RD Congo, pays de mon cœur: Politiek activisme binnen de ...

78
1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Hannah Leyns (01106904) MASTERTHESIS Master Internationale Politiek PROMOTOR : PROF. DR. Koen Vlassenroot COMMISSARIS : DR. Jeroen Cuvelier ACADEMIEJAAR 2015 2016 "RD Congo, pays de mon cœur": Politiek activisme binnen de Congolese diaspora in België Word count: 25.278

Transcript of RD Congo, pays de mon cœur: Politiek activisme binnen de ...

1

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Hannah Leyns (01106904)

MASTERTHESIS

Master Internationale Politiek

PROMOTOR: PROF. DR. Koen Vlassenroot

COMMISSARIS: DR. Jeroen Cuvelier

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

"RD Congo, pays de mon cœur": Politiek activisme binnen de

Congolese diaspora in België

Word count: 25.278

2

3

Abstract

Deze eindverhandeling onderzoekt wat er leeft binnen de Congolese diaspora in België betreffende

politiek engagement en politiek activisme rond Congolees politieke thema’s zoals

presidentsverkiezingen en goed bestuur. Ten eerste gaat deze eindverhandeling dieper in op de

oorzaken en de groei van het bestaan van deze Congolese gemeenschap in België. Vervolgens werd

er gedefinieerd wat we onder politiek activisme begrijpen aan de hand van de reeds bestaande

literatuur. We plaatsen politiek activisme binnen een graadmeter van verschillende fases van

activiteiten, waarbinnen we de respondenten kunnen plaatsen en analyseren. Aangezien er nog maar

weinig bottom-up onderzoek is gedaan naar politiek activisme binnen de Congolese diaspora in

België, is dit onderzoek vernieuwend en kan het een aanleiding geven tot verder onderzoek.

Vervolgens is er gekeken naar de band die er bestaat tussen de respondenten en de Democratische

Republiek Congo, en hoe dit samengaat met eventuele interesse en engagement. Via diepte-

interviews werd er met 19 respondenten gepraat die tussen de 21 en 38 jaar oud zijn en Congolees

van herkomst zijn en in België wonen. Deze interviews zijn de bronnen voor deze eindverhandeling.

Hieruit concluderen we dat er de meeste respondenten zich actief informeerden en geïnteresseerd

waren in de Congolese actualiteit. Belangrijk hierbij is de rol van familie in vrienden, waarmee de

respondenten regelmatig politiek bespraken. Daarnaast is er een sterk verschil te onderscheiden

tussen een kleine voorhoede en de rest van de respondenten wat betreft evenementen en

organisaties. Vele respondenten sluiten echter niet uit deel te nemen aan toekomstig protest,

aangezien er een gemeenschappelijk gevoel van ontevredenheid heerst als het gaat over de huidige

Congolese politieke situatie. Eveneens toont men aan dat er nog steeds te weinig aandacht is voor de

wensen van de Congolese diaspora, waardoor er een algemeen begrip is voor geweld als

aantrekkingskracht van aandacht. Er is een sterke band te situeren tussen de respondenten en

Congo. Dit geldt ook voor diegene die in België geboren zijn, maar door verschillende

omstandigheden met Congo in contact zijn gekomen. Er is is een sterk verband met de familiale en

vriendenkring, die bij vele respondenten hoofdzakelijk een Congolees profiel heeft. Deze band is bij

alle respondenten aanwezig, maar is niet wederkerig: een sterke band zorgt niet automatisch voor

politiek engagement.

4

Dankwoord

Ten eerste wil ik mijn promotor prof. dr. Koen Vlassenroot hartelijk bedanken voor het eeuwige

geduld en de professionele, academische hulp. Ik besef dat dit een groot deel van zijn tijd in beslag

heeft genomen, maar ik ben dan ook dankbaar iedere keer antwoorden op mijn vragen gekregen te

hebben. Daarnaast wil ik ook dr. Karen Büscher en Hélène Flaam bedanken, die mij op weg geholpen

hebben in het zoeken naar respondenten en door handige tips mij de bomen door het bos hebben

leren zien.

Vervolgens wil ik Nadia Nsayi bedanken. Vanaf het begin tot het einde heeft zij mij begeleid en

geïntroduceerd in het Congolese verenigingsleven in België. Ze leerde mij bijzonder interessante

mensen kennen en hield me steeds op de hoogte over allerlei nieuwigheden in verband met de

Democratische Republiek Congo. Zonder haar was het nooit gelukt zulke boeiende respondenten te

vinden. Ik dank eveneens studiegenoot Abi Mpungu Sapu om mij zijn wereld en vrienden te leren

kennen. Dit leidt mij tot het bedanken van alle respondenten, die mij met open armen hebben

ontvangen en mij heel openhartig hun verhaal hebben willen vertellen. Ik dank hen ook voor het

nodige geduld toen het moeilijker werd in het Frans. Dit onderzoek staat en gaat dankzij hun

getuigenissen. Op die manier heb ik een stukje Congo leren kennen in België.

Ik dank mijn studiegenoten en steun bij toeverlaat, Laura, Rosie, Laure-Anne en Elien, eveneens als

beste vriendinnen Pauline, Sarah, Jana, Barbara, Marie, Justine, Mara en Julie voor de nodige pauzes

en het luisterend oor.

Uiteraard wil ik ook mijn ouders, Frederik en Trees bedanken. Zonder hen was het in de eerste plaats

nooit mogelijk geweest deze studie af te maken en dankzij hun mentale steun kreeg ik iedere keer

terug moed om van dit onderzoek iets moois te maken. Mijn zussen Clara, Anneleen ‘Zus’ en Els

hebben het schouderklopje en de knuffel gegeven wanneer het nodig was.

Tenslotte wil ik ook mijn beste vriend en lief Selwin bedanken. Hij was de rots in de branding die mij

hielp opstaan wanneer het moeilijk was.

5

Inhoud Abstract ....................................................................................................................................... 3

Dankwoord .................................................................................................................................. 4

Inhoud ......................................................................................................................................... 5

Inleiding ....................................................................................................................................... 7

Probleemstelling en onderzoeksvragen ......................................................................................... 8

DEEL I: Literatuuroverzicht .......................................................................................................... 10

1. Diasporastudies ......................................................................................................................... 10

2. De Congolese diaspora in België ............................................................................................... 14

2.1. Voor 1960 ............................................................................................................................... 15

2.2. Na 1960 .................................................................................................................................. 17

2.3. Sociaaldemografische cijfers .................................................................................................. 18

2.4. Redenen van migratie ............................................................................................................ 19

3. Politiek activisme ....................................................................................................................... 21

4. Politiek activisme binnen diaspora’s ......................................................................................... 26

4.1. Algemeen ........................................................................................................................... 26

4.2. Politiek activisme binnen de Congolese diaspora ............................................................. 29

DEEL II: Methodologisch kader .................................................................................................... 34

6. Van concept naar observatie ..................................................................................................... 34

6.1. Diepte-interviews .............................................................................................................. 34

6.2. Operationalisering ............................................................................................................. 35

6.3. Verkenning van het veld. ................................................................................................... 36

7. De bronnen ................................................................................................................................ 37

7.1. Voorbereiding van de interview ............................................................................................. 37

7.2. De interviews zelf ................................................................................................................... 38

7.3. Data-analyse ........................................................................................................................... 38

DEEL III: De respondenten aan het woord ................................................................................... 40

8. De situatie in de DRC ................................................................................................................. 40

9. Politiek activisme op de graadmeter ......................................................................................... 43

9.1. Informeren......................................................................................................................... 43

9.2. Communiceren .................................................................................................................. 46

9.3. Sensibiliseren en publiciteit ............................................................................................... 47

9.4. Evenementen .................................................................................................................... 48

6

9.5. Organiseren ....................................................................................................................... 51

9.6. Protest en manifesteren .................................................................................................... 54

9.7. Geweld ............................................................................................................................... 56

10. Identiteit als mogelijke verklaring? ....................................................................................... 57

10.1. Zelfidentificatie .............................................................................................................. 58

10.2. Familiale omgeving en vrienden.................................................................................... 60

10.3. Terugkeren naar Congo ................................................................................................. 61

10.4. Band met Congo ............................................................................................................ 62

10.5. Emoties .......................................................................................................................... 63

Algemeen besluit ....................................................................................................................... 65

Bijlagen ...................................................................................................................................... 69

Bibliografie ................................................................................................................................ 72

Boeken ............................................................................................................................................... 72

Artikels ............................................................................................................................................... 73

Studies ............................................................................................................................................... 77

Digitale bronnen ................................................................................................................................ 77

Handige links ..................................................................................................................................... 77

7

Inleiding

Volgens een studie van de K.U. Leuven waren er in 2006 meer dan 40 000 Congolezen geregistreerd

in België. Hiermee is de Congolese diaspora de grootste zwart-Afrikaanse gemeenschap in België en

ieder jaar komen er meer mensen bij. Historische ontwikkelingen hebben er namelijk voor gezorgd

dat België een aanlokkelijke bestemming werd voor Congolezen. Heel wat van hen kwamen vanwege

socio-economische redenen naar hier, om bijvoorbeeld te studeren. Ongeveer de helft van hen heeft

ondertussen de Belgische nationaliteit.1 Dit maakt van de Congolese gemeenschap een belangrijke

minderheidsgroep in België. We zien echter dat dit niet weerspiegeld wordt in het wetenschappelijk

onderzoek.2 Volgens bepaalde auteurs gaat er in het algemeen relatief weinig academische aandacht

naar diaspora’s.3 Dit is ook het geval voor de casus van de Congolese diaspora in België vergeleken

met sommige buurlanden die hun postkoloniale diaspora gemeenschappen beter bestudeerd

hebben.4 Daarom kan dit onderzoek gekaderd worden binnen het kennisvacuüm over deze

belangrijke minderheid in België. Daarnaast wordt er niet zelden in onderzoek naar diaspora’s

verwezen naar de potentiële negatieve gevolgen van hun aanwezigheid in het gastland.5 We willen

met dit onderzoek hier van afstappen en ons inschrijven in de aanpak van Alexander Betts en Will

Jones, die pleiten voor een meer grassroot aanpak van onderzoek, waardoor we willen aantonen dat

diaspora studies allesbehalve een stoffig onderzoeksveld zijn.6 Via kwalitatief onderzoek krijgen we

een inzicht in de activiteiten en interesses van de Congolese gemeenschap.

De Congolese gemeenschap is een minderheid die bijzonder actief is. Denk aan de financiële

geldstromen die op gang gebracht zijn over de hele wereld om familie/vrienden te steunen in de

Democratische Republiek Congo (DRC). Dit onderwerp van de remittances market is reeds goed

onderzocht, alsook zijn er studies te vinden betreffende die geldmarkt tussen de Congolese

gemeenschap en België.7 Maar hoe zit het met activiteiten rond Congolese politiek? Diaspora

gemeenschappen zijn volgens de literatuur niet zelden geïnteresseerd in de actualiteit en de politieke

1 SCHOONVAERE (Q.). Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de Congolese aanwezigheid in België:

analyse van de voornaamste demografische gegevens. Studiegroep Toegepaste Demografie (UCL) en Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding, 1 juni 2010, pp. 11-22. 2 GODDEERIS (I.). ‘Congo in onze navel: de omgang met het koloniale verleden in België en zijn buurlanden’. In: Ons erfdeel,

54, 2011, pp. 40-49. 3 LAAKSO (L.). ‘Diaspora and multi-level governance for peace’. In: LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas,

Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed Books, 2014, pp. 13-25. 4 PALMER (C.). ‘Defining and studying the modern African diaspora.’ In: The Journal of Negro History, vol. 85, nr. 1/2, 2000,

p. 29. 5 LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas, Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed Books,

2014, pp. 1-9. 6 BETTS (A.) en JONES (W.). ‘The transnational exile complex. How to think about African diaspora politics’. In: Working

Paper Series, nr. 88, 2012, pp. 3-21. 7 N.N. Diaspora Involvement in Development Cooperation. Geneva, International organization for migration, 2008.

8

situatie van het thuisland.8 Door de band met het land van herkomst, kunnen bepaalde

gebeurtenissen juist een reactie uitlokken binnen die diaspora’s.9 Hoe zit dit met de Congolese

gemeenschap in België? Is er veel belangstelling voor de gebeurtenissen in het thuisland? Wat voor

acties onderneemt men hierrond? Als inleiding kunnen we verwijzen naar de gebeurtenissen van

2011. De Democratische Republiek Congo organiseerde verkiezingen waarbij de uitslagen volgens

vele Congolese inwoners en internationale waarnemers controversieel waren.10 Dit zorgde voor veel

protest, zowel ter plaatse als bij ons. Zowel in Vlaamse steden11, als in Brussel kwamen Congolese

Belgen op straat om te betogen tegen de verkiezingsoverwinning van huidig president Joseph

Kabila.12 Eind 2016 zijn de volgende verkiezingen gepland in de DRC. Gepland, maar niet zeker,

aangezien huidig president Kabila nog niet officieel heeft gemaakt of hij zich opnieuw (tegen de

grondwet in) kandidaat stelt of niet. Dit wordt enorm gecontesteerd door oppositie en

middenveldorganisaties.13 Eerder in 2015 kwamen Congolezen reeds massaal op straat om bepaalde

acties van Kabila aan te klagen14, iets wat doet aantonen dat, althans bij een kleine minderheid, er

een vrij grote interesse aanwezig is wat betreft het politieke gebeuren in de DRC. Wat er staat te

gebeuren in de toekomst kan niemand voorspellen, maar deze gebeurtenissen tonen wel aan dat het

onderwerp relevant is. Wat leeft er binnen de Congolese gemeenschap in België en wat zijn de

oorzaken hiervan?

Probleemstelling en onderzoeksvragen

De focus van deze masterproef zal liggen op het al dan niet aanwezig politiek activisme binnen de

Congolese diaspora in België. We zien in de media af en toe iets verschijnen hierover, maar hoe

kunnen we dit juist situeren en beschrijven? Aangezien de literatuur tot nu toe vrij schaars is, zal dit

het vertrekpunt vormen van dit thesisonderzoek. De basisgedachte is dan ook om dit politiek

activisme binnen deze gemeenschap te analyseren. Ten eerste zal er via een literatuurstudie dieper

ingegaan worden op de Congolese diaspora en diasporastudies in het algemeen, om zo in kaart te

8 BANDELE (R.). ‘Understanding African Diaspora Political Activism: The rise and fall of the Black Star Line’. In: Journal of

Black Studies, vol. 40, nr. 4, 2010, pp. 745-761. 9 TURNER (S.). ‘The waxing and waning of the political field in Burundi and its diaspora’. In: Ethnic and Racial Studies, vol. 31,

nr. 4, 2008, pp. 742-765. 10

VERLINDEN (P.). ‘De mythe van de democratie’. De Redactie, 18 aug 2014, URL: <http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/analyse/1.2063349>, geraadpleegd op 03/12/2015. 11

CLEMENT (R.). ‘Congolese betoging tegen verkiezingsfraude’. 24/06/11, URL: http://www.dewereldmorgen.be/foto/2011/12/24/congolese-betoging-tegen-de-verkiezingsfraude, geraadpleegd op 03/12/15. 12

N.N., ‘Vierhonderd betogers tegen Kabila in Brussel’. In: De Morgen, URL: http://www.demorgen.be/binnenland/vierhonderd-betogers-tegen-kabila-in-brussel-b7dba1c8/, geraadpleegd op 3/12/15. 13

STEARNS (J.). Did Kabila’s party just say that they will postpone elections by two to four years?’, URL: http://congoresearchgroup.org/did-kabilas-party-just-say-that-they-will-postpone-elections-by-two-to-four-years/, geraadpleegd op 3/12/15. 14

N.N. ‘Tweehonderdtal Congolezen betogen in Brussel tegen president Kabila’. In: De Morgen, URL: http://www.demorgen.be/binnenland/tweehonderdtal-congolezen-betogen-in-brussel-tegen-president-kabila-bf7a26e5/, geraadpleegd op 3/12/15.

9

brengen wat er al geweten en geschreven is. Hoe is de Congolese diaspora gegroeid in België? Wat

zijn de redenen hiervoor? Ten tweede zal er op zoek gegaan worden naar de manier waarop we

politiek activisme nu juist kunnen definiëren. Moet iemand lid zijn van een partij om zichzelf als

‘politiek actief’ te beschouwen, of hebben rellen op straat evenzeer te maken met een zekere

politieke betrokkenheid? Aan de hand van de reeds bestaande literatuur zal er een definitie

geponeerd worden die de basis zal vormen binnen het onderzoek. Welke fases onderscheiden we

binnen politieke activiteiten? Daarnaast zal er dieper in gegaan worden op hetgeen we weten over

politieke activiteiten binnen de Congolese diaspora. Wie zijn Les Combattants? Wat komt er zoal in

de media?

Tijdens deze masterproef gaan we ons voornamelijk focussen op de jongere laag van de bevolking.

Door het sneeuwbaleffect kwamen we terecht bij respondenten die al vrij bewust en geïnteresseerd

waren in politieke onderwerpen. Daarom gebruiken we de eigen geponeerde definitie als een soort

graadmeter, en gaan we op zoek naar recurrenties binnen iedere fase van politiek activisme.

Informeert men zich actief over de actualiteit? Via welke kanalen? Wat doet men met deze

informatie? Gaat men dit delen met familie en vrienden en op welke manier? Deelt men deze

informatie ook publiekelijk? Heeft men het gevoel te willen sensibiliseren en een breder publiek aan

te trekken? Vervolgens kijken we naar de aard van de aanwezige organisaties in België. Hoe

organiseren de respondenten zich? Wat voor acties onderneemt men? Organiseert men

evenementen, festivals, debatten,…? Tenslotte kijken we naar de bereidheid tot protesteren en

eventueel zelfs tot het gebruik van geweld. Wat denkt men hierover? Wat is volgens de

respondenten een goede strategie en is men bereid die strategie te volgen om politieke verandering

te bereiken?

Hangt deze politieke interesse vast aan andere kenmerken, elementen, karaktereigenschappen,…?

Een zekere verbondenheid met het land van herkomst kan acties uitlokken, ook op politiek niveau.

Wat voor band heeft men (nog) met Congo? Dit bekijken we via de volgende vragen: Hoe beschrijft

men zichzelf, op vlak van nationaliteit, gevoel van toebehoren,…? Wat is het profiel van de familiale

en vriendenkring? Wat voor effecten heeft dit? Wat voor effect heeft een terugkeer naar Congo op

de interesses en acties? Hoe beschrijft men zelf de band met Congo? En tenslotte, wat voor emoties

komen er terug als er over Congo gesproken wordt? Dit kan een beeld geven over de verbondenheid

van de respondenten, om op die manier te zien hoe dit samengaat met de acties die men treft rond

bepaalde politieke onderwerpen.

10

DEEL I: Literatuuroverzicht

1. Diasporastudies

Dit onderzoek focust zich op de Congolese diaspora in België. Alvorens dit dieper uit te spitten,

bakenen we de term ‘diaspora’ af. Wat betekent ‘diaspora’? Het is een veelgebruikte term die

verschillende ladingen dekt en dat best vooraf wordt besproken. De term ‘diaspora’ verwijst naar

‘een volk dat gesettled is in een ander land dan hun land van oorsprong.’15 Mahdi Abdile beschrijft

het concept aan de hand van negen eigenschappen. (1) De eerste eigenschap gaat over ‘de

verspreiding van mensen vanuit het originele thuisland, veroorzaakt door een traumatische

gebeurtenis, waarna men vertrekt richting verschillende regio’s. (2) Het kan echter ook gaan over

mensen die het thuisland verlaten om handelsrelaties en/of hun economische status te verbeteren.

(3) Er is een collectief geheugen aanwezig dat veelal gevoed wordt door een mythe over het

thuisland. (4) Men gaat het thuisland idealiseren en een collectief engagement aanvoelen om daar

veiligheid en welvaart te garanderen. (5) Er ontstaat vaak een terugkeer beweging dat collectief

goedgekeurd wordt door de bredere gemeenschap. (6) Er is een sterk bewustzijn over de etnische

identiteit waarbij men een gemeenschappelijk verleden heeft en waarbij men gelooft in een betere

toekomst. (7) Er is een vrijwel problematische verhouding met het gastland, waarbij men niet

geaccepteerd wordt of toch ten minste benadeeld wordt. (8) Er is een enorm solidariteitsgevoel

tussen regio- en landgenoten binnen deze groeperingen. (9) Ten slotte is er de mogelijkheid om een

nieuw verrijkend leven op te bouwen in de gastlanden waarbij er plaats is voor verdraagzaamheid en

pluralisme.16

Volgens Liisa Laakso en Petri kunnen persoonlijke ervaringen en bredere processen binnen

globalisering ervoor zorgen dat diaspora’s een belangrijke rol spelen op verschillende niveaus, die

deze link met hun thuisland verder uitspelen. Hoewel sommige diaspora’s als veiligheidsbedreiging

werden gezien door sommige gastlanden, mag het duidelijk zijn dat er een heleboel goede gevolgen

zijn die diaspora’s kunnen hebben op hun thuisland in termen van vredesontwikkelingen. Hiermee

verwijzen we naar de twee tendensen die zich voordoen binnen diaspora studies. De eerste lijn

besluit dat diaspora’s en menselijke mobiliteit tot conflict leidt. Dit is een eerder traditioneel

perspectief dat zegt dat deze personen bepaalde conflicten, waar zij meestal van wegvluchten,

zouden binnenhalen in het gastland.17 De tweede lijn echter ziet hen als ‘agents of peace and

15

BLACKSHIRE-BELAY (A.). ‘The African Diaspora in Europe: African Germans Speak Out’. In: Journal of Black Studies, vol. 31, nr. 3, Special Issue: Africa: New Realities and Hopes, jan. 2001, pp. 264-287. 16

ABDILE (M.). ‘The Somali diaspora in conflict and peacebuilding: the Peace Initiative Programme’. In: LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas, Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed Books, 2014, pp. 77-95. 17

LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Op. cit., pp. 1-9.

11

stability’, waarbij zij conflicten juist kunnen bedaren door als tussenpersoon op te treden en het

democratiseringsproces alsook economische ontwikkelingen kunnen op gang helpen.18

Theoretici gebruiken de laatste jaren liever termen zoals ‘global governance’ of ‘multi-level

governance’ om zich af te zetten tegen het concept van ‘government’. Vele beslissingen worden niet

meer genomen binnen één nationaal parlement of nationale regering, maar worden beïnvloed door

meerdere niveaus, waarvan de civil society er één van is. Om deze global governance buiten het

systeem van de soevereine staat te versterken, speelt deze civil society en andere lokale

gemeenschappen (zoals de diaspora gemeenschap) een belangrijke rol.19 Het is deels dankzij golven

van globalisering dat de meeste mensen binnen een diaspora naar het gastland zijn vertrokken. De

cirkel sluit zichzelf door hen op te nemen binnen de civil society als speler binnen global

governance.20 Zo kan een diaspora gebruikt worden door het land van oorsprong om bepaalde

belangen uit te spelen.21 Diaspora’s worden steeds meer als legitieme belangengroep gezien binnen

internationale besluitvorming. Het is echter opvallend, volgens Laakso en Hautaniemi, dat er binnen

de literatuur relatief weinig aandacht wordt geschonken aan diaspora’s. Hierdoor is er een

theoretisch vacuüm binnen het onderzoek. Aangezien de meeste verhalen van over diaspora’s het

negatieve belichten (zoals het discours van new wars waarbij zij een bepaalde rol spelen), moet er

aandacht geschonken worden aan het positief effect dat ze kunnen hebben op vlak van

vredesopbouw, sensibiliseren enzovoort. Zo is het nuttig voor Europese landen om de ervaringen en

kennis van Afrikaanse diaspora gemeenschappen te erkennen om zo bepaalde problemen te

behandelen, zoals conflicten bij de migratiestroom tussen Afrika en Europa. Dit kan echter wel voor

problemen zorgen, want de grote vraag is wie deze diaspora juist vertegenwoordigt? Zijn het

individuele belangen? Of vertegenwoordigen ze effectief een hele groep?22

Als we dieper ingaan op het reeds gebeurde onderzoek naar diaspora’s, vallen er een paar tendensen

op. Ten eerste is het opvallend dat er al heel wat onderzoek is gedaan naar diaspora’s in Frankrijk of

Groot-Brittannië (zie infra). Een tweede tendens is de invalshoek die in het meeste onderzoek

terugkomt. We zien namelijk dat de focus ligt op onderwerpen zoals ontwikkeling (zie het werk van

Laakso en Hautaniemi) en financiële geldstromen vanuit het gastland naar het moederland, gekend

als de remittances. Volgens Alexander Betts en Will Jones echter, is er nog maar weinig onderzoek

gedaan naar de rol die diaspora’s spelen op grassroot niveau. De bestaande literatuur beschouwt

18

Ibidem. 19

VOS (H.). Besluitvorming in de Europese Unie, een survival kit. Leuven, Acco, 2015, pp. 30-31. 20

LAAKSO (L.). Art. cit., 13-25. 21 KING (C.) en MELVIN (N.J.). ‘Diaspora politicis: ethnic linkages, foreign policy and security in Eurasia’. In: International

Security, vol. 24, nr. 3, 1999-2000, pp. 108-138. 22

LAAKSO (L.). Art. cit., 13-25.

12

diaspora’s namelijk als een stoffig object, als de onvermijdelijke uitkomst van migratiestromen,

zoiets als een Weberiaans ideaaltype. Betts en Jones willen diaspora’s echter onderzoeken als een

Durkheimiaans sociaal feit dat inherent politiek en sociaal geconstrueerd is. Een diaspora zit vervat

binnen een internationaal netwerk van politieke actoren, waardoor beide auteurs spreken over het

concept van ‘transnational exile complex’, waarbij men de materiële, conceptuele en institutionele

relaties onderzoekt tussen groepen en organisaties die zich engageren in politieke projecten in het

thuisland. Diaspora’s hebben een belang in het thuisland, en het thuisland heeft belangen bij de

diaspora. Een diaspora gemeenschap heeft vaak nog linken met het thuisland, waarbij men politieke

processen probeert te beïnvloeden en impact kan hebben op de organisatie van bepaalde

oppositiegroeperingen. De belangrijkste methodologie voor dit soort onderzoek is volgens hen ‘in-

depth’ kwalitatief onderzoek, aangezien dit onderzoek gaat over micro-processen, namelijk

praktijken en entiteiten die zo specifiek zijn waardoor kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit.23 Dit is

ook exact de manier waarop we het onderwerp van deze thesis gaan onderzoeken.

