laatste deel van de Robinson-trilogie: Serious Reflections...of Robinson Crusoe. Dit boek flopt gigantisch en wordt in de achttiende eeuw nog maar een keer herdrukt. (Het precieze jaartal weten we niet precies, doordat er tegenstrijdige informatie wordt verstrekt in het stukje over die herdruk. Vermoedelijk is het boek in 1735 herdrukt.)Er bestaan dus drie boeken over Robinson Crusoe, waarvan alleen het eerste boek bij het grote volk bekend is. De andere twee boeken zijn helemaal naar de achtergrond geschoven en worden alleen nog maar door literatuuronderzoekers gelezen.De grote populariteit van het eerste deel had al snel tot gevolg dat er roofdrukken verschenen. Dit waren grotendeels "Hap-Snap-drukken", van inferieure kwaliteit. Maar er verschenen ook verscheidene "serieuze" en goed verzorgde drukken. Zo verscheen er in 1719 in Ierland, waar de Wet op auteursrechten niet gold, een uitgave die zeer goed verzorgd was.De beroemdste roofdruk is de zogenaamde 'Amsterdam Coffeehouse Piracie' van 1 augustus 1719. De uitgever van deze druk was Thomas Cox en de bewerking is waarschijnlijk van ene Gildon. Deze uitgave was een van de eerste vereenvoudigingen van het boek. Het was in feite een 'abridgement' van het originele boek. Alle morele en theologische overpeinzingen waren ge-schrapt en wat nog overbleef was grotendeels herschreven om meer te voldoen aan de toen gangbare avonturenroman. Maar het boek werd vooral veel gekocht omdat het maar twee shilling kostte. Dit was drie shilling goedkoper dan het origineel. Defoe en de uitgever van het origineel konden dit natuurlijk niet op zich laten zitten, zij schrijven in de tweede versie van de eerste druk van The Farther Adventures... (20 augustus 1719) een commentaar op de roofdruk van Cox. Er wordt ook een advertentie voor de vierde druk van The Life and... afgedrukt. In zijn commentaar vergelijkt Defoe het maken van een dergelijke herdruk met een 'overval op een postkoets en het openbreken van een huis. De overtreders zouden dan ook een zeer zware straf moeten krijgen. De uitgever dreigt in zijn commentaar met gerechtelijke stappen als de roofdruk niet uit de handel wordt genomen. Hij schrijft dat de roofdruk bestaat uit 'losse delen die aan elkaar zijn geplakt'. Hij heeft dit dreigement uitgevoerd en is naar de rechter gestapt, maar nadat Cox had gedreigd allerlei geheimen over Defoe en zijn uitgever openbaar te maken, heeft hij de klacht ingetrokken.De Amsterdam-Coffeehouse-piracie is de eerste verknipte versie van een lange reeks. In de negentiende eeuw verschijnen romantische hervertellingen van het verhaal en wordt het boek

H

gedegradeerd tot kinderboek. (De man die als eerste het boek een kinderboek noemt is Rousseau. Hij schrijft dat zijn Emile maar een boek in zijn kast zal hebben en dat dat 'de Robinson' zal zijn.)In 1985 is nog een ironische hervertelling van het boek verschenen, geschreven door de zuidafrikaanse schrijver Coetzee.

§3.2 Stijl

Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Robinson die jaren later de gebeurtenissen beschrijft (vertelt). Defoe heeft hiervoor een goede stijl gevonden. Het boek is geschreven in zeer lange zinnen met veel punt-komma's en komma's. Hierdoor ontstaat een 'verteld' verhaal. Ook de vele 'terzijdes' die worden ingevoegd geven dit aan. Robinson vertelt een gedeelte van zijn avontuur aan de hand van een dagboek dat hij heeft geschreven. Hiervan worden fragmenten letterlijk weergegeven en Robinson 'vertelt' dan erbij wat hij zich nog herinnert over die bepaalde dag of gebeurtenis.In de Amsterdam-Coffeehouse-piracie is de stijl aangepast. Het perspectief is veranderd en hiermee zijn ook de lange zinnen ingekort. Dit gebeurt later nog zeer veel in de herschrijvingen en er zijn nu nog editeuren die de lange zinnen inkorten. Wat verder ook opvalt is de heldere, droge observering en beschrijving van feiten en gebeurtenissen. Alles wat Robinson uit het schip haalt, wordt minitieus beschreven en als hij later de vader van Friday redt, staat er een lijst waarin precies staat wie hoeveel Wilden (Cariben) heeft gedood. Deze journalistieke stijl is niet zo vreemd, aangezien Defoe begonnen is als journalist en, wat misschien nog belangrijker is, het journalistieke genre in het begin van de achttiende eeuw zeer populair was. Rond 1710 verschijnen de eerste spectatoriale geschriften, The Spectator en The Tattler, waar Defoe in schreef. Deze tijdschriften waren zeer populair.

§3.3 Opbouw

Grof gezegd bestaat The Life and... uit drie delen:1. het leven van Robinson voor zijn stranding op het eiland 2. het leven van Robinson op het eiland3. de terugkeer naar de 'beschaafde' wereldHet mag duidelijk zijn dat de periode op het eiland, hij is hier 28 jaar, het grootste deel van de roman beslaat(meer dan driekwart).Het gedeelte voor de schipbreuk beslaat ook ongeveer 28 jaar, maar beslaat iets meer dan één achtste van de roman. De terugtocht en aankomst beslaat minder dan één achtste.(Ik vond het na 250 pagina's eigenlijk ook wel genoeg)Door deze verdeling komt het waarschijnlijk ook dat de meesten tegenwoordig alleen het verblijf op het eiland kennen.Een ander opvallend gegeven wat betreft de opbouw is dat het verhaal niet helemaal chronologisch is verteld. Dit komt doordat de activiteiten van Robinson op het eiland zeer veel tijd in beslag nemen. Een voorbeeldje: Robinson komt aan op het eiland en het eerste wat hij maakt is een tafel. De manier waarop hij die tafel maakt wordt beschreven. Daarna wordt beschreven dat hij iedere dag er op uit gaat om voedsel te zoeken. Daarna wordt beschreven hoe

I

hij het schip, dat inmiddels vlakbij de kust ligt, leeghaalt. Deze drie dingen vinden tegelijkertijd plaats, maar worden na elkaar verteld. Hierdoor ontstaat er een zeer onduidelijk tijdsverloop, want dit lineair vertellen wordt het hele verblijf op het eiland volgehouden. Maar ondanks deze onduidelijkheid in tijdsverloop, staat dit eerste deel van de Robinson-trilogie te boek als eerste roman met Kop-en-staart en een onvermijdelijk handelingen verloop. De handelingen vloeien uit elkaar voort en staan niet los van elkaar, zoals toen, begin achttiende eeuw, het geval was.

J

H.4: Ideologieën

§4.1 Religie

Robinson wordt door zijn beierse achtergrond christelijk opgevoed, maar vergeet die christelijke opvoeding zodra hij op zee tussen criminelen en profane zeelui zit. Deze ongelovige instelling is volgens hem ook de oorzaak van zijn schipbreuk op het eiland. God wilde hem straffen. Een andere reden waarom God hem gestraft heeft, ligt in het feit dat hij, door thuis weg te gaan en niet naar zijn vader te luisteren, het leven van zijn vader heeft verwoest.In de tijd dat hij op zee vaart en de tijd dat hij gevangen is door de Moren, bidt hij wel tot God, maar dat is geen echt bidden, geeft hij zelf toe. Dat is zoiets als "God sta me bij". Dit is bijvoorbeeld het geval bij zijn eerste schipbreuk in Yarmouth. Deze storm wordt door de vader van de vriend van Robinson beschouwt als een teken van God, dat Robinson nooit meer moet gaan varen. Uit het vervolg van het verhaal blijkt dat de storm een echt 'voorteken' is geweest.Tijdens de 'echte' schipbreuk bij het eiland bidt hij weer tot God, maar hij komt weer niet verder dan: "God sta me bij." Zodra hij veilig aan land is, is hij God weer helemaal vergeten.Als opeens vanuit het niets gerst begint te groeien bij zijn hut, denkt hij dat dat het werk van God is, maar hij vergeet God hiervoor te eren. Ook tijdens de aardbeving denkt hij even aan God, maar dat is ook niet erg constructief.Pas als hij ziek is geweest en een droom heeft gehad, waarin God aan hem verschijnt, beseft hij dat God alles regelt en stuurt. Hij beseft dan dat God hem helpt, vooral in tijden van nood. Hij refereert steeds aan twee passage uit de bijbel waar dit uit naar voren komt. Hij leest deze regels in één van de bijbels die hij uit het schip heeft gered:

"Call on me in the day of trouble and I will deliver and thou shalt glorify me" (Robinson Crusoe p108)."Seeing all these things have not brought thee to repentance, now thou shalt die" (Robinson Crusoe p103).

