Pruimenrassen uit Zweden veilig gesteldArk van de Smaak, een afdeling van Slow Food. In dit artikel...

40
Zomer 2018 Kwartaaluitgave van de Noordelijke Pomologische Vereniging Pruimenrassen uit Zweden veilig gesteld Solitaire bijen in de boomgaard Dominee Uilkens, productief schrijver van tuinbouwboeken

Transcript of Pruimenrassen uit Zweden veilig gesteldArk van de Smaak, een afdeling van Slow Food. In dit artikel...

  • Zomer 2018

    Kwartaaluitgave van de Noordelijke Pomologische Vereniging

    Pruimenrassen uit Zweden veilig gesteldSolitaire bijen in de boomgaard

    Dominee Uilkens, productief schrijver van tuinbouwboeken

  • De Pomospost is gedrukt op FSC®-papier en verstuurd in biologisch a� reekbaar

    plastic. De Pomospost is klimaatneutraal geproduceerd.

    Opmaak: Grafysk/Gerke A. Hofstra, Franeker

    Druk: SMG-Groep

    2013 C

    ER

    TIFI

    ED

    BY

    De Pomospost is gedrukt op FSC®-papier en verstuurd in biologisch a� reekbaar

    plastic. De Pomospost is klimaatneutraal geproduceerd.

    ColofonPomospost is een kwartaaluitgave van Noordelijke Pomologische Vereniging

    Postbus 157990 AA DwingelooWebsite: www.npv-pomospost.nlE-mail: [email protected]

    Redactie PomospostMarianne van Lienden: eindredactie en tekstcorrectie ad interimJan Veel: redactie, pomologische onderwerpen Erwin Lankheet: redactieBert Koppe: webmasterE-mail: [email protected] PomospostMantingerdijk 7, 9436 PN MantingeE-mail: [email protected] kopij:31 juli en 16 oktober

    LidmaatschapU ontvangt de Pomospost bij het lidmaat-schap van de NPV en dit kan op elk moment ingaan. Het lidmaatschap kost € 31,-per jaar. Beëindiging van het lidmaatschap dient voor 1 december per e-mail of per brief doorgegeven te worden aan de lede-nadministratie.

    Ledenadministratie: Stieneke van der WalE-mail: [email protected] en betalingenNL89INGB0000254692 t.n.v. Noordelijke Pomologische Vereniging te MidwoldeNPV-bestuurVoorzitter: Tammo KatuinE-mail: [email protected].: 0527-65 36 99Secretaris: Teun KooistraE-mail: [email protected] secretaris, documentatiecentrum: Marianne van LiendenE-mail: [email protected]: Heim NagelhoutE-mail: [email protected].: 0525-68 24 702e penningmeester, subsidies: Marien Zeilstra, E-mail: [email protected]

    Leden:Roelf Koning (vicevoorzitter, promotie)Robert van der Tang (marketing), E-mail: [email protected]

    Opmaak: Grafysk/Gerke A. Hofstra, Franeker

    Druk: SMG-Groep

    2013 C

    ER

    TIFI

    ED

    BY

    | POMOSPOST ZOMER 20182

    De Spikkelpeer in de stad Groningen.

    10

    Bijenhotel.

    21Entmateriaal Balsgård, augustus 2017.

    15

    NPV-Nieuws 7Voor een honderd jaar oude perenboom van een ras dat niet eerder is aangetroff en in het noorden van het land werd een kapvergunning aangevraagd. Een verslag van de inspanningen voor het behoud van deze boom vindt u in dit nummer. Verder een verslag door Harm Piek van de Werkgroep Historie in Dwarsgracht bij Giet-hoorn waar vorig najaar oude appel- en peren-rassen gedetermineerd zijn.

    Pomologie 15Henk Woldring bezoekt al jaren buitenlandse collecties van fruitbomen om pruimenrassente documenteren en om stenen (pitten) als refe-rentiemateriaal te verzamelen. Vorig jaar was hij op bezoek bij de collectie Balsgård (Zweden)die in haar voortbestaan wordt bedreigd. Hij heeft ervoor gezorgd dat entmateriaal in Nederland opgekweekt wordt. De eerste resultaten vindt u in een artikel van zijn hand. Op initiatief van de NPV en de Fruithof zijn drie historische appelrassen genomineerd voor de Ark van de Smaak, een afdeling van Slow Food. In dit artikel worden de uiterlijke kenmerken van deze rassen beschreven en geïllustreerd.

    Bijenhotel 21In het artikel Solitaire bijen in de boomgaard gaat Erwin Lankheet dieper in op de manier waarop je wilde bijen, vooral metselbijen, in je boomgaard kunt krijgen en behouden voor de bestuiving. Een perfecte bestuiving levert meer dan zes pitten in het klokhuis op. Appels van hetzelfde ras met minder dan vier pitten en met meer dan zes pitten verschillen duide-lijk wat betreft smaak en uiterlijk. De schrij-ver geeft praktische tips voor onder andere de huisvesting van deze bijen.

    Geschiedenis fruitteelt 26Door zijn boeken over tuinbouw en zijn maat-schappelijke activiteiten in Noordwest Gro-ningen - hij stichtte onder andere een muse-um - werd dominee Th. F. Uilkens (1812- 1891) in orthodox-christelijke kringen nogal eens bekritiseerd. Jan Veel schreef een boeiende levensbeschrijving over een interessante per-soonlijkheid.

    Gedenkzerk voor dominee Uilkens.

    26

    Omslag: Pruim Bonne de Bry. Foto Henk Woldring.

  • Nieuws

    In de regio

    Midden:Melissa en Rudolf Jan den Beer Poortugael, tel.: 06-54 62 58 50 of 06-11 00 34 70e-mail: [email protected]

    Zuid:Ger van Santvoort, tel.: 0493-49 26 56e-mail: [email protected]

    OostErwin Lankheet, e-mail: [email protected]

    Informatie enten, determinatie en oude fruitrassen:Stuur uw vraag naar: [email protected] of mail of bel met de voorzitter, Tammo Katuin, zie colofon.

    Informatie over ziekten enplagen in bomen en fruit:Erwin Lankheet, e-mail: [email protected]

    Regiovertegenwoordigers(informatie over NPV-activiteiten)

    POMOSPOST ZOMER 2018 3

    Vanaf begin 2007 ben ik lid van de NPV. De in dat jaar gevolgde snoeicursus bij de Fruithof in Fre-deriksoord, gegeven door Marjan Sorgdrager, zorgde ervoor dat mijn hobby, het houden van fruitbomen met alles wat er bij komt kijken, echt uit de hand begon te lopen. De eer-ste fruitbomen werden in 1993 aan-geplant in Haaksbergen waar ik ben geboren en woon met mijn vrouw en kinderen. Tegenwoordig bestaat de verzameling uit 60 hoogstammen, 10 halfstammen en een fruithaag van 80 struiken. De gehele collectie omvat diverse fruitsoorten: appel, peer, kers, pruim, kweepeer, mispel, moerbei, walnoot, tamme kastanje en diverse kleinfruitsoorten. Mijn aandacht gaat uit naar onderhoud

    (planten, snoeien, bemesting), ziek-ten en plagen met alleen biologische bestrijding en nuttige insecten. Al deze informatie, en nog veel meer, kunt u terug vinden op mijn website www.fruitpluktuin.nl.In 2014 tijdens de workshop leifruit ook bij de Fruithof ben ik in contact gekomen met Marten Pelleboer. Hij heeft mij begin vorig jaar benaderd om toe te treden tot de redactie van de Pomospost. Dat gebeurde een jaar later en de eerste twee redactie-vergaderingen zitten er al weer op.Twee andere hobby’s van mij zijn een zeer interessante toevoeging op het houden van fruitbomen. De ene is het houden van bijen. Sinds 1996 ben ik imker en de bijenstal, met maximaal 5 bijenvolken, staat thuis

    tussen de boomgaarden. Deze ho-ningbijen zijn zeer belangrijk voor de bestuiving in het voorjaar. Daar-naast ben ik secretaris van de plaat-selijke bijenvereniging (website: www.imkervereniginghaaksbergen.nl) en bijengezondheidscoördinator (BGC) regio Overijssel-Oost. De an-dere hobby heeft te maken met het weer. Ik beschik daarvoor over een eigen semiprofessioneel weerstation en een eigen weersite, www.weer-stationhaaksbergen.nl. Ook ben ik lid van de Vereniging voor Weerkun-de en Klimatologie (VWK) en stel de gemeten weergegevens beschikbaar aan onder andere het WeerActueel, de MeteoGroup en het KNMI. Het voordeel van de weerhobby is dat je een verwachting kunt maken, wan-neer je last kunt krijgen van scha-delijke insecten en schimmels in de fruitbomen. Wat ik verder heel interessant vind, is de klimaatveran-dering in relatie tot de fruitteelt en bijen. Ook de jaarlijks terugkerende gebeurtenissen in de natuur met be-trekking tot het weer en de waarne-mingen voor de bijen en de fruitteelt heeft mijn interesse.Beroepsmatig ben ik werkzaam als ICT Project Engineer (Program-meur) bij een machinebouwer in Haaksbergen, heel wat anders dan mijn hobby’s.Als redactielid hoop ik vanuit mijn persoonlijke ervaringen een interes-sante bijdrage te kunnen leveren aan de Pomospost.

    Erwin Lankheet

    Nieuw redactielid stelt zich voor

  • | POMOSPOST ZOMER 20184

    Normale wintersterfte van bijenVan de bijenvolken in Nederland heeft 9.3 procent de winter niet overleefd. ‘Dat is een normaal en ac-ceptabel sterftepercentage’, zegt de Nederlandse Bijenhouders Vereni-ging (NBV). De vereniging baseert het cijfer op een enquête onder 588 imkers met gezamenlijk 5417 volken.Het is inmiddels het zesde achter-eenvolgende jaar dat de bijensterfte op een acceptabel niveau ligt, nadat in de winter 2011-2012 nog bijna 2 procent van de bijenvolken de win-ter niet overleefde. Ook in de ja-ren daarvoor was de bijensterfte te hoog. Driekwart van de imkers die deelnamen aan de enquête had 10 procent of minder uitval, tweeder-de had helemaal geen uitval. Voer-gebrek, koninginnenproblemen en

    te klein ingewinterde volken waren de meest genoemd oorzaken van de wintersterfte.

    Bron: Fruitteelt nr.8 2018, p. 6.

    Foto: Erwin Lankheet.

    Als je in de Spaanse sterrenzaak Mugaritz in Errenteria naar de des-sertkaart vraagt, zie je Noble Rot ertussen staan. Dat gerecht is niet minder dan een beschimmelde ap-pel, vernoemd naar het proces edele rotting dat vooral bekend is in de wijnwereld. Bij edele rotting tast een schimmel, Botrytis cinerea om precies te zijn, de schil van druiven aan. Het proces kan zich voltrekken

    dankzij de dauw en de warmte en dat is een goede zaak. De schil van de druiven wordt breekbaarder en het vocht uit de vrucht verdampt. Dat leidt ertoe dat de druiven meer smaak krijgen en dat geeft een bete-re wijn in de fles.

    Nu waren de chefs van Mugaritz zo in het proces geïnteresseerd, dat ze met sommeliers op zoek gingen naar een manier om de edele rot-ting in hun gerechten te verwerken. Dankzij een analyse van de schim-mels tijdens de edele rotting, kwa-men ze erachter dat twee andere schimmels (Penicillium roqueforti en Penicillium candidum) een bij-zonder effect creëren op de schil van een appel.De chefs zetten de onderzoeksresul-taten om in de praktijk. In het res-taurant laten ze de schimmels hun werk zes dagen lang hun werk doen op appels. Daarna worden ze in licht

    rottende toestand geserveerd. De desserts zouden een frisse smaak hebben en uitstekend passen bij de vier wijntjes die erbij worden ge-schonken. Die komen uit Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije en Duitsland, vier landen die wijnen produceren op basis van edele rotting.

    Bron: Nieuwsblad.be, 4 augustus 2017Zie: http://www.heerlijk.nl/nieuws/sterrenrestaurant-serveert-een-be-schimmelde-appel-als-dessert/3367

    Sterrenzaak serveert een beschimmelde appel als dessert

    Beschimmelde appel als dessert. Foto: Instagram

  • POMOSPOST ZOMER 2018 5

    De eerste wijn waarvan de druiven in de kas zijn gekweekt, komt uit Nederland. De wereldprimeur voor het kweken van wijnplanten in de kas is voor Wijnerij De Belaeving. Het Limburgse bedrijf kweekt twee hectare druivenplanten in een voor-malig rozenkwekerij. Afgelopen sep-tember vond de eerste oogst plaats. Wijnjournalist Cuno van ’t Hoff is zeer te spreken over de eerste resul-taten: “Ik heb resultaten geproefd, je wilt het niet weten. Ik viel bijna ach-terover van de kwaliteit.”Initiatiefnemer en eigenaar van Wij-nerij De Belaeving Joep van Schaijk maakt bij de teelt van de wijnplan-ten gebruik van koude teelt. Er wordt daardoor niet gestookt en geen gebruik gemaakt van verlich-ting- of klimaatsystemen. Daarnaast wordt er ook geen gebruik gemaakt van pesticiden of herbiciden. “We gebruiken alleen druppelslangen voor de bewatering van de druiven” geeft Van Schaijk aan. “De kas zorgt

    ervoor dat de temperatuur goed op peil blijft”.

