Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een...

8
1 Gian Lorenzo Bernini (1598-1680), Habakkuk en de engel, 1655, terracotta, hoogte 52 cm: Vaticaan: Museo Sacro Profeet: een charismatische buitenstaander Geroepene Veel godsdiensten kenden profeten: mensen die gezien werden als dragers van goddelijke openbaring en die namens de god(en) of macht(en) optraden bij mensen. Meestal zo wordt verteld in de verhalen over en van profeten - werd een profeet geroepen voor een bepaalde gelegenheid: het woord van God (of de goden) kwam ineens over hem: hij was slechts een (charismatische) spreekbuis van God (de goden). 1 Soms sprak hij in een zekere trance (geestvervoering) of extase. 2 Profeet-zijn was geen eigen keuze. ‘Het was alsof er in zijn geest een knop was omgedraaid en hij geen zeggenschap meer over zichzelf had. Hij moest gewoon profeteren, of hij wilde of niet’ 3 Het geroepen zijn was bepalend voor het pro- feet-zijn - het woord nabi, dat in het Hebreeuws gebruikt wordt om een profeet aan te duiden, betekent waar- schijnlijk geroepene. 4 Het is dus geen wonder, dat de meeste profeten vertellen van hun roeping, dat wil zeg- gen van hun ervaring van de ontmoeting met de Eeuwige die hun leven veranderde. Niet in die zin dat ze nu gin- gen geloven, wat ze voorheen niet geloofd hadden, maar in die zin dat ze werden afgezonderd tot de dienst aan de Eeuwige als zijn getuige. Ze werden daardoor weggerukt uit hun leven als bijvoorbeeld boer of priester en zo uit hun eigen levensontwerp. 5 Het kenmerkende van een profeet was niet dat hij zich kon beroepen op een mystieke verlichting, maar dat hij gehoorzaam was aan de roepstem die hij verno- men had. Handelde en sprak hij niet vanuit gehoorzaam- heid, dan was hij een broodetende profeet en dan heette het in de volksmond dat men aan zijn woorden geen waarde hoefde te hechten omdat zijn waarschuwingen en troostwoorden niet legitiem waren. Eenling Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele profeet had een metgezel of een kleine groep leerlingen. Een profeet was nooit populair bij zijn tijdgenoten. Hij vond geen reeksen aanhangers die zijn werk ondersteunden. Hij werd niet gezien als een ‘toren in de tijd’, als richtingwijzer of als boodschapper van God. Zijn waarschuwingen klonken als een dissonant in het oor. Velen zagen hem als een lastpak die tegen hun belangen inging of als een on- ruststoker die hen voor de keuze stelde: op de oude voet doorgaan of bekeren, veranderen. Vele 1 Het bijzondere van het bestaan van een profeet werd uitgedrukt in een roepingsverhaal (Jesaja 6; Jeremia 1; Ezechiël 1-3; Amos 7:15; Jesaja 40:6-8), waarin het gezag van het woord van de profeet werd gebaseerd op de opdracht van God. 2 In 1 Samuël wordt verteld dat koning Saul op zijn terugreis van een bezoek aan Samuël een stoet profeten tegenkwam die in vervoering van de offerhoogte afdaalden, voorafgegaan door muzikanten met harpen, tam- boerijnen, fluiten en lieren (10:5). Saul werd gegrepen door deze extase en de mensen vroegen: ‘Hoort Saul nu ook al bij de profeten?’ (10:11). In het verhaal over de vervolging van David door Saul kwam nogmaals zo’n groep profeten ter sprake, waarbij opnieuw de aanstekelijke kracht van deze extase en enkele van de gevolgen ervan worden beschreven (1 Samuël 19:18-24). Extase zou vooral voorkomen bij de profeten van de god Baäl (1 Koningen 18:19-40). Wie door extase overvallen wordt, wordt een ander mens (1 Samuël 10:6). Bij zo’n extase behoren dans en instrumentale muziek. 3 Armstrong 1996, 63. 4 Het Hebreeuwse woord nabi wordt afgeleid van het Akkadische werkwoord nabu = roepen, verkondigen en betekent actief: de roepende, of passief: de geroepene. 5 Heering 1961, 109.

