Rapport Verkeersinbreuken 2015
-
Upload
duongthuan -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
Transcript of Rapport Verkeersinbreuken 2015
Inh
ou
d
2
I n h o u d
S n e l h e i d
A l c o h o l
D r u g s
G o r d e l / k i n d e r z i t
I n l e i d i n g
O v e r z i c h t V I 2 0 1 5
Inle
idin
g
3
I n l e i d i n g
V e r k e e r s i n b r e u k e n e n w e g e n n e t
Dit jaarrapport brengt verslag uit van de inbreuken betreffende de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, alsook de bijzondere wetten. Ten einde de toepassing van deze wet en haar koninklijke besluiten te verzekeren, stellen de politieambtenaren de inbreuken vast en stellen zij processen-verbaal op. Voor bepaalde inbreuken door de Koning bepaald en indien geen schade aan anderen hebben berokkend en de overtreder zijn toestemming geeft, kan een geldsom worden geïnd (de onmiddellijke inning) die de strafvordering doet ophouden. Deze gegevensbank omvat zowel de p r o c e s s e n - v e r b a a l als de o n m i d d e l l i j k e i n n i n g e n .
Fig. 1 Belgische wegennet
Het Belgische verkeersnet kan opgedeeld worden volgens het type van de weg. Men onderscheidt drie hoofdtypes: a u t o s n e l w e g e n , g e w e s t w e g e n (verbindingsweg en andere genummerde weg) en de g e m e e n t e w e g e n . Het Belgische wegennet is met 5,0 km weg/km2 één van de dichtste verkeersnetten in Europa. Ter vergelijking telt Frankrijk 1,62 km weg/km2 en Nederland 3,1 km weg/km21
1 FOD Economie – De algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Mobiliteit en Vervoer, Eurostat – Berekeningen IWEPS, http://www.iweps.be/densites-des-reseaux-de-transport , [25/04/2016]
Inle
idin
g
4
F o c u s o p d e “ k i l l e r s ”
Extra uitleg over de cijfers :
Dit rapport dient om de evolutie van de “killers” in het verkeer op te volgen, dewelke ook zijn opgenomen als prioritaire verkeersthema’s in het Nationaal VeiligheidsPlan 2012-2015:
- de overdreven snelheid; - het rijden onder invloed van alcohol of drugs; - het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes.
Voor dat we deze thema’s doornemen, is het belangrijk om enkele elementen te verduidelijken.
Het vaststellen van een verkeersinbreuk is bijna altijd het gevolg van een politiecontrole. In tegenstelling tot de gerechtelijke inbreuken (bv. woninginbraak) worden verkeersinbreuken zelden of nooit aangegeven op basis van een klacht. Als er geen controle is op het naleven van het verkeersreglement, worden er geen inbreuken geregistreerd. Bij het bespreken van evoluties en trends doet men dus indirect ook steeds een uitspraak over de politieactiviteit.
Wat betreft de snelheidsinbreuken is dit enigszins anders door de steeds grotere automatisering van de controles. Daarom is de vaststelling van de snelheidsinbreuken minder afhankelijk van de politieactiviteit en meer van het aantal geautomatiseerde radars op de belgische wegen.
Ove
rzic
ht
ve
rke
ers
inb
reu
ken
20
15
5
Niet aantal VI is het belang-rijkste, wel het thema
Ong. 4,5 miljoen vastgestelde verkeersinbreuken in 2015
O v e r z i c h t v e r k e e r s i n b r e u k e n 2 0 1 5
In 2015 werden er 4.595.591 verkeersinbreuken (VI) geregistreerd. Daarmee is de kaap van 5 miljoen in zicht maar net niet gehaald. Het t o t a a l a a n t a l geregistreerde verkeersinbreuken is i n s t i j g e n d e
l i j n s i n d s 2 0 0 7 , maar kent nu in 2 0 1 5 een l i c h t e d a l i n g . De trend van de verkeersinbreuken wordt vooral bepaald door de snelheidsinbreuken, aangezien deze de grootste groep vormen.
Fig. 2 Aantal verkeersinbreuken 2007-2015
Fig. 3 Aandeel verkeersinbreuken per thema, 2015
S n e l h e i d s i n b r e u k e n vormen de g r o o t s t e g r o e p binnen de geregistreerde verkeersinbreuken. Bijna 7 van de 10 geregistreerde VI hebben betrekking op overdreven snelheid. Op de tweede plaats komen
de inbreuken in verband met stilstaan en parkeren. Dit zijn “verkeersthema’s” die samengesteld zijn op basis van al de artikelen die in de verkeerswetgeving aan bod komen. Let wel, het is niet omdat er weinig inbreuken geregistreerd zijn voor een thema dat dit thema minder belangrijk is of een geringe impact kan hebben.
3 6
15
68
5
3 9
14
51
8
4 2
49
74
1
4 4
79
57
4
4 9
01
98
4
4 6
51
53
6
4 8
33
69
2
4 9
54
03
3
4 5
95
59
1
0
500 000
1 000 000
1 500 000
2 000 000
2 500 000
3 000 000
3 500 000
4 000 000
4 500 000
5 000 000
5 500 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersinbreuken- totaal
waarvan snelheid
waarvan niet-snelheid
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
0,1%
0,1%
0,1%
0,2%
0,3%
1,0%
1,7%
1,9%
2,4%
3,8%
7,3%
11,4%
69,6%
0% 20% 40% 60%
Onbekend
Helm en beschermende kledij
Drugs
Andere
Zwaar vervoer
Alcohol
Gordel en kinderzitje
Verkeerslichten
GSM
Documenten
Wegcode
Stilstaan en parkeren
Snelheid
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL DAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
Snelheid is absolute NR1 qua aantal VI (bijna 7/10)
Ong. 4,5 miljoen verkeersinbreuken in 2015
Lichte daling in 2015
Aantal VI in stijgende lijn tot 2014
Ove
rzic
ht
ve
rke
ers
inb
reu
ken
20
15
6
Verkeersveiligheid: focus op killers in het verkeer
Fig. 4 Evolutie van het aantal verkeersinbreuken - thema “killers in het verkeer” (2007=100)
Niet het controleren maar wel de verkeersveiligheid komt steeds op de eerste plaats. Controles gebeuren daarbij voor het geheel van het verkeersreglement maar gaan zich ook specifiek oriënteren op de
belangrijke punten inzake verkeersveiligheid. De belangrijkste k i l l e r s i n h e t v e r k e e r zijn:
Snelheid;
Rijden onder invloed van Alcohol of Drugs;
Beveiliging: gordel/kinderzitje.
Deze thema’s komen bijgevolg nadrukkelijk aan bod in de verkeerscontroles. Sterke stijgers qua aantal geregistreerde inbreuken zijn de thema’s drugs en snelheid. Het aantal geregistreerde verkeersinbreuken in verband met alcohol en gordel & kinderzitje vertonen een dalende tendens. Verschillende redenen kunnen aangehaald worden voor deze trends. We vermelden onder meer sensibiliseringscampagnes en attitude-wijzigingen, meer en meer gerichte controles naast routinecontroles en controles bij ongevallen, verbeterde testmethodes,.... En specifiek voor 2015 dienen we ook rekenig te houden met het verhoogde niveau van terreurdreiging, wat kan geleid hebben tot minder verkeerscontroles. In de navolgende hoofdstukken per thema wordt verder ingegaan op de aanwezige trends.
