Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

11
Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie Inhoudsopgave 1. DE UITDAGING PROEFTUIN AMSTERDAM....................................................................... 1 NUT EN NOODZAAK VAN EEN REGIONALE VOEDSELSTRATEGIE ......................................................... 1 OMGEVINGSANALYSE: VOEDSEL IS HOT! ............................................................................................ 1 VOORGESCHIEDENIS PROEFTUIN AMSTERDAM .................................................................................. 2 2. UNIQUE SELLING POINTS VAN PROEFTUIN AMSTERDAM......................................... 2 3. AMBITIES EN DOELEN............................................................................................................. 2 4. STRATEGIE.................................................................................................................................. 3 A: AGENDEREN, MOBILISEREN EN KOPPELEN: .................................................................................... 3 B: ACTIES VAN ANDERE FACILITEREN. ............................................................................................... 4 C: HET GOEDE VOORBEELD GEVEN. .................................................................................................... 4 D: LEREN EN UITWISSELING VAN ERVARINGEN. ................................................................................. 4 5. MEETBAAR SUCCES VAN HET PROGRAMMA ................................................................. 4 6. INSPANNINGEN .......................................................................................................................... 6 BOERDERIJEDUCATIE: ......................................................................................................................... 6 INTEGRAAL NATUUR EN MILIEU-EDUCATIE-ARRANGEMENT:............................................................ 6 VERVOLGACTIES MARKTVERKENNING EN AFSPRAKEN MET BEDRIJVEN, ORGANISATIES EN INSTELLINGEN: .................................................................................................................................... 7 CATERINGCONTRACTEN PROEFTUINPARTNERS OP ORDE: .................................................................. 7 STADSLANDBOUW STIMULEREN:......................................................................................................... 7 PARALLELLE PROJECTEN ..................................................................................................................... 8 7. KENNISAGENDA, MONITORING, LEREN VOOR EN VAN PROEFTUIN...................... 8 1: KENNISVRAGEN EN MONITORING ISM HOGESCHOLEN EN UNIVERSITEITEN................................... 8 2: SAMENWERKING MET GROENE KENNIS COÖPERATIEEN LNV ....................................................... 8 3: (INTER)NATIONALE KENNISUITWISSELINGSPROJECTEN.................................................................. 8 4: NME ARRANGEMENTEN EN LVDO ................................................................................................. 8 8. ORGANISATIE EN FINANCIERING ....................................................................................... 9 KOSTEN ............................................................................................................................................... 9 COLOFON ............................................................................................................................................. 9

Transcript of Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

Page 1: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

Inhoudsopgave

1. DE UITDAGING PROEFTUIN AMSTERDAM....................................................................... 1 NUT EN NOODZAAK VAN EEN REGIONALE VOEDSELSTRATEGIE ......................................................... 1 OMGEVINGSANALYSE: VOEDSEL IS HOT! ............................................................................................ 1 VOORGESCHIEDENIS PROEFTUIN AMSTERDAM .................................................................................. 2

2. UNIQUE SELLING POINTS VAN PROEFTUIN AMSTERDAM......................................... 2 3. AMBITIES EN DOELEN............................................................................................................. 2 4. STRATEGIE.................................................................................................................................. 3

A: AGENDEREN, MOBILISEREN EN KOPPELEN:.................................................................................... 3 B: ACTIES VAN ANDERE FACILITEREN. ............................................................................................... 4 C: HET GOEDE VOORBEELD GEVEN. .................................................................................................... 4 D: LEREN EN UITWISSELING VAN ERVARINGEN. ................................................................................. 4

5. MEETBAAR SUCCES VAN HET PROGRAMMA ................................................................. 4 6. INSPANNINGEN .......................................................................................................................... 6

BOERDERIJEDUCATIE: ......................................................................................................................... 6 INTEGRAAL NATUUR EN MILIEU-EDUCATIE-ARRANGEMENT:............................................................ 6 VERVOLGACTIES MARKTVERKENNING EN AFSPRAKEN MET BEDRIJVEN, ORGANISATIES EN INSTELLINGEN: .................................................................................................................................... 7 CATERINGCONTRACTEN PROEFTUINPARTNERS OP ORDE: .................................................................. 7 STADSLANDBOUW STIMULEREN:......................................................................................................... 7 PARALLELLE PROJECTEN..................................................................................................................... 8

