Programmaboekje Belcea Quartet 28.03.2013

8
Belcea Quartet 12|13 28.03.2013 Kwartet 5/5

description

Programmaboekje Belcea Quartet 28.03.2013

Transcript of Programmaboekje Belcea Quartet 28.03.2013

Belcea Quartet

12|13

28.03.2013Kwartet

5/5

Praktisch 20u15 start concert | concertzaal21u00 pauze22u15 vermoedelijk einde concert

Kwartet 2012 | 2013

Quatuor Terpsycordes, J. Dähler & J. Marosi 1/5vr 12 oktober 2012

Meta4 2/5di 27 november 2012

Quatuor Modigliani & J.-F. Neuburger 3/5di 22 januari 2013

Pavel Haas Quartet 4/5za 9 maart 2013

Belcea Quartet 5/5do 28 maart 2013

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs.www.joostarijs.be

Programma

J. HAYDN (1732-1809)Strijkkwartet nr. 68 in d, opus 103Andante grazioso Menuetto, ma non troppo presto

D. SJOSTAKOVITSJ (1906-1975)Strijkkwartet nr. 3 in F opus 73AllegrettoModerato con motoAllegro non troppoAdagio -Moderato

PAUZE

L. VAN BEETHOVEN (1770-1827)Strijkkwartet nr. 14 in cis, opus 131Adagio ma non troppo e molto espressivo -Allegro molto vivace -Allegro moderato – Adagio -Andante ma non troppo e molto cantabile - Più mosso - Andante moderato e lusinghiero - Adagio - Allegretto - Adagio, ma non troppo e semplice - AllegrettoPresto -Adagio quasi un poco andante -Allegro

Belcea QuartetCorina Belcea-Fisher | vioolAxel Schacher | vioolKrzystof Chorzelski | altvioolAntoine Lederlin | cello

Kunnen woorden helpen om beter te luis-teren naar, neem nu, Beethovens veertiende of Sjostakovitsj’ derde kwartet? Sommigen antwoorden ontkennend. Want noemde Wagner de muziek van Beethoven, en bij vanzelfsprekende uitbreiding ook de zijne, niet absoluut? Dat wil zeggen: losgemaakt van het woord, emotioneel ‘sprekender’ dan een tekst of verhaal ooit zou kunnen spreken, muziek die slechts naar zichzelf verwijst.

Anderzijds: heeft Wagner niet zelf heel veel over muziek geschreven (hij noemde Beethovens veertiende bijvoorbeeld het ‘ver-stilde gebed van een gekerkerde heilige’)? En is het verhaal van de absolute muziek ook niet zelf een soort, welja, verhaal? Een gebruiksaanwijzing? Over Beethoven en Sjostakovitsj bestaan vele verhalen die intus-sen onlosmakelijk met hun muziek verbon-den zijn. Zijn ze belangrijk om hun muziek beter te begrijpen?

Gedachte-experimentMen beelde zich een luisteraar in die

de concertzaal bezoekt zonder te weten dat Beethoven zijn laatste kwartetten heeft ge-schreven na bijna tien jaar complete doof-heid. Dat wil zeggen: afgesneden van zijn eigen muziek, maar ook afgesneden van een menselijk contact (al slaagde hij er wel in te converseren via ‘Konversationshefte’,

schriftjes waarin zijn gesprekspartners hun deel van de dialoog noteerden). Die fictieve toeschouwer weet tijdens zijn/haar beluistering van het veertiende kwar-tet dat Beethoven niet alleen doof was, maar ook wist dat zijn dood naderde. Dat hij, kortom, meer ideeën dan tijd had.

Luistert zo iemand ‘zuiverder’, ‘rijker’ of juist ‘armer’ naar die muziek? En als we bovenstaande context wel kennen: worden we door de muziek beroerd, door het ver-haal errond, of door een moeilijk te benoe-men wisselwerking tussen beide?

Laat ons, ook bij wijze van experi-ment, de clichés eens niet doorprikken maar hen ernstig nemen. In een notendop: Beethoven was een genie met een ver-warde haardos, een diepe frons en even doof als de marmeren bustes die menig piano sieren, een doofheid die zijn late mu-ziek heeft getekend. Sjostakovitsj’ strijk-kwartetten zijn gecodeerde noodkreten van een door Stalin gekortwiekte compo-nist. Ziezo.

Oorstrelende ‘Augenmusik’In 1825, na het beëindigen van zijn toen

schokkende, thans beroemde Grosse Fuge, begon Beethoven quasi zonder overgang aan zijn veertiende strijkkwartet. Hij zou het een jaar later, iets voor zijn dood, afwer-

28.03.2013 | Belcea QuartetBeethovens buste en het masker van Sjostakovitsj. Over nut en onnut van muzikale mythes.Door Wannes Gyselinck

ken. Geen wonder dus dat ook dit kwar-tet – zeer atypisch – met een fuga begint. Maar dan een met een volstrekt andere emotionele draagwijdte: hier geen gevecht van een kunstenaar met zijn kunst, maar een ‘verstild gebed van een gekerkerde heilige’.

