Retail Market Special 2009

26
Retail Market Special 2009

Transcript of Retail Market Special 2009

Page 1: Retail Market Special 2009

Retail MarketSpecial 2009

Page 2: Retail Market Special 2009

� Advance

Voor u ligt onze Winkelmarktspecial 2009. Zoals u van ons gewend bent, vindt u in deze special een uitwerking van onze visie op verschillende trends en ontwikkelingen op de winkelmarkt en de gevolgen daarvan voor de winkelvastgoedmarkt. Nederland onderscheidt zich sterk van andere Europese landen door de fijnmazige structuur en sterke bescherming van de binnensteden. Sommige internationale ontwikkelingen manifesteren zich daardoor in ons land pas in een veel later stadium, zoals de ontwikkeling van Megamalls en de brancheverruiming op retail parks.

Foto volgende paginaMosae Forum,Maastricht

Inleiding

Een gebied waar Nederland duidelijk een koppositie

inneemt, is op het gebied van internetaankopen. Het

is niet ondenkbaar dat de verwachte explosie van

internetaankopen aanzienlijke veranderingen gaat

brengen in retailland. Deze belangrijke ontwikkeling

is daarom één van de onderwerpen in deze special.

De brandende vraag voor de winkelvastgoedmarkt is

immers wat de gevolgen hiervan zijn voor de vraag

naar winkelvastgoed in Nederland.

Een ander ’hot topic’ op de Nederlandse winkelmarkt

is de verruiming van de openingstijden van winkels.

Terwijl onze huidige 24 uurseconomie schreeuwt

om een verruiming van de openingstijden, worden

deze tijden door de huidige regering steeds verder

ingeperkt.

Naast deze onderwerpen belichten we de rol

van warenhuizen in winkelgebieden. Ooit waren

warenhuizen de grote trekkers van een winkelgebied.

Langzamerhand wordt deze rol overgenomen door een

ander type retailers. Wat zijn de gevolgen hiervan en

welke lessen zijn hieruit te trekken voor lokale retailers

in kleine en middelgrote steden?

Als vierde en laatste thema behandelen we de

‘branding’ van winkelgebieden. Het is meer dan

noodzakelijk voor winkelgebieden om het DNA van

een stad te vertegenwoordigen en in te spelen op de

interesses en behoeften van de consumenten in het

verzorgingsgebied.

Leidraad in onze visie op trends en ontwikkelingen op

de winkelmarkt is de consument en zijn (veranderende)

gedrag en behoeften. Elke trend en elke ontwikkeling

heeft alleen een serieuze kans, als hij aansluit op wat

de consument zoekt en verwacht.

Page 3: Retail Market Special 2009

Advance �

Page 4: Retail Market Special 2009

� Advance

1998

1999

�000

�001

�00�

�00�

�00�

�00�

�00�

�007

�008

Omzet (x miljoen)

Online retailbestedingen Overige bestedingen

Online bestedingen consumenten

Nederland

Figuur 1Bron: Thuiswinkel Markt Monitor, Blauw Research/

Thuiswinkel.org (December �008).

De opkomst van het internet is één van de meest

ingrijpende veranderingen in ons dagelijks bestaan

van de afgelopen jaren. Al in 1998 opende Time

magazine op de cover met: “Kiss your mall Good-

Bye: Online shopping is Faster, Cheaper and Better”.

De boodschap was glashelder: het winkellandschap

zou gaan veranderen.

Tien jaar later blijkt dat de voorspelde impact er zeker is,

maar minder ingrijpend dan voorzien. De binnensteden

zijn nog steeds de belangrijkste winkelgebieden in

Nederland. Dat neemt niet weg dat internetwinkelen

een grote structurele opmars heeft gemaakt. Dit blijkt

alleen al uit het feit dat het publiek een e-tailer als

bol.com in 2008 bij de Retail Jaarprijs CLICK or

BRICK verkoos boven fysieke winkels. Ook de

komende jaren zal internetwinkelen een sterke en

structurele groei doormaken. Wat betekent de opkomst

van internet voor de vraag naar winkelvastgoed in

Nederland?

Internetwinkelen is een zegen voor de Nederlandse consumentNederland is internationaal gezien een bijzonder

retailland. De winkelmarkt is een volwassen markt

met goed ontwikkelde winkelstraten, buurt- en

wijkwinkelcentra en retail parks. De retailstructuur is

gebaseerd op een netwerkgedachte die de basis vormt

voor het huidige beleid. Deze gedachte houdt in dat

nieuwbouwontwikkelingen een aanvullende functie

moeten hebben op de bestaande retailstructuur.

Doordat veel winkelgebieden niet goed ‘gebrand’

worden, ervaren consumenten deze winkelgebieden

als te eenzijdig qua winkelaanbod en uitstraling. De

winkelbestedingen dalen daardoor al jaren ten opzichte

van de totale bestedingsruimte. Internetwinkelen biedt

de consument een nieuw en aantrekkelijk alternatief

door de veelzijdigheid aan aanbod en aanbieders.

Uniek aan internetwinkelen is de grote keuzevrijheid

van de consument. Niet alleen biedt internet een groter

aanbod aan producten en vergelijkingsmogelijkheden

dan fysieke winkels, consumenten zijn ook niet beperkt

door openingstijden. Terwijl werktijden flexibeler

worden en mensen op zoek zijn naar een betere work-

life balance, blijven de openingstijden van fysieke

winkels achter bij deze sociaal-maatschappelijke trend.

Dit is een behoefte waar e-tailers goed op inspelen.

Hoe ontwikkelt internetwinkelen zich?E-tailers zijn succesvol. Online bestedingen van

consumenten zijn in tien jaar tijd gestegen van

€160 miljoen per jaar naar ruim €5 miljard per jaar in

2008. Volgens de brancheorganisatie Thuiswinkel.org

hebben consumenten in 2007 ruim € 1,7 miljard

uitgegeven aan detailhandelsproducten. Circa € 1,6

miljard is besteed aan reizen. Overige bestedingen,

zoals tickets, financiële diensten en verzekeringen,

bedroegen € 0,6 miljard.

Ten opzichte van de totale non-foodbestedingen

neemt het aandeel online retailbestedingen jaarlijks

sterk toe. Met € 1,7 miljard bedroeg het aandeel

online retailbestedingen in 2007 ruim 3,4% (HBD

(Hoofdbedrijfschap Detailhandel)) van de totale non-

foodbestedingen in Nederland.

Internet verdringt de vraag naar winkelruimte

Page 5: Retail Market Special 2009

Advance �

Page 6: Retail Market Special 2009

� Advance

In tabel 1 is per productgroep aangegeven welke

omzet e-tailers in 2007 online hebben gerealiseerd.

Uit dit overzicht blijkt dat consumenten vooral

op internetwinkelen overstappen voor standaard

massaproducten en downloadbare producten.

Consumenten blijven onzeker over grote en/of dure

goederen en versproducten. Online aankopen van

dit soort producten blijven dan ook achter bij andere

online bestedingen.

In Europa lopen consumenten uit Groot-Brittannië

voorop met internetaankopen. Onderzoeksbureau

Mintel (2008) verwacht dat de online retailbestedingen

in 2012 in Groot-Brittannië en Frankrijk zijn verdrie-

voudigd. De groei in Duitsland zal iets achterblijven,

omdat consumenten daar de online betaalsystemen nog

onvoldoende praktisch en betrouwbaar vinden. Ook

zijn retailers volgens Mintel nog (te) weinig proactief

op het internet met productaanbod en verkoopacties.