7. KENNISAGENDA, MONITORING, LEREN VOOR EN VAN PROEFTUIN...................... 8 1: KENNISVRAGEN EN MONITORING ISM HOGESCHOLEN EN UNIVERSITEITEN................................... 8 2: SAMENWERKING MET GROENE KENNIS COÖPERATIEEN LNV ....................................................... 8 3: (INTER)NATIONALE KENNISUITWISSELINGSPROJECTEN.................................................................. 8 4: NME ARRANGEMENTEN EN LVDO ................................................................................................. 8

8. ORGANISATIE EN FINANCIERING....................................................................................... 9 KOSTEN ............................................................................................................................................... 9

COLOFON ............................................................................................................................................. 9

Page 2: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

1

1. De Uitdaging Proeftuin Amsterdam

Gezonder en duurzamer eten in de metropoolregio Amsterdam! Meer mogelijkheden om van de producten en diensten van plattelandsondernemers te kunnen genieten! Dit willen de gemeenten Amsterdam en Zaanstad, de provincie Noord-Holland en het ministerie van LNV bereiken via Proeftuin Amsterdam: een regionale en integrale voedselstrategie voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA).

Nut en noodzaak van een regionale voedselstrategie Op het eerste gezicht lijkt een regionale voedselstrategie overbodig: niet eerder in onze geschiedenis was het aanbod van voedsel zo omvangrijk, divers en van hoge kwaliteit. Waarom is toch juist nu het realiseren van een regionale voedselstrategie noodzakelijk? Ten eerste, leidt het huidige voedselaanbod niet automatisch tot steeds meer gezonde mensen. Integendeel, de hedendaagse eetgewoonten vergroten de kans op verschillende serieuze aandoeningen zoals diabetes en obesitas en doen daarmee indirect een grote aanslag op gezondheidsbudgetten. Aandacht voor gezond voedsel is dus essentieel. Ten tweede, stimuleert de klimaatcrisis het bewustzijn van onze footprint1. Ons voedsel draagt voor maar liefst 30-40% bij aan de CO2 uitstoot. De voedselketen – productie, verwerking, transport, verpakking – is een schrokop van fossiele brandstoffen geworden. Een bewustere eetstijl kan dus een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van broeikasgassen. Tevens valt door een strategie gericht op verduurzaming van de voedselketen nog veel winst te boeken op het gebied van dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden en andere milieueffecten. Ten derde, staat de stad–plattelandrelatie onder spanning. Terwijl de kennis van de gemiddelde (stedelijke) consument over de herkomst en productiewijze van zijn voedsel afneemt, verdwijnen door de stedelijke druk (bebouwing, recreatie) agrarische producenten; ze kunnen niet meer uitbreiden. De opgave is om aan de stadsrand een vorm van multifunctioneel landgebruik te ontwikkelen waarbij plattelandsondernemers het landschap onderhouden tegemoetkomend aan de stedelijke vragen. Ondernemers krijgen zo opnieuw betekenis voor de stad en het landschap en de voedselproductie krijgt nieuwe kwaliteitsimpulsen.

Omgevingsanalyse: voedsel is hot! Het programma Proeftuin Amsterdam is onderdeel van een bredere maatschappelijke trend. Een groeiende groep consumenten besteedt meer aandacht aan lekker (samen) eten, streekproducten en gezondheid. Denk aan de toename van het aantal kooktvprogramma’s en boerenmarkten, de aandacht voor eten op scholen en in instellingen en restaurants die zich profileren met streek- en/of biologische producten. Daarnaast zijn in diverse steden (streek)voedselinitiatieven gestart: Eetbaar Rotterdam; Foodprint (Den Haag); Lekker Utrègs (Utrecht); Stad zoekt Boer (Amersfoort); Agromere en Stadslandbouw Almere; Voedsel in de stadsrand (Tilburg). Tot slot maakt de kabinetsnota ‘Duurzaam Voedsel’ duidelijk dat Nederland een ambitieus voedselbeleid heeft. Voor decentrale overheden is voedsel echter een relatief nieuw agendapunt.

1 De voedselvoetafdruk geeft aan hoeveel energie en ruimte het voedingspatroon van de aarde vergt. Zie http://www.voedselvoetafdruk.nl/.

