PROGRAMMABEGROTING 2017-2020 - veenendaal.nl · nota 2017-2020 en bevat de concrete doorvertaling...

169
PROGRAMMABEGROTING 2017-2020

Transcript of PROGRAMMABEGROTING 2017-2020 - veenendaal.nl · nota 2017-2020 en bevat de concrete doorvertaling...

PROGRAMMABEGROTING 2017-2020

programmabegroting 2017-2020 | 2

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

Voor u ligt de Programmabegroting 2017-2020. Deze is

een uitwerking van de op 4 juli 2016 vastgestelde Kader-

nota 2017-2020 en bevat de concrete doorvertaling van

de keuzes die daarin zijn gemaakt.

Financieel vertrekpuntHet financiële vertrekpunt voor deze begroting is de Pro-grammabegroting 2016-2019. Vervolgens zijn de Kadernota 2017-2020, de Meicirculaire 2016, de 1e Bestuursrapporta-ge 2016 en overige (recente) ontwikkelingen, inclusief de dek-kingsvoorstellen, technische correcties en het investeringsplan, in het begrotingsproces meegenomen.

Opzet begroting / LeeswijzerDe programmabegroting 2017-2020 is opgebouwd op basis van de volgende programma’s:1. Programma Fysieke Leefomgeving2. Programma Economie, Werk en Ontwikkeling3. Programma Sociale Leefomgeving4. Programma Burger en Bestuur5. Programma Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien6. Programma Bedrijfsvoering

Vorig jaar is de programmabegroting door de introductie van de doelenbomen qua opzet gewijzigd. Elk hoofdstuk is opgebouwd uit een korte omschrijving van onze visie en is vervolgens op thema’s uitgewerkt naar ambities en doelen. In deze programmabegroting zijn de thema’s, ambities en doelen waar mogelijk verder doorontwikkeld.

In deze Programmabegroting zijn alle wijzigingen op grond van het nieuwe Besluit Begroting & Verantwoording (BBV) verwerkt die voor Veenendaal voor het jaar 2017 van toepassing zijn.

In hoofdstuk 1 treft u een nadere detaillering aan van het fi-nanciële perspectief 2017-2020. De financiële kaders worden toegelicht, en ook de feitelijke ontwikkelingen, de technische uitgangspunten, de risico’s en kanttekeningen.

In hoofdstuk 2 komen achtereenvolgens de begrotingsprogram-ma’s Fysieke Leefomgeving, Economie, Werk en Ontwikkeling, Sociale Leefomgeving, Burger en Bestuur, Algemene Dekkings-middelen en Onvoorzien en Bedrijfsvoering aan de orde. Per begrotingsprogramma beschrijven wij de ontwikkelingen die zich binnen het betreffende begrotingsprogramma voordoen. Aan het slot van ieder begrotingsprogramma zetten wij uiteen wat de baten en lasten zijn voor dat programma. In het programma Bedrijfsvoering zijn zowel de financiële ef-fecten van het taakveld overhead als alle toegerekende appa-raatskosten op de overige taakvelden opgenomen.

Vervolgens beschrijven wij in hoofdstuk 3 de verplichte para-grafen: a. Weerstandsvermogen en risicobeheersing b. Onderhoud kapitaalgoederen c. Financiering d. Bedrijfsvoering e. Verbonden partijen f. Grondbeleidg. Lokale heffingen

Bij deze programmabegroting hoort ook een aantal bijlagen:• Bijlage 1. Technische richtlijnen waarop de Programmabegroting 2017-2020 is gebaseerd• Bijlage 2. Overzicht geraamde baten en lasten per taakveld• Bijlage 3. Geprognosticeerde balans• Bijlage 4. Staat van incidentele baten en lasten 2017/2020.• Bijlage 5. Staat van reserves en voorzieningen.• Bijlage 6. Meerjareninvesteringsplan (MIP)• Bijlage 7. Conversietabel producten – taakvelden• Bijlage 8. WMO, Jeugd, Participatie en Vastgoed - Indeling naar Taakvelden van Producten• Bijlage 9. Overzicht directe apparaatskosten per programma

Leeswijzer

programmabegroting 2017-2020 | 3

InleidingAmbities Voor dit college zijn de ambities zoals vastgelegd in het raads-programma “De kracht van Veenendaal” leidend. In hoofdstuk 2 is dit voor de verschillende programma’s meer concreet uit-gewerkt. In deze begroting heeft een doorontwikkeling van de ambities plaatsgevonden.

Opzet begrotingDe opzet van de begroting is in eerste aanleg gelijk aan die van de programmabegroting 2016-2019. De program-mastructuur is niet gewijzigd en de ambities en doelen zijn waar mogelijk verder geconcretiseerd. Nieuw is wel dat de begroting is onderverdeeld in taakvelden. Deze taakvelden zijn voorgeschreven vanuit de vernieuwde BBV en vervangen de oorspronkelijke productindeling. Ook de bestaande doelen zijn onder deze taakvelden gebracht.In bijlage 7 is voor het inzicht een conversietabel opgenomen.

Wijzigingen Besluit Begroting & VerantwoordingInleidingBij de kadernota 2017 hebben wij u de Notitie Besluit Begro-ting en Verantwoording (BBV) aangeboden. Het hoofddoel van de Vernieuwing van het BBV is het versterken van de positie van de raad. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in de vol-gende subdoelen:• meer transparantie van het besluitvormingsproces rond be-

groting en verantwoording• meer betrokkenheid van alle belanghebbenden• voor alle betrokkenen beschikbare en te hanteren informa-

tie over zowel beoogde als gerealiseerde beleidsresultaten• een betere vergelijkbaarheid van kosten en beleids resultaten

• een versterkt inzicht in de financiële positie van de gemeente nu en op termijn

In de eerdergenoemde notitie is u inzicht gegeven in de wijzi-gingen van het BBV om de gestelde doelen te bereiken. Voor nadere (inhoudelijke) informatie verwijzen wij graag naar deze notitie.

Programmabegroting 2017In de voorliggende programmabegroting 2017 zijn de wijzi-gingen van het BBV verwerkt. Graag geven wij u aan op welke onderdelen van de begroting (A t.e.m. D) de wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van de begroting 2016.

A. ProgrammaplanHet programmaplan omvat met ingang van 2017 de volgende onderdelen:1. Programma’s- Beleidsindicatoren (nieuw) In de programma’s zijn landelijke beleidsindicatoren opge-

nomen. Met deze indicatoren zijn waar mogelijk de maat-schappelijke effecten van het beleid toegelicht.

- Verbonden partijen (nieuw in de programma’s) Tevens zijn in de programma’s de verbonden partijen ver-

meld. Per verbonden partij worden waar mogelijk de te bereiken effecten van beleid aangegeven.

- Taakvelden (nieuw) Met ingang van 2017 zijn de niet-verplichte producten ver-

vallen en moeten de voorgeschreven taakvelden worden gehanteerd. In de begroting zijn de programma’s dan ook op basis van de regelgeving onderverdeeld in taakvelden.

In die gevallen waar de producten binnen een groter geheel van een taakveld vallen, is het huidige beleid en de uitvoe-

ring hiervan binnen de taakvelden herkenbaar gebleven. Deze herkenbaarheid is er echter niet meer als een product

over meerdere taakvelden verdeeld is. Dit is het geval bij de producten Jeugd, Wmo, Participatiewet en Vastgoed. Bovendien zijn de namen van een aantal taakvelden (nog) niet herkenbaar in het door ons vastgestelde beleid.

Om aansluiting van het beleid en de uitvoering met de huidige producten te behouden, hebben we de genoemde vervallen producten clusters genoemd. Voor deze clusters hebben we afzonderlijke overzichten in de begroting op-genomen (bijlage 8).

Bij de verwerking van de taakvelden in de bestaande pro-gramma’s zijn de verschuivingen tussen de programma’s zeer gering.

- Programma bedrijfsvoering De wijziging van het BBV houdt in dat de directe apparaat-

skosten aan de taakvelden worden toegerekend. Om het inzicht te vergroten zijn de beleidskosten binnen de

programma’s opgenomen en zijn de directe apparaatskos-ten binnen het programma bedrijfsvoering verantwoord.

Om aan te geven wat de totale kosten (beleidskosten en directe apparaatskosten) per programma zijn, verwijzen wij u naar bijlage 2. De totale directe apparaatskosten per programma vindt u in bijlage 9.

2. Overzicht algemene dekkingsmiddelen

3. Overzicht van de kosten van overhead (nieuw)

4. Het bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting (nieuw)

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 4

5. Het bedrag voor onvoorzien

B. Paragrafen (nieuwe elementen in de paragrafen)- Verbonden partijen Opgenomen zijn de visie op en de beleidsvoornemens

over verbonden partijen. De lijst verbonden partijen is als volgt ingedeeld:

1. gemeenschappelijke regelingen 2. vennootschappen en coöperaties 3. stichtingen en verenigingen 4. overige verbonden partijen

Vermeld is op welke wijze de gemeente belang heeft in de verbonden partij en wat het openbaar belang is dat ermee gediend wordt. Tevens zijn de eventuele risico’s van de verbon-den partij voor de financiële positie aangegeven.

- Lokale heffingen In deze paragraaf is inzicht gegeven in de berekening ta-

rieven van de heffingen. Het uitgangspunt hierbij is dat de tarieven hoogstens kostendekkend mogen zijn. Ook zijn beleidsuitgangspunten en de hantering daarvan bij de ta-riefstelling vermeld.

- Financiering Inzicht wordt gegeven in rentelasten, renteresultaat en de

wijze waarop toerekening rente aan investeringen, gron-dexploitatie en taakvelden wordt toegerekend. Ook is de financieringsbehoefte weergegeven.

C. Overzicht van baten en lasten in de begrotingIn dit overzicht zijn nieuw: - het overzicht van de kosten van overhead- het bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting

D. Uiteenzetting financiële positie- Geprognosticeerde begin- en eindbalans Onder dit onderdeel van de begroting is de geprognosti-

ceerde begin- en eindbalans van het begrotingsjaar weer-gegeven. Deze balans geeft inzicht in de investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte.

Ook sluit deze balans aan op de jaarrekening. De geprog-nosticeerde balans heeft (en hoeft) niet dezelfde mate van detail te kennen als de balans in de jaarrekening. Door deze balans in de begroting op te nemen, bevat de be-groting voldoende informatie om de kengetallen en het EMU-saldo te kunnen berekenen.

- EMU-saldo (Europese Monetaire Unie) Het EMU-saldo van het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar

en het jaar volgend op het begrotingsjaar zijn als verplichte on-derwerpen in de begroting opgenomen. Het rijk gebruikt deze informatie in het kader van de uitvoering van de Europese richtlijnen rondom het begrotingstekort en schuldpositie.

Bijlage bij de programmabegroting (nieuw)Met ingang van 2017 is de bijlage “Overzicht geraamde baten en lasten per taakveld” aan de begroting toegevoegd. In dit overzicht zijn alle directe kosten (waaronder de directe apparaatskosten) aan de taakvelden toegerekend (bijlage 2).

Majeure thema’sIn de Kadernota hebben we een meer uitgebreide toelichting gegeven op een aantal majeure thema’s die naar onze ver-wachting zullen spelen in de periode 2017-2020. Hieronder in het kort een update daarvan:

Economische ontwikkelingenQua economische profilering blijven wij inzetten op Win-kelstad Veenendaal en Veenendaal ICT-centrum. Het behouden

van de positie van Veenendaal als regionaal winkelcentrum blijft een belangrijke ambitie. Het plan van aanpak Winkelstad wordt nog in 2016 aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Onze aandacht blijft gericht op het verbeteren van de parkeer-exploitatie en de financiering daarvan. De ontwikkeling van Veenendaal als ICT-centrum, de uitvoering van de ICT-visie en de ontwikkeling van een ICT-campus wordt programmatisch aangepakt. Verbinding wordt daarbij o.a. ge-legd met big en open data en de verdere ICT-ontwikkeling van de organisatie.

Sociaal domeinNa de transitie in het sociaal domein is de transformatie opge-pakt. Er wordt verder gewerkt aan een overheid die ondersteu-ning en zorg biedt waar dat nodig is. Daarbij wordt rekening gehouden met de zelfredzaamheid van de samenleving en de eigen regievoering door de inwoners. Integraal werken waar-bij thema’s binnen het sociale domein worden verbonden met thema’s als leefbaarheid en veiligheid is een belangrijke ver-nieuwing. Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een inte-grale visie en de evaluatie van Model Veenendaal. De nieuwe visie ligt in 2017 ter vaststelling voor aan de gemeenteraad. In de visie leggen we de te bereiken effecten vast. De integrale visie vormt het basisdocument voor het Programma Implemen-tatie Sociaal Domein.Met het vaststellen van de kadernota heeft de gemeenteraad besloten om het interventieteam en wijkregie structureel op te nemen in de begroting en de kosten daarvan te dekken uit de budgetten voor het sociaal domein. Op 13 september 2016 is door het college een besluit genomen over de verdeling van de kosten voor het interventieteam en wijkregie over de budgetten Wmo, Jeugd en Participatiewet. Daarbij is rekening gehouden met een eerdere bijdrage van € 50.000 aan het Interventie-team vanuit de Participatiewet.De uitwerking van dit besluit wordt opgenomen in de eerste begrotingswijziging 2017.

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 5

Verhoogde asielinstroom en statushoudersIn de kadernota is de “Verhoogde asielinstroom en statushou-ders” benoemd als majeur thema. Als gevolg van de verhoogde asielinstroom zal Veenendaal in de komende jaren een groter aantal statushouders moeten gaan huisvesten en ondersteunen. Dit aantal zal naar onze inschatting in 2017 fors hoger liggen, dan in 2016. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat er nog veel statushouders in de AZC’s verblijven, die nog niet ge-koppeld zijn aan gemeenten. Dit leidt tot financiële consequenties in het reguliere beleid (denk aan bijstandsuitkeringen en re-integratie) als gevolg van extra werkzaamheden. Hierover hebben het Rijk en VNG afspraken gemaakt in het bestuursakkoord (najaar 2015) en het uitwer-kingsakkoord (voorjaar 2016). In de kadernota is opgenomen dat met de meicirculaire duidelijkheid gegeven zou worden over de financiële afspraken tussen Rijk en VNG. Dit is niet gebeurd. Rijk en VNG hebben kenbaar gemaakt de gemeenten in de sep-tembercirculaire te informeren en te komen met een “geld volgt statushouder”-regeling. De verwachting is dat de financiën, die aan de afspraken verbonden zijn, toereikend zijn. De gemeenteraad wordt aan het einde van het vierde kwar-taal geïnformeerd over de “geld volgt statushouder”-regeling in combinatie met de uitvoering van de motie over integratie en participatie (motie M6, kadernota 2017-2020).

Energieneutraal 2035De gemeente heeft de ambitie om de opwekking van duurza-me energie in Veenendaal te vergroten en ernaar te streven om in 2035 evenveel duurzame energie op te wekken als er in Veenendaal gebruikt wordt. De gemeente heeft op basis van de Startnotitie Een energieneutraal Veenendaal in 2035 ervoor gekozen om een strategisch programma uit te werken met in-put uit de diverse beleidsvelden van de organisatie en input van inwoners, bedrijven en organisaties. Vier pijlers vormen het fundament van het programma: gemeente als voorbeeld,

een integrale aanpak, versterking van de communicatie en een programma voor de jaren 2017-2021.In december 2016 zullen het programmaplan en de budget-aanvraag aan de raad worden voorgelegd.

Toezeggingen aan de raadAan de raad zijn door het college enkele toezeggingen ge-daan. Eén daarvan betreft de “onnodige lucht” uit de begro-ting te halen. Bij het opstellen van de Kadernota 2017-2020 is kritisch gekeken naar de begrotingsposten die de afgelopen jaren een structurele onderuitputting lieten zien. Deze posten zijn in de Kadernota 2017-2020 benoemd onder de dekkings-maatregelen. Een volgende toezegging betreft het maken van verdere autorisatieafspraken (duidelijke scheiding bevoegd-heid college en raad) met de raad bij de nadere ontwikkeling van de P&C cyclus. Deze afspraken zijn onderwerp van ge-sprek geweest tijdens een speciale workshop over de Planning en Controlcyclus 2016 en de raadscommissies van 22 maart 2016 en 21 april 2016. Met de invoering van de wijzigingen van het BBV wordt de positie van de raad versterkt. In de in-leiding van de Programmabegroting 2017 is deze doelstelling nader uitgewerkt. In dit kader krijgt de raad onder meer inzicht in de taakvelden door middel van het “Overzicht geraamde baten en lasten per taakveld” in bijlage 2 bij de begroting. In dit overzicht zijn de lasten en baten per taakveld opgenomen. Deze taakveldindeling is ook opgenomen binnen de begro-tingsprogramma’s, waardoor u op taakveldniveau inzicht hebt in het beleid.

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 6

Financieel perspectief programmabegroting 2017-2020De financiële uitgangspositie voor deze programmabegroting is gebaseerd op het saldo van de Programmabegroting 2016-2019, diverse circulaires van het gemeentefonds, de bestuursrap-portages en de Kadernota 2017-2020 (inclusief amendementen).

Het financiële perspectief voor de komende jaren ziet er samen-vattend als volgt uit:

Bovenstaand meerjarenperspectief geeft voor 2017 een posi-tief saldo en is voor 2017 structureel sluitend. De jaren 2018 tot en met 2020 laten echter ook na verwerking van de meicir-culaire 2016 nog tekorten zien.Er zijn ons tijdens het proces van de 2de bestuursrapportage 2016 ontwikkelingen bekend die gevolgen hebben voor het meerjarenperspectief. Wij vinden het verantwoord deze ont-wikkelingen mee te nemen bij de Programmabegroting 2017.

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Saldo Programmabegroting 2016-2019 -492 -552 -1.559 -1.559 Saldo septembercirculaire 2015 235 691 779 779 Saldo 2e bestuursrapportage 2015 101 101 101 101 Saldo 1e bestuursrapportage 2016 273 401 357 356 Saldo mutaties Kadernota 2017-2020 -105 -913 -234 -96 Totaal saldo Kadernota 2017-2020 12 -272 -556 -419 Effecten amendementen Kadernota 2017-2020 40 40 40 40 Totaal saldo Kadernota 2017-2020 na amendementen 52 -232 -516 -379 Saldo meicirculaire 2016 164 140 112 199

216 -92 -404 -180

Financieel perspectief programmabegroting 2017-2020 (bedragen x € 1.000)

Saldo programmabegroting 2017-2020

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 7

Er zijn ons op dit moment twee ontwikkelingen bekend die van invloed zijn op het financiële perspectief. Het betreft een tekort op het leerlingenvervoer naar aanleiding van een nieuwe aan-besteding en de noodzakelijke aanschaf van de basisregistra-tie NHR (bedrijven).Onze doelstelling is en blijft een meerjarig sluitende begro-ting te houden voor de gemeente Veenendaal zoals in de Kadernota is aangegeven. Wij bieden daarom een sluitend perspectief aan door het budgettair neutraal opnemen van de asielinstroom (statushouders) voor de periode 2018-2020. Bij de Kadernota 2017-2020 zijn alleen de kosten opgenomen voor de jaren 2017-2020. Bij de meicirculaire 2016 is ge-

schat dat we voor 2016 en 2017 extra inkomsten vanwege de verhoogde asielstroom ontvangen. Dit bedrag is voor beide jaren becijferd op € 700.000. Voor de jaren 2018-2020 zijn nog geen gegevens bekend. Zodra er nadere informatie wordt verkregen over de definitieve geldstromen in de komende sep-tember- of decembercirculaire, zal het college de raad hier nader over informeren, waarbij gelijktijdig het meerjarenper-spectief wordt aangepast.

Naar verwerking van deze ontwikkelingen ziet het perspectief er als volgt uit:

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Saldo Programmabegroting 2016-2019 -492 -552 -1.559 -1.559 Saldo septembercirculaire 2015 235 691 779 779 Saldo 2e bestuursrapportage 2015 101 101 101 101 Saldo 1e bestuursrapportage 2016 273 401 357 356 Saldo mutaties Kadernota 2017-2020 -105 -913 -234 -96 Totaal saldo Kadernota 2017-2020 12 -272 -556 -419 Effecten amendementen Kadernota 2017-2020 40 40 40 40 Totaal saldo Kadernota 2017-2020 na amendementen 52 -232 -516 -379 Saldo meicirculaire 2016 164 140 112 199

216 -92 -404 -180

Ontwikkelingen:Hogere lasten leerlingenvervoer -79 -149 -172 -195 Hogere lasten basisregistraties NHR -12 -12 -12 -12

Voorgestelde maatregel:Statushouders budgettair neutraal opnemen in 2018 t/m 2020 681 707 531

125 428 119 144Saldo na ontwikkelingen/voorgestelde maatregel

Financieel perspectief programmabegroting 2017-2020 (bedragen x € 1.000)

Saldo programmabegroting 2017-2020

Genoemde maatregelen zijn financieel in de Programmabegroting 2017 verwerkt.

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 8

Inleiding 1. Financieel kader

Uitgangspunten begrotingAls algemeen uitgangspunt stellen wij de raad voor te ko-men tot een structureel en reëel sluitende begroting en in-cidentele tekorten te dekken vanuit de algemene reserve.1. Financieel kader

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 9

Technische richtlijnen In overeenstemming met de gebruikelijke werkwijze worden bij de start van de nieuwe begrotingscyclus richtlijnen voor de technische financiële parameters opgesteld. Voor de jaren 2017-2020 zijn de volgende parameters gehanteerd:• Een loonstijging van 2,2% per jaar;• Een prijsstijging van 1,0% per jaar;• Een index van 1% voor de tarieven van de gemeentelijke

heffingen;• Een rentevoet van 2,0% voor aan te trekken financierings-

middelen;• In de kadernota 2017-2020 is in 1e instantie een rente-

voet van 1,26% gehanteerd voor de investeringen in de grondexploitatie. Op basis van de geprognosticeerde meerjarenbalans dient deze rentevoet, conform de recente richtlijnen van het BBV, naar 1,14% te worden bijgesteld. Dit is neutraal in de begroting verwerkt;

• De bouw van gemiddeld 225 woningen per jaar.

De percentages voor de loon- en prijsstijging zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan van 7 maart 2016 van het Centraal Plan Bureau. De index voor de tarieven van de ge-meentelijke heffingen is op de verwachte prijsstijging geba-seerd. De rentevoet van 2,0% is 1,0% lager dan de rentevoet, die voor de begroting 2016-2019 is gehanteerd.

Met ingang van 2016 moet de rentevergoeding voor de in-vesteringen in de grondexploitatie worden bepaald op basis van de voorschriften zoals die zijn opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het rentepercentage voor de grondexploitatie bedraagt hierdoor 1,14%. In de lopende begroting is dit percentage 3,55 %. De verlaging van dit per-centage heeft een nadelig effect op de begroting van baten en lasten van de gemeente en een gunstig effect op de desbetref-fende grondexploitaties.

Omdat er sprake is van een voorzichtig herstel op de woning-markt, is – mede op basis van de werkelijke woningbouwpro-ductie in de afgelopen jaren – een productie van gemiddeld 225 nieuwbouwwoningen per jaar een verantwoorde progno-se. De voorgestelde parameters hebben een gunstig effect op de begroting voor de komende jaren. Dat is vooral een gevolg van de lagere rentelasten.

KadernotaDe effecten van de kadernota 2017-2020 zijn in deze program-mabegroting verwerkt. De kadernota is op 4 juli 2016 door de gemeenteraad vastgesteld. Tijdens de behandeling van de kadernota zijn diverse amendementen aangenomen. De bud-gettaire effecten van deze amendementen (per saldo € 40.000 voordelig) zijn verwerkt in het financiële perspectief.

Actueel financieel perspectief 2016-2020 (na besluitvorming jaarstukken/berap/kadernota)

2017 2018 2019 2020Saldo Kadernota 2017-2020 12 -272 -556 -419

A2: handhaven algemene reserve op € 16,5 miljoenVerhoging rentebaten 60 60 60 60

A4: subsidie gemeentelijke monumentenOnttrekking algemene reserve 125 125Verhoging budget onderhoud monumenten -125 -125

A6: onderwijsfondsOnttrekking algemene reserve 250Verhoging budget onderwijs -250

A7: avontuurlijk spelen en lekker fit schoolpleinenOnttrekking algemene reserve 50Verhoging reserve dekking kapitaallasten -50

A8: realisatie extra kunstgrasvelden DOVO en GVVVOnttrekking algemene reserve 75 75 75Verhoging kapitaallasten sportvelden -75 -75 -75

A9: klanttarief schoonmaakondersteuning handhaven op € 10Effecten worden opgevangen binnen bestaande budget WMO

A13: dialoogavondenVerhoging budget dialoogavonden -20 -20 -20 -20

Effecten aangenomen amendementen 40 40 40 40

Saldo Kadernota 2017-2020 incl. amendementen 52 -232 -516 -379

(Bedragen x € 1.000)

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 10

Gemeentefonds Algemene uitkering gemeentefondsHet gemeentefonds is een zeer belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Het fonds is in omvang de vierde post op de Rijksbegroting. Het financiële perspectief voor de jaren 2017-2020 heeft als voornaamste onderlegger de circulaires van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (september 2015 en mei 2016). Deze circulaires bevatten de kaders van de financiële verhouding tussen het Rijk en de ge-meenten voor de uitkering uit het gemeentefonds in de komen-de jaren. Over deze circulaires hebben wij de raad separaat geïnformeerd.

Meicirculaire 2016De meicirculaire 2016 bevat algemene- en taakmutaties. De taakmutaties (o.a. mutaties in het sociaal domein) hebben nor-maliter geen invloed op het begrotingssaldo en worden binnen de beleidsvelden opgevangen.

De algemene mutaties in de meicirculaire leiden tot een positief budgettair effect (van € 98.000 in 2017, € 140.000 in 2018, € 112.000 in 2019 en €199.000 in 2020).

In 2017 hebben we tevens te maken met een uitname uit het gemeentefonds in verband met de verhoogde asielinstroom. Besloten is om de middelen die te maken hebben met de ver-hoogde asielinstroom apart te zetten en toe te voegen aan de decentralisatie-uitkering die bestemd is voor de extra ge-meentelijke kosten van asielinstroom. In de meicirculaire is de overheveling naar de decentralisatie-uitkering al verwerkt (nadelig effect van € 634.000), maar de verdeling van de decentralisatie-uitkering verhoogde asielinstroom nog niet. Op basis van een eerste berekening ontvangt Veenendaal naar verwachting € 700.000 in 2017 via deze decentralisatie-uit-kering. Met deze berekening is rekening gehouden in het fi-nancieel meerjarenperspectief. In de septembercirculaire 2016

zal waarschijnlijk nadere informatie hierover volgen. Het tota-le budgettaire effect van de meicirculaire 2016 voor 2017 is € 164.000.

BestuursrapportagesIn de 2e bestuursrapportage 2015 en de 1e bestuursrapporta-ge 2016 hebben wij tussentijds verantwoording afgelegd over de afwijkingen in de realisatie van de begroting 2016. Daarin staan ook afwijkingen die een structureel (dus meerjarig) finan-cieel effect hebben. Deze zijn bij `Saldo 2e bestuursrapporta-ge 2015´ en `Saldo 1e bestuursrapportage 2016´ verwerkt.

Lokale belastingen en heffingenDe stijging van de generieke belastingdruk voor de inwoners en bedrijven blijft beperkt. Wij stellen voor de tarieven zoda-nig te indexeren dat de totale opbrengst van de onroerende zaakbelastingen met 1% stijgt. Verder stellen wij voor de ta-rieven van de overige gemeentelijke heffingen eveneens met deze index aan te passen. De tarieven van de afvalstoffen- en rioolheffing zijn van de indexering uitgezonderd. Voor deze tarieven geldt een kostendekkendheid van 100%.

Voor de tarieven voor 2017 verwijzen wij u naar de paragraaf lokale heffingen en de belastingverordening 2017.

Algemene reserveHet minimumniveau van de algemene reserve blijft gehand-haafd op € 16,5 miljoen. De verwachte stand van de algeme-ne reserve vindt u in onderstaand overzicht.

Investeringsplan 2019In bijlage 6 van de programmabegroting treft u het meerjare-ninvesteringsplan 2017-2020 aan. De jaarschijf 2020 is hier-aan toegevoegd. Voor een specificatie van de investeringenverwijzen wij u naar deze bijlage.

Uiteenzetting financiële positie Doorkijk naar de toekomstVoor het sturen op de financiële positie streeft Veenendaal naar:1. Een sluitende begroting.2. Een goed risicomanagement en degelijke weerstandscapa-

citeit.3. Een goede schuldpositie.

De sluitende begroting is hierboven aan de orde geweest, het risicomanagement vindt u hieronder terug. De schuldpositie lijkt te verslechteren door een hoog investeringsvolume. Het is noodzakelijk in 2017 een discussie te voeren over een goede schuldbeheersing van onze gemeente en het hierbij te voeren investeringsbeleid. Het voornemen bestaat om een doorkijk te maken wat er gebeurt met de schuldontwikkeling indien het meerjareninvesteringsplan (MIP) elk jaar volledig zou worden gerealiseerd.

Verloop Algemene reserve 2017 2018 2019 2020Saldo 1 januari 19.192.814 18.481.587 18.016.598 17.960.847 Stortingen 954.215 60.094 50.332 49.217 Beschikkingen -1.665.442 -525.083 -106.083 -31.000 Saldo 31 december 18.481.587 18.016.598 17.960.847 17.979.064

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 11

EMU saldo (x € 1 miljoen) Uit voorgaande berekening blijkt dat de referentiewaarde ge-durende de komende jaren niet wordt overschreden. De afwij-king in 2017 is toe te schrijven aan de restantkredieten uit de voorgaande jaren. Wij zullen op korte termijn gaan onderzoe-ken of we deze restantkredieten fors kunnen reduceren.Een eventuele boete in de vorm van een korting op de alge-mene uitkering lijkt dan nu ook niet aan de orde. Wanneer de staatsschuld oploopt heeft dit effect op de referentiewaarde. Van belang is dit goed te monitoren om een korting op de algemene uitkering te voorkomen.

Risico’s en kanttekeningenDe voornaamste risico’s van de gemeente Veenendaal zijn DEVO, de grondexploitaties en de parkeerexploitatie. Voor een uitgebreidere analyse en beheersmaatregelen verwijzen wij u naar de paragraaf A Weerstandsvermogen en risicobe-heersing.

DEVOOp 3 mei 2016 heeft het college besloten om aan DEVO een nieuwe borgstelling te verstrekken van € 12,2 miljoen voor een periode van 5 jaar. Ook heeft DEVO belangrijke maatregelen genomen om te komen tot een verbetering van de exploita-tie (kapitaalinjectie, uitbreiding aantal woningen, efficiency verbeteringen, tariefaanpassing, lage rente). Als gevolg van deze ontwikkelingen bedraagt het risico dat de gemeente loopt € 4,8 miljoen. Het risico wordt voor 50% afgedekt door de Quattro partijen.

GrondexploitatieDe risico’s op projecten binnen de grondexploitatie bedragen in totaal € 9 miljoen in 2015 (€ 10,4 miljoen in 2014). Op-nieuw zijn alle exploitaties beoordeeld en geactualiseerd naar de laatste stand van zaken. Als gevolg van de verbeterende economie en woningmarkt dalen de risico’s op projecten bin-nen de grondexploitatie substantieel. Na verrekening met de

Berekening EMU saldo begroting 2017

2016 2017 2018 2019 2020

1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -0,1 0,1 0,4 0,1 0,1

2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0

3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2

-4 Uitgaven aan investeringen in (im) materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd -16,0 -24,0 -16,0 -13,0 -18,0

5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte bijdragen van het rijk, de provincie, de Europese unie en overigen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiele vaste activa 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

-7 Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) 5,0 5,0 4,0 1,0 0,0

8b Boekwinst op grondverkopen 0,0 0,0

9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

11b Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Berekend EMU-saldo 1,2 -6,7 0,6 0,3 -5,7

Referentiewaarde -6,7 -6,7 -6,7 -6,7 -6,7

Saldo 7,9 0,0 7,3 7,0 1,0

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 12

risicoreserve grondexploitatie die uitkomt op € 6 miljoen res-teert er een netto risico van € 3 miljoen.

ParkeerexploitatieAls gevolg van het winkelen via internet en de huidige econo-mische situatie blijft de parkeerexploitatie onder druk staan. Hoewel de winkelverkopen door de verbeterende economie aantrekken, blijft het noodzakelijk om maatregelen te nemen die het centrum actief promoten. Een sterker winkelcentrum komt ook de parkeerexploitatie ten goede.Dit neemt niet weg dat het erg lastig is om de technologische en economische ontwikkelingen goed in te schatten. De ge-meente kan hierdoor voor grotere risico’s komen te staan dan nu wordt geschat en waarop de exploitatie wordt gebaseerd. Wij gaan er niet vanuit dat een dergelijk zwaar weer scenario zich zal voordoen maar moeten wel rekening houden met een dergelijk scenario.Het maximale risico wordt bij een negatief scenario van de parkeer exploitatie geschat op € 2,5 miljoen voor een periode van 5 jaar. Het verwachtte risico is geschat op € 2 miljoen. Na de genomen beheersmaatregelen (Veenendaal Winkelstad economisch vitaal!) blijft er voor de komende 5 jaar nog een netto risico bestaan van € 1,5 miljoen.

VastgoedexploitatieDe risico’s van onze vastgoedexploitatie worden per object in de risico inventarisatie opgenomen en zijn daardoor kleiner dan een miljoen euro. Er moeten in zijn totaliteit echter veel

panden worden geherpositioneerd en deze kunnen niet alle-maal tegelijk worden verkocht of herontwikkeld. Dit kan naar de toekomst toe de nodige risico’s met zich mee brengen.

ConclusieWij zijn er naar onze mening in geslaagd de begroting van de gemeente stabiel te houden. Het algemene weerstandsver-mogen van de gemeente is begin 2016 verder verstevigd. Wij blijven sturen op de ontwikkeling van de schuldpositie van de gemeente. Daarbij is een sterke positie van de Algemene Re-serve van belang. Onze doelstelling is en blijft een structureel sluitende begroting te houden voor de gemeente Veenendaal.

Inleiding 1. Financieel kader 2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 13

1. Financieel kader 2. Programmaplan

De begroting is opgebouwd uit de volgende begrotings-programma’s:1. Fysieke leefomgeving2. Economie, Werk en Ontwikkeling3. Sociale leefomgeving4. Burger en Bestuur5. Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien6. Bedrijfsvoering

In dit hoofdstuk beschrijven we per begrotingsprogram-ma de ontwikkelingen die zich binnen het betreffende begrotingsprogramma voordoen. Daarnaast hebben we ook een korte omschrijving van onze visie beschreven en zijn deze vervolgens uitgewerkt op thema’s uitgewerkt naar Ambities en doelen.

De opzet van het overzicht lasten en baten per programma is als volgt:Een meerjarenbegroting van het saldo van de lasten en baten op totaal niveau en op niveau van het programma (Rekening 2015, Begroting 2016, Begroting 2017 t/m Begroting 2020). Daarnaast worden in de tabel ook het bestaande beleid, feiten en ontwikkelingen en ook de mutaties van de reserves van dat programma getoond. Onder het kopje investeringen worden de investeringen 2017 binnen het desbetreffende programma getoond.

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

2. Programmaplan

Inleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

programmabegroting 2017-2020 | 14

Programma 1: Fysieke leefomgeving

VisieWe zetten ons dagelijks in voor de veiligheid, leefbaar-heid in de openbare ruimte en kwaliteit van de leefom-geving van Veenendaal. Het gaat daarbij onder meer om de thema’s wonen, bereikbaarheid, schoon, heel en veilig, groen, milieu en duurzaamheid die we vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het geheel slag-vaardig oppakken.

1. Fysieke leefomgeving

Thema ruimtelijke ontwikkelingBij de ontwikkeling en handhaving van ons ruimtelijk beleid zoeken we de balans tussen het (actief) mogelijk maken c.q. faciliteren van nieuwe ontwikkelingen en de bescherming van algemene en particuliere belangen. We zorgen ervoor dat be-stemmingsplannen actueel zijn en voldoen aan de wettelijke ei-sen. We zijn gestart met de voorbereidingen van de implemen-tatie van de Omgevingswet. Deze wet treedt op zijn vroegst in het voorjaar van 2019 in werking.De gemeente spant zich in om (industrieel) erfgoed in Veenen-daal te behouden. Wonen en leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De kwaliteit van de leefomgeving bepaalt in grote mate het woon-genot van mensen. Als gemeente dragen we zorg voor het bieden van woonruimte aan de doelgroepen die zelf geen ge-schikte woonruimte tegen betaalbare huurprijzen kunnen vin-den, zoals sociale woningbouw en woonvormen met zorg. De samenwerking met corporaties is belangrijk. De veranderingen in het beleid op nationaal niveau leiden tot ingrijpende conse-quenties voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen. Voor de invulling van de huisvesting van deze categorie mensen is nauwe samenwerking met de plaatselijke zorginstellingen nodig. Hierbij sluiten we aan bij de woonvisie.

Thema duurzaamheidDuurzaamheid heeft prioriteit bij zowel het beheer van be-staande woon-, werk-,en recreatiegebieden, als bij de (her)ontwikkeling van nieuwe. De gemeente zet zich in om de op-wekking van duurzame energie in Veenendaal te vergroten en streeft ernaar om in 2035 evenveel duurzame energie op te wekken als er in Veenendaal gebruikt wordt. Het in gang ge-zette actieve beleid gericht op verdergaande scheiding van af-valstromen zetten we ook de komende periode voort. In 2015

is de businesscase voor de verkabeling van de hoogspanning ter consultatie aan de raad voorgelegd. Op dit moment zijn we in afwachting van (nieuwe) besluitvorming in de Eerste en Tweede kamer over de zogenaamde verkabelingsregeling. Een eerder wetsvoorstel over de verkabelingsregeling is eind 2015 door de Eerste Kamer verworpen.Het thema duurzaamheid vindt u in deze Programmabegroting terug in de programma’s Fysieke leefomgeving (programma 1) en Economie, werk en ontwikkeling (programma 2).

Thema openbare ruimteEen goede bereikbaarheid van en in Veenendaal is van belang voor zowel inwoners, bezoekers als ondernemers. We zorgen voor een evenwicht tussen auto’s, openbaar vervoer, fietsers en voetgangers. Naast bereikbaarheid spelen ook veiligheid en doorstroming een belangrijke rol. Bij het maken van keuzes wordt prioriteit gegeven aan de hoofdstructuur van groen en wegen. Hiermee behouden we de groene kwaliteit en verlies aan groen wordt in principe gecompenseerd.

Thema vastgoedDe omvang van de vastgoedportefeuille wordt bepaald door de vraag; “welke maatschappelijke functies, voortvloeiende uit ons beleid, willen wij accommoderen”. De accommodaties in de portefeuille worden efficiënt ingezet en meervoudig gebruik is vanzelfsprekend. We reageren, binnen de kaders, actief op leegstand en vrijkomende accommodaties worden verkocht dan wel via een grond- of vastgoedexploitatie een nieuwe be-stemming gegeven. De kaders zijn of worden vastgelegd in het Accommodatiebeleid 2016, het Strategische kader 2012 (inclusief actualisatie 2016) en het Vastgoedbeheerplan 2017 -2020. In Veenendaal zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 15

voor onze bezoekers. Maatregelen om op termijn tot een kos-tendekkende parkeerexploitatie te komen hebben onvoldoende effect en het prille begin van economisch herstel biedt onvol-doende ruimte. De financiële speelruimte is gering en de mo-gelijkheden zijn beperkt.

Actuele ontwikkelingenMilieukwaliteitsplanHet milieukwaliteitsplan wordt als instrument gehandhaafd tot-dat duidelijk is dat ons milieubeleid goed verankerd is in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan dat de gemeenteraad moet gaan vaststellen vanwege de omgevingswet. De invoe-ring van de Omgevingswet is uitgesteld tot najaar 2019. In 2017 starten we een proces voor de invoering van de Omgevingswet. Het huidige Milieukwaliteitsplan wordt geactualiseerd waarbij we nieuwe ambities zoals klimaatadaptatie een uitwerking gaan geven.

Energieneutraal 2035In 2017 start het eerste vijfjaren programma om te komen tot een energieneutraal Veenendaal in 2035. Dit strategisch vijfjarig programma omvat acties op het gebied van energie-neutraal wonen, energieneutraal werken, duurzame decentrale energievoorzieningen, energieneutrale mobiliteit en een ener-gieneutrale gemeentelijke organisatie.

Inzameling huishoudelijk afvalSinds januari 2016 vindt gescheiden afvalinzameling in Veen-endaal plaats. Deze inzameling heeft een groot positief effect op de afvalscheiding. Het streefpercentage van 65% zoals weergegeven in ons afvalbeleidsplan wordt ruimschoots gere-aliseerd en dus kunnen wij ons gaan richten op het realiseren van de landelijke doelstelling van afvalscheiding van 75%, wat overeenkomt met minder dan 100 kg restafval per inwoner per jaar. De tussenevaluatie januari t/m juni 2016 laat zien dat

Veenendaal in 2016 al uitkomt op de landelijke doelstelling van minder dan 100 kg restafval per persoon per jaar. Het is zaak deze resultaten in 2017 te bestendigen en in de uitvoe-ring aandacht te besteden aan het verder optimaliseren.

ParkeerexploitatieHet tekort op de parkeerexploitatie wordt gedurende de pe-riode 2017-2020 met een aflopend bedrag ten laste van de begroting gebracht. Dit vergt ingrijpende beslissingen. De in-spanningen blijven er daarom intensief op gericht de parkeer-exploi¬tatie te verbeteren. Om deze ambitie te realiseren zijn aanvullende maatregelen genomen bij de behandeling van de Kadernota 2017-2020.

Interventieteam maatschappelijke overlastDe structuur en werkwijze van het interventieteam voor de doel-groep ‘maatschappelijke overlast’ is uitgebreid naar de meest complexe casussen voor zowel volwassenen als voor jeugdi-gen in de leeftijd van 12 tot 23 jaar. Onder verantwoordelijk-heid van de burgemeester voeren deze twee interventieteams procesregie over casussen van cliënten waarbij sprake is van een zeer complexe problematiek op meerdere leefgebieden en waarbij sprake is van een combinatie van zorg én veiligheid. In uw kadernotavergadering van 6 juli 2015 heeft u besloten tot het structureel inrichten van deze interventieteams en daar-voor is structureel € 270.000 beschikbaar gesteld. Op 4 juli 2016 heeft u besloten aanvullend structureel € 55.000 be-schikbaar te stellen ten behoeve van procesondersteuning voor de interventieteams. Het totale benodigde budget komt ten laste van de bestaande budgetten binnen het sociale domein.

OmgevingswetWe bereiden ons projectmatig voor op de inwerkingtreding van de omgevingwet. Op basis van de huidige informatie treedt deze wet op z’n vroegst op 1 januari 2019 in werking. Door de aantrekkende economie neemt het aantal aanvragen omge-

vingsvergunning waarvoor het bestemmingsplan moet worden gewijzigd, toe. In 2017 worden de bestemmingsplannen voor de woongebieden geactualiseerd. Vooruitlopend op het na de inwerkingtreding van de Omgevingswet opstellen van een omge-vingsplan, worden de bestemmingen geüniformeerd en wordt, voor zover mogelijk, geanticipeerd op de Omgevingswet.

Tiny housesVanwege de motie bij de Kadernota wordt onderzoek gedaan naar de implicaties voor Tiny Houses voor de ruimtelijke or-dening en volkshuisvestingsbeleid. Daarbij worden mogelijke locaties in kaart gebracht voor eventuele plaatsing met bijbe-horende financiële consequenties.Tiny Houses hebben een aanmerkelijk kleiner woonoppervlak, maar er wordt niet per se aan woongemak ingeleverd.

Avontuurlijk spelen en lekker fit schoolpleinenHet voorstel om 2 speelvoorzieningen in te richten als Urban Calisthenics wordt uitgewerkt, er vindt overleg plaats om te komen tot een goede locatie. In de loop van 2017 zal hierin een keuze worden gemaakt en de plaatsen volgens afspraak worden ingericht.

Kunstgrasvelden DOVO en GVVVDe aanleg van 2 kunstgrasvelden bij DOVO en GVVV wordt voorbereid. In de loop van 2017 zal de realisatie daadwerke-lijk worden uitgevoerd.

Beheerplan openbare ruimte 2017-2020Begin 2017 zal een nieuw Integraal Beheerplan 2017-2020 worden gepresenteerd, waarin de keuze wordt geboden uit een aantal uitgewerkte scenario’s, met verschillende kwaliteit-sniveaus en de daaraan gekoppelde kosten. De kwaliteitsni-veaus A (voor het centrum en de begraafplaats Munnikenhof) en B voor de woonwijken en de bedrijventerreinen zijn daar dan in meegenomen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 16

Grote financiële veranderingen Met ingang van 1 januari 2016 is het landelijk verplicht om onkruid op straat chemievrij te verwijderen. Hierdoor stijgen de kosten voor de onkruidbestrijding substantieel In het Inte-grale beheerplan Openbare Ruimte is met deze kostenstijging rekening gehouden.

(Maatschappelijke) risico’s met betrekking tot halen ambitieDe duurzaamheidsdoelstellingen zullen voor een belangrijk deel door burgers en bedrijven worden gerealiseerd. De ont-wikkelingen in de (woningbouw)markt zijn hierin sterk bepa-lend. De middelen om een impuls te geven aan deze ambities zijn, in relatie tot de ambitie, vooralsnog beperkt.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 17

ProgrammaFysieke leefomgeving thema Ruimtelijke ontwikkelingen

Ambities 20171. Het ruimtelijk beleid kent een balans tussen de mo-

gelijkheden van nieuwe ontwikkelingen en bescher-ming tegen inbreuk op belangen omwonenden en het algemeen belang.

2. We zetten ons in voor het behoud van cultuurhisto-risch erfgoed.

3. Groen is van grote waarde in het openbaar gebied. 4. Veenendaal heeft een woningvoorraad die aansluit

op de vraag/behoefte van haar inwoners en aan-trekkelijk is voor nieuwe inwoners.

5. Ons grondbeleid is er op gericht om ontwikkelingen waar nodig mogelijk te maken (actief) en faciliterend waar het kan om risico’s te beperken.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 18

Taakvelden

Ruimtelijke ordening

Doel Jaartal Ambitie

We actualiseren de bestemmingsplannen voor de woongebieden Veenendaal-west, Veenendaal-noord en Tussen Grift en Spoor en stellen deze in de tweede helft van 2017 vast. 2017 1

We actualiseren de bestemmingsplannen voor het gebied het Ambacht (2019), Brouwerspoort en de woongebieden Veenendaal-zuid. 2018/2019 1

We begeleiden en toetsen aanvragen tot bestemmingsplanwijzigingen door derden. continu 1

De geografische informatie van de gemeente Veenendaal beheren we zoals vastgelegd in wet- en regelgeving (BAG/BGT). Andere verwante activiteiten (grondtransac-tietekeningen, zakelijkrecht-eigendommen tekeningen, aanwijs kadaster en verwerken revisie beheerkaarten) worden hierin op een doelmatige wijze meegenomen. continu 4

Er is een geo-gebruikersgroep en de besluitvorming voor de aanschaf van een geografisch analysesysteem is afgerond. 2017 4

Cultureel erfgoed

Doel Jaartal Ambitie

We ondersteunen het openstellen van Fort aan de Buursteeg en bezoekerscentrum. 2017 2

We stellen een visie op cultuurhistorisch erfgoed vast in de loop van het jaar, gericht op het beter behouden van dit erfgoed. Tevens wordt hierbij het bij de kadernota 2017-2020 aangenomen amendement voor een subsidieverordening gemeentelijke monumenten betrokken. 2017 2

Wonen en bouwen

Doel Jaartal Ambitie

We voeren het Spoorboekje Woonvisie 2014-2019 uit, waaronder een plan voor wonen met zorg en een plan voor ouderenhuisvesting. 2017 4

We maken jaarlijks prestatieafspraken met de corporaties en huurdersverenigingen en voeren deze uit. continu 4

Wij houden toezicht en handhaven conform het in 2015 vastgestelde toezichtsprotocol. continu 1

We verlenen omgevingsvergunningen conform het in 2015 vastgesteld toetsingsprotocol. continu 1

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 19

Beleidsindicatoren

Taakvelden

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

36 8. Vhrosv Nieuwbouw woningen

aantal per 1.000 woningen

ABF - Systeem Woningvoorraad

Het aantal nieuw-bouwwoningen, per 1.000 woningen.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

16,7

Grondexploitaties (niet bedrijventerreinen)

Doel Jaartal Ambitie

We voeren de vastgestelde grondexploitaties uit binnen de totale financiële kaders van het grondbedrijf. 2017 5

We zorgen voor een goed portfoliomanagement, in combinatie met het vrijkomend vastgoed gericht op zoveel mogelijk laten aansluiten van vraag en aanbod. 2017 5

Onze grondexploitaties dragen bij aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. 2017 5

De grondexploitaties en bijbehorende administratie worden beoordeeld en waar nodig aangepast om te voldoen aan de voorschriften ten gevolge van de invoering van de wet op de Vennootschapsbelasting. 2017 5

Toelichting beleidsindicatoren:36. Nieuwbouw woningen: we verwachten in 2017 aan nieuw woningen: 448. We hebben 26.760 woningen in onze voor-

raad. 448 delen door 26,760 = 16.7. In de begroting is voor het financiële perspectief rekening gehouden met een toename van 225 woningen in 2017 om de

structurele kosten en opbrengsten zodanig te begroten dat een grote mate van zekerheid is dat deze ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. In de nieuwbouwprognose is in tegenstelling tot het financiële perspectief rekening gehouden met een toename 448. Daarbij is ook de opgaaf van derde partijen meegewogen. Er zijn echter diverse projecten aanwezig waarbij het risico zich voor kan doen dat oplevering van de woningen niet in 2017 gerealiseerd wordt. Dit kan bijvoorbeeld nog afhankelijk zijn van een te verlenen omgevingsvergunning of voldoende verkoop. In het kader van betrouwbare overheidsfinanciën hebben we er voor gekozen om in het financiële perspectief rekening te houden met een toename van 225 woningen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 20

ProgrammaFysieke leefomgeving thema Duurzaamheid

Ambities 20171. Veenendaal is in 2035 energieneutraal.2. Veenendaal heeft een duurzame en milieuvriendelijke

leefomgeving.3. Het voorkomen dan wel beperken van het ontstaan

van afvalstoffen. Het onvermijdbare aangeboden afval wordt zoveel mogelijk hergebruikt of nuttig toe-gepast.

