Regio in Beeld 2016

36
Regio in Beeld 2016 Achterhoek

Transcript of Regio in Beeld 2016

Page 1: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek

Page 2: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 1

Inleiding 2

1. Werkgelegenheid groeit licht 3 1.1. Meer banen voor werknemers en zelfstandigen 3 1.2. Structurele veranderingen worden zichtbaarder 5 1.3. Veel ouderen in zorg & welzijn, openbaar bestuur sterkst vergrijsd 5

2. Groei vacatures zet door 7 2.1. Meeste vacatures in detailhandel, sterkste groei in bouw, ICT en horeca 7 2.2. Vacatures voor laagopgeleiden vooral in detailhandel en industrie 8 2.3. Technische beroepen en bouwberoepen meest gevraagd via UWV 9 2.4. Relatief meeste baanopeningen tot 2020 voor transport & logistiek personeel 10 2.5. Relaties en open sollicitatie belangrijk voor kwetsbare werkzoekenden 11 2.6. Opleidingsniveau en werkervaring blijven belangrijk bij werving en selectie 12

3. Onbenut arbeidsaanbod verandert van samenstelling 14 3.1. Gelijk aantal mensen beschikbaar voor arbeidsmarkt 14 3.2. Daling instroom in de WW 14 3.3. Instroom ouderen in WW blijft hoog 15 3.4. Instroom in WW vooral technisch, administratief en logistiek personeel 15 3.5. Aantal bijstandsuitkeringen toegenomen, minder doorstroom van WW naar bijstand 16 3.6. Meer Wajongers bij reguliere werkgevers 18 3.7. Toename aantal uitkeringen WIA, afname aantal WAO-uitkeringen 19

4. Meer kansen en specifieke krapte 21 4.1. Discrepanties op een aantrekkende arbeidsmarkt 21 4.2. Minder ruime arbeidsmarkt in de Achterhoek 21 4.3. Specifieke krapteberoepen in techniek 23 4.4. Op termijn knelpunten voor werkgevers 24 4.5. Kansen voor werkzoekenden 25 4.6. Alternatieve overstapberoepen 26 4.7. Scholing vergroot kansen 26 4.8. Kansen buiten de Achterhoek 27

5. Uitdagingen voor de arbeidsmarkt 29 5.1. Inspelen op een veranderende arbeidsmarkt 29 5.2. Scholing, omscholing en bijscholing 29 5.3. Andere mogelijkheden om kansen te vergroten 29 5.4. Sectorplan Achterhoek Nieuw Werk 30 5.5. Regionale samenwerking optimaliseren 30 5.6. Het Werkgeversservicepunt Achterhoek 30 5.7. Unieke Achterhoekers aan het werk 30

Literatuur 31

Begrippen en afkortingen 32

Colofon 34

Inhoudsopgave

Page 3: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 2

Voor u ligt de nieuwe Regio in Beeld 2016 voor de Achterhoek. Onze arbeidsmarktregio wordt met

teksten, analyses en grafieken in beeld gebracht. Deze informatie en dit beeld dragen bij aan het gericht

benutten van voorliggende kansen en gericht aanpakken van dreigende risico’s. Daarnaast nodigen wij

een ieder uit om in real life de regio Achterhoek te komen aanschouwen, ook dan hebben wij het over de

Regio in beeld. En komen de kansen en risico’s nog beter in beeld, waarbij ook opgemerkt zal worden dat

de Achterhoeker trots is op zijn/haar regio!

De arbeidsmarkt in Nederland herstelt gestaag. Ook de arbeidsmarkt van de Achterhoek toont tekenen

van herstel, maar minder sterk dan landelijk. Er komen meer banen bij in bijvoorbeeld de bouw, de

groothandel en in de uitzendbranche. Het aantal vacatures neemt toe en er worden minder nieuwe WW-

uitkeringen verstrekt.

De arbeidsmarkt verandert echter snel. Bestaande functies verdwijnen of veranderen sterk door

robotisering en automatisering. Er ontstaan nieuwe functies door innovatie en verbindingen tussen

techniek en diensten. Arbeid wordt steeds flexibeler georganiseerd. Dit alles stelt andere en vooral hogere

eisen aan medewerkers.

Deze veranderende arbeidsmarkt gaat gepaard met discrepanties. Niet iedereen profiteert evenredig mee

van het herstel. Aan de ene kant ervaren werkgevers in toenemende mate problemen met het

aantrekken van het juiste personeel, de zogeheten mismatch als gevolg van verschillen tussen vraag en

aanbod. Dit geldt vooral in de techniek, ICT en in specifieke niches. Ook in de Achterhoek zijn er teveel

moeilijk vervulbare vacatures. Aan de andere kant zijn er grote groepen mensen die moeilijk werk

kunnen vinden. Niet alle werkzoekenden beschikken over een opleidingsrichting en –niveau dat optimaal

aansluit bij de eisen van de huidige arbeidsmarkt. Langdurig werklozen, ouderen, werkzoekenden uit

krimpsectoren en mensen met een arbeidsbeperking missen bovengemiddeld de aansluiting op de

arbeidsmarkt.

Met de komst van de Participatiewet (2015) is UWV samen met gemeenten en sociale partners, naast het

uitvoering geven aan de Participatiewet, mede verantwoordelijk geworden voor de vormgeving en

operationalisering van de regionale Werkbedrijven. Een belangrijke opdracht voor het regionaal

Werkbedrijf is het realiseren van het toegewezen aantal banenafspraken. Onlangs mochten wij de eerste

trendrapportage 2016 ontvangen. Hieruit blijkt dat we op koers liggen in het realiseren van deze

taakstelling. De realisatie wordt mede tot stand gebracht door een actief regionaal

Werkgeversservicepunt. Middels een samenwerkingsconvenant hebben alle partijen zich geconformeerd

aan het bundelen van elkaars expertise in dit regionaal Werkgeversservicepunt.

Maar met het uitspreken en opschrijven van mooie intenties en ambities alleen kom je er natuurlijk niet.

Om mensen aan het werk te helpen moet je ook weten welke behoeften en mogelijkheden ondernemers

hebben. Het sectorplan Achterhoek Nieuw Werk biedt de werkgever die moeilijk nieuw personeel kan

vinden financiële middelen voor het aannemen, opleiden en begeleiden van de nieuwe collega. Een ander

maatwerktraject met de werkgever is om taken en rollen uit bestaande functies samen te voegen tot een

passende functie voor een werkzoekende.

Deze Regio in Beeld geeft een doorkijk van de arbeidsmarktontwikkelingen in de Achterhoek in 2016 en

2017. De eerste twee hoofdstukken beschrijven de vraag van regionale werkgevers: banen en vacatures.

Hoofdstuk 3 geeft een beeld van de aanbodzijde op de arbeidsmarkt, en dan vooral het onbenut

arbeidsaanbod. In hoofdstuk 4 worden vraag en aanbod met elkaar vergeleken, om zo te bepalen waar

kansen en knelpunten liggen. Afsluitend belicht hoofdstuk 5 wat samenwerkende regionale partijen

(kunnen) doen om kansen te benutten en knelpunten te verkleinen.

Wij zijn er van overtuigd dat we met de kansen die er zijn, en in samenwerking met de diverse partijen,

de Achterhoek nog meer als arbeidsmarktregio in beeld zetten.

Edwin van der Vliet Regiomanager UWV WERKbedrijf

Achterhoek

Frans Langeveld Wethouder

Gemeente Doetinchem

Inleiding

Page 4: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 3

1.1. Meer banen voor werknemers en zelfstandigen

Het economisch herstel zet in 2016 en 2017 door. De aantrekkende woningmarkt, hogere investeringen

door bedrijven in onder andere ICT en toenemende consumptieve bestedingen dragen bij aan de

economische groei. Dat leidt ook tot meer werkgelegenheid, maar niet in alle sectoren. In de Achterhoek

neemt het aantal banen van werknemers in twee jaar tijd licht toe tot 112.800 eind 2017. Die groei is

minder sterk dan landelijk. Doordat de bouw oververtegenwoordigd is in de economische structuur van de

Achterhoek profiteert de werkgelegenheid in de Achterhoek extra van de groei in deze sector. Omgekeerd

profiteert de regio minder van de sterke groei in de zakelijke diensten, doordat deze sectoren hier

ondervertegenwoordigd zijn. Ook de structurele banenkrimp in de industrie werkt in de Achterhoek

sterker door dan gemiddeld in Nederland.

Afbeelding 1.1. Werknemersbanen per sector: omvang, aandeel en ontwikkeling Achterhoek, 2017

Bron: UWV

Afbeelding 1.1 geeft drie dingen weer voor 2017.

De omvang en verdeling van banen van werknemers eind 2017; hoe meer banen, hoe groter de bol.

De verwachte procentuele groei of krimp in 2017 ten opzichte van 2016; boven de horizontale as is

sprake van groei, eronder van krimp.

Het relatieve belang van een sector voor de regio in 2017. Dit is hier het regionale aandeel van een

sector in het aantal banen van werknemers, in verhouding tot het landelijke aandeel van die sector in

het aantal banen van werknemers. Links van de verticale as is het regionale aandeel kleiner dan het

landelijke aandeel, rechts groter.

In de Achterhoek neemt het aantal banen van werknemers in twee jaar tijd met gemiddeld 0,2% per jaar toe tot 112.800 eind 2017. In Nederland als geheel ligt de gemiddelde groei in die periode hoger, op 1,0% per jaar. Dit verschil hangt onder meer samen met de sectorstructuur in de regio. Over het algemeen vertaalt productiegroei bij goederen zich minder snel en minder sterk in extra werkgelegenheid in

vergelijking met de dienstensectoren, doordat de arbeidsproductiviteit stijgt. Daarnaast lijkt de regionale economie in zijn totaliteit wat minder goed te draaien. In elke sector blijft de ontwikkeling van het aantal banen van werknemers in 2017 achter bij het landelijk gemiddelde. Zo is ook de krimp in industrie en zorg & welzijn sterker in de Achterhoek dan landelijk. Die sterkere krimp heeft extra impact op de Achterhoek, omdat deze twee sectoren een relatief groot aandeel in de Achterhoekse werkgelegenheid

Spec. zakelijke

diensten

Groothandel

Industrie Landbouw

Openbaar bestuur

Zorg en welzijn

Detailhandel

Horeca

Onderwijs

ICT

Vervoer en opslag

Financiële diensten

Overige diensten

Bouwnijverheid

Overige zakelijke

diensten

-4%

-3%

-2%

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

on

twik

kelin

g b

an

en

van

werkn

em

ers

ondervertegenwoordigd | oververtegenwoordigdt.o.v. Nederland t.o.v. Nederland

Krimp

Groei

1. Werkgelegenheid groeit licht

Page 5: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 4

hebben. Afbeelding 1.1 laat zien dat vooral de industrie veel sterker vertegenwoordigd is dan gemiddeld in Nederland. Daar staan ook in 2017 groeisectoren tegenover die sterker vertegenwoordigd zijn in de Achterhoek, zoals bouw, detailhandel en groothandel. De sterke groei in de overige zakelijke diensten komt vooral door de uitzendbedrijven en arbeidsbemiddeling die daar onder vallen. Het feitelijke werk van de uitzendkrachten vindt overwegend plaats in andere sectoren. Box 1.1. Macro-economische ontwikkeling De ontwikkeling van het aantal banen wordt bepaald door drie oorzaken: economische groei, veranderingen in arbeidsproductiviteit en veranderingen in de mate van deeltijdarbeid. De prognoses in Regio in Beeld voor banen en vacatures komen uit het rapport UWV Arbeidsmarktprognose 2016-2017. Dat rapport gaat uit van de economische groeicijfers van het Centraal Planbureau (CPB) van maart 2016: 1,8% groei in 2016 en 2,0% in 2017. Daarnaast gaat de arbeidsmarktprognose uit van het overheidsbeleid op het moment dat de prognose wordt opgesteld. De uitkomsten van (arbeidsmarkt)prognoses hebben dus een voorwaardelijk karakter en zijn deels onzeker. Afwijkende of onvoorziene ontwikkelingen en beleidsmaatregelen leiden tot andere realisaties dan verwacht. Zo heeft de overheid in juni 2016 besloten om een bezuiniging van een half miljard euro op met name verpleeghuizen en gehandicapteninstellingen te schrappen. Dat heeft waarschijnlijk een positief effect op de banenontwikkeling in de sector zorg & welzijn. Verder is sinds maart 2016 bijvoorbeeld de groei van de wereldhandel vertraagd, is definitief gekozen voor een lagere gasproductie en is er onzekerheid over de gevolgen van de keuze voor Brexit. Mede hierdoor heeft het CPB in september 2016 de groeiverwachting bijgesteld tot 1,7% in zowel 2016 als 2017.

In de Provinciale Economische Verkenning (PEV) van Gelderland is het beeld dat de economische groei in de provincie sterk overeenkomt met de landelijke ontwikkeling. Ondanks de groei van dit moment is de economische situatie nog ver verwijderd van het punt vlak voor de recessie begin 2008. De Achterhoek is sterk getroffen door de recessie. Het groeitempo van de werkgelegenheid en de beroepsbevolking ligt structureel op een lager niveau dan gemiddeld in Gelderland. Langzaam maar zeker voltrekt zich in Gelderland een verschuiving van de economische zwaartepunten waarbij het belang van de Veluwe en van Zuidwest-Gelderland groter wordt, en dat van de regio Arnhem/Nijmegen en de Achterhoek afneemt.

Vooral groei in de marktsector Afbeelding 1.1 laat ook zien dat de banengroei voor werknemers vooral in de marktsector zit. De publieke sector (onderwijs, openbaar bestuur en zorg & welzijn) laat in 2017 op alle onderdelen een lichte krimp zien. Openbaar bestuur en onderwijs zijn weliswaar in de Achterhoek minder sterk vertegenwoordigd dan landelijk, maar juist de grote sector zorg & welzijn is relatief oververtegenwoordigd. De regionale impact van de krimp is daardoor toch groot.

Structureel groter aandeel zelfstandigen De vraag naar arbeid wordt ingevuld door werknemers en zelfstandigen. De UWV prognoses geven als landelijk beeld dat na 2008 het aantal banen van werknemers daalt, maar nu weer licht stijgt. Het aantal banen van zelfstandigen neemt al jaren achter elkaar toe, vooral bij de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), maar de groei vlakt wel af. Het aantal zelfstandigen groeit landelijk met 1,1% per jaar in 2016-

2017. Het aandeel zelfstandigen in de werkgelegenheid ligt daarmee op 21%, één op de vijf banen is voor een zelfstandige. Van de zelfstandigen is ongeveer de helft zzp’er. Het aantal zelfstandigen is anders over sectoren verdeeld dan het aantal werknemers. In de ene sector is het al langer en meer gebruikelijk om als zelfstandige te werken dan in de andere. Dat is iets om rekening mee te houden bij de oriëntatie van werkzoekenden op zelfstandig ondernemerschap. In een sector als de landbouw werken traditioneel veel zelfstandigen, maar de economische ruimte voor nieuwe toetreders lijkt beperkt. In bijvoorbeeld de bouw is de afgelopen jaren vooral het aantal zzp’ers gegroeid. Daar lijken kansen te liggen voor een verdere toename, nu de bouw ook economisch groeit. Afbeelding 1.2 geeft het aantal (links) en aandeel (rechts) zelfstandigen per sector in de Achterhoek. In

de jaren 2013-2014 werkte hier in totaal gemiddeld 17% van de werkzame beroepsbevolking als zelfstandige. Landelijk was dat in die periode 16%. De detailhandel was de sector met de grootste groep zelfstandigen. In die sector werken veel mensen en daarvan werkt ook een meer dan gemiddeld aandeel als zelfstandige. Meteen daarna volgt de landbouw. De werkgelegenheid in de landbouw is niet groot, maar doordat het merendeel bestaat uit zelfstandigen (hier worden ook meewerkende gezinsleden toe gerekend), staat de landbouw toch hoog in deze ranglijst. Op de vierde plek staat de bouwnijverheid. Zelfstandig ondernemerschap was in deze sector al niet ongebruikelijk, maar net voor en tijdens de crisis heeft vooral het aantal zzp’ers een flinke vlucht genomen.

Page 6: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 5

Afbeelding 1.2. Zelfstandigen: aantal en aandeel per sector Achterhoek, 2013-2014

Bron: CBS, bewerking ROA

In 2013-2014 lag het aandeel zelfstandigen binnen veel sectoren in de Achterhoek hoger dan landelijk. Vooral in de landbouw en in de detailhandel. Juist de bouw was toen de grootste uitzondering: landelijk een derde deel zelfstandigen en in de Achterhoek een kwart.

