Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs....

5
15 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat onze laatstejaars de finish halen is een dag van vreugde om de bekroning van jarenlange inspanningen. Een dag waar de promovendi, en ongetwijfeld ook hun ouders, lang hebben naar uitgekeken. Maar ook een dag waarop de professoren, elk jaar opnieuw, met trots kijken naar de jonge ingenieurs die ze deels toch mee gevormd hebben. Elk jaar opnieuw wordt van deze promotieviering een feest gemaakt, met wisselende, maar ook met vaste ingrediënten. Behalve de receptie die elk jaar door de faculteit wordt aangeboden, staan de toespraken van de decaan en van de studenten op het programma. En natuurlijk het afroepen van de geslaagden, per diplomarichting en graad gerangschikt. We vatten de viering hieronder graag voor u samen. Woord van de decaan, prof. Pol Coppin Er is de laatste vijf jaar veel gebeurd in het leven van deze jonge mensen. Ze hebben beslissingen genomen die, meer dan bij vroeger gemaakte keuzes, bepalend zijn voor hun individuele identiteit. Ik denk dan op de eerste plaats aan de studierichting waar ze voor geopteerd hebben. En zijdelings merk ik daarbij op dat niet alleen zij veranderd zijn, maar ook die studierichtingen. Ze begonnen hun studies aan de faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen en nu verlaten ze de faculteit Bio-ingenieurs- wetenschappen. Deze naamsverandering is geen toeval, maar een teken dat onze faculteit zich meer dan vroeger identificeert met de ‘bio-ingenieur’ en met de plaats en het profiel van de bio-ingenieur in onze maatschappij. Moge dit voorbeeld exemplarisch zijn voor hun loopbaan, en dit niet alleen op professioneel gebied. Bij de belangrijke beslissingen in het leven gaat het telkens zo: meestal weet men wel waar men aan begint, maar bijna nooit waar men uitkomt. Het gaat immers meer om geloof, om het durven nemen van risico’s. Hier in Leuven zijn ze het fundament komen leggen voor heel wat verdere belangrijke keuzes. Wij beseffen dat ze een groot vertrouwen in ons hebben gesteld. Als professoren van de faculteit hebben wij getracht om deze verwachtingen gewetensvol te beantwoorden. Deze jonge promovendi vertegenwoordigen immers een schat aan menselijke mogelijkheden. En wij realiseren ons heel goed dat ze bij ons stevige bouwstenen zijn komen zoeken voor hun rol in de maatschappij van de toekomst. Wij weten ook dat die maatschappij, via de kennisoverdracht, voor een deel in hun handen wordt gelegd. Wij werken hier aan onze faculteit, niet alleen in letterlijke zin maar ook figuurlijk, met het genetische materiaal voor de toekomst. Met wat ze hier meegekregen hebben, daarmee kunnen ze de wereld manipuleren. Maar zoals ze weten, de manipulatie van genetisch materiaal moet gewetensvol en voorzichtig gebeuren. Deze voorzichtigheid met hun potentieel en het respect ervoor kan je bijvoorbeeld herkennen in de eigenheid van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Zij wil aan haar studenten een zo breed mogelijke vorming aanbieden, die erop gericht is om de eigen aanleg en de eigen voorkeur van de student maximaal tot ontplooiing te laten komen, zonder hem of haar op te sluiten in een al te eng specialisme. Dat zou eerder een handicap betekenen op de arbeidsmarkt dan een voordeel. Wij blijven ervan overtuigd dat het major/minor-systeem hen beter wapent voor de eisen aan dewelke ze daar zullen onderworpen worden. Daarom hebben wij ook een serieuze inspanning gedaan om bij de recente onderwijshervorming de kwaliteiten van dit systeem te bewaren, en ze zelfs een beetje uit te breiden van de master-opleiding naar de bachelor-opleiding toe. Want de eisen die gesteld worden aan bio-ingenieurs zijn zwaar en talrijk. En wat voor sommigen misschien heel vervelend mag lijken, deze eisen situeren zich vaak op een ander terrein dan wat door het diploma omschreven wordt. Tot nu toe was het voldoende boven een bepaalde score uit te komen. Maar straks wordt men beoordeeld op de manier waarop je jezelf kunt verkopen als manager, als trainer, als organisator, als spreker (liefst in vier talen), als verkoper enz. Het volstaat dan niet meer om 10 op 20 te halen, je moet gewoon de betere zijn. Gelukkig heeft Leuven meer geboden dan alleen maar wetenschap. Wanneer ik - om maar enkele voorbeelden te noemen - kijk naar de werking van de LBK, naar de prestaties die daar geleverd worden op cultureel en sportief gebied, naar de samenwerking rond de viering van de 125 e verjaardag van de faculteit, naar de samenwerking in de POC en in de Faculteitsraad, of wanneer ik kijk naar het leuke muzikale sextet dat hier vandaag van de partij is, dan weet ik dat de kersverse ingenieurs de mogelijkheden die Leuven biedt, te baat hebben genomen. Het is inderdaad goed leven in Leuven, dat met al die mogelijkheden tot experimenteren iets van een paradijs heeft. Om in dezelfde analogie te blijven, deze jongeren hebben volmondig van de appel gegeten, de appel van de boom der kennis niet te misverstaan. Nu wordt het tijd om het paradijs te verlaten en daarbuiten die kennis te gaan toepassen. Deze kennis, en de vaardigheden die verworven werden op wetenschappelijk, cultureel en relationeel gebied, vormen het instrumentarium dat ieder van jullie ter beschikking heeft bij het volgen van zijn of haar eigen weg. En zoals bij elk goed instrumentarium, zijn er ook hier in- en uitgangen voorzien, waaraan de afgestudeerden links en rechts de randapparatuur zullen koppelen die ze zelf nodig achten. Af en toe zal het immers aangewezen zijn de basis- uitrusting te ‘upgraden’, en dan is het zinvol dat het contact met de Leuvense basis blijft bestaan, zodat men een beroep kan doen op de verschillende vormen van postgraduate ken- nisoverdracht die hier worden aangeboden. Het is immers belangrijk dat het instrumentarium dat hier verworven werd, en waarvoor vandaag het diploma wordt toegekend, een leven lang efficiënt en operationeel blijft ten dienste van onze maatschappij en van de eigen betrachtingen. Interessant om weten hierbij is dat, volgens een bij alle sinds 1994 afgestudeerde bio-ingenieurs gevoerde enquête (daterend van het voorjaar), ongeveer 1/3 van de gediplo- meerden verder studeerde of studeert binnen een doctoraats-