    Tropisch gewasDat de primeur voor de teelt van wijnplanten in de kas uit Nederland komt, is niet gek aangezien de plant het in onoverdekte grond moeilijk heeft in Nederland. Van Schaijk: “Druiven zijn een typisch voorbeeld van een tropisch gewas, dat vooral in de Mediterrane gebieden groeit. Alleen speciale, aangepaste druiven-rassen doen het hier in Nederland goed, de edele rassen vinden het hier te koud.” Wijnkenner Van ’t Hoff sluit zich hierbij aan: “De kwaliteit van Neder-landse wijn is - als ik het heel netjes uitdruk – wisselend. We wonen in een nat en koud land en hebben een bodem die absoluut niet geschikt is voor het verbouwen van druiven. Ik kom zelden wat goeds tegen.”

    Druivenstokken als bezemstelenIn de kas van De Belaeving doen de druiven het een stuk beter. “Als je in een normaal klimaat een druiven-plant in de grond zet, kost het zo'n drie, vier jaar voordat daar een bé-tje een fatsoenlijke druif vandaan komt”, zegt Van 't Hoff. “Ik zag deze stokken bij De Belaeving, die ston-den er twee jaar: zo dik als bezem-stelen. Niet normaal. Daar komt bij dat deze wijn eigenlijk gewoon bio-logisch is. De druiven worden im-mers niet bespoten met pesticiden”.

    OptimaliserenIn de kas van De Belaeving werken permanent twee werknemers om te zorgen dat het teeltproces goed verloopt. In het oogstseizoen waren er tien mensen aan het werk om de druiven te oogsten. “Maar omdat we nog bezig zijn met het optimaliseren van de processen kan het zijn dat dit aantal anders is bij toekomstige oogstseizoenen.” Over de opbrengst per vierkante meter durft Van Scha-ijk nog geen uitspraken te doen: “Dat is heel erg a´ankelijk van het teeltsysteem en de oogst. We zijn nu nog aan het zoeken naar de optima-le werkwijze en hebben nu één oogst achter de rug. Pas als er een paar jaar geoogst is kunnen we daar wat meer van zeggen.”

    Mooie toekomst“Onze teelt van wijnplanten in de kas is een leuk alternatief voor de bestaande teelt”, vat Van Schaijk zijn primeur samen. Met Van ’t Hof heeft hij in ieder geval een grote fan van zijn in de kas geteelde wijn. “Deze wijn van De Belaeving gaat een gi-gantisch succes worden”, voorspelt de enthousiaste wijnjournalist.

    Tekst: Leo Hoekstra,

    foto Maartje van Berkel

    Bron: https://hortinext.nl/eerste-wijn-kas-komt-nederland/hortileads 8-2-2017

    Eerste wijn van kasdruiven komt uit Nederland

    Planten beschermen tegen schimmels, vi-russen en bacteriën met behulp van muziek? Specifieke geluidsfrequenties zouden de vor-ming van eiwitten stimuleren of remmen. Met frequenties, tijdsduren en intervallen zouden geluidreeksen een regulerend effect hebben op bepaalde biologische processen. Ieder te vormen eiwit zou reageren op be-paalde unieke geluidsreeksen. Door daar ge-bruik van te maken zouden planten preven-tief beschermd worden tegen ziekten.Het Franse bedrijf Genodics ontwikkelt speciale muziek voor elk gewas of dier. Dit wordt gedaan op basis van het DNA en het

    vertalen van de structuur van specifieke ei-witten in muziektonen die de plant of het dier versterken met eigen frequentiepa-tronen. Het bedrijf baseert zich met deze toepassing op onderzoek uit de jaren zestig van de kwantumfysicus Joel Sternheimer. Volgens Michel Duhamel van Genodics zijn er bij druiven al goede resultaten geboekt te-gen het sharka-virus, mozaïekvirus en meel-dauw. Een apparaat kan 10 hectare bestrij-ken. Het volstaat om dit twee keer per dag 10 minuten aan te zetten. De kosten bedragen ongeveer 2.000 euro per hectare per jaar en zijn vooral a´ankelijk van het ziektepro-

    bleem dat opgelost moet worden. Overigens is er voor lang niet alle ziekten al de juiste geluidstherapie in kaart gebracht. Het klinkt haast te mooi om waar te zijn en enige scep-sis is op zijn plaats, maar Duhamel meldt dat ook onderzoekers van Wageningen UR inte-resse hebben getoond.

    Jan Veel

    Bron: Fruitteelt nr. 25 2017, p. 19.

    Muziek tegen bacteriën en virussen

  • | POMOSPOST ZOMER 20186

    Omdat Lili Labouchere en Marten Pelleboer zijn gestopt met respec-tievelijk de eindredactie en het re-dactiewerk en Marianne van Lienden op verzoek van de redactie tijdelijk het eindredacteurschap op zich ge-nomen heeft, zoeken wij zowel een hoofdredacteur (m/v) als een redac-tielid (m/v). De tijd die een redac-tielid aan vergaderen kwijt is, valt erg mee, slechts vier keer per jaar en minder dan een dagdeel per keer.

    Als je ervaring hebt met het redige-ren van een tijdschrift en/of graag bezig bent met het verzamelen en schrijven van artikelen voor de Po-mospost of andere media, nodigen wij je uit te reageren.Heb je interesse? Neem dan contact op met Marianne van Lienden, tel. 0593-562222 of stuur een e-mail naar [email protected]

    De redactie

    redactieleden Pomospost

    Dat eten lustopwekkend kan zijn, is geen nieuws. Aan het standaard as-sortiment verleidelijk eten met ba-nen en mosselen kunnen nu appels worden toegevoegd.Onderzoekers van de Universiteit van Florence hebben een één plus één is twee-onderzoek gedaan. Be-paalde stoffen (fyto-oestrogenen, polyfenolen en anti-oxidanten) zor-gen ervoor dat vrouwen een beter seksleven hebben. Die stoffen zitten ook in appels. Hebben vrouwen die dagelijks een appel eten dan ook een beter seksleven dan vrouwen die onregelmatig een appel verorberen?Uit de studie met 731 Italiaanse vrouwen blijkt van wel. Ze werden onderverdeeld in twee groepen: de vrouwen die dagelijks een appel

    eten en de vrouwen die dat niet doen. Hiervoor maakte het voor de onderzoekers niet uit wat voor appel het was, in alle appels zit de lustopwekkende stof.Hoe meet je geilheid? Toen de on-derzoekers de vrouwen aan de tand voelden over hun seksuele activiteit, bleken de appeletende vrouwen in-derdaad op bepaalde punten hoger te scoren dan de appelloze vrou-

    wen. Vooral de score wat betreft de vochtigheid was significant hoger. De onderzoekers hebben een hoop andere oorzaken voor het verschil in geilheid uitgesloten. Woonplaats, medicijnen, leeftijd, het had alle-maal geen invloed. Het was echt de appel.

    Bron:Quest Psychologie, 23 juli 2014.

    Waanzinnige wetenschap:

    Lustopwekkende appels

  • NPV NIEUWSNPV

    POMOSPOST ZOMER 2018 7

    Eindredacteur neemt afscheid

    Oproep Wilt u uw juiste e-mailadres doorgeven aan de secretaris? Het doel hiervan is dat we u een uitnodiging kunnen sturen voor activiteiten met fruit die we in uw omgeving willen organiseren, zoals een snoeicursus, excursie of lezing.

    Lili Labouchere heeft het bestuur eind vorig jaar laten weten te wil-len stoppen als eindre-dacteur van de Pomos-post. Als redenen voor haar vertrek heeft zij de werkdruk aangegeven die het eindredacteur-schap meebrengt en het feit dat ze niet meer aan haar andere werk toekomt. Het bestuur betreurt het, dat al snel - na vijf kwartalen - een einde is gekomen aan haar werk in de redac-tie.

    Het bestuur van de NPV kijkt terug op een handvol Pomosposten die keer na keer uitstekend gecorrigeerd en geredigeerd waren. De NPV zal een zeer ervaren eindredacteur die eerder een blad redigeerde, missen.

    Lili heeft een perenboompje cadeau gekregen, een Engelse Koningin. Het enthout van dit ras is a ̧ om-stig van landgoed de Velhorst in Lochem. Deze zomerpeer is door een bekende pomoloog in het oos-ten van het land gedetermineerd als Engelse Koningin, zie voor een a� eelding J.H. Knoop, Pomologia, plaat 4 van de peren. Deze peer is lekker en heel fris van smaak met een zuurtje als van citroen, maar

    slechts kort bewaarbaar. Van dit ras is in 2016 enthout geknipt en geënt op zaailingonderstam voor het in-ternationale stoofperenproject.

    Dat de keuze op dit boompje is ge-vallen, is niet toevallig. Lili heeft namelijk grote belangstelling voor leivormen, in het bijzonder leifruit. De vorm van het boompje met twee gesteltakken die in een hoek van 45° staan, maakt het bijzonder geschikt om als leiboom op te kweken, bij-voorbeeld als U-vorm of waaier.Het bestuur en de redactie wensen Lili veel succes met de opkweek van de Engelse Koningin.

    De redactie

    Lili Labouchere met haar afscheidscadeau. Foto Marianne van Lienden

    “Mijn NPV” is het gedeelte op de website van de NPV dat alleen voor NPV-leden beschikbaar is. Voor dit gedeelte moet u zich eerst laten registreren. Heeft u dat nog niet gedaan, dan moet u dat eerst doen. De gegevens die u ooit ont-vangen en gebruikt hebt om in te loggen op de oude website zijn na-melijk niet meer van toepassing. U kunt zich nu als volgt eenvoudig éénmalig registreren voor “Mijn NPV” met een nieuw login-systeem:=> Ga naar de website van de NPV:

    www.npv-pomospost.nl

    => Ga naar de homepage. Onderaan de homepage ziet u “registreer”, daar klikt u op.

    => Vervolgens komt u op de regis-tratiepagina. Hier vult u de ge-vraagde gegevens in en kunt u uw eigen login en wachtwoord kiezen. Het wachtwoord is ver-der bij niemand bekend, ook niet bij de webbeheerder, dus bewaar dit goed. Klik vervolgens op “re-gisteren”.

    => U ontvangt hierna een e-mailbe-richt. Klik op de aangegeven link in dit bericht. U bent nu geregis-treerd bij “Mijn NPV”.

    => Wanneer u vervolgens inlogt bij “Mijn NPV” (ook weer onderaan de homepage), ziet u rechts op de groene menubalk een extra knop verschijnen: “Mijn NPV”. Als u hierop gaat staan, ziet u de sub-menu’s verschijnen en kunt u uw keuze maken.

    Mocht u naar aanleiding van deze uitleg en/of de inhoud van “Mijn NPV” nog vragen of aanvullingen hebben, dan horen wij die graag van u via een e-mail aan de webbeheer-der:[email protected]

    Inloggen op “Mijn NPV” op de website van de NPV

  • | POMOSPOST ZOMER 20188

    Op 6 oktober jl. heeft de Werkgroep Historie Dwarsgracht en Jonen (beide liggen bij Giethoorn, red.) deelgeno-men aan de Dwarsgrachter Burendag door fruit van oude appel- en peren-rassen in te zamelen om de verschil-lende rassen te laten determineren. Doel hiervan was meer inzicht te krij-gen in het voorkomen van oude en vaak zeldzame en bedreigde rassen in ons dorp.

    Velen brachten hun fruit naar het inzamelpunt bij het Dorpshuis en in de week daaropvolgend zijn ze op naam gebracht door mevrouw Ma-rianne van Lienden van de Noor-delijke Pomologische Vereniging in samenwerking met de pomoloog en fruitteler Auke Kleefstra.