4. Wij voldoen aan de landelijke criteria voor afval-scheiding.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 21

Taakvelden

Milieubeheer

Doel Jaartal Ambitie

We geven uitwerking aan de te behalen prestaties van het strategisch programma om in 2035 energieneutraal te zijn. 2017 1

De gemeente heeft een klimaatneutrale organisatie met zo min mogelijk compensatiemaatregelen. 2017 1

De openbare verlichting heeft ten opzichte van 2013 10% energie bespaard. Deze besparing komt als gevolg van het dimmen van de verlichting en de invoering van LED verlichting. 2017 1

Onze handhavers en toezichthouders kennen de afdwingbare energiemaatregelen en stimuleren het nemen van extra maatregelen. continu 1

Wij faciliteren duurzame mobiliteit door het opzetten en in stand houden van een laad palennetwerk voor elektrische auto’s in de openbare ruimte. We verwachten 8 aanvragen voor openbare laadpunten in de openbare ruimte. 2017 2

We geven uitwerking aan de te behalen prestaties van het geactualiseerde milieu kwaliteitsplan. 2017 2

Via het programma Energieneutraal 2035 is onderzocht of de mogelijkheden van de Nederlandse investeringsinstelling kunnen worden ingezet. 2017-2021 1

In opdracht van regio FoodValley maken wij een regionale energievisie. 2017 1

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

34 7. Volksgezondheid en Milieu

Hernieuwbare elek-triciteit % RWS Leefomgeving

Hernieuwbare elektriciteit is elektrici-teit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa.

Toelichting beleidsindicatoren:34. Hernieuwbare elektriciteit: Het is niet mogelijk om een goede uitgangswaarde (als 0 meting) vast te stellen. De beschikbare

gegevens lopen te ver achter. Voor volgend jaar wordt een betrouwbaar kengetal ontwikkeld.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

nnb

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 22

Taakvelden

Afval

Doel Jaartal Ambitie

In 2017 bestendigen wij het resultaat van 2016 (75% afvalscheiding en <100 kg restafval per inwoner per jaar). 2017 4

De hoeveelheid zwerfvuil en via de openbare ruimte ingezameld afval is maximaal 2 kg per inwoner per jaar. 2017-2018 3

Wij faciliteren de verenigingen, kerken en scholen bij het afvoeren van hun ingezamelde plastic, metalen verpakkingen en drankkartons. 2017 3

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

33 7. Volksgezondheid en Milieu

Huishoudelijk restafval kg CBS - Statistiek Huis-

houdelijk afvalDe hoeveelheid restafval per bewoner per jaar (kg)

Toelichting beleidsindicatoren:33. Huishoudelijk restafval: De tabel laat zien dat Veenendaal in 2016 de VANG doelstelling 2020 van 75% afval scheiden

haalt wat overeen komt met minder dan 100 kg restafval per inwoner per jaar.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

189 96 <100

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 23

ProgrammaFysieke leefomgeving thema Openbare ruimte

Ambities 20171. De inwoners en bedrijven ervaren de leefomgeving

in Veenendaal als schoon, veilig, duurzaam en mili-euvriendelijk.

2. We faciliteren een betrouwbare bereikbaarheid voor alle modaliteiten ten behoeve van het sociaal en economisch functioneren van de gemeente, reke-ning houdend met aspecten van verkeersveiligheid en leefbaarheid.

3. Het groenareaal in Veenendaal wordt behouden en waar mogelijk tijdelijk extra groen toegevoegd.

4. Onze geografische informatie is geschikt voor lande-lijk gebruik.

5. Er zijn voldoende betaalbare parkeerplaatsen in het centrum van Veenendaal.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 24

Taakvelden

Verkeer en vervoer

Doel Jaartal Ambitie

In 2017 is er een Integraal beheerplan voor de openbare ruimte met de kaders voor het beheerniveau van de openbare ruimte. 2017 1 / 3

Wij beheren de openbare ruimte: de winkelcentra op A-niveau. De overige delen op B- en C-niveau zoals vastgelegd in het Integraal beheerplan. Na vaststelling van het Integraalbeheerplan 2017-2020 wordt er beheerd in overeenstemming met de daarin vastgesteld kaders. Continu 1

Samen met scholen, verenigingen en andere betrokken partijen worden acties ingezet om het zwerfvuil in Veenendaal op te ruimen. Continu 1

In samenspraak met bewoners komen wij tot meer verkeersveilige oplossingen voor door hen als onveilig beschouwde situaties. Voor de door de inwoners als grootst ervaren knelpunt komen we tot een beter ontwerp en met een realistische planning voor de aanpak. 2017 2

De reistijd naar onze economische centra mag niet meer dan drie minuten hoger liggen dan tijdens rustige perioden, in overeenstemming met het GVVP. Continu 2

De beschikbaarheid van goede parkeerplaatsen wordt tweejaarlijks aangetoond door een parkeerdrukmeting. 2018 1 / 5

Een verkeersveilig wegennetwerk voor alle verkeersdeelnemers binnen de gemeente en het beperken van negatieve invloeden van verkeer bij het beheer van de open-bare ruimte (werk met werk maken). continu 2

De Prins Bernhardlaan vanaf het centrum tot en met de kruising Bevrijdingslaan/ Kleine Beer is verkeersveilig en heeft de komende 15 jaar geen onderhoud nodig. 2017 2

In het belang van een goede bereikbaarheid van onze economische centra en van onze inwoners en de inwoners van Veenendaal adviseren wij de provincie Utrecht over de maatregelen aan de Rondweg Oost. 2017 2

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 25

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

12 2. Verkeer en vervoer

Ziekenhuisopname n.a.v. verkeers-ongeval met een motorvoertuig

% VeiligheidNLals aandeel van het totaal aantal ongevallen dat leidt tot ziekenhuis-opnamen.

13 2. Verkeer en vervoer

Ziekenhuisopname nav vervoersongeval met een fietser

% VeiligheidNLals aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuis-opnamen.

Toelichting beleidsindicatoren:12. Ziekenhuisopname n.a.v. verkeersongeval met een motorvoertuig: De registratie en kwaliteit van beschikbare gegevens is van onvoldoende kwaliteit en daarom is het niet mogelijk

om de streefwaarde te bepalen. De ongevallenregistratie geeft geen constructief beeld van de praktijk.13. Ziekenhuisopname n.a.v. vervoersongeval met een fietser: De registratie en kwaliteit van beschikbare gegevens is van onvoldoende kwaliteit en daarom is het niet mogelijk om de

streefwaarde te bepalen. De ongevallenregistratie geeft geen constructief beeld van de praktijk.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

nnb 7

nnb

Taakvelden

Riolering

Doel Jaartal Ambitie

In 2017 is er, als onderdeel van het Integraal beheerplan voor de openbare ruimte, een gemeentelijke riolerings- en waterplan met kaders en per jaar te benoemen prestaties voor het riool- en waterbeheer. 2017 1

Wij voeren de in het Gemeentelijke riool- en waterplan prestaties voor 2017 uit. 2017 1

Het is duidelijk of een stimuleringregeling voor het vergroenen van particuliere tuinen mogelijk is. Indien mogelijk in combinatie met andere maatregelen die bijdragen aan het beperken van wateroverlast bij extreme buien en de biodiversiteit bevorderen. 2017-2020 1 / 3

Openbaar groen en (openlucht) recreatie

Doel Jaartal Ambitie

Wij hebben voor € 50.000,- twee speelvoorzieningen gerealiseerd, zijnde Urban, Calisthenics, avontuurlijk spelen dan wel lekker fit speelpleinen. 2017 1

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 26

ProgrammaFysieke leefomgeving thema Vastgoed

Ambities 20171. Van beheer naar sturing: vastgoed wordt doelmatig

en efficiënt beheerd en ingezet. Ons vastgoed wordt ingezet voor voorzieningen die we willen faciliteren.

2. Het verminderen van leegstand en onderhoudskosten. 3. De parkeerexploitatie geeft een realistisch beeld van

de te verwachten baten en lasten. We streven naar een sluitende exploitatie.

4. De begraafplaats en het rouwcentrum zijn waardige plekken met een sluitende exploitatie.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 27

Taakvelden

Meerdere taakvelden: Crisisbeheersing en Brandweer, Fysieke bedrijfsinfrastructuur, Onderwijsbeleid en leerlingenzaken, Sportaccommodaties, Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie, Cultureel erfgoed, Samenkracht en burgerparticipatie, Beheer overige gebouwen en gronden, Overhead

Doel Jaartal Ambitie

In 2017 is er accommodatiebeleid, zijn de strategische kader geactualiseerd en is er een vastgoedbeheerplan 2017-2020, met kaders voor het te voeren beleid en per jaar te benoemen prestaties. 2017 1 / 2

Wij voeren de in het accommodatiebeleid en het vastgoedbeheerplan opgenomen prestaties voor 2017 uit. 2017 1 / 2

Alle gemeentelijke objecten waarvoor de komende twee jaar geen te accommoderen functie is toegekend zijn toegewezen aan de strategische voorraad, de lopende grondexploitaties of de verkoopportefeuille (herpositioneren). De portefeuilestrategie wordt actief en integraal uitgevoerd. 2017 -2020 2

Parkeren

Doel Jaartal Ambitie

De aantrekkelijkheid, bereikbaarheid en bekendheid met de adequate parkeervoorzieningen van de gemeente dragen bij aan de economische activiteiten in het winkelcentrum van (de regio van) Veenendaal. continu 3

Met nieuwe en creatieve oplossingen, passende bij de uitstraling van Veenendaal worden de kosten beheerst en de inkomsten vergroot. continu 3

Begraafplaatsen

Doel Jaartal Ambitie

De begraafplaats beheren we op A-niveau. continu 4

Het onderzoek naar de aanwezigheid en het bewaren van monumentale graven is afgerond. De (beheer)kaders zijn aangepast op de uitkomsten van het onderzoek. 2017 4

Het rouwcentrum is in goede staat van onderhoud en ingericht naar de eisen van deze tijd. 2017-2020 4

Er is op langere termijn voldoende ruimte om te begraven. Om dit te monitoren, bepalen wij tweejaarlijks de beschikbare ruimte op de begraafplaats. 2017 4

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 28

Verbonden Partijen ODRUDe Omgevingsdienst Regio Utrecht, ODRU, is betrokken bij de thema’s Ruimtelijke Ontwikkelingen en Duurzaamheid. Zij voert taken uit op het gebied van toezicht en vergunningverle-ning, advisering milieuaspecten bij ruimtelijke plannen en on-dersteuning bij de uitvoering van de doelstellingen duurzaam-heid en klimaat. De ODRU bereidt zich ook voor op de komst van de Omgevingswet. Zij zoekt hierbij de afstemming met de gemeenten en bekijkt wat haar toegevoegde waarde kan zijn zoals het delen van kennis tussen de gemeenten.

Mooi StichtDe welstandscommissie , voorheen WMMN - nu MooiSticht, is aangewezen om uitvoering te geven aan het door de raad vastgestelde welstandsbeleid. Dat gebeurt door beoordeling van bouwplannen in het kader van aanvragen omgevingsver-gunningen.MooiSticht wordt verder betrokken bij het opstellen van beeld-kwaliteitsplannen voor nieuwe ontwikkelingslocaties. Zij heeft een adviserende rol ten aanzien van aanvragen monu-mentenvergunningen voor rijks- en gemeentelijke monumenten. Via de instrumenten van welstandsbeleid, beeldkwaliteitsplan-nen en de adviesrol voor monumenten draagt MooiSticht door expertise bij aan het bewaken van de ruimtelijke kwaliteit van Veenendaal.

ACV en AVUACV en AVU zijn de uitvoerende partijen die de gemeenten ondersteunen bij het realiseren van de doelstelling op het ge-bied van afval en grondstoffen. ACV verzorgt de inzameling en een deel van de communicatie. AVU zorgt voor de verwer-kingscontracten.

DEVODEVO draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doel-stelling om met ingang van 2035 energieneutraliteit te realise-ren. De CO2-uitstoot in Veenendaal-oost (Buurtstede en deel Veenderij) wordt met het duurzame energiesysteem met circa 60% verminderd.

OVODe realisatie van Veenendaal-oost draagt bij aan de vraag naar woningen en voorzieningen vanwege de groei van huis-houdens in Veenendaal.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 29

Lasten en baten programma Fysieke Leefomgeving (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 40.489 33.326 23.595 22.808 22.001 22.127

Feiten en ontwikkelingen

Bijdrage VRU 25 25 25 25

Subsidie monumenten 2017 en 2018 125 125

Invoering Omgevingswet 150 150

Statushouders (zie ook programma's Economie, Werk en Ontwikkeling en Sociale Leefomgeving) 53 34 23 11

subtotaal 0 0 353 334 48 36

Totaal lasten programma 40.489 33.326 23.948 23.142 22.049 22.163

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 31.307 26.231 17.486 16.519 17.838 18.013

Feiten en ontwikkelingen

Aanpassing parkeerexploitatie 2017-2020 -500 -450 -400 -350

Aanpassing vastgoedexploitatie -185 -135 -84 -32

Bijdrage openbare voorzieningen Veenendaal-Oost 2.068 2.067

subtotaal 0 0 1.383 1.482 -484 -382

Totaal baten programma 31.307 26.231 18.869 18.001 17.354 17.631

Saldo programma (voor mutaties reserves) -9.182 -7.095 -5.080 -5.141 -4.696 -4.532

Mutaties reserves programma

beschikkingen 4.810 2.035 1.293 1.371 1.072 1.003

stortingen 6.316 1.044 2.213 2.067 0 0

Saldo programma (na mutaties reserves) -10.688 -6.104 -6.000 -5.837 -3.624 -3.529

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 30

Directe lasten en baten per taakveld Fysieke Leefomgeving

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

0.3Beheer overige gebouwen en gronden

Lasten 126.725 126.327 126.094 125.882

Baten -160.385 -162.070 -163.768 -165.485

Totaal 0.3 -33.660 -35.743 -37.674 -39.603

0.63 Parkeerbelasting Baten -2.327.302 -2.218.872 -2.321.422 -2.398.636

Totaal 0.63 -2.327.302 -2.218.872 -2.321.422 -2.398.636

2.1 Verkeer en vervoer Lasten 6.584.206 6.590.102 6.587.016 6.551.695

Baten -323.350 -326.499 -329.680 -332.892

Totaal 2.1 6.260.856 6.263.603 6.257.336 6.218.803

2.2 Parkeren Lasten 2.392.841 2.424.927 2.446.736 2.467.816

Baten -3.077 -3.108 -3.139 -3.170

Totaal 2.2 2.389.764 2.421.819 2.443.597 2.464.646

3.2 Fysieke bedrijfs- infrastructuur Lasten 308.734 310.997 313.289 315.599

Baten -281.111 -311.744 -343.413 -375.117

Totaal 3.2 27.623 -747 -30.124 -59.518

5.5 Cultureel erfgoed Lasten 193.306 192.775 67.247 66.594

Baten -37.858 -38.175 -38.495 -38.818

Totaal 5.5 155.448 154.600 28.752 27.776

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Lasten 2.180.413 2.179.830 2.182.280 2.196.945

Baten -3.815 -3.854 -3.892 -3.930

Totaal 5.7 2.176.598 2.175.976 2.178.388 2.193.015

7.2 Riolering Lasten 2.150.072 2.205.050 2.374.661 2.438.957

Baten -3.080.926 -3.124.022 -3.302.328 -3.375.408

Totaal 7.2 -930.854 -918.972 -927.667 -936.451

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

7.3 Afval Lasten 5.126.280 5.173.191 5.220.588 5.268.479

Baten -6.836.729 -6.900.266 -6.964.484 -7.029.475

Totaal 7.3 -1.710.449 -1.727.075 -1.743.896 -1.760.996

7.4 Milieubeheer Lasten 776.105 769.220 766.901 773.967

Baten -26.022 -26.343 -26.668 -26.996

Totaal 7.4 750.083 742.877 740.233 746.971

7.5 Begraafplaatsen Lasten 399.067 403.704 413.890 416.665

Baten -830.902 -839.211 -847.605 -856.081

Totaal 7.5 -431.835 -435.507 -433.715 -439.416

8.1 Ruimtelijke Ordening Lasten 274.755 274.891 124.669 125.564

Baten -63.120 -63.750 -64.387 -65.031

Totaal 8.1 211.635 211.141 60.282 60.533

8.2Grondexploitatie (niet bedrijven- terreinen)

Lasten 3.032.895 2.106.321 1.051.777 1.051.795

Baten -3.034.082 -2.107.520 -1.052.988 -1.053.018

Totaal 8.2 -1.187 -1.199 -1.211 -1.223

8.3 Wonen en bouwen Lasten 403.003 384.427 374.240 363.315

Baten -1.860.143 -1.875.737 -1.891.452 -1.907.289

Totaal 8.3 -1.457.140 -1.491.310 -1.517.212 -1.543.974

Totaal 5.079.580 5.140.591 4.695.667 4.531.927

* bij de taakvelden voor kostendekkende tarieven zijn er in dit overzicht meer baten dan lasten getoond. Dit wordt

veroorzaakt omdat conform de voorschriften extracomptabel nog andere kosten mogen worden toegerekend

aan het tarief (overhead, BTW) die niet aan dit taakveld mogen worden toegerekend. Nadere informatie vindt u in

paragraaf G Lokale heffingen 2017.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 31

Investeringen programma Fysieke LeefomgevingFysieke Leefomgeving

Investering 2017Renovatie sportterreinen 162.288Vervanging korfbal kunstgras 112.700Vervanging kunstgras hockey 276.115Vervanging verhardingen sportterreinen 11.270Vervanging vaste toestellen 24.500Vervanging losse toestellen 22.540Inventaris zwembad 30.380Schrobzuigmachine Rembrandt 13.720Schrobzuigmachine Aller Erf 7.840Wegbeheer 3.912.454Rioleringen 3.145.114Uitbreiding Skatebaan 50.000

Totaal 7.768.921

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

1. Fysieke leefomgeving 2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 32

Programma 2: Economie, werk en ontwikkeling

VisieDe belangrijkste pijler voor een gezonde arbeidsmarkt in Veenendaal is een sterk economisch klimaat. Dat be-tekent dat er voortdurende aandacht moet zijn voor een goed ondernemersklimaat en een goede invulling van de werkgeversdienstverlening. De kansen die de huidige economische opleving biedt, grijpen we aan om de loka-le en de regionale economie te versterken. Dat is nood-zakelijk om ondernemers en daarmee werkgelegenheid in Veenendaal te behouden. Ook de ontwikkeling van mensen maakt daar onderdeel van uit.

2. Economie, Werk en Ontwikkeling

Thema economische ontwikkelingSamen met partners als het georganiseerde bedrijfsleven (BKV, coöperatieve verenigingen op de bedrijventerreinen, ICT Val-ley, ZZP Valley), onderwijs en cultuur werken wij aan de Kracht van ondernemend Veenendaal. Binnen de hoofdthema’s Profi-lering, Vestigingsklimaat en Werk voeren we een scala aan –vaak gezamenlijke- projecten uit. Hoofddoel van alle activi-teiten genoemd in De Kracht van Ondernemend Veenendaal is het behouden en uitbreiden van de werkgelegenheid in Veen-endaal. Dit document is nader uitgewerkt met zoveel mogelijk SMART-geformuleerde indicatoren, waar relevant gebaseerd op een SWOT-analyse.

Wij hebben een groot belang bij een goed lopend centrum. Directe belangen zijn onder meer de ontwikkeling van Brou-werspoort, de werkgelegenheid (ca. 4.000 banen) die het centrum biedt, de opbrengst van de OZB niet-woningen en de exploitatie van de parkeerterreinen en –garages. Indirectdraagt een aantrekkelijk kernwinkelgebied bij aan het woon-plezier van inwoners waardoor Veenendaal aantrekkelijk blijft als woongemeente. Met alle partners zetten we in op een opti-male uitvoering van het integraal actieplan ‘Winkelstad Veen-endaal, economisch vitaal’ en de ICT-visie. De Stichting Pro-motie Veenendaal ondersteunt daarbij, net als bij de verdere profilering van onze bedrijventerreinen. Met het Innovatiefonds willen we de verbinding tussen cultuur en economie kunnen stimuleren en versterken.

Thema participatieBinnen de Participatiewet geldt als leidend principe het active-ren van mensen die aan de kant staan. We willen nadrukkelijk werkgevers en werkzoekenden met elkaar verbinden en onder-steuning bieden aan mensen die dat echt nodig hebben. Voor

mensen die geen of onvoldoende arbeidsvermogen hebben, gaan we verder op zoek naar middelen om hun participatie in welke vorm dan ook te ontwikkelen. Het bedrijfsleven, maat-schappelijke organisaties en de sociale werkvoorziening (SW) betrekken we daarbij, waarbij we van ons SW-bedrijf een ac-tievere externe oriëntatie verwachten.

Veenendaal werkt samen in de Arbeidsmarktregio Foodval-ley aan een groot aantal thema’s, die worden opgepakt in de zogenaamde Triple Helix van onderwijs, ondernemers en overheid. Hierbij streven we naar een inclusieve arbeidsmarkt. Met onze regionale overheidspartners geven we vorm aan het Werkgeversservicepunt Foodvalley, dat het expertisecentrum voor personeelsvraagstukken in de regio moet zijn. Door sa-menwerking hopen we op een hogere uitstroom van mensen uit de uitkering. In de regio, en in het bijzonder met Rhenen en Renswoude ge-ven we vorm aan de inclusieve arbeidsmarkt. Deze inclusieve arbeidsmarkt is noodzakelijk door de situatie die is ontstaan met de invoering van de Participatiewet, waaronder het stop-pen van de instroom in de sociale werkvoorziening. Keuzes die we hierin gaan maken zullen ook ons sw-bedrijf IW4 gaan raken. Het is van belang om op een effectieve en efficiënte wijze in te zetten op (duurzame) voorzieningen voor de partici-patie van de gemeentelijke doelgroepen.

Ook personen met een laag inkomen en/of schulden moeten kunnen participeren. We kennen een activerend minimabeleid, zodat iedereen kan deelnemen aan maatschappelijke of spor-tieve activiteiten. Het hebben van schulden kan belemmerend werken in het participeren of re-integreren. Samen met het Bud-get Advies Centrum (BAC) en lokale partijen ondersteunen we personen met schulden in het oplossen of hanteerbaar maken

1. Fysieke leefomgeving

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 33

van de schuldenproblematiek.

Thema onderwijs en ontwikkelingHet onderwijs, de kinderopvangorganisaties en de gemeente willen dat alle Veenendaalse kinderen en jongeren volop kan-sen krijgen om zichzelf te ontwikkelen en hun talenten te benut-ten. Op deze manier kunnen kinderen en jongeren zich goed voorbereiden op een plek binnen de maatschappij die opti-maal bij hen past. De kans wordt hierdoor vergroot dat zij een goed en voor hen zo hoog mogelijk onderwijsniveau kunnen behalen, waar een startkwalificatie onderdeel van uitmaakt. De aansluiting van de kinderopvangorganisaties bij de Lokale Educatieve Agenda (LEA) draagt bij aan de doorlopende leer- en ontwikkellijn die we in Veenendaal belangrijk vinden. De verbinding in de nieuwe LEA met de decentralisaties in het soci-aal domein, de wet Passend Onderwijs en de (deels onzekere ontwikkeling) Onderwijsachterstandenbeleid zijn van groot be-lang, omdat op die terreinen de gemeente en betrokken part-ners elkaar direct nodig hebben. In 2017 zal het Ministerie van OCW de nieuwe beleidsuitgangspunten en de berekening van het budget voor Onderwijsachterstandenbeleid bekend maken. Wij vinden dat voorschoolse voorzieningen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, onderwijsachterstanden voorkomen en er voor zorgen dat kinderen een goede start maken op de basisschool. Peuters van niet-werkende ouders hebben geen recht op kinderopvangtoeslag en als er ook geen recht op VVE-subsidie bestaat, vallen deze kinderen tussen het wal en schip. Om het mogelijk te maken dat ook deze peuters gebruik kunnen maken van een voorschoolse voorziening heeft het Rijk vanaf mei 2016 extra middelen gefaseerd toegevoegd aan het gemeentefonds. We verwachten dat we eind 2016 een plan van aanpak hebben opgesteld om in de loop van 2017 het mogelijk te maken dat ook de peuters van niet-wer-kende ouders gebruik kunnen maken van een voorschoolse voorziening. Een complicerende factor is het vaststellen van het inkomen van de ouders. Bij de toekenning heeft het ministerie

van SZW daar geen richtlijnen voor meegegeven.

Voor ontwikkeling van mensen richten we ons op aansluiting tussen de vraag vanuit de werkgevers en de opleidingsrichting vanuit het onderwijs. Bestuurlijk en ambtelijk participeren we actief in de regionale triple-helix-arbeidsmarkttafel We bevor-deren hiermee de verbinding tussen onderwijs, ondernemers en overheid en daarmee het goed functioneren van de ar-beidsmarkt. Beheersing van de Nederlandse taal blijft onze aandacht vragen. Zonder beheersing van de Nederlandse taal zijn de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk kleiner. We zien het als vanzelfsprekend dat ieder kind de ondersteuning krijgt die nodig is om mee te kunnen komen op school. We richten onze aandacht, naast de beheersing van de Nederlandse taal, op de verdere ontwikkeling van volwasseneducatie.

Actuele ontwikkelingenBeschut Werk De staatssecretaris hoopt er met een (voorgenomen) wetswijzi-ging voor te zorgen dat er meer gebruik wordt gemaakt van beschut werk. Dit zal gevolgen hebben voor de aanwending van het Participatiebudget. Opgemerkt moet worden dat we ook in de periode voor de wetswijziging de voorziening in willen zetten maar dat er erg weinig mensen blijken te zijn die een indicatie krijgen van het UWV.

StatushoudersOok in 2017 verwachten we een toestroom van statushouders. Deze inwoners van Veenendaal hebben recht op huisvesting en inkomensondersteuning. Het is belangrijk dat statushouders zo snel mogelijk ook volwaardig deelnemen aan onze maat-schappij. Het deelnemen aan het arbeidsproces is daarbij een van de belangrijkste onderdelen. Door het Rijk, VNG, Divosa, COA, UWV, sociale partners en vluchtelingen organisaties is nu (zomer 2016) een methodiek in ontwikkeling om vroegtijdig de competenties, het arbeidsprofiel en de opleiding van status-

houders te inventariseren. We verwachten dat de implementa-tie van deze methodiek in het najaar van 2016 kan starten. Dit traject kan ook bijdragen aan een betere matching tussen arbeidspotentieel van de statushouder en de arbeidsmarkt van de gemeente en of regio. Daarnaast zal Veenendaal (ook in Foodvalley verband) zich richten op de groep statushouders die reeds in 2015 en 2016 is ingestroomd. De verwachte fi-nanciële effecten als gevolg van de verhoogde asielinstroom (2017: € 358.000) zijn binnen de verschillende programma’s verwerkt.

TegenprestatieVoor de uitvoering Tegenprestatie is in de Kadernota 2016-2019 budget beschikbaar gesteld. In het eerste kwartaal van 2017 wordt de uitvoering Tegenprestatie geëvalueerd. Daarbij worden ook de kosten voor de uitvoering betrokken.

Wet taaleisVoor de uitvoering van de wet Taaleis is door het Rijk een zeer beperkt budget beschikbaar gesteld. Dit is toegevoegd aan het budget voor de bedrijfsvoering ten behoeve van de uitvoering van de wet. De kosten van de af te nemen taaltoetsen worden ten laste gebracht van het Participatiebudget.

Begeleiding doelgroep Participatiewerk naar werkDe kosten voor begeleiding van de nieuwe doelgroepen on-der de Participatiewet (voormalig Wajong en SW) worden ten laste gebracht van het Participatiebudget (raming: € 125.000 per jaar, 2 fte).

Nazorg ParticipatiewetNa plaatsing van een Participatiewetklant op een reguliere werkplek wordt nazorg ingezet. De kosten hiervan worden ten laste gebracht van het Participatiebudget (raming: € 80.000 per jaar, 1 fte).

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 34

De Kracht van ondernemend VeenendaalIn onze jaarlijkse evaluatie van de Kracht van ondernemend Veenendaal (KVOV) met alle relevante stakeholders zullen we de belangrijkste projecten en initiatieven tegen het licht hou-den. Het gaat hier niet alleen om initiatieven die wij trekken, maar zeker ook om initiatieven van het bedrijfsleven. Doen we de goede dingen om de werkgelegenheid te stimuleren? En doen we die dingen dan ook goed?Mede op basis van die evaluatie zullen we nieuwe prioriteiten benoemen en in gezamenlijkheid projecten oppakken.

InnovatiefondsMet het Innovatiefonds willen we –samen met Rabobank Val-lei & Rijn- de cultuur en economie in Veenendaal versterken. Zodra er aanvragen worden ingediend bij het Innovatiefonds wordt bezien of een voorziening (ter dekking van een mogelijk verlies) opgevoerd moet worden.

Winkelstad Veenendaal economisch vitaal!In vervolg op het initiatiefvoorstel Winkelstad Veenendaal eco-nomisch vitaal hebben wij samen met de betrokken partijen in het centrum een Integraal actieplan kernwinkelgebied opge-steld. In de decemberraad 2016 wordt dit actieplan ter besluit-vorming voorgelegd. Naar verwachting zal voor een aantal activiteiten (aanvullende) financiering nodig zijn. Bij de be-sluitvorming over de plannen wordt deze financiering betrok-ken. In 2017 voeren wij het vastgestelde integrale actieplan kernwinkelgebied uit. Het belangrijkste effect van het integrale actieplan is een economisch vitaal centrum wat voor ons een belangrijk onderdeel is voor een vitale economie.

Bedrijventerrein De KlompVoor de ontwikkeling van bedrijventerrein De Klomp is de inzet van de gemeente gericht op het behoud van werkgelegenheid voor Veenendaal en de regio. Waar mogelijk richten we ons op economische groei. (Naar verwachting zal de gemeente

Ede met Veenendaal afspraken willen maken over de grondex-ploitatie).

ICTEr wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 vastgestelde ICT-visie. Belangrijke elementen waar we uitvoering aan geven zijn het aangaan en versterken van de relatie met het bedrijfs-leven voor een impuls in de ICT-werkgelegenheid. Daarnaast verkennen we, in nauwe samenspraak bedrijfsleven en met lokale en regionale onderwijsinstellingen het ontwikkelen van nieuwe ICT-opleidingen om de instroom in het onderwijs te vergroten. Naast deze samenwerkingsvormen starten we de eerste verkenningen voor het realiseren van een ICT-campus in Veenendaal. In 2017 wordt een tussenevaluatie opgesteld van deze visie.

ArbeidsmarktIn 2017 krijgt de arbeidsmarkttafel Foodvalley verder vorm. De gemeenten nemen hieraan deel, samen met partners uit het onderwijs en sociale partners. Hoewel de ‘tafel’ zelf geen projecten op zal pakken zullen er door de intensivering van de samenwerking wel nieuwe projecten ontstaan. Die zouden kunnen gaan over de banenafspraak, maar ook over arbeids-marktdiscriminatie, werk-naar-werktrajecten en kwetsbare jon-geren.

Integrale KindcentraIn 2016 is de beleidsnotitie ‘Integrale Kindcentra (IKC) in Veen-endaal’ vastgesteld. De beleidsnotitie beschrijft de uitgangs-punten voor de IKC ontwikkeling en de beoogde kenmerken van een Veenendaals IKC. Binnen een IKC in Veenendaal zal in ieder geval samenwerking plaats vinden tussen voorschoolse voorzieningen, het basisonderwijs en eventueel andere kind-functies. Daarbij moet gewerkt gaan worden met een doorlo-pende leer- en ontwikkellijn vanuit een gezamenlijke pedago-gische visie, met als uitgangspunten:

- één gedeelde visie op de ontplooiing en talentontwikkeling van kinderen;

- één plan om te komen tot maximale talentontwikkeling;- één uitstraling, het IKC moet voor de omgeving als een

sterk label worden herkend;- één aansturing, die zorgt voor één visie, één plan en één

uitstraling.

Bij de ontwikkeling van Integrale Kindcentra is de IKC-visie leidend voor het vervolg van de (fysieke) ontwikkelingen. De kernpartners van het IKC (basisonderwijs en voorschoolse voorzieningen) zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van de uitgangspunten tot een gezamenlijke IKC-visie. De gemeen-te Veenendaal heeft hierin een faciliterende rol. In dat kader wordt bij de IKC-vorming vanuit de gemeente een budget ad € 10.400 ter beschikking gesteld voor het inhuren van een IKC-aanjager die de partijen hierin begeleidt. In 2017 wordt de IKC vorming in Veenendaal West en in het Franse Gat uit-gewerkt. Hier ligt een belangrijke relatie met de onderwijshuis-vesting.

Lokaal onderwijsbeleidOnderwijsachterstandenbeleidDe verwachting is dat halverwege 2017 het ministerie de hoogte van het budget en de beleidsuitgangspunten bekend maakt van de middelen voor Onderwijsachterstandenbeleid. Op dat moment wordt samen met de schoolbesturen en kinder-opvangorganisaties het Onderwijsachterstandenbeleid vorm gegeven.

Voorschoolse voorzieningenIn de loop van 2017 zullen peuters van niet-werkende ouders ook gebruik kunnen gaan maken van een voorschoolse voor-ziening. In de meicirculaire 2016 zijn door het ministerie extra middelen toegekend voor het uitbreiden van het voorschoolse aanbod voor peuters waarvan de ouders geen kinderopvang-

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 35

toeslagrecht hebben. Hiervoor zijn met ingang van mei 2016 extra middelen toegevoegd aan het gemeentefonds welke jaar-lijks verder toenemen.

Voortijdig schoolverlatenOok in 2017 blijven we inzetten op een daling van het aan-tal voortijdig schoolverlaters. Voor sommige jongeren is ech-ter een startkwalificatie niet haalbaar. Ook deze kwetsbare jongeren hebben het recht om zo goed mogelijk voorbereid te worden op hun toekomst. De aanpak voor deze jongeren pakken we op met het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) voor voortijdig schoolverlaters. We willen voor jongeren in een kwetsbare positie een sluitend regionaal vangnet. De verbinding tussen RMC en diverse nieuwe partners (zoals prak-tijkonderwijs, speciaal onderwijs en dagbesteding) wordt in 2017 verder versterkt. In 2017 wordt de samenwerking tussen het RMC en het arbeidsmarktdomein verstevigd en neemt het RMC deel aan de arbeidsmarkttafel.

OnderwijshuisvestingSamen met schoolbesturen blijven we investeren in kwalitatieve, functionele, eigentijdse scholen, die de diverse onderwijskun-dige en maatschappelijke vraagstukken aankunnen. Belangrijk onderdeel van het in 2015 vastgestelde Integraal Huisvestings-plan (IHP) zijn de Integrale Kind Centra (IKC). Deze dragen bij aan de ambitie van de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn van kinderen. Naast het IHP streven wij naar het efficiënt en doelmatig inzetten van onze accommodaties. Om de onder-wijsambitie waar te maken, de aanwezige leegstand terug te dringen en de huidige portefeuille te verjongen is het nood-zakelijk om de bestaande onderwijshuisvestingsportefeuille te herschikken. Door de portefeuille fasegewijs te vervangen / vernieuwen kan de gemeente de kosten beter spreiden (en dra-gen) en wordt voorkomen dat de (hoge) gemeentelijke lasten op één moment dan wel in een zeer korte periode moeten wor-den gedragen. Hiervoor is samen met de schoolbesturen een

uitvoeringsagenda opgesteld. Voor een drietal projecten uit het IHP wordt in 2017 een voorbereidingskrediet aangevraagd: IKC Veenendaal West (2018), IKC Franse Gat (2018) en de huisvesting CLV (2020).

OnderwijsfondsOp 4 juli is bij de bespreking van de kadernota het amen-dement voor de instelling van een “Onderwijsfonds” aange-nomen. Er wordt een eenmalig budget van € 250.000 be-schikbaar gesteld met als voorwaarde dat een co financiering van 50% wordt gerealiseerd. Het budget wordt beschikbaar gesteld met als doel om het ICT gebruik in het onderwijs te stimuleren en het voor het onderwijs mogelijk te maken om aan te sluiten bij projecten op het gebied van ICT. Door deze impuls willen we bereiken dat de positie van leerlingen op de lokale arbeidsmarkt wordt vergroot. Om uitvoering te geven aan dit amendement zullen de randvoorwaarden voor de co financiering goed moeten worden uitgewerkt. Co financiering via de scholen moet nog besproken worden met de scholen. Daarnaast willen we ook bekijken of aansluiting bij andere partijen zoals ondernemers en ondersteuning vanuit de EBU tot de mogelijkheden behoort en zoeken we waar mogelijk aansluiting bij het project ICT Campus.

VolwasseneducatieVolwasseneneducatie vergt een intensivering van de beleidsin-zet. Dit komt onder andere voort uit afschaffing van gedwon-gen winkelnering en regionalisering binnen Volwassenenedu-catie, het realiseren en coördineren van informeel taalaanbod in een Taalhuis (in de Cultuurfabriek), het aanbesteden van diensten (incl. nieuwe en kwalitatief hogere eisen aan het ge-vraagde aanbod). Daarnaast zal door het toenemend aantal statushouders een grotere groep inwoners een beroep doen op volwasseneducatie. Structurele inzet op monitoring en sturing op realisatie en kwaliteit van het aanbod is noodzakelijk. Voor de beleidsinzet op het dossier Volwasseneneducatie /

Taalonderwijs is in de kadernota 2017-2020 ten behoeve van formatie-uitbreiding € 20.000 per jaar beschikbaar gesteld (0,25 fte).

Randvoorwaarden en uitgangspuntenIn deze begroting gaan we uit van het huidige regeringsbe-leid. Uiteraard kunnen de verkiezingen in 2017 consequenties hebben voor de (relatief nieuwe en in ontwikkeling zijnde) Par-ticipatiewet.

Grote financiële veranderingen Aanbesteding Leerlingenvervoer In de eerste helft van 2016 is het vervoer van leerlingen (die niet zelfstandig naar school kunnen reizen) voor de gemeenten Rhenen en Veenendaal opnieuw aanbesteed. Hierdoor zal met ingang van het nieuwe schooljaar 2016-2017 het leerlingen-vervoer door Noot Personenvervoer van Willemsen de Koning worden overgenomen. Het jaar 2017 is het eerste volledige kalenderjaar dat op basis van het nieuwe contract wordt gere-den. In de 2e bestuursrapportage 2016 is gemeld dat de uit-gaven voor leerlingenvervoer onder het nieuwe contract zullen stijgen. Het structurele effect is in deze Programmabegroting verwerkt. De intentie is uitgesproken dat leerlingenvervoer per augustus 2018 wordt georganiseerd via de Regiecentrale ba-sismobiliteit. In 2017 wordt dit onderzocht.

Sociale werkvoorzieningDe exploitatie van werkvoorzieningsbedrijf IW4 wordt nega-tief beïnvloed door twee zaken: het stoppen van de instroom van sw’ers sinds 1 januari 2015 en het in fases afbouwen van de subsidie per sw’er. Deze ontwikkelingen hebben er mede toe geleid dat aan een nieuw model wordt gewerkt, met als uitgangspunt een inclusieve arbeidsmarkt. Het algemeen bestuur heeft IW4 opdracht gegeven om de exploitatie - naast de jaarlijkse bijdrage van de deelnemen-de gemeenten - sluitend te laten zijn. Als mededeelnemer in

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 36

de gemeenschappelijke regeling is de Gemeente Veenendaal (indirect) aansprakelijk voor tekorten bij het werkvoorzienings-bedrijf.

BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten)De regeling Buig (voor bijstandsuitgaven) is een openeindere-geling met een begroting van ca. € 18 miljoen. Veenendaal is al jarenlang een zogenaamde nadeelgemeente (bijstands-uitgaven > rijksbudget). Ook voor 2017 houden wij er reke-ning mee dat in dat jaar opnieuw een tekort zal ontstaan. Net als voorgaande jaren wordt in dat geval waar mogelijk een beroep gedaan op de zogenaamde vangnetregeling van het Rijk. De voorwaarden om voor de lasten in 2017 in aanmer-king te komen voor de Vangnetregeling Buig-budget zijn nog onbekend. Mogelijk wijken deze af van de voorwaarden voor 2016. Het financiële effect hiervan kan daarom momenteel nog niet worden ingeschat.

(Maatschappelijke) risico’s met betrekking tot halen ambitieEen inclusieve arbeidsmarkt gaat over meer dan alleen de baanafspraak, hoewel deze baanafspraak de grootste risico’s met zich meebrengt. Het is van belang om al onze klanten optimaal in beeld te hebben en bedrijven moeten vanuit hun rol voldoende banen beschikbaar stellen. Het risico is dat we regionaal niet aan het aantal van 440 extra banen voor men-sen met een arbeidsbeperking komen.

Indien de re-integratie van statushouders langer duurt dan ver-wacht of tot onvoldoende resultaat leidt, kan dit (langdurig) financiële gevolgen hebben (tekorten BUIG budget).

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 37

Programma Economie, werk en ontwikkeling thema Economische ontwikkeling

Ambities 20171. We zetten ons ervoor in dat Veenendaal een aan-

trekkelijke en levendige winkelstad blijft, met o.a. goede winkel-, horeca- en marktvoorzieningen met een breed aanbod.

2. We zetten ons in voor een optimaal vestigingsklimaat.3. Onze ambitie is om in 2018 de MKB-vriendelijkste

gemeente van de provincie Utrecht te zijn.4. We willen de positie van Veenendaal als ICT-centrum

van de Regio Food Valley behouden en verder uit-bouwen. We maken zichtbaar hoe ICT kan worden ingezet voor realisatie van nieuwe producten en diensten in Veenendaal. ICT-profilering zorgt voor extra bedrijven en (kwalitatief hoogwaardige) werk-gelegenheid.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 38

Taakvelden

Economische ontwikkeling

Doel Jaartal Ambitie

In vervolg op het initiatiefvoorstel Winkelstad Veenendaal economisch vitaal hebben wij samen met de betrokken partijen in het centrum een Integraal actieplan kernwinkelgebied opgesteld. In de decemberraad 2016 wordt dit actieplan ter besluitvorming voorgelegd. In 2017 voeren wij het vastgestelde integrale actieplan kernwinkelgebied uit.

2017 1

In overleg met alle betrokken partijen wordt de warenmarkt in 2017 verzelfstandigd. Tevens wordt werk gemaakt van een compacte opstelling, mogelijk door aanpas-sing van het straatmeubilair. Hiervoor wordt in het tweede kwartaal een voorstel aan de Raad gedaan. 2017 1

We zorgen voor een veilige inrichting van de markt (gebruiksvergunning). continu 1

Vanuit het innovatiefonds financieren we minimaal vier initiatieven die de economie van Veenendaal een stimulans geven. 2017 2

We voeren het project werkgeversdienstverlening (o.a. werkgeverservicepunt en accountmanagement) uit. continu 2

We onderzoeken op welke punten de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers kan worden verbeterd en gebruiken daar de MKB-meter voor. In de tweede helft van 2016 wordt de ranglijst en benchmark bekend gemaakt. Daarna stellen wij de prioriteiten op en in 2017 worden deze geïmplementeerd. 2017 2, 3

We starten met een ICT Lab Foodvalley: een plek waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar ontmoeten. Waar studenten makkelijk bij bedrijven binnen kunnen stappen en bedrijven mee kunnen praten over het onderwijsaanbod. Het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen trekken dit traject. In 2017 wordt een tussenevaluatie gemaakt en een voorstel voor een vervolg gedaan.

2017 3, 4

We faciliteren het maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen door het bedrijfsleven, onder meer door mee te werken aan de BKV-business School , Samen voor Veenendaal, de Beursvloer en initiatieven rond het zijn van Fairtrade gemeente. Continu 2

We verbeteren de openbare ruimte op De Compagnie. In het najaar 2016 wordt hiertoe gestart met een eerste fase. Daarnaast worden gesprekken gevoerd met vastgoedeigenaren om op pandniveau te bekijken hoe bijvoorbeeld een pand kan worden ingevuld. Doel is om het aantal geheel of gedeeltelijke, leegstaande panden in 2017 terug te brengen naar 4 panden (betreft een halvering ten opzichte van de leegstand medio 2016).

2017 2

We inventariseren de mogelijke invullingen van leegstaande panden. Door daarnaast gesprekken te voeren met de vastgoedeigenaren wordt gestreefd de kantoren-leegstand van 29% (stand 1 januari 2016) in 2017 terug te brengen naar 19%. 2017 2

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 39

Toelichting beleidsindicatoren:14. Functiemenging: Veenendaal is een werkgemeente. We streven naar een situatie waarin er minimaal zoveel banen als woningen zijn.15. Bruto gemeentelijk Product: We streven ernaar dat het BGP minimaal zo groot is als verwacht mag worden gezien het aantal banen.16. Vestigingen: Het aantal bedrijfsvestigingen zegt weinig en is lastig in te schatten (denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen van de groei van het aantal ZZP’ers. Dit zorgde de laatste jaren voor

een groeiend aantal vestigingen. Met een opbloeiende economie is de kans reëel dat een aanzienlijk aantal ZZP’ers weer in loondienst zal gaan werken). De ingevoerde waarde ligt in lijn met de landelijke ontwikkelingen.

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

14 3. Econo-mie Functiemenging % LISA

De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tus-sen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.

15 3. Econo-mieBruto gemeentelijk product (verwacht/gemeten)

index Atlas voor Gemeen-ten

Bruto gemeentelijk product (BGP) is het product van de toegevoegde waarde per baan en het aantal banen in een gemeente. De ver-houdingswaarde tussen verwacht BGP en gemeten BGP geeft aan of er boven verwachting (<100) of beneden verwachting (>100) wordt gepresteerd.

16 3. Econo-mie Vestigingen per 1.000 inw 15-64jr LISA

Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

49,9 50,0 51,3

100

117,7 120,0 122,4

Taakvelden

Bedrijfsloket- en regelingen

Doel Jaartal Ambitie

We onderhouden het ondernemersfonds door het als bevoegde partij heffen van reclamebelasting en het doorzetten van beschikbare middelen voor ondernemend Veenendaal (o.a. Promotie Veenendaal, Winkelstad Veenendaal). 2017 3

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 40

Programma Economie, werk en ontwikkeling thema Participatie

Ambities 20171. Meer dan nu is er in Veenendaal een inclusieve arbeids-

markt: iedereen doet mee. We willen dat minder inwoners van Veenendaal afhankelijk zijn van een uitkering doordat ze werk hebben. Als dat niet mogelijk is zetten we in op participatie in de samenleving of het verrichten van een tegenprestatie.

2. We willen mensen sociaal activeren, waardoor ze een trede op de participatieladder bereiken waarbij uitstroom naar werk mogelijk wordt.

