Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5...

30
Rapport audit onderwijs ondersteuningsprofiel IVO Naam onderwijsvoorziening: Basisschool Starrebos Datum bezoek: 7 oktober 2013 In opdracht van: SWV PO 30-04 Tilburg e.o. Rapporteur: Karin Vaessen M&O-groep, ‘s-Hertogenbosch Oktober 2013

Transcript of Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5...

Page 1: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

Rapport audit onderwijs

ondersteuningsprofiel IVO

Naam onderwijsvoorziening: Basisschool Starrebos

Datum bezoek: 7 oktober 2013

In opdracht van: SWV PO 30-04 Tilburg e.o.

Rapporteur: Karin Vaessen

M&O-groep, ‘s-Hertogenbosch

Oktober 2013

Page 2: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 1

Inhoudsopgave

1. Inleiding .................................................................................................................... 2

2. De opbrengsten van het schoolbezoek ..................................................................... 4

2.1 Het onderwijsconcept .......................................................................................... 4

2.2 De voorzieningen op de vijf velden .................................................................... 10

3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school ....................................................... 15

3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept ................................. 15

3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden ..................................... 19

4. Tot slot .................................................................................................................... 23

Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen ...................................................................... 24

Bijlage 2: Speciale onderwijsondersteuning per schoolprofiel ..................................... 25

Page 3: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 2

1. Inleiding

Uw school1 biedt onderwijsondersteuning aan leerlingen die speciale

onderwijsbehoeften hebben. Wanneer uw school tegen haar grenzen aanloopt, is er de

mogelijkheid om de leerling en zijn of haar ouders2 te verwijzen naar een andere

school, een school voor speciaal (basis)onderwijs.

Scholen verschillen in de onderwijsondersteuning die zij (kunnen) bieden. Uit

verwijsgedrag van scholen bijvoorbeeld blijkt dit heel duidelijk: een leerling waarbij de

ene school tegen de grenzen van haar onderwijsondersteuning aanloopt, kan op een

andere school zonder al te veel inspanning passend onderwijs krijgen. Soms is de

reden makkelijk aanwijsbaar: een school in een gebouw met veel trappen en weinig

ruimte is niet zomaar passend voor een leerling in een rolstoel. Maar meestal is het

lastiger om aan te geven wanneer een leerling niet, en wanneer wel, op de school

terecht kan.

Zowel voor de school zelf, als voor ouders en voor de bovenschoolse organisatie die

het bovenschoolse netwerk van ondersteuningsvoorzieningen inricht (schoolbestuur,

samenwerkingsverband po, regionaal netwerk Passend Onderwijs), is het van belang

te weten waar de school staat voor wat betreft de onderwijsondersteuning en wat

mogelijkheden zijn om de onderwijsondersteuning te versterken en eventueel uit te

breiden.

In de audit is gekeken naar de ‘match’ tussen de onderwijsbehoeften3 van de

leerlingen uit het voedingsgebied van de school met het onderwijsaanbod van de

school. Deze match tussen vraag en aanbod is in kaart gebracht in termen van

kenmerken van het ondersteuningsaanbod, van de school dus.

Het profiel van het ondersteuningsaanbod van een reguliere school wordt bepaald

door:

de mate waarin het onderwijsconcept bijdraagt aan het zich geaccepteerd voelen

van de leerling met speciale onderwijsbehoeften;

de positie op vijf velden van onderwijsbehoefte:

1. de hoeveelheid aandacht/handen in de groep;

2. speciale onderwijsmaterialen;

3. de ruimtelijke omgeving;

4. expertise;

5. samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning

voor het kind bezighouden.

1 Waar in dit rapport kortheidshalve staat ‘school’ wordt steeds bedoeld ‘school of andere eenheid van

onderwijsondersteuning’. 2 Waar in dit rapport kortheidshalve staat ´ouders´ wordt steeds bedoeld ´ouders of verzorgers´. 3 De onderwijsbehoefte is de instructie en ondersteuning die de leerling in de onderwijssituatie nodig heeft

om een volgende stap te kunnen maken in het eigen proces van cognitieve en sociaal-emotionele

ontwikkeling.

Page 4: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 3

Informatie over deze kenmerken is verzameld door:

een documentenanalyse (schoolplan, schoolgids, inspectierapport, website);

een half gestructureerd interview/gesprek, het gesprek is gevoerd met: dhr Nico

Kools (directeur), dhr Will van Dijk (adjunct), mw Marleen Deenen (IB-er

onderbouw), mw Jet Hendriks (rugzakbegeleider), mw Wendy Damen (leerkracht

groep 4) en mw Imre Mutsaerts (moeder twee kinderen op Starrebos en MR-lid);

half gestructureerde observaties in de groepen 3, 6 en 8, met name ter

ondersteuning van de bevindingen over het gehanteerde onderwijsconcept en het

daarbij horende klassenmanagement;

een gesprek met bijna het gehele schoolteam waarin de opvattingen rond en het

draagvlak voor het onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften aan

de orde komt.

In het gesprek met het schoolteam zijn de eerste indrukken vanuit het interview en de

observaties verwerkt.

In dit rapport doen wij verslag van onze bevindingen. Wij wijzen er op dat de

informatieverzameling weliswaar uitgebreid en veelzijdig was, maar beperkt is door het

karakter van een momentopname.

Page 5: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 4

2. De opbrengsten van het schoolbezoek

2.1 Het onderwijsconcept

Korte karakterisering van de school

Basisschool Starrebos is een middelgrote katholieke basisschool in Hilvarenbeek. Het

merendeel van de kinderen (80 %) komt uit de directe omgeving. De rest komt uit een

wijdere omgeving, soms zelfs uit Tilburg. De school bestaat sinds twee jaar en is

onstaan uit een fusie van basisscholen St. Adrianus en Biedonk.

De school is gehuisvest in een moderne MFA, samen met o.a. een peuterspeelzaal,

kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, Centrum voor Jeugd en Gezin en 'Amarant'

(dagopvang voor mensen met een geestelijke beperking). De school heeft een goede

relatie met de inpandige partners en werkt er ook echt samen mee. Cliënten van

Amarant bijvoorbeeld fungeren als conciërge, brengen koffie rond op school of

assisteren in de kleutergroepen.

De schoolt telt 376 leerlingen (teldatum 1-10-2012) en heeft 16 groepen (vier

kleutergroepen 1/2 en verder van alle groepen steeds twee parallel groepen). Afgezien

van de kleutergroepen kiest de school bewust niet voor combinatiegroepen. Men hecht

sterk aan rust en structuur en een vaste klas die zes jaar bij elkaar blijft.

De school is een fusie van twee traditionele klassikale scholen. De huidige directeur

van Starrebos komt vanuit het speciaal onderwijs en is vier jaar geleden als directeur

van St. Adrianus begonnen en heeft het bouw- en het fusieproces op weg naar de

nieuwe school mogen begeleiden. Hij is trots op het feit waar de school nu, slechts

twee jaar later, staat. Het is één team geworden. Ook de bij het interview aanwezige

ouder geeft aan dat het voor de ouders niet meer merk- en zichtbaar is welke

leerkrachten en welke kinderen van welke basisschool afkomstig zijn.

De school heeft destijds niet meegedaan aan het project 'Kind Op de Gang'.

In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen?

Naar schatting van de geïnterviewde medewerkers is het niveau van leren over het

geheel van de school hoog. De spreiding binnen de groepen is vergeleken met het

landelijke beeld matig heterogeen (4 tot 8 leerlingen per groep) te noemen. Op

Starrebos is het aantal leerlingen aan de bovenkant (hoogbegaafden) ongeveer even

groot als het aantal leerlingen aan de onderkant (uitvallers).

Enkele vragen in het interview richtten zich op de leerlingen die vanwege hun gedrag

zodanig speciale aandacht nodig hebben, dat dit structureel extra inzet vraagt van de

leerkracht. De schatting van het aantal van deze leerlingen bedraagt 2 à 3 leerlingen

per groep (en is daarmee landelijk gezien gemiddeld te noemen). De gesprekspartners

zijn het echter niet allemaal met elkaar eens; met name de mannelijke

gesprekspartners zijn geneigd om het aantal zorgleerlingen op gedrag lager in te

schatten. Als voorbeeld wordt het 'drukke' gedrag van jongens genoemd; mannelijke

leerkrachten ervaren dit minder snel als een probleem dan vrouwelijke leerkrachten.

De aandacht die op gedrag gevraagd wordt richt zich vooral op begrenzing van gedrag,

meer aandacht vragen, inzicht in gedrag, maar ook stimulering tot activiteit.

Page 6: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 5

De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De

school is te karakteriseren als een overwegend witte school.