Transcript of Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs....

Page 1: Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat

15

Promotie 2005

7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat onze laatstejaars de finish halen is een dag van vreugde om de bekroning van jarenlange inspanningen. Een dag waar de promovendi, en ongetwijfeld ook hun ouders, lang hebben naar uitgekeken. Maar ook een dag waarop de professoren, elk jaar opnieuw, met trots kijken naar de jonge ingenieurs die ze deels toch mee gevormd hebben.

Elk jaar opnieuw wordt van deze promotieviering een feest gemaakt, met wisselende, maar ook met vaste ingrediënten. Behalve de receptie die elk jaar door de faculteit wordt aangeboden, staan de toespraken van de decaan en van de studenten op het programma. En natuurlijk het afroepen van de geslaagden, per diplomarichting en graad gerangschikt. We vatten de viering hieronder graag voor u samen.

Woord van de decaan, prof. Pol Coppin Er is de laatste vijf jaar veel gebeurd in het leven van deze jonge mensen. Ze hebben beslissingen genomen die, meer dan bij vroeger gemaakte keuzes, bepalend zijn voor hun individuele identiteit. Ik denk dan op de eerste plaats aan de studierichting waar ze voor geopteerd hebben. En zijdelings merk ik daarbij op dat niet alleen zij veranderd zijn, maar ook die studierichtingen. Ze begonnen hun studies aan de faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen en nu verlaten ze de faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen. Deze naamsverandering is geen toeval, maar een teken dat onze faculteit zich meer dan vroeger identificeert met de ‘bio-ingenieur’ en met de plaats en het profiel van de bio-ingenieur in onze maatschappij. Moge dit voorbeeld exemplarisch zijn voor hun loopbaan, en dit niet alleen op professioneel gebied. Bij de belangrijke beslissingen in het leven gaat het telkens zo: meestal weet men wel waar men aan begint, maar bijna nooit waar men uitkomt. Het gaat immers meer om geloof, om het durven nemen van risico’s.

