Programma Mozart en Vrienden

8

Click here to load reader

description

programma Mozart en Vrienden

Transcript of Programma Mozart en Vrienden

Page 1: Programma Mozart en Vrienden

Progr amma PR I J S € 1, 50 [ Vr ienden NNO gr at i s ]

dir ig ent Pau l goodwin

k l ar i n e t Joost van rh e e de n

Mozarto. a . kl ar inetconcert

Page 2: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o 2

moz art en zi Jn vrienden

donderdag 8 oktober | 20.15 uur *Hoogeveen | De Tamboer

dinsdag 13 oktober | 20.15 uur *Stadskanaal | Theater Geert Teis

woensdag 14 oktober | 20.15 uur *Emmen | De Muzeval

donderdag 15 oktober | 20.15 uur *Groningen | De Oosterpoort

Dirigent Paul GoodwinKlarinet Joost van Rheeden

Mozart Symfonie nr. 32 in G gr.t., KV 318Mozart Klarinetconcert in A gr. t., KV 622

Pauze

Mozart Symfonie nr. 35 in D gr. t., KV 385 – ‘Haffner’Tsjaikovski Suite nr. 4 - Mozartiana, opus 61

* Gratis lezing 1 uur voor aanvang concert. In De Oosterpoort om 19.00 uur.

het noord nederl ands orKest

Het Noord Nederlands Orkest (NNO) is één van de grootste Nederlandse symfonieorkesten waarvan Michel Tabachnik sinds 2005 chef-dirigent is. Met Groningen als standplaats verzorgt het orkest zo’n 120 concerten per seizoen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, maar ook op belangrijke podia in de rest van Nederland, waaronder het Concertgebouw in Amsterdam en de Doelen in Rotterdam. Het NNO treedt ook regelmatig op in het buitenland, zoals in 2007 zeer succesvol in Salle Pleyel en Cité de la Musique in Parijs, is regelmatig te beluisteren tijdens radio-uitzendingen en heeft afgelopen vijf jaar diverse CD’s op gerenommeerde labels uitgebracht. De programmering van het orkest onderscheidt zich door durf en originaliteit. In elk seizoen zijn cross-overs te vinden met andere muziekstijlen - zoals jazz en popmuziek - naast bijzonder samengestelde programma’s van barok tot 21e-eeuws. Daarnaast organiseert het NNO samen met Grand Theatre/Prime-concerten elk jaar een festival rondom een prominente hedendaagse componist. Kijk voor de meest actuele informatie over onze concerten op www.nno.nu.

Page 3: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o3

Paul Goodwin is één van Engelands meest veelzijdige dirigenten, bekend van zijn historische interpretaties van barokke, klassieke en romantische muziek. Goodwin is tevens een groot voorvechter van hedendaagse muziek. Paul Goodwin is regelmatig gast-dirigent bij het Kammerorchester Basel, waarmee hij zowel op moderne alsook op authentieke instrumenten een breed repertoire van Bach tot Mark Anthony Turnage uitvoert. Tot zijn CD-opnames behoren onder meer Händels opera Lotario en het complete werk van Riccardo Primo.

Paul Goodwin dirigeerde bij diverse orkesten zoals de BBC Philharmonic, het Hallé Orchestra, het City of Birmingham Symphony Orchestra en het Scottish Chamber Orchestra. In de VS dirigeerde hij het Minnesota Orchestra en het National Symphony Orchestra Washington. In Europa dirigeerde hij onder meer het Spanish National Orchestra, de Helsinki- en Royal Stockholm Philharmonics en de Bayerische-, Hessische- en NDR Hannover Rundfunkorchester.

Paul goodwindir igent

Zijn repertoire reikt van Purcell en Bach tot Brahms en Schumann, van Ravel, Elgar en Stravinsky tot Messiaen, Takemitsu en Maxwell Davies. In 2008-2009 dirigeerde Goodwin onder meer de Philharmonia Baroque, het Lucerne Symphony (Europeese premières van Golijovs Azul Celloconcert), de Malaysian Philharmonics, Rotterdam Philharmonisch Orkest en het Lausanne- en Basel Kammerorchester.

Goodwin wordt door zijn verfrissende aanpak veelgevraagd voor opera’s. Tot zijn recente successen behoren Glucks Iphigenie en Tauride aan de Komische Oper in Berlijn, Brittens Rape of Lucretia bij het Theatro Real in Madrid en Händels Orlando bij de Australische Opera.

Paul Goodwins toewijding aan educatieve projecten leidde hem naar Nederland, Spanje, Engeland en België. In 2007 kreeg Goodwin de Händel Honorary prijs van de stad Halle (Saale) uitgereikt voor zijn buitengewone bijdrage aan de uitvoering van werken van Händel.