Naar schatting stijgen de online retailbestedingen in

Nederland naar € 4,7 miljard in 2012. Van alle non-

foodbestedingen zal dan 8,5% via internet lopen. De

groei in Nederland blijft achter bij de verwachte groei

in Groot-Brittannië en Frankrijk, omdat Nederland al

de hoogste penetratiegraad van internetaansluitingen

in Europa kent. Ook zijn in Nederland de afstanden

naar winkelgebieden relatief klein ten opzichte van die

in andere landen.

De groeivooruitzichten voor e-tailers zijn uitstekend.

De volgende belangrijke ontwikkelingen dragen

hieraan bij:

ß Internet biedt de mogelijkheid om scherp aan te

kopen.

ß Consumenten zijn slechts één muisklik verwijderd

van een concurrerende e-tailer. Retailers moeten

zich dus nog beter gaan onderscheiden op prijs,

service, aanbod, vergelijkingsmogelijkheden,

gemak en informatie.

ß Toenemend vertrouwen in online betaalsystemen

zorgt voor een grotere bereidheid tot nieuwe

aankopen door consumenten.

ß De mogelijkheid van het bezorgen en afhalen van

online gekochte producten bij speciale afhaalpunten

in een stad of op het werk van een consument

stimuleert online bestedingen.

Wat zijn de gevolgen voor de winkelvastgoedmarkt?De voorspelde groei van de online bestedingen kan niet

zonder gevolgen blijven voor de winkelvastgoedmarkt

in Nederland. Nu al zichtbare gevolgen zijn dat het

aantal videotheken de afgelopen 10 jaar is gehalveerd

en dat het aantal cd-winkels en reisbureaus verder blijft

teruggelopen. Films, muziek en diensten zijn immers

digitaal te regelen.

Belangrijke vragen zijn: hoe groot is de invloed van

internetwinkelen op de vraag naar winkelvastgoed,

liggen er ook kansen dankzij het internet en wat houdt

een verdere toename in online winkelen nog tegen?

Zoals blijkt uit tabel 1 blijft de impact van internet

op het winkelen vooralsnog beperkt voor veel

productgroepen. Voor het grootste deel van deze

productgroepen biedt de combinatie van een fysieke

winkel met een internetwinkel goede kansen.

Hieronder volgt een overzicht van de vier belangrijkste

vastgoedontwikkelingen voor de komende jaren als

gevolg van het internetwinkelen en het vraagprofiel

dat elk van deze ontwikkelingen met zich meebrengt.

1) Blijvende winkelbranches:

ß Consumenten blijven versproducten, grote artikelen

en dure goederen in een fysieke winkel kopen, zoals

een supermarkt of woonwinkel. Consumenten

willen zekerheid en daarbij de ‘look & feel’ van

producten ervaren.

ß Internet blijft in deze branches vooral een

ondersteunende rol vervullen voor consumenten en

retailers.

ß Voor retailers blijft de fysieke winkel het

belangrijkste verkooppunt. Deze retailers zijn

vooral gevestigd op retailparks en in wijk- en

buurtwinkelcentra.

2) Specialisatie persoonlijke producten:

ß Consumenten willen persoonlijke producten, zoals

kleding of sportartikelen, graag passen. Voor dit

soort producten is winkelen vaak onderdeel van de

vrijetijdsbesteding.

ß Internet en fysieke verkooppunten ondersteunen

elkaar in de merkbeleving en in de informatie-

voorziening.

Percentage online

retailbestedingen t.o.v. de totale

bestedingen non-food in de

detailhandel (2007)

Figuur �Bron: EIU (�008), Mintel(�008), HBD (December �008)

Groot-Brittannië

Duitsland

Frankrijk

Nederland

Italië

Spanje

�.1%

�.0%

�.�%

�.�%

0.�%

0.�%

Tabel 1Bron: HBD (�008), Jones Lang LaSalle (�008)

ProductenOmzet

online �007 in mln.

Invloed internet

Consumentenelektronica € ���

Kleding en schoenen € �8�

Computer hardware € �70

Boeken, kranten en tijdschriften € 1�7

Muziek en dvd € 1�9

Witgoed/huishoudelijke apparatuur € 98

Levensmiddelen/persoonlijke verzorging

€ 117

Huis- en tuinartikelen € 99

Computer-/home-entertainmentsoftware

€ 9�

Sportartikelen € �7

Speelgoed € ��

Invloed internet op online bestedingen:

Groot Klein

Online bestegingen per

product groep

€0 €10 €1� €�0€�

Page 7: Retail Market Special 2009

Advance 7

ß Voor retailers in dit segment zijn de fysieke winkel

en het internet beide belangrijke verkooppunten. De

nadruk blijft echter op de fysieke winkel liggen. De

retailers zijn vooral gevestigd op toplocaties en in

aanloopstraten in winkelgebieden.

ß Er ontstaat een grotere behoefte aan branchering

van winkelgebieden en de retailers in de steden.

3) Schaalvergroting massaproducten:

ß Consumenten willen graag grote keuzevrijheid

en vergelijkingsmogelijkheden in standaard

massaproducten, zoals elektronica en boeken.

ß Internet en fysieke verkooppunten ondersteunen

elkaar in aanbod, verkoop en productvergelijking.

ß Voor retailers zijn de fysieke winkel en het internet

beide belangrijke verkooppunten. De retailers zijn

vooral gevestigd op retailparks en in aanloopstraten

van winkelgebieden.

ß De behoefte aan grote winkelunits blijft toenemen,

vooral in de aanloopstraten van winkelgebieden.

4) Krimpende winkelbranches:

ß Consumenten willen producten via internet ver-

krijgen, zoals muziek en reizen. Deze producten

zijn lager geprijsd en digitaal aan te schaffen of te

downloaden.

ß Internet neemt een groot deel van de verkoop over

van de fysieke winkel.

ß Internet wordt en/of is het belangrijkste verkoop-

punt voor retailers. De retailers met fysieke winkels

zijn vooral gevestigd op de aanloopstraten in win-

kelgebieden en in wijkwinkelcentra.

Naast deze ontwikkelingen zullen nieuwe

technologieën en technieken die op korte termijn

beschikbaar komen, de integratie tussen internet en

fysieke winkels verder bevorderen. Voorbeelden

hiervan zijn:

ß 3D-Bodyscan: Afbeelding lichaam zichtbaar in

paskamer op internet met wisselende kleding-

stukken.

ß Online communities: Consumenten vergelijken en

delen ideeën of ervaringen, wat vraaggestuurde

publiciteit voor retailers oplevert.

ß Websiteportals: Website met één type lifestyle-

producten van meerdere fabrikanten.Foto boven

Selexyz,Maastricht

De verdere groei van internetwinkelen, en daarmee de

dalende vraag naar winkelvastgoed, wordt vooralsnog

beperkt door praktische zaken zoals:

ß Omvang brievenbus consumenten.

ß Online bestelde producten zijn niet direct te

gebruiken.

ß De ‘look & feel’ is op internet nooit hetzelfde als in

een fysieke winkel.

De ‘look & feel’-beperking op het internet zal met de

huidige stand van de techniek niet op te lossen zijn.

