Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de...

10
Inleiding De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft recentelijk de editie 2018 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen gepubliceerd. De aangepaste richtlijnen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019, tenzij anders is aangegeven. In deze factsheet treft u een overzicht aan van de belangrijkste gewijzigde bepalingen. Wij gaan hierbij niet in op aanpassingen met betrekking tot bijzondere bedrijfstakken. Volledigheidshalve begint deze factsheet met een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in de richtlijnen die voor het eerst van toepassing zijn op boekjaar 2018. We sluiten de factsheet af met een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de Richtlijnen voor kleine rechtspersonen die tegelijkertijd met de Richtlijnen voor grote en middelgrote rechtspersonen zijn gepubliceerd. Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving © 2018 KPMG Accountants N.V.

Transcript of Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de...

Page 1: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

InleidingDe Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft recentelijk de editie 2018 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen gepubliceerd. De aangepaste richtlijnen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019, tenzij anders is aangegeven.

In deze factsheet treft u een overzicht aan van de belangrijkste gewijzigde bepalingen. Wij gaan hierbij niet in op aanpassingen met betrekking tot bijzondere bedrijfstakken. Volledigheidshalve begint deze factsheet met een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in de richtlijnen die voor het eerst van toepassing zijn op boekjaar 2018. We sluiten de factsheet af met een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de Richtlijnen voor kleine rechtspersonen die tegelijkertijd met de Richtlijnen voor grote en middelgrote rechtspersonen zijn gepubliceerd.

Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

© 2018 KPMG Accountants N.V.

Page 2: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

2 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Toelichtingen classificatie kapitaalbelangen

In aansluiting op internationale standaarden worden in Richtlijn 214.613a en Richtlijn 217.601 toelichtingen vereist door een rechtspersoon indien:

1. een kapitaalbelang van meer dan 20% niet als deelneming wordt gekwalificeerd en vice versa;

2. geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend bij een deelneming met ten minste 20% van de stemrechten en vice versa;

3.. een kapitaalbelang van meer dan 50% niet wordt geconsolideerd en vice versa;

4. een dochtermaatschappij niet wordt geconsolideerd.

Ten slotte is in Richtlijn 217.602 de verplichting opgenomen om in de geconsolideerde jaarrekening het belang van het aandeel van derden toe te lichten, indien dit noodzakelijk is voor het wettelijke vereiste inzicht. Dit is met name van belang waar het risicoprofiel, rendementsprofiel of liquiditeitsprofiel voor een activiteit waar derden in participeren belangrijk verschilt van de groep als geheel.

Gerealiseerde herwaarderingsreserve agrarische voorraden

Agrarische voorraden kunnen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Indien agrarische voorraden worden gewaardeerd tegen actuele waarde waarbij ongerealiseerde waardemutaties rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt is in Richtlijn 220.404 bepaald dat bij vervreemding van deze agrarische voorraad het gerealiseerde deel van de herwaarderingen in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt. De achtergrond van deze wijziging is dat wanneer een gerealiseerde waardemutatie direct ten gunste van de Overige reserves zou worden verwerkt dit bedrag nooit in de winst-en-verliesrekening zou worden verantwoord.Tevens bepaalt Richtlijn 220.404 dat het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve als een afzonderlijke post in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd moet worden.

Keuze om opbrengsten en gerelateerde kosten conform IFRS 15 te verwerken

De RJ heeft middels RJ-Uiting 2018-6 voorgesteld om de mogelijkheid om opbrengsten en gerelateerde kosten te mogen verwerken volgens IFRS 15 toe te voegen aan de Richtlijnen. Het moet dan gaan om een integrale en consistente toepassing van IFRS 15 in plaats van paragraaf 1

van Richtlijn 270 De winst-en-verliesrekening en/of paragraaf 1 tot en met 4 van Richtlijn 221 Onderhanden projecten. Naar verwachting zal de RJ de keuzemogelijkheid laten ingaan vanaf boekjaar 2018.

Financiële instrumenten

Richtlijn 290.510 verduidelijkt dat alle derivaten die deel uitmaken van de subcategorie ‘overige derivaten met een andere onderliggende waarde dan beursgenoteerde aandelen’ consistent moeten worden gewaardeerd tegen kostprijs of tegen reële waarde.