50
75
100
125
150
175
200
225
250
275
300
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Totaalverkeersinbreuken2015
Snelheid
Alcohol
Gordel enkinderzitje
Drugs
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
Snelheid is stijger maar ook Drugs
Sn
elh
eid
7
Attitude t.o.v. snelheid en te snel rijden: ongunstige evolutie
Snelheidslimieten en bijhorende controles i.f.v. verkeersveiligheid
S n e l h e i d
S n e l h e i d s i n b r e u k e n : o m v a n g e n e v o l u t i e
S n e l h e i d is een b e l a n g r i j k e r i s i c o f a c t o r in het verkeer. Als er sneller gereden wordt op een bepaalde weg, neemt de kans op een ongeval toe, in die mate dat in algemene termen geldt dat 1% verhoging
van de snelheid aanleiding geeft tot een 3% grotere kans op een ongeval. Bij hogere snelheden zijn remafstanden langer en wordt de reactietijd korter. Bovendien geven hogere rijsnelheden aanleiding tot hogere botssnelheden en ernstigere gevolgen. S n e l h e i d s l i m i e t e n zijn ingevoerd om hoge rijsnelheden te vermijden. 2, 3
Iedereen, van voetganger tot bestuurder, neemt deel aan het verkeer en is betrokken bij de verkeersveiligheid. Het BIVV voert driejaarlijks een a t t i t u d e m e t i n g over verkeersveiligheid uit. In verband met (te) snel
rijden wordt de vraag gesteld in welke mate men snel rijden sociaal onaanvaardbaar vindt. In een ideale wereld zou 100% van de respondenten te snel rijden sociaal onaanvaardbaar vinden. In de attitudemeting van 2003 was 70% akkoord of helemaal akkoord met deze stelling. In de meting van 2012 is dit percentage gedaald tot 56%. Er is duidelijk een n e g a t i e v e e v o l u t i e : te snel rijden wordt meer en meer als “aanvaardbaar” beschouwd. 4
Fig. 5 Aantal verkeersinbreuken en evolutie thema “snelheid”, 2007-2015
2 European Road Safety Observatory, http://ec.europa.eu/transport/road_safety/specialist/knowledge/speed/speed_is_a_central_issue_in_road_safety/speed_and_accident_risk_en.htm, [3/05/2016] 3 SWOV-factsheets, 2012, De relatie tussen snelheid en ongevallen, Leidschendam, april 2012, www.swov.nl/rapport/Factsheets/NL/ Factsheet_Snelheid.pdf , [3/05/2016] 4 Boets, S. en Meesmann, U. (2014) Snelheid en te snel rijden. Resultaten van de driejaarlijkse attitudemeting over verkeersveiligheid van het BIVV. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [04/04/2016]
2 0
71
60
3
2 3
22
05
5
2 6
35
90
4
2 8
05
46
9
3 2
52
50
9
3 0
11
20
2
3 1
83
20
1
3 3
64
22
3
3 1
98
09
0
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
0
500 000
1 000 000
1 500 000
2 000 000
2 500 000
3 000 000
3 500 000
4 000 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersinbreukensnelheid
Evolutie VIsnelheid(2007=100)
Evolutie totaalverkeersinbreuken(2007=100)
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
Aantal snelheidsinbreuken in stijgende lijn tot 2014
Aantal snelheidsinbreuken daalt licht in 2015
Sn
elh
eid
8
Gemiddeld 8800 snelheids-overtredingen per dag
Trajectcontrole komt in de plaats van vaste camera’s
Snelheidscontroles: nieuwe technologieën
Snelheidscontroles: nieuwe methodes
Het a a n t a l vastgestelde inbreuken snelheid n a m j a a r l i j k s t o e t o t 2 0 1 4 , e n d a a l d e t u s s e n 2 0 1 4 e n 2 0 1 5 . In 2015 werden meer dan 3 miljoen inbreuken voor overdreven snelheid geregistreerd,
wat overeenkomt met bijna 8 800 inbreuken per dag.
S n e l h e i d s c o n t r o l e s
Snelheidscontrole gebeurt vandaag zowel met nieuwe middelen, trajectcontrole, als met nieuwe methodes zoals flitsmarathons en speed-acties. De f l i t s m a r a t h o n s (de marathon heeft in 2015
plaatsgenomen op 23 en 24 april waarvoor 688 mobiele installaties ontplooid werden5) en speed-acties (sinds 2014) kan men zien als een combinatie van handhaving, sensibilisering en bewustmaking van de problematiek. Bij s p e e d - a c t i e s ligt de doelstelling nog een stap verder. Door te controleren op verschillende punten langs één verkeersas probeert men de bestuurders aan te moedigen om meer met een constante snelheid te rijden en zo het verkeer veiliger te laten verlopen (men vermijdt het afremmen en optrekken bij een verkeersradar).6
De controles op snelheid gebeuren door bemande en onbemande camera’s. Sinds 2012 gebeuren de onbemande controles niet enkel meer op vaste punten maar is de t r a j e c t c o n t r o l e een nieuwe
handhavingstechnologie. Bij trajectcontrole meet men de gemiddelde snelheid over een bepaald traject en niet langer op één vast punt. Deze vorm van controle wordt positief geëvalueerd. De snelheid op het traject daalt met gemiddeld 5 km per uur, net zoals bij de cameracontroles op een vast punt, maar daalt over een langere afstand en geeft aanleiding tot een veel gelijkmatiger snelheidsprofiel. Het afremmen net voor en het optrekken net na de flitspaal is afwezig bij trajectcontrole. Ondanks de korte periode van activiteit van de trajectcontrole wordt er een p o s i t i e f e f f e c t gemeten o p h e t a a n t a l v e r k e e r s o n g e v a l l e n met en zonder lichamelijk letsel. 7
Fig. 6 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens de methode van controle vastgesteld door de federale wegpolitie, 2014
Sinds de invoering van de t r a j e c t c o n t r o l e in 2012 is het aandeel vaststellingen op basis van deze methode s t e r k t o e g e n o m e n . Bovenstaande figuur omvat enkel de vaststellingen door de federale
wegpolitie voor 2014. Zij controleren de autosnelwegen waar de trajectcontrole op diverse punten aanwezig is. Trajectcontrole wordt meer ingezet ten nadele van de vaste radars en in mindere mate de mobiele radars waardoor het afremmen en optrekken aan de flitspaal vermeden wordt.
5 Volgens de cijfers van DGA-DAH de flitsmarathon leed tot 289 883 contoles en 21 835 PV/OI
6 Federale Politie, DGA-DAH, Persbericht “Daling van het aantal dodelijke ongevallen op de autosnelwegen in 2014. Een positieve evolutie dankzij de acties van de federale wegpolitie.”
7 De Pauw E., Daniels S., Brijs T., Hermans E. & Wets G., 2014, Snelheidscamera’s en trajectcontrole op Vlaamse autosnelwegen. Evaluatie van het effect op snelheidsgedrag en verkeersveiligheid, Universiteit Hasselt, IMOB, www.uhasslet.be/documents/IMOB/ Nieuws%20en%20Agenda/Snelheidscameras-en-trajectcontroles.pdf [28/10/2015]
50%
44%
40%
29%
7%
8%
4%
19%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2012
2014
mobiele radarsvaste radarssemi-mobiele radarstrajectcontrole Federale Poitie/DGA/DAH
Aandeel trajectcontrole neemt toe
Sn
elh
eid
9
Verhoudingen in zwaartegraad evolueren in gunstige zin
>41km/u te snel: kleinste aantal maar relatieve en absolute
toename
H o e s n e l i s t e s n e l ?
Het aantal snelheidsinbreuken nam de laatste jaren sterk toe. Toch is er een gunstige evolutie merkbaar volgens de zwaartegraad van de snelheidsinbreuken.