    Er zijn een kleine 30 appelvariëtei-ten en één peer op naam gebracht. Sommige oude rassen kwamen meerdere keren voor, zoals Kan-

    dijzoet, Boskoop en Luntersche Pippeling. Het aantal zoete appels dat ter determinatie aangeboden werd, was opvallend hoog, bijna een kwart. Zure appelvariëteiten maak-ten bijna 25 procent uit van het to-taal. Dat is niet vreemd. Het hangt samen met feit dat men in Dwars-gracht nogal eens het gerecht hete bliksem maakte. Het was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw erg populair om daarbij zoete en zure appels te gebruiken en vaak juist van de rassen die op Dwarsgracht zijn aangetroff en. Appelrassen als Kan-dijzoet en Zoete Veentjes werden al door J.H. Knoop in zijn ‘Pomologia’ uit 1758 beschreven en afgebeeld. Kandijzoet wordt ook wel Herfst-bloemzoete genoemd en groeit hier en daar in de kop van Overijssel op veengrond. In Dwarsgracht is dit zeer oude ras aangetroff en op vier verschillende adressen. Ondanks zijn voortreff elijke smaak is deze

    vroegrijpe herfstappel helaas zeer beperkt houdbaar, maar deze is wel weinig gevoelig voor ziekten. Juist die rassen werden gebruikt om te stoven en te drogen. Zoete Veentjes is eveneens een zeer oud appelras dat al voor de 18e eeuw bekend was. Deze kleine appel is heel geschikt voor appelmoes, maar ook voor ap-peltaart en hete bliksem. Deze appel is wel goed houdbaar en weinig ge-voelig voor ziekten. In Dwarsgracht werd hij aangetroff en bij één fami-lie.

    Een derde appelras dat al heel oud is, betreft de vondst van de Veen-dammer Glorie. Het is een lekkere handappel die ook redelijk goed houdbaar is. Het is een kruising tussen de Bramley’s Seedling en de Groninger Kroon en die komt in Groninger en Drenthe nog wel voor.Hoewel de overige appelrassen die werden gevonden niet heel oud of

    Determinaties fruit Burendag Dwarsgracht 2017

    Oude Noord-Hollandsche Suikerpeer in Dwarsgracht.

    Appelboom in Dwarsgracht die voor tweederde afgestorven is.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 9

    zeldzaam zijn, kom je ze toch nog maar zelden tegen in de moderne fruitwinkels. Aangetroff en zijn o.a. de Luntersche Pippeling, Rode Bos-koop, Glorie van Holland, Bramley’s Seedling, Dubbele Bellefl eur, Hol-steiner Cox, Sterappel en Princes-se Noble. Ook werden appelrassen aangeboden, die wel verkocht wor-den zoals Elstar, Jonagold, Jonathan, Boskoop (de bekende Goudrenet) en James Grieve.

    Er werd ook een zeer oud 18e eeuws perenras gevonden, de Winterber-gamotte. Een ras dat waarschijnlijk in kloostertuinen van de kapucij-ner monniken in Leuven (België) is ontstaan. Het is een kortstelige,

    bolvormige, kleine peer die je vanaf september kunt plukken en vrij lang als tafelpeer kunt eten. Deze peer is namelijk houdbaar tot maart. Hij is zeer sappig en heel geschikt om te stoven of te bakken. Ook is dit ras ongevoelig voor ziekten.

    Er zijn enkele vraagtekens gebleven met betrekking tot een juiste de-terminatie. Vaak ging het dan om te weinig exemplaren van een ras die werden aangeboden of om zeer kleine vruchten van slecht onder-houden of zeer oude fruitbomen. De specialisten zullen nog een na-controle doen om alsnog het ras te bepalen. Als het dit jaar niet lukt met determineren, is er volgend jaar

    weer een kans: dan weten ze mis-schien meer. Als er dan opnieuw een burendag of een vergelijkbaar eve-nement georganiseerd wordt, kan men zijn fruit opnieuw inbrengen.

    We willen een ieder die het fruit heeft ingebracht, bedanken voor hun bijdrage. Ook Petra de Jong wil-len we bedanken voor het tijdelijk opslaan van het fruit en afgeven aan de Noordelijke Pomologische Ver-eniging.

    Harm Piek, werkgroep Historie Dwarsgracht

    en Jonen

    Foto’s Marianne van Lienden

    Foto-impressie van de regiobijeenkomst bij de heer Turksma in Ruinerwold op 13 april jl.

    Regiobijeenkomst

    Gastvrije ontvangst met ko e en thee.

    Henk Groote opent met het Perenlied

    Marien Zeilstra geeft uitleg over de rasbepaling via UPOV B.

    Roelf Koning vertelt over de promotie-activiteiten van de NPV.

    Regiobijeenkomst

    Foto’s Tammo Katuin.

  • | POMOSPOST ZOMER 201810

    Drie oude perenbomenDe eigenares van een ruim 100 jaar oude Spikkelpeer (“Spiekelpeer”) in de gemeente Groningen heeft toestemming gevraagd en gekre-gen voor het rooien van een oude Spikkelpeer of Franse Spikkelpeer, omdat de boom aan het eind van zijn levensduur zou zijn. De achter-buurvrouw, die het rooien van de boom wilde voorkomen, nam vorig najaar contact op met de NPV. Ge-lukkig kon zij het een en ander over de boom vertellen, onder meer dat

    de boom waarschijnlijk in 1905 ge-plant is. Zij zei: “Ik geniet intens van die grote bomen, van de bloesem, van de peren, de vogels en de in-secten.” In de achtertuin van enkele aangrenzende voormalige arbei-derswoningen in de wijk Kostver-loren staan behalve de Spikkelpeer ook een oude Curé of Pastoorspeer waarvan de kleinzoon denkt dat het een steenpeer is en een Beur-ré de Merode of Dubbele Flip. De achterbuurvrouw vervolgt: “De drie bomen zijn door opa Pietersen ge-

    plant. Kleinzoon Pietersen woont nog in onze straat. Hij kon vertellen dat de peren vroeger onder de vloer werden opgeslagen. Ze aten er tot in januari van.”

    Vijftien jaar geleden hebben drie heren van de NPV de boom gede-termineerd als Spikkelpeer. De ach-terbuurvrouw was daar destijds bij aanwezig en had de rasnaam ont-houden. Het onderhoud van de boom is in beheer bij de Bomenwacht van Landschapsbeheer Groningen, die alle toppen sterk heeft ingekort waardoor de groeikracht van de boom ingeboet heeft aan vitaliteit.

    Herkomst van de peerNadat ik de boom gezien had, ben ik op zoek gegaan naar informatie over

    De Spikkelpeer in bloei, 2013. Foto Liesbeth Cavé. De Spikkelpeer, winter 2018. Foto Marianne van Lienden.

    De NPV voert samen met verontruste buren actie voor het behoud van een oude Spikkelpeer

    Red de Spikkelpeer in GroningenAls het opsporen, het bewaren en het gebruik stimuleren van oude fruitrassen, kortom het behoud van biodiversiteit van fruitgewassen je doelstelling is, maak je je sterk voor het behoud van oude perenbomen. Stoofperen werden vroeger door de armen als basisvoedsel gebruikt. Ze werden gestoofd, gebakken, gingen in de stamppot en er werd stroop van gemaakt. En heel lang geleden zelfs meel voor in het brood. De Spikkelpeer in de stad Groningen is een strooppeer die uit België stamt.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 11

    de Spikkelpeer. Ik kwam uit bij de NBS, de Nationale Boomgaarden-stichting vzw., die het kwartaalblad Pomologia uitgeeft. Ludo Royen be-schrijft in nummer 4 van jaargang 28 (2012) de herkomst en de vrucht-kenmerken van de Spikkelpeer.De Spikkelpeer die in het dialect van de streek Tikkelpeer wordt ge-noemd, werd in Vlaams-Limburg niet alleen als strooppeer, maar ook als stoofpeer zeer gewaardeerd. Royen citeert stroopstoker Walter Bleus in Vrolingen die in een inter-view zowel de naam Tikkelpeer ge-bruikt als de naam Franse of Fran-se Tikkelpeer. Bleus vertelt dat “de fransen (de Franse Spikkelperen) en de Klotjesperen (van) dé stroopvari-eteiten in de periode ’40-’45 waren.”Royen vond deze bruine, gespik-kelde en zeer goede strooppeer in een boomgaard in Vlaams-Limburg in 1980. Na jaren gedegen onder-zoek komt hij tot de conclusie dat Spikkelpeer, Tikkelpeer, Franse Spikkelpeer en Poire de France alle synoniemen zijn van dezelfde pe-renvariëteit.

    Uiterlijke kenmerken van de vruchtDe peer is klein tot middelmatig groot, gemiddeld 5 tot 6 cm breed en 6 tot 7 cm lang. De vorm is vari-

    abel: conisch of afgeplat conisch bij de steel en afgerond en afgeplat aan de kelkkant. De grondkleur van de huid is bleekgroen en de dekkleur is bruin, aan de zonzijde bronskleurig. Als de peren plukrijp zijn, verandert de groenige grondkleur in geel-achtig groen en de dekkleur krijgt een bronsbruine gloed. De steel is middelmatig lang (2,5 mm) en dik (3 mm); de steelholte is ondiep. De steel is vaak iets schuin ingeplant. De kelk is meestal open en er zijn restanten van meeldraden zicht-baar. De kelkblaadjes zijn vrij kort en rechtopstaand. Het klokhuis ligt onder het midden. Het vrucht-vlees is wit met groene doorschijn. De vrucht kent veel loze pitten. De pluktijd is midden tot eind oktober. Koel bewaard is de vrucht houdbaar tot januari, soms ook langer. Het eenjarige hout is groenachtig bruin van kleur. Kenmerkend zijn hier de langwerpige lenticellen: deze zijn niet rond, maar hebben de vorm van 1 tot 4 mm lange streepjes. De groei van de boom is sterk, de ge-steltakken zijn opstaand en de vorm van de boom is opgaand. De boom is gezond en kan heel oud worden. De vruchtbaarheid is zeer groot: de boom kan 1000 tot 1200 kg vruch-ten dragen. Als hoogstam wordt deze peer op zaailing veredeld. De

    vruchten zijn roodkokend; zij geven een rood gekleurde stroop.

    De Spikkelpeer en de Franse Spik-kelpeer worden beide genoemd in de Vlaamse Wet ter Bescherming van met verdwijning bedreigde Fruitsoorten. In Noord-Nederland is een exemplaar van de Spikkelpeer nooit eerder aangetroff en. Hoe deze strooppeer in Groningen beland is, zal misschien altijd een raadsel blij-ven.

    NPV ingeschakeldDe achterbuurvrouw zocht naar een weg om de bomen een monumenta-le status te bezorgen. Ze zocht con-tact met de NPV, omdat mensen van de NPV hier eerder aanwezig zijn geweest en omdat zij dé deskundi-gen zijn die zouden kunnen helpen om de peer te redden.De voorzitter van de NPV heeft namens de achterbuurvrouw in een brief de eigenares gevraagd de boom te sparen en voorgesteld om samen te kijken naar de conditie van de boom en aangeboden de boom te herstellen, als de conditie ervan slecht is. Ook is gevraagd of enthout mag worden geknipt.

    Omdat er een uitspraak van de gemeente op tafel lag, dat dit een

    De vruchten van de Spikkelpeer. Foto Liesbeth Cavé.

    De Spikkelpeer in volle bloei op 19 april 2018. Foto Liesbeth Cavé.

  • | POMOSPOST ZOMER 201812

    De oudste Nederlandse peren-boom staat in Den Haag en is een Jut of Juttepeer. Deze boom is ge-plant in 1647. De bewoonsters van het ho e maakten vroeger jutte-peergelei van de peren. In 1978 was de boom er slecht aan toe, maar door middel van een chirurgische ingreep door de gebroeders Copijn

    kon hij weer minstens 30 jaar mee. In 1999 zijn drie boompjes geënt met enthout van de Jut en deze zijn in de tuin van het ho e geplant.Jutteperen smaken heerlijk als ze rijp zijn. Het smeltende vrucht-vlees is geurig, saprijk, zoet en heel

    aromatisch. Deze peren kunnen echter niet lang bewaard worden, want ze zijn snel overrijp. Onrijp geplukt kunnen ze vers verwerkt worden of ingemaakt met suiker en/of azijn. Zie: www.bomenstich-tingdenhaag.nl/berichten/44/

    terminale boom zou zijn, zijn de achterbuurvrouw, haar buren en de NPV een procedure tegen de ge-meente Groningen begonnen door middel van het indienen van een bezwaarschrift tegen deze gemeen-te. De achterbuurvrouw heeft daar-naast een voorlopige voorziening gevraagd. Op 18 januari jl. vond de hoorzitting van een gemeentelijke adviescommissie plaats. In het ver-weer is gesteld dat de Spikkelpeer nog vijftig jaar kan meegaan. De ei-genares, die gezegd zou hebben dat ze niet besloten heeft tot kappen van de boom, was daar niet bij aanwezig.Het plan tot behoud van de oude pe-renboom is die avond met groot en-thousiasme begroet. RTV Noord, de Groningse radio en tv, waren aanwe-

    zig om aandacht aan het onderwerp Spikkelpeer te besteden. Diezelfde avond werd er een kort onderwerp over de Spikkelpeer uitgezonden op tv waarbij foto’s van de boom ge-toond werden.De gemeente stelde in haar verweer dat zij geen deskundige op het ge-bied van peren is, maar dat zij, als het werkelijk zo is dat het hier om een ruim 100-jarige Spikkelpeer gaat, niet anders kan dan de verleen-de omgevingsvergunning intrekken. De gemeente wil wel zeker weten dat het werkelijk een Spikkelpeer is en dat deze voldoende levensvatbaar is. De NPV wordt nu als deskundige partij bij de beoordeling betrokken. De achterburen proberen de grond, waarop de peer staat, te kopen van

    de eigenares. De adviescommissie gaf aan dat zij het hiermee eens is en dat ze blij is met deze oplossing.