Het distributievraagstuk daarentegen moet en zal

snel worden opgelost. Het is niet van deze tijd dat de

grootte van een brievenbus een beperkende factor is.

Internetwinkelen zal een vlucht nemen als producten

zeer snel op een door de consument gekozen plaats

beschikbaar zijn. Daarnaast zullen we over moeten

stappen op een ander formaat brievenbus. Consumenten

kunnen hierin bestelde goederen laten bezorgen

en weer mee laten nemen door pakketbezorgers.

Als deze, op het oog zo eenvoudige, belemmering

voor internetwinkelen wordt weggenomen, heeft dit

gevolgen voor een groot aantal retailers en zal ook de

vraag naar winkelvastgoed sterk afnemen.

Internetwinkelen neemt de komende jaren naar

verwachting sterk toe en draagt bij aan een

verschuiving van bestedingen in fysieke winkels naar

bestedingen via internet. Het verwachte aandeel online

bestedingen in 2012 bedraagt circa 8,5% van de totale

detailhandelsbestedingen in Nederland.

De verschuivende bestedingen veroorzaken drie

ontwikkelingen die de vraag naar winkelvastgoed

beïnvloeden:

ß Schaalvergroting massaproducten.

ß Specialisatie persoonlijke producten.

ß Krimpende winkelbranches.

Door deze ontwikkelingen neemt de vraag naar

winkelvastgoed de komende jaren af. Sommige

retailers redden het niet, bij andere retailers daalt de

omzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak.

Page 8: Retail Market Special 2009

8 Advance

Outlook

Door internetwinkelen verwachten wij een daling

van de vraag naar winkelruimte in Nederland met

7% tot 9%.

De vraag naar winkelvastgoed neemt door de groei

van internetwinkelen met zo’n 1,9 tot 2,4 miljoen

vierkante meter af tot en met 2012. Dit wordt

voornamelijk zichtbaar in de aanloopstraten van

winkelgebieden, omdat retailers verschuiven naar de

A1-winkelgebieden. Dit betekent niet dat er voor de

winkelvastgoedwereld geen kansen of uitdagingen

liggen. Elk vastgoedprofiel van de toekomst (zie

ontwikkelingen hiervoor) kenmerkt zich door kansen

en mogelijkheden voor specifieke partijen in het

speelveld.

Consumenten:

Internetwinkelen vergroot de concurrentie tussen

retailers en nieuwe technieken dragen bij aan meer

beleving, gemak en ondersteuning voor consumenten.

De consument wordt minder afhankelijk van het

productaanbod, de bereikbaarheid van winkels en

de openingstijden. Consumenten zijn één muisklik

verwijderd van een retailer. Zij zijn de grote winnaars

in de opkomst van internetwinkelen.

Ontwikkelaars:

De ontwikkelingen ten aanzien van schaalvergroting

van massaproducten en de specialisatie in persoonlijke

producten vragen om vastgoed dat deze nieuwe vraag

huisvest. Dit vraagt om het realiseren van grote,

goed bereikbare winkelunits aan de randen van een

hoofdwinkelgebied in de steden.FotoSelexyz,Maastricht

Page 9: Retail Market Special 2009

Advance 9

Beleggers:

De totale vraag naar winkelvastgoed neemt de komende

jaren af. Vooral winkelruimte in aanloopstraten van

hoofdwinkelgebieden zal meer leegstand laten zien.

Risico’s van beleggingsobjecten op deze locaties

nemen, afhankelijk van de huurder, toe en de huurprijs

zal dalen door de afnemende vraag.

Gemeenten:

Bepaalde winkelbranches verdwijnen de komende

jaren uit het winkelbeeld. Retailers trekken naar het

A1-winkelgebied, waardoor er leegstand ontstaat in de

aanloopstraten van winkelgebieden. Deze ontwikkeling

doet zich vooral voor in kleine en middelgrote steden.

Gemeenten moeten zich sterker focussen op hun

consumenten en op ‘branding’ van winkelgebieden

om deze interessant te houden. Tegelijkertijd moeten

gemeenten ingrepen in de bestaande stedelijke structuur

overwegen om zo de kwaliteit van het winkelgebied te

verbeteren.

Retailers & beheerders:

Het internet biedt diverse kansen om winkelgebieden

beter te ‘branden’ bij consumenten. Het DNA van een

winkelgebied kan goed worden gecommuniceerd. Ook

het aanbieden van kortingen en wisselende acties van

verschillende retailers kunnen de consument verleiden

tot een bezoek.

Door het internet hebben consumenten meer tijd om

zich voor te bereiden op een aankoop. Hierdoor zullen

zij gerichter gaan winkelen. De winnende retailers zijn

de retailers die zich via internet kunnen onderscheiden

van de concurrentie. Dit kunnen ze doen door middel

van heldere communicatie over locatie, assortiment,

prijsniveau en serviceverlening en met eventuele

productaanbiedingen.

Page 10: Retail Market Special 2009

10 Advance

De Nederlandse consument heeft steeds meer de

behoefte om op ieder moment van de dag te kunnen

winkelen. Voor de consument die fulltime werkt, is

fysiek winkelen alleen mogelijk op koopavond of op

zaterdag, aangevuld met een enkele koopzondag. Het

gevolg is dat deze toch al druk bezette consument in

een file door het winkelgebied loopt. Internetwinkelen

vormt voor deze groep een goed alternatief. Het is niet

alleen gemakkelijk, maar biedt ook vrijheid.

De beperking van openingstijden van winkels in

Nederland is een belangrijke oorzaak van de afname

van bestedingen bij retailers en de opkomst van

internetwinkelen. Naar verwachting verandert deze

situatie op korte termijn niet. Het huidige kabinet kiest

voor een verdere aanscherping van de Winkeltijdenwet

met het oog op de zondagsrust, veiligheid en kansen

voor kleine ondernemers.

Winkeltijdenwet Er is de afgelopen tijd veel gesproken over de

openingstijden van winkels in Nederland. In 1996

is de Winkeltijdenwet van kracht geworden. Deze

wet betekende destijds een flinke verruiming van de

openingstijden voor winkels. In 2008 heeft het kabinet

deze Winkeltijdenwet ter discussie gesteld, omdat er

meer behoefte bleek te bestaan aan lokaal maatwerk.

Het kabinet twijfelt of gemeenten belangen als

zondagsrust, leefbaarheid en veiligheid wel voldoende

meewegen. Het kabinet wil dat gemeenten duidelijker

gaan omschrijven waarom winkels op zondag open

mogen zijn. Daarom wordt in de toerismebepaling

van de Winkeltijdenwet opgenomen dat de gemeente

een toeristisch gebied moet hebben, dat het duidelijk

moet zijn in welk specifiek deel van de gemeente

de winkels open mogen zijn en wat het verband

hiertussen is. Ook worden er eisen gesteld aan de

belangenafweging. In het gemeentelijk besluit moet

straks gemotiveerd worden welke afweging is gemaakt

tussen het economisch belang en het omgevingsbelang.

Ook kunnen belanghebbenden, zoals inwoners en

winkeliers, straks in beroep gaan tegen het besluit van

de gemeenteraad.

TijdsbestedingAls gevolg van de Winkeltijdenwet uit 1996 heeft het

volgende plaatsgevonden:

ß De gemiddelde tijd dat winkels in Nederland per

week open zijn, is in de afgelopen 10 jaar, na de

invoering van de Winkeltijdenwet, gestegen van 55

uur in 1996 naar 76 uur in 2005. Als gevolg daarvan

zijn ook de momenten dat mensen tijd besteden aan

winkelen verschoven.

