REGLEMENTERING KLEDIJFONDSusers.telenet.be/zur/bestanden/Kledijfonds.pdf · Kledijstukken met...

36
545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds Uitgave juni 2010 1 REGLEMENTERING KLEDIJFONDS Inhoud 0. Wie valt onder de reglementering kledijfonds? 1. REGLEMENTERING CHAUFFEURS 1.1. Dragen van het uniform 1.2. Samenstelling van het uniform 1.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 1.2.2. De facultatieve kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 1.2.3. Algemene bepalingen 1.3. Uitrusting bij indiensttreding 1.3.1. Personeelsleden van de exploitatie 1.3.2. Personeelsleden van de technische diensten die rijprestaties leveren 1.3.2.1. Personeelsleden met regelmatige rijprestaties 1.3.2.2. Personeelsleden die sporadisch rijprestaties leveren 1.4. Dotatie kledijfonds 1.4.1. Schorsing van de dotatie 1.4.2. Stopzetting van de dotatie 1.5. Aanvragen van kledij 1.6. Vergoedingen 1.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform 1.6.2. Vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon en de bermuda 1.6.3. Speciaal schoeisel 1.7. Bijzondere bepalingen 1.7.1. Uitdiensttreding 1.7.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte 1.7.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst 1.7.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen 1.7.2. Diensttas 1.7.2.1. Rechthebbenden 1.7.2.2. Betaling van de diensttas 1.7.3. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst 1.7.4. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment 1.7.5. Toepassing van de reglementering voor bepaalde personeelscategorieën 1.7.5.1. Chauffeurs aangeworven met een contract van bepaalde duur 1.7.5.2. Tijdelijken en jobstudenten aangeworven voor het toeristisch kustseizoen 1.7.5.3. Chauffeurs met technische onderhoudstaken (koerdiensten)

Transcript of REGLEMENTERING KLEDIJFONDSusers.telenet.be/zur/bestanden/Kledijfonds.pdf · Kledijstukken met...

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 1

REGLEMENTERING KLEDIJFONDS

Inhoud

0. Wie valt onder de reglementering kledijfonds?

1. REGLEMENTERING CHAUFFEURS

1.1. Dragen van het uniform

1.2. Samenstelling van het uniform 1.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 1.2.2. De facultatieve kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 1.2.3. Algemene bepalingen

1.3. Uitrusting bij indiensttreding 1.3.1. Personeelsleden van de exploitatie 1.3.2. Personeelsleden van de technische diensten die rijprestaties leveren

1.3.2.1. Personeelsleden met regelmatige rijprestaties 1.3.2.2. Personeelsleden die sporadisch rijprestaties leveren

1.4. Dotatie kledijfonds 1.4.1. Schorsing van de dotatie 1.4.2. Stopzetting van de dotatie

1.5. Aanvragen van kledij

1.6. Vergoedingen 1.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform 1.6.2. Vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon en de bermuda 1.6.3. Speciaal schoeisel

1.7. Bijzondere bepalingen 1.7.1. Uitdiensttreding

1.7.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte

1.7.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst 1.7.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen

1.7.2. Diensttas 1.7.2.1. Rechthebbenden 1.7.2.2. Betaling van de diensttas

1.7.3. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst

1.7.4. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment 1.7.5. Toepassing van de reglementering voor bepaalde personeelscategorieën

1.7.5.1. Chauffeurs aangeworven met een contract van bepaalde duur 1.7.5.2. Tijdelijken en jobstudenten aangeworven voor het toeristisch kustseizoen 1.7.5.3. Chauffeurs met technische onderhoudstaken (koerdiensten)

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 2

2.1. Dragen van het uniform

2.2. Samenstelling van het uniform 2.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 2.2.2. De facultatief te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds

2.3. Uitrusting bij aanvang van de functie 2.3.1. Indien vooraf reeds uniformplichtig 2.3.2. Indien vooraf niet uniformplichtig 2.3.3. Verstrekken van de parka 2.3.4. Regenbroek 2.3.5. Schoudertas 2.3.6. Zetelhoes

2.4. Dotatie kledijfonds 2.4.1. Schorsing van de dotatie 2.4.2. Stopzetting van de dotatie

2.5. Aanvragen van kledij

2.6. Vergoedingen 2.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform 2.6.2. Vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon 2.6.3. Speciaal schoeisel

2.7. Bijzondere bepalingen 2.7.1. Bij uitdiensttreding of mislukking in stage

2.7.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte

2.7.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst 2.7.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) 2.7.1.4. Ingeval van mislukken in opleiding of stage

2.7.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst

2.7.3. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment

3. REGLEMENTERING LIJNCONTROLE 3.1. Dragen van het uniform

3.1.1. Algemeen 3.1.2. Aansprakelijkheid 3.1.3. Sancties 3.1.4. Opmerking

3.2. Samenstelling van het uniform 3.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds 3.2.2. De facultatief te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 3

3.3. Uitrusting bij aanvang van de functie 3.3.1. Indien vooraf reeds uniformplichtig 3.3.2. Indien vooraf niet uniformplichtig 3.3.3. Verstrekken van de parka 3.3.4. Regenbroek 3.3.5. Schoudertas

3.4. Dotatie kledijfonds 3.4.1. Schorsing van de dotatie 3.4.2. Stopzetting van de dotatie

3.5. Aanvragen van kledij 3.5.1. Algemeen 3.5.2. Kledijstukken met Vigilis logo

3.6. Vergoedingen 3.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform 3.6.2. Vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon en de bermuda 3.6.3. Speciaal schoeisel

3.7. Bijzondere kledij voor de lijncontroleurs die deel uitmaken van de interventieploegen per motor 3.8. Badge Lijncontrole

3.8.1. Algemeen gebruik 3.8.2. Verlies van de badge, aangemaakt door De Lijn 3.8.3. Verlies van de originele badge 3.8.4. Beëindiging van de activiteiten van lijncontroleur of leidinggevende lijncontrole 3.8.5. Terugsturen en vernietigen van de badge

3.9. Bijzondere bepalingen 3.9.1. Bij uitdiensttreding of mislukking in stage

3.9.1.1. Algemeen 3.9.1.2. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige

afwezigheid wegens ziekte 3.9.1.3. Ingeval van overlijden in actieve dienst 3.9.1.4. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen)

3.9.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst

3.9.3. Uniformstukken die niet meer gedragen worden (ingevolge slijtage, beschadiging, e.d.)

3.9.4. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment 3.9.5. Voorschriften omtrent het dragen van het uniform voor of na de dienst 3.9.6. Algemeen voorkomen

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 4

4. REGLEMENTERING PERSONEEL TECHNISCHE DIENSTEN

4.1. Dragen van de werkkledij 4.1.1. Door de werkgever gratis en verplicht te verstrekken beschermkledij

4.1.1.1. Overall 4.1.1.2. Veiligheidsschoenen 4.1.1.3. Speciaal veiligheidsschoeisel – steunzolen 4.1.1.4. Parka 4.1.1.5. Andere veiligheidsuitrusting

4.1.2 Facultatieve kledij

4.2. Uitrusting bij indiensttreding of overheveling

4.3. Dotatie kledijfonds 4.3.1. Schorsing van de dotatie 4.3.2. Stopzetting van de dotatie

4.4. Aanvragen van kledij

4.5. Bijzondere beschikkingen 4.5.1. Bij uitdiensttreding

4.5.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte

4.5.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst 4.5.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen).

4.5.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst

4.5.3. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment Bijlage: jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds op 1 januari 2010.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 5

0. Wie valt onder de reglementering kledijfonds? De volgende functies vallen onder de toepassing van de reglementering kledijfonds: 1. De functies die behoren tot de groep « reglementering chauffeurs » :

- chauffeur - lijnverantwoordelijke - plaatsbewijzentoezichter - loontrekkende instructeurs (bus) - toezichter pre-metro - medewerkers Lijnwinkel met klantencontact - 2

de persoon op het voertuig

2. De functies die behoren tot de groep « reglementering weddetrekkenden » : - de instructeur - verantwoordelijke rijschool - exploitatiechef - de baancontroleur (uitdovend) heeft een éénmalige keuze (ten persoonlijke titel behoud

van het uniform met passanten). - Dispatcher:

Functiehouder vóór 1/1/2010 : eenmalige keuze (ten persoonlijke titel behoud van het uniform met passanten (1 dikke en 1 dunne lijn))

Functiehouder na 1/1/2010 : geen uniform 3. De functies die behoren tot de groep « reglementering lijncontrole» - Lijncontroleurs - Verantwoordelijke centrale controle - Hoofd operaties & controle - Verantwoordelijke controle & interventie Voor de interventieploeg is een aangepast uniform voor de moto voorzien. 4. De functies die behoren tot de groep « reglementering werkkledij personeel technische diensten ».

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 6

1. REGLEMENTERING CHAUFFEURS

1.1. Dragen van het uniform Het dragen van het uniform is verplicht voor de volgende functies: - chauffeur - lijnverantwoordelijke - plaatsbewijzentoezichter - loontrekkende instructeurs (bus) - toezichter pre-metro - medewerkers Lijnwinkel met klantencontact - 2

de persoon op het voertuig

De draagplicht geldt gedurende de ganse diensttijd. Tijdens de periode van 15 mei tot en met 15 september is het toegelaten de dienst uit te voeren met een polo of hemd zonder das en met de bermuda. In heel uitzonderlijke gevallen van extreme warmte (hittegolf) buiten deze periode kan de directeur personeelsbeleid beslissen om deze periode uit te breiden.

1.2. Samenstelling van het uniform 1.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds blouson, pantalon (dames : kuitbroek of pantalon), hemd (dames : hemdblouse), das (dames : das of sjaaltje), passanten. Passanten met kentekens

Functie kenteken opmerking

chauffeur geen

plaatsbewijzentoezichter 1 dunne lijn + badge als de functie wordt uitgeoefend

lijnverantwoordelijke 1 dunne lijn

Loontrekkende intructeurs (bus)

1 dunne lijn

2de

persoon op het voertuig Passant zoals gebruikt in de entiteit

1

toezichter pre-metro Geen kenteken

Medewerkers Lijnwinkel met klantencontract

Geen kenteken

1.2.2. De facultatieve kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds pull-over, polo, débardeur, bodywarmer, damesvest, bermuda, sokken, schoenen, boots, broeksriem, dasspeld, sjaalclip (dames),T-shirt, thermosfles, diensttas, geldbeugel.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 7

1.2.3. Algemene bepalingen

Tijdens de uitvoering van de dienst mogen geen andere kledingstukken dan de hierboven opgesomde worden gedragen. Bij medische problemen wordt in samenspraak met de arbeidsgeneesheer naar een passende oplossing gezocht.

