Richtlijnen Stage 2017 - BIBF · De taal waarin de stagiair het examen wenst af te leggen wordt...
Transcript of Richtlijnen Stage 2017 - BIBF · De taal waarin de stagiair het examen wenst af te leggen wordt...
2017
BIBF
13-10-2017
RICHTLIJNEN STAGE BIBF
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 1
1. Inleiding ................................................................................... 3
A. Wettelijke basis ......................................................................................... 3
B.Uitvoering ................................................................................................. 3
2. STAGE ...................................................................................... 4
A. Elektronisch stageverslag ........................................................................... 4
A. Wettelijke basis ......................................................................................... 4
B. Algemene informatie .................................................................................. 4
C. Wanneer het stageverslag invullen ? ............................................................ 4
D. Documenten die deel uitmaken van het stageverslag (art.17, 3°lidKB-stage) ... 4
E. Periode van inactiviteit ............................................................................... 5
F. Indienen van een nieuwe aanvraag om deel te nemen aan de schriftelijke proef
van het bekwaamheidsexamen ....................................................................... 5
G. Stagemeester ........................................................................................... 5
H. Mededeling aan de stagedienst ................................................................... 5
I. Taalkeuze ................................................................................................. 6
B. De verplichte seminaries en de permanente vorming ..................................... 7
A. Wettelijke basis ......................................................................................... 7
B. Uitvoering ................................................................................................ 8
C. Nieuwe stageperiode ................................................................................10
A. Wettelijke basis ........................................................................................10
B. Uitvoering ...............................................................................................10
3. PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN ......................................... 11
A. Schriftelijk examen - deelnamevoorwaarden ................................................11
A. Wettelijke basis ........................................................................................11
B. Uitvoering ...............................................................................................12
B. Schriftelijke proef - inschrijving ..................................................................14
A. Wettelijke basis ........................................................................................14
B. Uitvoering ...............................................................................................15
C. Schriftelijke proef – resultaat - bezwaar ......................................................17
A. Wettelijke basis ........................................................................................17
B.Uitvoering ................................................................................................18
D. Mondelinge proef – inschrijving - verloop ....................................................19
A.Wettelijke basis .........................................................................................19
B. Uitvoering ...............................................................................................21
E. Mondelinge proef – resultaat - bezwaar .......................................................23
A. Wettelijke basis ........................................................................................23
B. Uitvoering ...............................................................................................23
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 2
F. Tussentijdse evaluatie ...............................................................................24
A. Wettelijke basis ........................................................................................24
B. Uitvoering ...............................................................................................24
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 3
1. Inleiding
A. Wettelijke basis
1. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art 45/1, § 5/1. De Nationale Raad kan richtlijnen uitvaardigen in uitvoering
of ter verduidelijking van de wettelijke en/of reglementaire bepalingen
betreffende de plichtenleer, de stage, het praktisch bekwaamheidsexamen, het
beroep of het Beroepsinstituut. De richtlijnen hebben tot doel praktische regels
te bepalen.
Het Beroepsinstituut maakt aan de leden tijdig en op gepaste wijze alle
richtlijnen bekend en maakt deze openbaar op de website van het
Beroepsinstituut.
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015 BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 5.De praktische regels betreffende de inschrijvingsvoorwaarden, de
deelnamevoorwaarden en de bezwaarmogelijkheden alsook het consulteren van
de afgelegde schriftelijke proef van het praktisch bekwaamheidsexamen worden
door de Raad vastgelegd in een richtlijn.
B.Uitvoering
Op haar vergadering van 13 oktober 2017 heeft de Nationale Raad besloten om
de dan bestaande richtlijnen te actualiseren in functie van de meest recente
wetswijzigingen, alsook om alle richtlijnen onder te brengen in één enkel bundel.
Vanaf heden zijn dan ook enkel de in deze bundel opgenomen teksten de enige
geldige teksten.
In deze richtlijn werd rekening gehouden met het advies van 23 januari 2018 van de Hoge Raad voor Economische Beroepen.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 4
2. STAGE
A. Elektronisch stageverslag
A. Wettelijke basis
KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 APRIL 2015 TOT GOEDKEURING VAN HET
STAGEREGLEMENT VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN BOEKHOUDERS
Art.17,3°lid […] De stagiair maakt aan het beroepsinstituut binnen de gestelde
termijn de verslagen en informatie over die hem worden gevraagd en beantwoordt
de vragen die hem worden gesteld.
Art.18. De stagiair maakt samen met de stagemeester een stageverslag op
voorafgaand aan zijn aanvraag tot inschrijving op het praktisch
bekwaamheidsexamen. Het stageverslag geeft een overzicht van de
werkzaamheden die de stagiair heeft verricht of waaraan hij heeft deelgenomen
alsook een evaluatie van het verloop van de stage. De Raad bepaalt vorm en
inhoud van dit verslag.
Art. 22. De stagemeester neemt geregeld kennis van de stagewerkzaamheden van
zijn stagiair. Hij bespreekt deze samen met de stagiair.
Indien de stagiair aan zijn verplichtingen tekort komt zal de stagemeester dit tijdens
de stage dienen te melden aan de Kamer.
B. Algemene informatie
Het elektronisch stageverslag – stageverslag V2 - beschikbaar via het extranet van
de website van het BIBF: https://extranet.ipcf.be/NCSMenu.asp
Dit stageverslag bestaat uit een auto-evaluatie van de beroepskennis en –ervaring
door de stagiair en eenzelfde evaluatie(-s) door de stagemeester(-s). Beide
evaluaties zijn noodzakelijk en vormen samen het stageverslag.
C. Wanneer het stageverslag invullen ?
Wanneer de stagiair minstens één jaar stage heeft doorlopen en wanneer hij wenst
deel te nemen aan het eerstvolgend praktisch bekwaamheidsexamen.