De sociaaleconomische achtergrond van de leerlingen wordt vooral gekenmerkt door

midden en overwegend hoogopgeleide ouders. De verschillen tussen gezinnen in

sociaaleconomische zin, zijn niet groot, aldus de school.

5 leerlingen hebben een leerlingengewicht van 0,3 en 10 leerlingen een gewicht van

1,2.

Hiermee heeft 4 procent leerlingen een gewicht, landelijk is dit 12,8 procent.

Er zijn 9 leerlingen op Starrebos met een ‘rugzakje’ (in schooljaar 2012-2013): cluster

2, 4 en vooral cluster 3. In vergelijking met het landelijk beeld ligt dit hoger (2,4 % op

Starrebos versus landelijke 1,0 %). Begin van dit schooljaar zijn er nog drie rugzakken

bijgekomen. Op de vraag hoe het komt dat het aantal rugzakleerlingen op Starrebos

gemiddeld iets hoger ligt en bovendien stijgt, geven de gesprekspartners een aantal

verklarende antwoorden.Ten eerste staat de school bekend om haar rust en regelmaat,

wat vaak goed uitwerkt voor zorgleerlingen (en zorgleerlingen aantrekt). Vervolgens

'spreekt het zich rond' dat de school een interne rugzakbegeleider heeft, die bijna

fulltime leerlingen met een LGF (en andere zorgleerlingen) begeleidt. Derde, meer

praktische, verklaring is dat kinderen soms 'vastlopen' op andere scholen en vanwege

de eerste twee redenen zich aanmelden bij Starrebos.

In onderstaande tabel staat het aantal rugzakleerlingen voor Starrebos in de afgelopen

vier jaar vermeld.

Schooljaar (afgelopen 4 jaar)

Aantal rugzakleerlingen Starrebos in cluster… 09-10 10-11 11-12 12-13

1: blinden en slechtzienden - - - -

2: communicatieve beperkingen - - 1 1

3: lichamelijke en verstandelijke beperkingen 8 8 6 6

4: gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen 3 3 4 2

Hoewel het aantal rugzakleerlingen iets hoger dan het landelijk gemiddelde ligt, is over

het geheel genomen, de leerlingenpopulatie van Starrebos te karakteriseren als relatief

homogeen (in vergelijking met Nederlandse scholen in het algemeen).

Het gemiddeld aantal zittenblijvers op Starrebos is laag tot normaal, met een

uitschieter naar boven in schooljaar 2012-2013 (9 leerlingen; 2,4 %). Bij navraag blijkt

het te gaan om een grote groep ‘herfstkinderen’ en twee langdurig zieke leerlingen.

Hoe wordt binnen de school op speciale onderwijsbehoeften gereageerd?

De leerlingen die speciale aandacht nodig hebben krijgen dit vooral:

Met groepsaandacht in homogene subgroepen en individuele aandacht, in dezelfde

ruimte, maar apart van de groep. Starrebos werkt sinds twee jaar handelingsgericht en

werkt bij technisch lezen en rekenen in drie niveaus. Voor taal en spelling moet dit

formeel nog doorgevoerd worden (hoewel sommige collega’s hier al voorzichtig mee

begonnen zijn).

Page 7: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 6

Extra zorg wordt sinds twee jaar bewust ìn de groep gegeven. Ook rugzakleerlingen

worden steeds meer in de groep begeleid. Verder heeft de school een flink aantal

leerlingen met individuele leerlijnen. De leerkrachten duiden dit ook wel aan als hun

vierde niveaugroep.

En dus niet of nauwelijks:

De school heeft er na de fusie voor gekozen om te stoppen met Remedial Teaching.

Getracht wordt nu om de juiste zorg integraal in de groepen te geven.

Ook kiest de school er bewust voor om te blijven vasthouden aan het

leerstofjaarklassensysteem. Samenwerking en uitwisseling binnen de klas en met de

parallel klassen wordt wel toegepast. Klassedoorbrekend werken echter (op niveau)

wordt door de meeste teamleden niet toegejuicht. Vanuit deze gedachte is men ook

geen voorstander van combinatieklassen en wordt te allen tijde geprobeerd om dit te

vermijden.

De school differentieert in haar onderwijsaanpak incidenteel voor verschillen op

leerstijlen van kinderen; dit verschilt per leerkracht of daar waar een leerling opvalt op

een leerstijl.

De school geeft aan in het verleden vooral oog te hebben gehad voor de ‘zwakkere’

leerlingen. De directeur geeft aan dat er daarnaast vanaf dit schooljaar meer aandacht

zal uitgaan naar de ‘sterkere’ leerlingen. De overtuiging van de directeur is dat hier nog

heel wat winst te behalen is op Starrebos. Inmiddels is er contact met het Steunpunt

Hoogbegaafdheid en probeert de directeur te participeren in (NRO-) onderzoek. Het

onderwerp krijgt nu nog vooral aandacht van alleen de directie. In februari 2014 zal dit

onderwerp verder besproken worden op een teamvergadering.

Ambitie van de school is om boven het landelijk gemiddelde te scoren en geen D en E-

scores meer te hebben.

In de volgende tabel staat per regel een dimensie weergegeven, met links en rechts de

uitersten op de dimensie. Tijdens het interview is gevraagd aan te geven waar de

school staat: duidelijk links, enigszins links, enigszins rechts, duidelijk rechts. Gevraagd

werd om globaal te kijken naar de school en zo mogelijk een duidelijke richting aan te

geven.

Page 8: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 7

Onderwijsconcept 1 2 3 4

Overdragen van kennis Zelf ontdekken

Kennis verwerven Werken met kennis

Klassikaal leren Individueel en groepsleren

Sturing van het leren door de lkr Kinderen sturen eigen leren

Alle leerlingen op bepaald

basisniveau brengen

Maximale uit elke leerling halen

Leerstof bepaalt de leerweg

Beginsituatie van de leerling

bepaalt de leerweg

Nadruk op gestructureerde

opdrachten

Nadruk op vrije opdrachten

Beoordeling van prestaties o.b.v.

gelijke normering

Beoordeling van leervorderingen

o.b.v. beginsituatie van leerlingen

Beoordeling door de leerkracht Zelfbeoordeling door de leerling

Evaluatie onderwijs o.b.v.

leervorderingen groep

Evaluatie onderwijs o.b.v.

leervorderingen individuele leerling

Evaluatie onderwijs door de lkr Evaluatie samen met leerlingen

Bovenstaand is vooral ingevuld vanuit de kenmerken van het onderwijs in het taal- en

rekenonderwijs. Voor deze kernvakken scoort Starrebos sterk links. Dit beeld werd

bevestigd tijdens de lesobservaties.

Starrebos maakt momenteel een ontwikkeling naar 'rechts' door, naar meer

leerlinggestuurd onderwijs. Bij de start van de nieuwe school, twee jaar geleden, is de

directeur bewust begonnen met twee zogenaamde 'Ankerprojecten' per jaar (inmiddels

hebben er dus vijf in totaal plaatsgevonden). Twee keer per jaar, ieder gedurende acht

weken, wordt er thematisch geïntegreerd zaakvakkenonderwijs gegeven. Hierbij

worden geschiedenis, aardrijkskunde en het natuuronderwijs bij elkaar gebracht. Een

voorbeeld van een thema was ' regels & macht'. De aanpak en organisatie van een

Ankerproject verschilt op een aantal punten van het meer traditionele en klassikale

taal-en rekenonderwijs. Zo wordt er bij het Ankerwerken spelenderwijs uit diverse

methoden geplukt en fungeren de methoden niet als doel op zich, maar als middel om

voorafgestelde leerdoelen te bereiken. In de Ankerprojecten leren kinderen ook meer

zelfstandig te werken (op basis van eigen leer- en onderzoeksvragen). Ook wordt er

meer samengewerkt en is er sprake van groepsdoorbrekend leren; ook leerkrachten

geven lessen in meerdere klassen. Tot slot reflecteren de leerlingen meer op hun

leerproces en hun eigen prestaties. De leerkracht houdt echter de regie en is al met al

nog steeds sterk sturend. De directeur geeft aan dat hij het Ankerproject heeft ingezet

om op bescheiden schaal verandering en vernieuwing in te zetten. Hij hoopt en

verwacht voor de toekomst dat dit soort onderwijs een sneeuwbaleffect naar het taal-

en rekenonderwijs op Starrebos zal hebben.

Beoordeling van prestaties vindt vooral plaats op basis van gelijke normering. Dit geldt

echter niet voor alle leerlingen op Starrebos. De school heeft een aantal leerlingen met

eigen leerlijnen. Dit zijn er gemiddeld zo'n 1 à 2 per groep. De prestaties van deze

leerlingen worden afgemeten aan hun eigen beginsituatie.