Er is geen automatische vrijstelling van het uniform voor zwangere vrouwen, enkel de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan bepalen dat een vrouw moet vrijgesteld worden van het dragen van het uniform. De vrouwen mogen dan zelf een donkere broek aankopen en de factuur of aankoopbon binnenbrengen. Het bedrag wordt terugbetaald met een maximum van de prijs van een damespantalon uit het assortiment. Dit bedrag wordt eveneens afgetrokken van de dotatie.

Het dragen van de T-shirt is alleen toegelaten om het uniform te beschermen tijdens het uitvoeren van koerdiensten. Het mag in geen enkel geval gedragen worden tijdens de uitvoering van rijprestaties of andere taken in contact met het publiek.

Sokken : indien zelf aangekochte sokken worden gedragen dienen deze in een donkere kleur (donkerblauw of zwart) te zijn. Onder de bermuda mogen donkerblauwe enkelsokken (beschikbaar in assortiment kledijfonds), egaal witte sportsokken of helemaal geen sokken gedragen worden.

Schoenen : indien zelf aangekochte schoenen worden gedragen dienen zij in een donkere kleur (donkerblauw of zwart) te zijn, gesloten en met slipvrije zool. Onder de bermuda draag je alleen sportief, gesloten schoeisel, egaal van kleur (grijs, bruin, zwart, of donkerblauw) en zonder opvallende kleuraccenten. Een open schoen is een schoen waarbij hielstuk en/of teenstuk open is, bij een gesloten schoen zijn zowel hiel- als teenstuk gesloten. De kledijcode schrijft voor dat de schoen van de chauffeur een gesloten schoen is, die voldoet aan de eisen van veiligheid en ergonomie. De schoen dient slipvast te zijn, zowel voor gebruik bij de verplaatsing op het grondvlak, als voor de bediening van de pedalen. De zool mag niet te hard of te soepel zijn.

Op grond van deze bepalingen wordt volgend schoeisel uitgesloten: - sportschoenen - sandalen - pantoffels - plateauschoenen - hoge hakschoenen - slippers

Het is aan de permanente plaatsbewijzentoezichters toegelaten zich een parka controleur (zie reglementering weddetrekkenden – punt 2.3.3.) aan te schaffen in plaats van een blouson.

De plaatsbewijzentoezichters hebben recht op een gratis regenbroek, zoals bepaald in de reglementering weddetrekkenden – zie punt 2.3.4.

De plaatsbewijzentoezichters mogen de grijze broek van de lijncontrole dragen. Zij hebben recht op 2 gratis exemplaren

De plaatsbewijzentoezichters kunnen beschikken over een set thermisch ondergoed, bestaande uit een broek en hemd, vanaf de winter van 2010. Dit behoort tot de facultatieve stukken. Iedereen ontvangt een gratis set.

Das: de stropdas wordt vervangen door een stropdas met velcro-sluiting . Iedereen ontvangt bij de omschakeling 2 dassen gratis.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 8

De gewone stropdas mag men verder blijven dragen, maar wordt niet meer voorzien in het

assortiment. De clipdas wordt ook niet langer opgenomen in het assortiment.

Fluo vest: elke chauffeur ontvangt een fluo vest (overgooier). Deze moet altijd mee aanwezig zijn op het voertuig. Deze fluovest moet gedragen worden bij het verlaten van een voertuig bij pech of ongeval op een autosnelweg of autoweg.

Het is niet toegelaten : - zich elders dan bij het kledijfonds te voorzien van verplichte artikelen van het

uniform - enige wijziging aan te brengen die het uitzicht van de kledijstukken zou veranderen - op om het even welke manier de door het kledijfonds afgeleverde artikelen te

verhandelen - om het even welke kentekens te dragen, andere dan deze die voorzien zijn voor hun

functie - andere kledijstukken te dragen dan deze die voorzien zijn in het assortiment, zoals

jeans en dergelijke

1.3. Uitrusting bij indiensttreding 1.3.1. Personeelsleden van de exploitatie Na de scholing worden volgende kledijstukken gratis verstrekt aan de personeelsleden die nog geen uniform hebben: heren dames 1 blouson 1 blouson 1 pull of bodywarmer 1 pull of bodywarmer 8 hemden of 8 hemdblousen of 6 hemden en 2 polo‟s of 6 hemdblousen en 2 polo‟s of 4 hemden en 4 polo‟s 4 hemdblousen en 4 polo‟s 2 pantalons 2 kuitbroeken of pantalons 2 dassen 2 sjaaltjes of dassen 2 paar passanten 2 paar passanten 1 T-shirt 1 T-shirt 1 zetelhoes 1 zetelhoes 1 geldbeugel 1 geldbeugel De plaatsbewijzentoezichters, de lijnverantwoordelijken en de stelplaatsverantwoordelijke krijgen bij hun aanstelling gratis twee paar passanten met kentekens. Elk personeelslid kan 1 zetelhoes aanvragen per kalenderjaar, die op dat ogenblik gratis verstrekt wordt. 1.3.2. Personeelsleden van de technische diensten die rijprestaties leveren 1.3.2.1 Personeelsleden met regelmatige rijprestaties Personeelsleden van de technische diensten die regelmatig rijprestaties leveren zijn deze die minstens 5 prestaties per maand leveren, gespreid over 5 afzonderlijke dagen. Voor personeelsleden die deeltijds werken wordt dit aantal prestaties bepaald pro rata het activiteitspercentage. Deze personeelsleden ontvangen een uitrusting zoals vermeld onder punt 1.3.1.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 9

1.3.2.2. Personeelsleden die sporadisch rijprestaties leveren Deze personeelsleden ontvangen de volgende uitrusting: heren dames 1 blouson 1 blouson 1 pull of bodywarmer 1 pull of bodywarmer 4 hemden of 4 hemdblousen of 3 hemden en 1 polo‟s of 3 hemdblousen en 1 polo‟s of 2 hemden en 2 polo‟s 2 hemdblousen en 2 polo‟s 1 pantalon 1 kuitbroek of 1 pantalon 1 das 1 sjaaltje of das 2 paar passanten 2 paar passanten 1 T-shirt 1 T-shirt 1 geldbeugel 1 geldbeugel

1.4. Dotatie kledijfonds Voor ieder personeelslid dat gehouden is tot het dragen van het uniform wordt na de scholing een individuele rekening kledijfonds geopend. Deze rekening wordt aangevuld door een administratieve dotatie vanwege de werkgever en moet aan het personeelslid toelaten zijn/haar uniform, door vervanging van versleten kledijstukken, in orde te houden. Bovendien kan hij/zij daarmee ook andere facultatieve stukken, voorzien in het assortiment van het kledijfonds, aanschaffen. De jaarlijkse dotatie wordt vastgesteld op basis van onderliggende principes :

De verkoopprijzen van de verschillende uniformstukken worden op 1 januari van elk jaar vastgelegd.

Het bedrag van de jaardotatie wordt opgenomen in de bijlage.

De jaardotatie wordt jaarlijks aangepast op 1 januari in dezelfde verhouding als de gewogen stijging van de verkoopprijzen van de uniformstukken in het voorbije kalenderjaar. In de korf worden alle verplichte en facultatieve uniformstukken opgenomen.

Bij latere aanpassingen van kledij (snit – kwaliteit – assortiment) wordt telkenmale bepaald of deze aanpassing al dan niet een invloed mag hebben op de dotatie. In ontkennend geval kan de prijs van het gewijzigde artikel onmiddellijk aangepast worden zonder aanpassing van de dotatie.

Gedurende het eerste jaar ontvangen de personeelsleden na de scholing een halve jaardotatie. Dit moet hen toelaten om naast het gratis ontvangen uniform ook al een aantal bijkomende stukken aan te schaffen. Vanaf 1 jaar dienst ontvangen zij een volledige jaardotatie. Bij aanvaarding van een kledijstuk door een personeelslid wordt de kostprijs ervan in mindering gebracht van de individuele lopende rekening kledijfonds. Een negatief saldo op de individuele rekening kledijfonds wordt niet toegestaan. De dotatie wordt forfaitair toegekend behalve wanneer zich een schorsing van het recht (zie hierna) voordoet. De dotatie wordt pro-rata de gepresteerde tijd toegekend; een personeelslid dat deeltijds werkt zal een gedeeltelijke dotatie ontvangen.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 10

1.4.1. Schorsing van de dotatie Bij afwezigheid wegens ziekte, zwangerschapsverlof, ongeval (ander dan arbeidsongeval) of ingeval van tijdelijke ongeschiktheid wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Bij afwezigheid om een andere reden (uitgezonderd hoofdvakantie) zoals bijvoorbeeld volledige loopbaanonderbreking of tijdkrediet wordt het recht op dotatie geschorst vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Het recht op dotatie wordt opnieuw van kracht op de eerste van de maand volgend op de datum van werkhervatting of bij het opheffen van de ongeschiktheid. Bij hervalling (d.w.z. bij het terug ziekvallen ingevolge dezelfde ziekte binnen de 14 dagen na hervatting) zal geen nieuwe termijn met betrekking tot het recht op dotatie in acht worden genomen. Het recht op dotatie blijft verder geschorst. Bij een nieuwe ziekte wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Personeelsleden die na een voltijdse afwezigheid (ziekte, loopbaanonderbreking, tijdkrediet) van ten minste twee jaar het werk hervatten, krijgen een volledige nieuwe uitrusting zoals opgegeven onder punt 1.3. Het eventueel resterende saldo van de lopende rekening kledijfonds blijft behouden maar een dotatie zal pas worden toegekend na 1 jaar werkhervatting. De entiteit kan oordelen dat in bepaalde situaties evenwel ook bij een schorsing van minder dan 2 jaar het nodig is een volledig nieuwe basisuitrusting aan te reiken, bijvoorbeeld bij gewichtsverlies ingevolge ziekte. Schorsing of stopzetting van het recht op dotatie wordt niet doorgevoerd ingeval van tijdelijke ongeschiktheid om een voertuig te besturen. Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met een definitieve ongeschiktheid tot het besturen van een voertuig wanneer zij in contact blijven met het publiek en voor zover er door de directeur van de entiteit beslist wordt dat het uniform dient gedragen te worden. 1.4.2. Stopzetting van de dotatie Bij definitieve ongeschiktheid voor de huidige functie of bij overgang naar een functie met een andere dotatieregeling wordt het recht op de lopende dotatie stopgezet vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de nieuwe toestand van kracht werd. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor eveneens een uniform verplicht is kunnen aanspraak maken op het eventuele saldo uit hun vorige functie. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor geen uniform verplicht kunnen zich onmiddellijk kledij aanschaffen uit hun assortiment tot maximum het bedrag van de jaardotatie voor zover het saldo het toelaat. Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met aangepast werk wanneer zij in contact komen met het publiek (Lijnwinkel, kasdienst,…) en voor zover door de entiteitsdirecteur beslist wordt dat het uniform moet gedragen worden. Het saldo wordt in geen geval uitgekeerd in speciën.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 11