Het gebruik van bepaalde termen kan ook gevaren met zich meebrengen. De term ‘diaspora’ zorgt er

namelijk voor dat er een bepaalde continuïteit wordt gesuggereerd tussen de migrant en het land

van oorsprong. Het suggereert een band tussen verschillende mensen (die omwille van verschillende

redenen het land hebben ontvlucht) binnen dezelfde groep, hoewel dit evenwel niet altijd het geval

is. Denk daarbij aan het concept ‘imagined community’ van Benedict Anderson, waarbij bepaalde

gemeenschappen zich inbeelden dat ze verbonden zijn omwille van gemeenschappelijke kenmerken,

die in realiteit niet bij iedereen binnen die gemeenschap voorkomen.24 Colin Palmer beaamt deze

eigenschap: In many respects, diaspora’s are not actual but imaginary and symbolic communities and

political constructs; it is we who often call them into being. Hoewel Palmer erkent dat leden binnen

een diaspora een zekere emotionele band hebben met het thuisland en dat de meeste van hen

dezelfde symptomen van racisme en discriminatie ervaren, moet er dus opgepast worden met het

veralgemenen van deze eigenschappen.25 Daarnaast suggereert de term ‘diaspora' ook een band met

mensen die zijn ‘achtergebleven’ in het thuisland. Deze focus op de blijvende relatie, ondanks de

eventuele grote afstanden, vinden we vaak terug in de methodologie van recente studies over

migratie en diaspora gemeenschappen. Het is belangrijk om continuïteiten niet vanzelfsprekend te

vinden en op zoek te gaan naar individuele verhalen in plaats van verhalen te generaliseren voor een

gehele groep.26

23

BETTS (A.) en JONES (W.). Art. cit., pp. 3-21. 24

HAHN (H. P.) en KLUTE (G.) (eds.). Cultures of Migration: African Perspectives. Münster, Transaction Publishers, 2007. p. 12. 25

PALMER (C.). Art. cit., p. 29. 26

HAHN (H. P.) en KLUTE (G.) (eds.). Op. cit., p. 12.

13

Vergeleken met België doen buurlanden Nederland en Groot-Brittannië het een stuk beter

betreffende academisch onderzoek naar de migratiegeschiedenis van bepaalde gemeenschappen in

deze landen.27 Professor Goddeeris beaamt dit in zijn onderzoek.28 Hoe komt het dat België er niet in

geslaagd is deze tendens te volgen? Volgens Gert Oostindie kent België een beperkte

migratiegeschiedenis vanuit haar kolonie. Oostindie verklaart dit door de correlatie die er is tussen

(het gebrek aan) aandacht voor het koloniale verleden dat een land schenkt, en de postkoloniale

migrantengemeenschappen. Door deze beperkte aandacht voor de koloniale geschiedenis in België,

wordt er geen coherent migratiebeleid aan vastgekoppeld die postkoloniale migranten een bepaalde

status kunnen geven, en zijn er bijgevolg veel minder migranten dan in andere landen aangezien er

geen aangepaste migratiepolitiek aan verbonden wordt.29 Dit wil zeggen dat er een soort vicieuze

cirkel is tussen enerzijds het onderzoek binnen dit onderwerp, de aandacht en erkenning van het

Belgisch koloniaal verleden, en anderzijds het aantal postkoloniale migranten. Beiden veroorzaken

elkaar. In Nederland staat de expertise volgens Silke Cuypers een stuk verder. In haar

eindverhandeling licht ze enkele initatieven toe.30 Maar waarom is er dan zo weinig

onderzoeksexpertise in België betreffende post-koloniale migratie? Er is bijvoorbeeld wel degelijk

onderzoek gedaan naar kolonialen die terug naar België keerden, waarbij men de sociale herinnering

van oud-kolonialen wel bewaren door getuigenissen te verzamelen.31 Recent onderzoek getuigt

echter dat het onderzoek naar de Congolese aanwezigheid in België niet op punt staat.32 Volgens

Etambala en Nyantanyi komt dit door de aard van de meerderheid van de Congolese migranten die

naar België kwamen. Velen kwamen oorspronkelijk niet als arbeidsmigranten noch als politieke

vluchtelingen, maar als studenten. Dit heeft een tijdelijk karakter, waardoor men oorspronkelijk niet

als immigrant werd gezien door de Belgische staat. Dit zorgde ervoor dat academisch onderzoek

evenzeer achterbleef. Congolezen kregen niet, zoals Indonesiërs in Nederland, een speciaal statuut

noch privileges.33 Volgens Etambala kan er een tweede verklaring gevonden worden bij het feit dat

wetenschappelijk onderzoek in de jaren ’90 beïnvloedt werden door een koloniale beeldvorming,

wat ervoor zorgde dat Congolezen zelf een soort figurantenrol toebedeeld kregen.34 Prof. Bambi

Ceuppens verklaart daarna het gebrek aan bronnenmateriaal aan de hand van de aard van de

27

PALMER (C.). Art. cit., p. 29. 28

GODDEERIS (I.). Art. cit., pp. 40-49. 29

OOSTINDIE (G.). Postkoloniaal Nederland-vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen, Amsterdam, 2009, p. 231 30

CUYPERS (S.). Belgisch-Congolese jongeren aan het woord. Omgang met het verleden en identiteitsvorming. Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de Geschiedenis, K.U. Leuven, academiejaar 2012-2013, pp. 14-15. 31

CUYPERS (S.). Op. cit., pp. 15-16. 32

DE GRAVE (V.). Wat verstaan ouders en jongeren van Congolese origine in Antwerpen onder opvoeding? Eindverhandeling voorgelegd met oog op het behalen van de graad van Licentiaat in de Vergelijkende Cultuurwetenschappen, Universiteit Gent, academiejaar 2007-2008, p. 6. 33

ETAMBALA (Z.A.). In het land van de Banoko. De geschiedenis van de Kongolese/Zaïrese aanwezigheid in België van 1885 tot heden. Leuven, Hoger Instituut voor de Arbeid, 1993, pp. 2-3. Zie ook: NYATANYI (G.). Symphonie du noir en blanc, Noirs Africains en Belgique, Brussel, Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel vzw, 2007, p. 33-36. 34

ETAMBALA (Z.A.). Op. cit., p. 15.

14

antropologische discipline, waarbij men lang dacht dat Congolezen enkel in Congo bestudeerd

konden worden, waardoor de academische structuur er niet op voorbereid was om de

migratiestromen na 1945 te bestuderen.35

Zoals eerder vermeld is er in de bestaande literatuur een bepaalde inhoudelijke voorkeur tot

bepaalde onderwerpen als het gaat over diaspora gemeenschappen en de rol die ze spelen in het

gastland tegenover hun thuisland. Een eerste voorbeeld is de focus op de geldstromen die een groot

deel van de economie uitmaken in het thuisland.36 Dit is een trend die we niet alleen opmerken

binnen literatuur over Afrikaanse diaspora gemeenschappen, maar universeel zien we dat er al heel

wat onderzoek is gedaan naar de resource flows tussen thuis- en gastland.37 Voor de Afrikaanse

diaspora geldt dezelfde conclusie. In 2011 schreef de Wereldbank een volledig rapport over de rol

van de remittances markets in Afrika en wat dit betekent op economisch vlak. In 2010 bereikte deze

geldstromen het bedrag van 325 miljard dollar.38 In dit verhaal kan de rol van de diaspora niet

onderschat worden.39 Ook voor de Democratische Republiek Congo (DRC) geldt het dat deze

economische sector voor een verbetering van de levensstandaard zorgt van veel mensen. Het

onderzoek van de IOM (International Organization for Migration) in samenwerking met de Belgian

Development Cooperation bekijkt hoe de Congolese diaspora betrokken is bij

ontwikkelingssamenwerking in de DRC.40 De Congolese diaspora stuurt een groot deel van hun

inkomsten door naar dichte familieleden en vrienden als een bijkomende bron van inkomsten voor

hen, net zoals we zien wij andere diaspora’s.41

2. De Congolese diaspora in België

Wie behoort tot de Congolese diaspora? Alvorens verder te gaan, schetsen we zowel historisch als

sociaal-demografisch deze gemeenschap in België. Het is een heel heterogene groep. Sommigen zijn

studenten, anderen zijn asielzoekers, nog andere zijn diplomaten die zich definitief in België hebben

gevestigd, anderen zijn politieke vluchtelingen. Na de onafhankelijkheid in 1960 kwamen geleidelijk

aan meer Congolezen naar België, ondanks het feit dat zowel Congo als België zich intensief ingezet

35

CEUPPENS (B.). Afrika verteldt: als intercultureel erfgoed. 2005, URL: http://soc.kuleuven.be/arc/afrikaverteltd/?q=book/print/286 , geraadpleegd op 1/04/2016. Zie ook: DE GRAVE (V.). Op. cit., p. 10. 36

LAAKSO (L.). Art. cit.,13-25. 37

GARDNER (K.). ‘Keeping connected: security, place, and social capital in a ‘Londoni’ village in Sylhet’. In: Journal of the Royal Anthropolical Institute, 14, 2008, pp. 477-495. 38

MOHAPATRA (S.) en RATHA (D.). Remittance Markets in Africa. Washington, De Wereldbank, 2011, URL: <http://siteresources.worldbank.org/EXTDECPROSPECTS/Resources/476882-1157133580628/RMA_FullReport.pdf>, geraadpleegd op 29/02/2016. 39

NYATANYI (G.). Symphonie du noir en blanc, Noirs Africains en Belgique, Brussel, Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel vzw, 2007, pp. 190-191. 40

N.N. Diaspora Involvement in Development Cooperation. 41

N.N. Diaspora Involvement in Development Cooperation, p. 33.

15

hebben om een programma op poten te zetten dat hun terugkeer zou bewerkstelligen. Velen van

hen bleven echter in België. Op vlak van politieke stabiliteit, economische en sociale zekerheden,

waren er dan ook weinig redenen om terug te keren.42 Dit vormt de rode draad binnen de Congolese

migratiegeschiedenis naar België. Indien we de geschiedenis van de Congolese migratie naar België

willen bestuderen, focussen we ons op twee werken. Het eerste werk dateert uit 1993 en is van de

hand van Zana Aziza Etambala, ‘In het land van de Banoko. De geschiedenis van de Kongolese/Zaïrese

aanwezigheid in België van 1885 tot heden’. Ten tweede is er het werk van Gilbert Nyatanyi uit 2007

‘Symphonie du noir en blanc’.43

2.1. Voor 1960

Vooraleer Congo een Belgische kolonie werd in 1908, was Congo privé-eigendom van de Belgische

koning Leopold II. Congo heette toen Kongo Vrijstaat. Er was amper Congolese migratie vanuit Congo

naar België. De tentoonstelling van 1885 in Antwerpen bracht de eerste 12 Congolezen naar België.

Daarna ging dit kleinschalige migratieproces verder, waarbij deze Congolezen ‘tentoongesteld’

werden, als propaganda voor het koloniale project.44 De tweede categorie volgens Etambala waren

de Katechisten en ‘Petits Boys’. Belgen die naar Congo vertrokken om er te werken, kregen meestal

een ‘boy’, een vrij jong kind dat in persoonlijke dienst stond van de blanke. Bij missionarissen werden

deze kinderen ‘katechisten’ genoemd. Deze boys en katechisten mochten soms meekomen naar

België en enkelingen slaagden erin in België te blijven. De derde categorie van Etambala zijn de

Congolese ‘leerlingen’. Dit waren ook boys die in België mochten studeren om ze in de toekomst als

koloniaal medewerker terug te sturen naar Congo. Deze kinderen werden soms geadopteerd en

konden zo blijven in België. Deze voorbeelden maken echter nog geen deel uit van grootschalige

migratie van Congo naar België, het waren slechts enkelingen.45

In 1908 werd Congo overgedragen aan het Koninkrijk België en werd Congo officieel een Belgische

kolonie tot 30 juni 1960. Hierdoor werden Congolezen inwoners van België, anders dan Burundi en

Rwanda dat mandaatgebieden werden van België na de Eerste Wereldoorlog.46 Congolezen werden

niet als staatsburger gezien, maar wel als Belgische onderdanen, waardoor ze niet konden

weggestuurd worden in België aangezien ze aan dezelfde wetten waren onderworpen. Vele

gemeenteraden wisten niet hoe ze hen moesten inschrijven, waardoor we te maken krijgen met

42

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 43

Beide werken bieden echter geen historisch overzicht dat zich tot heden 2016 strekt, maar wegens gebrek aan onderzoek

zijn we ertoe verplicht ons te baseren op deze twee (overigens bijzonder interessante) werken die ons een duidelijk overzicht geven van hoe en wanneer de meeste Congolezen naar België kwamen. 44

COUTTENIER (M.). Congo tentoongesteld: een geschiedenis van de Belgische antropologie en het museum van Tervuren (1892-1925). Leuven, Acco, 2005, p. 89. 45

ETAMBALA (Z.A.) Op. cit., pp. 9-24. 46

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35.

16

onbetrouwbare cijfers in de volkstellingen.47 Als we dit gaan vergelijken met de manier waarop

buurlanden Nederland en Groot-Brittannië hier mee zijn omgegaan, zien we grote verschillen. In

laatstgenoemde landen kregen burgers automatisch het staatsburgerschap. Congolezen waren wel

inwoners van het Koninkrijk België, maar verkregen niet automatisch het staatsburgerschap.48

Etambala schrijft in zijn werk dat ook na 1908 het aantal Congolezen die naar België vertrokken, nog

kleinschalig was.49 Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen een tiental Congolezen meevechten,

maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Belgische leger bijgestaan door 10 000 tot 12 000

Congolese soldaten. Een feit dat, in tegenstelling tot hoe men dit in Frankrijk eert, amper erkend

wordt in België.50

Nyatanyi stelde zich dan ook de vraag of de koloniale geschiedenis een reden was voor meer (of juist

minder) immigratie.51 Het is zo dat na de overname het aantal Congolezen in België steeg. Het bleef

evenwel vrij beperkt, deels dankzij de tegenzin van België.52 De koloniale overheid heeft de

Congolese bevolking nooit aangespoord te komen naar België.53 Integendeel, zo bewijst Zana

Etambala, men heeft juist de toestroom van immigranten juist heel goed willen controleren en men

wou ervoor zorgen dat ze hun weg terug zouden vinden naar Congo.54 Sterker nog, men wou zeker

zijn van een arbeidersreserve in Congo zelf om op de plantages te blijven werken. 55 Een tweede

reden waarom Congolezen niet als arbeider naar België kwamen, was het feit dat beleidsmakers

omwille van een raciale homogeniteit dit als een gevaar beschouwden.56 De eerste hypothese,

waarbij de koloniale overheid het zich niet kon permitteren arbeidskrachten te missen in de

arbeidsintensieve industrie in Congo, wordt niet zomaar aanvaard, aangezien Frankrijk en het

Verenigd Koninkrijk wel degelijk arbeidskrachten uit hun kolonies lieten overbrengen als

arbeidsmigranten.57 De tweede hypothese benadrukt ‘een raciaal superioriteits-denken dat nog

wijdverspreid aanwezig was in Europa.’ Deze hypothese stelt dat de Belgische overheid vrij negatief

47

ETAMBALA (Z.A.). Op. cit., p. 26 48

SWYNGEDOUW (E.). Transnationale sociale netwerken en hybride identiteit. Een kwalitatief onderzoek naar Kongolese migranten in Brussen en Leuven. Verhandeling, aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Sociologie, K. U. Leuven, academiejaar 2006-2007, p. 18. 49

ETAMBALA (Z.A.). Op. cit., pp. 25-37. 50

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 51

Ibidem. 52

MANTELS (R.). Geleerd in de tropen: Leuven, Congo & de wetenschap, 1885 – 1960. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2007, p.167. 53

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 54

ETAMBALA (Z.A.). Op. cit., pp. 63-64. 55

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 56

KAGNE (B.) L’immigration d’origine subsaharienne avant 1960: la Belgique découvre ‘l’Africain’. Aanvulling op: courier hebdomadaire, 1721, 2001, URL: http://www.crisp.be/FR/Documents/complements/Article_Kagne.pdf, geraadpleegd o 10-02-16, p. 6. 57

RABAU (R.). ‘Waarom waren er geen Congolese arbeidsmigranten tussen 9145 en 1960 in België? Een aantal mogelijke verklaringen.’ In: Kifkif, 13-03-14, URL: http://www.kifkif.be/actua/waarom-waren-er-geen-congolese-arbeidsmigranten-tussen-1945-en-1960-in-belgie-een-aantal-mogel, geraadpleegd op 14 maart 2016.

17

stond tegenover Afrikaanse gastarbeiders, wat overigens ook opgaat voor het Verenigd Koninkrijk.

Men gaf de voorkeur aan Europese gastarbeiders en slechts in noodzaak ging men beroep doen op

arbeiders uit de kolonies.58 Rina Rabau verwijst nog naar een derde hypothese, waarbij ze stelt ‘dat

de Belgische overheid bang was dat Congolese, Rwandese en Burundese arbeiders inspiratie zouden

opdoen bij Belgische kolonie-kritische communisten’. Deze ideeën zouden kunnen leiden tot verzet

tegen het koloniale systeem. Verder onderzoek moet deze these echter bevestigen.59

2.2. Na 1960

Vanaf de onafhankelijkheid namen de migratiestromen vanuit Congo naar België toe. De eerste

Congolese migranten kwamen net na de onafhankelijkheid en in de jaren ‘70 als student. Tijdens de

jaren ’80 en ’90 kwam men als asielzoeker wegens economische en politieke redenen naar België.60

Vandaag de dag zijn Congolezen met het grootste aantal vanuit Sub-Sahara Afrika.61 Zoals reeds

gezegd kwamen Congolezen niet naar België als gastarbeiders. Congolezen kwamen naar België in

het kader van opleidingen (zoals voor de onafhankelijkheid), als toerist, diplomaat of zakenman.62 Na

de Tweede Wereldoorlog kan men namelijk de immigratie naar Europa kaderen binnen

arbeidsoverwegingen. In het geval van België was er een arbeiderstekort bij de tewerkstelling in de

mijnen. Daarom heeft België verschillende akkoorden gesloten met landen zoals Griekenland,

Turkije, Italië, Voormalig Joegoslavië, Marokko, Tunesië etc., maar dus niet met Congo.63

Tussen de jaren 1975 en 1983 is er een vertraging van migratiestromen, deels door de oliecrisis in de

jaren ’70 waardoor men minder op zoek was naar arbeiders. Opvallend is dat in de jaren waarop er

een daling was in de algemene migratie naar België, er juist een relatieve stijging was in het aantal

Congolezen die naar België migreerden. Schoonvaere besluit hierdoor dat de Congolese migratie niet

in de lijn valt van de Belgische migratiegeschiedenis.64 Vanaf de jaren ’90 is er nog een sterkere

stijging, deels te verklaren door de moeilijke politieke omgeving in Congo. Steeds meer mensen

kwamen asiel aanvragen in België. De tweede helft van de jaren ’90 kent dan weer een daling en de

periode van het minst aantal binnenkomende burgers uit Congo. Dit is slechts een conclusie

vertrokken vanuit de officiële cijfers, waarbij er moet vermeld worden dat heel wat Congolezen

58

HANSEN (R.). ‘Migration to Europe since 1945: Its History and its Lessons’. In: The Political Quarterly vol. 74, nr. 1, 2003, pp. 25-38. 59

RABAU (R.). Art. cit., URL: http://www.kifkif.be/actua/waarom-waren-er-geen-congolese-arbeidsmigranten-tussen-1945-en-1960-in-belgie-een-aantal-mogel, geraadpleegd op 14 maart 2016. 60

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 61

NSAYI (N.). ‘Congolezen kleuren verkiezingslijsten’. In: MO, 23 mei 2014. 62

DEMART (S.). ‘De la distinction au stigmate. Matonge: un quartier Congolais à Bruxelles’ In: Les cahiers de la Fonderie, nr. 38, 2008, p. 58. 63

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 64

SCHOONVAERE (Q.). Op. cit.

18

illegaal in België verbleven tijdens de oorlog.65 Tijdens de Tweede Congolese oorlog (1998-2003) was

er terug een stijging op te merken. Hierdoor besluit Etambala dat de Congolese migratiegeschiedenis

naar België eerder recent is, vergeleken met andere Europese landen “waar al sinds de 19de eeuw

kleurrijke gemeenschappen uit kolonies aanwezig waren, zoals in London, Parijs, Lissabon etc.” De

grootste stijging van migraties vanuit Congo naar België dateren vanaf de jaren ’90 tot nu.66

Op Belgisch politiek niveau werd migratie bekeken als eindig en niet definitief, waarbij men dacht dat

de arbeiders terug zouden keren naar hun thuisland. Congolezen die met een beurs in België

verwelkomd waren, moesten door de ogen van de Belgische ogen uiteindelijk terugkeren naar Congo

om als ‘Belgicians’ de Congolese elite te vervolledigen.67 In realiteit zien we dat de meeste van hen in

België gebleven zijn, waardoor er ook gesproken wordt over een tweede en derde generatie

immigranten.68

2.3. Sociaaldemografische cijfers

In België is de Congolese gemeenschap zeker niet de grootste immigrantengemeenschap. In 2007

stonden ze op de 10de plaats, waarbij de Marrokaanse en Turkse gemeenschap de grootste

gemeenschappen waren. 69 Om een overzicht te krijgen in de exacte cijfers wat betreft de Congolese

aanwezigheid in België, focussen we ons op het onderzoek door Quentin Schoonvaere uit 2010. Hij

baseerde zich op de gegevens van het Rijksregister om zijn conclusies te trekken. Zo besloot hij op

basis van gegevens uit 2006 dat er van de 10.511.382 Belgische inwoners, 40.301 Congolees van bij

de geboorte zijn.70 Congolezen maken de overgrote meerderheid uit binnen de Sub-Sahara

Afrikaanse gemeenschap in België. Voor de gegevens van 2006 zijn er binnen de Congolese

gemeenschap 9.048 geboren in België en 31.253 in het buitenland. Van de in totaal 40.301

Congolezen in België, zijn er 25.987 Belg geworden op 1 januari 2006 en zijn er dus nog 14.314

uitsluitend Congolees. Schoonvaere maakt dus een onderscheid in nationaliteit en geboorteplaats,

en onderzocht dit zijn studie.71

65

Ibidem. 66

ETAMBALA (Z.A.). Op. cit., pp. 97. 67

KAZADI WA KABWA (D.) en SEGATTI (A.). ‘Paradoxical expressions of a return to the homeland: music and literature among the Congolese (Zairean) diaspora.’ In: KOSER (K.) (ed.). New African diasporas. New York, Routledge. 2003, p. 125 68

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 23-35. 69

Ibidem. 70

SCHOONVAERE (Q.) Op. cit., p. 11. 71

Ibidem.

19

Figuur 172:

Aangezien deze cijfers spreken voor het jaar 2006, is het interessant te kijken naar recentere

gegevens. Deze laten ons zien dat het aantal Congolezen de laatste 10 jaren gestegen is in België. Zo

zijn er op 1 januari 2016 18.693 Congolezen in België met dus uitsluitend Congolese nationaliteit.73

Vergeleken met het blauwe kader in Figuur 1, zien we een stijging van 130%. Jaarlijks komen er nog

steeds Congolezen naar België. Zo blijkt uit de cijfers van het Direction générale Office des étrangers,

dat er tussen januari en december 2015 in het totaal 650 Congolezen asiel hebben gevraagd in

België.74 Opvallend zelf is dat Congo op de eerste plaats staat als het gaat over personen die toegang

hebben gekregen tot de erkenning van buitengewoon verblijf in België.75 Dit doet ons besluiten dat

de Congolese gemeenschap in België een zeker potentieel heeft om de komende jaren te groeien,

zoals het de laatste jaren ook gedaan heeft.

2.4. Redenen van migratie

Volgens Georg Klute en Hans Peter Hahn is er in het wetenschappelijk onderzoek nog veel te vaak de

tendens migratie te onderzoeken op een aetiologische manier (de soort manier waarbij men op zoek

gaat naar redenen of oorzaken). Deze manier houdt in dat men op zoek gaat naar de redenen die

kunnen opgedeeld worden in push-factoren (factoren die mensen uit hun land ‘duwen’) en pull-

factoren (factoren die mensen ‘aantrekt’ in het nieuwe gastland). Laatstgenoemde auteurs

bekritiseren dit echter, aangezien er soms eenvoudig weg niet kan gesproken worden over zulke

72

Ibidem. 73

Email met Andre Godart, Direction générale Office des étrangers op 3 februari : zie bijlage 26. 74

Service public fédéral Intérieur: Demandes d’asile, 2015, URL: https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/FR/Documents/Statistiques/Stat_M_Asile_Fr_2015_12.pdf, geraadpleegd op 5 februari, p. 3. 75

Service public fédéral Intérieur: Demandes d’autorisation de séjour exceptionnel, 2015. URL: https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/FR/Documents/Statistiques/Stat_M_SRH_Fr_2015_12.pdf, geraadpleegd op 5 februari 2015, p. 8

10. 511. 382 inwoners van België

40.301 Congolese nationaliteit

van geboorte

9.048 in België geboren

31.253 in buitenland geboren

25.981 met Belgische

nationaliteit op 1 januari

2006

14.314 met Congolese

nationaliteit op 1 januari

2006

20

soort redenen. Deze tendens zorgt er immers voor dat het lijkt alsof een bepaald land haar burgers

wegjaagt en dat het land van bestemming deze burgers bewust aantrekt of dat deze burgers bewust

naar dit land trekken wegens bepaalde ‘pull-factoren’.76 Migranten zijn individuele agents die een

eigen wil hebben en creatief zijn volgens Jacqueline Knörr. Hiermee mogen conflicten zeker niet

geminimaliseerd worden als reden van migratie, maar het biedt een verfrissende blik op de discussie.

Het discours van push- en pull-factoren, bieden namelijk een focus op de economische redenen van

vertrekken en aankomen. Niet-economische factoren moeten minstens evenveel aandacht krijgen.

Ten slotte zorgt de aetiologische onderzoeksmethode ervoor dat het onderzoek een normatieve

weerklank krijgt. Migratie en mobiliteit wordt als een uitzondering gezien, terwijl sedentaire

levensvormen en stabiliteit als ‘normaal’ wordt beschouwd. Dit is volgens Klute en Hahn de reden

waarom migratieonderzoek veel te vaak focust op verandering in plaats van continuïteit. Historisch

onderzoek heeft al lang uitgewezen dat migratie helemaal niet zo bijzonder is en eigen aan de natuur

van de mens.77 Deze opmerkingen zijn belangrijk te onthouden als we naar de redenen van migratie

zoeken binnen dit onderzoek.

Hierboven werden al eerder enkele redenen van migratie vermeld. Zo waren er overeenkomsten wat

betreffende educatie en een universitaire opleiding, maar ook de Eerste en Tweede Congolese oorlog

zorgden voor een stijging aan asielzoekers. Hiermee verwijzen we naar de politieke situatie van

Congo. Congo kent een vrij fragiel politiek bestuur sinds de onafhankelijkheid.78 Volgens Laakso

migreerden heel wat mensen uit protest tegen of als gevolg van het politiek beleid in hun thuisland.79

De jaren ’90 betekende zeker geen verbetering in het leven van de doorsnee Congolees. Er was geen

eenheid meer binnen Congo en er waren overal plunderingen, wat de economie nog meer in de put

duwde.80 Het nakende einde van Mobutu betekende het begin van een resem gewelddadige

conflicten, de Eerste Congolese Oorlog, de staatsgreep van Laurent-Desiré Kabila en de

daaropvolgende Tweede Congolese Oorlog.81 Volgens Stefaan Marysse waren er tussen 1998 en

76

HAHN (H. P.) en KLUTE (G.) (eds.). Op. cit., pp. 9-10. 77

HAHN (H. P.) en KLUTE (G.) (eds.). Op cit., pp. 9-10. 78

SUMATA (C.), TREFON (T.) en COGELS (S.). ‘Images et usages de l’argent de la diapsora congolaise: les transferts comme vecteur d’entretien du quotidien à Kinshasa.’ In: TREFON (T.) (ed.). Ordre et désorde à Kinshasa. Réponses populaires à la faillite de l’État. Tervuren , Musée royale de l’Afrique centrale & Paris, l’Harmattan, 2004. Zie ook : BAZENGUISSA-GANGA (R.) en MACGAFFEY (J.). 'Vivre et briller: à Paris, des jeunes Congolais et Zairois en marge de la légalité économique'. In: Politique Africaine, 57, 1995, p. 124. 79

LAAKSO (L.). Art. cit., pp. 13-25. 80

SWYNGEDOUW (E.). Op. cit., p. 19 81

TREFON (T.). Congo Masquerade: the political culture of aid inefficiency and reform failure. London, Zed Books, 2011, pp. 19-48.