Page 9: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 8

Tot slot zijn er ook ontwikkelingen in de aard en opzet van het (leerling-)rapport.

Inmiddels is dit losbladig, kunnen er ook stukken bijgevoegd worden en krijgt het iets

meer het karakter van een portfolio.

Hoe wordt de continuïteit van de onderwijsondersteuning voor elke leerling verzekerd?

Het ‘eigenaarschap’ van de onderwijsondersteuning op Starrebos ligt bij de

groepsleerkracht. Bij vragen of problemen gaan ouders in eerste instantie naar de

eigen leerkracht. Pas als men er samen niet uitkomt, worden de intern begeleiders,

de rugzakbegeleider en/of de (adjunct-)directeur ingeschakeld.

De taken van de interne begeleiding op Starrebos zijn: coachen van de

groepsleerkrachten, doen van onderzoek bij leerlingen, brengen van

klassenbezoeken (soms met behulp van video interactie) en het organiseren van

intervisiebijeenkomsten tussen leerkrachten. Ook nemen zij de meer beleidsmatige

kant van de zorg voor hun rekening. De gesprekspartners geven aan dat er met de

start van de nieuwe school Starrebos echt een omslag in de zorg gemaakt is.

Voorheen reageren de intern begeleiders vooral op vragen van leerkrachten. Nu

maakt het zorgteam pro- actief zorgbeleid en heeft bijvoorbeeld een jaarkalender

opgesteld, waarin alles ingepland is.

Het gebruik van leerlingvolgsystemen voor leren en voor de sociaal-emotionele

ontwikkeling: Starrebos gebruikt het Cito- leerlingvolgstyeem en Parnassys voor de

administratie. Er is geen leerlingvolgsysteem voor de sociaal- emotionele

ontwikkeling op Starrebos, afgezien van het gebruik van (een aangepaste versie

van) Memelink in de kleuterklassen.

De procesbewaking gedurende het schooljaar en over de schooljaren heen:

Starrebos werkt met de 1-zorgroute en heeft twee groepsbesprekingen per jaar.

Individuele leerlingbesprekingen zijn er niet meer; maar gesprekjes over kinderen

vinden natuurlijk wel informeel en in de intervisiegesprekken plaats. De directeur

houdt verder twee keer per jaar opbrengstgerichte gesprekken met alle teamleden.

Het interne zorgteam (ZOS; zorgoverleg Starrebis) komt zeswekelijks bij elkaar.

Het Zorg Advies Team (ZAT) vergadert zes keer per jaar.

De rol van ouders en de mate van betrokkenheid

De wijze waarop ouders worden geïnformeerd (mate van

betrokkenheid/partnerschap): Ouders op Starrebos worden gezien als serieuze

partner in de gemeenschappelijke zorg (onderwijs en opvoeding) voor hun

kinderen/leerlingen. Ouders worden daartoe zorgvuldig geïnformeerd. De school

wil heel duidelijk laagdrempelig zijn in de contacten met ouders. Alle groepen (dus

ook de bovenbouw) hebben iedere dag inloop van 8:30 tot 8:45 en de directeur en

de adjunct-directeur zijn beiden iedere dag ’s ochtends bewust op het schoolplein

aanwezig. Ouders worden verder betrokken bij diverse activiteiten van de school.

Zo helpen zij bij het begeleiden van uitstapjes en soms ook bij geven van de lessen

(bijvoorbeeld bij techniek, computeronderwijs of de ‘Anker’-lessen). De bij het

interview aanwezige ouder vertelt dat de school de ouders op een prettige manier

betrekt, zonder daarbij een te sterk (‘verplichtend’) beroep op hen te doen.

Page 10: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 9

De wijze waarop ouders betrokken zijn bij activiteiten als het bepalen van de

ondersteuningsbehoefte van de leerling en het opstellen, uitvoeren en evalueren van

het handelingsplan:

Starrebos betrekt de ouders in algemene zin, en nog sterker als er sprake is van extra

zorg. Zowel voor, als na het opstellen van een handelingsplan, vindt er een gesprek

met ouders plaats. Het schrijven van het plan is echt een verantwoordelijkheid van de

school, aldus de rugzakbegeleider. Alle ouders van zorgleerlingen zijn en worden

betrokken; alleen de rol die ouders daarin kunnen spelen verschilt per ouder. Niet alle

ouders hebben evenveel mogelijkheden om hun kind thuis te ondersteunen. Ook

leerkrachten verschillen in hun vaardigheden om ouders te kunnen betrekken.

De school in haar netwerk

Deling voedingsgebied met andere scholen

Het overgrote deel van de leerlingen komt uit de nabije buurt van de school. Omdat

Hilvarenbeek een relatief homogeen welvarend en welgesteld dorp is, zijn er geen

grote verschillen tussen leerlingen. Er zijn dan ook geen grote aantallen

zorgleerlingen op deze school aanwezig. Zoals gezegd is de leerlingpopulatie van

Starrebos relatief homogeen. De gesprekspartners hebben echter wel het idee dat

zij meer zorgleerlingen aantrekken dan andere scholen in de buurt. De verklaringen

worden door het team omschreven als de aanwezigheid van een goede interne

rugzakbegeleider en het feit dat Starrebos bekend staat als een school met een

grote rust en regelmaat. De indruk van de gesprekspartners is bijvoorbeeld dat

basisschool De Driehoek veel meer combinatieklassen heeft, meer

klasseoverstijgend werkt en de zorg ook anders ingericht heeft. Dat maakt dat

zorgleerlingen het schoolleven daar wellicht wat drukker en chaotischer ervaren en

sneller uitvallen, aldus de geïnterviewden.

De begeleiding vanuit het samenwerkingsverband en/of vanuit andere instanties

wordt door het team van Starrebos als prettig en wederkerig ervaren. Zo beschrijft

de rugzakbegeleider dat zij al tien jaar samenwerkt met vijf ambulant begeleiders.

Meestal is de kennis en kunde van deze externen een meerwaarde bovenop de

begeleiding van de school. Over de begeleiding vanuit cluster 2 is men minder te

positief te spreken. De kwaliteit van de zorg is en blijft persoonsafhankelijk, aldus

de geïnterviewden.

De rugzakbegeleider van de school heeft in de loop der tijd zelf steeds meer kennis

en ervaring opgebouwd. Zij merkt dat zij daardoor ook meer zelf kan doen.

De school is zich bewust van het feit dat het samenwerkingsverband nog groter

van omvang zal worden. De samenwerking en begeleiding verloopt nu goed en

men verwacht en hoopt dat dit goed zal blijven verlopen. De gesprekspartners

spreken de wens uit dat het aanbod, net als nu, op maat zal worden gedaan. Men

wil graag zeggenschap en inspraak vanuit Starrebos, om de zorg op maat te

kunnen geven.

Page 11: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 10

De verwijzingen naar sbo en so en de contacten met andere scholen; Starrebos

heeft afgelopen jaren niet of nauwelijks leerlingen doorverwezen naar het speciaal

(basis-) onderwijs. Afgelopen vier jaar is er geen enkele leerlingen naar het sbo

verwezen. Vier jaar geleden is er voor laatst een leerling naar het speciaal

onderwijs gegaan. Het team geeft aan leerlingen zo lang mogelijk te willen

vasthouden op Starrebos. Alleen als het ècht niet meer gaat, worden leerlingen

doorverwezen. Dat is in het verleden eigenlijk maar één keer gebeurd, aldus de

gesprekspartners. Veelzeggend is dat iedereen ook meteen dezelfde jongen op het

netvlies heeft. En, voegt men hieraan toe, dat zou nu eigenlijk niet meer hoeven te

gebeuren. De school heeft inmiddels zoveel meer ervaring opgebouwd, dat

doorverwijzing in een soortgelijke situatie nu niet meer nodig zou zijn.

In onderstaande tabel staan de verwijzingen voor Starrebos van de afgelopen vier

jaar vermeld:

Starrebos Schooljaar 09-10 10-11 11-12 12-13

Verwijzingen sbo4 - - - -

Schooljaar 09-10 10-11 11-12 12-13

Verwijzingen so5 cl. 1 - - - -

Verwijzingen so cl. 2 - - - -

Verwijzingen so cl. 3 - - - -

Verwijzingen so cl. 4 1 - - -

De extra ondersteuning voor leerlingen wordt georganiseerd in de keten school –

schoolbestuur – samenwerkingsverband. In het interview is gevraagd naar waar de

sturing ligt van de (inrichting van) de extra ondersteuning. De regie over de extra zorg

ligt bij Starrebos. In de meeste gevallen wordt dit in goede samenspraak met de

externe ondersteuners vormgegeven.

