reeks door Gerard Westerman

verschenen in EKB ' DICHTERBIJ' maandblad *

*Evangelische Kerk Bourgoyen - Gent

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Psalm 19 Inleiding Dit is een psalm van David en laat ons Gods majesteit in de schepping en in zijn Woord zien. In deze psalm zien we God niet alleen maar als Schepper, maar ook als Leraar en spreekt Hij ook tot ons door de Geest. We kunnen de psalm dan ook als volgt indelen: 1. Gods Woord rondom ons – God de Schepper (19:1-7) Paulus onderwijst ons in de brief aan de Romeinen, dat wat van God niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien kunnen worden. (Rom. 1:20) De Vlaamse dichter Guido Gezelle heeft dit onderwijs verstaan want hij schrijft ergens: ‘mij spreekt de blomme een tale.’ De liefde van God is zichtbaar geworden in de gave van zijn Zoon, die zijn leven voor ons heeft gegeven op het kruis van Golgotha. In de schepping zien we Hem, die aan allen leven en adem en alles geeft (Hand 17:25). God is echter niet alleen de Schepper maar ook de Onderhouder (1 Tim. 4:10). Op veel mensen heeft deze psalm een grote indruk gemaakt. Eén van hen was de componist Händel, die dat majestueus tot uitdrukking heeft gebracht in zijn bekende ‘Die Schöpfung’ (de Schepping). 2. Gods Woord voor ons – God de Leraar (19:8-11) God ‘spreekt’ tot de mens niet alleen door de schepping maar ook zijn Woord. In zijn Woord geeft God ons een verdere openbaring van Wie Hij is en wat zijn plan met zijn schepping is. Gods hart wordt in Gods Woord zichtbaar! Of zoals iemand anders het geformuleerd heeft: ‘We lezen Gods woord om de God van het Woord te ontmoeten.’ En dat Woord van God is betrouwbaar. De Heer Jezus heeft het bevestigd door te zeggen: ‘Uw Woord is de Waarheid.’ Wat zouden wij weten als we het Woord van God niet zouden bezitten? 3. Gods Woord in ons – God de Geest (19:12-15) Welke invloed heeft Gods Woord op mijn leven? Laten wij ons er door vermanen, is de vraag van de psalmist? Het goed te weten dat God jouw Schepper is, en dat we in Zijn Woord meer over Hem te weten kunnen komen, maar dat is niet genoeg! Het laatste gedeelte van deze psalm leert ons dat het Woord een plaats in ons leven dient te krijgen opdat het ons goed zou gaan. Het Woord behoedt ons voor afdwalingen en overmoed, tenminste als het Woord gezag over mijn leven krijgt. Paulus schrijft in zijn brief aan de gelovigen te Kolosse: ‘Laat het Woord van Christus rijkelijk in u wonen’. Waarom? Opdat het ons goed zou gaan! Als het Woord van God rijkelijk bij ons woont, zal dat tot uitdrukking komen in ons leven. Met dat verlangen wordt deze psalm dan ook afgesloten: ‘Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart u welgevallig zijn’. Gerard Westerman 'Dichterbij' februari 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY

Psalm 84:1-5 Op weg naar Sion—deel 1

Mijn vreugde is in God

1 Voor de koorleider. Op de Gittit. Van de Korachieten. Een psalm.

2 Hoe liefelijk zijn uw woningen, o HERE der heerscharen! 3 Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des HEREN; mijn hart en mijn

vlees jubelen tot de levende God. 4 Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen

neerlegt: uw altaren, o HERE der heerscharen, mijn Koning en mijn God. 5 Welzalig zij die in uw huis wonen, zij loven U gestadig.