Transcript of Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een...

Page 1: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

1

Gian Lorenzo Bernini (1598-1680), Habakkuk en de engel, 1655, terracotta, hoogte 52 cm: Vaticaan: Museo Sacro

Profeet: een charismatische buitenstaander Geroepene Veel godsdiensten kenden profeten: mensen die gezien werden als dragers van goddelijke openbaring en die namens de god(en) of macht(en) optraden bij mensen. Meestal – zo wordt verteld in de verhalen over en van profeten - werd een profeet geroepen voor een bepaalde gelegenheid: het woord van God (of de goden) kwam ineens over hem: hij was slechts een (charismatische) spreekbuis van God (de goden).1 Soms sprak hij in een zekere trance (geestvervoering) of extase.2 Profeet-zijn was geen eigen keuze. ‘Het was alsof er in zijn geest een knop was omgedraaid en hij geen zeggenschap meer over zichzelf had. Hij moest gewoon profeteren, of hij wilde of niet’3 Het geroepen zijn was bepalend voor het pro-feet-zijn - het woord nabi, dat in het Hebreeuws gebruikt wordt om een profeet aan te duiden, betekent waar-schijnlijk geroepene.4 Het is dus geen wonder, dat de meeste profeten vertellen van hun roeping, dat wil zeg-gen van hun ervaring van de ontmoeting met de Eeuwige die hun leven veranderde. Niet in die zin dat ze nu gin-gen geloven, wat ze voorheen niet geloofd hadden, maar in die zin dat ze werden afgezonderd tot de dienst aan de Eeuwige als zijn getuige. Ze werden daardoor weggerukt uit hun leven als bijvoorbeeld boer of priester en zo uit hun eigen levensontwerp.5 Het kenmerkende van een profeet was niet dat hij zich kon beroepen op een mystieke verlichting, maar dat hij gehoorzaam was aan de roepstem die hij verno-men had. Handelde en sprak hij niet vanuit gehoorzaam-heid, dan was hij een broodetende profeet en dan heette het in de volksmond dat men aan zijn woorden geen waarde hoefde te hechten omdat zijn waarschuwingen en troostwoorden niet legitiem waren. Eenling Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele profeet had een metgezel of een kleine groep leerlingen. Een profeet was nooit populair bij zijn tijdgenoten. Hij vond geen reeksen aanhangers die zijn werk ondersteunden. Hij werd niet gezien als een ‘toren in de tijd’, als richtingwijzer of als boodschapper van God. Zijn waarschuwingen klonken als een dissonant in het oor. Velen zagen hem als een lastpak die tegen hun belangen inging of als een on-ruststoker die hen voor de keuze stelde: op de oude voet doorgaan of bekeren, veranderen. Vele

1 Het bijzondere van het bestaan van een profeet werd uitgedrukt in een roepingsverhaal (Jesaja 6; Jeremia 1; Ezechiël 1-3; Amos 7:15; Jesaja 40:6-8), waarin het gezag van het woord van de profeet werd gebaseerd op de opdracht van God. 2 In 1 Samuël wordt verteld dat koning Saul op zijn terugreis van een bezoek aan Samuël een stoet profeten tegenkwam die in vervoering van de offerhoogte afdaalden, voorafgegaan door muzikanten met harpen, tam-boerijnen, fluiten en lieren (10:5). Saul werd gegrepen door deze extase en de mensen vroegen: ‘Hoort Saul nu ook al bij de profeten?’ (10:11). In het verhaal over de vervolging van David door Saul kwam nogmaals zo’n groep profeten ter sprake, waarbij opnieuw de aanstekelijke kracht van deze extase en enkele van de gevolgen ervan worden beschreven (1 Samuël 19:18-24). Extase zou vooral voorkomen bij de profeten van de god Baäl (1 Koningen 18:19-40). Wie door extase overvallen wordt, wordt een ander mens (1 Samuël 10:6). Bij zo’n extase behoren dans en instrumentale muziek. 3 Armstrong 1996, 63. 4 Het Hebreeuwse woord nabi wordt afgeleid van het Akkadische werkwoord nabu = roepen, verkondigen en betekent actief: de roepende, of passief: de geroepene. 5 Heering 1961, 109.