2.2 De voorzieningen op de vijf velden

Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle

mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen, van wat voor soort dan ook,

bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen.

Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de

schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden

van ondersteuningsvoorzieningen. De basisvoorzieningen die elke reguliere school

heeft uitgaande van een minimale rijksbekostiging, veronderstellen we aanwezig, en

vermelden we dus niet.

Bij de flexibilisering van waar en hoe de ‘extra’ mensen en middelen vanuit

ondersteuningsbekostiging worden ingezet, is het interessant na te gaan waar voor

een school groeimogelijkheden liggen, en waar de grenzen zijn.

4 sbo= speciaal basisonderwijs

5 so=speciaal onderwijs

Page 12: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 11

Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas

Dit veld gaat over de hoeveelheid aandacht, uitgedrukt in beschikbare menskracht

(‘handen’) bij het lesgeven in de klas. We tellen de uren die feitelijk beschikbaar zijn

voor leerlingen. In onderstaande tabel zijn de extra handen op Starrebos weergegeven:

Groep Functionaris(sen) Aantal uren per week Aantal betrokken lln.

1-2 A 1 x st 6 uur (di) 21

1-2 B 1 x st 6 uur (ma) 22

1-2 C 1 x st 6 uur (di) 22

1-2 D 21

3A 23

3B 1 x st 6 uur (ma) 22

4A 1 x st 6 uur (ma) 22

4B 1 x st 6 uur (ma) 18

5A 24

5B 23

6A 27

6B 28

7A 2 x st 2 x 6 uur (di) 20

7B 2 x st 2 x 6 uur (di) 22

8A 1 x st 1 x 6 uur (ma) 30

8B 27

De school heeft relatief veel stagiaires; dat was ook duidelijk zichtbaar bij de

observaties van de lessen. De geinterviewden geven aan dat zij de meerwaarde

hiervan steeds meer gaan inzien. De stagiaires zijn er echter maar één dag in de week.

De school zou graag zien dat ze meerdere dagen per week zouden komen.

In groep 5 B staat een lio stagiaire. Deze staat niet als extra ondersteuning voor de

klas, maar draait zelfstandig de groep voor een aantal dagen. Deze telt dus niet mee

als extra handen.

De school heeft verder een leerkracht voor 3,5 dag per week vrijgeroosterd. Deze

leerkracht begeleidt de rugzakleerlingen (en indien mogelijk ook andere

zorgleerlingen). Deze zorg vindt deels in de klas, en deels daarbuiten plaats.

Buiten de klas is voor leerlingen het volgende beschikbaar:

De rugzakbegeleider ondersteunt de leerlingen deels buiten de klas.

Daarnaast heeft de school twee actieve oud-leerkrachten, die vrijwilligerswerk doen op

de school. Eén oud -leerkracht begeleidt drie ochtenden in de week (45 minuten per

keer) de Afghaanse leerlingen. Een andere oud-leerkracht begeleidt op

dinsdagochtend leerlingen die extra lees-ondersteuning nodig hebben.

De school biedt geen RT meer aan. Vanuit gemaakte afspraken in het het verleden zijn

er echter twee leerlingen die nog wel RT krijgen. Deze externe RT'er begeleidt op

vrijdag binnen school twee leerlingen op het gebied van spelling (1 x 45 min) en op het

gebied van rekenen (1 x 45 min).

Page 13: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 12

De school heeft twee intern begeleiders, maar deze werken niet individueel met

leerlingen.

Een externe orthopedagoog begeleidt binnen school de dyslectische kinderen (met

verklaring) op maandag en dinsdag, waarbij per cliënt 45 minuten begeleiding staat.

Ouders ondersteunen bij een aantal lessen, zoals techniek en computers. Dit gebeurt

echter niet in alle groepen en is ook niet structureel het hele jaar door. Ook helpen

ouders bij de bibliotheek en bijvoorbeeld bij voetbalclinics.

Tot slot vermeldenswaardig is dat de school met tutorlezen werkt. Gedurende twee

periodes van ieder acht weken begeleiden bovenbouw- leerlingen jongeren leerlingen

bij het lezen. Dit vindt vier keer per week gedurende twintig minuten plaats.

Veld 2: de onderwijsmaterialen

We kijken bij dit veld alleen naar specifieke materialen voor leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften. We laten de materialen die bijna op elke school te vinden zijn

buiten beschouwing en maken dus geen opsomming van de orthotheek. Ook kunnen

we in de audit niet nagaan in welke mate materialen daadwerkelijk gebruikt worden.

Starrebos heeft het volgende beschikbaar:

Met speciale didactische kenmerken:

Alternatieve methodes, nl. Maatwerk en Ambrasoft;

Materialen gericht op sensomotorische informatieverwerking, nl. tangles.

Met speciale pedagogisch/psychologische kenmerken:

Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, nl.; ‘Handleiding voor jezelf’;

Anders, nl. foto-interview, ikziewij, vollehoofdenboek, babbelspel en kwaliteitenspel.

In verband met kindspecifieke fysieke belemmeringen zijn beschikbaar: tangles,

diverse zit-/wiebelkussens, allerlei aangepast schrijfmateriaal, aangepast meubilair en

een laptop met digitale boeken.

Veld 3: de ruimtelijke omgeving

Starrebos is gehuisvest in een mooi nieuw (MFA-) gebouw. De school is op meerdere

verdiepingen gehuisvest en is rolstoeltoegankelijk. Beneden heeft de school een mooie

centrale hal, met een podium en een tribune. Daar is ook een keuken voor leerlingen,

dat ook gebruikt wordt door de naschoolse opvang. De lokalen zijn ruim; groter dan de

wettelijke voorgeschreven meters, o.a. doordat er vloerverwarming is aangelegd. Ieder

lokaal is gekoppeld aan een leerplein. Hier zijn werkplekken voor leerlingen gecreëerd.

De school maakt gebruik van de inpandige gymzaal.

De school heeft twintig lokalen en zestien groepen. De school heeft dus een aantal

lokalen “over”. Deze worden nu voor de volgende doeleinden gebruikt: orthotheek,

handvaardigheid, testen/toetsen en een ruimte voor de overblijf en de naschoolse

opvang. Het speelplein is nu nog heel basaal ingericht, maar hier wordt aan gewerkt.

Een schooltuin is er (nog) niet, maar de mogelijkheid om dit aan te leggen bestaat wel.

Page 14: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 13

Veld 4: de expertise

We onderscheiden teamexpertise en specialistische expertise. Met teamexpertise

wordt gedoeld op kennis en ervaring die geïntegreerd is in de teamaanpak en

geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers.

Starrebos ontwikkelt op dit moment teamexpertise op het gebied van:

Kennis over opvattingen en aanpakken in de onderwijsondersteuning (bijvoorbeeld

handelingsgericht werken en het werken met groepsplannen). Alle leerkrachten

hebben een e-learning cursus voor HGW gevolgd. De directeur geeft aan dat hij

verwacht dat hij de teamexpertise op dit punt binnen een jaar volledig heeft

opgebouwd;

Kennis over onderwijsondersteunigsvoorzieningen rond de school en in de regio;

Een teamaanpak op maat (bijvoorbeeld een time-out protocol);

En competenties om ouders als partners te betrekken bij de

onderwijsondersteuning van hun kind. Opgemerkt wordt dat deze laatste expertise

wisselend aanwezig is per leerkracht.

Een tweede vorm van expertise is de specifieke, bij één of meer collega’s of partners

aanwezige expertise. Deze specialistische expertise kan soms, kortdurend, nodig zijn.

De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is bij

Starrebos als volgt:

Starrebos heeft diverse expertises voorhanden bij diverse leerkrachten, maar deze zijn

niet gecertificeerd. Alle expertise is echter wel heel snel extern in te roepen. Het

zorgteam heeft deze contacten in de loop der tijd zorgvuldig opgebouwd.

Binnenschools

Buitenschools

snel toegankelijk

Expertiseveld

nee ja Visuele beperkingen

nee ja Auditieve beperkingen

nee ja Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen

nee ja Verstandelijke beperkingen

nee ja Motorische beperkingen

nee ja Beperkingen door chronische ziektes

nee ja Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)

nee ja ADHD en ADD

nee ja Angst- en hechtingsstoornissen

nee ja Overige psychiatrische aandoeningen

nee ja Gedragsproblemen

nee ja Dyslexie

nee ja Onderwijsachterstanden andere culturen

Page 15: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 14

Veld 5: de samenwerking met andere instanties

Starrebos heeft gemiddeld één keer per twee maanden overleg met het Zorg Advies

Team (ZAT). Hierin is schoolmaatschappelijk werk en de GGD vertegenwoordigd. Met

de andere partners wordt samengewerkt waar nodig. De lijn met de GGD en het

Kinderdagverblijf is heel kort, omdat deze in hetzelfde pand als de school zitten.