1.5. Aanvragen van kledij De kledijstukken van het uniform worden besteld met het daartoe bestemde formulier dat, behoorlijk ingevuld, via de stelplaats aan de kledijverantwoordelijke van de entiteit wordt doorgestuurd. De levering van de gevraagde stukken gebeurt uit voorraad, de leveringstermijn bedraagt ongeveer 2 weken, behalve voor maatwerk, aangepaste confectie en grote/kleine maten. Het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor een evenwichtige spreiding van het assortiment van zijn uniform. De aangekochte kledijstukken zijn uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik. Eventuele omruiling dient te gebeuren binnen de maand na aflevering en in de originele verpakking. Hemden worden alleen omgeruild indien ongeopend.

1.6. Vergoedingen 1.6.1 Vergoeding voor het reinigen van het uniform De vergoeding voor het reinigen van het uniform is vastgelegd in het basisreglement voor het personeel en bedraagt 21,65 € per jaar vanaf 1 januari 2010. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt de helft van deze vergoeding voor het komende semester betaald via het loon aan alle personeelsleden die op dit ogenblik in dienst zijn en recht hebben op dotatie. 1.6.2. Vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon en de bermuda Ingevolge praktische redenen zal de lengte van de pantalon of de bermuda niet worden afgewerkt door de leverancier; om tegemoet te komen in de kosten van de afwerking ontvangt ieder personeelslid dat een pantalon of een bermuda aanvaardt een vergoeding ten bedrage van 7,89 € per jaar vanaf 1 januari 2010. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Deze vergoeding wordt betaald via het loon. De vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon of de bermuda wordt uiteraard niet toegekend in geval van maatwerk. 1.6.3. Speciaal schoeisel

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer speciaal schoeisel moet dragen

zal, bij het voorleggen van het aankoopbewijs, de kostprijs van de standaardschoen uit het

assortiment van het kledijfonds terug worden gestort via het loon en van het saldo van de

lopende rekening kledijfonds in mindering worden gebracht.

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer steunzolen moet dragen zal, bij

het voorleggen van het aankoopbewijs en na vermindering van de tussenkomst van de

mutualiteiten, het remgeld via het loon worden teruggestort en van het saldo van de lopende

rekening kledijfonds in mindering worden gebracht. Het personeelslid heeft slechts eenmaal om

de twee jaar recht op deze vergoeding.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 12

1.7. Bijzondere bepalingen 1.7.1. Uitdiensttreding 1.7.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte Het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds mag door het personeelslid worden opgenomen door bestelling van kledijstukken uit zijn assortiment tot maximum het bedrag van de jaardotatie. 1.7.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst Van het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds zal via de laatste loonafrekening een bedrag worden uitbetaald ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 1.7.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) mag aan het betrokken personeelslid, met ingang van de vooropzeg, enkel nog kledij worden geleverd die absoluut noodzakelijk is om de periode van vooropzeg te volbrengen. De levering van deze kledijstukken zal afhangen van de beslissing van de directeur van de entiteit.

personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur Indien een personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór hij/zij 3 jaar dienst heeft, zal de kostprijs van de eerste en gratis verstrekte uitrusting worden aangerekend, met een kwijtschelding van 1/3 van de kostprijs per jaar dienst. Ieder begonnen jaar waarvan meer dan zes maanden voorbij zijn, wordt geteld als volledig jaar. De inhouding gebeurt op het loon.

personeelsleden met een andere arbeidsovereenkomst Indien een personeelslid met een andere overeenkomst dan die van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór het einde van zijn/haar overeenkomst zal een kostprijs aangerekend worden, evenredig met de nog niet volbrachte termijn van de overeenkomst. De inhouding gebeurt op het loon.

1.7.2. Diensttas De diensttas voor de chauffeurs behoort tot het assortiment van het kledijfonds. 1.7.2.1. Rechthebbenden - alle chauffeurs; - de personeelsleden van de technische diensten die de functie van chauffeur uitoefenen; 1.7.2.2. Betaling van de diensttas De diensttas wordt niet gratis verstrekt. Een nieuw personeelslid krijgt bij de indiensttreding de keuze om zich al dan niet een diensttas aan te schaffen. De afrekening gebeurt door maandelijkse afbetalingen, gespreid over een periode van 5 jaar vanaf de aanschaf. Er kan slechts een nieuwe diensttas aangevraagd worden na afbetaling van de vorige. Indien een personeelslid de maatschappij verlaat vóór hij/zij 5 jaar dienst telt, zal de diensttas in ieder geval eigendom blijven van het personeelslid. Het eventueel nog niet afbetaalde gedeelte

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 13

zal volledig ingehouden worden op de individuele rekening kledijfonds. Indien deze niet zou volstaan zal het resterende gedeelte van de prijs ingehouden worden op het loon. 1.7.3. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst Bij het indienen van een verzoek door een personeelslid om een kledijstuk te vervangen dat werd beschadigd buiten zijn/haar schuld tijdens de uitvoering van de dienst zal de entiteit een grondig onderzoek hieromtrent instellen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vraag om vervanging gegrond is kan aan het personeelslid gratis eenzelfde nieuw kledijstuk worden verstrekt, mits voorlegging van het beschadigde stuk. De gratis vervanging van een beschadigd kledijstuk zal afhangen van een beslissing van de directeur van de entiteit. 1.7.4. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment De prijs van een artikel die aangerekend wordt op de individuele rekening kledijfonds van het personeel is deze die geldig was op de datum van de aanvraag ervan door het personeelslid. 1.7.5. Toepassing van de reglementering voor bepaalde personeelscategorieën 1.7.5.1. Chauffeurs aangeworven met een contract van bepaalde duur Chauffeurs met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur vallen onder de volledige toepassing van de reglementering kledijfonds. 1.7.5.2. Tijdelijken en jobstudenten aangeworven voor het toeristisch kustseizoen De regeling voor de tijdelijke personeelsleden en jobstudenten, aangeworven voor het toeristisch seizoen aan de kust, is eigen aan de entiteit West-Vlaanderen. De plaatselijke regeling die wordt toegepast blijft geldig. 1.7.5.3. Chauffeurs met technische onderhoudstaken (koerdiensten) Chauffeurs die hoofdzakelijk een chauffeursfunctie uitoefenen maar eveneens technische prestaties krijgen toebedeeld kunnen hiervoor kledij van de technische diensten aanschaffen. Hiervoor wordt echter geen extra-dotatie voor de individuele rekening kledijfonds voorzien.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 14

2. REGLEMENTERING WEDDETREKKENDEN

2.1. Dragen van het uniform Het dragen van het uniform is verplicht voor de volgende functies: - de instructeur - verantwoordelijke rijschool - exploitatiechef - de baancontroleur (uitdovend) heeft een éénmalige keuze (ten persoonlijke titel behoud

van het uniform met passanten). - Dispatcher:

Functiehouder vóór 1/1/2010 : eenmalige keuze (ten persoonlijke titel behoud van het uniform met passanten (1 dikke en 1 dunne lijn))

Functiehouder na 1/1/2010 : geen uniform De draagplicht geldt gedurende de ganse diensttijd. Tijdens de periode van 15 mei tot en met 15 september is het toegelaten de dienst uit te voeren zonder das of sjaaltje (dames). In heel uitzonderlijke gevallen van extreme warmte (hittegolf) buiten deze periode kan de directeur personeelsbeleid beslissen om deze periode uit te breiden.

2.2. Samenstelling van het uniform 2.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds uniformjas, pantalon, hemd (dames : hemdblouse), das (dames : das of sjaaltje), passanten met kentekens. Passanten met kentekens

functie Kenteken opmerking

baancontroleur 3 dunne lijnen

dispatcher 1 dunne lijn en 1 dikke lijn

verantwoordelijke rijschool 2 dunne lijnen en 1 dikke lijn

instructeur type passant zoals gebruikt in de entiteit blijft behouden

2

2.2.2. De facultatief te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds Blauwe parka, regenbroek, pull-over, débardeur, sokken, schoenen, boots, broeksriem, dasspeld of sjaalclip, kepie met logo (dames: hoedje met logo), draagriem. De regenbroek wordt beschouwd als beschermkledij en dus gratis toegekend. Vervanging gebeurt bij voldoende sleet.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 15

Tijdens de uitvoering van de dienst mogen geen andere kledingstukken dan de hierboven opgesomde worden gedragen. Bij medische problemen wordt in samenspraak met de arbeidsgeneesheer naar een passende oplossing gezocht.

Er is geen automatische vrijstelling van het uniform voor zwangere vrouwen, enkel de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan bepalen dat een vrouw moet vrijgesteld worden van het dragen van het uniform. De vrouwen mogen dan zelf een donkere broek aankopen en de factuur of aankoopbon binnenbrengen. Het bedrag wordt terugbetaald met een maximum van de prijs van een damespantalon in het assortiment. Dit bedrag wordt eveneens afgetrokken van de dotatie.

Sokken : indien zelf aangekochte sokken worden gedragen dienen deze in een donkere kleur (donkerblauw of zwart) te zijn.

Schoenen : indien zelf aangekochte schoenen worden gedragen dienen zij in een donkere kleur (donkerblauw of zwart) te zijn, gesloten en met slipvrije zool.

De instructeurs kunnen beschikken over een set thermisch ondergoed, bestaande uit een broek en hemd. Dit behoort tot de facultatieve stukken. Iedereen ontvangt een gratis set.

Das: de stropdas wordt vervangen door een stropdas met velcro-sluiting . Iedereen

ontvangt bij de omschakeling 2 dassen gratis.

