Regelneverij staat rouwproces om overleden kind in de weg

1
20 ARTSENKRANT Dinsdag 26 juni 2012 Nr. 2252 O uders die een kind verliezen, heb- ben het sowieso moeilijk om zich opnieuw in te passen in de maat- schappij. Sommigen worstelen zelfs hun hele leven met die ‘re-integratie’”, vertelt Prof. Dr. Jutte van der Werff ten Bossch (kinderoncologie UZ Brussel). “Onze sa- menleving weet gewoon niet hoe ze om moet gaan met mensen die zo’n ingrijpen- de gebeurtenis meemaken.” “Daarbovenop komen nog tal van prakti- sche narigheden, zaken die het rouwproces nog extra bemoeilijken”, vervolgt een ver- ontwaardigde Prof. Dr. van der Werff. Het eerste voorbeeld dat ze aanhaalt, is mis- schien wel het schrijnendst. Een koppel verliest een kind aan kanker op het einde van de maand januari. Begin maart, slechts een dikke maand later, vindt het paar een brief van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers in de bus. De zakelijke boodschap luidt als volgt: Onlangs vernam onze Rijksdienst het overlijden van uw kind xxx xxx op 26/01/2011. Hierbij delen wij u ons oprecht medeleven mee. Wij stelden vast dat u een bedrag van xx ten onrechte ontving voor de periode 01/02/2011 tot 28/02/2011, te wijten aan een laattijdig doorgeven van het overlijden door de gemeente waar u verblijft. Door de beslissing van de FOD Sociale Zekerheid kunnen wij het bedrag van xx inhouden op de kinderbijslagtoeslag die u nog toekomt. U zult xx ontvangen. (...) Wij staan steeds tot uw beschikking voor het ver- strekken van bijkomende inlichtingen in verband hiermee en voor het oplossen van eventuele moeilijk- heden in verband met het terugstorten die u zou on- dervinden. De zwaar getroffen ouders, een maand ver in een verwerkingsproces van vallen en opstaan, worden opnieuw ongemeend hard met hun neus op de waarheid geduwd. Daar verandert de formele steunbetuiging niets aan. Het enige wat de aandacht trekt in de brief, is het verzoek om de te veel be- taalde kinderbijslag zo snel mogelijk terug te storten. “Dat zo’n verzoek er überhaupt komt, vind ik al niet kunnen. De zakelijke onder- toon en de timing maken het alleen maar erger”, aldus Prof. Dr. van der Werff. “Hoe is zoiets anno 2012 mogelijk in een land als België? Ik accepteer een heleboel dingen, maar dit kan voor mij absoluut niet door de beugel.” “Dat ouders die een kind verliezen, door om het even welke oorzaak, slechts recht hebben op drie dagen verlof (wetgeving voor werknemers, red.), is nog zoiets ab- surd”, wijst van der Werff op een andere onzinnigheid. “Een kind verliezen is het ergste dat je kunt meemaken als ouder, maar na drie dagen ‘vrijaf’ moet je de eco- nomie wel weer mee laten draaien...” Werkgroep Ook nalatigheid kan de wonden van het verlies openrijten. “Sommige ouders ver- tellen dat middelbare scholen hen uitnodi- gen met hun zoon of dochter die op dat moment in het zesde leerjaar had moeten zitten, terwijl het kindje in kwestie al acht jaar geleden overleden is. Anderen hebben het over ziekenhuisfacturen voor hun kind die twee jaar na zijn of haar overlijden aan- komen. (De betaling van een ziekenhuis- factuur mag tot twee jaar na dato geëist worden, red.). Allemaal zaken die het rouw- proces grondig verstoren.” Prof. Dr. Jutte van der Werff en haar collega’s vragen de overheid daarom met aandrang om een werkgroep op te richten die zich over deze problematiek buigt. “Het is hoog tijd om aan dit alles een einde te maken.” Ronduit onthutsend, de getuigenissen van ouders die een kind verloren. Tijdens de jaarlijkse ouderavond van de dienst kinderoncologie van het UZ Brussel in mei wisselden ze ervaringen met elkaar uit. Over hoe moeilijk het is om in onze maatschappij verder te leven wanneer je een kind hebt verloren. Maar ook over de confrontatie met de absurde, nietsontziende regelneverij. Hulpverleners trekken nu aan de alarmbel. | Tijs Ruysschaert www.artsenkrant.com Coördinatie: Tijs Ruysschaert, [email protected] Redacteurs: Frans De Kuyssche, Iris Einhorn. Niets veranderd op tien jaar tijd’ Wie de ouderavond in het UZ Brussel ook bijwoonde, was Veerle Cosyns. Ook zij stelt zich ernstig vragen bij de manier waarop ouders die een kind verloren, behandeld worden. Ze spreekt hier als psychologe, maar in de eerste plaats als ervaringsdeskundige – tien jaar geleden verloor ze zelf een kind. “Tien jaar geleden stoorde ik me aan dezelfde situaties als diegene die op deze ouderavond zijn aangehaald. En hoewel ik toen de indruk had dat ongeveer iedereen vond dat het anders moest, is er niets veranderd in al die jaren”, zucht Veerle. “Het terugvorderen van een deel kinderbijdrage, de uitnodiging voor een opendeurdag, de factuur in de bus twee jaar na datum,... het zijn stuk voor stuk zaken die voor een boel frustraties zorgen op een moment dat je als ouder wel wat anders aan je hoofd hebt. Terwijl je volop in een verwerkingsproces zit, moet je bewijzen dat je eigen kind dood is.” Logge administratie Regels zijn natuurlijk nodig om de dagelijkse orde te bewaren, maar in al zijn logheid gaat het administratieve apparaat voorbij aan elke emotie. Ook aan die van ouders die afscheid moeten nemen van hun eigen kind. “Je bent zo fragiel, kunt niet of nauwelijks vatten dat je kindje er nooit meer zal zijn, en wordt dan geconfronteerd met secce administratie, zakelijke mededelingen, noem maar op. Zeg me trouwens niet dat het evenwicht van het budget bijvoorbeeld in gevaar zou komen als zo’n miniem deeltje kinderbijslag niet teruggevorderd wordt.” Samen met Jutte van der Werff pleit Veerle Cosyns er dan ook voor om samen te zitten met deskundigen om de situatie aan te pakken. “Dat moet lukken met hele kleine aanpassingen. Maar bij dat overleg moeten zeker ook ervaringsdeskundigen betrokken worden, je weet pas echt waar het over gaat als je het zelf hebt meegemaakt...” © Imageglobe Regelneverij staat rouwproces om overleden kind in de weg Gevraagd naar een reactie wilde de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers voorlopig niets meer dan de formele kant van het verhaal bevestigen: wanneer een kind overlijdt in de loop van een bepaalde maand, hebben de ouders nog recht op kinderbijslag voor de rest van die maand. Voor de maand nadien vervalt het recht op kinderbijslag.