21

2001 2,5 miljoen doden.82 Deze oorlogen en ellende zorgden zoals eerder vermeld voor een stroom

aan vluchtelingen richting België.83

In haar masterproef schrijft Eva Swyngedouw dat er tot op zeker niveau een lokroep was vanuit het

Westen. Er hing een mythisch beeld over het Westen, waarbij onder andere België omschreven werd

als het beloofde land. Het westen zorgde voor hoop en een toekomstbeeld, waardoor velen naar o.a.

België kwamen om te studeren. Globalisering heeft er ook voor gezorgd dat dit proces versneld

werd, door een verbetering aan massatransport en massacommunicatie.84 Tenslotte ook nog de

opmerking dat dankzij gezinsherenigingen er heel wat familieleden van reeds in België verblijvende

Congolezen naar België kwamen.85 Mayoyo Bitumba Tipo-Tipo stelt vast dat teruggekeerde

migranten getuigden van een betere wereld in Europa. Diegene die het geluk hadden al eens België

te kunnen bezoeken, namen technologische nieuwigheden mee uit het Westen. Dit sprak enorm tot

de verbeelding, ook bij jongere Congolezen. Ze keken op naar rijke Congolezen en besloten zelf, door

middel van universiteitsakkoorden, naar België te komen.86 Dit beeld werd overigens al snel aan

diggelen geslagen wanneer men eenmaal naar België kwam. Het leven in België was zwaar. Men

ervoer heel wat discriminatie, minderwaardigheidsgevoel, en men geraakte heel moeilijk een werk.

Daarnaast kon men niet zo gemakkelijk, of zelfs helemaal niet, genieten van de Belgische sociale

zekerheid, aangezien het niet eenvoudig was de Belgische nationaliteit te verkrijgen.87

Aan de cijfers zien we dat de groep blijft stijgen, maar dat het moeilijk is om er vat op te krijgen

wegens illegaliteit. De grootste groep leeft in Brussel (denk aan de wijk Matonge in Elsene88) of in

grote steden zoals Liege, Charleroi Gent, Oostende, maar ook Antwerpen.89 De aanwezigheid van

Congolezen in België is een feit, maar de erkenning ervan, zowel op juridisch vlak als op politiek vlak,

ontbreekt nog in alle debatten.90

3. Politiek activisme

“What is political activism anyway?” Wat zorgt ervoor dat een wandelaar het pad van de zwerver zal

kiezen of juist het pad van de artiest of activist zal bewandelen? Volgens Adrienne Rich is politiek

82

MARYSSE (S.). ‘Regress and war: the case of DRCongo.’ In: The European journal of development research, 15(1), 2003, pp. 73-98. 83

NYATANYI (G.). Op. cit., p. 11-12. 84

SWYNGEDOUW (E.). Op. cit., p. 20. 85

NYATANYI (G.). Op. cit., p. 35. 86

MAYOYO BITYMBA (T.T.). Migration Sud/Nord, levier ou obstacle? Les Zaïrois en Belgique. Parijs, L’Harmattan, Afrikastudies, 1995, 40(13), pp. 53-67. 87

MAYOYO BITYMBA (T.T.). Op. cit., pp. 118-122. 88

DE CORTE (S.). ‘Van de Naamse poort tot de abdij: Matonge, Flagey en de vijvers van Elsene’. CORIJN (E.) en DE LANNOY

(W.) (eds.). De kwaliteit van het verschil /la qualité de la différence. Brussel, VUBpress, 2000. 89

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 46-47. 90

NYATANYI (G.). Op. cit., p. 193

22

activisme iets dat individueel groeit, een individuele actie die betekenis krijgt wanneer meerdere

individuen diezelfde actie gaan volbrengen. Het gebeurt volgens haar zowel spontaan als voorbereid,

net als het schrijven van poëzie.91 Alvorens te kijken in welke mate en op welke manier onze

onderzoeksdoelgroep beantwoordt aan politiek actieve kenmerken, zijn we verplicht te construeren

wat politiek activisme juist inhoudt. Zijn er verschillende niveaus waarin men politiek actief kan zijn

en hoe kunnen we deze niveaus construeren?

Politiek activisme kan verschillende ladingen dekken. Sidney Tarrow illustreert dit aan de hand van de

evolutie die zijn eigen vader is doorgaan. Hij transformeerde van iemand die op eigen houtje geld

stuurde naar zijn thuisland Polen om daar verschillende investeringen en initiatieven te steunen, naar

een diaspora nationalist. Tarrow gebruikt dit voorbeeld om aan te tonen dat een activist op

verschillende manieren ‘actief’ kan zijn. Hoewel hij het in zijn werk voornamelijk over transnationaal

(politiek) activisme heeft, is dit voorbeeld heel sprekend in de context van deze masterproef. Het

betreft namelijk mensen die over de grenzen heen zich engageren om een bepaald doel na te

streven.92 Dit is exact hetgeen ook in dit onderzoek wordt bekeken: hoezeer zijn Congolese Belgen

actief als het gaat om gebeurtenissen in Congo. Wat Tarrow nog aanhaalt, is het feit dat deze

activisten afhankelijk zijn van de mogelijkheden, netwerken en hulpbronnen van de gemeenschap

waarin ze leven. In het geval van deze paper zouden we bijvoorbeeld moeten kijken hoe de

Congolese diaspora als gemeenschap in België is georganiseerd.93

Politiek activisme betekent letterlijk ‘de weerstand tegen bepaalde structuren van macht’.94 Het gaat

over sociale organisatie, collectieve actie en publiek protest. Dit is de basis van politiek activisme.95

Volgens Zolberg zijn het ‘momenten van gekheid’, wanneer mensen geloven dat alles mogelijk is.96

Als men aan politiek activisme denkt, komen er beelden op van rallies, betogingen, campagnes,

brieven naar politici enzovoort. Het gaat over mensen die deel uit maken van een gemeenschap.97

Engin Isin heeft het daarom over ‘acts of citizenship’, waardoor hij politiek activisme direct linkt met

burgerschap.98 Uit het vorige blijkt dat het concept van politiek activisme een heel nauwe vorm van

betrokkenheid in het politiek systeem kan betekenen. Een persoon kan echter ook geïnteresseerd

91

RICH (A.). ‘The Hermit’s Scream’. In: PMLA, vol. 108, nr. 5, 1993, p. 1158. 92

TARROW (S.). The new transnational activism. Cambridge, Cambridge University Press, 2005, p. 2. 93

Ibidem. 94

MARTIN (D.G.), HANSON (S.) en FONTAINE (D.). ‘What Counts as Activism? The Role of Individuals in Creating Change’. In: Women’s Studies Quarterly, 35, (3/4), 2007, p.3. 95

SOWARDS (S.K.) en RENEGAR (V.R.). ‘Reconceptualizing Rhetorical Activism in Contemporary Feminist Context’. In: The Howard Journal of Communications, 17, 2006, pp. 57-58. 96

ZOLBERG (A.R.). ‘Moments of Madness’. In: Politics and Society, 2, 1972, pp. 183-183. 97

JOHNSON (H.). ‘Moments of solidarity, migrant activism and (non)citizens at global borders’. In: NYERS (P.) en RYGIEL (K.). Citizenship, Migrant Activism and the Politics of Movement. London, Routledge, 2012, pp. 109-126. 98

ISIN (E.). ‘Theorizing Acts of Citizenship’. In: ISIN (E.) en NIELSON (G.) (eds.). Acts of Citizenship. London, Zed Books, 2008, pp. 15-38.

23

zijn in politiek en alles op de voet volgen via media, zonder medeorganisator te moeten zijn van een

rally. Daarom duiken we wat dieper de literatuur in, en kijken we naar het concept van ‘politieke

participatie’. Dit kan volgens Carl Devos en Tom Schamp omschreven worden als “alle uiterlijke

waarneembare activiteiten van leden van een samenleving waardoor zij direct of indirect deelhebben

aan het besluitvormingsproces van de burgerlijke overheden in de samenleving”. Het kan gaan om

zowel individuele activiteiten als collectieve actie, met als doel het beïnvloeden van

overheidsinstanties of politici.99 Het element van beïnvloeding komt terug bij verschillende auteurs.

Dit kan bijgevolg op verschillende manieren: electoraal of niet-electoraal, op een individueel niveau,

of collectief, spontaan of als reactie.100 In het onderzoek van Sabine Carey101 stelt ze duidelijk dat het

gaat over burgers die het beleid van een staat willen tegengaan en aanklagen.102

Ook interessant zijn de ‘nieuwe’ vormen van participatie, zoals Devos en Schamp uitleggen. Zo zijn er

mogelijkheden tot het opstellen van online petities en online campagne voeren, dankzij de kracht

van het wereld wijde web. Dit soort onconventionele acties zijn enorm populair aan het worden, en

vereisen minder kosten bij de burger, wat hun populariteit verklaart. Het geeft de burger de

mogelijkheid om voor bepaalde onderwerpen actief te worden, zonder noodzakelijk een langdurig

lidmaatschap te moeten aangaan.103 Volgens Fred Katz en Fern Piret kunnen we politieke participatie

in twee groepen opdelen. Zo is er formele politieke participatie (deelnemen aan verkiezingen) en

informele politieke participatie. Deze laatste bestaat voornamelijk uit het gebruiken van niet voor de

hand liggende mechanismen voor politieke doeleinden. Zo kan een bepaalde groep mensen toch

politiek participeren wanneer ze dat oorspronkelijk in officiële cijfers dat niet lijken te doen. Een

stemming is slechts een momentopname. Wat kan de burger ondernemen om tussen verkiezingen in

deel te nemen aan politiek? Ten eerste kan hij/zij gebruik maken van de reeds bestaande politieke

structuren, zoals het aanschrijven van een politicus/-a, het aanschrijven van een krant, en/of de

oppositie. Ten tweede kan de burger bijvoorbeeld een grotere groep engageren juist niet deel te

nemen aan het formele politieke proces om op die manier een statement te maken. Hierbij gaat het

vooral om politieke innovatie. De burger zoekt zelf manieren om politiek zichtbaar te worden,

waardoor diegene aan de macht zien wat er leeft binnen de burgergemeenschap, en waardoor ze

deze groep niet kunnen negeren. Tenslotte kan de burger, zoals eerder aangehaald, gebruik maken

99

SCHAMP (T.) en DEVOS (C.). ‘Verkiezingen en kiessystemen.’ In DEVOS (C.)(ed). Een plattegrond van de macht. Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen. Gent, Academia Press, 2012, pp. 76-77. 100

KORSTEN (A.). Eisen en beïnvloeding van overheidsbeleid. 2009, pp. 11-20. URL: http://www.arnokorsten.nl/PDF/Beleid/Politieke%20participatie%20en%20beleid.pdf, geraadpleegd op 29 februari 2016. 101

Zij beschrijft drie manieren dewelke burgers kunnen aanwenden om hun politiek ongenoegen te uiten tegenover de

machthebbers. De eerste vorm van ongenoegen kan geuit worden door vredevolle betogingen en demonstraties. De tweede vorm zijn eerder kleinschalige gewelddadige demonstraties die uitlopen in riots, en de derde vorm zijn grootschalige gewelddadige demonstraties die de richting uitgaan van guerrilla oorlogsvoering en rebellie. 102

CAREY (S.). Protest, repression and political regimes. New York, Routledge, 2009, p. 103. 103

SCHAMP (T.) en DEVOS (C.). Art. cit., p. 80.

24

van niet-politieke mechanismen voor politieke doeleinden. Dit wordt door Katz en Piret ‘circuitous

politics’ genoemd. Een paar voorbeelden van dit soort ‘circuitous politics’: een leesclub kan

occasioneel een bepaald boek bespreken dat bepaalde politieke doelstellingen verkondigd. Een

groep wetenschappers kan aangezet worden onderzoek te doen dat kan gebruikt worden in een

politieke campagne. Dit soort activiteiten moeten bijgevolg inbegrepen worden als men politieke

participatie wil onderzoeken.104 Daarom moeten we niet louter kijken naar uiterlijke signalen van

politieke ontevredenheid, maar ook naar bepaalde activiteiten die eerder niet met politiek

geassocieerd worden. Deze verschillende niveaus van politieke participatie en activiteit moeten bij

het opstellen van de criteria van het onderzoek inbegrepen zijn. Het concept van activisme kan op

deze manier opengetrokken worden.105 Tegenover die ‘moments of madness’ kunnen dus ook kleine

rustige en individuele acties van belang zijn om politiek actief te zijn.106 In dit onderzoek zal dan ook

de focus liggen op deze eerder niet-conventionele manieren van participatie, vormen die niet zozeer

kunnen gemeten worden door stembureaus etc.

Wat zorgt ervoor dat mensen acties ondernemen om het politieke niveau te beïnvloeden? Ten eerste

is er volgens Russell Dalton de factor van ontevredenheid en frustratie dat mensen op straat kan

brengen. Ten tweede is er de factor van eventueel succes. Wanneer een daad meer kans heeft om

iets te bereiken, is de kans veel groter dat die daad zal uitgevoerd worden.107 De balans tussen

kosten en baten moet voordelig zijn voor het individu.108 Dit noemen we in dit onderzoek de kosten-

baten theorie. Kosten zijn de daden die een individu stelt om een bepaalt doel te behalen. De baten

zijn de voordelen die men uit de resultaten van de daden haalt, waarbij ze dikwijls samenvallen met

het doel. Matthew Platt onderzocht dit en gebruikte het ‘opportunity model’, ofwel het

mogelijkheidsmodel. Hierbij gaan mensen politiek participeren aangezien ze het beleid willen

beïnvloeden. Hij concludeerde dat de politieke participatie hoger is wanneer het doel een relatief

gemakkelijk onderwerp betrof, waarbij de voordelen groter zijn dan de kosten die ze moeten maken.

Bij het mogelijkheidsmodel moeten de beperkingen minimaal zijn om de participatie maximaal te

houden.109 Deze kosten-baten theorie komt in dit onderzoek terug. Dalton haalt ook het model aan

van Verba, Scholzman en Brady uit 1995, waarbij men de term ‘civic voluntarism model’ gebruikt.

Hierbij zijn het persoonlijke eigenschappen die tellen, naast groep effecten en politieke attitudes. Het

104

KATZ (F.E.) en PIRET (F.V.). ‘Circuitous Participation in Politics’. In: American Journal of Sociology, vol. 69, nr. 4, 1964, pp. 367-373. 105

MARTIN (D.G.), HANSON (S.) en FONTAINE (D.). Art. cit., p. 2. 106

SOWARDS (S.K.) en RENEGAR (V.R.). Art. cit., p. 65. 107

DALTON (R.). Citizen politics: public opinion and political parties in advanced industrial democracies. Washington (D.C.), CQ Press, 2006, pp. 50-52. 108

HUNTINGTON (S.) en NELSON (J.). No easy choice. Cambridge (Mass.), Harvard University Press, 1976, pp. 165-166. 109

PLATT (M.B.). ‘Participation for what? A policy-motivated approach to political activism’. In: Political Behavior, vol. 30, nr. 3, 2008, pp. 391-431.

25

gaat voornamelijk om inkomen en status, waardoor er meer geld en meer toegang tot bepaalde

informatie is. Daarnaast zijn ook leeftijd en gender van belang, waarbij Dalton zegt dat men politiek

actiever wordt naarmate men ouder wordt en dat mannen in het algemeen meer belang tonen voor

politiek dan vrouwen. Groep effecten hebben dan weer te maken met mobilisatie en de kracht van

groepsdruk.110

Pippa Norris onderzocht hoe het politiek activisme is gegroeid en naar de achtergrond is verschoven

doorheen de decennia. In de laat 20ste eeuw is er namelijk voldoende bewijs dat er een dalende

politieke participatie merkbaar is bij burgers binnen postindustriële staten. Symptomen hiervan zijn

bijvoorbeeld het stemgedrag: steeds minder mensen trekken naar de stembus tijdens

verkiezingen.111 Norris verklaart de dalende participatie (via conventionele manieren althans) door

modernisatie en menselijke ontwikkeling. In de eerste fase van modernisatie werd er meer naar het

stemhokje wordt getrokken, maar door verhoogde menselijke ontwikkeling en welvaart (als gevolg

van deze modernisatie) werd dit proces stilgelegd en stagneerde de groei in participatie. Daarnaast

toont Norris aan dat deze these eerder overdreven is, en dat dit niet in alle landen gelijkaardig

verloopt.112 In eerder werk (A Virtuous Circle) haalde Norris zelf al aan dat er een positieve link

bestaat tussen politieke participatie en de groeiende aandacht voor nieuws media. Daaropvolgend

schreef Norris Digital Divide, waarbij ze duidelijk maakte dat het internet een totaal nieuw speelveld

heeft gecreëerd met mogelijkheden en kansen voor politieke participatie. Hoewel er namelijk

effectief een daling is te merken binnen conventionele manieren van politieke participatie (zoals

verkiezingen), is er een duidelijke groei in alternatieven, zoals demonstraties, petities en stakingen.113

Protest politiek blijkt volgens het onderzoek van Norris één van de belangrijkste alternatieven,

waarvan bovengenoemde voorbeelden zoals demonstraties hier deel van uitmaken.114 Hiermee zal

rekening mee gehouden worden in dit onderzoek.

Door deze overwegingen besluiten we politiek activisme te omschrijven als volgt:

Een politiek actief persoon is iemand die bewust en op de hoogte is van alles wat er gebeurt

binnen het politieke kader van zijn/haar land. Het kan verder gaan dan de nationale context,

waarbij lokale, regionale of internationale politieke gebeurtenissen het onderwerp kunnen

zijn van de interesse van de persoon. Men gaat bewust op zoek naar deze informatie

waarrond men een opinie formuleert. De nadruk ligt daarnaast ook op het actieve gedeelte,

110

DALTON (R.). Op. cit., pp. 50-52. 111

NORRIS (P.). Democratic phoenix: reinventing political activism. New York, University Press, 2002, pp. 3-4. 112

NORRIS (P.). Op. cit., pp. 215-223. 113

NORRIS (P.). Op. cit., pp. 3-4. 114

NORRIS (P.). Op. cit., pp. 215-223.

26

waarbij we kijken naar daden en acties van de betrokken persoon. De persoon stelt deze

daden om verandering teweeg te brengen op politiek niveau of om politici/de publieke opinie

te beïnvloeden. Deze daden bevinden zich op een versterkende graadmeter, waarbij we

verschillende criteria gaan gebruiken om dit te meten:

Zich actief informeren betreffende politieke onderwerpen, actualiteit, maar ook het

bestaan kennen van politieke organisaties, comités, vzw’s,…

In dichte familie- en vriendenkring praten over politiek, debatteren, zich informeren.

Gevonden informatie delen (met de nadruk op de aangehaalde nieuwe methodes)

zoals bijvoorbeeld artikels delen via Facebook, online campagne voeren, via emails of

telefonisch sensibiliseren,…

Actief zijn in of lid zijn van politieke organisaties of vzw’s.

Deelnemen aan conferenties, debatten, evenementen, al dan niet georganiseerd door

eerder aangehaalde organisaties.

Deelnemen aan protesten, manifestaties, stakingen, betogingen.

Deelnemen aan gewelddadige acties.

De nadruk zal liggen op niet-conventioniële manieren van politieke participatie. Hiermee wordt

bedoeld dat we zullen kijken naar niet-institutionele manieren van politieke participatie (zoals

stemgedrag) maar bijvoorbeeld zullen we op zoek gaan naar eventuele voorbeelden van

protestpolitiek, illegale betogingen etc.

4. Politiek activisme binnen diaspora’s

4.1. Algemeen

Af en toe bericht de Belgische nieuwsgeving iets over protest binnen de Congolese diaspora, zoals in

2011 na de verkiezingen115 of na bepaalde uitspraken van Kabila in 2015.116 Ook voor andere

minderheidsgroepen is er een forum ter beschikking gesteld dat onderwerpen die migranten

gemeenschappen aangaan in het daglicht stelt. Denk hierbij aan Dyab Abou Jahjah, die in zijn collum

115

CLEMENT (R.). Art. cit., URL: http://www.dewereldmorgen.be/foto/2011/12/24/congolese-betoging-tegen-de-verkiezingsfraude, geraadpleegd op 03/12/15. 116

N.N. ‘Tweehonderdtal Congolezen betogen in Brussel tegen president Kabila’. URL: http://www.demorgen.be/binnenland/tweehonderdtal-congolezen-betogen-in-brussel-tegen-president-kabila-bf7a26e5/, geraadpleegd op 19 maart 2016.

27

in De Standaard, via social media en zijn beweging Movement X117 meermaals bepaalde gevoelige

thema’s aankaart en streeft naar dialoog betreffende een multiculturele en diverse samenleving.118

In 1985 publiceerde het Centrum voor Migratie Studies in New York dat immigranten echter wel

vaker belemmeringen ervoeren in de sfeer van politieke participatie.119 Als migrant is je status vaak

onzeker. Je draagt de nationaliteit van je thuisland, maar komt terecht in een nieuw land waar je

werk wil zoeken, een huis wil vinden en een nieuw leven opstarten. Zelfs al ben je geboren in een

bepaald land, kan het moeilijk zijn om in dit land zonder problemen te leven als gevolg van racisme

en discriminatie door een andere huidskleur of afkomst.120

Zoals hierboven aangehaald kan activisme variëren van kleine naar grote daden, die zowel kleine als

grote verandering te weeg kunnen brengen.121 Simon Turner onderzocht het politieke veld waarin de

Burundese diaspora actief is en hoe en wanneer men dit politieke veld aanspreekt om politiek in

Burundi te beïnvloeden. Net zoals in de DRC, zijn er in Burundi enkele crisissen geweest die

migranten stromen op gang hebben gebracht, die zowel naar buurlanden als naar België zijn

getrokken. Turner stelt dat de interne politieke strijd hierdoor een transnationaal karakter heeft

gekregen, aangezien men vanop afstand deelnam aan de discussie betreffende het politieke regime

in Burundi. Dit noemt hij het ‘transnationale politieke veld’. Turner onderzocht wat voor effect het

had wanneer dit transnationale politieke veld expandeerde over de grenzen heen, en wanneer dit

terug kromp binnen de nationale grenzen. Door zijn veldwerk ondervond hij dat politiek echt leeft

binnen de diaspora. Men was enorm bezig met de lopende conflicten in het thuisland. Hierbij is de

band tussen de diaspora en het thuisland nog heel erg zichtbaar. Men voelt zich nog duidelijk burger

van het thuisland, ondanks het feit dat men een leven heeft opgebouwd, duizenden kilometers ver

weg. Politiek transnationalisme is meer dan enkel politieke activiteiten over de grenzen heen, het

gaat ook over burgerschap dat niet wordt stopgezet wanneer je de grenzen oversteekt: “[…] it also

refers to these changing and increasingly overlapping boundaries of membership in political

communities.” Diaspora’s hebben hierdoor verschillende plaatsen van thuishoren, waarbij het niet

uitmaakt of ze nu duizenden kilometers ver zitten of niet. Dit debat gaat daarom ook over het

claimen van burgerschap, en gaat in tegen het concept van burger en niet-burger zijn. Meer nog,

volgens Turner gaat het helemaal niet om de officiële documenten die je burger maken van een

bepaald land, maar wel om de emotionele connectie die je hebt met dat land. Een persoon heeft een

117

Zie: http://www.movementx.org/. 118

JAHJAH (A.). ‘België, waar je echte moslim wordt.’ In: De Standaard, 2/10/15, URL: http://www.standaard.be/cnt/dmf20151001_01897541, geraadpleegd op 9/4/2016. 119

N.N. ‘Introduction: political participation and civil rights of Immigrants a research agenda. In: The International Migration Review, vol. 19, nr. 3, 1985, pp. 400-414. 120

JOHNSON (H.). Art. cit., pp. 109-126. 121

JOHNSON (H.). Art. cit., pp. 109-126.

28

transnationale band met het thuisland omdat die persoon dit wil, omdat die persoon zich wil

engageren in bepaalde politieke/economische/sociale vraagstukken die gaande zijn in dat land.122

Volgens Ramla Bandele is het element van politiek activisme inherent aan de definitie van diaspora:

“In the modern era, ethnic diaspora’s are created by forced migration or as a result of expulsion from

the homeland, facilitated by colonialism, despotism, or an underdeveloped economy. The émigrés

settle in “host” countries that have stable economies or at least opportunities for table subsistence.

The émigrés try to preserve their racial and/or cultural identity as well as communal solidarity. (…) To

sustain and grow the economic well-being of their communities (and if resources allow, help their

homeland), political networking develops between those communities within the diaspora that are

well connected and interested in collective political activism. However, such activism usually involves

a cadre in each active community until such time that an event or program peaks diaspora

interest.”123

Vervolgens kunnen we kijken naar de manier waarop migranten worden gemobiliseerd. Hetgeen een

stimulans kan zijn, zijn gewoontes die aanwezig zijn binnen de buurten waarin men opgroeit, vrije

tijd bezigheden, activiteiten en clubs. Evenementen en festivals kunnen zorgen voor een

gemeenschappelijk samenhorigheidsgevoel, dat op zijn beurt ook voor politieke activiteit kon zorgen.

Collectieve actie wordt hierdoor gemakkelijk. Organisaties en familiebanden zijn essentieel om

mensen te mobiliseren, om te gaan betogen en te staken.124 Een tweede factor die mobilisatie kan

beïnvloeden bij een diaspora, is de dynamiek in het thuisland en het geweld dat hiermee gepaard

gaat. Maria Koinova concludeerde dit in haar comparatieve studie, waarin ze bekeek hoe diasporas

gemobiliseerd worden rond bepaalde politieke gebeurtenissen uit hun thuisland in het gastland.125

Naast het samenhorigheidsgevoel, betekent het dat afhankelijk van de situatie in het thuisland, dit

ook effect kan hebben op de activiteiten van de diaspora in het gastland. Diaspora’s zijn namelijk

onderhevig aan transnationale processen. Volgens Eva Ostergaard-Nielsen nemen diaspora’s deel

aan ‘transnationale politieke praktijken’. Hierbij bedoelt ze ‘verschillende vormen van directe

grensoverschrijdende participatie in de politiek van hun thuisland, zoals gaan stemmen, bepaalde

politieke partijen via allerlei media steunen en het aangaan van debatten, alsook indirecte

participatie via politieke instituties in het gastland of internationale organisaties. Contact met, of het

122

TURNER (S.). Art. cit., pp. 742-765. 123

BANDELE (R.). Art. cit., pp. 745-761. 124

STRIKWERDA (C.), BRODY (D.) en GUERIN-GONZALES (C.). The politics of immigrant workers: labor activism and migration in the world economy since 1830. New York, Holmes and Meier, 1993, pp. 23-35. 125

KOINOVA (M.). ‘Four types of diaspora mobilization: Albanian Diaspora Activism for Kosovo interdependence in the US and the UK’. In: Foreign Policy Analysis, nr. 9, 2013, pp. 433-453.