Page 3: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

2

Voorgeschiedenis Proeftuin Amsterdam In juni 2007 spraken Marijke Vos (wethouder Amsterdam), Hans Luiten (wethouder Zaanstad), Jaap Bond, (gedeputeerde provincie Noord-Holland) en Renée Bergkamp (namens Minister Verburg van LNV) af om beleid, initiatieven en activiteiten te bundelen die samenhangen met het verduurzamen van de voedselketen, stimuleren van gezonde voeding en behoud van landschapskwaliteit. Deze Agenda werd in maart 2008 opgevolgd door een Plan van Aanpak en de start van een aantal projecten. In korte tijd is veel geleerd en is voedsel her en der geagendeerd en in beleid opgenomen. Onduidelijk bleef echter in hoeverre de partners met de bestaande inspanningen de gewenste doelen realiseerden en kansen voor synergie en samenwerking in de regio en met andere partners werden gemist. Kortom, het werd tijd voor een programmatische benadering. Medio juni 2009 is onderhavig programma Proeftuin Amsterdam voor de periode 2010-2012 vastgesteld.

2. Unique selling points van Proeftuin Amsterdam Wat maakt Proeftuin Amsterdam uniek? 1: Koppeling van de thema’s voedsel en stad–plattelandrelatie. Voedsel van dichtbij betekent een win-winsituatie voor stad en platteland. Agrariërs in de nabijheid van de stad krijgen nieuwe economische perspectieven door afzet van hun producten en diensten aan stedelingen. Terwijl stedelingen zich bewuster worden van de herkomst en productiewijze van hun voedsel en de maatschappelijke rol van de ‘nieuwe boeren’ in de MRA gaan waarderen. 2: Samenwerking van verschillende overheidslagen. Het partnerschap tussen rijk, provincie, gemeenten en de ondersteuning door de Stuurgroep Groene Hart is essentieel. De samenwerking in Proeftuin Amsterdam van stad (gemeenten) en platteland (waar de provincie en regio een grote verantwoordelijkheid in hebben) biedt grote kansen voor een succesvolle strategie van een duurzame inrichting en beheer van de stadsranden en/of groene bufferzones. Door de samenwerking met het Rijk kan Proeftuin Amsterdam optimaal profiteren van kennis en ervaringen van andere delen van het land en kunnen ‘best practices’ van de Proeftuin als voorbeeld voor andere regio’s dienen. 3: Decentrale aanpak door ruimte te bieden aan maatschappelijke initiatieven. De kracht van Proeftuin Amsterdam is dat zij (bottum-up) initiatieven van derden koppelt, faciliteert en opschaalt waardoor op effectieve en efficiënte wijze de beoogde doelen worden bereikt. Onder organisaties die reeds acties ondernemen – veelal met eigen middelen en/of eigen uren – is het animo om zich bij het Proeftuinprogramma aan te sluiten vrij groot. Verantwoordelijkheden worden deels bij gemeentelijke, deels bij de maatschappelijke partners neergelegd. De overheid stimuleert en stuurt op afstand.

3. Ambities en doelen

Proeftuin Amsterdam ambieert voor de Metropoolregio Amsterdam: Gezond eten. Regionale, duurzame voedselketen. Hechte stad-plattelandrelatie.

Met als focus vrijwillige gedragsverandering: alle actoren in de voedselketen moeten in staat zijn (kunnen), leren of bewust worden (kennen) en verleid worden (willen) om keuzes te maken die beter zijn voor het milieu, landschap en/of hun gezondheid. Kennisoverdracht, bewustwording en beleving zijn hierbij essentiële ingrediënten. De drie ambities zijn geoperationaliseerd in vier doelen:

Page 4: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

3

Gezond eten Regionale, duurzame voedselketen Relatie stad-platteland

Mensen in de MRA zijn meer bewust van de

gezondheidseffecten van hun kook en eetgedrag en

ervaren een positieve beleving bij gezond en

lekker eten.

Meer mensen in de MRA zijn bewust van de

productiewijze en herkomst van hun voedsel en kiezen

vaker voor eten met een lage footprint

Meer afzet van duurzame

streekproducten in de MRA

Mensen in de MRA zijn zich meer bewust van het

belang van voedselproducenten nabij de stad en waarderen hun

maatschappelijke rol.