Voor de eigen leerlingen is er (gelukkig) nog geen contact nodig geweest met een

justitiële inrichting. Wel geeft de directeur in het interview aan dat hij een plek in de

school ter beschikking heeft gesteld aan justitie voor het werken met een oudere

leerling van een andere school.

nooit sporadisch regelmatig vaak gemeen-

schappelijk

handelings-

plan

SMW

Bureau Jeugdzorg

GGD

GGZ

MEE

Kinderziekenhuis

Revalidatiekliniek

Justitiële inrichting

KDC

MKD

Gemeente

Page 16: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 15

3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school

3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept

Een basis voor onderwijs aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften wordt gelegd

door het onderwijsconcept van de school. Op het gebied van de diversiteit zijn twee

kenmerken van het onderwijsconcept bepalend: het draagvlak binnen het team, en de

mate waarin de lesstof dan wel de individuele onderwijsbehoefte van de leerling

uitgangspunt van het lesprogramma is. Dit laatste kenmerk kan worden gezien als een

dimensie van methodegestuurd naar leerlinggestuurd.

Aan het ene uiterste van die dimensie staan de scholen die bijna de volledige lestijd de

methode als leidraad hanteren6. Leerlingen die onvoldoende uit de weg kunnen met de

standaardmethode krijgen herhalingsstof, extra instructie of verdiepingsstof – zoals die

binnen de methode is gegeven. Het gemiddelde niveau en tempo van de

standaardmethode is maatgevend. Scholen die dit concept welbewust hanteren zijn

vaak van opvatting dat ‘een leerling bij de groep houden’ betekent dat de leerkracht zijn

of haar uiterste best doet om de zwakkere leerling voor wat betreft zijn of haar

prestaties zoveel mogelijk bij de gemiddelde groep aan te laten haken.

Het andere uiteinde van de dimensie wordt bezet door scholen die hun

onderwijsconcept afstemmen op de specifieke groep die op dat moment de klas vormt.

De start ligt bij de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen met hun individuele

ontwikkelings- en leerlijnen. Het overzicht van die lijnen in de groep geeft mogelijkheid

tot het bundelen van de leerlijnen waar deze (bijna) samenvallen. De instructieplanning

wordt afgestemd op deze gebundelde leerlijnen. De werkvormen in de groep zijn vaak

heterogeen, waardoor ‘een leerling bij de groep houden’ hier een gelijke betekenis

heeft voor elke leerling. Bij een dergelijk concept worden veelal ook

standaardmethoden en methodegebonden toetsen gebruikt, maar dan als middel

zonder dat zij direct het didactisch en pedagogisch handelen sturen.

Alle scholen hebben te maken met verschillen tussen kinderen. Relevant voor Passend

Onderwijs zijn verschillen tussen leerlingen op het gebied van:

leercompetenties

leerstijlen

gedragscompetenties

gedragsstijlen

culturele achtergronden

gezinsachtergronden

Van een extra vergroting van de range van onderwijsbehoeften in een klas is sprake bij

combinatieklassen.

6 Onderzoek van de SLO wijst uit dat gemiddeld ongeveer tweederde van de lestijd op Nederlandse

scholen met gebruik van standaardmethoden les wordt gegeven.

Page 17: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 16

Leerkrachten op scholen die vooral methodegestuurd werken, rekken naarmate er

meer verschillende kinderen in hun klas zitten, de mogelijkheden van hun

onderwijsaanbod steeds verder op.

Manieren om binnen het methodegestuurde concept onderwijs te bieden aan leerlingen

met verschillende onderwijsbehoeften zijn o.a.:

het groeperen van handelingsplannen;

het werken in niveaugroepen;

zelfstandig werken;

vergroting van de expertise van de leerkracht;

incidentele toepassing van vormen van leren in heterogene groepen;

de keuze van methodes die heel veel ruimte bieden voor gedifferentieerd werken.

Omdat het uitgangspunt van de les bepaald is door de centrale aanpak van de

methode, betekent elke nieuwe onderwijsbehoefte een extra aanpassing bij die

aanpak. Wanneer veel aanpassingen nodig zijn, beleeft de leerkracht dit vaak als een

stapeling van taken, en daarmee als een toenemende belasting. Soms uit zich dit door

de behoefte van de leerkracht aan steeds meer orde en rust in de klas, om de controle

te kunnen houden over alle verschillende activiteiten die gelijktijdig plaatsvinden. Met

het toenemen van de organisatorische belasting van de leerkracht, blijft er minder tijd

en energie over voor het ter plekke inspelen op specifieke behoeften van leerlingen op

het moment dat die zich aandienen.

Het methodegestuurde onderwijsconcept is begrensd in haar capaciteit om kinderen

met andere onderwijsbehoeften op te nemen.

In het volgende schema wordt het onderwijsconcept van Starrebos weergegeven in de

relatie tussen de mate waarin de lesmethode sturend is en de mate waarin diversiteit

van leerlingen opgevangen kan worden.

De gebogen lijn geeft van links naar rechts een mogelijk model van de ontwikkeling

van een onderwijsconcept, startend bij het leerstofjaarklassensysteem met een strakke

hantering van standaardmethoden. Via het oprekken van de methodegestuurde

aanpak toont het model een omslag in de aanpak naar het starten van de lesinhoud bij

de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas.

Let wel: de richting van links naar rechts geeft alleen een wenselijke richting aan

wanneer:

De school meer ruimte wil bieden aan de bestaande diversiteit onder de leerlingen.

De school meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs wil kunnen

bieden.

De leerlingpopulatie van de school steeds meer divers wordt.

Page 18: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 17

Scholen bevinden zich ergens op of onder de gebogen lijn.

Starrebos bevindt zich op positie: ■

Toelichting:

Het onderwijs in de kernvakken wordt op Starrebos sterk vanuit de methoden

aangeboden. De methoden geven de leerkrachten houvast, wat extra belangrijk wordt

in tijden dat er opbrengstgericht gewerkt moet worden. De leerkrachten gebruiken de

taal- en rekenmethoden als doel op zich en niet zozeer als middel. Volgens

waarneming van de auditor wordt er in de klassen vooral klassikale instructie vanuit de

methode gegeven en wordt er bij de inoefening gedifferentieerd in drie niveaus (of vier

niveaus als je de individuele leerlijnen meetelt). Bij de zwakkere groep is er ook sprake

van preteachting en verlengde instructie. De school hecht sterk aan de jaarklassen en

kiest er niet voor om klassedoorbrekend te werken.

Zoals in de inleiding gezegd hebben wij geen opvatting over de wenselijkheid van de

positie van de school: een school kan sterk onderwijs bieden naar tevredenheid van

alle betrokkenen op elke positie van de grafiek. De volgende suggesties als

groeimogelijkheden en grenzen geven wij voor het geval dat de school wil groeien naar

een breder profiel in de zin dat meer verschillen tussen leerlingen mogelijk zijn.

Groeimogelijkheden voor Starrebos voor wat betreft het onderwijsconcept:

De school heeft zorg hoog in haar vaandel staan en heeft een open hart voor

leerlingen die meer zorg, tijd en aandacht nodig hebben. Dat dit niet alleen mooie

woorden en papier zijn, bewijst het volgende. Er zijn de laatste jaren op Starrebos geen

leerlingen ‘geweigerd’ of tussentijds verwezen naar het s(b)o.

Page 19: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 18

Een bijzonder gegeven in de ogen van de auditor. De school oogt rustig en

gestructureerd. De sfeer is veilig, wat maakt dat zorgleerlingen hier goed bij gedijen.

Naar waarneming van de auditor liggen de groeimogelijkheden op diverse vlakken:

Doorzetten van het handelingsgericht werken naar alle vakken. HGW is twee jaar

geleden ingezet en nog niet volledig ingevoerd.

Bij de aanschaf van nieuwe methoden kan gelet worden op de mogelijkheden voor

differentiatie.

Het meer intensief inzetten van stagiaires. Door stagiaires niet één dag per week,

maar twee à drie dagen per week te betrekken, kunnen de extra handen in de klas

enorm vergroot worden. Dit kan benut worden om leerlingen die dat nodig hebben

extra tijd en aandacht te geven.

Samenwerking tussen leerlingen kan meer gestimuleerd worden en coöperatieve

werkvormen kunnen geïntroduceerd worden. Het reeds ingevoerde tutorlezen kan

een goede inspiratie hiertoe zijn.