Hij leest deze regels op het moment dat hij heel erg ziek is en het niet meer ziet zitten.Maar dan komt het inzicht! Hij ziet in dat al het goede op het eiland hem geschonken is door God, en dat de eenzaamheid de straf is voor zijn goddeloos leven. Vanaf dit moment leidt hij een godsvruchtig leven, met een eigen vorm van het anglicaans-christelijke geloof. Hij gelooft vooral in de Voorzienigheid (Providence) van God.Hij heeft ook een heel eigen interpretatie van het kannibalisme van de Cariben. Eerst wil hij ze doden, omdat ze kannibalen zijn, maar dan bedenkt hij dat hij dan even zondig is als de kannibalen. Misschien is hij dan zelfs wel een grotere zondaar, want zij weten niet dat ze zondigen en zullen daar later ook door God voor gestraft worden. Hij, daarentegen, kent de Tien Geboden en weet dat hij niet mag doden. Hij laat de Wilden (dit zijn zijn eigen woorden) dan ook maar hun gangetje gaan.Als hij dan toch ingrijpt tijdens een kannibalistisch ritueel en Friday redt van de 'Etensdood', is dit alleen omdat hij een slaaf wil hebben. Niet omdat hij een mensenleven wil redden. Robinson is het, op dat moment, zat om alleen te zijn.Als hij Friday heeft gered en deze zijn slaaf is, bekeert hij hem tot het protestantisme. Hiertoe moet hij zijn geloof uitleggen aan Friday. Op dat moment denkt hij pas echt na over zijn geloof. Dit komt vooral doordat Friday zeer naïeve vragen stelt, waar Robinson bijna geen antwoord op kan geven. Friday wordt trouwens geloviger dan Robinson.

K

Wat dit betreft is Robinson Crusoe een soort bewustwordingsroman. De mensheid kan niet zonder geloof in Providence.

Dan nog een paar andere opmerkingen met betrekking tot religie.Als Robinson terugkeert in Engeland en besloten heeft dat hij terug wil naar Brazilië, bedenkt hij dat ze daar katholiek zijn en dat hij zich zou moeten laten dopen. Hij vindt het katholieke geloof echter niet het ideale geloof om mee te sterven en besluit dus maar niet naar Brazilië te gaan.

In The Life and... speelt datum- en getalsymboliek een grote rol (daar kan Mulisch in zijn De ontdekking van de hemel niet tegen op). We volstaan met enkele voorbeelden van beiden.

-Robinson is ± 28 (= 4 x 7) jaar ongelovig-Robinson zit 28 (= 4 x 7) jaar op het eiland-Robinson komt na 35 (= 5 x 7) jaar weer terug in Engeland-Robinson verkoopt Xury voor 60 muntstukken (= 2 x het aantal munten dat Judas kreeg)-Robinson krijgt 3 keer een 'teken' van God: het graan dat groeit, de aardbeving en de droom terwijl hij ziek is-God bewijst hem drie 'goede' diensten: het overleven van de schipbreuk, het schip dat dicht op de kust blijft liggen, het groeien van de gerst.-Hij krijgt drie 'slechte' tekens: de aardbeving, de ziekte, de nachtmerrie.-Op 19 december: vlucht uit wrak bij Yarmouth, vlucht uit Sallee, redding van het eiland.- Op 30 september: zijn verjaardag, vertrek van thuis, gevangen neming door de Moren, zijn landing op het eiland.

§4.2 Beschaving

Robinson Crusoe is een produkt van zijn tijd, de praktisch ingestelde 18e eeuwer. Hij doet er alles aan om de achtergelaten beschaving op het eiland weer op te bouwen. Hij wil comfort op zijn eiland en houdt daar rekening mee met wat hij van de boot meeneemt. En het eerste wat hij maakt is een tafel en een stoel, anders kan hij niet eten!! Uit de manier waarop hij zijn huis maakt, de kudde geiten temt, zodat hij niet elke keer meer hoeft te jagen en uit voorzorg voor als zijn kruit op is, blijkt dan ook zijn civilisatie.Niet alleen materieel gezien, maar ook uit zijn houding blijkt zijn beschaving, bijvoorbeeld dat hij nooit naakt loopt of zwemt. Naakt lopen is ook bescherming tegen de zon, maar naakt zwemmen is niet beschaafd:

L

"and tho'it is true that the weather was so violent hot that there was no need of cloaths, yet I could not go quite naked; no, tho'I had been inclined to it, which I was not, nor could not abide the thoughts of it, tho' I was all alone" (Robinson Crusoe, p144).

Robinson Crusoe is een boek dat de ideeën van een Westers man tentoonspreidt, ze worden niet afgezet tegen andere ideeën. Eventueel zou je kunnen zeggen dat de westerse ideeën afgezet worden tegen ideeën van "wilden", maar de westerse cultuur komt zowieso als winnaar uit de bus. Friday is dom, moet alles nog leren, maar zet Robinson Crusoe wel aan het denken, bij-voorbeeld over het geloof.Omdat Crusoe de belichaming was van de sociale en economische drijfveer van de vroege 18e eeuw, hield dit automatisch in dat de roman de qualiteiten mist om diepte en 'warmte' erin aan te brengen. De nadruk op het praktische en rationele laat weinig ruimte over voor een echte uitwerking, ontplooiing van het karakter. Crusoe verandert ondanks zijn angstige ervaringen moreel of psychisch nauwelijks. Je zou toch denken dat je na ±22 jaar alleen op een eiland een 'getemde wilde' toch enigszins als gelijke ziet, nee, Friday is slaaf!

§4.3 Sociale contacten

Onder dit kopje willen we drie opvattingen van Crusoe belichten. Deze opvattingen hebben betrekking op sociale klasse, slaven en vrouwen.

§4.3.1 Sociale klasseDe vader van Robinson was een uit Bremen afkomstige handelaar die in Engeland een

klein fortuin had gemaakt. Hij behoorde tot de zogenaamde 'middle class', de klasse van de kooplieden en middenstanders. Als Robinson zijn ouders duidelijk heeft gemaakt dat hij wil gaan varen, denkt zijn vader dat het Robinson te doen is om veel geld te verdienen. Hij vertelt zijn zoon dan over het bestaan als iemand uit de middenklasse. Volgens hem is de middenklasse de gezegende klasse, want de mensen uit de 'lower class' willen hogerop, zij leven alleen om meer geld te verdienen en zo in een hogere sociale klasse te komen, terwijl de mensen uit de 'upper class', zoals koningen en andere edelen, het liefst een klasse lager leefden, omdat ze dan niet zoveel problemen aan hun hoofd hadden. Kortom de 'middle claas' is de ideale klasse en Robinson vergooit dat allemaal door te gaan varen.In eerste instantie heeft de oude Crusoe gelijk. Robinson wordt gevangen en tot slaaf gemaakt, maar zodra hij ontsnapt en gered is en in Brazilië woont, verdient hij geld als water.Op het eiland probeert hij de rijkdom die hij in Brazilië had te evenaren. Dit lukt hem aardig, aangezien hij na verloop van tijd nergens gebrek meer aan heeft. Hij heeft zelfs een slaaf!Als hij na 35 jaar terug keert naar Engeland is hij steenrijk geworden, doordat zijn suikerplantage gewoon door heeft gedraaid. Hij bevindt zich dan ook weer in de 'middle class'.

M

§4.3.2 VrouwenIn Robinson Crusoe spelen vrouwen helemaal geen rol. Op het eiland zijn er natuurlijk

geen vrouwen (Coetzee laat in zijn hervertelling naast Friday ook nog een meisje op het eiland rond dartelen), maar Robinson mist ze ook niet. Er wordt nergens maar gesuggereerd dat hij naar een vrouw zou verlangen. Dit is een uitzondering in de traditie van de zwerfliteratuur. In de Odyssee mist Odysseus zijn vrouw en ook in latere literatuur speelt het missen van de andere sekse een grote rol. Waarschijnlijk is het de opvatting van Defoe dat vrouwen zwak zijn en seks een gevaarlijke irrationele factor in het leven is.Als Robinson terug is in Engeland, hij is dan al een jaar of zestig, trouwt hij toch nog met een vrouw. Hij krijgt dan zelfs nog drie kinderen (twee zonen en een dochter). Maar zodra zijn vrouw sterft, gaat hij toch weer varen en over de wereld zwerven. (Dit is in 1694. Zijn oudste kind is dan een jaar of acht, maar waar hij die kinderen laat, blijft volkomen duister.)

§4.3.3 SlavenRobinsons verhouding met de inlanders is typisch voor de 17e en 18e eeuw. Inlanders

zijn alleen goed als gezelschap of als werkkrachten.Als Robinson ontsnapt uit Sallee is hij in het gezelschap van twee Moren. De ene gooit hij overboord, omdat hij hem niet vertrouwt, aan de ander, die een soort onschuldige kleine jongen is, vraagt hij of hij met hem mee wil. Het komt Robinson zeer goed uit dat Xury, zo heet de jongen, hem gehoorzaam wil zijn. Hij is nu niet alleen en heeft iemand die hem kan helpen. Hij belooft Xury dat hij, als ze het overleven, een groot man van hem zal maken. Xury is hem onvoorwaardelijk trouw. "A good boy", zou Robinson zeggen.Maar zo gauw ze in de buurt van de Kaap Verdische Eilanden komen en opgepikt worden door een portugees schip, wordt de handelsman in Robinson weer wakker. Hij verkoopt alles wat hij heeft, hier verstaat hij Xury ook onder , aan de kapitein van het schip. Hij twijfelt heel even of hij de jongen die hem zo goed geholpen heeft wel kan verkopen, maar als de kapitein hem belooft dat hij Xury, als hij christen wordt, over tien jaar vrij zal laten, staat niets Robinson nog in de weg om de "60 pieces of eight" te accepteren. Later als Robinson op de suikerplantage in Brazilië werkt, heeft hij spijt als haren op zijn hoofd dat hij Xury verkocht heeft. Hij kon hem nu zo goed gebruiken. Hij vertrekt dan ook naar Afrika om voor alle plantagehouders goedkope werkkrachten te halen. De noodlottige reis onderneemt hij alleen maar voor het geldelijke gewin.Op zijn eiland mist Robinson in eerste instantie bijna niets, behalve af en toe wat gezelschap. Hij heeft een hond van het schip gered, waar hij dan maar tegen praat, maar dat beest geeft hem altijd gelijk. Later vangt hij een papegaai, Poll, die hij leert praten.Op een dag droomt hij dat hij een Carib redt van de 'etensdood'. In deze droom stelt de geredde inlander zich helemaal ondergeschikt aan zijn redder op. Hij wordt zijn "servant". Na deze droom concludeert Robinson dat de enige manier om van het eiland af te komen is, een 'Wilde' gevangen nemen, omdat zij weten hoe je zou moeten varen. Sindsdien is hij vastbesloten een "Savage" te vangen, kost wat kost.