3. We willen een toekomstbestendige sociale werkvoor-ziening.

4. In de Arbeidsmarktregio FoodValley groeit de werk-gelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking. Samen met UWV en sw-bedrijven werken de gemeenten hierin optimaal samen met het bedrijfsleven.

5. Het huidige niveau van het minimabeleid blijft ge-waarborgd en het is lonend om van een uitkering naar werk te gaan (activerend minimabeleid).

6. We bevorderen een verdere integrale aanpak van vraagstukken in het sociaal domein.

7. In 2017 hanteren we een gerichte re-integratie/ participatieaanpak voor kwetsbare jongeren en status-houders.

8. In 2017 meten we systematisch de effectiviteit van reïntegratieinstrumenten.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 41

Taakvelden

Inkomensregelingen

Doel Jaartal Ambitie

De preventie op instroom in de bijstand bedraagt minimaal 35% (in dit preventiequotum nemen we ‘nieuwe doelgroepen’ en statushouders niet mee). 2017 1

Van de nieuwe instroom is minimaal 40% binnen 6 maanden weer uitgestroomd. 2017 1

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

23 6. Sociaal domein % kinderen in uitke-ringsgezin % Verwey Jonker Insti-

tuut - Kinderen in Tel

Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen.

27 6. Sociaal domein Bijstandsuitkeringen

aantal per 10.000 inwo-ners 18jr en ouder

CBS - Participatie Wet

Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

5,4

383,2 383,2 398,7

Toelichting beleidsindicatoren:23. % kinderen in uitkeringsgezin: Naar verwachting zal het bijstandsvolume stabiliseren. Hierdoor stabiliseert naar verwachting

het % kinderen in een uitkeringsgezin. 27. bijstandsuitkeringen: De werkloosheid zal naar verwachting dalen in 2017. Beleidseffecten zorgen echter voor extra in-

stroom in de bijstand van mensen die voorheen recht gehad zouden hebben op een Wajong-uitkering of sociale werkplek en die nu tot de doelgroep van de Participatiewet behoren. Ook is er sprake van een verhoogde instroom van asielzoekers. Bovendien stijgt de pensioengerechtigde leeftijd. Naar verwachting zal het aantal bijstandsuitkeringen gaandeweg stabiliseren.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 42

Taakvelden

Maatwerkdienstverlening 18+

Doel Jaartal Ambitie

In 2017 geven we uitvoering aan het beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020.

In het beleidsplan zijn de volgende twee projecten genoemd:

Pilot Dragonder zuidDit plan gaat uit van een proactieve, preventieve, integrale en wijkgerichte aanpak van de armoede- en schuldenproblematiek. Het richt zich met name op de doel-groep jongeren, ouderen en laag geletterden. In dit plan participeren diverse lokale partijen.

Voor aanvullende financiering zal een beroep worden gedaan op de rijksregeling “ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegen-gaan van armoede- en schuldenproblematiek”. Indien deze rijkssubsidie niet wordt toegekend zal voor dat deel binnen de gemeentelijke begroting middelen worden vrijgemaakt.

Beter BeschermingsbewindWe gaan in gesprek met schuldhulpverleningsorganisaties, bewindvoerders en rechtbanken over de inzet van voorzieningen voor de financieel kwetsbare doelgroep.

Doel is om in het tweede kwartaal een voorliggende voorziening voor beschermingsbewind te hebben, die bekend is bij bewindsvoerders en de rechtbank. Hiermee wordt het groeiend beroep op beschermingsbewind verminderd.

2017 5

70% van de schuldregelingen door het Budget Advies Centrum (BAC) wordt succesvol afgerond (vooraf bepaald doel is behaald). 2017 6

Binnen de integrale aanpak kwetsbare jongeren zorgen we er voor dat we jongeren (18+) ondersteunen met maatwerk. continu 1, 2

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 43

Taakvelden

Arbeidsparticipatie

Doel Jaartal Ambitie

We helpen 100 klanten aan regulier werk (+25% t.o.v. doel 2016). 2017 1

Minimaal 50% van de deelnemers DWP is tevreden over de inhoud van het aangeboden traject. 2017 1

Minimaal 50% van de deelnemers DWP geeft aan dat de deelname de kans op werk/participatie heeft vergroot. 2017 1

We zorgen ervoor dat we bijstandsafhankelijken tenminste 1x per jaar spreken. continu 1

In 2017 wordt bij uitstroom van de klant de effectiviteit van ingezette trajecten en de klanttevredenheid onderzocht.In 2017 meten we systematisch de effectiviteit van reïntegratieinstrumenten. 2017 1,8

Wij organiseren regelmatig activiteiten voor werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te laten uitstromen zoals arbeidsmarktinitiatieven, werkervaringsplaatsen en looskostensubsidies. 2017 4

We hebben –samen met het Regionaal Werkbedrijf en het bedrijfsleven- tot en met 2017 600 mensen uit de regio (met een arbeidshandicap) op een reguliere arbeidsplaats geplaatst. continu 1, 2

We zorgen dat werkfitte kandidaten in beeld zijn zodat matching met werkaanbod direct plaats kan vinden. Continu 2

Op de brede regionale arbeidsmarkttafel identificeren we met onze partners problemen op de arbeidsmarkt en bedenken we oplossingen. Hierbij gaat het om onderwerpen als Aanpak Jeugdwerkloosheid, inclusieve arbeidsmarkt, werk naar werk en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. continu 1, 2, 4

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 44

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

21 6. Sociaal domein Banenaantal per 1.000 inwoners

LISA Het aantal banen, per 1.000 inwo-ners in de leeftijd van 15-64 jaar.

24 6. Sociaal domein Netto arbeidsparti-cipatie % CBS – Arbeids-

deel-name

Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking.

26 6. Sociaal domein % werkloze jongeren % Verwey Jonker Insti-tuut - Kinderen in Tel

Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar).

28 6. Sociaal domein Lopende re-integra-tievoorzieningen

per 10.000 inw 15-65jr

CBS - Participatie Wet

Het aantal lopende re-integratievoor-zieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

645,5 648,4 721,7

65,9 66,8 65,4

0,9

252,6 260,0 249,8

Toelichting beleidsindicatoren:21. Banen: Het door de raad vastgesteld doel is dat wij in 2018 net zoveel of meer banen hebben als in 2014. Insteek is om dit al in 2017 te bereiken.24. Netto arbeidsparticipatie: Volgt uit de Kracht van ondernemend Veenendaal.26. % werkloze jongeren: Het bekende lokale percentage ligt beduidend lager dan het landelijke percentage. We streven er naar om hetzelfde niveau vast te houden.28. Lopende re-integratievoorzieningen: In 2016 spreken we alle bijstandsgerechtigden. Indien personen niet in aanmerking komen voor ontheffing van de re-integratieplicht wordt een re-integratie-

voorziening ingezet. Hierdoor stijgt het aantal lopende re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.

Begeleide participatie

Doel Jaartal Ambitie

Van alle uitkeringsgerechtigden zonder ontheffing participeert minimaal 90% tenminste 4-8 uur per week actief in de maatschappij (inkomsten uit arbeid, vrijwilligers-werk, mantelzorg, tegenprestatie). 2017 2

Voor elke statushouder en kwetsbare jongere wordt een plan van aanpak opgesteld met daarin concreet geformuleerde doelen ten aanzien van opleiding, participatie, (re)integratie of baan en de daarbij behorende acties. continu 2

Op basis van een raadsconsultatie eind 2016 maken het algemeen bestuur en de raad van commissarissen van IW4 een implementatieplan voor het bedrijf, dat zo snel mogelijk wordt uitgevoerd om tot een gezonde bedrijfsvoering te komen. 2017 3

In het eerste kwartaal van 2017 wordt de uitvoering tegenprestatie opnieuw geëvalueerd. Daarbij worden ook de kosten voor de uitvoering betrokken. 2017 7

Taakvelden

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 45

Programma Economie, werk en ontwikkeling thema Ontwikkeling

Ambities 20171

1. Jongeren verlaten het onderwijs met minimaal een startkwalificatie.

2. Iedere jeugdige krijgt de ondersteuning en kansen die nodig zijn om zich optimaal te kunnen ontwikkelen op school (passend onderwijs).

3. Alle kinderen van 0-13 jaar volgen een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn.

4. We realiseren een optimaal voorzieningenniveau, dat aansluit bij de huidige en toekomstige onder-wijsconcepten.

5. Alle onderwijs is voor iedereen bereikbaar in de zin van vervoer, thuisnabij en identiteit.

6. De gemeente bevordert dat onderwijs en bedrijfsleven elkaar weten te vinden in de regio.

1 De ambities en doelen uit de programmabegroting zijn vertaald

in de 4 jarige beleidskaders op prestatieniveau. Concretisering

vindt op dat niveau plaats en wordt zichtbaar in de bestuurs-

rapportage. Het tussentijds wijzigen van ambities en doelen zou

betekenen dat beleidskaders en dus voortgang daarop niet meer

aansluit.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 46

Taakvelden

Openbaar basisonderwijs

Doel Jaartal Ambitie

We zien toe op de continuïteit van het openbaar basisonderwijs. continu 5

Onderwijshuisvesting

Doel Jaartal Ambitie

Voorbereiding IKC Veenendaal West, IKC Franse Gat en huisvesting CLV (gebouw A). 2017/2018 3-4

Realisatie 2e fase van het ontmoetingshuis. 2017 3-4

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 47

Taakvelden

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Doel Jaartal Ambitie

We beschikken over een compleet en complementair aanbod , zodat we in kunnen spelen op alle behoeften van kinderen en jongeren. continu 2, 5

We zorgen er voor dat er voldoende passend en thuis nabij onderwijs is. continu 2, 3

We voorkomen voortijdige schooluitval/thuiszitters door preventieve inzet van leerplicht- en RMC beleid. We streven ernaar dat 75% van de meldingen preventief zijn gedaan. 2017/2021 1

We zetten actief in op de relatie met de arbeidsmarkt zodat opleidingen passen bij de behoefte van de markt. 2017/2021 1, 2, 5, 6

We zorgen voor een sluitende aanpak van de kwetsbare jongeren. 2017/2018 2, 3, 5, 6

We zorgen voor het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. We bieden voor- en vroegschoolse educatie (VVE) inclusief ouderprogramma’s, schakelklas-sen en taalklas voor asielzoekers- en vluchtelingenkinderen aan. We zorgen voor voldoende gediplomeerde VVE medewerkers.

We streven ernaar dat het percentage leerlingen (4-12 jaar) in het primair onderwijs dat kans heeft op een leerachterstand daalt.

2017/2020 1, 2

We zorgen er voor dat het onderwijs bijdraagt aan een gezonde leefstijl en cultuur- en beweegprogramma’s ter bevordering van de ontwikkeling, participatie en gezondheid van de kinderen en leerlingen. 2017/2021 2, 4

We zorgen voor een goede aansluiting en afstemming tussen het sociaal domein en (passend) onderwijs en kinderopvangorganisaties. continu 2, 3

De doorgaande leer en ontwikkellijn voor elk kind is een voorwaarde waardoor we er voor zorgen dat alle kinderen en leerlingen volop kansen krijgen om zichtzelf te ontwikkelen en hun talenten te benutten. Dit realiseren we door de vorming van Integrale Kindcentra . We starten met de voorbereiding van een IKC in Veenendaal West en Franse Gat.

2017/2018 3, 4

We laten leerlingen zo zelfstandig mogelijk reizen (door motiveringsgesprekken en “Samen reizen met”) als voorbereiding op de participatie in de maatschappij. continue 5

We zorgen voor een veilige schoolomgeving, waar b ij we aandacht besteden aan veilige fietsroutes, maar ook aan preventie, vroegsignalering en betrokkenheid van partners in de wijk bij signalen van radicalisering en polarisatie. 2017 2

Regionaal bevorderen we de verbinding tussen onderwijs, ondernemers en overheid om de arbeidsmarkt te verbeteren. continue 6

We zien toe op de continuïteit van het openbaar voortgezet onderwijs en vervullen voor het Rembrandt College de bestuur rol. continu 5

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 48

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

17 4. Onderwijs Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen aantal DUO - Dienst Uitvoe-

ring Onderwijs

Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen.

18 4. Onderwijs Relatief verzuim per 1.000 leerlingen aantal DUO - Dienst Uitvoe-

ring Onderwijs

Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen.

19 4. OnderwijsVoortijdige school-verlaters totaal (VO + MBO) %

% DUO - Dienst Uitvoe-ring Onderwijs

Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortij-dig, dat wil zeggen zonder startkwa-lificatie, het onderwijs verlaat.

25 6. Sociaal domein % achterstandsleer-lingen % Verwey Jonker Insti-

tuut - Kinderen in Tel

Het percentage leerlingen (4-12 jaar) in het primair onderwijs dat kans heeft op een leerachterstand.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

1,17 1,17

27,0 33,0

1,4 1,4

11,0 11,0 11,0

Toelichting beleidsindicatoren:17. Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen: er zijn ongeveer 13.000 leerlingen in Veenendaal. We gaan uit van gelijkblij-

vende aantallen absoluut verzuim voor komend schooljaar.18. Relatief verzuim per 1.000 leerlingen: We verwachten een kleine stijging van het relatief verzuim, omdat we zien dat

de scholen beter melden. 19. Voortijdige schoolverlaters totaal: het percentage voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2014/15 ten opzichte

van schooljaar 2013/14 met 0,2% gedaald. We streven er naar om het aantal VSV’ers verder terug te dringen. Cijfers worden per schooljaar verwerkt. Voor het schooljaar 2015/16 zijn de aantallen nog niet bekend.

25. % achterstandsleerlingen: De verwachting is dat het aantal leerlingen met een kans op achterstanden wordt ingeschat op 11 á 12%. Dit percentage is gebaseerd op het aantal geregistreerde gewichtenleerlingen (bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van ouders) op 1 oktober 2015 in het primair onderwijs in Veenendaal. De verwachting is dat het percentage gelijk blijft omdat het opleidingsniveau van ouders op korte termijn niet te beïnvloeden is. We zetten in op het voorkomen van achterstanden bij deze kinderen.

Verbonden partijen

IW4IW4 speelt een belangrijke rol in het realiseren van de inclu-sieve arbeidsmarkt. Zij kunnen hun eigen werknemers detache-ren of begeleid laten werken, waardoor zij in een reguliere omgeving terecht komen. Ook is de expertise die IW4 heeft, in de begeleiding van de doelgroep waar een baanafspraak voor wordt gemaakt, essentieel om ervoor te zorgen dat deze doelgroep duurzaam aan het werk komt.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 49

Lasten en baten programma Economie, Werk en Ontwikkeling (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 50.249 46.759 48.949 47.757 47.550 47.347

Feiten en ontwikkelingen

Onderwijsfonds 250

Onderwijshuisvesting Ontmoetingshuis 55 55 55 55

Openhouden Kwintelooijen 35 35 35

Statushouders (zie ook programma’s Fysieke Leefomgeving en Sociale Leefomgeving) 215 587 664 520

subtotaal 0 520 677 754 610

Totaal lasten programma 50.249 46.759 49.469 48.434 48.304 47.957

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 28.883 26.465 28.470 28.142 28.243 28.345

Totaal baten programma 28.883 26.465 28.470 28.142 28.243 28.345

Saldo programma (voor mutaties reserves) -21.366 -20.294 -20.998 -20.292 -20.061 -19.612

Mutaties reserves programma

beschikkingen 1.107 684 1.228 887 722 722

stortingen 413 94 199 200 201 202

Saldo programma (na mutaties reserves) -20.672 -19.704 -19.969 -19.605 -19.540 -19.092

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 50

Directe lasten en baten per taakveld Economie, Werk en Ontwikkeling

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

3.1 Economische ontwikkeling Lasten 162.361 163.435 164.518 165.614

Baten -90.900 -91.809 -92.727 -93.654

Totaal 3.1 71.461 71.626 71.791

3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 559.571 560.016 560.467 560.922

Baten -13.540 -13.675 -13.812 -13.950

Totaal 3.3 546.031 546.341 546.655 546.972

3.4 Economische promotie Lasten 247.840 250.014 252.412 254.909

Totaal 3.4 247.840 250.014 252.412

4.2 Onderwijs- huisvesting Lasten 5.254.114 5.189.524 5.144.799 5.104.170

Baten -445.016 -448.336 -451.690 -455.077

Totaal 4.2 4.809.098 4.741.188 4.693.109

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 11.095.287 10.769.651 10.898.061 11.027.525

Baten -9.947.754 -9.793.291 -9.889.783 -9.987.240

Totaal 4.3 1.147.533 976.360 1.008.278

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Lasten 145.954 59.194 59.436 59.680

Totaal 5.7 145.954 59.194 59.436 59.680

6.3 Inkomensregelingen Lasten 22.096.607 21.867.907 22.026.073

Baten -17.795.203 -17.795.203 -17.795.203 -17.795.203

Totaal 6.3 4.301.404 4.072.704 4.230.870 4.126.202

6.4 Begeleide participatie Lasten 7.962.630 7.461.196 7.079.798

Totaal 6.4 7.962.630 7.461.196 7.079.798 6.723.436

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

6.5 Arbeidsparticipatie Lasten 1.381.047 1.548.501 1.552.547 1.569.047

Baten -177.934 0 0 0

Totaal 6.5 1.203.113 1.548.501 1.552.547 1.569.047

6.71 Maatwerk-dienstverlening 18+ Lasten 563.206 564.423 565.653 570.702

Totaal 6.71 563.206 564.423 565.653 570.702

Totaal 20.998.270 20.291.547 20.060.549 19.612.286

Economie, Werk en Ontwikkeling

Investering 2017Onderwijshuisvesting 2017 490.000

Totaal 490.000

Investeringen programma Economie, Werk en Ontwikkeling

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 51

Programma 3: Sociale leefomgeving

VisieMet ingang van 2015 zijn de taken van de gemeente in het Sociaal Domein binnen dit programma uitgebreid als gevolg van de invoering van de Jeugdwet en de over-dracht van de taken van de AWBZ naar de Wmo. Voor de gemeente zien wij daarbij kansen en uitdagingen. Kansen om dichtbij goede ondersteuning te verlenen en de uitdaging om dit te doen binnen de wettelijke en fi-nanciële kaders. Er is bij alle hierbij betrokken partijen veel aandacht voor het verlenen en bieden van kwali-tatief goede Wmo-ondersteuning of jeugdhulp en een efficiënte organisatie daarvan.

Sport, cultuur, recreatie en evenementen zijn bij de taken van belangrijke toegevoegde waarde. Sport heeft een preventieve functie en stimuleert naast de sociale ook de emotionele en fysieke ontwikkeling, van in het bijzon-der jeugd en jongeren. We bevorderen breedtesport en scheppen mogelijkheden voor sport en bewegen. Uit-gangspunt is dat sport voor iedereen bereikbaar moet zijn. Daarnaast leveren cultuur, recreatie en evenemen-ten een belangrijke bijdrage aan de aantrekkingskracht van Veenendaal voor inwoners en voor mensen van bui-ten. Voor de uitvoering van al deze taken geldt dat we inwoners en professionals stimuleren om de eigen kracht zo optimaal mogelijk in te zetten en hen ondersteunen waar dat noodzakelijk is. Voor iedereen betekent dit een kanteling in denken en handelen. Voor de gemeente ver-andert de rol van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving

Thema WMO

Actuele ontwikkelingen WMOSchoonmaakondersteuning In 2017 moet een keuze worden gemaakt over het verlengen van de huidige contracten met zorgpartners of dat we een nieuwe aanbesteding uitschrijven. Bij een nieuwe aanbeste-ding is er de mogelijkheid de huidige indeling in algemene en maatwerkvoorzieningen te herijken. In 2017 houden we het klanttarief voor inwoners voor de algemene voorziening schoonmaakondersteuning op € 10,-. Voor cliënten blijven hiermee de voorwaarden uit 2016 hetzelfde. We bepalen in 2017 het klanttarief voor 2018. Verder indexeren we in 2017 de tarieven voor schoonmaakondersteuning die we aan onze zorgpartners betalen. Op deze wijze komen we met deze partijen op reële tarieven conform de code verantwoordelijk marktgedrag thuisondersteuning.

Indexering Wmo-zorgaanbieders In 2016 zijn de tarieven voor zorgaanbieders van de immateri-ele maatwerkvoorzieningen niet geïndexeerd. In 2017 indexe-ren we de tarieven waardoor we op een reële manier omgaan met de betaling aan zorgpartners. Dit komt de kwaliteit van de ondersteuning ten goede en we voldoen hierdoor meer aan de eisen rondom verantwoordelijk opdrachtgeverschap. Ook is in de meicirculaire vanuit het Rijk voor de Wmo huishoudelijke hulp, loon- en prijscompensatie 2016 uitgekeerd.

Collectief vraagafhankelijk vervoer / basismobiliteit Het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) van de Wmo wordt nu aangeboden via de Regiotaxi Gelderland. Met in-gang van 1 januari 2017 wordt dit vervoer georganiseerd via de regiecentrale basismobiliteit. De verantwoordelijkheid voor

de organisatie van het vervoer verschuift van de provincie naar de regio. Hiermee ontstaat voor de regiogemeenten de gele-genheid om vervoerstromen efficiënt te combineren.

Wmo-Hulpmiddelen In 2013 zijn de Wmo-hulpmiddelen aanbesteed. Door de (voor ons) gunstige marktomstandigheden hebben we bij deze aanbesteding een scherpe prijs vast kunnen leggen. Het huidi-ge contract met de aanbieder loopt in april 2017 af. Daarom bereiden we samen met de gemeenten Rhenen en Renswoude een nieuwe gezamenlijke aanbesteding voor. Door de lande-lijke trend van prijsstijgingen op de markt van hulpmiddelen zal de prijs de komende jaren beduidend hoger uitvallen. De stijging wordt binnen het Wmo-budget opgevangen.

Toekomstagenda informele zorg en extra ondersteuning vrijwilligersorganisaties In de eerste helft van 2016 is een Toekomstagenda Informele Zorg opgesteld in samenspraak met mantelzorgers en zorgvrij-willigers. In 2017 wordt verder uitvoering gegeven aan de ac-ties uit deze agenda. Eén van de acties betreft de behoefte van vrijwilligersorganisaties aan extra ondersteuning. Parallel aan dit traject is door de gemeenteraad, bij vaststelling van de jaar-stukken 2015, een amendement aangenomen om € 100.000 te investeren in ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. Het bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de uitvoerder Welzijn (momenteel Veens). Dit amendement wordt uitgevoerd in het najaar van 2016 en 2017.

Maatschappelijke initiatievenIn 2016 starten we met uitvoering van scenario 1 uit het Wmo-beleid 2016-2019; ‘Stimuleren maatschappelijke ini-tiatieven’. Gezocht wordt naar een vorm van stimuleren die

1. Fysieke leefomgeving

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

tabtekst tabtekst tabtekst tabtekst tabtekst tabtekst

programmabegroting 2017-2020 | 52

aanvullend is op de investering van € 100.000 in vrijwilligers-organisaties (zie boven). Gedacht wordt aan een stimulerende aanpak, waarin inwoners worden uitgedaagd om knelpunten en verbeterwensen in hun omgeving samen op te pakken. In de tweede helft van 2016 wordt een plan van aanpak de aanpak Stimuleren maatschappelijke initiatieven uitgewerkt. In 2017 worden de resultaten hiervan naar verwachting zichtbaar.

Thema Jeugd

Actuele ontwikkelingen JeugdBij het uitvoeren van de Jeugdwet heeft het CJG Veenendaal een prominente rol, zowel in het bieden van jeugdhulp als daar waar het de toeleiding naar tweedelijns jeugdhulp betreft. De komende jaren wordt er intensief samengewerkt met het CJG Veenendaal. Enerzijds van dichtbij sturen op effecten, ander-zijds voldoende ruimte voor inbreng en verbetering om de am-bitie van transformatie samen waar te kunnen maken. Deze vorm past bij de bestuursstijl die gekozen is in de ‘Kracht van Veenendaal’. We zijn open en transparant naar elkaar. We acteren proactief en zijn betrouwbare samenwerkingspartners.In 2016 heeft een uitbreiding binnen het CJG plaatsgevonden door de aanstelling van een Praktijkondersteuner Huisartsen (POH) jeugd-GGZ. Doel hiervan is de doorverwijzing van huis-artsen naar het CJG te stimuleren, een betere aansluiting op zowel de huisartsen als de GGZ-sector te bewerkstelligen en de groei van de tweedelijns j-GGZ terug te dringen. In 2017 zetten we dit beleid door. Voor het terugdringen van het aantal dyslexietrajecten zijn bij het CJG sinds 2016 twee dyslexiedes-kundigen gestart. Zij toetsen of de toeleiding of de gevraag-de hulp effectief zal zijn, of dat alternatieven en/of lichtere vormen van ondersteuning voldoen. Ook dit beleid krijgt een vervolg in 2017.

Per 2016 is voor jeugd de voormalige 2e en 3e lijnszorg in-gekocht via bestuurlijke aanbesteding. Er zijn procesovereen-

komsten voor onbepaalde tijd afgesloten met jeugdhulpaan-bieders. De daarbij horende addenda (per zorgaanbieder) worden voor 2017 aangepast. Voor de ambulante jeugdhulp is het sinds 1 januari 2016 mogelijk om tussentijds een pro-cesovereenkomst af te sluiten (open markt). Voor het product ‘verblijf’ wordt voor 2017 bezien in hoeverre deze markt (voor een deel) open gesteld kan worden. De uitvoering van de Jeugdwet blijft in de jaren 2017 tot en met 2020 in regiover-band plaatsvinden.

De samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley hebben de volgende zeven thema’s vastgesteld binnen de regionale ontwikkelagenda:· Verbindingen binnen jeugdzorg· Vermindering instroom GGZ en brengen van GGZ experti-

se naar de voorkant· Dyslexiezorg· Signalering & expertiseontwikkeling lokale teams (afschalen)· Zorgtafel voor het oplossen van ‘wicked problems’ / lasti-

ge casuïstiek· Kostprijsanalyse t.b.v. toetreding Verblijf· Sturing op outcomeBij het realiseren van de transformatie-doelen wordt nauw sa-mengewerkt met lokale teams, jeugdhulpaanbieders, onder-wijs en overige relevante partners. Uitwerking vindt plaats in regionale werkgroepen, waarde ge-meente Veenendaal in participeert. Alle ontwikkelingen wor-den nauwlettend gevolgd.

De zwaarste vormen van jeugdhulp worden ook voor 2017 bo-venregionaal (met vijf Gelderse regio’s) en landelijk (via VNG) ingekocht.De contracten voor de landelijk ingekochte zorg (VNG) lopen door tot en met 2017. Voor 2018 wordt mogelijk een deel van de landelijk zorg (boven)regionaal ingekocht, dit zal in het kader van efficiëntie en transformatiedoeleinden nader worden bezien.

Regionaal Knooppunt jeugd FoodValleyDe uitgavenraming voor het Regionaal Knooppunt jeugdhulp FV bedraagt voor Veenendaal in 2016 € 349.234. Hiervoor wordt uitvoering gegeven aan de financiële afhandeling van alle jeugdhulp, Interne Controle, inkoopprocessen en het ac-countmanagement. Er zijn afspraken gemaakt voor regionale samenwerking in het Knooppunt tot en met 2020, waarbij in 2018 een tussenevaluatie plaatsvindt, zowel inhoudelijk als financieel. Het budget 2016 geldt als basis voor de bijdrage vanuit Veenendaal aan het Knooppunt tot en met 2018/2020.

Veense KeiHet eerste kwartaal van 2017 zal de aangenomen motie over invoering van de Veense Kei (jeugdlintje) uitgewerkt worden. Er zullen criteria geformuleerd worden waarbij aandacht zal zijn voor bijdrage aan leefbaarheid, samenhang en maat-schappelijk initiatief. De financiële consequenties zullen daar-bij in kaart gebracht worden.

Actuele ontwikkelingen Jeugd en Wmo (Sociaal domein breed)Eind 2015 heeft de gemeente de beleidsplannen voor de Wmo en Jeugd vastgesteld. De nieuwe beleidsplannen richten zich op transformatie naar de gewenste uitvoeringspraktijk. De al in gang gezette veranderingen worden verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Naar aanleiding van de evaluatie van het be-leidsplan jeugd wordt het jeugdbeleid in 2017 geactualiseerd.

Integrale visie sociaal domeinIn 2016 is in samenwerking met betrokkenen de nieuwe visie op het sociaal domein vorm gegeven, de evaluatie van model Veenendaal was hier onderdeel van. De nieuwe visie ligt in 2017 ter vaststelling voor aan de gemeenteraad. In de visie leggen we te bereiken effecten vast. De integrale visie vormt het basisdocument voor het Programma Implementatie Sociaal Domein. In de voorliggende begroting is de financiële dekking van alle

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 53

activiteiten in het sociaal domein ondergebracht in twee pro-gramma’s te weten Economie, werk en ontwikkeling én Sociale Leefomgeving. Vooruitlopend op de vast te stellen visie sociaal domein en met inachtneming van de wens van de gemeente-raad te komen tot ontschotting (kadernota 2017-2020) wordt bij de jaarrekening 2017 verantwoord op het saldo van de budgetten die gerekend worden tot het sociaal domein (de on-derdelen Jeugd, Wmo, BUIG, WSW en re-integratie). Eventue-le tekorten/overschotten per onderdeel worden dan onderling uitgewisseld.

Innovatie agenda Sociaal domeinTransformatie en innovatie zijn sleutelbegrippen in de ontwik-keling van het sociaal domein. Essentieel daarbij is een goe-de samenwerking tussen inwoners, zorgpartijen en gemeen-te. Enerzijds is het de vraag welke bijdrage de inwoners aan Veenendaal in het algemeen en in het bijzonder aan elkaar kunnen leveren. Anderzijds is de gemeente er als vangnet voor mensen die er noch op eigen kracht, noch met hulp van ande-ren uitkomen. Binnen het sociaal domein vinden vele veranderingen plaats. In 2016 is samen met de gecontracteerde WMO- aanbieders (ondersteuning) gestart met een zorginnovatie agenda WMO die inmiddels verbreed is naar het hele sociaal domein. Uit-gangspunten van die agenda zijn: integraal werken, inclusief ondersteuningsaanbod, verschuiven van zware naar lichte zorg en sturen op effecten. In deze agenda kan geëxperimen-teerd worden met pilots, nieuwe werkwijzen en nieuwe ideeën. De innovatieagenda biedt hiervoor het kader in de vorm van een proeftuin.

WijkregieIn de Kadernota 2017-2020 is naar aanleiding van de positie-ve evaluatie besloten de kosten voor wijkregie ad € 194.750 structureel vanaf 2017 op te nemen. Dat betekent dat de werk-zaamheden van de wijkregisseurs worden voortgezet. Op ba-

sis van de in 2016 opgestelde wijkambities zal in 2017 in sa-menwerking met bewoners, wijkteams en andere organisaties de uitvoering worden opgepakt om vorm en inhoud te geven aan deze wijkambities. Verder zullen de wijkregisseurs in 2017 hun werk voortzet-ten om (nieuwe) verbindingen te leggen tussen (zorg)partners werkzaam in de wijken om de samenwerking te verbeteren en te signaleren wat de effecten zijn van de implementatie van het sociaal domein.

Wijkgericht werken en interventieteamBinnen het wijkgericht werken worden de wijkambities omge-zet in een concrete aanpak voor het sociale domein. Met de inzet van de interventieteams (23- én 23+) heeft de gemeente gezorgd voor procesregie op casussen waarbij sprake is van complexe problemen op het gebied van zorg én veiligheid (en schrijnende gevallen) en waarbij de problematiek het reguliere werk van de partners overstijgt. In 2016 en 2017 worden de interventieteams doorontwikkeld met name in de verbinding met lichtere ondersteuning in de wijk. Dekking hiervoor komt mede uit dit programma (wmo en jeugd).

Thema Sport en Cultuur

Actuele ontwikkelingen Sport, Cultuur, Recreatie en EvenementenCultuurHet huidige cultuurbeleid van Veenendaal is opgenomen in de cultuurnota ‘Continuïteit, Participatie, Innovatie’. Deze nota loopt af in 2016. Voor de periode 2017 – 2020 wordt in co-creatie met het brede culturele veld, de inwoners, het be-drijfsleven en de scholen een nieuwe cultuurvisie ontwikkeld. In de Kadernota is opgenomen dat de bezuiniging op cultuur met ingang van 2017 geen doorgang vindt. Voor het jaar 2017 geldt de doelstelling om met 3 impulsen de culturele in-frastructuur van Veenendaal te versterken, te weten: uitbreiding van het programma voor de verlevendiging van het centrum

van Veenendaal, de verdieping van cultuureducatie op basis-scholen en versterking van de publieksfunctie van het Museum. Daarnaast wordt met de ontwikkeling van het pop- en cultuur-podium het cultuuraanbod voor jongeren vergroot. Voor de amateurkunstverenigingen gelden per 1 januari 2017 nieuwe subsidieregels, die kansen bieden om laagdrempelig nieuwe cultuur activiteiten en projecten te ontwikkelen.

EvenementenDe toekenning van subsidies voor evenementen vindt plaats aan de hand van de in de Nota Evenementenbeleid ‘Veenen-daal Verrast’ genoemde kaders. In 2016 is een proef gestart met de invoering van clusters van evenementen. Dit sluit aan op onze wens om meer evenementen in festivalvorm te laten organiseren en de wens van clustering van evenementen en verbetering van de samenwerking tussen organisatoren. Deze proef zal in 2017 geëvalueerd worden.

Openhouden KwintelooijenDe verwachte kosten voor Veenendaal voor onderhoud, be-heer en toezicht van Kwintelooijen bedragen vanaf 2018 naar verwachting € 35.000.

Grote financiële veranderingen Het jaar 2015 was het eerste jaar van de decentralisaties. Het was het jaar waarin de transitie heeft plaatsgevonden. Binnen de decentralisaties heeft de raad een eerste aanzet tot trans-formatie gegeven. Ook heeft de raad bepaald dat de van het rijk voor dit doel beschikbare financiële middelen in principe taakstellend zijn. In de loop van het jaar 2015 was er veel on-zekerheid of deze budgetten toereikend zouden zijn. De jaar-rekening 2015 laat overschotten zien, op het budget Wmo een relatief hoog en op het budget jeugd een lager overschot. Mede uit de resultaten over 2015 blijkt dat het moeilijk is een goede inschatting te maken van de lasten van de uitvoering van deze open-einde-regelingen in het nog maar kort lopende

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 54

transformatieproces. Het is daarom ook nog onzeker in welke mate de overschotten in 2015 een structureel karakter hebben. Op het Wmo budget wordt in de tweede bestuursrapportage 2016 een overschot gemeld.De budgetten van de decentralisaties zijn ook voor 2017 neer-waarts bijgesteld. De budgetten worden jaarlijks middels de circulaires van het gemeentefonds aangepast. Duidelijk is dat we elk jaar meer zicht op het geheel krijgen en na een aantal jaar zodanig vertrouwd raken met de taken van het sociaal domein dat exactere begrotingen van de lasten kunnen wor-den gemaakt. Een goede raming van de uitgaven Wmo 2017 is afhankelijk van een aantal keuzes die dit najaar bij de raad voor liggen. De moties ‘scenario’s besteding middelen bestemmingsreserve sociaal domein’ en het onderzoek naar de effecten van de eigen bijdragen zijn voorbeelden die financiële consequenties kunnen hebben op de financiële ruimte binnen de begroting 2017.

(Maatschappelijke) risico’s met betrekking tot halen ambitieBij de overdracht van de taken en verantwoordelijkheden voor de Wmo en Jeugdwet naar de gemeente wordt ingezet op het terugdringen van de inzet van zware zorg naar lichtere. Hierbij zijn twee aspecten te onderscheiden: inhoudelijk en financieel. Inhoudelijk gaat het om het bieden van passende zorg; adequaat en zo efficiënt mogelijk, normaliserend en licht waar dat kan, tegelijkertijd zwaar als dat nodig is. Dit kan betekenen dat er andere vormen van (kwalitatief goede) zorg geboden kunnen worden om tot een zelfde effect te komen. In financiële zin gaat het om het terugdringen van de kosten. We gaan er vooralsnog vanuit dat de inhoudelijke vernieu-wing daaraan een bijdrage levert. Er bestaat wel een zekere spanning tussen inhoudelijke vernieuwing en het terugdringen van kosten. Nieuwe vormen van effectmeting kunnen onder-steunend zijn, zodat tijdig bijgestuurd kan worden op ambities.

De bezuinigingen bij Cultuur zullen leiden tot frictiekosten en consequenties hebben voor de omvang van het cultuuraanbod. De gemeente voert dit proces uit in nauw overleg met de be-trokken instellingen. Naast de structurele bezuiniging wordt de subsidie ook niet meer jaarlijks geïndexeerd. Dit leidt feitelijk tot nog meer bezuinigingen die verschraling van het aanbod tot gevolg kunnen hebben. De visie van de culturele instellingen op de toekomst zowel qua aanbod als qua organisatievorm zullen aan de raad worden voorgelegd. Risico’s bij de orga-nisatie van evenementen zijn de overlast die inwoners kunnen ervaren en veiligheid van het evenement. Evenementen moeten veilig zijn voor bezoekers en omgeving. We nemen als ge-meente verantwoordelijkheid voor het vinden van de juiste ba-lans tussen het positieve effect en de risico’s van evenementen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 55

Programma Sociale leefomgeving cluster WMO*)

Ambities 20172

1. Inwoners zijn zelfredzaam en participeren. 2. Inwoners krijgen de ondersteuning die zij nodig hebben.3. De transformatie kenmerkt zich door kwaliteit en vernieuwing.

*) In het WMO beleidskader zijn de doelen uitgewerkt naar de be-

oogde resultaten in 2019. In het uitvoeringsplan is gespecificeerd

welke activiteit in welk jaar is afgerond.

2 De ambities en doelen uit de programmabegroting zijn vertaald

in de 4 jarige beleidskaders op prestatieniveau. Concretisering

vindt op dat niveau plaats en wordt zichtbaar in de voortgangs-

rapportage in de bestuursrapportage. Het tussentijds wijzigen van

ambities en doelen zou betekenen dat beleidskaders en dus voort-

gang daarop niet meer aansluit.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 56

Taakvelden

Wijkteams

Maatwerk-voorzieningen (WMO)

Maatwerkdienstverlening 18+

Doel Jaartal Ambitie

We treffen collectieve preventiemaatregelen om de gezondheid van inwoners te bevorderen. continu 1, 3

Toegankelijkheid in en om het huis en in openbare gebouwen bij kwetsbare inwoners verbeteren. continu 2,3

Toename van het aantal inwoners dat participeert in de buurt. continu 1,3

Toename van het aantal inwoners dat zich vrijwillig inzet en aanbieden van kwalitatief goede ondersteuning daarbij. continu 1,3

Mantelzorgers blijven naar tevredenheid ondersteuning ontvangen. continu 1,3

Versterken zelfredzaamheid van inwoners door bieden van vroegtijdige, lichte ondersteuning in de wijk. continu 1,2,3

Duidelijke regierol van de gemeente op de ondersteuningsactiviteiten. continu 1,2,3

De ondersteuning die inwoners ontvangen om thuis te wonen en te participeren is resultaatgericht en naar tevredenheid van de gebruikers. continu 1,2,3

Inwoners die ondersteuning nodig hebben en deze niet kunnen betalen, staan we financieel bij. continu 2,3

Transformeren naar een optimale uitvoering van de ondersteuning van inwoners door zorgaanbieders en gemeente (effectief en efficiënt). continu 3

Efficiënte en effectieve casusregie. continu 1,2,3

Problemen die zich voordoen bij inwoners met complexe problemen worden gestabiliseerd; we schalen af wanneer mogelijk en schalen op wanneer nodig. continu 2,3

Er zijn passende interventies beschikbaar voor jongeren tot 27 jaar met complexe problemen. continu 2,3

*In verband met de indeling binnen het beleidskader WMO is het voor de begroting 2017 nog niet mogelijk de doelen aan de taakvelden toe te wijzen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 57

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

32 6. Sociaal domeinWmo-cliënten met een maatwerkarran-gement

per 10.000 inw

CBS - Monitor Soci-aal Domein WMO

Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteu-ning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 137 deelnemende gemeenten.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

? nnb 569

Toelichting beleidsindicatoren:32. Wmo-cliënten met een maatwerkarrangement: Streefwaarde kan nog niet worden bepaald. In 2017 wordt de

beschikbare informatie voor Veenendaal beoordeeld op betrouwbaarheid. Op basis hiervan wordt de streefwaarde in 2018 bepaald.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 58

Programma Sociale leefomgeving cluster Jeugd

Ambities 20173

1. Jeugdigen in Veenendaal kunnen zich optimaal ontwikkelen binnen hun mogelijkheden.

2. Jeugdigen krijgen de ondersteuning die zij nodig hebben.

3. Jeugdigen zijn fysiek en mentaal gezond. 4. Jeugdigen groeien veilig op.

3 De ambities en doelen uit de programmabegroting zijn vertaald

in de 4 jarige beleidskaders op prestatieniveau. Concretisering

vindt op dat niveau plaats en wordt zichtbaar in de voortgangs-

rapportage in de bestuursrapportage. Het tussentijds wijzigen van

ambities en doelen zou betekenen dat beleidskaders en dus voort-

gang daarop niet meer aansluit.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 59

Taakvelden

Samenkracht en burgerparticipatie

Wijkteams

Maatwerkdienstverlening 18-

Geëscaleerde zorg 18-

Doel Jaartal Ambitie

We implementeren het beleidsplan Jeugd 2016 - 2019. continu 4

We waarborgen de wettelijke kwaliteit van de kinderopvang. continu 1

De regionale transformatieagenda wordt naar lokale beleidsdoelen vertaald. continu 1 / 2 / 3 / 4

We hebben de mentale en fysieke gezondheid van alle jeugdigen in beeld door monitoring. continu 1 / 2 / 3

We signaleren vroegtijdig jeugdigen die ondersteuning nodig hebben. continu 1

We hebben inzicht in het aantal jeugdigen dat behoefte heeft aan ondersteuning (jeugdhulp). continu 2

We bieden passende ondersteuning aan jeugdigen en ouders die dat nodig hebben. continu 2

Kindermishandeling en Huiselijk geweld accepteren we niet. We voeren daarop actief beleid. continu 4

*In verband met de indeling binnen het beleidskader Jeugd is het voor de begroting 2017 nog niet mogelijk de doelen aan de taakvelden toe te wijzen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 60

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

22 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % Verwey Jonker Insti-

tuut - Kinderen in Tel % 12 t/m 21 jarigen

29 6. Sociaal domein Jongeren met jeugd-hulp

% van alle jongeren tot 18 jaar

CBS - Beleidsinfor-matie Jeugd

Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar.

30 6. Sociaal domein Jongeren met jeugd-bescherming % CBS - Beleidsinfor-

matie Jeugd

Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatre-gel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar.

31 6. Sociaal domein Jongeren met jeugd-reclassering % CBS - Beleidsinfor-

matie Jeugd

Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasserings-maatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar).

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

nnb

6,0 nnb 7,7

1,0 nnb 1,1

0,2 nnb 0,4

Toelichting beleidsindicatoren:22. Jongeren met een delict voor de rechter: het is niet mogelijk hier een waarde aan toe te kennen omdat wij geen sturing

aan de uitkomsten van de waarden kunnen geven. Het voor de rechter brengen van jongeren is een politioneel en gerechtelijk proces.

29. Jongeren met jeugdhulp: Streefwaarde nog niet bekend. In 2017 wordt de beschikbare informatie voor Veenendaal be-oordeeld op betrouwbaarheid. Op basis hiervan wordt de streefwaarde in 2018 bepaald.

30. Jongeren met jeugdbescherming: Streefwaarde nog niet bekend. In 2017 wordt de beschikbare informatie voor Veenen-daal beoordeeld op betrouwbaarheid. Op basis hiervan wordt de streefwaarde in 2018 bepaald.

31. Jongeren met jeugdreclassering: het is niet mogelijk hier een waarde aan toe te kennen omdat wij geen sturing aan de uitkomsten van de waarden kunnen geven.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 61

Programma Sociale leefomgeving cluster Sport en Cultuur

Ambities 20171. Wij creëren een sport- en beweegaanbod voor de

Veenendaalse bevolking, zodat een ieder zoveel mo-gelijk naar voorkeur en mogelijkheden aan sport kan deelnemen.

2. Wij bevorderen de breedtesport waardoor individu-en en/of groepen in staat worden gesteld om een hoog niveau te bereiken. Hiervoor wordt voor vol-doende kwalitatief goede accommodaties gezorgd.

3. Wij bieden een sport- en beweegaanbod aan voor alle inwoners van Veenendaal als basis voor een ge-zonde en actieve leefstijl.

4. Wij willen dat meer mensen deelnemen aan een breed vrijetijdsaanbod (cultuur en recreatie).

5. Het gehele jaar door een goed en gevarieerd aan-bod van evenementen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 62

Taakvelden

Sportbeleid en activering

Doel Jaartal Ambitie

We geven uitvoering aan het door de raad vastgestelde nieuwe sportbeleid. 2017-2019 1 / 2 / 3

We onderzoeken in overleg met het onderwijsveld of een nieuwe visie op het bewegingsonderwijs nodig en haalbaar is. 2017 1 / 3

Taakvelden

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

Doel Jaartal Ambitie

We stimuleren de inzet van vrijwilligers in en de deelname aan amateurkunst. 2017 4

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

20 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters % RIVM - Zorgatlas

Het percentage inwoners dat niet sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

nnb

Toelichting beleidsindicatoren:20. Niet-sporters: Streefwaarde is niet te bepalen, omdat er geen betrouwbare informatie te vinden is.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 63

Taakvelden

Economische promotie

Doel Jaartal Ambitie

We geven uitvoering aan het door de raad vastgestelde nota evenementenbeleid Veenendaal verrast. 2017 4 / 5

We evalueren de proef met de nieuwe subsidieregels en rapporteren hierover begin 2017. 2017 4 / 5

Openbaar groen en (openlucht) recreatie

Doel Jaartal Ambitie

We zetten ons in voor het openbaar toegankelijk houden van recreatieterrein Kwintelooijen en het verbeteren van het terrein als publieke voorziening. 2017 4

We monitoren het functioneren van het in 2015 gestarte Regionaal Bureau voor Toerisme Heuvelrug & Vallei en overwegen de gemeentelijke bijdrage in lijn te brengen met de inzet die het RBT voor Veenendaal pleegt. 2017 4

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 64

Verbonden Partijen

GGD regio UtrechtVeenendaal neemt deel aan de Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht die voor de 26 deelnemende gemeenten ta-ken uitvoert in het kader van de Wet Publieke Gezondheid. De GGD voert collectieve preventiemaatregelen uit om de gezond-heid van inwoners van Veenendaal te bevorderen. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding, medisch milieukundige zorg, epidemiologie, gezondheidsbevordering en -advies en de bevordering van psychosociale hulp bij rampen. Ook heeft de GGD een rol in de openbare geestelijke gezondheidszorg. De GGD voert de coördinatie uit van de aanpak van ernstig vervuilde woningen door mensen met psychische problemen. Daarnaast controleert de GGD in opdracht van de gemeente de kwaliteit van de kinderopvangcentra.

JeugdgezondheidszorgDe GGD voert de Jeugdgezondheidszorg 0 tot 18 jaar uit. De GGD monitort de mentale en fysieke gezondheid van kinde-ren in Veenendaal door ze op vaste contactmomenten te zien. Wanneer een JGZ-verpleegkundige of JGZ-arts bij een consult constateert dat een kind ondersteuning nodig heeft, dan biedt de GGD kortdurende ondersteuning en verwijst waar nodig door naar specialistische zorg. De GGD werkt binnen het CJG intensief samen met andere zorgpartijen om te komen tot een integrale benadering van het kind en het gezin.

CJGMet de inzet vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de doelstellingen uit het beleidsplan Jeugd. Zo wordt door het CJG ingezet op een toename van het gebruik van het eigen netwerk en alge-meen toegankelijke voorzieningen van ouders en/of jeugdi-gen. Dat helpt problemen te voorkomen en bevordert informele en sociale steun. Het CJG gaat hierbij proactief te werk en

zoekt ouders en/of jeugdigen op, op plaatsen waar die elkaar al veel ontmoeten: scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen, sportverenigingen etc. Waar nodig kan het CJG algemeen toegankelijke (eerstelijns) ondersteuning bieden aan ouders en jeugdigen met opvoe-dings- en opgroeivragen en problemen. Hiertoe is in het CJG kennis aanwezig over de GGZ (geestelijke gezondheids-zorg), J&O (jeugd & opvoeding) en LVB (licht verstandelijke beperking) doelgroep, zodat problemen door de professionals (vroegtijdig) gesignaleerd kunnen worden en waar nodig pas-sende ondersteuning kan plaatsvinden. Als er hulp en steun aan jeugdigen en gezinnen nodig is, dan wordt deze goed gecoördineerd, volgens het uitgangspunt van één gezin, één plan, één regisseur. Het CJG coördineert de zorg indien er problemen spelen op meerdere vlakken. Men voert dit zoveel mogelijk uit met het gezin aan tafel en met de relevante partners in en om het gezin. Het CJG werkt actief samen met andere partijen zoals scholen, huisartsen, de wijk-teams en de veiligheidsketen. Wanneer de 1e lijns ondersteu-ning niet afdoende is, wordt tijdig doorverwezen naar indivi-duele 2e lijnsvoorzieningen.

