Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙...

46
drs. Joris Kregting Rapport nr. 628, januari 2013

Transcript of Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙...

Page 1: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

drs. Joris Kregting

������������ ���������

Rapport nr. 628, januari 2013�

Page 2: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd
Page 3: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

3

�������������

�� ��� ��������������� � ��� ��

1.1� Samenvatting 5�1.2� Conclusie 6�

�� �� �� ���� ��

�� � ����� ������ ����� !�

3.1� Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans? 9�3.2� Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? 14�3.3� Kennis en toepassing Kerkbalans Nieuwe Stijl 18�3.4� Activiteitsscore parochies 21�3.5� Ondersteuning 23�

"� � ����� ����#���� ��� ���

4.1� Bisdom Groningen-Leeuwarden 25�4.2� Aartsbisdom Utrecht 26�4.3� Bisdom Haarlem-Amsterdam 27�4.4� Bisdom Rotterdam 28�4.5� Bisdom Breda 29�4.6� Bisdom Den Bosch 30�4.7� Bisdom Roermond 31�

�� � � ��$�% �� �������������� � ���

5.1� Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans 33�5.2� Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? 38�5.3� Kennis en toepassing Kerkbalans Nieuwe Stijl 40�5.4� Activiteitsscore parochies 43�5.5� Ondersteuning 44�

Page 4: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd
Page 5: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

5

� ��� ��������������� � ���

�&� ��� ���������

���������

� De landelijke folder wordt in tweederde van de parochies gebruikt. Veel parochies zijn positief over deze folder, zowel wat betreft de vormgeving, de tekst als de slo-gan (steeds vindt 60-70% deze aspecten goed tot heel goed). Alleen de aansluiting van de folder bij de locale situatie van de parochie wordt iets minder positief beoor-deeld.

� Veel parochies (ruim 80%) noemen concrete doelen waaraan parochianen kunnen bijdragen; het kerkgebouw en de pastorale formatie worden hierbij het vaakst ge-noemd.

� Ondanks de economische recessie is er geen daling in het aantal parochies dat het geefgedrag probeert te beïnvloeden als het gaat om het noemen van een richtbedrag (dit gebeurt nu in 44% van de parochies) en een inflatiecorrectie (34%). Er is wel een lichte daling van het aantal parochies dat parochianen verzoekt kleine bijdragen te verhogen (dit gebeurt nu in 23% van de parochies).

��������

� Bijna tweederde van de parochies heeft geen persoonlijk contact bij het afgeven van het materiaal of bij het ophalen van de reacties.

� Er is in de benadering weinig sprake van differentiatie. Slechts 5% van de parochies gebruikt specifiek materiaal voor doelgroepen. Parochianen die nog nooit of in een ver verleden hebben gegeven, worden door ongeveer 10% van de parochies speci-fiek benaderd; nieuwe parochianen worden door 35% van de parochies specifiek benaderd voordat ze voor Kerkbalans worden benaderd. Daarbij komt dat deze dif-ferentiatie eerder af- dan toeneemt. Zo daalt het aantal parochies dat parochianen die nog nooit hebben gegeven of die de afgelopen jaren niet meer hebben gegeven, überhaupt nog benadert.

� Het aantal parochies dat informatie over schenkingen in het materiaal aanbiedt, daalt. Een derde van de parochies doet dit nog.

� Er zijn parochies die werken met toezeggingen maar geen persoonlijke herinnering sturen wanneer toegezegde bijdragen niet worden betaald (dit aantal is in vergelij-king met 2011 zelfs toegenomen). Terwijl de effectiviteit van rappellering vrij hoog is.

� Veel parochies voeren geen verbredings- (59%) of verdiepingsactiviteiten (67%) uit en dit aantal neemt recent toe. Ook de bekendheid van Kerkbalans Nieuwe Stijl is over haar hoogtepunt.

Page 6: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

6

� Er is een grote groep parochies (69%) die laag scoort op de maat voor activiteit rond Kerkbalans (zij doen dan maximaal drie van de tien activiteiten). Een aantal jaren geleden was de gemiddelde activiteit van de parochies hoger dan nu.

� De optimale uitvoering van Kerkbalans hangt onder andere af van het voorhanden zijn van voldoende vrijwilligers. En juist daaromtrent kennen steeds meer parochies zorgen: 28% heeft inmiddels een tekort, in 2010 was dit nog 21%.

�&� '��� � ���

Met de start van Kerkbalans Nieuwe Stijl in 2005 werd een intensivering van de uitvoering van Kerkbalans in de parochies beoogd, met als doel het voorkomen van dalende opbrengsten. Helaas is anno 2013 duidelijk dat deze doelstelling op landelijk niveau niet is gehaald. In ieder geval wat betreft de opbrengsten niet, want hierbij is sprake van een toenemende daling sinds 2010. En de intensivering lijkt op een redelijk laag niveau te blijven hangen: ongeveer 10% van de parochies wordt door ons be-schouwd als (zeer) actief als het gaat om de uitvoering. Er zijn signalen dat de beoogde intensivering al over haar hoogtepunt heen is. Zo is er wat verbreden betreft een dalende groep parochies die niet-bijdragende parochianen überhaupt nog benadert (laat staan op een speciale wijze). Soms hebben zij dit in het recente verleden wel gedaan, maar dan viel het effect tegen. En wat betreft verdiepen is de beïnvloeding van de bijdragen middels ‘algemene’ richtbedragen en inflatiecorrec-ties redelijk stabiel, maar is er recent wel een (lichte) daling van het aantal parochies dat informatie over schenkingen levert en parochianen met een kleine bijdrage speci-fiek verzoekt deze te verhogen. Tevens staat de persoonlijke benadering (het persoon-lijk afgeven van materiaal en het persoonlijk ophalen van de reacties) steeds meer onder druk. Voor deze intensieve activiteit hebben veel parochies simpelweg niet meer voldoende vrijwilligers. Veel parochies worstelen met de spagaat van dalende inkomsten enerzijds en ander-zijds een gebrek aan mogelijkheden en middelen (niet alleen wat betreft de kwantiteit van vrijwilligers maar waarschijnlijk ook wat betreft de kwaliteit) om tot de intensive-ring te kunnen komen. Terwijl de noodzaak ervan hoog is en het effect van Kerkbalans Nieuwe Stijl bewezen is (Kaski rapport nr. 610 Evaluatie Kerkbalans Nieuwe Stijl), lukt het de parochies niet om de uitvoering van Kerkbalans structureel te verbeteren. Wellicht dat het in dit kader goed is de ontwikkelingen rond de Ondersteuning Plaatse-lijke Geldwerving in de Protestantse Kerk in Nederland te volgen.

Page 7: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

7

� �� �� ����

In opdracht van de Interdiocesane Commissie Geldwerving monitort het Kaski jaarlijks de wijze waarop parochies de Actie Kerkbalans houden. Doel van deze monitor is: 1) De uitvoering van Kerkbalans volgen. 2) De implementatie van Kerkbalans Nieuwe Stijl volgen. 3) Tijdig gegevens aanleveren voor de verwachte opbrengst van het lopende jaar, dit in

verband met de publiciteit (o.a. persconferentie). 4) Qua Kerkbalans minder goed functionerende parochies identificeren, met het oog

op gerichte ondersteuning. Het is de bedoeling de parochies te blijven volgen om te bezien welke aanpassingen er worden gedaan wat betreft de uitvoering van Kerkbalans en welke effecten dit sorteert. In 2007 is begonnen met de eerste meting, weergegeven in rapport nr. 568 (Monitor uitvoering Kerkbalans). Rapport nr. 583 geeft de tweede meting over het jaar 2008, rapport nr. 595 over het jaar 2009 en rapport nr. 619 over het jaar 2011 (in totaal zijn dit vier metingen). In 2010 is een andersoortige monitor gehouden, ook om de paro-chies die al enkele malen meededen aan de monitor niet te gaan overvragen. De focus lag vooral op opbrengsten, fusieprocessen en facilitering. Het huidige rapport betreft een ‘normale’ vijfde meting waarin de uitvoering van de actie in 2012 ter sprake komt. De onderzoeksvragen met betrekking tot de uitvoering zijn: � Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans? � Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? � Kennen parochies Kerkbalans Nieuwe Stijl en in hoeverre zijn ze bezig met

verbreden en verdiepen? � Wat is de opbrengst in de afgelopen jaren en wat is de verwachte opbrengst voor