Fig. 7 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens zwaartegraad, 2007 & 2015
Het g r o o t s t e a a n t a l inbreuken in verband met snelheid betreft overtredingen waarbij men maximaal 1 0 k m / u t e s n e l rijdt onmiddellijk gevold door de categorie waarbij men tussen 10-20 km/u te
snel rijdt. In 2007 lagen beide percentages (43,7% en 39,7%) veel dichter bij mekaar dan in 2015 (48,3% en 36%). Wanneer men vandaag te snel rijdt, is de zwaartegraad van de overtreding minder hoog dan in 2007. Er worden steeds meer overtredingen geregistreerd waarbij men tot 10 km/u te snel rijdt waardoor het aandeel in de categorieën 11-20, 21-30 en 31-40 km/u licht daalt.
Maar er is o o k e e n o n g u n s t i g e e v o l u t i e . Hoewel het aandeel overtredingen waarbij men meer dan 40 km/u te snel rijdt zeer gering is, neemt dat aandeel toe van 1,1% à 1,3%. Per dag werden in 2015 gemiddeld 110 overtredingen begaan waarbij men meer dan 40 km/u te
snel rijdt (tegen 62 per dag in 2007).
Gunstige evolutie: groter aandeel van 0-10 km/u te snel
Ongunstige evolutie: aandeel >40 km/u te snel neemt toe
Sn
elh
eid
10
Meeste snelheidsovertredingen op gewestwegen
Snelheidsovertredingen in elk snelheidsregime
W a a r w o r d t e r t e s n e l g e r e d e n ?
Van alle vastgestelde snelheidsinbreuken in 2015 vond 47,5% (1 519 025) plaats op g e w e s t w e g e n , gevolgd door 29,1% (930 240) op de autosnelwegen en 19,6% (625 458) op een gemeenteweg. Een
restcategorie waar het type weg als onbekend staat genoteerd vult het geheel aan (3,9% of 123 367 inbreuken).
De verdeling van het aantal inbreuken per type weg is natuurlijk afhankelijk van waar de politie bemande controles uitvoert en waar de onbemande camera’s zijn geplaatst. Globaal gesproken komt de verdeling van het aantal afgelegde voertuigkilometers op ons wegennet overeen met de verdeling van het aantal snelheidsinbreuken. Er worden wel wat meer inbreuken vastgesteld op de gewestwegen in vergelijking met het gebruik van dit type weg en wat minder overtredingen op de autosnelwegen.
Fig. 8 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens type weg-2015 vergeleken met het aantal afgelegde voertuigkilometers op deze wegen (gegevens 2013)
De grootste groep overtreders (48,3%) rijdt tussen 0-10 km/u te snel. Toch is het ook belangrijk om te kijken naar het s n e l h e i d s r e g i m e v a n e e n w e g . De toegelaten snelheid bepaalt mee de ernst van de
overtreding, 10 km/u te snel in een zone 30 heeft een andere impact op de verkeersstroom en de verkeersbeleving dat 10 km/u te snel op de autosnelweg.
29
,1%
47
,5%
19
,6%
38
,0%
43
,3%
18
,7%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Autosnelwegen Gewestwegen Gemeentewegen
Snelheidsinbreuken2015 (type routegekend)
Kilometers afgelegdop het belgischewegennet - 2013
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum
31/03/2016
FOD Mobiliteit en vervoer op basis van
gegevens van de gewesten (www.statbel.fgov.be)
Gewestwegen: meeste snelheidinbreuken ook in
vergelijking met weggebruik
Sn
elh
eid
11
Nationale gedragsmeting BIVV: vooral in zone30 te snel maar
gunstige evolutie
Impact snelheidsovertredingen t.o.v. toegelaten snelheid niet
overal gelijk: zone 30
Fig. 9 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens toegelaten snelheidsregime-2015
Op basis van de geregistreerde snelheidsovertredingen kan men niet enkel naar de zwaartegraad van de overtreding kijken (hoeveel km/u te snel) maar ook de gemiddelde snelheid berekenen en dit per snelheidsregime. Die gemiddelde snelheid (van de voertuigen in
overtreding) ligt zowel binnen als buiten de bebouwde kom en voor elk snelheidsregime tussen 1 1 - 1 3 k m / u b o v e n d e t o e g e l a t e n s n e l h e i d . De impact ervan is echter helemaal verschillend. In de bebouwde kom waar 30 km/u toegelaten is bedraagt de gemiddelde snelheid 42 km/u (12 km/u te snel). Dit betekent dat men meer dan 40% per uur te snel rijdt. Voor bv. een overstekende voetganger impliceert het dat de inschatting van snelheid waarmee een auto het zebrapad nadert sterk uiteenlopend kan zijn. Voor de andere snelheidsregimes binnen en buiten de bebouwd kom is de impact geringer.
De recenste nationale gedragmeting inzake snelheid van het BIVV8 toont aan dat er inderdaad v o o r a l i n z o n e 3 0 t e s n e l w o r d t g e r e d e n . De gemiddelde snelheid bedraagt er 43 km/u. Naarmate de toegestane snelheid hoger ligt, wordt de situatie gunstiger en komt de
gemiddelde snelheid meer in de buurt van de toegestane snelheid te liggen. Voor wegen waar 50 km/u of 70 km/u geldt als maximumsnelheid wordt een gemiddelde snelheid gemeten van respectievelijk 52,5 km/u en 71,9 km/u. Voor de wegen waar 90 km/u geldt als maximum ligt de gemeten gemiddelde snelheid met 82,1 km/u, lager dus dan de toegestane limiet. Toch is het belangrijk te noteren dat de gemiddelde snelheid in de periode 2007-2012 het sterkst is afgenomen in de zone 309.
8 Riguelle, F. (2013). Nationale gedragsmeting snelheid - 2012. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid - Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [03/05/2016]
9 Riguelle, F. (2013). Nationale gedragsmeting snelheid - 2012. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid - Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [03/05/2016]
Elk snelheidsregime: gemiddelde snelheid 11-
13 km/u te snel
Grootste impact te snel rijden in zone 30 bebouwde
kom
Sn
elh
eid
12
Meer snelheidsinbreuken overdag dan ’s nachts
Meeste overtredingen in maart-april en september- oktober
W a n n e e r w o r d t e r t e s n e l g e r e d e n ?
De maandelijkse verdeling van het aantal snelheidsinbreuken vertoont twee pieken, de eerste in de periode a p r i l - j u n i en de tweede in de periode s e p t e m b e r - o k t o b e r . Dit zijn de perioden van het jaar dat
de verkeersintensiteit maximaal is (na de winter en de slechte weeromstandigheden, en na de grote zomervakantie). In december valt het aantal inbreuken snelheid terug. Dit is het gevolg van verschillende factoren: winterse weersomstandigheden, de economische productiviteit die wat lager ligt en de focus van de politiediensten die in december en januari meer gericht is op de BOB-campagnes i.v.m. alcohol in het verkeer.
Fig. 10 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens maand van het jaar, 2015
Het grootste aantal snelheidsovertredingen gebeurt o v e r d a g t u s s e n 8 u e n 1 6 u . In de ochtend neemt het aantal snel toe tussen 7u en 8u, in de vooravond neemt het aantal inbreuken geleidelijker af tussen 16u en 20u.
Fig. 11 Heat-map van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens dag en uur van de week, 2015
Er worden vier grote momentblokken in de week onderscheiden: week-dag, week-nacht, weekend-dag en weekend-nacht. De vier momenten bevatten een verschillend aantal uurblokken, de verwachte verdeling indien alle inbreuken egaal zouden voorkomen in de tijd. Zoals blijkt uit de heat-map gebeuren de meeste snelheidsovertredingen overdag, zowel in de week als in het weekend. Ook op onderstaande grafiek is het duidelijk dat de meeste inbreuken tijdens de dag gebeuren. Dit kan uitgelegd worden door een drukker verkeer tijdens de dag.