Page 2: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

2

Jacobus van Looy (1855-1930), Elia op de berg Karmel, 1884., Den Haag, Rijksdienst beeldende Kunst. Elia is in gedachten verzonken neergeknield en heeft zijn handen bezwerend op de kale berg gelegd. Hij bidt om regen die een eind moet maken aan een lange droogteperiode in het grensgebied van het Noordrijk in de negende eeuw voor Christus. In het hele land-schap is geen sprietje groen te zien. De droogte was, zo was Elia’s overtuiging, een straf voor het wangedrag van koning Achab en koningin Iezebel. Tijdens de daaropvolgende hongersnood liet Elia zich verzorgen door een weduwe wier zoontje hij uit de dood opwekte (1 Koningen 17:7-24). De biddende profeet lijkt onaange-daan door het roepende kind, de zoon van de weduwe, dat wijst

naar een eerste regenwolk in de verte.

Emil Nolde (1867-1956), De profeet, houtsnede, 1912, New York: Museum of Modern Art.

anderen wisten niet wat ze met hem aan moesten en voelden zich machteloos onder zijn (dikwijls striemende) woorden. Ten gevolge van zijn optreden kwam hij steeds meer tegenover de officiële instituties en officiële meerderheden te staan. Voortdurend moest hij de spanning verdragen die door zijn woord tussen hem en zijn volksgenoten ontstond.

Een profeet stond als een eenling niet alleen tegenover tijdgenoten maar ook tegenover de staat, de grote politiek. Hij stelde de bestaande politieke, sociale en / of religieuze situatie aan de kaak en ontmaskerde het onrecht en de verloede-ring erin.6 Hij protesteerde tegen de gantie van de macht in autoritaire re-giems, verzette zich tegen geestelijke traagheid en verstarring, of waarschuwde tegen eigenwettelijke tendensen. En hij richtte zich tegen alle vormen van totali-teit, die geen oog meer had voor enkelin-gen en minderheden, en daardoor recht en gerechtigheid met de voeten trad. Hij sprak daarbij geen parlementaire taal. Dikwijls uitte hij zich in zeer scherpe be-woordingen en schuwde hij sarcasme niet. Zijn eerste zorg was niet te horen of zijn boodschap prettig in het gehoor lag of niet, maar gerechtigheid. Zijn spreken

getuigde meermalen van diep inzicht en een nuchte-re, goede analyse van de situatie. Tijdens zijn leven had hij geen succes. Hij kwam en riep – en zijn stem stierf weg. Aankondiger Een profeet was niet alleen tegenspeler maar ook

6 De sociale aanklacht overheerste bij Amos en Micha. Jesaja sprak deze waarschijnlijk slechts tijdelijk uit. Bij Jeremia raakte deze op de achtergrond. Bij Hosea ontbrak ze. Bij Ezechiël kwam ze alleen in hoofdstuk 22 naar voren. Een politieke aanklacht ontbrak geheel bij Amos en Micha. Hosea klaagde vooral de koningen en de leiders aan. Bij Jesaja was de politieke aanklacht sterk uitgewerkt (Jesaja 2:5-22; 31:1vv.). Bij Ezechiël kwam de politieke aanklacht meermalen voor. Bij alle profeten was de politieke aanklacht ook een theologische: het volk en zijn leiders werd afgoderij verweten. De aanklacht van afgoderij was overheersend bij Elia, Hosea en Ezechiël. De aanklacht tegen een verkeerde of vervallen eredienst kwam voor bij Amos, Hosea, Jesaja, Micha, Jeremia, Sefanja en Ezechiël.