ß Als de frequentie van zondagen waarop de winkels

in een plaats open zijn, toeneemt, wordt er meer

gebruik van gemaakt.

ß Meer mensen winkelen op zondag en gedurende

verlengde doordeweekse openingen. Dit is ten

koste gegaan van de tijd die men op zaterdag of

doordeweeks overdag aan winkelen besteedt. Uit

de evaluatie van de Winkeltijdenwet blijkt dat veel

consumenten tevreden zijn en gebruik maken van

de ruimere openingstijden.

ß 95% van de respondenten van de evaluatie maakt

gebruik van avondopeningen van supermarkten.

Internationale vergelijkingen

Wanneer de situatie van de Nederlandse openingstijden

in perspectief wordt geplaatst, bijvoorbeeld in

vergelijking met West-Europese landen en de

Verenigde Staten, dan zijn er nogal wat verschillen op

te merken. Deze verschillen hebben vooral betrekking

op de zondagsopeningen. In bijvoorbeeld Duitsland

zijn zondagsopeningen bijna niet toegestaan. Tot

een paar jaar geleden waren verschillende winkels

zelfs op zaterdag niet open en gingen veel winkels

om 16.00 uur dicht. Ook Scandinavië heeft beperkte

Beperking openingstijden drukt de waarde van winkelvastgoed

Winkeltijdenwet 1996

Deze wet bepaalt dat winkels alleen tussen � uur ‘s ochtends en 10 uur ‘s avonds open mogen zijn en niet op zon- en feestdagen. Hier zijn echter uitzonderingen op: in de meeste steden is het eenmaal per maand toegestaan winkels op zondag open te houden (tijdens de zogenaamde koopzondag) en in de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn de winkels in de binnenstad en veel supermarkten in de buitenwijken eveneens op zondag open. Gemeenten mogen dit zelf bepalen door hun grondgebied gedeeltelijk of geheel als toeristisch gebied aan te merken. Er bestaat geen maximum aan het aantal uren dat de winkel open mag zijn.

Tijdsbesteding van Nederlanders

aan winkelen, verdeeld over dagen

van de week.

Figuur �

Bron: SCP (�00�)

% van de bevolking

1 Evaluatie winkeltijdenwet, B&A groep, �00�.

Fotos volgende paginaKalverstraat, AmsterdamLinks 1�.�0 uurRechts 19.�0 uur

908070�0�0�0�0�0100

197�

1980

198�

1990

199�

�000

�00�

Doordeweeks overdag (tot 18.00 uur)Doordeweeks avond 18.00-��.00 uurZaterdagZondag

Page 11: Retail Market Special 2009

Advance 11

Page 12: Retail Market Special 2009

1� Advance

zondagsopeningen voor binnensteden, behalve in de

‘feestmaand’ december. Landen die vrij soepel zijn

met zondagsopeningen zijn het Verenigd Koningrijk

en de VS, maar ook Spanje, Italië en Zweden. Hier zijn

de winkels in de meeste gevallen minimaal één zondag

per maand geopend. In toeristische gebieden gelden in

de meeste landen ruimere openingstijden.

Wat betreft avondopeningen vallen voornamelijk

Spanje en Portugal op. In deze landen zijn supermarkten

op veel plaatsen tot 24.00 uur geopend. Dit heeft vooral

een culturele reden: winkels zijn tijdens de siësta

’s middags meestal gesloten. In de VS en Zweden zijn

sommige supermarkten zelfs 24 uur per dag geopend.

De Nederlandse consument geeft duidelijk aan

enthousiast te zijn over de verruiming van de

openingstijden. Vanwege de maatschappelijke

bewegingen, waarbij iedereen het steeds drukker

krijgt en vrijetijdsbesteding steeds meer plaatsvindt in

Overzicht van de openingstijden in

andere landen

Tabel �Bron: Mintel, Pan European Retail Handbook (�008)

het weekend en op doordeweekse avonden, is er een

duidelijk toenemende behoefte aan verruiming van

openingstijden.

Wij menen dan ook dat de beperking van de winkel-

tijden, voornamelijk op zondag, niet gunstig is. Met

de opkomende concurrentie van het internetwinkelen

moeten winkelgebieden juist optimaal inspelen op

de vrijetijdsmomenten van de consument. Dit hoeft

niet voor alle winkelgebieden te gelden, maar elk

winkelgebied met ook maar een gering creatief aanbod

wordt in principe al recreatief bezocht, namelijk als

een dagje uit.

Omzettechnisch is het voor retailers niet altijd

haalbaar om de openingstijden te blijven verlengen.

Een oplossing kan zijn sluiting op doordeweekse

dagen, wanneer er weinig mensen winkelen, of verlate

openingen in de ochtenden. Men kan denken aan de

volgende voorbeelden:

Land Toegestaan Normaal Supermarkten Opmerkingen

Nederland 0�.00-��.00 09.00-18.00 08.00-�0.00 /��.00 Toeristische gebieden mogen elke zondag open; voor de andere gebieden zijn gemeenten zelf verantwoordelijk.

Verenigde Staten

10.00-�1.00 9.00-��.00 Erg flexibel, sommige winkels zelfs �� uur per dag.

Verenigd Koninkrijk

10.00-�1.00 08.00-18.00 Erg flexibel met weinig beperkingen, veel zondagsopeningen.

Spanje 09.00-��.00 09.00-��.00 Veel winkels zijn dicht tussen 1�.00-17.00 vanwege siësta. Zondag en maandag zijn er kortere openingstijden.

Zweden 09.�0-18.00/ 19.00

Supermarkten open op zondag. Sommige supermarkten �� uur per dag open.

Italië 07.00-��.00 09.00-19.�0 Maximaal 1� zondagsopeningen per jaar.

Portugal 09.00-��.00 09.00-19.00 09.00-��.00/��.00 Zondagsopening niet gebruikelijk, behalve in grote steden.

Frankrijk 09.00-19.00 08.00-��.00 Winkelcentra: � zondagen per jaar open, meestal in dagen voor Kerst.

België 10.00-18.00 08.�0-�0.00/�1.00 Zondagsopening �-� dagen per jaar, behalve in toeristische gebieden.

Finland 07.00-�1.00 Zondagsopeningen met beperkingen, alleen in bepaalde maanden en tussen 1�.00-�1.00.

Denemarken 10.00-18.00 Alleen zondagsopeningen toegestaan in aanloop naar Kerst.

Duitsland �.00-�0.00 0�.00-��.00 Streng beleid, maar afgelopen jaren wel versoepeld

Page 13: Retail Market Special 2009

Advance 1�

ß Winkels in grotere steden moeten dagelijks open

zijn tot begin van de avond, bijvoorbeeld tot

19.00/20.00 uur.

ß Belangrijke supermarkten moeten de mogelijkheid

bieden dagelijks open te zijn en doordeweeks tot

minstens 20.00 uur.

ß Winkels in kleinere steden kunnen op maandag

sluiten in plaats van op zondag, omdat de zondag

veel drukker bezocht wordt.