§4.4 'Back to Nature'

Eerlijk gezegd twijfelen wij eraan of er sprake is van 'Terug naar de natuur', wat een aantal geleerden er wel in zien tegenwoordig. Er zijn wel enkele argumenten voor te geven:

N

Robinson gaat dan wel niet vrijwillig terug, zoals in de romantiek altijd gebeurde, maar hij is er wel gelukkig. Hij vraagt zich soms zelfs af of hij op het eiland niet gelukkiger is dan elders. Ook moet hij op het eiland roeien met de riemen die hij heeft en dat is allemaal 'natuur':

"For example, if I wanted a board, I had no other way but to cut down a tree, set it on an edge before me, and hew it flat on either side with my axe, till I had brought it to be thin as a plank, and then dubb it smooth with my adze" (Robinson Crusoe p.85).

Ondanks dat hij uit één boom maar één bord kan halen, laat deze passage goed zien dat Robinson gebruik maakt van de natuur.Daarnaast zijn er ook argumenten tegen te geven:Robinson cultiveert de natuur: Hij temt de geiten; zet een hek om de grond en hangt dode vogels op, zodat hij zijn graan en rijst tegen vogels kan beschermen; zaait en oogst zo dat hij genoeg heeft voor drie jaar. Hij past zich dus nauwelijks aan aan zijn 'wilde omgeving', hij probeert die juist zo te maken dat het zoveel mogelijk lijkt op de sociale en economische leefwereld die hij achter zich heeft gelaten. Denk maar aan de huisdieren.Het eiland is ook pas mooi als het zijn nut heeft bewezen, bijvoorbeeld de vallei met de druiven en citrusvruchten, en als hij het 'tegendeel' heeft meegemaakt, toen hij met zijn boot door de stroom afdreef de zee op:

"Thus we never see the true state of our condition till it is illustrated to us by its contraries, nor know how to value what we enjoy, but by the want of it" (Robinson Crusoe p149).

'Bach to nature' is volgens ons later in de roman gelezen. Het is een typisch kenmerk uit de Romantiek. In de tijd Verlichtingstijd van Defoe speelde de idealisering van de natuur nog helemaal niet.

§4.5 Dignity of labour (waardigheid van arbeid)

In zijn artikel "Robinson Crusoe as a myth" geeft Ian Watt drie ideologieën waardoor het boek zo populair is gebleven. Een daarvan is Dignity of labour.Het is waar dat Robinson in die 28 jaar dat hij op het eiland zit, niets anders doet dan werken. Hij gaat niet lekker in de zon zitten, doet geen spelletje Trick-track, schaak of patience. De enige afleiding die hij heeft is lezen in de bijbel. Eigenlijk beschrijft Defoe ook niet de Waardigheid van arbeid, maar de Afleiding van arbeid. Hiermee bedoelen we dat, in het boek, de arbeid ervoor zorgt dat Robinson niet krankzinnig wordt. Wij vinden dit overigens erg irreëel. Hoe kun je nu twintig jaar alleen leven, zonder gek te worden of de hand aan jezelf te slaan? Er zijn gevallen bekend van mensen die maar drie of vier jaar alleen op een eiland hebben gezeten en knettergek zijn geworden. Sommige waren zelfs hun spraak kwijt. Er is een verhaal over een engelse scheepsarts die maar veertien tot achttien maanden alleen op een eiland zat en toen al "ijlhoofdig" was. Of over een hollandse zeevaarder die op St. Helena zat en de doodskisten van zijn overleden makkers opgroef en daarmee de zee op voer.Een tweede reden waarom niet de 'waardigheid van arbeid' wordt beschreven, is dat Robinson helemaal geen arbeider is! Hij werkt 28 jaar, dat zijn de jaren dat hij op het eiland zit. De rest van zijn leven is hij een handelsman, die het liefst geld verdient door anderen voor hem te laten werken. In Brazilië had hij gauw genoeg van het werk op de plantage. Hij wilde slaven.Ook de andere personages in andere romans van Defoe zijn geen arbeiders. Dit zijn meestal figuren die in hun behoeften voorzien op wijzen die beter niet gevolgd kunnen worden.

O

In Robinson Crusoe worden zeer nauwkeurig heel veel handelingen beschreven, die in de 'nieuwe wereld' niet meer bekend waren bij de burgerij. Er was een zeer grote afstand tussen producent en consument. Bijvoorbeeld de manier waarop Robinson beschrijft hoe hij brood bakt. Hij is verbaasd dat er zoveel nodig is om één brood te bakken. De lezer van die tijd zullen diezelfde verbazing hebben gekend. Dit gegeven was de basis van één van de economische theorieën van Defoe was dat de afstand tussen producent en consument zo klein mogelijk moest zijn.Een andere theorie van Defoe ging over de waarde van"Regulated diligence combined with accurate planning and stocktaking" (Ian Watt p169)In de werkelijkheid kon Defoe zijn theorieën niet verwezenlijken, maar dit lukte wel in de fictieve werkelijkheid. Waarschijnlijk is 'Dignity of labour', net als 'Back to nature', een ideologie die later in de roman is gelezen en er niet bewust in is verwerkt. 'Dignity of labour is namelijk een typisch Victoriaans (± 1850) denkbeeld. Voor Defoe was 'Dignity of labour' absoluut geen realiteit!

§4.6 'Homo economicus'

Robinson is geen romantische avonturier die gaat varen op zoek naar avontuur, in tegendeel hij is een simpel en verstandig handelaar: hij wil rijk worden. Dit wordt nog extra benadrukt door Robinsons levendige belangstelling voor geld. Het geld dat hij met zijn eerste reis verdient, wordt helemaal uitgeteld, de munten, die hij op het gestrande schip vindt, neemt hij mee, ondanks dat hij er op het eiland niets aan zal hebben. Als Robinson in Brazilië aankomt en geld nodig heeft om daar een bestaan op te bouwen, verkoopt hij zelfs Xury, de jongen met wie hij van de Moren gevlucht is. Een handelaar in hart en nieren dus! Het duidelijkste voorbeeld is misschien wel als hij uiteindelijk terug is in Engeland en hoort dat hij een rijk man is, hij wordt dan bleek en voelt zich ziek: "In a word, I turned pale, and grew sick; and had not the old man run and fetched me a

cordial, I believe the sudden surprize of joy had overset nature, and I had dy'd upon the spot" (Robinson Crusoe p280).

Toch beseft hij tijdens zijn verblijf op het eiland wel dat het geld dat hij van de boot heeft meegenomen, op het eiland waardeloos is:

P

"In a word, the nature and experience of things dictated to me, upon just reflection, that all good things of this world are no farther good to us than they are for our use [...] Alas! there the nasty sorry useless stuff lay [=money]; I had no manner of business for it" (Ro-binson Crusoe p140).

Ook wat betreft het eiland is hij materialistisch ingesteld. Alles moet hij hebben, het hele eiland is van hem. Sommige economische theoretici hebben Robinson Crusoe aangevoerd als een perfect voorbeeld van 'economic man', omdat hij zijn eiland in de eerste plaats ziet als een bezit, dat ontwikkeld moet worden voor zijn eigen gebruik. In wezen vertegenwoordigt Robinson Crusoe precies de houding die Engeland uiteindelijk tot één van de rijkste landen van de wereld maakte en haar leidde in het vestigen van een overzees imperium, de houding van de slavenhandel en het gebruiken/misbruiken van vruchten van de koloniën.Robinson trouwt als hij terug komt in Engeland, pas nadat hij zeker is van zijn financiële positie. Zijn houding ten opzichte van het trouwen is verre van romantisch: hij trouwt noch in zijn voordeel, noch in zijn nadeel en niets meer.Over het algemeen zijn zijn relaties met mensen relaties uit economisch oogpunt; hij mist Xury in Brazilië als hij hem nodig heeft op zijn plantage. Friday wordt gered omdat Robinson Crusoe een slaaf nodig heeft.Beleid met een vooruitzicht van economisch voordeel is meer de reden van zijn ondernemingen dan de drang tot heroïsche daden.