De gewone stropdas mag men verder blijven dragen, maar wordt niet meer voorzien in het assortiment. De clipdas wordt ook niet langer opgenomen in het assortiment.

Het is niet toegelaten : - zich elders dan bij het kledijfonds te voorzien van verplichte artikelen van het

uniform - enige wijziging aan te brengen die het uitzicht van de kledijstukken zou veranderen - op om het even welke manier de door het kledijfonds afgeleverde artikelen te

verhandelen - om het even welke kentekens te dragen, andere dan deze die voorzien zijn voor hun

functie - andere kledijstukken te dragen dan deze die voorzien zijn in het assortiment, zoals

polo‟s, bermuda‟s, enz. - andere hoofddeksels te dragen dan de kepie of het dameshoedje met logo van De

Lijn, zoals vouwkepie (behoudens uitzondering hierna), baseballpet, ...

2.3. Uitrusting bij aanvang van de functie heren dames 1 parka (wanneer nodig voor de dienst) 1 parka (wanneer nodig voor de dienst) 1 jas 1 jas 1 pull of débardeur 1 pull of débardeur 8 hemden 8 hemdblousen 2 pantalons (grijs) 2 pantalons (grijs) 2 dassen 2 sjaaltjes of dassen 2 paar passanten met kentekens 2 paar passanten met kentekens 1 kepie met logo en beschermhoes 1 hoedje of kepie met logo en beschermhoes 1 regenbroek (wanneer nodig voor de dienst) 1 regenbroek (wanneer nodig voor de dienst) 1 schoudertas 1 schoudertas

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 16

2.3.1. Indien vooraf reeds uniformplichtig De ontbrekende stukken om het uniform te vervolledigen worden een eerste maal gratis verstrekt : jas, 2 pantalons, kepie/hoedje met logo, passanten met kentekens, regenbroek en parka indien nodig voor de uitvoering van de dienst. 2.3.2. Indien vooraf niet uniformplichtig Een volledige uitrusting wordt een eerste maal gratis verstrekt met inbegrip van een parka indien nodig voor de uitvoering van de dienst. 2.3.3. Verstrekken van de parka De parka behoort niet tot de verplicht te dragen kledijstukken van het uniform. Bij de levering van de eerste gratis uitrusting ontvangt iedere uniformplichtige weddetrekkende een parka, voor zover nodig voor de uitvoering van de dienst. De uniformplichtige weddetrekkenden die minstens 10 prestaties per maand buitendienst leveren, hebben om de twee jaar recht op een gratis parka.

De chef kan oordelen dat een gratis parka moet toegekend worden aan een personeelslid met

sporadische rijprestaties, zoals een dispatcher, indien dit echt nodig blijkt te zijn. Buiten deze gratis levering wordt de prijs van dit kledijstuk ingehouden op de individuele rekening kledijfonds van de betrokkene. Het afdelingshoofd exploitatie, respectievelijk het afdelingshoofd personeel, van elke entiteit zal, in samenspraak met de preventieadviseur, bepalen wie van zijn/haar personeelsleden recht heeft op de gratis parka. Dit geldt eveneens voor het verstrekken van de brandvertragende en ademende signalisatieparka (technische diensten) – zie punt 4.1.1.4. 2.3.4. Regenbroek De regenbroek wordt gratis toegekend wanneer nodig voor de uitvoering van de dienst en vervangen bij voldoende sleet. 2.3.5. Schoudertas De schoudertas wordt gratis ter beschikking gesteld bij het aanvatten van de functie voor de duur van de loopbaan van baancontroleur. Ze blijft eigendom van De Lijn en kan niet aangekocht worden. Ze wordt enkel vervangen bij onherstelbare sleet. 2.3.6. Zetelhoes

2.4. Dotatie kledijfonds Voor ieder personeelslid dat gehouden is tot het dragen van het uniform wordt na de scholing een individuele rekening kledijfonds geopend. Deze rekening wordt aangevuld door een administratieve dotatie vanwege de werkgever en moet aan het personeelslid toelaten zijn/haar uniform, door vervanging van versleten kledijstukken, in orde te houden. Bovendien kan hij/zij daarmee ook andere facultatieve stukken, voorzien in het assortiment van het kledijfonds, aanschaffen.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 17

De jaarlijkse dotatie wordt vastgesteld op basis van onderliggende principes :

De verkoopprijzen van de verschillende uniformstukken worden op 1 januari van elk jaar vastgelegd

Het bedrag van de jaardotatie wordt opgenomen in de bijlage

De jaardotatie wordt jaarlijks aangepast op 1 januari in dezelfde verhouding als de gewogen stijging van de verkoopprijzen van de uniformstukken in het voorbije kalenderjaar. In de korf worden alle verplichte en facultatieve uniformstukken opgenomen

Bij latere aanpassingen van kledij (snit – kwaliteit – assortiment) wordt telkenmale bepaald of deze aanpassing al dan niet een invloed mag hebben op de dotatie. In ontkennend geval kan de prijs van het gewijzigde artikel onmiddellijk aangepast worden zonder aanpassing van de dotatie.

Personeelsleden die vooraf niet uniformplichtig waren ontvangen gedurende het eerste jaar een halve jaardotatie. Dit moet hen toelaten om naast het gratis ontvangen uniform ook al een aantal bijkomende stukken aan te schaffen. Vanaf 1 jaar dienst ontvangen zij een volledige jaardotatie. Bij aanvaarding van een kledijstuk door een personeelslid wordt de kostprijs ervan in mindering gebracht van de individuele lopende rekening kledijfonds. Een negatief saldo op de individuele rekening kledijfonds wordt niet toegestaan. De dotatie wordt forfaitair toegekend behalve wanneer zich een schorsing van het recht (zie hierna) voordoet. De dotatie wordt pro-rata de gepresteerde tijd toegekend; een personeelslid dat deeltijds werkt zal een gedeeltelijke dotatie ontvangen. 2.4.1. Schorsing van de dotatie Bij afwezigheid wegens ziekte, zwangerschapsverlof, ongeval (ander dan arbeidsongeval) of ingeval van tijdelijke ongeschiktheid wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Bij afwezigheid om een andere reden (uitgezonderd hoofdvakantie) zoals bijvoorbeeld volledige loopbaanonderbreking of tijdkrediet wordt het recht op dotatie geschorst vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Het recht op dotatie wordt opnieuw van kracht op de eerste van de maand volgend op de datum van werkhervatting of bij het opheffen van de ongeschiktheid. Bij hervalling (d.w.z. bij het terug ziekvallen ingevolge dezelfde ziekte binnen de 14 dagen na hervatting) zal geen nieuwe termijn met betrekking tot het recht op dotatie in acht worden genomen. Het recht op dotatie blijft verder geschorst. Bij een nieuwe ziekte wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Personeelsleden die na een voltijdse afwezigheid (ziekte, loopbaanonderbreking, tijdkrediet) van ten minste twee jaar het werk hervatten, krijgen een volledige nieuwe uitrusting zoals opgegeven onder punt 2.3 “Uitrusting bij aanvang van de functie”. Het eventueel resterende saldo van de lopende rekening kledijfonds blijft behouden maar een dotatie zal pas worden toegekend na 1 jaar werkhervatting. De entiteit kan oordelen dat in bepaalde situaties evenwel ook bij een schorsing van minder dan 2 jaar het nodig is een volledig nieuwe uitrusting aan te reiken, bijvoorbeeld bij gewichtsverlies na een zware ziekte.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 18

Schorsing of stopzetting van het recht op dotatie wordt niet doorgevoerd ingeval van tijdelijke ongeschiktheid om een voertuig te besturen. Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met een definitieve ongeschiktheid tot het besturen van een voertuig wanneer zij in contact blijven met het publiek en voor zover er door de directeur van de entiteit beslist wordt dat het uniform dient gedragen te worden. 2.4.2. Stopzetting van de dotatie Bij definitieve ongeschiktheid voor de huidige functie of bij overgang naar een functie met een andere dotatieregeling wordt het recht op de lopende dotatie stopgezet vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de nieuwe toestand van kracht werd. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor eveneens een uniform verplicht is kunnen aanspraak maken op het eventuele saldo uit hun vorige functie. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor geen uniform verplicht is kunnen zich onmiddellijk kledij aanschaffen uit hun assortiment tot maximum het bedrag van de jaardotatie voor zover het saldo het toelaat. Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met aangepast werk wanneer zij in contact komen met het publiek (Lijnwinkel, kasdienst,…) en voor zover door de entiteitsdirecteur beslist wordt dat het uniform moet gedragen worden. Het saldo wordt in geen geval uitgekeerd in speciën.

2.5. Aanvragen van kledij De kledijstukken van het uniform worden besteld met het daartoe bestemde formulier dat, behoorlijk ingevuld, via de stelplaats aan de kledijverantwoordelijke van de entiteit wordt doorgestuurd. De levering van de gevraagde stukken gebeurt uit voorraad, de leveringstermijn bedraagt ongeveer 2 weken, behalve voor maatwerk, aangepaste confectie en grote/kleine maten. Het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor een evenwichtige spreiding van het assortiment van zijn uniform. De aangekochte kledijstukken zijn uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik. Eventuele omruiling dient te gebeuren binnen de maand na aflevering en in de originele verpakking. Hemden worden alleen omgeruild indien ongeopend.

2.6. Vergoedingen 2.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform De vergoeding voor het reinigen van het uniform is vastgelegd in het basisreglement voor het personeel en bedraagt 21,65 € per jaar vanaf 1 januari 2010. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt de helft van deze vergoeding voor het komende semester betaald via de wedde aan alle personeelsleden die op dit ogenblik in dienst zijn en recht hebben op dotatie. 2.6.2. Vergoeding voor het aanpassen de lengte van de pantalon Ingevolge praktische redenen zal de lengte van de pantalon niet worden afgewerkt door de leverancier; om tegemoet te komen in de kosten van de afwerking ontvangt ieder personeelslid dat een pantalon aanvaardt een vergoeding ten bedrage van 7,89 € vanaf 1 januari 2010. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Deze vergoeding wordt betaald via de wedde.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 19

De vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon wordt uiteraard niet toegekend in geval van maatwerk. 2.6.3. Speciaal schoeisel

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer speciaal schoeisel moet dragen

zal, bij het voorleggen van het aankoopbewijs, de kostprijs van de standaardschoen uit het

assortiment van het kledijfonds terug worden gestort via de wedde en van het saldo van de

lopende rekening kledijfonds in mindering worden gebracht.