Page 4: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o 4

Joost van Rheeden studeerde klarinet aan het Sweelinck conservatorium te Amsterdam, waar hij zijn diploma uitvoerend musicus met onderscheiding behaalde. Hij volgde masterclasses bij onder meer Hans Rudolf Stalder en Karl Leister. Van Rheedens interesse voor oude muziek en de historie

Mozart schreef zijn meeste symfonieën als tiener in de jaren van 1770 tot 1774. Naast korte driedelige stukken in de trant van de Italiaanse ouverture (niet voor niets de voorloper van de symfonie) ontstonden uitgewerkte vierdelige concertsymfonieën volgens Weens recept. Vervolgens verloor Mozart zijn belangstelling voor het genre, en in de zeven jaren tot zijn vestiging in Wenen schreef hij nog maar een viertal symfonieën. Opvallend genoeg vertonen ook deze rijpere werken meer verschillen dan overeenkomsten. Neem nou de merkwaardige mini-symfonie KV 318, die met zijn drie in elkaar overgaande korte delen opnieuw terug lijkt te grijpen op de Italiaanse ouverture.De aanleiding voor het schrijven van deze symfonie is in nevelen gehuld en er is dan

Joost van rheedenkl ar ine t

van zijn instrument brachten hem ertoe zich toe te leggen op het bespelen van oude klarinetten. Als zodanig is hij verbonden aan het ensemble Amabile, waarmee hij onlangs een tournee maakte door Frankrijk. Naast zijn functie als eerste klarinettist in het Noord Nederlands Orkest, wordt hij regelmatig gevraagd te remplaceren in andere orkesten, waaronder het Koninklijk Concertgebouworkest. Bovendien is hij een actief kamermuziekspeler. Zo werkte hij mee aan tal van projecten van het Denner Consort. Van Rheeden kreeg van het NNO de mogelijkheid om concerten in een Carte Blanche-serie samen te stellen rondom zijn eigen instrument. Deze Carte-Blanche serie werd in seizoen 2007-2008 uitgevoerd.

ook geopperd dat het werk daadwerkelijk als ouverture was bedoeld. Naarstig werd door musicologen gespeurd naar een opera die hiervoor in aanmerking kwam, en als voornaamste kandidaat kwam het onvoltooide singspiel Zaide uit de bus (een voorloper van het meesterwerk Die Entführung aus dem Serail), waarvan toevallig de ouverture ontbreekt. Hoewel er geen bewijzen voor of tegen deze theorie aan te voeren zijn, werd de symfonie een paar jaar later wel degelijk als ouverture gebruikt voor een productie van de opera buffa La villanella rapita van Francesco Bianchi, met het fiat van Mozart zelf. Ook de relatief grote orkestbezetting en het pathetische karakter van de muziek zouden wijzen op een gepland gebruik in het theater.

allegro spiritosoandante Primo tempo

wolfgang amadeus mozart (1756 - 1791)

Symfonie nr. 32 in G gr.t., KV 318 (1779)

Page 5: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o5

thema’s in omgekeerde volgorde, waardoor het openingsmotief wordt bewaard voor een gepeperd slot. Deze verrassende opzet geeft de vorm een sterke dynamiek en een ongewone geslotenheid, waaraan ook de beknoptheid van het werk bijdraagt.

Pepijn van Doesburg

weemoedige Klarinetconcert, dat een paar maanden voor zijn dood ontstond in oktober 1791, kort voor het onvoltooid gebleven Requiem. Het werk vormt de bekroning van de fraaie muziek die de componist schreef voor de klarinettist Anton Stadler, met wie hij een hechte vriendschapsband onderhield. Evenals de overige composities uit Mozarts laatste jaar vertoont het concert een opmerkelijke verdichting en een radicale beperking tot het meest wezenlijke. Alles is eenvoud en helderheid en evenwicht. Met uiterste fijnzinnigheid onderzoekt Mozart alle mogelijkheden van de klarinetklank: de tegenstelling tussen hoge en lage registers, het zingende, licht elegische karakter van de toon, de weke, soepele beweeglijkheid die het instrument zo geschikt maakt voor snelle loopjes en akkoordbrekingen. De generaties na hem zij vergeven dat zij een componist vergoddelijkten die zulke verrukkelijke muziek kon voortbrengen in een van de zwaarste periodes van zijn leven.