Het kwartet is uitzonderlijk omdat er, in weerwil van de zeven afgebakende deeltjes, geen dubbele maatstrepen voor-komen, afgezien van de laatste. Beethoven wilde dus dat het kwartet zonder onderbre-kingen werd uitgevoerd. De structuur van dit werk is dan ook zo doorwrocht dat wat Theodor Helm schreef over de beroemde Grosse Fuge ook hier van toepassing is: het is in grote mate ‘Augenmusik’. Veel van de subtiele interne correspondenties zijn met het blote oor niet direct op te merken, en worden pas ‘zichtbaar’ met de parti-tuur op de schoot en enkele weken studie achter de kiezen. Niet voor niets maakte Beethoven meer dan zeshonderd schetsen ter voorbereiding van dit kwartet.

De laatste briefBeethoven besliste al in 1812 om zich,

in een romantisch gebaar, op te offeren aan de kunst. ‘Voor mijn vertrek naar de Elyseese velden moet ik achterlaten wat de Eeuwige Geest mijn ziel heeft ingebla-zen en mij nu vraagt te voltooien. Ach, het voelt alsof ik tot dusver slechts enkele no-ten heb gecomponeerd.’ Aldus Beethoven in zijn dagboeken een decennium voor zijn dood. Hij was zich bewust van zijn race te-gen de tijd. Teruggetrokken in zijn onvrij-willige stilte, ontsloot hij wat nog in hem besloten lag.

Beethoven schreef zijn laatste brief naar aanleiding van zijn veertiende kwar-tet. Dat het een aanmaning betrof tot spoe-dige betaling gericht aan vorst Galitzin, de

opdrachtgever, laten we liever onvermeld. Over de stervenden niets dan goed. Laat ons de absolute muziek absoluut houden.

Stalin in de operaAls we kunstenaars onder het

Stalinregime om een iets mogen benijden, dan is het wel om het grote belang dat door het regime aan de kunst werd gehecht. Kunst was zo belangrijk dat het je dood kon betekenen. Hier loop je hooguit het risico doodgezwegen te worden vanwege irrele-vant (synoniem voor ‘niet marktconform’).

Tot zijn zevenentwintigste was er voor Sjostakovitsj geen vuiltje aan de lucht. Zijn tweede opera, Lady Macbeth was een suc-ces geweest, een tussentijdse bekroning van zijn talent. Tot die dramatisch avond in 1936, toen Stalin onverwachts een op-voering bijwoonde. De besnorde dictator verliet nog voor het einde misnoegd de zaal, met in zijn kielzog iedereen die zijn hachje wilde redden. Enkele dagen later verscheen een vernietigende, anonieme bespreking in Pravda waarvan gefluis-terd werd dat Stalin het zelf geschreven had. Het werd Sjostakovitsj heet onder de voeten. Zijn zus, schoonbroer en schoon-moeder waren al verbannen. Hijzelf werd gearresteerd en ondervraagd. Toen zijn on-dervrager op zijn beurt gearresteerd werd (Kafka meets Charms), liet men de ontred-derde componist maar weer vertrekken.

Onder de radarToen zijn vijfde symfonie door een

journalist omschreven werd als ‘het prakti-sche, creatieve antwoord van een Sovjet op terechte kritiek’, deed de componist niet de moeite zich van dit ‘motto’ te distanti-eren. Sjostakovitsj lijkt van dan af de twee-slachtigheid tot kunst te hebben verheven. Aangezien de censuur voortdurend op de

loer lag, ontwikkelde hij een uiterst ver-fijnde taal die twee kanten kon uitschieten. Deze ‘doublespeak’ was de enige mogelijk-heid om de culturele terreur te overleven.

Zo klonken dezelfde passages in de oren van de censuur als ‘triomfantelijke en levensbevestigende marsmuziek’, zoals de USSR-voorschriften dat vereisten. In de oren van USSR-sceptici klonken ze echter scherp en sarcastisch.

Vanaf de jaren veertig bekoelde het symfonisch enthousiasme van Sjostakovitsj en begon hij zich meer en meer toe te leggen op het genre van het strijkkwartet. Zijn weduwe zou later zeg-gen dat die verschuiving hem toestond ‘onder de radar’ te blijven en op een meer persoonlijke manier te kunnen compo-neren, als een soort ‘muzikaal dagboek’. Nochtans was zelfs het schrijven van een strijkkwartet een politieke daad. Kameraad Zhdanov, het hoofd van ‘de cul-tuurpolitie’ had elk genre verboden dat ‘enkel kleine kringen van kenners en he-donisten zou kunnen boeien.’