description

Ronduit onthutsend, de getuigenissen van ouders die een kind verloren. Tijdens de jaarlijkse ouderavond van de dienst kinderoncologie van het UZ Brussel in mei wisselden ze ervaringen met elkaar uit. Over hoe moeilijk het is om in onze maatschappij verder te leven wanneer je een kind hebt verloren. Maar ook over de confrontatie met de absurde, nietsontziende regelneverij. Hulpverleners trekken nu aan de alarmbel.

Transcript of Regelneverij staat rouwproces om overleden kind in de weg

20 ARTSENKRANT Dinsdag 26 juni 2012 Nr. 2252

Ouders die een kind verliezen, heb-ben het sowieso moeilijk om zichopnieuw in te passen in de maat-

schappij. Sommigen worstelen zelfs hunhele leven met die ‘re-integratie’”, verteltProf. Dr. Jutte van der Werff ten Bossch(kinderoncologie UZ Brussel). “Onze sa-menleving weet gewoon niet hoe ze ommoet gaan met mensen die zo’n ingrijpen-de gebeurtenis meemaken.”

“Daarbovenop komen nog tal van prakti-sche narigheden, zaken die het rouwprocesnog extra bemoeilijken”, vervolgt een ver-ontwaardigde Prof. Dr. van der Werff. Het

eerste voorbeeld dat ze aanhaalt, is mis-schien wel het schrijnendst. Een koppelverliest een kind aan kanker op het eindevan de maand januari. Begin maart, slechtseen dikke maand later, vindt het paar eenbrief van de Rijksdienst voor Kinderbijslagvoor Werknemers in de bus. De zakelijkeboodschap luidt als volgt:

Onlangs vernam onze Rijksdienst het overlijdenvan uw kind xxx xxx op 26/01/2011.

Hierbij delen wij u ons oprecht medeleven mee.Wij stelden vast dat u een bedrag van €xx ten

onrechte ontving voor de periode 01/02/2011 tot

28/02/2011, te wijten aan een laattijdig doorgevenvan het overlijden door de gemeente waar u verblijft.

Door de beslissing van de FOD Sociale Zekerheidkunnen wij het bedrag van €xx inhouden op dekinderbijslagtoeslag die u nog toekomt. U zult €xxontvangen.

(...)Wij staan steeds tot uw beschikking voor het ver-

strekken van bijkomende inlichtingen in verbandhiermee en voor het oplossen van eventuele moeilijk-heden in verband met het terugstorten die u zou on-dervinden.

De zwaar getroffen ouders, een maandver in een verwerkingsproces van vallen enopstaan, worden opnieuw ongemeend hardmet hun neus op de waarheid geduwd.Daar verandert de formele steunbetuigingniets aan. Het enige wat de aandacht trektin de brief, is het verzoek om de te veel be-taalde kinderbijslag zo snel mogelijk terugte storten.