Het CJG biedt preventieve activiteiten; onder anderen op het gebied van veiligheid. Men werkt volgens de uitgangspunten van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en zorgt voor een goede samenwerking met de ketenpartners in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij vragen of twijfel over een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling zoekt het CJG samenwerking met Veilig Thuis voor advies, consult of regie. Indien de veiligheid van een jeugdige in het geding is en het CJG er zelf niet uitkomt, wordt afstemming gezocht met het SAVE team. In schrijnende gevallen waarbij bij de jeugdige of andere leden uit het gezin grote problemen spelen, kan worden besloten dat het CJG de betreffende casus inbrengt bij het gemeentelijk interventieteam.

RecreatieschapBuiten de grenzen van Veenendaal bevinden zich diverse recreatieve objecten (zoals het Henschotermeer en Kwinte-looijen) waar ook de Veenendaalse bevolking recreëert. Het beheer hiervan is in handen van de Gemeenschappelijke Re-geling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (GR RUHVKR), waar Veenendaal nog tot 1 januari 2018 deel van uitmaakt.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 65

Lasten en baten programma Economie, Werk en Ontwikkeling (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 44.204 47.083 50.264 50.633 50.650 50.704

Feiten en ontwikkelingen

Schrappen bezuinigingstaakstelling cultuur 150 150 150 150

Extra subsidie Volksuniversiteit 15

Incentives cultuur 145 145 145 145

Statushouders (zie ook programma’s Fysieke Leefomgeving en Economie, Werk en Ontwikkeling) 90 60 20

subtotaal 0 0 400 355 315 295

Totaal lasten programma 44.204 47.083 50.664 50.988 50.965 50.999

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 1.778 2.795 8.739 8.820 8.901 8.990

Feiten en ontwikkelingen

subtotaal 0 0 0 0 0 0

Totaal baten programma 2.556 2.795 8.739 8.820 8.901 8.990

Saldo programma (voor mutaties reserves) -41.648 -44.288 -41.926 -42.169 -42.064 -42.008

Mutaties reserves programma

beschikkingen 1.032 911 1.023 1.113 1.023 923

stortingen 90 0 0 0 0 0

Saldo programma (na mutaties reserves) -40.706 -43.377 -40.903 -41.056 -41.041 -41.085

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 66

Directe lasten en baten per taakveld Sociale Leefomgeving

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

2.2 Parkeren Lasten 33.125 33.456 33.791 34.129

Baten -10.302 -10.405 -10.509 -10.614

Totaal 2.2 22.823 23.051 23.282 23.515

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 159.240 195.477 231.724 266.910

Baten -15.566 -30.162 -45.763 -61.371

Totaal 4.3 143.674 165.315 185.961 205.539

5.1 Sportbeleid en activering Lasten 5.789.020 5.846.090 5.905.434 5.965.373

Totaal 5.1 5.789.020 5.846.090 5.905.434 5.965.373

5.2 Sportaccommodaties Lasten 2.146.875 2.125.860 2.103.736 2.065.743

Baten -3.218.211 -3.251.200 -3.284.519 -3.318.173

Totaal 5.2 -1.071.336 -1.125.340 -1.180.783 -1.252.430

5.3Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

Lasten 3.813.673 3.810.680 3.725.125 3.742.210

Baten -1.443.546 -1.460.340 -1.476.214 -1.499.492

Totaal 5.3 2.370.127 2.350.340 2.248.911 2.242.718

5.4 Musea Lasten 247.842 250.320 252.824 255.352

Totaal 5.4 247.842 250.320 252.824 255.352

5.6 Media Lasten 1.659.276 1.675.869 1.692.628 1.709.554

Totaal 5.6 1.659.276 1.675.869 1.692.628 1.709.554

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Lasten 1.822.670 1.785.205 1.776.931 1.782.871

Baten -1.438.563 -1.452.949 -1.467.479 -1.482.154

Totaal 6.1 384.107 332.256 309.452 300.717

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

6.2 Wijkteams Lasten 4.537.811 4.572.354 4.607.239 4.642.629

Baten -199.431 -201.433 -203.455 -205.498

Totaal 6.2 4.338.380 4.370.921 4.403.784 4.437.131

6.3 Inkomensregelingen Lasten 1.140.612 1.152.019 1.163.539 1.175.174

Totaal 6.3 1.140.612 1.152.019 1.163.539 1.175.174

6.6 Maatwerk-voorzie-ningen (WMO) Lasten 1.280.324 1.280.324 1.280.324 1.280.324

Baten -45.272 -45.272 -45.272 -45.272

Totaal 6.6 1.235.052 1.235.052 1.235.052 1.235.052

6.71 Maatwerkdienstver-lening 18+ Lasten 14.856.755 14.887.546 14.792.103 14.666.211

Baten -2.367.911 -2.367.911 -2.367.911 -2.367.911

Totaal 6.71 12.488.844 12.519.635 12.424.192 12.298.300

6.72 Maatwerkdienstver-lening 18- Lasten 10.804.980 11.009.328 11.016.700 11.022.097

Totaal 6.72 10.804.980 11.009.328 11.016.700 11.022.097

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Lasten 166.858 168.527 170.212 171.914

Totaal 6.81 166.858 168.527 170.212 171.914

6.82 Geëscaleerde zorg 18- Lasten 1.710.000 1.710.000 1.710.000 1.710.000

Totaal 6.82 1.710.000 1.710.000 1.710.000 1.710.000

7.1 Volksgezondheid Lasten 495.375 485.145 502.995 508.025

Totaal 7.1 495.375 485.145 502.995 508.025

Totaal 41.925.634 42.168.528 42.064.183 42.008.031

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 67

Investeringen Sociale LeefomgevingSociale Leefomgeving

Investering 2017Aanleg kunstgras sportpark Panhuis DOVO - GVVV 850.000Realisatie 2 speelvoorzieningen 50.000

Totaal 900.000

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling 3. Sociale leefomgeving1. Fysieke leefomgeving 4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 68

Programma 4: Burger en Bestuur

VisieVeenendaal wordt bestuurd vanuit het uitgangspunt dat de inwoner centraal staat in een gemeente waar voor iedereen plaats is. Inwoners, ondernemers en vertegen-woordigers van maatschappelijke instellingen worden betrokken bij en krijgen ruimte om hun inbreng te leve-ren aan het besturen van de gemeente. De politiek ver-vult daarin een brugfunctie. In de samenwerking tussen de raad, het college en de burgemeester, maar ook in de samenwerking tussen het gemeentebestuur en de ge-meentelijke organisatie laten wij onze kracht zien. Een heldere verdeling van de taken en de invulling van ie-ders rol is daarbij cruciaal. Met onderling vertrouwenen door los te laten waar dat nodig is, komen we in ge-zamenlijkheid tot oplossingen voor vraagstukken waar de gemeente voor staat. Wij gaan actief in gesprek met de samenleving, staan open voor gevoelens en luisteren naar argumenten.

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur

Thema Dienstverlening De samenleving ervaart de resultaten van krachtig besturen in heldere en eenduidige dienstverlening. Mensen en hun vragen staan centraal. Wij werken oplossingsgericht en zijn transpa-rant in de processen. Overbodige regels worden geschrapt. De gemeente is via alle bestaande communicatiekanalen be-reikbaar, zodat inwoners, ondernemingen en instellingen hun zaken met de gemeente snel en zeker kunnen regelen. Zowel de techniek als onze houding en ons gedrag zijn afgestemd op de behoeften van de klanten.

Thema Bestuur en samenwerkingVanuit het principe van zelfbewustzijn en eigen kracht blijft Veenendaal een betrouwbare partner in de regio. Als het gaat om regionale samenwerking hanteren we een netwerkbenade-ring en richten we ons in de eerste plaats op Rhenen en Rens-woude. Veenendaal heeft een scharnierfunctie in de regio en van daaruit bekijken we, afhankelijk van het beleidsterrein of vraagstuk, met welke gemeenten het beste kan worden samen-gewerkt. Vanuit die netwerkbenadering zet Veenendaal zich onder meer in voor samenwerking in de Regio FoodValley en in de provincie Utrecht. Sturing op en informatie-uitwisseling met de samenwerkingsverbanden waar we als gemeente aan deelnemen is belangrijk. Een goede invulling van de rol van de gemeenteraad en van het college is daarbij het uitgangspunt.

Thema VeiligheidVeiligheid en leefbaarheid zijn belangrijke thema’s in Veenen-daal. Het is er voor iedereen veilig. Blijvend besteden we in samenwerking met politie en openbaar ministerie, maar ook met onze inwoners, aandacht aan de aanpak van de criminali-teit en de handhaving van de openbare orde. De komende tijd zal de focus sterker komen te liggen op de beïnvloeding van de

veiligheidsbeleving. Daarbij gaat het zowel om het vergroten van de tolerantie in onze samenleving als de beleving van de openbare ruimte. Het moet dus niet alleen veilig zijn, maar ook veilig voelen. Het zich veilig voelen achter de voordeur is, binnen de grenzen van regelgeving en met respect voor ieders privacy, een voortdurend aandachtspunt.

Actuele ontwikkelingenInwonerbijdrage regio FoodValleyDe raad heeft onlangs ingestemd met een verhoging van de inwonerbijdrage van € 1,81 naar € 2,95 met ingang van 2017. Aanleiding voor deze verhoging waren wegvallende provinciale subsidies bij tegelijkertijd een hoger ambitieniveau qua marketing en profilering, met o.a. een permanent maken van de vertegenwoordiging van FoodValley in Brussel.

Strategische agenda FoodValleyWe leveren in 2017 een bijdrage aan de uitvoering van de Stra-tegische Agenda, zoals die is uitgewerkt in het Uitvoeringspro-gramma van de Triple Helix (o.a ICT Campus Veenendaal) en de Werkprogramma’s van de 2 portefeuillehoudersoverleggen.

Publiek ondernemerschapHet concept van Publiek Ondernemerschap richt zich op de persoonlijke effectiviteit van de medewerker. De medewerker wordt publiek ondernemer met meer verantwoordelijkheden. Dit allemaal met maar één doel: aansluiten bij de behoefte van de samenleving.Het programma Publiek Ondernemerschap faciliteert en stimu-leert de gemeentelijke organisatie bij het werken volgens de Publiek Ondernemerschap filosofie. Stimuleren door het stellen van kaders, faciliteren door het aanreiken van hulpmiddelen.In 2016 hebben we het begrip Publiek Ondernemerschap al

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 69

breed geïntroduceerd in de organisatie en het is voor het groot-ste gedeelte van de medewerkers al duidelijk geworden wat zijn of haar bijdrage kan zijn aan een Publiek Ondernemende organisatie. In 2017 bouwen we verder aan dit fundament door per team te bezien op welke wijze Publiek Ondernemer-schap het beste vorm gegeven kan worden. Voor een stafafde-ling vraagt het bijvoorbeeld om een andere invulling dan voor een primaire afdeling. Het programma loopt tot medio 2018. Daarna zit het Publiek Ondernemerschap in de genen van onze organisatie. Co-creatie en meedenken met de samenleving is dan onze standaard. De samenleving bepaalt hoe succesvol wij als gemeente Publiek Ondernemen. Dit meten we o.a. door representanten van de samenleving een aantal geslaagde co-creatie initiatieven te laten kiezen. Om meer bekendheid te geven aan onze aanpak worden deze voorbeelden vervolgens in beeld gebracht bij lokale en landelijke media.

DienstverleningDienstverlening is een proces van continu verbeteren. Het thema richt zich vooral op de processen en techniek van de dienstverlening. Daarbij stellen we ons steeds de vraag: “Wat heeft de klant eraan en hoe gemakkelijk vindt hij onze dienst-verlening?”. Aspecten rond houding en gedrag worden bin-nen de scope van het Programma Publiek Ondernemerschap opgepakt. Het college heeft de nota “Uitgangspunten Dienst-verlening 2015-2018” vastgesteld en ter kennisname naar de raad van december 2015 gezonden. Om deze uitgangspun-ten te realiseren, heeft de directie de “integrale opdracht thema dienstverlening” verstrekt voor de jaren 2016 en 2017. Deze integrale opdracht richt zich in 2017 vooral op de dienstverle-ning aan de individuele klant via de kanalen website, balie en telefonie (Digitaal 2017).

VennootschapsbelastingSinds 1-1-2016 is de Wet op de Vennootschapsbelasting voor gemeenten van toepassing. Vanwege het open karakter van

deze wetgeving worden gesprekken met de belastingdienst gevoerd voor een juiste toepassing. De implementatie zal in 2017 doorlopen, waarbij de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten voor onvoorziene financiële gevolgen voor het grondbedrijf.

VitensZoals bij de Kadernota 2017 reeds aangegeven gaan wij uit van een dividend in 2017 van € 165.000.

DialoogavondenTijdens de vergadering van 4 juli 2016, waarbij de Raad de Kadernota 2017 heeft behandeld, is er een besluit genomen (amendement 13) om jaarlijks een bedrag van € 20.000 in te zetten voor het organiseren van dialoogavonden, met als doel de Veenendaalse samenleving meer te betrekken bij het vormgeven van beleid. In het verleden zijn er meerdere dialoogavonden georganiseerd, waarbij de Raad in dialoog kon gaan met de Veenendaalse inwoners over actuele onder-werpen die op de raadsagenda stonden. De meest recente inspraak, in de commissievergadering van april 2016, ‘Win-kelstad Veenendaal economisch vitaal’ werd als succesvol be-stempeld, en krijgt hiermee een vervolg.

Randvoorwaarden en uitgangspuntenHet thema “dienstverlening” loopt als een rode draad door onze gehele organisatie, onze ambitie en de dagelijkse prak-tijk. We organiseren daarom graag deze dienstverlening van-uit het perspectief van de klant. En met “klant” bedoelen we particulieren, bedrijven en instellingen, die in verschillende situaties contact hebben met de gemeente; ook als er sprake is van gedwongen winkelnering. De doorontwikkeling van de dienstverlening voor de komende jaren is samen te vatten in vier uitgangspunten:1. Houding: service- en oplossingsgericht,2. Digitale overheid: zelfregie voor de klant,

3. Kwaliteit: de basis op orde,4. Klanttevredenheid: goede en gemakkelijke service!Deze uitgangspunten gaan vooral over de wijze waarop we onze diensten aan de klant aanbieden en verstrekken (= houding). En over hoe we de kwaliteit van de dienstverlening bewaken en continu verbeteren. Dit geldt voor de gehele or-ganisatie.

Grote financiële veranderingenGeen actuele financiële ontwikkelingen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 70

Programma Burger en Bestuur thema Dienstverlening

Ambities 20171. Particulieren, bedrijven en instellingen zijn tevreden

over onze dienstverlening. 2. De eerstelijnsdienstverlening is klant-, service- en op-

lossingsgericht.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 71

Taakvelden

Burgerzaken

Doel Jaartal Ambitie

Goede en gemakkelijke service voor de individuele klant (particulieren, bedrijven en instellingen) in eerstelijnsdienstverlening. continu 1/ 2

Implementatie doorontwikkeling service en oplossingsgerichtheid (houding) organisatiebreed. continu 2

Digitale overheid: we zorgen voor zelfregie voor de klant en kanaalsturing (digital first principe). 2017- 2020 1

Kwaliteit in de onderliggende systemen, processen en informatie. We hebben de basis op orde. continu 1

We voeren usability tests, klanttevredenheids- en CES-onderzoeken uit om de klanttevredenheid en het gemak voor de klant te meten. continu 1/2

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

37 8. Vhrosv Demografische druk % CBS – Bevolkings-sta-tistiek

De som van het aantal personen van 0 tot 15 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 15 tot 65 jaar.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

55,6 55,9 56,1 52,7 53,0

Toelichting beleidsindicatoren:37. Demografische druk: gezien de geleidelijkheid van de ophoging over de laatste 7 jaar is 56,1 een redelijk getal.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 72

Programma Burger en Bestuur thema Bestuur en samenwerking

Ambities 20171. Versterken van de kracht van Veenendaal / eigen

kracht van de Veenendaler, door gebruik te maken van de revenuen die samenwerking biedt.

2. Belangrijke vorm van samenwerking is FoodValley. Inzet hier is verdere ontwikkeling van Food Valley, met focus-werkvelden ‘Economie & Werkgelegen-heid’ en ‘Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen & Mo-biliteit’. Hierbij streven we naar een optimale sa-menwerking tussen ondernemingen, onderwijs en overheid (de zgn. ‘3 O’s’ of ‘Triple Helix’).

3. Rol van de Overheid in die samenwerking van de ‘3 O’s’ is zorgdragen voor een optimale ontwikkeling van de regio qua wonen, werken, bereikbaarheid, oftewel het realiseren van een optimaal woon- en leefklimaat.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 73

Taakvelden

Bestuur

Doel Jaartal Ambitie

Samen met de overige 7 FoodValleygemeenten en de overige partners in de ‘Triple Helix’ wordt de uitvoering en de actualiteit van de in 2016 opgestelde Strategische Agenda gemonitord. 2017 2

We leveren een bijdrage aan de uitvoering van de Strategische Agenda, zoals die is uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma van de Triple Helix (o.a ICT Campus Veenendaal) en de Werkprogramma’s van de 2 portefeuillehoudersoverleggen. 2017 1

Overhead

Doel Jaartal Ambitie

We voeren het Programma Publiek ondernemerschap in het kader van de Kracht van Veenendaal uit. 2017-2018 1

In opdracht van de gemeenteraad wordt in 2017 de Strategische Visie 2040 opgesteld. 2017 1 / 2

Burgemeester en wethoudersGeen actuele financiële ontwikkelingen.

GriffieGeen actuele financiële ontwikkelingen.

RekenkamerGeen actuele financiële ontwikkelingen.

ORGeen actuele financiële ontwikkelingen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 74

Programma Burger en Bestuur thema Veiligheid

Ambities 20171. In Veenendaal voelen de mensen zich veilig in en

om hun woning. 2. Veenendaal is schoon, heel en veilig.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 75

Taakvelden

Crisisbeheersing en brandweer

Doel Jaartal Ambitie

We zorgen voor een adequate brandbestrijding en crisisbeheersing conform het regionaal Crisisplan. continu 1

Openbare orde en veiligheid

Doel Jaartal Ambitie

Door aangifte- en meldingsbereidheid te stimuleren, maken we bewoners bewust van hun eigen grip op veiligheid. 2017-2018 1/2

We streven naar een daling van het aantal woninginbraken. 2017-2018 1/2

We creëren een veilig ondernemersklimaat. 2017-2018 2

We voorkomen zoveel mogelijk het (ervaren) van overlast. 2017-2018 1/2

We gaan de APV en het bijbehorend beleid aanpassen aan actuele ontwikkelingen en stellen deze in het 4e kwartaal vast. 2017 2

We voeren toezicht en handhaving uit conform het Integraal Handhavingsbeleid. continu 1/2

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 76

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

6 1. Veiligheid Verwijzingen Haltaantal per 10.000 inwo-ners

Bureau HaltHet aantal verwijzingen naar Halt, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar.

7 1. Veiligheid Hardekern jongeren per 10.000 inwoners

Korps Landelijke Poli-tiediensten (KLPD)

Het aantal hardekern jongeren, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-24 jaar.

8 1. Veiligheid Winkeldiefstal per 1.000 inwoners

aantal per 1.000 inwo-ners

CBS - Geregistreer-de criminaliteit & Diefstallen

Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners.

9 1. Veiligheid Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners

aantal per 1.000 inwo-ners

CBS - Geregistreer-de criminaliteit & Diefstallen

Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele mis-drijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mis-handeling, etc.).

10 1. Veiligheid Diefstal uit woning per 1.000 inwoners

aantal per 1.000 inwo-ners

CBS - Geregistreer-de criminaliteit & Diefstallen

Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners.

11 1. VeiligheidVernieling en beschadiging per 1.000 inwoners

aantal per 1.000 inwo-ners

CBS - Geregistreer-de criminaliteit & Diefstallen

Het aantal vernielingen en beschadi-gingen, per 1.000 inwoners.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

nnb

nnb

2,3 nnb 2,4

4,2 nnb 5,4

4,0 nnb 3,9

5,2 nnb 6,1

Toelichting beleidsindicatoren:6. Verwijzing Halt: het is niet mogelijk hier een waarde aan

toe te kennen omdat wij geen sturing aan de uitkomsten van de waarden kunnen geven.

7. Hardekern jongeren: idem8. Winkeldiefstal per 1000 inwoners: idem9. Geweldsmisdrijven per 1000 inwoners: idem10. Diefstal uit woning per 1000 inwoners: idem11. Vernieling en beschadiging per 1000 inwoners:

idem

Verbonden Partijen

VRUDe Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is de drijvende en bindende kracht achter de organisatie van risicobeheersing, rampenbe-strijding en crisisbeheersing. Dit is een continu proces waarbij sprake is van afstemming en samenwerking met de gemeente. De VRU voert daarbij ook adviserende taken uit op het gebied van vergunningverlening en evenementen en draagt zorg voor een goede ondersteuning en informatievoorziening naar ge-meenten. Het totale takenpakket draagt direct en indirect bij aan de doelstelling van een veilige (woon)omgeving en het veiligheidsgevoel van de burger.

FoodValleyDe inzet van de regio FoodValley richt zich op de verdere ont-wikkeling met als focus de werkvelden ‘Economie & Werkge-legenheid’ en ‘Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen & Mobiliteit’. Een optimale samenwerking tussen ondernemingen, onderwijs en overheid (de zgn. ‘3 O’s’ of ‘Triple Helix’) is daarbij essen-tieel. De rol van de Overheid in die samenwerking is zorgdra-gen voor een ontwikkeling van de regio qua wonen, werken, bereikbaarheid, oftewel het realiseren van een optimaal woon- en leefklimaat.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 77

Lasten en baten programma Burger en Bestuur (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 4.223 3.541 6.326 6.352 6.623 6.513

Feiten en ontwikkelingen

Organisatie dialoogavonden 20 20 20 20

Publiek ondernemerschap 104 104

Verhoging inwonerbijdrage FoodValley 73 73 73 73

subtotaal 0 0 197 197 93 93

Totaal lasten programma 4.223 3.541 6.523 6.549 6.716 6.606

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 1.403 968 1.290 1.260 1.269 1.279

Feiten en ontwikkelingen

subtotaal 0 0 0 0 0

Totaal baten programma 1.408 968 1.290 1.260 1.269 1.279

Saldo programma (voor mutaties reserves) -2.815 -2.573 -5.233 -5.289 -5.446 -5.328

Mutaties reserves programma

beschikkingen 70 0 70 71 179 0

stortingen 114 90 90 90 90 90

Saldo programma (na mutaties reserves) -2.859 -2.663 -5.253 -5.308 -5.357 -5.418

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 78

Directe lasten en baten per taakveld Burger en Bestuur

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

0.1 Bestuur Lasten 2.630.935 2.663.873 2.691.578 2.742.065

Baten -60.000 -41.000 -41.000 -41.000

Totaal 0.1 2.570.935 2.622.873 2.650.578 2.701.065

0.2 Burgerzaken Lasten 680.558 683.355 793.302 616.959

Baten -1.135.509 -1.143.910 -1.152.392 -1.160.961

Totaal 0.2 -454.951 -460.555 -359.090 -544.002

1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 2.811.762 2.799.597 2.825.872 2.839.574

Baten -44.343 -24.385 -24.629 -24.875

Totaal 1.1 2.767.419 2.775.212 2.801.243 2.814.699

1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 399.518 402.264 405.036 407.837

Baten -50.380 -50.884 -51.392 -51.906

Totaal 1.2 349.138 351.380 353.644 355.931

Totaal 5.232.541 5.288.910 5.446.375 5.327.693

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving 4. Burger en Bestuur2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving 5. Algemene dekkingsmiddelen

en Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

programmabegroting 2017-2020 | 79

Programma 5: Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien

VisieIn dit programma is ook in de komende jaren een gezon-de financiële positie het uitgangspunt voor ons financiële beleid. Wij beogen een begroting die structureel in even-wicht is en waarin onvoorziene incidentele tegenvallers incidenteel kunnen worden opgevangen. Dit programma heeft betrekking op de inkomsten van de gemeente die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen, de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Het betreft vooral de uitkeringen uit het gemeentefonds en de on-roerende zaakbelasting.

4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

Actuele ontwikkelingen

Algemene reserveTijdens de behandeling van de kadernota 2017 is het amende-ment aangenomen om de minimale hoogte van de Algemene Reserve op een bedrag van minimaal € 16,5 miljoen te hand-haven. Weliswaar is er hierdoor sprake van een extra dekking van € 4 miljoen dan op grond van de gemeentelijke risicoana-lyse nodig is. Wij hechten tevens belang aan de verbetering van de reservepositie. Wij stellen vast dat dit ook past bij ons streven om de gemeentelijke schuldpositie te verbeteren.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 80

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

35 8. Vhrosv WOZ-waarde woningen 1.000 euro

CBS - Statistiek Waarde Onroerende Zaken

De gemiddelde WOZ waarde van woningen.

38 8. Vhrosv Woonlasten éénper-soonshuishouden euro COELO, Groningen

Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoons-huisouden betaalt aan woonlasten.

39 8. Vhrosv Woonlasten meerper-soonshuishouden euro COELO, Groningen

Het gemiddelde totaalbedrag in eu-ro's per jaar dat een meerpersoons-huisouden betaalt aan woonlasten.

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

202 205 nnb 206

488 501 506 637 643

550 577 582 709 716

Toelichting beleidsindicatoren:35. WOZ-waarde woningen: Geen streefwaarde aan te geven38. Woonlasten éénpersoonshuishouden: Uitgegaan van de voorgenomen 1% verhoging39. Woonlasten meerpersoonshuishouden: Uitgegaan van de voorgenomen 1% verhoging

Verbonden Partijen

BNG bankDe BNG is de bank die een belangrijk deel van de financiering verzorgt in het publiek domein. Met gespecialiseerde financi-ele dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.

Vitens NVVitens NV draagt zorg voor een betrouwbare en goedkope drinkwatervoorziening.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 81

Lasten en baten programma Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 3.046 1.173 4.098 4.020 4.039 3.860

Feiten en ontwikkelingen

Lasten nieuwe investeringen 2017-2020 214 1.019 1.809 2.763

Verlaging stelpost areaaluitbreidingen -50 -100 -150 -200

Schrappen inflatiecorrectie bestemmingsreserves -160 -181 -202 -221

subtotaal 0 0 4 738 1.457 2.342

Totaal lasten programma 3.046 1.173 4.102 4.758 5.496 6.202

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 108.700 107.222 108.698 109.796 108.425 109.225

Feiten en ontwikkelingen

Afsluitprovisie borgstelling OVO 75 128 75

subtotaal 0 75 128 75 0

Totaal baten programma 108.700 107.222 108.773 109.924 108.500 109.225

Saldo programma (voor mutaties reserves) 105.654 106.049 104.671 105.166 103.004 103.022

Mutaties reserves programma

beschikkingen 15.553 0 70 79 78 59

stortingen 8.336 2.388 143 84 78 82

Saldo programma (na mutaties reserves) 112.871 103.661 104.598 105.161 103.004 102.999

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 82

Directe lasten en baten per taakveld Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

0.5 Treasury Lasten 850.471 855.714 861.005 874.453

Baten -5.114.823 -5.187.090 -3.078.702 -2.982.016

Totaal 0.5 -4.264.352 -4.331.376 -2.217.697 -2.107.563

0.61 OZB woningen Lasten 181.650 183.467 185.302 187.155

Baten -6.076.282 -6.187.982 -6.301.736 -6.416.944

Totaal 0.61 -5.894.632 -6.004.515 -6.116.434 -6.229.789

0.62 OZB niet-woningen Lasten 99.043 100.033 101.033 102.044

Baten -5.149.340 -5.278.846 -5.411.609 -5.547.711

Totaal 0.62 -5.050.297 -5.178.813 -5.310.576 -5.445.667

0.64 Belastingen Overig Lasten 2.236.659 2.237.036 2.237.416 2.237.801

Baten -3.414.490 -3.420.286 -3.426.138 -3.432.049

Totaal 0.64 -1.177.831 -1.183.250 -1.188.722 -1.194.248

0.7Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds

Baten -88.968.928 -89.819.978 -90.251.538 -90.816.066

Totaal 0.7 -88.968.928 -89.819.978 -90.251.538 -90.816.066

0.8 Overige baten en lasten Lasten 707.557 1.354.914 2.083.547 2.773.052

Baten -48.870 -30.000 -30.000 -30.000

Totaal 0.8 658.687 1.324.914 2.053.547 2.743.052

6.3 Inkomensregelingen Lasten 26.608 26.999 27.396 27.797

Totaal 6.3 26.608 26.999 27.396 27.797

Totaal -104.670.745 -105.166.019 -103.004.024 -103.022.484

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

4. Burger en Bestuur 5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 83

Programma 6: Bedrijfsvoering

VisieDe gemeente Veenendaal is een organisatie die in staat is om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te blijven bedienen in de context van een toegankelijke, samen-werkende en tegelijkertijd terugtrekkende overheid. Een organisatie die in staat is om het college deskundig, snel en integraal te adviseren; met een hoge mate van politie-ke- en bestuurlijke sensitiviteit.

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering

Actuele ontwikkelingen

HRMOp HRM-gebied wordt de nadruk gelegd op borging van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Deze nieuwe taken zijn enerzijds ontstaan bij de decentralisaties en anderzijds door de mobiliteit die in de organisatie tot stand is gekomen, waarbij taken zijn samengevoegd of gesplitst. Hierdoor heb-ben diverse collega’s nieuwe taken of functies gekregen.

Strategisch talentmanagementIn 2016 hebben pilots in het kader van strategisch talentma-nagement plaatsgevonden. Uit de evaluatie is gebleken dat medewerkers dit een positieve manier vinden om te ontdekken waar hun talenten zitten en dit een positieve bijdrage heeft op het nemen van verantwoordelijkheid bij het vervullen van werk. Op basis van de pilot is besloten om Talentmanagement verder uit te bouwen in de organisatie. Er wordt hiervoor een plan van aanpak gemaakt dat enerzijds ziet op het ontdekken van de ei-gen talenten en anderzijds op de vraag hoe je als organisatie deze talenten kunt inzetten en talentmanagement als instrument kan borgen in de organisatie. Daarbij staat de vraag centraal hoe je medewerkers optimaal kunt inzetten op de opdrachten van de organisatie.

E-HRMMede door de invoering van het Individueel Keuzebudget per 2017 krijgt medewerkers-selfservice verder vorm. Dit wordt gedaan door de implementatie van E-HRM. Hierdoor worden administratieve processen eenvoudiger en efficiënter. Om tot deze vereenvoudiging te komen worden alle administratieve processen doorlopen en opnieuw ingericht.

Digitalisering P&C-cyclusOm de planning en control cyclus te versterken, is ervoor geko-zen om de cyclus komende jaren verder te digitaliseren. Om in-vulling te geven aan deze digitalisering is ervoor gekozen om te werken met nieuwe software. De totale kapitaal- en exploi-tatielasten zullen neerkomen op structureel € 49.000 per jaar.

Basisregistratie personenDe huidige planning gaat ervan uit dat in 2017-2018 alle ge-meenten over zijn op de nieuwe Basisregistratie Personen. Dit is een traject dat projectmatig opgepakt zal worden. De kapi-taallasten van de hiervoor benodigde investeringen – aanschaf nieuw softwarepakket en de installatie e.d. daarvan - vanaf 2018 zijn jaarlijks € 66.000.

Digitalisering processen participatiewetVoor de uitvoering van de Participatiewet maken wij gebruik van MensCentraal en Competensys. MensCentraal is een ap-plicatie die ontwikkeld is voor het ondersteunen van sociaal maatschappelijke vraagstukken. CompetenSys is een diagno-se- en matchingsysteem. Toepassing van CompetenSys zorgt voor een actueel beeld van kandidaten in de bijstand. Dit ver-eenvoudigt de mogelijkheid om werkfitte kandidaten te mat-chen met beschikbare vacatures. Zoals in de Kadernota vermeld, bedragen de structurele kosten van het onderhoud van deze applicaties € 48.000.

InformatievoorzieningHet informatiebeleid en -plan is onderhanden. Dit geeft hand-vaten voor de komende jaren aan de verdere ontwikkeling van onze informatievoorziening. Deze ontwikkeling vindt plaats binnen het sociaal domein, het ruimtelijk domein en publieke dienstverlening. De Overheidsagenda 2020 is hierbij leidraad

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 84

en kent 3 thema’s: 1. Open en transparant in de participatiesamenleving;2. Werken als één efficiënte overheid; 3. Massaal digitaal-maatwerk lokaal.

Als we alle ontwikkelingen en strategische opgaven vertalen naar de gewenste vernieuwing, komen we tot 4 pijlers voor de periode 2017-2020:1. Het werk zo dicht mogelijk bij of door de burger;2. Meer doen met data (op de kaart, geo-informatie, big en open data, management informatie en dashboarding);3. Draagt bij aan Veenendaal ICT-centrum;4. Het professionaliseren van informatiemanagement.

Digitaal samenwerkenMet het inpassen van moderne hulpmiddelen wordt het digitaal samenwerken beter ondersteund. Hier is breed behoefte aan. Na de migratie naar Exchange (Outlook) in 2016 is in 2017 de implementatie van Office 365 voorzien.

Het presenteren en vergaderen vindt efficiënter en effectiever plaats met moderne en draadloze faciliteiten. Hierbij kan een-voudig vanaf een smartphone of tablet een presentatie ver-zorgd worden. Dit geldt ook voor het vinden van een vergader- of overlegruimte, een werkplek of van elkaar. Verder voorzien we de toenemende inzet van mobiele apparaten, zoals laptops en tablets, in plaats van een vaste computer. In 2017 wordt beleid opgesteld op welke wijze we dit kunnen ondersteunen.

Technologische vernieuwingHet automatiseringsplan richt zich in 2017 op storage (vervan-ging backupmiddelen en vervanging van de centrale opslag) en ons datacenter (koeling en stroomvoorziening). We geven verder invulling aan verdere beveiliging (zoals vervanging van de firewall) en privacy en werken conform de Baseline Infor-matiebeveiliging Gemeenten (BIG). Richtlijnen op het gebied

van privacy (WBP) worden strenger. We passen steeds meer Cloud oplossingen in, gebaseerd op de in 2016 opgestelde cloudstrategie.

Nieuw beleid en nieuwe investeringen

Basisregistratie NHR Per 1 januari 2017 wordt de basisregistratie NHR (Nieuw Handels Register) in gebruik genomen. Voor uitvoering van deze wettelijk verplichte taak is in de beschikbare formatie niet voorzien. Het beheer van de basisregistratie vergt structureel € 11.456. Dit is in de Programmabegroting 2017 verwerkt.

Randvoorwaarden en uitgangspuntenEen deel van onze vaste formatie wordt in 2017 tijdelijk inge-vuld, in afwachting van de werkzaamheden die als gevolg van de decentralisaties definitief door de gemeente moeten worden uitgevoerd. Inhuur wordt gedaan binnen het bestaande loon-kostenbudget en wordt betaald uit de vrijval door niet ingevul-de vacatures. Inhuur leidt daarmee niet tot hogere kosten voor de gemeente.

In het wervings- en selectiebeleid is afgesproken om prioriteit te geven aan het aannemen van medewerkers beneden de 35 jaar, omdat deze categorie ondervertegenwoordigd is in de organisatie. Doel hiervan is om tot een evenwichtiger leeftijds-opbouw in de organisatie te komen.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 85

Programma Bedrijfsvoering

Ambities 2017

Financiën 1. We zorgen ervoor dat ons financieel beleid altijd bin-

nen de kaders van het repressief toezicht blijft. 2. We zorgen voor een solide financieel beleid met een

transparant inzicht in de kosten en geldstromen. 3. We zorgen voor een structureel en reëel evenwicht in de

begroting en de meerjarenraming. 4. We zorgen er voor dat structurele uitgaven met structu-

rele inkomsten worden gedekt. 5. Het risicomanagement is professioneel ingericht. Aan-

sluiten op dashboard sociaal domein.

Juridisch 1. We zoeken naar de lichtste vorm van conflictbeheersing

en –beslechting, waardoor we het aantal gerechtelijke procedures zoveel mogelijk verminderen. Het aantal ge-rechtelijke procedures vermindert doordat we aan de voorkant zorgen voor juridisch gedegen besluiten.

Communicatie 1. De gemeente communiceert tijdig, volledig en transpa-

rant (heldere taal).2. Interne communicatie sluit aan op wensen en behoeften

van organisatie en iedereen in de organisatie is in staat aan deze interne communicatie deel te nemen.

3. De dienstverlening van de gemeente is zoveel als moge-lijk digitaal ingericht, maar gaat uit van maatwerk voor inwoners waar nodig.

HRM 1. We zijn een aantrekkelijke werkgever. 2. Als werkgever geven we het goede voorbeeld door mi-

nimaal te voldoen aan het normpercentage werknemers uit de doelgroep (participatie).

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 86

Taakvelden

Overhead

Doel Jaartal Ambitie

We hebben een heldere beslisboom om eventueel bij de begroting dreigende tekorten op te lossen. continu 1 /2 /3 /4

We verhogen de belastingen jaarlijks met niet meer dan het inflatiepercentage. continu 1 /2

Onze planning- en controlcyclus is zo ingericht dat raad en college de sturings- en verantwoordingsinformatie krijgen die ze nodig hebben. continu 3

We hebben een standaardcheck op schuldenpositie, vermogenspositie en weerstandsratio en voeren deze uit bij nieuwe investeringen. Het weerstandsvermogen moet hierbij minimaal 1,0 blijven. continu 4

We hebben procedures en trainingen ontwikkeld om risicoanalyses goed te kunnen doen. continu 5

We verantwoorden tijdig en op de juiste niveaus. Indien van toepassing leggen we financiële consequenties aan de raad voor via de bestuursrapportage. continu 6

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 87

Beleidsindicatoren

Nr Taakveld Indicator Eenheid Bron Beschrijving

1 0. Bestuur en ondersteuning Formatie Fte per 1.000

inwoners Eigen gegevens

2 0. Bestuur en ondersteuning Bezetting Fte per 1.000

inwoners Eigen gegevens

3 0. Bestuur en ondersteuning Apparaatskosten Kosten per

inwoner Eigen begroting

4 0. Bestuur en ondersteuning Externe inhuur

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur exter-nen

Eigen begroting

5 0. Bestuur en ondersteuning Overhead % van totale

lasten Eigen begroting

Veenendaal Landelijk

20

15

20

16

20

17

20

15

20

16

20

17

6,4

5,8

553,8

3,5

9,1

Toelichting beleidsindicatoren:1. Formatie: De berekening is gebaseerd op de formatie per 17 augustus 2016 en het inwoneraantal dat gepubliceerd staat op de gemeentelijke website per 1 augustus 20162. Bezetting: De berekening is gebaseerd op de bezetting per 17 augustus 2016 en het inwoneraantal dat gepubliceerd staat op de gemeentelijke website per 1 augustus 2016.3. Apparaatskosten: De berekening is gebaseerd op de kosten en baten van de bedrijfsvoering (exclusief kapitaallasten) en het inwoneraantal dat gepubliceerd staat

op de gemeentelijke website per 1 augustus 2016.4. Externe inhuur: De berekening is gebaseerd op de kosten van inhuur externen als % van de totale loonsom + kosten inhuur externen.5. Overhead: De berekening is gebaseerd op de lasten en baten op taakveld 0.4 (overhead) en het totaalsaldo van de lasten exclusief toevoeging aan reserves.

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 88

Lasten en baten programma Bedrijfsvoering (Bedragen x € 1.000)

Lasten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 30.723 35.846 37.606 38.196 38.496 38.908

Feiten en ontwikkelingen

Digitalisering processen Participatiewet 48 48 48 48

Uitbreiding E-HRM 20 20 20 20

Licenties digialisering P&C cyclus 40 40 40 40

Formatie volwasseneducatie/taalonderwijs 20 20 20 20

subtotaal 0 128 128 128 128

Totaal lasten programma 30.723 35.846 37.734 38.324 38.624 39.036

Baten Rekening 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020

Bestaand beleid 718 1.988 1.997 2.007 2.017

Feiten en ontwikkelingen

- 0 0 0 0 0

subtotaal 0 0 0 0 0 0

Totaal baten programma -3 718 1.988 1.997 2.007 2.017

Saldo programma (voor mutaties reserves) -30.726 -35.128 -35.747 -36.237 -36.617 -37.020

Mutaties reserves programma

beschikkingen 179 177 281 281 177 170

stortingen 516 20 20 20 20 20

Saldo programma (na mutaties reserves) -31.063 -34.971 -35.486 -36.066 -36.460 -36.870

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 89

Lasten en baten per taakveld Bedrijfsvoering

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

0.4 Overhead Lasten 18.152.944 18.402.079 18.284.578 18.315.816

Baten -2.479.110 -2.446.425 -2.402.114 -2.362.903

Totaal 0.4 (A) 15.673.834 15.955.654 15.882.464 15.952.913

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 90

Toegerekende apparaatskosten op taakvelden in programma’s

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

0.1 Bestuur Lasten 172.454 175.565 179.359 182.848

0.2 Burgerzaken Lasten 666.859 678.530 692.774 705.983

0.3Beheer overige gebouwen en gronden

Lasten 6.117 6.224 6.354 6.474

0.61 OZB woningen Lasten 328.295 334.041 341.053 347.556

0.62 OZB niet-woningen Lasten 97.432 99.138 101.219 103.149

1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 85.046 86.529 88.342 90.039

1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 1.132.003 1.151.696 1.175.794 1.198.374

2.1 Verkeer en vervoer Lasten 1.523.961 1.549.987 1.581.550 1.610.910

2.2 Parkeren Lasten 219.447 223.119 227.544 231.684

3.1 Economische ontwikkeling Lasten 182.107 185.504 189.636 193.227

3.2 Fysieke bedrijfs-infrastructuur Lasten 23.748 24.162 24.666 25.132

3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 61.612 62.695 64.020 65.247

3.4 Economische promotie Lasten 97.915 99.629 101.726 103.677

4.1 Openbaar basisonderwijs Lasten 5.167 5.258 5.370 5.471

4.2 Onderwijs-huisvesting Lasten 293.274 298.393 304.636 310.411

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 478.911 487.314 497.569 507.061

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

5.1 Sportbeleid en activering Lasten 30.729 31.288 31.969 32.601

5.2 Sportaccommodaties Lasten 76.610 77.943 79.569 81.073

5.3Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

Lasten 96.850 98.553 100.628 102.545

5.4 Musea Lasten 66.090 67.250 68.665 69.978

5.5 Cultureel erfgoed Lasten 28.458 28.953 29.559 30.126

5.6 Media Lasten 39.754 40.477 41.358 42.177

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Lasten 1.371.276 1.393.861 1.420.927 1.446.381

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Lasten 63.214 64.302 65.692 66.946

6.2 Wijkteams Lasten 1.713.605 1.743.942 1.780.864 1.814.609

6.3 Inkomensregelingen Lasten 3.385.244 3.448.329 3.525.053 3.591.819

6.4 Begeleide participatie Lasten 57.172 58.238 59.535 60.663

6.5 Arbeidsparticipatie Lasten 259.721 264.566 270.458 275.580

6.6Maatwerk-voorzieningen (WMO)

Lasten 157.410 160.096 163.617 166.745

6.71 Maatwerk-dienstverlening 18+ Lasten 425.778 433.325 442.509 450.894

6.72 Maatwerk-dienstverlening 18- Lasten 169.729 172.734 176.391 179.734

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Lasten 56.835 57.841 59.066 60.185

7.1 Volksgezondheid Lasten 17.180 17.484 17.854 18.192

7.2 Riolering Lasten 304.824 310.081 316.476 322.406

7.3 Afval Lasten 285.327 290.290 296.355 302.003

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 91

Toegerekende apparaatskosten op taakvelden in programma’s

Nr. tkv

Omschrijving taakveld

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

7.4 Milieubeheer Lasten 393.601 400.447 408.810 416.590

7.5 Begraafplaatsen Lasten 280.624 285.335 291.017 296.330

8.1 Ruimtelijke Ordening Lasten 494.281 502.894 513.424 523.254

8.3 Wonen en bouwen Lasten 1.786.652 1.817.750 1.855.769 1.891.257

Totaal toegerekende apparaatskosten (B)

16.935.311 17.233.762 17.597.175 17.929.330

Nog te realiseren in projecten / investeringen (C)

3.137.615 3.137.585 3.137.585 3.137.585

Totaal Bedrijfsvoering (A+B+C)

35.746.760 36.327.001 36.617.224 37.019.828

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 92

Investeringen programma BedrijfsvoeringBedrijfsvoering

Investering 2017Informatiseringsplan 2017 323.400Verbeteren continuiteit Mozard 49.000MIP vervangen AVM vergaderzalen/trouwzaal/entree/expo en hal 104.141MIP geluidsset lounge 6.370Nieuw geluidsset centrale hal 14.700MIP presentatieschermen tribune raadzaal vervangen 14.700MIP electrische sloten postkasten nieuwbouw 36.063Nieuw uitbreiding electrische sloten postkasten nieuwbouw 36.063AVM crisisruimte communicatie 3.430Vervanging airco en UPS computerruimten 83.300Vervanging storageswitches 29.400Vervanging SAN 176.400Vervanging backup tapelibrary's 24.500Vervanging betaalautomaten 9.800Vervanging plotters 19.600Onderhoud applicaties 49.000Vervanging firewall en portal 63.700Onderhoud systemmanagement 19.600Vervanging toegangscontrolesysteem 215.600Vervanging systeem bewakingscamera's 73.500Aanschaf software en informatie (basisregistratie personen) 300.000Versterking Planning en Control 43.000Vervanging wijkploegautos 83.300Vervanging hagenknipunit 54.880Vervanging aanhangwagen 17.640Vervanging hoogwerker 27.440

Totaal 1.878.527

1. Financieel kader 2. ProgrammaplanInleiding 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

5. Algemene dekkingsmiddelenen Onvoorzien 6. Bedrijfsvoering4. Burger en Bestuur3. Sociale leefomgeving2. Economie, Werk en

Ontwikkeling1. Fysieke leefomgeving

programmabegroting 2017-2020 | 93

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal aspecten, bezien vanuit een bepaald perspectief. Ze gaan over onderwer-pen die in de gehele begroting terug te vinden zijn en waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn. De paragrafen geven de raad dus op een andere manier dan de begrotings-programma’s inzicht in de financiële positie van onze gemeente.

Het Besluit Begroting en verantwoording provincies en ge-meenten (BBV) stelt regels aan welke paragrafen er in de begroting moeten zijn en wat daarin aan de orde komt.

Wij hebben de volgende paragrafen in deze programma-begroting opgenomen:A. Weerstandsvermogen en risicobeheersingB. Onderhoud kapitaalgoederenC. FinancieringD. BedrijfsvoeringE. Verbonden partijenF. GrondbeleidG. Lokale heffingen

Op 9 juli 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder regeling nr. 2015-000387198, een overzicht met kengetallen verplicht gesteld voor in de begroting 2016 en het jaarverslag van provincies en gemeenten. Het totaaloverzicht van deze (verplichte) kengetallen is nu opgenomen in de pa-ragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De detailtoelichtingen staan vermeld in de paragrafen finan-ciering, grondbeleid, lokale heffingen en in de bijlage (staat van incidentele baten en lasten).Per paragraaf zijn beleidsvoornemens geformuleerd. Deze zijn tot stand gekomen op basis van politieke be-sluitvorming en maatschappelijke ontwikkelingen.

3. Paragrafen

1. Financieel kaderInleiding

programmabegroting 2017-2020 | 94

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

InleidingBij het uitvoeren van ons beleid sturen we actief op het beheersen van risico’s door middel van risicomanage-ment. Een belangrijk instrument is daarbij het nemen van beheersmaatregelen. Daarnaast kunnen risico’s opge-vangen worden via het weerstandsvermogen.

Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Veenendaal in staat is om financiële tegen-vallers op te vangen. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (beschikbare middelen) af te zetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Verder wordt beoordeeld of er voldoende structurele en incidentele middelen zijn om structurele en incidentele risico’s op te vangen.

Voor 2017 blijft het van belang om te sturen op een ver-antwoorde financiële positie door een sluitende begro-ting, voldoende weerstandsvermogen en een houdbare schuldpositie.

Schematisch ziet dit er uit als volgt.

Paragraaf A

WeerstandscapaciteitDe gemeentelijke weerstandscapaciteit bedraagt per 1 janua-ri 2017 € 26.2 miljoen en bestaat uit de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit, onvoorziene uitgaven, stille reserves en het vrij aanwendbare deel van de bestemmingsre-serves.

De gemeentelijke weerstandscapaciteit op 1 januari 2017 in miljoenen.

Algemene Reserve 18

Onbenutte belastingcapaciteit 4,6

Onvoorziene uitgaven 0,2

Stille reserves 0,9

Vrije Bestemmingsreserves 2,5

Totaal 26,2

In de algemene reserve is € 18 miljoen beschikbaar voor het afdekken van risico’s. De minimale stand van de Algemene Reserve bedraagt € 16,5 miljoen (incidentele capaciteit). De onbenutte belasting-capaciteit bedraagt € 4,6 miljoen (struc-turele capaciteit). Voor onvoorziene uitgaven is € 0,2 miljoen beschikbaar (structurele capaciteit). De stille reserves bedragen € 0,9 miljoen (incidentele capaciteit).De stand van de vrij besteedbare bestemmingsreserves be-draagt € 2,5 miljoen. Van deze € 2,5 miljoen is € 2 miljoen afkomstig van de reserve sociaal domein en € 0,5 miljoen van de overige bestemmingsreserves. Het vrij besteedbare bedrag ad. € 2 miljoen van de reserve sociaal domein is bepaald door uit te gaan van € 5 miljoen (afgerond) en daar € 3 miljoen van af te halen. Deze € 3 miljoen is nodig op grond

van de uitgevoerde risicoanalyse om de reserves in het sociaal domein verantwoord af te dekken risico’s.

Voor 2017 is opnieuw in beeld gebracht welke risico’s de gemeente loopt. De omvang van de risico’s, inclusief de ra-ming- en bedrijfsvoeringrisico’s, bedragen € 66 miljoen (€ 72 miljoen 2016). De daling van € 6 miljoen is het gevolg van de daling van de omvang van de risico’s bij de 3 decentralisaties en DEVO.

In de hiernavolgende tabel is een overzicht opgenomen van de 8 belangrijkste risico’s. Het betreft hier risico’s waarvan de om-vang hoger is dan € 1 miljoen en een kans van 50% of meer. De opgenomen risico’s zijn allen extern van karakter.

Financiele positie

Risico’s

Schuldpositie Financiering

Sluitende begroting

Weerstands-capaciteit

Weerstands-vermogen

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 95

Belangrijkste risico’s (van groot naar klein) Beheersmaatregelen Kans Max. financieel gevolg

Gemeente staat voor 100% borg voor de financiering van DEVO door de banken.

De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO blijft achter bij de prognose als gevolg van vertraging in de realisatie van het volloopschema van de aan te sluiten wo-ningen op het warmtewet en als gevolg van prijsontwik-kelingen op de energiemarkt.

- Borgstelling van 50% door de Quattro-partijen - Verstrekken van zekerheden via hypotheek en pandrechten door DEVO aan de gemeente

- Toestemming van de gemeente voor de opname van het variabele deel van de finan-ciering door DEVO

- Monitoring van de ontwikkeling van het exploitatieresultaat van DEVO- Tijdige bijstelling van het businessmodel door DEVO

50% 4.8 miljoen (i)

Door de stagnerende economie lopen de gronduitgifte en de projecten binnen de grondexploitatie vertraging op en ontstaan extra financieringskosten.

- Aanpassingen in de grondexploitaties en projecten.- Meer aansluiting krijgen bij de huidige economische en marktontwikkelingen.- Afstoten van onrendabele projecten en exploitaties.

50% 3,1 miljoen(i)

De parkeerexploitatie blijft achter bij de prognoses. - Promotie van Veenendaal- Bijstellen en monitoren parkeerbeleid.

50% 2,5 miljoen (i)

Ontmoetingshuis 2e fase: Het niet halen van de planning heeft extra prijsstijgingskos-ten en plan- en projectkosten tot gevolg. Commitment gebruikers en gemeente: Het ontwerp- en besluitvormingsproces voor het gebouw zijn bepalend in het traject.. Van-wege economische omstandigheden kan een aannemer tijdens het werk failliet gaan.

- Zorgvuldige monitoring planning- Partijen en gemeente trekken gezamenlijk op en nemen gezamenlijk besluiten- Monitoring financiële positie aannemer.

70% 1 miljoen (i)

Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen - Monitoring gemeenschappelijke regelingen. 50% 1 miljoen (i)

Bezuinigingen door het Rijk op de algemene uitkering. - Nieuwe Heroverwegingen. 50% 1 miljoen (s)

De woningbouw in Veenendaal-Oost verloopt trager door een slechtere economie en de ontwikkelingen op de woningmarkt

- Sturen op ontwikkelproces en grondexploitatie.- De private partners in Quattro dragen 50% van het risico op basis van de historische kostprijs.

- Gemeentelijke vertegenwoordiging in directie, commissarissen en aandeelhouders

50% 1 miljoen (i)

Faillissement van 1 van de 3 moedermaatschappijen in Quattro C.V. die garant staan voor DEVO

- Jaarlijkse beoordeling van het garantievermogen door een register accountant. 15% 1,7 miljoen (i)

Het lukt IW-4 niet om de bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe situatie van de sociale werkvoorziening bedrijven waardoor er exploitatietekorten ontstaan. De ver-wachte tekorten bij IW-4 lopen hierdoor de komende jaren op. De komende tijd moet meer helderheid komen over de hoogte en samenstelling van de tekorten.

- Helder inzicht in de mogelijkheden de exploitatie positief te beïnvloeden en de finan-ciële effecten hiermee goed in beeld te brengen.

- Daarnaast zal vanuit de gemeenten er op moeten worden toegezien dat ook voortva-rend de benodigde maatregelen door IW4 worden uitgevoerd.

50% 0,75 miljoen (i)

Impact nieuwe Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen VPB - Bij de beleidsvoorbereiding maatregelen nemen en voldoende capaciteit reserveren om tot een verantwoorde invoering te komen.

70% € 0,5 miljoen (i)

(i) = incidenteel risico(s) = structureel risico

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 96

Incidentele risico’s - incidentele weerstandcapaciteit Uit bovenstaande risico tabel blijkt dat voor € 16,4 miljoen aan grote incidentele risico’s aanwezig zijn. Er is voor € 21,4 miljoen aan incidentele weerstandscapaciteit beschikbaar (Al-gemene reserve € 18 miljoen, Reserves € 3,4 miljoen). Er is dus voldoende incidentele capaciteit aanwezig om incidentele risico’s op te vangen.

Structurele risico’s - structurele weerstandcapaciteit.Uit bovenstaand overzicht blijkt dat voor € 1 miljoen aan grote structurele risico’s aanwezig zijn. Er is voor een bedrag van € 4,8 miljoen (onbenutte belastingcapaciteit € 4,6 miljoen en € 0,2 miljoen) aan structurele weerstandcapaciteit beschik-baar. Ook hier is sprake van een uitstekende verhouding. Op grond van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat er een goede balans is in incidentele / structurele risico’s en incidentele / structurele weerstandscapaciteit.

WeerstandsvermogenOm verantwoord met risico’s om te gaan, is het noodzakelijk een buffer (weerstandscapaciteit) te hebben. De benodigde de weerstandscapaciteit kan lager zijn dan de omvang van de ri-sico’s (€ 66 miljoen) aangezien niet alle gemeentelijke risico’s die gesignaleerd zijn, tegelijkertijd zullen optreden. Daarnaast zijn er diverse beheersmaatregelen. Op basis van de risicosimulatie analyse van het Nederlands Bureau voor Risicomanagement blijkt dat bij onze gemeente een buffer (weerstandscapaciteit) van minimaal € 12,6 miljoen nodig is om de risico’s verantwoord af te dekken. Met andere woorden: de gemeente kan door het aanhouden van een buf-fer (weerstandscapaciteit) van € 12,6 miljoen met een zeker-heid van 90% (landelijke norm) de aanwezige risico’s afdekken.

Ratio weerstandsvermogenDe ratio aanwezige buffer – benodigde buffer bedraagt 2,1. Deze ratio wordt berekend door de aanwezige buffer van

€ 26,2 miljoen te delen door de benodigde € 12,6 miljoen voor het verantwoord afdekken (dat is met een zekerheid van 90%) van de aanwezige risico’s. Op deze wijze wordt het weerstandsvermogen vastgesteld. In de begroting 2016 be-droeg de ratio 2.

Jaar Ratio weerstandsvermogen

2017 2,1

2016 2,0

2015 1,6

2014 2.5

2013 1.3

Ter vergelijking: de provincie Utrecht – onze toezichthouder - heeft in 2016 een ratio van 1,84 (2015 1,52) wat overeen-komt met de classificatie ‘ruim voldoende’.De beoordeling van de ratio voor 2017 is volgens de systema-tiek van het Nederlands Bureau voor Risicomanagement ‘goed’. (< 1 = onvoldoende, 1<x<1,5 = voldoende, 1,5<x<2= ruim voldoende, x>2= goed). Daarmee wordt voldaan aan het door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunt van beleid dat het weerstandsvermogen minimaal een ratio 1 (x>1) dient te hebben wat overeenkomt met de classificatie voldoende.

ConclusieOns weerstandsvermogen voldoet aan het gestelde beleidska-der. Nu de economische vooruitzichten verbeteren is het be-langrijk om de gemeentelijke weerstandspositie te versterken zodat we voorbereid zijn op mogelijk magere jaren. Alleen zo kan Veenendaal in de toekomst haar kracht vast houden.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleidsvoornemens Jaartal

De weerstandscapaciteit dient minimaal de ratio 1 te hebben wat overeenkomt met de classificatie voldoende. 2017

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 97

Verplichte kengetallen financiële positie in de begroting

Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basis set van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen.

KengetallenRekening

2015Begroting

2016Begroting

2017Begroting

2018Begroting

2019Begroting

2020

Netto schuldquote 88,1 88,5 90,0 90,0 88,6 89,2

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

83,0 82,6 84,2 84,4 83,4 84,3

Structurele exploitatie ruimte -0.15 0,05 0,30 0,25 0,07 0,08

Solvabiliteitsratio 31,9 31,6 30,5 30,3 29,9 29,0

Grondexploitatie 8,1 7,1 5,5 3,1 2,6 2,7

Belastingcapaciteit 76% 85% 84% 84% 84% 84%

bron: Gemeentelijke meerjarenbegroting (prognose).

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schul-denlast ten opzichte van de eigen middelen. Dit kengetal geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclu-sief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote ge-corrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast .Als gevolg van forse investeringen die gepland staan voor 2017 loopt de schuldquote in 2017 op. Deze cijfers bevestigen de noodzaak om nieuw beleid te ontwikkelen ten aanzien van de schuldpo-sitie (zie paragraaf c financiering en de gemeentelijke financi-ele positie).

De solvabiliteitsratio geeft de verhouding eigen / vreemd

vermogen aan en helpt om inzicht te krijgen in welke mate wij in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio ontwikkelt zich beperkt negatief en geeft een nade-re onderbouwing voor de noodzaak om nieuw beleid te ont-wikkelen ten aanzien van de gemeentelijke schuldpositie. Ons devies is daarbij bijsturen nu het kan. Anderzijds zal de solva-biliteit ratio berekening op rekeningbasis altijd iets gunstiger uitvallen dan op begroting basis. Dit vind zijn oorzaak in de wijze van berekening. Bij de berekening van de solvabiliteits-ratio in de rekening wordt namelijk ook het rekening resultaat voor bestemming meegenomen bij de bepaling van het eigen vermogen. Dit levert per definitie een betere score op.

De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van structurele baten en lasten en het saldo van de structu-rele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door

de totale baten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een be-groting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.

De grondexploitatie kan een forse impact hebben op de fi-nanciële positie. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij verkoop. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in ex-ploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten.Dit kengetal geeft aan dat de gemeente op het terrein van de grondexploitatie steeds minder risico loopt. Dit komt door het afronden van steeds meer complexen dat zorgt voor een da-ling van de boekwaarde van de complexen.

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De toelichting hiervan is opgenomen in paragraaf G Lokale heffingen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 98

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

InleidingTot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we de wegen en civiele kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten), de riolering, het water en het groen in de gemeente. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud en technische vervanging in renovatie.

Paragraaf A Paragraaf B

InhoudHet beheer van de kapitaalgoederen is in de afgelopen jaren vastgelegd in de verschillende beheer- en beleidsplannen. Voor het beheer van de openbare buitenruimte worden het ‘Inte-graal beheerplan Openbare Ruimte 2013 - 2016’ en in combi-natie hiermee voor de riolering en het water het “Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016” gevolgd. Het beheer van het gemeentelijke vastgoed staat beschreven in de ‘Strate-gische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal’ en het ‘Beheerplan Gemeentelijk Vastgoed 2013-2016’.

Algemene ontwikkelingenDe beschikbare middelen worden zo efficiënt mogelijk ingezet door een gerichte en integrale planning te volgen in onder-houd en vervanging in de openbare ruimte. Belangrijke items hierin zijn veilig, duurzaam, schoon, heel en van technisch vol-doende kwaliteit. Door deze werkwijze worden kapitaalvernie-tiging en het ontstaan van onveilige situaties voorkomen. De afgelopen jaren is bezuinigd op zowel beheer als onderhoud. Dat heeft tot gevolg dat wegonderhoud, verlichting, het groen, het schoonhouden van de gemeente en speeltoestellen op een lager basisniveau worden onderhouden. Op korte termijn is het teruglopen van het niveau te zien op straat, zoals meer zwerfafval en onkruid. Bij wegen en kunstwerken, met een ho-gere kwaliteit en een langere levenscyclus, is het effect van een lager onderhoudsniveau pas na enkele jaren zichtbaar. Een verder verlaging van het onderhoudsniveau zou kunnen bete-kenen dat herstellen duurder wordt dan onderhouden, op vele gebieden is dat een risico tot vernietiging van het kapitaal. Een verdere bezuiniging kan mogelijk ook gevolgen hebben voor de ambities als verduurzaming van het openbare groen, voor de gevolgen van klimaatsverandering en de bijdrage van groen in de waterhuishouding.

De gemiddelde technische en verzorgende kwaliteit van de openbare ruimte voldoet aan het B-niveau. Voor de winkelcen-tra ligt de technische en verzorgende kwaliteit op B, respectie-velijk A-niveau. A-niveau staat hier voor een uitstekend beheer- en onderhoudsniveau, B voor een kwalitatief die iets minder, maar nog steeds van een zeer aanvaardbaar niveau. De waar-dering van de technische kwaliteit is met name bepaald door de kwaliteit van de verharding in het winkelcentrum. Doordat er de afgelopen jaren bezuinigd is op dit onderhoud (voor een totaalbedrag van € 740.000) en het vervallen van de prijs-compensatie (€€173.000) is het uit te voeren onderhoudsni-veau voor 60% van het areaal gezakt naar C-niveau. Er zijn volop inspanningen om door samenwerking en co-creatie het effect van deze bezuinigingen te beperken. Het beheren op een C- beheerniveau betekent dat de beeldkwaliteit op een groot deel van het areaal niet voldoet aan de gewenste beheer-kwaliteit (schoon en heel). Het veiligheidsgevoel kan hierdoor als minder worden beoordeeld, waarbij wij er naar streven onveilige situaties te voorkomen. De beeldkwaliteit zal meer en meer moeten worden omschreven als “laag”. Het houdt tevens in dat binnen enkele jaren groot onderhoud is te verwachten.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 99

Het beheer van de kapitaalgoederen wordt uitgevoerd vanuit de geldende beheer- en beleidsplannen. Begin 2017 wordt nieuw beleid vastgelegd in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBP 2017-2020) door de Raad vast te stellen in het eerste kwartaal 2017. Riolering en Water maken onderdeel uit van dit plan. Het plan biedt dan een aantal keuzemogelijkhe-den, inclusief financiële consequenties op basis waarvan het beleid voor de komende jaren wordt vastgelegd. Eén van de aandachtspunten daarbij is het kwaliteitsniveau waarbij het uitgangspunt zal zijn dat de kwaliteit van een aanvaardbaar niveau is.

Het ligt in de planning om eind 2016 het gemeentelijk accom-modatiebeleid en een nieuw beheerplan gemeentelijk vast-goed vast te stellen. Eventuele financiële consequenties zullen daarin zichtbaar worden gemaakt. Het vastgoed zal dan over-eenkomstig deze plannen worden beheerd.

Tabel 2.1 combinatietabel technische en verzorgende kwaliteit op wijkniveau

Technische kwaliteit Verzorgende kwaliteit

Wijk

gro

en-b

epla

nti

ng

gro

en-b

oo

m

gro

en-g

ras

stra

atm

eub

ilai

r

verh

ard

ing

kun

stw

erke

n

Wijk

gro

en-b

epla

nti

ng

gro

en-b

oo

m

gro

en-g

ras

stra

atm

eub

ilai

r

verh

ard

ing

kun

stw

erke

n

Centrum B B B C B Centrum C C D B C A

Noordoost B B B B B C Noordoost C B C B B B

Noordwest B B B B B A Noordwest C D C B B A

West B B B B B B West B B B B B B

Zuidoost B C C B B B Zuidoost C B C B B A

Zuidwest B B B B B Zuidwest C A C B C A

Eindtotaal B B B B B B Eindtotaal C B C B B A

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 100

WegenBeleidskaderIn de uitvoering van het beleid wordt gewerkt aan de hand van het Integraal Beheerplan openbare ruimte (IBP, 2013-2016). Er is een nieuw plan in voorbereiding, waarin de afspraken voor de periode 2017-2020 worden vastgelegd. Deze wordt begin 2017 ter besluitvorming aan de Raad voorgelegd. Voor de kapitaalgoederen zijn daarin vooral de ontwikkelingen, het kostenbewustzijn en de duurzaamheid van toepassing.

Financiële consequentiesHet komend jaar staat levensduur verlengend onderhoud/herinrichting van een aantal wegen gepland:

Kleine Beer 2017 Verlenging levensduur

Bevrijdingslaan 2017 Verlenging levensduur

Weverij 2017 Verlenging levensduur

Grebbeweg 2017 Verlenging levensduur

Rauweveldselaan 2017 Verlenging levensduur

Engelenburg 2017 4e fase herinrichting

Zandstraat 2017 Verlenging levensduur

Kerkewijk 2017 1e fase herinrichting

Verbreding deel fietspaden Rondweg-West 2017 Herinrichting

Vertaling begrotingVoor het levensduur verlengend onderhoud/herinrichting aan wegen en kunstwerken is in 2017 een totaalbedrag van € 3,9 miljoen beschikbaar, opgenomen in het meerjarig investerings-plan.

Voor het dagelijkse onderhoud is in de exploitatiebegroting 2017 onderstaande bedragen opgenomen voor:• Wegen en kunstwerken € 852.600• Openbare verlichting, technische installatie en VRI

€ 1.176.000• Straatmeubilair en bebording € 118.000• Reiniging openbare ruimte en onkruidverwijdering

€ 899.400• Speelvoorzieningen € 126.000

RioleringBeleidskadersEr wordt gewerkt aan de hand van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2013-2016

Financiële consequentiesHet komend jaar wordt levensduur verlengend onderhoud uit-gevoerd aan (deel)rioleringen.

Prins Bernardlaan 2017

Vendelseweg 2017

Gortstraat 2017

Dijkstraat 1e en 2e fase 2017

Engelenburg 4e fase 2017

Zandstraat 2017

Kerkewijk 1e fase 2017

Vertaling begrotingIn 2017 wordt conform VGRP voor een totaalbedrag van € 2.800.000 geïnvesteerd in levensduur verlengend onder-houd. Daarnaast wordt € 300.000 besteed aan levensduur verlengend onderhoud van een aantal pompen en gemalen. Totaal is € 3,1 miljoen beschikbaar uit het meerjarig investe-ringsplan. Voor het dagelijkse onderhoud aan de rioleringen is in de exploitatiebegroting 2017 € 750.000 opgenomen.

WaterBeleidskaderIntegraal Beheerplan openbare ruimte (IBP, 2013-2016)

Financiële consequentiesDe A-watergangen zijn overgedragen aan het waterschap Val-lei en Veluwe. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de B- en C-watergangen. In 2017 continueren we de uitvoering van een aantal maatregelen om negatieve effecten ten gevolge van veranderingen in het klimaat beter op te kunnenvangen. Op een aantal plaatsen wordt daarnaast verbeterin-gen aan beschoeiingen uitgevoerd.

Onderhoud wordt verricht op de volgende plaatsen:

Vrekenhorst 2017

Vijvers aan de Nijhoflaan 2017

Vertaling begrotingIn totaal is voor het dagelijks onderhoud in de exploitatiebegro-ting 2017 € 252.000 opgenomen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 101

GroenBeleidskaderIn de uitvoering van het beleid wordt gewerkt aan de hand van het Integraal Beheerplan openbare ruimte (IBP, 2013-2016). Sinds 2015 volgen we daarin een andere aanpak, met vooral aandacht voor verduurzaming van het groen, gevolgen van klimaatverandering en de bijdrage van groen in de waterhuis-houding, zoals afvoer van regenwater en dat alles binnen de bestaande budgetten. Begin 2017 wordt een nieuw plan (2017-2020) aan de Raad voorgelegd. Voor de kapitaalgoe-deren zijn daarin vooral de ontwikkelingen, het kostenbewust-zijn en de duurzaamheid van toepassing.

Financiële consequentiesIn het plan voor 2017-2020 zal een aantal scenario’s worden opgenomen, om een keuze te kunnen maken hoe het beschikba-re budget zo goed mogelijk doelgericht kan worden besteed.

Vertaling begrotingHet totaal beschikbare budget 2017 voor het dagelijks onder-houd aan het groen is € 1.663.000.

GebouwenBeleidskaderBeleidskader vastgoedmanagement (B&W april 2007); Strategische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal (Raad maart 2012) Beheerplan Gemeentelijk Vastgoed 2013-2016 (Raad maart 2013); jaarlijks geactualiseerde en door het college vastge-steld meerjaren onderhoudsraming en jaarbudget. Elk jaar wordt op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) beke-ken welke werkzaamheden noodzakelijk zijn om de kwaliteit te handhaven.

Financiële consequentiesIn de afgelopen twee jaar is er in totaal € 185.000 bezuinigd

op het voor onderhoud beschikbare budget. De kwaliteit van objectonderdelen is afgestemd op de (restant) technische le-vensduur van de verschillende onderdelen. Bij het opstellen van de meerjarenonderhoudsplannen wordt ook beoordeeld of het betreffende object over een periode van 5 jaar nog functioneel is. Uitgangspunt is dat alle vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau en er geen achterstallig onderhoud is.

Vertaling begrotingBegin 2017 wordt nieuw accommodatiebeleid en een nieuw beheerplan voor de periode 2017-2020 aan de Raad gepre-senteerd. Hierin wordt de taakstellende bezuiniging van € 150.000 verwerkt.

Functionaliteit en het toekomstperspectief Categorie Theoretisch onderhoudsniveau

Objecten met een goede functionaliteit en een toekomstperspectief van meer dan 5 jaar 1 100%

Objecten met een goede functionaliteit en een toekomstperspectief van minder dan 5 jaar 2 25%

Objecten met een verminderde functionaliteit en een toekomstperspectief van meer dan 5 jaar en/of Objecten met een semipermanent karakter

3 50%

Objecten met een verminderde functionaliteit en een toekomstperspectief van minder dan 5 jaar 4 10%

Objecten tijdelijk in eigendom uit strategische overwegingen 5 Calamiteiten onderhoud of specifieke objectstrategie

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 102

Onderhoud kapitaalgoederen

Beleidsvoornemens Jaartal

In 2017 is er een Integraal beheerplan voor de openbare ruimte met de kaders voor het beheerniveau van de openbare ruimte. 2017

Wij beheren de openbare ruimte: de winkelcentra op A-niveau. De overige delen op B- en C-niveau zoals vastgelegd in het Integraal beheerplan. Na vaststelling van het Integraalbeheerplan 2017-2020 wordt er beheerd overeenkomstig de daarin vastgesteld kaders.

Continu

In 2017 is er, als onderdeel van het Integraal beheerplan voor de openbare ruimte, een gemeentelijke riolerings- en waterplan met kaders en per jaar te benoemen prestaties voor het riool- en waterbeheer. 2017

Wij voeren de in het Gemeentelijke riool- en waterplan opgenomen prestaties voor 2017 uit. 2017

In 2017 is er accommodatiebeleid en een vastgoedbeheerplan 2017-2020, met kaders voor het te voeren beleid en per jaar te benoemen prestaties. 2017

Wij voeren de in het accommodatiebeleid en het vastgoedbeheerplan opgenomen prestaties voor 2017 uit. 2017

Alle gemeentelijke objecten waarvoor de komende twee jaar geen te accommoderen functie is toegekend zijn toegewezen aan de strategische voorraad, de lopende grondexploitaties of de verkoopportefeuille (herpositione-ren). De portefeuillestrategie wordt actief uitgevoerd.

2017-2020

Overzicht beleidsvoornemens

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 103

Paragraaf C: Financiering

InleidingIn de paragraaf financiering komt het gemeentelijk finan-cieringsbeleid aan de orde. Dit beleid is gebaseerd op de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en als uitwerking daarvan het gemeentelijk treasurystatuut.

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C

InhoudAandacht wordt besteed aan de algemene en economische ontwikkelingen, de rentevisie, de financieringsbehoefte, het ri-sicobeheer van de leningenportefeuille, de rentetoerekening en de schuldontwikkeling.

Algemene ontwikkelingenIn 2017 neemt de gemeente voor het eerst een overzicht op hoe de rente wordt toegerekend in de begroting. Ook is op voordracht van de accountant de liquiditeitsplanning 2017 op-genomen. Een meerjarige liquiditeitsplanning wordt al sinds de invoering van de wet FIDO opgenomen.

Economische ontwikkelingDe economie ontwikkelt zich de afgelopen tijd positief. De bin-nenlandse bestedingen zijn de voornaamste groeimotor. Voor 2017 wordt een groei van 1,7% verwacht. Als gevolg hiervan daalt de werkloosheid. Voor 2017 wordt een inflatie van 1,2% verwacht (bron: DNB). Nog niet duidelijk is welke invloed zal uitgaan van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Euro-pese Unie (Brexit).

RentevisieDoor het aantrekken van de economie en het stijgen van de inflatie kan de rente wat gaan oplopen. Wij verwachten dat de rente voor kortlopende geldleningen rond de -/- 0,3 % zal blij-ven schommelen, omdat de inflatie nog niet het niveau van 2% bereikt. De Europese Centrale Bank zal daarom haar huidige (negatieve) rentebeleid voort zetten. De rente op langlopende geldleningen kan iets oplopen naar een niveau van 1% aan het einde van 2017 (bron: BNG Economisch Beeld 8-2016 en DNB Economische Vooruitzichten 7-2016). De Rabobank houdt rekening met een verdere daling van de rente (bron:

Economische kwartaalbericht 7-2015). In de begroting houden wij rekening met een rente van 2%. Deze rente is 1% lager dan in de begroting 2016-2019.

Kasgeldlimiet en liquiditeitsbehoefteIn 2017 zal in eerste instantie de financieringsbehoefte gedekt worden met kasgeldleningen. De kasgeldlimiet komt in 2017 uit op circa € 17 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal). Bij een overschrijding van de kasgeldlimiet dan wel bij een stij-gende rente zullen er langlopende geldleningen worden afge-sloten. Het gemeentelijk treasury comité neemt hiertoe het initi-atief. De gemeentelijke liquiditeitsbehoefte wordt weergegeven in onderstaande grafiek. In het eerste kwartaal is al direct € 17 miljoen aan kasgeld nodig voor rente en aflossing van lenin-gen. Daarna daalt de behoefte naar € 10 miljoen in het twee-de kwartaal door de belastinginkomsten en BTW. In het derde en vierde kwartaal neemt de behoefte verder toe naar € 20 miljoen. Begin 2018 stijgt de behoefte verder.

Bron: Liquiditeitsplanning gemeente Veenendaal.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 104

In 2017 is de liquiditeitsbehoefte € 11 miljoen hoger ten op-zichte van de begroting 2016. De belangrijkste oorzaken zijn de investeringen in het Ontmoetingshuis 2e fase en Voorpoort. Door de vervroegde realisatie van het Ontmoetingshuis 2e fase (amendement december 2015) neemt de gemeentelijke schuld toe gedurende 2017 in plaats van af. Immers de aflossingen zijn lager dan de nieuw op te nemen leningen.

Ook in 2020 doet een vergelijkbare situatie zich voor. In 2020 staat namelijk de nieuwbouw van het Christelijk Lyceum Veen-endaal (CLV) gepland. Ondanks dat slechts 1/3 deel van deze investering ad. € 9,5 miljoen in de jaarschijf 2020 van de liquiditeitsbegroting is opgenomen zijn de nieuwe geldleningen (€ 26 miljoen) hoger dan de aflossingen (€ 23 miljoen). De gemeentelijke schuld komt hierdoor per 31-12-2020 uit op € 126 miljoen.

SchuldpositieAls gevolg van het MIP loopt de gemeentelijke schuld op . Met het oog hierop willen we in 2017 aanvullend beleid ontwikke-len voor de beheersing van de gemeentelijke schuld. Op basis

van nieuw onderzoek zal beoordeeld worden hoe houdbaar de gemeentelijke financiële positie is bij het huidige hoge in-vesteringsvolume (wet Houdbare Overheids Financiën - HOF). Van belang is daarbij zowel de vaste (lange) schuld te beoor-delen als ook de overige vlottende (korte) schuld.

Risicobeheer financieringsportefeuilleOm de (rente) risico’s op de gemeentelijke leningen portefeuille te beheren maken we gebruik van de renterisiconorm. Deze norm heeft als uitgangspunt dat de gemeentelijke aflossing in enig jaar nooit meer mag zijn dan 20% van het gemeentelijk begrotingstotaal. Deze norm is gebaseerd op de wet Financie-ring Decentrale Overheden. Daarnaast is de tabel de ontwikke-ling van de vaste schuld opgenomen op basis.

De meerjaren liquiditeitsbegroting (Bedragen x € 1.000.000)

Financieringsbehoefte 2017 2018 2019 2020

A. Investeringen netto 24 16 13 18

B. Afschrijvingen -/- -12 -12 -12 -12

C. Grondexploitatie -5 -4 -1 0

D. Aflossing leningen 18 20 21 23

Nieuw op te nemen leningen (A+B+C+D) 25 18 18 26

Prognose vaste schuld 31-12 128 126 123 126

Overzicht Renterisico Norm (Bedragen x € 1.000.000)

Berekening Renterisico Norm

2017 2018 2019 2020

1. Begrotingstotaal (prognose) 200 200 200 200

2. Vastgesteld % wet FIDO 20% 20% 20% 20%

3. Renterisiconorm ((1 x 2) /100) 40 40 40 40

4. Aflossingen (planning) 18 19 21 22

5. Nieuwe leningen (planning 25 18 18 26

6. Ruimte (3 – laagste van 4 of 5) (je kiest de laagste van 4 of 5) 22 22 22 18

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 105

Rentelasten, Renteresultaat en Toerekening renteDe commissie BBV heeft een rente notitie uitgebracht. In deze notitie is opgenomen dat de paragraaf financiering ook inzicht moet geven in de rentelasten uit externe financiering, het rente-resultaat en de wijze van toerekening.

Met ingang van de begroting 2018 is het daarom verplicht om het hierna staande schema op te nemen. De commissie adviseert, indien mogelijk, in 2017 hier op te anticiperen. Om deze reden is het schema in de programmabegroting 2017 al verwerkt.

De aan de taakvelden door te rekenen rente wordt bepaald door de externe rente die vooral bestaat uit de rente die betaald wordt over afgesloten leningen en de interne rente die bestaat uit de rente over de reserves en voorzieningen.

Overzicht beleidsvoornemens

Rente schema 2017

A Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.942.427

B De externe rentebaten (Startersleningen) 254.200

C Totaal door te rekenen externe rente (A – B) 2.688.227

D De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 460.113

E De rente van projectfinanciering 0

F Subtotaal (D + E) 460.113

G Saldo door te rekenen externe rente 2.228.114

H Rente over eigen vermogen en voorzieningen 2.385.862

I De aan taakvelden toe te rekenen rente (G+H) 4.613.976

J De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 4.613.976

K Renteresultaat op het taakveld treasury (I – J) 0

Financiering

Beleidsvoornemens Jaartal

De kasgeldlimiet wordt nageleefd 2017

De renterisiconorm wordt nageleefd 2017

De vaste schuld stabiliseert ten opzichte van 31-12-2015 2017

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf A Paragraaf B Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 106

Paragraaf D: Bedrijfsvoering

InleidingDe gemeente Veenendaal is een organisatie die in staat is om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te bedienen in de context van een toegankelijke, samenwerkende en tegelijkertijd terugtrekkende overheid. Een organisatie die in staat is om het college deskundig, snel en inte-graal te adviseren; met een hoge mate van politieke- en bestuurlijke sensitiviteit.

Paragraaf C Paragraaf D

HRM-beleidDe gemeente Veenendaal kenmerkt zich door een kleine amb-telijke organisatie, waar medewerkers met plezier werken en waar ruimte is voor het ontwikkelen van initiatieven. De vorige collegeperiode is veel energie gestoken in de nieuwe structuur; in deze periode ligt de nadruk meer op de cultuur. Medewer-kers worden gestimuleerd om over hun grenzen heen te kijken en te vernieuwen. Tevens wordt ingezet op het verhogen van de doorstroom bin-nen de organisatie. Dit draagt bij aan een evenwichtige op-bouw van het personeelsbestand. Een van de middelen die in-gezet kan gaan worden om medewerkers die een leeftijd van 62 jaar hebben bereikt de mogelijkheid te bieden om eerder uit te stromen. Hierbij wordt gedacht aan een generatiepact. De komende jaren wordt blijvend ingezet op het versterken van de ondernemende geest van de organisatie, zodat burgers en bedrijven beter geholpen kunnen worden en co-creaties kun-nen ontstaan. Daarnaast wordt ook ingezet op het verbeteren van de politiek-bestuurlijke sensitiviteit. Dit wordt onder andere gedaan in een traject ter verbetering van de kwaliteit van de raadsvoorstellen.

Ondanks de toename van het aantal fte door de decentralisa-ties blijft Veenendaal verhoudingsgewijs een slanke ambtelijke organisatie. Een deel van de taken en functies wordt tijdelijk ingevuld, waarbij de afspraak is dat inhuur plaatsvindt binnen het bestaande loonkostenbudget. Inhuur leidt daarmee niet tot hogere kosten voor de gemeente.

Jaar Aantal fte Jaar Aantal fte

2012 416 2015 415

2013 410 2016 (1 jan) 415

2014 405 2017 410 (obv 1/8/2016)

Tabel 1: omvang van de ambtelijke organisatie

De afgelopen jaren is sterk ingezet op de doorstroom van col-lega’s. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat een medewer-ker minimaal 60% geschikt moet zijn en zich binnen een jaar tot 100% geschiktheid moet kunnen ontwikkelen. Het effect hiervan is te zien in de cijfers van instroom, doorstroom en uit-stroom.

Jaar Instroom Uitstroom Doorstroom

2013 2% 1% 2,5%

2014 1,4% 3% 4,9%

2015 3,1% 1,6% 2,2%4

2016 3% 3% 5%

2017 nnb nnb nnb

Tabel 2: instroom, uitstroom, doorstroom

4 Dit zijn voorlopige cijfers tot en met juni 2015.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 107

In 2016 is in het kader van goed werkgeverschap gestart met pilots strategisch talentmanagement. Het talentmanagement in Veenendaal heeft als doel om de juiste mensen op de juiste plaatsen te krijgen, teams te optimaliseren en de organisatie duurzaam te verbeteren. De pilot zal in 2017 worden omgezet in beleid.

Het centraal opleidingsbudget dient voor training en scholing van medewerkers in de doelstellingen van de organisatie. De trainingen en scholing dienen medewerkers voor te bereiden op de steeds veranderende omstandigheden en zijn gericht op het verbeteren van de communicatie en de advies- en gespreks-vaardigheden. Daarnaast is er op iedere afdeling een decen-traal opleidingsbudget dat dient voor de scholing en ontwikke-ling van de individuele medewerkers. Hierover worden afspraken gemaakt in de personeelsgesprekken.

In de HRM-visie en het daaruit voortkomende wervings- en se-lectiebeleid is afgesproken om prioriteit te geven aan het aan-nemen van medewerkers van 35 jaar en jonger, omdat deze groep ondervertegenwoordigd is in de organisatie . Doel hier-van is om tot een evenwichtigere leeftijdsopbouw in de organi-satie te komen. Daarnaast wordt naar aanleiding van afspra-ken in de CAO gewerkt aan een voorstel voor een generatiepact. In dit voorstel worden oudere medewerkers mogelijkheden ge-boden om minder te gaan werken tegen financieel gunstige voorwaarden. Wanneer hiertoe besloten wordt, zal eveneens een voorstel ontwikkeld worden om de middelen die hiervoor vrijkomen in te zetten om jonge medewerkers aan te nemen. Daarnaast wordt in 2017 de arbeidsmarktcommunicatie onder de loep genomen, om te zien of verbeteringen hierin de aan-trekkelijkheid van de gemeente Veenendaal als werkgever voor de groep werknemers tot 35 jaar doet toenemen.

De norm voor het ziekteverzuim bedraagt 5%. In 2016 heeft de gemeente een nieuwe arbodienst gecontracteerd, waarbij ingezet wordt op verzuimpreventie.

De gemeente heeft als ambitie te voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt in het sociaal akkoord over mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.

CommunicatieDe gemeente wil de betrokkenheid van de Veenendalers bij de samenleving versterken en de verbinding tussen het gemeente-huis en de samenleving verstevigen. Dit houdt in dat we begrij-pelijk en duidelijk willen communiceren. We brengen deze verbinding tot stand door actief te luisteren naar wat de Veense samenleving bezighoudt en in dialoog te gaan met deze sa-menleving. Dit doen we door zichtbaar te zijn op straat, bij-voorbeeld tijdens bezoeken van het college, maar ook via so-

cial media. Als gemeente zijn we open en transparant en staan voor zorgvuldige, begrijpelijke en eenduidige communicatie. De nadruk ligt op het verder digitaliseren van onze communi-catie met de gemeentelijke website als centraal punt. Met name de dienstverlening van de gemeente wordt meer digitaal van-wege de wettelijke verplichting om vanaf 2017 het grootste deel van onze diensten digitaal aan te bieden.

Juridische kwaliteitszorgDe juridische kwaliteitszorg is gericht op een systematische borging en verbetering van de juridische kwaliteit van het ge-meentelijk handelen. Dit handelen is door de verjuridisering van de maatschappij steeds meer gebonden aan regels. Tege-

Leeftijdscategorie Percentage Leeftijdscategorie Percentage

<25 jaar 0 45 – 55 jaar 31

25 – 35 jaar 9 55 – 60 jaar 18

35 – 45 jaar 29 > 60 jaar 13

Tabel 3: leeftijdsopbouw ambtelijke organisatie per september 2016.

Jaar Verzuim Jaar Verzuim

2012 5,1% 2015 6,0%

2013 4,3% 2016 6,1% (1/8/2016)

2014 4,9% 2017 ?

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 108

lijkertijd is de burger zich steeds meer bewust van zijn rechten en in mindere mate zijn plichten. Er wordt ingezet op het zo-veel mogelijk voorkomen van bezwaar- en beroepsprocedures. Onderdeel hiervan is dat de besluiten die door de gemeente worden genomen en de beschikkingen die worden afgewezen zo veel mogelijk op een begrijpelijke manier worden verwoord en uitgelegd aan de burger. Daarnaast wordt geprobeerd in overleg met betrokkenen zoveel mogelijk tot oplossingen te ko-men zodat de geschillen niet tot procedures hoeven te leiden. De inzet van pre-mediationvaardigheden draagt hieraan bij. Ongeveer 43% van de bezwaarschriften wordt door middel hiervan voortijdig opgelost en hoeft dus niet tot hoorzittingen te leiden. Daarnaast wordt een groot aantal bezwaarschriften hierdoor voorkomen. Er wordt gewerkt aan een betere registra-tie van de resultaten van pre-mediation, waarin onder andere wordt bijgehouden wat de oorzaak is dat de bezwaarmaker en de gemeente tot overeenstemming komen.

Planning en controlIn de planning-en-controlcyclus wordt de gemeenteraad in staat gesteld om op basis van kwalitatief hoogwaardige infor-matie zijn kaderstellende en controlerende taak uit te oefenen. De kadernota, gemeentebegroting en het jaarverslag omvatten compacte boekwerken met daarin de financiële situatie op hoofdlijnen en de beeldbepalende activiteiten voor de komen-de jaren. Daarnaast worden twee bestuursrapportages opge-steld en wordt in december een financiële rapportage opge-steld ter voorbereiding op de jaarrekening. Het spoorboekje P&C is de laatste jaren diverse malen aangepast, zodat dit nog beter aansluit bij de wensen van raad en college.

BetalingsgedragIn uw raad is op maandag 4 juli 2016 een motie aangenomen om bij alle bestuursrapportages en jaarstukken de raad actief te informeren of de streefwaarde van 90% betalingen binnen 30 dagen gehaald wordt.

Op dit moment zijn we druk bezig om de systemen hiervoor in te richten om met ingang van de P&C-cyclus van 2017 hieraan te voldoen. Tot die tijd zullen wij u op een handmatige wijze op de hoogte houden.

Overzicht beleidsvoornemensEr zijn geen aanvullende beleidsvoornemens.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf C Paragraaf D Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 109

Paragraaf E: Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) privaatrechtelijke of publiek-rechtelijke organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Hieronder ver-staan wij deelnemingen van onze gemeente in gemeen-schappelijke regelingen, besloten en naamloze vennoot-schappen, verenigingen en stichtingen. Wij beperken ons in deze paragraaf tot de verbonden partijen die conform de definitie van het BBV onder verbonden par-tijen vallen. Deze paragraaf gaat in op de doelstelling en activiteiten van de samenwerkingsverbanden waar-in onze gemeente participeert en tevens een bepaalde bestuurlijke invloed uitoefent. Deze paragraaf geeft in-zicht in de verbonden partijen van de gemeente (welke, waarom) en de risico’s die hiermee (mogelijk) gelopen worden. Tevens wordt melding gemaakt van de actuele (beleid-) ontwikkelingen.

Paragraaf D Paragraaf E

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

Gemeenschappelijke Regelingen (GR)

1. Regio FoodValley2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)3. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied4. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)5. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGD)6. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)7. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)8. Welstand Monumenten Midden Nederland

Vennootschappen en coöperaties

9. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)10. Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)11. Vitens NV12. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)13. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Stichtingen en verenigingen 14. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Overige verbonden partijen Niet van toepassing

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 110

BeleidDe gemeente Veenendaal kiest hier bewust voor een faciliteren-de rol waarin wij kaders en omstandigheden creëren, waarbin-nen inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers za-ken met elkaar kunnen realiseren. Tegelijkertijd constateren wij dat wij als gemeente niet in alle gevallen kunnen volstaan met een faciliterende rol. Wanneer er sprake is van een te beharti-gen openbaar belang willen wij als gemeente invloed en regie behouden. Dit kan ook gerealiseerd worden binnen het ver-band van een verbonden partij.

Vanwege de grote bestuurlijke, beleidsmatige en financiële be-langen is inzicht in en effectieve sturing op alle verbonden par-tijen gewenst. Verder worden wij geconfronteerd met taakstel-lingen en omvangrijke taken via het regeerakkoord en de decentralisaties. Daardoor groeit het belang om grip te houden op de activiteiten en realisatie van doelen door de verbonden partijen. Wij zetten ons in voor verbonden partijen die maxi-maal bijdragen aan de lokale bestuurlijke ambities en een ac-tief risicomanagement voeren. De ambtelijke organisatie zal ook hierdoor in toenemende mate samen (moeten) werken bij de realisatie van de beoogde bestuurlijke doelen. Voorts wordt in de ambtelijke organisatie een centraal coördinatiepunt inge-steld voor alle verbonden partijen en samenwerkingsverban-den. Daarnaast wordt elke verbonden partij jaarlijks integraal op risico´s, kansen en ontwikkelingen beoordeeld.

OntwikkelingenIn 2014 heeft de Rekenkamercommissie een onderzoek ge-daan naar de verbonden partijen waaraan de gemeente deel-neemt. Dit resulteerde in het rapport ‘Samen werkt door stu-ring’. De gemeenteraad heeft de aanbevelingen uit het rapport ‘Samen werkt door sturing’ overgenomen en het college opge-dragen deze aanbevelingen uit te voeren. In 2016 is een be-leidskader opgesteld dat de gemeente gebruikt voor het aan-gaan van verbonden partijen en mogelijkheden biedt om

actieve sturing te geven aan verbonden partijen, waaronder de instrumenten die de raad in kan zetten om zijn grip op ver-bonden partijen en dan met name gemeenschappelijke regelin-gen te vergroten. Dit beleidskader is tevens ingegaan op de corporate governance, het risicomanagement, de informatie-voorziening aan de raad en de verantwoordelijkheidsverde-ling richting deze verbonden partijen.

In deze begroting zijn de wijzigingen vanuit de BBV verwerkt. Bij de betreffende programma’s zijn de beleidsinformatie en beleidsrisico’s van de verbonden partijen opgenomen. In deze paragraaf vindt u een totaaloverzicht van de verbonden partij-en, uitgesplitst in 4 categorieën: gemeenschappelijke regelin-gen, stichtingen en verenigingen, coöperaties en vennoot-schappen en overige verbonden partijen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 111

Gemeenschappelijke regelingen

1. Naam 1. Regio FoodValley

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Collegeregeling)

3. Vestigingsplaats Ede

4. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen om de Regio een Europese topregio te maken op het gebied van innovatie in de foodsector met versterking van de leefomgeving.

5. Relatie met beleidsprogramma Burger & Bestuur

6. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 0,9 miljoen 31-12-2014: € 0,6 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 6,6 miljoen 31-12-2014: € 6,1 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: € 0 (verwacht) 2017: € 0 (verwacht)

12. Website www.regioFoodValley.nl

13. Risicoprofiel Laag

OntwikkelingenDe FoodValley regio is bezig zich in een rap tempo te ontwikkelen tot hét agrofoodcentrum van Europa, dé plek voor kennis en innovatie op het gebied van gezonde en duurzame voeding. Identiteit en drager van FoodValley is de (inter-)nationaal hoog aangeschreven Wageningen UR. 8 gemeenten hebben zich verenigd in de Regio FoodValley en willen gezamenlijk helpen Wageningen UR in zijn missie –het leveren van een duurzame bijdrage aan de oplossing van de wereldvoedselproblematiek- te doen slagen. Hoewel “food” het verbindende en onderscheidende element is, kent de regio ook een sterke vertegenwoordiging in de (maak)industrie, bouwnijverheid en ICT. Door de vele kruisverbanden tussen (Agro)Food en de aanverwante sectoren zijn er veel mogelijkheden voor innovatie. Technologische ontwikkelingen uit andere sectoren maken de (Agro)Foodsector innovatiever en productiever. De regio FoodValley biedt een goede kwaliteit van wonen, werken, leren en recreëren. Ondernemers, onderwijs en overheid willen zich hiermee krachtig positioneren. Er wordt samengewerkt aan een duurzame FoodValley en aan het behoud van de aantrekkingskracht die de regio onderscheidt: een rijke voedingsbodem voor internationale kennis, innovatie en ondernemerschap gecombineerd met een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat en de dynamische, groene leefomgeving. FoodValley is uniek door de combinatie van deze kwaliteiten. Er zijn grote groeikansen voor (Agro)FoodIn de zogenaamde ‘Triple Helix’-samenwerking werken ondernemers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en overheden samen aan het realiseren van de Food Valley-ambitie, elk vanuit hun eigen rol, expertise en verantwoordelijkheid.• De ondernemers zorgen voor productontwikkeling en werkgelegenheid.• De onderwijs- en onderzoeksinstellingen zorgen voor kennisontwikkeling en research, met specifieke aandacht voor scholing en innovaties.• De overheid zorgt voor een optimaal woon- en leefklimaat en voor ideale randvoorwaarden op gebied van wonen, werken, vervoer en bereikbaarheid.