1.2. Structurele veranderingen worden zichtbaarder

Structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt veranderen niet alleen de omvang van het benodigde personeelsbestand, maar ook de eisen die aan werknemers worden gesteld en de manier waarop werk wordt georganiseerd. Daarbij gaat het om ontwikkelingen zoals een groeiend aandeel van werk in de dienstverlening, flexibilisering van de arbeidsmarkt, hogere arbeidsparticipatie, veranderingen in kwalificaties voor nieuwe en bestaande functies, vergrijzing van de (beroeps)bevolking en verdergaand gebruik van computers en robots. Dit komt op verschillende manieren op de arbeidsmarkt tot uiting.

Bestaande functies verdwijnen of veranderen sterk als gevolg van robotisering, automatisering en

upgrading. Dit geldt bijvoorbeeld sterk voor (economisch-)administratieve beroepen. In de periode

2013-2018 wordt landelijk een blijvend verlies van 100 duizend banen voor deze beroepen verwacht,

vooral op laag en middelbaar beroepsniveau.

Nieuwe functies ontstaan als gevolg van innovatie en verbindingen tussen techniek en diensten. Niet

alleen groeit de vraag naar specialisten in techniek en ICT sterker dan het aanbod, maar ook in veel

andere beroepen wordt enige mate van vaardigheid met automatisering gevraagd.

Arbeid wordt flexibeler georganiseerd (oproepwerk, uitzendwerk, zzp’ers, tijdelijke contracten).

Uitingen daarvan zijn dat de sector uitzendbedrijven & arbeidsbemiddeling in 2016-2017 de sterkste

banengroei laat zien en dat het aandeel zelfstandigen (waaronder ook zzp’ers) in de werkgelegenheid

structureel is toegenomen.

De participatie van ouderen en vrouwen op de arbeidsmarkt neemt verder toe.

1.3. Veel ouderen in zorg & welzijn, openbaar bestuur

sterkst vergrijsd

Voor de arbeidsmarkt is de leeftijdsopbouw van werknemers een relevant gegeven. Door vergrijzing en door verhoging van de pensioenleeftijd neemt de participatie van ouderen op de arbeidsmarkt toe. Hun kansen houden daar niet automatisch gelijke tred mee. Over het algemeen geldt voor ouderen, sterker dan voor andere leeftijdsgroepen, dat ze relatief moeilijk weer aan het werk komen als ze eenmaal

werkloos zijn. Tijdig investeren in bij- of omscholing of bemiddeling van werk-naar-werk kan helpen om werkloosheid te voorkomen. Een hoog aandeel 50-plussers impliceert dat er ook meer vervangingsvraag te verwachten is door personeel dat met pensioen gaat. Voor de groep 60-plusssers speelt dat binnen afzienbare tijd. Vervanging biedt kansen voor alle werkzoekenden, ook voor ouderen. Afbeelding 1.3 geeft een overzicht van de verschillen tussen sectoren in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand, eind 2015. De sectoren staan op volgorde van het aandeel 50-plussers. In de Achterhoek is het personeelsbestand in elke sector sterker vergrijsd dan landelijk. Dit weerspiegelt de algemene demografische ontwikkeling in de Achterhoek. Gemiddeld is 32% van de werknemers in de

0 1.000 2.000 3.000 4.000

Detailhandel

Landbouw

Spec. zakelijke diensten

Bouwnijverheid

Zorg en welzijn

Overige diensten

Horeca

Groothandel

Industrie

Vervoer en opslag

Financiële diensten

Onderwijs

ICT

Ov. zakelijke diensten

Openbaar bestuur

Aantal zelfstandigen

0% 25% 50% 75%

Detailhandel

Landbouw

Spec. zakelijke diensten

Bouwnijverheid

Zorg en welzijn

Overige diensten

Horeca

Groothandel

Industrie

Vervoer en opslag

Financiële diensten

Onderwijs

ICT

Ov. zakelijke diensten

Openbaar bestuur

Aandeel zelfstandigen

Page 7: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 6

Achterhoek 50-plusser, 6% is 60 jaar of ouder en 20% is jonger dan 27 jaar. Landelijk is 28% 50-plus, 5% 60-plus en 22% jonger dan 27 jaar. In de Achterhoek zijn openbaar bestuur en onderwijs de sterkst vergrijsde sectoren. In het openbaar bestuur is de helft van de werknemers 50-plusser, in het onderwijs 45%. Eén op de tien werknemers in deze twee sectoren is 60-plusser. Ook sterker vergrijsd dan gemiddeld zijn zorg & welzijn, vervoer & opslag en bouwnijverheid. Horeca en detailhandel zijn het minst vergrijsd. In absolute aantallen heeft de sector zorg & welzijn met 9.600 de meeste werknemers van 50 jaar en ouder, waarvan er 1.400 ook 60-plus zijn. Ook in de industrie werken veel 50- en 60-plussers. Opvallend in de Achterhoek zijn de uitzendbedrijven. Een kwart van de werknemers (inclusief

uitzendkrachten) is 50 jaar of ouder. Landelijk is dat met 16% een stuk lager. Dit onderstreept het belang van uitzendwerk in de Achterhoek voor ouderen.

Afbeelding 1.3. Banen van werknemers naar leeftijdsklasse en sector Achterhoek, december 2015

Bron: UWV

Veranderingen in de vraag naar arbeid worden onder andere zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal vacatures en de kenmerken van die vacatures. Dit komt in hoofdstuk 2 aan bod. De veranderende functie-eisen die aan nieuw personeel worden gesteld vormen ook een signaal voor veranderingen waar het zittende personeel mee te maken heeft of krijgt. Dat inzicht helpt werknemers en werkgevers om tijdig in actie te komen om werkloosheid te voorkomen.

6%

7%

15%

14%

9%

15%

4%

15%

16%

27%

33%

52%

62%

20%

44%

48%

48%

49%

54%

51%

64%

57%

56%

47%

41%

33%

25%

47%

39%

35%

32%

30%

31%

28%

28%

24%

23%

22%

21%

13%

11%

27%

11%

10%

6%

7%

6%

6%

4%

4%

4%

4%

4%

2%

2%

6%

Openbaar bestuur

Onderwijs

Zorg en welzijn

Vervoer en opslag

Bouwnijverheid

Industrie

Financiële diensten

Groothandel

Zakelijke diensten

Landbouw

Uitzendbedrijven

Detailhandel

Horeca

Totaal

tot 27 jaar 27 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar 60-plus

Page 8: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 7

In het vorige hoofdstuk is de werkgelegenheid in de Achterhoek beschreven. Banengroei heeft invloed op het ontstaan van nieuwe vacatures. De vraag naar personeel die hierdoor ontstaat wordt uitbreidingsvraag genoemd. De meeste vacatures ontstaan echter door vervangingsvraag. Nu het economisch herstel doorzet, durven meer mensen van baan te wisselen. Vervangingsvraag ontstaat verder doordat mensen stoppen met werken vanwege bijvoorbeeld pensionering, arbeidsongeschiktheid, verhuizing of overlijden. Dit hoofdstuk beschrijft de vacaturemarkt in de Achterhoek.

Overigens is het aantal vacatures een onderschatting van het feitelijk aantal nieuwe baanopeningen. Er worden namelijk ook banen ingevuld zonder dat er een formele vacature is geplaatst. Zo worden veel mensen aangenomen via het informele circuit, netwerken, open sollicitaties, stageplekken en dergelijke.

2.1. Meeste vacatures in detailhandel, sterkste groei in bouw, ICT en horeca

In dit hoofdstuk worden de laatste vier kwartalen (derde en vierde kwartaal van 2015 en het eerste en tweede kwartaal van 2016) vergeleken met dezelfde perioden in de jaren daarvoor. Deze perioden worden kortweg aangeduid als 2015/2016 en 2014/2015 enzovoort. Afbeelding 2.1 toont de omvang en ontwikkeling van de ontstane vacatures op de totale vacaturemarkt in de Achterhoek. In de jaren van crisis daalde het aantal nieuwe vacatures sterk. Door het economisch herstel vanaf 2014 klimt de vacaturemarkt nu ook weer snel uit het dal. In 2015/2016 ontstonden gemiddeld 640 nieuwe vacatures per maand. UWV verwacht dat de vacaturemarkt blijft groeien, maar

wel op een iets lager groeiniveau. De omvang van de ontstane vacatures blijft daarmee zowel in 2016 als in 2017 lager dan voor de crisis. De reden voor die minder sterke vacaturegroei is dat de arbeidsmarkt sinds 2007 sterk veranderd is. De economische groei is veel lager dan in 2007, de pensioenleeftijd is verhoogd, mensen werken langer door, het aantal zzp’ers is sterk gegroeid en werkenden zijn deels nog terughoudend om van baan te wisselen.

Afbeelding 2.1. Ontstane vacatures op de arbeidsmarkt per periode van vier

kwartalen Achterhoek, 2011-2016

Bron: UWV

Afbeelding 2.2 geeft een beeld van de omvang van het aantal ontstane vacatures in de Achterhoek per sector in 2015/2016 (links), en de groei ten opzichte van 2014/2015 (rechts). De totale omvang van de vacaturemarkt in de Achterhoek bedraagt in de periode 2015/2016 ruim 7.700 vacatures. De helft Ongeveer 45% van de totale vraag naar personeel in de regio Achterhoek is afkomstig uit de detailhandel, zorg & welzijn en industrie. In de meeste sectoren groeit het aantal vacatures is in 2015/2016. In de landbouw en bij de financiële

diensten was procentueel sprake van forse dalingen, maar doordat het om kleine aantallen gaat is de

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

8.000

9.000

2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016

2. Groei vacatures zet door

Page 9: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 8

impact op de totale vacaturemarkt beperkt. De grootste procentuele toenames zijn te zien in de bouw, in de ICT en in de horeca. In deze sectoren is het aantal ontstane vacatures in 2015/2016 de helft groter dan in 2014/2015.

Afbeelding 2.2. Ontstane vacatures per sector naar omvang (links) en groei (rechts)

Achterhoek, 2015/2016

Bron: UWV

De twee sectoren met de grootste aantallen vacatures zijn de detailhandel en zorg & welzijn. Allebei sectoren waarin veel verandert in de hoeveelheid en het soort werk. In de detailhandel ontstaan in 2015/2016 1.600 vacatures in de Achterhoek. Dit zijn meer vacatures dan het jaar ervoor. Dit lijkt tegenstrijdig met de vele ontslagen in deze sector door faillissementen van verschillende winkelketens.

Het banenverlies treft echter vooral de traditionele winkels, doordat koopgedrag van consumenten verandert. De rest van de detailhandel groeit juist doordat de koopkracht stijgt. Hiervan profiteren met name supermarkten en detaillisten die zich richten op woningen en duurzame consumptiegoederen. Bovendien groeien internetverkopen sterk. In de detailhandel is vooral vraag naar verkoopmedewerkers, laders, lossers en vakkenvuller. Veel vacatures worden ingevuld door jongeren in bijbaantjes of als vakantiekracht, maar ook door Wajongers. Door bezuinigingen in de zorg & welzijn daalde de werkgelegenheid de afgelopen jaren. Het blijft echter een omvangrijke sector in de Achterhoek waar toch veel vacatures blijven ontstaan. In 2015/2016 ontstonden er in de Achterhoek ruim 1.200 vacatures in zorg & welzijn. De meeste vacatures in deze sector ontstaan voor verzorgenden (vooral verzorgende individuele gezondheidszorg), verpleegkundigen

(mbo), gespecialiseerde verpleegkundigen en woonbegeleiders. Volgens de arbeidsmarktprognose 2016 – 2017 van UWV ontstaan in 2017 landelijk de meeste nieuwe vacatures in de detailhandel, zakelijke dienstverlening (vooral specialistische diensten en overige diensten) en zorg & welzijn. Ook in horeca, industrie, groothandel, ICT, bouw en vervoer & opslag wordt een aanzienlijk aantal vacatures verwacht. In de landbouw ontstaan in 2017 weinig vacatures.

2.2. Vacatures voor laagopgeleiden vooral in detailhandel

en industrie

Afbeelding 2.3 toont het aantal vacatures op de totale vacaturemarkt in de Achterhoek in 2015/2016 per sector en beroepsgroep. De vacatures zijn onderverdeeld naar drie beroepsniveaus: laag, middelbaar en hoog. Links in de afbeelding staan de vacatures per sector naar beroepsniveau. Voor laagopgeleiden ontstaan de meeste vacatures in de detailhandel, op ruime afstand gevolgd door industrie, horeca en vervoer &

opslag. In de detailhandel en horeca betreft het vaak seizoenswerk en bijbaantjes voor scholieren en studenten. Op middelbaar beroepsniveau ontstaan er in de Achterhoek vooral vacatures in zorg & welzijn, detailhandel, industrie en groothandel. In de zorg is het gevraagde mbo-niveau vaak hoger dan het opleidingsniveau van werkzoekenden. Vacatures voor hoogopgeleiden zijn vooral te vinden in zorg & welzijn, onderwijs en specialistische zakelijke diensten. Het rechterdeel van afbeelding 2.3 geeft inzicht in de vacatures per beroepsklasse naar beroepsniveau. Er zijn in de Achterhoek veel vacatures op laag niveau voor dienstverlenend, transport & logistiek,

-50%-25% 0% 25% 50% 75%

Landbouw

Financiële diensten

ICT

Overige diensten

Vervoer en opslag

Openbaar bestuur

Onderwijs

Horeca

Ov. zakelijke diensten

Spec. zakelijke diensten

Bouwnijverheid

Groothandel

Industrie

Zorg en welzijn

Detailhandel

0 500 1.000 1.500 2.000

Landbouw

Financiële diensten

ICT

Overige diensten

Vervoer en opslag

Openbaar bestuur

Onderwijs

Horeca

Ov. zakelijke diensten

Spec. zakelijke diensten

Bouwnijverheid

Groothandel

Industrie

Zorg en welzijn

Detailhandel

Groei t.o.v. jaar eerderOntstane vacatures 2015/2016

-55%

Page 10: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 9

commercieel en technisch personeel. Het gaat hierbij om functies zoals schoonmakers, hulparbeiders bouw & industrie, laders, lossers & vakkenvullers en verkoopmedewerkers detailhandel. Een deel van deze functies wordt deels door scholieren en studenten ingevuld. Ook voor commercieel en technisch personeel op middelbaar niveau zijn er veel vacatures, bijvoorbeeld voor commercieel medewerker binnendienst en voor machinemonteur. Daarnaast zijn er op middelbaar niveau veel vacatures voor economisch & administratief en zorg & welzijn personeel. Dit zijn voornamelijk vacatures voor transportplanner & logistieke medewerker en voor verzorgende individuele gezondheidszorg (ig). Voor een deel van de vacatures op dit niveau is er veel concurrentie van anderen die werk in deze beroepen zoeken. Veel vacatures betekent dus niet automatisch dat de kansen op werk heel goed zijn. Op hoog niveau zijn er veel vacatures in de beroepsklassen zorg & welzijn, managers, pedagogisch en economisch & administratief. Bijvoorbeeld voorartsen en gespecialiseerd verpleegkundigen, managers marketing &

sales, docenten scheikunde of wiskunde en voor accountants.

Afbeelding 2.3. Ontstane vacatures naar niveau per sector (links) en beroepsklasse (rechts)

Achterhoek, 2015/2016

Bron: UWV

2.3. Technische beroepen en bouwberoepen meest gevraagd via UWV

Een andere invalshoek om zicht te krijgen op de regionale vraag naar personeel is door naar alle

vacatures te kijken, die bij UWV op werk.nl online openstaan. In afbeelding 2.4 staan de 20 beroepsgroepen met gemiddeld de meeste openstaande vacatures, die in het eerste halfjaar van 2016 in de Achterhoek voor werkzoekenden bij UWV beschikbaar waren.

Afbeelding 2.4. Top 20 beroepen met gemiddeld de meeste openstaande vacatures Achterhoek, januari tot en met juni 2016

Top 20 openstaande vacatures naar gevraagd beroep

1 Metaalbewerkers en constructiewerkers 11 Assemblagemedewerkers

2 Lassers en plaatwerkers 12 Callcentermedewerkers outbound en overige verkopers

3 Bouwarbeiders ruwbouw 13 Software- en applicatieontwikkelaars

4 Elektriciens en elektronicamonteurs 14 Meubelmakers, kleermakers en stoffeerders

5 Transportplanners en logistiek medewerkers 15 Bouwarbeiders afbouw

6 Timmerlieden 16 Schilders en metaalspuiters

7 Technici bouwkunde en natuur 17 Laders, lossers en vakkenvullers

8 Loodgieters en pijpfitters 18 Adviseurs marketing, public relations en sales

9 Machinemonteurs 19 Vrachtwagenchauffeurs

10 Hulpkrachten bouw en industrie 20 Productiemachinebedieners

Bron: UWV

0 500 1.000 1.500 2.000

Financiële diensten

Landbouw

ICT

Overige diensten

Vervoer en opslag

Openbaar bestuur

Onderwijs

Horeca

Ov. zakelijke diensten

Spec. zakelijke diensten

Bouwnijverheid

Groothandel

Industrie

Zorg en welzijn

Detailhandel

Laag Middelbaar Hoog

0 500 1.000 1.500 2.000

Agrarisch

Creatief en taalkundig

Openbaar bestuur

Managers

ICT

Pedagogisch

Dienstverlenend

Transport en logistiek

Economisch en admin.