D. Documenten die deel uitmaken van het stageverslag (art.17, 3°lidKB-stage)
Op eender welk ogenblik van de stage kan de stagecommissie aan de stagiair
vragen dat deze documenten voorlegt ter rechtvaardiging van de uitgevoerde
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 5
prestaties zoals een door de stagemeester(-s) ondertekende timesheet van de
uitgevoerde prestaties of facturen, enz … .
De stagiair houdt gedurende de gehele duur van de stage deze informatie bij op
maandelijkse basis.
Op eenvoudig verzoek moet de stagiair deze documenten binnen de 8 dagen
overmaken.
E. Periode van inactiviteit
Indien de stagiair tijdelijk - gedurende minstens 1 maand - geen
beroepsactiviteiten meer heeft, dient hij/zij dit voorafgaand te melden aan de
stagedienst. Tevens geeft hij/zij aan wanneer de werkzaamheden terug zullen
aanvangen. Indien deze periode langer duurt dan 3 maanden, dient de stagiair de
(tijdelijke) schorsing van de lijst van de stagiairs te vragen aan de bevoegde
uitvoerende kamer.
F. Indienen van een nieuwe aanvraag om deel te nemen aan de schriftelijke proef
van het bekwaamheidsexamen
Indien de stagiair reeds heeft deelgenomen aan een praktisch
bekwaamheidsexamen en hij/zij wenst deel te nemen aan het eerstvolgende
examen, dient hij/zij de reeds bestaande evaluatie (daterend van de vorige
deelname) opnieuw in te vullen (via “edit”) en opnieuw te versturen.
Deze procedure is dezelfde zowel voor de stagiair als de stagemeester en moet
telkens worden herhaald wanneer de stagiair wenst deel te nemen aan een
praktisch bekwaamheidsexamen.
G. Stagemeester
De stagemeester zal een bericht ontvangen over de aanvraag van zijn/haar
stagiair en gelijktijdig uitgenodigd worden om zijn/haar deel van de evaluatie
aan te vullen. Deze formaliteit moet steeds vervuld zijn vóórde uiterste
inschrijvingsdatum.
H. Mededeling aan de stagedienst
De stagedienst wordt per e-mail verwittigd van de aanmaak van het document en
zal het ophalen uit het dossier voor verder onderzoek van de aanvraag. De
stagiair, en de stagemeester(-s) in kopie, zal per e-mail een bevestiging ontvangen
en indien nodig worden hier de eventueel nog vóór afsluitingsdatum mede te delen
gegevens opgevraagd.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 6
I. Taalkeuze
De taal waarin de stagiair het examen wenst af te leggen wordt bepaald bij het
invullen van de evaluatie (eerste vraag). Elke vraag dienaangaande kan gericht
worden aan de stagedienst (in het bijzonder wat betreft de Duitstalige stagiairs).
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 7
B. De verplichte seminaries en de permanente vorming
A. Wettelijke basis
1. KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 APRIL 2015 TOT GOEDKEURING VAN
HET STAGEREGLEMENT VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN
BOEKHOUDERS
Art. 17. De stagiair neemt nauwgezet deel aan de verplichte voordrachten en
seminaries die door de Raad ten behoeve van de stagiairs georganiseerd worden.
Voor hetgeen niet expliciet wordt voorzien door dit reglement, zijn de stagiairs
onderworpen aan dezelfde regels als de erkende boekhouders (-fiscalisten) met
inbegrip van de identificatieplicht zoals voorzien door de anti-witwaswetgeving.
De stagiair maakt aan het beroepsinstituut binnen de gestelde termijn de
verslagen en informatie over die hem worden gevraagd en beantwoordt de vragen
die hem worden gesteld.
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 JULI 2017TOT GOEDKEURING VAN HET
REGLEMENT VAN PLICHTENLEER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN
ERKENDE BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN
Artikel 15. De boekhouder BIBF zal de nodige zorg besteden aan zijn beroepsver-
volmaking. De Raad bepaalt het minimum aantal uren dat jaarlijks aan de
beroepsvervolmaking moet worden besteed en kan ook onderwerpen inzake
beroepsvervolmaking aanduiden. Het aantal uren en de onderwerpen, voor zover
ze werden bepaald, worden aan de boekhouders BIBF bekend gemaakt.
De boekhouder BIBF zal de gevolgde beroepsvervolmaking jaarlijks rapporteren
aan het Beroepsinstituut en zal op verzoek van de Kamer de nodige bewijzen
dienen voor te leggen van de onderwerpen en de tijd, die hij aan zijn
beroepsvervolmaking heeft besteed.
Elke boekhouder BIBF, die zijn ontslag indient en door de Kamer van het tableau
van de beroepsbeoefenaars of de lijst van de stagiairs wordt weggelaten, moet
binnen het jaar volgend op zijn herinschrijving op het tableau van de
beroepsbeoefenaars of op de lijst van de stagiairs, een door de Raad bepaalde
bijkomende beroepsvervolmaking volgen, voor zover de uitschrijving langer dan
twaalf maanden heeft geduurd.
De boekhouder BIBF, die tijdens de periode van zijn uitschrijving de door de Raad
vastgestelde regels inzake beroepsvervolmaking heeft nageleefd, is niet verplicht
de bijkomende beroepsvervolmaking te volgen bij zijn herinschrijving.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 8
B. Uitvoering
1. Algemeen
De deontologische verplichting voor de leden en stagiairs inzake permanente vorming wordt vastgelegd door artikel 15 van het KB inzake de plichtenleer.
In dit kader zal de Nationale Raad jaarlijks het aantal uren bepalen dat elk lid van
het Instituut minstens jaarlijks dient te besteden aan permanente vorming. Deze
richtlijn wordt gepubliceerd op www.bibf.be. Terzake de onderwerpen en wijze
waarop de permanente vorming kan gevolgd worden wordt verwezen naar de
Richtlijn van de Nationale Raad de dato 19 mei 2006 (gepubliceerd op
www.bibf.be).