21
5 5
07
20
8 6
11
27
5 3
01
31
2 8
95
29
6 1
94
30
6 2
68
25
1 8
50
24
5 6
34
29
4 1
98
31
5 1
21
25
5 6
24
22
0 8
87
0
50 000
100 000
150 000
200 000
250 000
300 000
350 000
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
Snelheid
AM en PM op weekdagen Ganse dag op weekenddagen
2 pieken in voorjaar & najaar Terugval in december
Sn
elh
eid
13
Fig. 12 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens moment van de week, 2015
63%
5%
27%
5%0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Week-dag Week-nacht Weekend dag Weekendnacht
Verwachte verdeling(aantal uurblokken)
Snelheidsinbreuken(per moment) 2015
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer - afsluitdatum 31/03/2016
Meer snelheids- overtredingen overdag zowel
in week als weekend
Sn
elh
eid
14
Geen zekerheid over effectieve bestuurder
Impact technische snelheidsbegrenzing voertuig
W i e r i j d t t e s n e l ?
Voor wat betreft snelheidsovertredingen is het op basis van deze databank niet mogelijk om een correct beeld te geven van de kenmerken, zoals leeftijd en geslacht, van de bestuurder. Bij snelheidsovertredingen
wordt de overtreding overgemaakt aan de eigenaar van de nummerplaat van het voertuig en is er g e e n z e k e r h e i d o v e r w i e d e b e s t u u r d e r i s . Er kan wel een overzicht gemaakt worden per type van voertuig.
Fig. 13 Verdeling van de verkeersinbreuken “snelheid” volgens type voertuig-2015 vergeleken met het aantal afgelegde voertuigkilometers door deze voertuigen (gegevens 2013)
Bijna 9 van de 10 snelheidinbreuken wordt begaan door p e r s o n e n -a u t o ’ s . Lichte vrachtauto’s zijn verantwoordelijk voor 9,8% van de overtredingen, motorrijwielen voor net geen procent. De professionele voertuigen en hun chauffeurs (vrachtwagen en autobusbestuurders)
mogen beschouwd worden als afwezig binnen de snelheidsovertredingen. Deze vaststellingen volgens type van voertuig worden onder meer verklaard door de intensiteit van deelname aan het verkeer. Personenauto’s zijn verantwoordelijk voor het grootste aantal afgelegde voertuigkilometers. Ze zijn het meest intens aanwezig in het verkeer en worden dus ook het vaakst beboet voor te snel rijden. Een andere verklarende factor zijn de geldende voorschriften, de wettelijke bepalingen om deel te nemen aan het verkeer. Die zijn anders voor professionele dan voor niet-professionele chauffeurs. V r a c h t w a g e n s e n b u s s e n hebben sinds 1 juni 2006 een v e r p l i c h t e s n e l h e i d s b e g r e n z e r 10. Voor deze categorie van voertuigen wordt te snel rijden op een technische manier vermeden. Het gevolg is dat ze dus omzeggens afwezig zijn binnen de snelheidsinbreuken. Bestuurders van personenauto’s beschikken vaak over allerlei t e c h n i s c h e s n u f j e s i n d e w a g e n (bv. cruise control, geluidssignaal van GPS) om de snelheid technisch te beperken of de bestuurder attent te maken op overdreven snelheid, maar deze systemen zijn niet verplicht. Indien ze aanwezig zijn in de wagen is de bestuurder volledig vrij in zijn keuze om het systeem al dan niet te gebruiken en dus op een technische manier een controle van de snelheid in te bouwen.
10 KB van 15/02/2006 – BS 07/03/2006
78
,9% 1
0,5
%
8,5
%
1,2
%
0,9
%
87
,3% 9
,8%
1,8
%
0,9
%
0,3
%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%Afgelegde afstandenper type voertuig -2013
Verkeersinbreuken"snelheid" - 2015
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL DAWA Verkeer - afsluitdatum
31/03/2016
FOD Mobiliteit en vervoer op basis van gegevens van de gewesten
(www.statbel.fgov.be)
Personen autos
Lichte vrachtautos
Vrachtwagens Motorrijwielen Autobus/autocar
Meeste snelheidsovertredingen voor personenwagens
Bijna geen snelheidsovertredingen
“professionele” voertuigtypes
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
15
Geen politiecontroles = geen geregistreerde inbreuken
In 14% van de letselongevallen is sprake van alcohol
Positieve ademtesten: 2,5% = Laagste % sinds start BOB
R i j d e n o n d e r i n v l o e d : A l c o h o l
A l c o h o l c o n t r o l e s
Het vaststellen van verkeersinbreuken is steeds het gevolg van een politiecontrole. Het vaststellen van snelheidsinbreuken gebeurt vandaag voor een groot deel automatisch op het moment van de inbreuk, d.w.z. de
vaststelling gebeurt b.v. via een flitscamera en de verwerking gebeurt nadien op het bureel. Bij a l c o h o l c o n t r o l e s kan dit moeilijk. De inbreuk kan immers niet vastgesteld worden op basis van de bewegingen van het voertuig, er is f y s i e k c o n t a c t n o d i g m e t d e b e s t u u r d e r .
Politiecontroles op alcohol zijn meer dan noodzakelijk. Rijden onder invloed van alcohol blijft een ernstig maatschappelijk probleem en is een b e l a n g r i j k e o o r z a a k v a n v e r k e e r s o n g e v a l l e n . Bij een
verkeersongeval is het niet altijd eenduidig te bepalen wat de concrete oorzaak is. Toch kunnen een aantal verzwarende omstandigheden bij letselongevallen wel gemakkelijker vastgesteld worden omdat ze getest worden. Alcohol is één van die verzwarende omstandigheden. In 2015 was er in 14 % van de verkeers-ongevallen met lichamelijk letsel sprake van de verzwarende omstandigheid alcohol11.
Fig. 14 Aantal uitgevoerde alcoholtesten tijdens de nationale BOB-eindejaarscampagne en het % positieve testen
Bij alcoholcontroles ligt het percentage positieve testen heel wat lager dan bij de verkeersongevallen met lichamelijk letsel. Tijdens de BOB-eindejaarscampagnes worden heel wat bestuurders getest op alcohol.
Voor de laatste campagne bedroeg het percentage positieve ademtesten 2,5 %. Dit is een laag percentage in vergelijking met de 14% van de letselongevallen waar alcohol als verzwarende omstandigheid vermeld wordt. We mogen dus stellen dat er een t o e n a m e v a n h e t o n g e v a l s r i s i c o i s t e n g e v o l g e v a n a l c o h o l c o n s u m p t i e 12.
11 Bron: Federale Politie, DGR, DRI, databank met betrekking tot de verkeersongevallen, afsluitsdatum 31/03/2016
12 Focant, N. (2013), Analyse statistique des accidents de la route avec tués ou blessés enregistrés en 2012, Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be , [03/05/2016].