2012? Naast de beantwoording van deze vragen wordt ook de ontwikkeling van de uitvoering ten opzichte 2007, 2008, 2009 en 2011 beschreven. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen zijn in oktober 2012 alle 965 r.-k. parochies die er toen in Nederland waren, benaderd. De penningmeester (of iemand anders die nauw betrokken is bij Kerkbalans) van ieder van deze parochies is verzocht een webenquête in te vullen. Parochies die in 2010 of 2011 al aan de monitor hebben deelgenomen (384 parochies, 40%), hoefden slechts enkele vragen over de opbrengsten

Page 8: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

8

in te vullen. Alle andere parochies (581, 60%) zijn benaderd met het verzoek de hele vragenlijst over de uitvoering en de opbrengsten in te vullen. De meeste parochies doen mee aan Kerkbalans (naar schatting 85%, waarvan de meeste parochies ieder jaar). In dit rapport geven we van deze parochies de resultaten over de uitvoering van Kerkbalans, afkomstig uit de hele vragenlijst. Van de parochies die meedoen met Kerkbalans én die zijn benaderd voor het invullen van de lange vragenlijst, heeft precies de helft de vragenlijst ingevuld (222 parochies). Deze respons op deze lange vragenlijst geeft een representatief beeld over de uitvoering van Kerkba-lans van alle deelnemende parochies (een goede afspiegeling wat betreft bisdom, aantal parochianen per parochie en stedelijkheid1). In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste landelijke resultaten weergegeven. In hoofd-stuk 4 worden voor ieder bisdom enkele karakteristieke kenmerken beschreven van de wijze waarop de parochies Kerkbalans uitvoeren2. In hoofdstuk 5 staan alle figuren met de resultaten per bisdom. Wat betreft de opbrengsten in de periode 2007 tot en met 2012, is er geen landelijke of diocesane rapportage gemaakt. Dit omdat deze cijfers al in de jaarlijkse persmap van Kerkbalans zijn opgenomen. Omdat die cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekeningen en de cijfers in deze monitor op een steekproef, zijn er verschillen. Om verwarring te voorkomen is besloten geen gemiddelde opbrengsten te berekenen. Wel zijn in het hierna beschreven Excel-bestand per parochie de opbrengsten over de verschillende jaren opgenomen. Met het oog op doelstelling 4, het identificeren en op basis daarvan ondersteunen van minder goed functionerende parochies, is aan de rapportage een Excel-bestand gekop-peld. Elk bisdom ontvangt een eigen bestand. In dit bestand worden de gegevens omtrent Kerkbalans voor de individuele parochies weergegeven. Hierdoor worden verschillen tussen parochies goed zichtbaar, bijvoorbeeld de mate waarin parochianen persoonlijk worden benaderd, de beïnvloeding van de hoogte van het gegeven bedrag, de benadering van niet-betalers en, zoals gezegd, de opbrengsten in de afgelopen jaren.

1 Aanvankelijk kende de respons een lichte oververtegenwoordiging van parochies uit het aartsbisdom en uit de

bisdommen Den Bosch en Breda, en daartegenover een ondervertegenwoordiging van parochies uit het bis-dom Roermond. Deze vertekening is gecorrigeerd met een zogenoemde weegfactor.

2 In het aartsbisdom is het aantal parochies dat de vragenlijst over de uitvoering van Kerkbalans heeft ingevuld, aan de lage kant (14). Dit heeft vooral te maken met het lage aantal parochies in het aartsbisdom (en dus niet met een lage respons). Het aartsbisdom heeft 49 parochies die nagenoeg allemaal meedoen met Kerkbalans.

Page 9: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

9

� � ����� ������ ������

�&� ( ��) ����������� ��������������������� ���*�

In de meeste parochies (85%) wordt Kerkbalans aangekondigd in het parochieblad. In ruim de helft van de parochies gebeurt dit (ook) met promotiemateriaal en in eveneens ruim de helft in vieringen. Opvallend is wel dat de aankondiging met promotiemateri-aal en in vieringen de afgelopen jaren terugloopt. In opkomst is juist de aankondiging op de website, bijna de helft van de parochies doet dit inmiddels. Niet-kerkelijke media worden weinig ingeschakeld. Figuur 3.1 Aankondiging 2007-2012* (in %)

88

62 59

29

17

4 2

85

60 57

30

19

4 4

89

7065

40

19

3 2

88

65 62

44

15

2 2

85

55 5547

16

3 4

0

20

40

60

80

100

parochie-blad

promotie materiaal

vieringen website parochie

plaatselijk blad

plaatselijk tv/radio

geen%

2007 2008 2009 2011 2012

* In 2012 noemt 3% van de parochies nog andere manieren om Kerkbalans aan te kondigen

(waaronder e-mails naar parochianen).

Page 10: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

10

De benadering van de parochianen voor Kerkbalans is in 2012 vergelijkbaar met die in 2011: ruim eenderde heeft persoonlijk contact, zij geven het materiaal voor Kerkbalans persoonlijk af en/of halen de reacties persoonlijk op. De andere parochies (bijna twee derde) hebben geen persoonlijk contact. De benadering is in 2011 en 2012 minder persoonlijk dan de jaren ervoor3. Figuur 3.2 Benadering parochianen 2007-2012* (in %)

40% 36% 41%

16% 17%

7% 8%8%

19% 19%

45% 49%50%

65% 64%

8% 7% 2%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012

anders

onpersoonlijk

deels persoonlijk

volledig persoonlijk

* Benadering:

- Volledig persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven én ophalen. - Deels persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven en per post insturen of materiaal in brievenbus

stoppen en persoonlijk ophalen. - Onpersoonlijk: materiaal in brievenbus stoppen en per post insturen of volledig per post verstu-ren. - Anders: in de monitoren van de jaren 2007-2009 was voor een deel van de parochies niet geheel duidelijk hoe de benadering verliep. Zij gaven bijvoorbeeld aan dat ze het materiaal in de brie-venbus deden zonder dat duidelijk was hoe het werd ingestuurd/opgehaald. In de meeste gevallen zal het hierbij zijn gegaan om een onpersoonlijke benadering.

Een gebrek aan vrijwilligers is nog steeds de belangrijkste reden om parochianen niet persoonlijk te benaderen: 60% van de parochies die niet persoonlijk benaderen, noemt dit. Een derde van de parochies geeft aan dat ze hiervoor al te veel negatieve ervarin-gen hebben opgedaan en eveneens een derde noemt nog andere redenen (waaronder dat het te zwaar is voor de vrijwilligers en dat veel parochianen niet thuis zijn).

3 Binnen het persoonlijk benaderen is er een verschuiving van volledig persoonlijk naar deels persoonlijk die

waarschijnlijk samenhangt met de verandering in de vraagstelling. In de vragenlijst die in 2007-2009 is ge-bruikt, werd de verspreiding van het materiaal én het ophalen/insturen van de reacties in één vraag gecombi-neerd; in 2011 en 2012 zijn beide aspecten apart bevraagd. Het lijkt er op dat in de periode 2007-2009 som-mige parochies bij ‘volledig’ persoonlijk zijn ingedeeld terwijl ze feitelijk alleen persoonlijk het materiaal afgaven óf alleen persoonlijk de reacties ophaalden.

Page 11: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

11

De landelijke folder en een algemene brief zijn nog steeds de belangrijkste materialen die worden ingezet bij de benadering voor Kerkbalans. Beide materialen worden in ongeveer tweederde van de parochies gebruikt, de landelijke folder overigens iets minder vaak dan in voorgaande jaren. Bijna een kwart van de parochies gebruikt een zelf samengestelde folder en datzelfde geldt voor een gepersonaliseerde begeleidende brief. Specifiek materiaal voor doelgroepen als bijvoorbeeld jongenen en de landelijke inspiratiekrant worden schaars ingezet (respectievelijk in 5% en 3% van de parochies). Figuur 3.3 Gebruik materiaal 2007-2012* (in %)

80

1910

68

23

73

2212

66

22

77

2111

68

24

77

21

5

67

23

67

23

5

65

24

0

20

40

60

80

100

land.folder zelf folder doelgroep alg.brief gepers.brief

%

2007 2008 2009 2011 2012

* In 2012 stuurt 3% van de parochies de landelijke inspiratiekrant mee; 7% van de parochies geeft

nog ander materiaal.