Tevens is de behandeling van alle samengestelde financiële instrumenten gelijk te stellen met de behandeling van contracten waarin een ‘besloten’ derivaat is begrepen (‘embedded derivative’) conform Richtlijn 290.827. In navolging van internationale standaarden dient een rechtspersoon, op grond van Richtlijn 290.813, een samengesteld financieel instrument te splitsen in een vreemdvermogens- en een eigenvermogensinstrument. Voorheen was een aanbeveling in de Richtlijnen hierover opgenomen. Daarnaast is in Richtlijn 272.305 verduidelijkt dat de belastinglatentie die is gekoppeld aan het eigen-vermogensinstrument direct ten laste komt van het eigenvermogenscomponent. Latere wijzigingen in de latente belastingverplichting worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening op de regel ‘belastingen’.

Financiële instrumenten: bijzondere waarde-verminderingen conform IFRS 9

De RJ heeft de gevolgen voor de Richtlijnen van de invoering van IFRS 9 Financial Instruments geanalyseerd. Uit de analyse is gebleken dat een aanpassing wenselijk is ten aanzien van bijzondere waardeverminderingen van financiële instrumenten. De RJ geeft naast het bestaande incurred credit loss model in Richtlijn 290 als alternatief de mogelijkheid om bijzondere waardeverminderingen te verantwoorden op basis van te verwachten kredietverliezen (‘expected credit loss model’) conform IFRS 9 voor de volgende categorieën financiële activa en financiële instrumenten:

- gekochte leningen en obligaties (geen onderdeel van de handelsportefeuille);

- verstrekte leningen en overige vorderingen; alsmede - contracten betreffende financiële garanties en

toezeggingen tot het verstrekken van leningen.

Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2018

Page 3: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

3 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Het betreft een partiële toepassing van IFRS 9 en mag door elke rechtspersoon vrijwillig worden toegepast. In de overgangsbepaling is beschreven dat de overgang overeenkomstig Richtlijn 140 Stelselwijzigingen dient te worden verwerkt, waarbij de vergelijkende cijfers niet aanpast hoeven te worden. Dit is nader uiteengezet in de overgangsbepaling in Richtlijn 290.1017.

Het kasstroomoverzicht

Ontvangen interest en ontvangen dividend moeten voortaan in het kasstroomoverzicht worden gepresenteerd onder de operationele kasstroom of de investeringskasstroom in lijn met de internationale standaarden.

Bestuursverslag

In de bijlage, zoals toegevoegd aan Richtlijn 400 Bestuurs-verslag, is een schematische weergave van de thans van toepassing zijnde wettelijke besluiten over de inhoud van het bestuursverslag opgenomen. Middels het stroomschema en de tabel wordt beoogd inzichtelijk te maken aan welke bepalingen een rechtspersoon moet voldoen op grond van de besluiten.

Verslag raad van commissarissen en belonings-verhoudingen

In Richtlijn 405 Verslag raad van commissarissen zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot belonings-verhoudingen, zoals vereist op grond van best practice bepaling 3.4.1. sub iv van de Corporate Governance Code. Het gaat hierbij om de beloning van de bestuurders ten opzichte van een representatieve referentiegroep van medewerkers. De RJ heeft relevante aandachtspunten gegeven voor het verschaffen van deze toelichting, zoals de samenstelling referentiegroep, mee te nemen beloningscomponenten en de peildatum of -periode.

Indien de rechtspersoon een beloningsverhouding opneemt, moet de toegepaste berekeningswijze en de keuzes worden toegelicht op grond van Richtlijn 405.108.

Verslag raad van commissarissen en best practice bepalingen van de Corporate Governance Code

Richtlijn 405 Verslag raad van commissarissen geeft een opsomming van de onderwerpen die in het verslag van de raad van commissarissen aan bod kunnen komen op grond van de best practice bepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code (Code). Het verslag is wettelijk niet verplicht maar maakt volgens de Code deel uit van de jaarstukken van de vennootschap. De RJ heeft bij sommige best practice bepalingen meer duiding gegeven op welke wijze mede invulling kan worden gegeven aan de betreffende bepaling.