De school doet sinds twee jaar ervaringen op met een andere manier van werken

in de ‘Ankerweken’. Gaandeweg zouden aspecten uit deze werkwijze ook ingezet

kunnen worden in het taal- en rekenonderwijs (denk aan werken vanuit leervragen

van leerlingen, leerlingen meer verantwoording geven voor hun eigen leerproces,

klasse doorbrekend werken en meer samenwerkend leren).

Grenzen voor Starrebos voor wat betreft het onderwijsconcept:

Als het schoolteam blijft vasthouden aan de huidige sturing door de standaard

lesmethoden binnen het leerstofjaarklassensysteem, zal de mate van differentiatie

altijd beperkt blijven tot de marges binnen de methoden en het leerstofaanbod in

een leerjaar. Dit zal de zorg voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften niet

ten goede komen.

Het team van Starrebos staat open voor leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften. In het teamgesprek zijn er echter bepaalde voorwaarden

geformuleerd, alvorens zij deze zorg kunnen en willen bieden.

Opbrengsten van het teamgesprek:

Het team van Starrebos ziet diversiteit als een meerwaarde voor alle partijen. De

school heeft al enige diversiteit in huis en geeft aan alles te willen doen wat nodig is om

een zorgkind op Starrebos te kunnen houden. Het team heeft het gevoel veel te

kunnen bieden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De rust, structuur en

regelmaat leent zich ook goed voor deze leerlingen.

Reële vraag is wel hoeveel zorgkinderen er daadwerkelijk zijn in de omgeving van het

welvarende Hilvarenbeek. Het valt niet te verwachten dat leerlingen uit Tilburg naar

Hilvarenbeek komen.

Ook heeft men nog niet nagedacht over de vraag of zij beter toegerust voelen voor

bepaalde groepen zorgleerlingen en zo ja, voor welke groepen. Dit punt zal in het team

verder besproken moeten worden.

Page 20: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 19

Feit is dat het onderwijs verandert en je zult wel mee moeten groeien, aldus een

leerkracht. Absolute voorwaarden zijn wel dat hiervoor extra handen, aanvullende

expertise en specifieke materialen nodig zijn. Hier wordt nog aan toegevoegd dat het

niet haalbaar is om naast een volledige baan nog een opleiding te gaan volgen. Hier

zullen in de toekomst goede opleidingsvoorwaarden voor geschapen moeten worden.

Maar de wil voor een bredere opvang van zorg is er in het team.

Andere belangrijke voorwaarde voor het team is dat de (fysieke) veiligheid van de

‘andere’ leerlingen nooit in het geding mag komen. Voor de echte zware zorgleerlingen

wil men graag het speciaal onderwijs in stand houden. Dit is niet op te vangen, op een

school als Starrebos, aldus het team.

Het onderwijsconcept legt ook grenzen aan de zorg op, volgens het team. “Wij geven

nu al op vier niveaus les en dat is eigenlijk het maximum dat we kunnen behappen”

aldus een paar collega’s. “Je hebt nu al soms het gevoel bepaalde kinderen tekort te

doen. Je kunt bepaalde leerlingen (bijvoorbeeld de leerlingen met eigen leerlijnen) niet

die instructie geven, die hij/zij echt nodig heeft”.

Tot slot ontspon zich in het teamgesprek een interessante discussie waarom de school

(terwijl zij bewust niet kiest voor combinatiegroepen), toch de groepen 1/2 blijft

combineren. Reden voor deze discussie was dat men constateerde dat de

leeropbrengsten voor de oudste kleuters veel groter waren op de vrijdag, als de jonge

kleuters vrij zijn. Alleen het uitgangspunt dat nieuwe jonge kleuters het gedrag van

oudere kleuters kopiëren, blijkt niet toereikend. Een doorgewinterde groep 1- leerling

kan deze functie ook al vervullen. De organisatie van het onderwijs in de

kleuterklassen zal verder in het team besproken worden.

Uit de combinatie van de eerstgenoemde groeimogelijkheid en de aangegeven

grenzen komt een punt naar voren waarover het team verder kan gaan in haar

gedachteontwikkeling over Passend Onderwijs.

3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden

In het licht van Passend Onderwijs kunnen vier schoolprofielen7 binnen het regulier

basisonderwijs worden onderscheiden, te weten:

1. de netwerkschool

2. de smalle ondersteuningsschool

3. de brede ondersteuningsschool en

4. de inclusieve school.

Onder deze vierdeling van schoolprofielen ligt een dimensie die loopt van

gesegregeerd (‘exclusie’) naar geïntegreerd onderwijs (‘inclusie’). In andere woorden:

de netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde

speciale ondersteuning binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de

directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in

gespecialiseerde zorginstellingen als een revalidatiecentrum.

7 Greven, L.F. en Timmerhuis, A. (2008). Passend Onderwijs. Kansen in beeld! Utrecht: Sardes (Sardes

Speciale Editie 8).

Page 21: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 20

Op de inclusieve school daarentegen is in principe alle speciale

onderwijsondersteuning ‘in huis’ aanwezig om leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften te kunnen handhaven, mede door een vaste partnerrelatie met

zorginstellingen buiten het onderwijs zoals het genoemde revalidatiecentrum.

De schoolprofielen kunnen ook benaderd worden vanuit een ‘ontwikkelingsperspectief’,

waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt

gezien. Op die manier kunnen scholen die zichzelf herkennen in één van de

schoolprofielen, de intentie uitspreken om te streven naar een ander, nabijgelegen

schoolprofiel.

Bedenk dat deze vier schoolprofielen ideaaltypisch zijn. In de praktijk komen er allerlei

(sub)varianten voor die uiteindelijk wel weer zijn te herleiden naar één van

bovenstaande schoolprofielen op het gebied van speciale onderwijsondersteuning.

Uiteraard is het schoolprofiel waartoe de school zich ontwikkelt ook geen statische

grootheid. Schoolprofielen veranderen met de transformatie van de schoolpopulatie en

de schoolkeuzen daaromtrent mee.

Hierna worden de voorzieningen op de school per veld, na een omschrijving, ingedeeld

als passend bij een netwerkschool, een smalle ondersteuningsschool, een brede

ondersteuningsschool of een inclusieve school. We kiezen een karakterisering die zo

dicht mogelijk bij de situatie van uw school komt. De beschrijving in de tabellen betreft

dus niet een exacte beschrijving van de situatie van uw school. De volledige tabellen

van de prototypes staan in de bijlage bij dit rapport.

Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas

De omschrijving van de huidige situatie past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van

een netwerkschool.

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid

aandacht en tijd

Er is één paar handen in de

klas, de lkr8 zorgt zelf voor bijv.

preteaching, werken aan de

instructietafel, op tijdelijke basis

(een uur per week).

Er wordt gewerkt met de

gegeven groepsgrootte (± 25

leerlingen).

Er is speciale

onderwijsondersteuning door rt’er

en/of ib’er, op tijdelijke basis

(gedurende enkele uren per

week).

De hoeveelheid aandacht, ofwel de ‘handen’ in de klas is afhankelijk van:

de beschikbare formatie;

de organisatie van de groepen in de school;

de beschikbare handen van buiten de formatie (ouders, stagiaires…).

8 In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lkr voor leerkracht,

vlkr voor vakleerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor

remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs,

lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel

handelingsplan, opp voor ontwikkelingsperspectief.

Page 22: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 21

Hoewel basisschool Starrebos vanuit haar formatie iets meer dan gemiddeld extra

handen in de klas op haar twintig groepen ter beschikking (met name dankzij

stagiaires, de inzet van oud-leerkrachten en de rugzakbegeleider) heeft dan de

gemiddelde Nederlandse school, is zij op dit veld te typeren als een (stevige)

netwerkschool.

Veld 2: de onderwijsmaterialen

De omschrijving van de huidige situatie past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van

een netwerkschool.

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

2. Onderwijs-

materialen

Er wordt waar nodig gebruik

gemaakt van

niveaudifferentiatie in de

lesmethoden.

Er is aanvullend remediërend

materiaal voor de kernvakken,

behorend bij de gebruikte

lesmethoden.

Er zijn onderwijsmaterialen

beschikbaar die tegemoet komen

aan specifieke didactische

kenmerken en speciale

pedagogische/ psychologische

kenmerken (bijv.

beloningssysteem).

De school heeft een beperkt aantal speciale onderwijsmaterialen voorhanden. Dit

beeld zien we meestal bij reguliere scholen.

Veld 3: de ruimtelijke omgeving

De omschrijving van de huidige situatie past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van

een smalle ondersteuningsschool.

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

3. Ruimtelijke

omgeving

Er is een aparte plek (bijv.

prikkelarm hoekje) waar één-

op-één begeleiding of

begeleiding van een

(sub)groepje leerlingen met

speciale onderwijsbehoeften

kan plaatsvinden.