Psalm 84 beschrijft wat er in een man omgaat die naar een feest in Jeruzalem wil gaan en het niet kan. We weten niet waarom. Misschien is hij ziek of zijn er thuis problemen. Hij schrijft, “Hoe liefelijk zijn uw woningen, o HERE der heerscharen! Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des HEREN; mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God” (vs.1-2). Zijn verlangen bestond er niet alleen uit om naar de stad Jeruzalem te gaan, hoe indrukwekkend die ook was, of zelfs naar de tempel, hoe fraai die ook gebouwd was, of om een feest te vieren en er deel van uit te maken, maar hij wilde gaan om God te ontmoeten. Hij gaat verder en schrijft: “Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen neerlegt’ (vs.3). Met andere woorden, Gods huis is voor de ziel wat een nest is voor een zwaluw – een plaats van rust, vrede en voldoening” De psalmist is ook afgunstig op de priesters, “Welzalig zij die in uw huis wonen, zij loven U gestadig” (vs.5). Buitenstanders werden niet geacht om er te wonen, en er was zelfs een limiet gesteld voor hen die er wel binnen mochten komen. En hij mocht binnen, maar kon niet. Wat een teleurstelling had deze man te verwerken! Wij hebben het voorrecht rechtstreeks met God gemeenschap te mogen hebben zonder bemiddeling van een priester. Heeft u ook een groot verlangen om op te gaan naar de dienst om Hem te ontmoeten en te aanbidden? Gerard Westerman 'Dichterbij' maart 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Psalm 84:6-8 Op weg naar Sion—deel 2

Mijn vertrouwen is op God 6 Welzalig de mensen wier sterkte in U is,

in wier hart de gebaande wegen zijn. 7 Als zij trekken door een dal van balsemstruiken,

maken zij het tot een oord van bronnen; ook hult de vroege regen het in zegeningen.

8 Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion.

Op het moment dat deze psalm geschreven werd, werd iedere man geacht drie feesten in Jeruzalem bij te wonen en te vieren. Hele dorpen gingen in groep samen en zongen onderweg liederen. ‘Welzalig de mensen wier sterkte in U is, in wier hart de gebaande wegen zijn. Als zij trekken door een dal vanbalsemstruiken, maken zij het tot een oord van bronnen; ook hult de vroegeregen het in zegeningen. Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnenvoor God in Sion’ (vs.6-8). Onderweg keken ze alle kanten op. Ten eerste, ze keken naar binnen (vs.5). ‘Welzalig zij die in uw huis wonen, zij loven U gestadig.’ Iedereen heeft een reisschema in zijn hart dat hem brengt naar de plaats waar hij graag wil zijn. Kijk eens bij uzelf naar binnen. Welk reisschema heeft u? Waar gaat het naar toe? Heb je jezelf beperkt, of ga je voluit in de je wandel met de Heer? Ze keken terug (vs.6). Ze kwamen door een vallei, Baca, dat ‘geween’ betekend. Als ze door het dal trokken, lieten ze een zegen achter voor iemand anders, want ze maakten het tranendal tot een oord van bronnen. Soms gaan ook wij op onze pelgrimsreis door een tranendal. Als je er door trekt laat je dan ook een zegen achter voor iemand anders? Of verwacht je van iemand anders dat hij een zegen voor jou heeft? Ze keken vooruit ‘Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor Godin Sion’ (vs.7). Ze keken vooruit om de levende God te ontmoeten als ze opgingen naar Jeruzalem om een feest te vieren. Ook wij gaan van kracht tot kracht. Misschien zeg je als je vooruit kijkt: ‘Ik haal het nooit!’ Maar je zult er komen. Hij zal jou de kracht geven tijdens je reis naar Sion. ‘Nooit kan ’t geloof te veel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. ’t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is.’ Gerard Westerman 'Dichterbij' april 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Psalm 84:9-13 Op weg naar Sion—deel 3

Mijn sterkte is in God 9 HERE, God der heerscharen, hoor mijn gebed, neem het ter ore, o God van Jakob!

10 O God, ons schild, zie en aanschouw het aangezicht van uw gezalfde. 11 Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders); ik wil liever staan aan de

drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid. 12 Want de HERE God is een zon en schild, de HERE geeft genade en ere;

het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen. 13 HERE der heerscharen, welzalig de mens die op U vertrouwt.