Page 3: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

3

Rafaël (1483-1520), De profeet Jesaja, 1511-1512, fresco, 250 x 155 cm, Rome: Sant’Agostino.

voorzegger, aankondiger. De ondertoon van zijn toe-spraken was dikwijls: wie wind zaait, zal storm oog-sten; wie anderen onrecht aandoet, krijgt vroeg of laat de rekening gepresenteerd. Hij was als een stormvogel die alarm slaat bij de nadering van een onweer. Wat hij zei was geen prognose, geen toe-komstvoorspelling: zo zal het gaan, maar een pro-gramma: zo moeten jullie handelen en zo niet. Het ging er niet om of zijn woorden uitkwamen maar of ze iets uithaalden en er wat mee werd gedaan. Een pro-feet dacht de dingen en de gebeurtenissen door tot op God. Door eerlijk te zijn ten opzichte van zichzelf, wist hij dat er wonden waren vanuit het verleden, maar dat er ook beginpunten lagen van latere ontwik-kelingen.7 Steeds sprak hij tot bepaalde mensen in een bepaalde, historisch gegeven en als zodanig duid-bare situatie. Wat hij over de toekomst te zeggen had, was gebonden aan het alternatief van die situa-tie. Hij onthulde niet een komend tijdperk, maar kondigde een latent, maar op handen zijnd gebeuren aan8, zowel vanuit als met het oog op de dynamiek van het op dat moment geldige alternatief.9 Als hij met de uiterste nauwkeurigheid een in de tijd vast-staand en onafwendbaar noodlot scheen aan te kondi-gen, bleef er toch ondanks alles ruimte voor het ho-pende ‘wie weet’ van bevrijding. Als hij een toekom-stig heil verkondigde, ging hij uit van de vooronder-stelling van de omkeer van de gemeenschap en van de trouw van God. Lied van de straat Een profeet schreef geen theologische of liturgische verhandeling, maar sprak naar aanleiding van concrete ontwikkelingen. Heel specifiek soms. Meermalen werd hij vervolgens door anderen geci-teerd. Ook werden zijn heftige polemieken met de gevestigde orde van zijn tijd en met de autori-teiten die de voornaamste plaats in de maatschappij innamen, druk besproken. Hij werd zo ‘het lied van de straat’.10 Zijn geest was daar waar mensen, enkelingen en bewegingen, het heilloze en het heilvolle helder wisten te onderscheiden en aan te wijzen. Soms maakte een profeet aantekeningen van zijn toespraken of deed een kleine kring rondom hem dat. Vaak kregen zijn woorden pas later een bredere erkenning. Veel woorden van veel profeten gingen verloren. Ze werden niet bevestigd door de feiten en ze boden geen heldere visie te midden van die harde feiten.

7 De Liefde 1986, 33. 8 ‘De betrekking op de toekomst is gegeven met de oervorm van het profetische woord: de aankondiging. Deze moet men streng onderscheiden van de voorspelling. Waar deze laatste vanuit het heden een punt in de toe-komst in het oog vat en voorspelt wat op dat punt zal gebeuren, verbindt de aankondiging in de toespraak van nu een toekomstig gebeuren met de in het heden toegesprokene. Zij kondigt niet zomaar iets aan, maar alleen de alternatieven van heil of gericht zijn aanwezig. Hierbij zijn heil en onheil in de aankondiging niet gelijk-waardig; de aankondiging van onheil is een aankondiging van het gericht (meestal tenminste; er zijn echter ook onheilsaankondigingen zonder meer), d.w.z. zij vindt haar reden in een gedrag van Israël waartegen God als richter optreedt. De aankondiging van het heil echter wordt bij de profeten nooit gebaseerd op het handelen der personen die toegesproken worden. Wanneer men een reden noemt, wordt deze alleen in God gezocht (aldus Jesaja 40:18). Door dit verschil wordt het verschil in vorm van aankondiging van gericht of heil bepaald. Wanneer de profetische aankondiging op deze wijze wezenlijk bestaat door de verbinding van toe-komst en heden, dan betekent dat niet dat de toekomst door zo’n aankondiging vaststaat. Ook wanneer met het uitspreken van de aankondiging de toekomst in beweging is gezet in de richting van het heden (dit dynami-sche aspect vertonen vele profetische woorden), toch kan men daar absoluut niet over beschikken, omdat zij het werk van God blijft (Jona en Klaagliederen van Jeremia). Omdat de profeten niet beschikken over hetgeen zij aankondigen is onmogelijk de uitkomst van de aankondiging van heil of gericht vast te stellen; zij blijven naast elkaar staan, zonder berekenbaar resultaat’ (Westermann 1969, IV: 188-189). 9 Buber 1972, 5. 10 Soetendorp 1971, 1700.