29

krijgen van informatie over het thuisland is hierbij essentieel.126 Er is echter wel een verschil tussen

de eerste generatie, de tweede en later de derde generatie migranten. De eerste generatie is nog

enorm verbonden met het thuisland, waarbij er volgens Mahdi Abdile nog heel wat contact wordt

gezocht met thuisblijvers en waarbij men nog heel erg op de hoogte wil blijven over de politieke

situatie en gebeurtenissen van het thuisland. De tweede generatie echter kent een grotere afstand

en heeft een minder sterke band. De band is nog steeds aanwezig, maar is eerder op ‘remote’ gezet.

‘Thuis’ betekent zowel thuis in het gastland als het thuisland, terwijl de eerste generatie het gastland

nog niet als thuis ziet. Deze kloof tussen beide generaties, typeert ook de manier van activisme en

prioriteiten van beide generaties.127

4.2. Politiek activisme binnen de Congolese diaspora

4.2.1. Belgische politiek

Zoals reeds gezegd is de Congolese diaspora de grootste zwart-Afrikaanse aanwezigheid in België.128

Tijdens de verkiezingen van 2014 zien we dat er een stijgend aantal Congolese Belgen zich kandidaat

stelden op lijsten van uiteenlopende Vlaamse en Waalse partijen. Er is dus steeds meer interesse

voor Belgische politiek binnen de Congolese diaspora.129 Er wordt ook meer moeite gedaan om de

Congolese gemeenschap te betrekken bij de Belgische politiek. Voormalig premier Elio Di Rupo zou in

2003 erkend hebben dat de gemeenschap van grote waarde is als deel van de Belgische samenleving.

Deze erkenning zorgde voor meer zelfvertrouwen binnen de gemeenschap. Ook binnen het kader

van de Interculturele Dialoog worden steeds meer vertegenwoordigers gevraagd van binnen de Sub-

Sahara Afrikaanse gemeenschap.130 De interesse voor Belgische politiek komt terug in verschillende

betogingen die door de Congolese gemeenschap georganiseerd zijn. Zo komen er niet zelden

Vlaamse vlaggen terug en uit men zich over de rol van België in Congo. Vooral enkele Franstalige

ministers lagen zo onder vuur, zoals Louis Michel. Daardoor kunnen sommige Nederlandstalige

ministers, die zich bijvoorbeeld wel kritisch durven uiten tegenover president Kabila, op meer steun

rekenen. 131 Congolees activist Momi M’Buze verklaart dit omdat “de Vlamingen opvallend meer een

126

ØSTERGAARD-NIELSEN (E.). ‘The politics of migrants’ transnational political practices’. In: The International Migration Review, vol. 37, nr. 3, 2003, pp. 760-786. ØSTERGAARD-NIELSEN maakt binnen haar theorie van transnationale praktijken gebruik van 5 verschillende soorten politieke participatie: immigrant politiek, thuisland politiek, emigrant politiek, diaspora politiek en translokale politiek. Iedere soort wordt in haar werk uitvoerig besproken. 127

ABDILE (M.). Art. cit., pp. 77-95. 128

SCHOONVAERE (Q.). Op. cit., pp. 11-22. 129

NSAYI (N.). ‘Congolezen kleuren verkiezingslijsten’. In: MO, 23/05/2014, URL: http://www.mo.be/opinie/congolezen-kleuren-verkiezingslijsten, geraadpleegd op 3/12/15. 130

NYATANYI (G.). Op. cit., pp. 73-75. 131

NSAYI (N.). ‘De Vlaamse Leeuw in Congolese handen’. In: De Morgen, 24-12-11, URL: http://www.demorgen.be/buitenland/de-vlaamse-leeuw-in-congolese-handen-b4275281/, geraadpleegd op 2 maart 2016.

30

kritische en objectieve houding hebben tegenover wat er in Congo gebeurt.”132 De interne

organisatie van de Congolese gemeenschap op Belgisch politiek niveau is echter niet eenvoudig. Zo is

de aanwezigheid van de gemeenschap op politiek en socio-economisch niveau nagenoeg

onbestaande. Volgens Gilbert Nyatanyi is dit te danken aan het heterogene karakter van de

gemeenschap en de onduidelijke communicatie tussen de verschillende groepen dankzij politieke

verschillen en etnische spanningen. Dit zijn interne elementen die organisatie moeilijk maken, maar

er zijn ook externe oorzaken. Racisme bijvoorbeeld, of werkloosheid en onderdak vormen de meest

voorkomende problemen waarmee de Congolese gemeenschap te maken krijgt.133

4.2.2. Congolese politiek

Hoewel er interesse is van Belgisch-Congolese zijde voor Belgische politiek, bekijken we in dit

onderzoek hoe de interesse gesitueerd kan worden betreffende Congolese politiek. In België komt

Afrikaanse politiek zelden op de politieke agenda volgens Nyatanyi. Politici zijn eerder cynisch en

onverschillig dankzij het beeld dat zij hebben over het continent. De interesse beperkt zich slechts tot

het bieden van humanitaire hulp. Wegens het koloniale verleden ligt het echter politiek gevoelig om

actief betrokken te zijn met de. Ten tweede is er jammerlijk genoeg te weinig debat geweest over de

dekolonisatie van Congo en de gevolgen hiervan.134 Dit is een onderwerp dat heel gevoelig ligt

binnen de Congolese diaspora. Als we naar de berichten kijken die op sociale media verschijnen zoals

Café Congo, Collectif Mémoire Coloniale et Lutte Contre la Discrimination, Change asbl, etc., zien we

dat dit onderwerp leeft.135 Heel wat vzw’s in Brussel, Leuven of Antwerpen organiseren zich rond

thema’s zoals discriminatie, racisme, politieke en socio-economische rechtvaardigheid. Zo wordt er

regelmatig een bericht gepost dat de hele kwestie Lumumba aanhaalt en de rol van België hekelt,

alsook de rol van Leopold II tijdens de koloniale periode krijgt veel aandacht.136 Het valt op dat rond

deze onderwerpen heel wat evenementen, debatten en manifestaties worden georganiseerd via

sociale media.137

132

RUTAZIBWA (O.). ‘Belgisch Congo stemt Vlaams’. In: MO, 29-02-12, URL: http://www.mo.be/artikel/belgisch-congo-stemt-vlaams, geraadpleegd op 2 maart 2016. 133

NYATANYI (G.). Op. cit., pp.65-66. 134

NYATANYI (G.). Op. cit.,. pp. 178-180. 135

Zie volgende Facebookpagina’s: https://www.facebook.com/changeasbl.belgium/?fref=ts, https://www.facebook.com/cafecongo.be/?fref=ts, https://www.facebook.com/Collectif-M%C3%A9moire-Coloniale-et-Lutte-Contre-la-Discrimination-247460732011925/?fref=ts. 136

Zo organiseerde Brussels schepen van Stedenbouw en Erfgoed Geoffroy Coomand van Brachène (MR) in december 2015

een eerbetoon aan Leopold II. Dit viel echter niet in goede aarde waardoor er van overal kritiek kwam op dit eerbetoon, en de stad Brussel dan ook liet weten dat de bijeenkomst aan het standbeeld van Leopold II geannuleerd werd. Zie: BRAUWERS (G.). ‘Beledigend eerbetoon aan Leopold II in Brussel’. In: MO, 15 december 2015, URL: http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/12/15/beledigend-eerbetoon-aan-leopold-ii-in-brussel, geraadpleegd op 1 maart 2016. 137

Zie dit evenement: https://www.facebook.com/events/1506708982959163/, waarbij er werd opgeroepen te betogen tegen het evenement.

31

Volgens Terrence Lyons hebben diaspora’s bijvoorbeeld nog substantiële belangen bij de politiek van

hun thuisland, aangezien ze politieke leiders in hun thuisland kunnen beïnvloeden. “Exiles often have

greater access to the media and the time, resources and freedom to articulate and circulate a political

agenda than actors in conflicted homeland. […] Diaspora’s gave the potential to be a source of ideas

and support for peacemaking as well as forces making conflicts more protracted.”138 Eveneens, zoals

eerder vermeld, zijn er organisaties binnen de Congolese diaspora, die zich verbinden om

ontwikkelingssamenwerking te ondersteunen in de DRC. Hoewel deze projecten vooral in de socio-

economische richting gaat, vergt dit lidmaatschap tot zulke organisaties een minimum percentage

aan activisme en engagement. Deze projecten focussen zich dus niet op politieke onderwerpen, maar

ondersteunen wel bepaalde medische projecten in Congo, scholingsprojecten en vrouwelijke

emancipatie.139 Er zijn ook organisaties, die zich focussen op het leven in België zelf, zoals Change

asbl en Belgian Renaissance. Zij organiseren culturele evenementen en opperen voor een

interculturele dialoog. Dit soort projecten zijn echter nog klein en hebben qua organisatie nog een

lange weg te gaan.140 Het is echter wel interessant dit in het achterhoofd te houden, als we later het

politiek activisme willen meten. Welke organisaties zijn er nog aanwezig? Wat voor zichtbaarheid

hebben zij en welke onderwerpen bespreken ze?

In 2011 waren er protesten na de verkiezingen die volgens velen frauduleus verlopen waren, zowel in

Brussel en Antwerpen.141 Eind 2014 riep men binnen de gemeenschap op om een algemene actiedag

te organiseren als teken van verzet tegen de negatieve beeldvorming van Congolezen in de media,

wat nefaste gevolgen heeft voor het zelfbeeld van de gemeenschap en hun plaats in de

maatschappij.142 2015 was opeenvolgend een jaar waarbij het Congolese volk zowel in de DRC als in

België op straat kwamen uit protest. Er deden geruchten de ronde dat Kabila pogingen deed om via

glissement langer president te blijven.143 Dit werd in de DRC zelf enorm gecontesteerd,144 maar ook in

138

LYONS (T.). ‘Engaging diasporas to promote conflict resolution: transforming hawks into doves.’ In: Papers and reports, mei 2004, School for Conflict Analysis and Resolution, pp. 10-12. 139

GODIN (M.) en CHIDEKA (M.). ‘Congolese women activists in DRC and Belgium’. In: Forced Migration review, issue 36, 2010, pp. 33-34. 140

N.N. Diaspora Involvement in Development Cooperation. pp. 30-31. 141

CLEMENT (R.). Art. cit., URL: http://www.dewereldmorgen.be/foto/2011/12/24/congolese-betoging-tegen-de-verkiezingsfraude, geraadpleegd op 03/12/15. 142

BOUCKAERT (C.). ‘La communauté congolaise appelle à une journée d’action nationale contre Theo Francken’. In: Le Vif, 31/10/15, URL: http://www.levif.be/actualite/belgique/la-communaute-congolaise-appelle-a-une-journee-d-action-nationale-contre-theo-francken/article-normal-323221.html, geraadpleegd op 19 maart 2016. 143

STEARNS (J.). ‘Did Kabila’s party just say that they will postpone elections by two to four years?’, URL: http://congoresearchgroup.org/did-kabilas-party-just-say-that-they-will-postpone-elections-by-two-to-four-years/, geraadpleegd op 19 maart 2016. 144

N.N. ‘Zeker 15 doden gemeld bij studentenprotest in Congo’. In: De Morgen, 19 Jan. 2015. URL: http://www.demorgen.be/buitenland/zeker-15-doden-gemeld-bij-studentenprotest-in-congo-a2187169/ , geraadpleegd op 19 maart 2016.

32

België ging dit niet onopgemerkt voorbij.145 Wanneer er in Kinshasa 425 onbekende lijken

teruggevonden werden, organiseerde men een sit-in voor de Congolese ambassade in Brussel.146 Een

ander voorbeeld zijn Les Combattants in Brussel. Dit is een groep actievoerders die zichzelf die naam

hebben gegeven (‘de strijders’). Ze komen geregeld in het nieuws waarbij ze ambassades bestormen

en protesteren tegen het beleid van de regering van president Joseph Kabila. Zo roepen ze

regelmatig op om te betogen in de Matongewijk tegen Kabila, waarbij ze ook de Rwandese en

Belgische regering hekelden. Straatbendes maken vaak misbruik van deze onrust, waarbij men

winkels plundert en auto’s vernielen.147 Wie zijn deze ‘Combattants’? Les Combattants zijn Congolese

oppositievoerders in de diaspora.148 Het is een verzetsgroep die vanaf de jaren 2000 is opgericht in

Groot-Brittannië en nu overal ter wereld aanwezig is binnen de Congolese diaspora. Ze stellen “dat

Congo momenteel bezet is door buitenlandse aanwezigheid en dat de huidige president afgezet

moet worden.” Ze gaan in conflict met vertegenwoordigers van de Congolese Staat en met

overheidsinstanties. Ze roepen op om te betogen voor een machtswissel.149 Binnen de Congolese

diaspora in België is dit een eerder militante radicale groepering die in de Matonge manifestaties

organiseert tegen huidige president Kabila. Hoewel er zowel van Parijs tot in Brussel Sub-Sahara

Afrikaanse uitwijkelingen wonen, domineren deze Combattants het Congolese politieke debat in

Brussel. Dit is opvallend, aangezien ze zelf slechts een kleine minderheid vormen binnen de algehele

Congolese diaspora in België, waardoor we hun activisme niet mogen veralgemenen voor de hele

diaspora. Toch is hun stem vrij luid en maken ze dit duidelijk door een bepaald discours te gebruiken:

“Nous, nous sommes des résistants. Nous sommes ici comme de Gaulle étit à Londres en 1940.”150 Het

fenomeen van Les Combattants kan begrepen worden binnen een breder kader van een toenemende

politieke bewustwording van Congolezen in het buitenland. In 2011-2012 bijvoorbeeld zien we in

Brussel heel wat betogingen die in de mainstream media als ‘rellen’ genoemd werden. De

betogingen nemen sinds de overgang van Laurent-Desiré naar Joseph Kabila toe met hulp van Les

Combattants in alle migratielanden. In 2011 volgen de betogingen elkaar op, ondanks de vrij harde

ordehandhaving van de Brusselse politie. Via sociale netwerken en filmpjes die gedeeld worden,

145

N.N. ‘Tweehonderdtal Congolezen betogen in Brussel tegen president Kabila’. URL: http://www.demorgen.be/binnenland/tweehonderdtal-congolezen-betogen-in-brussel-tegen-president-kabila-bf7a26e5/, geraadpleegd op 19 maart 2016. 146

N.N. ‘Sit-in voor Congolese ambassade na vondst van 425 lijken in Kinshasa’. In: De Morgen, 9/4/15, http://www.demorgen.be/buitenland/sit-in-voor-congolese-ambassade-na-vondst-van-425-lijken-in-kinshasa-b1144db2/, geraadpleegd op 19 maart 2016. 147

RABAEY (M.). ‘Boze Congolezen bestormen ambassade in Elsene’. In: De Morgen, 22-11-12, URL: http://www.demorgen.be/buitenland/boze-congolezen-bestormen-ambassade-in-elsene-b907703f/, geraadpleegd op 1 maart 2016. 148

RUTAZIBWA (O.). Art. cit., URL: http://www.mo.be/artikel/belgisch-congo-stemt-vlaams, geraadpleegd op 2 maart 2016. 149

DEMART (S.). ‘Rellen in Matonge en… onverschilligheid van de overheid?’. In: Brussels studies, nr. 68, 1/7/2013. 150

BOISSELET (P.). ‘RD Congo – diaspora: “Comme de Gaulle en 1940”’. In: Jeune Afrique, 8-9-15, URL: http://www.jeuneafrique.com/mag/262362/societe/rd-congo-diaspora-comme-de-gaulle-en-1940/, geraadpleegd op 2 maart 2013.

33

krijgen de betogingen steeds meer bekendheid. Betogingen en marsen worden regelmatig

georganiseerd, maar Les Combattants worden volgens Sarah Demart gezien als een bedreiging voor

de Belgische Staat. Er mag echter niet vergeten worden dat dankzij raciale en blijvende racistische

perceptie de Congolese gemeenschap in België vrij onzichtbaar blijft en dat dit postkoloniale rellen

veroorzaakt.151 In België zijn er naast Les Combattants uiteraard nog meer organisaties aanwezig die

handelen rond kwesties rond discriminatie, sociaal-economische rechtvaardigheid en politiek in Sub-

Sahara Afrika. Hier wordt dieper op ingegaan in het volgende onderdeel van dit onderzoek.

151

DEMART (S.). ‘Rellen in Matonge en… onverschilligheid van de overheid?’. In: Brussels studies, nr. 68, 1/7/2013.

34

DEEL II: Methodologisch kader

6. Van concept naar observatie

Hoe meten we het concept politiek activisme? En wie onderzoeken we als we ‘de Congolese

diaspora’ willen onderzoeken? Bij ieder onderzoek moeten er keuzes gemaakt worden. Het is

belangrijk de gebruikte methodes aan de lezer weer te geven, zodat er op ieder moment kan

geoordeeld worden over betrouwbaarheid en geldigheid. Volgens Alexander Betts en Will Jones

moet politiek activisme onderzocht worden via diepte-onderzoek, aangezien het een sociaal

fenomeen is. De respondenten in dit onderzoek zijn geen objecten maar subjecten. Het is de

bedoeling dat we de leefwereld van de respondent leren kennen en leren kijken door de ogen van de

respondent. We plaatsen ons in het leven van de respondent.152 Daarom zullen we tijdens dit

onderzoek gebruik maken van diepte-interviews, om op een grondige wijze te graven naar hetgeen

er leeft bij de onderzochte personen.153

6.1. Diepte-interviews

Het diepte-interview zoekt naar de achterliggende waarheid, naar iets wat dieper achter de

werkelijkheid schuilgaat.154 Er wordt gebruik gemaakt van ongestructureerde vragen, waarbij vragen

en antwoorden niet vastliggen voor het interview. Wel is het belangrijk dat er bepaalde richtvragen

worden gesteld die uiteindelijk moeten leiden tot het onderwerp van het onderzoek. De respondent

moet in elk geval het gevoel hebben dat eender welke uitspraak, houding of opinie aanvaard wordt.

Dit zorgt er voor dat de antwoorden betrouwbaar zijn, wat enorm belangrijk is bij dit soort

onderzoek.155 Aangezien iedere onderzoeker geldige en betrouwbare informatie wil verzamelen,

moet erbij vermeld worden dat iedere respondent en zijn/haar antwoorden subjectief zijn en dat de

resultaten niet veralgemeend mogen worden. De materie geldt eerder als opstap naar het beter

begrijpen van eigenschappen binnen de onderzochte gemeenschap. Belangrijk bij dit soort

kwalitatief onderzoek is de ‘niet-directieve waarneming’, waarbij de onderzoeker zo weinig mogelijk

ingrijpt in de situatie en zo weinig mogelijk gebruik mag maken van vooringenomen preposities.156

152

SWYNGEDOUW (E.). Op. cit., p. 56. 153

BILLIET (J.) en WAEGE (H.). Een samenleving onderzocht: methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen, De Boeck, 2009, p. 316. 154

DUINKERKEN (G.). Het diepte-interview. Amsterdam, Uitgeverij Nederlandse Federatie Jeugd- en Jongerenwerk, 1986, p. 11. 155

MASO (I.). Kwalitatief onderzoek. Meppel, Boom, 1987, pp. 63-71. 156

BILLIET (J.) en WAEGE (H.). Op. cit., pp. 316-342.

35

6.2. Operationalisering

6.2.1. Wie

De onderzoekspopulatie kunnen we definiëren als de Congolese diaspora in België, meer bepaald

diegene die rechtstreeks en/of via familiebanden roots in de DRC hebben. Hierbij maakt het niet uit

of men (nog) Congolees van nationaliteit is. Tijdens de betogingen in 2011 tegen de herverkiezing

van president Joseph Kabila, waren de betogers volgens Nadia Nsayi zowel jong als oud, hoog- en

laagopgeleid. Sommige zijn hier geboren en zijn 2de of 3de generatie Congolezen, anderen zijn Congo

recentelijk ontvlucht. Sommigen hebben reeds de Belgische nationaliteit, maar dit zorgt er volgens

Nadia Nsayi niet voor dat men niet betrokken is tot hetgeen er gebeurt in Congo. 157 Daarom zal er

geprobeerd worden een zo gevarieerd mogelijk doelpubliek te vinden. Het is ongepast om deze

steekproef als representatief te zien voor de onderzoekspopulatie -namelijk de Congolese diaspora-

aangezien we daklozen, laaggeschoolden en asielzoekers niet konden bereiken binnen dit onderzoek.

De focus ligt daarom op politiek actieve personen, waarbij zal gekeken worden hoe dit politiek

activisme aanspoord wordt en hoe dit wordt omgezet in daden.

Het profiel van iedere persoon kan terug gevonden worden in bijlage 2. De leeftijd van de

respondenten ligt tussen 21 en 38 jaar, waarbij de meerderheid in Brussel en Namen woont, een

paar uitzonderingen nagelaten. Bijlage 1 geeft de volgorde en linken tussen de verschillende

respondenten weer. Bijlage 2 geeft het profiel van iedere respondent weer. In bijlage 4 tot 25

worden de volledige interviews weergegeven zodat de lezer steeds kan terugblikken op hetgeen er

gezegd is geweest. Van de 22 opgenomen interviews, zijn er 19 effectieve diepte-interviews met

respondenten, waarvan er 3 dubbel-interviews zijn. De andere 3 (niet diepte-) interviews behoren tot

het verkennen van bepaalde organisaties en het bijwonen van de sit-in van Amnesty International.

Ook deze 3 interviews worden gebruikt in het onderzoek. Tenslotte moet gezegd worden dat in het

hele onderzoek en in de interviews gebruik wordt gemaakt van pseudoniemen, om de anonimiteit

van de respondenten te verzekeren.

6.2.2. Wat

De bedoeling van deze paper is te verkennen hoe sterk het politiek engagement is bij mensen binnen

de Congolese diaspora in België rond Congolese politieke thema’s en hoe dit geuit wordt. Politiek

activisme kan heel nauw onderzocht worden, waarbij men kijkt naar lidmaatschap binnen bepaalde

politieke organisaties, civiele organisaties, enzovoort. Politiek activisme kan ook breed bestudeerd

157

NSAYI (N.). ‘De Vlaamse Leeuw in Congolese handen’. In: De Morgen, 24-12-11, URL: http://www.demorgen.be/buitenland/de-vlaamse-leeuw-in-congolese-handen-b4275281/, geraadpleegd op 2 maart 2016.

36

worden. Deze bredere definitie kan gaan over het occasioneel publiekelijk optreden waarbij een

bepaalde mening wordt gegeven over bepaalde onderwerpen.158

In de literatuurstudie onderzochten we verschillende facetten van politiek activisme. Hieruit

formuleerden we een operationele definitie (zie supra). We benadrukten het belang van daden en

acties, die we op een versterkende graadmeter plaatsten. Door te onderzoeken waar de respondent

gesitueerd kan worden op deze graadmeter, kunnen we besluiten trekken. We gaan ten eerste op

zoek naar de mate waarop men zich actief informeert betreffende politiek in de DRC. Ten tweede

kijken we hoe men hoe men deze informatie deelt met vrienden/familie en ten derde hoe men deze

informatie publiekelijk gebruikt om te sensibiliseren. Ten vierde kijken we of de respondent bereid is

deel te nemen aan evenementen en ten vijfde of de respondent bereid is evenementen te

organiseren betreffende Congolese politiek. Ten slotte gaan we op zoek naar de houding tegenover

protest en manifestaties en wat men denkt over de rol van geweld in protest.

Via deze checklist zal onderzocht worden in welke mate de respondent bewust omgaat met politieke

nieuwsgeving betreffende de DRC en wat de respondent doet met zijn/haar gevoelens hierover. De

redenen ervan zijn minstens even belangrijk, evenals de omstandigheden: zijn er bepaalde personen

die hierbij als invloed gelden? Daarnaast blijkt de link met Congo van cruciaal belang als reden voor

interesse in de Congolese poltiiek. Eva Swyngedouw onderzocht reeds hoe sterk die transnationale

band is, door te kijken naar familiale, economische, politieke en socio-culturele identiteiten.159 Aan

de hand van enkele antwoorden binnen de resultaten, lezen we “dat het maar logisch is dat ze (de

Congolese diaspora) zo gepolitiseerd is, aangezien Congo hun land is.”160 In dit onderzoek kijken we

hoe die link met Congo gevormd wordt aan de hand van vijf onderwerpen: zelfidentificatie (concreet

hun identitaire zelfbeeld), de familiale omgeving en vriendenkring, het terugkeren naar Congo, het

rechtstreekse contact met Congo zelf en ten slotte de emotionele band met Congo. Uiteraard wordt

identiteit gevormd door meerdere elementen (zoals Swyngedouw haar onderzoek onder meer heeft

laten bepalen door economische en socio-culturele identiteit), maar aangezien de focus in dit

onderzoek niet hierop lag, wordt er louter gefocust op de persoonlijke band met Congo aan de hand

van eerder vermelde elementen.

6.3. Verkenning van het veld.

Alvorens te beginnen met de interviews, was het belangrijk om ingeleid te worden in deze

leefwereld. Zo kwam ik terecht bij Nadia Nsayi, Centraal-Afrika expert bij Broederlijk Delen. Zij kon

me doorsturen naar verscheidene kennissen en vrienden die wilden helpen met het onderzoek. Via

158

ØSTERGAARD-NIELSEN (E.). Art. cit., p. 761. 159

SWYNGEDOUW (E.). Op. cit. 160

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016 en interview met Hugo door Hannah Leyns op 4/4/2016.

37

de techniek van het sneeuwbaleffect ging ik op zoek naar meer respondenten. Het sneeuwbaleffect

betekent dat er bij ieder interview op het einde gepolst wordt naar kennissen, vrienden, familie, die

het bepaald profiel hebben binnen het onderzoek, in dit geval de Congolese origine, om zo

doorverwezen en geïntroduceerd te worden. Uiteraard zorgt dit voor een vertekening van resultaten,

aangezien je vaak binnen de zelfde kringen blijft.161 Een andere weg was via Hakuna Casting, een

castingbureau in Brussel dat zich focust op jongeren uit minderheidsgroepen in België. Daarnaast

moest er ook gekeken worden naar wat er leefde binnen de Congolese diaspora, wat op zekere

hoogte ook als aanleiding zou gelden van dit onderzoek. Dit gebeurde via allerlei organisaties en

comités die werken rond de Congolese gemeenschap, de Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap,

discriminatie, integratie etc. Op die manier kwam ik op een aantal organisaties via prof. Bambi

Ceuppens, zoals Change asbl, Observatoire bayaya, Collectief Mémoire Coloniale et Lutte Contre la

Discrimination, Decolonizing Belgium, Belgian Renaissance en Bana Leuven. Door deze te volgen op

allerlei sociale netwerksites en websites kon ik een beeld krijgen over de onderwerpen die actueel

waren en gevolgd werden. Welke evenementen werden er georganiseerd? Voor dit onderzoek werd

daarom ook contact opgenomen met deze organisaties om te horen hoe zeer zij met hun

evenementen geraken tot bij de Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap. Het bijwonen van dergelijke

evenementen en het volgen van bepaalde organisaties via hun websites en sociale media kan

daardoor een interessant beeld bieden op populariteit en de aard van deze evenementen en

organisaties.