De kracht van het programma is het integrale karakter: bovenstaande doelen worden zoveel mogelijk gekoppeld om elkaar te versterken. Gezond eten. In Proeftuin Amsterdam gaat het om de voedselketen, gezonde eetstijlen en samen genieten van lekker en gezond eten. Dit betekent een focus op gezonde voeding2 die toegankelijk en betaalbaar is, past bij de (culturele) identiteit(en) van de consumenten en met aandacht wordt bereid en gegeten. Kinderen vormen een belangrijke doelgroep. Er wordt zoveel mogelijk samengewerkt met instellingen als scholen en de GGD. Regionale en duurzame voedselketen. Regionaal eten biedt tal van kansen om mensen uit de MRA over de herkomst en de productiewijze van het product te leren en het ze te laten beleven. Dit bewustzijn kan ertoe leiden dat mensen vaker kiezen voor voedsel met een lagere voetafdruk. Ze gaan dierlijke door plantaardige producten vervangen, consumeren groenten/fruit van het seizoen en de koude grond en kiezen vaker voor biologisch en eten van dichtbij3. Relatie stad-platteland. Proeftuin Amsterdam focust zich op het mobiliseren van de stedelijke vraag naar (duurzame) streekproducten4 en waardering voor de maatschappelijke rol van voedselproducenten. Naast informatie over het aanbod van streekproducten is een positieve beleving essentieel. Daarom zet Proeftuin in op het proeven van voedsel uit de eigen streek en het daadwerkelijk ervaren van een band met het ommeland. Het brengen van de landbouw in de stad of de burger naar de boerderij biedt bovendien economische kansen voor stadslandbouw, nieuwe vormen van ondernemerschap op het platteland, verbrede landbouw en omschakeling naar duurzamere productiewijzen.

4. Strategie

Proeftuin onderscheidt vier categorieën acties om haar doelen te bereiken:

A: Agenderen, mobiliseren en koppelen: De stuur- en werkgroepleden agenderen de Proeftuinthema’s. Zij stimuleren andere partijen om met gezond eten; regionale, duurzame voedselketen; betere stad-plattelandrelatie aan de slag te gaan en koppelen – om meer synergie te bereiken – de diverse projecten en initiatieven. Een mediacampagne of bijdragen aan TV programma’s waarin bedrijven, horeca, maatschappelijke organisaties en instellingen participeren, behoren tot de mogelijkheden.

2 Uitgangspunt voor wat betreft gezonde voeding is de Schijf van Vijf: eet gevarieerd, niet te veel, minder verzadigd vet, volop groente, fruit en brood en veilig. 3 Hierbij dient de kanttekening geplaatst te worden dat afhankelijk van de transportwijze – boot (gunstig), vliegtuig (ongunstig) – en de productieomstandigheden in bepaalde gevallen eten van ver duurzamer is. 4 Er bestaat geen eenduidige definitie van het woord ‘streekproduct’. Proeftuin Amsterdam hanteert een straal (afstand van grond tot mond) van 300 km.

Page 5: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

4

B: Acties van andere faciliteren. Proeftuin faciliteert initiatieven van derden die binnen de doelen passen door: meedenken, partijen met elkaar in contact te brengen en het beschikbaar stellen van ruimte, middelen, menskracht en/of geld. Jaarlijks wordt een lumpsum ingesteld. Vier keer per jaar kan een aanvraag worden ingediend. De stuurgroep beslist over de besteding op basis van een set op te stellen criteria waarbij doelbijdrage en doelgroepbereik voorop staan. Vanwege een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet van middelen en energie, geldt: aan hoe meer criteria een initiatief voldoet, hoe hoger de score.

C: Het goede voorbeeld geven. De Proeftuinpartners realiseren zo snel mogelijk hun duurzame cateringambities. Zie hoofdstuk 6.

D: Leren en uitwisseling van ervaringen. Essentieel voor het slagen van Proeftuin Amsterdam is monitoring en kennisuitwisseling. Zie hoofdstuk 7.