§4.7 Filosofie

Dè Engelse filosoof van die tijd, begin achttiende eeuw, was John Locke, die het empirisme aanhing. John Locke (1632-1704) is de grote bestrijder van de Cartesiaanse kentheorie met haar leer van de 'aangeboren ideeën'. Hij beschrijft het menselijke individu als volstrekt 'blanco' beginnend en louter langs de weg van de zintuigelijke ervaring komend tot kennis. 'Sensations', veroorzaakt door impressies van objecten buiten de mens. Daarvan onderscheidt hij de 'reflection', die een mens in staat stelt zich bewust te worden van wat zich in zijn geest afspeelt (willen, twijfelen, geloven).Door staatkundige theoriën is Locke de grondlegger geworden van het Liberalisme. Zijn staatkundige uitgangspunt is: de vrije mens, die in volkomen gelijkheid en gelijkwaardigheid met zijn medemens verkeert.Locke wilde net als Descartes, het christelijk scheppingsgeloof reduceren tot een Deïsme: God heeft als schepper de wereld zo volmaakt ordelijk gemaakt, dat Hij er zich daarna niet meer mee hoeft te bemoeien. De wetenschap kan dus ook van die werkelijkheid studie maken, alsof er geen God bestaat.Wij stellen dat Defoe een 'volgeling' van Locke was. Robinson Crusoe leert door ervaring hoe hij dingen moet maken. De eerste keer dat hij een boot maakt, is deze te zwaar om in het water te krijgen, hij heeft dus maanden lang voor niets gewerkt. De tweede keer als hij samen met Friday een boot maakt, lukt het wel. Robinson heeft geleerd van de eerste keer. Ook het graan zaait en oogst hij op verschillende tijdstippen, zodat hij, als één oogst mislukt niet al zijn graankorrels in één keer kwijt zou zijn. Hij kan nu experimenteren wat de beste zaai- en oogsttijd is, hij kan dus door 'zintuigelijke ervaringen' wijs worden! Daarentegen hangt Robinson het idee aan dat God alles regelt en stuurt en dat Hij hem held ten tijde van nood. Dit druist regelrecht tegen de ideeën in van Locke, dat het christelijk

Q

scheppingsgeloof gereduceerd moet worden tot een Deïsme. Bovendien blijkt uit Robinson Crusoe een grote suprematie van Robinson over de negers uit Afrika en de indianen uit Amerika. Xury wordt als een slaaf verkocht en ook Friday blijft ondergeschikt aan Robinson Crusoe. Er was dus geen sprake van gelijkwaardigheid tussen Xury/Friday en Robinson Crusoe. De vraag is nu of Defoe dit bewust heeft gedaan als kritiek op de maatschappij, dus in navolging van Locke of dat hij dit uit gewoonte zo heeft beschreven en het dus op dit punt niet eens was met Locke?Het is dus naar ons idee moeilijk Robinson Crusoe te plaatsen. Was het allemaal ironie?: Robinsons gedachten en uitingen over geloof, de behandeling van bijvoorbeeld Friday en daarmee kritiek op de maatschappij of was het propaganda voor geloof en gewoon aanname van de slavernij, wat heel gewoon was in die tijd.

R

H.5 De Engelsche Vrouwelijke Robinson,Of de zeldzame gevallen van Charlotte;

§5.1 Samenvatting

Charlotte schrijft dit boek, zegt ze, om te voorkomen dat anderen zich in hetzelfde verderf storten als zij heeft gedaan.Ze komt uit een middelmatig burgerlijk geslacht en is in Londen geboren op dezelfde dag dat koning Jacobus het leven liet en de kroon van Groot Brittannië op de haren van Willem en Maria drukte7. De vader van Charlotte was een tapijtbehanger, een 'arbeidzaam en rechtvaardig man'. Moeder is dan ook de oorzaak van alle rampen, zeker van de ellende van Charlotte. Zij verachtte haar man, was erg mooi en rustte niet voordat ze een minnaar had. Vader leert Charlotte alles wat een burgerlijke dochter hoort te weten.Op een dag moet vader een eind buiten Londen behangen en zal zeker 14 dagen weg blijven. Broer gaat mee omdat hij het vak ook moet leren en Charlotte blijft dus met moeder alleen thuis. 's Middags wordt ze met een brief naar een koffiehuis gestuurd, een brief voor de heer L... Terwijl ze wacht op antwoord komen er een stel jonge heren binnen, die haar proberen te versieren. De onschuldige Charlotte raakt er danig door van slag. Ze is blij als de heer L. zijn antwoord klaar heeft en ze met een brief terug kan. Zij wordt die avond ongewoon vroeg naar bed gestuurd, maar ze besluit om wakker te blijven om te kijken wat er gebeurt! Charlotte ontdekt dat haar moeder haar vader ontrouw is, maar omdat Charlotte niets tegen haar vader over het gebeuren zegt, krijgt moeder vertrouwen in haar en verbergt ze niets meer voor haar. Zo raakt Charlotte er langzamerhand aan gewend en is haar moeder de oorzaak dat zij zich ook op de minnarij stort.Ook Milord is een minnaar van moeder. Charlotte moet in het geheim de geliefden elkaars brieven brengen, zo ontmoet ze de zoon van Milord, William, en wordt verliefd.Dan is op een nacht haar vader overleden in zijn slaap. Maar zodra de kist ter aarde is besteld is het verdriet van beiden over! Milord vraagt of ze met z'n allen op zijn buiten komen wonen.Broer is ondertussen door de verwaarlozing van zijn moeder op het slechte pad geraakt en is er op een nacht met al het goud en zilver vandoor gegaan. Moeder heeft er meer verdriet van dat al het goud en zilver weg is dan van de dood van vader.Op het buiten van Milord ontmoet Charlotte haar geliefde William weer en ze bekennen elkaar de liefde. Op een avond wordt ze door William verleidt verder te gaan dan eigenlijk mag buiten de echt. Net op het punt dat zij haar maagdelijkheid zal verliezen, slaat ze hem van zich af en begint bitter te schreien. Charlotte legt William uit dat ze zich pas aan hem wil geven als ze getrouwd zijn, zoals het hoort. Maar een burgermans dochter en een lord mogen van Milord niet met elkaar trouwen. Dus besluiten ze het morgen stiekem te doen. Helaas zijn ze afgeluisterd door Milord en moeder...De volgende morgen wordt William weggestuurd en Charlotte moet voor straf op haar kamer blijven.Charlotte wordt uitgehuwelijkt aan Geörg, een oude grijsaard die heel rijk is. Ze blijft weigeren, omdat ze William eeuwig trouw gezworen heeft en ze wil zich daaraan houden.Door de lakei Cornwall in vertrouwen te nemen, kan Charlotte op een nacht samen met hem naar Londen vluchten. Aldaar vertelt Cornwall, die verliefd is op Charlotte, dat William inmiddels al getrouwd is met een adellijke dame.

S

Dan wordt Cornwall ziek en ijlt haar naam, Charlotte merkt dan dat ze ook wel verliefd is op Cornwall. Als hij weer beter is en Charlotte is een keer in een dolle bui, verenigt hij zich met haar. Daar heeft Charlotte al snel spijt van, maar weet dat het een gevolg is van haar opvoeding dat zij nu 'schipbreuk heeft geleden in de armen van een lakei'.Cornwall wordt op een middag door vlootofficieren naar de oorlogsvloot gelokt. Hij gaat en laat Charlotte middels een brief weten dat William helemaal niet getrouwd is. Het was dus een list van hem [om haar het bed in te krijgen?]. Hij vertelt haar dat ze William elke avond in de schouwburg kan vinden.Charlotte trekt mannenkleren aan en gaat naar de schouwburg. Daar treft ze William aan in het gezelschap van een andere dame. Charlotte wordt door hevige 'minnenijd' gekweld en besluit zich te wreken. Ze schrijft William een brief waarin ze hem beschuldigd van zijn ontrouw. Weer in mannenkleding gehuld gaat ze naar de schouwburg en geeft William de brief. William schrijft meteen terug dat hij nog steeds veel van haar houdt en dat de juffrouw met wie zij hem gezien heeft, zijn bloedverwant is. Charlotte heeft nu helemaal spijt van haar praktijken met Cornwall en besluit zich in geen ander mannelijk gezelschap meer te begeven dan dat van William. Charlotte gaat de confrontatie met William aan, ze wil zich niet meteen in zijn armen storten en vraagt hem waarom hij haar niet gezocht heeft na haar vlucht.William vertelt aan Charlotte zijn kant van het verhaal wat er sinds hun laatste avond op het buiten gebeurd is. Hij is naar Londen gestuurd en had daar al gauw een brief gekregen van Charlottes moeder dat Charlotte eerdaags met die oude gek zou trouwen en dat hij en Charlotte zich dan naar alle lust konden overgeven aan de minnarij. William was heel boos geworden toen hij die brief gelezen had en had Charlotte vervloekt vanwege haar vermeende trouweloosheid. En hij had zich gestort in een gevaarlijke ziekte [de melancholie]. Dan komt op een dag zijn vader William vertellen dat Charlotte gevlucht is met de lakei Cornwall en dat dat voor de vader een bewijs is wat voor onkuis meisje zij was en dat Charlotte William alleen maar in een ongelukkig huwelijk had gestort. William denkt daar anders over en gaat vanaf die dag naarstig op zoek naar haar. Overal waar er maar een kans is haar te ontmoeten [bijvoorbeeld bij de schouwburg] is hij. Onbevlekt wachtend op haar liefde [ai!].William vraagt Charlotte of zij als cavalier verkleed met hem op reis mee wil. Daar stemt zij mee in. Voordat ze vertrekken, gaan zij eerst nog langs zijn vader en haar moeder, die in Londen zijn. Dan moet zij dus verkleed en wel langs Milord en moeder [het huwelijk wordt nog steeds niet goed gekeurd!]. Helaas is de woning in Londen klein en moeten ze met z'n tweeën in één bed slapen. Gevolg: voor de tweede keer in haar leven doet Charlotte iets wat voor de echt nog niet mag! De dag erna neemt William haar mee naar een herberg en vraagt haar ten huwelijk. Hij laat de kapelaan komen en had ook al gezorgd dat er een jurk voor haar in de herberg aanwezig zou zijn, zodat ze zich zo kan verkleden en de kapelaan verbindt hen in de echt.Na de trouwdag gaan Charlotte, weer in mannenkledij gehuld, en William afscheid nemen van iedereen en vertrekken naar Holland. William besluit in Den Haag te overwinteren. Daar raakt hij verstrikt in de netten van een andere vrouw en nadat Charlotte de hoop heeft opgegeven dat het nog goed komt besluit ze wraak te nemen door er zelf ook een minnaar op na te gaan houden: een Duitse graaf. In een lente nacht komt William dodelijk gewond thuis en sterft in Charlottes armen. Dan moet Milord in Engeland natuurlijk ingelicht worden. Niet alleen over de dood van zijn zoon, maar ook over zijn huwelijk met Charlotte. Zij ontvangt een brief van haar moeder dat ze naar Engeland moet komen en dat Milord daar beslist of hij haar als schoon-dochter zal accepteren. De Duitse graaf vraagt haar of hij met haar mee mag naar Engeland, uiteindelijk stemt ze daarin toe.