Zorg en welzijn

Technisch

Commercieel

Laag Middelbaar Hoog

Page 11: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 10

De vraag naar metaalbewerkers en constructiewerkers is in de Achterhoek het grootst. Daarnaast zijn ook andere technische beroepen en verschillende bouwberoepen ruim vertegenwoordigd in deze top 20. Dat het met de sector vervoer & opslag beter gaat, blijkt uit het relatief groot aantal vacatures voor transportplanners & logistiek medewerkers en vrachtwagenchauffeurs. In mindere mate zijn deze vacatures ook afkomstig uit de groothandel, detailhandel en industrie.

2.4. Relatief meeste baanopeningen tot 2020 voor

transport & logistiek personeel

Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) maakt prognoses van baanopeningen per beroepsklasse. Dit is de optelsom van de positieve uitbreidingsvraag (banengroei) en vervangingsvraag. Bij de uitbreidingsvraag bekijkt ROA niet alleen de banenontwikkeling, maar houdt ook rekening met verschuivingen in de beroepenstructuur binnen sectoren. De vervangingsvraag per beroepsgroep ontstaat doordat mensen van beroep veranderen of stoppen met werken.

ROA verwacht van 2015 tot en met 2020 een uitbreidingsvraag van ruim 400 duizend werkenden in Nederland. De vervangingsvraag vormt de komende jaren echter veruit de belangrijkste component voor het aantal baanopeningen: er moeten tot 2020 ruim 1,5 miljoen arbeidskrachten vervangen worden. Dit betekent dat 76% van de baanopeningen ontstaat door vervangingsvraag. Afbeelding 2.5 maakt de ontwikkeling van de landelijke vervanging- en uitbreidingsvraag inzichtelijk per beroepsgroep (als percentage van het aantal werkenden in 2014).

Afbeelding 2.5. Verwachte uitbreidings- en vervangingsvraag naar beroepsklasse als percentage van het aantal werkenden in 2014

Nederland, jaarlijks gemiddelde 2015-2020

Bron: ROA

Voor alle beroepsklassen neemt de vervangingsvraag toe. Dit geldt ook voor de uitbreidingsvraag, met

uitzondering van de agrarische beroepen. Voor deze relatief kleine beroepsklasse wordt banenkrimp verwacht. De groei van de vervangingsvraag voor agrarische beroepen is – als percentage van het aantal werkenden – juist veel groter dan gemiddeld. Dit hangt samen met het grote aandeel scholieren met een bijbaan, die vaak van beroep wisselen (onder andere doordat er niet in alle seizoenen werk is). In transport & logistiek is de vervangingsvraag nog groter en ontstaan ook in absolute aantallen veel baanopeningen de komende jaren. Ook hier werken veel scholieren in een bijbaan, zoals vakkenvuller, vuilnisophaler en dagbladbezorger. In absolute aantallen ontstaan de meeste baanopeningen in economische & administratieve beroepen. Dit is dan ook de grootste beroepsklasse qua aantal werkenden. De meeste baanopeningen ontstaan voor administratief medewerkers, receptionisten & telefonisten, transportplanners & logistiek medewerkers en

directiesecretaresses. Er is veel concurrentie van andere werkzoekenden voor deze beroepen. De technische beroepsklasse is na de economische & administratieve beroepen de grootste beroepsklasse. Hierdoor zijn er absoluut gezien veel baanopeningen de komende jaren. Bovendien is de banengroei groot voor de meeste technische beroepen. Er zijn vooral veel baanopeningen voor ingenieurs

-1,0% 0,0% 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 6,0%

ICT

Zorg en welzijn

Economisch en admin.

Pedagogisch

Creatief en taalkundig

Commercieel

Openbaar bestuur

Technisch

Managers

Dienstverlenend

Agrarisch

Transport en logistiek

Totaal

vervangingsvraag uitbreidingsvraag

Page 12: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 11

(geen elektrotechniek), elektriciens & elektronicamonteurs, timmerlieden, hulpkrachten bouw & industrie en productieleiders bouw & industrie. Voor de ICT-beroepen wordt relatief de hoogste uitbreidingsvraag voorzien. Dan gaat het vooral om software- en applicatieontwikkelaars, gebruikersondersteuning ICT en radio- & televisietechnici. In deze beroepsklasse wordt ook de laagste vervangingsvraag verwacht. De beroepenmobiliteit en uittreding zijn laag doordat er veel jongeren werken. Per sado is de groei van het aantal verwachte baanopeningen voor de ICT-beroepen kleiner dan het landelijke gemiddelde. De agrarische beroepen hebben in de periode 2015-2020 te maken met een krimp van de werkgelegenheid. Dit komt volgens ROA door een forse daling van het aantal land- & bosbouwers en

agrarische hulpkrachten. Voor hoveniers, tuinders, kwekers en veetelers wordt een kleinere afname van de werkgelegenheid verwacht. De uitbreidingsvraag voor agrarische beroepen is dus negatief. De relatief hoge vervangingsvraag in deze beroepsklasse is te verklaren uit de doorzettende schaalvergroting en de verder afnemende inzet van gezinsleden in de agrarische sector. Hierdoor neemt de vraag naar seizoenskrachten (vaak buitenlandse uitzendkrachten en scholieren/studenten) sterk toe. Een belangrijk deel van deze vacatures wordt ingevuld met mensen, die voorheen ook in deze functie werkzaam waren. Voor de transport- en logistiekberoepen wordt een uitbreidingsvraag verwacht, die iets hoger ligt dan het landelijke gemiddelde. De sector vervoer & opslag profiteert vooral van een verdere toename van e-commerce activiteiten. De vervangingsvraag is tot 2020 relatief het hoogst in de beroepsklasse transport- en logistiekberoepen. Dit komt door het hoge aandeel vuilnisophalers en dagbladenbezorgers (scholieren/studenten), dat veel van beroep wisselt. Hierdoor is ook de vraag naar nieuwkomers op de

arbeidsmarkt in transport & logistiek jaarlijks het grootst in verhouding tot de werkgelegenheid in deze beroepsklasse. Meer baanopeningen voor nieuwkomers dan het totale landelijke gemiddelde wordt in deze beroepsklasse verwacht bij vuilnisophalers & dagbladenbezorgers, buschauffeurs & trambestuurders, laders, lossers & vakkenvullers en chauffeurs auto's, taxi's & bestelwagens. Veel van deze baanopeningen zijn kleine bijbanen voor scholieren en studenten. Tot slot verwacht ROA voor welzijnsberoepen tot 2020 een zeer beperkte positieve uitbreidingsvraag. Dit is het gevolg van verdere voorziene bezuinigingen in deze sector. Daarbij kennen veel beroepen in deze sector een relatief lage vervangingsvraag als gevolg van een lage beroepenmobiliteit. In de beroepsklasse zorg & welzijn ontstaan daardoor relatief gezien de minste baanopeningen. Het aantal baanopeningen voor apothekersassistenten is in deze sector relatief het grootst.

Box 2.1. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA): Project Onderwijs-

Arbeidsmarkt Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) heeft zich als doel gesteld met haar onderzoek een bijdrage te leveren aan de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Eén van de onderzoeksprogramma van ROA is het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA), gefinancierd door de ministeries OCW, EZ, SZW en BZK, UWV, S-BB en Randstad Nederland. Met dit onderzoek wil ROA inzicht geven in de huidige en de toekomstige arbeidsmarktsituatie binnen de verschillende bedrijfssectoren, beroepsklassen, opleidingscategorieën en regio’s in Nederland. Hierbij gaat de centrale aandacht uit naar de verwachte ontwikkelingen op de middellange termijn. Er is voor een tijdshorizon van zes jaar gekozen om een zo goed mogelijk beeld te geven van de arbeidsmarktsituatie bij afstuderen van degenen die thans aan het begin van hun studie staan. Deze informatie is van belang voor zowel het geven van voorlichting aan degenen die aan een opleiding willen beginnen, als het nemen van beleidsbeslissingen door instanties die betrokken zijn bij de aansluiting van het onderwijs aan de arbeidsmarkt. Als onderdeel van het POA wordt elke twee jaar een rapport uitgebracht met analyses die zich toespitsen op de grote lijnen van de huidige en toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen. Het laatst verschenen rapport dateert van december 2015: De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020. Daarnaast heeft ROA een database ontwikkeld met gedetailleerde arbeidsmarktinformatie uit 21 bedrijfssectoren, 127 beroepsgroepen, 102 opleidingstypen en 35 arbeidsmarktregio’s; het ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS). Het AIS bevat kencijfers over de actuele arbeidsmarktsituatie, recente trends en arbeidsmarktprognoses. Voor de samenstelling van deze Regio in Beeld heeft UWV gebruik gemaakt van een uitgebreide set met gegevens van het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt.

2.5. Relaties en open sollicitatie belangrijk voor kwetsbare werkzoekenden

UWV heeft onderzoek gedaan naar bedrijven die in 2015 jaar vacatures hebben vervuld. Hieruit blijkt dat werkgevers in 2015 vaker een tijdelijke baan met uitzicht op een vaste aanstelling aanbieden dan in 2013. Dit aandeel stijgt van 51% naar 57%. Het aandeel aangeboden vaste banen daalt van 12% naar 11%. Het aandeel tijdelijke banen (zonder uitzicht op een vast contract) neemt af van 37% naar 32%. Het aandeel contracten met een looptijd van minder dan een halfjaar daalt van 17% naar 10%. Van de bedrijven met vervulde vacatures heeft in 2015 een kwart gebruik gemaakt van uitzendkrachten. De

Page 13: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 12

uitzendkrachten worden vooral ingezet bij de overheid en in de bouw. Ook maken grotere bedrijven meer gebruik van uitzendkrachten (70%) dan kleine bedrijven (20%).

Afbeelding 2.6 . Wervingskanalen in 2015 Nederland, 2015

Wervingskanalen 2013 2015

Eigen website 33% 32%

Relaties 20% 22%

Sociale media 8% 18%

Andere vacaturesite 16% 17%

Open sollicitatie 9% 11%

Via eigen personeel 9% 10%

Advertentie 12% 9%

Uitzendbureau 9% 7%

Bron: UWV

Bedrijven zetten in 2015 gemiddeld 1,6 wervingskanalen in bij het vervullen van hun vacatures. Afbeelding 2.6 laat zien dat het meest gebruikte wervingskanaal in 2013 en 2015 de eigen website is, gevolgd door relaties. Social media worden in 2015 (18%) meer ingezet dan in 2013 (8%). Het gebruik van advertenties is juist afgenomen.

Het gebruikte kanaal is niet gelijk aan het kanaal waarmee de vacatures daadwerkelijk vervuld zijn. In 2015 zijn de meeste vacatures vervuld via relaties (18%). Dit is dus een kansrijk kanaal om aan het werk te komen. In 2013 stond de eigen website met 20% nog bovenaan. Relaties zijn het belangrijkste aannamekanaal voor de landbouw, bouw, detailhandel, horeca, vervoer & opslag en groothandel. In het openbaar bestuur, financiële instellingen, zorg & welzijn en communicatie & informatie worden de meeste vacatures vervuld via de eigen website. Het onderwijs werft personeel vooral via andere vacaturesites dan de eigen website, en de industrie maakt veel gebruik van uitzendbureaus. Voor kwetsbare werkzoekenden zoals mensen zonder startkwalificatie en 55-plussers zijn relaties en open sollicitaties de belangrijkste wegen naar werk. Voor hogeropgeleiden is dat de website van een bedrijf.

2.6. Opleidingsniveau en werkervaring blijven belangrijk

bij werving en selectie

Uit het vacatureonderzoek blijkt verder dat voor 70% van de vacatures een startkwalificatie (minimaal een havo- of vwo-diploma of minimaal een mbo-diploma op niveau 2) wordt gevraagd om de functie uit

te voeren. In sectoren waarin relatief veel hoogopgeleiden werkzaam zijn, zoals de ICT, overheid, zorg & welzijn, advies & onderzoek en onderwijs ligt dit percentage rond de 90%. Behalve het opleidingsniveau is ook het beschikken over werkervaring een belangrijk selectiecriterium. In 60% van de vacatures is algemene werkervaring een noodzakelijke voorwaarde voor het uitoefenen van de functie. Vooral in sectoren met relatief veel werkgelegenheid voor hoogopgeleiden zoals openbaar bestuur en ICT is dit van belang. Een belangrijk deel van de vacatures wordt ingevuld met personeel, dat hoger geschoold is dan voor de functie wordt gevraagd. Deze overscholing (verdringing) wordt zichtbaar door de discrepantie tussen het gevraagde opleidingsniveau en het opleidingsniveau van de aangenomen kandidaat in beeld te brengen (zie afbeelding 2.7). Overscholing is per definitie niet mogelijk op hbo/wo niveau.

Zo wordt in 2015 op 76% van de vacatures waarvoor geen opleiding werd gevraagd toch geschoold personeel aangenomen. Bij vacatures op vmbo en havo/vwo-niveau zijn deze percentages respectievelijk 17% en 18%. Dat kandidaten met een lager opleidingsniveau worden aangenomen (onderscholing) komt beperkt voor. Op mbo 1 en havo/vwo-niveau wordt 11% en 7% van de vacatures ingevuld met een kandidaat met een lager opleidingsniveau dan gevraagd. Uit deze gegevens blijkt dat laaggeschoolden in 2015 in een belangrijke mate worden verdrongen door hoger geschoolden. Dit onderstreept het belang van een hoger opleidingsniveau bij het vinden van werk.

Page 14: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 13

Afbeelding 2.7 . Gevraagd opleidingsniveau en opleidingsniveau aangenomen persoon per opleidingscategorie

Nederland, 2015

Bron: UWV

Verdringing door hoger opgeleiden neemt toe doordat de beroepsbevolking in toenemende mate hoger

opgeleid is. Vooral in een ruime arbeidsmarkt, waarbij werkgevers een ruime keuze hebben, worden vaker mensen aangenomen met een hogere opleiding dan voor de functie noodzakelijk is. Wanneer de arbeidsmarkt krapper wordt en werkgevers dus minder keus hebben, neemt de verdringing door hoger opgeleiden af. Ten opzichte van het vacatureonderzoek in 2013 is de mate van verdringing dan ook op alle opleidingsniveaus minder geworden. De mate waarin een werkzoekende met zijn of haar specifieke beroep kansrijk is op de arbeidsmarkt is niet alleen afhankelijk van het aantal vacatures, maar wordt ook bepaald door de mate waarin er concurrerend en geschikt arbeidsaanbod beschikbaar is. Dit arbeidsaanbod kan bestaan uit werkenden, werklozen of instroom vanuit het onderwijs. Na de beschrijving van het aanbod in het volgende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 4 verder ingegaan op de arbeidsmarktkansen.