De psalmist verlangt er naar om de voorhoven van God binnen te gaan. Maar als hij over God nadenkt, realiseert hij zich dat hij voor het ontvangen van Gods zegen niet afhankelijk is van een verblijf in de tempel. ‘Want de HERE God is een zon en schild, de HERE geeft genade en ere; het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen. Want de HERE God is een zon en schild, de HERE geeft genade en ere; het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen’ (vs.12). Genade – zo begint de geestelijke reis. We zijn behouden door Gods genade. We geloven Jezus Christus, en Gods genade heeft ons gered. Heerlijkheid – zo eindigt onze reis. Eenmaal zal de dag aanbreken dat we in de hemel zullen zijn en zijn heerlijkheid voor altijd zullen aanschouwen. Maar tussen genade en heerlijkheid, ligt het leven dat soms moeilijk kan zijn. We lezen in 1 Petrus 5:10 dat de ‘Doch de God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten’ Wat begint met genade, eindigt met heerlijkheid, maar hoe voltooien wij de reis die scheiding maakt tussen genade en heerlijkheid? ‘Want de HERE God is een zon en schild’ Hij is een ‘zon’. Dat voorziet in noden en behoeften. Hij is een schild. Dat houdt bescherming en veiligheid in. We beginnen de reis in genade, we voltooien onze reis in het vertrouwen op God die voorziet en beschermt; en we eindigen onze reis door in te gaan in Gods heerlijkheid. Gerard Westerman 'Dichterbij' mei 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Psalm 73:1-12 Als we de gebeurtenissen niet meer begrijpen Asafs visie Wanneer wij de wereld om ons heen niet meer begrijpen is het nodig deze Psalm te lezen. Het begint met een prachtige geloofsverklaring. ‘Waarlijk, God is goed voor Israël, voor hen die rein van hart zijn’ (vs.1). Asaf geloofde in de God van Israël, en hij geloofde dat Hij diegenen eert die Hem eren, en ze zal belonen wanneer ze een heilig leven voeren. Maar in vers 2 wendt hij zijn blik van God af en begint naar de mensen om zich heen te kijken. ‘Maar mij aangaande, bijkans waren mijn voeten afgeweken, bijna waren mijn schreden uitgegleden. Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen, toen ik de voorspoed der goddelozen zag’ (vs.2-3). Laat ons wat nader kijken naar de twee problemen die Asaf had. Ten eerste, er is iets mis met zijn visie. Hij ziet niet op naar God. Hij ziet op de slechte mensen rondom hem. Wie zijn deze mensen? Hij beschrijft ze in vers 4-9 ’Want moeiten hebben zij niet, gaaf en welgedaan is hun lichaam; in de kwelling der stervelingen delen zij niet, en met andere mensen worden zij niet geplaagd. Daarom is de trots hun een halssieraad, het geweld omhult hen als een kleed; hun ogen puilen uit van vet, de inbeeldingen van hun hart lopen over; zij spotten, en boosaardig spreken zij van verdrukking, zij spreken uit de hoogte; ze zetten een mond op tegen de hemel, en hun tong roert zich op de aarde. En in vers 10 zegt hij: ‘Als water in overvloed wordt het door hen geslorpt.’ Asaf dronk een bittere beker. Zijn visie was totaal onderuit gehaald. Dit gebeurt als we niet wandelen door geloof maar door aanschouwen, en ons daardoor laten beïnvloeden! Ten tweede, er is iets aan de hand met zijn waarden.’Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen’ (vs.3). Denkt Asaf dat mensen die leven zonder rekening te houden met God, voorspoedig zijn? Zijn Gods normen en waarden plotseling veranderd? De ongelovige leeft volgens de normen van deze wereld, niet van de wereld die komt. ‘Altijd onbezorgd vermeerderen ze het bezit’ (vs.12) – maar welke bezittingen? Als je begint te twijfelen aan Gods goedheid en Zijn bestuur over deze aarde en rechtvaardigheid, kijk dan eens of jouw waarden nog dezelfde zijn als God waarden. Gerard Westerman 'Dichterbij' juni 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Iedereen die wel eens in een woestijn (van Juda) is geweest kan de gevoelens die David in deze Psalm uit, wel begrijpen. Wat een dorre en droge omgeving is dat! David omschrijft het in psalm 63 vers 1 als volgt:

‘O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.’