7. De bronnen

7.1. Voorbereiding van de interview

Hoewel we bij diepte-interviews eerder gebruik maken van ongestructureerde vragen, moet er hoe

dan ook een zekere voorbereiding aan te pas komen, zodat we relevante informatie kunnen

loskrijgen van de respondenten. Daarom wordt er tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van een

vragenlijst waarbij topics aangehaald worden zodat het gesprek de richting in kan gaan wat betreft

het onderwerp van dit onderzoek. Wat wel belangrijk is, is dat die richting spontaan moet aangeduid

worden, zonder plots van de hak op de tak te springen. Daarom worden er tijdens het begin van het

interview eenvoudige vragen gesteld, die het profiel van de respondent schetst en die gemakkelijk te

beantwoorden zijn. Op die manier gaan we bij iedere topic iets dieper in op de bezigheden,

interesses en opinie van de respondent. Aangezien we in dit onderzoek willen komen tot

antwoorden betreffende politieke interesse en activisme, maken we gebruik van een bepaalde

graadmeter, waarbij er eerst wordt gepolst naar eenvoudige manieren van politieke participatie, 161

ROOSE (H.) en MEULEMAN (B.). Methodologie van de sociale wetenschappen, een inleiding. Gent, Academia Press, 2014, p. 218.

38

zoals het lezen van kranten, het volgen van bepaalde politici, waarbij er geëindigd wordt met vragen

betreffende politieke betogingen, demonstraties, en gewelddadig protest. Vervolgens worden er ook

vragen gesteld over identiteit, sociaal-culturele praktijken en de band met Congo. Zo kan er gekeken

worden hoe bepaalde affiniteiten samen gaan met politieke gevoelens tegenover bepaalde

gebeurtenissen.162

7.2. De interviews zelf

Er werd afgesproken met de respondenten op een plaats die ze zelf uitkozen. Belangrijk voor open

interviews is namelijk dat de respondent zichzelf herkent in een alledaagse beperkte setting die zo

weinig mogelijk kunstmatig overkomt.163 Tijdens het interview werd er gebruik gemaakt van een

recorder, waardoor het mogelijk was alles opnieuw te beluisteren na de interviews. Daarnaast moet

ook vermeld worden dat bepaalde vragen betreffende nationaliteit, identiteit en politiek niet altijd

evident zijn voor iedereen. Als er tijdens het interview door de ondervrager werd aangevoeld dat

sommige vragen op enige weerstand stuitten bij de respondent, werd er omgeschakeld naar andere

vragen. Het was belangrijk dat de respondent zich comfortabel voelde bij het interview. Bij het einde

van het interview werd er steeds gepolst of de respondent nog personen kende die eventueel zou

willen deelnemen aan het onderzoek.

7.3. Data-analyse

Na het afnemen van de interviews, volgde de analyse van de dataverzameling. Hierbij werd alle

opgenomen informatie neergeschreven, waarbij de vragen en antwoorden schriftelijk op papier

komen. In dit onderzoek werd er na ieder interview een schriftelijke analyse neergepend, maar niet

zo gedetailleerd als hierboven werd omschreven. Wat ik gedaan heb bij dit onderzoek, is na elk

interview een persoonlijke nota maken met de indruk die de respondent had nagelaten. Was de

respondent enthousiast rond onderwerpen over Congo? Was hij/zij eerder terughoudend over

bepaalde vragen? Welke vragen werden ontweken en waarover kon hij/zij niet stoppen met praten?

Op die manier kan er achteraf nagegaan worden welke emoties er aanwezig waren bij welke vragen.

Vervolgens werden de interviews volledig neergeschreven (zie bijlage 4-25). Op die manier konden

de interviews naast elkaar worden gelegd, waarna er gezocht werd naar gemeenschappelijke

thema’s betreffende eigenschappen en kenmerken van de respondent. Behoorde de respondent tot

eerste, tweede, of derde generatie? Had de respondent nog actief contact met familie/vrienden in

Congo? Hoe beschreef de respondent zichzelf op vlak van identiteit? Door een antwoord te krijgen

162

De volledige vragenlijst is inbegrepen in dit onderzoek als bijlage 1. Bij ieder interview werd uiteraard niet de volledige

lijst overlopen, maar het kon helpen het gesprek op gang te krijgen. 163

BILLIET (J.) en WAEGE (H.). Een samenleving onderzocht: methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen, De Boeck, 2009, p. 316-342.

39

op dergelijke vragen kan een bepaald profiel geschetst worden van de respondenten. Vervolgens

werden de bovenvermelde criteria getoetst aan het karakter van de respondent. Wie van hen

beaamde actief te zijn op sociale netwerksites en volgden bepaalde bekende politieke gezichten?

Wie van hen besloot daarnaast actief te zijn binnen bepaalde organisaties? Waarom (niet)? Zo zal

binnen ieder interview gekeken worden naar deze thema’s: informeren, communiceren, (online)

‘campagne voeren, participeren (via debatten, evenementen, conferenties), protesteren en

manifesteren en ten slotte krachtdadig verzet. Door de interviews op te splitsen in deze thema’s kan

naar bepaalde samenhangende kenmerken gezocht worden, waarbij het een het ander kan

voorspellen, of juist niet. In het volgende onderdeel van dit onderzoek zal ieder punt besproken

worden en zal er gezocht worden naar gelijkaardige antwoorden, verklaringen, verschillen, en wat de

oorzaken hiervan kunnen zijn. Concreet betekent dit dat ieder interview wordt uitgeschreven en dat

er volgens bovenvermelde onderwerpen zal worden gecodeerd.

40

DEEL III: De respondenten aan het woord

8. De situatie in de DRC

2016 is een bijzonder jaar op politiek vlak voor de DRC. In januari is het exact 15 jaar geleden dat

Joseph Kabila de eed aflegde als president. Hij erfde het land in oorlog en chaos van zijn vader. 2016

zou ook het jaar worden waarin opnieuw presidentsverkiezingen moeten georganiseerd worden. De

legitimiteit van Kabila als president is een belangrijk onderwerp dat in het kader van die verkiezingen

in de pers vaak aan bod komt.164 De meeste waarnemers waren het eens dat de verkiezingen van

2006 transparant voltrokken waren. Het begin van deze periode kondigde na lange tijd terug

stabiliteit aan.165 2011 betekende echter een nieuwe fase van onzekerheid. Tijdens de verkiezingen

dat jaar waren geweld, chaos en fraude schering en inslag.166 Op de eigenlijke verkiezingen won

Kabila met 50,3% waardoor hij zijn ambt kon blijven uitoefenen. Wanneer de resultaten werden

tentoongesteld aan het grote publiek, zorgde dit opnieuw voor rellen, gevechten en vielen er

doden.167 Deze resultaten waren volgens waarnemers (waaronder het Carter Center) gebrekkig aan

geloofwaardigheid en transparantie.168 Verschillende waarnemers en organisaties erkenden dit

waardoor deze resultaten gecontesteerd waren.169 Het feit dat de verkiezingen van 2011 niet zonder

geweld waren verlopen, betekende toen al dat Kabila aan een fragiele tweede ambtstermijn was

begonnen.170 Dit had onder andere ook gevolgen hier in België. Zowel in Vlaamse steden (Antwerpen

bijvoorbeeld171) als in Brussel kwamen Congolese Belgen op straat om te betogen tegen de

verkiezingsoverwinning van huidig president Joseph Kabila.172 Kabila heeft ondertussen enkele

pogingen ondernomen om zijn macht te behouden, wat wordt benoemd als glissement: in 2014 wou

hij de grondwet wijzigen zodat hij president kon blijven, zonder steun van het parlement. In 2015

probeerde zijn regering ervoor te zorgen dat een volkstelling verplicht zou worden alvorens

164

N.N. ’15 jaar Kabila, een bilan’. In: 11.11.11., 26-01-16, URL: http://www.11.be/component/zoo/item/15-jaar-kabila, geraadpleegd op 7 maart 2016. 165

SAVAGE (T.). ‘The Democratic Republic of the Congo: inchoate transition, interlocking conflicts.’ In: DOXTADER (E.) en VILLA-VICENSIO (C.). Through fire with water: the roots of division and the potential for reconciliation in Africa. Claremont, Philip, 2003, pp. 129-136. 166

N.N. ’15 jaar Kabila, een bilan’. In: 11.11.11., 26-01-16, URL: http://www.11.be/component/zoo/item/15-jaar-kabila, geraadpleegd op 7 maart 2016. 167

DEIBERT (M.). The democratic Republic of Congo: between hope and despair. London, Zed Books, 2013, pp. 178-187. 168

N.N. ‘Carter Center: DRC Presidential Election Results Lack Credibility’. 10-12-11. URL: http://www.cartercenter.org/news/pr/drc-121011.html, geraadpleegd op 11/5/2016. 169

STEARNS (J.). ‘Statement on Congolese elections’. In: Congo Siasa, 20/12/2011, URL: http://congosiasa.blogspot.be/2011/12/statement-on-congolese-elections.html, geraadpleegd op 11/05/2016. 170

POPPE (G.). ‘Het conflict in Oost-Congo: herhaling van de geschiedenis’. In: Vrede, 12 sept. 2012, URL: http://vrede.be/nieuws/per-regio/afrika/1020-het-conflict-in-oost-congo-herhaling-van-de-geschiedenis, geraadpleegd op 14/04/2015. 171

CLEMENT (R.). Art cit., URL: http://www.dewereldmorgen.be/foto/2011/12/24/congolese-betoging-tegen-de-verkiezingsfraude, geraadpleegd op 03/12/15. 172

N.N., ‘Vierhonderd betogers tegen Kabila in Brussel’. In: De Morgen, URL: http://www.demorgen.be/binnenland/vierhonderd-betogers-tegen-kabila-in-brussel-b7dba1c8/, geraadpleegd op 3/12/15.

41

verkiezingen te laten doorgaan. Dit zou ervoor zorgen dat het verkiezingsproces vertraagd zou

worden. Ook dit werd door het protest niet op de agenda geplaatst.173 7 partijleiders vanuit de

presidentiële meerderheid (gekend als de G7) drongen al aan dat Kabila de macht zou afstaan,

waarop ze uit de regering werden gegooid, waarna ook Moïse Katumbi ontslag nam uit de regerende

partij.174

Hoewel in 2016 de verkiezingen zouden moeten plaatsvinden, lijkt dit steeds moeilijker te worden.175

President Kabila wordt namelijk beschuldigd door allerlei jongerenbewegingen zoals La LUCHA en

Filimbi176 van het zodanig aanpassen van de grondwet en zo via glissement de verkiezingen uit te

stellen en uiteindelijk zelfs een niet-grondwettelijke derde termijn te bekleden als president.177 De

oppositie organiseerde zich via het nieuwe ‘Front Citoyen’ (waaronder niet enkel oppositiepartijen

vallen, maar ook het middenveld), maar dialoog tussen hen en de president is voorlopig uitgebleven.

Dit zorgde ervoor dat de spanningen bleven groeien.178 De schreeuw naar verandering is tot heden

groot. Toen de Congolese jongerenbeweging FILIMBI in maart 2015 haar eerste persconferentie gaf,

werd deze stilgelegd en werden heel wat mensen (waaronder activisten, journalisten, diplomaten)

gearresteerd. De regering verbood al snel de organisatie en benoemde ze als terroristisch. Tijdens

een interview door 11.11.11 lieten twee leden van FILIMBI weten dat hun populariteit bij het volk

echter groeide en dat de schreeuw naar verandering nog nooit zo groot was geweest. Het Front

Citoyen organiseerde in februari 2016 een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid met de naam

‘Villes-Mortes’: men riep de Congolese bevolking om op grote schaal te staken en niet naar school te

gaan of te werken.179 Deze actie was een groot succes, een succes dat volgens Vital Kamerhe te

wijten was aan ‘het feit dat Congolese bevolking haar eigen lot in handen neemt’.180 De actie kreeg

echter een staartje: op 24 februari werden zes activisten van de burgerbeweging LUCHA (Lutte pour

le Changement) gearresteerd en veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Dit is volgens de

oppositie en burgerbeweging alweer een voorbeeld van repressie tegenover geweldloos verzet.

Hoewel mensen die zich solidair betuigen met de gevangenen het risico lopen zelf gearresteerd te

173

VIDAL (K.). ‘Congolese betogers halen slag thuis’. In: De Morgen, 24 jan. 2015, p. 5. 174

BERWOUTS (K.). ‘Is Kabila op weg naar de uitgang?’. In: MO, 13-10-15, URL: http://mo.be/analyse/kabila-op-weg-naar-de-uitgang, geraadpleegd op 7 maart 2016. 175

N.N. ’15 jaar Kabila, een bilan’. In: 11.11.11., 26-01-16, URL: http://www.11.be/component/zoo/item/15-jaar-kabila, geraadpleegd op 7 maart 2016. 176

Bijvoorbeeld: Zie Twitter accounts Struggle4Change DRC (@luchaRDC): https://twitter.com/luchaRDC?ref_src=twsrc%5Etfw, geraadpleegd op 11/05/2016. 177

N.N. ‘Ca suffit! Een schreeuw om verandering in DR Congo’. In: 11.11.11, 15/02/16, URL: http://www.11.be/artikels/item/drcongo-ca-suffit-een-schreeuw-om-verandering, geraadpleegd op 7 maart 2016. 178

N.N. ’15 jaar Kabila, een bilan’. In: 11.11.11., 26-01-16, URL: http://www.11.be/component/zoo/item/15-jaar-kabila, geraadpleegd op 7 maart 2016. 179

N.N. ‘Ca suffit! Een schreeuw om verandering in DR Congo’. In: 11.11.11, 15/02/16, URL: http://www.11.be/artikels/item/drcongo-ca-suffit-een-schreeuw-om-verandering, geraadpleegd op 7 maart 2016. 180

RIGAUD (C.). ‘RDC: ville morte et guerre des images à Kinshasa’. In : Afrikarabia.com, 16/02/2016, URL : http://afrikarabia.com/wordpress/rdc-ville-morte-et-guerre-des-images-a-kinshasa/, geraadpleegd op 7 maart 2016.

42

worden, heeft de beweging hoop. Zij blijven strijden voor een stabiele machtswissel, hun huidige

strijd.181

Figuur 2: Cartoon over de politieke situatie in de DRC in 2016

Bron: http://congoresearchgroup.org/kash-entre-le-dialogue-et-le-chaos/

Volgens Kris Berwouts is de bevolking in de DRC heel onvoorspelbaar: “het is moeilijk echt te vatten

wat mensen aan de basisniveau denken”. Er waren heel wat emotionele en gewelddadige reacties in

januari 2015 en men lijkt zich massaal te verzetten tegen Kabila.182

Deze gebeurtenissen maken samen met een groeiend activisme in Congo dit onderzoek naar het

activisme binnen de Congolese diaspora bijzonder relevant.183 Daarom wordt er in het volgende deel

geanalyseerd wat de resultaten zijn op vlak van de vooropgestelde graadmeter met verschillende

fases binnen het politieke activisme. Vooraf wordt rekening gehouden met volgende opmerkingen:

Ten eerste wordt opgemerkt dat zo goed als alle respondenten uit een zekere voorinteresse voor

politiek hebben ingestemd met het interview. Dit zorgt voor een vertekening binnen de

onderzoeksresultaten, aangezien politieke interesse niet bij de meerderheid van een bevolking

aanwezig is. Het onderzoek polst dan ook niet louter naar de eventuele aanwezigheid van politieke

interesse en activisme, maar gaat dieper in op de verschillende aspecten hiervan, zoals op de

graadmeter is opgenomen. Ten tweede wordt opgemerkt dat deze interviews slechts een inkijk

bieden op het leven en de ideeën van de respondenten, en dus zeker geen algemeen beeld geven

181

AELBRECHT (N.) en NSAYI (N.). ‘Congolese burgerbeweging schreeuwt: stop de repressie!’. In: Broederlijk Delen, 26/02/2016, URL: http://www.broederlijkdelen.be/nl/nieuws/congolese-burgerbeweging-schreeuwt-stop-de-repressie, geraadpleegd op 7 maart 2016. 182

BERWOUTS (K.). ‘Is Kabila op weg naar de uitgang?’. In: MO, 13-10-15, URL: http://mo.be/analyse/kabila-op-weg-naar-de-uitgang, geraadpleegd op 7 maart 2016. 183

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016.

43

over de hele Congolese gemeenschap. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met het

profiel van de respondenten, waarbij iedere respondent tussen de 21 en 38 jaar oud is, en met het

feit dat alle respondenten zonder uitzondering genieten en genoten hebben van een hogere

opleiding. Dit is volgens Michele Vecchione ea. een typisch kenmerk dat politiek activisme kan

voorspellen.184 Dit onderzoek laat echter wel toe om de onderzoeksresultaten te kunnen gebruiken

als inleiding op toekomstig onderzoek. Laat het een startpunt zijn dat in de toekomst kan uitgewerkt

worden. Via dit onderzoek kan een zeker inzicht verworven worden over de band tussen Congo en de

respondenten. Via de persoonlijke verhalen wordt een licht geworpen op bepaalde aspecten van

deze belangrijke ─ maar tot nu toe te weinig onderzochte ─ minderheidsgroep in België. Dit staaft

duidelijk de meerwaarde aan van dit onderzoek.

9. Politiek activisme op de graadmeter

9.1. Informeren

Tijdens de eerste fase wordt gezocht naar de mate en de wijze waarop de respondenten informatie

verzamelen betreffende de actualiteit en politieke gebeurtenissen in de DRC. De mate waarin ze dit

doen, toont niet enkel een zekere interesse, maar ook de bereidheid om actief op zoek te gaan naar

informatie. Hierbij hechten we belang aan de huidige technologie en de waarde van sociale

netwerksites en internet, aangezien het internet een totaal nieuw speelveld heeft gecreëerd met

mogelijkheden en kansen voor politieke participatie, zoals Pippa Norris aanhaalde in haar boek The

Digital Divide.185 Brian Axel benadrukt het belang van deze nieuwe technologieën op vlak van

communicatie, aangezien het gemeenschappen van over de hele wereld kan verbinden met elkaar,

zodat het de verspreiding van informatie tussen het thuisland en de diaspora ten goede komt.186

Het eerste dat opvalt, is het alom aanwezige gebruik van digitale bronnen.187 Wanneer de

respondenten in contact komen met familie in de DRC of elders, zijn deze media van grote waarde

daar hun gebruiksvriendelijkheid en snelheid. Op die manier is men snel op de hoogte van nieuwe

gebeurtenissen etc. Facebook, Twitter, de Congolese Radio Okapi, Congo Forum, Congo News etc.

zijn maar enkele voorbeelden van populaire media.188 Daarnaast zijn er redelijk wat blogs die bij zo

184

VECCHIONE (M.), SCHWARTZ (S.H.) et al. ‘Personal values and political activism: A cross-national study’. In: British Journal of Psychology, vol. 106, nr. 1, 2015, pp. 84-106. 185

NORRIS (P.). Op. cit., pp. 3-4. 186

AXEL (B.). ‘The Context of Diaspora’. In: Cultural Anthropology, vol. 19, nr. 1, 2004, pp. 26-60. 187

Interview met Louis door Hannah Leyns op 4/3/2016. 188

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016.

44

goed als alle respondenten gekend zijn, zoals Bana Mikili en Congo Mikili.189 Tenslotte kunnen ook de

vele Youtube-kanalen wegens hun stijgende populariteit en gebruik niet onderschat worden.190

Een tweede recurrentie is de rol van persoonlijke contacten met inwoners van de DRC en mensen,

familie en vrienden in België. Minstens even belangrijk, aangezien diegene die op de hoogte zijn over

de huidige gebeurtenissen, maar minder vertrouwen of minder interesse hebben in digitale bronnen,

zich via familieleden en vrienden informeren. Dit geldt voor mensen die zowel hier in België als in de

DRC wonen, zoals bij Rosie het geval is. Zij vangt de meeste informatie op via haar peers,

vertrouwenspersonen waarvan ze weet dat die een grondige kennis hebben.191 Verhalen van

contactpersonen in de DRC zelf zijn als een soort van kader, een context waarbinnen de respondent

zelf niet leeft, maar die essentieel is om het volledige verhaal te kennen.

Als je iets leest in de kranten, OK, maar wat er gebeurt in de kantlijn, als context, dan is het

altijd goed om het te kaderen in de echte realiteit, hoe mensen leven. Mijn familie, mijn

vrienden, er is wel internet, kranten en televisie, maar als je ook praat met andere mensen die

hier ook banden hebben, dan verwisselen we informatie en we twijfelen niet om te praten

over Congo.192

De weg naar informatie is daarom een combinatie van twee soort kanalen: online blogs, forums,

kranten en radio, aangevuld door persoonlijke contacten en gesprekken met familieleden en

vrienden zowel in België als in Congo, en omgekeerd. De informatie wordt opgenomen en

circuleert.193 Hierbij wordt opnieuw gewezen op de manier waarop dat contact met vrienden en

familie verloopt. Slechts enkelingen sturen nog e-mails, de meesten bellen via Whatsapp, Skype of

Facebook194. Door de aanwezigheid van deze technologie verloopt de communicatie heel snel,

waardoor de informatie ook heel snel kan gedeeld worden.195

Vervolgens kunnen we een opdeling maken tussen enerzijds de respondenten die politiek actief en

op de hoogte zijn van de politieke situatie in Congo en hier rond werken in het dagelijks leven, en

anderzijds degene die evenzeer actief geïnteresseerd zijn en zich informeren, maar tegelijkertijd de

189

Bijvoorbeeld: Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 190

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 191

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 192

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 193

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 194

Via deze digitale media kan men gratis online bellen. Dit bespaart dus geld en het is gebruiksvriendelijk. 195

Interview met George door Hannah Leyns op 29/3/2016.

45

voorkeur geven aan problematische thema’s die zich voordoen in België, wat het geval was bij Rosie

en Charles.196

(…) Ik ben niet echt geïnteresseerd in dat aspect [het politieke bestuur van de DRC]. In België

wel, want ik leef hier op Belgische grond, dus ben ik meteen geconfronteerd met dat aspect,

met beslissingen die ze nemen.197

In zo goed als alle interviews tonen de respondenten dat ze geen uitgebreide en gedetailleerde

kennis hebben over het politieke speelveld (zoals namen van politici, politieke partijen,

middenveldorganisaties…).198 Wat echter wel opvalt, is dat de kennis over de huidige situatie

omtrent de komende presidentsverkiezingen sterk aanwezig is.199 De inhoud van de opinies van de

respondenten omtrent de situatie in de DRC laten we tijdens dit onderzoek buiten beschouwing,

nochtans is het opvallend hoe begaan de respondenten zijn met de actualiteit.

De grote vraag momenteel in 2016 heeft te maken met de verkiezingen, we weten niet wat er

gaat gebeuren, het zou kunnen dat er geen verkiezingen gaan zijn. (…) Indien er verkiezingen

zijn, zal de president momenteel aan de macht blijven, voor een 3de keer kandidaat zijn, en

indien er geen verkiezingen zullen zijn, wat zal er gebeuren, het is allemaal heel vaag en

troebel. We zijn bezorgd over hetgeen er zal gebeuren.200

Tenslotte stelt de hypothese dat het politiek activisme via de verschillende fases ‘escaleert’,

waardoor er oplopende volgorde verwacht wordt. Iemand die niet deelneemt aan de eerste fase, zal

dus ook niet deelnemen aan één van de laatste fases, zoals protesteren. Dit wordt echter

gefalsifieerd door één van de respondenten. Laurine, half-Congolees en heel haar leven in België

opgegroeid, vertelt in haar verhaal dat ze hoe dan ook niet echt geïnteresseerd is in het politieke

verhaal en zich daardoor ook niet actief informeert. Ze erkent echter wel te willen deelnemen aan

manifestaties, indien familieleden of vrienden haar zouden overtuigen.201 Met deze getuigenis wordt

vooruitgelopen op onze fases van activisme en dit geeft weer dat men niet noodzakelijk op de

hoogte moet zijn van bepaalde gebeurtenissen, om toch gemotiveerd te geraken om deel te nemen

aan protesteren en zichtbare manifestaties op straat. De kracht van de omgeving is daarom evenzeer

een factor die politieke participatie beoogt.

196

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 197

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 198

Interview met Albert en Bernard door Hannah Leyns op 11/3/2016. 199

Voorbeeld: Interview met Albert en Bernard door Hannah Leyns op 11/3/2016. 200

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 201

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016.

46

9.2. Communiceren

De tweede stap binnen onze graadmeter is de bespreking van de opgedane informatie met anderen.

Concreet wil dit zeggen dat de respondent de informatie zal delen met familie en vrienden. Dit kan

zowel persoonlijk, face-to-face, als via indirecte correspondentie zoals via e-mails, brieven en

telefonisch. Zoals eerder besproken, speelt dit persoonlijk contact een grote rol bij de fase van het

informeren, waarbij sommige respondenten erkenden dat dit persoonlijk contact vaak hun

belangrijkste vorm van informatiewerving is.202 De grote rol van persoonlijk contact komt dan ook

sterk terug in deze fase. De respondenten spreken veel over Congolese politiek met vrienden en gaan

regelmatig debatten aan met andere personen van Congolese origine.203 Het wordt snel duidelijk dat

in de meerderheid van de interviews een sterk verband wordt gelegd met politieke discussies en de

familiale connecties. Dit wordt verklaard door respondenten door het feit dat Congolezen heel

gepolitiseerd zijn geworden. Concreet wil dit zeggen dat de politieke discussie snel terugkomt in

persoonlijke gesprekken met vrienden en kennissen.

Niet soms, maar heel de tijd [praat ik met politiek tegen Congolese vrienden] (lacht). Als

Congolezen elkaar hier ontmoeten, dan praten ze constant over politiek. Ik ook. Het is ons

land, het activisme en de interesse voor politiek is heel levendig. Want, sinds we klein waren,

was de Congolese politiek altijd in het gesprek verweven, er zijn heel veel jongeren in de

Congolese bevolking, er zijn weinig mensen in de jaren ’60 (…), het is een vitaal deel van de

bevolking, en met ons land gaat het niet goed, we voelen een zekere verantwoordelijkheid.204

Ah ja, de politieke discussie neemt ons leven in beslag sinds enkele jaren, Congolezen zijn heel

gepolitiseerd geworden, iedereen praat erover, het is bijna zoals voetbal, het is normaal.(…)

Ken je Les Combattants? Ik vraag me af of het dankzij hen is. Ook, het gevoel tegenover

Kabila is sterk toegenomen (…), in de hoofden van Congolezen is het zo dat Kabila niet

Congolees is, maar Rwandees. (…) Dit zorgt voor een fel gevoel bij mensen, dat zorgt voor een

nationaal ontwaken, dat spoort aan. (…) Iedereen houdt zich er mee bezig, wat gebeurt er,

dat zorgt voor een gevoel dat iedereen er mee bezig is.205

Er is echter een verschil als er gekeken wordt naar de communicatie tussen de respondenten en

familieleden in de DRC in plaats van in België. Politiek speelt dan niet meer zo'n prioritaire rol in de

gesprekken. Er wordt eerder gesproken over de algehele situatie van het land, maar ook over het

202

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016 en interview met George door Hannah Leyns op 29/3/2016. 203

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016. 204

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 205

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016.