Page 4: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

4

Pablo Gargallo (1881-1934), De profeet, 1933, Antwerpen: Middelheimpark.

Waarheidszegger Een profeet had geen wijding, geen aanstelling door wie of wat ook. En toch verhinderde dat hem niet om met de grootste stelligheid het woord te voeren. Als hij dat deed, sprak hij concreet en actueel, met het oog op de omstan-digheden en gebeurtenissen van zijn tijd. Waar hij het over had, was voor iedereen duidelijk. Hij wees haarscherp de ontsporingen aan in het godsdienstige, politieke en sociale leven. Als hij het over de toekomst had, had hij het over de naaste toekomst. Een profeet was geen helder-ziende, als zag hij wel scherp. Hij was geen ziener, maar een doorziener. Hij was geen waarzegger, maar waar-heidszegger.11 Hij zei niet wat er gebeuren zou, maar kon gebeuren. Hij sprak niet over een onafwendbaar lot, maar riep mensen op om het schijnbaar onafwendbare te keren. Steeds was hij een getuige van tegenspraak, zowel met zijn heilswoorden als met zijn onheilswoorden. Als hij sprak van onheil, protesteerde hij in de naam van de le-vende God tegen alle verminking van recht en gerechtig-heid, die dat onheil zelf opriep. Sprak hij van heil en een nieuwe, andere toekomst, dan protesteerde hij in de naam van dezelfde levende God tegen een houding van doem-denken.12 Religiecriticus Een profeet in Israël onderscheidde zich van een priester. Een priester droeg zorg voor de cultus op gewijde plaatsen en in de tempel, een profeet uitte vaak kritiek op de cul-tus, met name die cultus die een onwaarachtige gerust-stelling bood of die een regelrechte belemmering was van een goede verhouding tussen God en zijn volk en tussen de mensen onderling. Een priester had een ambtelijkheid en een waardigheid die overging van vader op zoon, een pro-feet was een geroepene. Een priester stond voor de bewa-ring en het overdragen van de heilige traditie, een profeet pleitte voor het nieuwe. Een priester hechtte aan de stile-ring van het leven, een profeet aan de Geest, de levens-adem, de storm die mensen onrustig maakt en in beweging zet. Het onderscheid tussen een priester en een profeet moeten we niet verabsoluteren. Wat ik zojuist noemde, bedoelt geen afbakening te zijn, maar een aangeven van tendensen. Sommige profeten waren zeer nauw bij de cultus betrokken. Ezechiël was mogelijk zelf een priester. En de profeten Nahum en Habakuk waren vermoedelijk als zogenaamde cultusprofeten aan de tempel verbonden. Evenals priesters stonden profeten in een bepaalde godsdienstige, sociale en politieke traditie. Deze traditie was in negatieve of in positieve zin medebepalend voor de wijze waarop ze ingingen op de situatie van hun dagen. Ze moesten optreden in de spanning van de wisselwerking tussen de traditie waarin ze stonden en de ervaring van hun persoonlijke roeping. Overweldigd als ze waren door hun roepingservaring, konden ze in grote vrijmoedigheid

11 Van der Zee 1984, 16. 12 Schuman 1981, 62.

Page 5: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

5

Peter Paul Rubens (1577-1640), Daniël in de leeuwenkuil, 1615, olieverf op doek, 330 x 220 cm, Washington: National Gallery of Art. Daniël was door de Babyloniërs in de leeuwenkuil gegooid omdat hij maar doorging met bidden tot zijn eigen god, wat verboden was door koning Darius. Toen de koning na een dag kwam kijken, zat Daniël levend te midden van de leeuwen. De

koning liet hem toen meteen uit de kuil halen (Daniël 6).