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer steunzolen moet dragen zal, bij

het voorleggen van het aankoopbewijs en na vermindering van de tussenkomst van de

mutualiteiten, het remgeld via de wedde worden teruggestort en van het saldo van de lopende

rekening kledijfonds in mindering worden gebracht. Het personeelslid heeft slechts eenmaal om

de twee jaar recht op deze vergoeding.

2.7. Bijzondere bepalingen 2.7.1. Bij uitdiensttreding of mislukking in stage 2.7.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte Het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds mag door het personeelslid worden opgenomen door bestelling van kledijstukken uit zijn assortiment kledijfonds ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 2.7.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst Van het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds zal via de laatste loonafrekening een bedrag worden uitbetaald ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 2.7.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) mag aan het betrokken personeelslid, met ingang van de vooropzeg, enkel nog kledij worden geleverd die absoluut noodzakelijk is om de periode van vooropzeg te volbrengen. De levering van deze kledijstukken zal afhangen van de beslissing van de directeur van de entiteit.

personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur Indien een personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór hij/zij 3 jaar dienst heeft, zal de kostprijs van de eerste en gratis verstrekte uitrusting worden aangerekend, met een kwijtschelding van 1/3 van de kostprijs per jaar dienst. Ieder begonnen jaar waarvan meer dan zes maanden voorbij zijn, wordt geteld als volledig jaar. De inhouding gebeurt op de wedde.

personeelsleden met een andere arbeidsovereenkomst Indien een personeelslid met een andere overeenkomst dan die van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór het einde van zijn/haar overeenkomst zal een kostprijs aangerekend worden, evenredig met de nog niet volbrachte termijn van de overeenkomst. De inhouding gebeurt op de wedde.

2.7.1.4. Ingeval van mislukken in opleiding of stage De gratis verstrekte kledijstukken van de uitrusting worden niet aan het personeelslid aangerekend indien hij/zij niet slaagt in de opleiding of de stage voor de functie van

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 20

weddetrekkende. Deze kledij mag behouden worden maar mag niet gedragen worden tijdens de werkuren. 2.7.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst Bij het indienen van een verzoek door een personeelslid om een kledijstuk te vervangen dat werd beschadigd buiten zijn/haar schuld tijdens de uitvoering van de dienst zal de entiteit een grondig onderzoek hieromtrent instellen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vraag om vervanging gegrond is kan aan het personeelslid gratis eenzelfde nieuw kledijstuk worden verstrekt, mits voorlegging van het beschadigde stuk. De gratis vervanging van een beschadigd kledijstuk zal afhangen van een beslissing van de directeur van de entiteit. 2.7.3. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment De prijs van een artikel die aangerekend wordt op de individuele rekening kledijfonds van het personeel is deze die geldig was op de datum van de aanvraag ervan door het personeelslid.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 21

3. REGLEMENTERING LIJNCONTROLE

3.1. Dragen van het uniform 3.1.1. Algemeen Het dragen van het uniform is verplicht voor de volgende functies:

- Lijncontroleur - Verantwoordelijke controle & interventie - Verantwoordelijke centrale controle - Hoofd operaties & controle

De leidinggevende binnen de Lijncontrole beschikken over een „Lijncontrole‟-uniform dat zij aantrekken bij het uitoefenen van hun bevoegdheden op het terrein. De draagplicht geldt gedurende de ganse diensttijd. Tijdens de periode van 15 mei tot en met 15 september is het toegelaten de dienst uit te voeren zonder das of sjaaltje (dames). In heel uitzonderlijke gevallen van extreme warmte (hittegolf) buiten deze periode kan de directeur personeelsbeleid beslissen om deze periode uit te breiden. Door de FOD Binnenlandse Zaken wordt opgelegd dat alle zichtbare bovenkledij het logo omvat van Vigilis. De lijncontroleur en de leidinggevende Lijncontrole moeten ook steeds een badge dragen op een zichtbare plaats. Tijdens opendeurdagen wordt ook het uniform van de lijncontrole gedragen. 3.1.2. Aansprakelijkheid De lijncontroleur zelf is aansprakelijk inzake de wettelijke verplichtingen inzake draagplicht en gebruik badge en uniform. 3.1.3. Sancties Indien de verplichtingen opgelegd door de FOD Binnenlandse Zaken niet nageleefd worden kunnen de volgende sancties opgelegd worden (wet van 10 april 1990): - een waarschuwing tot staking van de overtreding; - een voorstel tot minnelijke schikking - het opleggen van een administratieve geldboete 3.1.4. Opmerking Het uniform wordt gedragen door de volgende personen:

- de personeelsleden die geslaagd zijn in de examens, de functie werkelijk uitoefenen en reeds in het bezit zijn van een indentificatiekaart toegekend de FOD Binnenlandse Zaken.

- de baancontroleurs die in het proces zitten om de functie in de toekomst te mogen uitoefenen (in het kader van de integratie van de baancontrole in de lijncontrole) mogen eveneens het uniform dragen maar enkel op voorwaarde dat zij, zolang ze nog niet beschikken over een identificatiekaart toegekend door FOD Binnenlandse Zaken, bovenop hun bovenkledij een grijze overgooier (zonder vigilis-teken) dragen.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 22

Deze overgooiers zijn ter beschikking gesteld van de leidinggevende lijncontroleurs die instaan voor de verdeling er van.

3.2. Samenstelling van het uniform 3.2.1. De verplicht te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds

Parka grijs Logo Vigilis + logo De Lijn + identificatiebadge in houder boven logo Vigilis

Broek grijs Dames Heren

Grijze broek met zakken op de pijpen

Hemd/bloes – geen passanten! LM KM

Logo Vigilis + logo De Lijn (geborduurd) + identificatiebadge in houder boven logo Vigilis

fleece Logo Vigilis + logo De Lijn (geborduurd) + identificatiebadge in houder onder logo De Lijn

Velcro das heren (dames: das of sjaaltje)

Passanten met kentekens

functie Kenteken

Lijncontroleur Geen passanten

Verantwoordelijke centrale controle

Geen passanten

Verantwoordelijke controle & interventie

Geen passanten

Hoofd operaties & controle Geen passanten

3.2.2. De facultatief te dragen kledijstukken uit het assortiment van het kledijfonds Zomervest, petje met logo De Lijn, regenbroek (grijs), sokken, schoenen, boots, broeksriem, draagriem, dasspeld/sjaalclip, thermisch ondergoed. De regenbroek wordt beschouwd als beschermkledij en dus gratis toegekend. Vervanging gebeurt bij voldoende sleet.

3.2.3. Algemene bepalingen

Tijdens de uitvoering van de dienst mogen geen andere kledingstukken dan de hierboven

opgesomde worden gedragen.

Indien de bevoegdheden van lijncontroleur uitgeoefend worden zonder het dragen van het juiste uniform, kunnen sancties opgelegd worden door de FOD Binnenlandse Zaken.

Opmerking:

Het witte hemd uit het assortiment weddetrekkenden (zonder logo Vigilis) kan nog gedragen worden indien dit hemd gedragen wordt onder de fleece of onder de parka, zodat op de bovenkledij steeds het logo van Vigilis zichtbaar is.

Bij medische problemen wordt in samenspraak met de arbeidsgeneesheer naar een

passende oplossing gezocht.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 23

Er is geen automatische vrijstelling van het uniform voor zwangere vrouwen, enkel CBMT

kan bepalen dat een vrouw moet vrijgesteld worden van het dragen van het uniform. De

vrouwen mogen dan zelf een grijze broek aankopen en de factuur binnenbrengen. Het

bedrag wordt terugbetaald met een maximum van de prijs van een damespantalon in de

kledijmassa. Dit bedrag wordt eveneens afgetrokken van de dotatie.

Sokken : indien zelf aangekochte sokken worden gedragen dienen deze in een donkere

kleur (grijs of zwart) te zijn.

Schoenen : indien zelf aangekochte schoenen worden gedragen dienen zij in een donkere

kleur (grijs of zwart) te zijn, gesloten en met slipvrije zool.

Das: de stropdas wordt vervangen door een stropdas met velcro-sluiting . Iedereen

ontvangt bij de omschakeling 2 dassen gratis.

De gewone stropdas mag men verder blijven dragen, maar wordt niet meer voorzien in het

assortiment. De clipdas wordt ook niet langer opgenomen in het assortiment.

Het is niet toegelaten :

- zich elders dan bij het kledijfonds te voorzien van verplichte artikelen van het

uniform

- enige wijziging aan te brengen die het uitzicht van de kledijstukken zou veranderen

- op om het even welke manier de door het kledijfonds afgeleverde artikelen te

verhandelen

- om het even welke kentekens te dragen, andere dan deze die voorzien zijn voor hun

functie

- andere kledijstukken te dragen dan deze die voorzien zijn in het assortiment, zoals

polo‟s, bemuda‟s, enz.

- andere hoofddeksels te dragen dan de pet met logo van De Lijn.

- de koppelriem boven de parka te dragen.

3.3. Uitrusting bij aanvang van de functie

heren dames

1 parka 1 parka

1 fleece 1 fleece

1 zomervest 1 zomervest

8 hemden (4 lange mouwen/4korte mouwen) 8 hemdblousen (4 lange mouwen/4korte mouwen)

2 pantalons 2 pantalons

2 dassen 2 sjaaltjes of dassen

1 pet met logo van De Lijn 1 pet met logo van De Lijn

1 regenbroek (wanneer nodig voor de dienst) 1 regenbroek (wanneer nodig voor de dienst) 1 schoudertas 1 schoudertas 1 set thermisch ondergoed (broek+hemd) 1 set thermisch ondergoed (broek+ hemd) 3.3.1. Indien vooraf reeds uniformplichtig De ontbrekende stukken om het uniform te vervolledigen worden een eerste maal gratis verstrekt: parka, fleece, zomervest, 2 pantalons, 8 hemden (4 lange mouwen/4korte mouwen), pet met logo en regenbroek, 1 set thermisch ondergoed

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 24

3.3.2. Indien vooraf niet uniformplichtig Een volledige uitrusting wordt een eerste maal gratis verstrekt. 3.3.3. Verstrekken van de parka Bij de levering van de eerste gratis uitrusting ontvangt iedere lijncontroleur een parka. Om de twee jaar hebben de lijncontroleurs recht op een gratis parka. Buiten deze gratis levering wordt de prijs van dit kledijstuk ingehouden op de individuele rekening kledijfonds van de betrokkene. Het afdelingshoofd exploitatie, respectievelijk het afdelingshoofd personeel, van elke entiteit zal, in samenspraak met de preventieadviseur, bepalen wie van zijn/haar personeelsleden recht heeft op de brandvertragende en ademende signalisatieparka (technische diensten) – zie punt 4.1.1.4. 3.3.4. Regenbroek De regenbroek wordt gratis toegekend wanneer nodig voor de uitvoering van de dienst en vervangen bij voldoende sleet. 3.3.5. Schoudertas De schoudertas wordt gratis ter beschikking gesteld bij het aanvatten van de functie voor de duur van de loopbaan van lijncontroleur. Ze blijft eigendom van De Lijn en kan niet aangekocht worden. Ze wordt enkel vervangen bij onherstelbare sleet.