Hier in Leuven zijn ze het fundament komen leggen voor heel wat verdere belangrijke keuzes. Wij beseffen dat ze een groot vertrouwen in ons hebben gesteld. Als professoren van de faculteit hebben wij getracht om deze verwachtingen gewetensvol te beantwoorden. Deze jonge promovendi vertegenwoordigen immers een schat aan menselijke mogelijkheden. En wij realiseren ons heel goed dat ze bij ons stevige bouwstenen zijn komen zoeken voor hun rol in de maatschappij van de toekomst. Wij weten ook dat die maatschappij, via de kennisoverdracht, voor een deel in hun handen wordt gelegd. Wij werken hier aan onze faculteit, niet alleen in letterlijke zin maar ook figuurlijk, met het genetische materiaal voor de toekomst. Met wat ze hier meegekregen hebben, daarmee kunnen ze de wereld manipuleren. Maar zoals ze weten, de manipulatie van genetisch materiaal moet gewetensvol en voorzichtig gebeuren.

Deze voorzichtigheid met hun potentieel en het respect ervoor kan je bijvoorbeeld herkennen in de eigenheid van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Zij wil aan haar studenten een zo breed mogelijke vorming aanbieden, die erop gericht is om de eigen aanleg en de eigen voorkeur van de student maximaal tot ontplooiing te laten komen, zonder hem of haar op te sluiten in een al te eng specialisme. Dat zou eerder een handicap betekenen op de arbeidsmarkt dan een voordeel. Wij blijven ervan overtuigd dat het major/minor-systeem hen beter wapent voor de eisen aan dewelke ze daar zullen onderworpen worden. Daarom hebben wij ook een serieuze inspanning gedaan om bij de

recente onderwijshervorming de kwaliteiten van dit systeem te bewaren, en ze zelfs een beetje uit te breiden van de master-opleiding naar de bachelor-opleiding toe.

Want de eisen die gesteld worden aan bio-ingenieurs zijn zwaar en talrijk. En wat voor sommigen misschien heel vervelend mag lijken, deze eisen situeren zich vaak op een ander terrein dan wat door het diploma omschreven wordt. Tot nu toe was het voldoende boven een bepaalde score uit te komen. Maar straks wordt men beoordeeld op de manier waarop je jezelf kunt verkopen als manager, als trainer, als organisator, als spreker (liefst in vier talen), als verkoper enz. Het volstaat dan niet meer om 10 op 20 te halen, je moet gewoon de betere zijn.

Gelukkig heeft Leuven meer geboden dan alleen maar wetenschap. Wanneer ik - om maar enkele voorbeelden te noemen - kijk naar de werking van de LBK, naar de prestaties die daar geleverd worden op cultureel en sportief gebied, naar de samenwerking rond de viering van de 125e verjaardag van de faculteit, naar de samenwerking in de POC en in de Faculteitsraad, of wanneer ik kijk naar het leuke muzikale sextet dat hier vandaag van de partij is, dan weet ik dat de kersverse ingenieurs de mogelijkheden die Leuven biedt, te baat hebben genomen. Het is inderdaad goed leven in Leuven, dat met al die mogelijkheden tot experimenteren iets van een paradijs heeft. Om in dezelfde analogie te blijven, deze jongeren hebben volmondig van de appel gegeten, de appel van de boom der kennis niet te misverstaan. Nu wordt het tijd om het paradijs te verlaten en daarbuiten die kennis te gaan toepassen. Deze kennis, en de vaardigheden die verworven werden op wetenschappelijk, cultureel en relationeel gebied, vormen het instrumentarium dat ieder van jullie ter beschikking heeft bij het volgen van zijn of haar eigen weg.