In het algemeen zijn parochies tevreden over de vormgeving, de tekst en de slogan (‘wat is de kerk jou waard’) van de landelijke folder. Ongeveer tweederde van de parochies vindt deze aspecten (heel) goed, ongeveer 10% niet goed en de rest is hierover neutraal. Over de aansluiting van de folder bij de locale situatie van de parochie is men iets minder tevreden: ongeveer 40% is hierover positief, 20% negatief en de rest is neutraal. Figuur 3.4 Beoordeling landelijke folder 2012* (in %)

1 113 3

68 6057

39

23 29 19

38

7 9 1016

1 1 1 4

0%

20%

40%

60%

80%

100%

vormgeving tekst slogan* aansluiting bij locale situatie

slecht

matig

neutraal

goed

heel goed

* ‘Wat is de kerk jou waard?’

Page 12: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

12

In 2012 heeft 45% van de parochies met toezeggingsformulieren gewerkt, 40% met machtigingsformulieren (beide resultaten zijn vergelijkbaar met 2011). Acceptgiro’s worden nog in (ruim) 40% van de parochies gebruikt, dit aandeel is wel gedaald, in 2011 was dit nog 57%. Er zijn parochies die verschillende mogelijkheden aanbieden om tot betaling te komen. De wijze waarop de bijdrage door de parochianen wordt overgemaakt, is divers4. Zo wordt 46% van de bijdragen zelf (één of meerdere keren per jaar) door de parochianen overgemaakt, 21% van de bijdragen komt binnen via een acceptgiro (één of meerdere keren per jaar; in 2009 was dit nog 32%), 17% via een doorlopende machtiging en 10% via een jaarlijkse eenmalige machtiging. Tot slot komt een klein deel van de bijdragen (6%) nog op andere wijze binnen (waaronder contant). Bijna 60% van de parochies stuurt een overzicht van de financiële situatie mee. Het aanbieden van informatie over schenkingen steeg tot 2009 tot bijna 40% maar is inmiddels weer gedaald tot een derde van de parochies (gemiddeld geven in deze parochies vijf mensen middels een schenking). Figuur 3.5 Begroting en informatie over schenkingen in materiaal 2007-2012 (in %)

59

32

58

34

58

39

64

36

59

33

0

20

40

60

80

100

begroting schenkingen%

2007 2008 2009 2011 2012

In 2012 is voor het eerst gevraagd of men specifieke doelen noemt waar het geld voor is bedoeld (zie figuur op de volgende pagina). Veel parochies blijken dit te doen (ruim 80%) waarbij vooral het behoud van het kerkgebouw en het behoud van de pastorale formatie worden genoemd.

4 Parochies hebben aangegeven welk deel van hun parochianen op welke wijze bijdraagt, bij elkaar optellend

tot 100% voor alle parochianen. Met de resultaten van alle parochies rapporteren we op het niveau van de parochianen (en niet zoals in de rest van de rapportage op het niveau van de parochies).

Page 13: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

13

Figuur 3.6 Noemen specifieke doelen waarvoor bijdrage bestemd is voor het jaar 2012 (in %)

7259

2617 25 17 19

020

40

60

80

100

behoud kerkgebouw

behoud past. formatie

diaconie jongeren catechese anders geen%

Ruim 40% van de parochies geeft een richtbedrag (of, incidenteel, een richtpercenta-ge). Dit richtbedrag ligt gemiddeld op � 89. In ruim een derde van de parochies worden parochianen gevraagd hun bijdrage met een bepaald percentage te verhogen. In bijna een kwart van de parochies worden parochianen die een kleine bijdrage geven, ver-zocht dit bedrag te verhogen (vooral via een persoonlijke brief of in het parochieblad). De ontwikkelingen in de beïnvloeding van het geefgedrag zijn nogal wisselend. Het noemen van een richtbedrag neemt licht toe, het verzoek om klein bijdragen te verho-gen juist licht af. De inflatiecorrectie wordt ongeveer even vaak genoemd als in de jaren 2007-2009 (en 2011 is hiermee een negatieve uitschieter). Figuur 3.7 Beïnvloeding geefgedrag 2007-2012 (in %)

3730 26

40 35 2938 32 27

41

1428

4434

23

0

20

40

60

80

100

richtbedrag of percentage inflatiecorrectie verhogen klein bedrag%

2007 2008 2009 2011 2012

Page 14: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

14

�&� + ������������� ���� �����,�� ������������� ����*�

Bij niet-bijdragende parochianen maken we onderscheid tussen vier groepen: 1) Vergeetachtigen: Parochianen die een bijdrage hebben toegezegd maar die niet

hebben betaald. Deze parochianen komen alleen voor in parochies die werken met toezeggingen.

2) Weifelaars: Parochianen die nog geen bijdrage hebben gegeven, maar dit in de jaren ervoor wel hebben gedaan.

3) Afhakers: Parochianen die al enkele jaren geen bijdrage hebben gegeven, maar dit daarvoor wel deden.

4) Structurele niet-bijdragers: Parochianen die nog nooit een bijdrage hebben gegeven. Vergeetachtigen en weifelaars kunnen van de parochies een herinnering krijgen, afhakers en structurele niet-bijdragers kunnen specifiek worden benaderd met het verzoek om te gaan geven. Op het einde van deze paragraaf gaan we ook nog in op nieuwe parochianen, zij die in de parochie zijn komen te wonen (of op andere wijze in de ledenadministratie ‘te voorschijn gekomen’). ��������������

Parochies die werken met toezeggingen kunnen te maken hebben met parochianen die hun toezegging vergeten te betalen5. Deze ‘vergeetachtigen’ worden hieraan niet altijd herinnerd: 45% van de parochies werkt met toezeggingen, slechts 24% stuurt vergeet-achtigen een persoonlijke herinnering (van de parochies die een persoonlijke herinne-ring sturen geeft 63% aan dat deze vergeetachtigen alsnog betalen). Figuur 3.8 Benadering van vergeetachtigen 2011 en 2012 (in %)

28 24

6 96 11

60 55

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2011 2012

geen toezeggingen

geen herinnering

algemene herinnering**

persoonlijke herinnering*

* Eventueel met een algemene herinnering, bijvoorbeeld in het parochieblad. ** Bijvoorbeeld een oproep in het kerk- of parochieblad.

5 In monitoren 2007-2009 werd deze vraag ook gesteld aan parochies die zonder toezeggingen werkten wat

verwarring opriep en waardoor de antwoorden met 2011 en 2012 moeilijk vergelijkbaar zijn.

Page 15: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

15

Van de parochies die wel met toezeggingen werken maar geen herinnering sturen naar vergeetachtigen, geeft een deel (36%) aan dat dit nog moet gebeuren, een deel (22%) geeft aan dat dit te veel werk is voor het beperkte aantal vrijwilligers en een klein deel (13%) geeft aan dat dit te weinig oplevert. � ���������

Net als in 2011 heeft in 2012 44% van de parochies parochianen persoonlijk benaderd die geen bijdrage hebben gegeven maar dit in de jaren ervoor wel hebben gedaan. In de periode 2007-2009 lag dit aandeel rond de 30%. Van deze weifelaars geeft 30% van de alsnog hun bijdrage (evenals in voorgaande jaren). Figuur 3.9 Benadering van weifelaars 2007- 2012 (in %)

28 27 3244 44

22 2072 73 68

34 36

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 *2011 *2012

geen benadering

algemene benadering

persoonlijke benadering

* Vanaf 2011 is een algemene herinnering (bijvoorbeeld in het kerk- of parochieblad) als antwoord

mogelijkheid opgenomen. Een klein deel van de parochies die in 2011 of 2012 weifelaars per-soonlijk herinneren, zet daarnaast ook nog een algemene herinnering uit.