teruggrijpen op de kernelementen van hun traditie en tegelijk geheel nieuwe, soms zeer schokken-de, dingen zeggen. Tegenspreker In de tijd voor de schrijvende profeten had het optreden van profeten in Israël vooral betrekking op de koning. Sommigen (onder wie Nathan en Gad) ondersteunden en bevestigden het koningschap, anderen dienden een aanklacht tegen een koning in als hij afgoden toeliet of begunstigde of het oude goddelijke recht overtrad (Nathan, Elia, Jeremia). In de tijd van de schrijvende profeten, werd de wrijving tussen profeet en koning steeds heviger. Als wat een profeet zei de koning niet beviel, liet hij de betreffende profeet soms vervolgen, gevangen zetten of zelfs doden. Tegenover de koning had de profeet geen ander wapen dan zijn woord en zo nodig zijn lijden. De profeten probeerden de oorspronkelijke betekenis van het dienen van God steeds weer duidelijk te maken: ‘Gehoorzamen is beter dan slachtoffers.’13 Ze verzetten zich tegen de in hun ogen verstarde eredienst, die uitsluitend gebaseerd was op de voltrekking van cultische handelin-gen. Meermalen richtte hun aanklacht zich tegen offer,14 gebed, psalmzingen, processies, tegen de tempel of tegen de priesters. Zo bijvoorbeeld toen volgens de profeet de betekenis van het offer verdraaid werd of vervallen was in een institutioneel offerbedrijf waarin het brengen van offers een dood werk was,15 toen de tempel misbruikt werd als ‘rovershol’,16 of toen de priesters verzuimden de goede weg te wijzen in tijden van verval.17

13 1 Samuël 15:22. 14 Amos 1:8; 4:4, 5; 521-25; Hosea 5:6v; 6:8; 8:11-13; Jesaja 1:10-17; 43:22-28; 66:3-4; Jeremia 14:12; Micha 6:6-8. 15 Jesaja 43:22v. 16 Jeremia7:1-15. 17 Hosea 4:1-11; 6:9; Micha 3:11; Jeremia 2:8; 5:30; 6:13; 20:1-6; 23:11.

Page 6: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

6

Rembrandt Harmensz.van Rijn (1606-1669), Jeremia treu-rend over de verwoesting van Jeruzalem, 1630, olieverf op paneel, 58 x 46 cm, Amsterdam: Rijksmuseum.