T

Tijdens de boottocht naar Engeland belanden ze in een storm die hen uit koers drijft, ze komen in Noord-Engeland uit en moeten het stuk naar Londen over land afleggen. In de herberg ontmoeten ze 4 deftig uitziende cavaliers die ook naar Londen moeten. Ze spreken af om gezamenlijk te reizen zodat ze beter beschermd zijn tegen rovers onderweg. 's Nachts in een diep donker bos blijken de 4 cavaliers zelf rovers te zijn en schieten de Duitse graaf van zijn paard. Als Charlotte dat ziet, valt zij bewusteloos van haar paard. Als ze weer bijkomt, ligt ze in een kostbaar bed. Haar kamermeisje Anna is ook nog bij haar, maar alle spullen zijn weg. Ze krijgen dure kleren aan en goed te eten.Het meisje dat hen verzorgt, vertelt hen dat ze bij een volk zijn terecht gekomen dat afstammeling is van de originele Britten. Toen er in Engeland ruzie was tussen de Britten en de Schotten hebben de Britten de hulp ingeroepen van de Saksen. Toen die in dit vruchtbare land kwamen, beviel het hen zo goed dat ze ook land gingen veroveren, zo ontstonden de Angelsak-sen. Een enkele Angel [Brit] verzette zich daartegen en trok zich terug in deze bossen. Daar bouwden ze een onderaardse stad, die uitgroeide tot de rijkdom waarin ze nu leefden. Iedereen die door de bossen komt, wordt vermoord, alleen de allerschoonsten mogen blijven leven. De koning van dit onderaardse volk wil ooit Engeland weer heroveren. Brittannicus, de vorst, vindt Charlotte zo mooi, dat hij op slag verliefd op haar wordt en met haar wil trouwen. Zij stemt toe vanwege zijn rijkdom. Al gauw ontdekt Charlotte dat er van het volk-verhaal niets waar is en dat ze zich maar tussen gauwdieven en struikrovers bevindt. Snel krijgt ze dan heimwee naar haar moeder en lijdt aan melancholie. Haar man, die haar oprecht bemint, stelt voor om op reis te gaan naar Frankrijk. Als alles in gereedheid gebracht is voor de reis, ontstaat er een opstand waarin Brittannicus vermoord wordt. Charlotte en Anna worden in een kamer opgesloten 'voor algemeen gebruik'. Charlotte beklaagt haar lot en ziet het als straf van God.Dan wordt ze op een nacht door haar broer gered. Hij wil met haar naar Frankrijk gaan, omdat hij bang is voor het Engelse gerecht en de wraak van zijn 'makkers'. Aangezien Charlotte lang twijfelt of ze wel mee gaat [ze was tenslotte nog steeds op weg naar haar moeder en Milord], blijven ze een tijdje in de zeehaven. Daar ontmoeten ze Karel, een Franse edelman uit Toulon. Die weet uiteindelijk Charlotte over te halen mee te gaan. Karel nodigt haar en haar broer uit op zijn landgoed nabij Toulon, wat ze accepteren. Onderweg vertelt haar broer zijn belevenissen sinds dat de nacht dat hij met het zilver en goud er vandoor ging. Hij heeft een bestaan geleid als struikrover, maar omdat hij het vertrouwen had van zowel de bendeleider Brittannicus als van de andere bendeleden kon hij haar redden. Hij weet dat Brittannicus een grote som geld overge-maakt heeft naar Frankrijk, dus Charlotte is rijk daar. Daarom en om haar schoonheid wil broer bij haar blijven, omdat ze dan kunnen leven boven hun burgerlijke stand [Ze kan vanwege haar schoonheid een goed huwelijk sluiten].Broer en Charlotte vertrekken met Karel naar Toulon. Karel is al hevig verliefd op Charlotte en vraagt haar keer op keer ten huwelijk. Maar zij stelt het steeds uit om zijn liefde te beproeven. Ook broer vindt al snel een lieftallig vrouwtje, maar zij trouwen wel snel. Als Charlotte eindelijk heeft toegestemd, krijgt Karel een brief van het hof in Parijs. Het blijkt dat hij door de koning is aangesteld tot luitenant op één van de oorlogsschepen die tegen Engeland en Holland moeten vechten. In de tijd dat hij weg is, bemerkt Charlotte dat dit de ware liefde is. Korte tijd later hoort ze dat Frankrijk verloren heeft en dat het schip van Karel door zijn eigen kruit de lucht in is gesprongen.Ze besluit om naar Engeland terug te keren en de rest van haar leven te wijden ter nagedachtenis aan Karel. Ze vertrekt met haar kamenier, Anna, en een lakei, maar onderweg wordt ze door hen bestolen. Ze heeft nauwelijks genoeg kleren om haar naaktheid te bedekken! Er is dan een

U

edelman die haar wil helpen, maar onderweg blijkt hij niet zo edel te zijn. In een groot bos in een heel oud verlaten herenhuis probeert hij Charlotte te verleiden, maar haar kuisheid triom-feert! De edelman laat haar alleen achter. Ondanks dat het avond wordt, gaat Charlotte weg uit het huis het bos in. Al gauw is het donker en verdwaalt ze. Als ze in een wolfskuil is gevallen, huilt bittere tranen om haar ellende en zit de rest van de nacht zich voor te bereiden op een gewisse dood als er een wolf in de kuil valt. De volgende dag tegen de middag komt er een oude boer die haar eruit haalt en meeneemt naar zijn eigen huis. Louise, de dochter van de boer, verzorgt Charlotte en Charlotte mag blijven totdat Milord en haar moeder haar dukaten hebben gestuurd om de reis voort te zetten. Zo maakt Charlotte kennis met het landleven. Na 6 weken komt Milord himself Charlotte ophalen bij de boer. Hij beloont de boer rijkelijk en Louise mag met Charlotte mee als haar dienstmaagd. In Engeland aangekomen, wonen ze weer op het buitenhuis. Daar vertelt Charlotte alles wat ze heeft meegemaakt, behalve haar huwelijk met William [??? volgens mij foutje in het boek, want dat had ze al verteld bij de dood van William]. Op een middag komt Milord thuis met Karel, die krijgsgevangene was en nu door Milord vrijgekocht is. Charlotte en Karel trouwen samen en krijgen 2 zoons en 1 dochter.De schrijfster constateert dan dat ze hier het boek af had kunnen sluiten , maar wil toch nog een voorval verhalen:Robert, een adellijke neef van Milord, is verliefd op de vondeling Elizabeth. Omdat haar afkomst niet bekend is, en ze dus vermoedelijk niet van adel is, mag Robert van zijn oudste broer, zijn voogd, niet met haar trouwen. Hij is daar wanhopig van. Door ingrijpen van Milord, die duidelijk geleerd heeft van het 'voorval' met Charlotte en William, komt het allemaal toch nog goed. Elizabeth blijkt uiteindelijk zelfs de verloren gewaande dochter te zijn van de hertogin.Iedereen leeft nog lang en gelukkig ondanks alle tegenslagen die ze gehad hebben, of misschien wel dankzij......