Voor parochies zijn de voornaamste redenen om weifelaars niet te benaderen het geringe effect (39% noemt dit als reden) en het gebrek aan vrijwilligers om dit tot uitvoering te brengen (31%). De meeste parochies weten wel wie de weifelaars zijn (gebrek aan kennis vormt slechts voor 11% van de parochies een belemmering).

Page 16: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

16

������������������������������������

Afhakers en structurele niet-bijdragers worden door weinig parochies specifiek benaderd, in 2012 door respectievelijk 8% en 15% van de parochies. Ruim tweederde van de parochies benadert wel in algemene zin de afhakers (dus met het materiaal waarmee ze ook andere parochianen benaderen); bij niet-bijdragers is dit in bijna de helft van de parochies het geval. Bij zowel de afhakers als de niet-bijdragers is er sprake van een groeiende groep parochies (respectievelijk in 2012 24% en 38% van de parochies) die dit soort parochianen helemaal niet meer benadert. Figuur 3.10 Benadering van afhakers en structurele niet-bijdragende parochianen 2007- 2012 (in %)

17 21 18 13 8 17 19 18 13 15

68 63 68 7268 51 50 47 62

47

15 16 14 15 24 32 31 35 2538

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012 2007 2008 2009 2011 2012

afhakers struct. niet-bijdragers

geen benadering

algemene benadering

specifieke benadering

Als er een specifieke benadering van afhakers en structurele niet-bijdragers is, dan gebeurt dit vooral met een brief (bij beide groepen in ongeveer driekwart van de benaderingen). Telefonische benadering en een huisbezoek komen op zeer bescheiden schaal voor. Bij afhakers krijgt 68% van de parochies die ze persoonlijk benaderen (deels) positieve reacties, bij structurele niet-bijdragers is dit 35%. Bijna 70% van de parochies die afhakers niet specifiek benadert, noemt het geringe effect als oorzaak, bij de structurele niet-bijdragers is dit in 60% van de parochies (die ze niet specifiek benaderen) het geval. Figuur 3.11 Redenen om afhakers en structurele niet-bijdragende parochianen niet te benaderen

2012 (in %)

68 60

2234

10 1020 16

020406080

100

afhakers struct. niet-bijdragers*%

te weinig effect te weinig vrijwilligers weten niet wie het zijn anders

* Bij structurele niet-bijdragers is er onderscheid gemaakt tussen parochies die hen überhaupt niet

benadert en parochies die hen wel benadert maar er geen specifieke aandacht aan besteedt. De antwoorden zijn zeer vergelijkbaar en daarom zijn ze samengevoegd weergegeven.

Page 17: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

17

���� ������������

Dan zijn er nog nieuwe parochianen. Zij zijn in de parochie komen te wonen (of op andere wijze in de ledenadministratie ‘te voorschijn gekomen’) en kunnen voor het eerst worden benaderd voor Kerkbalans. Figuur 3.12 Benadering nieuwe parochianen 2007-2012 (in %)

41 37 42 36 35

15 17 1617 16

33 33 31 37 36

11 13 11 10 13

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012

nee

ja, zonder andere wijzeja, samen met andere wijze*ja, maar eerst op andere wijze*

* Welkomst- of kennisbrief, -gesprek of -pakket.

Net als in 2011 heeft in 2012 ruim de helft van de parochies (51%) deze nieuwe parochianen op specifieke wijze benaderd. Soms is dit wel tegelijk met de benadering voor Kerkbalans. Ruim een derde van de parochies (36%) heeft ze wel benaderd maar niet op specifieke wijze en 13% heeft ze helemaal niet benaderd. In vergelijking met de periode 2007-2009 is de specifieke benadering van nieuwe parochianen in 2011 en 2012 iets teruggelopen. Als reden om de nieuwe parochianen niet te benaderen, noemt 57% dat het te veel extra werk is waarvoor er te weinig vrijwilligers zijn, 39% geeft aan dat het effect van de benadering te gering is en 19% weet niet precies wie de nieuwe parochianen zijn.

Page 18: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

18

�&� ���������������������� ����- ��) ���� �

Tussen 2007 en 2009 steeg het aantal parochies dat (weet dat men) in het bezit was van de handleiding Kerkbalans Nieuwe Stijl van 64% naar 76%. In 2011 was het bezit iets teruggelopen naar 72% en in 2012 nog iets verder naar 68%. Dezelfde tendens is ook waarneembaar als het gaat over het op de hoogte zijn van Nieuwe Stijl: tussen 2007 en 2009 steeg het aantal parochies dat voldoende tot goed op de hoogte was van 62% naar 71%, in 2011 was dit gedaald tot 69% en in 2012 verder gedaald naar 64%. Figuur 3.13 Op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl 2007-2012 (in %)

22 26 28 27 18

4045 43 42

46

38 29 29 31 36

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012

nee, onvoldoende of niet

ja, voldoende

ja, goed

Ook de bekendheid en toepassing van de strategieën verbreden en verdiepen kent recent een negatieve tendens. Liep de bekendheid tot 2011 nog op tot bijna tweederde voor beide strategieën, in 2012 is deze bekendheid teruggelopen naar ongeveer 60%. En de toepassing is na in de grote lijnen lichte groei tot 2011, nu weer terug op het niveau van 2007: 9% van de parochies past verbreden toe en 6% verdiepen. Figuur 3.14 Toepassing strategieën verbreden en verdiepen 2007-2012 (in %)

9 12 13 17 9 7 10 7 13 6

3949 47

4851

4150 49

5152

5239 40 35 40

5240 44 36 42

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012 2007 2008 2009 2011 2012

verbreden verdiepen

nee, niet bekendnee, wel bekendja

Page 19: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

19

Bij de toepassing van zowel verbreden als verdiepen gaat het om een klein deel van de parochies. Echter, wanneer wordt gevraagd naar specifieke activiteiten die onder verbreden en verdiepen vallen, blijkt de toepassing een stuk groter. Ruim 40% van de parochies past één of meerdere (van de voorgegeven) verbredingsac-tiviteiten toe (32% doet één verbredingsactiviteit, 9% meerdere). Zo benadert 24% van de parochies meer parochianen met specifiek materiaal en 15% heeft extra oproepen in de media geplaatst. Niet-bijdragende parochianen bezoeken of bellen, komt niet vaak voor (respectievelijk in 3% en 2% van de parochies). En eenderde van de parochies past minimaal één van de concrete verdiepingsactivitei-ten toe (19% één en 14% meerdere activiteiten). Zo heeft 17% van de parochies parochianen verzocht hun bijdrage te verhogen met verwijzing naar het bedrag dat ze de vorige keer gaven. En 15% heeft parochianen met een doorlopende machtiging verzocht die te verhogen. Andere vormen van verdieping (bijvoorbeeld parochianen met een kleine bijdrage verzoeken meer te gaan geven onder vermelding van een richtbedrag of parochianen die een grote bijdrage geven specifiek benaderen) komen nauwelijks voor (in 10% van de parochies of minder). Net als bij de resultaten naar de toepassing van de strategieën verbreden en verdiepen in het algemeen (zie vorige pagina), geldt ook voor de uitvoering van specifieke verbredings- en verdiepingsactiviteiten dat deze tussen 2011 en 2012 is teruggelopen. Figuur 3.15 Aantal specifieke activiteiten verbreden en verdiepen 2011-2012 (in %)

10 9 16 14

36 32 23 19

54 59 61 67

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2011 2012 2011 2012

verbreden verdiepen

geen activiteiten1 activiteit

2 of meer activiteiten

Page 20: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

20

Figuur 3.16 Toepassing specifieke activiteiten verbreden 2011-2012 (in %)

2

3

15

24

4

2

12

28

0 20 40 60 80 100

- niet-bijdragende parochianen telefonisch benaderd

- niet-bijdragende parochianen een bezoek gebracht

- extra oproepen in de media

- meer parochianen met specifiek materiaal

%

2011

2012

Figuur 3.17 Toepassing specifieke activiteiten verdiepen 2011-2012 (in %)