En zoals bij elk goed instrumentarium, zijn er ook hier in- en uitgangen voorzien, waaraan de afgestudeerden links en rechts de randapparatuur zullen koppelen die ze zelf nodig achten. Af en toe zal het immers aangewezen zijn de basis-uitrusting te ‘upgraden’, en dan is het zinvol dat het contact met de Leuvense basis blijft bestaan, zodat men een beroep kan doen op de verschillende vormen van postgraduate ken-nisoverdracht die hier worden aangeboden. Het is immers belangrijk dat het instrumentarium dat hier verworven werd, en waarvoor vandaag het diploma wordt toegekend, een leven lang efficiënt en operationeel blijft ten dienste van onze maatschappij en van de eigen betrachtingen.

Interessant om weten hierbij is dat, volgens een bij alle sinds 1994 afgestudeerde bio-ingenieurs gevoerde enquête (daterend van het voorjaar), ongeveer 1/3 van de gediplo-meerden verder studeerde of studeert binnen een doctoraats-

Page 2: Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat

16

programma, nog 1/3 op een of andere wijze bijscholing gevolgd heeft of volgt (waarbij vooral economie en MBA’s aantrekkingskracht schijnen te hebben), en een 15 % deelnam of deelneemt aan de lerarenopleiding voor het ASO.

Laat me toe ook iets te zeggen over het profiel van de bio-ingenieur en zijn plaats in onze wereld. Deze laatste kenmerkt zich door een toenemende responsabilisering betreffende het gebruik van de grondstoffen die ons ter beschikking staan. De duurzaamheid van hun aanwending vormt vandaag ongetwijfeld één van de grootste uitdagingen. Duurzaamheid houdt in, dat hernieuwbare zowel als niet-hernieuwbare grondstoffen aangewend worden om te voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder dat daarmee een hypotheek gelegd wordt op toekomstige generaties en hun behoeften. Dit kan alleen mits een fijngevoelige ingesteldheid, gericht op de generaties die na ons komen. Zonder deze houding zou de vorming die wij hier aanbieden, niet veel voorstellen. Onze betrokkenheid bij een duurzame toekomst met een zo hoog mogelijke levenskwaliteit vormt de affectieve stroom die de drijfkracht levert voor ons werk en voor de vermeerdering en de overdracht van onze kennis. Ik noem het een ‘affectieve’ stroom, want ze komt overeen met ieders natuurlijke verlangen om productief te zijn, en om als mens gerespecteerd te worden.

Deze zorg om het duurzaam beheer van de aarde kan niet in een eenvoudige formule vertaald worden. Wij leven in een postmoderne tijd, gekenmerkt door individualisering. Dat betekent dat ieder afzonderlijk voor de opgave staat om de algemene stelregels en morele codes van vroeger te vervangen door een persoonlijk verantwoord gedrags-patroon tegenover de medemens, tegenover de natuur, tegenover het milieu, enz. Met deze persoonlijke verantwoor-delijkheid bedoel ik, zoals het mooi begrepen zit in het Engelse woord ‘responsability’, de ‘ability to respond’, het vermogen om een antwoord te bieden op de problemen en situaties die zich voordoen.

Binnen deze persoonlijke verantwoordelijkheid neemt de wetenschappelijke component in belang toe, precies omdat de aard van de maatschappelijke relaties toeneemt in complexiteit. Niet iedereen beschikt over een wetenschappelijke bagage. Het is dus wel de taak van de wetenschappelijk geschoolden om de mondvoorraad wetenschap waarover ze beschikken, in verteerbare en eerlijke rantsoenen te delen met degenen die er baat bij hebben. Schuilt hierin een gevaar voor technocratie? De heerschappij van deskundigen, die het gedrag van anderen kunnen reguleren door het beperken van het kennisrantsoen dat ze wensen te delen? Dit is inderdaad niet denkbeeldig en dagelijks laat de pers ons zien hoe de strijd om ware democratie een permanente opdracht blijft. Democratie is een huis dat nooit af is, precies omdat de vorming tot verantwoordelijkheidszin nooit af is. We kunnen het merken aan wat er gebeurt in China, in de V.S., in Irak, en ook hier bij ons. En we weten dat de strijd om democratie vooral gestreden wordt op het terrein, via een veelzijdige en evenwichtige vorming van onze creatieve vermogens. Dat betekent een vorming van de technologische capaciteit om de materie te beheersen en te manipuleren, en tegelijk een vorming van ons intuïtieve en emotionele vermogen, zodat we die technologische bagage op een ‘responsabele’ manier in dienst kunnen stellen van een duurzame ontwikkeling, uit

respect voor onszelf, voor onze medemensen en voor de aarde waarop wij leven.