    In februari jl. is de woning met de Spikkelpeer in de achtertuin ver-kocht. De achterbuurvrouw heeft in mei jl. de secretaris van de bezwaar-commissie gesproken. Hij bewan-delt de koninklijke weg en neemt contact op met de nieuwe eigenaars. De achterbuurvrouw heeft de secre-taris gevraagd of zij een schriftelijk verslag van de bezwaarcommissie kan krijgen en heeft de NPV beloofd haar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.

    Marianne van Lienden

    De eeuwenoude Jut in het Heilige Geestho¤ e in Den Haag. Foto van internet

  • Agenda

    POMOSPOST ZOMER 2018 13

    Zo. 1 juli Kersenfestival in de kersenboomgaarden van de fami-lie Vernooy in Cothen, een dorp aan de Kromme Rijn. Er is een gevarieerd aanbod van o.a. streekproducten en brocante. Verder zijn er demonstraties met jachthonden, roofvogels en optredens van fanfare en majorettes. U kunt er allerhande lekkernijen met kersen proeven. De Kersexpress, de kersentrein, rijdt deze dag door de boomgaarden U kunt wandelen door de boomgaarden. Bovendien is het Kersenmuseum geopend.

    Za. 7 juli De Plantendokter 2.0 van het Fruitteeltmuseum, Adri Kloosterman, is aanwezig mét microscoop voor al uw vragen op het gebied van ziekten en plagen. Tussen 13.00 en 16.00 uur zit de dokter in het geheel vernieuwde museumcafé. Kosten per consult € 2,50. Voor bezoekers van het museum gelden de normale entree-prijzen van € 6,00 per persoon, museumjaarkaart gratis.Informatie bij Addie Leendertse van het Fruitteeltmuseum, aanwezig ma. t/m do. 10.00 - 17.00 uur. Annie M.G. Schmidt-singel 1, 4421 TA Kapelle, tel.0113-344904 of per e-mail:[email protected] of de website: www.fruitteeltmuseum.nl

    Za. 7 en zo. 8 juli Rozenfestival en Groenmarkt in het Rosarium Winschoten op beide dagen van 10.00 - 17.00 uur. Het promotie-team van de NPV is aanwezig met de promotiecaravan.

    Zo. 8 juli 15e Euregionale kersenhappening in de Landcom-manderij Alden Biesen, Kasteelstraat 6, 3740 Bilzen, België, van 10.00 tot 17.00 uur. Gratis toegang. Het programma van ‘de KERS’ kunt u vinden op de website van de NBS, www.boomgaarden-stichting.be en in Pomologia 2018/2.

    Za. 28 juli Oculeerdemonstratiedag bij het Fruitteeltmuse-um, Annie MG Schmidtsingel 1, 4421 TA Kapelle. Zie de website: http://www.fruitteeltmuseum.nl/informatie.html

    Za. 4 aug. 34e Markt van Melk en Honing, Brink, Zuidlaren. Het thema is dit jaar bijen en het milieu. Het promotieteam van de NPV staat er met de caravan. Zie de website: http://www.bijpraot.nl/Bijpraot/Markt/markt_informatie.php

    Za. 11 aug. Jaarlijkse Fruitteeltfi etstocht, georganiseerd door het Fruitteeltmuseum in Kapelle. Zie de website: http://www.fruitteeltmuseum.nl/informatie.html

    Woe. 22 aug. 28ste Nationale Jammarkt in het centrum van Neede van 10.00 tot 17.00 uur. Niet alleen jam is er te koop, maar alles wat met vruchtenconserven te maken heeft.Zie de website: https://www.jammarkt.nl/

    Za. 25 aug. Determinatiedag pruimen en kersen en vroege appel en perenrassen (onder voorbehoud) in het Fruitteeltmuseum, An-nie MG Schmidtsingel 1, 4421 TA Kapelle. Zie de website: http://www.fruitteeltmuseum.nl/informatie.html

    Za. 1 sep. Fruitshow en determinatie in kwekerij Luingahof, Borgsingel 9, Bierum (Gr). Tijd: 10.00 - 16.00 uur. Info: Jan Woltema, tel. 0613988744

    Vrij. 7 t/m zo. 9 sep. Beleef Landleven in het Openlucht-museum in Arnhem, van 10.00 tot 17.00 uur. De NPV is aanwezig met de promotiecaravan.

    Za. 8 sep. Open dag van de hoogstamboomgaard Acht, Jo Goudkuillaan (ongenummerd) Acht (gem. Eindhoven). Tijd: 14:00 - 15:00 uur.

    Za. 15 sep. Fruitherkenningsdag met fruitshow en determinatie bij Griet Bergsma, De Opslach 24 8405 BW. Luxwoude, tel 0513-529357. E-mail: [email protected]

    Za. 22 sep. Determinatiedag en fruitshow in de Appelhof Vlagtwedde, Onstwedderweg 66, 9541 AG Vlagtwedde. Info: Roelof Kuper, tel. 0599-312679, Email: Roelo ̧ [email protected]

    Za. 29 sep. Tentoonstelling van oude fruitrassen door de Vrien-den van het Oude Fruit met mogelijkheid tot advisering, proeven en determinatie van door u meegebracht fruit. Locatie: De Spitkeet, De Dunen 3, 9281 KT Harkema (Fr). Tijd: 11.00 tot 15 uur. Info: [email protected]

    Zo. 30 sep. Nationale fruitexpo Beveren, een tentoonstelling van meer dan 500 appel- en peervariëteiten in Hof ter Saksen, Haas-donkbaan 101, 9120 Beveren, België, van 10.00 tot 17.00 uur. Gra-tis toegang. Zie de website: [email protected] en Pomologia 2018/3 (verschijnt in september) of bel het secretari-aat voor info, tel. (0032) 012 391188.

    Tot en met 28 nov. Fruit & Landschap, expositie van het werk van de fotografen Janne van Gilst en Thomas Nondh Jans-sen die hun visie laten zien op het Nederlandse landschap waarin groente, fruit en het Zeeuwse landschap de hoofdrol spelen in het vernieuwde Fruitteeltmuseum, Annie M.G. Schmidtsingel 1, 4421 TA Kapelle, tel.0113-344904, website: www.fruitteeltmuseum.nl

    Snoeien van pruimenbomenZaterdag 18 augustus 2018Workshop van 1 dag: ’s ochtends theorie,’s middags praktijk.Tijd: 10.00 tot 15.00 uur.Kosten: € 47,50 incl. hand-out.Opgeven via mail naar: [email protected]

    Zomersnoei appel- en perenbomenZaterdag 25 augustus 2018Workshop van 1 dag: ’s ochtends theorie, ’s middags praktijk.Tijd: 10.00 tot 15.00 uur.Kosten: € 47,50 incl. hand-out.Opgeven via mail naar: [email protected]

    Cursusprogramma 2018 Fruithof Frederiksoord

  • Marcel Tross Pomoloog

    Advisering in: Aanleg en onderhoud Boomgaarden, boominspectie Vitaliteits-onderzoek Bodemanalyse Cultuurtechniek

    Koeweidendijk 25, 7161 RJ Neede Telefax: 0545-293003, mobiel: 06-22330626

    E-mail: [email protected] www. pomoloog.com

    www.dewiltfang.nl

    0346 - 218111 voor catalogus Postbus 41, 3738 ZL Maartensdijk

    De Wiltfang Goed tuingereedschap per post

    J. Bruin klimmaterialen

    HOUTEN DRIEPOOTLADDERS LEVER-BAAR in 10, 11 en 12 sports

    Buurt 21A, Postbus 19, 1679 ZG Midwoud

    telefoon: 0229 - 201 212 e-mail: [email protected] www.bruinklimmaterialen.nl

    Alternatieve Boomkwekerij

    Boomkwekerij Hendrik ten Elsen

    Wij geven u persoonlijk een deskundig en uitgebreid advies over het ruime assortiment oude vruchtboomrassen. U bent van harte welkom maar belt u eerst even. Tevens voor advies en uitvoering aanleg en onderhoud van boomgaarden.

    tel.: 0545-293065 e-mail: [email protected] Kempersdijk 50A, 7161 RG NEEDE

    Verkoop van onze produkten in Noord-Nederland wordt verzorgd

    door kwekerij “de Baggelhof”. Voor info zie: www.baggelhof.nl

    Bezoek ook onze website: www.tenelsen.nl

    Marcel Tross Pomoloog

    Advisering in: Aanleg en onderhoud Boomgaarden, boominspectie Vitaliteits-onderzoek Bodemanalyse Cultuurtechniek

    Koeweidendijk 25, 7161 RJ Neede Telefax: 0545-293003, mobiel: 06-22330626

    E-mail: [email protected] www. pomoloog.com

    www.dewiltfang.nl

    0346 - 218111 voor catalogus Postbus 41, 3738 ZL Maartensdijk

    De Wiltfang Goed tuingereedschap per post

    J. Bruin klimmaterialen

    HOUTEN DRIEPOOTLADDERS LEVER-BAAR in 10, 11 en 12 sports

    Buurt 21A, Postbus 19, 1679 ZG Midwoud

    telefoon: 0229 - 201 212 e-mail: [email protected] www.bruinklimmaterialen.nl

    Alternatieve Boomkwekerij

    Boomkwekerij Hendrik ten Elsen

    Wij geven u persoonlijk een deskundig en uitgebreid advies over het ruime assortiment oude vruchtboomrassen. U bent van harte welkom maar belt u eerst even. Tevens voor advies en uitvoering aanleg en onderhoud van boomgaarden.

    tel.: 0545-293065 e-mail: [email protected] Kempersdijk 50A, 7161 RG NEEDE

    Verkoop van onze produkten in Noord-Nederland wordt verzorgd

    door kwekerij “de Baggelhof”. Voor info zie: www.baggelhof.nl

    Bezoek ook onze website: www.tenelsen.nl

    J. Bruin klimmaterialen

    HOUTEN DRIEPOOTLADDERS LEVER-BAAR in 10, 11 en 12 sports

    Buurt 21A, Postbus 19, 1679 ZG Midwoud

    telefoon: 0229 - 201 212

    e-mail: [email protected]

    www.bruinklimmaterialen.nl

    | POMOSPOST ZOMER 201814

  • POMOSPOST ZOMER 2018 15

    POMOLOGIE

    De eerste resultaten

    Entmateriaal van pruimenrassen uit Zweden

    Sinds 2011 heeft de eerste schrijver collecties van fruitbomen in het buitenland bezocht met als doel het documenteren van pruimenrassen en verzamelen van stenen (pitten) als referentiemateriaal. Een verslag daarvan is te vinden in het zomer-nummer van Pomospost 2017. Een van deze collecties, te weten Bals-gård in Zweden, wordt vanwege bezuinigingen in haar voortbestaan bedreigd. De pruimencollectie van Balsgård omvat een aantal rassen die in andere collecties ontbreken en doorgaans ook bij fruitboom-kwekers niet te vinden zijn, zoals Schamals Herbstpfl aume, Du-miron en (Grosse) Marange. Omdat de pruimencollectie waarschijnlijk gaat verdwijnen, ontstond geleide-lijk het idee om van bepaalde, min-

    der algemene rassen entmateriaal te vragen, dit een of twee seizoe-nen op te kweken, en deze planten

    vervolgens op een aantal locaties in Nederland onder te brengen. Bij monde van Hilde Nybom werd deze aanvraag gehonoreerd en be-gin februari werd het entmateriaal per post toegestuurd. Tot aanvang van de werkzaamheden (vroege voorjaar) zijn de enten in de koeling bewaard. Nu het groeiseizoen ten einde is kan dit project voorlopig als geslaagd worden beschouwd. Van de ruim 120 enten is slechts een vijftal niet aangeslagen, een zeer acceptabele score als het om pruimen gaat. Bovendien verliep de groei van de planten voorspoe-dig. Een deel van de enten heeft na het eerste seizoen loten van rond 1 m lengte en een enkele haalt bijna 2 m. Als onderstam is biologische St. Julien A gebruikt die werd aangele-verd door de tweede schrijver. We proberen hier na te gaan waaraan deze voorspoedige ontwikkeling te danken is.