3.4. Dotatie kledijfonds

Voor ieder personeelslid dat gehouden is tot het dragen van het uniform wordt na de scholing

een individuele rekening kledijfonds geopend. Deze rekening wordt aangevuld door een

administratieve dotatie vanwege de werkgever en moet aan het personeelslid toelaten zijn/haar

uniform, door vervanging van versleten kledijstukken, in orde te houden. Bovendien kan hij/zij

daarmee ook andere facultatieve stukken, voorzien in het assortiment van het kledijfonds,

aanschaffen.

De jaarlijkse dotatie wordt vastgesteld op basis van onderliggende principes :

De verkoopprijzen van de verschillende uniformstukken worden op 1 januari van elk jaar

vastgelegd

Het bedrag van de jaardotatie wordt opgenomen in de bijlage

De jaardotatie wordt jaarlijks aangepast op 1 januari in dezelfde verhouding als de

gewogen stijging van de verkoopprijzen van de uniformstukken in het voorbije

kalenderjaar. In de korf worden alle verplichte en facultatieve uniformstukken opgenomen

Bij latere aanpassingen van kledij (snit – kwaliteit – assortiment) wordt telkenmale bepaald

of deze aanpassing al dan niet een invloed mag hebben op de dotatie. In ontkennend

geval kan de prijs van het gewijzigde artikel onmiddellijk aangepast worden zonder

aanpassing van de dotatie.

Personeelsleden die vanaf 1/3/2009 effectief de functie van lijncontroleur aanvatten, ontvangen

gedurende het eerste jaar een halve jaardotatie. Dit moet hen toelaten om naast het gratis

ontvangen uniform ook al een aantal bijkomende stukken aan te schaffen.

Vanaf 1 jaar dienst als lijncontroleur ontvangen zij een volledige jaardotatie.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 25

Bij aanvaarding van een kledijstuk door een personeelslid wordt de kostprijs ervan in mindering

gebracht van de individuele lopende rekening kledijfonds.

Een negatief saldo op de individuele rekening kledijfonds wordt niet toegestaan.

De dotatie wordt forfaitair toegekend behalve wanneer zich een schorsing van het recht (zie

hierna) voordoet.

De dotatie wordt pro-rata de gepresteerde tijd toegekend; een personeelslid dat deeltijds werkt

zal een gedeeltelijke dotatie ontvangen.

3.4.1. Schorsing van de dotatie

Bij afwezigheid wegens ziekte, zwangerschapsverlof, ongeval (ander dan arbeidsongeval) of

ingeval van tijdelijke ongeschiktheid wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de

zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen.

Bij afwezigheid om een andere reden (uitgezonderd hoofdvakantie) zoals bijvoorbeeld volledige

loopbaanonderbreking of tijdkrediet wordt het recht op dotatie geschorst vanaf de eerste van de

maand volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen.

Het recht op dotatie wordt opnieuw van kracht op de eerste van de maand volgend op de datum

van werkhervatting of bij het opheffen van de ongeschiktheid.

Bij hervalling (d.w.z. bij het terug ziekvallen ingevolge dezelfde ziekte binnen de 14 dagen na

hervatting) zal geen nieuwe termijn met betrekking tot het recht op dotatie in acht worden

genomen. Het recht op dotatie blijft verder geschorst. Bij een nieuwe ziekte wordt het recht op

dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de

afwezigheid een aanvang heeft genomen.

Personeelsleden die na een voltijdse afwezigheid (ziekte, loopbaanonderbreking, tijdkrediet) van ten minste twee jaar het werk hervatten, krijgen een volledige nieuwe uitrusting zoals opgegeven onder punt 3.3 “Uitrusting bij aanvang van de functie”. Het eventueel resterende saldo van de lopende rekening kledijfonds blijft behouden maar een dotatie zal pas worden toegekend na 1 jaar werkhervatting. De entiteit kan oordelen dat in bepaalde situaties evenwel ook bij een schorsing van minder dan 2 jaar het nodig is een volledig nieuwe uitrusting aan te reiken, bijvoorbeeld bij gewichtsverlies na een zware ziekte. Schorsing of stopzetting van het recht op dotatie wordt niet doorgevoerd ingeval van tijdelijke ongeschiktheid om een voertuig te besturen. Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met een definitieve ongeschiktheid tot het besturen van een voertuig wanneer zij in contact blijven met het publiek en voor zover er door de directeur van de entiteit beslist wordt dat het uniform dient gedragen te worden.

3.4.2. Stopzetting van de dotatie

Bij definitieve ongeschiktheid voor de huidige functie of bij overgang naar een functie met een

andere dotatieregeling wordt het recht op de lopende dotatie stopgezet vanaf de eerste van de

maand volgend op deze waarin de nieuwe toestand van kracht werd.

Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor eveneens een uniform verplicht is

kunnen aanspraak maken op het eventuele saldo uit hun vorige functie.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 26

Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor geen uniform verplicht is kunnen

zich onmiddellijk kledij aanschaffen uit hun assortiment tot maximum het bedrag van de

jaardotatie voor zover het saldo het toelaat.

Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met aangepast werk wanneer zij in

contact komen met het publiek (Lijnwinkel, kasdienst,…) en voor zover door de entiteitsdirecteur

beslist wordt dat het uniform moet gedragen worden.

Het saldo wordt in geen geval uitgekeerd in speciën.

3.5. Aanvragen van kledij

5.1 Algemeen

De kledijstukken van het uniform worden besteld met het daartoe bestemde formulier dat,

behoorlijk ingevuld, via de stelplaats aan de kledijverantwoordelijke van de entiteit wordt

doorgestuurd.

De levering van de gevraagde stukken gebeurt uit voorraad, de leveringstermijn bedraagt

ongeveer 2 weken, behalve voor maatwerk, aangepaste confectie en grote/kleine maten.

Het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor een evenwichtige spreiding van het assortiment

van zijn uniform. De aangekochte kledijstukken zijn uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik.

Eventuele omruiling dient te gebeuren binnen de maand na aflevering en in de originele

verpakking. Hemden worden alleen omgeruild indien ongeopend.

3.5.2 Kledijstukken met vigilis logo

Bij ontvangst van de kledijstukken met het vigilis logo wordt getekend voor ontvangst.

Dit document zal het exacte aantal stukken weergeven dat aan het personeelslid zijn afgeleverd.

3.6. Vergoedingen

3.6.1. Vergoeding voor het reinigen van het uniform

De vergoeding voor het reinigen van het uniform is vastgelegd in het basisreglement voor het

personeel en bedraagt 21,65 € per jaar vanaf 1 januari 2010. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1

januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Op 1 januari en 1 juli van elk jaar

wordt de helft van deze vergoeding voor het komende semester betaald via de wedde aan alle

personeelsleden die op dit ogenblik in dienst zijn en recht hebben op dotatie.

3.6.2. Vergoeding voor het aanpassen de lengte van de pantalon

Ingevolge praktische redenen zal de lengte van de pantalon niet worden afgewerkt door de

leverancier; om tegemoet te komen in de kosten van de afwerking ontvangt ieder personeelslid

dat een pantalon aanvaardt een vergoeding ten bedrage van 7,89 € vanaf 1 januari 2010. Dit

bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Deze

vergoeding wordt betaald via de wedde.

De vergoeding voor het aanpassen van de lengte van de pantalon wordt uiteraard niet

toegekend in geval van maatwerk.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 27

3.6.3. Speciaal schoeisel

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer speciaal schoeisel moet dragen

zal, bij het voorleggen van het aankoopbewijs, de kostprijs van de standaardschoen uit het

assortiment van het kledijfonds terug worden gestort via de wedde en van het saldo van de

lopende rekening kledijfonds in mindering worden gebracht.

Indien een personeelslid op advies van de arbeidsgeneesheer steunzolen moet dragen zal, bij

het voorleggen van het aankoopbewijs en na vermindering van de tussenkomst van de

mutualiteiten, het remgeld via de wedde worden teruggestort en van het saldo van de lopende

rekening kledijfonds in mindering worden gebracht. Het personeelslid heeft slechts eenmaal om

de twee jaar recht op deze vergoeding.

3.7. Bijzondere kledij voor de lijncontroleurs die deel uitmaken van de interventieploegen per motor Voor de personeelsleden die deel uitmaken van de interventieploegen en die zich per motor dienen te verplaatsen worden volgende speciale kledijstukken voorzien:

aangepaste bovenkledij (2 zomerparka‟s, 2 winterparka‟s, 2 zomerbroeken en 2

winterbroeken) met reflecterende strips en het logo van Vigilis en De Lijn

een motorhelm in een grijze kleur

handschoenen (winterhandschoenen en zomerhandschoenen)

2 paar boots

thermisch ondergoed: 2 thermische onderhemden en 1 thermische lange onderbroek bij

aanvang van de functie, vervolgens 1 stuk per jaar naar keuze (onderhemd of –broek)

Opmerkingen

Deze kledijstukken worden ter beschikking gesteld naast de normale kledijstukken voor de

lijncontrole. De personeelsleden van de interventieploegen moeten eveneens over het

standaard uniform voor de lijncontrole beschikken.

Bovenvermelde kledij wordt gezien als beschermkledij en wordt bijgevolg gratis ter

beschikking gesteld.

De aangepaste bovenkledij met valbescherming (schouder-,rug- en elleboogbescherming)

wordt gezien als verplichte beschermkledij en dient bijgevolg het ganse jaar door te

worden gedragen.