We noemen onszelf graag ‘de ingenieur van de levende materie’. En wanneer wij als bio-ingenieur inderdaad de ingenieur van de levende materie willen zijn, dan kunnen wij er niet vanonder uit om onze technologische kennis te ontwikkelen, hand in hand met onze verbondenheid met de mensen. Want om de mens en zijn welzijn is het ons uiteindelijk te doen. Daarom is het belangrijk dat bio-ingenieurs hun technologische bedrevenheid niet uitoefenen zonder een solidaire visie op wat goed en rechtvaardig is. In dat verband is het duidelijk dat democratie in wezen niet functioneert, daar waar men het respect voor de mens overlaat aan een toevallige meerderheid van 51 %. De kans op slagen is er wel, daar waar men, op de plaats waar men op dat ogenblik staat, de verantwoordelijkheid opneemt en de situatie van antwoord dient. Op die manier zal onze vorming ontsnappen aan een conformistische herhaling van wat we hebben geleerd. Het gedurfde, het andere, het nieuwe, zal dan meer kansen krijgen.

Een behoorlijk aantal van onze studenten verbleef, in het kader van hun eindwerk of de Erasmus-uitwisseling, in het buitenland, of ze deden een stage in een industriële context met wereldwijde connecties. Dit stemt me hoopvol. Ze hebben met eigen ogen kunnen zien waar de problemen zich situeren en hoe individuele mensen erdoor getroffen worden. In de nieuwe bachelor en masterstructuur die, sedert dit academiejaar, jaar na jaar verder wordt geïntroduceerd, zijn bijvoorbeeld ook mogelijkheden voorzien om opleidingen te volgen in samenwerking met universiteiten in de Verenigde Staten en Nederland. Verder is er nog het groeiende aantal uitwisselingsmogelijkheden in het kader van de Europese mobiliteit. Deze en andere initiatieven verhinderen dat ons onderwijs een loutere technische beroepsvoorbereiding wordt. Het wordt veeleer een actieve verkenning van de toekomstmogelijkheden, waarbij aan studenten geleerd wordt om, met de vinger op de kloppende pols van de samenleving, een selectie te maken in de bagage die ze met zich meenemen, achter te laten wat niet meer relevant is, en de risico’s te berekenen die zullen moeten genomen worden. In deze optiek betekent een academische vorming wellicht eerder leren omgaan met onzekerheden, dan wel het verwerven van zekerheden. En in dat opzicht levert zij een substantiële bijdrage aan de democratie, want ze verbreedt ons perspectief en onze visie op mens en toekomst, en verhindert dat onze verantwoorde-lijkheidszin stagneert in een loutere verdediging van eigenbelang.

Dank gaat uit naar alle promovendi en hun ouders voor het vertrouwen dat ze gedurende deze mooie jaren van hun leven in onze universiteit hebben gesteld. Wat ik hen vandaag tot besluit van deze vormingstijd wil meegeven, is een relativering ervan. Kennis maakt, net als geld of macht trouwens, niet zonder meer gelukkig, en de geschiedenis leert ons dat een grotere rationaliteit niet altijd samengaat met een verhoging van het welzijn. Maar dat neemt niet weg dat in onze complexe samenleving, kennis op basis van wetenschap een essentiële voorwaarde is geworden. Als onze wereld niet wil stagneren in zelfgenoegzaamheid, dan heeft ze mensen nodig die creatief zijn. Mensen die zich hebben leren uitdrukken. Mensen die voortdurend bereid zijn te kiezen, en hun eigen keuzes kritisch in vraag durven

Page 3: Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat

17

stellen op basis van nieuwe informatie. Mensen die in staat zijn om veranderingen mee vorm te geven, en de consequenties ervan voor zichzelf en voor anderen te doorzien en af te wegen.