    De enten uit Zweden in verschillende stadia van ontwikkeling voorjaar/zomer 2017 (plantaf-stand ca. 35 cm).

    foto 1: 24 mei foto 2: 9 juni foto 3: 26 juni foto 4: 23 juli foto 5: 18 aug. foto 6: 15 oktober

    1

    2

  • | POMOSPOST ZOMER 201816

    Speciale entmethodeHet vermeerderen van pruimen in het voorjaar gaat via de metho-de van (plak)enten. Deze methode geeft bij pruimen in het algemeen minder goede resultaten dan bij-voorbeeld bij appels en peren. Het welslagen van het enten is a ́ anke-lijk van meerdere factoren, zoals de keuze van de onderstam, het te ver-meerderen ras en de kwaliteit van de ent, het tijdstip van enten en de weersomstandigheden na het uit-planten. In de vorige eeuw heeft Van Cauwenberghe, leraar boomteelt aan de tuinbouwschool te Vilvoor-de (België), middels proeven onder-zoek gedaan naar de bruikbaarheid van de verschillende onderstammen voor de pruimenteelt. Van Cauwen-berghe noteerde slagingspercenta-ges tussen de 50% en 80%, met een enkele uitschieter tot 100% (Anna Späth op St. Julien A en R.Cl. d’Al-thann op St. Julien C). Tot de laagste scores behoorden Ontario en Rei-ne Victoria op Black Damas C, bij-na 11% (Van Cauwenberghe, 1947). Met maar vijf missers (Gyné 2x, ‘Tecumseh’ 3x) komt het slagings-percentage voor het materiaal van Balsgård op ruim 95%. De ‘credits’ voor deze mooie score gaan naar de boomkweker Koos Pieters in Altena bij Peize, die de enten heeft gezet. Hij gebruikt hiervoor een speciale methode waarbij de planten na het enten enkele weken inpandig bij bepaalde warmte en (lucht)voch-tigheid worden gehouden. Over de fi jne kneepjes van deze werkwijze wil hij niet te veel kwijt. Het ‘trucje’ leerde hij naar eigen zeggen ooit van een leraar aan de tuinbouwschool in Buitenpost. De methode wordt ook aangeduid met de Engelse term ‘hot pipe callusing’. Met die zoekterm is op internet wel het een en ander over deze methode te vinden.Een hoog slagingspercentage is ook mogelijk zonder deze speciale aan-pak. NPV-lid Ger van Santvoort uit Someren claimt dat bij hem 99 van de 100 geënte pruimen slagen. Het ‘veredelen’ doet hij in de koude kas, met gebruik van warme entwas. De planten die hij in het voorjaar van 2017 heeft geënt en opgekweekt wa-ren zonder uitzondering zo’n twee meter hoog. Behalve de expertise die hieruit spreekt, zal ook de vroege

    3

    4

    5

  • POMOSPOST ZOMER 2018 17

    start die de planten in een koude kas hebben, bijdragen aan deze respec-tabele hoogte. Omdat pruimen in de kas vroeg uitlopen, moet het enten begin februari klaar zijn. Dat geeft ze een voorsprong van zo’n twee maanden ten opzichte van planten in de volle grond. De pruimen op de foto staan op de onderstam Wavit, een selectie uit zaailingen van Wan-genheims Frühzwetsche.

    MetingenRond 6 mei zijn de planten op twee locaties in de volle grond uitge-plant, waarvan 79 stuks te Nietap (H.W.) en 43 stuks op de Baggelhof (L.D.). Vanaf het begin verliep de groei voorspoedig. De foto’s geven enigszins de ontwikkeling geduren-de het seizoen weer. Ook na de zo-merrust, rond de overgang juni-juli, zette de groei goed door, al was op enkele planten enige aantasting van bladluis te zien. Van de aanplant in Nietap werd op 11 oktober globaal de lengte opgemeten. De metingen laten zien dat de lengtegroei per ras beduidend kan verschillen (tabel 1). Zo heeft Coe’s Violet aan het eind van het eerste seizoen een gemiddel-de lengte van slechts 35 cm, terwijl die van R.Cl. de Severin circa 160 cm

    bedraagt. Ook planten van hetzelfde ras kunnen aanzienlijk verschillen in de bereikte lengte. De planten op de Baggelhof werden niet gemeten, maar op het oog waren deze aan het eind van het seizoen gemiddeld nog wat hoger, waarvan een groot aantal met scheuten van 150 cm of meer.De rassen van Balsgård worden op de Fruithof, Frederiksoord, de Bag-gelhof en bij enkele fruitlie ́ ebbers aangeplant. Op de Baggelhof zullen binnen afzienbare tijd planten van deze rassen verkrijgbaar zijn.

    Henk Woldring en Lubbert Dijk

    Tabel 1. Gemeten hoogte van de planten te Nietap, 11 oktober 2017Imperial Epineuse 6x gem. 60 cmCoe’s Violet 5x gem. 35 cmKrikon 4x gem. 120 cmKarlslundspl. 3x gem. 120 cmChernozliv Tamb. 5x gem. 110 cmLate Muscatelle 6x 50-180 cmR.Cl. de Severin 7x gem. 160 cm Grosse Marange 6x 55-190 cmPersikeplommon 6x 40-90 cmDumiron 5x 80-100 cm‘Tecumseh’ 5x gem. 80 cm (2x uitval)*Schamals Höstpl. 7x gem. 80 cmGyné 5x 80-150 cm (1x uitval)Gult Aprikospl. 5x 40-100 cm

    * twee bomen met de naam ‘Tecumseh’ op Balsgård produceren groene ovale pruimen, met paarse stippen en vlekken. Tecumseh is echter een Prunus salicina hybride, met vrijwel ronde rode pruimen. We handhaven de naam ‘Tecumseh’ zolang de juiste naam niet is gevonden.

    LiteratuurVan Cauwenberghe, E., Fruitboomonderstammen en gespecialiseerde fruitteelt, Verviers 1947.

    6

    De door Ger van Santvoort voorjaar 2017 geënte pruimen in de koude kas, 9 december 2017.

    De enten van Balsgård op de Baggelhof, 9 november.

  • | POMOSPOST ZOMER 201818

    De Ark van de Smaak is een van de pijlers van Slow Food en heeft als doel om de (voedsel)biodiversiteit te behouden en te herstellen. Deze dreigt in rap tempo te verschralen met alle gevolgen van dien. In de Ark van de Smaak zitten klein-schalige kwaliteitsproducten die tot de cultuur, historie of traditie van een streek of land behoren. Het is een bijzondere erfenis van groente, granen, dierenrassen, dranken, ka-zen, vleeswaren etc., en ook fruit-rassen. De Ark van de Smaak is bedoeld om te laten zien dat deze producten nog bestaan en het risico lopen binnen een paar generaties te verdwijnen. Het is een uitnodiging aan iedereen om actie te ondernemen om ze te helpen beschermen, bijvoorbeeld door ze te kopen en (weer) te eten, hun verhaal te vertellen en de pro-ducenten te ondersteunen. Of – in het geval van bedreigde wilde dier-soorten –ze juist niet meer of veel minder te eten, zodat ze zich weer kunnen voortplanten.Wereldwijd zijn er inmiddels bijna vierduizend producten in de Ark van de Smaak opgenomen, waarvan zesenzeventig Nederlandse. Maar er zijn er natuurlijk nog veel meer die tot ons Nederlands erfgoed beho-ren. De volgende drie appels mogen daarom onder de aandacht gebracht mogen worden.Hier onder volgt de informatie over de drie rassen die aan Slow Food is aangeleverd.

    Goudrenet, oud typeDe Goudrenet is met haar vele mutanten tot de introductie van de Elstar wereldwijd de meest suc-cesvolle, Nederlandse appel. De oorspronkelijke Goudrenet heet oÀ cieel Schone van Boskoop. In de volksmond wordt ze algemeen Goudrenet of Goudreinette ge-noemd. Het oorspronkelijke, oude type wordt ook wel Gele of Groene Goudrenet genoemd. In het buiten-land worden namen als Beauty of Boskoop, Belle de Boskoop, Schöner

    von Boskoop, of vaak kortweg Bos-koop gebruikt. De herkomst is niet helemaal duide-lijk. De Goudrenet zou rond 1850 in de kwekerij van P.A. Ottolander uit Boskoop, een plaats in de buurt van Gouda, gewonnen zijn. Mogelijk als zaailing van de appel Reinette Monstrueux, die al in de 18e eeuw in de provincie Utrecht voorkwam. We kunnen gevoeglijk aannemen dat de Goudreinette een appel van Nederlands oorsprong is die vanuit Boskoop is verspreid en al meer dan

    Op verzoek van de organisatie Ark van de Smaak, een onderdeel van de Neder-landse afdeling van Slowfood hebben de collectieboomgaard Fruithof Frederik-soord en de Noordelijke Pomologische Vereniging de volgende oude appelras-sen genomineerd: de oude Goudrenet, de Princesse Noble en de Ananas Rei-nette.

    Drie oude appelrassen voor de Ark van de Smaak genomineerd

    Goudrenet, hoogstam, geplant in 2008

  • POMOSPOST ZOMER 2018 19

    anderhalve eeuw in de teelt is. De appel is groot tot zeer groot, onregelmatig gevormd, groen tot geelgroen van kleur, bedekt met veel roest en soms met een vage, bleekrode blos. Het crèmekleurige vruchtvlees is stevig, friszuur met een kenmerkend reinette aroma. Behalve als handappel is hij geschikt voor moes, sap, gebak en verwer-king in fruitsalades. De pluktijd is eind september, begin oktober. De appel is tot in januari te gebruiken.Van oudsher is de Goudrenet een zeer gewilde moes- en taartappel en na enkele maanden bewaring ook een goede handappel. Wel zijn er andere oudere rassen met vergelijk-bare kwaliteiten, maar die zijn niet meer in de handel en alleen nog bij een enkele lie ́ ebber verkrijgbaar.De oorspronkelijke gele of groene Goudrenet is niet meer in winkels te koop en is slechts bij lie ́ ebbers en gespecialiseerde fruittelers verkrijg-baar. In de winkel en supermarkt vindt men moderne rode mutanten van de goudrenet.

    De hoofdreden waarom de oude Goudrenet verdwenen is, is dat de tegenwoordige consument fraai gekleurde appels zonder roest op

    de schil wenst. Daarom zijn er rode vormen van de Goudrenet geïn-troduceerd. Ook wordt het uit-gesproken reinette-aroma van de Goudrenet tegenwoordig niet altijd gewaardeerd.

    Princesse Noble De Princesse Noble is een van onze oudste appelrassen. De herkomst is waarschijnlijk inheems. Hij is al meer dan drie eeuwen een zeer ge-waardeerde appel en wordt sinds 1703 in diverse Nederlandse fruito-

    verzichten en -registers vermeld. In 1758 is hij beschreven door Johann Hermann Knoop in zijn Pomologia. Als oud ras kent de Princesse Noble meerdere synoniemen. In Gronin-gen en Friesland wordt hij Franse Kroon genoemd. Andere synonie-men zijn Alantappel, Franche No-ble, Pomme Noblesse, Princesse d’ Orange en Pomme d’Aunée.De Princesse Noble is een fraaie en heerlijke handappel, middelgroot, wat hoger dan breed en zeer gelijk-matig van vorm. Groengeel tot geel gekleurd en fraai zalmkleurig en donkerrood gestreept en gevlamd. Het vruchtvlees is vast, knappend, zachtzuur met een fi jn, kaneelachtig gekruid aroma. De vruchten kun-nen in oktober geplukt worden en zijn tot in het begin van de winter te gebruiken. Behalve als handappel is hij geschikt als moesappel, taartap-pel en sapappel.

    De Princesse Noble is niet zozeer vanwege de smaakkwaliteit uit de handel verdwenen. Hij verdween omdat de vruchten gemiddeld wat aan de kleine kant zijn en de jaar-lijkse oogsten matig zijn. De vruch-ten zijn drukgevoelig en moeten daarom voorzichtig geplukt wor-den, omdat ze gemakkelijk beurs worden. Dat maakte ze voor de han-del minder geschikt. Bomen van de Princesse Noble zijn nog regelmatig te vinden in oude boomgaarden. De Princesse Noble is waarschijn-lijk de moederboom van de bekende Notarisappel.

    Drie oude appelrassen voor de Ark van de Smaak genomineerd

    Goudrenet, geelgeblost

    Princesse Noble. Bron: Nederlandse Fruitsoorten 1942.