Alle leden van het Instituut moeten via het Extranet een verslag indienen over de
door hun gevolgde permanente vorming. De uiterste datum waarop dit verslag
moet worden ingediend/afgesloten wordt jaarlijks bepaald door de Nationale Raad
en bekendgemaakt samen met het minimum aantal uren dat moet gevolgd
worden.
Deze verplichtingen zijn ook integraal van toepassing op de stagiairs BIBF.
De stagiair die op een andere datum dan 01 januari de stage begint dient in dat
eerste jaar pro-rata de resterende tijd een minimum aantal uren te volgen. Ter
illustratie : Voor 2017 bedraagt het minimum aantal uren 40. Indien de stage
begint op 01 juli 2017 moet in 2017 nog ten minste 6/12 van 40 uren gevolgd
worden, nl.20.
De seminaries die door het Instituut ten behoeve van de stagiairs georganiseerd
worden (zie rubriek 2) tellen tevens mee als permanente vorming en mogen dus
ook in het jaarlijks verslag hierover worden opgenomen.
2. De seminaries door het Instituut ten behoeve van de stagiairs
georganiseerd worden
Naast de algemene verplichting tot permanente vorming dienen de stagiairs ook
deel te nemen aan de voordrachten en seminaries die door het Instituut ten
behoeve van de stagiairs georganiseerd worden. Deze seminaries zijn niet alleen
bedoeld als bijscholing maar ook als voorbereiding op het praktisch
bekwaamheidsexamen.
Er worden in beginsel jaarlijks 5 seminaries voorzien zodat binnen een periode
van twee jaar alle materies van het praktisch bekwaamheidsexamen kunnen
worden behandeld.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 9
Het programma (onderwerp, datum en locatie) van de seminaries wordt per jaar
vastgelegd en kan op de website en op het portaal Extranet (rubriek
documenten/stage) worden geraadpleegd.
! De deelname aan deze seminaries is een verplichting voor alle stagiairs.
In het belang van de stagiair zal niet geduld worden dat het seminarie vroegtijdig
verlaten wordt.
De stagiair die niet aanwezig kan zijn dient de stagedienst ([email protected])
hiervan in kennis te stellen en dit vóór het seminarie. Een dergelijke in
kennisstelling kan in geen enkel geval gelijkgesteld worden met een aanwezigheid
op het betreffende seminarie..
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 10
C. Nieuwe stageperiode
A. Wettelijke basis
WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 51. § 1. De inschrijving op het tableau van de titularissen van het beroep is afhankelijk van het op voldoende wijze doorlopen van een stage. De stage duurt minimaal één jaar en, behoudens een schorsing om gegronde redenen te beoordelen door de uitvoerende kamers, maximaal zes jaar.
Een stagiair die aan het einde van de zesjarige stageperiode niet geslaagd is in het praktisch bekwaamheidsexamen, wordt weggelaten van de lijst van de stagiairs en kan voor het verstrijken van een termijn van drie jaar niet meer een nieuwe aanvraag voor een inschrijving voor de stage van boekhouder of boekhouder-fiscalist indienen.
B. Uitvoering
Een stagiair die een nieuwe stageperiode aanvangt is onderworpen aan volgende verplichtingen :
- hij dient een nieuw inschrijvingsrecht te betalen; - de Uitvoerende Kamer kan hem een nieuwe stagemeester opleggen ; - de Uitvoerende Kamer kan een tussentijdse evaluatie door de stagecommissie
opleggen
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 11
3. PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN
A. Schriftelijk examen - deelnamevoorwaarden
A. Wettelijke basis
1. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 51.§ 1. De inschrijving op het tableau van de titularissen van het beroep is afhankelijk van het op voldoende wijze doorlopen van een stage. De stage duurt minimaal één jaar en, behoudens een schorsing om gegronde redenen te beoordelen door de uitvoerende kamers, maximaal zes jaar.
Een stagiair die aan het einde van de zesjarige stageperiode niet geslaagd is in het praktisch bekwaamheidsexamen, wordt weggelaten van de lijst van de stagiairs en kan voor het verstrijken van een termijn van drie jaar niet meer een nieuwe aanvraag voor een inschrijving voor de stage van boekhouder of boekhouder-fiscalist indienen.
§ 2. De stage wordt afgesloten met het slagen in een praktisch bekwaamheidsexamen, georganiseerd door het Beroepsinstituut. Dit examen kan verschillend zijn voor stagiair-boekhouders en stagiair-boekhouders-fiscalisten. Het programma, de voorwaarden en de samenstelling van de examenjury worden door de Koning vastgesteld.
(…) Een stagiair kan ten vroegste deelnemen aan dit praktisch bekwaamheidsexamen nadat hij minstens één jaar stage heeft doorlopen. Daarna kan hij zijn inschrijving vragen voor elk volgend praktisch bekwaamheidsexamen dat het Beroepsinstituut organiseert en een laatste maal aan het eerstvolgende examen dat plaatsvindt nadat zijn maximale stageperiode van zes jaar beëindigd is en op voorwaarde dat zijn aanvraag tot deelname gebeurt uiterlijk voor het
verstrijken van de zesjarige stageperiode. (…) »
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015 BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 6.De stagiair wordt toegelaten tot het praktisch bekwaamheidsexamen van
zodra hij zijn stage heeft volbracht overeenkomstig de wettelijke en reglementaire
bepalingen betreffende het beroep en de stage. Hieronder wordt met name
verstaan zijn bijdrageverplichtingen, zijn inschrijvingsrecht ter dekking van de
kosten van het praktisch bekwaamheidsexamen, zijn verplichting inzake
permanente vorming en de verzekering van zijn burgerlijke
beroepsaansprakelijkeid, alsook de uitgevaardigde richtlijnen, heeft
gerespecteerd, die de stagiair-boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist dient na
te leven tijdens zijn stage.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 12
De stagiair die wenst deel te nemen aan het schriftelijk gedeelte van het praktisch
bekwaamheidsexamen, richt hiertoe een aanvraag tot de Stagecommissie en dit
volgens de praktische regels vastgelegd in een daartoe bestemde richtlijn.