47

dagelijks leven, persoonlijke onderwerpen, werkgelegenheid en economie.206 Dit is niet noodzakelijk

zo bij alle respondenten. Voor sommigen vormen familieleden en vrienden die in de DRC wonen juist

een heel belangrijke bron van informatie.207 Het is wel zo dat het contact minder frequent en

moeilijker is, waardoor er ook echt belangrijke onderwerpen wat betreft het leven besproken

worden zoals dood en liefde, verjaardagen en feestdagen.208

Mijn echte moeder woont in Congo, en als ik praat met haar, (…) dan praten we over

levenszaken, niet over politiek. (…) Ik praat wel veel met mijn familie [daar], maar dan praten

we over hetgeen de familie aangaat.209

Ten slotte moet ook vermeld worden dat dit soort gesprekken heel erg afhangt van persoon tot

persoon. Het is namelijk zo dat er sneller over Congolese politiek zal gesproken worden met mensen

van wie geweten zijn dat ze al een voorliefde hebben voor politiek en/of Afrika.210 Opvallend is het

terugkerend effect van de origine. Het is moeilijker om met niet-Afrikanen over Afrikaanse politiek te

praten dan met personen die wel een Afrikaanse afkomst hebben, daar men een andere visie heeft

op bepaalde gebeurtenissen. Zo hebben Europeanen een eerder Europese visie op de actualiteit, iets

wat niet altijd strookt met de visie van bepaalde respondenten.211

9.3. Sensibiliseren en publiciteit

Na de fase van communiceren in private kringen, volgt de fase van publiekelijk communiceren en

debatteren, met als doel het informeren van bredere kringen, het sensibiliseren en mobiliseren.

Hierbij denken we concreet aan het plaatsen van berichten, opinies en artikels op sociale

netwerksites, eigen blogs, Twitter, etc. De analyse van de onderzoeksresultaten vertoont een

duidelijke categorisering. In een eerste categorie zitten de respondenten wiens profiel past binnen

het profiel van ‘de full-time activist’. Ze zijn professioneel bezig met (Congolese) politiek of

spenderen een groot deel van hun tijd aan het verzamelen van informatie en het verspreiden van

hun eigen opinies, zoals schrijvers van blogs, organisatoren van bepaalde associaties enzovoort. Deze

groep behoren slechts tot een minderheid van de respondenten.212 De tweede categorie omvat de

rest van de respondenten, die zowel goed geïnformeerd kunnen zijn en veel weten over de huidige

situatie, als diegene die helemaal niet op de hoogte zijn. De eerste categorie is heel actief op sociale

netwerksites en dragen bij tot de verspreiding van informatie en de rol van sensibilisatie op hen

206

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 207

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 208

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 209

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 210

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 211

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 212

Interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016.

48

nemen.213 De tweede categorie erkent unaniem dat ze weinig of niets delen via sociale

netwerksites214, ondanks het feit dat sommigen wel het belang ervan inzien.215

(…) Ik vind het heel belangrijk om artikels via social media te delen dus is het vreemd, ik doe

het nooit, en dat is een persoonlijke keuze, ik ben niet zo actief, (…) maar misschien zou ik dat

moeten beginnen doen, denk ik. (…) Ik voel dat de situatie niet goed is, en daarover spreken

we dan wel over met vrienden. (…) Ik ben dus nog niet heel actief, maar ik sluit het niet uit,

misschien ja.216

Nee, ik ben niet echt actief op facebook, dat is een grote fout van mezelf, ik moet wat meer

aanpassen eigenlijk, ik begin de kracht van social media te zien. Er is veel om te delen. Dat zal

wel komen met de tijd.217

Geconcludeerd wordt dat het delen van informatie voornamelijk in private kringen gebeurt, en niet

zozeer publiekelijk. Hoewel het dan misschien niet openlijk gebeurt via sociale netwerksites, is er wel

een duidelijk verlangen om mensen te informeren. De respondenten delen liever de politieke mening

met vrienden en familie, dan er via sociale media over te debatteren.218 Een mogelijke verklaring is

de weinige respons die men krijgt van digitale vrienden, wat de balans tussen kosten en baten

negatief doet omslaan, aangezien men weinig of geen resultaat ziet bij de ondernomen acties. Dit

zorgt ervoor dat een individu die actie niet snel terug zal herhalen.219

9.4. Evenementen

De volgende fase binnen het stappenplan onderzoekt de bereidheid van respondenten om deel te

nemen aan evenementen en vervolgens ook de mate waarin ze deze willen organiseren.

Voorbeelden hiervan zijn concerten, toneelvoorstellingen, filmfestivals, debatten, conferenties en

infoavonden. Deze fase werd onderzocht op twee manieren. Ten eerste werd deelgenomen aan

evenementen van eerder vermelde organisaties. Ten tweede werd de kennis over het bestaan van

deze organisaties en hun evemenenten bij de respondenten onderzocht.

Op 12 maart was er een conferentie binnen de reeks ‘Initiation à l’histoire Africaine’ over het

bestrijden van discriminatie binnen de Maghrebijnse en Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap in

België, georganiseerd in de BOZAR (Museum voor Schone Kunsten) in Brussel door Change asbl en

het Collectif Mémoire Coloniale et Lutte Contre la Discrimination. Hierbij werd voornamelijk gekeken

213

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 214

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016. 215

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 216

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 217

Interview met Albert en Bernard op 11/3/2016. 218

Interview met Louis door Hannah Leyns op 4/3/2016. 219

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016.

49

naar het publiek dat aanwezig was en wat meteen opviel was het diverse publiek. De overgrote

meerderheid was Franstalige en blank. Daarnaast waren er ook heel wat mensen van Maghrebijnse

afkomst en slechts enkelen hadden het profiel van Sub-Sahara Afrikaanse afkomst. Omdat dit slechts

een momentopname is en moeilijk in te schatten, vroeg ik aan de organisatoren onder andere wat

hun doelpubliek was en wat voor publiek er meestal aanwezig was.

Change asbl is een vrije jongerenorganisatie die zich inzet voor jongeren van Afrikaanse origine in het

Brusselse. Ze willen jongeren die in een crimineel milieu terecht gekomen zijn, helpen door

activiteiten te organiseren, evenementen bij te wonen en sensibilisatiecampagnes op poten te

zetten. Zo wil men conflicten tussen stadsbendes op te lossen, jongeren helpen met werk zoeken en

ze helpen een huis te vinden. Daarnaast gaan ze ook op zoek naar de oorzaken van deze problemen,

namelijk het blijvend gebruik van stereotiepen, discriminatie en racisme. Het gaat volgens hen over

een gebrek aan erkenning van de eigen identiteit, aangezien die jongeren zich niet herkennen in het

beeld van het Westen in films, media en reclame.220 Hun focus ligt niet nadrukkelijk op Congo, maar

op de Afrikaanse gemeenschap in België, met als kernpunt het leven hier. Dit neemt niet weg dat er

geen evenementen of conferenties worden gehouden met Congo als centraal onderwerp. In het

totaal hebben ze een 60-tal leden. Volgens eigen ervaringen zijn hun evenementen steeds volzet.

Hun doelpubliek bestaat zowel uit jongeren van Afrikaanse origine die hulp zoeken, als uit ‘het

Westen’ om de problematiek van stigmatisering aan te kaarten. Hun publiek weerspiegelt deze mix

dan ook. Welk publiek aanwezig is, hangt af van onderwerp.221

Een tweede ‘organisatie’ die werd vermeld bij enkele interviews, was het Collectif Memoire Colonial

et Lutte Contre la Discrimination. Dit collectief focust zich eveneens niet op louter alleen Congolese

thema’s. De fundering van hun werking ligt in de manier waarop ze allerlei andere organisaties

samenbrengen en zo samen willen strijden tegen racisme, stereotypes, en de vulgarisatie van de

geschiedenis. De bedoeling is om verschillende organisaties die werken rond Afrika, samen te

brengen en te praten rond deze onderwerpen. Ze organiseren dan ook een hele waaier aan

evenementen, zoals conferenties, rondleidingen door het koloniaal patrimonium in Brussel, colloquia

en doen aan politiek gelobby. Congo wordt vaak besproken in hun activiteiten, maar het vormt niet

hun basisonderwerp. Het publiek dat geïnteresseerd is in de werking en evenementen van het

collectief zijn volgens de woordvoerder heel divers, waarbij er 60% van Afrikaanse origine is en 40%

een mengeling is, alles hangt af van het onderwerp.222

220

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 221

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 222

Interview met Yves van Collectif Memoire Colonial op 31/3/2016.

50

Een tweede evenement was de filmvertoning over dokter Denis Mukwege en zijn werk in Oost-

Congo. Deze film werd aangeboden door het Afrikaans Filmfestival en werd onder andere gesteund

door de organisatie Bana Leuven, een organisatie dat een tiental jaar geleden werd opgericht door

studenten in Leuven met roots in Congo, zoals respondenten Josh, Rosie en Delphine. In tegenstelling

tot eerder besproken organisaties is Bana Leuven uitsluitend Congolees. De organisatie bestaat

voornamelijk uit Congolese bestuursleden en de thema’s van hun activiteiten willen Congo in de

kijker zetten. Het doel van de organisatie was om samen met enkele jongeren samen te zitten en

spreken over hun gemeenschappelijke roots, om samen hun kennis uit te breiden. Daarnaast

wouden ze ook Congo bij jonge studenten duidelijker en beter voorstellen, via filmavonden, feestjes,

boekvoorstellingen, etc. Men wou het beeld over Congo en Congolezen positiever maken. Dit had

tijdens hun oprichting heel wat succes, waarbij “iedereen die in Leuven iets te maken had met

Congo, in aanraking kwam met Bana Leuven”. Vandaag de dag is de staat de werking van Bana

Leuven eerder op een laag pitje, door problemen omtrent opvolging, aangezien de oprichters hun

privéleven hebben opgebouwd.223

In welke mate zijn de respondenten bereid deel te nemen aan politiek getinte evenementen over

Cono? Ten eerste valt op dat alle respondenten beamen interesse te hebben voor bepaalde

voorgestelde evenementen. De meeste van hen zijn ook al minstens 1 keer gegaan naar een

evenement. Als er een evenement rond een Congolees thema georganiseerd wordt, is de interesse

altijd groter dan als het om eender welk ander land gaat.224

Ja [ik ben geïnteresseerd om deel te nemen], het hangt af indien het goed georganiseerd is,

het hangt er van af of ik er iets van weet. (…) Ik heb altijd een klein hartje gehad als het Congo

gaat, dus als men over Congo praat, ben ik altijd klaar om er over te praten, zoals nu.225

Het zijn zeker niet enkel politiek getinte evenementen die ter sprake komen. Veelal wordt er

gesproken over culturele evenementen, zoals filmavonden, boekbesprekingen, concerten, of

conferenties en debatten over onderwerpen die de politiek wel aangaan maar niet louter over

politieke instellingen handelen, zoals het geweld tegenover vrouwen in Oost-Congo, economische

ontwikkeling in de DRC, discriminatie en racisme hier in België, etc.226 Politiek vormt dus niet de focus

binnen de verschillende evenementen waaraan de respondenten al aan deelgenomen hebben of

zouden deelnemen.227 Er zijn wel voorbeelden van politieke activiteiten zoals Campus Congo, een

223

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 224

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 225

Interview met George door Hannah Leyns op 29/3/2016. 226

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 227

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016.

51

initiatief waarbij Congolese jongeren samenkomen om Congolese politiek te bespreken, maar deze

zijn opnieuw vooral bekend bij de kleine groep, die getraceerd werd als een soort voorhoede die

dagelijks en/of professioneel bezig is met de Congolese aangelegenheden.228 Gilles en Arthur, leden

van Les Combattants, verklaren dat er altijd een kleinere groep is in een gemeenschap die als

katalysator dient. Een kleinere groep die het volk leidt, waardoor je nooit iedereen kunt motiveren

voor een bepaald revolutionair idee. Ze zien die rol bij zichzelf, het feit dat zij “als voorhoede strijden

voor rechtvaardigheid.”229

Daarnaast zijn er ook regelmatig evenementen georganiseerd door de Congolese studentenkring in

Louvain-La-Neuve en Brussel, activiteiten die volgens Baptiste heel wat mensen samenbrengen.230

Ook zij organiseren verschillende activiteiten zoals conferenties, festivals, literaire cafés, etc. Zelden

gaat het over politiek, aangezien volgens Etienne heel wat studenten zich niet op hun gemak voelen

om over politieke thema’s te praten aan de universiteit, ondanks het feit dat dit wel een soort

basisreden was bij het oprichten van de studentenkring in de jaren ’60. Hij gaf toe dat ze af en toe

hun leden oproepen om mee te manifesteren zowel als deelnemer, maar ook als organisator. Dit

gebeurt echter eerder uitzonderlijk, aangezien de kring a-politiek wil zijn en ze geen platform willen

zijn voor politieke partijen. De organisatie wil geen positie innemen in het politieke debat om leden

niet af te schrikken.231

De conclusie is dat een kleine voorhoede actief deelneemt aan evenementen en dat de rest dit

sporadisch doet wanneer zij er tijd voor vinden. Werk en studies kunnen dit soms in de weg staan.232

Ik neem deel waar ik kan, en nu met mijn studies is het een beetje moeilijker, en dat is iets

wat ik heb moeten accepteren wanneer ik ben begonnen aan mijn studies, want, in ieder

geval, is het belangrijk voor mij om iets te doen waar ik gelukkig van word, ik twijfel om niet

te gaan [wanneer ik tijd heb].233

9.5. Organiseren

Een volgende stap binnen de graadmeter is het organiseren of de wil tot organisatie. Er werd gepijld

naar de kennis van bestaande organisaties in België die werken rond Congolese thema’s. Verder

werd onderzocht in welke mate de respondenten hier actief bij betrokken waren en of ze lid zijn.

Regelmatig kwamen dezelfde organisaties terug bij de interviews: Change asbl, Bana Leuven, Collectif

228

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016, interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016 en interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016. 229

Interview met Gilles en Arthur door Hannah Leyns op 9/3/2016. 230

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016. 231

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 232

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016 en interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 233

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016.

52

Memoire Colonial et Lutte Contra la Discrimination, Belgian Renaissance, Dynamique Congo, Bana

Congo, Bayaya asbl, Friends of the Congo, etc. Door het grote aantal organisaties zorgt dit soms voor

problemen. Zo zijn er organisaties die dezelfde thema’s bespreken.234 Daarnaast halen ze aan dat er

van jongs af aan te weinig nadruk wordt gelegd op de gemeenschappelijke geschiedenis van Congo

en België, waardoor heel wat Congolese jongeren te weinig kennis hebben en waardoor ze ook

minder snel gemotiveerd geraken hier iets rond te doen in hun privé- of professioneel leven. 235

Daarnaast hebben associaties binnen de gemeenschap niet altijd goed georganiseerd. Volgens de

respondenten zijn ze niet altijd punctueel en hebben ze weinig impact door het gebrek aan openbare

bekendheid en mediatisering.236 Een reden hiervoor is het feit dat het volgens sommige

respondenten zelf foutief is om te spreken over één Congolese gemeenschap in België. Het is een

gemeenschap die zo heterogeen is, waardoor organisatie heel moeilijk wordt.

Je hebt verschillende identiteiten binnen de Congolese origine, Congo is heel groot en heel

divers (lacht). Men praat veel over etnieën, een term die ik niet graag gebruik, ik zeg liever

gemeenschappen. (…) Het is te zeggen, er zijn verschillende culturen, het zijn culturen die

lijken op elkaar, maar je hebt verschillende vormen. In het buitenland, ook hier in België, heb

je ook die productie van die culturen. (…) [Die ene Congolese gemeenschap] weerspiegelt de

realiteit niet. Er zijn meerdere.237

Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt in het engagement van de respondenten binnen

organisaties. Enerzijds zijn er de respondenten die in de eerste plaats gecontacteerd werden omwille

van hun rol in een organisatie, waardoor zij uiteraard goed op de hoogte waren en heel actief

betrokken waren bij de werking van heel wat organisaties. Anderzijds zijn er de respondenten die wel

van het bestaan afweten, maar door gebrek aan tijd en deels ook door gebrek aan interesse zelf

bewust niet willen participeren in het organiseren van evenementen en het beheren van een

bepaalde organisatie.238 De organisaties zijn namelijk bij zo goed als alle respondenten gekend, maar

er is weinig interesse om actief deel te nemen of lid te zijn.239 Congolese studentenkringen zijn wel

heel populair. Het succes van deze kringen en het actieve karakter van deze kringen wat betreft

evenementen rond Congolese onderwerpen (zie supra) wijst op een belangrijke vorm van organisatie

binnen de jongeren van de Congolese diaspora. Er wordt geconcludeerd dat er zeker vraag is naar

een organisatievorm waarbij jongeren kunnen samenkomen met hun gemeenschappelijke origine als

234

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 235

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 236

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 237

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 238

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 239

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016.

53

startpunt.240 Daarnaast zijn er ook voorbeelden terug te vinden van respondenten die toegeven niet

per se officieel lid te zijn van een bepaalde organisatie, maar wel op eigen initiatief vrienden

samenbrengen en om dan zo te praten over Congo.241 Dit doet terugdenken aan de oorsprong van

Bana Leuven, waarbij er ook de onuitgesproken nood ontstond bij de leden om de

gemeenschappelijke roots te bespreken en hier rond te werken.242

De ‘organisatie’ met de meeste bekendheid is ‘Les Combattants’. Er kan niet gesproken worden over

een organisatie met een vaste structuur en vast bestuur, maar de naam wordt eerder bedoeld als

een soort verzamelterm van het heel actieve gedeelte binnen de Congolese diaspora in België, maar

ook in Frankrijk, de V.S., etc. Als hen gevraagd wordt wat hun grootste doelstelling is, vertellen twee

leden dat ze heel actief de politieke actualiteit in Congo volgen en zich zorgen baren over de

'bezetting' van Congo, zoals ze het zelf verwoorden. Volgens hen “is Kabila geen Congolees maar een

Rwandees, en moet Congo geholpen worden om deze dictatuur omver te werpen.”243 De meningen

over Les Combattants zijn verdeeld, maar we merken wel een continuïteit op. Iedereen kent ze en

iedereen erkent het belang van hun bestaan, ondanks de eerder negatieve waardeoordelen die ze

vellen over de strategie en hun daden.

Oh, wie kent ze niet? (lacht) Ze zijn een noodzaak, slecht of goed, ik ben blij dat ze bestaan.

(…) Je hebt altijd mensen nodig die lawaai maken, maar je hebt ook mensen nodig die deftig

kunnen discussiëren. Een argument met hen bespreken is niet ideaal, maar je hebt die

mensen nodig om lawaai te maken. Het is een noodzaak, goed of slecht.244

Wel, ik denk dat tot op een zeker punt, ze een belangrijke rol spelen. Ze mobiliseren en

herinneren Congolezen dat er een strijd te strijden is. Er zijn dingen die ik niet steun (…) maar

het belangrijkste is hun rol voor het mobiliseren van de massa. (…) Ze hebben echt een doel

dat ze niet verlaten.245

In 2011 slaagden Les Combattants er in een vrij grote menigte op de been te brengen na de

gecontesteerde presidentsverkiezingen, maar volgens heel wat respondenten hebben ze nadien heel

wat van hun geloofwaardigheid verloren. Dit kan verklaard worden door hun gebrek aan eenheid en

polarisatie binnen de organisatie.246 Ze missen eenduidige organisatie, wat hun dalende populariteit

240

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 241

Interview met George door Hannah Leyns op 29/3/2016. 242

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 243

Interview met Gilles en Arthur door Hannah Leyns op 9/3/2016. 244

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 245

Interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016. 246

Interview met Yves van Collectif Memoire Colonial door Hannah Leyns op 31/3/2016.

54

verklaart.247 Daarnaast kregen ze een slecht imago door geweld, agressiviteit, door bijvoorbeeld

journalisten aan te vallen en hun politieke opinie gewelddadig te verdedigen.248 Deelnemers

geraakten teleurgesteld door het uitblijven van resultaat. Daarnaast is er het verschil dat men in

2011 uitgesproken op straat kwam ten voordele van presidentskandidaat Tshesekedi, terwijl zo een

doel in 2016 afwezig is.249 Ze spelen echter wel een belangrijke rol in het zichtbaar maken van de

gemeenschap. Dit kan zowel positief als negatief zijn, aangezien hun mediabekendheid ervoor zorgt

dat de publieke opinie hun daden zal veralgemenen met de volledige Congolese gemeenschap.250

9.6. Protest en manifesteren

In het kader van dit onderzoek werd de stille sit-in tegenover de Congolese ambassade in Brussel

bezocht, ter ere van de jonge Congolese activisten van La LUCHA (Lutte pour la Changement) die

juist die dag een jaar in de gevangenis zaten, georganiseerd door Amnesty International. Dit is slechts

één voorbeeld van protest, maar de Congolese gemeenschap heeft zich al vaker zichtbaar gemaakt

door manifestaties in het kader van presidentsverkiezingen zoals in 2011.251 Binnen deze fase wordt

onderzocht wat de mening van de respondenten hierover is.

Ten eerste valt het op dat de resultaten betreffende bereidheid om te manifesteren heel afwisselend

zijn. Een kleine meerderheid verkiest om het niet te doen252, aangezien sommige protesten meteen

geassocieerd worden met geweld.253 Verrassend genoeg zijn er ook heel wat die erkennen

meegedaan te hebben in 2011 – wat niet betekent dat ze dit in 2016 weer zouden doen.254 De

meeste respondenten zijn wel nieuwsgierig naar dit soort gebeurtenissen.255 Ze nemen deel door te

kijken, maar de polarisering en meningsverschillen zijn de grootste drempel om effectief deel te

nemen. Ze zijn niet altijd akkoord met de eisen van de manifestaties.256 Er zijn twijfels door het

uitblijven van de gehoopte resultaten.257 Dit komt door de teleurstelling na de protesten van 2011.

De impact was miniem. Dit zorgt opnieuw voor een negatieve balans als men de kosten met baten

vergelijkt. Het belang van de plaatselijke protesten in Congo wordt erkend, maar de twijfel over de

haalbaarheid van resultaten hier in België is klein.258 Daarnaast was de houding van België tegenover

president Kabila in 2011 volgens de meeste respondenten heel controversieel, wat als katalysator

247

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 248

Interview met Yves van Collectif Memoire Colonial door Hannah Leyns op 31/3/2016. 249

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 250

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 251

N.N., ‘Vierhonderd betogers tegen Kabila in Brussel’. In: De Morgen, URL: http://www.demorgen.be/binnenland/vierhonderd-betogers-tegen-kabila-in-brussel-b7dba1c8/, geraadpleegd op 3/12/15. 252

Interview met Louis door Hannah Leyns op 4/3/2016. 253

Interview met George door Hannah Leyns op 29/3/2016. 254

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016. 255

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 256

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 257

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 258

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016.

55

diende voor de protesten hier in België.259 Dit jaar zijn protesten in Congo van groter belang dan hier,

tenzij België terug een ambigue houding zou aannemen naarmate de verkiezingen dichterbij

komen.260

Toen ik 16 jaar was en in Congo woonde, heb ik geprotesteerd, want ik wist waarom ik wou

protesteren. Het probleem hier is dat het moeilijk is te weten waarom (…), het verandert

niets. (…) Ik zou liever in Congo op straat komen en daar in de gevangenis vliegen, dan hier te

manifesteren.261

Daarnaast hangt de deelname (net zoals bij evenementen en organisatie) af van het onderwerp, de

organisatie, het doel en de strategie. De respondenten zijn er zich van bewust dat manifestaties

slecht kunnen eindigen en dat er geweld aan te pas kan komen.262 Vervolgens wordt opgemerkt dat

de respondenten bij een potentiële manifestatie het belangrijk zouden vinden om tenminste op te

hoogte te zijn van de strategie, het doel en het onderwerp van de manifestaties, alvorens deel te

nemen. Hierbij wordt bedoeld dat ze op voorhand in debat willen gaan wat betreft deze

onderwerpen.263

* Vanaf dit jaar, net dit jaar, zou ik klaar zijn om te protesteren. Want het probleem is

eigenlijk dat er een boodschap is die mensen kan verzamelen, maar het grote probleem

binnen de Congolese gemeenschap, is dat ze geen stem hebben. (…) Mijn politieke bewustzijn

groeit elke dag, maar nu moeten we reageren.

- Ja, ik denk dat ik ook wel zou deelnemen, maar het ding is, deelnemen met mensen die echt

wel weten waarom ze protesteren, en niet euh, zomaar om mee te doen. (…) er moet eerste

gepraat worden, het is het begin van een heel lange strijd.264

Opnieuw het feit dat manifesteren en protesteren veel tijd in beslag nemen, zorgt voor een zekere

terughoudendheid tegenover dit soort acties, alsook mogelijke gevolgen aangezien protesten niet

zelden anders kunnen uitlopen dan verwacht. Daarbij denkt de respondent aan gevolgen voor

zichzelf, maar ook voor familie en vrienden, aangezien manifestaties niet zelden gewelddadig kunnen

uitdraaien.265 Het is namelijk zo dat men als politieke activist toegang tot de DRC kan geweigerd

worden door hoge autoriteiten.266 Desondanks is een kleine minderheid wel bereid te protesteren in

259

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016. 260

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 261

Interview met Laurent door Hannah Leyns op 24/3/2016. 262

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 263

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 264

Interview met Albert en Bernard door Hannah Leyns op 11/3/2016. 265

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 266

Interview met Hugo door Hannah Leyns op 4/4/2016.

56

de toekomst. Ondanks het feit dat de meerderheid niet zou deelnemen, situeert er zich binnen de

gemeenschap een grote ontevredenheid waarbij men zucht naar verandering. 267

Ik heb gemanifesteerd in 2011 en België heeft me gearresteerd (…) omdat ik het belangen van

mijn land had verdedigd. Als Kabila in 2015 de grondwet had gewijzigd, had België gevolgd.

De Congolezen zeggen nee, ze hebben er genoeg van, genoeg is genoeg. (…) Congo is alles

voor ons, we hebben een Congolees hart. Als je goed kijkt, wij zijn zwart, ik ben een dokter,

maar ik ben zwart, dat kun je niet verbergen (…) en het beeld van een zwarte is niet altijd

goed. Maar in Congo ben ik ben fier. (…) België wil nu in Congo alle problemen oplossen, we

moeten dit stoppen.268

9.7. Geweld

Als eindfase binnen de graadmeter wordt de wil tot het al dan niet gebruiken van geweld of de

houding er tegenover gebruikt. In de interviews wordt op zoek gegaan naar wat geweld betekent

voor de respondenten en welke rol het kan spelen in verzet en protest voor hen. Binnen het kader

van deze laatste fase worden duidelijk 2 besluiten genoteerd. Ten eerste tekent zich een unanieme

afkeer tegenover fysiek geweld tussen mensen onderling af. De respondenten begrijpen niet dat

geweld zou gebruikt worden tegenover de medemens, aangezien ‘iedereen in hetzelfde schuitje zit.’

Het zorgt daarnaast voor verlies van de geloofwaardigheid aangezien de focus van de boodschap

verloren gaat door de terreur. Heel wat respondenten halen dit aan als voorbeeld bij hun mening

over les Combattants. Slechts diegene die geweld gebruiken komen in de media en verwerven

publieke bekendheid. Dit zorgt voor een vertekend beeld van de gemeenschap binnen de publieke

opinie.269 Ten tweede maken ongeveer 50% van de respondenten een onderscheid tussen

symbolisch geweld en reëel geweld. Deze opdeling valt samen met enerzijds geweld als

aandachtstrekker en als schreeuw om aandacht en anderzijds als uiting van agressiviteit. Daarbij

wordt het reëel, fysiek geweld (geweld waarbij agressief wordt gereageerd op de ander) negatief

beoordeeld, terwijl symbolisch geweld als een gedoemde noodzaak om la parôle te krijgen wordt

genoemd. Het is een ‘spijtig’ gevolg van het feit dat het moeilijk is om aan het woord te komen in

bepaalde discussies, om aanwezigheid en inspraak op te eisen.270 Als gevolg daarvan wordt geweld

gebruikt omdat dit wel tot aandacht kan leiden.271 Geweld is in deze gedachtegang een middel van

de laatste orde, waarbij het gelegitimeerd wordt als laatste wapen in verzet. De volgende

getuigenissen geven deze twee conclusies weer:

267

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 268

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 269

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 270

Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016. 271

Interview met Yves van Collectif Memoire Colonial op 31/3/2016.