16
0 2
25
17
5 0
07
21
6 8
43
23
1 4
16
26
9 0
33
27
5 7
99
35
2 1
03
32
7 3
28
41
9 9
00
5,0% 4,9%
3,8% 3,7%3,4%
3,0%3,3%
2,9% 2,5%
0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
0
50 000
100 000
150 000
200 000
250 000
300 000
350 000
400 000
450 000
20
07
-20
08
20
08
-20
09
20
09
-20
10
20
10
-20
11
20
11
-20
12
20
12
-20
13
20
13
-20
14
20
14
-20
15
20
15
-20
16
Aantaluitgevoerdecontroles -nationale BOBcampagne
Positieve testen
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum
31/03/2016
Aantal positieve testen in dalende lijn
Aantal alcoholcontroles in stijgende lijn
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
16
Sensibiliseringcampagnes & subjectieve pakkans voldoende
hoog houden
Minstens 1 miljoen alcohol- controles per jaar
Jaarlijks: meer controles - lager % positieve testen
= Positieve evolutie
De BOB-campagne is en blijft een belangrijke s e n s i b i l i s e r i n g s -c a m p a g n e die de bewustwording bij de bevolking moet blijven aanwakkeren om gedragswijzigingen in gunstige zin te stimuleren. Tegelijkertijd moet de s u b j e c t i e v e p a k k a n s voldoende hoog zijn en
blijven. Het BIVV voert om de drie jaar een attitudemeting uit met betrekking tot verkeersveiligheid. In de laatste meting van 2012 gaf 7% van de autobestuurders aan dat ze de kans om gecontroleerd te worden op alcohol tijdens een gewone autorit groot tot zeer groot achten. Dit is ongeveer hetzelfde percentage als in de metingen van 2009 en 2006. Belangrijker is echter dat 46 % van de bestuurders in de attitudemeting van 2012 op de vraag “Hebt u de indruk dat het laatste jaar, het aantal ademtesten uitgevoerd door de politie is ...” antwoordt dat ze vinden dat die kans is toegenomen; 48 % vindt dat ze is gelijk gebleven en slechts 6 % ervaart dat ze is afgenomen. 13 Het gevoel van de bestuurders dat de subjectieve pakkans toeneemt, wordt bevestigd door de cijfers over het aantal door de Politie uitgevoerde ademtesten dat jaarlijks stijgt.
Het a a n t a l a l c o h o l c o n t r o l e s tijdens de BOB-eindejaarscampagnes n e e m t j a a r l i j k s t o e . Wel is het zo dat de laatste campagnes gedurende een langere periode gehouden werden, van eind november tot eind januari i.p.v. half januari, en dat men sinds de campagne van
2012-2013 werkt met pretesten (samplingtoestel of snuffelaar) waardoor de controles sneller kunnen gebeuren. Tegelijkertijd n e e m t h e t p e r c e n t a g e p o s i t i e v e t e s t e n a f . Enkel tijdens de campagne 2013-2014 werd de afname onderbroken maar de laatste campagne bevestigt de dalende tendens.
Naast de BOB-eindejaarscampagne zijn er de BOB-zomercampagne en de controles buiten campagne. Globaal mag men spreken van minstens 1 miljoen alcoholcontroles per jaar uitgevoerd door de Politie omdat een
aantal politiezones de gegevens met betrekking tot alcoholcontroles buiten de nationale campagnes niet systematisch overmaken naar de nationale databank.
13 Meesmann, U. & Boets, S. (2014) Handhaving en draagvlak voor maatregelen. Resultaten van de driejaarlijkse attitudemeting over verkeersveiligheid van het BIVV. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [03/05/2016]
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
17
Meeste overtredingen in januari en december =
BOBeindejaarscampagne
Daling van inbreuken alcohol sinds 2010
Laatste jaren wel stabilisering
A l c o h o l i n b r e u k e n : o m v a n g e n e v o l u t i e
Sinds 2006/2007 stijgt het aantal uitgevoerde ademtesten. Tegelijkertijd daalt het aantal positieve testen vooral sinds 2010. Bij controle volgt al dan niet het vaststellen van de inbreuk. Het is dus logisch dat we dezelfde evolutie zien voor het totaal aantal geregistreerde inbreuken
met betrekking tot alcohol. Na een t o e n a m e t u s s e n 2 0 0 7 e n 2 0 1 0 is er sindsdien een dalende tendens aanwezig. De laatste jaren, lijkt het a a n t a l s t i l a a n t e s t a b i l i s e r e n .
Fig. 15 Aantal verkeersinbreuken en evolutie thema “alcohol” 2007-2015
W a n n e e r w o r d e n a l c o h o l i n b r e u k e n v a s t g e s t e l d ?
De maandelijkse verdeling van het aantal snelheidsinbreuken vertoont een p i e k r o n d d e j a a r w e n d e . Dit komt overeen met de periode waarin de Bob-eindejaarscampagne wordt gehouden. In de maanden februari en juli tot september valt het aantal inbreuken alcohol
heraaldelijk terug. De politiecapaciteit wordt naargelang de periode van het jaar anders ingezet. In de vakantiemaanden wordt er meer vakantietoezicht gevraagd op woningen, wordt er versterking geboden in de toeristische gebieden en ligt de politiecapaciteit zelf wat lager net omwille van de vakantieperiode. Toch wordt er ook capaciteit ingezet voor de BOB-zomercampagne. De verklaring ligt bijgevolg in een combinatie van factoren.
46
89
8
52
76
9
54
21
3
56
23
1
52
05
7
46
20
9
48
14
4
47
05
2
47
45
6
0
20
40
60
80
100
120
140
0
10 000
20 000
30 000
40 000
50 000
60 000
70 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersinbreuken alcohol
Evolutie VIalcohol(2007=100)
Evolutie totaalverkeersinbreuken (2007=100)
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
Daling sinds 2010 – stabilisatie sinds 2012
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
18
Weekendnachten!
Fig. 16 Verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens maand van het jaar, 2015
Het grootste aantal alcoholovertredingen gebeurt in de weekend-nachten i n h e t b i j z o n d e r i n d e n a c h t v a n z a t e r d a g o p z o n d a g na middernacht. De weekendnachten worden v e r l e n g d i n
d e a a n s l u i t e n d e o c h t e n d . Zo ligt het aantal overtredingen in de ochtenduren van zaterdag en nog meer van zondag merkbaar hoger dan in vergelijkbare uurblokken tijdens de week. Er worden vier grote momentblokken in de week onderscheiden: week-dag, week-nacht, weekend-dag en weekend-nacht. De vier momenten bevatten een verschillend aantal uurblokken. Het percentage voor deze vier blokken is de verwachte verdeling indien alle inbreuken egaal zouden voorkomen in de tijd. Dit is absoluut niet het geval. De weekendnachten zijn duidelijk oververtegenwoordigd.
Fig. 17 Heat-map van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens dag en uur van de week, 2015
3 5
06
2 6
38
3 6
45
3 7
46
4 3
39
4 1
99
3 6
09
3 9
60
3 5
17
4 7
12
3 9
55
5 6
30
0
1 000
2 000
3 000
4 000
5 000
6 000
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
Alcohol
weekendnachten domineren
Oktober en december zijn de topmaanden
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
19
Veel meer mannelijke dan vrouwelijke overtreders alcohol
Fig. 19 Verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens geslacht van de bestuurder, 2015
Fig. 18 Verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens moment van de week, 2015
W i e r i j d t o n d e r i n v l o e d v a n a l c o h o l ?
Bij alcoholovertredingen is er steeds contact ter plaatse met de bestuurder op het ogenblik van de controle. In tegenstelling tot snelheidsovertredingen die met camera’s worden vastgelegd op basis
van de nummerplaat en de eigenaar van de wagen, kan men bij alcoholcontroles in geval van een inbreuk de identiteitskenmerken van de bestuurder met zekerheid noteren. 8 5 % van de bestuurders in overtreding zijn m a n n e n , slechts 1 5 % zijn v r o u w e n .