10

2

4

8

10

15

17

9

2

3

5

7

15

20

0 20 40 60 80 100

- anders

- parochianen die 1 keer per jaar geven, verzocht dit vaker te doen

- specifieke benadering parochianen die minder zijn gaan geven

- specifieke benadering parochianen die grote bijdrage geven

- parochianen met kleine bijdrage specifiek benaderd met richtbedrag

- parochianen met doorlopende machtiging verzocht bijdrage te verhogen

- parochianen verzocht bijdrage te verhogen met verwijzing van bijdrage jaar ervoor

%

2011

2012

Page 21: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

21

�&" . �������������������� ���

Uit de voorgaande paragrafen is al gebleken dat niet alle parochies even actief zijn in het benaderen van hun (niet-betalende) parochianen voor Kerkbalans en in het beïn-vloeden van geefgedrag. In deze paragraaf wordt, evenals voorgaande jaren, een maat voor de totale activiteit van een parochie met betrekking tot Kerkbalans gepresenteerd: de activiteitsscore voor de uitvoering van Kerkbalans. We nemen daartoe de volgende kenmerken mee: 1) Het persoonlijk afgeven én ophalen van het materiaal. 2) Het gebruik van een gepersonaliseerde brief. 3) Het gebruik van een zelf samengestelde folder. 4) Het aanbieden van informatie over schenkingen in het materiaal. 5) De pogingen om de bijdrage van parochianen te beïnvloeden (richtbe-

drag/percentage en/of inflatiecorrectie en/of verzoek om kleine bedragen te verho-gen).

6) De benadering van vergeetachtigen (wel toegezegd, niet betaald). 7) De specifieke benadering van weifelaars (parochianen die niets hebben toegezegd

maar dit voorgaande jaren wel deden). 8) De specifieke benadering van afhakers (parochianen die al enkele jaren niets geven,

maar daarvoor wel). 9) De specifieke benadering van niet-bijdragers (parochianen die nog nooit iets hebben

gegeven). 10) De aparte benadering van nieuwe parochianen (voordat ze voor Kerkbalans worden

benaderd). Op alle kenmerken kan een parochie ‘ja’ scoren; indien alle kenmerken met ‘ja’ worden beantwoord, resulteert dit in een maximale score van tien. Tussen 2009 en 2011 kenden de meeste activiteiten nog een negatieve ontwikkeling in die zin dat ze door minder parochies werden uitgevoerd. Tussen 2011 en 2012 zijn de ontwikkelingen stabieler, sommige activiteiten worden iets vaker uitgevoerd, andere minder vaak. De gemiddelde activiteitsscore komt net als in 2011 uit op 2,8 activiteiten (van de in totaal tien). Tussen 2009 en 2011 was dit gemiddelde gedaald van 3,5 naar 2,8. En wanneer we de parochies indelen in klassen, is in 2012 ruim 30% enigszins tot zeer actief; zij doen minimaal vier van de bovenstaande tien activiteiten. Bijna 70% is dus niet of nauwelijks actief; zij doen maximaal drie activiteiten. In 2009 was de helft van de parochies enigszins tot zeer actief.

Page 22: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

22

Figuur 3.18 Activiteitsscore* parochies 2007-2012 (in %)

10 11 11 10 7

30 30 3923 24

60 59 4967 69

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2011 2012

niet/nauwelijks actief

enigszins actief

(zeer) actief

* Schaal 0-10 met niet of nauwelijks actief = 0-3 activiteiten, enigszins actief = 4-5 activiteiten en

(zeer) actief = 6-10 activiteiten.

Page 23: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

23

�&� / �����������

De helft van de parochies heeft behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van Kerkbalans. Parochies willen de ondersteuning dan vooral via voorlichtingsbijeenkom-sten op lokaal niveau. De wensen voor ondersteuning zijn divers: van de specifieke benadering van niet-bijdragende parochianen en andere doelgroepen tot de automatise-ring van de aanschrijvingen en de herinneringen. Figuur 3.19 Ondersteuningsbehoefte parochies 2010-2012 (in %)

50

5

20

26

27

30

36

53

4

16

20

23

28

31

45

7

21

26

25

35

48

0 20 40 60 80 100

- geen

- anders

- inhoud+vormgeving eigen materiaal

- geautom. herinnering vergeten bijdragen

- richtbedrag in brief met geautom. koppeling eerder gegeven bijdragen

- benadering doelgroepen met spec. materiaal

- benadering niet-bijdragende parochianen

%

2010

2011

2012

Ruim 70% van de parochies geeft aan voldoende vrijwilligers te hebben voor de uitvoering van Kerkbalans, in 2010 was dit nog bijna 80%. Het overgrote deel van de parochies (84%) vindt de administratie (net of ruim) vol-doende op orde ten behoeve van een optimale uitvoering van Kerkbalans (redelijk vergelijkbaar met 2010 en 2011).

Figuur 3.20 Voorwaarden voor optimale uitvoering Kerkbalans 2010-2012 (in %)

25 20 19

47 50 45

5454 53

37 36 39

21 26 2816 14 16

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2010 2011 2012 2010 2011 2012

vrijwilligers leden-+fin. administratie

onvoldoende

net voldoende

ruim voldoende

Page 24: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

24

Page 25: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

25

" � ����� ����#���� ���

"&� � ����� �0 �������,1�) �����

���������

� Alle parochies kondigen Kerkbalans aan in het parochieblad en veel parochies gebruiken ook promotiemateriaal (68%; landelijk 55%).

� Alle parochies hebben bij Kerkbalans persoonlijk contact met hun parochianen (bij het afgeven van materiaal en/of het ophalen van reacties). Landelijk is dit in 36% van de parochies.

� In 37% van de parochies wordt een gepersonaliseerde begeleidende brief gebruikt, in 21% wordt specifiek materiaal voor doelgroepen gebruikt (landelijk is dit respec-tievelijk 24% en 5%). Het gebruik van de brief is ook nog eens fors toegenomen (in 2011 15%).

� De inflatiecorrectie wordt vaak genoemd (56%; landelijk 34%) en vaker dan in 2011 (26%). Ook worden parochianen die kleine bijdragen geven, in verhouding vaak verzocht deze bijdrage te verhogen (39%; landelijk 23%).

� De meeste parochies werken met toezeggingen (90%) en parochianen die hun toezegging vergeten te betalen, worden steeds vaker hieraan persoonlijk herinnerd (van 46% in 2011 tot 58% in 2012).

� Er is een toename van het aantal parochies dat parochianen die nog nooit hebben bijgedragen, specifiek benadert (van 25% in 2011 tot 35% in 2012; landelijk is dit 15%). Nieuwe parochianen worden vaker voorafgaand aan Kerkbalans als kennis-making benaderd (van 62% in 2011 tot 78% in 2012; landelijk is dit 35%).

� Er is een toename van de bekendheid van Kerkbalans Nieuwe Stijl en daarbinnen van de bekendheid van verbreden en verdiepen (van ongeveer 75% bekendheid in 2011 tot 90-95% bekendheid in 2012; landelijk 60%).

� Er is een toename van de toepassing van verbredings- (in 2011 45%, in 2012 50%) en verdiepingsactiviteiten (van 43% in 2011 tot 67% in 2012).

� Alle parochies hebben (net of ruim) voldoende vrijwilligers (landelijk is dit 72%). ��������

� Er is een daling van het aantal parochies dat informatie aanbiedt over schenkingen (van 57% in 2011 tot 39% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies die parochianen een persoonlijke herinne-ring sturen als ze geen bijdrage geven terwijl ze dit de voorgaande jaren wel deden (van 57% in 2011 tot 47% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies waar de automatisering voldoende (net of ruim) Kerkbalans ondersteunt (van 82% in 2011 tot 67% in 2012; landelijk is dit 84%).

Page 26: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

26

"&� . ���������� �2 ���� ��

In het aartsbisdom is het aantal parochies dat de vragenlijst over de uitvoering van Kerkbalans heeft ingevuld, aan de lage kant (14). Dit heeft vooral te maken met het lage aantal parochies in het aartsbisdom (en dus niet met een lage respons). Het aartsbisdom heeft 49 parochies die nagenoeg allemaal meedoen met Kerkbalans.