Er is op de gang ruimte waar één-

op-één begeleiding of begeleiding

van een (sub)groepje leerlingen

met speciale onderwijsbehoeften

kan plaatsvinden.

Starrebos heeft meer dan de gemiddelde school mogelijkheden om aparte begeleiding

te bieden aan zorgleerlingen; vanwege de (in te huren extra) voorzieningen binnen de

MFA en de extra lokalen die de school nog ter beschikking heeft.

Page 23: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 22

Veld 4: de expertise

De omschrijving van de huidige situatie past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van

een netwerkschool.

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

4. Expertise

De lkr hebben enige kennis van

en competenties op het gebied

van speciale

onderwijsbehoeften.

De rt’er en/of ib’er hebben enige

kennis van en competenties op

het gebied van de meest

voorkomende speciale

onderwijsbehoeften.

Een manier om naar de groei van de expertise te kijken, is door het onderscheid te

maken tussen teamexpertise en individuele expertise. De inzet van individuele

expertise is altijd zinvol, maar heeft veel meer effect wanneer dit ingebed is in een

expertomgeving van het team. Bijvoorbeeld een team dat een gezamenlijke expertise

heeft op gedrag, weet veel meer opbrengst te halen uit de specifieke expertise van één

van de leerkrachten op autisme, dan een team dat géén teamaanpak heeft.

Veld 5: de samenwerking met andere instanties

De omschrijving van de huidige situatie past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van

een netwerkschool.

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

5. Samenwerking

met andere

instanties

De lkr onderhouden contacten

met de ib’er om op de hoogte

te blijven.

Er is op basis van behoefte

samenwerking en afstemming

met professionals uit so en

zorginstellingen.

De behoefte aan samenwerking met andere instanties groeit mee met de

aanwezigheid op school van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.

Page 24: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 23

4. Tot slot

Over het geheel genomen is basisschool Starrebos te karakteriseren als een

netwerkschool.

De belangrijkste indicatoren hiervoor zijn het gehanteerde onderwijsconcept van de

school (methodegebonden, met name voor de kernvakken), de wijze van organisatie

(jaarklassen) en de nog in ontwikkeling zijnde teamexpertise.

Starrebos heeft een relatief homogene doelgroep in huis en is daarmee een goede

afspiegeling van het dorp Hilvarenbeek en de wijk waarin de school ligt. Als gevolg van

het schoolklimaat en de expertise heeft Starrebos wellicht wel net iets meer

rugzakleerlingen (en opgebouwde kennis) in huis dan de omliggende scholen.

De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school

en op de vijf velden bieden perspectief op een versterking van het bestaande profiel of

een ontwikkeling naar een smalle ondersteuningsschool. Hier zal het team zich in de

toekomst verder op moeten beraden.

Netwerkschool Smalle

ondersteunings-

school

Brede

ondersteunings-

school

Inclusieve

school

Onderwijsconcept

Onderwijsvoorzieningen:

1. Handen in de klas

2. Materialen

3. Ruimtelijke omgeving

4. Expertise

5. Relaties

De aangegeven groeimogelijkheden bieden kansen om meer leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de ‘gewone’ leerlingen

meer aan hun specifieke onderwijsbehoeften aangepast onderwijs te bieden. Of een

dergelijke groei wenselijk is, is vanzelfsprekend afhankelijk van de opvattingen van de

school, haar schoolbestuur en het samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt.

Starrebos toont zich net als de andere scholen van Samenwerkingsverband PO Tilburg

e.o. een open, gastvrije school die de discussie rond de onderwijsondersteuning naar

aanleiding van de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs graag aangaat.

Hopelijk ondersteunt dit rapport het team bij deze discussie.

Met dank voor de prettige ontvangst,

Karin Vaessen

Page 25: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 24

Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen Cijfers schooljaar 2011-2012

Per 100 leerlingen op een basisschool zijn er gemiddeld over het hele land:

~ 2,7 leerlingen sbo

~ 0,5 leerling cluster 2

~ 1,3 leerlingen bekostigingscategorie 1 (langdurig zieken, zeer moeilijk lerenden,

cluster 4)9

~ 0,1 leerlingen bekostigingscategorie 2 (lichamelijke beperkingen)

~ 0,2 leerlingen bekostigingscategorie 3 (meervoudige beperkingen)

~ 1 leerling met een rugzak cluster 3 of 4

~ 0,3 leerling met een rugzak cluster 2

De verblijfsduur van een leerling op het speciaal basisonderwijs is gemiddeld 4 (tot 5)

jaar. Het gemiddelde deelnamepercentage aan het speciaal basisonderwijs bedraagt

2,8%. Bij een verblijfsduur van 4 jaar verwijst een basisschool gemiddeld 2,8% : 4 jaren

= 0,7% per jaar.

Bij een basisschool van bijvoorbeeld 300 leerlingen kan er gemiddeld per jaar een

verwijzing naar het sbo van 0,7% van 300 leerlingen = 2,1 leerling verwacht worden.

De verblijfsduur op het so schatten wij op 5 (tot 6) jaar.

Bij een school van bijvoorbeeld 300 leerlingen zou je dus verwachten dat10:

- eens in de drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 2;

- twee keer in drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 3;

- een keer in de twee jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 4;

- er 1 leerling is met rugzakje cluster 2;

- er 1 leerling is met een rugzakje cluster 3;

- er 2 leerlingen zijn met een rugzakje cluster 4.

9 Op grond van de cijfers van 2013 zijn de volgende bedragen aan de orde:

< 8 jaar: categorie 1 € 9.111,00; categorie 2 € 13.594,00; categorie 3 € 20.558,00.

> 8 jaar: categorie 1 € 8.385,00; categorie 2 € 14.716,00; categorie 3 € 21.595,00. 10

Deze aantallen zouden gelden wanneer alle leerlingen via het regulier onderwijs naar het speciaal

onderwijs zouden stromen. In werkelijkheid vindt verwijzing soms al plaats vóór dat de leerling een

reguliere school heeft bezocht.

Page 26: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 25

Bijlage 2: Speciale onderwijsondersteuning per schoolprofiel

Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid

aandacht en tijd

Er is één paar handen in de

klas, de lkr11

zorgt zelf voor bijv.

preteaching, werken aan de

instructietafel, op tijdelijke basis

(een uur per week).

Er wordt gewerkt met de

gegeven groepsgrootte (± 25

leerlingen).

Er is speciale

onderwijsondersteuning door

rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis

(gedurende enkele uren per

week).

2. Onderwijs-

materialen

Er wordt waar nodig gebruik

gemaakt van niveaudifferentiatie

in de lesmethoden.

Er is aanvullend remediërend

materiaal voor de kernvakken,

behorend bij de gebruikte

lesmethoden.

Er zijn onderwijsmaterialen

beschikbaar die tegemoet

komen aan specifieke

didactische kenmerken en

speciale pedagogische/

psychologische kenmerken (bijv.

beloningssysteem).

3. Ruimtelijke

omgeving

Aan de tafel van de leerlingen

met speciale onderwijsbehoeften

wordt één-op-één begeleiding

gegeven.

Er is op de gang ruimte waar

één-op-één begeleiding of

begeleiding van een

(sub)groepje leerlingen kan

plaatsvinden.

4. Expertise De lkr hebben enige kennis van

en competenties op het gebied

van speciale

onderwijsbehoeften.

De rt’er en/of ib’er hebben enige

kennis van en competenties op

het gebied van de meest

voorkomende speciale

onderwijsbehoeften.

5. Samenwerking

met andere

instanties

De lkr onderhouden contacten

met de ib’er om op de hoogte

te blijven.

Er is op basis van behoefte

samenwerking en afstemming

met professionals uit so en

zorginstellingen.

11 In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lkr voor leerkracht,

vlkr voor vakleerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor

remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs,

lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel

handelingsplan, opp voor ontwikkelingsperspectief.

Page 27: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 26

Tabel 2: Speciale onderwijsondersteuning op de smalle ondersteuningsschool

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid

aandacht en tijd

Er is één paar handen in de klas,

de lk zorgen eventueel met extra

ondersteuning van oa/ou/mll voor

bijv. preteaching, extra leestijd,

op tijdelijke basis (enkele uren

per week).

Er wordt grotendeels gewerkt

met de gegeven groepsgrootte (±

25 leerlingen).

Voor korte perioden kan de groep

kleiner worden gemaakt door

inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan

individuele leerling of subgroep

leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften helpen.

Er is speciale

onderwijsondersteuning door

rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis

(een enkel dagdeel of enkele

dag per week).

Er is speciale

onderwijsondersteuning door

ab’er (gedurende enkele uren

per week).

2. Onderwijs-

materialen

Er wordt gebruik gemaakt van

niveau- en tempodifferentiatie in

de lesmethoden.

