Revalidatiegeneeskunde

2

3

U bent door uw behandelend specialist in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) of de huisarts verwezen naar een revalidatiearts. In deze folder vindt u informatie over revalidatiegeneeskunde in CWZ.

Wat is revalidatiegeneeskunde?Revalidatiegeneeskunde helpt mensen met letsel van het zenuwstelsel en/of het bewegingsapparaat. Het gaat om maatregelen die u weer zo goed mogelijk laten functioneren. De revalidatiearts besteedt daarbij aandacht aan de volgende mogelijke problemen:• Lichamelijke• Psychische• Sociale• Maatschappelijke• CommunicatieveMet elke patiënt bespreken we hoe we de gevolgen van ziekte of ongeval zoveel mogelijk kunnen verminderen. En welke andere hulpverleners daarbij worden betrokken. Oefening en training tot zelfstandigheid is het algemene doel.

Revalidatie in het CWZIn CWZ werken revalidatieartsen vanuit het revalidatiecentrum Sint Maartenskliniek (SMK). Zij werken dus in het CWZ én in de SMK.

Rechten en plichtenGaat u akkoord met de voorgestelde revalidatiebehandeling? Dan houdt dit in dat u toestemming geeft voor een behandeling. Deze behandeling is op basis van de informatie die we u geven. De revalidatiearts informeert u zo goed mogelijk over de behandeling en mogelijke alternatieven. U heeft de plicht om de arts zo goed mogelijk informatie te geven. Als u iets niet begrijpt is het belangrijk om meer uitleg te vragen. Door uw instemming met de behandeling geeft u de revalidatiearts toestemming om alle noodzakelijke informatie bij andere artsen op te vragen. Dit mag alleen informatie zijn die nodig is voor uw behandeling.

4

Opgenomen patiëntenIn CWZ zijn geen bedden die speciaal gereserveerd zijn voor het specialisme revalidatiegeneeskunde. Uw behandelend arts kan de revalidatiearts om een consult (advies) of behandeling vragen. Het doel van dit consult is om de aanwezige beperkingen of handicaps beter te onderzoeken en een advies te geven over de behandeling. Een complete medische én revalidatiediagnose kan meer duidelijkheid geven over uw situatie en over de vooruitzichten van een tijdelijke of definitieve handicap.

Door op tijd de juiste revalidatiebehandeling te starten, worden beperkingen in het dagelijks leven zoveel mogelijk voorkomen.De revalidatiearts adviseert tijdens de opname in CWZ uw behandelend arts. Dit advies gaat over welke zorgverleners we voor uw behandeling moeten ingeschakelen. Bijvoorbeeld een fysiotherapeut, een ergotherapeut en een logopedist. Als het nodig is, wordt ook de maatschappelijk werker, psycholoog, revalidatietechnicus of orthopedisch schoenmaker bij de behandeling betrokken. Als de behandeling langer gaat duren, vraagt de revalidatiearts een opname in het revalidatiecentrum van de SMK aan of u wordt geadviseerd om te revalideren in het verpleeghuis. Dit overlegt u met uw familie en uw behandelend specialist in CWZ.

Patiënten die behandeld worden op de polikliniekUw behandelend specialist of huisarts kan u naar de polikliniek revalidatiegeneeskunde van CWZ verwijzen. Hier beoordeelt de revalidatiearts de voor u noodzakelijke behandeling. Dit kan een poliklinische revalidatiebehandeling in CWZ of SMK zijn. Maar het kan ook een behandeling in de eerste lijn zijn (bijvoorbeeld door een therapeut bij u in de omgeving).Als er een schoenvoorziening of orthese (ondersteunend hulpmiddel) noodzakelijk is, wordt u verwezen naar het schoenenspreekuur of het technisch spreekuur.

5

Poliklinische revalidatiebehandeling in CWZPoliklinische revalidatiebehandeling (PRB) bestaat uit therapieën en begeleidingsvormen die op elkaar afgestemd zijn. Hiermee proberen we de gevolgen van uw aandoening zoveel mogelijk te verminderen en u zoveel mogelijk van uw zelfstandigheid terug te geven.

Bij deze revalidatiebehandeling komt u voor therapie naar CWZ. Na afloop van de therapie gaat u weer naar huis. Afhankelijk van uw situatie verschillen de duur van de behandeling en de therapieën die u krijgt. Voorbeelden van mogelijke therapieën zijn fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, diëtetiek en begeleiding door een maatschappelijk werker of een psycholoog.

Meestal komt u één of twee dagen per week naar CWZ. Wij stellen het op prijs als mensen uit uw naaste omgeving regelmatig meekomen. Dan kunnen zij zien welke oefeningen u krijgt zodat u thuis samen ook kunt oefenen. Hierdoor kunt u uw revalidatieproces zo goed mogelijk laten verlopen.