Deze aanvraag tot inschrijving moet, op straffe van onontvankelijkheid, uiterlijk
gebeuren 30 kalenderdagen voorafgaand aan de datum waarop het schriftelijk
gedeelte van het praktisch bekwaamheidsexamen plaatsvindt en in elk geval voor
het verstrijken van de wettelijke stagetermijn zoals bedoeld in artikel 51 van de
wet.Bij gebreke aan aanvraag tot inschrijving voor de schriftelijke proef binnen de
wettelijke stagetermijn wordt de stagiair van de lijst van stagiairs weggelaten.
Art. 7.Wanneer de stagiair zijn aanvraag tot inschrijving doet binnen de wettelijke
stagetermijn voor een schriftelijke proef die buiten deze termijn wordt
georganiseerd, dient hij deel te nemen aan het eerstvolgende praktisch
bekwaamheidsexamen dat wordt georganiseerd.
Art. 8.De stagiair wordt toegelaten tot de schriftelijke proef van het praktisch
bekwaamheidsexamen indien hij aan de inschrijvingsvoorwaarden voldoet zoals
vastgelegd in een richtlijn.
In geval de stagiair niet aan de voorwaarden beantwoordt om deel te nemen aan
het praktisch bekwaamheidsexamen wordt hij hiervan door de Voorzitter of de
Ondervoorzitter van de Stagecommissie schriftelijk op de hoogte gebracht.
De stagiair kan hiertegen een gemotiveerd bezwaar indienen binnen de 15
kalenderdagen na ontvangst van de weigering tot inschrijving en dit bij
aangetekend schrijven.De Raad bepaalt de praktische regels inzake dit bezwaar
via een richtlijn.
B. Uitvoering
1. Voorwaarden waaraan moet voldaan zijn op datum van de schriftelijke proef
van het praktisch bekwaamheidsexamen.
De stagiair moet ten minste één jaar stage gedaan hebben.
2. Voorwaarden waaraan moet voldaan zijn op datum van de aanvraag tot
inschrijving op het schriftelijk examen en uiterlijk op de dag van de afsluiting van
de inschrijvingen tot de schriftelijke proef van het praktisch bekwaamheidsexamen
De stagiair moet :
- Zijn evaluatie via het elektronisch stageverslag ingevuld hebben conform de
bepalingen van deze richtlijn;
- Aanwezig geweest zijn op minimum ¾ van de seminaries die door het Instituut
specifiek voor de stagiairs worden georganiseerd. Dit wordt berekend op het
aantal seminaries die georganiseerd werden vanaf de inschrijving van de
stagiair op de lijst van de stagiairs door de bevoegde Uitvoerende Kamer tot op
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 13
de datum dat de stagiair zijn schriftelijke aanvraag doet om deel te nemen aan
de schriftelijke proef conform artikel 6 van het KB van 27/09/2015. Een stagiair
die zich verontschuldigt voor een seminarie, om welke reden ook, wordt niet
aanzien als een “aanwezige” stagiair. Bij de berekening van het minimum,
wordt dit steeds afgerond naar boven. Bvb. 10 seminaries te volgen = ¾ is
7,50. dit wordt afgerond naar 8. De stagiair moet dus minstens 8 van de 10
seminaries gevolgd hebben.
- Artikel 18 van het KB van 10 april 2015 bepaalt dat “De stagiair maakt samen met de stagemeester een stageverslag op voorafgaand aan zijn aanvraag tot inschrijving op het praktisch bekwaamheidsexamen. Het stageverslag geeft een overzicht van de werkzaamheden die de stagiair heeft verricht of waaraan hij heeft deelgenomen alsook een evaluatie van het verloop van de stage. De Raad bepaalt vorm en inhoud van dit verslag.”..Het bewijs van de beroepspraktijkkan geleverd worden aan de hand van verschillende informatiebronnen (timesheet van prestaties, ereloonnota’s enz….) De stagecommissie kan de voorlegging ervan vragen. De documenten die als bewijs gelden dienen door de stagemeester(s) te zijn ondertekend.
De stagiair wordt gevraagd om deze informatie (timesheet, facturen, …) op
maandelijkse basis te verzamelen en te laten tekenen door de stagemeester en
dit gedurende de gehele duur van de stage.
- In orde zijn met de verplichtingen inzake permanente vorming. Het elektronisch
verslag inzake de permanente vorming moet bijgewerkt zijn conform de
richtlijnen van de Nationale Raad. Dit betekent ondermeer dat het verslag
inzake permanente vorming dient afgesloten te zijn voor de jaren vóórafgaand
aan het jaar waarin men aan schriftelijk examen wil deelnemen. Het minimum
aantal uren moet bereikt zijn, rekening houdende met richtlijn dd.19 mei 2006
van de Nationale Raad.
- In orde zijn met de verplichtingen inzake ledenbijdrage/bijdragen in de kosten
van de stage alsook betreffende de voor de externe stagiairs verplichte
verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid. Hier inbegrepen zijn de
ledenbijdragen/bijdragen in de kosten van de stage en de verplichtingen voor
de externe stagiairs inzake de verzekering burgerlijke
beroepsaansprakelijkheid van het jaar waarin de stagiair zijn inschrijving
vraagt tot het praktisch bekwaamheidsexamen.
- In orde zijn met het inschrijvingsrecht ter dekking van de kosten van het
praktisch bekwaamheidsexamen
De stagemeester moet :
- Zijn evaluatie via het elektronisch stageverslag ingevuld hebben conform de bepalingen van deze richtlijn.