V

§5.2 De rol van de travestie

Er zijn in de literatuur, maar ook uit de werkelijkheid veel verhalen bekend van vrouwen die zich verkleden in mannenkleding om zo matroos of bijvoorbeeld soldaat te worden, denk maar aan Jeanne d'Arc of uit de latere Middeleeuwen is er de legende bekend van pausin Johan-na. Er waren verschillende redenen waarom vrouwen zich verkleedden: Of omdat ze wees ofzo waren en zelf in hun onderhoud moesten voorzien. Ze konden dan dienstmeid of naaister worden, maar in die beroepen zat niet echt perspectief en in het beroep van matroos of soldaat wel, als je niet ontdekt werd. Of omdat ze een ongelukkig huwelijk hadden, wat ze op deze manier wilden ontvluchtten. Of omdat hun man de lange reis naar Indië ging maken en de geliefden graag bij elkaar wilden blijven. Maar er zullen in de werkelijkheid ook vrouwen bij geweest zijn die zich gewoon man voelden en daaraan gehoor gaven.In vele literaire verhalen over travestie blijken de verklede vrouwen als man ware helden op het slagveld of op zee te zijn en maken ze snel carrière. Bijvoorbeeld in Dappere oorlogsdaden van de Kloekmoedige land- en zeeheldin8 is de 'hoofdrolspeler' een absolute held en maakt ze snel carrière.Ook in deze robinsonade komt travestie voor, maar niet op de toen in de literatuur gebruikelijke manier. Charlotte ondergaat geen sekseverandering, ze verkleedt zich alleen om niet herkend te worden en niet om zich man te voelen of een mannenberoep uit te oefenen. Als Charlotte naar de schouwburg gaat op zoek naar William, trekt ze mannenkleding aan, maar niet omdat de schouwburg zo'n mannengelegenheid was, waar vrouwen niet mochten komen, maar puur en alleen om door William niet meteen herkend te worden. Ze wil eerst de kat uit de boom kijken en zich niet meteen in zijn armen storten. Ze weet tenslotte niet wat hij in de tijd dat ze hem niet gezien heeft, allemaal heeft uitgevreten, ze wil kunnen controleren of hij haar wel trouw is gebleven. Haar achterdocht lijkt gegrond: William is in de schouwburg in gezelschap van een dame!Als Charlotte en William op reis gaan, is de verkleedpartij ook vermomming om te voorkomen dat Milord en moeder haar herkennen. Zodra ze in Rotterdam zijn aangekomen, verkleedt Charlotte zich weer en reist verder als vrouw.De verdere reizen alleen maakt ze in vrouwenkleding, waardoor ze juist extra gevaar loopt. Kijk maar naar de 'edelman' die haar in het donkere bos belaagt. Travestie heeft hier dus absoluut niet de rol van sekseverandering, in de zin van je willen voordoen als man. Het is een vermomming om niet herkend te willen worden als vrouw.

§5.3 De vergelijking met de Robinson

Is dit verhaal nu een Robinsonade, komt het overeen met het origineel? Of is het een robinsonade genoemd omdat dat beter verkocht, een marketingstunt dus. Wij denken van niet.Op het eerste gezicht lijkt er absoluut geen overeenkomst te zijn met Robinson Crusoe, geen zeereis met een schipbreuk, geen onbewoond eiland, geen mens die tracht met de middelen die hij heeft, te overleven. Maar je kan de reis en de schipbreuk van Robinson vergelijken met het levensverhaal van Charlotte. Charlotte ziet het leven als een reis, leven = varen. Haar doel is een net en kuis leven te leiden, zoals het hoort, maar, door het gedrag van haar moeder en haar opvoeding, lijdt ze schipbreuk, namelijk in de armen van de lakei Cornwall. Ze zegt dan ook letterlijk dat ze schipbreuk heeft geleden, ze verwijst dan dus naar de Robinson Crusoe. Het verhaal is een reis door Charlottes leven met alle tegenslagen die ze heeft meegemaakt.

W

Dit is niet de enige overeenkomst, die er in zit. Als we bijvoorbeeld naar de ideologiën kijken, die er in de Robinson verwerkt zaten, vinden we sommigen hier ook in terug.Door het hele boek komt religie niet voor, behalve als Charlotte in diepe ellende zit en met Anna opgesloten is in het rovershol 'voor algemeen gebruik'. Dan beklaagt Charlotte zich over haar lot en beseft ze dat het een straf van God is voor haar zondig en onkuis leven. Ook de sociale klasse speelt een rol, maar wat dan een opvallend verschil is met de Robinson, is dat Charlotte zich niet bij het verschil neerlegt. Robinson wil rijk worden, maar eindigt aan het eind van het verhaal toch weer in de 'middle class' als bevestiging dat dat de beste klasse is, waar je in kunt zitten. Charlotte propageert duidelijk dat de sociale klasse niet uit moet maken, als twee mensen van elkaar houden, moeten ze met elkaar kunnen trouwen, ook als de één van lagere afkomst is, of als de afkomst helemaal niet bekend is. Helemaal consequent is ze daar niet in, want zelf ziet ze zich 'hoger' dan het boerengezin van wie ze onderdak krijgt. In plaats van te helpen in het huishouden als dank voor hun hulp, moet Louise constant haar helpen en bedienen, dus dan is sociale status wel weer relevant. Misschien kan je dit vergelijken met de manier waarop Robinson Friday behandelt. In die tijd was dat normaal en werd daar eigenlijk niet over nagedacht. De laatste duidelijke overeenkomst is de 'homo economicus'. Zowel Charlotte als haar broer zijn ontzettend gebrand op geld en rijkdom. Haar broer wordt daar struikrover voor, Charlotte wil alleen maar trouwen als de rijkdom is gebleken, alleen daarom trouwt zij met de koning van de onderaardse stad, alias bendeleider. Verder spaart ze door het hele boek heel geld op, koopt er aandelen voor of zet het in Londen op de bank, ze is voortdurend bezig met een appeltje voor de dorst. Maar uiteindelijk trouwt ze met iemand uit de hogere sociale klasse puur omdat ze van hem houdt, oprecht dus!.Een duidelijk verschil met Robinson Crusoe is natuurlijk de vrouw. Vrouwen worden in dit boek natuurlijk niet negatief beschreven, omdat het verhaal door een vrouw wordt opgeschre-ven. Als het al door een man geschreven zou zijn, heeft hij zich erg goed in zijn vrouwenrol ingeleefd. Charlotte is een product van haar opvoeding, daarom doet ze van die 'onkuize' dingen. Charlotte zelf is niet slecht, de mannen met wie ze optrekt zijn slecht, kijk maar naar de zogenaamde edelman en naar de zogenaamde cavaliers en naar William, die haar niet trouw blijft. Charlotte is een beetje naïef. Waarom reist ze niet alleen in mannenkleren? Waarom vertrouwt ze iedereen blindelings? Maar de vrouw kan in haar onschuld daar niets aan doen.

De naam Robinson in de titel is dus zeker niet alleen een marketing stunt. Het is onzes inziens ook symbolisch bedoeld. Het verhaal is een les en zo zou je de Robinson ook kunnen zien: kijk naar wat mij overkomen is en leer daaruit.

X

H.6 De Zweedse RobinsonOf't wonderlijk leven van Gustav Landcron.

§6.1 Samenvatting

De hoofdpersoon van de roman is een zweed, Gustaaf Landkroon. Hij is geboren in 1638. Zijn vader was van adel en was officier in het zweedse leger. Zijn moeder was een adellijke weduwe. Het gezin woont tot 1650 in zweden. In dat jaar worden ze verbannen, omdat de hond van Gustaaf de secretaris van de Hollandse gezant heeft aangevallen. Ze vertrekken dan naar Dantzig. Hier wordt hij bespot door een groepje jongeren waar hij er één van dood. Van deze moord wordt hij vrij gesproken (zelfverdediging). Dan wordt zijn vader die op reis was naar Berlijn gedood. "O hoe groot een smart".Hij wordt verliefd op en koopmansdochter, die hem in een zeer precaire situatie (in bed bij een herbergiersdochter) brengt. Hij wordt gevangen genomen, maar zijn moeder haalt hem hier weer uit. Dan vertrekt hij naar Jena. Hij gaat via Berlijn en Wittenberg, waar hij met zijn maat in gevecht raakt met twee soldaten. Hij vertrekt met de post naar Liepzig. Onderweg zit hij bij een hoertje in de koets. Zij duwt hem haar kind in de armen en verdwijnt. De baby laten ze achter bij de eerstvolgende kerk.In Jena wordt hij verliefd op ene juffrouw W****, de dochter van een Hofraad. Hij belooft haar, dat hij, als hij klaar is met zijn studie, met haar zal trouwen. Zij eist hierop dat hun verloving geheim blijft en dat hij haar altijd trouw moet blijven. Verder moet hij voor ze trouwen ook nog en reis hebben gemaakt.Dat trouw zijn zal de rest van de roman een leidraad zijn. (Hij is trouwens meteen de dag na deze belofte ontrouw, doordat hij dronken is en verleid wordt door een werkster.) Hij vertrekt dan naar Naumburg, waar hij in een bordeel terecht komt en beroofd wordt. Dan wordt hij uitgedaagd door een officier. Landkroon schiet de goede man vóór het duel al een kogel van achteren door het hoofd. Hij vertrekt dan hals over kop uit Jena. In Erlang wordt hij gearresteerd, maar dit blijkt op een misverstand te berusten. In Neurenberg komt hij in contact met een Marquis, die hem onder zijn hoede neemt. Samen reizen ze verder. In Brixen verdwaalt Landkroon in de bergen en wordt hij gearresteerd door een stel Italianen die hem een moord in de schoenen willen schuiven. Na marteling bekent hij die moord, en wordt ter dood veroordeeld. Als zijn vermeende companen hem zien, zweren ze dat hij niet bij hen hoort. Hij wordt weer vrij gelaten.Als hij weer terug komt in Brixen, is de Marquis al onderweg naar Malta, maar hij heeft een bericht achtergelaten voor Landkroon, waarin hij zijn route beschrijft. Landkroon gaat er achter aan. In Verona komen ze elkaar weer tegen. In Modena wordt hij door een vrouw in manskleren ontvoerd en verleid. Hij weet te ontsnappen.In Florence wordt Landkroon doodziek. De Marquis en de herbergier denken dat hij dood is en leggen hem in een lijkkist in de kelder. Als de herbergier hem een spies door het hart wil steken, komt Landkroon weer bij. De Marquis en de herbergier wilden hem die spies door het hart steken, omdat ze hem, als protestant, niet konden begraven. Door hem nu een spies door het hart te steken en hem te besprenkelen met schapebloed, wilden ze doen voorkomen of hij vermoord was. Dan konden ze hem gewoon op straat achter laten. De herbergier en de Marquis denken dat ze een spook zien als Landkroon opstaat.