Helmplicht

De motorrijders die nog niet over het correcte uniform beschikken mogen de baan op,

maar gezien zij niet het correcte uniform dragen mogen zij de bevoegdheden van

veiligheidsagent niet uitoefenen.

3.8. Badge lijncontrole 3.8.1. Algemeen gebruik Alle lijncontroleurs ontvangen van de FOD Binnenlandse Zaken een badge voor de uitoefening van hun functie. Deze originele badge wordt bewaard in de portefeuille. Voor de badgehouder wordt een badge geleverd, aangemaakt door De Lijn zelf, waarop voornaam, familienaam, nummer, functie (lijncontroleur of leidinggevende lijncontrole), dienst (Lijncontrole), het adres van de entiteitsdirectie en het logo van De Lijn vermeld staan.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 28

3.8.2. Verlies van de badge, aangemaakt door De Lijn Bij verlies van de badge moet men zich de dag zelf aanmelden bij de medewerker centrale controle/ administratie van de entiteit om een duplicaat aan te vragen (tot de implementatie van de Nieuwe Wegen Exploitatie is dit de verantwoordelijke centrale controle). 3.8.3. Verlies van de originele badge Bij verlies van de identificatiekaart dient de lijncontroleur hiervan aangifte te doen bij de politie. Hij verwittigt tevens onmiddellijk de leidinggevende lijncontroleur en bezorgt hem een kopie van het proces-verbaal. Op zijn beurt zal de leidinggevende melding doen bij de medewerker controle administratie van de entiteit. Hij bewaart eveneens een verslag van deze melding in het dossier van de betreffende lijncontroleur. De medewerker controle administratie vraagt een duplicaat aan bij de FOD Binnenlandse Zaken op basis van een nieuw aanvraagformulier en een kopie van het proces-verbaal. Hij bezorgt de leidinggevende een kopie van deze aanvraag. De lijncontroleur behoudt zijn bevoegdheden als lijncontroleur ook na verlies van de officiële badge, indien onmiddellijk melding wordt gedaan. 3.8.4. Beëindiging van de activiteiten van lijncontroleur of leidinggevende lijncontrole De originele badge alsook de badges aangemaakt door De Lijn dienen binnen de 5 werkdagen aan de medewerker centrale controle (tot de implementatie van de Nieuwe Wegen Exploitatie is dit de verantwoordelijk centrale controle) overhandigd te worden of aangetekend toegestuurd te worden. 3.8.5. Terugsturen en vernietigen van de badge De medewerker centrale controle (tot de implementatie van de Nieuwe Wegen Exploitatie is dit de verantwoordelijk centrale controle) zal de badge binnen de 14 dagen terugsturen naar de FOD Binnenlandse Zaken in volgende situaties:

- de geldigheidsdatum van de kaart is overschreden;

- de foto van de houder is niet meer gelijkend;

- de kaart is beschadigd;

- de wijziging van naam of voornaam van de houder;

- de houder van de kaart voldoet niet langer aan alle voorwaarden zoals bepaald in

artikel 5 en 6 van wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere

veiligheid;

- de betrokkene zijn activiteiten als lijncontroleur of leidinggevende lijncontrole definitief

heeft beëindigd.

De FOD Binnenlandse Zaken zal deze kaarten dan onmiddellijk vernietigen.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 29

3.9. Bijzondere bepalingen

3.9.1. Bij uitdiensttreding of mislukking in stage 3.9.1.1 Algemeen Badge De originele badge alsook de badges aangemaakt door De Lijn dienen binnen de 5 werkdagen aan de medewerker centrale controle overhandigd te worden of aangetekend toegestuurd te worden. (zie punt 8.5) Uniform De Lijncontroleur en de leidinggevende lijncontrole dienen de emblemen van Vigilis die aangebracht waren op hun uniform, al dan niet met het uniformstuk, binnen de 5 werkdagen, nadat de activiteiten zijn beëindigd, aan de kledijverantwoordelijke van de entiteit over te maken. Het betreft concreet de emblemen bevestigd op de parka, de fleece, de hemden en de zomervest. De kledijverantwoordelijke overhandigt een bewijs van ontvangst. Indien de werknemer de emblemen niet tijdig terug binnen levert, kan aangifte gedaan worden bij de politie en kan de deurwaarder gestuurd worden. De emblemen die zo niet langer gebruikt worden zullen door De Lijn vernietigd worden. 3.9.1.2. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte Het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds mag door het personeelslid worden opgenomen door bestelling van kledijstukken uit zijn assortiment kledijfonds ten belopen van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. Kledijstukken met het embleem van Vigilis, kunnen niet meer besteld worden. 3.9.1.3. Ingeval van overlijden in actieve dienst Van het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds zal via de laatste loonafrekening een bedrag worden uitbetaald ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 3.9.1.4. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) mag aan het betrokken personeelslid, met ingang van de vooropzeg, enkel nog kledij worden geleverd die absoluut noodzakelijk is om de periode van vooropzeg te volbrengen. De levering van deze kledijstukken zal afhangen van de beslissing van de directeur van de entiteit.

personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur

Indien een personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur de

maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór hij/zij 3 jaar

dienst heeft, zal de kostprijs van de eerste en gratis verstrekte uitrusting worden

aangerekend, met een kwijtschelding van 1/3 van de kostprijs per jaar dienst. Ieder

begonnen jaar waarvan meer dan zes maanden voorbij zijn, wordt geteld als volledig jaar.

De inhouding gebeurt op de wedde.

personeelsleden met een andere arbeidsovereenkomst

Indien een personeelslid met een andere overeenkomst dan die van onbepaalde duur de

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 30

maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór het einde

van zijn/haar overeenkomst zal een kostprijs aangerekend worden, evenredig met de nog

niet volbrachte termijn van de overeenkomst. De inhouding gebeurt op de wedde.

3.9.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst Bij het indienen van een verzoek door een personeelslid om een kledijstuk te vervangen dat werd beschadigd buiten zijn/haar schuld tijdens de uitvoering van de dienst zal de entiteit een grondig onderzoek hieromtrent instellen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vraag om vervanging gegrond is kan aan het personeelslid gratis eenzelfde nieuw kledijstuk worden verstrekt, mits voorlegging van het beschadigde stuk. De gratis vervanging van een beschadigd kledijstuk zal afhangen van een beslissing van de directeur van de entiteit. Indien er op het beschadigde kledijstuk een embleem stond van Vigilis wordt dit embleem door De Lijn vernietigd. 3.9.3. Uniformstukken die niet meer gedragen worden (ingevolge slijtage, beschadiging, e.d.) De emblemen van Vigilis die zich bevinden op deze uniformstukken worden eveneens terug binnengeleverd bij de kledijverantwoordelijke zodat deze emblemen kunnen vernietigd worden. De kledijverantwoordelijke overhandigt een bewijs van ontvangst. 3.9.4. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment De prijs van een artikel die aangerekend wordt op de individuele rekening kledijfonds van het personeel is deze die geldig was op de datum van de aanvraag ervan door het personeelslid.

3.9.5. Voorschriften omtrent het dragen van het uniform voor of na de dienst

De lijncontroleurs mogen hun uniform dragen bij de verplaatsing woonst-werk, uitgezonderd de

badge.

Zij mogen echter hun bevoegdheden niet uitoefenen buiten de diensturen.

Buiten deze uitzondering, mogen de lijncontroleurs het uniform niet dragen in hun vrije tijd.

3.9.6. Algemeen voorkomen

Het uniform is voor de lijncontroleur een visitekaartje. Een verzorgd uiterlijk is dan ook ten allen

tijden een vereiste. Een verzorgd en respectabel voorkomen draagt bij tot het gezag dat de

lijncontroleurs dienen uit te stralen naar klanten en medewerkers.

Een onverzorgd uiterlijk kan een punt zijn waarop de lijncontroleur wordt aangesproken door de

verantwoordelijke.

________________

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 31

4. REGLEMENTERING PERSONEEL TECHNISCHE DIENSTEN

4.1. Dragen van de werkkledij 4.1.1. Door de werkgever gratis en verplicht te verstrekken beschermkledij De personeelsleden zijn verplicht de voor de uitoefening van hun functie verstrekte werkkledij of wettelijke beschermkledij gedurende de ganse diensttijd te dragen. Het niet vermeld zijn van specifieke beschermkledij of beschermmaatregelen in deze reglementering ontslaat niet van het dragen van deze kledij of het toepassen van deze maatregelen. Deze verplichting is opgelegd door het ARAB (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming) en door de CODEX (Codex voor het welzijn op het werk). Het betreft algemene en specifieke (uit hoofde van de functie) beschermkledij met onderscheid tussen kledij voor binnen- of buitenwerk. 4.1.1.1. Overall/broek/bretelbroek/jas De overalls zullen volgende kleur hebben :

voor binnen : blauwgrijs met blauw logo De Lijn

voor buiten : geel met blauw logo De Lijn

voor de lassers : geel in brandwerende stof met blauw logo De Lijn (voor buiten) of blauwgrijs in brandwerende stof met blauw logo De Lijn (voor binnen)

Daar waar noodzakelijk kan voor binnenwerkzaamheden uit veiligheidsoverwegingen (zichtbaarbeid) een oranje overall in plaats van een grijze worden gedragen. De regelmatige reiniging van de overalls gebeurt door een onderhoudsfirma. Nochtans dient de entiteit erop toe te zien dat versleten overalls tijdig vervangen worden. De verantwoordelijke zal daarom, in overleg met de brigadier(s), vóór de verzending van de overalls naar de onderhoudsfirma de versleten overalls verwijderen. Er worden voldoende overalls ter beschikking gesteld rekening houdend met de aard van het werk, wascyclus en herstellingen. 4.1.1.2. Veiligheidsschoenen Ieder personeelslid heeft recht op minstens 2 paar veiligheidsschoenen. Ze kunnen dus steeds over 2 paar beschikken. Een versleten paar kan tegen inlevering vervangen worden door een nieuw paar. Het is de bedoeling dat de beide paar veiligheidsschoenen afwisselend gedragen worden. 4.1.1.3. Speciaal veiligheidsschoeisel – steunzolen Indien door een personeelslid, op advies van de arbeidsgeneesheer, speciaal schoeisel of steunzolen moeten worden gedragen geldt de volgende regeling: Speciaal schoeisel : Het medisch attest alsook het bewijs van het remgeld dienen aan de kledijverantwoordelijke te worden overgemaakt. Het remgeld wordt aan het personeelslid terugbetaald via toevoeging aan het loon.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 32