7%

11%

3%

4%

24%

82%

75%

75%

87%

96%

76%

17%

18%

14%

10%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Geen opleiding gevraagd

Vmbo

Havo, vwo

Mbo 1

Mbo 2, 3 en 4

Hbo, wo

Onderscholing Gelijk opleidingsniveau Overscholing

Page 15: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 14

3.1. Gelijk aantal mensen beschikbaar voor arbeidsmarkt

De potentiële beroepsbevolking (de bevolking van 15 tot 75 jaar) stabiliseert in de Achterhoek in 2016 en 2017 bij circa 221 duizend personen. Een deel van deze personen is, om welke reden dan ook, niet

beschikbaar voor arbeid. Mensen die wel werken of willen werken worden tot de beroepsbevolking gerekend. Eind 2017 betreft dit 154 duizend personen. De bruto arbeidsparticipatie in de Achterhoek (het aandeel van de beroepsbevolking in de bevolking van 15 tot 75 jaar) blijft daarmee in 2017 ook bijna 70%. Er komen dus niet of nauwelijks meer mensen uit de Achterhoek beschikbaar op de arbeidsmarkt. Dit hoofdstuk gaat over personen die niet of nauwelijks werken, terwijl ze dit wel willen: het onbenut arbeidsaanbod. Dit onbenut arbeidsaanbod bestaat onder meer uit personen met een WW-, bijstand- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, maar ook uit niet-uitkeringsgerechtigden. Tijdens de recessie heeft een deel van de niet-uitkeringsgerechtigden zich van de arbeidsmarkt afgekeerd. Zij zagen weinig kansen en besloten om voorlopig niet actief naar werk te zoeken. In een periode van herstel ontstaan echter weer meer kansen en biedt een deel van hen zich (weer) aan op de

arbeidsmarkt. Het gaat daarbij vooral om vrouwen, parttimers, jongeren die al dan niet hebben doorgestudeerd en mensen die vrijwilligerswerk verrichten. Al deze groepen niet-uitkeringsgerechtigden zijn moeilijk in kaart te brengen omdat zij beperkt geregistreerd staan. Ze bewegen wel mee in de dynamiek van de arbeidsmarkt. Bij actieve toetreding concurreren ze direct mee om de beschikbare banen. Nu de economie groeit, ontstaan er ook kansen voor het onbenutte deel van de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Over personen met een WW-, bijstand en arbeidsongeschiktheidsuitkering is meer bekend. Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling en samenstelling van deze drie groepen in de Achterhoek.

3.2. Daling instroom in de WW

De instroom in de WW daalt door twee elkaar versterkende effecten. Het eerste is dat er meer mensen aan het werk blijven doordat het economisch beter gaat. Daardoor neemt het aantal ontslagen af. Het tweede effect is dat er meer vacatures ontstaan, waardoor mensen die met werkloosheid bedreigd worden meer kans hebben om tijdig ander werk te vinden. In het eerste halfjaar van 2016 werden 4.200 nieuwe WW-uitkeringen verstrekt in de Achterhoek. Dit is een afname van 600 (-16%) ten opzichte van de eerste helft van 2015. De daling in deze regio is duidelijk sterker dan de landelijke daling van 9%. Dit hangt samen met de relatief sterke aanwezigheid van de bouw in de Achterhoek. In de bouw – en bij de uitzendbanen in de bouw - daalden de WW-

uitkeringen meer dan gemiddeld door het sterke herstel van deze sector. Ook in de handel was de afname sterker dan gemiddeld, ondanks tegenvallers in het grootwinkelbedrijf.

Afbeelding 3.1. Ontwikkeling instroom in de WW Achterhoek, 2014-2016

Bron: UWV

Aalten

Doetinchem

W interswijk

Oude IJsselstreek

O ost Gelre

Berkelland

Bronckhorst

MontferlandAalten

Doetinchem

W interswijk

Oude IJsselstreek

O ost Gelre

Berkelland

Bronckhorst

Montferland

2014 - 2015 2015 - 2016

3. Onbenut arbeidsaanbod

verandert van samenstelling

Page 16: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 15

Afbeelding 3.1 toont de ontwikkeling van nieuwe WW-uitkeringen per gemeente in de Achterhoek. Het eerste halfjaar wordt daarbij vergeleken met het eerste halfjaar van het jaar ervoor (in 2014-2015 en 2015-2016). In de eerste helft van 2016 is in alle gemeenten in de Achterhoek sprake van een daling, wel is er een verschil in tempo tussen gemeenten. Het WW-percentage (het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van beroepsbevolking) bedraagt eind juni 2016 voor de Achterhoek 4,9%, dat is gelijk aan het landelijke WW-percentage. De gemeente met het hoogste WW-percentage is Doetinchem (5,4%). Daarnaast ligt ook het percentage van de gemeenten Montferland en Oude IJsselstreek (5,5%) boven het regionaal (en dus landelijke) gemiddelde. Het laagste aandeel WW-uitkeringen in de Achterhoek heeft de gemeente Aalten (4%). Over het algemeen hebben meer stedelijke gemeenten een hoger WW-percentage dan landelijke gemeenten.

Door het economisch herstel neemt het aantal WW-uitkeringen landelijk en in de Achterhoek verder af. Hoe sneller de economie aantrekt, hoe groter ook de dynamiek op de arbeidsmarkt. Bij een hoge dynamiek is de WW-populatie vaak een kansrijke groep om aan het werk te komen, omdat zij veelal recente werkervaring hebben. Box 3.1. Ontwikkeling WW-uitkeringen als gevolg van de WWZ Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) op 1 juli 2015 veranderde de daarvoor al ingezette daling van het aantal lopende WW-uitkeringen in een stijging. De oorzaak hiervan is de nieuwe systematiek in de WWZ op basis van inkomstenverrekening. Deze systematiek heeft een structureel verhogend effect op het aantal lopende WW-uitkeringen. Dit komt enerzijds doordat mensen die tegen lager loon gaan werken een aanvulling uit de WW behouden en anderzijds doordat het recht op uitkering pas wordt beëindigd nadat gebleken is dat de opgegeven inkomsten overeenkomen met de inkomstenopgave van de werkgever in de Polisadministratie. Om een goed beeld te geven van de ontwikkelingen wordt in plaats van de lopende WW-uitkeringen, nu gekeken naar de instroom in de WW, waarbij dit eerste halfjaar wordt vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.

3.3. Instroom ouderen in WW blijft hoog

Jongeren krijgen gemiddeld genomen niet lang een WW-uitkering. Dit komt deels doordat zij een kort arbeidsverleden hebben, waardoor zij minder WW-rechten opbouwen. In het eerste halfjaar van 2016 kregen in de Achterhoek 620 jongeren tot 27 jaar een nieuwe WW-uitkering. Dat is 15% van de totale instroom. In dezelfde periode een jaar eerder ontvingen 730 jongeren een nieuwe WW-uitkering. De instroom van jongeren daalt dus. Jongeren profiteren het eerst bij economisch herstel en vinden

gemiddeld sneller (weer) een baan. Het aantal ouderen boven de 50 jaar dat in de eerste helft van 2016 een nieuwe WW-uitkering kreeg bedraagt 1.560. Dat is 37% van de totale instroom. In de eerste helft van 2015 kregen 1.600 ouderen een nieuwe WW-uitkering. Hiermee is de afname van de instroom van ouderen kleiner dan van de andere leeftijdscategorieën. Ouderen hebben meestal voldoende en langdurige WW-rechten opgebouwd om een uitkering toegekend te krijgen. Voor ouderen is het vaak lastiger dan voor jongeren om (weer) aan het werk te komen. Ouderen beschikken doorgaans over genoeg werkervaring, maar werkgevers geven veelal de voorkeur aan jongere leeftijdsgroepen. Het beleid van UWV is erop gericht de kennis en ervaring van 50-plussers onder de aandacht te brengen bij werkgevers. In de praktijk blijkt dat het benutten van netwerken om

werk te vinden daarbij het meest succesvolle zoekkanaal is.

3.4. Instroom in WW vooral technisch, administratief en logistiek personeel

In afbeelding 3.2 staat de top 20 naar beroep, van de instroom in de WW in het eerste halfjaar van 2016. Deze top 20 omvat het grootste deel (62%) van de totale instroom. Het gaat in de Achterhoek vooral om technisch personeel zoals hulpkrachten bouw & industrie, timmerlieden en bouwarbeiders ruwbouw. Bij de bouwberoepen speelt het seizoen een rol; de instroom is vooral hoog in de eerste maand(en) van het jaar. Ook mensen met een economisch-administratief beroep stromen de eerste helft van 2016 vaak de WW in, zoals receptionist & telefonist, secretaresse en boekhoudkundig medewerker. Een derde omvangrijke groep is commercieel personeel. Dit betreft beroepen als verkoopmedewerker detailhandel en commercieel medewerker binnendienst. Doordat de economie groeit, trekt de markt aan en hebben sommige werkgevers zelfs al moeite om voldoende geschikt technisch personeel te vinden. Ook op termijn blijven bepaalde technische functies

kansrijk voor werkzoekenden. Voor veel administratief personeel geldt dit niet: door digitalisering verdwijnen er nu en op termijn veel banen en functies. Hoofdstuk 4 gaat verder in op de kansen van werkzoekenden en de knelpunten voor werkgevers.

Page 17: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 16

Afbeelding 3.2. Top 20 instroomberoepen WW Achterhoek, januari tot en met juni 2016

Instroom WW jan t/m juni 2016 naar beroepsgroep Aantal

1 Hulpkrachten bouw en industrie 340

2 Verkoopmedewerkers detailhandel 210

3 Verzorgenden 180

4 Timmerlieden 160

5 Receptionisten en telefonisten 150

6 Laders, lossers en vakkenvullers 140

7 Callcentermedewerkers outbound en overige verkopers 130

8 Schoonmakers 120

9 Bouwarbeiders ruwbouw 110

10 Sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders 110

11 Schilders en metaalspuiters 100

12 Boekhoudkundig medewerkers 100

13 Transportplanners en logistiek medewerkers 100

14 Chauffeurs auto's, taxi's en bestelwagens 90

15 Secretaresses 90

16 Leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten 90

17 Vrachtwagenchauffeurs 80

18 Bedieners mobiele machines 70

19 Adviseurs marketing, public relations en sales 70

20 Administratief medewerkers 70

Bron: UWV

Halverwege 2016 is de arbeidsmarkt nog ruim tot zeer ruim voor de beroepen waarin de meeste mensen in de Achterhoek werk zoeken: in administratieve, commerciële, dienstverlenende, logistieke en technische beroepen op laag en middelbaar niveau. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de kansen en knelpunten op de arbeidsmarkt, zowel van werkzoekenden als voor werkgevers. De positie op de arbeidsmarkt van WW’ers wijkt sterk af van twee andere groepen die deel uitmaken van het onbenut arbeidspotentieel: de bijstandsgerechtigden en personen met een uitkering wegens (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. Over het algemeen geldt dat de afstand tot de arbeidsmarkt van

bijstandsgerechtigden groter is dan die van de WW-uitkeringsgerechtigden, die doorgaans recente werkervaring hebben.

3.5. Aantal bijstandsuitkeringen toegenomen, minder doorstroom van WW naar bijstand

De vorige paragrafen geven inzicht in ontwikkelingen en kenmerken van de groep mensen met een WW-uitkering. Veel mensen in de bijstand hebben een grotere afstand tot de arbeidsmarkt dan mensen met een WW-uitkering, die doorgaans recente(re) werkervaring hebben. Daarnaast zijn bijstandsgerechtigden vaak lager opgeleid. Uit het rapport Vacatures in Nederland 2015 blijkt dat mensen die geen opleiding of een opleiding op laag niveau hebben, minder vaak worden aangenomen. Eind 2015 telde de Achterhoek bijna 4.100 bijstandsuitkeringen, 1% meer dan een jaar eerder. Deze toename is geringer dan de landelijke toename van het aantal uitkeringen met 3%. De stijging komt deels door een beleidsverandering. Sinds 2015 komen jonggehandicapten alleen nog in aanmerking voor

een Wajong-uitkering wanneer zij duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Jonggehandicapten met arbeidsvermogen kunnen voor ondersteuning en eventueel een bijstandsuitkering terecht bij de gemeente in het kader van de Participatiewet. Het bijstandspercentage (het aantal bijstandsuitkeringen afgezet tegen de beroepsbevolking) kwam in december 2015 voor de Achterhoek uit op 2,6%, dat is beduidend lager dan het landelijke bijstandspercentage van 4,3%. Afbeelding 3.3 toont de bijstandspercentages per gemeente in december 2015. De gemeenten met de hoogste bijstandspercentages in de regio zijn Winterswijk en Doetinchem, met allebei 3,7%. De gemeenten Bronckhorst (1,5%) en Oost Gelre (1,9%) hebben de laagste bijstandspercentages van de regio. Opvallend is dat alle gemeenten in de Achterhoek een bijstandspercentage hebben dat (veel) lager

is dan het landelijke percentage.

Page 18: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 17

Afbeelding 3.3. Bijstandspercentages per gemeente Nederland en Achterhoek, december 2015

Bron: CBS, bewerking UWV

In 2014 deden in de Achterhoek 400 mensen aansluitend aan een WW-uitkering een beroep op de bijstand. Dit is 4,3% van het totaal aantal beëindigde WW-uitkeringen. In Nederland lag dit met 6,1% hoger. Overigens maakt deze doorstroom wel een fors aandeel uit van het aantal nieuwe bijstandsuitkeringen: landelijk vormen WW’ers een vijfde van de bijstandsinstroom bij gemeenten. Afbeelding 3.4 geeft de doorstroompercentages voor de 35 arbeidsmarktregio’s en voor de acht Achterhoekse gemeenten. Doetinchem (5,8%) en Oude IJsselstreek (5,1%) hebben in 2014 de hoogste doorstroompercentages in de Achterhoek. Vooral in de grotere steden komen relatief veel WW’ers in de

bijstand. Dit komt onder andere door een groter aandeel alleenstaanden en een groter aandeel mensen dat woont in wijken met een lage sociaaleconomische status. In de meeste kleine gemeenten is het percentage laag. Op de schaal van de Achterhoekse gemeenten spelen deze verschillen een beperkte rol. De laagste doorstroompercentages in de regio zijn in 2014 voor Bronckhorst (1,4%) en Oost Gelre (1,7%). Naar verwachting stabiliseert de doorstroom van de WW naar de bijstand de komende jaren. In het UWV rapport Na de WW in de bijstand staan de doorstroomprognoses per gemeente.

Afbeelding 3.4. Doorstroompercentages WW-bijstand per gemeente Nederland en Achterhoek, 2014

Bron: UWV

Oude IJsselstreek

Aalten

DoetinchemWinterswijk

Oost Gelre

Berkelland

Bronckhorst

Montferland

Aalten

DoetinchemWinterswijk

Oude IJsselstreek

Oost Gelre

Berkelland

Bronckhorst

Montferland

Page 19: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 18

3.6. Meer Wajongers bij reguliere werkgevers

Door de invoering van de nieuwe criteria voor de Wajong met ingang van 2015, laat het aantal Wajongers voor het eerst een dalende lijn zien. Omdat de Wajong vanaf januari 2015 uitsluitend nog toegankelijk is voor jongeren die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, stroomden er in 2015 veel minder mensen in de Wajong in dan in de jaren ervoor. Daardoor was de uitstroom uit de Wajong in 2015 groter dan de instroom. Box 3.2. Wajong: hoe zit het ook alweer? Mensen die op jonge leeftijd door ziekte of een handicap arbeidsongeschikt waren of werden, konden tot 1 januari 2015 bij UWV een beroep doen op de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Vanaf 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. Hierin is geregeld dat jonggehandicapten met arbeidsvermogen voor ondersteuning en eventueel een uitkering een beroep kunnen doen op de gemeente waarin ze woonachtig zijn. Met de inwerkingtreding van de Participatiewet kent de Wajong drie varianten.

Oude Wajong (oWajong): hiertoe behoren alle personen die voor 1 januari 2010 een Wajong uitkering hebben aangevraagd.

Wajong 2010: hiertoe behoren alle personen die tussen 1 januari 2010 en 31 december 2014 voor het eerst een Wajong-uitkering hebben ontvangen.

Wajong 2015: uitsluitend bedoeld voor jonggehandicapten die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Jongeren met arbeidsmogelijkheden vallen onder de Participatiewet.

Niet alle Wajongers hebben arbeidsmogelijkheden. Op dit moment is het op basis van de uitkeringsbestanden nog niet mogelijk om voor de gehele populatie Wajong onderscheid te maken tussen Wajongers die wél en degenen die géén arbeidsvermogen hebben. Tussen 2015 en 2018 worden echter alle Wajongers ingedeeld naar arbeidsvermogen, zodat op termijn dit onderscheid wel gemaakt kan worden.

Het gaat de goede kant op met de arbeidsparticipatie van Wajongers. Het aantal werkende Wajongers neemt landelijk toe met 2.500 tot 55.600 eind 2014. Bovendien werken steeds meer Wajongers bij reguliere werkgevers. Zij lijken daarmee te profiteren van het economische herstel en inspanningen van werkgevers en andere arbeidsmarktpartijen in het kader van de banenafspraak (zie box 3.3). Werkbehoud van Wajongers blijft een aandachtspunt. Wajongers blijven in 2014 vaker aan het werk dan in 2013. Toch verliest de helft het werk binnen een jaar nadat ze aan het werk kwamen.