Dit is een hele opgave, maar gelukkig verschilt ze in alle opzichten van een traditioneel examen. Men moet er niet op een bepaalde dag en uur mee voor een examinator verschijnen. Men heeft er een hele leven de tijd voor. Wij, examinatoren, staan trouwens voor dezelfde opdracht. Het is vanuit deze solidariteit, vanuit dit besef dat wij samen onze schouders zetten onder hetzelfde project, dat van de bio-ingenieur, de ingenieur van de levende materie, de ‘warme’ ingenieur, of hoe jullie het ook willen definiëren, dat ik alle promovendi, in naam van onze faculteit, van harte geluk en succes toewens.

prof. Pol Coppin decaan van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Waar het op een promotieviering toch om draait, is het afroepen van de promovendi. Hier volgt de lijst van onze jongste alumni.

Promovendi 2005

Bio-ingenieur in de scheikunde

met grootste onderscheiding Ruben Jolie Iris Joye met grote onderscheiding Sarah Clarysse Nathalie De Baer Anouschka Depla Ans De Roeck Lana Follens Sara Gomand Annick Pollet Daan Saison Valerie Van Craeyveld Wouter Van de Putte Pieter Verbelen Lise Verbeyst Priscilla Verjans met onderscheiding Sofie Borgions Joris Buffels Steven Corthals Evelien De Backer

Anne Demaerel Johan Geens Ruben Ghillebert Frederik Gils Isabel Houben Vicky Maes Marij Maurissen Sue Onsea Bert Ostyn Michèle Pot Greetje Santermans Sylvia Smeekens Anneleen Snoeckx Katleen Vallons Joost Vanlerberghe Jasper Van Noyen Neelke Verhelst Wim Vermeire Katrien Vinken Eva Wevers met voldoening Yunus Altintas Maarten Ghysel Marc Saenen Pieter Wauters september Yves Vankerckhoven op voldoende wijze

Bio-ingenieur in de landbouwkunde

met grote onderscheiding Louise Decq Pieter Denijs Stijn De Cock Els De Schepper Dries Eeckhout Kathleen Gybels Elisabeth Marchal Joke Putseys met onderscheiding Jo Bijttebier Ive Boonen An Cools Marian Debonne Isabelle Delvaux Nicolas De Coninck Leen De Keyser Joris De Nies Koen De Vos Femke Gebruers Lien Keulemans Carole Laroye Sandrina Magnus Hanne Mertens Benoit Mortelmans Klaas Nieuwlandt Ellen Ons Dirk Pellens Evi Van Camp Inge Van den Wyngaert Joachim Verhelst Anouck Witters met voldoening Stefaan Ballegeer Sarah Baudenelle Joan Deckers Tim De Vries Aline Ghijselings Brecht Van Hoovels Aagje Vernelen Michel Verspeelt september Han Vandenbroucke met onderscheiding Koen Vercauteren met onderscheiding

Bio-ingenieur in het land- en bosbeheer

Major Voeding

Major Interfase

Page 4: Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat

18

met grote onderscheiding Kirsten Bomans Pieter De Corte Maximilien Fontaine Bert Geysels Sofie Hoorelbeke Eva Maddens Kobe Paridaens Jan Plue Ben Somers Matthias Tips Johan Van de Wauw Katinka Wouters met onderscheiding Wouter Achten Leen Bastiaens Miet Boonen Hanneke Carlens Alexander Caus Sven Defrijn Carl Degraeve Josefien Delrue Kevin Grauwels Hilde Jans Anne Knapen Kim Koopmans Lutgart Lenaerts Frederik Lerouge Jeroen Nollet Liesbeth Rombouts Wim Sauwens Thibout Stock Hoy-Ming To Lien Van Besien Koenraad Vancraeynest Tom Vandenbroucke met voldoening Peter Corens Isabelle Fovel Bert Meuwissen Katelijne Schoofs Hans Verheyden september Wouter Hoet op voldoende wijze