Maar het blijkt uit deze omschrijving blijkt dat zijn verlangen naar God sterker is dan water. Als u in uw leven in moeilijke omstandigheden verkeert, wat zou u doen? Volg David in zijn ervaringen. Ten eerste, hij zoekt God. Hij had Gods sterkte en heerlijkheid gezien in het heiligdom, en hij wilde de woestijn veranderen in een heiligdom. Met andere woorden David was niet tevreden met die ervaring alleen, hij wilde God ook op die wijze ervaren in moeilijke omstandigheden. Wij mogen God prijzen en loven in onze wekelijkse samenkomsten, en wellicht ervaren we dan daar zijn heerlijkheid, maar hoe is het als wij de woestijn (de wereld) weer moeten ingaan, ervaren we dan ook Gods sterkte en heerlijkheid? Vervolgens prijst hij God, ‘Zo wil ik U prijzen mijn leven lang’ (vs.5). David is voldaan door de aanwezigheid van God in zijn leven. Die voldoening of bevrediging komt niet door omstandigheden van buiten, het komt van de zegen van binnenuit: ‘Wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over U peins’ (vs.7). Tenslotte verheugt hij zich in God. ‘Maar de koning zal zich in God verheugen’ (vs.12). Dat is wat God van ons verwacht, zelfs in moeilijke omstandigheden Gerard Westerman 'Dichterbij' september 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY Heeft u goed geslapen? (Psalm 3) Soms kan een goede slaap een indicatie zijn van je vertrouwen in God. David zegt, ‘Ik legde mij neder en sliep; ik ontwaakte, want de Here schraagt mij.’ (vs.6) Misschien denk je dat het altijd mogelijk is, maar wat als je in een zelfde omstandigheid verkeert als David? Hij was op de vlucht voor zijn zoon Absalom, die zich tegen zijn vader had gekeerd en hem uit Jeruzalem had verdreven. Nu was David met zijn leger in de woestijn. Het zal niet gemakkelijk zijn om in de gevaarlijke wildernis te genieten van een goede slaap, en te weten dat je eigen zoon zich tegen je heeft gekeerd. Nee, het was niet het fysieke lijden dat David wakker hield. Hij wist dat God hem zou beschermen. Het was eerder de innerlijke en emotionele strijd die hij voelde omdat zijn eigen vlees en bloed probeerde om het koninkrijk van hem af te nemen. David zei als gevolg, ‘Heer, U bent in staat om de vrede in mijn hart te geven, de bescherming en de uitkomst die ik nodig heb. U bent in staat mij te helpen in deze moeilijke situatie.’ De kern van elk probleem is de toestand van ons hart. David wist: het is niet het leger van buiten dat mij wakker houdt, maar de angst en strijd van binnen. Deze Psalm begint met Davids uitroep, ‘O Here, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders, velen staan tegen mij op.’ Hij smeekt om hulp, maar de Psalm eindigt met een lofzang (vs.8) Jouw dag zou kunnen beginnen met een smeekbede om hulp, maar als je op de Heer vertrouwt, kan het eindigen met een lofprijs vanwege de hulp die je tijdens de dag hebt ervaren. Moeilijke omstandigheden kunnen ons beroven van de zó nodige vrede en rust. Als je in moeilijke omstandigheden verkeert of erge consequenties vreest, erken dan je probleem en versterk je vertrouwen in Hem. Wees bemoedigd in de wetenschap dat Hij jouw vrede en rust kan geven in het midden van de storm. Gerard Westerman 'Dichterbij' oktober 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY ‘Mijn God, mijn God!’ Psalm 22 Deze psalm begint met de bekende woorden, die ook de Heer Jezus op het kruis heeft uitgesproken: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”, maar hier zijn het de woorden van David die door een ernstige beproeving gaat. De Heer Jezus werd van God verlaten, maar ons bleef Hij nabij. “Indien gij dan Mij zoekt, laat dezen heengaan.” (Joh.18:8) God verliet zijn Zoon op het kruis omdat Hij tot zonde gemaakt werd, opdat wij zouden worden gerechtheid in Hem. (2Kor 5:21) In de verzen 3-6 zegt David: “tot U hebben onze vaderen geroepen zij werden gered, op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet beschaamd, maar ik ben een worm en geen man, ik roep en er komt geen hulp!” Jesaja schrijft over de komende Messias: “hij had gestalte noch luister dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden h e b b e n b e - geerd.” (Jes.53:2) Het eerste gedeelte van deze Psalm - de verzen 1-22 – gaan profetisch over het lijden van de Heer Jezus, het tweede gedeelte, de verzen 23-32, over de verhoring op grond van zijn lijden op het kruis van Golgotha. ‘Maar Hij heeft gehoord, toen hij tot Hem riep.’ (vs.25) Wij kunnen niet van God verlaten worden, omdat de Heiland in onze plaats verlaten werd. We kunnen niet verlaten worden vanwege zijn belofte: ‘Ik zal u niet begeven, noch verlaten.’ (Heb.13:5) We kunnen niet verlaten worden vanwege Zijn voortdurende aanwezigheid. ‘Ik ben met u, tot aan de voleinding van de eeuw.’ (Mat.28:20) We kunnen niet verlaten worden omdat Hij alle dingen gebruikt voor Zijn doel. (Rom.8:28). En wat is Zijn doel? Dat wij bestemd zijn om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te worden. (Rom.8:29) David was een geweldig beeld van de Heer Jezus in deze Psalm, ook wij kunnen naar Zijn beeld veranderd worden ook in moeilijke tijden, of misschien wel dankzij die beproevingen? Ondanks je gevoelens of situaties, vergeet nooit: God zal u niet verlaten! Gerard Westerman 'Dichterbij' november 2010