5. Meetbaar succes van het programma

Werken aan vrijwillige gedragsverandering is weerbarstig en vereist een lange adem. Causale verbanden leggen tussen deelname aan een (leer)activiteit, hetgeen geleerd wordt en het uiteindelijk gewenste effect, de gedragsverandering, is lastig. Daarom is gekozen voor indicatoren die (a) duidelijk iets uitdrukken over de gewenste richting en (b) volgens de partners op een zinvolle manier met weinig extra kosten kunnen worden gemeten. In het Doelen-Inspanningen-Netwerk (DIN) op de volgende pagina is de samenhang tussen ambities, doelen, operationele doelen5 en inspanningen inzichtelijk gemaakt. Omdat het nu moeilijk te voorzien is hoe lang het programma uiteindelijk moet lopen om de gewenste effecten in de samenleving te realiseren, worden projecten gemonitord. Op basis daarvan worden projecten bijgestuurd, gestopt of structureel verankerd. De operationele doelen: 1: In 2012 doen minstens 250 basisscholen en 30 middelbare scholen mee met activiteiten gericht op gezonde voeding. Op de Amsterdamse scholen voert de GGD de meeste activiteiten gericht op gezonde voeding uit. Proeftuin maakt gebruik van de GGD-monitoring en jaarrapportage. 2: In 2010-2012 doen minstens 30.000 mensen mee met activiteiten waarvan 5% (1500 mensen) zijn/haar koop, kook en/of eetgedrag verandert. Dit vereist een telling door de organisatie die de activiteit organiseert plus een interview – bijvoorbeeld 3 maanden na deelname – onder een steekproef van deelnemers. 3: De omzet van producenten van een groep duurzame streekproducten neemt per jaar met 10% toe in 2010-2012. De Proeftuinpartners selecteren een x-aantal ondernemers waarvan bekend is dat zij zich hoofdzakelijk op duurzame streekproducten richten. De ondernemers leveren jaarlijks de omzetcijfers aan op basis van een index (bijvoorbeeld omzet 2008=100). 4: In 2012 is 50% van de catering van de partners biologisch. In het kader van het duurzaam inkoopbeleid monitoren de partners intern en geven de gegevens aan door Proeftuin Amsterdam.

5 Operationele doelen zijn meetbare doelen.

Page 6: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

5

Page 7: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

6

5: In 2009-2011 brengen 600 schoolklassen een bezoek aan een boerderij. De projectleider van het project Boerderijeducatie levert de benodigde gegevens aan. 6: Het areaal biologische landbouw in Noord Holland groeit van 3,5% naar 7% in de periode 2008-2012. De gegevens van de jaarlijkse Bio-monitor dienen hiervoor als input. 7: Vijf nieuwe ondernemingen in 2012 gericht op de stedelijke vraag. Het betreft nieuwe activiteiten van ondernemers of (groepen) mensen op het platteland, waarbij producten in de stad worden afgezet óf nieuwe activiteiten in de stad die zorgen voor een grotere afzet van duurzame streekproducten.

6. Inspanningen

In de bijlage ziet u een overzicht van de Proeftuinprojecten per april 2009 en de (te verwachten) resultaten. Een aantal projecten stopt in 2009, anderen lopen door en een aantal is nog niet gestart. Vanaf 2010 zetten de vier partners een gezamenlijk programma neer en kunnen nieuwe partners, zoals andere gemeenten in de MRA, zich aansluiten. Aan specifieke operationele doelen gekoppelde projecten: Inzet op scholen gericht op gezonde voeding: Vanuit het project Tijd voor Eten is in 2009 een aantal arrangementen ontwikkeld, die in verschillende gradaties aandacht geven aan een gezonde lunch op scholen. Mede op basis hiervan is een waaier met diverse lunchmogelijkheden ontwikkeld. Tevens wordt op geselecteerde scholen oudervoorlichting gegeven. Buiten Proeftuin om bieden een aantal scholen smaaklessen aan en delen schoolfruit uit. Op een aantal voortgezet onderwijsscholen (VO) is onderzoek verricht naar de ‘Gezonde Schoolkantine’. Acties ter promotie van het aanbod van gezond eten volgen. Successen worden, in en buiten Amsterdam, opgeschaald.

Boerderijeducatie: In de periode 2009-2011 bezoeken 600 basisklassen één van de 15 boerderijen in de regio. In 2010 wordt geëvalueerd hoe het project bijdraagt aan de doelen en óf, en zo ja, hoe boerderijeducatie geborgd kan worden met beleid en structurele financiering.