Steunzolen : Het medisch attest alsook het bewijs van het remgeld dienen aan de kledijverantwoordelijke te worden overgemaakt. Het remgeld wordt aan het personeelslid terugbetaald via toevoeging aan het loon. Het personeelslid heeft slechts eenmaal om de twee jaar recht op deze vergoeding. 4.1.1.4. Parka Naast de gele parka in polyurethaan met eventueel de signalisatie-overgooier is er ook de brandvertragende en ademende parka die enkel voorzien is voor de personeelsleden die aan brandgevaren zijn blootgesteld. De verantwoordelijke van de entiteit zal beslissen wie welke parka krijgt, in overleg met de preventieadviseur. 4.1.1.5. Andere veiligheidsuitrusting Andere veiligheidsuitrusting wordt verstrekt aan de personeelsleden die aan specifieke omstandigheden blootgesteld zijn bij beslissing van de verantwoordelijke van de entiteit in overleg met de preventieadviseur, bijvoorbeeld gele bodywarmer, fluo polo,… 4.1.2. Facultatieve kledij Buiten de wettelijke beschermkledij hebben de personeelsleden van de technische diensten de mogelijkheid om via hun individuele rekening kledijfonds volgende artikelen aan te schaffen :

werkhemd

T-shirt

sokken

werkpull

thermosfles

broeksriem

4.2. Uitrusting bij indiensttreding of overheveling Bij indiensttreding of overheveling (van de afdeling exploitatie naar de afdeling techniek) ontvangen de personeelsleden, naast de wettelijke beschermkledij, volgende kledijstukken :

twee werkhemden of één werkhemd en een T-shirt of twee T-shirts

tien paar sokken

één werkpull

één extra T-shirt

4.3. Dotatie kledijfonds Voor ieder personeelslid wordt een individuele rekening kledijfonds geopend. Deze rekening wordt aangevuld door een administratieve dotatie vanwege de werkgever en moet aan het personeelslid toelaten facultatieve kledijstukken aan te schaffen. De jaarlijkse dotatie wordt vastgesteld op basis van onderliggende principes :

De verkoopprijzen van de verschillende uniformstukken worden op 1 januari van elk jaar vastgelegd

Het bedrag van de jaardotatie wordt opgenomen in de bijlage

De jaardotatie wordt jaarlijks aangepast op 1 januari in dezelfde verhouding als de gewogen stijging van de verkoopprijzen van de uniformstukken in het voorbije kalenderjaar. In de korf worden alle verplichte en facultatieve uniformstukken opgenomen

Bij latere aanpassingen van kledij (snit – kwaliteit – assortiment) wordt telkenmale bepaald of deze aanpassing al dan niet een invloed mag hebben op de dotatie. In ontkennend

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 33

geval kan de prijs van het gewijzigde artikel onmiddellijk aangepast worden zonder aanpassing van de dotatie.

Personeelsleden die voorheen geen dotatie genoten ontvangen gedurende het eerste jaar een halve jaardotatie. Dit moet hen toelaten om naast de gratis ontvangen kledij ook nog andere bijkomende stukken aan te schaffen. Vanaf 1 jaar dienst ontvangen zij een volledige jaardotatie. Bij aanvaarding van een kledijstuk door een personeelslid wordt de kostprijs ervan in mindering gebracht van de individuele lopende rekening kledijfonds. Een negatief saldo op de individuele rekening kledijfonds wordt niet toegestaan. De dotatie wordt forfaitair toegekend behalve wanneer zich een schorsing van het recht (zie hierna) voordoet. De dotatie wordt pro-rata de gepresteerde tijd toegekend; een personeelslid dat deeltijds werkt zal een gedeeltelijke dotatie ontvangen. 4.3.1. Schorsing van de dotatie Bij afwezigheid wegens ziekte, zwangerschapsverlof, ongeval (ander dan arbeidsongeval) of ingeval van tijdelijke ongeschiktheid wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Bij afwezigheid om een andere reden (uitgezonderd hoofdvakantie) zoals bijvoorbeeld volledige loopbaanonderbreking of tijdkrediet wordt het recht op dotatie geschorst vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Het recht op dotatie wordt opnieuw van kracht op de eerste van de maand volgend op de datum van werkhervatting of bij het opheffen van de ongeschiktheid. Bij hervalling (d.w.z. bij het terug ziekvallen ingevolge dezelfde ziekte binnen de 14 dagen na hervatting) zal geen nieuwe termijn met betrekking tot het recht op dotatie in acht worden genomen. Het recht op dotatie blijft verder geschorst. Bij een nieuwe ziekte wordt het recht op dotatie geschorst vanaf het begin van de zevende maand, volgend op deze waarin de afwezigheid een aanvang heeft genomen. Personeelsleden die na een voltijdse afwezigheid (ziekte, loopbaanonderbreking, tijdkrediet) van ten minste twee jaar het werk hervatten, krijgen een volledige nieuwe uitrusting zoals opgegeven onder punt 4.2. “Uitrusting bij indiensttreding of overheveling”. Het eventueel resterende saldo van de lopende rekening kledijfonds blijft behouden maar een dotatie zal pas worden toegekend na 1 jaar werkhervatting. De entiteit kan oordelen dat in bepaalde situaties evenwel ook bij een schorsing van minder dan 2 jaar het nodig is een volledig nieuwe basisuitrusting aan te reiken, bijvoorbeeld bij gewichtsverlies na een zware ziekte. 4.3.2. Stopzetting van de dotatie Bij definitieve ongeschiktheid voor de huidige functie of bij overgang naar een functie met een andere dotatieregeling wordt het recht op de lopende dotatie stopgezet vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de nieuwe toestand van kracht werd. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor een uniform verplicht is kunnen aanspraak maken op het eventuele saldo uit hun vorige functie. Personeelsleden die een nieuwe functie opnemen waarvoor geen uniform verplicht is kunnen zich onmiddellijk kledij aanschaffen uit het assortiment tot maximum het bedrag van de jaardotatie voor zover het saldo het toelaat.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 34

Het recht op dotatie blijft behouden voor personeelsleden met aangepast werk wanneer zij in contact komen met het publiek (Lijnwinkel, kasdienst,…) en voor zover door de entiteitsdirecteur beslist wordt dat het uniform moet gedragen worden. Het saldo wordt in geen geval uitgekeerd in speciën.

4.4. Aanvragen van kledij De kledijstukken van het uniform worden besteld met het daartoe bestemde formulier dat, behoorlijk ingevuld, via de stelplaats aan de kledijverantwoordelijke van de entiteit wordt doorgestuurd. De levering van de gevraagde stukken gebeurt uit voorraad, de leveringstermijn bedraagt ongeveer 2 weken, behalve voor maatwerk, aangepaste confectie en grote/kleine maten. Het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor een evenwichtige spreiding van het assortiment van zijn uniform. De aangekochte kledijstukken zijn uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik. Eventuele omruiling dient te gebeuren binnen de maand na aflevering en in de originele verpakking. Hemden worden alleen omgeruild indien ongeopend.

4.5. Bijzondere beschikkingen 4.5.1. Bij uitdiensttreding 4.5.1.1. Ingeval van brugpensioen, pensioen of invaliditeit na langdurige afwezigheid wegens ziekte Het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds mag door het personeelslid worden opgenomen door bestelling van kledijstukken uit zijn assortiment kledijfonds, beperkt tot de kledijstukken van de uitrusting voor zijn functie en ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 4.5.1.2. Ingeval van overlijden in actieve dienst Van het eventueel batig saldo op de individuele rekening kledijfonds zal via de laatste loonafrekening een bedrag worden uitbetaald ten belope van maximum de op dat ogenblik geldende jaarlijkse dotatie. 4.5.1.3. Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) Ingeval van ontslagneming of afdanking (andere dan brugpensioen) mag aan het betrokken personeelslid, met ingang van de vooropzeg, enkel nog kledij worden geleverd die absoluut noodzakelijk is om de periode van vooropzeg te volbrengen. De levering van deze kledijstukken zal afhangen van de beslissing van de directeur van de entiteit.

personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur Indien een personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór hij/zij 3 jaar dienst heeft, zal de kostprijs van de eerste en gratis verstrekte uitrusting worden aangerekend, met een kwijtschelding van 1/3 van de kostprijs per jaar dienst. Ieder begonnen jaar waarvan meer dan zes maanden voorbij zijn, wordt geteld als volledig jaar. De inhouding gebeurt op het loon.

personeelsleden met een andere arbeidsovereenkomst Indien een personeelslid met een andere overeenkomst dan die van onbepaalde duur de maatschappij vrijwillig verlaat of wordt afgedankt wegens ernstige reden vóór het einde

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 35

van zijn/haar overeenkomst zal een kostprijs aangerekend worden, evenredig met de nog niet volbrachte termijn van de overeenkomst. De inhouding gebeurt op het loon.

4.5.2. Vervanging van kledijstukken die werden vernietigd buiten de schuld van het personeelslid tijdens de uitvoering van de dienst Bij het indienen van een verzoek door een personeelslid om een kledijstuk te vervangen dat werd beschadigd buiten zijn/haar schuld tijdens de uitvoering van de dienst zal de entiteit een grondig onderzoek hieromtrent instellen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vraag om vervanging gegrond is kan aan het personeelslid gratis eenzelfde nieuw kledijstuk worden verstrekt, mits voorlegging van het beschadigde stuk. De gratis vervanging van een beschadigd kledijstuk zal afhangen van een beslissing van de directeur van de entiteit. 4.5.3. Prijsbepaling van een artikel uit het assortiment De prijs van een artikel die aangerekend wordt op de individuele rekening kledijfonds van het personeel is deze die geldig was op de datum van de aanvraag ervan door het personeelslid.

545 Kledijfonds Reglementering kledijfonds

Uitgave juni 2010 36

BIJLAGE : JAARLIJKSE DOTATIE OP DE INDIVIDUELE REKENING KLEDIJFONDS op 1 januari 2010 1. Chauffeurs De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 108,85 Euro 2. Uniformplichtige weddetrekkenden De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 163,46 Euro 3. Lijncontrole De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 163,46 Euro 4. Personeel technische diensten De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 38,10 Euro 5. Personeel technische diensten met regelmatige rijprestaties De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 108,85 Euro 6. Personeel technische diensten met sporadische rijprestaties De jaarlijkse dotatie op de individuele rekening kledijfonds bedraagt 73,47 Euro