���������

� Alle parochies kondigen Kerkbalans aan in het parochieblad en veel parochies gebruiken ook promotiemateriaal (69%; landelijk 55%) en kondigen de actie aan op de website (77%; landelijk 47%).

� Er is in veel parochies persoonlijk contact met de parochianen (82%; landelijk 36%) bij het afgeven van het materiaal en/of het ophalen van de reacties.

� Vrij veel parochies hebben een zelf samengestelde folder (43%; landelijk 23%). � Er is een toename van het aantal parochies dat informatie over schenkingen aanbiedt (van

24% in 2011 tot 60% in 2012; landelijk is dit 33%). � Er is een forse toename van het aantal parochies dat een inflatiecorrectie noemt (van 19% in

2011 tot 50% in 2012; landelijk is dit 35%). � Veel parochies werken met toezeggingen (85%) en parochianen die vergeten hun toezegging

te betalen, krijgen vaak een persoonlijke herinnering.

��������

� Er zijn geen parochies die specifiek materiaal voor doelgroepen gebruiken. � Er is een afname van het aantal parochies dat een financieel overzicht opneemt in het

materiaal (van 82% in 2011 naar 55% in 2012). � Er zijn weinig parochies die een richtbedrag (of –percentage) noemen (20%; landelijk 44%). � Er is een afname van het aantal parochies dat parochianen die een kleine bijdrage geven,

verzoekt om deze bijdrage te verhogen (van 29% in 2011 tot 10% in 2012; landelijk is dit 23%).

� Er is een afname van het aantal parochies met een specifieke herinnering voor parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dit in voorgaande jaren wel deden (van 60% in 2011 tot 40% in 2012) en van het aantal parochies met een specifieke benadering van parochianen die al een tijdje niks maar geven maar dit wel ooit hebben gedaan (van 13% in 2011 naar geen enkele parochie in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies dat parochianen die nog nooit hebben bijgedragen, überhaupt nog benadert (van 67% in 2011 tot 40% in 2012).

� De helft van de parochies is onvoldoende op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl (landelijk 36%).

� Er is een afname van het aantal parochies dat verbredings- (van 47% in 2011 naar 33% in 2012) en verdiepingsactiviteiten toepast (van 44% in 2011 tot 33% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies met ruim voldoende vrijwilligers voor de uitvoe-ring van Kerkbals (van 41% in 2011 naar 17% in 2012).

Page 27: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

27

"&� � ����� �( ��� � ,. � ������ �

���������

� Ruim de helft van de parochies heeft persoonlijk contact met de parochianen (53%; landelijk 36%) bij het afgeven van het materiaal en/of het ophalen van de reacties. In 2011 was dit nog 42%.

� Er is een forse toename van het aantal parochies dat een inflatiecorrectie in het materiaal opneemt (van 13% in 2011 tot 31% in 2012).

��������

� Er is een afname van het aantal parochies dat een gepersonaliseerde begeleidende brief gebruikt (van 28% in 2011 tot 19% in 2012) en datzelfde geldt voor informatie over schenkingen (van 45% in 2011 tot 34% in 2012).

� Er zijn weinig parochies die een richtbedrag (of –percentage) noemen (9%; lande-lijk 44%).

� Er is een afname van het aantal parochies dat parochianen die al een tijdje niks maar geven maar dit wel ooit hebben gedaan (van 93% in 2011 tot 67% in 2012), über-haupt nog benaderen. En dit geldt ook voor de benadering van parochianen die nog nooit hebben bijgedragen (van 78% in 2011 tot 47% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies dat voldoende tot goed op de hoogte is van Kerkbalans Nieuwe Stijl (van 87% in 2011 tot 66% in 2012), en van de be-kendheid van verbreden (van 88% in 2011 tot 56% in 2012) en van verdiepen (van 76% in 2011 tot 51% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies dat verbredings- (van 50% in 2011 tot 32% in 2012) en verdiepingsactiviteiten toepast (van 44% in 2011 tot 26% in 2012). Landelijk ligt de toepassing hoger (46% verbreden en 38% verdiepen).

� Er is een toename van het aantal parochies met onvoldoende vrijwilligers voor de uitvoering van Kerkbalans (van 12% in 2011 tot 31% in 2012).

Page 28: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

28

"&" � ����� �%������� �

���������

� De website van de parochie wordt vaak ingezet om Kerkbalans aan te kondigen (79%; landelijk 47%). In 2011 was dit nog minder vaak het geval (51%).

� De helft van de parochies heeft persoonlijk contact met de parochianen (landelijk 36%) bij het afgeven van het materiaal en/of het ophalen van de reacties.

� Er is een toename van het aantal parochies dat een gepersonaliseerde begeleidende brief gebruikt (van 24% in 2011 tot 37% in 2012; landelijk is dit 24%).

� Ruim de helft van de parochies biedt informatie aan over schenkingen (53%; landelijk 33%).

� Er is een toename van het aantal parochies dat parochianen die een kleine bijdrage geven, verzoekt deze te verhogen (van 9% in 2011 tot 27% in 2012).

� Er is een toename van het aantal parochies dat parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dit de jaren ervoor wel deden, een persoonlijke herinnering stuurt (van 35% in 2011 tot 50% in 2012).

� Veel parochies maken eerst kennis met nieuwe parochianen voordat zij voor Kerkbalans worden benaderd (67%; landelijk 35%). In 2011 was dit nog minder vaak het geval (46%).

� Er is een toename van het aantal parochies dat voldoende tot goed op de hoogte is van Kerkbalans Nieuwe Stijl (van 73% in 2011 tot 87% in 2012).

� Er is een toename van het aantal parochies dat verbredings- (van 39% in 2011 tot 60% in 2012) en verdiepingsactiviteiten toepast (van 33% in 2011 tot 60% in 2012). Landelijk ligt de toepassing lager (46% verbreden en 38% verdiepen).

� Er is een toename van de gemiddelde activiteitscore voor de uitvoering van Kerkba-lans van 3,0 in 2011 tot 3,7 in 2012 (op een schaal van 0-10).

� Er is een toename van het aantal parochianen waar de automatisering Kerkbalans voldoende (net of ruim)ondersteunt (van 74% in 2011 tot 87% in 2012).

��������

� Weinig parochies noemen een richtbedrag of –percentage (7%; landelijk 44%). � Iets minder dan een kwart noemt een inflatiecorrectie (23%; landelijk 34%). � Er is een lichte afname van het aantal parochies met een specifieke benadering van

parochianen die ooit een bijdrage gaven maar inmiddels al een tijdje niet meer (van 13% in 2011 tot 7% in 2012) en van parochianen die nog nooit hebben bijgedragen (van 14% in 2011 tot 7% in 2012).

Page 29: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

29

"&� � ����� �� ����

���������

� Veel parochies gebruiken promotiemateriaal om Kerkbalans aan te kondigen (70%; landelijk 55%). In verhouding wordt ook het plaatselijke of regionale weekblad vaak gebruikt (39%; landelijk 16%).

� De helft van de parochies biedt informatie aan over schenkingen (landelijk 33%). � Ruim 80% geeft een richtbedrag of –percentage (83%; landelijk 44%). � Er is een toename van het aantal parochies dat een inflatiecorrectie noemt (van 22%

in 2011 tot 33% in 2012). � Veel parochies sturen parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dit in de

afgelopen jaren wel deden, een persoonlijke herinnering (61%; landelijk 44%). ��������

� Bijna 90% heeft geen persoonlijk contact bij het afgeven van materiaal en/of het ophalen van reacties (89%; landelijk 64%).

� Slechts 4% gebruikt een gepersonaliseerde begeleidende brief (landelijk 24%). � Er is een forse afname van het aantal parochies dat parochianen die een kleine

bijdrage geven, verzoekt om deze te verhogen (van 33% in 2011 tot 11% in 2012; landelijk is dit 23%).

� Er is een forse afname van het aantal parochies dat parochianen die nog nooit hebben bijgedragen, überhaupt nog benadert (van 95% in 2011 tot 78% in 2012).

� Er is een afname van het aantal parochies dat eerst met nieuwe parochianen ken-nismaakt, voordat ze voor Kerkbalans worden benaderd (van 60% in 2012 tot 45% in 2012).