Integraal Natuur en Milieu-Educatie-arrangement: Omdat basisscholen overstelpt worden met voedselgerelateerde activiteiten die elkaar beconcurreren, is afstemming gewenst. In samenwerking met Natuur- en Milieu-Educatie (NME) zal voor het onderwijs een goede leerlijn rondom duurzaam en gezond voedsel worden ontwikkeld waarin schooltuinen, smaaklessen, boerderijbezoek en gezond eten een rol kunnen spelen. Tot de mogelijke doelgroepen van dit nieuwe integrale, vraaggestuurde NME-arrangement behoren naast basisscholen ook het VO en volwassen. Voedselgerelateerde publieksacties: Dit zijn communicatieve publieksactiviteiten gericht op het leren over en proeven (ervaren) van duurzame en gezonde voeding. Bijvoorbeeld: streekmarkten; smaakexplosies; zaai-, oogst- en kookbelevenissen op schooltuinen; het project Gezond kopen, gezond koken. Synergie met activiteiten rondom samen koken/eten in buurten en instellingen wordt gezocht. Het is de bedoeling dat derden deze activiteiten trekken. Vanuit ‘Hoofdstad van de Smaak: Stad van 1001 smaken’ kunnen impulsen komen voor projecten rondom (samen) koken, kooklessen en uitwisseling van heerlijkheden uit verschillende eetculturen. Zaanstad organiseert in 2010 onder de titel Klimaatneutraal Genieten een serie bijeenkomsten, die ook in andere gemeente georganiseerd kan worden.

Page 8: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

7

MRA als duurzame voedselregio: In de Metropoolregio Amsterdam is een groot deel van het bedrijfsleven voedselgerelateerd. Proeftuin wil in 2010 met bedrijven die in de Zaanstreek verenigd zijn onder de naam ‘First in Food’ een symposium ‘Duurzame voedselregio’ organiseren. Tevens wil Proeftuin retail en voedingsmiddelenindustrie verleiden tot meer duurzame innovaties.

Vervolgacties marktverkenning en afspraken met bedrijven, organisaties en instellingen: Concrete acties zullen uit de reeds uitgevoerde marktverkenning gericht op een afzetverhoging van duurzame streekproducten volgen. Ook wordt onderzocht of initiatieven zoals die van zorginstelling Cordaan – een project rondom gezonde voeding en het gebruik van streekproducten in één van diens instellingen – opgeschaald en uitgebreid kunnen worden naar andere zorginstellingen. Daarnaast wordt ingezet op afspraken met retail, cateraars en horeca over labels, promotie, beschikbaarheid van duurzame (streek)producten.

Cateringcontracten Proeftuinpartners op orde: LNV heeft al een zeer hoog percentage biologisch in haar kantines. Amsterdam, Zaanstad en Noord-Holland hebben recent het beleid voor duurzaam inkopen ingevuld. Vastgesteld zijn eisen van minimale percentages biologisch en veelal een wens voor streekproducten. Voor realisatie ervan is onderlinge kennisuitwisseling essentieel.

Stadslandbouw stimuleren: Er wordt onderzocht of beheerders van gronden in de stadsrand willen omschakelen naar biologisch. In de Tuinen van West en in de Amstelscheg liggen concrete kansen voor vormen van stadslandbouw. Tevens zijn er (prille) ideeën voor de aanleg van buurtmoestuinen (Verkadeterrein Zaanstad, Rivierenbuurt Amsterdam) en het opzetten van Pergola-initiatieven (CSA6). Naar verwachting komt er een bescheiden impuls vanuit Proeftuin. Programmabrede inspanningen: Agenderen: Deze inspanning impliceert: agendering richting overheden, bedrijfsleven en maatschap-pelijke organisaties. Opname van goede interventies in beleid of anderszins structureel maken. Bottlenecks in beeld krijgen en ‘best practices’ opschalen.

Netwerken, initiatieven koppelen: Proeftuin Amsterdam organiseert een of twee keer per jaar een ontmoetingsmoment voor de stakeholders. Mensen worden aangespoord om te brainstormen, samen projecten te starten en/of deals te sluiten.

Derden faciliteren door middel van een jaarlijkse lumpsum: Er zijn veelkleinere initiatieven die kunnen bijdragen aan de Proeftuindoelen. Behalve het helpen met contacten en kennis kan cofinanciering essentieel zijn om zo’n project van de grond te krijgen. Zoals reeds gezegd, stelt Proeftuin Amsterdam een jaarlijkse lumpsum in.

Communicatie en mediacampagne: Tot op heden worden de doelgroepen ouderen en lage inkomensgroepen nauwelijks bediend. Voor een breed bereik van de Proeftuinboodschappen wordt inzet van massamedia overwogen. Om kennis over de groente/fruitseizoenen op te frissen, wordt gedacht aan grootschalige distributie van een originele AGF streekkalender die tevens gebruikt wordt voor algemene PR van Proeftuin Amsterdam. Het beleid en vormgeving van de website en nieuwsbrieven moeten worden herzien en beter afgestemd op de diverse doelgroepen.