  • | POMOSPOST ZOMER 201820

    Ananas ReinetteDe herkomst van de Ananas Reinette is onduidelijk. Hij wordt algemeen gezien als een zeer oud Nederlands ras. De Duitse pomoloog Diel schrijft in 1820 dat hij uit een Brabants kloos-ter in Nederland a¸omstig zou zijn. De Ananas Reinette is een zeer aro-matische handappel. Een tamelijk kleine appel, iets langwerpig en aan de ene zijde wat hoger dan aan de andere. De gladde, glimmende schil verkleurt van groengeel naar hel-dergeel bij rijpheid en wordt aan de zonzijde goudgeel. De schil heeft kenmerkende donkere grijs-witte stipjes.Het vruchtvlees is fijn, knappend, zeer sappig met een friszuur naar ananas smakend aroma. De appels moeten zo laat mogelijk geplukt worden. Behalve als handappel is hij geschikt als moesappel, taartap-pel en sapappel en kan vanwege de ananassmaak verwerkt worden in fruitsalades. Hij kan tot in januari gegeten worden.

    De pluktijd is begin oktober. De boom heeft een grote sierwaarde, omdat de goudgele appels lang blij-ven hangen.De Ananas Reinette is zeer zeldzaam geworden en is hier en daar nog in oude boomgaarden te vinden. De appels hangen windvast en de boom blijft klein en draagt al snel, en mede door de hoge sierwaarde is hij zeer geschikt is voor aanplant door particuliere lie´ebbers.

    Waar te verkrijgen? Bomen van deze appelrassen staan hier en daar in oude boomgaarden en de appels zijn soms nog te koop bij een gespecialiseerde fruithande-laar. Jonge bomen zijn te krijgen bij in oude fruitrassen gespecialiseerde boomkwekers. Ook kan men boom-pjes op laten enten tijdens onze ent-dagen.

    Jan Veel

    Foto’s Marianne van Lienden, tenzij anders

    aangegeven.

    Ananas Reinette heeft de kleur en geur van ananas.

    Ananas Reinette, de boom in de collectieboomgaard van de NPV-Fruithof.

  • KIJK OP DE BOOM

    POMOSPOST ZOMER 2018 21

    Solitaire bijen in de boomgaard

    Tijdens de bloei van afgelopen ja-ren, rond eind maart en in april, zag ik veel honingbijen, maar ook hom-mels en andere bijtjes. Deze bijtjes waren behaarder dan de honingbij-en: het bleken de wilde metselbijt-jes te zijn. Niet elke fruitlie´ebber is daarnaast ook imker of bijenhou-der. Dit artikel zal daarom dieper ingaan over hoe wilde bijen, met name metselbijen, in je boomgaard te krijgen en hoe ze te behouden voor bestuiving.

    Welke bloem door welk insect wordt bestoven, hangt af van de vorm, kleur en geur van de bloem en het soort nectar dat aangebo-

    den wordt. Zowel bijen als hom-mels hebben de voorkeur voor gele, paarse en rode bloemen, maar ook de geur is belangrijk bij het aantrekken van de bij en hommel. Vooral zoete geuren trekken bijen en hommels aan. Daarnaast heb-ben honingbijen en hommels re-latief veel suikerrijke nectar nodig. Daarentegen hebben de wilde bijen vaak genoeg aan stuifmeel.

    Honingbijen maar ook hommels zijn bij vertrek van een bloem be-poederd met stuifmeel. Al vliegend proberen ze de stuifmeelkorrels met hun poten uit de vacht naar de achterpoten te schrapen. Na bevochtiging met nectar wordt het stuifmeel in een compact klompje samengepropt in een spe-ciaal korÂe op elke achterpoot. De met nectar bevochtigde stuifmeel wil daarna niet meer kiemen en is dus niet geschikt voor bestuiving van bloemen. Bestuiving komt dan tot stand door stuifmeel dat in de vacht is achtergebleven. Goed be-stuivingbeheer heeft tot doel om vooral bijen maar ook hommels als ondersteuners tijdens de bloeiperi-ode van fruitbomen nectar te laten verzamelen, zodat zij stuifmeel ver-spreiden.

    Wat is nu eigenlijk bestuiven?De mannelijke voortplantingsorga-nen van een bloem zijn de meeldra-den waarin zich de stuifmeelkorrels met mannelijke zaadcellen bevin-den. Het vrouwelijke voortplan-tingsorgaan van een bloem is de stamper met stempel in het midden van de bloem. De stempel zit hele-maal bovenin en vangt de stuifmeel-korrels op.De kunst van bestuiven, een belang-rijke stap in de voorplanting, is nu niets anders dan het overbrengen van stuifmeelkorrels op de stempel van de bloem. Dit kan geschieden door insecten, door de wind of zoals in sommige landen gebeurt, hand-matig door de mens. Ook sommige vlinders, vogels en dierensoorten kunnen hiervoor zorgen, maar dat komt in Nederland nagenoeg niet voor.Bij veel fruitbomen moet de bloem bestoven worden met stuifmeel van een andere bloem. Dit noemt men kruisbestuiving (xenogamie). Daar-naast zijn er ook fruitboomsoor-ten die aan zel�estuiving (autoga-mie) voldoende hebben om goede vruchtzetting te verkrijgen. Komen er stuifmeelkorrels op de stempel dan smelten, als alles goed gaat, de eicel en zaadcel samen en gaat er zich met betrekking tot fruitbomen een eetbare vrucht vormen. Niet be-stoven bloemen vallen af. Gebeurt dit massaal dan spreekt men bloe-semrui.Voor de appel en peer geldt: Is er sprake van een perfecte bestuiving, dan zitten er meestal meer dan 6 pitten in het klokhuis. Snijd het klokhuis doormidden en tel eens het aantal pitten. Vergelijk ook eens een appel van hetzelfde soort qua smaak en uiterlijk bij minder dan 4 pitten

    Daar staan ze dan in het voorjaar, de fruitbomen: appel, peer, pruim, kers met de bloesems open. Wachtend op de bevruchting door de overdracht van stuif-meelkorrels van de meeldraden van de ene bloem naar de stamper van de andere bloem. Nuttige insecten in Nederland voor de bestuiving zijn honing- wilde bijen, hommels en zweefvliegen die gezamenlijk een belangrijke rol spelen bij de be-vruchting van de bloesems aan de fruitbomen. Naast de insecten heeft de wind ook een belangrijke factor in het bestuivingproces (anemogamie).Met het zeldzaam worden van bijen en hommels is een goede bestuiving van fruit-bomen moeilijker geworden en daarmee is het ook moeilijker kwalitatief goed fruit te telen. Insectenbestuiving vermeerdert niet alleen de opbrengst, ze heeft bovendien een gelijkmatiger oogst tot gevolg en zorgt voor beter volgroeide vruchten. Iets dat in de fruitteelt maar ook voor onze hobby van groot belang is.

    Honingbij.

  • | POMOSPOST ZOMER 201822

    en bij meer dan zes pitten. Vaak zul je versteld staan. Voor pruim en kers vormt zich na de bevruchting dan een steen in de vrucht. Appel en peer noemen wij ook wel pitvruchten en kers en pruim steen-vruchten.

    Hoe de bestuivers te behouden voor onze bongerd?In het kort komt het hier op neer: breng bloemenstroken aan tussen de fruitbomen met als doel het aantrekken van betreffende insec-ten. Een bloemenmengsel dat in bloei staat op het moment dat er geen fruitbomen bloeien heeft onze voorkeur, zodat de bijen volledig op de fruitbomen kunnen vliegen en de bloesem daarvan bestuiven. Zo’n bloemmengsel kan bestaan uit: boekweit 46%, venkel 16%, groot akkerscherm 8%, gipskruid 8%, ko-renbloem 8%, gele ganzenbloem 6%, kleine zonnebloem 5% en 3% klaproos.Een bloemenmengsel zorgt ook voor het aantrekken en overleven van de zo noodzakelijke nuttige insecten. De zogenaamde (biologi-sche) bestrijders van de schadelijke insecten in de boomgaard.Over het algemeen is een bloemen-strook niet aan te bevelen als over-winteringsplaats voor betreffende insecten. Na de bloei blijven de uitgebloeide planten een tijd liggen en worden vaak na het uitzaaien verwijderd. Beter is het om voor de insecten andere overwinteringsmo-gelijkheden aan te bieden, zodat zij op het juiste moment, wanneer de fruitbomen in bloei staan, door de boomgaard vliegen en de bestui-vingstaak op zich kunnen nemen. Per bovengenoemde insectensoort worden de mogelijkheden even kort besproken.

    HoningbijenDe honingbij is ons voornaamste bestuivende insect. Volgens onder-zoekingen bestuift de honingbij appels voor bijna 70%, peren voor 50%, kersen voor 50% en pruimen voor 40%. Door intensief onder-zoek is men erachter gekomen dat de windbestuiving in vele gevallen een even groot effect kan hebben als de honingbij.De bijzondere betekenis van de ho-ningbij ligt niet alleen in de omvang van de bestuiving, maar ook in de kwaliteit. Ze schuilt vooral in haar bloemvastheid, dat wil zeggen de gewoonte van de bij om zich bij het verzamelen van stuifmeel tot een bepaalde plantensoort te beperken. Honingbijen worden gehouden door de bijenhouder of imker. Hij of zij zorgt ervoor dat de bijenvolken goed kunnen overwinteren. Helaas leven er in Nederland geen wilde bijenvolken meer.In onze boomgaard staan het gehele jaar door 4 tot 5 bijenvolken en dit komt de kwaliteit van het fruit tot zijn recht. Je kunt duidelijk merken dat het fruit van veel betere kwali-teit is dan het fruit uit de schappen van supermarkten. Het fruit is niet

    alleen veel vleziger, maar is ook lang niet zo waterig. De honingbij zorgt niet alleen voor een goede bestui-ving, maar zorgt ook voor een mooie honingopbrengst. Daarbij dient op-gemerkt te worden dat fruithoning van een uitstekende kwaliteit is. HommelsHommels vliegen per hectare in veel kleinere aantallen dan honing-bijen. Een hommelkolonie bestaat uit enkele honderden hommels. Toch hebben hommels een meer-waarde doordat ze al vliegen bij een temperatuur van 8 °C. Ook vliegen hommels onder slechtere weersom-standigheden. Daarnaast bezoeken hommels twee keer zoveel bloemen per minuut als honingbijen en zijn hun werkdagen twee keer zo lang, rond de 8 uur. Daarbij is hun actie-radius wel beperkt tot 500 meter rondom de nestkast, terwijl de ho-ningbij wel zesmaal verder vliegt. Hommelkolonies leven zes tot tien weken. Als de koningin sterft, ster-ven binnen enkele weken alle vol-wassen hommels. In de tussentijd hebben ze wel voor jonge konin-ginnen gezorgd die onder gunstige omstandigheden zelf een nest in de

    Honingbij op appel. Honingbij op kers. Honingbij op pruim.

    Opbrengst en kwaliteit van het fruit en groenten na bestuiving door de honingbij.

    Bron: Dr. Jens Radtke, Hohen Neuendorf.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 23

    grond graven of een geschikte nest-plaats opzoeken. Vier hommelnes-ten per hectare schijnt al voldoende effect te scoren voor de bestuiving van de fruitbomen. Om hommels in uw boomgaard te krijgen kunt u ook nestgelegenhe-den maken door een Terracotta pot omgekeerd in te graven. Een dun-ne (PVC) buis of tuinslang met een diameter van 20 –25 mm geeft een kunstmatige ingang vanaf maaiveld naar de ingegraven omgekeerde pot. Voorzie de pot van mos als nestel-materiaal.Hommels zijn verwanten van de bij, maar hommels zijn veel groter, ster-ker en behaarder dan bijen.

    ZweefvliegenVrijwel alle volwassen zweefvliegen, ook wel vliegbijen omdat ze bruin zijn met gele dwarsstrepen, voeden zich met nectar en stuifmeel. Voor de nectar hebben ze een lange tong beschikbaar. Ze zijn dus veel op bloemen te vinden en dragen zo een belangrijk steentje bij aan de bestui-ving ervan.Sommige zweefvliegen laten hun larven opgroeien in wespennesten. Zij leven daar van de restjes van dierlijk voedsel en dode wespenlar-ven onderin het wespennest. Het verdient dus aanbeveling om wes-pennesten te laten hangen mits zij geen overlast veroorzaken. Een andere soort zweefvlieg is de blinde bij. Deze is niet blind maar lijkt op een bij. De larve van deze zweefvlieg ontwikkelt zich in het water en vindt zijn ideale leefomge-ving in een vervuilde en zuurstoflo-ze omgeving. De ongeveer 2 centi-meter lange larve leeft op de bodem van ondiepe en stilstaande, ver-vuilde wateren en haalt adem door een telescopisch uitschui�are buis, waaraan de naam rattenstaartlarve

    te danken is. De vrouwtjes overwin-teren in holle bomen en ook wel in huizen.

