Professor Joris Slaets wil welzijnsvragen niet met zorg ... · PDF fileOok bij de...
Click here to load reader
-
Upload
nguyenthuan -
Category
Documents
-
view
217 -
download
3
Transcript of Professor Joris Slaets wil welzijnsvragen niet met zorg ... · PDF fileOok bij de...
Professor Joris Slaets wil welzijnsvragen niet met zorg oplossen
Slijtage van het lichaam en beperkingen gaan
gepaard met verouderen. De gezondheidszorg
focust zich gewoontetrouw op zaken waar
mensen last van hebben. Narigheden.
“Leefplezier is veel belangrijker”, stelt Joris
Slaets, professor Ouderengeneeskunde, daar
droogjes tegenover.
Vijftien jaar geleden ging Slaets met het
fenomeen welbevinden aan de slag. Naar zijn
idee kunnen mensen tegelijkertijd beperkingen of pijn hebben, en genieten van hun partner
en kleinkinderen. “Duizenden keren heb ik in mijn spreekkamer gevraagd: ‘Waar beleeft u
plezier aan?’ Mensen zijn niet gewend om daarover te praten. Ze kunnen makkelijker
ophoesten waar ze last van hebben, dan waar ze genoegen aan beleven”, constateert hij.
Gelukkig blijkt uit experimenten dat dat verandert. Een half jaar later weten ze veel meer te
verzinnen. “En kunnen wij daar beter op acteren.” Zo kunnen ouderen de persoon blijven die
ze graag willen zijn.
Mensen zelf tillen niet zo zwaar aan lichamelijke problemen. “Wist je dat verpleegkundigen
altijd hoger scoren dan de oudere zelf als het gaat om een zorgbehoefte? We leveren
aanbod vanuit de visie van de jongere (professional). Dat levert overbodige zorg op, en
schadelijke zorg. Aan heel veel behandelingen hangen normatieve kaders: dit mag niet en
dat ook niet. Dat geeft beperkingen aan het leefplezier.” Slaets staat keuzevrijheid voor van
de mens, zonder waardeoordeel. “Je moet dit niet willen kwantificeren. Het heeft niets te
maken met publieke verantwoording of financiering. Dat vertel ik ook aan zorgverzekeraars.”
Verlangengerichte zorg
Hoe kom je erachter of iemand genoegen beleeft aan zijn bestaan? Hiertoe ontwikkelde de
hoogleraar de Groningen Well Being Indicator. Het bestaat uit drie vragen: wat vindt u
belangrijk, bent u daar tevreden mee, en zo nee, waarom niet? Het is te vinden op internet.
Terecht, vindt Slaets, want het is betaald met belastinggeld. Inmiddels passen veel
organisaties het toe, zoals Vilente, Meander en Icare bijvoorbeeld. “Maar het gaat uiteindelijk
om het gesprek, niet om het instrument”, benadrukt hij. “Wie is die persoon waarmee je
praat? Verpleegkundigen communiceren nu vaak in betaaltitels, chargeer ik. Voor je het weet
bestaat een cliënt alleen nog uit een indicatie en behandelmodules waar geld aan hangt.”
Aardig: Leyden Academy onderzoekt of de indicator werkelijk meet wat de bedoeling is.
Om de verhalen te delen die illustreren wat een andere oriëntatie doet, heeft Espria een app
ontwikkeld. Daarop doen medewerkers hun relaas om anderen te inspireren. Zoals in dit
ingekorte verhaal over een onrustige man.
‘Hij deed regelmatig vluchtpogingen. We hebben gekeken wat we voor meneer konden
doen. Naar buiten gaan was voor meneer heel belangrijk. We zijn met meneer gaan
wandelen. Uiteindelijk kon hij dat weer zelfstandig. Na verloop van tijd lukte het zijn
vrouw en dochter om meneer op te halen en thuis te laten zijn. Meneer genoot hier
aantoonbaar van, hij werd rustiger en kwam ook terug op zijn belevenissen.’
Het gaat in de visie van de professor kortom om verlangengerichte zorg. Dat hangt samen
met welzijn, de sociale omgeving, eenzaamheid en de woning van een persoon. “We moeten
een welzijnsvraag niet met zorg willen oplossen.”
Ook bij de zorgverzekeraars begint de oriëntatie te kantelen. Welbevinden is nu in alle
visiedocumenten opgenomen, in tegenstelling tot pakweg tien jaar terug. Mooi is dat de
zorgkosten lager uitvallen als wonen en welzijn goed geregeld zijn. Maar de zorgverzekeraar
heeft geen invloed op deze domeinen. En als die aspecten niet goed zijn geregeld, gaan de
kosten linea recta omhoog in de Wet Langdurige Zorg. “Ik erken dat er een probleem in het
systeem zit. De oplossing moeten we samen ontwikkelen.”
“Wie is die persoon waarmee je praat? Voor je het weet bestaat een cliënt alleen nog uit een
indicatie en behandelmodules waar geld aan hangt.”