Wajongers werken vooral in de sectoren handel (detailhandel, grootwinkelbedrijf en groothandel), industrie, zorg en bij verhuur & overige diensten. Vaak gaan zij als medewerker horeca, groenvoorziening, supermarkt of bouwbedrijf aan de slag. Daarbij krijgen ze functiebenamingen als hulpkracht, assistent of aankomend medewerker. Veel Wajongers zijn aangewezen op elementaire taken waarvoor geen specifieke opleiding vereist is. Meestal gaat het om aangepast werk. Om werk voor Wajongers bij reguliere werkgevers mogelijk te maken, blijven veel inspanningen en investeringen nodig. Zo krijgt bijna 60% van de werkende Wajongers ondersteuning, zoals een jobcoach en/of loondispensatie. Box 3.3. Wet banenafspraak en quotumregeling arbeidsbeperkten In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben het kabinet en sociale partners (werkgevers en werknemers) afgesproken dat zij extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. De afspraak is in 2015 verankerd in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. In totaal gaat het om 125.000 extra banen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn: 100.000 in de marktsectoren en 25.000 bij de overheid. De banenafspraak is een landelijke afspraak. Op landelijk niveau wordt elk jaar gekeken of werkgevers in de marktsector en bij de overheid de aantallen hebben gerealiseerd die voor hun sector gelden ten opzichte van de stand ultimo 2012. Alle werkgevers, zowel grote als kleine werkgevers kunnen voor deze extra banen zorgen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informeert de Tweede Kamer jaarlijks over de resultaten. UWV brengt vanaf 2016 ieder kwartaal de Trendrapportage banenafspraak uit, met een indicatie van de stand van zaken per arbeidsmarktregio. Tot de doelgroep voor de banenafspraak behoren mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimum loon kunnen verdienen, mensen met een WSW-indicatie, Wajongers met arbeidsvermogen en mensen met een WIW-baan of ID-baan. Daarnaast zijn personen die zijn aangewezen voor de Wajong tussen 1 september 2014 en 1 juli 2015 en schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en MBO Entree-opleiding 2014/2015 tijdelijk opgenomen in het Doelgroepregister, waarbij later nog wordt bepaald of ze wel of niet tot de doelgroep behoren. De sociale partners en gemeenten hebben afgesproken dat mensen op de WSW-wachtlijst en Wajongers in 2015 en 2016 voorrang krijgen bij het plaatsen op een baan.

Het rapport Regionale verschillen arbeidsparticipatie Wajong en WGA beschrijft factoren die arbeidsparticipatie van Wajongers bevorderen dan wel belemmeren. Bevorderende factoren voor arbeidsparticipatie zijn sterke sociale verbanden en veel sociaal ondernemerschap in de regio. Sterke sociale verbanden worden vooral aangetroffen in plattelandsgebieden. Ondernemers in deze gebieden zijn eerder geneigd werknemers met een beperking een kans te geven als zij hen kennen vanuit hun eigen

Page 20: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 19

netwerk. Bovendien hebben deze ondernemers een sterker informeel onderling netwerk. Zij verwijzen jobcoaches of kandidaten door naar andere werkgevers in hun netwerk die mogelijk een werkplek hebben. Ook een sterke betrokkenheid van professionals en ouders, evenals samenwerkingsbereidheid tussen de verschillende betrokken partijen (onderwijs, werkgevers, UWV) vergroten de arbeidsparticipatie van Wajongers. De arbeidsparticipatie van Wajongers wordt belemmerd als ze in een grensregio of in een uitgestrekte regio met een lage bevolkingsdichtheid wonen of als er sprake is van (meervoudige) complexe problematiek.

Relatief veel Wajong-gerechtigden in regio Eind 2015 telde de Achterhoek 4.950 mensen met een Wajong-uitkering. Dat is 2,6% van het aantal

inwoners tussen 15 en 64. Vergeleken met het landelijke aandeel van 2,2% is het aantal Wajongers in de Achterhoek dus relatief groot. Dit komt vooral door het hoge aandeel van 3,9% in de gemeente Doetinchem, in de andere gemeenten in de Achterhoek liggen de aandelen tussen de 2 en 3 procent. Van steeds meer Wajongers wordt vastgesteld in welke mate zij kunnen werken. Een deel van de Wajongers heeft duurzaam geen arbeidsvermogen. (zie box 3.2). Afbeelding 3.5 geeft de kenmerken van Wajong-gerechtigden in de Achterhoek, eind 2015. De meeste Wajongers krijgen hun Wajong-uitkering vanaf dat ze 18 of 19 jaar zijn. Aangezien er weinig Wajong-uitkeringen beëindigd worden, neemt de gemiddelde leeftijd van Wajongers toe. Dit wordt versterkt door de lagere instroom vanaf begin 2015. Eind 2015 is 26% van de Wajongers jonger dan 25 jaar. Het aandeel van de groep 25 tot 35 jaar is groter (31%). Eén op de tien Wajongers is 55 jaar of ouder. Er zijn meer mannen dan vrouwen met een Wajong-uitkering.

Afbeelding 3.5. Kenmerken Wajong-gerechtigden Achterhoek, eind 2015

Achterhoek Aantal Aandeel

Aantal Wajong 4.950

Geslacht

Man 2.820 57%

Vrouw 2.130 43%

Leeftijd

<25 jaar 1.280 26%

25-35 jaar 1.510 31%

35-45 jaar 870 18%

45-55 jaar 770 16%

55 jaar of ouder 510 10%

Wajong-percentage 2,6%

Bron: UWV

3.7. Toename aantal uitkeringen WIA, afname aantal WAO-uitkeringen

De Wajong is een uitkering voor mensen die al voor hun 18e of tijdens hun studie arbeidsbeperkt zijn. Er

is ook een uitkering voor werknemers die tijdens hun werkzame leven (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt worden. Dat is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA bestaat uit twee regelingen en is de opvolger van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), zie box 3.4. In afbeelding 3.6 staan de aantallen uitkeringen voor Wajong, WAO, WIA en WAZ in de Achterhoek, eind 2015. In de Achterhoek werden in totaal 14.800 uitkeringen verstrekt op basis van deze arbeidsongeschiktheidsverzekeringen: (afgerond) 5.000 personen ontvingen een Wajong-uitkeringen, 3.900 kregen een uitkering in het kader van de WIA, 400 personen hadden een WAZ-uitkering en het aantal WAO-gerechtigden bedroeg 5.500. Afbeelding 3.6 laat ook zien hoeveel procent deze uitkeringen uitmaken van het totaal aantal inwoners tussen de 15 en 64 jaar. Alleen voor de Wajong ligt dat percentage hoger dan landelijk, de andere drie percentages zijn vergelijkbaar met het landelijke

gemiddelde. De WIA-uitkeringen nemen nog altijd toe, omdat er meer mensen een uitkering toegekend krijgen dan dat er uitkeringen beëindigd worden. Dat komt deels doordat de WIA een relatief nieuwe wet is en daardoor te maken heeft met opbouweffecten. Bovendien wordt de instroom in de WIA beïnvloed door demografische veranderingen in de beroepsbevolking. Door vergrijzing van de beroepsbevolking neemt het aantal ouderen toe. Zij hebben gemiddeld een hoger instroomrisico dan jongeren. Ook het aantal vrouwen in de beroepsbevolking neemt toe. Vooral in het verleden hadden vrouwen een hoger

Page 21: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 20

instroomrisico dan mannen. Dit verschil werd in de loop van de tijd steeds kleiner. Het instroomrisico van vrouwen is nu nagenoeg gelijk aan dat van mannen. De instroom in de WIA is de laatste jaren redelijk stabiel. Box 3.4. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen: WIA, WAO en WAZ De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werknemers. De WIA bestaat sinds 2006 en kent twee regelingen.

Inkomensvoorziening volledig en duurzaam ongeschikten (IVA): volledig arbeidsongeschikten zonder zicht op herstel of met geringe kans op herstel en bij wie het loonverlies 80% of meer bedraagt. Deze mensen zijn volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA), die bestaat uit twee groepen personen: - Volledig arbeidsongeschikt (80-100% loonverlies), maar met nog wel een kans op herstel. Deze groep is dus wel

volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt en wordt ook wel aangeduid als ‘WGA volledig’; - Gedeeltelijk arbeidsgeschikt (35-80% loonverlies), deze groep wordt in staat geacht nog een deel inkomen uit

arbeid te kunnen verwerven en wordt ook wel aangeduid als ‘WGA gedeeltelijk’. Mensen van wie verwacht wordt dat ze nog minimaal 65% van hun oude inkomen kunnen verdienen, komen niet in aanmerking voor een WIA-uitkering. Voordat de WIA bestond, konden mensen een beroep doen op de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WAO was niet toegankelijk voor zelfstandig ondernemers, hiervoor bestond de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Sinds 2004 is de WAZ afgeschaft en kunnen ondernemers voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering terecht bij particuliere verzekeraars.

Tegenover het toenemende aantal WIA-uitkeringen, staat een dalend aantal WAO-uitkeringen. Dit komt doordat steeds meer mensen met een WAO-uitkering de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en hun

uitkering daarom wordt beëindigd. De arbeidsparticipatie van WAO’ers en van WGA’ers (zie box 3.4) daalt, maar minder sterk dan voorheen. Deze daling komt deels door de verslechterde economische omstandigheden van de afgelopen jaren en deels doordat de populatie van samenstelling verandert. Het betreft meer ouderen en meer mensen die inmiddels langdurig arbeidsongeschikt zijn. Hun kansen op de arbeidsmarkt zijn vaak kleiner. Er zijn ook meer vangnetters: mensen die geen werkgever (meer) hadden tijdens de eerste twee ziektejaren en/of op het moment van de claimbeoordeling voor de WIA. Bij deze vangnetters ontbreekt een arbeidsrelatie op het moment van ziekte, waardoor het lastiger is om te re-integreren. De arbeidsparticipatie van de groep vangnetters in de WGA is minder dan de helft van de participatie van de groep die tijdens de eerste ziektejaren wel een vaste werkgever had.

Afbeelding 3.6. Aantal uitkeringen Wajong, WAO, WAZ en WIA Achterhoek, eind 2015

Gemeente Wajong-uitkering WAO-uitkering WIA-uitkering WAZ-uitkering

n % n % n % n %

Totaal 4.970 2,7% 5.550 3,0% 3.920 2,1% 380 0,2%

Aalten 390 2,3% 430 2,6% 350 2,1% 30 0,2%

Berkelland 650 2,4% 780 2,8% 470 1,7% 60 0,2%

Bronckhorst 450 2,0% 560 2,5% 360 1,6% 60 0,3%

Doetinchem 1.430 3,9% 1.230 3,4% 880 2,4% 50 0,1%

Montferland 570 2,5% 770 3,4% 580 2,6% 60 0,2%

Oost Gelre 410 2,2% 460 2,5% 310 1,6% 30 0,1%

Oude IJsselstreek 550 2,2% 810 3,2% 610 2,5% 50 0,2%

Winterswijk 520 2,8% 510 2,8% 360 2,0% 40 0,2%

Bron: UWV

De arbeidsmarktregio Achterhoek heeft veel onbenut arbeidspotentieel, variërend van mensen met een uitkering in het kader van werkloosheid, bijstand of arbeidsongeschiktheid tot mensen zonder uitkering. Werklozen hebben sowieso al een grotere afstand tot de arbeidsmarkt dan werkenden, omdat werkgevers vaak een voorkeur hebben voor werkzame personen. De afstand tot de arbeidsmarkt wordt onder andere beïnvloed door werkloosheidsduur, leeftijd, opleidingsniveau en de mate van arbeidsongeschiktheid. Hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt, hoe moeilijker het is om een baan te vinden. Hoofdstuk 4 beschrijft waar kansen voor werkzoekenden en knelpunten voor werkgevers in de Achterhoek liggen.

Page 22: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 21

4.1. Discrepanties op een aantrekkende arbeidsmarkt

Dit hoofdstuk gaat over kansen op werk voor werkzoekenden en knelpunten voor werkgevers om aan personeel te komen. Vaak zijn deze elkaars spiegelbeeld. Flexibiliteit en omscholing staan centraal in de

moderne arbeidsmarkt. Werkzoekenden vergroten hun kansen door effectieve wervingskanalen te gebruiken (zie hoofdstuk 2). Ook kunnen ze uitwijken naar een ander beroep, sector of regio, al dan niet in combinatie met scholing. Werkgevers kunnen hun knelpunten in de personeelsvoorziening aanpakken door onder andere hun zoekgebied te vergroten, selectiecriteria aan te passen, werk te herverdelen en huidig of nieuw personeel te scholen. Voordat in de paragrafen 4.5 tot en met 4.8 de alternatieven voor werkzoekenden en werkgevers worden besproken, wordt in de voorafgaande paragrafen een beeld van de spanning op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt. Door het economisch herstel neemt het aantal vacatures in de Achterhoek toe. Tegelijkertijd daalt het aantal bij UWV geregistreerde kortdurend werkzoekenden. Kortdurend betekent hier maximaal een half

jaar werkloos. Ondanks dat er halverwege 2016 in de Achterhoek minder kortdurende werkzoekenden (2.700) tegenover meer vacatures (1.600) staan, is in deze regio nog steeds sprake van een ruime arbeidsmarkt. De kansen voor werkzoekenden zijn over het algemeen wel verbeterd, maar niet veel. Knelpunten concentreren zich in deze ruime arbeidsmarkt rond groepen werkzoekenden die moeilijk werk vinden. Vooral werkloosheidsduur, leeftijd en opleidingsniveau bepalen iemands kansen op werk. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vergt het vinden en behouden van werk vaak de nodige inspanning en investeringen. Werkgevers hebben over het algemeen weinig problemen om vacatures in te vullen. Toch zijn er steeds meer werkgevers voor wie het lastig is om aan goed personeel te komen. Dit is vooral het geval in de techniek en ICT. Daar komt bij dat technologische innovaties, vergrijzing, flexibilisering en schoolkeuze van jongeren de komende jaren de discrepanties dreigen te vergroten

tussen opleiding, beroep en competenties van het beschikbare arbeidsaanbod en de vraag van werkgevers.

4.2. Minder ruime arbeidsmarkt in de Achterhoek

Vergelijking van vraag en aanbod met elkaar geeft een beeld van de kansen en knelpunten die werkgevers en werknemers momenteel ervaren. Afbeelding 4.1 toont de spanning op de arbeidsmarkt – dat is de verhouding tussen openstaande vacatures en kortdurend werkzoekenden – halverwege 2016 voor alle beroepsgroepen samen (links) en voor de technische (midden) en ICT-beroepen (rechts).

Afbeelding 4.1. Spanning arbeidsmarkt algemeen en in technische en ICT-beroepen 35 arbeidsmarktregio’s, 2e kwartaal 2016

Bron: UWV

Alle beroepen Technische beroepenexcl. productiemedewerkers

ICT beroepen

4. Meer kansen en specifieke

krapte

Page 23: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 22

Afbeelding 4.1 laat zien dat de arbeidsmarkt in de Achterhoek nog (net) ruim is, terwijl in veel andere regio’s (en landelijk) de spanning is toegenomen tot gemiddeld. Dat geldt voor de arbeidsmarkt als geheel. Er zijn echter grote verschillen tussen beroepsgroepen en –niveaus als het gaat om de kans op het vinden van werk en het invullen van vacatures. Deze verschillen in beroepsgroepen en -niveaus zijn in afbeelding 4.2 zichtbaar gemaakt. Voor ICT-beroepen is sprake van een krappe arbeidsmarkt, er zijn in deze beroepsgroep meer openstaande vacatures dan beschikbare kortdurend werkzoekenden. Ook in de omliggende en veel andere arbeidsmarktregio’s is de arbeidsmarkt voor ICT-beroepen krap, of zelfs zeer krap. Dat betekent grote concurrentie tussen werkgevers om vacatures voor deze beroepen te vervullen. Het gaat dan om beroepsgroepen als software- en applicatieontwikkelaar en gebruikersondersteuner ict.

Afbeelding 4.2. Spanning naar beroepsklasse (links) en beroepsniveau (rechts) Achterhoek, 2e kwartaal 2016

Bron: UWV

Voor alle andere beroepsklassen is de arbeidsmarkt in de Achterhoek gemiddeld tot ruim. Dat geldt ook voor commerciële beroepen, transport & logistiek beroepen en managers. Veel voorkomende beroepen onder werkzoekenden, zoals transportplanner, callcentermedewerker en manager detailhandel, vallen hieronder. Alleen de markt voor agrarische beroepen krijgt in de Achterhoek de typering zeer ruim. Ook in de omliggende arbeidsmarktregio’s is de markt voor de meeste beroepsklassen gemiddeld of ruim, maar toch lijken daar de spanningen op de meeste arbeidsmarkten sterker te zijn dan in de Achterhoek. Verschillen tussen vraag en aanbod stimuleren zijn om voor oplossingen van knelpunten in de Achterhoek te kijken naar de buurregio’s.