Verwerking ‘te verwachten kredietverliezen’ in de enkelvoudige jaarrekening bij toepassing combinatie 3

Bij toepassing van combinatie 3 worden de te verwachten kredietverliezen (‘expected credit loss model’ - IFRS 9) inzake leningen en vorderingen op geconsolideerde deelnemingen geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening. In Richtlijn 100.107a is verduidelijkt op welke wijze de te verwachten kredietverliezen verwerkt worden in de enkelvoudige jaar-rekening. De eliminatie kan op de volgende twee methoden verwerkt worden:

- in de boekwaarde van de deelnemingen; of- in de boekwaarde van de leningen en vorderingen op de

geconsolideerde deelneming.

De laatste methode heeft als voordeel dat geen berekening van de ‘te verwachten kredietverliezen’ benodigd is, aangezien de te verwachten kredietverliezen per saldo buiten de verwerking in de enkelvoudige jaarrekening blijven.

Tot en met 2017 Vanaf 2018

Kasstroom uit operationele activiteiten

Kasstroom uit investerings-activiteiten

Kasstroom uit financierings-activiteiten

Kasstroom uit operationele activiteiten

Kasstroom uit investerings-activiteiten

Kasstroom uit financierings-activiteiten

Betaalde interest

Keuze Verplicht indien geactiveerd onder vaste activa

Keuze Keuze Verplicht indien geactiveerd onder vaste activa

Keuze

Ontvangen interest

Keuze Keuze Keuze Keuze

Ontvangen dividend

Keuze Keuze Keuze Keuze

Betaalde dividend

Keuze Aanbevolen Keuze Keuze Aanbevolen

Page 4: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

4 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2019Vergelijkende cijfers

In Richtlijn 110.127 en Richtlijn 240.237 is de verplichting om vergelijkende cijfers van het verloopoverzicht eigen vermogen op te nemen toegevoegd. De verplichting om een verloopoverzicht pensioenvoorziening van de vergelijkende cijfers op te nemen, zoals was opgenomen in Richtlijn 271.324, is komen te vervallen. Daarnaast wordt aanbevolen om de vergelijkende cijfers van verloopoverzichten op te nemen als dit belangrijk is voor het inzicht in de betreffende post.

Kosten groot onderhoud

De keuze om de kosten voor groot onderhoud van materiële vaste activa ineens in de winst-en-verliesrekening te verwerken is vervallen. Richtlijn 212.445 biedt de mogelijk-heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken:

a. in de boekwaarde van het actief; ofb. via een onderhoudsvoorziening.

De overgang van de vervallen methode naar een van de twee genoemde methoden dient overeenkomstig Richtlijn 140 Stelselwijzigingen retrospectief te worden toegepast. Echter indien methode a. wordt gekozen mag deze, in afwijking van de hoofdregel, prospectief worden toegepast. Dit is nader uiteengezet in de overgangsbepaling in Richtlijn 212.805.

Componentenbenadering materiële vaste activa

Bij het toepassen van de componentenbenadering bij materiële vaste activa is voortaan één mogelijkheid beschikbaar met betrekking tot het moment van starten van afschrijven van het component.

Momenteel bestaat in Richtlijn 212.448 de keuze om direct bij verwerking van het materieel vast actief te starten met de componentenbenadering of om pas te starten met de componentenbenadering bij de eerste keer groot onderhoud. De laatste methode is vervallen, omdat deze methode ertoe leidt dat een te hoog bedrag wordt geactiveerd en te lage afschrijvingskosten worden verantwoord, waardoor bij vervanging van het component een boekverlies ontstaat.

Componentenbenadering Componentenbenadering

Tot en met 2018 Vanaf 2019

Winst-en-verliesrekening

Onderhoudsvoorziening Onderhoudsvoorziening

Retrospectief

Retrospectief

Prospectiefof

Stelsel-wijziging

Page 5: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

5 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

De overgang van de vervallen methode naar de andere methode mag in afwijking van Richtlijn 140 Stelsel-wijzigingen prospectief verwerkt worden. Dit betekent dat deze methode moet worden toegepast op nieuwe materiële vaste activa vanaf 1 januari 2019.