Plak- en knipsjablonen
Momenteel experimenteert Slaets met gebiedsaanpak. Waarbij hij wel aantekent dat
verschillende streken andere oplossingen nodig hebben. “In Noordoost Groningen, met veel
werkloosheid en ongeletterdheid, moet je andere dingen ontwikkelen dan in een stad als
Groningen of Amsterdam. Je kunt niet met plak- en knipsjablonen werken om de problemen
op te lossen.” Zorgverzekeraars zijn al in overleg met gemeentes in verband met de Wmo.
“Woningcorporaties zouden eveneens deel moeten nemen. Door de stelselwijziging zijn de
partijen sowieso tot elkaar veroordeeld.”
In Appingedam en een wijk van Emmen hebben bewoners het gebied omgevormd tot een
‘lerend zorgsysteem’. Daar vormen de bewoners een gemeenschap met jong, oud, gezond
en ziek. En die groep wenst veel zaken zelfstandig op te lossen. Ook de zorgaanbieders
onderhouden contacten. “Voorheen bezochten GGZ, thuiszorg en welzijn allemaal hetzelfde
adres, zonder overleg. Dat noem ik ondoelmatig, frustrerend en gefragmenteerd. Nu zitten
ze met elkaar om tafel, met een consulente van de woningbouwcorporatie. Samen kunnen
ze veel meer bewerkstelligen in het leefplezier van die mensen, dan afzonderlijk!”
Een wijkverpleegkundige zou in een dergelijke context een goede rol kunnen spelen, denkt
de professor. Idealiter een white label verpleegkundige, in dienst van de gemeenschap, en
niet van een zorgaanbieder of de gemeente. Iemand die als een spin in het netwerk een
gidsrol kan vervullen. Die er zo aan bijdraagt dat mensen het meeste leefplezier hebben.
“Maar daar moet ze wel de juiste competenties voor hebben.”
Daarom ontwikkelt Slaets modules over dit thema voor opleidingen. Hoe praat je over dit
onderwerp en hoe gebruik je de uitkomsten van zo’n gesprek in het plan dat je vervolgens
opstelt. “Jaren terug heeft ActiZ het boekje Leefplezier hierover uitgegeven. Aan de
concepten heb ik meegewerkt. Een vervolgboekje over de praktijk van leefplezier voor
hulpverleners is inmiddels klaar.”
“Wat je doet moet van waarde zijn voor het individu, het moet van belang zijn voor de
gemeenschap en zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar en toegankelijk blijft.”
Op hoger niveau
Inmiddels is Slaets betrokken bij een aantal grotere en kleinere proeftuinen. Hij rept over
twee initiatieven in Drenthe rondom de eerste lijn vanuit huisartsen, die zorg rondom
kwetsbare ouderen beter willen organiseren. Hij noemt de provincie Drenthe die samen met
twee belangrijke zorgverzekeraars overweegt om de hele provincie om te turnen tot
proeftuin. En nog veel meer.
Proeftuinen op een hoger abstractieniveau vindt hij veel boeiender. “Mijn idee is om ze met
elkaar te verbinden, waardoor we kunnen standaardiseren en opschalen. Dat zie ik als een
probleem in de zorg: steeds wordt het wiel opnieuw uitgevonden. Weliswaar moet je
luisteren naar de wensen van het individu, maar anderzijds zijn er modules in het aanbod die
vaak voorkomen. Altijd heeft een kwetsbare oudere een laagdrempelig contact nodig met de
huisarts, in samenwerking met de thuiszorg.”
De Triple Aim-gedachte van het Amerikaans Institute of Health Innovation, sluit hier naadloos
bij aan. “Zij stellen dat je op drie dingen moet letten als je voor de volksgezondheid betekenis
wilt hebben. Wat je doet moet van waarde zijn voor het individu, het moet van belang zijn
voor de gemeenschap en zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar en
toegankelijk blijft. In mijn optiek brengen deze principes ons verder.”
Vitaal blijven
Veroudering als vakgebied is Joris Slaets op het lijf geschreven. Hij vervult drie
convergerende functies die hiermee samenhangen. Als professor Ouderengeneeskunde is
hij oprichter van en verbonden aan het Centrum voor ouderengeneeskunde van het
Universitair Medisch Centrum Groningen, als wetenschappelijk adviseur werkt hij voor Espria
en dit jaar is hij benoemd als directeur van het Kennisinstituut Leyden Academy als opvolger
van Rudi Westendorp. Dit instituut houdt zich bezig met onderwijs en onderzoek naar vragen
uit de samenleving, zoals vitaal blijven. Onderzoek, zorginnovatie en een leer- en
ontwikkelagenda op de werkvloer zijn onderwerpen die Slaets dagelijks bezighouden. Tot
voor kort zag hij als dokter bovendien patiënten in zijn spreekkamer bij het UMC Groningen.