Pepijn van Doesburg

Het energieke openingsmotief beheerst het eerste deel, inclusief de intensieve doorwerking; het tweede thema door de strijkers weet hier weinig tegenover te stellen. Daar waar je de reprise zou verwachten breekt de muziek ineens af en sluit het pastorale andante in rondovorm aan. Na een tweede, even abrupte overgang volgt alsnog de reprise van het eerste allegro, maar met de

Spoedig na Mozarts dood ontstond het beeld van de componist als een soort cherubijntje dat in serene sferen vertoefde, ver verheven boven de aardse beslommeringen. Een buste met veredelde trekken werd zo hoog op een marmeren voetstuk geplaatst dat eventueel opspattende modder van afgunst of kritiek hem niet kon bereiken. De ongenaakbare, voor sommigen onuitstaanbare schoonheid en volmaaktheid van (bijna) alles wat hij in koortsachtig tempo aan het papier toevertrouwde, werkte een enkele componist van de romantische generatie op de zenuwen, maar wekt sinds meer dan twee eeuwen vooral de bewondering van een grote schare muziekliefhebbers die het Apollinische karakter van zijn werken in zijn persoon weerspiegeld zien. Pas door het verschijnen van Hildesheimers biografie in 1977 en de film Amadeus in 1984 werd het heersende beeld van engelachtigheid op doeltreffende wijze herzien.Als we een compositie van Mozart moeten aanwijzen die daadwerkelijk de perfectie benadert, kiezen we wellicht voor zijn

allegroadagiorondo allegro

wolfgang amadeus mozart (1756 - 1791)

Concert voor klarinet en orkest in A gr. t., KV 622 (1791)

Page 6: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o 6

allegro con spiritoandantemenuettoFinale: Presto

wolfgang amadeus mozart (1756 - 1791)

Symfonie nr. 35 in D gr. t., KV 385 (1782/83)

Ook zonder op de hoogte te zijn van de aanleiding tot het ontstaan van deze symfonie zal men getroffen worden door de imposante en bij vlagen oogverblindende grandeur van dit werk, getuige al dadelijk het bondige eerste deel. Het vertrekpunt - een thema dat met twee octaafsprongen begint - is ruimtelijk, markant en tegelijkertijd vol adem. Tel erbij op dat Mozart heeft gezegd dat dit deel ‘met veel vuur’ moet worden gespeeld, en het is duidelijk wat de componist voor ogen heeft gestaan: een muziek van een plechtig, vitaal en monumentaal karakter. Elegantie beheerst het charmante Andante, dat tot de onbekom merdste brokken muziek behoort die Mozart ooit schreef. Het menuet is, zoals van een symfonie als deze verwacht mag worden, heel statig, terwijl het trio met zijn landelijke inslag eerder dansant is. Over de finale moet Mozart hebben gezegd dat dit zo snel als mogelijk is gespeeld moet worden. Zoals het een feestelijk ritueel betaamt, is er daarna vrij baan voor de luim, de humor. De finale van de ‘Haffner’-symfonie steekt vol schalkse accenten. Het hoofdthema herinnert sterk aan de beroemde aria van Osmin “Ha! Hier will ich triumphieren” uit het Derde bedrijf van Die Entführung aus dem Serail.

Bernard Haitink heeft in een interview ooit gezegd, dat het verwijt dat hij Mozarts ‘Haffner’-symfonie met te weinig dramatiek zou bezielen onzin vindt: “het werk is een feestelijk ceremonieel”, aldus de maestro. Die typering is volledig juist, want Mozart componeerde zijn grootse Symfonie in D om er de verheffing in de adelstand van zijn vriend Siegmund Haffner (1756-1787) mee op te luisteren. Haffner, de zoon van een alom gerespecteerde koopman in Salzburg, was degeen die Mozart de opdracht gaf een Serenade - de bekende ‘Haffner’ Serenade, KV 250 - te schrijven voor het huwelijk van zijn zuster Marie Elisabeth met Franz Xaver Späth in juli 1776. Hoewel Symfonie nr. 35 in de zomer van 1782 gereed was, onderwierp de componist de partituur al in het daaropvolgende jaar aan een revisie. In die versie is slechts sprake van één menuet. In zijn oorspronkelijke gedaante omvatte het werk namelijk vijf delen en bezat het dus een duidelijk serenade-achtige opzet. Of dat tweede menuet er door Mozart zelf is uitgehaald, of dat het verloren is gegaan, valt niet met honderd procent zekerheid uit te maken. Wel werd de orkestbezetting in het openingsdeel en de finale uitgebreid met fluiten en klarinetten.