    Solitaire of wilde (metsel)bijenWaar honingbijen en hommels een sociale levenswijze hebben, doet de solitaire bij alles alleen. Zij maakt alleen het nest, zoekt alleen naar voedsel en legt zelf de eitjes. Solitai-re bijen leven meestal maar een paar weken. De nakomelingen overwin-teren soms als larve, soms als pop en soms als imago. Wilde bijen zijn mogelijk belangrij-ker voor de bestuiving van fruitbo-men dan de honingbij wanneer er geen bijenvolken in de boomgaar-den geplaatst zijn of de bijenvolken minder goed zijn. Dan moeten we het voor de bestuiving meer hebben van solitaire (metsel) bijen, hom-mels en zweefvliegen. Niet alleen komen ze meer voor dan honingbij-en, ze zijn ook maar liefst 120 maal eÀciënter voor de bestuiving dan honingbijen. Dit komt doordat ze langere dagen maken, bij lagere tem-peraturen vliegen en minder neste-lactiviteiten hebben. De honingbij vliegt hooguit vier uur per dag vanaf 12°C, de solitaire bijen vliegen acht uur per dag vanaf temperaturen van 8°C, tot 10°C. Daarbij is hun actie-radius beperkt tot 500 meter, ter-wijl de honingbij wel 6 maal verder vliegt. De honingbij blijft niet in de buurt van een kleinere boomgaard, de wilde bij wel. Diezelfde voorde-len bieden ook hommels. Uit on-derzoek van landbouwuniversiteit Wageningen in 2016 blijkt dat de wilde bijen meer dan de helft van de totale bestuiving van appelbloesems voor hun rekening namen.Vooral de metselbijen Osmia bicor-nis (rosse metselbij), en Osmia cor-nuta (gehoornde metselbij) zijn erg nuttig voor de bestuiving. De ge-hoornde metselbij verschijnt in het voorjaar (half maart tot eind april) als eerste. De rosse metselbij komt iets later (eind april tot begin juni). De vrouwtjes zijn effectieve bestui-vers: ze landen direct op de meel-draden van de bloem en nemen het stuifmeel droog mee via de buikha-ren, en geven het daardoor weer ge-makkelijk af. Metselbijen staan be-kend om hun vredelievende gedrag

    en vormen dus geen enkel probleem voor de mens. Vrouwtjes van de metselbij bouwen hun nesten in langwerpige holle ruimten, zoals open voegen, gaten in kozijnen, onder dakpannen, verla-ten keverholletjes en boomstronken. De eitjes komen na enkele dagen uit en na enkele verpoppingen voor de winter komen de nieuwe metselbij-en uit. Deze metselbijen blijven ech-ter in hun nest tot na de winter. Het vrouwtje legt in de eerste broedcel-len vaak eitjes die als dochter uitko-men, de laatste eitjes zijn mannetjes. Deze mannetjes maken dan eerst de weg vrij voor de vrouwtjes.

    Hoe krijgen en houden wij wilde bijen in de boomgaard? Vooral door het creëren van goe-de nestelmogelijkheden en niet door een zorgvuldig opgeruimde en geschoffelde tuin. De metselbij is eenvoudig te lokken door aan de rand van de boomgaard een oude boomstronk, bij voorkeur naar het zuidoosten gericht, te plaatsen met geboorde gaten van 0,5 tot 0,8 cm. Je kunt ook houtblokken met geboor-de gaatjes in de boomgaard plaatsen of bundels bamboestokken in de fruitbomen hangen of houten raten en takkenbossen langs de boom-gaard leggen. Al deze mogelijkheden verzamelt tot in één behuizing noe-men wij ook wel een bijenhotel.Denk er wel om dat de metselbijen er pas in komen als de gaten groot genoeg zijn. Een nadeel is dat het uitkomen van de jonge bijen niet is te regelen. Behalve nestmaterialen is het ook belangrijk om een bloemenweide geschikt te maken voor vroegbloei-ende mengsels speciaal voor de wil-de bijen. Door deze maatregelen zal de populatie ieder jaar toenemen.

    Vliegbij op bloem kers.

    Metselbij op kers.

  • | POMOSPOST ZOMER 201824

    Bijenhotel voor wilde bijenWil je een bijenhotel maken, dan moet je wel weten waarom bijenho-tels belangrijk zijn. Bijen die boven de grond nestelen, maken meestal gebruik van holle plantenstengels in ruige overhoe-ken, oude verweerde muren, oude schuren en gebouwen, houten ver-weerde palen en alles wat gemaakt is van dood hout. In dat dode hout zijn vaak kleine kevergaten te vin-den die gebruikt kunnen worden als nestelmogelijkheid door de wilde bij.Maar, zoals je vaker ziet tegenwoor-dig, worden deze mogelijkheden voor de wilde bij steeds minder. Daarom worden de bijenhotels steeds belangrijker. Deze hotels kunnen bovenstaand verlies com-penseren door het plaatsen van liefst meerdere bijenhotels in bij-voorbeeld een boomgaard. Deze kunnen dan aanzienlijk bijdragen in de verbetering van de wilde bij-enstand.Heel belangrijk is dat in de omge-ving van een bijenhotel de juiste drachtplanten aangeplant worden die zorgen voor stuifmeel en nec-tar. Liefst met een bloei van deze drachtplanten na de bloei van de fruitbomen rond eind april tot me-dio september.

    Metselbijen zijn weinig kieskeurig in de herkomst van het stuifmeel dat ze aandragen. Veel soorten bomen en struiken worden graag bezocht, zoals esdoorns, wilgen, meidoorn en fruitbomen. Maar ook kruidachtige planten komen in aanmerking. Op dovenetels, ze-

    negroen, klaversoorten en vooral boterbloemen zijn metselbijen aan te treffen. Ze zijn behoorlijk bloem-trouw en blijven, zo lang er wat te halen valt, vliegen op één bepaalde soort plant. In de ochtend ontbijten ze eerst, maar ook tussendoor over-dag gaan ze op bezoek bij planten waar ze vaak alleen de nectar uit halen, zoals rododendrons, blauwe druiÂes, hondsdraf, mahonie, paar-denbloem, berberis, judaspenning en andere kruisbloemen, sierappels, sierkersen en smeerwortel. Bij deze laatste plant maken ze graag gebruik van de inbreekgaatjes die hommels opzij in de buisbloemen bijten. Andere planten soorten die wil-de bijen graag bezoeken zijn: la-vendel, kerspruim, rozemarijn, wilgesoorten, hedera, akkerdistel, boerenwormkruid, gewone beren-klauw, hondsdraf, luzerne, wilde marjolein, wilde klaver, zevenblad, kattenstaart, slangenkruid, campa-nula, struikheide, bosbes, kamille, herik, korenbloem, paarse dovene-tel, phacelia, borage, diverse distel soorten, rode klaver, slangenkruid, wouw, zandblauwtje, witte reseda.

    Bouw je eigen bijenhotel, insectenhotel of nestkastje voor bijenEen bijenhotel kan bestaan uit rietstengels, bosjes bamboestokjes, kartonnen buisjes en houtblokken met geboorde gaten van verschil-lende doorsnede. Zorg ervoor dat al het materiaal varieert in grootte en lengte. Als hout kan het beste dood en droog beuken-, eiken- of essenhout toegepast worden van 1 tot 2 jaar oud. Daar kun je dan het

    beste boomschijven van maken die een dikte hebben van 30 tot 50 cm. Zijn ze dunner, dan kan er scheur-vorming optreden.Denk erom dat geboorde gaten glad moeten zijn, geen rafels mogen be-vatten. De geboorde nestgangen dienen 5 tot 15 cm diep te zijn met verschillende diameters van 3 tot 10 mm. Tegen een bijenhotel kun je ook een zandbed of een leemwand maken, omdat het overgrote deel van de wilde bijen in de grond nestelt. Denk er bij het plaatsen van een bijenhotel aan dat de ingang van de nesten een groot gedeelte van de dag in de zon dient te staan. De

    Voorbeelden van bundels bamboestokken en nestblokken.

    Het boek van Pieter van Breugel: Gasten van bijenhotels.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 25

    richting zuidoost - zuidwest komt hier het best tot zijn recht.

    Heel belangrijk is dat een bijenhotel goed wordt onderhouden. Daartoe vernieuw je om de 3 tot 6 jaar de geplaatste onderdelen van het bij-enhotel. De oude onderdelen kun je het best in de buurt van het ho-tel leggen met een kapje erboven als bescherming tegen weersinvloeden.Controleer ook periodiek op be-schadigingen van de geplaatste on-derdelen in het hotel. Vooral (kool)mezen en spechten kunnen schade veroorzaken. Dit is simpel te voor-komen door de delen te beschermen met gaas.

    In het kort komt het erop neer: ge-woon alles wat bruikbaar is, verza-melen en richting de zonkant op-bouwen. De bouwbeschrijving van het bijenhotel werd gemaakt door leden van de bijenvereniging De Heidebloem uit Haaksbergen, zie ook de foto’s. De kennis over gebruiksmaterialen werd gehaald uit het boek van Pieter van Breugel Gasten van bijenhotels. Dit boekwerk beschrijft in detail hoe je een bijenhotel kunt maken en aan welke eisen het moet voldoen. Ook beschrijft het uitvoerig welke 'gasten' erin komen logeren. Diverse soorten bijen en graafwespen bou-wen er hun nestjes in en daar ko-

    men weer verschillende roofdieren en parasieten op af. Dit levert vele uren kijkplezier op en dat in de ei-gen boomgaard! Nestblokken, bijenhotels en mate-rialen kun je ook aanschaffen, maar dit is vaak duurder dan zel�ouw. Elk tuinbouwcentrum biedt ze aan, maar dan vaak in kleinere uitvoerin-gen.Op internet is hierover ook veel te vinden. Enkele sites, met adressen zijn:www.debijen.nl, www.fruitteelt-shop.nl en www.moorstuinen.nl/nl/solitaire-bijen/verkoop

    Tekst en foto’s: Erwin Lankheet

    Bronnen:Pieter van Breugel, Gasten van bijenhotels 2e druk 2017. Hoofd-stuk-6.15 ‘Grootschalige nesthulp’. Dit is ook te vinden op internet: http://www.bestuivers.nl/publica-ties/gasten-van-bijenhotels en in pdf-formaat te downloaden.www.bijenhotels.nl www.fruitpluktuin.nlwww.imkervereniginghaaksbergen.nl

    Moshommel, foto Tim Faasen.

    Bijenhotel gemaakt door leden van de bijenvereniging De Heidebloem uit Haaksbergen in 2016.

  • | POMOSPOST ZOMER 201826

    Geschiedenis van de fruitteelt

    Een productief schrijver van tuinbouwboeken in de 19e eeuw

    Dominee UilkensDominee Th. F. Uilkens was in de 19e eeuw uiterst productief als schrijver over tuinbouw. Voor ons is het Handboek voor de Ooftboomteelt dat in 1850 werd uit-gegeven het interessantst, maar hij heeft ook in andere boeken artikelen over fruitteelt geschreven. Tot een paar jaar geleden waren zijn geschriften alleen in een universiteitsbibliotheek te vinden. Tegenwoordig zijn ze voor iedereen via Google Books te raadplegen en te downloaden. In dit artikel meer informatie over Uilkens en zijn werk.