Incidentele herwaardering materiële vaste activa

In de RJ bestond de mogelijkheid om materiële vaste activa incidenteel te herwaarderen. Als sprake was van een voor-genomen verkoop van buiten gebruik gestelde materiële vaste activa bepaalde Richtlijn 212.501 tot en met 504 dat het was toegestaan deze activa tegen hogere opbrengst-waarde te waarderen. Deze alinea’s zijn vervallen.

Herclassificatie van of naar vastgoedbeleggingen

In de Richtlijnen is verduidelijkt dat van een herclassificatie van of naar vastgoedbeleggingen alleen sprake is als er een daadwerkelijke wijziging van het gebruik van het actief is. Een veranderde intentie van de rechtspersoon is niet voldoende om het actief te herclassificeren.

Herwaarderingsreserve bij over-the-counter derivaten

In Richtlijn RJ 240.224b is nader verduidelijkt wanneer een wettelijke herwaarderingsreserve opgenomen dient te worden als een rechtspersoon gebruik maakt van op actuele waarde gewaardeerde over-the-counter (OTC) derivaten waarbij de waardeveranderingen direct in het resultaat worden opgenomen. OTC-derivaten zijn derivaten die niet verlopen via een centrale tegenpartij (bijvoorbeeld de beurs), maar die direct worden afgesloten tussen partijen (bijvoor-beeld een bank en een onderneming). Voorbeelden van OTC-derivaten zijn renteswaps, valutatermijncontracten en valutaswaps.

OTC-derivaten kunnen zelfstandig geen frequente markt-notering hebben. Echter, als de waardeveranderingen het gevolg zijn van goed waarneembare ontwikkelingen op liquide markten stelt de RJ dat OTC-derivaten die zo liquide zijn gelijk gesteld kunnen worden aan instrumenten met een frequente marktnotering.

Vanaf eerste verwerking materieel vast actief

Vanaf eerste verwerking materieel vast actief

Vanaf eerste keer groot onderhoud

Tot en met 2018 Vanaf 2019

Stelsel-wijziging

Retrospectief

Prospectiefof

ongewijzigd

Page 6: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

6 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Op basis van artikel 2:384 lid 7 BW mogen herwaarderingen van dergelijke afgeleide financiële instrumenten onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Als de reële waarde van een OTC-derivaat is gebaseerd op frequente marktnoteringen, dan hoeft geen wettelijke herwaarderings-reserve te worden gevormd. Als de reële waarde niet of niet uitsluitend is gebaseerd op frequente marktnoteringen, dan hangt het al dan niet moeten vormen van de herwaarderings-reserve af van het gebruik van het OTC-derivaat en van de situatie:

• Onderdeel van reële-waarde-afdekking en toepassing van hedge accounting: geen herwaarderingsreserve vormen indien en voor zover de positie per saldo effectief is ingedekt.

• Onderdeel van reële-waarde-afdekking en geen toepassing van hedge accounting (natuurlijke hedge): geen herwaarderingsreserve vormen indien waarde-veranderingen van positie en OTC-derivaat per saldo nihil of negatief zijn.

• Geen onderdeel van reële waarde hedge: een herwaarderingsreserve moet worden gevormd.

Schulden

Het is op grond van Richtlijn 254.306 toegestaan om een schuld als kortlopend te rubriceren indien na balansdatum maar voor het opmaken van de jaarrekening een vervroegde aflossing reeds heeft plaatsgevonden of een vervroegde aflossing reeds is overeengekomen. De rechtspersoon licht dan toe dat gebruik is gemaakt van deze optie.

Daarnaast is Richtlijn 254.408a toegevoegd. Deze alinea bepaalt dat de rechtspersoon een mutatie-overzicht van de langlopende schulden moet opnemen in de toelichting, met als doel om meer inzicht te geven in de ontwikkeling van de balanspositie van langlopende schulden.

Indien voorwaarden en bepalingen, bijvoorbeeld bank- convenanten, zijn gesteld aan langlopende schulden en deze in werking zijn getreden of dicht zijn benaderd dient de rechtspersoon volgens Richtlijn 254.408 dit toe te lichten en de belangrijkste voorwaarden en bepalingen te vermelden. Dit geldt ook als deze voorwaarden en bepalingen na balansdatum maar voor het moment van opmaken van de jaarrekening in werking is getreden of dicht is benaderd.