6 CSA staat voor Community Supported Agriculture: een groep burgers draagt samen met een boer verantwoordelijkheid voor de oogst en afzet van agrarische producten.

Page 9: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

8

Onderzoek, kennis delen en Interreg7: Zie hoofdstuk 7.

Parallelle projecten Er loopt een aantal parallelle projecten die niet onder de Proeftuinvlag worden uitgevoerd, maar wel veel raakvlakken hebben en waarbij een van de partners is betrokken: Campagne Noord Hollandse grond, Smaaklessen, Schoolgruiten, First in Food, Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO), Amendement boerderijeducatie. De Proeftuinwerkgroep maakt een analyse waar synergie ligt en in hoeverre het wenselijk is dat er vanuit Proeftuin meer met deze projecten/campagnes wordt samengewerkt.

7. Kennisagenda, monitoring, leren voor en van Proeftuin

Proeftuin Amsterdam is daadwerkelijk een proeftuin in de zin dat niet alle uitkomsten van haar inspanningen van tevoren voorspelbaar zijn. Veel aandacht voor monitoring en het trekken van relevante lessen uit de opgedane ervaringen in de regio en elders (nationaal of internationaal) is belangrijk. Voor beantwoording van kennisvragen worden onderstaande instrumenten ingezet.

1: Kennisvragen en monitoring ism Hogescholen en Universiteiten Proeftuin wil allereerst samen met hogescholen en universiteiten voor drie operationele doelen – deelname activiteiten en verandering in eetgedrag; omzet van een groep producenten; oprichting nieuwe ondernemingen – een nulmeting doen. Waarna jaarlijks gemonitord en geëvalueerd wordt welke activiteiten op een effectieve en efficiënte manier de gewenste effecten dichterbij brengen. De goede samenwerkingsrelatie met de Hogeschool van Amsterdam (opleiding Voeding en Diëtetiek) dient de komende jaren te worden uitgebreid naar andere vakgroepen, universiteiten en onderzoeksinstellingen. De Wageningse onderzoeksinstellingen worden via het ministerie van LNV ingeschakeld. Ten tweede moet onderzoek Proeftuin helpen bij de formulering van heldere en eenduidige communicatieboodschappen. En antwoord geven op vragen als: hoe breng ik bepaalde producten onder de aandacht bij een bepaalde doelgroep? Ten derde zijn er meer ontwerpende opgaven zoals: hoe moet een stadsboerderij eruit zien?

2: Samenwerking met Groene Kennis Coöperatie8en LNV Het ministerie van LNV wil groene kenniscirculatie en -benutting een impuls geven via samenwerkingsverbanden tussen GKC instellingen, WUR instellingen, maatschappelijke initiatieven en bestuurlijke samenwerkingsverbanden zoals Proeftuin Amsterdam. Daar LNV inzet op (a) meer aandacht voor het thema voedsel en (b) nieuwe doelgroepen als stedelingen en jeugd, wordt in de periode juni-oktober 2009 een gezamenlijke kennisagenda GKC-Proeftuin Amsterdam opgesteld en toegewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst.

3: (Inter)nationale kennisuitwisselingsprojecten Proeftuin participeert in de periode 2010-2012 in (inter)nationale fora om het programma uit te dragen en ervaringen op het gebied van voedselstrategieën met andere regio’s of steden uit te wisselen. Het FoodTURE-s Interreg project loopt tot 2012.

4: NME arrangementen en LvDO Naast de genoemde nieuwe NME-arrangementen zijn er misschien mogelijkheden om vanuit het LvDO-programma activiteiten te ontwikkelen. Noord-Holland heeft voor het nieuwe

7 Interreg betreft subsidieverlening aan creatieve, vernieuwende projecten op het gebied van Europese samenwerking aan duurzame ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Proeftuin doet meet aan Interreg C: interregionale samenwerking. 8 Groene Kennis Coöperatie (GKC) omvat de WUR plus de onderwijsinstellingen voor het groene onderwijs.

Page 10: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

9

LvDO-programma ‘klimaat en energie’ als centraal thema gekozen; inspanningen gericht op (het leren over) CO2 uitstoot reductie via de voedselketen kunnen daar inpassen.