    Uilkens in zijn tijdTheodorus Frederikus Uilkens werd in 1812 geboren als jongste zoon van de destijds beroemde dominee en hoogleraar landhuiskunde aan de Universiteit van Groningen Jaco-bus Albertus Uilkens. Hij studeer-de theologie in Groningen. In 1836 deed hij zijn intrede als predikant in de samengevoegde kerkelijke gemeente van de Noord-Groning-se dorpjes Wehe en Zuurdijk. Hij bleef zijn gemeente meer dan vijf-tig jaar trouw tot aan zijn emeritaat in 1890, toen hij vanwege zijn hoge ouderdom afscheid moest nemen. Hij overleed een jaar later in zijn geboortedorp Eenrum, maar werd in zijn standplaats Wehe begraven.Uilkens kwam uit een bemiddel-de familie. In de regel woonden in vroeger eeuwen de plattelandsdo-minees in een pastorie annex boer-derij (een weem) en waren ze ook landbouwers die hun traktement moesten aanvullen met inkomsten uit het kerkeland dat zij ter beschik-king hadden. Ze waren vaak boer met de boeren. Uilkens had echter de extra inkomsten uit de landbouw niet nodig. Op het stuk grond ach-ter de pastorie dat hij ter beschik-king had, legde hij een proeftuin aan die hij liet onderhouden door een tuinknecht. Dat hij bemiddeld was blijkt ook uit het feit dat hij in 1838 voor 2/12 meebetaalde aan het nieuwe orgel van de kerk te Wehe.Uilkens moest als dominee twee standplaatsen bedienen, Wehe en Zuurdijk. In Wehe bewoonde hij met

    zijn gezin de oude pastorie naast de kerk, maar om de 14 dagen moest hij preken in het dorp Zuurdijk, zes ki-lometer verderop dat tot 1862 alleen te bereiken was via een onverharde landweg (een kleiweg). Hij ging er daarom te paard heen. In Zuurdijk was geen pastorie, alleen een koste-rij annex herberg met paardenstal. De koster was er tevens kastelein. Uilkens paard werd in de stal gezet en na kerktijd ging Uilkens samen met de kerkgangers koÀe drinken in de oÀciële gelagkamer in de kos-terij, waarna een glaasje “erger dan de cholera” gebruikt werd. Gezellig zal het daar zijn toegegaan, vooral wanneer een dominee als Uilkens de mensen vermaakte met geestige verhalen en anekdotes.Tijdens zijn domineeschap werd in 1850 de vervallen kerk van Wehe in de geest van die tijd hersteld door de gevels te bepleisteren. Na zijn over-lijden is er naast de ingang een ge-denkzerk ingemetseld waarop staat:

    Th. F. UilkensWeduwnaar van vrouwe

    Lavina Doorenbosvanaf 1836 tot 1890 Predikant van

    Wehe en Zuurdijk

    Uilkens en zijn tijdIn de eerste helft van de 19e eeuw maakten maatschappelijk bewo-gen burgers zoals artsen, veeartsen, dominees, hoogleraren, politici en schrijvers zich grote zorgen over het gebrek aan ontwikkeling en scho-ling van mensen uit de lagere mili-

    eus. Zij richtten daartoe welzijnsor-ganisaties op, waarvan de nog altijd bestaande Maatschappij tot Nut van het Algemeen de bekendste is.Op het platteland van de provincie Groningen bestonden de kerkenra-den aan het begin van de 19e eeuw

    Portret van dominee Uilkens uit een oude krant.

    Kerk in Wehe voor de bepleistering, tekening door Uilkens.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 27

    voor een groot deel uit leden van de welvarende boerenstand, de in sociaal opzicht belangrijkste be-volkingsgroep. Gaandeweg vonden verlichting en vernieuwingsgeest ook in die kringen steeds bredere ingang. Dit kon voor een groot deel op het conto geschreven worden van het Nut waarin sommige domi-nees een belangrijke rol speelden. Binnen de hervormde kerk kwamen zij in verlicht vaarwater.Een prominent vertegenwoordiger van deze groep was Uilkens vader, Jacobus Albertus. Hij was in 1800 als verlicht predikant te Eenrum een van de oprichters van het eer-ste Nutsdepartement in Groningen: het Nutsdepartement De Marne. Zijn standpunt was dat ook een geschoolde predikant een bijdrage kon leveren aan de verbetering van de beschaving. Uilkens had zich zo zeer verdiept in de problematiek van de landbouw, dat hij in 1814 aan de universiteit van Groningen be-noemd werd tot eerste hoogleraar in de landhuishoudkunde in Neder-land. Hij kreeg het ook voor elkaar dat studenten theologie verplicht waren colleges in land- en tuinbouw te volgen. Jacobus Albertus Uilkens werd wel de grondlegger van de landbouwwetenschap in Nederland genoemd.De sociaal bewogen leden in het Nut wilden de kennis en deugd van de gewone man op een hoger plan brengen door de uitgave van goed-kope boeken met een opvoedende waarde die in eenvoudige en duide-lijke stijl geschreven waren. Zowel vader Jacobus als zoon Theodorus Albertus legden zich toe op het

    schrijven van praktische en goedko-pe boeken op het gebied van land- en tuinbouw.

    Uilkens activiteitenNet als zijn vader was Uilkens een volksopvoeder, maar meer dan zijn vader, die zich op de verbetering van de Groningse landbouw richt-te, trok hem de tuinbouw. Uilkens ontwikkelde zich tot een zeer pro-ductieve schrijver van praktische en goedkope boeken, niet alleen op het gebied van de tuinbouw, maar ook op die van de sierteelt. Hij schreef ook over het kweken van rozen en over de aanleg van siertuinen en parken. Daarnaast publiceerde hij een religieuze studie over de apos-tel Paulus en bundelde hij een reeks vermakelijke en droevige vertellin-

    gen met moralistische inslag in zijn Verhalen uit het dagelijksche leven, alle op waarheid gegrond…In 1854 richtte hij de Maatschappij voor Land- en Tuinbouw ‘De Marne’ in zijn woonplaats Wehe op, die al snel driehonderd leden telde, vooral landbouwers. In 1862 bedroeg het aantal leden al 662.Hij was in 1843 de medeoprichter van Sociëteit De Uitspanning, waar-van hij steeds voorzitter is geweest en die hem na zijn vertrek uit Wehe (1890) tot erevoorzitter benoemde.Uilkens was niet alleen theoretisch bezig. Hij legde in 1855 een zelf ont-worpen proeftuin aan in een ‘lobbi-ge’ landschapsstijl (zie het volgende hoofdstuk).Op de bovenzaal van Hotel De Mar-ne werd op zijn initiatief een muse-

    De kerk in Wehe met de pastorie, die gesloopt is in 1922. Kerk in Wehe in de huidige toestand.

    Hotel de Marne in Wehe waar Uilkens vergaderde.

  • | POMOSPOST ZOMER 201828

    um voor land- en volkenkunde in-gericht, dat jaarlijks vele bezoekers trok, vooral door de grote verza-meling voorwerpen uit Oost-Indië, China en Japan. Het museum was geen lang leven beschoren, want in 1868 werd de inhoud ervan open-baar verkocht.

    Uilkens correspondeerde intensief met tuinbouwkundigen in België, Frankrijk en Duitsland en nam deel aan allerlei landelijke congressen op tuinbouwgebied. In een circulaire uit 1858 over de proeftuin wordt ver-meld dat er met tachtig organisaties in binnen- en buitenland gecorres-pondeerd werd, een corresponden-tie waar Uilkens ongetwijfeld sterk bij betrokken was. Tekenend is dat het tuinbouwkundig genootschap te Meaux in Frankrijk hem benoem-de tot correspondent.Uilkens kon aardig tekenen. Hij was een verdienstelijk landschapsteke-naar. Zijn tekeningen van Wehe en omstreken waren zeer natuurge-trouw, zoals later uit foto’s bleek.Hij maakte soms de illustraties bij zijn boeken en tekende zelf ontwer-pen van tuinen, onder andere van zijn pastorietuin en van de proef-tuin achter zijn pastorie. Op een tekening van de kerk in Wehe, waar hij naast woonde in de pastorie, gaf hij het kerkhof weer als een gazon met bloemperken. Zijn voorstel om de grafzerken te verwijderen en van het kerkhof een bloementuin te ma-ken, ging de gemeente echter te ver. In de jaargangen van de Groningse Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak zijn enkele van zijn tekeningen opgenomen die Gronin-gers in de door hem veronderstelde kledij anno 1210 verbeelden.

    De vraag is of bij al Uilkens activi-teiten de gelovigen van Wehe en Zuurdijk kerkelijk wel voldoende aan hun trekken kwamen. Vooral in orthodox-christelijke kringen, waar men uitging van de aangeboren zondigheid van de mens en waar al-leen de goddelijke genade uitkomst kon geven, zullen de maatschappe-lijke activiteiten van verlichte domi-nees als Uilkens en zijn vader de no-dige weerstand opgeroepen hebben. Bekend is dat hij het als voorzitter in de genoemde sociëteit nooit had

    over godsdienst of politiek. Zijn pu-blicaties op het gebied van de tuin-bouw kwamen hem vanuit kerkelij-ke kringen op flinke kritiek te staan. In de Boekzaal der geleerde wereld, een opinieblad van de Hervormde kerk, staat over Uilkens medewer-king aan de Tuinalmanak in 1848:

    “Wij kunnen onze bevreemding niet ontveinzen dat een leraar der Hervormde kerk over zoveel tijd te beschikken heeft dat hij niet alleen kleine geschriften, maar lijvige boek-delen ter perse doet gaan. Doch wat wij vooral in de arbeid van dominee Uilkens betreuren is dat wij er niets in vinden dat opleidt tot de Schep-per en Heer der Natuur…”

    Zijn opvolger als voorzitter van de sociëteit, Reint Faber, merkte eens op dat dit een van de redenen was waarom de sociëteit onder Uilkens zo lang kon bestaan.Binnen zijn regio, Noord-West Gro-ningen, vond tijdens zijn leven de grote scheuring in de Hervormde kerk plaats, de Afscheiding van 1834, begonnen door dominee Hendrik de Cock uit Ulrum. Uilkens had ze-ker te maken met de gevolgen van deze kerkscheuring en koos partij voor de bestaande kerk. Er is een door hem ondertekend verzoek-schrift bewaard gebleven waarin de schoolmeester en voorzanger te Zuurdijk zich beklaagt bij het Pro-vinciaal College van Toezicht op de Zaken der Hervormden in de provincie Groningen over de te-

    gen hem gerichte maatregelen en schorsing door ds. Th. F. Uilkens en de kerkenraad van Zuurdijk. De schoolmeester was de Afscheiding toegedaan en had de gewoonte om op de zondagen dat er geen dienst in Zuurdijk was naar de dienst van de “afgescheidenen” te gaan. Dit kwam hem op schorsing te staan.

    Uilkens proeftuinAchter zijn pastorie in Wehe legde hij in 1854 voor de Maatschappij De Marne een grote proeftuin aan van een halve bunder (halve hec-

    Plattegrond van de proeftuin achter de pastorie

    Tekening door Uilens van een bruggetje in een landschapstuin.

  • POMOSPOST ZOMER 2018 29

    tare) voorzien van “broeijerijen in kassen”, waarin hij zijn kennis in praktijk bracht. De Deventer hoog-leraar L. Mulder bracht in 1855 een bezoek aan de tuin en doet daarvan verslag in het tijdschrift De Boe-ren-Goudmijn. De plattegrond van de tuin opgenomen (zie a�eelding). Uit deze plattegrond blijkt dat er vooral land- en tuinbouwgewassen aangeplant waren. Er stonden krui-den en bessenstruiken en alleen in de noordoosthoek stond een aan-tal fruitbomen. Opvallend was een hoek met kalebassen. Mulder meldt dat er een tuinman was aangesteld en dat bezoekers door de pastorie-tuin over een bruggetje moesten gaan om de proeftuin te kunnen bezoeken.Tineke Scholtens karakteriseert in haar boek ‘Het boerenerf in Gronin-gen’ de plattegrond van de proeftuin in Wehe als volgt: ‘De plattegrond vertoont niet het normale patroon van rechthoekige bedden en paad-jes ertussen maar hij is duidelijk geïnspireerd door de Engelse land-schapsstijl die toen in Groningen volop in de mode was.’Een krantenbericht uit 1929 ver-meldt het volgende:

    “Ds. Uilkens had een grote pasto-rietuin met zomerhuisjes, vijvers en brugjes. Het achterste gedeelte van de tuin, later de begraafplaats, was een soort proeftuin waar allerlei ge-wassen in werden gekweekt. In die dagen - zo verzekerde de vriendelijke oude heer Wierenga ons – kwamen des zomers rijtuigen vol mensen om niet alleen het museum maar ook om den prachttuin van ds. Uilkens te bezichtigen.”

    In een krantenbericht uit 1855 staat dat er in het gebouw van de Maat-schappij van Land- en Tuinbouw te Wehe een tentoonstelling werd gehouden van producten van onder andere deze maatschappij en dat er tegen vaste en billijke prijzen op de proef bevonden zaden geleverd kon-den worden, in staat gesteld door de aangekweekte in de fraaie en doel-matig aangelegde proeftuin van Uilkens. Op een van de tentoonstel-lingen presenteerde hij 20 soorten kalebassen; de kalebassenteelt was blijkbaar een lie´ebberij van hem.

    De maatschappij met haar proef-tuin was een bezienswaardigheid. Het was voor Edmondo de Amicis aanleiding om in zijn reisverslag Olanda van 1874 mee te delen dat in Groningen zelfs in de kleinste dor-pen musea van natuurlijke geschie-denis en botanische tuinen waren, gesticht en op eigen kosten onder-houden door een paar honderd dor-pelingen.

    Uilkens betekenis voor de tuinbouwIn de 19e eeuw ontstonden in de buurt van de groeiende steden steeds meer tuinderijen waar groen-te en fruit voor de regionale markt werden geteeld. Boerenknechten en dagloners pachtten een stukje grond en kweekten er groente en fruit. Ook welvarende burgers met een tuin teelden hun eigen groente en fruit. Er werden nieuwe werkwij-zen, producten en groente- en fruit-rassen geïntroduceerd, maar aan de mondeling overgeleverde kennis had men stee