Binnen sommige beroepsklassen is er krapte voor specifieke beroepen. Zoals voor accountmanager zakelijke diensten, onderhoudsmonteur machines/installaties en verpleegkundige (mbo). Hierbij de kanttekening dat de gebruikte spanningsindicator alleen een typering geeft als het om voldoende aantallen gaat. Die drempel wordt in de relatief kleine Achterhoek minder snel gehaald. Er zullen dus meer spanningen (op kleine schaal) in de regionale arbeidsmarkt voorkomen dan alleen wat de spanningsindicator aangeeft. Zoals het rechterdeel van afbeelding 4.2 laat zien, is er in de Achterhoek op geen enkel beroepsniveau krapte. Op wetenschappelijk niveau zijn vraag en aanbod min of meer in balans, terwijl in omringende regio’s wel krapte is op wetenschappelijk beroepsniveau. Op alle andere niveaus is de markt in de Achterhoek ruim of zeer ruim, en zijn de kansen voor werkzoekenden minder gunstig. De krapte in ICT-

beroepen zit grotendeels op hoger en wetenschappelijk niveau. Binnen beroepsgroepen is sprake van verschillen tussen de beroepsniveaus als het gaat om kansen op werk en problemen bij het invullen van vacatures. Zo is de markt ruim voor dienstverlenende beroepen elementair en lager niveau, maar is de spanning gemiddeld op middelbaar niveau. Voor technische beroepen is de spanning op de arbeidsmarkt groter op middelbaar en hoger niveau, terwijl de kansen op werk voor de lagere beroepsniveaus geringer zijn. Voor zorg en welzijnsberoepen neemt de krapte toe met het beroepsniveau, van ruim op lager en middelbaar niveau tot krapte op wetenschappelijk niveau. Op elementair en lager niveau is er voor geen van de beroepsgroepen in de Achterhoek sprake van krapte. Het is op dit niveau lastig om werk te vinden. Voor technische beroepen lijken zich in de Achterhoek als geheel, net als in de meeste andere regio’s,

geen al te grote knelpunten voor te doen. Dit beeld vertekent echter. Binnen de technische beroepen zijn er wel degelijk beroepen waarvoor er op dit moment al knelpunten zijn. Het gaat bij de krapte in de

krapzeerruim

gem.ruimzeerkrap

-4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4

Agrarisch

Managers

Economisch en admin.

Dienstverlenend

Technisch

Pedagogisch

Zorg en welzijn

Commercieel

Transport en logistiek

Creatief en taalkundig

Openbaar bestuur

ICT

Totaal

krapzeerruim

gem.ruimzeerkrap

-4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4

Wetenschappelijk

Hoger

Middelbaar

Lager

Elementair

Totaal

Page 24: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 23

techniek vooral om beroepen met specifieke vereisten wat betreft opleiding, ervaring en competenties dan om algemene krapte. Ook uit de verhouding tussen cv’s en vacatures op werk.nl in Nederland blijkt dat er in de ICT, techniek en agrarisch beroepsrichtingen relatief goede kansen op werk zijn (zie box 4.1). De volgende paragraaf gaat nader in op regionale krapteberoepen in techniek/industrie/bouw. De knelpunten in de techniek worden daarmee scherper in beeld gebracht. Box 4.1. Verhouding cv’s – vacatures Nederland toont meer krapte in techniek, ICT en agrarisch Een alternatief voor de spanning voor het vaststellen van de kansen en knelpunten per beroepsgroep op de huidige arbeidsmarkt is het vaststellen van de verhouding tussen cv’s en vacatures op werk.nl. Op basis van deze verhouding zijn ICT en techniek beroepsrichtingen met relatief goede kansen op werk in de eerste helft van 2016. Veel minder gunstig zijn de kansen op werk in administratie, creatieve beroepen en maatschappelijk & sociaal werk. Voor werkzoekenden gunstige Voor werkzoekenden ongunstige verhouding cv’s - vacatures verhouding cv’s - vacatures - databank- en netwerkspecialist - secretaresse - software- en applicatieontwikkelaar - kassamedewerker - accountant - auteur / taalkundige - ingenieur - journalist - lasser en plaatwerker - bibliothecaris - machinemonteur - conciërge / teamleider schoonmaak - metaalbewerker - reisbegeleider - elektricien / elektronicamonteur - leider kinderopvang / onderwijsassistent - loodgieter en pijpfitter - sociaal werker / groeps- en woonbegeleider - vakman afbouw (o.a. dakdekker, stukadoor, tegelzetter) - maatschappelijk werker - verpleegkundige - manager zorginstelling.

4.3. Specifieke krapteberoepen in techniek

In aanvulling op landelijk onderzoek naar beroepen waarvoor werkgevers moeilijk aan voldoende personeel kunnen komen heeft UWV in het eerste kwartaal van 2016 in de Achterhoek onderzoek gedaan naar regionale kansrijke beroepen in de richting techniek/industrie/bouw. Dat levert in afbeelding 4.4 bijna twintig beroepen op die elk door meerdere werkgevers als krap worden ervaren, dus waarvoor ze moeilijk voldoende en geschikt personeel vinden. Het gaat hoofdzakelijk om beroepen op middelbaar en op laag niveau. Box 4.2. Regionale kansrijke beroepen. Waar is de arbeidsmarkt krap? In 2014 en in 2015 heeft UWV landelijke overzichten uitgebracht van beroepen met een krappe arbeidsmarkt. Er bleek bij regionale arbeidsmarktpartijen grote behoefte aan een regionale verbijzondering van krapteberoepen. Daarom wordt in nauwe samenwerking met de WerkgeversServicepunten in een groot aantal regio’s gewerkt aan regionalisering van de landelijke lijst met krapteberoepen. De overzichten komen tot stand door het naast elkaar leggen van beschikbaar cijfermateriaal over vacatures en geregistreerde werkzoekenden en een analyse van (vaak sectorale) arbeidsmarktrapporten. Op basis van deze data is een eerste groslijst gemaakt. De groslijst is vervolgens voorgelegd aan arbeidsmarktprofessionals in de regio met de vraag of zij inderdaad zien dat vacatures voor de genoemde beroepen moeilijk vervulbaar zijn. Naast WerkgeversServicepunten zijn onder andere benaderd: uitzendbureaus, recruiters, onderwijsinstellingen, topsectoren, onderzoeksinstituten, werkgeversverenigingen en individuele werkgevers in verschillende sectoren. Inmiddels zijn voor een derde van de 35 arbeidsmarktregio’s lijsten met regionale kansrijke beroepen samengesteld. Andere arbeidsmarktregio’s volgen in de loop van 2016. Informatie over regionale kansrijke beroepen is te vinden op https://www.werk.nl/portal/page/portal/werk_nl/arbeidsmarktinformatie/sector-beroep/kansrijke-beroepen/krapteberoepen/regio.

Het overzicht van regionale krapteberoepen laat niet alleen zien waar zich knelpunten voor werkgevers voordoen. Het biedt tevens zicht op kansen voor werkzoekenden. Daar waar werkgevers moeilijk aan geschikt personeel komen, ontstaan immers moeilijk vervulbare vacatures die werkloze werkzoekenden kunnen invullen. Ook bieden beroepen met moeilijk vervulbare vacatures aanknopingspunten voor instrumenten als jobcarving en scholingstrajecten.

Page 25: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 24

Afbeelding 4.3. Regionale krapteberoepen techniek/industrie/bouw Achterhoek, 2016

Beroepsgroep Beroepsgroep

Middelbaar beroepsniveau/gespecialiseerd vakmanschap

Lager beroepsniveau/basisvakmanschap

Pijpfitter industriële montage, monteur verwarming utiliteitsbouw

(Onderhouds)schilder

Monteur koeltechniek, luchtbehandeling Straatmaker/rioleringsmedewerker/vakman grond- weg- en waterbouw (gww)

CNC-verspaner inclusief programmeren (draaien, frezen, kotteren, slijpen)

Machinaal houtbewerker, CNC bediener houtbewerkingsmachines

Gespecialiseerd lasser niveau 3 & 4 (TIG, MIG/MAG, elektrode)

Plaatwerker/CNC-metaalbuiger, -snijder

Monteur/inbedrijfsteller fabrieksinstallaties CNC-machinebediener

(Onderhouds)monteur machines/installaties, liften, werktuigen

Soldeerder, lasser niveau 1 & 2 (foto, elektrode, TIG)

Medewerker technische dienst

Monteur beveiligingsinstallaties Hoger beroepsniveau

Elektricien/monteur technische installaties (bv. elektromonteurs in huizen en winkels)

Projectleider / ontwerper industriële automatisering, PLC-programmeur

Projectleider werktuigbouw, maintenance engineer

R&D-specialist/procestechnoloog Wetenschappelijk niveau

Manager afdeling research en ontwikkeling/R&D specialist

Bron: UWV

4.4. Op termijn knelpunten voor werkgevers

De huidige arbeidsmarkt levert vooral krapte op in bepaalde technische beroepen, ict-beroepen en in specifieke nicheberoepen. Het in kaart brengen van kansen en knelpunten vraagt echter niet alleen zicht op de korte termijn. Keuzes van werkgevers en werkzoekenden hebben immers ook consequenties op de lange termijn. Arbeidsmarktbeleid is er niet alleen om de huidige knelpunten aan te pakken, maar probeert ook in te spelen op kansen en knelpunten die zich de komende jaren voordoen.

Het economische herstel zorgt voor toename van spanning op de arbeidsmarkt. De vooruitzichten voor de komende jaren wijzen op een verdere groei van de economie, werkgelegenheid en vacatures, al is dat met lagere cijfers dan voor de recessie. Bovendien verandert de arbeidsmarkt van karakter. De aantrekkende economie, het verhogen van de pensioenleeftijd en de grotere arbeidsparticipatie van onder andere vrouwen zorgen voor een toename van mensen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Automatisering, toename van complexiteit en flexibilisering vragen andere competenties van huidige en toekomstige werknemers. Door het aantrekken van de economie en de veranderde arbeidsmarkt kunnen knelpunten ontstaan in de beschikbaarheid van personeel. Soms is de instroom van schoolverlaters onvoldoende om in deze vervangingsvraag te voorzien. Ook sluiten opleiding, werkervaring en competenties niet altijd goed aan bij de wensen van de werkgever.

Rekening houdend met onder andere de vergrijzing, opleidingskeuze en instroom van jongeren op de arbeidsmarkt, schetst ROA eind 2015 de arbeidsmarktperspectieven tot 2020 per beroepsgroep. De toekomstige arbeidsmarktsituatie (2020) levert volgens ROA voor werkgevers meer knelpunten op in de personeelsvoorziening dan de huidige situatie. Dit biedt meer kansen voor werkzoekenden. Afbeelding 4.4 geeft een beeld van de beroepen waarvan ROA verwacht dat er grote knelpunten in de personeelsvoorziening ontstaan. De meeste knelpunten voor werkgevers ontstaan de komende jaren in een brede range van technische beroepen. Deels gaat het hier om banen op hoog niveau, zoals ingenieurs en architecten. Maar ook op lager en middelbaar niveau in de techniek ontstaan knelpunten als de instroom van nieuwe werknemers vanuit het onderwijs en het aanwezige onbenutte arbeidsaanbod niet voldoende zijn om de vraag naar personeel in te vullen. Zowel uitbreidingsvraag als vervangingsvraag – onder andere door pensionering – speelt hierbij een rol.

Page 26: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 25

Afbeelding 4.4. Beroepen met grote verwachte knelpunten personeelsvoorziening Nederland, tot 2020

Beroepsgroep Beroepsgroep

Techniek ICT

Architecten Gebruikersondersteuning ICT

Assemblagemedewerkers Radio- en televisietechnici

Bakkers Software- en applicatieontwikkelaars

Biologen en natuurwetenschappers Onderwijs

Elektriciens en elektronicamonteurs Docenten algemene vakken secundair onderwijs

Elektrotechnisch ingenieurs Docenten beroepsgerichte vakken secundair onderwijs

Ingenieurs (geen elektrotechniek) Docenten hoger onderwijs en hoogleraren

Loodgieters en pijpfitters Leerkrachten basisonderwijs

Procesoperators Onderwijskundigen en overige docenten

Productcontroleurs Financieel, economisch, administratief

Productieleiders industrie en bouw Accountants

Schilders en metaalspuiters Financieel specialisten en economen

Technici bouwkunde en natuur Zakelijke dienstverleners

Timmerlieden Managers

Openbaar bestuur Diverse managementfuncties

Beveiligingspersoneel

Bron: ROA

Naast technische beroepen gaan werkgevers volgens ROA de komende jaren grote knelpunten ervaren in het vinden van geschikt ICT-personeel. Het gaat hier om software- en applicatieontwikkelaars en

gebruikersondersteuning. De Achterhoek kent in deze beroepsgroep echter weinig geregistreerde werkzoekenden. Ook in andere beroepsgroepen krijgen werkgevers de komende jaren te maken met knelpunten in de personeelsvoorziening. Zo leiden vergrijzing en een beperkte instroom van jongeren uit het onderwijs richting arbeidsmarkt tot problemen voor onderwijswerkgevers om docentenbanen in te vullen. In bedrijfseconomische beroepen op hoog niveau leidt het aantrekken van de economie in zakelijke dienstverlening tot uitbreidingsvraag. Ook voor het invullen van managementvacatures worden knelpunten voorzien. Het gaat hier in veel gevallen om leidinggevende vakspecialisten in ICT, productie, logistiek en zorg en veel minder om algemeen management. ROA verwacht voor werkgevers tot 2020 vrijwel geen knelpunten in de personeelsvoorziening voor administratieve, dienstverlenende en commerciële beroepen, zoals administratief medewerkers,

boekhouder, verkoopmedewerker en schoonmakers. Hetzelfde geldt voor transportberoepen. Ook in zorg & welzijn verwacht ROA weinig knelpunten bij het invullen van vacatures. De werkgelegenheid in de verpleging en verzorging stagneert en het onderwijs levert de komende jaren meer dan voldoende afgestudeerden af om de vervangingsvraag op dit niveau op te vangen. Werkgevers in de zorgsector verwachten grote knelpunten in de personeelsvoorziening, vooral op hoger niveau, onder hbo-verpleegkundigen en artsen.

4.5. Kansen voor werkzoekenden

Zoals uit paragraaf 3.4 blijkt, hebben veel mensen die in de eerste helft van 2016 in de Achterhoek in de

WW terecht kwamen een technische achtergrond. Deze werkzoekenden lijken goede kansen op werk te hebben. Niet alleen nu zijn er al veel krapteberoepen in de techniek, maar voor de toekomst worden nog meer knelpunten verwacht voor werkgevers in de vacaturevervulling voor technische beroepen. Veel werkzoekenden in de techniek zijn echter werkzaam geweest op een elementair of lager niveau, terwijl de beste kansen op werk zijn vanaf mbo-niveau. Ook voldoen veel werkzoekenden niet aan de vereiste certificaten en werkervaring. Voor die werkzoekenden kan (om- of bij-)scholing helpen om de stap te maken naar het door werkgevers gevraagde niveau. Naast mensen met een technische achtergrond, kent de Achterhoek veel werkzoekenden met een administratieve achtergrond. De perspectieven voor deze werkzoekenden zijn niet gunstig. Werk vinden is lastig en de situatie verbetert de komende jaren weinig. Door digitalisering neemt de vraag naar veel

administratieve functies verder af, of verdwijnen functies zelfs. Werkzoekenden met een lage opleiding of met een beroep waarnaar in de Achterhoek weinig vraag is, kunnen misschien uitwijken naar een beroep, sector of regio waar de kansen op werk gunstiger zijn. Flexibiliteit en omscholing staan centraal in de moderne arbeidsmarkt voor werkzoekenden. Werkgevers ervaren de komende jaren in toenemende mate knelpunten in de vacaturevervulling van beroepen in techniek en ICT en in specifieke beroepen in zorg en onderwijs. Maatregelen die zij kunnen

Page 27: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 26

nemen, zijn het uitbreiden van het zoekgebied naar buurregio’s, selectiecriteria aanpassen, investeren in scholing of werk herverdelen. Instrumenten als (om)scholing en jobcarving – passende functies creëren door eenvoudige taken te bundelen of taken af te splitsen van bestaande functies – kunnen hierbij hun nut bewijzen. De volgende paragrafen gaan in op de alternatieven die werkgevers hebben om een breder aanbod te vinden en op de alternatieven die er voor werkzoekenden zijn als ze problemen hebben bij het vinden van werk.