Indien aan één of meerdere van deze criteria niet voldaan is zal de
deelname tot het examen geweigerd worden.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 14
B. Schriftelijke proef - inschrijving
A. Wettelijke basis
1. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN FISCALE BEROEPEN
Art. 51.§2(…) Een stagiair kan ten vroegste deelnemen aan dit praktisch bekwaamheidsexamen nadat hij minstens één jaar stage heeft doorlopen. Daarna kan hij zijn inschrijving vragen voor elk volgend praktisch bekwaamheidsexamen dat het Beroepsinstituut organiseert en een laatste maal aan het eerstvolgende examen dat plaatsvindt nadat zijn maximale stageperiode van zes jaar beëindigd is en op voorwaarde dat zijn aanvraag tot deelname gebeurt uiterlijk voor het
verstrijken van de zesjarige stageperiode. (…) »
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015 BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 6.De stagiair wordt toegelaten tot het praktisch bekwaamheidsexamen van
zodra hij zijn stage heeft volbracht overeenkomstig de wettelijke en reglementaire
bepalingen betreffende het beroep en de stage. Hieronder wordt met name
verstaan zijn bijdrageverplichtingen, zijn inschrijvingsrecht ter dekking van de
kosten van het praktisch bekwaamheidsexamen, zijn verplichting inzake
permanente vorming en de verzekering van zijn burgerlijke
beroepsaansprakelijkeid, alsook de uitgevaardigde richtlijnen, heeft
gerespecteerd, die de stagiair-boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist dient na
te leven tijdens zijn stage.
De stagiair die wenst deel te nemen aan het schriftelijk gedeelte van het praktisch
bekwaamheidsexamen, richt hiertoe een aanvraag tot de Stagecommissie en dit
volgens de praktische regels vastgelegd in een daartoe bestemde richtlijn.
Deze aanvraag tot inschrijving moet, op straffe van onontvankelijkheid, uiterlijk
gebeuren 30 kalenderdagen voorafgaand aan de datum waarop het schriftelijk
gedeelte van het praktisch bekwaamheidsexamen plaatsvindt en in elk geval voor
het verstrijken van de wettelijke stagetermijn zoals bedoeld in artikel 51 van de
wet.
Bij gebreke aan aanvraag tot inschrijving voor de schriftelijke proef binnen de
wettelijke stagetermijn wordt de stagiair van de lijst van stagiairs weggelaten.
Art. 8. De stagiair wordt toegelaten tot de schriftelijke proef van het praktisch
bekwaamheidsexamen indien hij aan de inschrijvingsvoorwaarden voldoet zoals
vastgelegd in een richtlijn.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 15
In geval de stagiair niet aan de voorwaarden beantwoordt om deel te nemen aan
het praktisch bekwaamheidsexamen wordt hij hiervan door de Voorzitter of de
Ondervoorzitter van de Stagecommissie schriftelijk op de hoogte gebracht.
De stagiair kan hiertegen een gemotiveerd bezwaar indienen binnen de 15
kalenderdagen na ontvangst van de weigering tot inschrijving en dit bij
aangetekend schrijven.
De Raad bepaalt de praktische regels inzake dit bezwaar via een richtlijn.
Art.17.Er wordt een Stagecommissie opgericht binnen het Instituut. Deze
Stagecommissie treedt op als examenjury, zoals bedoeld in artikel 51 van de Wet,
en is belast met het afnemen van het praktisch bekwaamheidsexamen dat
georganiseerd wordt door het Instituut
Art. 18. De Stagecommissie beschikt in de uitoefening van haar opdracht over de
ruimste middelen inzake toezicht en controle. Zij kan de haar toevertrouwde
opdrachten aan één of meerdere van haar leden opdragen
Art. 21. § 1. De Stagecommissie vergadert op uitnodiging van haar voorzitter of,
bij diens afwezigheid, van haar ondervoorzitter. Het lid dat verhinderd is, verwittigt
tijdig de voorzitter.
B. Uitvoering
- De stagiair moet uiterlijk 30 kalenderdagen voordat het schriftelijk examen plaatsvindt de inschrijving vragen. Deze uiterste inschrijvingsdatum zal steeds bekendgemaakt worden samen met de datum waarop het schriftelijk examen zal plaatsvinden. In elk geval moet de inschrijving tot de proef plaatsvinden binnen de wettelijke termijn van de stage. Bvb.: Een stagiair die de stage beëindigt op 15 maart 2017 dient zich in te schrijven voor de proef van 07 mei 2017 ten laatste op 15 maart 2017. Dus als X min 30 dagen, later is dan einddatum stage is de einddatum stage de uiterste inschrijvingsdatum.
- De stagiair vraagt zijn inschrijving voor het eerstvolgende praktisch bekwaamheidsexamen (met inbegrip van de taal waarin hij dit examen wenst af te leggen) uitsluitend aan via het elektronisch stageverslag en dit door het invullen van zijn auto-evaluatie. Deze aanvraag wordt vervolledigd door de evaluatie van de stage door zijn stagemeester(s) . Elke aanvraag tot inschrijving via een andere weg zal als niet geldig worden beschouwd.
- Na ontvangst van de aanvraag tot inschrijving, wordt door de stagedienst een ontvangstmelding verstuurd (per e-mail), met daarin de bevestiging van de inschrijving op een lijst van kandidaat-examinandi. Desgevallend wordt de kandidaat attent gemaakt via e- mail op de vaststelling dat niet wordt voldaan aan één of meerdere van de in het KB van 27 september 2015 en/of deze richtlijn opgenomen criteria. In dat geval wordt desgevallend tevens aangegeven hoe en tegen wanneer dit kan geregulariseerd worden.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 16
- De Stagecommissie alsook de stagedienst kan van de stagiair eisen dat deze zijn/haar aanvraag vervolledigt door overlegging van alle stukken of gegevens die nodig zijn om zich over de aanvraag tot inschrijving tot het schriftelijk examen te kunnen uitspreken.