Er is aanvullend remediërend

materiaal, behorend bij de

gebruikte lesmethoden.

Er zijn onderwijsmaterialen

beschikbaar die tegemoet

komen aan specifieke

didactische kenmerken (bijv.

picto-grammen) en speciale

pedagogische/ psychologische

kenmerken.

Er wordt op projectbasis gewerkt

aan het pedagogisch klimaat.

3. Ruimtelijke

omgeving

Er is een aparte plek (bijv.

prikkelarm hoekje) waar één-op-

één begeleiding of begeleiding

van een (sub)groepje leerlingen

met speciale onderwijsbehoeften

kan plaatsvinden.

Er is op de gang ruimte waar

één-op-één begeleiding of

begeleiding van een

(sub)groepje leerlingen met

speciale onderwijsbehoeften kan

plaatsvinden.

4. Expertise De lk hebben enige kennis van

en competenties op het gebied

van de speciale

onderwijsbehoeften.

Enkele leerkrachten hebben zich

verdiept in de meest

voorkomende problemen /

aandoeningen / stoornissen.

De rt’er en/of ib’er hebben

kennis van en competenties op

het gebied van vele speciale

onderwijsbehoeften.

Een deel van het team heeft

kennis van en competenties op

het gebied van de speciale

onderwijsbehoeften.

5. Samenwerking

met andere

instanties

De lk onderhouden contacten

met de ib’er om op de hoogte te

blijven.

Er is geregelde samenwerking

en afstemming met

professionals uit so en

zorginstellingen.

Page 28: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 27

Tabel 3: Speciale onderwijsondersteuning op de brede ondersteuningsschool

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid

aandacht en tijd

Er zijn twee paar handen in de

klas, door oa, voor aanvullende

begeleiding, op tijdelijke basis

(gedurende enkele dagdelen per

week).

De groepen zijn kleiner.

Er is speciale onderwijs-

ondersteuning door rt’er en/of

ib’er, op semi-permanente basis

(gedurende enkele dagen per

week).

Er is speciale onderwijs-

ondersteuning door ab’er

(gedurende enkele dagdelen per

week).

2. Onderwijs-

materialen

Er wordt niveau- en

tempodifferentiatie toegepast

binnen de lesmethoden.

Voor leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften zijn er aparte

methoden beschikbaar.

Er is aanvullend remediërend

materiaal, behorend bij de

gebruikte lesmethoden.

Er wordt lesstof aangeboden

vanuit leerlijnen die gebaseerd

zijn op de kerndoelen.

Er is een orthotheek met

onderwijsmaterialen beschik-

baar die tegemoet komen aan

specifieke didactische ken-

merken, speciale pedagogische

/psychologische kenmerken en

fysieke/ lichamelijke kenmerken.

Er wordt door de hele school

gewerkt met een speciaal

programma voor de sociaal-

emotionele ontwikkeling (bijv.

Leefstijl).

3. Ruimtelijke

omgeving

Er zijn aparte plekken waar één-

op-één begeleiding en

begeleiding van (sub)groepjes

leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften kan

plaatsvinden.

Er is een aparte ruimte voor

andere functies (bijv. voor

verzorging of voor een time-out).

4. Expertise Meerdere lk hebben veel kennis

en competenties op het gebied

van de stoornissen en

beperkingen van leerlingen met

speciale onderwijsbehoeften.

Via collegiale consultatie en

intervisie blijven lk scherp.

Een groot deel van het team

heeft kennis van en compe-

tenties op het gebied van de

specifieke onderwijsbehoeften

van leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften.

Experts m.b.t. voorkomende

stoornissen en beperkingen zijn

direct beschikbaar (bijv.

schoolmaatschappelijk werker,

logopedist).

5. Samenwerking

met andere

instanties

De ib’er, rt’er en lk werken

regelmatig samen met

professionals van externe

instanties (bijv. algemeen maat-

schappelijk werk, RIAG, GG&GD)

Er is op regelmatig

samenwerking en afstemming

met professionals uit so en

zorginstellingen (bijv.

gezamenlijke bijdrage aan

uitvoering van ihp).

Externe experts zijn op afroep

beschikbaar als daar behoefte

aan is (bijv. faalangsttrainer).

Page 29: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 28

Tabel 4: Speciale onderwijsondersteuning op de inclusieve school

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid

aandacht en tijd

Er zijn twee paar handen in de

klas, door lk/oa voor intensieve

(één-op-één) begeleiding, op

permanente basis (gedurende

de gehele week).

Er wordt gewerkt in kleinere

groepen.

Er is speciale

onderwijsondersteuning door vlk,

rt’er en/of ib’er op permanente

basis (gedurende alle dagen).

Er is speciale

onderwijsondersteuning door

ab’er (gedurende enkele dagen

per week).

2. Onderwijs-

materialen

Leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften volgen

(individuele) leerlijnen in de

kernvakken, gebaseerd op de

kerndoelen.

Er zijn onderwijsmaterialen

aanwezig met speciale

didactische kenmerken,

speciale pedagogische /

psychologische kenmerken en

fysieke / lichamelijke

kenmerken, tegemoetkomend

aan kindspecifieke

belemmeringen (bijv.

verpleegmateriaal voor

langdurig zieke kinderen).

Er is een rijk geoutilleerde

orthotheek met

onderwijsmaterialen beschikbaar

die tegemoet komen aan

specifieke didactische kenmerken,

speciale

pedagogische/psychologische

kenmerken en fysieke/lichamelijke

kenmerken

Er wordt door de hele school

gewerkt met een speciaal

programma voor de sociaal-

emotionele ontwikkeling

(preventief pedagogisch

schoolklimaat).

3. Ruimtelijke

omgeving

De lokalen zijn aangepast voor

leerlingen met speciale

bewegingsbehoeften (bijv.

rolstoelgebruik), de lokalen zijn

ruim bemeten, bieden

deelruimtes voor diverse

activiteiten.

De binnen- en buitenruimte zijn

volledig aangepast voor leerlingen

met speciale bewegingsbehoeften

(bijv. rolstoelgebruik, time-out),

voor speciale verzorging (bijv.

revalidatie, fysiotherapie) en voor

speciale leerbehoeften (bijv.

schooltuin).

Er zijn meerdere aparte ruimtes

met een eigen functie (bijv. voor

time-out).

Page 30: Rapport audit Onderwijszorgaanbod IVO...IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos M&O-groep 2013 5 De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is overwegend homogeen. De school

IVO rapport ondersteuningsprofiel Starrebos

M&O-groep 2013 29

4. Expertise De lk zijn experts op het gebied

van speciale

onderwijsbehoeften. Daartoe

zijn scholings- en

certificeringstrajecten gevolgd

(bijv. akte so en master SEN).

De lk laten zich voortdurend bij-

scholen, m.b.v. coaching en

‘training on the spot’ (video-

interactie-begeleiding).

Via externe audits/ex ante

inspectiebezoeken blijven lk

scherp.

Het gehele team heeft kennis

van en competenties op het

gebied van de specifieke

onderwijsbehoeften van de

leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften.

Experts vanuit meerdere

disciplines met betrekking tot

alle voorkomende stoornissen

en beperkingen zijn direct

beschikbaar (bijv. schoolmaat-

schappelijk werker,

orthopedagogisch specialist,

logopedist, kinderfysio-

therapeut, schoolpsycholoog).

Er is een ouderconsulent die

belangen behartigt van ouders,

hen wegwijs biedt in de ‘wereld

die zorg/ondersteuning heet’

(bijv. bij aanvragen lgf/pgb).

5. Samenwerking

met andere

instanties

De ib’er, rt’er en lk werken

intensief samen met

professionals van externe

instanties (hogescholen en

universiteiten), benutten nieuwe

wetenschappelijke inzichten en

evidence based behandelings-

methoden (na raadpleging

databank Effectieve

jeugdinterventies*).

Er is op structurele basis

intensieve samenwerking en

afstemming met so en andere

zorginstellingen (ook met

Bureau Jeugdzorg) voor alle

leerlingen met speciale

onderwijsbehoeften (bijv.

gezamenlijke bijdrage aan

uitvoering van ihp).

Externe experts zijn op afroep

beschikbaar (bijv.

speltherapeut, faalangsttrainer,

maar ook wijkagent,

wijkverpleegkundige/schoolarts,

leerplichtambtenaar).

De school biedt i.s.m.

instellingen aantrekkelijke

(opvoedings)cursussen aan

voor ouders.

* Op de webpagina www.jeugdinterventies.nl van het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) wordt bijgehouden

wat in de speciale onderwijsondersteuning werkt, wat wetenschappelijk bewezen is in de praktijk.