57

Ik vind geweld een middel van zwakte, een zwakke strategie, in het geval van Congo hebben

veel mensen geweld gekend (…) en ik geloof niet dat geweld iets kan veranderen in Congo.

Daarom vind ik het heel interessant dat jongerenbewegingen zoals La Lucha en Filimbi

bewust kiezen om eigenlijk geen geweld te gaan gebruiken, want ze beseffen dat geweld het

land niet vooruit zal helpen.272

Ik zou nooit geweld gebruiken, maar ik snap dat wel (…) je ziet wel dat als een bepaalde

gemeenschap zich niet gehoord voelt, dat een deel altijd op een agressieve manier zal

reageren. (…) Soms is het belangrijk om te zeggen, hallo, er is iets mis, luister aan ons, denk

aan Nelson Mandela, die was in het begin ook een terrorist.273

Ken jij een revolutie die gebeurd is door zoentjes te geven en door zachtheid? Ik persoonlijk

(lacht) ken er geen, ik ken geen revolutie die zo verlopen is. Ik ben niet voor geweld, ik wil niet

aansporen tot geweld, maar op een moment moet je zeggen dat, geweld, tot er een

tegenvoorbeeld is gevonden, het enige middel is dat het volk heeft om echt, het enige wapen

dat het volk heeft om dingen te veranderen.274

In ons land heb je artikel 64 in de grondwet, die zegt dat als de Congolese staat, dat het volk

constateert dat er een groep mensen die de macht overneemt via een niet-democratische

manier, dan mag het volk zich verzetten (…) dan is het geweld legitiem. Dan steun ik het

geweld.275

10. Identiteit als mogelijke verklaring?

Wanneer diaspora's worden geplaatst in het kader van de International Relations Theory, stellen

Yossi Shain en Aharon Barth vast dat diaspora's een belangrijke producent zijn van

identiteitsvorming. Volgens hen hechten diasporagemeenschappen namelijk zelf veel belang aan hun

identiteit, die beïnvloed is door hun verwantschap met het land van herkomst. Volgens hen is hun

identiteit een basis voor hun motivaties bij het ondernemen van daden en acties. Leden binnen een

diaspora beschouwen zichzelf als deel van de nationale gemeenschap van het land van herkomst,

waardoor ze ook interesses hebben in de gebeurtenissen van dit land.276 Net zoals dit gebeurd bij

andere sociale bewegingen, worden diaspora's volgens Sharon Quinsaat aangespoord tot activisme

272

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 273

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 274

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 275

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 276

SHAIN (Y.) en BARTH (A.). ‘Diasporas and International Relations Theory’. In : International Organization, vol. 57, nr. 3, 2003, pp. 449-479.

58

onder andere door een soort collectieve identiteit.277 De kracht van zo een identiteit kan een

determinant zijn voor een sterke band met het thuisland, dat daden en acties kan uitlokken.278 In het

kader van dit onderzoek is dit belangrijk, daar we factoren van zo een collectieve zien terugkomen.

Deze factoren kunnen een zekere invloed hebben op (politieke) interesse en activisme rond Congo.

Door deze thema’s te bekijken in de interviews, wordt dan ook besloten of deze terugkerende

factoren invloed hebben op het politiek engagement. Deze band is echter niet vanzelfsprekend.

Volgens Lowell Barrington, Erik Herron en Brian Silver ziet niet elke diasporagemeenschap het land

van oorsprong als ‘thuisland’, en voelt ze zich dus niet automatisch zodanig verwant aan dit land.279

Daarom wordt in dit deel bekeken hoe die band tussen de respondenten gevormd wordt tussen hen

en de DRC. We maken hier een onderscheid tussen 5 elementen, aangezien deze elementen duidelijk

terugkwamen in de onderzoeksresultaten: zelfidentificatie (hoe voelt men zichzelf ten opzichte van

Congo en België), de familie en vriendenkring, het effect van hun terugkeer naar het land, het

rechtstreekse contact met Congo en tenslotte de emotionele band met Congo. Deze bespreken we

hieronder aan de hand van voorbeelden uit de interviews.

10.1. Zelfidentificatie

Hoewel eerder gesproken werd over collectieve identiteit, is identiteit een complex gegeven dat niet

vast staat, dat verandert doorheen de jaren. Het is “niet statisch, het is elastisch”. Iets dat verandert

in een andere context.280 Het is veelal een mix, een mengeling.281 Het is belangrijk te weten dat er

kan gesproken worden over een hybride identiteit met verschillende lagen, iets waar Eva

Swyngedouw reeds dieper op ingegaan is.282 Dit wordt dan ook weerspiegeld in de antwoorden van

de respondenten, waarbij ze schipperen tussen Belgische en Congolese zelfidentificatie. Ten eerste

stellen we vast dat de Congolese origine de overhand neemt binnen het identitaire discours van de

meeste respondenten. Hoewel de meerderheid de Belgische nationaliteit heeft, blijkt dit geen

weerspiegeling te zijn van hun eigen identificatie. De meeste respondenten identificeren zich wel als

inwoner van België, maar hebben een voorkeur voor hun Congolese herkomst.283 Sommige personen

kiezen er dan ook bewust voor om niet de Belgische nationaliteit te kiezen. Josh en Mathieu

weigerden de Belgische nationaliteit, aangezien de DRC geen dubbele nationaliteit toestaat. Voor

277

QUINSAAT (S.). ‘Diaspora activism in a non-traditional country of destination: the case of Filipinos in the Netherlands’. In: Ethnic and Racial Studies, vol. 39, nr. 6, pp. 1014-1033. 278

WALD (K.). ‘Homeland Interests, Hostland Politics: Politicized Ethnic Identity among Middle Eastern Heritage Groups in the United States.’ In: The International Migration Review, vol. 42, nr. 2, 2008, pp. 273-301. 279

BARRINGTON (L.), HERRON (E.) en SILVER (B.). ‘The Motherland is Calling: Views of Homeland among Russians in the near Abroad’. In: World Politics, vol. 55, nr. 2, 2003, pp. 290-313. 280

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 281

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 282

SWYNGEDOUW (E.). Op. cit. 283

Voorbeeld: Interview met Pierre door Hannah Leyns op 28/3/2016.

59

hen was het belangrijker de Congolese nationaliteit te bewaren.284 Deze sterke Congolese

zelfidentificatie kan verklaard worden door het Congolees profiel van de dichte omgeving. Opvoeding

blijkt een belangrijke factor in dit verhaal. Omgekeerd geldt dit ook: Laurine is opgegroeid met een

Belgische moeder, Belgische vrienden en Belgische familie, waardoor zij zich eerder ‘Belg +’ voelt. 285

Ten tweede is er een Afrikaans karakter aanwezig aan de beschrijvingen van hun eigen identiteit286,

waaronder een kleine minderheid het pan-afrikanisme genegen is. 287

Ik ben een Belg, maar afkomstig van Congo. (…) [Ik zou mij echter niet zo omschrijven] want

mijn Congolese opvoeding is te sterk. Tijdens mijn jongere jaren heb ik enkele vaststellingen

gedaan dat ik mij Congolees voel. (…) In mijn gewoontes ben ik meer Belg (…) maar mijn

afkomst is heel belangrijk voor mij, mijn contacten, mijn voorvaders, dat is echt een dubbele

identiteit.288

Ik voel me vooral Afrikaan, want ik heb voorvaderen die komen uit Nubië, Soedan, ik heb

Bantoe-voorvaderen die komen uit Kameroen, Nigeria, Tsjaad. Puur cultureel ben ik Afrikaan,

want ik heb misschien meer banden met een Nigeriaan dan met en Congolees uit het zuiden.

Die grenzen zijn opgelegd, die bestonden vroeger niet, en dat is superbelangrijk te onthouden,

ook om toekomstige problemen op te lossen, die oplossingen hebben het idee van pan-

afrikanisme nodig.289

Ten derde is er een kleine minderheid die zich volledig als Belg identificeert (weliswaar met

Congolese roots), waarbij de Belgische identiteit belangrijk is door het feit dat men hier geboren is en

Congo niet zo goed kent als België. Naast de factor van opvoeding en de dichte omgeving, is de factor

van geboorteplaats dus ook belangrijk om jezelf te identificeren, aangezien de omgeving van

opgroeien een andere context schept.

Ik voel me Belg. U moet weten, als je al 30 jaar in een land woont, ik voel me Congolees en ik

word triestig van hetgeen daar gebeurt (…) Maar anders voel ik me helemaal Belg, ik ken

België beter dan Congo, ik kan niet zeggen wat er gebeurt in Congo, het is België dat ik

ken.(…) Het is niet aan anderen om te zeggen waar je vandaan komt.290

284

Interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016. 285

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 286

Interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016. 287

Voorbeeld: Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 288

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 289

Interview met Josh door Hannah Leyns op 9/3/2016. 290

Interview met Hugo door Hannah Leyns op 4/4/2016.

60

10.2. Familiale omgeving en vrienden

De familiale omgeving en de vriendenkring is binnen het bovenstaande proces van politieke

bewustwording en participatie belangrijk. Het heeft effect op de manier hoe men zichzelf

identificeert, en men praat actief over Congolese politiek binnen de familiale en vriendenkring. Het is

belangrijk om dit als onderdeel van de verklaring te zien, namelijk dat omgeving en vrienden een

belangrijke rol spelen in het politieke engagement van de respondenten. Vrienden en familie hebben

een belangrijke invloed wat betreft participatie bij bepaalde evenementen, debatten en

manifestaties.291 De familiekring van de meeste respondenten is overwegend Congolees van origine.

Voor velen is het dan ook deze familiale kring die de belangrijkste link met Congo vormt.292 Wanneer

er gevraagd wordt naar het profiel van de dichtste vriendenkring (concreet de vrienden aan wie men

het meest toevertrouwd, het meest durft vragen, het meeste optrekt), valt op dat ook deze

Congolees of niet-Europees van origine is.293 Dit kan verklaard worden door het feit dat dit vaak de

vrienden zijn met wie men opgroeit, wegens de vriendschappen tussen de ouders.294 Sommige

respondenten leggen dit uit aan de hand van het beeld van ghetto’s, waarbij het contact tussen

Congolezen en Belgen heel gering is. Men leeft in de eigen gemeenschap, wat het contact

bemoeilijkt.295 Sommigen ervaren verschillen wanneer ze praten over Afrikaanse politiek met Belgen

dan met Afrikanen. 296 Dit kan opnieuw een oorzaak zijn dat veel Congolese Belgen zich eerder

Congolees voelen dan Belg.

Mijn enige [Belgische] vrienden zijn, zonder te liegen, diegene die ik ontmoet in de fitness. (…)

Maar iets wat ik vind, is dat iedere gemeenschap in zijn hoek blijft, de Belgen bij elkaar, de

Portugezen bij elkaar, de Congolezen bij elkaar, de Turken, je hebt overal ghetto’s. (…) Het is

echt moeilijk om linken te creëren (…) na het sporten gaat iedereen terug naar zijn eigen

omgeving.297

In Afrika is een ouder persoon dat door de straten wandelt, een ouder van u. Je ouders zijn de

personen die ouder zijn dan u. Dan mag die u een klap geven als je iets slecht doet. Hier is het

een héél anders systeem, waar je zeker niet het kind van iemand anders mag aanraken,(…) ze

leven daar in een sociaal systeem, en dat is een heel grote schok als je hier komt, en je verschil

291

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 292

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016. 293

Voorbeeld: Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016 en interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 294

Interview met Albert en Bernard op 11/3/2016. 295

Interview met Hugo door Hannah Leyns op 4/4/2016. 296

Interview met Nicolas door Hannah Leyns op 17/3/2016. 297

Interview met Hugo door Hannah Leyns op 4/4/2016.

61

moet voelen. (…) Het is een andere manier van leven, niet beter of slechter, maar

verschillend.298

10.3. Terugkeren naar Congo

Een derde factor die invloed kan hebben op het groeiende bewustzijn en activisme, is een tijdelijke

terugkeer naar het thuisland, wat een aantal keer aan bod is gekomen tijdens de interviews. Deze

factor is heel sterk aanwezig bij diegene die in België geboren zijn en tot het moment van de eerste

terugkeer nog nooit in Congo waren geweest. Het opent een wereld die inherent wel reeds aanwezig

was door hun afkomst, maar die in het dagelijks leven niet of weinig aan bod kwam. Dit kan een

oorzaak zijn voor mensen om actief te beginnen werken rond onderwerpen die de DRC aangaan.299

Voor sommige respondenten was/is de band met Congo niet zo groot, tot ze zich op een bepaald

moment dieper zijn gaan inlezen over Congo en een reis maakten door het land, dat hen deed kennis

maken met allerlei problematische gebeurtenissen.300 Zelf voor diegenen met een sterke band met

Congo, is het mogelijk dat visies, ideeën en gevoelens zich aanpassen aan de realiteit na een

terugkeer naar Congo.301

Ik heb Congo ontdekt wanneer ik 12 jaar oud was, en in die tijd had ik nog geen richting

gekozen over wat ik later wou doen, het is echt belangrijk te zien van waar je ouders, waar de

opvoeding van uw ouders en u, waar die vandaan komt. En dan begrijp je enkele dingen die je

daarvoor eerder niet begrijpt. Het leek ingewikkeld, maar het is gewoon een kwestie van

omgeving. Het is dus belangrijk om je land te kunnen zien en de band te hebben.302

De factor van het terugkeren is minder sterk bij diegenen die lange tijd eerst nog in Congo gewoond

hebben, alsook bij diegenen die opgegroeid zijn in een nadrukkelijk Congolese sfeer, waarbij ze reeds

van jongs af aan heel veel contact hadden met familie en vrienden van Congolese origine in België.303

Dit betekent echter niet dat jongeren die al heel hun leven in die Congolese context leven, ook

noodzakelijk een interesse opbouwen in het leven en de politieke situatie daar. Ook omgekeerd mag

niet verondersteld worden dat personen, die in een volledig blanke context opgroeien, geen

interesse hebben voor Congo. Bijvoorbeeld Rosie, bij wie tijdens haar studentenjaren de interesse

voor Congo was gegroeid door de confrontatie met medestudenten die een soortgelijke achtergrond

hadden.304 Dit werd reeds besproken in de eerste factor van omgeving en vrienden. Een terugkeer

298

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 299

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016. 300

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 301

Interview met Mathieu door Hannah Leyns op 30/3/2016. 302

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 303

Interview Etienne en Jean door Hannah Leyns op 31/3/2016. 304

Interview met Rosie door Hannah Leyns op 11/3/2016.

62

naar Congo kan dus een zeker effect hebben op het politieke engagement van de respondenten,

maar dit is niet noodzakelijk het geval. Het is een interessante component in dit verhaal, maar geen

vaste verklaring voor politieke interesse en activisme.

Er zijn veel jongeren die hier geboren zijn, die nog nooit teruggegaan zijn, en die weten niets

van hun land, en dat is jammer. Ik weet niet of het terugkeren iets verandert, maar misschien

gaan ze er wel over nadenken, een bewustzijn creëren over de situatie in dewelke Congo zich

bevindt, waardoor hun mening misschien verandert.305

10.4. Band met Congo

Hoewel de band met Congo als besproken werd, wordt hier meer gekeken naar de directe link tussen

de contactpersonen en het land zelf. Dit kan door direct contact te hebben met familieleden of

vrienden die ter plaatse wonen, of door eigen ervaringen. Zo wordt onderzocht of een directe link

meer kans heeft tot het veroorzaken van politiek engagement. Dit element kwam in ieder interview

terug, waarbij duidelijk is dat diegenen die minder geïnformeerd zijn en minder op de hoogte zijn,

ook een minder sterke band vertonen met het land van afkomst.306 Ten eerste heeft de overgrote

meerderheid van de respondenten nog regelmatig contact met familieleden in Congo.307 Er werd

reeds besloten dat deze contacten met familieleden in Congo niet automatisch leiden tot meer

politieke informering, aangezien deze gesprekken en contacten sneller leiden tot gesprekken over

het persoonlijke leven). Dit contact houdt echter wel de band met Congo levend, waardoor de

respondenten zich gemakkelijker kunnen identificeren met de gebeurtenissen daar, aangezien hun

familie die gebeurtenissen letterlijk dagelijks beleven.308 Ten tweede beamen respondenten met een

minder sterke band dat ze zelf opmerken dat die band een stuk sterker is als we kijken naar een

oudere generatie. Generatie kan, zoals eerder voorspeld werd in de literatuur, dus ook een factor zijn

waarmee activisme kan voorspeld worden. Door die politieke context persoonlijk beleefd te hebben,

motiveert dit ook sterker.309

Binnen dit kader kan de link gelegd worden met het onderzoek van Joanne Miller en Josh Krosnick.

Zij onderzochten hoe de lage populariteit van bepaalde oproepen om te gaan betogen, te gaan

manifesteren, staken, etc. verklaard kan worden. Dit onderzoek toonde aan dat er verschillende

manieren van mobilisatie nodig zijn op vlak van de verschillende gewenste effecten. Een individu

heeft namelijk een bepaalde motivatie nodig. Indien de gewenste uitkomst niet samenvalt met de

gewenste uitkomst van een bepaald individu, is de kans klein dat het individu gemotiveerd zal zijn. 305

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 306

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 307

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 308

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 309

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016.

63

Dit heeft opnieuw te maken met de afweging tussen de kosten en de baten.310 Om concreet binnen

het onderwerp van dit onderzoek te blijven: indien een bepaald individu helemaal geen link heeft

met de DRC, lijkt het dan ook onwaarschijnlijk dat dit individu gemotiveerd kan worden om op straat

te komen betreffende democratisering in de DRC. Het individu heeft misschien een leven opgebouwd

in zijn/haar stad/dorp (in België) en zal eerder gemotiveerd worden door onderwerpen die hun

stad/dorp aangaan. Dit kan verklaren waarom bepaalde acties en evenementen minder volk

aantrekken dan grootschalige protesten. De auteurs stellen dan ook dat er dieper moet ingegaan

worden op psychologische kenmerken en contextuele omstandigheden van ieder onderzocht

individu.311 Dit werd in dit deel onderzocht.

10.5. Emoties

Er werd reeds besproken hoe de respondenten zichzelf identificeerden. Tenslotte wordt gekeken wat

voor emoties er naar boven komen wanneer er over Congo gesproken wordt. Wat voor emotionele

band heeft men met de DRC? Dit was geen topic in de vragenlijst, waardoor dit soort getuigenissen

spontaan zijn en van grote waarde binnen dit onderzoek. Het gaat over korte zinnen die duidelijk

maken dat de respondent zich eerder volgens niet-rationele manieren betrokken voelt met Congo.

Deze betrokkenheid is sterk aanwezig.312 Het is opvallend dat elke respondent – zonder uitzondering

– zich uitspreekt als zijnde fier over zijn/haar origine.313 Een fier gevoel dat bijvoorbeeld gesterkt

werd door een reis naar Congo.314 Dit fier gevoel betekent echter niet dat dit de Belgische identiteit

teniet doet. Het is belangrijk om te onthouden dat identiteit meervoudig is, zoals eerder werd

aangehaald.315 Deze emotionele band met Congo kunnen we verklaren aan de hand van de oorzaken

dat de respondenten in België wonen. Sommigen zijn namelijk moeten vluchten wegens politieke of

veiligheidsredenen. Het feit dat men ook weet dat er gewelddadigheden worden gepleegd in het

land, zorgt ervoor dat die identiteit sterker wordt aangesproken.316 Ten tweede vinden we terug dat

zo goed als alle respondenten erkennen het niet uit te sluiten ooit terug te keren naar Congo om

daar te leven en werken.317 Dit wort niet enkel opgemerkt bij diegenen die nog een aardig stuk van

hun leven hebben gewoond in Congo, maar ook bij diegenen die hier geboren en opgegroeid zijn.318

310

MILLER (J.) en KROSNICK (J.). ‘Threat as a Motivator of Political Activism: A Field Experiment.’ In: Political Psychology, vol. 25, nr. 4, Symposium on Campaigns and Elections, 2004, pp. 507-523. 311

Ibidem. 312

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 313

Interview met Albert en Bernard op 11/3/2016. 314

Interview met Luc en Charles van Change asbl door Hannah Leyns op 16/3/2016. 315

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 316

Interview met Henri door Hannah Leyns op 14/3/2016. 317

Interview met Laurent door Hannah Leyns op 24/3/2016. 318

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016.

64

Ik ben héél fier, héél fier. (…) Ik ben fier om zwart te zijn, fier om Afrikaan te zijn en fier dat ik

een Congolees ben en fier dat ik hier woon en fier dat ik hier een plaats heb gekregen in

België, dat ik rechten heb gekregen en voordelen, ik ben blij, dat is normaal.319

Congolese mensen gaan er van uit dat je je meer Congolees voelt dan Belg, dat heb ik altijd

gemerkt, er bestaat echt een gevoel in de Afrikaanse gemeenschap dat je een voorkeur moet

hebben voor die Afrikaanse roots. Ik versta dat, want blanke mensen hebben altijd op ons

neergekeken, dus we moeten heel fier zijn op onze oorsprong, maar ik zeg altijd, ik kies niet, ik

ben een Belg en ik ben ook een Congolees.320

Tenslotte is het duidelijk dat iedere respondent een deeltje van Congo in zijn/hart meedraagt. Het

zijn korte uitspraken die hiertoe wijzen en dit bevestigen. “ça fait mal au coeur”321, zegt iemand

wanneer die respondent de situatie van de DRC beschrijft. Dit roept een zeker beeld op.

Ik heb altijd zo, ook als kind, altijd zo een enorme voorliefde gehad, niet alleen voor Congo,

maar voor alles wat Afrika was. Dat was niet echt aanwezig in mijn opvoeding, maar alles

wat over Afrika ging, daarbij ging mijn hart sneller slaan, dat ik wist van, dat is deel van mij.

Ik ben wel Belg, maar ik ben meer dan dat, ik weet dat er meer is.322

België heeft me alles gegeven (…) maar Congo, daar heb ik een emotionele band mee, zoals je

van uw moeder houdt, ik hou van Congo maar ik weet niet waarom. (…) Het is een beetje

zoals wanneer je u pijn doet, en je mama je verzorgt, dat is een emotionele band.323

319

Interview met Roland door Hannah Leyns op 18/3/2016. 320

Interview met Gwendoline door Hannah Leyns op 31/3/2016. 321

Interview met Louis door Hannah Leyns op 4/3/2016 322

Interview met Laurine door Hannah Leyns op 20/4/2016. 323

Interview met Baptiste door Hannah Leyns op 29/3/2016.

65

Algemeen besluit

Tot nu toe is er geen actueel onderzoek gedaan naar het profiel en de groei van de Congolese

diaspora in België. Hoewel de reeds bestaande werken veel hebben bijgedragen tot de hedendaagse

kennis over deze belangrijke minderheidsgroep in België, is er nood aan actualisering en dieper

analyserend onderzoek, daar deze mist in het hedendaags debat. Met dit onderzoek is getracht hier

een inleidende start aan te geven. Ten tweede kan er niet gesproken worden over concluderende

recurrenties voor de volledige gemeenschap. Tijdens dit onderzoek is er gebruik gemaakt van diepte-

interviews bij 19 personen tussen de 21 en 38 jaar en ben ik in contact gekomen met die

respondenten via het sneeuwbaleffect. Daarnaast zijn alle respondenten hooggeschoold en is er al

een zekere voorkennis en voorinteresse voor het onderwerp daar ze toestemden met het interview.

Deze elementen zorgen voor een zekere vertekening waarmee rekening moet gehouden worden. Dit

sluit niet uit dat er geen interessante terugkerenende elementen kunnen worden aangestipt. Dit

onderzoek kan juist dienen als inleidend werk dat een zeker inkijk biedt op de Congolese

gemeenschap in België.

Politiek activisme is een concept dat verschillende ladingen dekt en dat onmogelijk eenzijdig kan

onderzocht worden. In de literatuur werden verschillen tussen conventionele en niet-conventionele

vormen van politieke participatie en activiteiten opgemerkt. Tijdens dit onderzoek werd de focus

gelegd op niet-conventionele politieke participatie, zoals het mobiliseren via sociale media en het

deelnemen aan manifestaties. Op die manier werd een graadmeter, die verschillende fases van

politiek activisme inhield, vooropgesteld. Na analyse van deze diepte-interviews en de abstrahering

hiervan in 7 fases namen we volgende besluiten.

Ten eerste vinden we binnen de resultaten van de respondenten een duidelijk aanwezige interesse

voor Congo terug. De respondent weet relatief veel over zijn/haar geschiedenis met Congo en weet

wat er gaande is op politiek niveau. Slechts bij 1 respondent, die tot voor kort noch contact had met

haar Congolese familie noch vrienden had van Congolese origine, was dit niet het geval. Deze

respondent vormt dan ook een uitzondering binnen de onderzoeksresultaten. Zij was één van de

startpunten binnen de zoektocht naar respondenten, maar wegens te weinig contacten binnen de

Congolese gemeenschap kon zij ons niet doorverwijzen naar andere respondenten. Deze zouden

misschien in dezelfde lijn als haar antwoorden. Bepaalde respondenten getuigen namelijk dat slechts

een bepaalde minderheid binnen de gemeenschap politiek geïnteresseerd en geëngageerd is. Ten

tweede is de familiale en vriendschappelijke omgeving van essentieel belang in deze fase, alsook in

de volgende fase waarbij deze informatie wordt gedeeld met elkaar, waarover er dan een mening

66

wordt gevormd. De dichte omgeving blijkt van cruciaal belang als bron van informatie, en als

aanleiding voor interesse en engagement. Dit wordt gelinkt aan het feit dat de familiale omgeving en

vriendenkring voor het grootste deel bestaat uit personen die eveneens Congolese origines hebben,

waardoor de band met Congo sterk aanwezig is in het dagelijks leven. Er is slechts een kleine

minderheid die publiekelijk aanspoort tot sensibilisatie en mobilisatie. Binnen de respondenten

bestaat er namelijk een kleine voorhoede, die actief werkt rond Congolese thema’s (waaronder

politiek) in hun dagelijks en professioneel leven. Deze voorhoede voldoet aan zo goed als alle fases,

waaronder ook de fase waarbij men publiekelijk (bijvoorbeeld via sociale media) informatie delen en

aanzetten tot actie. De meerderheid is hier niet toe bereid.

Ten derde tonen de respondenten slechts een middelmatige maar wel aanwezige interesse en

bereidheid als het gaat over participatie bij evenementen die Congo als hoofdonderwerp hebben.

Een politieke inslag is geen must, terwijl culturele evenementen met muziek, kunst en films meer

interesse opwekken. De respondenten duiden wel het belang van dialoog aan: debatten en

conferenties zijn voor vele respondenten een goede manier om vanuit België om te gaan met

Congolese problematische onderwerpen. Zowel bij deze fase, als bij de fase van organisatie is er

echter één duidelijke recurrentie: het gebrek aan tijd en het gebrek aan duidelijke resultaten (zie

kosten-baten theorie). De respondenten erkennen het belang van actie en tonen duidelijke interesse,

maar hechten ook waarde aan het leven hier en problemen in België. Daarnaast is het niet altijd

duidelijk of acties in België iets teweeg brengen in Congo, waardoor de balans tussen de kosten en de

baten eerder negatief is. Er wordt geconcludeerd dat, hoewel er wel kennis is over bepaalde

organisaties en associaties die rond Congolese thema’s werken, er maar weinig interesse is tot

lidmaatschap of actief engagement binnen zo een organisatie.