Voor 2020 hebben de partners in de Triple Helix zich het volgende ten doel gesteld: FoodValley is dé economische topregio in Nederland met voeding als specialisme. Wereldwijd gerenommeerde kennisinstellingen en bedrijven vormen de basis voor een breed netwerk waar nieuwe spelers graag bij willen horen. Toonaangevende innovatie, vakkennis op het gebied van Agrofood, het aantrekkelijke vestigingsklimaat en de dynamische groene leefomgeving zijn kenmerkend voor deze regio.

E.e.a. is vastgelegd in de onlangs verschenen Strategische Agenda 2015-2019, die voor het eerst ook in Triple Helix-verband is opgesteld. Aan deze Strategische Agenda is een Uitvoeringsprogramma gekoppeld, dat begin 2016 is vastgesteld.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 112

1. Naam 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)

3. Vestigingsplaats Utrecht

4. Doelstelling en openbaar belang

De VRU behartigt het belang van de gemeente op de terreinen brandweerzorg, de organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), rampenbestrijding, crisisbeheersing en de meldkamer. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de RAVU (regionale ambulancevoor-ziening Utrecht) ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer en een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen verschillende instanties bij bestrijding van rampen en crises verbeterd. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten genomen moeten worden, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.

5. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur

6. Deelnemende partijen 26 Utrechtse gemeenten

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De burgemeester is in zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) VRU.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 6,6 miljoen 31-12-2014: € 5,4 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 51,3 miljoen 31-12-2014: € 45,0 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: x 0 2017: x 0

12. Website www.vru.nl

13. Risicoprofiel Middel

OntwikkelingenVeenendaal participeert met de overige 25 Utrechtse gemeenten in de gemeenschappelijke regeling van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). De VRU is een samenwerkingsverband van de Utrechtse gemeenten, gericht op het beheersen van risico’s in het verzorgingsgebied en het realiseren van een effectieve en efficiënte hulpverlening bij rampen, crises en branden. De wettelijke basis voor de samenwerking ligt in de Wet Veilig-heidsregio’s (Wvr). De burgemeester is uit hoofde van zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) van de VRU. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten worden genomen, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.

De VRU is een proces-gestuurde organisatie waarbij vier hoofdprocessen worden onderscheiden; Brandweerrepressie, Risicobeheersing, Crisisbeheersing/Ghor en Bedrijfsvoering. De brandweerposten zijn verenigd in zeven clusters en vallen onder de directie. In 2016 is verdere uitvoering gegeven aan de doorontwikkeling van de VRU als organisatie op een viertal taakvelden, te weten: Governance, Bedrijfsvoering, Veiligheids-zorg op Maat en Repressieve Huisvesting. Daarnaast is sprake van beleidsversterking op de onderdelen accountmanagement en informatie-uitwisseling. Voor 2017 zijn twee nieuwe beleidsvoorstellen opgenomen, een collectieve aanpak van de jeugdbrandweer en gemeentelijke crisisbeheersing 2.0. De focus zal voor komend jaar liggen op de organisatieontwikkeling en het harmoniseren van processen en procedures.

Dienstverleningstaken zijn opgenomen in een afzonderlijke taakuitvoeringsovereenkomst (TUO). De begroting is opgebouwd vanuit de gedachte van één gelijk kwaliteitsniveau, één basispakket. Eventuele aanvullende taken (maatwerkafspraken) worden jaarlijks afzonderlijk afgesproken met gemeenten en vastgelegd in de TUO. Voor Veenendaal zijn er ten opzichte van het voorgaande jaar geen wijzigingen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 113

1. Naam 3. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling

3. Vestigingsplaats Utrecht

4. Doelstelling en openbaar belangBuiten de grenzen van Veenendaal bevinden zich diverse recreatieve objecten (zoals het Henschotermeer en Kwintelooijen) waar ook de Veenendaalse bevolking recreëert. Het beheer hiervan is in handen van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (GR RUHVKR), waar Veenendaal deel van uitmaakt.

5. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving

6. Deelnemende partijen Deelnemers van de gemeenschappelijke regeling: Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, Zeist en provincie Utrecht.

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2016: € 0,4 miljoen 31-12-2017: Cijfers nog niet beschikbaar

10. Vreemd Vermogen 31-12-2016: € 0,3 miljoen 31-12-2017: Cijfers nog niet beschikbaar

11. Financieel resultaat 2016: € 84.100 2017: - € 498.000

12. Website http://www.recreatiemiddennederland.nl

13. Risicoprofiel Middel

OntwikkelingenBij het vaststellen van de Kadernota 2012-2015 heeft de gemeenteraad besloten de bijdrage aan het recreatieschap te beëindigen. Mede naar aanleiding van dit besluit is binnen de gemeenschappelijke regeling het proces om keuzes te maken over de toekomst van het recreatieschap versneld. In 2013 is door de Stuurgroep Toekomst Recreatie(schappen) geadviseerd om te komen tot een snelle en ordelijke liquidatie van het recreatieschap. In februari 2014 heeft de gemeenteraad besloten akkoord te gaan met het voorstel van het algemeen bestuur om per 1 januari 2018 het recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied op te heffen.

Om tot liquidatie te komen, moeten in het kader van de financiële afwikkeling alle verplichtingen overgedragen of afgekocht zijn. Eind 2016 is bekend welke verplichtingen moeten worden afgekocht.In de jaarrekening 2015 van het recreatieschap is een voorziening voor de afkoopsom voor de periode na 31-12-2017 opgenomen van € 2.820.000. Dit betreft een zo correct mogelijke inschatting met de kennis van dit moment, wat betekent dat de hoogte van deze voorziening niet de einduitkomst van het gehele opheffingstraject zal zijn. De uiteindelijke uitkomst kan zowel hoger, alsook lager uitvallen.

Het aandeel van de gemeente Veenendaal in de jaarrekening 2015 van het recreatieschap verantwoorde “voorziening afkoopsom” bedraagt € 298.771.

Tot het moment van de feitelijke liquidatie maken wij deel uit van de gemeenschappelijke regeling en zijn wij verplicht de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage van € 123.590 (2017) te betalen. Veenendaal is nauw betrokken bij het overdragen van de verplichting voor Kwintelooijen. In lijn met de opdracht van de raad om ons maximaal in te zetten om Kwintelooijen open te houden werken wij samen met Rhenen aan een passende oplossing voor Kwintelooijen per 1 januari 2018. Gewerkt wordt aan overeenstemming met betrokkenen over plan voor de erfpacht, het beheer, toezicht en de recreatieve- en natuurwaarde van het terrein Kwintelooijen. De verwachte kosten voor Veenendaal voor onderhoud, beheer en toezicht zijn vanaf 2018 € 35.000 per jaar. Als vervolg op de beeldvormende avond in mei 2016 en de Kadernota 2017-2020 wordt in de tweede helft van 2016 een inhoudelijk voorstel ter besluitvorming aangeboden aan de raad.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 114

1. Naam 4. Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam), IW4 Beheer N.V. is een Naamloze Vennootschap (N.V.)

3. Vestigingsplaats Veenendaal

4. Doelstelling en openbaar belang

De doelstelling van IW4 is het handhaven, vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staat zijn, maar voor wie, in belangrijke mate, tengevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig is. De regie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is belegd bij het rechtspersoon bezittend openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) Instituut Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht. Het Instituut heeft de uitvoering via een samenwerkingsovereenkomst belegd bij IW4 Beheer NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de GR.

5. Relatie met beleidsprogramma 2. Economie, Werk en Ontwikkeling

6. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Renswoude.

7. Bestuurlijk belangDe aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De gemeente Veenen-daal (wethouders) zitten in het bestuur van de GR. Naast WSW-subsidie en een vergoeding voor opdrachten betaalt de gemeente Veenendaal aan de GR een vaste jaarlijkse bijdrage van € 326.000.

8. Financieel belang De eventuele tekorten van de beheer NV worden (naar rato) door de deelnemende partijen aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2016: € 6,6 miljoen 31-12-2017: € 6,2 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2016: € 0,9 miljoen 31-12-2017: € 1,1 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: - € 0,1 miljoen 2017: - € 0,4 miljoen

12. Website www.iw4.nl

13. Risicoprofiel Hoog

OntwikkelingenDe opdrachtrelatie geven wij – samen met de andere deelnemende gemeenten – vorm met een Jaarovereenkomst en een Sociaal Economisch Contract. De regierol krijgt onder meer inhoud door bestuurlijke onder-werpen als vergroting van het aantal externe detacheringen, beperking van het ziekteverzuim, verbreding van het werkterrein naar het begeleiden van andere doelgroepen (vooral cliënten uit de bijstand) naar werk en re-integratieactiviteiten. De uitvoering door de NV is op enige afstand geplaatst van de gemeenten en de GR. Hierdoor draagt de NV zoveel mogelijk eigen risico’s voor exploitatie binnen de grenzen van de ter beschikking gestelde gemeentelijke en rijksbudgetten en de kaders die de GR en de gemeenten hebben gesteld.De Participatiewet is per 1 januari 2015 ingegaan en brengt veranderingen mee voor de Wsw-uitvoering. Er is geen sprake meer van nieuwe instroom, de doelgroep wordt beperkt tot mensen met een indicatie Beschut Werk en de rijkssubsidie neemt jaarlijks af. Het exploitatieresultaat voor 2016 (na gemeentelijke bijdrage) komt naar verwachting ongeveer op nul uit. Er blijft vooralsnog sprake van een onzekere omzetverwachting over 2017 en daarna. Daar komt de her-bezinning op rol, taak, verantwoordelijkheden van de GR in het kader van de participatiewet bij. Belangrijk in dit kader is de Visie op de inclusieve arbeidsmarkt die de gemeenteraden in 2017 vast moeten stellen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 115

1. Naam 5. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGD)

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling

3. Vestigingsplaats Utrecht

4. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht, gevestigd te Utrecht, is getroffen ter uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opge-dragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.

5. Relatie met beleidsprogramma 3: Sociale Leefomgeving

6. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 2,9 miljoen 31-12-2014: € 3,2 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 12,7 miljoen 31-12-2014: € 12,9 miljoen

11. Financieel resultaat (voor resultaatbestemming) 2017: € 0 2016: € 0

12. Website www.ggdru.nl

13. Risicoprofiel Middel

OntwikkelingenDeze regeling is getroffen ter behartiging van de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg, ter uitvoering van Wet Publieke Gezondheid (Wpg).

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 116

1. Naam 6. Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Openbaar Lichaam)

3. Vestigingsplaats Soest

4. Doelstelling en openbaar belang De AVU zorgt onder andere voor de verwerking van het Veenendaalse huishoudelijke afval. De kosten worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten in het tarief van de afvalstoffenheffing.

5. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht

7. Bestuurlijk belang In het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU) zijn de 26 aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 0,5 miljoen 31-12-2014: € 0,3 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 12,9 miljoen 31-12-2014: € 8,2 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: € 0 2017: € 0

12. Website www.avu.nl

13. Risicoprofiel Laag

OntwikkelingenDe kosten van de AVU worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten voor elke gemeente in het tarief van de afvalstoffenheffing. De financiële omvang van de AVU is in 2015 toegenomen als gevolg van de stijgende kosten voor afvalverwerking door invoering van de rijksafvalverbrandingsbelasting en doordat gemeenten met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn geworden voor de sortering en vermarkting van het kunststof verpakkingsafval. Dit traject van sortering en vermarkting van kunststof verpakkingsafval is door de AVU aanbesteed voor de bij haar aangesloten gemeenten. De beheerkosten van de AVU-organisatie vertoont al jaren een dalende lijn (2010-2016 -9%).

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 117

1. Naam 7. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling

3. Vestigingsplaats Utrecht

4. Doelstelling en openbaar belang De ODRU ondersteunt gemeenten bij het waarborgen en ontwikkelen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.

5. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijen De huidige deelnemers van de ODRU zijn de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2016: € 0,6 miljoen 31-12-2017: € 0,6 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2016: € 3,3 miljoen 31-12-2017: € 3,4 miljoen

11. Financieel resultaat 2017: € 6 duizend 2016: € 3 duizend

12. Website www.odru.nl

13. Risicoprofiel Middel

OntwikkelingenDe jaarrekening van 2015 heeft een positief resultaat. Dit resultaat wordt gebruikt om de reserve op te bouwen. De financiële gevolgen in de vorm van de frictiekosten die de reorganisatie met zich meebrengt, kunnen nog doorlopen tot en met 2017 en komen voor rekening van de gemeente. In de begroting 2017 is een lichte tariefstijging opgenomen en is het geplande resultaat op nagenoeg nul euro gesteld.

Als uitwerking van het eerder vastgestelde Koersdocument met de strategische Koers ODRU 2015-2018 is de ODRU mei 2016 gestart met een organisatieontwikkelprogramma. Dit bestaat uit een zestal programma’s, waar de gemeenten ook bij betrokken zijn. Eén van de ontwikkelprogramma’s is de Omgevingswet. De gemeenten maar ook de ODRU bereiden zich voor op de Omgevingswet. Dit programma van de ODRU richt zich in 2016 op het anticiperen van de kennisbehoefte van gemeenten en het delen van de kennis tussen gemeenten. In 2017 wordt dit voortgezet waarbij steeds meer toegewerkt wordt naar de implementatie van de Omgevingswet.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 118

1. Naam 8. Welstand Monumenten Midden Nederland

2. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling

3. Vestigingsplaats Bunnik

4. Doelstelling en openbaar belangVeenendaal neemt deel in de gemeenschappelijke regeling WMMN gevestigd in Bunnik en neemt van deze instantie diensten af in het kader van de beoordeling van princi-peverzoeken en aanvragen omgevingsvergunning. WMMN toetst deze plannen aan de welstandsnota en eventuele beeldkwaliteitsplannen. De kosten van deze advisering worden door middel van de WABO-leges in rekening gebracht bij de aanvrager.

5. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijen 22 Utrechtse gemeenten

7. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

8. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 0,6 miljoen 31-12-2014: € 0,5 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 0,3 miljoen 31-12-2014: € 0,4 miljoen

11. Financieel resultaat 2017: GR wordt per 1/1/2017 geliquideerd 2016: € 0

12. Website www.welmon.nl

13. Risicoprofiel Laag

OntwikkelingenMet ingang van 1 januari 2017 wordt de gemeenschappelijke regeling geliquideerd en worden zowel de medewerkers als de diensten ondergebracht in de stichting MooiSticht. Vanaf deze datum gaan wij diensten op het gebied van welstandsadvisering van MooiSticht afnemen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 119

Vennootschappen coöperaties

1. Naam 9. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

2. Rechtsvorm Commanditaire Vennootschap (C.V.) en Besloten Vennootschap (B.V.)

3. Vestigingsplaats Veenendaal

4. Doelstelling en openbaar belang Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. heeft tot doel het realiseren van een plangebied aan de oostkant van Veenendaal voor circa 4.000 woningen (waarvan ca. 1.000 zijn gerealiseerd in plangebied Dragonder-oost).

5. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijenDe gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het ontwikkelen van dit plangebied, waarbij het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. en Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost Beheer B.V. zijn opgericht. Beide partijen (gemeente Veenendaal en Quattro) hebben een 50% belang.

7. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA), lid RvC (Raad van Commissarissen)

8. Financieel belang 50% van het aandelenkapitaal B.V.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 5,5 miljoen 31-12-2014: € 5,4 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 56,1 miljoen 31-12-2014: € 63,3 miljoen

11. Financieel resultaat C.V. *1 2016: € 0 2017: € 0

12. Website www.veenendaaloost.nl

13. Risicoprofiel Midden

*1 Het aangegeven resultaat over 2015 heeft betrekking op de C.V., niet op de grondexploitatie die door de B.V. wordt beheerd.

OntwikkelingenLeidend principe bij het tot stand komen van de wijk “Dragonder-oost” was en bij het tot stand komen van de wijk “Veenendaal-oost” is de keuze om de grondexploitaties te organiseren in een PPS-constructie: het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost (OVO).De gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een Samenwerkingsovereenkomst aangegaan en zijn beide voor de helft aandeelhouder van dit Ontwikkelingsbedrijf.

Het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost heeft tot doel de plangebieden “Dragonder-oost” en “Veenendaal-oost” te ontwikkelen en te realiseren. Deze plangebieden zijn gelegen aan de oostzijde van de gemeente Veenendaal en kennen een totaalcapaciteit van circa 4.000 woningen met daarbij behorende voorzieningen.

Het plangebied Dragonder-oost met een capaciteit van ongeveer 800 woningen is al enkele jaren geleden gerealiseerd.Voor het plangebied “Veenendaal-oost” geldt dat in het centrale deelplan “Buurtstede” met een capaciteit van circa 1.250 woningen inmiddels bijna 900 woningen zijn opgeleverd.Om met het oog op de toekomst te zorgen voor voldoende aanbod van bouwrijpe kavels is gestart met het bouwrijp maken van een deel van het zuidelijke deelplan “Veenderij”. In dit deelplan worden ongeveer 1.000 woningen voorzien.

In 2015 zijn er in het deelplan “Buurtstede” ruim 170 bouwrijpe kavels aan de projectontwikkelaars verkocht. De Grondexploitatieberekening (GREX) Veenendaal-oost 2016 kent een looptijd tot en met 2026 met dien verstande dat aan de gronduitgifteplanning geen rechten kunnen worden ontleend. De risico’s, zoals in de Risicoanalyse Veenendaal-oost 2016 zijn benoemd, kunnen binnen de GREX Veenendaal-oost 2016 en de aanwezige Risicoreserve van OVO worden opgevangen. Er ligt een gezonde basis om in verbeterde marktomstandigheden de komende jaren de ontwikkeling van Veenendaal-oost voort te zetten.

Eind 2015 heeft de gemeenteraad besloten tot een nieuwe, nu meerjarige, borgstelling voor de externe financiering van OVO. Voor OVO betekent dit, gelet op de actuele lage rentestand, een aanzienlijke beperking van de financieringslasten.

Gezien de verbeterde omstandigheden voor ontwikkeling en financiering kan het risicoprofiel op “midden” worden gesteld.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 120

1. Naam 10. Duurzame Energie Veenendaal-oost BV (DEVO)

2. Rechtsvorm Besloten Vennootschap (B.V.)

3. Vestigingsplaats Veenendaal

4. Doelstelling en openbaar belangDEVO is het lokale energiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het beheer van de duurzame energievoorziening in een deel van Veenendaal-oost (Buurtstede en een deel van De Veenderij). DEVO draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling om met ingang van 2035 energieneutraliteit te realiseren. De CO2-uitstoot in dit gebied wordt met het duurzame energiesysteem met circa 60% verminderd.

5. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal en Quattro Energie B.V

7. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)

8. Financieel belang De gemeente is voor 50% aandeelhouder van deze onderneming

9. Eigen Vermogen 31-12-2016 : - € 7,4 miljoen 31-12-2017 : - € 7,8 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2016 : € 12,9 miljoen 31-12-2017 : € 12,8 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: - € 0,5 miljoen 2017 : - € 0,3 miljoen

12. Website www.devo-veenendaal.nl

13. Risicoprofiel Hoog

OntwikkelingenOp 17 december 2015 heeft de gemeenteraad een besluit over de toekomstige koers voor DEVO (Duurzame Energievoorziening Veenendaal-Oost) genomen. De gemeenteraad heeft een positief besluit genomen dat bijdraagt aan een gezonde en solide toekomst van DEVO. De raad heeft daarbij gekozen voor continuïteit van de warmte- en koude voorziening en de verdere ontwikkeling van duurzame energie in Veenendaal-oost. Op 3 maart 2016 heeft de gemeenteraad ingestemd met een nieuwe borgstelling voor DEVO tot een bedrag van € 12,2 miljoen voor de periode van 30 juni 2016 tot en met 30 juni 2021. De herfinanciering van DEVO heeft op 30 juni 2016 plaats gevonden, zodat de continuïteit van de onderneming is gewaarborgd. De rente van de nieuwe financiering past ruimschoots binnen het businessmodel. De directie van DEVO heeft de verwachting uitgesproken dat de onderneming vanaf 2016 een groei van de omzet en een verbetering van het resultaat zal laten zien. Naast de resterende woningen in het deelgebied Buurtstede worden de komende jaren ook woningen in het deelgebied De Veenderij op het warmtenet aangesloten. De voorbereidende werkzaamheden worden vanaf medio 2016 uitgevoerd. De tijdige realisatie van het volloopschema blijft overigens een belangrijke risicofactor. Voorts neemt de directie van DEVO technische maatregelen om de energetische prestaties van het warmtenet te verbeteren. Het totale pakket aan maatregelen heeft naar verwachting een positieve invloed op de financiële positie van de onderneming.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 121

1. Naam 11. Vitens NV

2. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap

3. Vestigingsplaats Het hoofdkantoor is vanaf 2 januari 2015 verplaatst van Utrecht naar Zwolle.

4. Doelstelling en openbaar belang Publiek waterbedrijf, belast met de zorg voor de watervoorziening

5. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen

6. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)

7. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)

8. Financieel belang 56.404 aandelen (0,975% van het totale aandelenkapitaal)

9. Eigen Vermogen 31-12-2017: € 466,1 miljoen 31-12-2015: € 471,7 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2017: € 1.289,6 miljoen 31-12-2015: € 1.242,7 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: Niet beschikbaar 2017: € 29,1 miljoen (prognose)

12. Website www.Vitens.nl

13. Risicoprofiel Laag

OntwikkelingenDe basis van Vitens is haar belangrijkste opdracht: het continu leveren van betrouwbaar drinkwater tegen zo laag mogelijke kosten. Vitens wil dat haar organisatie klantgerichter wordt. Daarom transformeert haar focus van Operational Excellence naar Customer Excellence: Vitens wil excellente dienstverlening voor haar klanten. Dit is een van de twee strategische doelen. Het andere doel richt zich op een duurzame inzet van haar bronnen en middelen, zodat Vitens ook op de lange termijn kan zorgen voor betrouwbaar en goed drinkwater. Verder wil Vitens in ieder geval tot en met 2017 de drinkwaterprijs voor de gebonden (standaard) klant niet laten stijgen.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 122

1. Naam 12. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

2. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap

3. Vestigingsplaats Den Haag

4. Doelstelling en openbaar belang Bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.

5. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen

6. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)

7. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)

8. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,2% van de aandelen.

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 4.163 miljoen 31-12-2014: € 3.582 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 145.348 miljoen 31-12-2014: € 149.923 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: Niet beschikbaar 2017: Niet beschikbaar

12. Website www.bngbank.nl

13. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:BNG Bank emitteert leningen, die beursgenoteerd zijn. Om die reden is BNG Bank gehouden aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijk koersgevoelige informatie.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 123

1. Naam 13. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

2. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap (NV)

3. Vestigingsplaats Ede

4. Doelstelling en openbaar belang ACV is een overheids-NV. De missie van ACV is de opdrachtgevende gemeenten, bedrijven en particulieren te ontzorgen op het gebied van afval & reiniging en te opereren als de logische, regionale samenwerkingspartner

5. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving

6. Deelnemende partijen Gemeenten Ede, Wageningen, Renkum en Veenendaal

7. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)

8. Financieel belang 24% van de aandelen van de holding

9. Eigen Vermogen 31-12-2015: € 11,3 miljoen 31-12-2014: € 10,4 miljoen

10. Vreemd Vermogen 31-12-2015: € 22,2 miljoen 31-12-2014: € 22,6 miljoen

11. Financieel resultaat 2016: € 0,4 2017: Niet beschikbaar

12. Website www.acv-groep.nl

13. Risicoprofiel Laag

OntwikkelingenACV zorgt voor de afvalinzameling en een aantal stadsreinigingstaken (vegen, kolkenzuigen en gladheidbestrijding). De contracten (dienstverleningsovereenkomsten) zijn met de dochtermaatschappijen ACV Ge-meenten BV (huishoudelijk afval, onderhoud voertuigen enzovoort), Restore BV (herbruikbare goederen) en ACV Bedrijven BV (bedrijfsafval, KWD en commerciële ongediertebestrijding). ACV heeft verder Overslag-BV opgericht, waarin ook AVU (zie verderop) deelneemt, om een overslagstation in Ede voor huishoudelijk afval te realiseren en exploiteren. Overslag BV exploiteert sinds 2013 een afvaloverslagstation in Ede. In 2015 heeft ACV gezamenlijk met Curitas een textielsorteerbedrijf opgericht.

Er vindt verder een verschuiving plaats van minder omzet op het terrein van afvalinzameling naar meer op het terrein van de openbare ruimte. ACV is i.s.m. de gemeenten bezig het begrip SROI (Social Return on Investment) vorm en inhoud te geven door inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (in samenwerking met IW4, Permar, Restore Kringloop en Road2work).

Het jaar 2016 heeft in het teken gestaan van de invoering van de vernieuwende Inzamelsystemen in Veenendaal en Wageningen. ACV is lid van Midwaste, een samenwerkingsverband van regionale en overheidsgedomineerde bedrijven in de afval- en reinigingswereld.

• E 1,18 miljoen bestaand uit een operationeel resultaat van € 672.000 en € 505.000 vrijgevallen voorziening groot onderhoud ondergrondse containers

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 124

Stichtingen en verenigingen

1. Naam 14. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

2. Rechtsvorm Stichting

3. Vestigingsplaats Veenendaal

4. Doelstelling en openbaar belang

Het algemeen doel van de Stichting is om de inwoners van Veenendaal zoveel als nodig bij te staan bij de zorg voor de opvoedondersteuning, gezinsondersteuning en ontwik-keling van kinderne en jeugdigen.De Stichting sluit hierbij aan bij de ontwikkeling naar integraal werken binnen de driesociale domeinen, te weten: jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie – bijvoorbeel door de vorming van integrale sociale wijkteams – en levert hier een actieve bijdrage aan. Zij doet dit uitsluitend in opdracht van de Gemeente.

5. Relatie met beleidsprogramma 3.Sociale leefomgeving

6. Deelnemende partijen N.v.t.

7. Bestuurlijk belang

Het College- stelt de jaarlijkse bijdrage vast op basis van de prestatieafspraken. - benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur - krijgt bepaalde besluiten van het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd

8. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage.De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de Gemeente.

9. Eigen Vermogen N.v.t. Op basis van de statuten is het niet toegestaan vermogen te vormen.

10. Vreemd Vermogen N.v.t.

11. Financieel resultaat 2016: Niet beschikbaar 2017: Niet beschikbaar

12. Website www.cjgveenendaal.nl

13. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

Overige verbonden partijenNiet van toepassing.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf D Paragraaf EParagraaf CParagraaf A Paragraaf B Paragraaf F Paragraaf G

programmabegroting 2017-2020 | 125

Paragraaf F: Grondbeleid

InleidingHet Veenendaalse grondbeleid is vastgelegd met princi-pes in de Nota grondbeleid 2016 -2020. Met de prin-cipes wordt richting gegeven hoe de gemeente handelt in de grondmarkt met diverse beschikbare juridische en financiële instrumenten (zoals bijvoorbeeld de grondex-ploitatiewet). De diverse instrumenten worden gebruikt om bestuurlijke doelen in de ruimtelijke ordening vorm te geven.

Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf G

InhoudAlgemene ontwikkelingenIn de afgelopen jaren is, mede onder invloed van maatschap-pelijke ontwikkelingen, meer nadruk gelegd op vraaggestuur-de ontwikkelingen. Hieruit zijn initiatieven ontstaan zoals bij het Pionierkwartier en de herontwikkeling van de school aan de Ostadelaan. In 2017 vinden de eerste opleveringen plaats en worden de resultaten zichtbaar. In 2017 wordt het beleid van co-creatie voortgezet in bijvoorbeeld Veenendaal-oost in de ontwikkeling van Veenderij. Ontwikkelaars bieden overi-gens zelf steeds meer aan keuzemogelijkheden voor consu-menten om hun huis vorm te geven. Niettemin blijft ook de tra-ditionele projectontwikkeling in trek en wordt hiervoor eveneens ruimte geboden. Bewoners hebben zelf de keuze in de mate van participatie.Een andere trend die over de gehele breedte plaatsvindt is duurzaamheid. De wettelijke normen worden strenger, maar belangrijker, de mogelijkheden worden ook steeds groter. Het bereiken van energie-neutrale nieuwbouwwoningen komt steeds dichterbij. In 2016 zijn nieuwe wet- en regelgeving geïntroduceerd (Wet op Vennootschapsbelasting, BBV-regels) die al grotendeels zijn verwerkt in de Nota Grondbeleid 2016 - 2020 en het Projec-tenboek 2016. In 2016 en 2017 wordt in samenspraak met externe adviseurs verder gewerkt aan de implementatie van de Wet op de Vennootschapsbelasting. Dit vereist een nauwkeuri-ge positiebepaling om te voorkomen dat de uitkomsten bij voorbaat onredelijk uitpakken.

Visie op grondbeleid Een belangrijke les van de afgelopen jaren is dat een keuze voor óf facilitair óf actief grondbeleid niet volstaat. Daarnaast heeft de Risicoreserve grondexploitaties weinig investerings-

ruimte. Er zal daarom scherp naar projecten gekeken worden in hoeverre deze bijdrage aan de beleidsdoelstellingen. Een belangrijk uitgangspunt is dat Veenendaal het grondbeleid situ-ationeel vormgeeft: niet per definitie actief of passief, maar per situatie wordt maatwerk geboden. In de Nota Grondbeleid 2016 – 2020 is een kwadrant opgenomen om de mate van activiteit (van passief tot actief) te bepalen. Afhankelijk van de situatie en het belang voor het doel of prioriteit voor de ge-meente wordt de mate van activiteit bepaald. Via het Projecten-boek zal jaarlijks de strategie op hoofdlijnen door de raad worden vastgesteld.

Uitvoering van grondbeleid Belangrijk is om vraag en aanbod van woningbouw te monito-ren. Naast een tweejaarlijkse woningmarkt analyse, wordt elk nieuw initiatief beoordeeld met de Ladder van duurzame ver-stedelijking. Zo wordt aangetoond dat er daadwerkelijk een marktvraag is. De Woonvisie is cruciaal voor de onderbou-wing van de Ladder en is richtinggevend voor het inspelen op de juiste (toekomstige) toevoegingen aan de woningvoorraad. Dit om de effecten van vergrijzing, de toename van intramurale zorghuisvesting na 2020 en de (mogelijke) instroom van status-houders op tijd op te vangen. Ook zal de campagne tot het aantrekken van dynamische woonmilieus starten.De gemeente zal, waar mogelijk, in gezamenlijkheid met marktpartijen meebewegen binnen de ontwikkelingen, via maatwerk binnen de kaders van het projectenboek en de Woonvisie 2014 – 2019.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 126

Prognose resultaten grondexploitatiesDe prognose voor resultaten van de lopende grondexploitaties vanaf 1-1-2017 is als volgt:

Geraamde winst- en verliesneming (in Contante waarde per 1-1-2016)

Complex Tekort Overschot

Ontwikkelposities Veenendaal-oost 0 0

Veenendaal-oost 0 3.561

Binnenronde 1.565 0

1e Melmseweg 0 707

Weverij 647 0

Brouwerspoort 19.871 0

Zuidpoort 1.239 0

Schrijverspark-west 0 0

Oksel A12 0 338

Voorpoort: Nieuweweg Noord 0 0

Groene Grens en Balkons 0 0

Castor terrein 0 365

PHV-fabriek 0 0

Stationskwartier B, Pionierkwartier 3.766 0

Stationskwartier Deelgebied C 1.610 0

Veeneind 0 2.874*

Totaal 28.698** 7.845

Bedragen x € 1.000

* Hiervan heeft eerder een winstneming plaatsgevonden van 2.225.

** Alle getoonde verliezen zijn reeds genomen in de voorziening grondexploitaties.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 127

Geraamde winstnemingDe prognose voor toekomstige winstnemingen is als volgt:

In ‘principe 11’ van de Nota Grondbeleid 2016 - 2020 is over de winstneming in een grondexploitatiecomplex het volgende vastgelegd:

In geval van een exploitatieoverschot wordt een onderbouwd gedeelte daarvan bij de jaarlijkse vaststelling van de grondex-ploitaties toegevoegd aan de Risicoreserve grondexploitaties indien 75% van de inkomsten is gerealiseerd en dit niet leidt tot een positieve boekwaarde in de cashflow.

Risicoreserve grondbeleidDe Nota Grondbeleid 2016 – 2020 stelt in principe 12 dat “de Risicoreserve grondexploitaties dient in overeenstemming te zijn met de omvang van de gemeentelijke risico’s in de grondcomplexen. Dit wordt jaarlijks vastgesteld bij het Projec-tenboek”. Dit betekent dat de hoogte van de risicoreserve niet lager mag zijn dan de berekende risico´s. Het projectenboek geeft jaarlijks een actueel overzicht van alle gemeentelijke grondexploitaties en de daaraan verbonden risico’s. Uit het Projectenboek 2016 blijkt de risicoreserve goed in overeen-stemming te zijn met de principes van de Nota Grondbeleid. Daarmee is er voldoende buffer om de nu bekende risico’s op te vangen. Indien nieuwe risico’s in de toekomst worden gesig-naleerd of oude risico’s vervallen, zal de risicoreserve opnieuw worden berekend en indien nodig aangepast bij het eerstvol-gende projectenboek.

Prognose resultaten grondexploitaties (per Eindwaarde)*

Complex 2017 2018 2019 2020

1e Melmseweg - - - 707

Oksel A12 - 359 - -

Castor terrein - 387 - -

Veeneind - 690 - -

Totaal 0 1.436 0 707

Bedragen x € 1.000

* Bedrag is per eindwaarde, dus bedrag inclusief alle rente en inflatievloeden op het moment van winstneming. Dit verschilt van de contante waarde in eerdere

tabel die uitgaat van de waarde per 1-1-2016

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 128

Overzicht beleidsvoornemensEen overzicht van (eventuele) beleidsvoornemens van de paragraaf dient in onderstaande tabel te worden opgenomen, conform de wijze waarop dit in de programma’s is gedaan.

Grondbeleid

Beleidsvoornemens Jaartal

Voortzetting beleid en effecten zichtbaar maken van co-creatie 2017

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf E Paragraaf F Paragraaf GParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 129

Paragraaf G: Lokale heffingen 2017

InleidingDe paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkings-middelen omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingspro-gramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen, zoals de afval-stoffenheffing en rioolheffing rekenen we niet tot de alge-mene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.

Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.

In deze paragraaf komen de belangrijkste gemeentelijke heffingen aan de orde. Tevens maken het invorderings- en kwijtscheldingsbeleid onderdeel uit van deze paragraaf.

Paragraaf F Paragraaf G

Inhoud1. Beleidsuitgangspunten2. Tarieven gemeentelijke heffingen3. Vergelijking woonlasten met andere gemeenten4. Overzicht inkomsten belangrijkste belastingen5. Overzicht belangrijkste tarieven6. Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit7. Kostendekking gemeentelijke heffingen8. Invordering9. Kwijtschelding

1.Beleidsuitgangspunten

1.1 Kadernota 2017In de Kadernota is besloten de tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten conform de begrotingsrichtlijnen voor 2017 trendmatig met 1% te verhogen. De tarieven voor de af-valstoffenheffing en de rioolrechten zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een kostendekkendheid van 100%.

1.2 Onroerende zaakbelastingen (OZB)Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxa-tie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995). Een waardestijging van de onroerende zaken binnen onze gemeente heeft zich in het verleden dan ook altijd vertaald in een evenredige tariefsdaling.

1.3 RioolheffingenBestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht.

1.4 AfvalstoffenheffingHet uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren.

Met ingang van 1 januari 2016 is overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie.

1.5 Precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingenMet ingang van 1 juli 2015 is besloten precariobelasting in te voeren van netwerkbeheerders. De aanslagen worden na af-loop van het belastingjaar opgelegd. Geraamde opbrengst voor 2017 bedraagt € 2.2 miljoen en wordt gestort in de voor-ziening dubieuze debiteuren precariobelasting.Er is een wetsvoorstel ingediend om de precariobelasting voor netwerkbeheerders af te schaffen. Gemeenten (waaronder Veen-endaal) die in 2015 al heffen kunnen nog 10 jaar heffen. Het is niet toegestaan het in 2016 gehanteerde tarief te verhogen.

2.Tarieven gemeentelijke heffingen

2.1 Onroerende zaakbelastingen (OZB)In de Kadernota 2017 hebben wij voor de OZB een trendma-tige verhoging van 1% voorgesteld.

Momenteel worden alle onroerende zaken in Veenendaal op-nieuw gewaardeerd naar peildatum 1 januari 2016. De nieu-we waarde geldt voor het belastingjaar 2017. De waarde van de woningen in onze gemeente is namelijk met 1,8% gestegen. De waarde van de niet-woningen is met 4% gedaald. Dat blijkt uit de informatie die we nu hebben. We hebben op dit moment ongeveer 90% van de onroerende za-

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 130

ken opnieuw gewaardeerd naar peildatum 1 januari 2016. De waardestijging/daling neutraliseren we in de tarieven, zodat we de totaalopbrengst halen. Dit betekent voor de tarieven een extra aanpassing.

De tarieven voor 2017 zijn als volgt.

Overzicht tarieven OZB

Tarief 2017 (1% trend)

Tarief 2017 na compensatie

Tarief woning eigenaar 0,1102% 0,1082%

Tarief niet-woning eigenaar 0,2123% 0,2211%

Tarief niet-woning gebruiker 0,1696% 0,1766%

2.2 RioolheffingMet de rioolheffing worden kosten verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van grond- en of hemelwater. Er wordt daarbij onder-scheid gemaakt tussen aansluitrechten, die doorgaans worden geheven van de eigenaren van de aangesloten eigendommen en afvoerrechten, die uitsluitend kunnen worden geheven van de gebruikers van die eigendommen.

De kosten riolering worden voor 100% doorberekend in de tarieven. De kosten zullen in 2017 ten opzichte van 2016 niet stijgen. Dit betekent dat de tarieven in 2017 niet behoeven te worden aangepast.

Tarieven rioolheffing 2017

Tarief gebruiker woning E 31,20

Tarief eigenaar woning E 62,40

Tarief gebruiker niet-woning E 312,00

2.3 AfvalstoffenheffingHet huishoudelijk afval wordt verwerkt via Afvalverwijdering Utrecht (AVU). De AVU is een gemeenschappelijke regeling van alle Utrechtse gemeenten en de provincie.

De tarieven voor 2017 zijn gebaseerd op het nieuw ingevoer-de Diftar systeem en 100% kostendekkend.

De kosten zullen in 2017 ten opzichte van 2016 niet stijgen. Dit betekent dat de tarieven in 2017 niet behoeven te worden aangepast.

Tarieven afvalstoffenheffing 2017

Basis tarief E 157,00

Per aanbieding 240 liter E 8,00

Per aanbieding 140 liter E 4,70

2.4 HondenbelastingIn de Kadernota 2017 hebben wij voor de hondenbelasting een trendmatige verhoging van 1% voorgesteld. De tarieven voor 2017 zijn als volgt.

Tarieven hondenbelasting 2017

Tarief eerste hond E 85,15

Tarief tweede en volgende hond, per hond E 124,35

Tarief kennel E 220,10

De tarieven van voorgaande jaren hebben wij verderop in deze paragraaf opgenomen.

2.5 Overige heffingenIn de Kadernota 2017 hebben wij voor de onderstaande heffingen eveneens een trendmatige verhoging van 1% voorgesteld:• Leges• Precariobelasting• Marktgelden• Reclamebelasting • Toeristenbelasting

Voor de tarieven 2017 verwijzen wij u naar de betreffende verordening. De verordeningen met de gewijzigde tarieven 2017 worden in een separaat voorstel ter vaststelling aan de raad aangeboden.

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 131

3. Vergelijking woonlasten met andere gemeenten

Hierbij informeren wij u over de verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen in onze gemeente ten opzichte van andere gemeenten. Daarvoor gebruiken wij het volgende bron-document:

• Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo).

Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)Jaarlijks brengt Coelo een atlas uit waarin opgenomen de loka-le lasten van de belastingen van gemeenten, provincies en wa-terschappen. Zo heeft Coelo o.a. een tabel opgenomen “Woonlasten per gemeente”. In deze tabel zijn ca 400 ge-meenten opgenomen. De woonlasten die Coelo vergelijkt, be-staan uit OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze zijn gebaseerd op een woning met een gemiddelde waarde; na aftrek van eventuele heffingskorting. In deze tabel staat de gemeente Veenendaal op de veertiende (vorig jaar een vijfde) plaats voor wat betreft de laagste woon-lasten meerpersoonshuishouden. Deze daling wordt met name veroorzaakt door de forse stijging van de rioolheffingen. Om u een beeld te geven van deze plaats in relatie tot andere ge-meenten hebben wij de hierna staande tabel opgenomen. De top tien met de laagste woonlasten ziet er als volgt uit:

Ter vergelijking: in de gemeente met de hoogste woonlasten bedragen de lasten voor een meerpersoonshuishouden € 1.108,00. Voor een uitgebreide woonlastenvergelijking verwijzen wij naar www.coelo.nl.

Laagste woonlasten belastingjaar 2015

Positie Gemeente Woonlasten meerpersoonshuishouden

1 Aalten E 539,00

2 Hellevoetsluis E 545,00

3 Ridderkerk E 549,00

4 ‘s-Gravenhage E 549,00

5 Tilburg E 555,00

6 Putten E 558,00

7 Alkmaar/Alkmaar E 562,00

8 Alkmaar/Graft-De Rijp E 562,00

9 Alkmaar/Schermer E 562,00

10 Nunspeet E 563,00

14 Veenendaal E 577,00

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 132

4. Overzicht inkomsten belangrijkste belastingen

Hieronder geven wij u een overzicht van de opbrengsten van de belangrijkste gemeentelijke belastingen.

Overzicht inkomsten belangrijkste belastingen (Bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2015 Begroting 2016 Begroting 2017

Onroerende-zaakbelasting E 10.776 E 10.996 E 11.226

Rioolrechten E 2.574 E 3.058 E 3.050

Afvalstoffenheffing E 5.885 E 5.928 E 5.376

Hondenbelasting E 373 E 373 E 379

Reclamebelasting E 551 E 565 E 565

Bouwleges E 1.589 E 1.631 E 1.568

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 133

5. Overzicht belangrijkste tarieven

Overzicht belangrijkste tarieven gemeentelijke heffingen

Soort heffing Tarief 2015 Tarief 2016 Tarief 2017

OZB

Gebruikersbelasting:

Niet-woning 0,1602% 0,1680% 0,1766%

Eigenarenbelasting:

Woning 0,1090% 0,1091% 0,1082%

Niet-woning 0,2005% 0,2102% 0,2211%

Afvalstoffenheffing

Alleenwonend tarief 186,75

Meerpersoons tarief 249,00

Basistarief 157,00 157,00

Per aanbieding 240 liter 8,00 8,00

Per aanbieding 140 liter 4,70 4,70

Hondenbelasting

Tarief 1e hond 83,55 84,30 85,15

Tarief 2e hond 121,90 123,10 124,35

Tarief kennel 215,75 217,90 220,10

Rioolheffing

Aansluitrecht woning eigenaar 52,40 62,40 62,40

Afvoerrecht woning gebruiker 26,20 31,20 31,20

Afvoerrecht niet-woning gebruiker 262,00 312,00 312,00

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 134

6. Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit

Voor de gemeentelijke belastingcapaciteit is het verplicht een kengetal op te nemen in de begroting. Dit kengetal staat hieronder vermeld.

Gemeentelijke belastingcapaciteit E 608,60 : E 723,00 = 84%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.

* Betreft een schatting. Definitieve WOZ waarde is nog niet bekend.** Hierbij is rekening gehouden met 17 aanbiedingen per jaar*** Coelo atlas 2016

Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %

Voor de begroting en het jaarverslag

A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde *E 222,00

B Rioolheffing voor gezin E 93,60

C Afvalstoffenheffing voor gezin **E 293,00

D Heffingskorting E 0,00

E Totale woonlasten gezin E 608,60

F Woonlasten landelijke gemiddelde gezin in voorgaand begrotingsjaar ***E 723,00

Kengetallen Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017

Belastingcapaciteit 77% 85% 84%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 135

7. Kostendekking gemeentelijke heffingen

Voor onderstaande leges en rechten geldt, op basis van artikel 229b van de Gemeentewet, dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten, m.a.w. de tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn.

• Afvalstoffenheffing• Rioolheffingen• Leges• Lijkbezorgingsrechten• Marktgelden

7.1 Afvalstoffenheffing

Onderdeel Afval

Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -5.959.686

Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 1.721.599

Netto kosten taakveld -4.238.087

Toe te rekenen kosten

Overhead incl. (omslag)rente -122.269

BTW -1.023.774

Totale kosten -5.384.130

Opbrengst heffingen 5.376.039

Dekkingspercentage 100%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 136

7.2 Rioolheffingen

Onderdeel Rioolheffing

Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -2.639.031

Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen -

Netto kosten taakveld -2.639.031

Toe te rekenen kosten

Overhead incl. (omslag)rente -154.851

BTW -241.622

Totale kosten -3.035.504

Opbrengst heffingen 3.050.008

Dekkingspercentage 100%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 137

7.3 Leges

OnderdeelTitel 1

Algemene dienstverlening

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefom-geving/ omge-

vings-vergunning

Titel 3 Dienstverlening vallend onder

Europese dienstenrichtlijn

Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -929.560 -1.164.643 -116.881

Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - - -

Netto kosten taakveld -929.560 -1.164.643 -116.881

Toe te rekenen kosten

Overhead incl. (omslag)rente -204.466 -480.472 -52.224

BTW

Totale kosten -1.134.026 -1.645.115 -169.105

Opbrengst heffingen 1.127.357 1.623.340 32.117

Dekkingspercentage 99% 99% 19%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 138

7.4 Lijkbezorgingsrechten

Onderdeel Lijkbezorgingsrechten

Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -574.187

Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 0

Netto kosten taakveld -574.187

Toe te rekenen kosten

Overhead incl. (omslag)rente -140.326

BTW

Totale kosten -714.513

Opbrengst heffingen 631.295

Dekkingspercentage 88%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 139

7.5 Marktgelden 8. Invordering

Het invorderingsbeleid heeft betrekking op het innen van de lokale heffingen. In 2009 hebben wij hiervoor een Leidraad invordering vastgesteld. Binnen de gemeente Veenendaal bestaan er momenteel 3 betaalwijzen:

• Betaling door middel van automatische incasso in 10 gelijke termijnen.

• Betaling in maximaal drie gelijke termijnen.• Betaling ineens.

Wanneer (een gedeelte van) de belastingaanslag niet is betaald, wordt na het verstrijken van de laatste vervaltermijn een aan-maning verstuurd aan de belastingplichtige. Wanneer ook hier niet op wordt betaald, volgt een dwangbevel.

Onderdeel Marktgelden

Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -86.667

Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 13.540

Netto kosten taakveld -73.127

Toe te rekenen kosten

Overhead incl. (omslag)rente -31.299

BTW

Totale kosten -104.426

Opbrengst heffingen 90.900

Dekkingspercentage 87%

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 140

9. Kwijtschelding

De mogelijkheid voor de gemeente om kwijtschelding van be-lastingen te verlenen is geregeld in artikel 255 van de Ge-meentewet. Hoofdregel daarbij is dat gemeenten het kwijt-scheldingsbeleid van de Rijksoverheid volgen, zoals geregeld in de Uitvoeringsregeling. Indien de gemeente niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor de ge-meentelijke belastingen. Kwijtschelding is ook van toepassing op natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een be-roep uitoefenen.

Binnen het overheidsprogramma “administratieve lasten bur-gers” is het project Automatische kwijtschelding gemeentelijke belastingen geïntroduceerd. Deze geautomatiseerde toetsing van het recht op kwijtschelding beoogt de administratieve lasten voor de burger en de gemeente te verlagen, de afhandelingter-mijnen van de kwijtscheldingsverzoeken te verkorten en het ge-bruik van inkomensondersteunende regelingen te bevorderen. Ter ondersteuning van de gemeenten hebben het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG een Inlichtin-genbureau (IB) opgericht. Dit bureau toetst voor de gemeente of een burger voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Veenendaal maakt hiervan sinds 2010 gebruik.

Een deel van de kwijtscheldingsgerechtigden blijkt meerdere opeenvolgende jaren in aanmerking te komen voor deze rege-ling. Jaarlijks wordt geautomatiseerd onderzocht of zij automa-tisch kwijtschelding kunnen krijgen. Het IB wisselt daarvoor gegevens uit met gemeentelijke belastingdiensten, het UWV, de Belastingdienst en de RDW. Op basis hiervan schat het IB of de betalingscapaciteit van een huishouden sinds een eerde-re individuele toets is veranderd. Is dit niet het geval, dan kan automatisch kwijtschelding worden verleend. Is dit wel het ge-val, dan wordt geen automatische kwijtschelding verleend. Deze burger wordt er wel op geattendeerd dat een individuele

aanvraag kan worden ingediend. Omdat deze individuele toets rekening houdt met meerdere aspecten, zoals de hoogte van de premie ziektekosten, alimentatie, huur, andere belastin-gaanslagen e.d., kan in veel gevallen alsnog kwijtschelding worden verleend.