Bio-ingenieur in de milieutechnologie

Met grootste onderscheiding Fien Amery An Van Damme met grote onderscheiding Karlien Cheyns Jeroen Gillabel Nele Renders Koen Smets Astrid Spoden Leen Vranckx Nele Weyens met onderscheiding Linde Debor Dries Goffin Sandra Hertigers Ann Koninckx Hartwin Leen Veerle Leijnen Kelly Lichter Nina Moelants Veronique Smeets Kristel Sniegowski Jo Stulens Benedicte Thienpont Sarah Timmermans Erik Vanbriel Karel Vervoort Tim Vivijs Gwen Willeghems met voldoening Lisbet De Groote Wim Govaerts Tom Vermeiren

Bio-ingenieur in de cel- en genbiotechnologie

met grote onderscheiding Bénédicte Cauwe Sofie Deliveyne Katrien François Karlien Hermans

Laura Noé Karen Peeters Hendrik Pint Wannes Thys Maarten Van Acker Jo Vandercappellen Greetje Vande Velde

met onderscheiding Kim Boué Sara Bresseleers Valerie De Groote Kristien Dumon Pieter Jacobs Eva Joossens Jan Moors Bram Perdu Peter Plessers Bram Stynen Katrien Van Hoeymissen Lieselotte Van Kriekingen Jan Vanmiddelem Katrien Van Roosbroeck Evelyne Wirix met voldoening Eva Hulshagen Bart Van den Acker Stan Van Kerkhoven september Sven Van Rompaey op voldoende wijze

Er is natuurlijk geen promotieviering zonder een woordje van de gepromoveerden zelf. Kersvers ingenieur Leen Bastiaens, preses van de Landbouwkring tijdens het vorige academiejaar, kreeg het woord tijdens de promotieviering.

Woord van de studenten, ir. Leen Bastiaens Het is zover, vanaf vandaag kunnen we onszelf volwaardig bio-ingenieurs noemen. Daarmee komt er ook een einde aan die ‘vrije studentenheerlijkheid’ waarover we zo vaak gezongen hebben en kunnen we terugblikken op die ‘schone tijd’. De afgelopen vijf jaar waren we allemaal pionnen op een spelbord, met als plattegrond de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Een spel waarin we allen onze eigen weg hebben gezocht en gevonden, te vergelijken met het spel Levensweg.

Met een klein hartje en benieuwd naar wat komen zou, kwamen we aan de start, elk met ons eigen autootje, wat in Leuven al gauw neerkomt op een gammele fiets. Iedereen had gelukkig al wat bagage uit het middelbaar meegekregen waarmee we aan de eerste etappe konden beginnen, de kandidaturen. De weg die we volgden leidde ons langs aula’s, scheikundelabo’s, nog aula’s, oefenzittingen en jawel, nog aula’s. Er waren ook duistere zijwegen die ons naar de Gnorgl en de Oude Markt leidden, waarna sommigen hun auto niet meer aan de praat kregen. Onderweg werd ons autootje volgeladen met van alles en nog wat: niet alleen kennis maar ook kartonnen blokjes, uitgedroogde planten en beestjes die het vermogen tot communicatie op het hoogste niveau van compartimentele organisatie verloren hadden en waarvoor onze morele zorg duidelijk ontoereikend was. Om bij te komen van al het

Page 5: Promotie 200515 Promotie 2005 7 juli 2005: promotieviering van de nieuwe lichting bio-ingenieurs. Een jaarlijks terugkerend evenement dat echter nooit in routine vervalt. De dag dat

19

werk dat we leverden was er de Landbouwkring die regelmatig pitstops in de Fakbar organiseerde om op adem te komen, elkaar beter te leren kennen en om ons van de nodige wegenkaarten te voorzien.

Een aparte spelersgroep in het spel vormden de professoren, die eigenlijk heel diverse rollen vervulden. Ze fungeerden als wegwijzers, gaven ons cursussen die als wegenkaarten moesten dienen en ze verzorgden een jaarlijkse technische keuring. Voor sommigen luidde het verdict daarvan ‘terug naar start’. Dit fenomeen zou de volgende jaren regelmatig terugkeren maar uiteindelijk geraakten we allemaal aan de volgende etappe, de ingenieursjaren.