- Enkel de Voorzitter of de Ondervoorzitter van het Instituut, bij delegatie van de Stagecommissie in toepassing van artikel 18 van het K.B. van 27 september 2015, kan beslissen dat de stagiair die de inschrijving heeft gevraagd voor de schriftelijke proef, al dan niet beantwoordt aan de voorwaarden zoals vastgelegd door dit KB of deze richtlijn.
- De voorzitter of ondervoorzitter zal de beslissing over de aanvraag tot inschrijving schriftelijk meedelen en dit per aangetekend schrijven, ten laatste 23 kalenderdagen voor het examen. Indien beslist wordt tot niet-inschrijving, wordt tevens aangegeven aan welke criteria niet is beantwoord alsook de modaliteiten om tegen deze beslissing een bezwaar aan te tekenen.
- De stagiair die niet akkoord gaat met de beslissing om hem/haar niet toe te laten tot de schriftelijke proef kan per gemotiveerd aangetekend schrijven bezwaar indienen. Het aangetekend schrijven moet ten laatste 15 kalenderdagen na ontvangst van de weigering tot inschrijving verstuurd worden. Een bezwaar dat niet binnen deze termijn is verstuurd en/of niet gemotiveerd is, is onontvankelijk.
- De stagiair moet opgeroepen worden om gehoord te worden. Het bezwaar en het volledige aanvraagdossier wordt door de Voorzitter of de Ondervoorzitter overgemaakt aan 3 leden van de Stagecommissie, in toepassing van artikel 18 van het K.B. van 27 september 2015. De voorzitter of ondervoorzitter van het Instituut neemt niet deel aan de behandeling van en de beraadslaging over het bezwaar. De drie gedelegeerde leden van de Stagecommissie onderzoeken het dossier, horen de stagiair en beslissen vervolgens over het bezwaar.
- De beslissing van de Stagecommissie wordt per e-mail en per aangetekend schrijven medegedeeld aan de stagiair uiterlijk binnen de drie werkdagen volgend op de beslissing. Deze beslissing is definitief.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 17
C. Schriftelijke proef – resultaat - bezwaar
A. Wettelijke basis
1. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 45/1.§ 12. (…) “Zij[de Kamers van Beroep] doen tevens uitspraak over de beroepen tegen de beslissingen van de examenjury inzake het resultaat van het schriftelijke en/of mondeling gedeelte van het praktisch bekwaamheidsexamen.
Het beroep kan door de deelnemer aan het praktisch bekwaamheidsexamen ingesteld worden per aangetekende zending binnen de vijftien dagen na betekening van deze beslissing. Desgevallend hebben de kamers van beroep de bevoegdheid om een kandidaat al dan niet in te schrijven op het tableau van de beroepsbeoefenaars.(…) »
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 10. §.1 Alleen de stagiairs die op de schriftelijke proef volgende resultaten
hebben behaald :
- ten minste zestig procent van de punten voor de vakken bedoeld in artikel 4, 1°
tot 5°, en;
- ten minste vijftig procent van de punten voor de vakken bedoeld in artikel 4, 6°
tot 13°, en;
- ten minste zestig procent van de punten voor het vak bedoeld in artikel 4, 14°,
en;
- ten minste zestig procent van het totaal aantal punten;
worden tot de mondelinge proef toegelaten om de beroepstitel van erkend
boekhouder te bekomen.
De stagiairs die bij de schriftelijke proef bovendien zestig procent van de punten
behalen voor de vakken bedoeld in artikel 4, 6°, 7°, 8°, 9° en 11°, worden tot de
mondelinge proef toegelaten om de beroepstitel van erkend boekhouder-fiscalist
te bekomen.
Art. 11. […] De stagiair kan een kopie van zijn schriftelijke proef inkijken na
afspraak met de diensten van het Instituut.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 18
B.Uitvoering
- Elke stagiair heeft het recht om een kopie van zijn schriftelijk examen in te
zien. De stagiair kan dit doen tot maximaal 10 kalenderdagen na betekening
van het resultaat van de schriftelijke proef en na voorafgaande afspraak met
de stagedienst. De modaliteitenworden medegedeeld samen met het resultaat
van de schriftelijke proef.
- Het beroep moet ingesteld worden per aangetekende zending binnen de
vijftien dagen na betekening van de beslissing van de Examenjury. Het
beroep moet betekend worden aan de Kamer van Beroep (Legrandlaan 45 te
1050 Brussel).
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 19
D. Mondelinge proef – inschrijving - verloop
A.Wettelijke basis
1. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015 BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 12. De mondelinge proef omvat de bespreking van de schriftelijke proef en
een ondervraging over de beroepspraktijk en/of de materies vermeld in artikel 4.
Art. 17. Er wordt een Stagecommissie opgericht binnen het Instituut. Deze
Stagecommissie treedt op als examenjury, zoals bedoeld in artikel 51 van de wet,
en is belast met het afnemen van het praktisch bekwaamheidsexamen dat
georganiseerd wordt door het Instituut.
Art. 18. De Stagecommissie beschikt in de uitoefening van haar opdracht over de
ruimste middelen inzake toezicht en controle. Zij kan de haar toevertrouwde
opdrachten aan één of meerdere van haar leden opdragen.
Art. 21. § 1. De Stagecommissie vergadert op uitnodiging van haar voorzitter of,
bij diens afwezigheid, van haar ondervoorzitter. Het lid dat verhinderd is, verwittigt
tijdig de voorzitter.
§ 2. De vergaderingen van de Stagecommissie worden voorgezeten door de
voorzitter of, bij zijn afwezigheid, door de ondervoorzitter. Indien beiden afwezig
zijn, wordt de vergadering voorgezeten door het oudste aanwezige lid. De
dienstdoende voorzitter beschikt over dezelfde bevoegdheden als de voorzitter.