Voordat u wordt behandeldWelke behandeling is nodig?De revalidatiearts bepaalt in overleg met u en eventueel uw familie welke behandeling u krijgt. Uitgangspunten hierbij zijn:• Uw wensen• Het revalidatiegeneeskundig onderzoek• De resultaten van eerdere onderzoeken die u heeft gehad• De gegevens die uw huisarts of specialist hebben aangeleverd

De revalidatiearts zorgt er samen met de betrokken therapeuten voor dat uw therapieën goed op elkaar zijn afgestemd. Zij zullen alles in het werk stellen om het van tevoren afgesproken behandeldoel ook daadwerkelijk te realiseren.

6

Planning van de behandelingHet secretariaat van de afdeling revalidatiegeneeskunde verzorgt de planning van uw behandeling. Zodra de startdatum bekend is, krijgt u een schriftelijke uitnodiging. Hierbij ontvangt u een therapierooster. Aan het einde van elke week ontvangt u per post het therapierooster voor de volgende week. Wij streven naar de zo kort mogelijk wachttijden tussen de verschillende therapieën die u op een dag heeft. Wij gaan ervan uit dat u vijf dagen per week beschikbaar bent voor het volgen van therapieën. Alleen om zeer dringende redenen kan u in overleg met uw revalidatiearts hiervan afwijken.

VakantieOverleg uw vakantie met de revalidatiearts. Als u op vakantie gaat is een onderbreking van 1 week van uw revalidatieprogramma meestal geen probleem. Wilt u langer op vakantie? Dan moet u dit van tevoren overleggen met uw revalidatiearts. Is uw vakantie langer dan een week? Houdt u er dan rekening mee dat u na uw vakantie niet direct kunt herstarten met de therapie.

Behandeling, zorg en begeleidingHet behandelteamRevalidatiebehandeling vraagt van u motivatie en inzet. Hierin wordt u ondersteund door de verschillende behandelaars. De behandelaars werken onderling veel samen in een behandelteam. Uw wensen en de gestelde behandeldoelen worden goed op elkaar afgestemd. Dit gebeurt in het behandelteam dat elke week bij elkaar komt voor overleg.

U heeft tijdens uw revalidatieperiode altijd te maken met een aantal zorgverleners. Hieronder bespreken we ze.

De revalidatiearts De revalidatiearts overlegt met u welke onderzoeken u moet ondergaan en welke behandelingen. In overleg met de andere behandelaars stelt de arts een behandelprogramma op.

7

De revalidatiearts stemt de behandelingen af en is eindverantwoordelijke. Regelmatig overlegt de arts met andere betrokken behandelaars, therapeuten en/of begeleiders over het verloop van uw behandeling. De revalidatiearts is diegene die u kan informeren over uw aandoening en het verloop van de behandeling. De revalidatiearts onderzoekt en bespreekt ook regelmatig met u de voortgang van uw revalidatiebehandeling.

Ook na de revalidatiebehandeling blijft u nog enige tijd onder controle bij de revalidatiearts. Het kan voorkomen dat u medische problemen heeft die niets te maken hebben met de aandoening waarvoor u in CWZ revalideert. In dat geval kunt u het beste contact opnemen met uw eigen huisarts. Het is wel belangrijk dat u de revalidatiearts hiervan op de hoogte brengt. Er bestaat namelijk altijd de mogelijkheid dat de behandeling van uw huisarts invloed heeft op uw revalidatiebehandeling.

De physician assistantTijdens uw behandeling kan het zijn dat u te maken krijgt met een physician assistant (PA). Hij of zij werkt altijd onder toezicht van de revalidatiearts.

Afhankelijk van de inhoud van het revalidatieplan kunt u in het behandelteam, naast de revalidatiearts, de volgende behandelaars aantreffen.

De handtherapeut Specifiek voor handklachten kan de revalidatiearts u doorverwijzen naar de handtherapeuten voor een handfunctieanalyse. Als het nodig is kan poliklinische revalidatiebehandeling plaatsvinden. Deze is dan alleen gericht op de handklachten. Deze behandeling wordt uitgevoerd door handtherapeuten. Dit kan een fysiotherapeut of een ergotherapeut zijn, of allebei.

8

De fysiotherapeutDe behandeling van de fysiotherapeut is erop gericht uw vaardigheden bij het bewegen te vergroten. Dit doet u door onder andere krachttraining, vergroting van de beweeglijkheid, balans/conditietraining. Ook leert de fysiotherapeut u om te gaan met de hulpmiddelen die u nodig heeft.

De ergotherapeutDe ergotherapeut traint vaardigheden, die van belang zijn voor dagelijkse activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan zelfverzorging, huishoudelijke taken, hobby’s en werk. Vaardigheden vragen om een goed waarnemingsvermogen, inzicht in hoe een handeling verloopt en een goede motoriek. De ergotherapeut besteedt daarom uitgebreid aandacht hieraan. Eventueel onderzoekt de therapeut van tevoren wat uw sterke en zwakke punten zijn in uw waarnemingsvermogen en motoriek. De ergotherapeut adviseert als het nodig is ook over aanpassingen in huis. Of over praktische hulpmiddelen en het aanvragen hiervan.