21%
14%17%
48%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Week-dag Week-nacht Weekend dag Weekend nacht
Verwachteverdeling (aantaluurblokken)
Alcohol inbreuken(per moment)2015
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
15%
85%
weekendnachten domineren
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
20
Belangrijkste piek: 25-29 jaar Kleinere piek: 40-44 & 45-49 jaar
Verschillende leeftijdsprofielen volgens geslacht
De grootste groep overtreders zijn tussen 2 5 e n 2 9 j a a r o u d met aansluitend telkens de klasse jonger (20-24 jaar) en ouder (30-34 jaar). Bij de v e e r t i g e r s is er terug een lichte stijging merkbaar. Veertigers zijn een kwetsbare groep. Dat blijkt ook uit de nationale gedragmeting
inzake alcohol gehouden door BIVV. Ze onderscheiden 4 leeftijdsblokken. Bij de <25-jarigen rijdt 1,6 % onder invloed, bij de 26-39-jarigen bedraagt het percentage 2,4 %. Het hoogste aandeel vindt men echter bij de 40-54-jarigen met 2,8 %. De vierde groep van 55-plussers heeft een % rijden onder invloed van 2,1 %. 14
Fig. 20 Verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens leeftijdsklasse van de bestuurder, 2015
Mannen zijn duidelijk in de meerderheid bij de inbreuken inzake alcohol (85 % man-15 % vrouw). Wanneer we het leeftijdsprofiel van beide geslachten relatief t.o.v. mekaar uitzetten dan stelt men vast dat de
grootse groep m a n n e l i j k e o v e r t r e d e r s t w i n t i g e r s zijn, gevolgd door de veertigers. Bij de v r o u w e l i j k e o v e r t r e d e r s is het leeftijdsprofiel verschillend. De grootste groep overtreedsters is t u s s e n 4 5 - 4 9 j a a r o u d , d i r e c t g e v o l g d d o o r d e 4 0 - 4 4 j a a r o u d .
Fig. 21 Procentuele verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens geslacht en leeftijdsklasse van de bestuurder, 2015
14 Riguelle, F. (2014), Drinken we te veel als we rijden ? Nationale gedragsmeting “Rijden onder invloed van alcohol” 2012. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [4/04/2016].
71
6
56
47
66
23
59
25
53
54
54
09
53
42
47
84
33
93
20
75
11
85
52
0
20
1
71
14
13
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%Vrouwen
Mannen
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL DAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
Mannen: twintigers Vrouwen: veertigers
25-29 jaar is grootste groep
In mindere mate ook de veertigers
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Alc
oh
ol
21
Zo goed als geen professionele chauffeurs
Bijna 9 van de 10 alcoholinbreuken wordt begaan door bestuurders van p e r s o n e n a u t o ’ s . Lichte vrachtauto’s zijn verantwoordelijk voor 9,8 % van de overtredingen, motorrijwielen voor 2,3 %. De p r o f e s s i o n e l e
c h a u f f e u r s (vrachtwagen en autobusbestuurders in onderstaande grafiek) mogen beschouwd worden als a f w e z i g b i n n e n d e a l c o h o l i n b r e u k e n . Dit heeft alles te maken met de deelname aan het verkeer en de voorschriften die daaraan verbonden zijn. Personenauto’s zijn verantwoordelijk voor het grootste aantal afgelegde voertuigkilometers. Ze zijn het meest aanwezig in het verkeer en worden dus ook het vaakst beboet voor rijden onder invloed. Voor de professionele chauffeurs is er vanaf 01/01/2015 een wetswijziging in voege die een lagere alcohollimiet oplegt voor hen15.
Fig. 22 Verdeling van de verkeersinbreuken “alcohol” volgens type voertuig-2015 vergeleken met het aantal afgelegde voertuigkilometers door deze voertuigen (gegevens 2013)
15 K.B. 09/03/2014 - B.S. 30/04/2014.
78
,9% 10
,5%
8,5
%
1,2
%
0,9
%
86
,4% 9,9
%
0,7
%
2,3
%
0,0
%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Afgelegdeafstanden per typevoertuig -km
Alcohol inbreuken- 2015
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL DAWA Verkeer afsluitdatum
31/03/2016
FOD Mobiliteit en vervoer op basis van
gegevens van de gewesten (www.statbel.fgov.be)
Personenauto
Lichte vrachtauto
Vrachtwagens
MotorrijwielAutobus/autocars
Meeste alcoholovertredingen voor
personenwagens
Bijna geen alcoholovertredingen
“professionele” voertuigtypes
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
22
Positieve speekseltests (drugs): 1,02% Positieve ademtests (alcohol): 2,5%
Geen politiecontroles = geen geregistreerde inbreuken
DRUID – Driving under Influence of drugs
R i j d e n o n d e r i n v l o e d : D r u g s
D r u g c o n t r o l e s
Het constateren van verkeersinbreuken is steeds het gevolg van een politiecontrole. Het vaststellen van inbreuken i.v.m. het gebruik van drugs en geneesmiddelen gebeurt sinds 1/10/2010 via het uitvoeren van een
c h e c k l i s t a l d a n n i e t g e v o l g d d o o r e e n s p e e k s e l t e s t die 5 actieve stoffen opspoort.16 De checklist vervangt de fysieke proeven en de speekseltest vervangt de urinetest. De procedure is hierdoor sneller, eenvoudiger, goedkoper en gemakkelijk uitvoerbaar op het terrein.
Politiecontroles op r i j d e n o n d e r i n v l o e d van drugs en geneesmiddelen zijn meer dan noodzakelijk. In 2012 werden de resultaten van een europees onderzoek naar het rijden onder invloed van
alcohol, drugs en geneesmiddelen bekend gemaakt (DRUID). In dat onderzoek wordt de r i s i c o g r a a d weergegeven om zwaargewond te raken of te overlijden in een ongeval ten gevolge van het gebruik van verschillende substanties. Voor alcohol is de hoeveelheid alcohol in het bloed bepalend. Voor drugs en geneesmiddelen is het type belangrijk. Sommige veroorzaken slaperigheid, anderen geven juist een opgewekt gevoel. De combinatie van alcohol met drugs geven het hoogste risiconiveau op een dodelijk of ongeval met zwaargewonden. 17
Fig. 23 Risiconiveau om zwaargewond te raken/te overlijden in een ongeval bij gebruik van verschillende substanties
Risico niveau Risico Substantie
Klein verhoogd risico 1-3 Alcohol 0,1 - <0,5 g/l Cannabis
Medium verhoogd risico 2-10 Alcohol 0,5 - <0,8 g/l Cocaïne Opiaten Benzodiazepines (kalmerings- en slaapmiddelen)
Groot verhoogd risico 5-30 Alcohol 0,8 - <1,2 g/l Amfetamines Meervoudig druggebruik
Extreem verhoogd risico 20-200 Alcohol >= 1,2 g/l Alcohol gecombineerd met drugs
Bron: Druid – final report 13, p.20 (vrije vertaling)
Op basis van de ontvangen registraties van drugscontroles in 2015 kunnen we spreken van een percentage positieve speekseltesten van 1 , 0 2 % . Het percentage positieve drugtests ligt daarmee
lager dan het vergelijkbaar aantal positieve tests i.v.m. alcohol. Tijdens de BOB-eindejaarscampagne van 2015-2016 bedroeg het percentage positieve testen 2,5%. De sensibiliseringscampagnes die rijden onder invloed als doelgroep hebben, blijven in de eerste plaats gericht op alcohol.