Pijnlijk beleefdWaar de publieke persona van

Beethoven de vorm heeft aangenomen van een fronsende buste, bekwaamde Sjostakovitsj zich bij leven in het dragen van een masker met een grimas. Vrienden beschreven zijn publieke optredens als ‘ro-botisch’ en ‘pijnlijk beleefd’.

Veelzeggend is een zeldzaam gesprek tussen Prokofjev en Sjostakovitsj tijdens een componistencongres (het werd afge-luisterd – zo ging dat toen – door een jour-nalist op de rij achter hen):

Prokofjev: ‘Ik ben momenteel bezig met mijn Zesde Symfonie. De eerste be-weging heb ik al uitgeschreven [hier volgt een gedetailleerde uiteenzetting over

de vorm] en nu ben ik begonnen aan de tweede beweging. Ik heb drie thema’s in gedachten, het derde waarschijnlijk in sonatevorm. Ik voel dat ik het ontbreken van de sonatevorm in de twee eerste delen moet compenseren in het derde.’

Sjostakovitsj: ‘Is het weer hier altijd zo?’

Het masker huiltHet derde strijkkwartet, geschreven

in 1946, lag Sjostakovitsj bijzonder na aan het hart. Het lijkt erop dat de compo-nist die dreigde met zijn masker te ver-groeien, in zijn strijkkwartetten tenminste zijn grimas kon ontspannen. Twintig jaar na de oorspronkelijke vertolking woonde de oude Sjostakovitsj, in 1964, een repe-titie bij van zijn geliefkoosde Beethoven Kwartet. De jongste violist van het kwar-tet, Fjodor Drushinin was er getuige van een zeldzaam moment van emotionele ontspanning:

‘We waren zijn Derde Kwartet aan het repeteren. Hij had beloofd ons te onder-breken als hij opmerkingen had. Hij zat in een leunstoel met de geopende parti-tuur op de knieën. Maar na elke bewe-ging wuifde hij met zijn handen: “Blijven spelen!”. Dus voerden we het hele kwartet zonder pauzes uit. Toen we aan het einde gekomen waren zat hij bewegingsloos en zei hij geen woord, als een gewond vogel-tje, terwijl de tranen hem over de wangen stroomden. Het was de enige keer dat ik zo open en kwetsbaar zag.’

Wannes Gyselinck is doctor in de klassieke talen en publiceert over jazz, klassieke mu-ziek en theater.

De vier strijkers van het Belcea Quartet vormen een kwartet sinds hun ontmoeting aan het Londense Royal College of Music in 1994. Dat ze intussen tot de top van kwartetuitvoerders behoren, blijkt alleen al uit de lijst gerenommeerde musici waarmee ze referentieopnames hebben gemaakt, waaronder leden van het Alban Berg en Arditti Quartet. Hun allereerste opname, gewijd aan de strijk-kwartetten van Leos Janáček kreeg een Diapason d’Or en ook hun debuut bij EMI werd meteen met een Gramophone Magazine’s Debut Recording Prize be-kroond. Technische perfectie en muzikaal meesterschap maar ook de voorkeur voor

het minder platgetreden repertoire be-zorgt het Belcea Quartet een unieke plaats in de kwartetwereld. Naast Schubert, Brahms, Mozart en Debussy wijdden ze ook opnames aan Henri Dutilleux en Thomas Adès. Dat ze ook een boontje heb-ben voor vocale kamermuziek resulteert in bijzondere projecten Ann Murray, Ian Bostridge en Jonathan Lemalu.

Het kwartet werkt aan een integrale opname van de strijkkwartetten van Ludwig van Beethoven. ‘The complete string quartets I &II’ zijn uit bij Zig-Zag Territoires. Volume II verschijnt eind maart 2013.

Biografie

Tekst Wannes Gyselinck | Foto Hopkinson Smith | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent

All that jazz Jazzliefhebbers houden maar beter het pro-gramma van de Handelsbeurs goed in het oog, want onze kersverse programmator Wim Wabbes heeft heel wat moois in petto. De Beren Gieren, Trio Ernst Reijseger, Score Man en The Bad Plus/Dans Dans staan dit voorjaar op de bühne. En dat is nog maar de opmaat voor een pak meer jazz de komende maanden.

Klassiek 2013-‘14

Melomanen én liefhebbers zullen het vol-gende seizoen hun hartje kunnen opha-len aan kamermuziekuitvoeringen van de bovenste plank. Op het programma staan onder meer het 15de strijkkwartet van Schubert, het Pianotrio van Ravel, Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen en Antheils Ballet Mécanique. De brochure verschijnt eind april. Abonnementen en à la carte-formule gaan in verkoop op 2 mei, losse tickets op 1 juni 2013.

Binnenkort in de Handelsbeurs: Hopkinson Smith (teorbe)

J.-S. bach woe 17.04.2013