“Dat zo’n verzoek er überhaupt komt,vind ik al niet kunnen. De zakelijke onder-toon en de timing maken het alleen maarerger”, aldus Prof. Dr. van der Werff. “Hoe iszoiets anno 2012 mogelijk in een land alsBelgië? Ik accepteer een heleboel dingen,maar dit kan voor mij absoluut niet doorde beugel.”

“Dat ouders die een kind verliezen, doorom het even welke oorzaak, slechts rechthebben op drie dagen verlof (wetgevingvoor werknemers, red.), is nog zoiets ab-surd”, wijst van der Werff op een andereonzinnigheid. “Een kind verliezen is hetergste dat je kunt meemaken als ouder,maar na drie dagen ‘vrijaf’ moet je de eco-nomie wel weer mee laten draaien...”

WerkgroepOok nalatigheid kan de wonden van het

verlies openrijten. “Sommige ouders ver-tellen dat middelbare scholen hen uitnodi-gen met hun zoon of dochter die op datmoment in het zesde leerjaar had moetenzitten, terwijl het kindje in kwestie al achtjaar geleden overleden is. Anderen hebbenhet over ziekenhuisfacturen voor hun kinddie twee jaar na zijn of haar overlijden aan-komen. (De betaling van een ziekenhuis-factuur mag tot twee jaar na dato geëistworden, red.). Allemaal zaken die het rouw-proces grondig verstoren.”

Prof. Dr. Jutte van der Werff en haar collega’s vragen de overheid daarom metaandrang om een werkgroep op te richtendie zich over deze problematiek buigt. “Het is hoog tijd om aan dit alles een eindete maken.” ◆

Ronduit onthutsend, de getuigenissen van ouders die een kind verloren. Tijdensde jaarlijkse ouderavond van de dienst kinderoncologie van het UZ Brussel inmei wisselden ze ervaringen met elkaar uit. Over hoe moeilijk het is om in onzemaatschappij verder te leven wanneer je een kind hebt verloren. Maar ook overde confrontatie met de absurde, nietsontziende regelneverij. Hulpverlenerstrekken nu aan de alarmbel. | Tijs Ruysschaert

www.artsenkrant.com Coördinatie: Tijs Ruysschaert, [email protected] Redacteurs: Frans De Kuyssche, Iris Einhorn.

‘Niets veranderd op tien jaar tijd’Wie de ouderavond in het UZ Brussel ook bijwoonde, was Veerle Cosyns. Ook zij stelt zich ernstig vragenbij de manier waarop ouders die een kind verloren, behandeld worden. Ze spreekt hier als psychologe,maar in de eerste plaats als ervaringsdeskundige – tien jaar geleden verloor ze zelf een kind. “Tien jaar geleden stoorde ik me aan dezelfde situaties als diegene die op deze ouderavond zijn aangehaald. En hoewel ik toen de indruk had dat ongeveer iedereen vond dat het anders moest, is er niets veranderd in al die jaren”, zucht Veerle. “Het terugvorderen van een deel kinderbijdrage, de uitnodiging voor een opendeurdag, de factuur in de bus twee jaar na datum,... het zijn stuk voor stuk zaken die voor een boel frustraties zorgen op eenmoment dat je als ouder wel wat anders aan je hoofd hebt. Terwijl je volop in een verwerkingsproces zit, moet jebewijzen dat je eigen kind dood is.”

Logge administratieRegels zijn natuurlijk nodig om de dagelijkse orde te bewaren, maar in al zijn logheid gaat het administratieve apparaat voorbij aan elke emotie. Ook aan die van ouders die afscheid moeten nemen van hun eigen kind. “Jebent zo fragiel, kunt niet of nauwelijks vatten dat je kindje er nooit meer zal zijn, en wordt dan geconfronteerd metsecce administratie, zakelijke mededelingen, noem maar op. Zeg me trouwens niet dat het evenwicht van hetbudget bijvoorbeeld in gevaar zou komen als zo’n miniem deeltje kinderbijslag niet teruggevorderd wordt.”Samen met Jutte van der Werff pleit Veerle Cosyns er dan ook voor om samen te zitten met deskundigen om de situatie aan te pakken. “Dat moet lukken met hele kleine aanpassingen. Maar bij dat overleg moeten zeker ook ervaringsdeskundigen betrokken worden, je weet pas echt waar het over gaat als je het zelf hebt meegemaakt...”

©Im

ageg

lobe

Regelneverij staat rouwproces om overleden kind in de weg

Gevraagd naar een reactie wilde de Rijksdienstvoor Kinderbijslag voor Werknemers voorlopigniets meer dan de formele kant van het verhaalbevestigen: wanneer een kind overlijdt in de loop van een bepaalde maand, hebben de ouders nog recht op kinderbijslag voor de rest van die maand. Voor de maand nadien vervalt het recht op kinderbijslag.

AK2252-020_AK2252-20 22/06/12 11:58 Pagina 20