Daarnaast moet er ook een cultuuromslag plaats-

vinden, die overigens in veel andere landen al

heeft plaatsgevonden of nu plaatsvindt. Wanneer

openingstijden beter aangepast zijn aan het leefpatroon

van consumenten, worden hogere omzetten gehaald en

wordt efficiënter gebruik gemaakt van het vastgoed en

van bijvoorbeeld de parkeervoorzieningen. Dit leidt

uiteindelijk tot voordelen voor diverse partijen.

Zowel grote als kleinere retailers kunnen hogere

opbrengsten genereren wanneer meer consumenten

hun winkel bezoeken. Als de winkel op zondag of

’s avonds geregeld open is, zorgt dat voor meer

consumentenbezoek en daarmee tot meer omzet dan

op een standaard maandag of dinsdag overdag. Een

verruiming van de openingstijden is dan ook niet

alleen gunstig voor de consument en de retailer, maar

ook voor de vastgoedeigenaren. Doordat er meer wordt

verdiend in een winkelgebied als gevolg van ruimere

openingstijden neemt de waarde van het vastgoed ook

toe. Waarom dus de verruiming van de openingstijden

deels terugdraaien, terwijl de consument luid en

duidelijk aangeeft hier behoefte aan te hebben?

Waarom niet gewoon luisteren naar de consument?

FotoAlbert Heijn to go, Amsterdam CS

Page 14: Retail Market Special 2009

1� Advance

Het traditionele warenhuis maakt plaats voor nieuwe trekkers

Ooit was het warenhuis de grootste trekker in de

winkelstraten en wilden alle andere winkelketens

naast V&D, Hema of de Bijenkorf zitten. Is dit nog

steeds zo of zijn er inmiddels andere trekkers in de

Nederlandse winkelstraten? Is er nog een toekomst

voor het traditionele warenhuis?

In de Verenigde Staten was de afgelopen jaren de

marketing van grote shopping malls primair gericht op

het communiceren van de omvang (aantal meters) van

het aantal warenhuizen in de mall. De gedachte was dat

een winkelcentrum met zes warenhuizen aantrekkelijker

is dan een centrum met “maar” drie warenhuizen.

Inmiddels is dat veranderd. Door overnames van

bijvoorbeeld Macy’s en Bloomingdale’s is het aantal

warenhuisketens in de VS sterk verminderd, waardoor

opeens grote panden leegstaan. Deze leegstand wordt

deels opgevangen door nieuwe, afgeleide formules

van de ketens, zoals Macy’s Home, die hun intrek

nemen in de leegstaande winkelruimte. Daarnaast zijn

er andere trekkers op komst om deze leegstand op te

vangen zoals Crate & Barrel en Restoration Hardware.

Beide woninginrichtingwinkels zijn weliswaar niet

zo groot als de traditionele warenhuizen, maar ze

nemen gezamenlijk wel een aanzienlijk oppervlak

in. Er zijn ook winkels die tot voor kort alleen in de

periferie opereerden en die zich nu meer gaan vestigen

in grote shopping malls. Voorbeelden hiervan zijn

Target, een warenhuis a la Hema en Best Buy, een

elektronicawarenhuis a la Media Markt.

Het succes van de drie belangrijkste Nederlandse

warenhuizen, te weten Bijenkorf, V&D en Hema, is de

afgelopen jaren heel wisselend geweest. Ook bij andere

warenhuizen in Europa is dit succes de afgelopen jaren

wisselend geweest. Blijkbaar is het moeilijk om het

concept van de warenhuizen winstgevend te maken.

Binnen de retailwereld wordt “locatie” altijd als één

van de belangrijkste succesfactoren genoemd. Met

betrekking tot de warenhuizen in binnen- en buitenland

kan over het algemeen gezegd worden dat de locatie

goed tot zeer goed is. Waarom hebben warenhuizen het

dan toch zo moeilijk?

De warenhuizen V&D en Bijenkorf wisten zich

tot de jaren tachtig sterk te onderscheiden. De

warenhuizen hadden de mooiste winkels, konden de

beste inkoopprijzen bedingen en praktisch alles wat

ze in hun winkel aanboden werd een succes. Zeker in

de naoorlogse periode in Nederland brachten zij luxe

producten aan de man. Die functie heeft het warenhuis

tegenwoordig niet meer. We kunnen vaststellen dat juist

de omvang van dit retailconcept in de huidige markt meer

in de weg zit dan voordelen biedt. De winkelmarkt is

inmiddels volwassen en volledig geprofessionaliseerd.

De aantrekkelijkheid van winkelgebieden wordt niet

of nauwelijks nog afgemeten aan de aanwezigheid van

warenhuizen. De Bijenkorf heeft hierin nog enigszins

een uitzonderingspositie.

Winkels moeten in deze tijd snel met hun tijd mee

kunnen gaan om in te kunnen blijven spelen op steeds

en snel veranderende wensen en behoeften van de

consument. Door hun grootte zijn warenhuizen hiertoe

niet in staat. De realiteit van vandaag is dan ook dat

warenhuizen het moeten afleggen tegen de meer

kleinschalige winkels die dat wel kunnen.

Foto volgende paginaHema, Almere

Page 15: Retail Market Special 2009

Advance 1�

Page 16: Retail Market Special 2009

1� Advance

Alleen door zich sterk te onderscheiden van andere

winkels hebben warenhuizen kans op overleven.

De Bijenkorf is hier behoorlijk succesvol in. Door

de focus op het hogere marktsegment en door het

totale winkelconcept hierop aan te passen, heeft dit

warenhuis onderscheidend vermogen gecreëerd.

De Bijenkorf glinstert en verrast de consument en

het biedt hoogwaardigheid in product, assortiment

en winkelbeleving, dat niet wordt aanboden door

speciaalzaken. Deze hoogwaardige positie stelt echter

wel veel eisen aan de locatie. Het zorgt ervoor dat

de Bijenkorf slechts op een beperkt aantal locaties

succesvol kan zijn. Daardoor is het niet ondenkbaar

dat het aantal vestigingen gaat afnemen.

Ook Hema heeft zich, met een totaal andere focus,

weten te onderscheiden. Hema heeft gekozen voor een

moderne, jonge en frisse uitstraling en een sterke focus

op frequent benodigd producten met een uitstekende

prijs-kwaliteitverhouding in het lagere segment.

Daarnaast positioneert Hema zich steeds meer als

een ‘boodschappenwinkel’ waardoor zij in staat is

te expanderen in de richting van kleinere steden en

wijkwinkelcentra. De Bijenkorf en Hema staan beide

met een eigen onderscheidend concept voldoende

sterk in de markt.

V&D zat in het middensegment van de markt, maar

heeft zich de laatste jaren onvoldoende weten te

onderscheiden. Het assortiment was te ondiep met

te weinig onderscheidende producten. De huidige

strategie, waarin is gekozen voor een ‘shop-in-a-

shop’-model is mogelijk kansrijk. Hierdoor kan V&D

gebruik maken van de kracht van de verschillende

merken om op die manier zelf ook een duidelijker

imago te krijgen. Om een succesvol ‘shop-in-a-shop’-

concept te exploiteren en het totaalimago daarvan te

laten profiteren, is het van belang dat de verschillende

merken elkaar onderling versterken, herkenbaar zijn

en toegevoegde waarde bieden aan het totale aanbod.

FotoBijenkorf, Amsterdam

Foto volgende paginaThe Sting, Maastricht

Page 17: Retail Market Special 2009

Advance 17

Onze inschatting is dat hier voor V&D nog wel een

uitdaging ligt voor de toekomst, omdat de juiste mix

van merken en formules niet pasklaar op de plank

ligt.