16 K.B. 17/09/2010 – B.S. 27/09/2010 (THC = Cannabis; Amfetamine = Speed; MDMA = XTC; Morfine = Heroïne; Benzoylecgonine = cocaïne)
17 DRUID, 2012, Final report: Work performed, main results and recommendations, beschikbaar via www.duid-project.eu/Druid/EN/ Dissemination/downloads_and_links/Final_report.html?nn=613800; download op [03/05/2016]
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
23
Meeste inbreuken vastgesteld in oktober-november-december
Enorme stijging van inbreuken drugs in 2015
D r u g i n b r e u k e n : o m v a n g e n e v o l u t i e
Sinds 2011 vervangt de speekseltest de vroegere testprocedure voor drugs. Die n i e u w e t e s t p r o c e d u r e is nog niet volledig actief. Ze voorziet in een speekselanalyse na een positieve speekseltest. Die
speekselanalyse laat nog steeds op zich wachten waardoor men nog altijd een bloedanalyse moet laten uitvoeren na een positieve speekseltest. Een ander beperkend punt is de beschikbaarheid van de speekseltests. Soms kampen de lokale politiezones met een tekort aan speekseltests. Stilaan geraakt de methode echter meer in gebruik en merkt men dit dus in de cijfers van het aantal verkeersinbreuken “drugs”. Na een p e r i o d e v a n s t a b i l i t e i t qua aantal inbreuken tussen 2 0 0 7 - 2 0 1 2 , is er voor de l a a t s t e t w e e j a a r e e n s t e r k e t o e n a m e merkbaar in die mate dat tussen 2007 en 2015 er meer dan een verdubbeling van het aantal inbreuken is, al blijft het absoluut aantal klein in vergelijking met alcohol (± 6000 VI drugs & ± 47 000 alcohol voor 2015).
Fig. 24 Aantal verkeersinbreuken en evolutie thema “drugs” 2007-2015
W a n n e e r w o r d e n d r u g i n b r e u k e n v a s t g e s t e l d ?
De maandelijkse verdeling van het aantal drugsinbreuken in 2015 vertoont een p i e k t i j d e n s het l a a t s t e t r i m e s t e r . Dit is ook de voorafgaande jaren het geval. Zonder politiecontroles worden er geen inbreuken vastgesteld. De meeste controles i.v.m. drugs gebeuren in de
laatste maanden van het jaar. Bijgevolg worden in die periode ook de meeste inbreuken genoteerd.
2 1
80
2 6
13
2 6
06
2 2
64
2 3
02
2 5
60
3 3
46
5 0
45
5 8
52
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
220
240
260
0
1 000
2 000
3 000
4 000
5 000
6 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersinbreukendrugs
Evolutie VI drugs(2007=100)
Evolutie totaalverkeersinbreuken(2007=100)
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
Sterke stijging sinds 2012
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
24
Vooral tijdens het weekend
Fig. 25 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens maand van het jaar, 2015
Het grootste aantal drugsinbreuken wordt vastgesteld in de w e e k e n d n a c h t e n . De grootste concentraties per uurblok komen voor in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op
zondag, niet in de nacht van zondag op maandag. Dit doet vermoeden dat de problematiek gelinkt is aan het uitgaansleven. Voor de overige uurblokken is het patroon minder eenduidig. Dit heeft deels te maken met de beperkte aanwezigheid van concentraties in de overige uurblokken maar deels ook omdat de absolute aantallen, de inbreuken per uurblok, klein zijn. Er worden vier grote momentblokken in de week onderscheiden: week-dag, week-nacht, weekend-dag en weekend-nacht. De vier momenten bevatten een verschillend aantal uurblokken. De percentages voor deze vier uurblokken geven de verwachte verdeling indien alle inbreuken egaal zouden voorkomen in de tijd. Hier zien we duidelijker dat het aantal inbreuken drugs sterker tot uiting komt in weekendnachten en i n m i n d e r e m a t e o o k o v e r d a g i n h e t w e e k e n d .
Fig. 26 Heatmap van de verkeersinbreuken “drugs” volgens dag en uur van de week, 2015
45
8
37
2
42
9
46
9
45
1
47
6
50
6
47
0
50
9
57
6
50
7
62
9
0
100
200
300
400
500
600
700
Jan Feb Maart Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL -DAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
Drugs
Nacht vrijdag-zaterdag Nacht zaterdag-zondag
Oktober-november-december
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
25
Twintigers
Veel meer mannelijke dan vrouwelijke overtreders drugs
Fig. 27 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens moment van de week, 2015
W i e r i j d t o n d e r i n v l o e d v a n d r u g s ?
Bij drugsovertredingen is er steeds contact ter plaatse met de bestuurder op het ogenblik van de controle. In tegenstelling tot snelheids-overtredingen die met camera’s worden vastgelegd op basis van de
nummerplaat en de eigenaar van de wagen, kan men bij drugscontroles in geval van een inbreuk de identiteitskenmerken van de bestuurder met zekerheid noteren. 9 4 % van de bestuurders in overtreding zijn m a n n e n , slechts 6 % zijn v r o u w e n .
Fig. 28 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens geslacht van de bestuurder, 2015 V
De grootste groep overtreders zijn twintigers waarbij de klasse 2 0 - 2 4 j a a r nog n a d r u k k e l i j k e r a a n w e z i g is dan de klasse 2 5 -2 9 j a a r . Voor al de volgende leeftijdsklassen neemt het aantal telkens
af om vanaf 50 jaar onder de drempel van 100 inbreuken per vijfjarige klasse te zakken. Opmerkelijk is toch ook al het aantal inbreuken van zeer jonge deelnemers aan het verkeer, de 15-19 jarigen. Er zijn zeer weinig vrouwelijke overtreders maar toch mogen we stellen dat het leeftijdsprofiel gelijk loopt voor mannen en vrouwen.
44%
10%
22%25%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Week-dag Week-nacht Weekend-dag Weekend-nacht
Verwachteverdeling(aantaluurblokken)
Inbreuken drugs2015 permoment
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
6%
94%
weekendnachten en in mindere mate weekend-
dag
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
26
Geen professionele chauffeurs Ook motorijders
Fig. 29 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens leeftijdsklasse van de bestuurder, 2015
Fig. 30 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens leeftijdklasse en geslacht, 2015
Bijna 9 van de 10 inbreuken in verband met drugs wordt begaan door bestuurders van p e r s o n e n a u t o ’ s . Een tweede groep die in vergelijking met het aantal afgelegde voertuigkilometers sterk
vertegenwoordigd is zijn m o t o r r i j d e r s met 4,9 %. Lichte vrachtauto’s zijn t.o.v. het aantal afgelegde voertuigkilometers ondervertegenwoordigd. De professionele chauffeurs zijn afwezig. Ofwel zijn ze niet betrokken bij de problematiek, ofwel worden ze niet of zeer weinig gecontroleerd.