Overzicht beleidsvoornemens

Overzicht kwijtscheldingen (situatie per 1 juli 2015)

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeenteToekenningen ge-

heel/gedeeltelijkAfwijzingen In behandeling

2013 1315 815 1420 710 -

2014 1406 719 1390 735 -

2015 1681 780 1356 959 146

Lokale heffingen

Beleidsvoornemens Jaartal

Trendmatige verhoging gemeentelijke tarieven met 1% 2017

2. Programmaplan 3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten1. Financieel kaderInleiding

Paragraaf F Paragraaf GParagraaf EParagraaf DParagraaf CParagraaf A Paragraaf B

programmabegroting 2017-2020 | 141

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

4. Overzicht van baten en lasten

2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

programmabegroting 2017-2020 | 142

Het overzicht van de geraamde baten en lasten voor de begroting 2017 -2020 is als volgt:OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN IN DE BEGROTING 2017

Omschrijving programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo

1 Fysieke Leefomgeving 40.489 31.304 -9.185 33.326 26.231 -7.095 23.948 18.869 -5.080 23.142 18.001 -5.141 22.049 17.354 -4.696 22.163 17.631 -4.5322 Economie, Werk en Ontwikkeling 50.249 28.883 -21.367 46.759 26.465 -20.294 49.469 28.470 -20.998 48.434 28.142 -20.292 48.304 28.243 -20.061 47.957 28.345 -19.6123 Sociale Leefomgeving 44.204 2.556 -41.648 47.083 2.795 -44.288 50.664 8.739 -41.926 50.988 8.820 -42.169 50.965 8.901 -42.064 50.999 8.990 -42.0084 Burger en Bestuur 4.223 1.408 -2.815 3.541 968 -2.573 6.523 1.290 -5.233 6.549 1.260 -5.289 6.716 1.269 -5.446 6.606 1.279 -5.3285 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 722 1.300 578 1.173 107.222 106.049 169 49 -120 809 30 -779 1.529 30 -1.499 2.210 30 -2.180Programma Bedrijfsvoering 30.723 -3 -30.727 35.846 3.951 -31.895 19.581 2.646 -16.935 19.922 2.688 -17.234 20.339 2.742 -17.597 20.721 2.791 -17.929Subtotaal programma’s 170.611 65.448 -105.163 167.728 167.632 -96 150.354 60.063 -90.291 149.844 58.942 -90.902 149.902 58.540 -91.363 150.656 59.067 -91.589

Lokale heffingen 1.458 12.530 11.072 0 0 0 2.943 14.640 11.697 2.954 14.887 11.933 2.966 15.139 12.173 2.978 15.397 12.419Algemene uitkeringen 0 89.962 89.962 0 0 0 0 88.969 88.969 0 89.820 89.820 0 90.252 90.252 0 90.816 90.816Treasury -2 3.445 3.447 0 0 0 850 5.115 4.264 856 5.187 4.331 861 3.079 2.218 874 2.982 2.108Overige algemene dekkingsmiddelen 868 1.464 596 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0Subtotaal algemene dekkingsmiddelen 2.324 107.400 105.077 0 0 0 3.794 108.724 104.930 3.809 109.894 106.085 3.827 108.470 104.643 3.852 109.195 105.343Overhead 0 0 0 0 0 0 18.153 2.479 -15.674 18.402 2.446 -15.956 18.285 2.402 -15.882 18.316 2.363 -15.953Heffing VPB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 140 0 -140 140 0 -140 140 0 -140 140 0 -140

Geraamde totaal saldo van baten en lasten 172.935 172.848 -87 167.728 167.632 -96 172.441 171.266 -1.174 172.195 171.282 -913 172.154 169.412 -2.742 172.964 170.625 -2.340

1 Fysieke Leefomgeving 6.316 4.810 -1.506 1.043 2.035 992 2.213 1.293 -920 2.067 1.371 -696 0 1.072 1.072 0 1.003 1.0032 Economie, Werk en Ontwikkeling 413 1.107 694 94 684 590 199 1.228 1.029 200 887 687 201 722 521 202 722 5203 Sociale Leefomgeving 90 1.032 942 0 911 911 0 1.023 1.023 0 1.113 1.113 0 1.023 1.023 0 924 9244 Burger en Bestuur 114 70 -43 90 0 -90 90 70 -20 90 71 -19 90 179 89 90 0 -905 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 8.336 15.553 7.217 2.388 0 -2.388 143 70 -73 84 79 -5 78 78 0 82 58 -236 Bedrijfsvoering 516 179 -337 20 177 157 20 281 261 20 281 261 20 177 157 20 170 150Subtotaal mutaties reserves 15.784 22.751 6.967 3.635 3.807 172 2.665 3.965 1.299 2.461 3.802 1.341 390 3.251 2.861 0 2.877 2.484Geraamde resultaat 6.881 76 125 428 119 144(In de saldokolommen geldt: - = nadelig en + = voordelig)

Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020

Omschrijving algemene dekkingsmiddelen:

Toevoeging/onttrekking aan reserves:

Rekening 2015 Begroting 2016 Begroting 2017

In verband met de verwerking van de vernieuwde BBV zijn de rekeningcijfers 2015 en de begrotingscijfers 2016 niet in alle gevallen vergelijkbaar met de begrotingscijfers 2017-2020. Dit betreft met name de kosten van de overhead. Deze kosten waren voorheen grotendeels in programma Bedrijfsvoering opgenomen. Door de conversie van producten naar taakvelden hebben ook enkele verschui-vingen tussen programma’s plaatsgevonden. Zoals reeds bij de inleiding toegelicht zijn deze verschuiving gering.

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 143

Bijlage 1. Technische richtlijnen 2017-2020

Voor de meerjarenbegroting 2017-2020 hanteren wij een aantal technische richtlijnen voor de berekening van deinkom-sten en de uitgaven. Deze uitgangspunten hebben bijvoorbeeldte maken met het verwachte aantal inwoners en de groei daar-in, maar ook met de bedragen en percentages die we de ko-mende jaren hanteren voor indexering van lonen en prijzen, rente en stelposten.

Wij hanteren de volgende parameters:• Een gemiddelde loonstijging van 2,2% per jaar.• Een prijsstijging van 1% per jaar.• Een index van 1% voor de tarieven van de gemeentelijke

heffingen.• Een rentevoet van 2% voor aan te trekken financieringsmid-

delen.• In de kadernota 2017-2020 is in 1e instantie een rentevoet

van 1,26% gehanteerd voor de investeringen in de gron-dexploitatie. Op basis van de geprognosticeerde meerja-renbalans dient deze rentevoet, conform de recente richtlij-nen van het BBV, naar 1,14% te worden bijgesteld.

• De bouw van gemiddeld 225 woningen per jaar.

De percentages voor de loon- en prijsstijging zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan van 7 maart 2016 van het Centraal Plan Bureau. De index voor de tarieven van de ge-meentelijke heffingen is op de verwachte prijsstijging geba-seerd. De rentevoet van 2,0% is 1,0% lager dan de rentevoet, die voor de begroting 2016-2019 is gehanteerd.

Met ingang van 2016 moet de rentevergoeding voor de inves-teringen in de grondexploitatie worden bepaald op basis van de voorschriften zoals die zijn opgenomen in het Besluit Begro-ting en Verantwoording (BBV). Het rentepercentage voor de grondexploitatie bedraagt hierdoor 1,14%. In de lopende be-

groting is dit percentage 3,55 %. De verlaging van dit percen-tage heeft een nadelig effect op de begroting van baten en lasten van de gemeente en een gunstig effect op de desbetref-fende grondexploitaties.

Omdat er sprake is van een voorzichtig herstel op de woning-markt, is – mede op basis van de werkelijke woningbouwpro-ductie in de afgelopen jaren – een productie van gemiddeld 225 nieuwbouwwoningen per jaar een verantwoorde progno-se.De voorgestelde parameters hebben een gunstig effect op de begroting voor de komende jaren. Dat is met name een gevolg van de lagere rentelasten.

Bijlage 1

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 144

Bijlage 2. Geraamde baten en lasten per taakveld

Bijlage 1 Bijlage 2

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20200.1 Bestuur Lasten 2.803 2.839 2.871 2.925

Baten 60 41 41 41 Totaal 0.1 2.743 2.798 2.830 2.884 0.10 Mutaties reserves Lasten 2.665 2.461 390 394

Baten 3.965 3.802 3.251 2.877 Totaal 0.10 -1.299 -1.341 -2.861 -2.484 0.2 Burgerzaken Lasten 1.347 1.362 1.486 1.323

Baten 1.136 1.144 1.152 1.161 Totaal 0.2 212 218 334 162 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden Lasten 133 133 132 132

Baten 160 162 164 165 Totaal 0.3 -28 -30 -31 -33 0.4 Overhead Lasten 18.153 18.402 18.285 18.316

Baten 2.479 2.446 2.402 2.363 Totaal 0.4 15.674 15.956 15.882 15.953 0.5 Treasury Lasten 850 856 861 874

Baten 5.115 5.187 3.079 2.982 Totaal 0.5 -4.264 -4.331 -2.218 -2.108 0.61 OZB woningen Lasten 510 518 526 535

Baten 6.076 6.188 6.302 6.417 Totaal 0.61 -5.566 -5.670 -5.775 -5.882 0.62 OZB niet-woningen Lasten 196 199 202 205

Baten 5.149 5.279 5.412 5.548 Totaal 0.62 -4.953 -5.080 -5.209 -5.343 0.63 Parkeerbelasting Baten 2.327 2.219 2.321 2.399 Totaal 0.63 -2.327 -2.219 -2.321 -2.399 0.64 Belastingen Overig Lasten 2.237 2.237 2.237 2.238

Baten 3.414 3.420 3.426 3.432 Totaal 0.64 -1.178 -1.183 -1.189 -1.194 0.7 Alg uitkering en overige Gemeentefonds Baten 88.969 89.820 90.252 90.816 Totaal 0.7 -88.969 -89.820 -90.252 -90.816 0.8 Overige baten en lasten Lasten 708 1.355 2.084 2.773

Baten 49 30 30 30 Totaal 0.8 659 1.325 2.054 2.743 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 2.897 2.886 2.914 2.930

Baten 44 24 25 25 Totaal 1.1 2.852 2.862 2.890 2.905 1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 1.532 1.554 1.581 1.606

Baten 50 51 51 52 Totaal 1.2 1.481 1.503 1.529 1.554 2.1 Verkeer en vervoer Lasten 8.108 8.140 8.169 8.163

Baten 323 326 330 333 Totaal 2.1 7.785 7.814 7.839 7.830 2.2 Parkeren Lasten 2.645 2.682 2.708 2.734

Baten 13 14 14 14 Totaal 2.2 2.632 2.668 2.694 2.720 3.1 Economische ontwikkeling Lasten 344 349 354 359

Baten 91 92 93 94 Totaal 3.1 254 257 261 265 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Lasten 332 335 338 341

Baten 281 312 343 375 Totaal 3.2 51 23 -5 -34 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 621 623 624 626

Baten 14 14 14 14 Totaal 3.3 608 609 611 612 3.4 Economische promotie Lasten 346 350 354 359 Totaal 3.4 346 350 354 359 4.1 Openbaar basisonderwijs Lasten 5 5 5 5 Totaal 4.1 5 5 5 5 4.2 Onderwijshuisvesting Lasten 5.547 5.488 5.449 5.415

Baten 445 448 452 455 Totaal 4.2 5.102 5.040 4.998 4.960 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 11.733 11.452 11.627 11.801

Baten 9.963 9.823 9.936 10.049 Totaal 4.3 1.770 1.629 1.692 1.753 5.1 Sportbeleid en activering Lasten 5.820 5.877 5.937 5.998 Totaal 5.1 5.820 5.877 5.937 5.998 5.2 Sportaccommodaties Lasten 2.223 2.204 2.183 2.147

Baten 3.218 3.251 3.285 3.318 Totaal 5.2 -995 -1.047 -1.101 -1.171

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20200.1 Bestuur Lasten 2.803 2.839 2.871 2.925

Baten 60 41 41 41 Totaal 0.1 2.743 2.798 2.830 2.884 0.10 Mutaties reserves Lasten 2.665 2.461 390 394

Baten 3.965 3.802 3.251 2.877 Totaal 0.10 -1.299 -1.341 -2.861 -2.484 0.2 Burgerzaken Lasten 1.347 1.362 1.486 1.323

Baten 1.136 1.144 1.152 1.161 Totaal 0.2 212 218 334 162 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden Lasten 133 133 132 132

Baten 160 162 164 165 Totaal 0.3 -28 -30 -31 -33 0.4 Overhead Lasten 18.153 18.402 18.285 18.316

Baten 2.479 2.446 2.402 2.363 Totaal 0.4 15.674 15.956 15.882 15.953 0.5 Treasury Lasten 850 856 861 874

Baten 5.115 5.187 3.079 2.982 Totaal 0.5 -4.264 -4.331 -2.218 -2.108 0.61 OZB woningen Lasten 510 518 526 535

Baten 6.076 6.188 6.302 6.417 Totaal 0.61 -5.566 -5.670 -5.775 -5.882 0.62 OZB niet-woningen Lasten 196 199 202 205

Baten 5.149 5.279 5.412 5.548 Totaal 0.62 -4.953 -5.080 -5.209 -5.343 0.63 Parkeerbelasting Baten 2.327 2.219 2.321 2.399 Totaal 0.63 -2.327 -2.219 -2.321 -2.399 0.64 Belastingen Overig Lasten 2.237 2.237 2.237 2.238

Baten 3.414 3.420 3.426 3.432 Totaal 0.64 -1.178 -1.183 -1.189 -1.194 0.7 Alg uitkering en overige Gemeentefonds Baten 88.969 89.820 90.252 90.816 Totaal 0.7 -88.969 -89.820 -90.252 -90.816 0.8 Overige baten en lasten Lasten 708 1.355 2.084 2.773

Baten 49 30 30 30 Totaal 0.8 659 1.325 2.054 2.743 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 2.897 2.886 2.914 2.930

Baten 44 24 25 25 Totaal 1.1 2.852 2.862 2.890 2.905 1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 1.532 1.554 1.581 1.606

Baten 50 51 51 52 Totaal 1.2 1.481 1.503 1.529 1.554 2.1 Verkeer en vervoer Lasten 8.108 8.140 8.169 8.163

Baten 323 326 330 333 Totaal 2.1 7.785 7.814 7.839 7.830 2.2 Parkeren Lasten 2.645 2.682 2.708 2.734

Baten 13 14 14 14 Totaal 2.2 2.632 2.668 2.694 2.720 3.1 Economische ontwikkeling Lasten 344 349 354 359

Baten 91 92 93 94 Totaal 3.1 254 257 261 265 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Lasten 332 335 338 341

Baten 281 312 343 375 Totaal 3.2 51 23 -5 -34 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 621 623 624 626

Baten 14 14 14 14 Totaal 3.3 608 609 611 612 3.4 Economische promotie Lasten 346 350 354 359 Totaal 3.4 346 350 354 359 4.1 Openbaar basisonderwijs Lasten 5 5 5 5 Totaal 4.1 5 5 5 5 4.2 Onderwijshuisvesting Lasten 5.547 5.488 5.449 5.415

Baten 445 448 452 455 Totaal 4.2 5.102 5.040 4.998 4.960 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 11.733 11.452 11.627 11.801

Baten 9.963 9.823 9.936 10.049 Totaal 4.3 1.770 1.629 1.692 1.753 5.1 Sportbeleid en activering Lasten 5.820 5.877 5.937 5.998 Totaal 5.1 5.820 5.877 5.937 5.998 5.2 Sportaccommodaties Lasten 2.223 2.204 2.183 2.147

Baten 3.218 3.251 3.285 3.318 Totaal 5.2 -995 -1.047 -1.101 -1.171

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20200.1 Bestuur Lasten 2.803 2.839 2.871 2.925

Baten 60 41 41 41 Totaal 0.1 2.743 2.798 2.830 2.884 0.10 Mutaties reserves Lasten 2.665 2.461 390 394

Baten 3.965 3.802 3.251 2.877 Totaal 0.10 -1.299 -1.341 -2.861 -2.484 0.2 Burgerzaken Lasten 1.347 1.362 1.486 1.323

Baten 1.136 1.144 1.152 1.161 Totaal 0.2 212 218 334 162 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden Lasten 133 133 132 132

Baten 160 162 164 165 Totaal 0.3 -28 -30 -31 -33 0.4 Overhead Lasten 18.153 18.402 18.285 18.316

Baten 2.479 2.446 2.402 2.363 Totaal 0.4 15.674 15.956 15.882 15.953 0.5 Treasury Lasten 850 856 861 874

Baten 5.115 5.187 3.079 2.982 Totaal 0.5 -4.264 -4.331 -2.218 -2.108 0.61 OZB woningen Lasten 510 518 526 535

Baten 6.076 6.188 6.302 6.417 Totaal 0.61 -5.566 -5.670 -5.775 -5.882 0.62 OZB niet-woningen Lasten 196 199 202 205

Baten 5.149 5.279 5.412 5.548 Totaal 0.62 -4.953 -5.080 -5.209 -5.343 0.63 Parkeerbelasting Baten 2.327 2.219 2.321 2.399 Totaal 0.63 -2.327 -2.219 -2.321 -2.399 0.64 Belastingen Overig Lasten 2.237 2.237 2.237 2.238

Baten 3.414 3.420 3.426 3.432 Totaal 0.64 -1.178 -1.183 -1.189 -1.194 0.7 Alg uitkering en overige Gemeentefonds Baten 88.969 89.820 90.252 90.816 Totaal 0.7 -88.969 -89.820 -90.252 -90.816 0.8 Overige baten en lasten Lasten 708 1.355 2.084 2.773

Baten 49 30 30 30 Totaal 0.8 659 1.325 2.054 2.743 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 2.897 2.886 2.914 2.930

Baten 44 24 25 25 Totaal 1.1 2.852 2.862 2.890 2.905 1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 1.532 1.554 1.581 1.606

Baten 50 51 51 52 Totaal 1.2 1.481 1.503 1.529 1.554 2.1 Verkeer en vervoer Lasten 8.108 8.140 8.169 8.163

Baten 323 326 330 333 Totaal 2.1 7.785 7.814 7.839 7.830 2.2 Parkeren Lasten 2.645 2.682 2.708 2.734

Baten 13 14 14 14 Totaal 2.2 2.632 2.668 2.694 2.720 3.1 Economische ontwikkeling Lasten 344 349 354 359

Baten 91 92 93 94 Totaal 3.1 254 257 261 265 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Lasten 332 335 338 341

Baten 281 312 343 375 Totaal 3.2 51 23 -5 -34 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 621 623 624 626

Baten 14 14 14 14 Totaal 3.3 608 609 611 612 3.4 Economische promotie Lasten 346 350 354 359 Totaal 3.4 346 350 354 359 4.1 Openbaar basisonderwijs Lasten 5 5 5 5 Totaal 4.1 5 5 5 5 4.2 Onderwijshuisvesting Lasten 5.547 5.488 5.449 5.415

Baten 445 448 452 455 Totaal 4.2 5.102 5.040 4.998 4.960 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 11.733 11.452 11.627 11.801

Baten 9.963 9.823 9.936 10.049 Totaal 4.3 1.770 1.629 1.692 1.753 5.1 Sportbeleid en activering Lasten 5.820 5.877 5.937 5.998 Totaal 5.1 5.820 5.877 5.937 5.998 5.2 Sportaccommodaties Lasten 2.223 2.204 2.183 2.147

Baten 3.218 3.251 3.285 3.318 Totaal 5.2 -995 -1.047 -1.101 -1.171

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20205.3 Lasten 3.911 3.909 3.826 3.845

Baten 1.444 1.460 1.476 1.499 Totaal 5.3 2.467 2.449 2.350 2.345 5.4 Musea Lasten 314 318 321 325 Totaal 5.4 314 318 321 325 5.5 Cultureel erfgoed Lasten 222 222 97 97

Baten 38 38 38 39 Totaal 5.5 184 184 58 58 5.6 Media Lasten 1.699 1.716 1.734 1.752 Totaal 5.6 1.699 1.716 1.734 1.752 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Lasten 3.698 3.633 3.663 3.703

Baten 4 4 4 4 Totaal 5.7 3.694 3.629 3.659 3.699 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Lasten 1.886 1.850 1.843 1.850

Baten 1.439 1.453 1.467 1.482 Totaal 6.1 447 397 375 368 6.2 Wijkteams Lasten 6.251 6.316 6.388 6.457

Baten 199 201 203 205 Totaal 6.2 6.052 6.115 6.185 6.252 6.3 Inkomensregelingen Lasten 26.649 26.495 26.742 26.716

Baten 17.795 17.795 17.795 17.795 Totaal 6.3 8.854 8.700 8.947 8.921 6.4 Begeleide participatie Lasten 8.020 7.519 7.139 6.784 Totaal 6.4 8.020 7.519 7.139 6.784 6.5 Arbeidsparticipatie Lasten 1.641 1.813 1.823 1.845

Baten 178 - - - Totaal 6.5 1.463 1.813 1.823 1.845 6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO) Lasten 1.438 1.440 1.444 1.447

Baten 45 45 45 45 Totaal 6.6 1.392 1.395 1.399 1.402 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ Lasten 15.846 15.885 15.800 15.688

Baten 2.368 2.368 2.368 2.368 Totaal 6.71 13.478 13.517 13.432 13.320 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- Lasten 10.975 11.182 11.193 11.202 Totaal 6.72 10.975 11.182 11.193 11.202 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Lasten 224 226 229 232 Totaal 6.81 224 226 229 232 6.82 Geëscaleerde zorg 18- Lasten 1.710 1.710 1.710 1.710 Totaal 6.82 1.710 1.710 1.710 1.710 7.1 Volksgezondheid Lasten 513 503 521 526 Totaal 7.1 513 503 521 526 7.2 Riolering Lasten 2.455 2.515 2.691 2.761

Baten 3.081 3.124 3.302 3.375 Totaal 7.2 -626 -609 -611 -614 7.3 Afval Lasten 5.412 5.463 5.517 5.570

Baten 6.837 6.900 6.964 7.029 Totaal 7.3 -1.425 -1.437 -1.448 -1.459 7.4 Milieubeheer Lasten 1.170 1.170 1.176 1.191

Baten 26 26 27 27 Totaal 7.4 1.144 1.143 1.149 1.164 7.5 Begraafplaatsen Lasten 680 689 705 713

Baten 831 839 848 856 Totaal 7.5 -151 -150 -143 -143 8.1 Ruimtelijke Ordening Lasten 769 778 638 649

Baten 63 64 64 65 Totaal 8.1 706 714 574 584 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) Lasten 3.033 2.106 1.052 1.052

Baten 3.034 2.108 1.053 1.053 Totaal 8.2 -1 -1 -1 -1 8.3 Wonen en bouwen Lasten 2.190 2.202 2.230 2.255

Baten 1.860 1.876 1.891 1.907 Totaal 8.3 330 326 339 347

Totaal lasten 172.460 171.968 170.567 172.460 Totaal baten 172.585 172.396 169.920 170.711 TOTAAL GENERAAL -125 -428 -119 -144

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 145

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20200.1 Bestuur Lasten 2.803 2.839 2.871 2.925

Baten 60 41 41 41 Totaal 0.1 2.743 2.798 2.830 2.884 0.10 Mutaties reserves Lasten 2.665 2.461 390 394

Baten 3.965 3.802 3.251 2.877 Totaal 0.10 -1.299 -1.341 -2.861 -2.484 0.2 Burgerzaken Lasten 1.347 1.362 1.486 1.323

Baten 1.136 1.144 1.152 1.161 Totaal 0.2 212 218 334 162 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden Lasten 133 133 132 132

Baten 160 162 164 165 Totaal 0.3 -28 -30 -31 -33 0.4 Overhead Lasten 18.153 18.402 18.285 18.316

Baten 2.479 2.446 2.402 2.363 Totaal 0.4 15.674 15.956 15.882 15.953 0.5 Treasury Lasten 850 856 861 874

Baten 5.115 5.187 3.079 2.982 Totaal 0.5 -4.264 -4.331 -2.218 -2.108 0.61 OZB woningen Lasten 510 518 526 535

Baten 6.076 6.188 6.302 6.417 Totaal 0.61 -5.566 -5.670 -5.775 -5.882 0.62 OZB niet-woningen Lasten 196 199 202 205

Baten 5.149 5.279 5.412 5.548 Totaal 0.62 -4.953 -5.080 -5.209 -5.343 0.63 Parkeerbelasting Baten 2.327 2.219 2.321 2.399 Totaal 0.63 -2.327 -2.219 -2.321 -2.399 0.64 Belastingen Overig Lasten 2.237 2.237 2.237 2.238

Baten 3.414 3.420 3.426 3.432 Totaal 0.64 -1.178 -1.183 -1.189 -1.194 0.7 Alg uitkering en overige Gemeentefonds Baten 88.969 89.820 90.252 90.816 Totaal 0.7 -88.969 -89.820 -90.252 -90.816 0.8 Overige baten en lasten Lasten 708 1.355 2.084 2.773

Baten 49 30 30 30 Totaal 0.8 659 1.325 2.054 2.743 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Lasten 2.897 2.886 2.914 2.930

Baten 44 24 25 25 Totaal 1.1 2.852 2.862 2.890 2.905 1.2 Openbare orde en Veiligheid Lasten 1.532 1.554 1.581 1.606

Baten 50 51 51 52 Totaal 1.2 1.481 1.503 1.529 1.554 2.1 Verkeer en vervoer Lasten 8.108 8.140 8.169 8.163

Baten 323 326 330 333 Totaal 2.1 7.785 7.814 7.839 7.830 2.2 Parkeren Lasten 2.645 2.682 2.708 2.734

Baten 13 14 14 14 Totaal 2.2 2.632 2.668 2.694 2.720 3.1 Economische ontwikkeling Lasten 344 349 354 359

Baten 91 92 93 94 Totaal 3.1 254 257 261 265 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Lasten 332 335 338 341

Baten 281 312 343 375 Totaal 3.2 51 23 -5 -34 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen Lasten 621 623 624 626

Baten 14 14 14 14 Totaal 3.3 608 609 611 612 3.4 Economische promotie Lasten 346 350 354 359 Totaal 3.4 346 350 354 359 4.1 Openbaar basisonderwijs Lasten 5 5 5 5 Totaal 4.1 5 5 5 5 4.2 Onderwijshuisvesting Lasten 5.547 5.488 5.449 5.415

Baten 445 448 452 455 Totaal 4.2 5.102 5.040 4.998 4.960 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Lasten 11.733 11.452 11.627 11.801

Baten 9.963 9.823 9.936 10.049 Totaal 4.3 1.770 1.629 1.692 1.753 5.1 Sportbeleid en activering Lasten 5.820 5.877 5.937 5.998 Totaal 5.1 5.820 5.877 5.937 5.998 5.2 Sportaccommodaties Lasten 2.223 2.204 2.183 2.147

Baten 3.218 3.251 3.285 3.318 Totaal 5.2 -995 -1.047 -1.101 -1.171

Bijlage 2 Geraamde baten en lasten per taakveld

Taakveld B2017 B2018 B2019 B20205.3 Lasten 3.911 3.909 3.826 3.845

Baten 1.444 1.460 1.476 1.499 Totaal 5.3 2.467 2.449 2.350 2.345 5.4 Musea Lasten 314 318 321 325 Totaal 5.4 314 318 321 325 5.5 Cultureel erfgoed Lasten 222 222 97 97

Baten 38 38 38 39 Totaal 5.5 184 184 58 58 5.6 Media Lasten 1.699 1.716 1.734 1.752 Totaal 5.6 1.699 1.716 1.734 1.752 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Lasten 3.698 3.633 3.663 3.703

Baten 4 4 4 4 Totaal 5.7 3.694 3.629 3.659 3.699 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Lasten 1.886 1.850 1.843 1.850

Baten 1.439 1.453 1.467 1.482 Totaal 6.1 447 397 375 368 6.2 Wijkteams Lasten 6.251 6.316 6.388 6.457

Baten 199 201 203 205 Totaal 6.2 6.052 6.115 6.185 6.252 6.3 Inkomensregelingen Lasten 26.649 26.495 26.742 26.716

Baten 17.795 17.795 17.795 17.795 Totaal 6.3 8.854 8.700 8.947 8.921 6.4 Begeleide participatie Lasten 8.020 7.519 7.139 6.784 Totaal 6.4 8.020 7.519 7.139 6.784 6.5 Arbeidsparticipatie Lasten 1.641 1.813 1.823 1.845

Baten 178 - - - Totaal 6.5 1.463 1.813 1.823 1.845 6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO) Lasten 1.438 1.440 1.444 1.447

Baten 45 45 45 45 Totaal 6.6 1.392 1.395 1.399 1.402 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ Lasten 15.846 15.885 15.800 15.688

Baten 2.368 2.368 2.368 2.368 Totaal 6.71 13.478 13.517 13.432 13.320 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- Lasten 10.975 11.182 11.193 11.202 Totaal 6.72 10.975 11.182 11.193 11.202 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Lasten 224 226 229 232 Totaal 6.81 224 226 229 232 6.82 Geëscaleerde zorg 18- Lasten 1.710 1.710 1.710 1.710 Totaal 6.82 1.710 1.710 1.710 1.710 7.1 Volksgezondheid Lasten 513 503 521 526 Totaal 7.1 513 503 521 526 7.2 Riolering Lasten 2.455 2.515 2.691 2.761

Baten 3.081 3.124 3.302 3.375 Totaal 7.2 -626 -609 -611 -614 7.3 Afval Lasten 5.412 5.463 5.517 5.570

Baten 6.837 6.900 6.964 7.029 Totaal 7.3 -1.425 -1.437 -1.448 -1.459 7.4 Milieubeheer Lasten 1.170 1.170 1.176 1.191

Baten 26 26 27 27 Totaal 7.4 1.144 1.143 1.149 1.164 7.5 Begraafplaatsen Lasten 680 689 705 713

Baten 831 839 848 856 Totaal 7.5 -151 -150 -143 -143 8.1 Ruimtelijke Ordening Lasten 769 778 638 649

Baten 63 64 64 65 Totaal 8.1 706 714 574 584 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) Lasten 3.033 2.106 1.052 1.052

Baten 3.034 2.108 1.053 1.053 Totaal 8.2 -1 -1 -1 -1 8.3 Wonen en bouwen Lasten 2.190 2.202 2.230 2.255

Baten 1.860 1.876 1.891 1.907 Totaal 8.3 330 326 339 347

Totaal lasten 172.460 171.968 170.567 172.460 Totaal baten 172.585 172.396 169.920 170.711 TOTAAL GENERAAL -125 -428 -119 -144

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 146

Bijlage 3. Geprognosticeerde balans Balans per 31 december

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3

(bedragen x € 1.000,-)

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa 232 203 169 140 111 82 Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio Kosten van onderzoek en ontwikkeling 232 169 140 111 82 Materiële vaste activa 229.384 219.441 226.961 230.791 225.716 225.037 Investeringen met een economisch nut - overige investeringen met een economisch nut in heffing 40.533 40.989 42.665 44.660 42.518 44.849 - overige investeringen met een economisch nut 142.039 133.108 137.632 138.144 132.187 134.344 Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut 46.812 45.344 46.665 47.987 51.011 45.843 Financiële vaste activa 13.900 14.897 14.835 14.282 13.729 13.179 Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen 2.832 2.882 2.882 2.882 2.882 2.882 - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen Leningen aan: - woningbouwcorporaties 560 533 506 479 452 425 - deelnemingen - overige verbonden partijen Overige langlopende Leningen u/g 8.852 9.852 9.852 9.352 8.852 8.352 Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 1.435 1.435 1.435 1.435 1.435 1.435 Bijdragen aan ACTIVA in eigendom van derden 221 195 160 134 108 85 Totaal vaste activa 243.516 234.541 241.965 245.213 239.556 238.298 Vlottende activa Voorraden 13.960 11.896 9.403 5.381 4.313 4.627 Grond- en hulpstoffen: - niet in exploitatie genomen bouwgronden -430 - - - - - - overige grond- en hulpstoffen Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie 14.390 11.896 9.403 5.381 4.313 4.627 Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 13.329 13.329 13.331 13.331 13.331 13.331 Vorderingen op openbare lichamen 6.861 6.861 6.861 6.861 6.861 6.861 Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet financiële instellingen Overige Vorderingen 6.468 6.468 6.470 6.470 6.470 6.470 Overige uitzettingen Liquide middelen 3.733 3.733 3.733 3.733 3.733 3.733 Kassaldi 18 18 18 18 18 18 Bank- en girosaldi 3.715 3.715 3.715 3.715 3.715 3.715 Overlopende activa 2.940 1.549 2.940 2.940 2.940 2.940 Totaal vlottende activa 33.962 30.507 29.407 25.385 24.317 24.631 TOTAAL ACTIVA 277.478 265.048 271.372 270.598 263.873 262.929

Begroting 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 147

Balans per 31 december

(bedragen x € 1.000,-) Begroting 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting

PASSIVA

Vaste passiva Eigen vermogen 88.640 83.861 82.760 81.900 78.948 76.368 Algemene reserve(s) 25.917 27.041 26.528 26.237 26.395 26.488 Bestemmingsreserves - Voor egalisatie van tarieven - Overige bestemmingsreserves 55.842 56.744 56.107 55.235 52.434 49.736 Resultaat na bestemming: nog te bestemmen resultaat 6.881 76 125 428 119 144 Voorzieningen 14.848 12.606 12.922 13.112 13.173 12.796 Voorzieningen voor A11 verliezen en A4 4.091 3.367 3.401 3.458 3.516 3.575 Onderhoudsegalisatievoorzieningen 4.903 3.412 3.481 3.179 2.799 1.980 Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting 5.854 5.827 6.040 6.475 6.858 7.241 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 129.360 124.379 128.545 127.441 124.250 127.250 Obligatieleningen Onderhandse leningen van: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen 129.360 124.379 128.545 127.441 124.250 127.250 - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Waarborgsommen Verplichtingen uit hoofde van financial-lease overeenkomsten

Totaal vaste passiva 232.848 220.846 224.227 222.453 216.371 216.415 Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar 32.598 32.098 32.098 32.098 32.098 32.098 Kasgeldleningen 23.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 Bank- en girosaldi 8.660 6.160 6.160 6.160 6.160 6.160 Overige schulden 938 938 938 938 938 938 Overlopende passiva 12.032 12.104 15.047 16.047 15.404 14.417 Verplichtingen opgebouwd in het begrotingsjaar 10.985 11.057 14.000 15.000 14.357 13.370 Ontvangen voorschotbedragenOverige overlopende passiva 1.047 1.047 1.047 1.047 1.047 1.047 Totaal vlottende passiva 44.630 44.202 47.145 48.145 47.502 46.515 TOTAAL PASSIVA 277.478 265.048 271.372 270.598 263.873 262.930

Opmerkingen bij meerjarenbalans:• Balans is inclusief geconsolideerde cijfers van het Rembrandt College• Balans voor de begroting 2016 is gebaseerd op meest recente prognose• Bij het bepalen van de omvang van de materiele vaste activa is voor de nieuwe investeringen rekening gehouden met een gefaseerde uitvoering van de toegekende investeringen volgens het MIP

(uitvoering cf. historische realisatiefactor).

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 148

Bijlage 4. Staat van incidentele baten en lasten 2017 - 2020(Bedragen x € 1.000)

Bijlage 3 Bijlage 4

Bijlage 4 Overzicht van incidentele baten en lasten 2017-2020

Structureel Incidenteel Structureel Incidenteel Structureel Incidenteel Structureel Incidenteel Structureel Incidenteel

Lasten1 Fysieke Leefomgeving 33.079 247 23.673 275 22.867 275 22.049 - 22.163 - 2 Economie, Werk en Ontwikkeling 46.577 182 48.969 500 48.434 - 48.304 - 47.957 - 3 Sociale Leefomgeving 46.755 328 50.444 220 50.798 190 50.865 100 50.999 - 4 Burger en Bestuur 3.541 - 6.504 19 6.549 - 6.716 - 6.606 - 5 Alg. Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 1.173 - 4.102 - 4.758 - 5.496 - 6.202 - 6 Bedrijfsvoering 35.846 - 37.630 104 38.220 104 38.624 - 39.036 - Totaal exploitatie 166.971 757 171.323 1.118 171.626 569 172.054 100 172.964 - Mutaties reserves 3.346 288 547 2.118 394 2.067 390 - 394 - TOTAAL 170.317 1.045 171.870 3.236 172.020 2.636 172.444 100 173.358 -

Baten

1 Fysieke Leefomgeving 25.986 245 18.869 - 18.001 - 17.354 - 17.631 - 2 Economie, Werk en Ontwikkeling 26.465 28.470 - 28.142 - 28.243 - 28.345 - 3 Sociale Leefomgeving 2.592 203 8.739 - 8.820 - 8.901 - 8.990 - 4 Burger en Bestuur 968 1.271 19 1.260 - 1.269 - 1.279 - 5 Alg. Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 106.972 250 106.705 2.068 107.857 2.067 109.035 - 109.767 - 6 Bedrijfsvoering 3.951 5.125 - 5.135 - 4.609 - 4.612 - Totaal exploitatie 166.934 698 169.179 2.087 169.215 2.067 169.412 - 170.625 - Mutaties reserves 3.460 347 3.206 758 3.233 569 3.151 100 2.877 - TOTAAL 170.394 1.045 172.386 2.845 172.449 2.636 172.563 100 173.502 -

Saldo 77 - 516 -391 428 -0 119 - 144 -

Saldo begroting (struct + inc) 77 125 428 119 144

2016 2017 2018 2019 2020

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9Bijlage 1 Bijlage 2

programmabegroting 2017-2020 | 149

Bijlage 5. Staat van reserves en voorzieningen

Hieronder volgen de overzichten van de saldi en mutaties van de reserves en voorzieningen en de structurele mutaties in de reserves die in deze programmabegroting zijn opgenomen, voor zover hiertoe reeds besloten is. En is daarmee exclusief de mutaties volgend uit de beslispunten van deze programmabegroting. Het overzicht van de reserves is als volgt:

Bijlage 4 Bijlage 5

Stand en verloop van reserves en voorzieningen 2016-2019

Saldo

1 januari 2017Mutaties

2017Saldo

1 januari 2018 Mutaties

2018Saldo

1 januari 2019Mutaties

2019Saldo

1 januari 2020 Mutaties

2020Saldo

1 januari 2021

ALGEMENE RESERVES

Algemene reserve 19.192.814 -711.227 18.481.587 -464.989 18.016.598 -55.751 17.960.847 18.217 17.979.064

Risicoreserve grondexploitatie 5.900.640 0 5.900.640 0 5.900.640 0 5.900.640 0 5.900.640

Totaal algemene reserves 25.093.454 -711.227 24.382.227 -464.989 23.917.238 -55.751 23.861.487 18.217 23.879.704

BESTEMMINGSRESERVES

Bestemmingsres. meerjarige middelen 50.010 0 50.010 -50.010 0 0 0 0 0

Egalisatiereserve bouwleges 147.319 0 147.319 0 147.319 0 147.319 0 147.319

Reserve breedtesport 301.855 -69.062 232.793 -69.182 163.611 -69.303 94.308 -69.425 24.883

Reserve mobiliteit 1.407.165 -66.688 1.340.477 -68.022 1.272.455 -68.532 1.203.923 -69.217 1.134.706

Egalisatiereserve loonkosten 696.507 0 696.507 0 696.507 0 696.507 0 696.507

Reserve kosten juridische advisering 142.895 0 142.895 0 142.895 0 142.895 0 142.895

Reserve egalisatie Rembrandtcollege 1.805.784 205.488 2.011.271 210.547 2.221.819 215.717 2.437.536 220.032 2.657.568

Reserve sociaal domein 5.268.150 -100.000 5.168.150 -100.000 5.068.150 -100.000 4.968.150 0 4.968.150

Reserve parkeren -18.456 145.090 126.634 -51.292 75.342 -26.536 48.806 -26.536 22.270

Reserve onderwijs 177.311 0 177.311 0 177.311 0 177.311 0 177.311

Reserve onderhoud wegen 541.060 -13.645 527.415 -13.918 513.497 -14.022 499.475 -14.162 485.313

Reserve sloop Rozenbottel 853.824 0 853.824 0 853.824 0 853.824 0 853.824

Egalisatiereserve verkiezingen 184.491 20.000 204.491 19.475 223.966 -87.635 136.331 -86.635 48.696

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 150

Saldo

1 januari 2017Mutaties

2017Saldo

1 januari 2018 Mutaties

2018Saldo

1 januari 2019Mutaties

2019Saldo

1 januari 2020 Mutaties

2020Saldo

1 januari 2021

Egalisatiereserve afvalverwijdering en -verwerking 2.889.021 -185.000 2.704.021 -185.000 2.519.021 -185.000 2.334.021 -185.000 2.149.021

Reserve verslavingszorg 43.139 0 43.139 0 43.139 0 43.139 0 43.139

Reserve sociale werkvoorziening 649.139 0 649.139 0 649.139 0 649.139 0 649.139

Bestemmingsreserve precariobelasting 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Reserve reconstructie Zuivelstraat 286.283 0 286.283 0 286.283 0 286.283 0 286.283

Project Nieuw Wonen (geen kap.lasten) 98.624 0 98.624 0 98.624 0 98.624 0 98.624

Reserve dekking kap.lasten investeringen 37.972.596 -544.653 37.427.943 -563.847 36.864.096 -2.465.916 34.398.180 -2.465.816 31.932.364

Bestemmingsreserve individueel keuzebudget 490.860 0 490.860 0 490.860 0 490.860 0 490.860

Bestemmingsreserve Starters- en Blijversleningen 2.692.887 0 2.692.887 0 2.692.887 0 2.692.887 0 2.692.887

Reserve aanloopverliezen Stichting Ontmoetingshuis 63.665 -29.136 34.529 0 34.529 0 34.529 0 34.529

Totaal overige bestemmingsreserves 56.744.129 -637.606 56.106.523 -871.249 55.235.273 -2.801.227 52.434.047 -2.696.759 49.736.288

Totaal reserves 81.837.583 -1.348.833 80.488.750 -1.336.238 79.152.511 -2.856.978 76.295.534 -2.678.542 73.615.992

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 4 Bijlage 5Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 151

Het overzicht van de voorzieningen is als volgt.

Saldo 1 januari 2017

Mutaties2017

Saldo 1 januari 2018

Mutaties2018

Saldo 1 januari 2019

Mutaties2019

Saldo 1 januari 2020

Mutaties2020

Saldo 1 januari 2021

VOORZIENINGEN

Rozenbottel 236.820 0 236.820 0 236.820 0 236.820 0 236.820

Wachtgelden vm wethouders 10.700 -21.000 -10.300 0 -10.300 0 -10.300 0 -10.300

Pensioenverplichtingen vm. wethouders 2.778.934 55.579 2.834.512 56.690 2.891.203 57.824 2.949.027 58.981 3.008.007

Frictiekosten wachtgelden muziekschool 41.568 0 41.568 0 41.568 0 41.568 0 41.568

Dubieuze debiteuren soc.dienst 4.865.269 0 4.865.269 0 4.865.269 0 4.865.269 0 4.865.269

Dubieuze debiteuren 870.035 0 870.035 0 870.035 0 870.035 0 870.035

Voorziening DEVO 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Voorziening grondexploitaties 30.594.736 474.218 31.068.955 481.569 31.550.523 489.033 32.039.557 496.613 32.536.170

Voorziening liquidatie Recreatieschap 298.770 0 298.770 0 298.770 0 298.770 0 298.770

Voorziening dubieuze debiteuren precariobelasting 3.299.000 2.199.000 5.498.000 2.199.000 7.697.000 2.199.000 9.896.000 2.199.000 12.095.000

subtotaal voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

42.995.832 2.707.797 45.703.629 2.737.259 48.440.888 2.745.857 51.186.745 2.754.594 53.941.339

Onderhoudsvoorziening gem.gebouwen 2.638.419 98.181 2.736.600 -285.890 2.450.710 -284.793 2.165.917 -799.834 1.366.083

subtotaal onderhoudsegalisatie- voorzieningen 2.638.419 98.181 2.736.600 -285.890 2.450.710 -284.793 2.165.917 -799.834 1.366.083

Sociale woningbouw

(BWS) 2.860.355 -244.280 2.616.075 -244.280 2.371.795 -244.280 2.127.515 -244.280 1.883.235

Voorziening riolering 2.967.042 456.598 3.423.640 679.473 4.103.113 627.568 4.730.681 627.568 5.358.249

subtotaal voorzieningen door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting

5.827.397 212.318 6.039.715 435.193 6.474.908 383.288 6.858.196 383.288 7.241.484

Totaal voorzieningen 51.461.648 3.018.296 54.479.944 2.886.562 57.366.506 2.844.352 60.210.859 2.338.048 62.548.906

Generaal totaal 133.299.231 1.669.463 134.968.694 1.550.324 136.519.017 -12.626 136.506.393 -340.494 136.164.898

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 4 Bijlage 5Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 152

Bijlage 6. Meerjareninvesteringsplan 2017-2020

Bijlage 5 Bijlage 6

Programma Jaar OmschrijvingAfschr.Term.

Dekking AardInvesterings-bedrag

voorb. kred.