§ 4. De mondelinge proef van het praktisch bekwaamheidsexamen wordt, bij
delegatie conform artikel 18, afgenomen door minstens 5 leden van de
Stagecommissie van dezelfde taalrol als de stagiair. Indien het een Duitstalige
stagiair betreft, dient minstens één van de leden van de Stagecommissie deze taal
te beheersen.
De beraadslaging voor de mondelinge proef gebeurt enkel door die personen die
de stagiair hebben ondervraagd.
Per ondervraagde stagiair wordt een kort verslag opgemaakt door één lid van de
Stagecommissie die aanwezig is bij de mondelinge proef. Dit verslag bevat zowel
de gestelde vragen als een bondige samenvatting van de door de stagiair hierop
geformuleerde antwoorden alsook de eindquotering. De beslissingen worden bij
eenvoudige meerderheid van stemmen genomen .
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 20
Art. 22. § 1. De erkende boekhouders die over een diploma beschikken dat
toegang verleent tot de titel van erkend boekhouder-fiscalist, en die hun
inschrijving vragen op het tableau van de erkende boekhouders-fiscalisten, worden
vrijgesteld van het volgen van een stage. Zij worden, na het met succes afleggen
van een praktisch bekwaamheidsexamen over de vakken bedoeld in artikel 4, 6°,
7°, 8°, 9° en 11°, ingeschreven op het tableau van de erkende boekhouders-
fiscalisten.
§ 2. Het praktisch bekwaamheidsexamen zoals bedoeld in § 1, bestaat uit een
mondelinge proef die wordt afgenomen door de Stagecommissie conform de
bepalingen van dit besluit. Om geslaagd te zijn, moet de kandidaat ten minste
zestig procent van de punten behaald hebben.
De Raad bepaalt de praktische regels van deze proef.
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 APRIL 2015 TOT GOEDKEURING VAN
HET STAGEREGLEMENT VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN ERKENDE
BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN
Art. 17.De stagiair neemt nauwgezet deel aan de verplichte voordrachten en seminaries die door de Raad ten behoeve van de stagiairs georganiseerd worden.
3. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 50 bis.(…) §2. (…)Zij moeten zich evenwel onderwerpen aan een bekwaamheidsproef, georganiseerd door het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (…). De voorschriften betreffende de bekwaamheidsproef, de opstelling van de lijst van de leerstof en het statuut van de aanvrager die zich daarop wil voorbereiden, worden door de Nationale Raad van het Instituut vastgelegd met inachtneming van het gemeenschapsrecht.
Art. 51. §2 (…) De examenjury kan de stagiairs ook aan een tussentijdse evaluatie onderwerpen die los staat van het praktisch bekwaamheidsexamen.. (…)
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 21
B. Uitvoering
I. Toepassingsgebied
Deze bepalingen zijn van toepassing op :
A. De mondelinge proeven afgelegd in het kader van de praktisch bekwaamheidsexamen op het einde van de stage; (art 12 KB 27 september 2015)
B. De mondelinge proeven die worden afgelegd om de titel van boekhouder-fiscalist te bekomen (art. 22 KB 27 september 2015);
C. De mondelinge proeven afgelegd in het kader van de erkenning van in het buitenland verkregen beroepskwalificaties (art 50 bis van de Wet van 22 april 1999) ;
D. Alle tussentijdse evaluaties met de Stagecommissie;
II.Bepalingen gemeenschappelijk aan I. A tot en met D.
- Er wordt na elke schriftelijk proef van het praktisch bekwaamheidsexamen een sessie met mondelinge proeven georganiseerd. De sessie begint de dag na een schriftelijke proef en sluit ten laatste af de dag voor de volgende schriftelijke proef.
Voorbeeld:
Schriftelijke proef op 20 mei 2017 – sessie mondelinge proeven loopt vanaf 21
mei 2017 tot en met 08 december 2017 (09 december= datum volgend
examen).
- De aanvraag tot deelname aan een mondelinge proef gebeurt per e-mail en dit
aan [email protected] .
- Een aanvraag kan enkel ingediend voor de sessie mondelinge proeven die volgt
op de eerste schriftelijke proef na de aanvraag. In de situatie omschreven onder
punt III is er een automatische inschrijving en dient dus niet afzonderlijk een
aanvraag ingediende te worden.
Voorbeeld.
Aanvraag ingediend op 01 oktober 2017 : is voor de sessie mondelinge proeven
na 09 december 2017.
- Elke kandidaat kan ten hoogste aan één mondelinge proef per sessie
deelnemen.
- De kandidaat mag gebruik maken van de ter gelegenheid van de mondelinge
proef ter beschikking gestelde documentatie. De kandidaat mag de eigen BIBF-
codex, BIBF-rekeningstelsel en Fiscus op zak meebrengen.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 22
III. Bepalingen specifiek met betrekking tot de proeven bedoeld in I.A.
- De stagiair die slaagt op de schriftelijke proef is automatisch ingeschreven voor
de sessie mondelinge proeven die volgt op die schriftelijke proef en dient dus
geen afzonderlijk verzoek meer in te dienen.
- Indien de stagiair niet slaagt op de mondelinge proef kan hij/zij zich in te
schrijven voor een volgende sessie mondelinge proeven. De inschrijving moet
gebeuren binnen de wettelijke duur van de stagperiode (art. 51 van de Wet
van 22 april 1999) en dit conform de procedure vermeld onder II.
- Op de mondelinge proef is, naar analogie met de schriftelijke proef, volgende
puntenverdeling van toepassing
o Boekhouden: op 40 punten
o Fiscaliteit : op 35 punten
o Rechtsvakken : op 15 punten
o Deontologie : op 10 punten
!! De stagiair dient alle stageverplichtingen (bv bijwonen seminaries stagiairs) te
blijven respecteren tot de datum waarop de Uitvoerende Kamer zich uitspreekt
over de al niet inschrijving op het tableau van de erkende beroepsbeoefenaars.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 23
E. Mondelinge proef – resultaat - bezwaar
A. Wettelijke basis
1. WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 45/1.§ 12. (…) “Zij [de Kamers van Beroep] doen tevens uitspraak over de beroepen tegen de beslissingen van de examenjury inzake het resultaat van het schriftelijke en/of mondeling gedeelte van het praktisch bekwaamheidsexamen.