Y

Dan reizen ze door naar Malta. Hier aangekomen wil de Marquis meedoen aan een 'kruistocht' tegen de Turken. De eerste keer gaat goed, de tweede keer worden ze gevangen genomen door de Turken en als slaven verhandeld. Landkroon wordt gescheiden van de Marquis en gekocht door een zeer wreed man. Deze verkoopt hem dan weer verder aan een nog wreder man. Deze laatste probeert Landkroon te bekeren tot het Mahomethaanse geloof. Hij weigert dit en wordt zwaar gefolterd. Als hij probeert te vluchten met twee renegaten die weer opnieuw christenen zijn, worden ze gepakt. De renegaten wordt doodgemarteld. Aan Landkroon wordt gevraagd of hij nog altijd geen Mahomethaan wil worden. Nee dat wil hij niet. Dan komt zijn meester te overlijden, doordat hij van een muur afvalt, waar hij Landkroon vanaf had willen duwen. Onderaan die muur waren vlees haken bevestigd waar degene die van de muur af viel in zou blijven haken. Wat nu ook gebeurd. Landkroon wordt het bezit van een ander. Deze behandelt hem zeer goed. Na verloop van tijd wordt hij vrijgekocht door een monnik (een cisterciënser ?). Als hij het land verlaat neemt hij de dochter van zijn meester met zich mee. Zij wil zich bekeren. In Lissabon dreigt hij slachtoffer te worden van de Inquisitie. Hij neemt dan samen met de Turkse vrouw de vlucht .Deze vrouw wordt gedoopt en heet van dan af Catharina Christina. Landkroon wil niet met haar trouwen, omdat hij nog altijd trouw is aan juffrouw W****. Hierop trouwt de kapitein van het schip waar ze op varen met haar. Achter Kaap de Goede hoop wordt het schip overvallen door een storm. Na de storm komen ze in de buurt van een onbekend eiland. Ze gaan met een paar man het eiland verkennen (waaronder Catharina, de kapitein en Landkroon). Dan ontploft, terwijl de scheepsdominee naar het eiland roeit, het schip. De mensen op het eiland en de dominee zijn de enige overlevenden. Hierop volgt een afvalrace, twee worden door een slang gebeten, twee eten verkeerd voedsel en de kapitein, die Catharina ondertussen bezwangerd heeft, valt in een kloof en sterft aan een schedelbasis fractuur. Een paar dagen na de geboorte van het kind van wijlen de kapitein en Catharina, ze zijn dan met zijn vieren op het eiland (Catharina, de baby, de dominee en Landkroon) worden de dominee en de baby getroffen door de bliksem. De twee die nog over zijn gebleven weten zich dan nog een hele tijd te redden op het eiland. Landkroon wordt nog doodziek (scheurbuik) en wordt dan door Catharina gezoogd, aangezien ze toch nog melk over had. Na 11 jaar, 7 maanden en 8 dagen op het eiland te hebben gezeten worden ze gered door een portugees schip. Ze gaan naar de Kaap en vandaar door naar Nederland. Hier blijkt dat de moeder van Landkroon krankzinnig is geworden. Landkroon gaat dan op zoek naar Juffrouw W****. Als hij haar vindt verteld hij haar zijn levensverhaal. Zij is vereerd dat hij haar trouw is gebleven, maar gebiedt hem met Catharina te trouwen. Nadat de twee zich hebben verloofd geeft juffrouw W**** de geest. Zij trouwen en leven nog lang en gelukkig.

Z

§6.2 Algemeen

Net als bij de originele Robinson van Defoe heeft De zweedse Robinson een zeer uitgebreide titel waarin het verhaal al in grote lijnen wordt verteld. De volledige titel van De zweedse Robinson luidt:

"De zweedsen Robinson, Of't wonderlijk leven van Gustav Landcron, Waar in behalven zijne verscheide togten, door voor-naame gedeelten van Europa, vervat zijn veele verwonderenswaardige gevallen, als onder anderen zijne zwaare gevangenis te Algiers, en (bij) de 12 jarige verblijf met een bekeerde Turkin op een onbewoond eiland zijn zeldzame

1 . In tegenstelling tot de meeste andere reisverhalen uit die tijd wordt in de Robinson Crusoe de plaats van het eiland vrij nauwkeurig aangegeven:"This I understood to be no more then the sets of the tide, as going out or coming in; but I afterwards under-stood it was occasioned by the great draft and reflux of the mighty river Oroonooko; in the mouth or the gulph of which river,as I found afterwards our island lay; and this land which I perceived to the W. and N.W. was the great island Trinidad, on the north point of the mouth of the river" (Robinson Crusoe p217).Naipaul stelt in zijn boek Eldorado dat Robinson op Tobago schipbreuk lijdt, volgens ons kan dit niet, aangezien Trinidad ten zuiden van Tobago ligt.

2 . Een aanhanger van een protestantse richting in Engeland.

3 . Dominee van een streng hervormd kerkgenootschap

4 . de nadruk op zaligmaking als een persoonlijke aangelegenheid tussen elk mens en God

5 . zie §4.7

6 . het jaar waarin Robinson Crusoe verscheen

7 . Rond 1688 was Jacobus II in Engeland koning. Zijn dochter, Mary, was gehuwd met Willem III van Oranje. Maar deze Jacobus II was niet overleden, toen Mary en Willem hem opvolgden, maar gevlucht naar Frankrijk i.v.m. de godsdienst oorlog in Engeland. Jacobus II was Rooms Katholiek en Willem en Mary protestant, maar deze laatste twee pleiten voor godsdienst vrijheid.

8 . Dit is de nederlandse vertaling van een aan Daniël Defoe toegeschreven werk: A general history of the robberies and murders of the most notorious pyrates.

AA

huishouding en levenswijze op het zelven, en zijne gelukkige verlossing en wederkomst in Duitsland, raakende tegen alle verwachtinge en na het uitstaan van vele bijna onbedenkelijke ontmoetingen, in een zeer gelukkigen staat in de wereld.Volgens zijn eigen handschrift in't Hoogduits uitgegeven door G.F.V.M."

Deze titel staat in de vorm van een kop-en-schotel (trechter), zoals wel vaker gedaan werd in die tijd. Vermoedelijk zat hier een esthetisch ideaal achter.Verder blijkt uit de titel dat er sprake is van een vertaling. Het origineel is in het Hoogduits geschreven en de uitgave die ik heb gelezen was de eerste vertaling in het Nederlands (1733).Ik heb een duidelijke vertaalfout in het werk kunnen ontdekken. Ik weet niet meer op welke pagina dit is, maar als ze door Noord-Italië reizen, heeft hij het over "de Garda-zee". Ik denk dat hier het Garda-meer bedoeld is, aangezien het Duitse 'See' overeenkomt met het Nederlandse 'meer'.(Ik wilde dit opzoeken in het WNT, maar die zijn nog niet zover!)

In deze nederlandse uitgave van 1733 (en ook in die van 1771) staan een stuk of zes/zeven zeer mooie kopergravures, waarop scènes uit het boek zijn uitgebeeld. De gravures zijn als 'losse vellen' in de katernen gebonden, op de plaats van de episode die wordt uitgebeeld.

Ook heel opvallend is het register (Index) die de laatste pagina's van het boek beslaat. Hierin zijn alle episodes en personages die in het boek voor komen alfabetisch gerangschikt. Zo staat onder de I:

Ismael Alan snijdt 2 Renegaten de Ooren af en spijkert ze aan de stijlen van de deurenp. 235

Valt onverhoeds van de muur in een haak en blijft aan zijn buyk hangen en sterftp. 244

En onder de K staat:Kleding van Landkroon en Catharina op heteiland p.321

Onder de L staat bij Landkroon een samenvatting van alle avonturen van de hoofdfiguur. Dit is een samenvatting van drie pagina's.Door de Index probeert de uitgever (of de auteur) het boek een wetenschappelijke uitstraling te geven. Of misschien probeert hij, door de index te insinueren dat het een echte biografie is en dat de personages echt bestaan hebben. Dit blijkt ook al uit de Voorrede. Hierin verantwoordt de uitgever het boek. Hij zegt dat hij het handschrift in een of ander Saksisch kasteel heeft gevonden en het, na het verschijnen van De engelse Robinson en De saxische Robinson, ook maar uitgegeven heeft. G.F.V.M., de uitgever van het werk, heeft twee veranderingen in het manuscript aangebracht. Eerst heeft hij de fragmenten die in een andere taal waren geschreven vertaald. De auteur van het boek wist, als Zweed, niet altijd hoe hij iets in het Duits moest zeggen. Hij gebruikte dan Italiaanse, Latijnse of Franse zegswijzen. Deze heeft de uitgever bij uitgave in het Duits vertaald. Verder heeft hij, omdat het een 'waar gebeurd' verhaal is, de namen van de personages in de roman veranderd, omdat het anders te pijnlijk zou zijn voor de betrokkenen. De uitgever heeft in zijn voorwoord meteen al een voorschot op de kritiek op de roman genomen door aan te geven dat hij ook vindt dat de tijdsaanduiding in het boek erg zwak is. Maar, zegt hij er meteen bij, dit komt doordat de schrijver geen dagboek bij hield tijdens zijn

BB

avonturen. (Hij houdt op het eiland trouwens op de laatste pagina van zijn bijbel een dagtelling bij, waardoor hij precies weet welke dag wat gebeurde en hoe lang ze op het eiland hebben gezeten.) Hiermee geeft hij aan de roman een schijn van authenticiteit.