Kapitaallasten2017

Kapitaallasten2018

Kapitaallasten2019

Kapitaallasten2020

Bedrijfsvoering 2017 Informatiseringsplan 2017 5 MIP nieuw 323.400 17.787 70.825 69.531 68.237

Verbeteren continuïteit Mozard 5 MIP nieuw 49.000 2.695 10.731 10.535 10.339

MIP vervangen AVM vergaderzalen/trouwzaal/entree/expo en hal 5 MIP vervanging 104.141 5.728 22.807 22.390 21.974

MIP geluidsset lounge 5 MIP nieuw 6.370 350 1.395 1.370 1.344

Nieuw geluidsset centrale hal 5 MIP nieuw 14.700 809 3.219 3.161 3.102

MIP presentatieschermen tribune raad-zaal vervangen 5 MIP vervanging 14.700 809 3.219 3.161 3.102

MIP elektrische sloten postkasten nieuwbouw 5 MIP nieuw 36.063 1.983 7.898 7.754 7.609

Nieuw uitbreiding elektrische sloten postkasten nieuwbouw 5 MIP nieuw 36.063 1.983 7.898 7.754 7.609

AVM crisisruimte communicatie 5 MIP nieuw 3.430 189 751 737 724

Vervanging airco en UPS computerruimten 5 MIP vervanging 83.300 4.582 18.243 17.910 17.576

Vervanging storageswitches 5 MIP vervanging 29.400 1.617 6.439 6.321 6.203

Vervanging SAN 5 MIP vervanging 176.400 9.702 38.632 37.926 37.220

Vervanging back-up tapelibrary’s 5 MIP vervanging 24.500 1.348 5.366 5.268 5.170

Vervanging betaalautomaten 5 MIP vervanging 9.800 539 2.146 2.107 2.068

Vervanging plotters 5 MIP vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214 4.136

Onderhoud applicaties 5 MIP vervanging 49.000 2.695 10.731 10.535 10.339

Vervanging firewall en portal 5 MIP vervanging 63.700 3.504 13.950 13.696 13.441

Onderhoud systemmanagement 5 MIP vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214 4.136

Vervanging toegangscontrolesysteem 15 MIP vervanging 215.600 4.671 18.613 18.326 18.039

Vervanging systeem bewakingscamera’s 15 MIP vervanging 73.500 1.593 6.346 6.248 6.150

Aanschaf software en informatie (basisregistratie personen) 5 MIP nieuw 300.000 16.500 65.700 64.500 63.300

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 153

Versterking Planning en Control 5 MIP nieuw 43.000 2.365 9.417 9.245 9.073

Vervanging wijkploegauto’s 8 MIP vervanging 83.300 3.020 12.026 11.818 11.610

Vervanging hagenknipunit 10 MIP vervanging 54.880 1.646 6.558 6.448 6.339

Vervanging aanhangwagen 10 MIP vervanging 17.640 529 2.108 2.073 2.037

Vervanging hoogwerker 8 MIP vervanging 27.440 995 3.962 3.893 3.824

Bedrijfsvoering Totaal 2017 1.878.527 89.793 357.564 351.132 344.700

Bedrijfsvoering 2018 Vervanging belichtingscomponenten (CWDM) 5 MIP vervanging 16.170 889 3.541 3.477

Vervanging backupservers en -diskpool 5 vervanging 22.050 1.213 4.829 4.741

Onderhoud opslagcapaciteit 5 vervanging 24.500 1.348 5.366 5.268

Vervanging servers (database, management, virtualisatie) 5 vervanging 63.700 3.504 13.950 13.696

Onderhoud infrastructuur virtualisatie (VMware) 5 vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214

Onderhoud infrastructuur fileservers (OES) 5 vervanging 44.100 2.426 9.658 9.482

Onderhoud infrastructuur applicatie- en databaseservers (Microsoft) 5 vervanging 26.460 1.455 5.795 5.689

Migratie databases 5 vervanging 34.300 1.887 7.512 7.375

Onderhoud applicaties 5 vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214

Vervanging digipassen 5 vervanging 24.500 1.348 5.366 5.268

Onderhoud security 5 vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214

Onderhoud systeemmanagement 5 vervanging 19.600 1.078 4.292 4.214

Informatiseringsplan 2018 5 nieuw 323.400 17.787 70.825 69.531

Bureaustoelen 15 vervanging 98.000 2.123 8.461 8.330

Audio Visuele Middelen 5 vervanging 9.800 539 2.146 2.107

Bedrijfsvoering Totaal 2018 765.380 38.829 154.617 151.817

Bedrijfsvoering 2019 Bureaus werkplekkengemeentehuis 15 MIP vervanging 280.000 6.067 24.173

Kasten werkplekken gemeentehuis 15 vervanging 70.000 1.517 6.043

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 154

Aankleding kantoren gemeentehuis 15 vervanging 30.000 650 2.590

Aanschaf nieuwe stemmachines conform wettelijke regeling 15 nieuw 260.000 5.633 22.447

Onderhoud opslagcapaciteit 5 vervanging 20.000 1.100 4.380

Vervanging servers (cloud) 5 vervanging 100.000 5.500 21.900

Onderhoud applicaties 5 vervanging 20.000 1.100 4.380

Vervanging bewakingscamera’s 5 vervanging 25.000 1.375 5.475

Onderhoud security 5 vervanging 20.000 1.100 4.380

Onderhoud systeemmanagement 5 vervanging 20.000 1.100 4.380

Informatiseringsplan 2019 5 nieuw 330.000 18.150 72.270

applicatie Mozard 5 vervanging 60.000 3.300 13.140

Infoborden/schermen centrale hal vervangen 5 vervanging 15.000 825 3.285

AVM raadzaal vervangen 5 vervanging 75.000 4.125 16.425

Vervangen materialen bedrijfsrestaurant 5 vervanging 15.000 825 3.285

HVNW aanpassingen drie etages 15 vervanging 100.000 2.167 8.633

Inruil bodeauto 5 vervanging 17.000 935 3.723

Onderhoudsvoertuig WSB 8 vervanging 40.000 1.450 5.775

Bedrijfsvoering Totaal 2019 1.497.000 56.918 226.685

Bedrijfsvoering 2020 Vervangen materialen en middelen bedrijfsrestaurant 5 MIP vervanging 50.000 2.750

Vervangen bedrijfsfietsen 5 vervanging 10.000 550

Vervanging presentatieschermen raadzaal 5 vervanging 45.000 2.475

Onderhoud systeem management 5 vervanging 20.000 1.100

Onderhoud security 5 vervanging 25.000 1.375

Vervangen verwijszuilensysteem 5 vervanging 30.000 1.650

Migratie databases 5 vervanging 35.000 1.925

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 155

Onderhoud applicaties 5 vervanging 20.000 1.100

Vervanging licenties 5 vervanging 20.000 1.100

Vervanging netwerkcomponenten 5 vervanging 95.000 5.225

Uitbreiding opslagcapaciteit 5 vervanging 25.000 1.375

Vervanging en uitbreiding servercapaciteit 5 vervanging 45.000 2.475

Informatiseringsplan 2020 5 nieuw 330.000 18.150

Bedrijfsvoering Totaal 2020 750.000 41.250

Totaal bedrijfsvoering 4.890.907 89.793 396.393 562.667 764.451

Economie, Werk en Ontwikkeling 2017 Onderwijshuisvesting 2017 40 MIP vervanging 490.000 5.513 21.989 21.744 21.499

Economie, Werk en Ontwikkeling

Totaal 2017 490.000 5.513 21.989 21.744 21.499

Economie, Werk en Ontwikkeling 2018 Onderwijshuisvesting 2018 25 MIP vervanging 980.000 14.700 58.604 57.820

Economie, Werk en Ontwikkeling

Totaal 2018 980.000 14.700 58.604 57.820

Economie, Werk en Ontwikkeling 2019 IHP 2018 Achtbaan / Vuurvlinder West

jaarlast vanaf 2019 40 MIP nieuw 2.416.099 54.362 108.120

IHP 2018 Juliana van Stolbergschool / Patrimoniumschool jaarlast vanaf 2019 40 nieuw 2.358.639 53.069 105.549

Onderwijshuisvesting 2019 25 vervanging 1.000.000 15.000 59.800

Economie, Werk en Ontwikkeling

Totaal 2019 5.774.738 122.432 273.470

Economie, Werk en Ontwikkeling 2020 Nieuwbouw gebouw A CLV, incl 2

gymzalen 40 MIP nieuw 9.450.000 106.313

Nieuwbouw Ronde Erf 40 nieuw 2.840.000 31.950

Economie, Werk en Ontwikkeling

Totaal 2020 12.290.000 138.263

Totaal Economie, Werk en Ontwikkeling 19.534.738 5.513 36.689 202.779 491.051

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 156

Fysieke Leefomgeving 2017 Renovatie sportterreinen 10 MIP vervanging 162.288 4.869 19.393 19.069 18.744

Vervanging korfbal kunstgras 12 vervanging 112.700 2.911 11.599 11.411 11.223

Vervanging kunstgras hockey 12 vervanging 276.115 7.133 28.417 27.957 27.496

Vervanging verhardingen sportterreinen 15 vervanging 11.270 244 973 958 943

Vervanging vaste toestellen 15 vervanging 24.500 531 2.115 2.083 2.050

Vervanging losse toestellen 15 vervanging 22.540 488 1.946 1.916 1.886

Inventaris zwembad 15 vervanging 30.380 658 2.623 2.582 2.542

Schrobzuigmachine Rembrandt 5 vervanging 13.720 755 3.005 2.950 2.895

Schrobzuigmachine Aller Erf 5 vervanging 7.840 431 1.717 1.686 1.654

Wegbeheer 40 onderhoud/ vervanging 3.912.454 391.000 44.015 175.571 173.615 171.659

Rioleringen 40 onderhoud/ vervanging 3.145.114 311.000 35.383 141.137 139.564 137.992

Uitbreiding Skatebaan 10 nieuw 50.000 1.500 5.975 5.875 5.775

Fysieke Leefomgeving

Totaal 2017 7.768.921 702.000 98.918 394.471 389.665 384.859

Fysieke Leefomgeving 2018 Renovatie sportterreinen 15 MIP vervanging 161.700 3.504 13.960 13.745

Renovatie kunstgras 15 vervanging 380.240 120.000 8.239 32.827 32.320

Atletiekbaan nieuwe toplaag inclusief belijning 15 vervanging 372.400 8.069 32.151 31.654

Renovatie gravel tennisbanen VTC 15 vervanging 225.400 4.884 19.460 19.159

Vervanging losse toestellen 15 vervanging 24.500 531 2.115 2.083

Vervanging vaste toestellen / inventaris 15 vervanging 26.460 573 2.284 2.249

Inventaris zwembad 15 vervanging 33.320 722 2.877 2.832

Schrobzuigmachine zwembad 5 vervanging 14.700 809 3.219 3.161

Uitvoering wegbeheerplan 40 onderhoud/ vervanging 3.000.000 300.000 33.750 134.625 133.125

Fysieke Leefomgeving 2018 Uitvoering rioleringsplan 40 Riool onderhoud/

vervanging 2.554.860 250.000 28.742 114.649 113.372

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 157

Uitvoering rioleringsplan gemalen 15 onderhoud/ vervanging 888.860 90.000 19.259 76.738 75.553

Fysieke Leefomgeving 2018 Vervanging meubilair 15 Begraaf-

plaats vervanging 158.760 3.440 13.706 13.495

Fysieke Leefomgeving

Totaal 2018 7.841.200 760.000 112.520 448.612 442.747

Fysieke Leefomgeving 2019 Wielerbaan vervangen toplaag 15 MIP vervanging 162.000 3.510 13.986

Materieel en gereedschappen buitensport 15 vervanging 27.000 585 2.331

Verhardingen sportparken 25 vervanging 15.000 225 897

renovatie kunstgras 15 vervanging 897.000 19.435 77.441

Renovatie sportterreinen 15 vervanging 206.000 4.463 17.785

Vervanging vaste toestellen zwembad 15 vervanging 19.500 423 1.684

vervanging luchtkussen buitenterrein zwembad 10 vervanging 10.000 300 1.195

Vervanging schrobmachine 8 vervanging 15.000 544 2.166

Losse materialen binnensport 15 vervanging 20.500 444 1.770

vaste toestellen binnensport 15 vervanging 17.000 368 1.468

Renovatie hijsinstallatie De Lampegiet 15 vervanging 800.000 17.333 69.067

Fysieke Leefomgeving 2019 Werktuig voor zwenklader i.v.m.

grafdelven 8 Begraaf-plaats vervanging 20.000 725 2.888

Fysieke Leefomgeving 2019 Zwenklader t.b.v. delven graven/

wijkwerk 8 MIP vervanging 60.000 2.175 8.663

Wegbeheersplan 2019 40 onderhoud/ vervanging 4.008.878 45.100 179.898

Fysieke Leefomgeving 2019 Rioleringsplan 2019 40 riool onderhoud/

vervanging 2.777.000 31.241 124.618

Fysieke Leefomgeving

Totaal 2019 9.054.878 126.872 505.854

Fysieke Leefomgeving 2020 diverse reconstructies wegen 40 MIP onderhoud/

vervanging 3.662.000 41.198

vervanging speeltoestellen 10 vervanging 100.000 3.000

vervanging groen, inclusief groeiplaats verbetering 15 vervanging 200.000 4.333

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 158

vervangen beschoeiingen 15 vervanging 60.000 1.300

Fysieke Leefomgeving 2020 Rioleringsplan 2020 40 Riool onderhoud/

vervanging 2.703.000 30.409

vervangen pompen en gemalen 15 vervanging 150.000 3.250

Fysieke Leefomgeving 2020 Materieel en gereedschappen buitensport 15 MIP vervanging 70.000 1.517

Renovatie kunstgras SKF Korfbal 15 vervanging 295.000 6.392

Renovatie sportterreinen 15 vervanging 20.000 433

Beplanting sportaccommodaties 15 vervanging 18.000 390

Beregeningsinstallaties sportparken 10 vervanging 40.000 1.200

Schrobzuigmachines sporthal West 8 vervanging 18.000 653

Vervanging geluidsinstallatie sporthal West 15 vervanging 20.000 433

Vervanging inventaris vergaderzaal 15 vervanging 12.000 260

Vervanging vaste inventaris binnensport 15 vervanging 21.000 455

Vervanging inventaris binnensport 15 vervanging 22.000 477

2 Schrobdweilmachines 8 vervanging 15.000 544

Inventaris zwembad 15 vervanging 35.000 758

3 Plafondliften Roomer zwembad 10 vervanging 15.000 450

Fysieke Leefomgeving

Totaal 2020 7.476.000 97.451

Totaal Fysieke Leefomgeving 32.140.999 1.462.000 98.918 506.990 965.148 1.430.911

Sociale Leefomgeving 2017 Aanleg kunstgras sportpark Panhuis

DOVO - GVVV 15 MIP nieuw 850.000 18.417 73.383 72.250 71.117

Realisatie 2 speelvoorzieningen 10 nieuw 50.000 1.500 5.975 5.875 5.775

Sociale Leefomgeving

Totaal 2017 900.000 19.917 79.358 78.125 76.892

Totaal Sociale Leefomgeving 900.000 0 19.917 79.358 78.125 76.892

Eindtotaal 57.466.644 1.462.000 214.140 1.019.430 1.808.720 2.763.304

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5 Bijlage 6Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 159

Bijlage 7. Conversietabel Producten - Taakvelden

Bijlage 6 Bijlage 7

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld1 Fysieke Leefomgeving 120 Crisisbeheersing 61201100 Crisisbeheersing 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer

210 Openbare Ruimte 62100301 Inritten voor derden 2.1 Verkeer en vervoer62100304 Onkruidbestrijding wegen- straten en pleinen 2.1 Verkeer en vervoer62100305 Wegen, straten, pleinen 2.1 Verkeer en vervoer62100306 Aanleg invaliden parkeerplaatsen 2.2 Parkeren62100307 Civieltechnische kunstwerken 2.1 Verkeer en vervoer62100308 Beheer kunst in de openbare ruimte 2.1 Verkeer en vervoer62100400 Gladheidsbestrijding 2.1 Verkeer en vervoer62100700 Openbare verlichting 2.1 Verkeer en vervoer62101100 Reiniging Openbare ruimte 2.1 Verkeer en vervoer62101102 Activiteit zwerfvuil 2.1 Verkeer en vervoer62101106 Verwijderen graffiti voor gem. 2.1 Verkeer en vervoer62101107 Verwijderen graffiti voor derden 2.1 Verkeer en vervoer62101500 Straatmeubilair 2.1 Verkeer en vervoer62110101 Verkeersregelinstallatie 2.1 Verkeer en vervoer62110104 Technische voorzieningen openbare ruimte 2.1 Verkeer en vervoer62110108 Bewegwijzering en bordenplan 2.1 Verkeer en vervoer62110110 Evenementen 2.1 Verkeer en vervoer63301000 Bestratingen voor derden 2.1 Verkeer en vervoer63301001 Coordinatie nutsvoorzieningen 2.1 Verkeer en vervoer65500101 Uitgaven ivm maatregelen tbv de natuurbescherming 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65600100 Openbaar groen 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65600101 Onderhoud bomen 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65600113 Plantsoenen-en onderhoudsbestekken 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65600200 Dierenkampje in het parkgebied van Dragonder 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65600700 Onderhoud hondenuitlaatterreinen 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie65800600 Speelvoorzieningen 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie68200900 Wijkmanagement 2.1 Verkeer en vervoer

212 Verkeer en vervoer 62110200 Verkeer 2.1 Verkeer en vervoer62110300 Verkeerseducatie 2.1 Verkeer en vervoer

214 Betaald parkeren 62140150 Parkeren algemeen 2.2 Parkeren62140200 Exploitatie straatparkeren 2.2 Parkeren62140300 Exploitatie parkeerterrein Coornhertpad 2.2 Parkeren62140301 Exploitatie parkeerterrein Duivenweide 2.2 Parkeren62140400 Exploitatie parkeergarage Arie van Hensbergen 2.2 Parkeren62140401 Exploitatie parkeergarage Gemeentehuis 2.2 Parkeren62140402 Exploitatie parkeergarage Tricotage 2.2 Parkeren62140500 Exploitatie fietsenstallingen 2.2 Parkeren62140600 Vastgoed Parkeergarages/terreinen 2.2 Parkeren62140601 Vastgoed bewaakte fietsenstallingen 2.2 Parkeren62150150 Parkeren algemeen (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting62150200 Straatparkeren (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting62150300 Parkeerterreinen Cornhertpad (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 160

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

1 Fysieke Leefomgeving 214 Betaald parkeren 62150301 Parkeerterrein Duivenweide (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting62150400 Parkeergarage Arie van Hensbergen (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting62150401 Parkeergarage Gemeentehuis (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting62150402 Parkeergarage Tricotage (inkomsten) 0.63 Parkeerbelasting

240 Riolering en waterbeheer 62400100 Onderhoud van sloten en vijvers 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie62400300 Waterbeheer 7.2 Riolering66140180 Kwijtschelding Rioolrechten 6.3 Inkomensregelingen67220100 Onderhoud vrijvalrioleringen 7.2 Riolering67220101 Rioolaansluitingen 7.2 Riolering67220102 Straatkolken 7.2 Riolering67220104 Onderhoud druk/persriolen 7.2 Riolering67220106 Rioolbeheer 7.2 Riolering67220107 Plannen en programma's rioleringen 7.2 Riolering67220108 Verbetering en vervanging riolen 7.2 Riolering67221002 Grondwatertaken 7.2 Riolering67260200 Heffing Rioolrechten 7.2 Riolering

310D Vastgoed 61200300 Vastgoed Brandweerkazerne 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer63100403 Kiosken en recognities 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur63100407 Exploitatie tankstation Rondweg Oost 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur63100501 Vastgoed Rozenbottel 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur63100502 Vastgoed Middelbuurtseweg 1 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur63100503 Vastgoed Veenendaalhal 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur63100505 Vastgoed Gemeentehuis 0.4 Overhead63100506 Vastgoed 't Kopschip 6 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden63100507 Vastgoed Pollux 4 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur65100101 Vastgoed Cultuurfabriek 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65110301 Vastgoed Huisvesting Muziekschool 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65110350 Vastgoed Het Spectrum 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65300250 Vastgoed Zwembad 5.2 Sportaccommodaties65300350 Vastgoed Sporthal De Vallei 5.2 Sportaccommodaties65300351 Vastgoed Sporthal West 5.2 Sportaccommodaties65300352 Vastgoed Sporthal Rembrandt College 5.2 Sportaccommodaties65300451 Vastgoed Gymnastieklokalen 5.2 Sportaccommodaties65300550 Vastgoed Sportzaal Aller Erf 5.2 Sportaccommodaties65300552 Vastgoed Sportzaal CLV 5.2 Sportaccommodaties65310150 Vastgoed Sportvelden 5.2 Sportaccommodaties65400101 Vastgoed De Lampegiet 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400350 Vastgoed Soc. aanpak en kunst proj.Engelenburg-nrd 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65410250 Vastgoed Monumenten 5.5 Cultureel erfgoed65600800 Groeneigendommen niet voor openbare dienst bestemd 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden65800100 Vastgoed Wijkcentra 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie66200401 Vastgoed G van Schoonbekestraat 75 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden66200402 Vastgoed G. van Schoonbekestraat 77 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 161

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

1 Fysieke Leefomgeving 310D Vastgoed 66300101 Vastgoed Sociaal Cultureel Werk 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie66300104 Vastgoed MFA Panorama 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie66300500 Vastgoed Ontmoetingshuis 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie66500101 Vastgoed Peuterspeelzalen 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken66500202 Vastgoed Kinderopvang 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie68200201 Vastgoed Dijkstraat 155 en 157 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden68200205 Vastgoed Mulderslaan 3 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden68200209 Vastgoed Gem. eigendommmen tbv volkshuisvesting 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden68210601 Vastgoed Prins Bernhardlaan 5, 79, 104, 106 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden68210602 Vastgoed Mulderslaan 82 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden

541 Erfgoed 65410200 Monumenten 5.5 Cultureel erfgoed65410202 Monumenten vergunningverlening 5.5 Cultureel erfgoed65410205 Monumentendag/ Dag van de Architectuur 5.5 Cultureel erfgoed

721 Verwijderen en verwerken huishoudelijk afval66140150 Kwijtschelding Afvalstoffenheffing 6.3 Inkomensregelingen67210101 Vuilnisafhaaldienst-algemeen 7.3 Afval67210119 Toezicht handhaving afvalstoffen 7.3 Afval67211101 Inzameling huishoudelijk afval 7.3 Afval67211104 Afvalvergoedingen (BTW verlegd) 7.3 Afval67211113 Afvalbrengstation 7.3 Afval67231000 Vastgoed Milieu-organisaties 7.4 Milieubeheer67250300 Heffing Afvalstoffen 7.3 Afval

723 Duurzaamheid, Klimaat en Milieubeheer67230100 Milieuzaken algemeen 7.4 Milieubeheer67230101 Gemeentelijke interne milieuzorg 7.4 Milieubeheer67230202 Controle milieuvergunningen 7.4 Milieubeheer67230204 Verlenen milieuvergunningen 7.4 Milieubeheer67230206 PUEV project transport gevaarlijke stoffen 7.4 Milieubeheer67230400 Luchtkwaliteit 7.4 Milieubeheer67230401 Gelderse Vallei Project 7.4 Milieubeheer67230500 Geluid - algemeen 7.4 Milieubeheer67230501 Geluid - zonering industrie- terrein Nijverkamp 7.4 Milieubeheer67230700 Bodem- en grondwater - algemeen 7.4 Milieubeheer67230800 Milieu-educatie 7.4 Milieubeheer67231600 Milieuprogramma 7.4 Milieubeheer67231700 Klimaatbeleid 7.4 Milieubeheer67231701 Klimaat uitvoeringsplan 7.4 Milieubeheer68220600 Hoogspanningslijn 7.4 Milieubeheer

724 Begraafplaats 67240100 Algemene begraafplaats 7.5 Begraafplaatsen67240200 Lijkbezorging "vanwege de burgemeester" 7.5 Begraafplaatsen67241000 Vastgoed Rouwcentrum De Munnikenhof 7.5 Begraafplaatsen67320100 Algemene begraafplaats 7.5 Begraafplaatsen

810A Ruimtelijke Ordening 68100100 Herziening en ontwikkeling van bestemmingsplannen 8.1 Ruimtelijke Ordening68100108 Actualiseren bestemmingsplannen 8.1 Ruimtelijke Ordening68100111 Stedebouwkundige (structuur)visies 8.1 Ruimtelijke Ordening

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 162

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

1 Fysieke Leefomgeving 810A Ruimtelijke Ordening 68100114 Ontwikkeling Buitengebied 8.1 Ruimtelijke Ordening68100121 Planschade 8.1 Ruimtelijke Ordening68100123 Invoering Omgevingswet 8.1 Ruimtelijke Ordening68100128 Grebbelinie-Sanering zuidzijde Fort aan de Buurtst 8.1 Ruimtelijke Ordening68100200 Archeologie 8.1 Ruimtelijke Ordening68210201 Verbetering woonomgeving 8.1 Ruimtelijke Ordening

810B Geografische- en Vastgoedinformatie68101001 Kadaster 8.1 Ruimtelijke Ordening68221100 Inmeten/karteren plangebieden/ maken basiskaart 8.3 Wonen en bouwen68221200 BAG 8.3 Wonen en bouwen

820 Volkshuisvesting 68200100 Woningbouw door toegelaten instellingen 8.3 Wonen en bouwen68200502 Volkshuisvest.beleid algemeen 8.3 Wonen en bouwen68210203 Bijdragen soc.huur/koopwoningen 8.3 Wonen en bouwen68220150 Balietaken omgevingsloket 8.3 Wonen en bouwen68220300 Woonruimtetoewijzing 8.3 Wonen en bouwen68220800 Volkshuisvesting (overige) 8.3 Wonen en bouwen

822 Bouwen en wonen: aanvragen, vergunningen, toezicht en handhaving68200400 Vrouwen adviescomm. Veenendaal 8.3 Wonen en bouwen68220100 Wonen en Leven omgevingsaanvragen algemeen 8.3 Wonen en bouwen68220102 Wonen en Leven toezicht 8.3 Wonen en bouwen68220107 Veiligheid&Handhaving concept aanvragen 8.3 Wonen en bouwen68220200 Welstandstoezicht 8.3 Wonen en bouwen68230100 Bouwleges 8.3 Wonen en bouwen

830 Bouwgrondexploitaties 68220804 Nieuw wonen, doorbelasting projectadministratie 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68300100 Project Ontw.posities Veenendaal Oost 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68300800 Project 1e Melmseweg 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68301200 Project Brouwerspoort 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68301300 Project Zuidpoort 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68301600 Projekt Schrijverspark West 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68302300 Project Voorpoort 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68303000 Project Balkons 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68303100 Project Groene Grens 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68303300 Project Castor terrein 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68303500 Project 't Hollegoed 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68303600 Project Ritmeesterkwartier 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68304300 Project Stationskwartier B KIRO terrein 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68308600 Project Veeneind 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)68309000 Project Restanten geliquideerde complexen 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)

980 Mutaties in reserves 69800201 Mutaties reserves Fysieke leefomgeving 0.10 Mutaties reserves2 Economie, Werk en Ontwikkeling310A Markten 63100101 Onderhoud en andere kosten van de markten 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen

63110101 Marktgelden 3.1 Economische ontwikkeling310B Economische ontwikkeling 60020500 Promotie 3.4 Economische promotie

63100400 Economische ontwikkeling 3.1 Economische ontwikkeling63100402 Ontwikkeling Centrumgebied 3.1 Economische ontwikkeling

310C Ondernemersfonds/ Reclamebelasting63100406 Ondernemersfonds 3.3 Bedrijfsloket en -regelingen

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 163

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

2 Economie, Werk en Ontwikkeling310C Ondernemersfonds/ Reclamebelasting69380200 Reclamebelasting 0.64 Belastingen Overig420 Onderwijs 64200600 Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland 4.1 Openbaar basisonderwijs

64405000 Rembrandt College 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken64800100 Vervoer leerlingen 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken64800200 Algemeen Onderwijsbeleid 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken64800600 Vervoer schoolzwemmen 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken64800700 Naleving leerplichtwet 1969 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken64800800 Huur sportaccomodaties tbv onderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting64801100 Gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid (GOA) 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

480A Vastgoed Onderwijs 64210700 Vastgoed Huisvestingsksten openbaar basisonderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting64230100 Vastgoed Huisvestingskosten bijzonder onderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting64330100 Vastgoed Bijz.(voortgez.) speciaal onderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting64415200 Vastgoed Huisvesting Rembrandt College 4.2 Onderwijshuisvesting64430100 Vastgoed Bijzonder voorgezet onderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting64800000 Onderwijshuisvestingsbeleid 4.2 Onderwijshuisvesting

560A Recreatie 65600301 Recreatie en Toerisme 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie560B Evenementenbeleid 65600500 Evenementenbeleid 3.4 Economische promotie610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies66100102 Bijstand onder 65 jaar 6.3 Inkomensregelingen

66100103 Algemene Bijstand 6.3 Inkomensregelingen66100104 Wet IOAW 6.3 Inkomensregelingen66100105 Wet IOAZ 6.3 Inkomensregelingen66100115 Sociale recherche 6.3 Inkomensregelingen66100121 Tegenprestatie 6.3 Inkomensregelingen66100122 Loonkostensubsidie Nieuwe Doelgroep 6.3 Inkomensregelingen

610C Inkomensverstrekking BBZ66100605 Inkomensverstrekking BBZ 6.3 Inkomensregelingen611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet66230207 Nog te besteden gelden 6.5 Arbeidsparticipatie

66230300 Statushouders en taaleis 6.5 Arbeidsparticipatie66230400 Directe bemiddeling (uitv. P-budget) 6.5 Arbeidsparticipatie66230600 Re-integratie algemeen 6.5 Arbeidsparticipatie66230610 Diagnose en Workfirst 6.5 Arbeidsparticipatie66230620 Reintegratie Aanbodversterking 6.5 Arbeidsparticipatie66230630 Facilitering werkgevers 6.5 Arbeidsparticipatie66230640 Reintegratie Flankerend Beleid 6.5 Arbeidsparticipatie66230650 Reintegratie Speciale Doelgroepen 6.5 Arbeidsparticipatie66230660 Baanafspraken sociaal akkoord 6.5 Arbeidsparticipatie66230670 Begeleiding beschut werk 6.4 Begeleide participatie

611B Sociale werkvoorziening 66110200 Sociale werkvoorziening 6.4 Begeleide participatie614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid66100300 Clientenraad 6.3 Inkomensregelingen

66140200 Individuele inkomenstoeslag 6.3 Inkomensregelingen66140206 Minima 6.3 Inkomensregelingen66140208 Bijzondere bijstand 6.3 Inkomensregelingen66140209 Individuele studietoeslag 6.3 Inkomensregelingen66140210 Menzis 6.3 Inkomensregelingen

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 164

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

2 Economie, Werk en Ontwikkeling614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid66200202 Schuldhulpverlening 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+980 Mutaties in reserves 69800202 Mutaties reserves Economie, Werk en Ontwikkeling 0.10 Mutaties reserves

3 Sociale Leefomgeving 530 Sport 65300300 Sporthal de Vallei 5.2 Sportaccommodaties65300301 Sporthal West 5.2 Sportaccommodaties65300400 Exploitatie Gymnastieklokalen 5.2 Sportaccommodaties65300500 Sportzaal Aller Erf 5.2 Sportaccommodaties65300600 Subsidies aan sportverenigingen 5.1 Sportbeleid en activering65300701 Overige kosten van de sport 5.1 Sportbeleid en activering65300750 Sportbeleid 5.1 Sportbeleid en activering65302000 Stichting Sportservice 5.1 Sportbeleid en activering

580 Cultuur 65100100 St. Openbare bibliotheek 5.6 Media65110200 St. Volksuniversiteit 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65110300 St. Muziekschool 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400100 St. Theater de Lampegiet 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400400 Cultuurfonds 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400403 Versterking culturele infrastructuur 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400500 Cultuur- en poppodium 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65400700 Amateurkunstbeoefening 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65410100 St. Viseum 5.4 Musea

620 WMO 62140120 Gehandicapten parkeerkaart 2.2 Parkeren65800303 Jubilea 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie66230690 Invoeringskosten sociaal domein algemeen 6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO)66300200 Opvang en beschermd wonen 6.81 Geëscaleerde zorg 18+66610200 Maatwerkvoorzieningen materieel WMO 6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO)66620100 Compensatieregeling WMO-cliënten met laag inkomen 6.3 Inkomensregelingen66620200 Maatwerkvoorzieningen Immaterieel WMO 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+66670200 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen WMO 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+66700200 Algemene voorzieningen WMO 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+66700201 Comp. schoonmaakonderst cliënten laag inkomen 6.3 Inkomensregelingen66700250 Beheer en programmacoordinator Ontmoetingshuis 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie66710200 WMO Loket 6.2 Wijkteams66720100 PGB WMO 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+67140100 Openbare gezondheidszorg 7.1 Volksgezondheid

630 Jeugd 66500100 Peuterspeelzaalwerk 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken66500200 Kinderopvang 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie66700100 Algemene voorzieningen jeugd 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66710100 CJG 6.2 Wijkteams66720200 PGB Jeugd 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66720210 PGB Ambulant 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66720220 PGB Verblijf 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66720300 ZIN Ambulant 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66720310 ZIN Verblijf 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66720320 ZIN Bovenregionaal 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 165

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

3 Sociale Leefomgeving 630 Jeugd 66720330 ZIN Veiligheid 6.82 Geëscaleerde zorg 18-66720340 ZIN Landelijke Zorg 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-66820100 Individuele voorzieningen jeugd 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-67150310 Subsidie huur de Twijn 6.2 Wijkteams67160305 Declaratie project Versterken Basisstructuur 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

980 Mutaties in reserves 69800203 Mutaties reserves Sociale leefomgeving 0.10 Mutaties reserves4 Burger en Bestuur 001A Gemeenteraad 60010100 Gemeenteraad 0.1 Bestuur

001B Burgemeester en wethouders60010200 Burgemeester 0.1 Bestuur60010400 Wethouders 0.1 Bestuur60021100 Pensioenen en wachtgelden gewezen wethouders 0.1 Bestuur

001C Ondernemingsraad 60020700 Ondernemingsraad 0.4 Overhead002A Algemene juridische zaken 60020600 Alg. juridische advisering incl. vergunningen 0.4 Overhead002B Algemene bestuurlijke advisering60020400 Bestuurlijke advisering 0.4 Overhead002C PR en communicatie 60020200 PR en communicatie 0.4 Overhead002D Informatisering 60021700 Informatisering 0.4 Overhead002E Programmamanagement 60021800 Publiek Ondernemersschap 0.4 Overhead003 Dienstverlening 60030400 Gegevensbeheer 0.2 Burgerzaken

60030500 Informatievoorziening burger 0.2 Burgerzaken60030700 Verkiezingen 0.2 Burgerzaken60030800 Burgerzaken Algemeen 0.2 Burgerzaken60030900 KCC 0.4 Overhead60040400 Rijksleges Burgerzaken 0.2 Burgerzaken60040401 Gemeenteleges Burgerzaken 0.2 Burgerzaken65410300 Historisch archief 5.4 Musea

005 Regionale samenwerking 60050100 Intergemeentelijke samenwerkingen 0.1 Bestuur006A Griffie 60060100 RAG Raadsgriffie 0.1 Bestuur006B Rekenkamer 60060200 REK Decentrale rekenkamer 0.1 Bestuur120 Crisisbeheersing 61200101 Brandweer (vrijwilligers) 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer

61200901 Gemeenschap. regeling Veiligheidsregio Utrecht 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer61201100 Crisisbeheersing 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer

140A Integrale Veiligheid 61400500 Veiligheidsbeleid 1.2 Openbare orde en Veiligheid61400600 Toezicht handhaving openbare ruimte 1.2 Openbare orde en Veiligheid61400700 Interventieteam 1.2 Openbare orde en Veiligheid

140B APV en bijzondere wetten 60040200 APV en bijzondere wetten 1.2 Openbare orde en Veiligheid68220001 Drank- en horecavergunningen 1.2 Openbare orde en Veiligheid

980 Mutaties in reserves 69800204 Mutaties reserves Burger en Bestuur 0.10 Mutaties reserves5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien921 Algemene uitkeringen 69210100 Gemeentefondsuitkering 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds

69230100 Uitkering deelfonds sociaal domein 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds922 Algemene baten, lasten en rente68200800 Geldleningen tbv woningaanp. 0.5 Treasury

68200801 Geldl. tbv betonrot Drag.-noord 0.5 Treasury69130100 Renten 0.5 Treasury69140100 Geldleningen en uitzettingen langer dan 1 jaar 0.5 Treasury69220100 Algemene baten en lasten 0.5 Treasury

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 166

Conversietabel Producten - Taakvelden

Programma Product Grootboeknummer|Omschrijving Tkv Omschrijving taakveld

NAAR TAAKVELDVAN PRODUCT

5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien922 Algemene baten, lasten en rente69220201 Reserveringen 0.8 Overige baten en lasten930A Belastingen/ Waarderingen Onroerende Zaken66140120 Kwijtschelding Onroerendzaakbelasting 6.3 Inkomensregelingen

66140125 Kwijtschelding uren 6.3 Inkomensregelingen66140140 Kwijtschelding Hondenbelasting 6.3 Inkomensregelingen69310200 Heffing OZB (gebruikers) 0.62 OZB niet-woningen69360100 Heffing Toeristenbelasting 0.64 Belastingen Overig69370200 Heffing Hondenbelasting 0.64 Belastingen Overig69390200 Heffing Precariobelasting 0.64 Belastingen Overig69400100 Lasten heffing/invordering gem.belastingen 0.61 OZB woningen69400300 Belastingsamenwerking Renswoude 0.4 Overhead69300100 Uitvoering wet WOZ woningen en niet-woningen 0.61 OZB woningen69300200 Uitvoering wet WOZ niet-woningen 0.62 OZB niet-woningen69320200 Heffing OZB (eigenaren woningen en niet-woningen) 0.61 OZB woningen69320300 Heffing OZB (eigenaren niet-woningen) 0.62 OZB niet-woningen69400400 Lasten heffing/invordering gem.belastingen niet-woningen 0.62 OZB niet-woningen

930B Invordering belastingen 69400200 Vervolgingskosten 0.64 Belastingen Overig960 Saldi kostenplaatsen 69602000 Indirecte apparaatskosten 0.4 Overhead980 Mutaties in reserves 69800205 Mutaties reserves Alg. Dekkingsmiddelen en onvoorz 0.10 Mutaties reserves999 Nog in te delen grootboeknummers69990000 Sluitrekening exploitatie doorbelasting uren 0.4 Overhead

6 Bedrijfsvoering 980 Mutaties in reserves 69800112 Mutaties reserves Bedrijfsvoering 0.10 Mutaties reserves998 Bedrijfsvoering 69600200 Rente 0.5 Treasury

69600300 ICT 0.4 Overhead69600400 Huisvesting 0.4 Overhead69600500 Huisvesting vastgoed 0.4 Overhead69600600 Facilitaire dienstverlening 0.4 Overhead69600700 Personeelszaken 0.4 Overhead

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6 Bijlage 7Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 8 Bijlage 9

programmabegroting 2017-2020 | 167

Bijlage 8. WMO, Jeugd, Participatie en Vastgoed - Indeling naar Taakvelden van Producten

Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9

WMO, Jeugd, Participatie en Vastgoed - Indeling naar Taakvelden van Producten

VAN PRODUCT

Cluster Taakveldnr defOmschrijving taakveld Grootboeknummer|Omschrijving Product B-2017 B-2018 B-2019 B-2020WMO 2.2 Parkeren 62140120 Gehandicapten parkeerkaart 620 WMO 22.823 23.051 23.282 23.515

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 66700250 Beheer en programmacoordinator Ontmoetingshuis620 WMO 205.661 207.861 210.225 212.544 6.2 Wijkteams 66710200 WMO Loket 620 WMO 1.642.889 1.671.261 1.705.596 1.737.222 6.3 Inkomensregelingen 66620100 Compensatieregeling WMO-cliënten met laag inkomen620 WMO 913.362 922.496 931.721 941.038

66700201 Comp. schoonmaakonderst cliënten laag inkomen620 WMO 227.250 229.523 231.818 234.136 6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO) 66230690 Invoeringskosten sociaal domein algemeen 620 WMO -228.519 -227.892 -226.874 -226.036

66610200 Maatwerkvoorzieningen materieel WMO 620 WMO 1.620.981 1.623.039 1.625.544 1.627.833 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 66620200 Maatwerkvoorzieningen Immaterieel WMO 620 WMO 8.779.052 9.025.968 9.029.345 8.969.345

66670200 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen WMO620 WMO -2.190.581 -2.190.490 -2.190.378 -2.190.277 66700200 Algemene voorzieningen WMO 620 WMO 3.437.738 3.228.780 3.138.682 3.080.761 66720100 PGB WMO 620 WMO 2.879.079 2.879.194 2.879.333 2.879.460

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 66300200 Opvang en beschermd wonen 620 WMO 223.693 226.368 229.278 232.099 7.1 Volksgezondheid 67140100 Openbare gezondheidszorg 620 WMO 512.555 502.629 520.849 526.217

Totaal WMO 18.045.981 18.121.788 18.108.419 18.047.858 Jeugd 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 66500100 Peuterspeelzaalwerk 630 Jeugd 137.279 173.351 209.452 244.477

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 66500200 Kinderopvang 630 Jeugd 129.926 131.375 132.941 134.465 67160305 Declaratie project Versterken Basisstructuur630 Jeugd 3.875 3.944 4.027 4.104

6.2 Wijkteams 66710100 CJG 630 Jeugd 4.390.376 4.424.704 4.459.973 4.495.257 67150310 Subsidie huur de Twijn 630 Jeugd 18.719 18.898 19.079 19.260

6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 66700100 Algemene voorzieningen jeugd 630 Jeugd 307.373 341.178 350.107 353.013 66720200 PGB Jeugd 630 Jeugd 4.844 4.930 5.034 5.129 66720210 PGB Ambulant 630 Jeugd 683.301 768.801 768.301 769.801 66720220 PGB Verblijf 630 Jeugd 683.302 768.802 768.302 769.802 66720300 ZIN Ambulant 630 Jeugd 5.406.838 5.406.838 5.406.838 5.406.838 66720310 ZIN Verblijf 630 Jeugd 2.500.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000 66720320 ZIN Bovenregionaal 630 Jeugd 900.000 900.000 900.000 900.000 66720340 ZIN Landelijke Zorg 630 Jeugd 350.000 350.000 350.000 350.000 66820100 Individuele voorzieningen jeugd 630 Jeugd 139.051 141.513 144.509 147.247

6.82 Geëscaleerde zorg 18- 66720330 ZIN Veiligheid 630 Jeugd 1.710.000 1.710.000 1.710.000 1.710.000 Totaal Jeugd 17.364.885 17.644.334 17.728.563 17.809.394

Participatie 6.3 Inkomensregelingen 66100102 Bijstand onder 65 jaar 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies3.096.640 2.819.091 2.888.960 2.949.694 66100103 Algemene Bijstand 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies35.100 35.452 35.806 36.164 66100104 Wet IOAW 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies926.024 926.024 926.024 926.024 66100105 Wet IOAZ 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies44.196 44.196 44.196 44.196 66100115 Sociale recherche 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies237.272 241.051 245.646 249.641 66100121 Tegenprestatie 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies312.000 312.000 312.000 312.000 66100122 Loonkostensubsidie Nieuwe Doelgroep 610A Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en subsidies150.000 150.000 150.000 150.000 66100300 Clientenraad 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid 17.626 17.824 18.033 18.237 66100605 Inkomensverstrekking BBZ 610C Inkomensverstrekking BBZ 264.820 265.863 267.078 268.171 66140200 Individuele inkomenstoeslag 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid 305.000 305.000 305.000 305.000 66140206 Minima 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid 655.000 655.000 655.000 655.000 66140208 Bijzondere bijstand 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid1.005.062 1.110.601 1.268.001 1.162.558 66140209 Individuele studietoeslag 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid 3.000 3.000 3.000 3.000 66140210 Menzis 614 Gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid 100.000 100.000 100.000 100.000

6.4 Begeleide participatie 66110200 Sociale werkvoorziening 611B Sociale werkvoorziening 7.952.802 7.452.434 7.072.333 6.717.099 66230670 Begeleiding beschut werk 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet67.000 67.000 67.000 67.000

6.5 Arbeidsparticipatie 66230207 Nog te besteden gelden 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet- - 35.525 89.525 66230300 Statushouders en taaleis 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet-95.396 83.574 84.834 85.929 66230400 Directe bemiddeling (uitv. P-budget) 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet204.183 207.992 212.625 216.651 66230600 Re-integratie algemeen 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet126.572 196.092 230.047 230.047 66230610 Diagnose en Workfirst 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet259.000 259.000 259.000 259.000

NAAR TAAKVELD

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 6Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2

programmabegroting 2017-2020 | 168

WMO, Jeugd, Participatie en Vastgoed - Indeling naar Taakvelden van Producten

VAN PRODUCT

Cluster Taakveldnr defOmschrijving taakveld Grootboeknummer|Omschrijving Product B-2017 B-2018 B-2019 B-2020

NAAR TAAKVELD

Participatie 6.5 Arbeidsparticipatie 66230620 Reintegratie Aanbodversterking 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet442.425 540.359 474.925 437.425 66230630 Facilitering werkgevers 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet379.000 379.000 379.000 379.000 66230640 Reintegratie Flankerend Beleid 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet23.050 23.050 23.050 23.050 66230650 Reintegratie Speciale Doelgroepen 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet50.000 50.000 50.000 50.000 66230660 Baanafspraken sociaal akkoord 611A Reintegratie en participatievoorzieningen participatiewet74.000 74.000 74.000 74.000

Totaal Participatie 16.634.376 16.317.604 16.181.083 15.808.411 Vastgoed 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 63100506 Vastgoed 't Kopschip 6 310D Vastgoed -10.247 -10.742 -11.244 -11.745

65600800 Groeneigendommen niet voor openbare dienst bestemd310D Vastgoed -43.828 -44.300 -44.776 -45.257 66200401 Vastgoed G van Schoonbekestraat 75 310D Vastgoed 17.299 17.210 17.295 17.390 66200402 Vastgoed G. van Schoonbekestraat 77 310D Vastgoed -8.872 -9.682 -10.494 -11.312 68200201 Vastgoed Dijkstraat 155 en 157 310D Vastgoed 6.730 6.653 6.578 6.502 68200205 Vastgoed Mulderslaan 3 310D Vastgoed -6.910 -6.982 -7.047 -7.116 68200209 Vastgoed Gem. eigendommmen tbv volkshuisvesting310D Vastgoed 1.746 1.773 1.804 1.833 68210601 Vastgoed Prins Bernhardlaan 5, 79, 104, 106310D Vastgoed 9.407 9.394 9.382 9.369 68210602 Vastgoed Mulderslaan 82 310D Vastgoed 7.133 7.157 7.182 7.207

0.4 Overhead 63100505 Vastgoed Gemeentehuis 310D Vastgoed -159.044 -160.548 -162.068 -163.604 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 61200300 Vastgoed Brandweerkazerne 310D Vastgoed 166.046 165.444 165.707 153.123 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 63100403 Kiosken en recognities 310D Vastgoed -24.456 -24.701 -24.948 -25.197

63100407 Exploitatie tankstation Rondweg Oost 310D Vastgoed -42.955 -43.385 -43.819 -44.257 63100501 Vastgoed Rozenbottel 310D Vastgoed 110.859 83.514 55.254 26.947 63100502 Vastgoed Middelbuurtseweg 1 310D Vastgoed -1.723 -1.745 -1.767 -1.790 63100503 Vastgoed Veenendaalhal 310D Vastgoed 223 309 399 488 63100507 Vastgoed Pollux 4 310D Vastgoed 9.423 9.423 9.423 9.423

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 66500101 Vastgoed Peuterspeelzalen 310D Vastgoed 16.231 1.973 -13.271 -28.525 5.2 Sportaccommodaties 65300250 Vastgoed Zwembad 310D Vastgoed -372.448 -392.559 -412.686 -444.924

65300350 Vastgoed Sporthal De Vallei 310D Vastgoed 60.457 53.551 46.496 36.028 65300351 Vastgoed Sporthal West 310D Vastgoed -83.582 -84.990 -86.357 -88.060 65300352 Vastgoed Sporthal Rembrandt College 310D Vastgoed -75.918 -76.729 -77.514 -78.321 65300451 Vastgoed Gymnastieklokalen 310D Vastgoed -229.631 -235.363 -241.061 -246.836 65300550 Vastgoed Sportzaal Aller Erf 310D Vastgoed 10.746 10.599 10.455 10.310 65300552 Vastgoed Sportzaal CLV 310D Vastgoed 26 26 26 26 65310150 Vastgoed Sportvelden 310D Vastgoed -141.056 -156.980 -173.972 -191.313

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie65100101 Vastgoed Cultuurfabriek 310D Vastgoed -138.875 -147.540 -156.181 -164.925 65110301 Vastgoed Huisvesting Muziekschool 310D Vastgoed 686 693 700 707 65110350 Vastgoed Het Spectrum 310D Vastgoed -54.394 -60.805 -67.217 -73.680 65400101 Vastgoed De Lampegiet 310D Vastgoed 26.135 14.091 3.095 -8.941 65400350 Vastgoed Soc. aanpak en kunst proj.Engelenburg-nrd310D Vastgoed 13.631 13.459 13.288 13.116 66300101 Vastgoed Sociaal Cultureel Werk 310D Vastgoed 177.109 180.234 174.786 175.446

5.5 Cultureel erfgoed 65410250 Vastgoed Monumenten 310D Vastgoed 18.364 17.396 16.425 15.325 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 65800100 Vastgoed Wijkcentra 310D Vastgoed 4.018 3.955 3.892 3.830

66300104 Vastgoed MFA Panorama 310D Vastgoed -202.990 -206.269 -209.559 -212.893 66300500 Vastgoed Ontmoetingshuis 310D Vastgoed 227.011 175.052 152.141 143.293 66500202 Vastgoed Kinderopvang 310D Vastgoed 79.821 80.640 81.478 82.320

7.4 Milieubeheer 67231000 Vastgoed Milieu-organisaties 721 Verwijderen en verwerken huishoudelijk afval40.410 40.589 40.774 40.961 7.5 Begraafplaatsen 67241000 Vastgoed Rouwcentrum De Munnikenhof 724 Begraafplaats -102.620 -108.217 -109.656 -111.115

Totaal Vastgoed -696.040 -878.402 -1.037.058 -1.206.166

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9Bijlage 6Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2

programmabegroting 2017-2020 | 169

Bijlage 9. Overzicht directe apparaatskosten per programma

Bijlage 9

Programma 2017 2018 2019 2020

1 Fysieke Leefomgeving 6.711 6.826 6.965 7.095 2 Economie, Werk en Ontwikkeling 4.769 4.857 4.964 5.058 3 Sociale Leefomgeving 2.914 2.966 3.029 3.086 4 Burger en Bestuur 2.056 2.092 2.136 2.177 5 Alg. Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 484 493 503 513 6 Bedrijfsvoering 12.221 12.489 12.802 13.039 Directe personeelskosten projecten * 2.124 2.160 2.207 2.249 Totaal 31.280 31.882 32.606 33.217

*) Exclusief overhead

Bijlage 8

3. Paragrafen 4. Overzicht van baten en lasten2. Programmaplan1. Financieel kaderInleiding

Bijlage 7Bijlage 6Bijlage 5Bijlage 4Bijlage 3Bijlage 1 Bijlage 2