Het beroep kan door de deelnemer aan het praktisch bekwaamheidsexamen ingesteld worden per aangetekende zending binnen de vijftien dagen na betekening van deze beslissing. Desgevallend hebben de kamers van beroep de bevoegdheid om een kandidaat al dan niet in te schrijven op het tableau van de beroepsbeoefenaars. (…) »
2. KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 SEPTEMBER 2015 BETREFFENDE HET
PROGRAMMA, DE VOORWAARDEN EN DE EXAMENJURY VOOR HET
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VAN DE "ERKENDE
BOEKHOUDERS" EN "ERKENDE BOEKHOUDERS-FISCALISTEN
Art. 13. § 1. De stagiairs die op de mondelinge proef ten minste zestig procent
van de punten behaald hebben, zijn geslaagd voor de beroepstitel van erkend
boekhouder.
§ 2. De stagiairs die bovendien ten minste zestig procent van de punten hebben
behaald op de laatste mondelinge proef voor de materies bedoeld in artikel 4, 6°,
7°, 8°, 9° en 11°, zijn geslaagd voor de beroepstitel van erkend boekhouder-
fiscalist.
proef toegelaten om de beroepstitel van erkend boekhouder-fiscalist te bekomen.
B. Uitvoering
- Het beroep moet ingesteld worden per aangetekende zending binnen de
vijftien dagen na betekening van de beslissing van de Examenjury. Het
beroep moet betekend worden aan de Kamer van Beroep (Legrandlaan 45 te
1050 Brussel).
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 24
F. Tussentijdse evaluatie
A. Wettelijke basis
WET VAN 22 APRIL 1999 BETREFFENDE DE BOEKHOUDKUNDIGE EN
FISCALE BEROEPEN
Art. 51. § 2. De stage wordt afgesloten met het slagen in een praktisch
bekwaamheidsexamen, georganiseerd door het Beroepsinstituut. Dit examen
kan verschillend zijn voor stagiair-boekhouders en stagiair-boekhouders-
fiscalisten. Het programma, de voorwaarden en de samenstelling van de
examenjury worden door de Koning vastgesteld.
De Uitvoerende Kamer kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen van het
volgen van de stage en/of het afleggen van het praktisch bekwaamheidsexamen
aan personen die in België een hoedanigheid bezitten die gelijkwaardig is met
die van erkende boekhouder of erkende boekhouder-fiscalist.
Een stagiair kan ten vroegste deelnemen aan dit praktisch
bekwaamheidsexamen nadat hij minstens één jaar stage heeft doorlopen.
Daarna kan hij zijn inschrijving vragen voor elk volgend praktisch
bekwaamheidsexamen dat het Beroepsinstituut organiseert en een laatste maal
aan het eerstvolgende examen dat plaatsvindt nadat zijn maximale
stageperiode van zes jaar beëindigd is en op voorwaarde dat zijn aanvraag tot
deelname gebeurt uiterlijk voor het verstrijken van de zesjarige stageperiode.
De examenjury kan de stagiairs ook aan een tussentijdse evaluatie
onderwerpen die los staat van het praktisch bekwaamheidsexamen.
De beslissingen van de examenjury hebben kracht van gewijsde behoudens het
beroep dat desgevallend wordt ingesteld tegen deze beslissingen
overeenkomstig artikel 45/1, § 12.
B. Uitvoering
- Dit tussentijds onderhoud van een 30 tal minuten kan plaatsvinden hetzij op
verzoek van de stagiair, hetzij op verzoek van de stagecommissie hetzij op
verzoek van de bevoegde uitvoerende Kamer of Kamer van Beroep.
- Het betreft een mondeling onderhoud van de stagiair met enkele leden van de
examenjury teneinde de stagiair een duidelijk inzicht te geven en hem
vertrouwd te maken met wat hem verwacht wordt tijdens het praktisch
bekwaamheidsexamen.
- De stagiair dient op dit onderhoud volgende documenten voor te leggen:
timesheets van de verrichte prestaties, attesten van de gevolgde permanente
vorming, een aantal kopies van ereloonnota’s en opdrachtbrieven en alle
andere documenten die worden opgevraagd door de stagecommissie.
Nationale Raad 13 oktober 2017- Richtlijnen Stage BIBF – pag. 25
- Een tussentijdse evaluatie op initiatief van de stagecommissie zal prioritair
plaatsvinden voor volgende categorieën van stagiairs :
• hetzij stagiairs van wie de stage reeds langer dan 24 maanden duurt en
die nog geen mondeling examen hebben afgelegd.
• hetzij zelfstandige stagiairs die een eigen cliënteel hebben en die niet
uitsluitend werkzaam zijn in dossiers van hun stagemeester(s)
• hetzij stagiairs van wie wordt vastgesteld dat de stage onvoldoende
gediversifieerd of kwaliteitsvol verloopt.
- De bedoeling is, waar nodig, de stagiair te wijzen op werkpunten of eventuele
tekortkomingen die kunnen bijdragen tot de verbetering van de professionele
vorming en die de stagiair moeten helpen in zijn/haar stage (assimileren
beroepspraktijk en het in de praktijk brengen van zijn theoretische kennis). De
stagecommissie zal, indien nodig, een advies met aanbevelingen formuleren en
desgevallend (bij herhaaldelijke ernstige tekortkomingen en op basis van
objectieve elementen) zelfs een advies tot stopzetting van de stage kunnen
aanbevelen.
- Het resultaat van deze facultatieve tussentijdse evaluatie zal op geen enkele
manier in rekening gebracht voor het eigenlijke praktisch
bekwaamheidsexamen worden.