Wat zijn de gevolgen voor het vastgoed?

Voor de consument van vandaag is het van groot

belang dat die zich herkent en zich thuis voelt in

de winkel en bij het merk. Dit is de basis voor een

grotere klantentrouw. Formules en merken gaan zich

daarom steeds meer profileren als een ’lifestyle’.

Goede voorbeelden hiervan zijn formules zoals Zara

en H&M. Deze formules hebben hun assortiment, en

daarmee de benodigde winkelruimte, de afgelopen

jaren steeds meer kunnen vergroten.

In navolging van de Verenigde Staten zien we ook in

Nederland de eerste woninginrichtingszaken ontstaan,

zoals Sissy Homeland en Zara Home. Wellicht ligt

hier ook een kans voor Ikea om met accessoires

binnenstedelijke vestigingen te openen.

Door het succes en de schaalvergroting van retailers als

H&M, Zara, maar ook Media Markt en The Sting, zijn

er nieuwe trekkers ontstaan. Van deze groep retailers

is er op de vastgoedmarkt de komende jaren veel te

verwachten. In de Nederlandse winkelstraten vindt deze

groep echter niet de winkelruimte die zij qua formaat

nodig heeft. Het gevolg is dat deze retailers vaak zijn

aangewezen op nieuwe ontwikkelingen, die soms

aan de rand van het kernwinkelgebied liggen. Voor

projectontwikkelaars met projecten in de binnensteden

is dit een meer dan interessante retailgroep. Recente

voorbeelden van succesvolle projecten zijn Pieter

Vreedeplein in Tilburg, Musiskwartier in Arnhem,

Piazza Center in Eindhoven en Spazio in Zoetermeer.

Hier is een goede mix van retailers gecombineerd met

meer kleinschalige winkels.

Voor de Nederlandse binnensteden is het belangrijk

dat ruimte wordt geboden aan winkelontwikkelingen

met grotere units. In de traditionele winkelstraten is

vaak onvoldoende ruimte om deze retailers in de juiste

maat te huisvesten, waardoor zij niet hun complete

assortiment kunnen voeren. De consument raakt hier

inmiddels wel aan gewend en is teleurgesteld wanneer

in een stad niet de juiste formules aanwezig zijn

in de juiste maat. Dit kan gevolgen hebben voor de

concurrentiepositie van een stad, omdat de consument

in toenemende mate kiest voor het winkelgebied met

het meest complete aanbod.

In de toekomst verwachten we dat het belang van de

traditionele warenhuizen binnen het winkelgebied

steeds verder afneemt. De focus komt steeds meer op

fashion te liggen met merken die optimaal inspelen op

de individuele klant. De succesvolle merken vragen

blijvend naar een groter aantal vierkante meters, zijn

de trekkers voor de consument en vormen daarmee de

basis voor nieuwe retailprojecten.

Page 18: Retail Market Special 2009

18 Advance

‘Branding’, voorwaarde voor succes

zich te winnen moeten alle betrokken partijen goed

samenwerken. Gezamenlijk moeten zij ervoor zorgen

dat een winkelgebied voldoende aantrekkelijk blijft

voor in ieder geval de consumenten in het directe

verzorgingsgebied. Dat lukt alleen wanneer een

winkelgebied optimaal is ‘gebrand’.

De komende jaren wordt ‘branding’ het sleutelwoord

voor winkelgebieden die zich goed in de markt

willen positioneren en gegarandeerd willen zijn

van succes. Het uitstralen van het DNA van de stad

in het winkelgebied en het tegemoetkomen aan de

interesse en behoefte van de consumenten in het

directe verzorgingsgebied, oftewel ‘branding’ is wat

de Nederlandse winkelgebieden de komende jaren te

doen staat.

De concurrentie tussen winkelgebieden wordt

steeds heviger. Klanten zijn zo mobiel dat zij het

winkelgebied bezoeken dat hen het meest aanspreekt.

Onze fijnmazige winkelstructuur maakt die keuze

ook mogelijk. Alle winkelgebieden vechten dan

ook om de gunst van de klant. Om die klant voor

FotoStadshart, Almere

Page 19: Retail Market Special 2009

Advance 19

Page 20: Retail Market Special 2009

�0 Advance

Winkelgebieden worden te weinig ‘gebrand’ in NederlandWe praten er in Nederland al jaren over, maar toch

is branding van winkelgebieden nog steeds iets dat

vooral in het buitenland plaatsvindt. Er zijn maar

weinig winkelgebieden in Nederland die bewust

worden gebrand en dan ook goed. Het is niet

verrassend dat de gemiddelde Nederlandse consument

alle binnenstedelijke winkelgebieden op elkaar vindt

lijken. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met

het aanbod: in iedere hoofdwinkelstraat zijn dezelfde

winkelformules te vinden. Dat is op zich ook terecht,

want de consument is op zoek naar deze formules.

Het onderscheid moet dan ook worden gezocht in

aanvullende winkels die echt iets bijzonders te bieden

hebben. Deze aanvulling kan vaak worden gevonden

onder zelfstandigen met één of een beperkt aantal

vestigingen.

Daarnaast heeft ‘branding’ te maken met het bieden

van sfeer en gezelligheid en bijzondere attractiepunten

die passen bij het imago van de stad. De meeste oudere

binnensteden hebben dit redelijk goed voor elkaar. Onze

oude historische binnensteden vertegenwoordigen het

DNA van hun stad vaak al heel sterk. Het historische

karakter van de grachtenpanden in Amsterdam is

bijvoorbeeld ook te vinden in de winkelpanden aan

de Leidsestraat en op de pleinen in het winkelgebied

zoals de Dam, het Leidseplein en het Rembrandtplein.

Daarnaast biedt een stad als Amsterdam in haar

centrumgebied meer dan alleen winkelen. Mensen

komen ook naar de binnenstad voor het bezoeken

van musea, horeca, theater, bioscopen en andere

uitgaansgelegenheden. Die ’couleur locale’ is, samen

met een sterke sfeer en ambiance, voor binnensteden

cruciaal. De verschillende deelgebieden moeten

wel goed op elkaar aansluiten, zodat consumenten

ze kunnen vinden. Ook dat is een onderdeel van

‘branding’.

De binnensteden en winkelgebieden in naoorlogse

steden of door de oorlog aangetaste steden, ontbreekt

het vaak aan het uitstralen van het DNA van de stad

en het bieden van sfeer en gezelligheid. De uitstraling

en het karakter van Rotterdam als oude havenstad

is bijvoorbeeld nauwelijks terug te vinden in het

stadscentrum. In de nieuwbouw op de Kop van Zuid

is dit daarentegen wel heel sterk doorgevoerd. Door

het DNA van Rotterdam als havenstad duidelijk en

zichtbaar tot uitdrukking te brengen, is dit een populair

woon-, werk- en recreatiegebied geworden waar de

Rotterdammers zich thuis voelen. Rotterdam heeft

hier belangrijke lessen geleerd en er ontstaan dan ook

initiatieven om het DNA van de stad op een positieve

manier te gebruiken om een aantrekkelijke woon-,

winkel- en recreatiestad te worden. Voorbeelden

hiervan zijn de plannen voor de Markthal die Provast

in het centrum van Rotterdam wil ontwikkelen, en

de herontwikkeling van het oude postkantoor door

Delta Ontwikkelingsgroep. Dit zijn op zichzelf

staande en individuele initiatieven. Bij het ‘branden’

van een binnenstad gaat het om het geheel en om een

geïntegreerde aanpak.