Terwijl onze weg in de kandidaturen grotendeels gelijk liep, werd deze episode gekenmerkt door uiteenlopende kronkel-paadjes met gemeenschappelijke ontmoetingspunten. Voor-eerst kozen we elk onze eigen major en minor, een troef waar onze faculteit terecht trots op kan zijn. Verder kozen som-migen voor een Erasmus- of thesisavontuur in het buitenland, anderen ontdekten in hun labo een volledig nieuwe wereld. Het kringleven zorgde ervoor dat we elkaar echter niet uit het oog verloren. Terwijl dit voor sommigen niet meer betekende dan de cursusdienst en een pintje in de Fakbar of de gebruikelijke TD, zetten anderen zich intensief in om alles verwezenlijkt te krijgen. Zo organiseerden we in eerste ir samen de revue, waar we als een hechte groep maandenlang naartoe werkten en we andere talenten van elkaar ontdekten. Onze auto werd intussen steeds voller en die jaarlijkse ‘technische keuringen’ verliepen iets minder streng, of was onze machine intussen misschien beter geolied?

Tenslotte waren we klaar voor de bergrit op onze weg, de thesis. Een laatste grote opdracht in ons Leuvens avontuur, een laatste zware beproeving alvorens de finish te bereiken. Het betekende hard labeur van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in het labo, in het veld of bos of achter de pc, een goede voorbereiding op het ‘werkleven’. Maar alsof dat nog niet genoeg was, moesten we nog een boekje schrijven tegen 13 mei. Het gaf wel een goed gevoel zelf eens zo’n wegen-kaart te produceren in plaats van eruit te blokken maar het deed ons ook beseffen dat onze studententijd er bijna op zat.

En vandaag staan we hier, ons spelletje Levensweg is uitgespeeld, we hebben de finish bereikt. Met al die bagage op de achterbank en een nieuwe ‘ir’ sticker op onze achterruit beginnen we aan een nieuw bordspel.

We hadden de finish echter nooit kunnen halen zonder de steun van onze trouwste supporters aan de zijlijn, onze ouders die ons met raad en daad bijstonden en uiteraard ook zorgden voor de bevoorrading. Al verkozen we soms ons nieuw klavertje vier van de voeding, frieten, pizza, kebab en Alma boven de traditionele voedselpiramide uit de Tupper-ware pottekes. Nee, bedankt voor jullie niet aflatende steun.

Onze professoren zorgden ervoor dat we niet met een lege auto aan deze finish kwamen. Al hebben we die vroege lessen vaak vervloekt of zelfs gebrost, ik ben er zeker van dat we later met een glimlach zullen terugdenken aan de potjesvragen, Gauss curven, rolbewegingen en zo meer.

Ten slotte zou ik de andere bestuurders op dit bordspel willen bedanken, mijn medestudenten die deze studententijd mee gemaakt hebben tot wat hij geworden is. Bedankt voor de afgelopen vijf jaren, ik heb ervan genoten. Ik zou dan ook willen afsluiten met de woorden die we al zo vaak samen hebben uitgesproken.

‘Sa vrienden, reikt elkaar de hand, opdat hij zich vernauwe Der trouwe vriendschap heilige band De heilige band der trouwe. Klinkt aan en heft omhoog het glas, Nog leeft het oud studentenras!’

Tot op Valkuil …

De viering werd opgeluisterd door muzikale intermezzo’s van het sextet ‘Every Under Million’, grotendeels, of helemaal, bestaande uit studenten van het eerste ingenieursjaar. En als afscheid werd de hele lichting op het podium geroepen om voor een laatste keer op studentikoze manier ‘het landbouwlied’ te zingen.

Je kan de groepsfoto nog bestellen en dit tot 10 november 2005.

Dit kan door 7 euro over te schrijven op rekeningnummer 330-0385473-49 met als vermelding 'naam student' foto promotie 2005