Indien: waardering tegen reële waarde, via resultaat

Effectieve afdekking van positie?

Waardewijzigingen (per saldo) ≤ 0?

OTCderivaten

Frequente marktnotering beschikbaar?

Valtaswaps

Herwaarderings-reserve vormen?

Deel van reële-waarde-afdekking

(hedge accounting)

Deel van reële-waarde-afdekking

(natuurlijke hedge)

Geen deel van reële-waarde-afdekking

Ja

Nee

Nee NeeJa Ja

3 3 38 8 8

Renteswaps Valutatermijn-contracten

...

Page 7: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

7 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Rentetoevoeging belastinglatenties bij waardering tegen contante waarde

In Richtlijn 272.405 en Richtlijn 272.506 is verduidelijkt dat mutaties als gevolg van rentetoevoegingen in belasting-latenties, hiervan is sprake als de belastinglatenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde, in het eigen vermogen dienen te worden verwerkt als deze rechtstreeks via het eigen vermogen zijn gevormd.

Belastinglatenties en fiscale faciliteiten

Er kan sprake zijn van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar andere (veelal nieuwe) activa of passiva. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij sloop- en herbouw van activa met dezelfde aard dan wel verkoop en aanschaf van activa met eenzelfde economische functie ingeval van een herinvesteringsreserve. Als het zeer waarschijnlijk is dat er geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, bepaalt Richtlijn 272.405 dat rekening wordt gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur.

Negatieve waardeveranderingen op financiële instrumenten gewaardeerd tegen fair value through OCI (combinatie 3 of 4)

Indien een rechtspersoon de geconsolideerde jaarrekening op basis van EU-IFRS opstelt en voor de enkelvoudige jaarrekening combinatie 3 of 4 toepast, verduidelijkt Richtlijn 240.227b op welke wijze negatieve waardeveranderingen op financiële instrumenten gewaardeerd tegen ‘fair value through OCI’ (IFRS 9) in de enkelvoudige jaarrekening moeten worden verwerkt. Indien sprake is van een schuld-instrument dient een negatieve herwaarderingsreserve

gevormd te worden. Als sprake is van een eigen-vermogen-instrument dient het direct in mindering gebracht te worden op de vrij uitkeerbare reserves.

Verwerking van leases volgens IFRS 16 Leases

De RJ biedt in Richtlijn 292.101 de mogelijkheid om leases te verwerken volgens IFRS 16 in plaats van de bepalingen in Richtlijn 292. Indien hiervoor wordt gekozen dient IFRS 16 integraal en consistent te worden toegepast. In de jaar-rekening wordt de toepassing van IFRS 16 vermeld.

Overwegingen ten aanzien van de verwerkingswijze van cryptocurrencies in de jaarrekening

In oktober 2018 heeft de RJ RJ-Uiting 2018-7 uitgegeven met overwegingen ten aanzien van de verwerking en toelichting van crytocurrencies, zoals Bitcoins, in de jaarrekening. De RJ concludeert dat dergelijke posten niet voldoen aan de definities van liquide middelen of financiële activa. Afhankelijk van de doelstelling waarmee ze worden aan- gehouden, kan sprake zijn van immateriële vaste activa, voorraden of andere beleggingen. Tenzij cryptocurrency wordt gebruikt voor de aan- en/of verkoop van de levering van goederen of diensten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening zal de cryptocurrency over het algemeen worden verwerkt als een andere belegging. Afhankelijk of er sprake is van een frequente marktnotering dient een herwaarderingsreserve gevormd te worden als crypto- currencies gewaardeerd worden tegen actuele waarde.

Page 8: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

8 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Ontwerp-RichtlijnenClassificatie eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening op basis van juridische vorm of economische realiteit

In de huidige richtlijnen is als stellige uitspraak opgenomen dat in de geconsolideerde jaarrekening de economische realiteit bepalend is voor de classificatie van een financieel instrument. In de enkelvoudige jaarrekening is daarentegen de juridische vorm bepalend voor de classificatie van een financieel instrument. De RJ is van mening dat de bepaling met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening mogelijk te strikt is voor ondernemingen die uitsluitend een enkel-voudige jaarrekening opstellen. In Ontwerp-Richtlijnen 240.207 en 240.208 wordt voorgesteld om in de enkel-voudige jaarrekening een keuze toe te staan voor de classificatie van een financieel instrument als eigen vermogen of als vreemd vermogen. Als de juridische vorm wordt gevolgd, dienen deze financiële instrumenten afzonderlijk binnen het eigen vermogen te worden gepresenteerd en de belangrijkste condities te worden vermeld.