Het recht stond bij de profeten hoog in het vaandel. Ze wezen op de oude geboden en juri-dische bepalingen op momenten dat deze naar hun overtuiging weggemoffeld of veracht werden, of de rechtspraak in verval was.18 De meeste profeten van Israël waren pleitbezorgers van de armen: ze hielden niet op ‘het uit te schreeuwen’ dat een maatschappij die het recht van de sociaal zwak-keren met de voeten treedt, niet kan blijven bestaan. Zij die leiding gaven dienden zich in te zet-ten voor de handhaving van de uiterste rechtvaardigheid. Profeten zeiden dat wat hun tijdgenoten niet zagen. In tijden van voorspoed hadden zij het over ondergang, maar in tijden van absolute en uitzichtloze ondergang spraken ze over ‘verlaten steden die weer herbouwd zullen worden en waar-in mensen weer zullen wonen’, over ‘de terugkeer van de verbannen kinderen naar hun gebied’ of over ‘het water dat stroomt door de woestijn.’ Hun protest tegen het onrecht in de wereld en hun bezwering dat dit de wereld ten gronde richt, lag op één lijn met hun verkondiging dat rechtvaar-digheid en liefde zullen zegevieren.19 Hun uitingsvormen liepen uiteen van min of meer extatische profetie tot het korte, scherpe protest, van een soort politieke vlugschriften tot uitgewerkte pre-ken, van symbolische handelingen20 tot kunstig gestructureerde poëzie.21 Tegengesprokene In de loop van de eeuwen zijn er heel wat profe-ten geweest die zeiden een boodschap te bren-gen van de andere wereld, de wereld van de goden en machten. De vraag is of het ware pro-feten waren. ‘Dat zal niet vastgesteld kunnen worden aan de hand van formele kenmerken, maar alleen op grond van de boodschap die pro-feten hebben gebracht. De beoordeling van die boodschap is ook weer niet een zaak van neu-traal onderzoek, maar van geloof, respectieve-lijk van ongeloof. In het Oude Testament vinden we de sporen ervan dat zelfs binnen het kader van één cultuur en één godsdienst een conflict kan ontstaan tussen ware en valse profetie.’22 Valse profeten zeiden: ‘Zo spreekt de Eeuwige: …’. Dikwijls, maar niet altijd, kwamen ze ver-volgens met iets dat aan de wensen van hun machthebber en hun volk tegemoet kwam en (wie zal het zeggen) ook aan hun eigen gedach-ten. Onder de valse profeten waren er die op-recht in hun bedoelingen waren, maar er waren ook charlatans onder die door het ‘beroep’ wer-den aangetrokken. Oprecht in bedoelingen of niet, ze brachten met hun uitspraken de macht-hebber of hun volk op een dwaalspoor. Evenals de valse profeten zeiden de ware profeten: ‘Zo spreekt de Eeuwige: …’ Ware profeten werden vaak niet als zodanig herkend. Vaak pas achteraf vonden ze geloof en werden ze gerespecteerd. Duidelijk was geworden dat zij diep doorgedrongen waren in de feiten van de werkelijkheid, die feiten hadden onthuld en het fun-dament waarop die feiten rustten hadden blootgelegd. Ook was duidelijk geworden dat hun onthul-lingen van zondige en hopeloze werkelijkheden bedoeld waren als oproep die werkelijkheden te veranderen en dat hun protest ten diepste een teken van hoop was. Ze zeiden: het moet niet alleen ander, het kan en mag ook anders.23 Ze waren er zo van overtuigd dat de situatie waarin ze spraken

18 1 Samuël 12:9; 1 Koningen 21:19; Jeremia 7:9; Amos 2:6; 5:10-15, 24; 8:4-7. 19 Soetendorp 1971, 1700. 20 In een symbolische handeling werd op verschillende manieren de persoon van de profeet betrokken bij zijn verkondiging. Dat kon gebeuren in symbolische namen (Hosea 1:4, 6, 9; Jesaja 7:3; 8:3). Jesaja werd opgedra-gen naakt en barrevoets te lopen (Jesaja 20:2), Jeremia eenzaam te blijven (Jeremia 16:2, 5, 8); Ezechiël verrichtte symbolische handelingen (Ezechiël 4:1-12; 5:1-4; 12:3-6). 21 Schuman 1981, 140. 22 Mulder 1997, 1474. 23 Schuman 1985, 20.

Page 7: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

7

Jean Changenet, Drie Profeten, ca. 1490, Paris: Musée du Louvre. De middelste stelt Jesaja voor. Op de vaan die hij vasthoudt staat de beroemde messiaanse profetie Egredietur virga de radice Jesse. Et flos de radice eius ascendet. Jesaja 11:1 (Uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei).

niet onherroepelijk was, dat hun woorden daardoor een grote stelligheid en stimuleren-de werking kregen. Hun profetie was steeds pastoraal van aard, gericht op het terugbren-gen van mensen op de weg van gerechtigheid. Hun kritisch oordeel was niet uit op vernieti-ging, maar op het behoud van mens en sa-menleving. Veel latere generaties konden wonen in de woorden van de profeten. Ze vonden er bemoediging in en impulsen tot inzicht en handelwijzen in hun eigen tijd en situatie. En ze vonden er een oriëntatie voor hun geloof en leven in. Soms herkenden ze een gods-dienst- en maatschappijkritiek die toepasbaar leek te zijn voor actuele situaties.24 © Leen den Besten Zevenaar, 20 februari 2012.