Ten vierde is er een positieve houding tegenover de rol van protest en de bereidheid tot

manifesteren. Een kleine minderheid erkent reeds te hebben deelgenomen, en een andere

minderheid erkent bereid te zijn om deel te nemen door hun sterke wens voor verandering. Veel

hangt echter af van het feit of er op voorhand voldoende is gecommuniceerd rond de strategie, het

onderwerp en het doel van de manifestatie of het protest. Dit is voor hen vaak het grootste

probleem. Dit, en ook het feit dat het discours rond verzet en protest tegen het huidig regime in

Congo vaak gedomineerd wordt door een kleine minderheid binnen de gemeenschap, waardoor heel

wat mensen afhaken. Aangezien dit discours vaak de overhand neemt, is er nood aan een

herpositionering van openbaar protest, zodat een breder publiek kan aangesproken worden. Her

heerst namelijk een ontevreden gevoel bij de meeste respondenten wat betreft de huidige politieke

situatie van Congo. Men hecht veel belang aan het dialoog en het debat, waar er vredevol kan

67

gediscussieerd worden over een gemeenschappelijk doel. Sommigen geloven niet dat protest in

België veel kan teweeg brengen, en zien de diaspora's louter als een economische kracht die mensen

ter plaatse helpen. Anderen geloven dan weer heel sterk in de politieke stem van de diaspora's,

aangezien ze nog steeds heel wat banden hebben met familie, vrienden of zakenpartners in Congo.

De meningen hierover zijn dus verdeeld.

Tenslotte is er opvallend genoeg geen overwegend negatieve houding tegenover het gebruik van

geweld. Dit moet uiteraard genuanceerd worden: de respondent spreekt zich unaniem uit tegen het

gebruik van fysiek geweld, en veroordelen zinloos geweld zoals het kapot maken van infrastructuur

of geweld tussen mensen onderling. Men gelooft echter wel in de kracht van geweld, aangezien het

zorgt voor media-aandacht en politieke aandacht, aandacht die men daarvoor niet kreeg. Het is een

manier om aan het woord te komen. Men begrijpt dan ook het feit dat protest en geweld vaak

tesamen gaan en erkennen dat er nood is aan meer aandacht voor hun wensen. Ze zijn nameijk geen

onbelangrijke minderheidsgroep zijn in België.

Aan de hand van de theorie van Ramla Bandele werd er gekeken hoe de band tussen de

respondenten en Congo kan omschreven worden. Een sterke affiniteit met de Congolese identiteit

kan namelijk volgens deze hypothese zorgen voor een sterker engagement op politiek vlak. Ten

eerste werd gekeken naar hoe de respondenten zichzelf identificeerden. Hoewel diegene met

Belgische nationaliteit zich zeker tot op een zeker niveau Belg voelden, kozen ze zelf eerder voor een

Congolese zelf-identificatie. Dit kan deels liggen aan het feit dat de familiale omgeving en

vriendenkring bij velen hoofdzakelijk Congolees is. Emotioneel kwamen er ook heel wat

getuigenissen aan bod. Er was duidelijk een zekere beeldvorming over Congo aanwezig is, waarbij

Congo altijd een belangrijke plaats zou hebben in hun leven, ondanks het leven dat ze hebben

opgebouwd in België. De respondenten die tot nu toe slechts korte tijd in België verbleven, hebben

automatisch een sterkere band met Congo door dichte familie en vrienden die daar nog wonen. De

terugkeer naar het land heeft voor sommigen, die oorspronkelijk niet in een Congolese context zijn

opgegroeid, een wereld geopend die hen heeft geïntroduceerd in het politieke engagement. De

confrontatie met een homogene ‘blanke’ context in België deed sommige respondenten vragen

stellen betreffende hun Congolese identiteit, waardoor er bij vele jongeren een zekere drang bestaat

personen en associaties op te zoeken die deze identiteit gemeenschappelijk hebben. Er is dus een

sterke band op te merken tussen de respondenten en Congo, wat in dit onderzoek gelinkt wordt aan

hun politieke activiteiten. Hoewel men in de literatuur aanhaalt dat er vaak sprake is van imagined

communities en van een ingebeelde band binnen diasporagroepen, is er wel degelijk een

gemeenschappelijk element aanwezig bij de onderzochte respondenten, namelijk dat ze allemaal een

68

heel sterke emotionele band hebben met Congo. Belangrijk te vermelden is dat politieke interesse

iets persoonlijk is, afhankelijk aan verschillende andere elementen. Interesse voor Congolese politiek

vloeit niet automatisch voort uit een sterke band met Congo. Het is dus geen wederkerend verband.

Politiek geëngageerden hebben vaak een sterke band met Congo, maar omgekeerd hebben diegene

met een belangrijke connectie niet automatisch de bereidheid om ook deel te nemen aan politieke

activiteiten.

De Congolese diaspora kan volgens bepaalde respondenten in 3 groepen mensen verdeeld worden

als het gaat over hun band met Congo. Ten eerste zijn er diegenen die totaal niet geïnteresseerd zijn

en hun leven in België als prioritair beschouwen. “Il ne faut pas me casser ma tête avec le Congo.” De

tweede groep wil vooral het positieve verhaal beleven. Zij gaan naar Congo voor vakanties, of om

zaken te doen, terwijl het politieke verhaal hier niet aan te pas komt. Tenslotte heb je diegene met

een zeker idealisme, een zeker engagement, waarbij men wil teruggaan en politieke verbetering of

verandering wenst te zien en hier rond in het dagelijks leven ook mee bezig zijn. Volgens Delphine is

de 2de groep het grootst324, waardoor kan besloten worden dat het politieke bewustzijn en

engagement dat werd genoteerd tijdens dit onderzoek, veeleer in deze laatste kleinere categorie

behoort. Daarom worden toekomstige onderzoekers uitgenodigd dit als basis te beschouwen om

verder te falsifiëren met andere bronnen en getuigenissen. De liefde van vele Congolese Belgen voor

Congo is alom aanwezig, met een onmiskenbare band tussen hen en het land van herkomst. Bij

sommigen leidt dit tot politiek engagement en activisme, bij anderen niet. Congo vormt echter niet

zelden een belangrijk onderwerp binnen gesprekken met familie en vrienden. Het hart klopt bij

iedereen sneller als het over Congo gaat. Congo, le pays de leur coeur.

324

Interview met Delphine door Hannah Leyns op 30/3/2016.

69

Bijlagen

Bijlage 1: Volgorde respondenten met sneeuwbaleffect

70

Bijlage 2: profiel van de respondenten

71

Bijlage 3: Vragenlijst (Franstalige versie te verkrijgen bij auteur)

Zie CD-rom

Bijlage 4-26: Interviews met respondenten en organisaties

Zie CD-rom

72

Bibliografie

Boeken BILLIET (J.) en WAEGE (H.). Een samenleving onderzocht: methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek.

Antwerpen, De Boeck, 2009.

CAREY (S.). Protest, repression and political regimes. New York, Routledge, 2009.

COUTTENIER (M.). Congo tentoongesteld: een geschiedenis van de Belgische antropologie en het museum van

Tervuren (1892-1925). Leuven, Acco, 2005.

DALTON (R.). Citizen politics: public opinion and political parties in advanced industrial democracies.

Washington (D.C.), CQ Press, 2006.

DEIBERT (M.). The democratic Republic of Congo: between hope and despair. London, Zed Books, 2013.

DUINKERKEN (G.). Het diepte-interview. Amsterdam, Uitgeverij Nederlandse Federatie Jeugd- en Jongerenwerk,

1986.

ETAMBALA (Z.A.). In het land van de Banoko. De geschiedenis van de Kongolese/Zaïrese aanwezigheid in België

van 1885 tot heden. Leuven, Hoger Instituut voor de Arbeid, 1993.

HAHN (H. P.) en KLUTE (G.) (eds.). Cultures of Migration: African Perspectives. Münster, Transaction Publishers,

2007.

HUNTINGTON (S.) en NELSON (J.). No easy choice. Cambridge (Mass.), Harvard University Press, 1976.

LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas, Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed

Books, 2014.

MANTELS (R.). Geleerd in de tropen: Leuven, Congo & de wetenschap, 1885 – 1960. Leuven, Universitaire Pers

Leuven, 2007.

MASO (I.). Kwalitatief onderzoek. Meppel, Boom, 1987.

MAYOYO BITYMBA (T.T.). Migration Sud/Nord, levier ou obstacle? Les Zaïrois en Belgique. Parijs, L’Harmattan,

Afrikastudies, 1995, 40(13).

NORRIS (P.). Democratic phoenix: reinventing political activism. New York, University Press, 2002.

NYATANYI (G.). Symphonie du noir en blanc, Noirs Africains en Belgique, Brussel, Regionaal Integratiecentrum

Foyer Brussel vzw, 2007.

NYERS (P.) en RYGIEL (K.). Citizenship, migrant activism and the politics of movement. London, Routledge, 2012.

OOSTINDIE (G.). Postkoloniaal Nederland-vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen, Amsterdam, 2009.

ROOSE (H.) en MEULEMAN (B.). Methodologie van de sociale wetenschappen, een inleiding. Gent, Academia

Press, 2014.

STRIKWERDA (C.), BRODY (D.) en GUERIN-GONZALES (C.). The politics of immigrant workers: labor activism and

migration in the world economy since 1830. New York, Holmes and Meier, 1993.

TARROW (S.). The new transnational activism. Cambridge, Cambridge University Press, 2005.

73

TREFON (T.). Congo Masquerade: the political culture of aid inefficiency and reform failure. London, Zed Books,

2011.

VOS (H.). Besluitvorming in de Europese Unie, een survival kit. Leuven, Acco, 2015.

Artikels ABDILE (M.). ‘The Somali diaspora in conflict and peacebuilding: the Peace Initiative Programme’. In: LAAKSO

(L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas, Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed Books,

2014.

AELBRECHT (N.) en NSAYI (N.). ‘Congolese burgerbeweging schreeuwt: stop de repressie!’. In: Broederlijk Delen,

26/02/2016, URL: http://www.broederlijkdelen.be/nl/nieuws/congolese-burgerbeweging-schreeuwt-stop-de-

repressie.

AXEL (B.). ‘The Context of Diaspora’. In: Cultural Anthropology, vol. 19, nr. 1, 2004.

BANDELE (R.). ‘Understanding African Diaspora Political Activism: The rise and fall of the Black Star Line’. In:

Journal of Black Studies, vol. 40, nr. 4, 2010.

BARRINGTON (L.), HERRON (E.) en SILVER (B.). ‘The Motherland is Calling: Views of Homeland among Russians

in the near Abroad’. In: World Politics, vol. 55, nr. 2, 2003.

BAZENGUISSA-GANGA (R.) en MACGAFFEY (J.). 'Vivre et briller: à Paris, des jeunes Congolais et Zairois en marge

de la légalité économique'. In: Politique Africaine, 57, 1995.

BERWOUTS (K.). ‘Is Kabila op weg naar de uitgang?’. In: MO, 13-10-15, URL: http://mo.be/analyse/kabila-op-

weg-naar-de-uitgang.

BETTS (A.) en JONES (W.). ‘The transnational exile complex. How to think about African diaspora politics’. In:

Working Paper Series, nr. 88, 2012.

BLACKSHIRE-BELAY (A.). ‘The African Diaspora in Europe: African Germans Speak Out’. In: Journal of Black

Studies, vol. 31, nr. 3, Special Issue: Africa: New Realities and Hopes, jan. 2001.

BOISSELET (P.). ‘RD Congo – diaspora: “Comme de Gaulle en 1940”’. In: Jeune Afrique, 8-9-15, URL:

http://www.jeuneafrique.com/mag/262362/societe/rd-congo-diaspora-comme-de-gaulle-en-1940/,

geraadpleegd op 2 maart 2013.

BOUCKAERT (C.). ‘La communauté congolaise appelle à une journée d’action nationale contre Theo Francken’.

In: Le Vif, 31/10/15, URL: http://www.levif.be/actualite/belgique/la-communaute-congolaise-appelle-a-une-

journee-d-action-nationale-contre-theo-francken/article-normal-323221.html.

BRAUWERS (G.). ‘Beledigend eerbetoon aan Leopold II in Brussel’. In: MO, 15 december 2015, URL:

http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/12/15/beledigend-eerbetoon-aan-leopold-ii-in-brussel,

geraadpleegd op 1 maart 2016.

CEUPPENS (B.). Afrika verteldt: als intercultureel erfgoed. 2005, URL:

http://soc.kuleuven.be/arc/afrikaverteltd/?q=book/print/286.

CLEMENT (R.). ‘Congolese betoging tegen verkiezingsfraude’. 24/06/11, URL:

http://www.dewereldmorgen.be/foto/2011/12/24/congolese-betoging-tegen-de-verkiezingsfraude,

geraadpleegd op 03/12/15.

74

DE CORTE (S.). ‘Van de Naamse poort tot de abdij: Matonge, Flagey en de vijvers van Elsene’. CORIJN (E.) en DE

LANNOY (W.) (eds.). De kwaliteit van het verschil /la qualité de la différence. Brussel, VUBpress, 2000.

DEMART (S.). ‘Rellen in Matonge en… onverschilligheid van de overheid?’. In: Brussels studies, nr. 68, 1/7/2013.

DEMART (S.). ‘De la distinction au stigmate. Matonge: un quartier Congolais à Bruxelles’ In: Les cahiers de la

Fonderie, nr. 38, 2008, p. 58.

GARDNER (K.). ‘Keeping connected: security, place, and social capital in a ‘Londoni’ village in Sylhet’. In: Journal

of the Royal Anthropolical Institute, 14, 2008.

GODDEERIS (I.). ‘Congo in onze navel: de omgang met het koloniale verleden in België en zijn buurlanden’. In:

Ons erfdeel, 54, 2011.

GODIN (M.) en CHIDEKA (M.). ‘Congolese women activists in DRC and Belgium’. In: Forced Migration review,

issue 36, 2010.

HANSEN (R.). ‘Migration to Europe since 1945: Its History and its Lessons’. In: The Political Quarterly vol. 74, nr.

1, 2003.

ISIN (E.). ‘Theorizing Acts of Citizenship’. In: ISIN (E.) en NIELSON (G.) (eds.). Acts of Citizenship. London, Zed

Books, 2008.

JAHJAH (A.). ‘België, waar je echte moslim wordt.’ In: De Standaard, 2/10/15, URL:

http://www.standaard.be/cnt/dmf20151001_01897541.

JOHNSON (H.). ‘Moments of solidarity, migrant activism and (non)citizens at global borders’. In: NYERS (P.) en

RYGIEL (K.). Citizenship, Migrant Activism and the Politics of Movement. London, Routledge, 2012.

KAGNE (B.) L’immigration d’origine subsaharienne avant 1960: la Belgique découvre ‘l’Africain’. Aanvulling op:

courier hebdomadaire, 1721, 2011, URL: http://www.crisp.be/FR/Documents/complements/Article_Kagne.pdf,

geraadpleegd op 10-02-16.

KATZ (F.E.) en PIRET (F.V.). ‘Circuitous Participation in Politics’. In: American Journal of Sociology, vol. 69, nr. 4,

1964.

KAZADI WA KABWA (D.) en SEGATTI (A.). ‘Paradoxical expressions of a return to the homeland: music and

literature among the Congolese (Zairean) diaspora.’ In: KOSER (K.) (ed.). New African diasporas. New York,

Routledge, 2003.

KING (C.) en MELVIN (N.J.). ‘Diaspora politicis: ethnic linkages, foreign policy and security in Eurasia’. In:

International Security, vol. 24, nr. 3, 1999-2000.

KOINOVA (M.). ‘Four types of diaspora mobilization: Albanian Diaspora Activism for Kosovo interdependence in

the US and the UK’. In: Foreign Policy Analysis, nr. 9, 2013.

KORSTEN (A.). Eisen en beïnvloeding van overheidsbeleid. 2009, pp. 11-20. URL:

http://www.arnokorsten.nl/PDF/Beleid/Politieke%20participatie%20en%20beleid.pdf, geraadpleegd op 29

februari 2016.

LAAKSO (L.). ‘Diaspora and multi-level governance for peace’. In: LAAKSO (L.) en HAUTANIEMI (P.). Diasporas,

Development and Peacemaking in the Horn of Africa. Londen, Zed Books, 2014.

75

LYONS (T.). ‘Engaging diasporas to promote conflict resolution: transforming hawks into doves.’ In: Papers and

reports, mei 2004, School for Conflict Analysis and Resolution.

MARTIN (D.G.), HANSON (S.) en FONTAINE (D.). ‘What Counts as Activism? The Role of Individuals in Creating

Change’. In: Women’s Studies Quarterly, 35, (3/4), 2007.

MARYSSE (S.). ‘Regress and war: the case of DRCongo.’ In: The European journal of development research,

15(1), 2003.

MILLER (J.) en KROSNICK (J.). ‘Threat as a Motivator of Political Activism: A Field Experiment.’ In: Political

Psychology, vol. 25, nr. 4, Symposium on Campaigns and Elections, 2004.

N.N. ‘Zeker 15 doden gemeld bij studentenprotest in Congo’. In: De Morgen, 19 Jan. 2015. URL:

http://www.demorgen.be/buitenland/zeker-15-doden-gemeld-bij-studentenprotest-in-congo-a2187169/

geraadpleegd op 12/12/2015.

N.N. ‘Ca suffit! Een schreeuw om verandering in DR Congo’. In: 11.11.11, 15/02/16, URL:

http://www.11.be/artikels/item/drcongo-ca-suffit-een-schreeuw-om-verandering, geraadpleegd op 7 maart

2016.

N.N. ’15 jaar Kabila, een bilan’. In: 11.11.11., 26-01-16, URL: http://www.11.be/component/zoo/item/15-jaar-

kabila, geraadpleegd op 7 maart 2016.

N.N., ‘Vierhonderd betogers tegen Kabila in Brussel’. In: De Morgen, URL:

http://www.demorgen.be/binnenland/vierhonderd-betogers-tegen-kabila-in-brussel-b7dba1c8/, geraadpleegd

op 3/12/15.

N.N. ‘Introduction: political participation and civil rights of Immigrants a research agenda. In: The International

Migration Review, vol. 19, nr. 3, 1985.

N.N. ‘Sit-in voor Congolese ambassade na vondst van 425 lijken in Kinshasa’. In: De Morgen, 9/4/15,

http://www.demorgen.be/buitenland/sit-in-voor-congolese-ambassade-na-vondst-van-425-lijken-in-kinshasa-

b1144db2/.

N.N. ‘Tweehonderdtal Congolezen betogen in Brussel tegen president Kabila’. In: De Morgen, 31/01/2015, URL:

http://www.demorgen.be/binnenland/tweehonderdtal-congolezen-betogen-in-brussel-tegen-president-kabila-

bf7a26e5/.

N.N. ‘Carter Center: DRC Presidential Election Results Lack Credibility’. 10-12-11. URL:

http://www.cartercenter.org/news/pr/drc-121011.html

NSAYI (N.). ‘De Vlaamse Leeuw in Congolese handen’. In: De Morgen, 24-12-11, URL:

http://www.demorgen.be/buitenland/de-vlaamse-leeuw-in-congolese-handen-b4275281/, geraadpleegd op 2

maart 2016.

NSAYI (N.). ‘Congolezen kleuren verkiezingslijsten’. In: MO, 23/05/2014, URL:

http://www.mo.be/opinie/congolezen-kleuren-verkiezingslijsten.

ØSTERGAARD-NIELSEN (E.). ‘The politics of migrants’ transnational political practices’. In: The International

Migration Review, vol. 37, nr. 3, 2003.

PALMER (C.). ‘Defining and studying the modern African diaspora.’ In: The Journal of Negro History, vol. 85, nr.

1/2, 2000.

76

PLATT (M.B.). ‘Participation for what? A policy-motivated approach to political activism’. In: Political Behavior,

vol. 30, nr. 3, 2008.

POPPE (G.). ‘Het conflict in Oost-Congo: herhaling van de geschiedenis’. In: Vrede, 12 sept. 2012, URL:

http://vrede.be/nieuws/per-regio/afrika/1020-het-conflict-in-oost-congo-herhaling-van-de-geschiedenis ,

geraadpleegd op 14/04/2015.

QUINSAAT (S.). ‘Diaspora activism in a non-traditional country of destination: the case of Filipinos in the

Netherlands’. In: Ethnic and Racial Studies, vol. 39, nr. 6, 2016.

RABAEY (M.). ‘Boze Congolezen bestormen ambassade in Elsene’. In: De Morgen, 22-11-12, URL:

http://www.demorgen.be/buitenland/boze-congolezen-bestormen-ambassade-in-elsene-b907703f/,

geraadpleegd op 1 maart 2016.

RABAU (R.). ‘Waarom waren er geen Congolese arbeidsmigranten tussen 9145 en 1960 in België? Een aantal

mogelijke verklaringen.’ In: Kifkif, 13-03-14, URL: http://www.kifkif.be/actua/waarom-waren-er-geen-

congolese-arbeidsmigranten-tussen-1945-en-1960-in-belgie-een-aantal-mogel, geraadpleegd op 14 maart

2016.

RICH (A.). ‘The Hermit’s Scream’. In: PMLA, vol. 108, nr. 5, 1993.

RIGAUD (C.). ‘RDC: ville morte et guerre des images à Kinshasa’. In : Afrikarabia.com, 16/02/2016, URL :

http://afrikarabia.com/wordpress/rdc-ville-morte-et-guerre-des-images-a-kinshasa/, geraadpleegd op 7 maart

2016.

RUTAZIBWA (O.). ‘Belgisch Congo stemt Vlaams’. In: MO, 29-02-12, URL: http://www.mo.be/artikel/belgisch-

congo-stemt-vlaams, geraadpleegd op 2 maart 2016.

SAVAGE (T.). ‘The Democratic Republic of the Congo: inchoate transition, interlocking conflicts.’ In: DOXTADER

(E.) en VILLA-VICENSIO (C.). Through fire with water: the roots of division and the potential for reconciliation in

Africa. Claremont, Philip, 2003.

SCHAMP (T.) en DEVOS (C.). ‘Verkiezingen en kiessystemen.’ In DEVOS (C.)(ed). Een plattegrond van de macht.

Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen. Gent, Academia Press, 2012.

SHAIN (Y.) en BARTH (A.). ‘Diasporas and International Relations Theory’. In : International Organization, vol.

57, nr. 3, 2003.

SOWARDS (S.K.) en RENEGAR (V.R.). ‘Reconceptualizing Rhetorical Activism in Contemporary Feminist Context’.

In: The Howard Journal of Communications, 17, 2006.

STEARNS (J.). ‘Did Kabila’s party just say that they will postpone elections by two to four years?’, URL:

http://congoresearchgroup.org/did-kabilas-party-just-say-that-they-will-postpone-elections-by-two-to-four-

years/.

STEARNS (J.). ‘Statement on Congolese elections’. In: Congo Siasa, 20/12/2011, URL:

http://congosiasa.blogspot.be/2011/12/statement-on-congolese-elections.html

SUMATA (C.), TREFON (T.) en COGELS (S.). ‘Images et usages de l’argent de la diapsora congolaise: les transferts

comme vecteur d’entretien du quotidien à Kinshasa.’ In: TREFON (T.) (ed.). Ordre et désorde à Kinshasa.

Réponses populaires à la faillite de l’État. Tervuren , Musée royale de l’Afrique centrale & Paris, l’Harmattan,

2004.

77

TURNER (S.). ‘The waxing and waning of the political field in Burundi and its diaspora’. In: Ethnic and Racial

Studies, vol. 31, nr. 4, 2008.

VECCHIONE (M.), SCHWARTZ (S.H.) et al. ‘Personal values and political activism: A cross-national study’. In:

British Journal of Psychology, vol. 106, nr. 1, 2015.

VERLINDEN (P.). ‘De mythe van de democratie’. De Redactie, 18 aug 2014, URL:

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/analyse/1.2063349.

VIDAL (K.). ‘Congolese betogers halen slag thuis’. In: De Morgen, 24 jan. 2015, p. 5.

WALD (K.). ‘Homeland Interests, Hostland Politics: Politicized Ethnic Identity among Middle Eastern Heritage

Groups in the United States.’ In: The International Migration Review, vol. 42, nr. 2, 2008.

ZOLBERG (A.R.). ‘Moments of Madness’. In: Politics and Society, 2, 1972.

Studies CUYPERS (S.). Belgisch-Congolese jongeren aan het woord. Omgang met het verleden en identiteitsvorming.

Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de Geschiedenis, K.U. Leuven, academiejaar 2012-

2013.

DE GRAVE (V.). Wat verstaan ouders en jongeren van Congolese origine in Antwerpen onder opvoeding?

Eindverhandeling voorgelegd met oog op het behalen van de graad van Licentiaat in de Vergelijkende

Cultuurwetenschappen, Universiteit Gent, academiejaar 2007-2008.

MOHAPATRA (S.) en RATHA (D.). Remittance Markets in Africa. Washington, De Wereldbank, 2011, URL:

<http://siteresources.worldbank.org/EXTDECPROSPECTS/Resources/476882-

1157133580628/RMA_FullReport.pdf>.

N.N. Diaspora Involvement in Development Cooperation. Geneva, International organization for migration,

2008.

SCHOONVAERE (Q.). Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de Congolese aanwezigheid in

België: analyse van de voornaamste demografische gegevens. Studiegroep Toegepaste Demografie (UCL) en

Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding, 1 juni 2010.

SWYNGEDOUW (E.). Transnationale sociale netwerken en hybride identiteit. Een kwalitatief onderzoek naar

Kongolese migranten in Brussen en Leuven. Verhandeling, aangeboden tot het verkrijgen van de graad van

Licentiaat in de Sociologie, K. U. Leuven, academiejaar 2006-2007.

Digitale bronnen Service public fédéral Intérieur: Demandes d’asile, 2015, URL:

https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/FR/Documents/Statistiques/Stat_M_Asile_Fr_2015_12.pdf.

Service public fédéral Intérieur: Demandes d’autorisation de séjour exceptionnel, 2015. URL:

https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/FR/Documents/Statistiques/Stat_M_SRH_Fr_2015_12.pdf.

Handige links https://twitter.com/BErenaissance

http://belgianrenaissance.tumblr.com/

http://www.memoirecoloniale.be/

78

https://www.facebook.com/Decolonizebelgium-456526891147925/?fref=ts

https://www.facebook.com/Bana-vzw-1768131623413174/?fref=ts

http://www.movementx.org/

http://www.changeasbl.org/

http://www.bana-leuven.be/

http://www.banamikili.skyrock.com/

http://www.banacongo.afrikblog.com/

http://www.friendsofthecongo.org

http://www.allafrica.com/

http://www.congoforum.be/

http://www.radiookapi.net/

http://www.congoforum.be

http://www.observatoirebayaya.wix.com/observatoirebayaya/

http://www.ladynamiquecongolaise.com/

http://www.congoresearchgroup.org/

http://www.afrikatime.com/

http://www.rfi.fr/

http://www.congoindependant.com/

http://www.digitalcongo.net/