� In vergelijking met het landelijke beeld blijft de toepassing van verbreding achter (32%; landelijk 46%) en datzelfde geldt voor verdieping (27%; landelijk 38%) hoewel de verdiepingsactiviteiten wel zijn toegenomen (van 16% in 2011 tot 27% in 2012).

� Er is een daling van de gemiddelde activiteitsscore voor de uitvoering van Kerkba-lans van 3,6 in 2011 tot 3,0 in 2012 (op een schaal van 0-10).

Page 30: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

30

"&3 � ����� �4 ������� �

���������

� In verhouding wordt het plaatselijke of regionale weekblad vaak gebruikt om Kerkbalans aan te kondigen (29%; landelijk 16%).

� Er is een toename van het aantal parochies dat een inflatiecorrectie noemt (van 12% in 2011 tot 29% in 2012).

� Er is een toename van het aantal parochies met verbredingsactiviteiten (van 41% in 2011 tot 51% in 2012).

��������

� Weinig parochies hebben persoonlijk contact bij het afgeven van het materiaal en/of het ophalen van de reacties (19%; landelijk 36%).

� In vergelijking met de twee andere zuidelijke bisdommen Breda en Roermond wordt in het bisdom Den Bosch minder vaak een richtbedrag of –percentage ge-noemd (41%, vergelijkbaar met landelijk maar dus minder dan in de bisdommen Breda, 83%, en Roermond, 72%).

� Er is een afname van het aantal parochies dat parochianen die een kleine bijdrage geven, verzoekt deze te verhogen (van 30% in 2011 tot 19% in 2012).

� Er is een lichte afname van het aantal parochies dat op specifieke wijze parochianen benadert die geen bijdrage geven terwijl ze dat enkele jaren geleden wel deden (van 15% in 2011 tot 9% in 2012). En eveneens is er sprake van een lichte daling van het aantal parochies dat bij nieuwe parochianen eerst kennis maakt alvorens ze voor Kerkbalans worden benaderd (van 34% in 2011 tot 29% in 2012).

� Er is een daling van het aantal parochies dat goed op de hoogte is van Kerkbalans Nieuwe Stijl (van 23% in 2011 tot 10% in 2012).

� De bekendheid van verbreden en verdiepen (respectievelijk 51% en 50%) is iets lager dan landelijk (respectievelijk 60% en 58%).

� Er is een afname van het aantal parochies waar de automatisering voldoende (net of ruim) Kerkbalans ondersteunt (van 93% in 2011 tot 79% in 2012).

Page 31: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

31

"&� � ����� �%��� ����

���������

� Ruim 70% geeft een richtbedrag of –percentage (82%; landelijk 44%). � Er is een forse toename van het aantal parochies dat een inflatiecorrectie noemt (van

6% in 2011 tot 30% in 2012).

��������

� Weinig parochies hebben persoonlijk contact bij het afgeven van het materiaal en/of het ophalen van de reacties (14%; landelijk 36%).

� De landelijke folder wordt in verhouding weinig gebruikt (39%; landelijk 67%). Dit houdt overigens niet in dat veel parochies een zelf samengestelde folder inzetten (25%; landelijk 23%). Specifiek materiaal voor doelgroepen wordt niet gebruikt.

� Weinig parochies nemen informatie over schenkingen op (14%; landelijk 33%). � Parochies die met toezeggingen werken (bijna een kwart van de parochies in dit

bisdom) sturen maar zelden een persoonlijke herinnering naar parochianen die hun toegezegde bedrag vergeten te betalen.

� Er zijn nauwelijks nog parochies over die parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dat enkele jaren geleden wel deden, op specifieke benaderen (van 12% in 2011 tot 2% in 2012; landelijk 8%).

� Er zijn nog maar weinig parochies die eerst met nieuwe parochianen kennismaken alvorens ze voor Kerkbalans worden benaderd (van 19% in 2011 tot 9% in 2012; landelijk 36%).

� Er is een afname van het aantal parochies met verbredings- (van 59% in 2011 tot 53% in 2012) en met verdiepingsactiviteiten (van 46% in 2011 tot 33% in 2012).

� Er is een daling van de gemiddelde activiteitsscore van 2,5 in 2011 tot 2,0 in 2012 (op een schaal van 0-10) en er zijn op onze maat voor activiteit geen actieve paro-chies meer (met zes tot tien activiteiten).

Page 32: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

32

Page 33: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

33

� � � ��$�% �� �������������� �

�&� ( ��) ����������� ��������������������� ����

Figuur 5.1 Aankondiging 2012, per bisdom (in %)

100

6858

100

6962

90

53

71

95

586865 70

61

84

51 51

80

4740

85

55 55

0

20

40

60

80

100

parochieblad promotiemateriaal vieringen

%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'damRotterdam Breda Den BoschRoermond Nederland

42

5 0

77

158

37

3 3

79

5 0

5239

9

4329

2

42

132

47

163

0

20

40

60

80

100

website parochie plaatselijk blad plaatselijk tv/radio%

Page 34: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

34

Figuur 5.2 Benadering parochianen 2012, per bisdom (in %)

5846

2439

9 17

42

36

2911

1110

14

19

18

47 50

89 81 86

64

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

volledig persoonlijk deels persoonlijk onpersoonlijk

* Benadering:

- Volledig persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven én ophalen. - Deels persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven en per post insturen of materiaal in brievenbus stoppen en persoonlijk ophalen. - Onpersoonlijk: materiaal in brievenbus stoppen en per post insturen of volledig per post verstu-ren.

Page 35: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

35

Figuur 5.3 Benadering parochianen 2012, per bisdom (in %)

90

21 21

86

43

0

78

145

74

26

5

83

2613

73

19

2

3925

0

67

23

5

0

20

40

60

80

100

landelijke folder* zelf samengestelde folder materiaal doelgroepen%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

63

37

64

29

73

19

53

37

87

4

60

27

61

21

65

24

0

20

40

60

80

100

algemene begeleidende brief gepersonaliseerde begeleidende brief

%

26

90

3736

8579

5946

33

58 5747

65

2635

4335

4534

2334

45 43 40

0

20

40

60

80

100

acceptgiro toezeggingsformulier machtigingsformulier%

* Er zijn geen grote verschillen in de waardering van de landelijke folder wat betreft vormgeving,

tekst, slogan en aansluiting bij de locale situatie.

Page 36: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

36

Figuur 5.4 Wijze waarop wordt bijgedragen 2012, per bisdom (in %)

5931 43 54 46

3354 46

11

14

3021 35

23

14 21

10

28

9 1014

2519 17

14 18 7 73

11 11 106 9 11 8 2 8 2 6

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

zelf geld overmaken acceptgiro doorlopende machtiging eenmalige machtiging anders

Figuur 5.5 Begroting en informatie over schenkingen in materiaal 2012, per bisdom (in %)

71

3955 60

74

34

73

5350 5054

3550

14

64

33

0

20

40

60

80

100

begroting schenkingen%

Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

Figuur 5.6 Noemen specifieke doelen waarvoor bijdrage bestemd is 2012, per bisdom (in %)

7867

33

10085

31

67

44

17

6450

14

73 68

27

6554

31

7664

29

7259

26

0

20

40

60

80

100

behoud kerkgebouw behoud past. formatie diaconie%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

28

11 11

46

31

0

1711 14

2129 29

185

1825

152729 24 2125

17 19

0

20

40

60

80

100

catechese jongeren geen%

Page 37: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

37

Figuur 5.7 Beïnvloeding geefgedrag 2012, per bisdom (in %)

33

56

39

20

50

109

3117

7

23 27

83

33

11

4129

19

72

30 28

4434

23

0

20

40

60

80

100

richtbedrag of percentage inflatiecorrectie verhogen klein bedrag%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

Page 38: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

38

�&� + ������������� ���� �����,�� ������������� ����*�

Figuur 5.8 Benadering vergeetachtigen 2012, per bisdom (in %)

5867

2639

16 212

24

26

5 7

12

9

517

1517

117

9

11

10 15

5443

74 6577

55

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

persoonlijke herinnering algemene herinnering geen herinnering geen toezeggingen

Figuur 5.9 Benadering weifelaars 2012, per bisdom (in %)