Waarom gebeurt er zo weinig op het gebied van

‘branding’ als je ziet dat het nationaal en internationaal

Foto rechtsMosae Forum,Maastricht

Page 21: Retail Market Special 2009

Advance �1

werkt? Een belangrijke oorzaak hiervan ligt op het

niveau van het lokale bestuur. Gemeenten hebben

tot op de dag van vandaag te weinig kennis en durf

om hun centrumgebieden krachtig te positioneren en

hun beleid daarop af te stemmen. Daarnaast is het een

belemmering dat er veel spelers bij het functioneren

van de gebieden betrokken zijn. Alle betrokken

partijen zullen zich gezamenlijk moeten inspannen

om een winkelgebied optimaal in de markt te zetten.

Initiatieven stranden veelal, doordat niet alle partijen

bereid zijn hun steentje bij te dragen. Opvallend

in Nederland is dat zelfs winkelgebieden die in

eigendom zijn van één eigenaar, met dus een beperkt

aantal spelers, niet of nauwelijks worden ‘gebrand’.

Winkelgebied Alexandrium in Rotterdam is een van

de enige succesvolle winkelgebieden in Nederland

die hierop een uitzondering vormt. Dit winkelgebied

is heel bewust ‘gebrand’ en vanuit die ‘branding’ ook

heel duidelijk in de markt is gezet.

Een mogelijkheid om een winkelcentrum of

winkelgebied optimaal te ‘branden’, is met behulp

van een lifestyle georiënteerde onderzoeksmethode.

Omdat dergelijke methodes pas sinds 2004 in

Nederland worden toegepast, zijn er in Nederland nog

geen voorbeelden van winkelgebieden die op basis van

een dergelijke methode zijn ontwikkeld.

Foto bovenMosae Forum,Maastricht

Page 22: Retail Market Special 2009

�� Advance

Bluewater bij Londen is het bekendste voorbeeld van

een centrum dat op basis van lifestylesegmentatie

is ontwikkeld. Het Bluewater winkelconcept is tot

stand gekomen op basis van een doorvertaling van de

interesses en behoeften van 70% van de bevolking,

woonachtig in het directe verzorgingsgebied. Het

zojuist opgeleverde nieuwe centrum van Liverpool is

hier ook een goed voorbeeld van. De herontwikkeling

en uitbreiding van het centrumgebied van Liverpool

(Paradise Street Development Area), waar ook veel

verschillende partijen bij betrokken waren, is gestoeld

op een consumentensegmentatieonderzoek dat Jones

Lang LaSalle heeft uitgevoerd in opdracht van de Britse

ontwikkelaar en investeerder Grosvenor. Ten aanzien

van het centrum van Liverpool is daarbij heel duidelijk

gekeken naar de juiste functie op de juiste plek, waarbij

de nieuwbouw naadloos aansluit op het bestaande

winkelgebied. Ten aanzien van de ontwikkeling is

gekozen voor verschillende deelgebieden met ieder

een geheel eigen karakter. Daarbij is steeds opnieuw

een optimale combinatie tussen retail en leisure

gezocht, wat een verrassend element aan de stad geeft.

Het doel was het opnieuw ontwikkelen van het meest

populaire centrum in de regio waar de inwoners van

Liverpool trots op zijn.

In de VS zijn voorbeelden te vinden van winkelgebieden

die zich slechts op een specifieke consumentengroep

richten. Daarbij worden het aanbod, de sfeer, de beleving

en de entourage gericht op die ene consumentengroep.

Daarmee ontstaat een zodanig krachtig concept, dat ook

andere consumenten zich sterk voelen aangesproken.

Voorbeelden hiervan zijn The Grove in Los Angeles

en The Americana in Glendale, Los Angeles County.

Met beide lifestylecentra heeft ontwikkelaar Caruso

een nieuw stadscentrum weten te creëren dat zo veel

sfeer uitstraalt, dat beide centra consumenten uit een

enorme regio trekken en de overdekte malls in de buurt

De Winkelconsument Centraal

Jones Lang LaSalle is in �00� als eerste in Nederland gestart met een lifestyle onderzoeksmethode voor de winkelmarkt, de zogenaamde Winkelconsument Centraal. Met behulp van deze methode kan worden gekomen tot sterk gebrande succesvolle winkelgebieden. De basis van het onderzoek ligt bij het in beeld brengen van de aanwezige lifestyle consumentengroepen in het verzorgingsgebied en het imago van een stad. Inmiddels hebben we al vele onderzoeken met behulp van deze methode op onze naam staan. Wij hebben dus veel ervaring met het in zowel binnen- als buitenland. Op basis daarvan kunnen we stellen dat de methode tot nu toe zeer succesvol is geweest en een waardevolle toevoeging is op bestaande retailonderzoeksmethoden.

FotoSpazio, Zoetermeer

Page 23: Retail Market Special 2009

Advance ��

het nakijken geven. Dit bewijst dat het sterk ‘branden’

van een winkelgebied ook omzettechnisch zeer

interessant is. Uit onderzoek blijkt dat consumenten

meer besteden op het moment dat zij zich helemaal

thuis voelen in een winkelgebied. Ook al spreekt een

dergelijk winkelgebied dan misschien niet iedereen

aan, de gemiddelde bestedingen per consument

liggen vele malen hoger dan in niet-gepositioneerde

winkelgebieden.

De naoorlogse Nederlandse binnensteden en nieuwe

winkelgebieden in Nederland kunnen nog veel leren

van de sfeer en uitstraling van de Amerikaanse

lifestylecentra. Veel winkelgebieden in Nederland

hebben automatisch een bepaalde focus gekregen. Het

is geen weloverwogen keuze geweest en het is ook niet

gebaseerd op de behoeften van de consumenten in het

specifieke gebied. Op basis van het verschil in onder

andere bereikbaarheid, afstand, parkeermogelijkheden,

parkeerkosten, aanbod, uitstraling en sfeer kiezen

consumenten in een regio voor het winkelgebied

dat hen het meeste aanspreekt. Dit kan bijvoorbeeld

worden geïllustreerd aan de hand van de Haagse regio.

Consumenten in deze regio kiezen voor het centrum

van Den Haag, winkelcentrum In den Boogaard,

winkelcentrum Leidschenhage of het centrum van

Zoetermeer, op basis van hun specifieke kenmerken.

Het centrum van Den Haag biedt een zeer uitgebreid

aanbod, waarbij de kern van het centrum zich richt

op mainstream winkelaanbod en het westen van het

centrum op hoogwaardig winkelaanbod. De Spuistraat

en Hoogstraat hebben daardoor ieder een geheel ander

karakter. Bepaalde consumenten bezoeken alleen

de Spuistraat, andere consumenten spreekt alleen de

Hoogstraat aan. Delen van het centrum van Den Haag

zijn erg sfeervol. Er zijn gezellige pleinen met horeca,

maar het parkeren is er relatief duur en de bereikbaarheid

is matig. Wie minder wil betalen voor het parkeren,

naar een goed bereikbaar centrum wil en daarbij een

wat beperkter aanbod op de koop toe wil nemen, heeft

de keuze uit de andere winkelgebieden in de regio.