Verwerking, waardering en toelichting van onzekere belastingposities

In Richtlijn 272 Belastingen naar de winst stelt de RJ aanpassingen voor in het kader van het verwerken, waarderen en toelichtingen van een onzekere belasting-positie. Door deze aanpassingen worden de Richtlijnen in lijn gebracht met IFRIC 23. De waardering van een onzekere belastingpositie dient in overeenstemming te zijn met de (voorgenomen) fiscale aangifte, tenzij de instemming van de fiscale autoriteit (voor een deel) niet waarschijnlijk wordt geacht. In dat geval dient de beste schatting van het afwijkende bedrag ten opzichte van de (voorgenomen) fiscale aangifte te worden opgenomen.

Saldering van latente belastingvorderingen en -verplichtingen

De RJ stelt voor om de voorwaarden voor saldering van latente belastingvorderingen en -verplichtingen in Richtlijn 272.607 te vereenvoudigen. Voor het salderen van deze belastinglatenties is een stellig voornemen tot simultane afwikkeling geen voorwaarde meer. Saldering van belasting-latenties is dan alleen nog afhankelijk van de volgende criteria:

- de rechtspersoon beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om deze latenties te verrekenen voor zover ze betrekking hebben op hetzelfde boekjaar; en

- de belastinglatenties worden door dezelfde belasting-autoriteit op dezelfde belastbare rechtspersoon of fiscale eenheid geheven.

Page 9: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

© 2018 KPMG Accountants N.V.

9 | Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft recentelijk de editie 2018 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen (RJk) gepubliceerd. Deze editie is van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019, tenzij anders is aangegeven. De belangrijkste (voorgestelde) gewijzigde bepalingen voortvloeiend uit de editie 2018 voor kleine rechtspersonen zijn:

- wijzigingen in B2.1 Materiële vaste activa inzake kosten groot onderhoud, de componentenbenadering materiële vaste activa en de incidentele herwaardering materiële vaste activa zoals beschreven in de paragraaf ‘Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2019’;

- Wijzigingen in B15 Belastingen naar de winst inzake belastinglatenties en fiscale faciliteiten zoals beschreven in de paragraaf ‘Belangrijke wijzigingen van toepassing vanaf 1 januari 2019’;

- Wijzigingen in B15 Belastingen naar de winst inzake verwerking, waardering en toelichting van onzekere belastingposities en saldering van latente belasting-vorderingen en -verplichtingen zoals beschreven in de paragraaf ‘Ontwerp-Richtlijnen’.

Wijzigingen in de RJk-bundel

Page 10: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving · heid om de kosten voor groot onderhoud op een van de volgende wijzen te werken: a. in de boekwaarde van het actief; of b. via een onderhoudsvoorziening.

KPMG Laan van Langerhuize 11186 DS AMSTELVEENT. +31 (0)20 656 78 90

Tanja van den Vlekkert - ZevenbergenT. +31 (0)10 453 43 72E. [email protected]

www.kpmg.nl

De in dit document vervatte informatie is van algemene aard en is niet toegespitst op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Wij streven ernaar juiste en tijdige informatie te verstrekken. Wij kunnen echter geen garantie geven dat dergelijke informatie op de datum waarop zij wordt ontvangen nog juist is of in de toekomst blijft. Daarom adviseren wij u op grond van deze informatie geen beslissingen te nemen behoudens op grond van advies van deskundigen na een grondig onderzoek van de desbetreffende situatie.

© 2018 KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

Bronvermelding

De informatie in deze factsheet is in belangrijke mate ontleend aan het Ten Geleide bij de edities 2017 en 2018 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

Nadere informatie

Uw KPMG-contactpersoon informeert u graag nader over de informatie zoals opgenomen in deze publicatie en de gevolgen daarvan voor uw onderneming.

Ten slotte