Geraadpleegde literatuur Armstrong, Karen, Een geschiedenis van God. Vierduizend jaar jodendom, christendom en islam, Amsterdam: Uitgeverij Anthos 1996. Buber, Martin, Het geloof der profeten, Wassenaar: Servire 1972. Burger, Hilde, ‘Profeten hebben meer te bieden dan een opgeheven vinger’, in: HN 22 februari 1986, 14-16. Heering, H.J., Kate, W.P. ten & Sperna Weiland, J, Bijbelse verkenningen, ’s-Gravenhage: Boekencentrum N.V. 1961. Liefde, L. de, Seinpalen en wissels, ’s-Gravenhage: Uitgeverij Boekencentrum B.V. 1986. Mulder, D.C. ‘Het profetisme in andere godsdiensten’, in: : John Bakhoven e.a., red. De Bijbel, band IV, Am-sterdam: De geïllustreerde Pers N.V., Haarlem: Uitgeverij Spaarnestad N.V.; Leiden: Nederlandse Rotogravure Maatschappij N.V., 1971, 1473-1474. Oosterhof, B.J., Israëls profeten, Baarn: Bosch & Keuning N.V. Schuman, Getuigen van tegenspraak. Profetie uit de mond van Amos en Jesaja, Baarn: Ten Have 1981. Schuman, Niek ‘Profetisch protest als teken van hoop’, in: HN 28 september 1985, 20-21. Soetendorp, J., ‘De Waarheid, het “lied van de straat”’, in: John Bakhoven e.a., red. De Bijbel, band IV, Am-sterdam: De geïllustreerde Pers N.V., Haarlem: Uitgeverij Spaarnestad N.V.; Leiden: Nederlandse Rotogravure Maatschappij N.V., 1971, 1700. Westemann, Claus, ‘Profeten’, in: Reicke, Bo & Rost, Leonhard, Bijbels-historisch woordenboek, Utrecht, Ant-werpen: Uitgeverij Het Spectrum N.V. IV, 1969, 180-199. Zee, W.R. van ‘Profeten zijn geen waarzeggers maar waarheidszeggers’, in: HN 7 januari 1984, 16-17.

24 Schuman 1981, 136.

Giuseppi Angeli (1712-1798), Elia door een stormwind meegevoerd naar de hemel (2 Koningen 2:11), circa 1740-1755, olieverf op linnen, 174,6 x 264,8 cm, Washington: Na-

tional Gallery of Art.

Page 8: Profeet: een charismatische buitenstaanderprotestantsegemeentezevenaar.nl/data_pdf/bijbel... · Een profeet stond er over het algemeen alleen voor en bleef alleen. Slechts een enkele

8

De profeet Elia in de woestijn: ‘De HEER richtte zich tot Elia met de woorden: ‘Ga weg van hier. Ga naar het oosten en zoek een schuilplaats in de wadi Kerit, aan de overkant van de Jordaan. Drinken kun je uit de rivier, en ik heb de raven opgedragen je daar van voedsel te voorzien.’ Elia deed wat de HEER hem had gezegd, hij ging weg en trok zich terug in de wadi Kerit, ten oosten van de Jordaan. De raven brachten hem daar ’s och-tends en ’s avonds brood en vlees, en water dronk hij uit de rivier (1 Koningen 17:2-6).

Jan Breughel de Oudere (1568-1625), De vis zet Jona aan land, ca 1595, olieverf op eikenhouten paneel, 38 x 56 cm, München: Alte Pinakothek. Jona zat drie dagen en nachten in de maag van een vis. Het dier had Jona opgeslokt nadat de profeet overboord was gezet door de bemanning van het schip waarmee hij een opdracht van God probeerde te ontlopen. In de vis kwam Jona tot inkeer, waarop God de vis Jona uit liet spuwen. Jona moest zijn opdracht alsnog uitvoeren (Jona 2).

De profeet Nehemia, Icoon uit Orthodoxe kerk.