Page 7: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o7

gigue: allegromenuet: moderatoPreghiera: andante ma non tantotheme et variations: allegro giusto

Peter iljitsj tsjaikovski (1840 - 1893)

Suite nr. 4 - Mozartiana, opus 61 (1887)

gadegeslagen. Ook Tsjaikovski was daar van de partij, toen hij in de zomer van 1886 een bezoek aan Parijs bracht. Hoe het ook zij, wat de maker met zijn Mozartiana beoogde was, om het in zijn eigen woorden te vatten, “het herscheppen van het verleden in de wereld van het nu.” Als basis voor de suite nam de componist een viertal werken voor piano die direct dan wel indirect van Mozarts hand zijn. Het openingsdeel stoelt op de Kleine Gigue voor piano, KV 574, het daaropvolgende gedeelte wordt geschraagd door het Menuet voor piano, KV 355, terwijl de Preghiera (‘gebed’) is gebaseerd op de pianotranscriptie van Franz Liszt van het Ave verum corpus, KV 618. De finale Thème et variations, heeft Mozarts Variates over een thema van Von Gluck, KV 455 tot vertrekpunt, om precies te zijn uit diens opera Der Pilger von Mekka. melancholiek auraAl duidelijk in de montere Gigue wordt, de trouw aan de notentekst van Mozart ten spijt, een volbloed Tsjaikovski ten tonele gevoerd, vooral als gevolg van de opvallende orkestratie met een prachtige afwisseling tussen strijkers en houtblazers. Het hoofse menuet komt daarentegen als een, zij het in de beste zin des woords, ouderwetse Mozart over. De muziek straalt een en al noblesse uit, om niet te zeggen een lyrische grandeur. Duidelijk is evenwel dat deze dans door Tsjaikovski is uitvergroot tot enorme proporties. Blazers en harp nemen het voortouw in het derde deel, waarin ons een Mozart tegemoet klinkt in de

Natuurlijk staat Tsjaikovski als dè romanticus ‘par excellence’ uit Rusland bekend. Toch mogen we niet uit het oog verliezen dat hij evenzeer geboeid was door het klassieke erfgoed, in welk verband zijn bewondering voor de 19e eeuwse neoclassicist Johannes Brahms vermelding verdient. Een bewondering die bijvoorbeeld in een werk als het strijksextet Souvenir de Florence duidelijke sporen heeft achtergelaten. Daar staat tegenover dat het tevens prima verdedigbaar is het idealiseren van het verleden juist als een romantisch fenomeen bij uitstek te beschouwen. Het feit bovendien dat Tsjaikovski ook verder in de geschiedenis is teruggegaan blijkt niet alleen uit zijn fijnzinnige en terecht alom geliefde Rococovariaties voor cello en orkest, maar ook zijn in 1887 gereed gekomen Vierde suite voor orkest, met de bijnaam Mozartiana. Want Tsjaikovksi was een fervent Mozart-liefhebber. herscheppen van het verledenDeze orkestsuite dankt haar ontstaan aan de honderdste verjaardag van de opera Don Giovanni van de Salzburgse componist. Dit werk behoorde tot Tsjaikovski’s favoriete stukken. Het geval wil dat de beroemde in Parijs woonachtige sopraan Pauline Viardot-Garcia (en lerares van een van Tsjaikovski’s belangrijkste vriendinnen) een manuscript van deze opera bezat, dat ze thuis in een vitrine bewaarde die dan ook door tal van bezoekers met grote bewondering werd

Page 8: Programma Mozart en Vrienden

M o z a r t e n z i j n v r i e n d e n | n n o 8

meesterlijke bemiddeling van Liszt en dit wel zodanig dat de kleuring eerder aan de stijl van de Hongaarse dan de Oostenrijkse meester doet denken. Ook al is de melodiek uit het Ave verum heel gemakkelijk herkenbaar, maar dan omgeven door een melancholiek aura, in het leven geroepen door het mild zinderende strijkorkest. De finale is tweemaal zo lang als de drie voorgaande delen bijeengenomen. Het is een thema met tien variaties, waarin sprake is van de versmelting van de conventionele variatieopzet en eigenschappen die tenderen in de richting van een miniconcert. Zo maakt de primarius tijdens de transitie van de 8e naar de 9e (en langste) variatie (adagio) zijn opwachting met een cadensachtige passage, om in de 9e variatie zelf de hoofdrol op te eisen. In de 10e en afsluitende variatie, waarin het thema in zijn oorspronkelijke vorm tegen het slot opnieuw te horen is, zorgt de soloklarinettist van het orkest voor een soortgelijk ‘open doekje’, ook al doet deze er verder (als solist) het zwijgen toe.

Maarten Brandt