39
2
17
98
14
77
10
89
58
3
25
1 14
2
58
18
17
3
2
5
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 >90
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOL -DAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Vrouwen
Mannen
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum 31/03/2016
20-24 jaar gevolgd door 25-29 jaar
Rij
de
n o
nd
er
invl
oe
d:
Dru
gs
27
Fig. 31 Verdeling van de verkeersinbreuken “drugs” volgens type voertuig-2015 vergeleken met het aantal afgelegde voertuigkilometers door deze voertuigen (gegevens 2013)
78
,9% 10
,5%
8,5
%
1,2
%
0,9
%
87
,2%
7,2
%
0,4
%
4,9
%
0,3
%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%Afgelegdeafstanden pertype voertuig -km
Drugs inbreuken -2015
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer afsluitdatum
31/03/2016
FOD Mobiliteit en vervoer op basis van
gegevens van de gewesten (www.statbel.fgov.be)
Personenautos
Lichte vrachtautos
Vrachtwagens Motorrijwielen Autobus/autocars
Meeste verkeersinbreuken drugs
voor personenwagens
Ook motorrijders voor verkeersinbreuken drugs
Bijna geen verkeersinbreuken
drugs “professionele” voertuigtypes
Be
veil
igin
gss
yste
me
n:
go
rde
l/ki
nd
erz
it
28
Gordel en kinderzit verplicht door de wegcode maar nog veel
andere systemen
Beveiligingssytemen om gevolgen ongeval in te perken
Gordeldracht voorin: hoog % – Gordeldracht achterin: te laag %
Gordeldracht: meest efficiënte systeem om ernst ongeval te
verminderen
Sensibilisering: Campagnes en tuimelwagen
B e v e i l i g i n g s s y s t e m e n : g o r d e l / k i n d e r z i t
C o n t e x t b e v e i l i g i n g s s y s t e m e n
In tegenstelling tot overdreven snelheid of rijden onder invloed hebben de vastgestelde verkeersinbreuken in verband met b e v e i l i g i n g s -s y s t e m e n g e e n d i r e c t e i n v l o e d o p h e t r i j g e d r a g en de
potentiële gevolgen van dat rijgedrag. De beveiligingssytemen gaan een rol spelen op het ogenblik van een incident of verkeersongeval om de g e v o l g e n e r v a n m i n d e r e r n s t i g t e m a k e n .
Een aantal van de beveiligingssystemen zoals de gordeldracht en het gebruik van een kinderzitje zijn verplicht. Zowel bestuurder als passagiers in een personenauto dienen veilig vastgeklikt te zitten. Beveiligingssystemen worden deels v e r p l i c h t d o o r d e w e g c o d e
maar zijn eigenlijk voor een groot deel de c o r e - b u s i n e s s van de vervoersindustrie in het algemeen en de a u t o i n d u s t r i e in het bijzonder. ABS, airbag, hoofdsteunen zijn toepassingen die algemeen verspreid zijn. ESC (Electronic Stability Control) of AEB (Autonomous Emergency Braking) zijn nieuwer of soms nog in een testfase en gaan ingrijpen in onveilige situaties ongeacht de handelingen van de bestuurder. 18
G o r d e l d r a c h t e n k i n d e r z i t j e : o m v a n g e n e v o l u t i e
De gordel is één van de g e m a k k e l i j k s t e e n g o e d k o o p s t e s y s t e m e n om de ernst van de gevolgen van een ongeval te beperken. De gordel zou het risico op een dodelijk of ernstig letselongeval v e r m i n d e r e n m e t 4 5 t o t 5 0 % . Voor een kinderzitje bedraagt dit
zelfs 55 %. 19 De autoindustrie voorziet niet enkel in de verplichte gordels voor de beschikbare zitplaatsen in een auto maar plaatst er vaak ook verklikkers op. Een storend geluid maakt bestuurder en passagier attent op het dragen van de gordel. Het gebruik van een kinderzitje aangepast aan de leeftijd en het gestalte van het kind valt onder de verantwoordelijkheid van de bestuurder.
Campagnes georganiseerd door BIVV blijven een belangrijke sensibiliseringsmethode. In 2015 werd de “ M a a k d e k l i k ! -
c a m p a g n e ” gehouden om gordeldracht verder te stimuleren. Een andere efficiënte methode om de bevolking te sensibiliseren voor het dragen van de gordel is het gebruik van een tuimelwagen. Op allerlei grote en kleine evenementen wordt door de politie of andere organisaties een t u i m e l w a g e n gebruikt om de mensen echt het g e v o e l t e g e v e n v a n d e w e r k i n g v a n d e g o r d e l .
Het d r a g e n v a n d e g o r d e l v o o r i n (bestuurder en passagier) n e e m t n o g s t e e d s t o e . De meest recente cijfers uit de Maak-de-klik!- campagne geven een percentage van ruim 92 % van de inzittenden
die vooraan de gordel dragen. Voor het gordelgebruik achterin de wagen zijn er veel minder gegevens beschikbaar (de gegevens worden verzameld door het BIVV op basis van waarnemingen van voorbijrijdende wagens waarbij het waarnemen van de gordeldracht achteraan veel moeilijker is dan het waarnemen van
18 ESC: detecteert wanneer een auto grip op de weg verliest en zorgt ervoor dat de controle hersteld wordt AEB: detecteert potentiële aanrijding en remt de wagen automatisch af meer info via www.euroncap.com (European New Car Assessment Programme) 19 Themadossier verkeersveiligheid n°6, 2015, Beveiligingssystemen (gordel en kinderzitjes). Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum Verkeersveiligheid; beschikbaar via www.bivv.be [24/11/2015].
Be
veil
igin
gss
yste
me
n:
go
rde
l/ki
nd
erz
it
29
Gebruik kinderzitje kan veel beter
de gordeldracht vooraan). N e t g e e n d r i e k w a r t v a n d e p a s s a g i e r s a c h t e r a a n draagt de gordel.
Fig. 32 Evolutie van de gordeldracht in de wagen 2003-2015
Voor de kinderbeveiligingssystemen is de situatie minder gunstig. In 2014 (laatste beschikkbare cijfers) werd vastgesteld dat 1 1 % v a n d e k i n d e r e n n i e t i s v a s t g e k l i k t , 18 % zit in een onaangepast zitje,
37 % zit in een aangepast zitje maar dat verkeerd gebruikt wordt. Dit betekent dat slechts 35 % van de kinderen in een aangepast zitje worden vervoerd dat ook correct wordt gebruikt. Spijtig genoeg zijn dit vergelijkbare cijfers met de meting van 2011 en is er g e e n s p r a k e v a n e e n p o s i t i e v e e v o l u t i e .
Fig. 33 Verdeling van het gebruik van kinderbeveiliguingssystemen (KBS) - 2014
Gordeldracht achterin: kan veel beter
Gordeldracht voorin: positieve evolutie
Slechts 35 % volledig in orde
Be
veil
igin
gss
yste
me
n:
go
rde
l/ki
nd
erz
it
30
Daling van de « gordel en kinderzitje » VI van 2014 tot
2015
Fig. 34 Aantal verkeersinbreuken en evolutie thema “gordel en kinderzit” 2007-2015
De cijfers met betrekking tot de verkeersinbreuken “gordeldracht en kinderzit” van de laatste jaren weerspiegelen een mix van de inbreuken tegen de gordeldracht voorin en achterin en het gebruik van een kinderzitje. Voor de gordeldracht voorin is er de laatste jaren een
positieve evolutie en verwacht men dus minder inbreuken. Voor de gordeldracht achterin en het kinderzitje kan de situatie veel beter en zullen er bijgevolg in verhouding meer inbreuken vastgesteld worden. Het a a n t a l i n b r e u k e n is een a a n t a l j a r e n s t a b i e l gebleven, v e r v o l g e n s g e d a a l d om de i n 2 0 1 3 - 2 0 1 4 t e r u g t e s t i j g e n . De stijging in 2013 kan wel te maken hebben met een wetswijziging waardoor het niet-dragen van de gordel een overtreding van de tweede graad is geworden en het KBS een overtreding van de derde graad.
____________________
11
6 0
33
11
3 6
63
11
7 4
93
12
3 5
64
11
2 7
70
86
09
4
99
73
8
10
2 4
84
78
78
1
0
20
40
60
80
100
120
140
0
20 000
40 000
60 000
80 000
100 000
120 000
140 000
160 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersinbreuken gordel enkinderzitje
Evolutie VIgordel enkinderzitje(2007=100)
Evolutie totaalverkeersinbreuken (2007=100)
Federale Politie/DGR/DRI - BIPOLDAWA Verkeer-afsluitdatum 31/03/2016
Daling sinds 2014