4.6. Alternatieve overstapberoepen

Beroepen waarvoor werkgevers echt knelpunten in de personeelsvoorziening ervaren, liggen voor een grote groep werkzoekenden in de Achterhoek niet binnen handbereik. De overstap is voor veel werkzoekenden, ook na een vakgerichte training of scholing, nog steeds niet te maken. Vaak gaat het bij deze krapteberoepen om beroepen die niet massaal in de regio voorkomen en waarvoor specifieke opleiding en ervaring vereist zijn. De Achterhoek kent veel werkzoekenden die een baan proberen te vinden in beroepen als productiemedewerker, verzorgende, administratief medewerker of verkoper. Voor deze beroepen is het aantal werkzoekenden vele malen groter dan het aantal beschikbare vacatures. Voor hen is het zinvol te weten welke alternatieve beroepen meer kans op werk bieden dan het huidige beroep. UWV brengt de komende tijd deze alternatieve overstapberoepen in beeld voor enkele veel voorkomende beroepen (zie box 4.3). Box 4.3. Overstapberoepen in kaart gebracht UWV onderzoekt voor enkele beroepen wat mogelijke overstapberoepen zijn. Hierbij wordt ook aangegeven wat de kansen op de arbeidsmarkt zijn in deze beroepen. Dit wordt gedaan voor beroepen die op de huidige arbeidsmarkt onder druk staan. Vaak zijn dit beroepen waarin de werkgelegenheid sterk krimpt. Hierdoor ontstaat er een groter personeelsaanbod dan -vraag. Dit betekent dat er voor werkzoekenden in deze beroepen momenteel weinig kansen zijn op een baan omdat de concurrentie groot is. Overstapberoepen worden bepaald op basis van twee pijlers: overeenkomstige competenties en historische loopbaanoverstappen. UWV heeft in 2016 een aantal rapporten ‘Overstapberoepen’ voor verschillende beroepen gepubliceerd, waaronder verkoopmedewerkers, helpende thuiszorg, financieel administratief medewerker, secretaresse, receptionist en sociaal-cultureel werker. Meer informatie is te vinden op https://www.werk.nl/portal/page/portal/werk_nl/arbeidsmarktinformatie/sector-beroep/kansrijke-beroepen/overstapberoepen.

4.7. Scholing vergroot kansen

De arbeidsmarkt verandert in snel tempo. De werkgelegenheid krimpt in de ene sector en groeit in de andere. Beroepen raken uit de gratie, terwijl nieuwe ontstaan. Economisch herstel, automatisering,

toenemende complexiteit en flexibilisering van werk stellen andere eisen aan werkenden en werkzoekenden. Opleidingen en opgedane werkervaring zijn in deze snel veranderende arbeidsmarkt gauw gedateerd. Het volgen van opleidingen, cursussen en trainingen verkleint de discrepanties tussen het aanwezige en benodigde opleidingsniveau en -richting en vergroot daarmee de kansen op werk voor werkzoekenden. Daarom heeft het ministerie van SZW een pakket maatregelen samengesteld, zoals sectorplannen, Brug-WW en scholingsvouchers. Mensen die werken of gewerkt hebben in sectoren die het zwaar hebben – zoals thuiszorg, grootwinkelbedrijf en financiële administratie – kunnen zich om- of bijscholen richting een beroep waarin meer kans is op werk. Aan de scholingsvoucher is een lijst met kansberoepen verbonden die voor een groot deel bestaat uit beroepen in de elektrotechniek, bouw, metaal/metalektro/werktuigbouw en ICT. Maar er staan ook beroepen op de lijst in sectoren als agrarisch/groen/milieu, transport & logistiek, procestechniek, onderwijs en veiligheid.

Box 4.4. Scholingsvouchers In april 2016 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep gepubliceerd. De regeling is per 1 mei 2016 ingegaan en geldt voor scholing die niet later gestart is dan 1 april 2018. De regeling maakt het mogelijk subsidie voor scholing te verstrekken aan werkzoekenden die bij UWV zijn geregistreerd en arbeid in loondienst verrichten, dan wel vanwege het verricht hebben van dergelijke arbeid een WW-uitkering ontvangt of als zelfstandige werkzaamheden verricht. Deze werkzoekenden kunnen uitsluitend in aanmerking komen voor subsidie indien scholing is gericht op een kansberoep. Een kansberoep is een beroep dat is opgenomen in een limitatieve lijst die is opgenomen als bijlage bij de regeling. Deze lijst is eveneens te raadplegen op werk.nl. Ook kunnen werkzoekenden subsidie krijgen wanneer zij via een EVC-procedure hun competenties en ervaring in een ervaringscertificaat laten vastleggen. Meer informatie is te vinden op http://www.uwv.nl/particulieren/voorzieningen/voorzieningen-werk/detail/scholingsvoucher/scholingsvoucher-voor-werkzoekende.

Scholingsvouchers en Brug-WW richten zich vooral op om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden. Om de groeiende discrepantie op de arbeidsmarkt structureel aan te pakken, is een verbeterde aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt noodzakelijk. Niet alleen uitbreidingsvraag op basis van economische ontwikkelingen, maar ook vervangingsvraag als gevolg van vergrijzing, instroom

Page 28: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 27

van jongeren uit het onderwijs richting arbeidsmarkt en allerlei trends als automatisering, flexibilisering en internationalisering spelen hierin een rol. ROA maakte een inschatting van de toekomstige arbeidsmarktperspectieven waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met deze ontwikkelingen. Afbeelding 4.5 toont arbeidsmarktperspectieven tot 2020 voor de verschillende opleidingsrichtingen en –niveaus in de Achterhoek.

Afbeelding 4.5. Toekomstige arbeidsmarktperspectief tot 2020 naar opleiding Achterhoek, tot 2020

Opleiding Arbeidsmarktperspectief

Totaal Mbo 2/3 Matig

Mbo 2/3 Economie Redelijk

Mbo 2/3 Groen Matig

Mbo 2/3 Techniek Matig

Mbo 2/3 Zorg en welzijn Matig

Totaal Mbo 4 Matig

Mbo 4 Economie Matig

Mbo 4 Groen Redelijk

Mbo 4 Techniek Redelijk

Mbo 4 Zorg en welzijn Slecht

Totaal Hbo Matig

Hbo Economie Matig

Hbo Gedrag en maatschappij Matig

Hbo Landbouw en natuur Slecht

Hbo Onderwijs Goed

Hbo Taal en cultuur Matig

Hbo Techniek Goed

Hbo Gezondheidszorg Slecht

Totaal Wo Zeer goed

Totaal Redelijk

Bron: ROA

Op totaalniveau zijn de toekomstperspectieven voor afgestudeerden in de Achterhoek redelijk. Er zijn

echter grote verschillen tussen opleidingsniveaus en –richtingen. De beste perspectieven zijn voor mensen met een wetenschappelijke opleiding en voor mensen met een hbo-opleiding in techniek of onderwijs. Op mbo-niveau zijn er redelijke perspectieven in het groenonderwijs. De vooruitzichten zijn volgens ROA minder gunstig voor afgestudeerde van economische en zorgopleidingen. Het grote aantal schoolverlaters in deze richtingen en het relatief grote aantal geregistreerde werkzoekenden zijn meer dan voldoende om de baanopeningen door uitbreidingsvraag en vervangingsvraag in te vullen.

4.8. Kansen buiten de Achterhoek

Werkzoekenden vergroten niet alleen hun kansen vergroten door naar alternatieve beroepen te kijken, scholing te volgen en andere zoekkanalen te gebruiken. Zij vergoten hun kansen ook door hun zoekgebied uit te breiden. Uitbreiding van het zoekgebied is ook voor werkgevers een optie om knelpunten in de personeelsvoorziening aan te pakken. Pendelstromen en de spanning op de arbeidsmarkt in omliggende regio’s bieden werkgevers en werkzoekenden aanknopingspunten voor het uitbreiden van hun zoekgebied. Zoals uit afbeelding 4.2 blijkt, is de arbeidsmarkt in de Achterhoek ruim en daarmee voor werkzoekenden even gunstig als in veel andere regio’s. Werkgevers ervaren er relatief weinig knelpunten bij het invullen van vacatures. De Achterhoek heeft een lage werkgelegenheidsfunctie. Dat wil zeggen dat er weinig banen per 1000 inwoners van 15-74 jaar zijn. In alle omringende arbeidsmarktregio’s ligt die werkgelegenheidsfunctie hoger. De Achterhoek heeft dan ook weinig aantrekkingskracht op mensen uit

andere regio’s. Afbeelding 4.6 toont het binnenlandse pendelsaldo per arbeidsmarktregio in 2014 en de pendelstromen van en naar de Achterhoek. De blauwgekleurde regio’s hebben een positief pendelsaldo. Het aantal mensen van buiten de regio dat in de betreffende regio werkt, overtreft het aantal mensen dat vanuit deze regio elders werkt. De rood gekleurde regio’s, waaronder de Achterhoek, hebben een negatief pendelsaldo. Hier geldt het omgekeerde: het aantal mensen dat vanuit de Achterhoek elders werkt is groter dan het aantal mensen uit andere regio’s dat in de Achterhoek werkt.

Page 29: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 28

Afbeelding 4.6. Pendelstromen en pendelsaldo Nederland en Achterhoek, 2014

Bron: CBS, bewerking UWV

De Achterhoek heeft dus relatief weinig werkgelegenheid en (daardoor) een negatief pendelsaldo. Hoewel bijna 90% van de banen in de Achterhoek wordt ingevuld door mensen die in de regio zelf woonachtig zijn, zijn er toch veel mensen die (dagelijks) reizen tussen hun woonregio en hun werkregio. Bijna 14

duizend mensen werken in de Achterhoek, maar wonen elders. Vooral vanuit Midden-Gelderland, Twente en Stedendriehoek en Noordwest Veluwe pendelen duizenden mensen naar hun werk in de Achterhoek. Uitgaande pendel is er ook: 32 duizend inwoners van de Achterhoek werken in een andere regio. Deze uitgaande pendel gaat bijna volledig naar de aangrenzende arbeidsmarktregio’s Midden-Gelderland, Stedendriehoek en Noordwest Veluwe en Twente. De uitgebreide pendelstromen van de Achterhoek naar omliggende regio’s geven aan dat werkzoekenden zich niet moeten beperken tot het zoeken naar werk in de eigen regio. Afbeelding 4.1 maakt ook duidelijk dat de kansen op werk in dezelfde beroepsgroep aanmerkelijk verschillen tussen arbeidsmarktregio’s. De kansen voor werkzoekenden op het vinden van werk worden groter wanneer zij ook buiten de Achterhoek zoeken naar werk. Werkzoekenden uit de Achterhoek die in de eigen regio moeilijk werk vinden, kunnen

dus verder zoeken in arbeidsmarktregio’s die betere kansen bieden. Voor werkgevers geldt hetzelfde principe. Wanneer het invullen van een vacature moeilijk is binnen de Achterhoek, kan uitbreiding van het zoekgebied richting regio’s met minder krapte uitkomst bieden. Kraptes in de Achterhoek zijn er vooral voor sommige technische functies en ict-functies. Afbeelding 4.1 maakt duidelijk dat voor ict-functies de krapte in andere regio’s minstens zo groot is als in de Achterhoek zelf. Voor technische beroepen is de arbeidsmarkt in de Achterhoek in totaliteit ruim, net als in veel andere regio’s. Kraptes zijn er wel, maar zijn relatief klein in omvang en ook kwalitatief van aard. Overigens kijken deze cijfers alleen naar pendel binnen Nederland. Daarnaast zijn er ook baankansen in Duitsland, maar de grens vormt nog altijd een flinke barrière voor werknemers. Van het potentieel aan geschikte banen over de grens wordt slechts een klein deel benut, al blijft het moeilijk om dit precies te

kwantificeren. Voor de Achterhoek ligt het potentieel in Duitsland vooral in bouw, industrie en niet-commerciële diensten. In de industrie bijvoorbeeld voor elektrotechniek, installatietechniek en metaal. In zorg & welzijn kansen voor kinderopvang, verpleging (niv. 5) en verzorging (niv. 3/4) en in de logistiek voor heftruckchauffeur en magazijnmedewerker. Een groeiend deel van de pendel loopt via uitzendbureaus. In 2012 pendelden ongeveer 9.400 werknemers vanuit Nederland naar Noordrijn-Westfalen, waarvan bijna de helft Duitser was. Andersom pendelden ruim twee keer zoveel mensen van Noordrijn-Westfalen naar Nederland, vooral naar Arnhem/Nijmegen, Noord- en Zuid-Limburg en Twente.

75%

10%

7%

5%1%

2%

Waar werken inwoners van Achterhoek

Achterhoek

Midden-Gelderland

Stedendriehoek en

Noordwest Veluwe

Twente

FoodValley

Overig

87%

5%

3%3% 1%

Waar wonen werkenden in Achterhoek

Achterhoek

Midden-Gelderland

Twente

Stedendriehoek en

Noordwest Veluwe

Rijk van Nijmegen

Page 30: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 29

Het economisch herstel zet in 2016 en 2017 door, maar de groei van banen en vacatures in de

Achterhoek blijft wel achter bij het landelijk gemiddelde. Die lagere groei hangt samen met de afname

van de bevolking, maar ook met de sectorstructuur in de regio. Door de economische structuur profiteert

de werkgelegenheid in de Achterhoek extra van de groei in bijvoorbeeld de bouw, maar relatief minder

van de sterke groei in zakelijke diensten. Tegelijkertijd blijft de omvang van de beroepsbevolking vrijwel

gelijk. Halverwege 2016 is de arbeidsmarkt in de Achterhoek nog (net) ‘ruim’, maar ook hier loopt de

spanning wel op. Dat betekent in principe meer kansen voor werkzoekenden, maar ook toenemende

kansen op knelpunten in de personeelsvoorziening bij werkgevers. Maar die kansen zijn niet gelijk

verdeeld. Aan arbeidsmarktpartijen de taak om de arbeidsmarkt zo goed mogelijk te laten functioneren

en daarbij gelijke kansen voor iedereen te bevorderen.

5.1. Inspelen op een veranderende arbeidsmarkt

Dat de typering van de arbeidsmarkt in de Achterhoek ‘ruim’ blijft, betekent niet dat er op de

arbeidsmarkt niets verandert. De arbeidsmarkt na de recessie is een andere dan voor de recessie. Niet

alle sectoren profiteren even snel en even sterk van het herstel. Vooral de collectieve sector ondervindt

nog de gevolgen van reorganisaties en bezuinigingen. Automatisering en digitalisering zorgen er voor dat

klantprocessen efficiënter en dus met minder mensen uitgevoerd kunnen worden. Vooral voor

administratief personeel zijn de kansen op het vinden van werk afgenomen. De industrie heeft een

bijzondere positie in de Achterhoek. Deze sector is belangrijk voor de economische groei in de regio, maar

de werkgelegenheid in de industrie neemt structureel af. Het aandeel in de werkgelegenheid is echter nog

steeds groot en er wordt ook voor de toekomst een grote behoefte aan goed, hoger opgeleid technisch

personeel verwacht. Veel arbeidsmarktinitiatieven in de Achterhoek draaien om de personeelsvoorziening

in de industrie. En de arbeidsmarkt is vooral veel flexibeler geworden. Veel ouderen, laagopgeleiden,

arbeidsgehandicapten en langdurig werklozen hebben moeite een plek te vinden en te houden in deze

veranderende arbeidsmarkt die andere vaardigheden en competenties vraagt.

5.2. Scholing, omscholing en bijscholing

Opleidingsrichting en –niveau van werkzoekenden sluiten niet altijd aan bij de vraag van werkgevers. In

de Achterhoek ervaren werkgevers tekorten aan hoger opgeleid personeel in de ICT, een brede range aan

technische beroepen en specifieke nicheberoepen. Scholing, omscholing en bijscholing van werklozen en

werkenden helpt om deze mismatch te verkleinen.

Voor een grote groep werkzoekenden is deze overstap naar een tekortberoep, ook na scholing, echter niet

te maken. De alternatieve overstapberoepen die UWV in kaart brengt voor krimpende functies liggen voor

meer werkzoekenden binnen bereik. Ook hier kan scholing de kansen van werkzoekenden vergroten. De

verruimde Brug-WW, scholingsvouchers en sectorplannen bieden extra mogelijkheden voor scholing

richting een kansberoep. Werkgevers, werknemers, werkzoekenden en scholieren kunnen voor informatie

en advies over de mogelijkheden van leren en werken in de regio terecht bij het Leerwerkloket

Achterhoek.

Scholing kan gericht zijn op kennis, maar kan er ook op gericht zijn om mensen meer sociaal vaardig,

digivaardig of taalvaardig te maken. Bijvoorbeeld via een project tegen laaggeletterdheid. Dat dient een

maatschappelijk belang, maar het vergroot en versterkt ook het arbeidspotentieel.