A PSALM A DAY KEEPS THE WORRIES AWAY ‘De Goede Herder’ Psalm 23 Gaat Psalm 22 over de Goede Herder die Zijn leven voor Zijn schapen aflegt (Joh.10:11, 15), deze Psalm gaat over de Herder die voor Zijn schapen zorgt, opdat ze het leven overvloedig zouden hebben ( J o h . 1 0 : 1 0 ) . Daarover handelen de eerste twee verzen van deze Psalm: ‘mij ontbreekt niets’ al de dagen van ons leven, voegt vers 6 eraan toe! Als de Heer Jezus je Herder is, dan luister je naar Zijn stem. ‘Mijn schapen horen naar Mijn stem.’ (Joh.10:3, 27) Hoe kunnen we Zijn stem verstaan? Door het lezen van Gods Woord. ‘Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar Uw woord.’ (Ps.119:9) Wilt u op uw weg voorspoedig zijn, laat u zich dan gezeggen door Gods Woord, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken, en voorspoedig zijn. (Joz.1:8) Het leven van een gelovige is niet eentonig, situaties veranderen, zo ook in deze Psalm. Er wordt gesproken van ‘grazige weiden’ en ‘rustige wateren’, maar ook van ‘een dal van diepe duisternis’ en ‘een dis voor de ogen van wie mij benauwen’. Waar je ook bent, in bergen, op dalen, Hij is bij je en zal je veilig thuis brengen. Je kunt deze Psalm ook lezen als een overzicht van het leven van een gelovige. De verzen 1 en 2 spreken van een pasgeboren gelovige, die zorg nodig heeft. Baby’s hebben zorg nodig, ze kunnen zichzelf niet helpen. Vers 3 is voor jongeren, ze hebben discipline en richting nodig, ze moeten leren keuzes te maken. De verzen 4 en 5 spreken van het volwassen leven van een gelovige, moeilijkheden worden ons niet onthouden, en de aanwezigheid van de Herder zal ons tot troost zijn, want Gij zijt bij mij. Het laatste vers is voor de gelovige die zijn loop heeft volbracht en op het punt staat in te gaan in de heerlijkheid van Gods huis, waar hij of zij zal verblijven tot in lengte van dagen. Gerard Westerman 'Dichterbij' december 2010