Voor deze gebieden in Den Haag geldt dat zij nu nog

een sterk mainstream aanbod hebben. Door zich nog

sterker te onderscheiden, kunnen zij aantrekkelijker

worden voor specifieke consumentengroepen. Hoewel

focus op en onderscheidt in specifiek aanbod van

belang is, moet een winkelgebied natuurlijk altijd

een goed gevarieerd aanbod hebben en verschillende

typen consumenten aanspreken. Deelgebieden met

een specifieke focus, met een naadloze aansluiting

op het bredere aanbod en met de door consumenten

zo zeer gewaardeerde retailketens zijn een goede

oplossing. Wanneer hierbij het DNA van de stad

of van het deelgebied ook in de sfeer en uitstraling

goed wordt uitgewerkt, komt het helemaal goed met

de Nederlandse steden en wordt winkelen voor de

consument weer echt genieten.

Page 24: Retail Market Special 2009

In deze Winkelmarktspecial zijn wij ingegaan op

de vier meest actuele retailontwikkelingen. Daarbij

hebben wij onze visie gegeven over hoe Nederland

met deze ontwikkelingen om zou moeten gaan. De

consument staat daarin centraal. Elke ontwikkeling

heeft zijn eigen invloed op het winkelvastgoed in

Nederland. De belangrijkste factor is in onze ogen het

internetwinkelen. De verwachting is dat het aandeel

in de non-foodbestedingen via dit kanaal van 3,4%

in 2007 gaat stijgen naar 8,5% in 2012. Als gevolg

hiervan verwachten we dat de behoefte aan fysieke

winkelruimte in de Nederlandse binnensteden de

komende vijf jaar met maar liefst 7 tot 9% gaat

afnemen. Het effect is leegstand in aanloopstraten

van winkelcentra en winkelgebieden. De kans voor

de winkelvastgoedsector zit in het bieden van goed

bereikbare locaties waar consumenten hun op internet

bestelde goederen kunnen afhalen, zoals wijk- en

buurtwinkelcentra en bedrijvenlocaties.

De openingstijden van winkels in Nederland hangt

nauw samen met de ontwikkelingen op het gebied

van internetwinkelen. Fysieke winkels concurreren

met de 24 uursmogelijkheden op internet. Alleen

voor specifieke producten, zoals kleding en verse

producten, is deze concurrentie van ondergeschikt

belang. De toename van het winkelen via internet

is een van de indicatoren dat de consument

behoefte heeft aan winkelen buiten de traditionele

openingstijden. Wij zijn een groot voorstander

van een optimale marktwerking. Hierbij past de

mogelijkheid voor binnensteden en winkelcentra om

in te spelen op de wens van de consument naar

ruimere winkelopeningstijden. De overheid mag

hierbij in onze ogen niet teveel beperkingen opleggen.

In het buitenland zien we dat een verruiming van de

openingstijden in grote steden, toeristische plekken

en grote winkelcentra zeer succesvol is. In Nederland

zijn de grootste binnensteden al succesvol open op

zondag. Het succes van de zondagsopening hangt

met name af van het aantal winkels dat meedoet en

het aantal klanten dat het winkelgebied op de zondag

bezoekt. Als die aantallen hoog genoeg zijn, dan zien

we een daadwerkelijke stijging van de omzetten bij

retailers. Dit heeft vervolgens weer een positieve

uitwerking op de waarde van het winkelvastgoed.

Naast de binnensteden zijn het in het buitenland de

supermarkten die hebben ingespeeld op de verruiming

van winkelopeningstijden. In Nederland zijn de

supermarkten wel al vaak tot in de avond open, maar

bijna nooit op zondag. Wij zijn van mening dat de

markt mogelijkheden moet hebben om hier flexibeler

mee om te gaan en om zoveel mogelijk te kunnen

inspelen op de wens en behoefte van de consument.

Tot slot

Page 25: Retail Market Special 2009

De oude vertrouwde trekpleisters van winkelgebieden,

de warenhuizen, behoren grotendeels tot het verleden.

In Nederland zijn De Bijenkorf en Hema hierop

de uitzonderingen omdat zij zich nog steeds goed

weten te onderscheiden van andere retailconcepten.

De trekkracht van de warenhuizen is de laatste jaren

voor een groot deel overgenomen door retailers

als H&M, Media Markt, Zara en The Sting. In zo’n

sterke mate zelfs dat winkelgebieden er last van

hebben als deze ketens ontbreken in het winkelgebied.

Aansluitend op deze succesvolle formules in de mode

verwachten we dat hoogwaardige woninginrichters

ook de Nederlandse binnensteden gaan veroveren. In

de VS is dit al gebeurd en blijkt het succesvol. Voor

het handhaven van de aantrekkelijkheid van binnen-

steden is het van belang dat hiervoor fysieke ruimte

wordt gecreëerd.

Voor het optimaal functioneren van winkelgebieden is

‘branding’ een grote succesfactor. Een winkelgebied

dat het DNA van een stad uitstraalt en specifiek

inspeelt op de wensen en behoeften van de

consumenten in het verzorgingsgebied, heeft veel

grotere kansen succesvol te zijn. In Nederland wordt

‘branding’ nog nauwelijks bewust gedaan. Veel

historische winkelgebieden vertegenwoordigen het

DNA van hun stad al automatisch, maar in de meeste

naoorlogse winkelgebieden ontbreekt het hieraan.

Ieder winkelgebied heeft zijn eigen karakteristieken,

maar net iets méér bieden dan andere winkelgebieden

is blijkbaar niet eenvoudig. De Nederlandse

winkelgebieden lijken immers sterk op elkaar. De

consument wordt daardoor weinig geprikkeld om deze

winkelgebieden te bezoeken. In het buitenland zijn wel

succesvolle voorbeelden te geven van winkelgebieden

die zeer goed ‘gebrand’ zijn en op uitstekende wijze

het DNA van een stad weten te verpakken. ‘Branding’

is dan ook de uitdaging voor onze winkelgebieden de

komende jaren!

De grote winnaar van elke trend en ontwikkeling moet

de consument zijn. Wanneer de consument steeds

meer keuzemogelijkheden krijgt in steeds mooier

wordende winkelgebieden, is succes gegarandeerd.

En dat is tenslotte iets waar alle winkelgebieden en

alle betrokkenen in het winkelvastgoed naar zouden

moeten streven.

FotoRestaurant de Bijenkorf, Amsterdam

Page 26: Retail Market Special 2009

COPYRIGHT© JONES LANG LASALLE IP, INC. 2009. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means without prior written consent of Jones Lang Lasalle. It is based on material that we believe to be reliable. Whilst every effort has been made to ensure its accuracy, we cannot offer any warranty that it contains no factual errors. We would like to be told of any such errors in order to correct them.

Jones Lang LaSalle

P.O.Box 75208

1070 AE Amsterdam

The Netherlands

+31 (0)20 5 405 405

Contacts

Richard Dallinga

National Director Retail

Jones Lang LaSalle

Amsterdam

[email protected]

Ingrid Ploegmakers

Associate Director Retail

Jones Lang LaSalle

Amsterdam

[email protected]

Bregje de Looff

Consultant

Jones Lang LaSalle

Amsterdam

[email protected]

Tjard Martinus

Consultant

Jones Lang LaSalle

Amsterdam

[email protected]

Retail MarketSpecial 2009