De logopedistDe logopedist helpt bij problemen op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Dit heeft allemaal invloed op de communicatie met uw omgeving. Ook voor problemen met eten, drinken en slikken ten gevolge van uw aandoening kunt u bij de logopedist terecht. Hiervoor stelt de logopedist een oefenprogramma samen. Ook begeleidt en adviseert de logopedist u en uw omgeving in het omgaan met uw beperkingen en handicaps.

De psycholoogAls u door uw aandoening veranderingen ervaart. Bijvoorbeeld op emotioneel gebied, of in uw denken, handelen, geheugen, concentratie of planning, dan kunt u daarmee terecht bij de psycholoog. Deze kan ondersteuning bieden. Daarnaast kan de psycholoog u en uw familie helpen bij het omgaan metaanpassingsproblemen die ontstaan als gevolg van uw aandoening.

9

Het onderzoek van de psycholoog en de behandeling worden eventueel (geheel of gedeeltelijk) uitgevoerd door een psychologisch medewerker.

De maatschappelijk werkerDoor de gevolgen van uw ongeval of ziekte verandert er vaak veel in uw leefsituatie. De maatschappelijk werker kan u en uw naasten begeleiden bij het verwerken van en het omgaan met deze gevolgen. Ook kan hij of zij u adviseren over hervatting van werk, over wonen, dagbesteding, thuiszorg en andere praktische dingen.

De diëtistDe diëtist is de specialist op gebied van voeding bij gezondheid en ziekte. Hij of zij biedt een oplossing voor alle gezondheidsproblemen die met voeding te maken heeft. De diëtist adviseert u over “verstandig eten” in uw persoonlijke situatie.

Het overlegRegelmatig heeft het behandelteam een gezamenlijk overleg over u. Dit heet het MultiDiscicplinair Overleg (MDO). Afstemming en resultaten staan centraal in dit overleg. Welke doelstellingen zijn gehaald? Welke niet? En is daar een oorzaak voor aan te wijzen? Vervolgens komen uw hulpvragen aan bod. De uitkomsten van dit overleg worden met u besproken door de therapeuten of de revalidatiearts.

Als het nodig is wordt uw behandeling tijdens het handenspreekuur (HSU) samen met u, de therapeuten en de revalidatiearts besproken. Maandelijks is er ook een gezamenlijk handenspreekuur met de plastisch chirurg. Als er een specifieke vraag is voor de plastisch chirurg over de handrevalidatie, dan maakt de revalidatiearts een afspraak op het gecombineerde handenspreekuur.

10

Het einde van de revalidatiebehandelingDe revalidatiebehandeling eindigt wanneer de gezamenlijk opgestelde behandeldoelen gehaald zijn. Tijdens de behandeling is geprobeerd uw vaardigheden te vergroten en u en uw direct betrokkenen zoveel mogelijk te leren omgaan met de beperkingen en handicaps. De revalidatiearts bespreekt met u wanneer uw behandeling zal eindigen en welke nazorg nog nodig is. De revalidatiearts zorgt ervoor dat deze nazorg geregeld wordt.Na het stoppen van de behandeling moet u zelf tijd en energie blijven steken in het leren leven met uw aandoening.

HulpmiddelenHulpmiddelen worden op voorschrift van een revalidatiearts aangemeten en gemaakt. Op het terrein van de Sint Maartenskliniek bevindt zich de prothese- en orthese makerij (POM/VIGO). POM/VIGO maakt individuele hulpmiddelen zoals prothesen, beugels, spalken, en nog meer. Daarnaast kunt u bij POM/VIGO terecht voor de aanschaf, huur, reparatie of aanpassing van hulpmiddelen. Denk hierbij aan speciale fietsen, rolstoelen, loophulpmiddelen, zelfverzorgingsartikelen en statafels.

Heeft u orthopedisch schoeisel nodig? Dan wordt dit geregeld via het gecombineerde spreekuur met de orthopedisch schoenmaker in CWZ. Er is een samenwerking met 2 firma’s: Lentjes Orthopedische Schoentechniek en POM/VIGO.

Bent u verhinderd?Als u ziek bent moet u zo dit zo snel mogelijk melden. Dit geldt voor polikliniekbezoeken en voor PRB-behandelingen. Belt u dan het secretariaat revalidatiegeneeskunde op telefoonnummer: (024) 365 87 68. Als u om een andere onverwachte reden niet aanwezig kunt zijn moet u dit 24 uur van tevoren te melden.

11

VragenHeeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan gerust aan uw revalidatiearts. U kunt ook altijd het secretariaat van revalidatiegeneeskunde bellen op telefoonnummer (024) 365 87 68.

12

Adres en telefoonnummerCanisius-Wilhelmina ZiekenhuisWeg door Jonkerbos 1006532 SZ Nijmegen

Polikliniek / secretariaat revalidatiegeneeskunde B58Telefoon (024) 365 87 68

Website: www.revalidatiegeneeskunde.cwz.nlG

553

/ 07-

15