5.3. Andere mogelijkheden om kansen te vergroten

Naast scholing zijn er ook andere manieren om de kansen voor werkzoekenden te vergroten en

knelpunten voor werkgevers te verkleinen. Werkzoekenden kunnen uitwijken naar een ander beroep,

sector of regio met betere kansen. Verder kunnen zij hun kansen vergroten door effectieve

wervingskanalen te gebruiken. Zo zijn relaties en open sollicitaties de belangrijkste wegen naar werk voor

kwetsbare werkzoekenden, zoals mensen zonder startkwalificatie en 55-plussers.

Werkgevers kunnen – naast scholing – selectiecriteria aanpassen, hun zoekgebied vergroten of werk

herverdelen via bijvoorbeeld jobcarving. Jobcarving creëert passende functies door eenvoudige taken tot

een nieuwe functie te bundelen, of taken van bestaande functies af te splitsen. Het Bedrijfsadvies

Inclusieve Arbeidsorganisatie kan hierbij ondersteunen. UWV analyseert dan in een bedrijf welke

eenvoudige taken er in bestaande werkprocessen zijn. Voor deze taken wordt een geschikte kandidaat uit

de doelgroep – mensen met een ziekte of handicap en weinig opleiding – gezocht. Hierdoor houden

andere werknemers meer tijd over voor ander werk.

Er zijn ook verschillende instrumenten beschikbaar zoals proefplaatsing, interne jobcoach, no-riskpolis en

loondispensatie die helpen perspectief te bieden voor met name kwetsbare groepen.

5. Uitdagingen voor de

arbeidsmarkt

Page 31: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 30

5.4. Sectorplan Achterhoek Nieuw Werk

Een groeiend deel van de werkgelegenheid zit in commerciële en publieke dienstverlening, terwijl het

aandeel van industrie, bouw en landbouw in de werkgelegenheid afneemt. In hoeverre werkzoekenden de

kansen op werk - nu en op middellange termijn - kunnen verzilveren, hangt mede af van de mogelijkheid

en de bereidheid om te bewegen in de richting van beroepen, sectoren en regio’s waar kansen liggen.

Bijvoorbeeld door vergroting van intersectorale en interregionale mobiliteit van arbeid, maar ook door

gerichte om- en bijscholing. Dit is de reden dat er is gestart met het sectorplan Achterhoek Nieuw Werk.

Een breed samenwerkingsverband vanuit het Achterhoekse bedrijfsleven, onderwijs en overheid heeft het

sectorplan opgesteld en ingediend in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015. Het

sectorplan heeft de beschikking over diverse maatregelen die ingezet kunnen worden om vakkrachten

voor de Achterhoek te behouden, op het beschikbaar krijgen van talentvolle medewerkers voor moeilijk

vervulbare vacatures of om werknemers en werkzoekenden te helpen richting kansrijke beroepen. Het

gaat daarbij om overgangen van werk naar werk of van werkloosheid naar werk, al dan niet in een ander

beroep en/of in een andere sector.

5.5. Regionale samenwerking optimaliseren

De samenleving in de Achterhoek is volop in verandering. De Achterhoek is officieel erkend als

krimpregio. De bevolking krimpt en vergrijst. Dat werkt op de arbeidsmarkt door in de omvang en de

samenstelling van de beroepsbevolking, maar ook - via veranderende vraag naar producten en diensten -

in de vraag naar arbeid. De complexiteit en de snelheid van veranderingen op de arbeidsmarkt vraagt om

snelheid en flexibiliteit in de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs, overheid en werkzoekenden.

Samenwerking zowel in de vorming als in de uitvoering van (arbeidsmarkt)beleid, dus zowel strategisch

als operationeel. De Achterhoek heeft daar al een lange en rijke traditie in. Een uitdaging is om te zorgen

dat bestaande en nieuwe samenwerkingsinitiatieven elkaar zo veel mogelijk aanvullen en versterken.

Gezien de pendel vanuit de Achterhoek naar andere delen van het land en over de grens naar Duitsland,

liggen ook daar kansen voor werkzoekenden uit de Achterhoek. De pendel naar de Achterhoek toe is

relatief beperkt. Plannen om de bereikbaarheid van de regio te vergroten door investeringen in

(spoor)wegen kunnen ook die inkomende pendel bevorderen. Dat is gunstig voor werkgevers met

moeilijk vervulbare vacatures, maar kan voor werkzoekenden extra concurrentie betekenen.

5.6. Het Werkgeversservicepunt Achterhoek

De arbeidsmarkt in de Achterhoek is ruim. Dat betekent dat er veel werkzoekenden zijn in verhouding tot

het aantal vacatures. De onderlinge concurrentie tussen werkzoekenden is dus groot. Werkgevers hebben

daardoor voor veel vacatures een ruime keuze uit geschikte kandidaten. In die situatie is het lastiger om

mensen aan werk te helpen waar nog extra opleiding of begeleiding voor nodig is. Daarom blijft extra

aandacht en inzet voor groepen met een achterstand op de arbeidsmarkt noodzakelijk. In 2015 en 2016

is hard gewerkt aan het uniformeren van de werkgeversdienstverlening voor groepen met een afstand tot

de arbeidsmarkt in de Achterhoek. Dit is nu geconcretiseerd in één Werkgeversservicepunt (WSP) voor de

hele Achterhoek waarin de werkgeversdienstverlening van de gemeenten en het UWV zijn

samengevoegd. Dit helpt om beschikbare middelen effectief en efficiënt in te zetten, waardoor uiteindelijk

zo veel mogelijk mensen zo snel mogelijk aan het werk komen.

5.7. Unieke Achterhoekers aan het werk

Meer banen voor meer mensen. Dat is het doel van de nieuwe Participatiewet. De herstellende

arbeidsmarkt biedt nog niet direct veel meer kansen voor mensen met een arbeidsbeperking. Er is een

integrale aanpak nodig om hen aan het werk te helpen en te houden. In het kader van de banenafspraak

worden extra banen gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor bijvoorbeeld de Wajong

werpt dit zijn vruchten af: steeds meer Wajongers werken bij reguliere werkgevers. Werkbehoud blijft een

aandachtspunt; de helft van de Wajongers verliest het werk binnen een jaar. Voor werk bij grote en kleine

reguliere werkgevers zijn en blijven veel inspanningen en investeringen nodig.

Daarvoor is het Werkbedrijf Achterhoek in 2015 de campagne ‘Unieke Achterhoekers aan het werk’

gestart. In het Werkbedrijf Achterhoek werken de Achterhoekse gemeenten, VNO/NCW, FNV, CNV, MKB

Nederland Midden, Samenwerkende Industriële Kringen Achterhoek en UWV samen. De campagne moet

er voor zorgen dat nog meer ondernemers kansen bieden aan mensen die veel moeite hebben om zelf

een baan te vinden.

Om er voor te zorgen dat deze campagne ook op de werkvloer gedragen wordt hebben de vakbonden

FNV en CNV het initiatief genomen voor het project ‘warm onthaal’. Binnen dit project worden werkgevers

geholpen om samen met management, HRM, OR en directe collega’s een plan van aanpak op te stellen,

waarin wordt gekeken wat er nodig is voor het creëren van een goed werkklimaat voor mensen met een

arbeidsbeperking. Dit project start in het najaar van 2016.

Page 32: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 31

CPB, Macro Economische Verkenning 2017, Den Haag, september 2016.

Edzes, Van Dijk en Venhorst, Duitse vacatures geen oplossing voor Nederlandse werklozen, MeJudice, maart 2016. Grenzenloos Werken, Interprovinciaal Sectorplan Grensoverschrijdende arbeid Duitsland en België, Amsterdam, september 2015. Provincie Gelderland, Provinciale Economische Verkenning, Gelderse vooruitzichten 2016-2020, een middellangetermijnraming van de Gelderse economie, Arnhem, januari 2016.

ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020, Maastricht, december 2015.

UWV, Vacatures in Nederland 2013. De vacaturemarkt en personeelswerving in beeld, Amsterdam, mei

2014.

UWV, Welke beroepen bieden kansen? Overzicht van krapte- en overschotberoepen, Amsterdam, februari

2015.

UWV, Administratieve beroepen, Arbeidsmarktbeschrijving, Amsterdam, maart 2015.

UWV, Alternatieve loopbaanoverstappen. Voor verkoopmedewerker, Amsterdam, februari 2016.

UWV, Alternatieve loopbaanoverstappen. Voor helpende in de thuiszorg, Amsterdam, maart 2016.

UWV, Na de WW in de bijstand. De doorstroom van WW naar bijstand per gemeente, prognose tot 2017,

Amsterdam, maart 2016.

UWV, Monitor arbeidsparticipatie 2015. Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een

arbeidsbeperking, Amsterdam, maart 2016.

UWV, Atlas SV 2015. Regionale informatie sociale verzekeringen, Amsterdam, april 2016.

UWV, Arbeidsmarktprognose 2016-2017, Amsterdam, mei 2016.

UWV, Vacatures in Nederland 2015. Personeelswerving in beeld, Amsterdam, mei 2016.

UWV, Overstapberoepen. Voor de financieel administratief medewerker, Amsterdam, juli 2016.

UWV en Verwey-Jonker Instituut, Regionale verschillen arbeidsparticipatie Wajong en WGA. Een

kwalitatief onderzoek naar bevorderende en belemmerende factoren voor arbeidsparticipatie,

Amsterdam, maart 2016.

Voor de samenstelling van deze Regio in Beeld heeft UWV gebruik kunnen maken van een

dataset die beschikbaar is gesteld door Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

(ROA) in Maastricht.

Literatuur

Page 33: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 32

Aanbod

Tot het arbeidsaanbod op de arbeidsmarkt worden alle personen gerekend (werkend of werkloos) die zich

daadwerkelijk aanbieden op de arbeidsmarkt.

Arbeidsvermogen

Iemand beschikt over arbeidsvermogen als hij of zij een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie,

basale werknemersvaardigheden heeft, ten minste een uur aaneengesloten kan werken en ten minste

vier uur per dag belastbaar is. Er moet aan alle vier vereisten worden voldaan.

Baanopeningen

Baanopeningen zijn arbeidsplaatsen waarvoor personeel wordt gezocht. Baanopeningen ontstaan

wanneer werknemers die een arbeidsorganisatie verlaten, worden vervangen of wanneer het bestand van

werknemers in een arbeidsorganisatie wordt uitgebreid. Het kan om concrete vacatures gaan, maar veel

functies worden ook informeel vervuld.

Banen van werknemers

Werknemers zijn personen die arbeid verrichten tegen loon of salaris. De uitkomsten hebben betrekking

op het totaal aantal banen van werknemers; mensen kunnen tegelijkertijd een baan hebben bij meerdere

werkgevers. Alle banen tellen mee, ongeacht arbeidsduur.

Beroepsniveau (laag, middelbaar, hoog)

Laag beroepsniveau zijn beroepen met eenvoudige routinematige en weinig complexe taken, waarvoor geen startkwalificatie is vereist. Middelbaar beroepsniveau betreft beroepen met middelmatig complexe taken, waarvoor middelbaar onderwijs is vereist. Hoger beroepsniveau zijn beroepen met complexe tot zeer complexe taken, waarvoor hoger of wetenschappelijk onderwijs is vereist.

Dienstverlening Dienstverlening als economische hoofdactiviteit is er in veel vormen. In de sectorindeling die in deze

Regio in Beeld is gebruikt, staan vier sectoren met ‘diensten’ in de naam. Ter verduidelijking staan hieronder per sector een aantal voorbeelden van activiteiten/organisaties die daar onder vallen:

financiële diensten: banken, verzekeringen, pensioenfondsen; specialistische zakelijke diensten: advocatenkantoren, notariskantoren, accountancy,

boekhoudkantoren, organisatieadviesbureaus, architecten, research & development, reclamebureaus, industrieel ontwerp en vormgeving;

overige zakelijke diensten: uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling, handel en verhuur van onroerend goed, woningbouwverenigingen, verhuur en lease van auto’s, reisorganisaties, beveiliging, schoonmaak, administratieve en secretariële dienstverlening, callcenters;

overige diensten: werknemersorganisaties, beroepsorganisaties, politieke organisaties, reparatie van computers en consumentenartikelen, wellness, uitvaartbranche, wasserijen, haar- en schoonheidsverzorging, huishoudens met personeel.

Om het belang en de ontwikkeling van werkgelegenheid via uitzendbedrijven en arbeidsbemiddeling beter te laten zien, is dit jaar in Regio in Beeld de sector overige zakelijke diensten apart onderscheiden. De banen van werknemers in de overige zakelijke diensten bestaan voor tweederde uit de banen bij en via uitzendbedrijven en arbeidsbemiddeling. Dat is dus inclusief alle uitzendkrachten.

Krappe arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is krap wanneer er veel openstaande vacatures zijn in verhouding tot het aantal

geregistreerde werkzoekenden.

Krapteberoepen

Beroepen met een met een voor werkenden en werkzoekenden gunstige vraag-aanbodverhouding.

Onderscholing

De aangenomen persoon heeft een lager opleidingsniveau dan gevraagd voor de vacature.

Ontstane vacatures

Alle nieuwe vacatures die in een vastgestelde periode zijn ontstaan.

Openstaande vacatures

Alle vacatures die aan het eind van een vastgestelde periode nog steeds vacant zijn.

Begrippen en afkortingen

Page 34: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 33

Overscholing

De aangenomen persoon heeft een hoger opleidingsniveau dan gevraagd voor de vacature.

Overstapberoepen

Logische overstapberoepen met betere kansen op werk dan het oude beroep.

Pendel

Heen en weer reizen tussen de woon- of verblijfsplaats en de plaats waar arbeid wordt verricht, mits dit

ten minste eenmaal per week gebeurt op dezelfde dag. Het saldo woon-werkverkeer geeft het verschil

aan tussen het aantal werkenden van buiten de regio en het aantal inwoners dat buiten de regio werkt.

Het saldo is gelijk aan het aantal in een regio werkende werknemers en zelfstandigen die daar niet wonen

(inkomende pendel) minus het aantal in de regio wonende werknemers en zelfstandigen die daar niet

werken (uitgaande pendel). Een positief saldo geeft aan dat het aantal arbeidsplaatsen in de regio groter

is dan het aantal werkende inwoners.

Ruime arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is ruim wanneer er veel geregistreerde werkzoekenden zijn in verhouding tot het aantal

openstaande vacatures.

Spanning op de arbeidsmarkt (discrepantie)

De verhouding tussen vraagzijde en aanbodzijde op de arbeidsmarkt. Bij een aanbodoverschot overtreft

de aanbodzijde de vraagzijde. Bij een vraagoverschot overtreft de vraagzijde de aanbodzijde.

Startkwalificatie

Iemand beschikt over een startkwalificatie wanneer hij minimaal een havo- of vwo-diploma of minimaal

een mbo-diploma op niveau 2 heeft. Dit is het minimale niveau wat nodig wordt geacht om een

volwaardige plaats op de arbeidsmarkt te verwerven.

Uitbreidingsvraag

Uitbreidingsvraag zijn vacatures die die ontstaan door toename van het aantal banen.

Vacatures

Een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een arbeidsorganisatie, personeel wordt gezocht dat

onmiddellijk of zo spoedig mogelijk geplaatst kan worden.

Vervangingsvraag

Vervangingsvacatures zijn vacatures die vervuld worden om na vertrek van werknemers het

personeelsbestand op peil te houden.

Vraag

De vraag op de arbeidsmarkt wordt gevormd door alle banen en vacatures.

Werkgelegenheidsfunctie De werkgelegenheidsfunctie geeft het aantal banen per duizend inwoners van 15 tot en met 74 weer.

Zelfstandige zonder personeel (zzp)

Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig

ondernemer) en geen personeel in dienst heeft.

Zelfstandigen

Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig

ondernemer), of als directeur-grootaandeelhouder (dga), of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid

(meewerkend gezinslid), of als overige zelfstandige.

Page 35: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 34

Regio in Beeld Regio in Beeld is een jaarlijkse uitgave van UWV

Auteur Roland Keiren

Inlichtingen [email protected]

Redactieadres UWV

Afdeling Arbeidsmarktinformatie en -advies

Postbus 58285

1040 HG Amsterdam

Eindredactie Suzanne IJzerman en Roelof van der Velde

Regio samenstelling De arbeidsmarktregio Achterhoek is het werkgebied van Werkplein Doetinchem. De gemeenten Aalten,

Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk maken

deel uit van deze arbeidsmarktregio.

Colofon

Disclaimer Meer informatie is te vinden op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.

Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. UWV © 2016

Page 36: Regio in Beeld 2016

Regio in Beeld 2016 Achterhoek 35

Einde rapport