8. Organisatie en financiering Stuurgroep De stuurgroep Proeftuin Amsterdam komt vier maal per jaar bijeen en bestaat uit: Marijke Vos, wethouder gemeente Amsterdam (voorzitter). Hans Luiten, wethouder Zaanstad. Jaap Bond, gedeputeerde provincie Noord-Holland. Vertegenwoordiger van de minister van LNV. Lex Hartholt, programmabureau Groene Hart.

De stuurgroep is opdrachtgever van de programmamanager en de leden vervullen tevens een belangrijke ambassadeursrol. Programmamanager De programmamanager, Bart Pijnenburg, is secretaris van de stuurgroep en voorzitter van de werkgroep. De programmamanager vormt met een assistent en de communicatiedeskun-dige een licht en virtueel programmabureau met een groot netwerk. Een DenkTank Proeftuin Amsterdam geeft de programmamanager twee keer per jaar advies. Werkgroep De werkgroep komt minimaal vier maal per jaar bijeen en bestaat uit: Pim Vermeulen (Amsterdam), Marc Buiter (Zaanstad), Daniëlle Lieuwen (provincie Noord-Holland), Peter de Waal (LNV), Bart Pijnenburg (programmamanager) en de communicatiedeskundige.

Kosten Een eerste kostenraming voor het programma in de periode 2010-2012 komt neer op een investering door de partners van negen ton euro per jaar (exclusief uren). Verwacht wordt hiermee een cofinanciering van 1,3 miljoen te genereren. Andere gemeenten of organisaties die in de loop der tijd aanhaken, zullen naar rato moeten bijdragen.

Colofon Programma Proeftuin Amsterdam, 2010-2012. Een gezamenlijk programma van gemeenten Amsterdam, Zaanstad, provincie Noord Holland en het ministerie van LNV. Voor meer informatie: www.proeftuin.amsterdam.nl of neem contact op met de programmamanager Bart Pijnenburg via 06-22137239, [email protected].

Page 11: Programma Proeftuin Amsterdam verkorte versie

10

Bijlage Projecten (stand van zaken per april 2009) Project Resultaten Boerderijeducatie

600 schoolklassen op bezoek bij de boerderij (2009-2011)

Proeftuin Zaanstad

Realisatie en beheer stadsmoestuin op het Verkadeterrein

Zaanstreek: duurzame voedselregio

Symposium

Klimaatneutraal genieten

Serie bijeenkomsten gemeentehuis Zaanstad

Streekmarkten 4 streekmarkten met elk 30 kramen in 4 stadsdelen Amsterdam in 2009

Lekker regionaal

Fietsroutes en 10 restaurants met speciaal menu

Streekproducten zichtbaar maken in kantines

Extra informatie in kantines over een aantal producten

Amsterdam Duurzaam 06-06-09 Evenement op Westergasfabriekterrein met o.a. boerenmarkt, kookwedstrijden met topkoks

Gesprekken met supermarkten Afspraken over afzet van duurzame streekproducten

Marktverkenning regionalisering en verduurzaming voedselketen

Rapport plus een aantal vervolgacties

Biologische catering stadhuis Zaanstad

Afspraak

Cateringcontract Concern Amsterdam Afspraak

(H)eerlijke kansen in de regio

Bijeenkomst voor ondernemers op 15 april 2009

Tijd voor Eten

1300 lunches op 4 scholen (2009)

Gezond en Lekker lunchen Distributie ‘waaier’ lunchmogelijkheden voor alle A’damse basisscholen >15 scholen gaan meedoen aan pilots

Campagne Week van de Smaak

Serie evenementen 20-27 september

Smaakexplosies

Culinair evenement in Zaanstad 25-27 september

Moestuin bij stadslandgoed Klarenbeek in Amstelscheg

Realisatie en beheer van moestuin en levering aan restaurant van zorginstelling Cordaan

Smaakvol eten in verzorgingshuis Restaurant zorginstelling Cordaan dat ook als buurtrestau-rant functioneert, voorzien door nabijgelegen moestuin

(h)eerlijke voeding op Brede school

Bouw van een keuken op Brede school in Zaanstad

Studie naar de gezonde schoolkantine

Afspraken over maatregelen

Publieksactiviteit stadslandbouw Tuinen van West

Streekmaaltijd (najaar 2009)

Educatieruimte Ridammerhoeve

Educatieruimte Ridammerhoeve

De Proeftuinen van Nederland 21-09-09 Symposium met initiatieven diverse steden FoodTURE-S

Driejarig project met diverse Europese partners (start gepland najaar 2009)