47 40 3650

6140 44 44

3730

177

11

1722 20

1630

47 4328

43 34 36

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

persoonlijke herinnering algemene herinnering geen herinnering

Page 39: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

39

Figuur 5.10 Benadering afhakers 2012, per bisdom (in %)

18 11 7 11 9 2 8

47 9056 60

7972

75 68

3510

33 3310 19 23 24

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

Roermond Nederland

specifieke benadering algemene benadering geen benadering

Figuur 5.11 Benadering structurele niet-bijdragers 2012, per bisdom (in %)

3510 11 7 17 17 14 15

18

30 36

73 61 5945 47

4760 53

20 22 2441 38

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

Roermond Nederland

specifieke benadering algemene benadering geen benadering

Figuur 5.12 Benadering nieuwe parochianen 2012, per bisdom (in %)

78

4050

67

28 299

35

17

10

14

20

17 17

16

16

5031

13

50 40

46

36

5 5 514

2913

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

ja, maar eerst op andere wijze ja, samen met andere wijze ja, zonder andere wijze nee

Page 40: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

40

�&� ���������������������� ����- ��) ���� �

Figuur 5.13 In bezit van handleiding Kerkbalans Nieuwe Stijl 2012, per bisdom (in %)

100

7385

100 100

5239

68

0

20

40

60

80

100

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland%

Figuur 5.14 Op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl 2012, per bisdom (in %)

3517

3311 10

21 18

59

50

49

5472

50 2546

6

5034

13 1740

5436

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

Roermond Nederland

ja, goed ja, voldoende nee, onvoldoende of niet

Page 41: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

41

Figuur 5.15 Toepassing strategie verbreden 2012, per bisdom 2011 (in %)

11 9 14 20 12 7 2 9

8364

42

7376

4437

51

627

44

7 12

4961

40

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland

ja nee, wel bekend nee, niet bekend

Figuur 5.16 Toepassing minimaal één activiteit verbreden 2012, per bisdom (in %)

50

33 32

60

32

51 5346

0

20

40

60

80

100

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland%

Figuur 5.17 Welke verbredingsactiviteiten 2012, per bisdom (in %)

11 6 11 6

258

0 017

3 0 313

0 0 7145 5 0

3217

0 2

35 33

0 2

2415

2 30

20

40

60

80

100

meer parochianen met specifiek materiaal

extra oproepen in de media

niet-bijdragende parochianen

telefonisch benaderd

niet-bijdragende parochianen een bezoek gebracht

%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

Page 42: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

42

Figuur 5.18 Toepassing strategie verdiepen 2012, per bisdom (in %)

11 6 13 11 8 2 6

78

7345

74 78

4236

52

1127

49

13 11

5062

42

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

RoermondNederland

ja nee, wel bekend nee, niet bekend

Figuur 5.19 Toepassing minimaal één activiteit verdiepen 2012, per bisdom (in %)

67

3326

60

2738

3338

0

20

40

60

80

100

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland%

Figuur 5.20 Welke verdiepingsactiviteiten 2012, per bisdom (in %)

56

1122

118

25

80

9 123 3

2013

075 9 5

1419 196 6

14 16 16 1217 15 10 8

0

20

40

60

80

100

parochianen verzocht bijdrage te verhogen met verwijzing van bijdrage jaar ervoor

parochianen met doorlopende

machtiging verzocht bijdrage te verhogen

parochianen met kleine bijdrage

specifiek benaderd met richtbedrag

specifieke benadering parochianen die grote

bijdrage geven

%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam

Breda Den Bosch Roermond Nederland

Page 43: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

43

�&" . �������������������� ���

Figuur 5.21 Activiteitsscore* parochies 2007-2012, per bisdom (in %)

29 26 25 30 32

13 18 2010 10 11 9 14

5 3 8 13 12 1320

3750

4322

42

3637

42

37

60

2738

41

21 2830

3146

22

47

3424

32

48

26

51 4538

53

30

6253

45

74 6962 56

42

65

33

0%

20%

40%

60%

80%

100%

07 08 09 11 12 07 08 09 11 12 07 08 09 11 12 07 08 09 11 12

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam

(zeer) actief enigszins actief niet/nauwelijks actief

9 414 15

6 6 10 6 10 7 6 3 3 411 11 12 10 7

22 32

4635

28 29 2341

15 21 19 19

3924

7

29 3042

23 24

69 64

4050

66 65 6753

75 72 75 78

5872

93

60 5946

67 69

0%

20%

40%

60%

80%

100%

07 08 09 11 12 07 08 09 11 12 07 08 09 11 12 07 08 09 11 12

Breda Den Bosch Roermond Nederland * Schaal 0-10 met niet of nauwelijks actief = 0-3 activiteiten, enigszins actief = 4-5 activiteiten en

(zeer) actief = 6-10 activiteiten.

Page 44: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

44

�&� / �����������

Figuur 5.22 Ondersteuningsbehoefte parochies 2012, per bisdom (in %)

35

65 65

3044

11

3629 3036

0

25

50

291815

2412

47

28 3036 30 27

0

20

40

60

80

100

benadering niet-bijdragende parochianen

benadering doelgroepen met spec. materiaal

richtbedrag in brief met geautom. koppeling eerder

gegeven bijdragen

%

Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam RotterdamBreda Den Bosch Roermond Nederland

39 42

13

30 3040

34

6

51

147

65

3524

38

12 17

64

25 23

50

2620

50

0

20

40

60

80

100

geautom. herinnering vergeten bijdragen

inhoud+vormgeving eigen materiaal

geen%

Page 45: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

45

Figuur 5.23 Voldoende vrijwilligers voor optimale uitvoering Kerkbalans 2012, per bisdom (in %)

22 17 227

22 17 19 19

78

58 47 73 50 6239

53

25 3120 28 21

4228

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

RoermondNederland

ruim voldoende net voldoende onvoldoende

Figuur 5.24 Voldoende automatisering voor optimale uitvoering Kerkbalans 2012, per bisdom

(in %)

2846 39 40 35 44

5745

39

36 47 4741

35

3639

3318 14 13

24 217 16

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Gron.-Leeuw.

Utrecht Haarlem-A'dam

Rotterdam Breda Den Bosch

RoermondNederland

ruim voldoende net voldoende onvoldoende

Page 46: Rapport nr. 628, januari 2013 drs. Joris Kregting...Rapport nr. 628, januari 2013 3 ˘ ˇ ˆ ˘ ˙˙ ˝ 1.1 Samenvatting 5 1.2 Conclusie 6 ˛ ˚ ˜ ! 3.1 Hoe worden parochianen benaderd

Onderzoekscentrum religie en samenlevingHet Kaski is een expertisecentrum op non-profitbasis

voor vragen over religie en samenleving. We hebben

een lange ervaring als één van de oudste

sociaal-wetenschappelijke instituten van Nederland.

U kunt bij ons terecht voor allerlei vormen van

onderzoek, zowel kwalitatief (o.a. focusgroepen en

evaluatieonderzoek) als kwantitatief (o.a. enquêtes en

prognoses).

Wij streven naar een zo breed mogelijke

dienstverlening en bieden naast onderzoek

ook beleidsadvisering en ondersteuning aan.

Het Kaski is onderdeel van de Faculteit der Filosofie,

Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud

Universiteit Nijmegen en is lid van de Vereniging voor

Beleidsonderzoek.

Ons instituut is in het bezit van het kwaliteitscertificaat ISO 9001:2008.

Telefoon:

024 - 365 35 31

www.ru.nl/kaski

[email protected]

Erasmusplein 1

6525 HT Nijmegen

Postbus 9103

6500 HD Nijmegen

Het Kaski verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek naar vraagstukken rond religie en samenleving. We hebbeneen lange ervaring als één van de oudstesociaal-wetenschappelijke instituten van Nederland.U kunt bij ons terecht voor diverse vormen vanonderzoek, zoals enquêtes, prognoses, evaluatieonderzoeken kwalitatief onderzoek via interviews en focusgroepen. Naast onderzoek bieden wij ook beleidsadvisering en ondersteuning aan.

Het Kaski is onderdeel van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen,en lid van de Vereniging voor Beleidsonderzoek.