§6.3 De vergelijking met de Robinson.

Er zijn redelijk veel overeenkomsten tussen het werk van Defoe en dit boek. Bijvoorbeeld al de tijd waarin dit boek speelt (± 1640-1680). Een andere opvallende overeenkomst is de verhaallijn. In beide boeken wordt de hoofdpersoon gevangen genomen door Turken en probeert hij met nog twee slaven te ontsnappen. (In Robinson Crusoe (RC)lukt dit, in De zweedse Robinson (ZR) worden ze weer gevangen genomen.) Ook verblijven beide hoofdfiguren een lange tijd op een onbewoond eiland, waar ze alle twee een aardbeving meemaken, in een grot wonen en proberen te overleven. Ook zien beide hoofdfiguren hun avonturen als straf voor hun daden. De verschillende uitwerkingen van deze verhaallijnen zijn interessant. In RC. beslaat het hele boek ongeveer 300 pagina's, waarbij de hoofdmoot het verblijf op het eiland is. In ZR beslaat het hele boek ongeveer 410 pagina's, waarbij het verblijf op het eiland maar 34 pagina's beslaat. Dit houdt in dat het verdere leven van Landkroon (ZR) veel gedetailleerder is beschreven dan dat van Crusoe (RC). Zo wordt in ZR de jeugd van Landkroon uitgebreid beschreven, terwijl dit in RC absoluut niet het geval is. De slavernij is in ZR heel uitgebreid en expliciet beschreven. In RC wordt het eigenlijk alleen maar genoemd, terwijl in ZR alle afschuwelijke details van de martelingen beschreven worden.Wat de straf betreft, Landkroon ziet zijn avonturen als straf voor zijn verspillend leven in zijn jeugd. Dit denkt hij vooral als hij niets te eten heeft. Hij denkt dan terug aan de tijd dat hij het beste eten aan zijn hond gaf. Verder ziet hij het verblijf in Algiers als straf voor zijn trouweloosheid aan juffrouw W****. Het verblijf met Catharina op het eiland kan dan ook als een loutering worden opgevat. Hij is elf jaar met haar samen zonder haar aan te raken. Hij wil trouw blijven aan juffrouw W****.Een ander opvallend verschil is de rol van de vrouw. In RC speelt de vrouw hoegenaamd geen rol. In ZR draait het hele verhaal om de gunst van één vrouw. Landkroon heeft zeer veel seksuele avonturen die ook allemaal beschreven worden. Hij probeert deze slippertjes trouwens wel te voorkomen, aangezien hij trouw heeft beloofd aan juffrouw W****. Landkroon bevindt zich ook niet alleen op het onbewoond eiland. Hij komt aan met acht of negen anderen die allemaal op een na sterven (slangebeten, schedelbasisfractuur, blikseminslag.) Uiteindelijk is Landkroon alleen nog met een vrouw, Catharina, over.De beschrijving van het verblijf op het eiland is lang niet zo uitgebreid in ZR als in RC. In RC speelt het ontdekken van de capaciteiten van de mens een grote rol. Daarom wordt er zoveel ruimte besteed aan het beschrijven van de activiteiten van Robinson. In ZR worden de activiteiten die de eilandbewoners doen maar heel miniem beschreven. Bijvoorbeeld het cultiveren van "hazen" en de tijd die het kost om een heg te vlechten, krijgen heel weinig aandacht. Door deze opvallende verschillen en overeenkomsten rezen bij ons een paar vragen: Dacht de schrijver dat deze activiteiten ondertussen wel bekend waren bij de lezers? Of is dit boek te beschouwen als een literaire kritiek op de Robinson Crusoe, zoals die ook in de middeleeuwen werden geschreven? (Betrek hierin ook de rol die vrouwen spelen in het leven van Landkroon en de uitgebreide levensbeschrijving van Landkroon in vergelijking met RC).

CC

Of snapte de schrijver de bedoeling van Defoe niet en heeft hij daarom al beschrijvende en ideologische passages geschrapt?Waarschijnlijk is het een combinatie van alle drie de mogelijkheden. De schrijver ging er waarschijnlijk van uit dat zijn lezers al die andere Robinsons ook al gelezen had en hij in herhaling zou vallen als hij alle gebeurtenissen op het eiland uitgebreid zou beschrijven.Als er sprake is van literaire kritiek is deze vooral gericht op het 'saaie' van RC. Bijvoorbeeld het feit dat de liefde in RC absoluut geen rol speelt en de nadruk zo op de handelingen van één persoon ligt. Een ander punt van kritiek zou kunnen zijn dat ze RC te een-dimensioneel vinden. De lezer krijgt bijna niets te horen over RC zijn jeugd en zijn relaties met anderen. Had hij veel vrienden? Waarom waren zijn ouders naar Engeland gegaan? Had hij echt geen interesse in de andere sekse?En verder is de kans groot dat de auteur de 'boodschap' van Defoe niet begreep en het boek alleen als een spannend verhaal had gelezen. Misschien had hij het boek van Defoe wel helemaal niet gelezen en sprong hij gewoon, na het lezen van een paar navolgingen, ook op de 'Robinson-kar'.

Een andere overeenkomst is het emotieloos beschrijven. De gebeurtenissen in ZR zijn af en toe zeer verschrikkelijk, bijvoorbeeld de martelingen of het overlijden van de dominee en het zoontje van Catharina. Dit wordt allemaal erg 'droog' beschreven en roept bijna geen emotie op. Ik weet niet of dit komt, doordat wij het nu anders gewend zijn dan toen of dat het bewust zo droog beschreven is.

Een van de belangrijkste "ideologieën" in ZR is waarschijnlijk "Kuisheid en trouw".Landkroon zijn moeder verbiedt hem onverbiddelijk de omgang met vrouwen. Als hij toch het bed in duikt met de dochter van een herbergier (terwijl hij denkt dat hij bij een koopmans-dochter in bed ligt) neemt ze hem dat erg kwalijk. Hij is na dit voorval dan ook vastbesloten de raad van zijn moeder op te volgen en zich ver van vrouwen te houden. Als hij zich met juffrouw W**** verloofd verteld hij dit ook via een omweg aan zijn moeder.Vrouwen worden over het algemeen trouwens beschreven als wezens die een man alleen nodig hebben voor de seks. In het boek zijn de meeste vrouwen, op Catharina en juffrouw W**** na, beschreven als vrouwen die mannen alleen maar in het verderf willen storten en altijd 'zitten te soppen' (met dank aan Koot en Bie)Landkroon doet zich, als hij zich aan juffrouw W**** heeft verbonden, alle moeite om haar trouw te blijven. Hij is haar een jaar of 25 trouw, op een ongelukje na, ook al heeft zij aangegeven niet met hem te willen trouwen. Hij wil zelfs als hij terugkomt nog met haar trouwen. Zij vindt dan dat hij beter met Catharina kan trouwen, omdat ze al zoveel samen hebben beleefd.

Verder speelt het protestantse geloof, dat Landkroon belijdt, een grote rol. Hij probeert zoveel mogelijk 'Mahomethanen' te bekeren. Hij houdt, als hij in gevangenschap is, ook stug vast aan zijn geloof, ook al wordt hij zwaar gemarteld en wordt hem een beter leven als Mahomethaan voorgespiegeld. (Hij was trouwens eerder gemarteld, door Italianen en toen gaf hij erg snel toe, maar als het om het geloof gaat is hij erg standvastig.)Ik weet niet precies wat voor een geloof Landkroon aan hangt, maar het eerste wat hij doet als hij bevrijd is uit handen van de Turken en van het eiland is: "het avondmaal genieten." Dat had hij allebei de gevallen "zeer gemist". Maar voor hem is het protestantse geloof niet zalig

DD

makend. De katholieken kunnen er ook nog wel mee door. Hij gaat zelfs met een katholieke vloot op kruistocht.

EE

H.7 Conclusie

Concluderend willen we stellen dat de boeken slappe aftreksels zijn van de originele Robinson. Het is duidelijke triviale literatuur, die zich heel goed laat 'versoapen'.We zitten nog met één vraag: Waarom gaan bijna alle Robinsons naar Duitsland? (behalve de enige echte natuurlijk.)

FF

Literatuurlijst

Daniël Defoe: The life and adventures of Robinson Crusoe. Edited by A. Ross. Penguin group, London, 1985. (Penguin classics)

Daniël Defoe: Robinson Crusoe. 2e, photo offset reprint. Beccles and Colchester, London, 1974. 3 dln. (The Shakespeare Head [...] of Daniël Defoe.)

De Engelsche Vrouwelijke Robinson, door Charlotte. Amsterdam, 1761.

V.S. Naipaul: Het verlies van Eldorado. vert. door G. Lammers. 2e dr. Atlas, Amsterdam, Antwerpen, 1992.

De Sweedsche Robinson. vert. uit het Duits. Jacob ter Beek, Amsterdam, 1733.

Ian Watt: 'Robinson Crusoe as a myth'.In: Eighteenth century english literature. by Clifford. [z.p.], 1971. p.158-179.

GG

Noten