Prik

24
WIE BEN IK?

description

Student magazine school, life, fun, music

Transcript of Prik

WIEBEN

IK?

02 INHOUD / MOPPEN

03 IDENTITEIT

04 OPEN & BLOOT Over versieren en zoenen

05 MENSEN ZIJN ZOALS ATOMEN,...

BOTSINGEN GEGARANDEERD!!!

06 WIE BEN IK (NU)?

08 LAST MINUTE De gsm en het schoolreglement

09 MAKE LOVE, NO CLONES

10 1960-2010: CONGO 50 JAAR ONAFHANKELIJK

12 WIKKEN EN WEGEN Waarden in de weegschaal:

bescheidenheid

14 WAT EEN PUBER LIJDEN KAN

Een combi bij de buren!

15 ANDEREN ZEGGEN... WAT ZEG JIJ?

16 DE SPIEGEL Ons zelfbeeld onder de loep!

17 P(B)UUR NATUUR "Passief" is het woord dat we

willen horen

18 DAG BLAD Mijn gezin: het zit hem in de genen

19 DE DONDERDISCUSSIE

Identiteit?

20 WAT IK WOU ZEGGEN

21 PRIKKELPOP Ik luister, dus ik ben

22 MOPPEN / COLOFON

23 PRIKWOORDRAADSEL

02

WAAR IS DE CHAUFFEUR?Jaak en Jozef maken deel uit van een dartsclub. De club heeft zich ingeschreven voor een tornooi in het buitenland. Er wordt een bus gehuurd zodat ook de supporters mee kunnen.De trip is blijkbaar een groot succes want er moet een dubbeldekker gehuurd worden. In het gedrang bij het vertrek, verliest Jozef zijn vriend uit het oog en zitten ze niet samen.Jozef gaat er van uit dat zijn vriend wel boven zal zitten, maar beneden is het best gezellig. Er wordt een potje gedronken, een mopje getapt. De ambiance zit er snel in. Na een tijdje besluit Jozef toch eens te gaan kijken naar zijn maat op de bovenste verdieping. Hij kijkt rond en ziet Jaak op de eerste rij van de bus zitten, lijkbleek.“Wel Jaak, zijt ge niet goed jong, ge ziet zo wit”, vraagt Jozef. Jaak blijft angstig voor zich uit staren en zegt geen woord. “Allez, Jaak, kom mee naar beneden, daar is het volop ambiance hoor!”Jaak knijpt bijna de armsteunen van zijn zetel stuk en zegt met bevende stem: “Jozef, jong, hou je goed vast, we zijn weg zonder chauffeur …”

UIT HET DAGBOEK VAN EEN KLEUTERMaandag Sinterklaas gaan halen bij oma en opa. Alleen knikkers gekregen. Stom speelgoed. Heb knikkers op de keldertrap gelegd. Opa naar beneden getuimeld, niet belangrijk, opa toch al oud en versleten. Er waren geen knikkers kapot. Wel een rammeling gekregen, met knikkers spelen mag niet.

Dinsdag Hier en daar in huis chocoladekorrels gelegd. Papa is muizenvallen gaan kopen. Heb de korrels opgegeten. Mama viel fl auw. Heb een rammeling gekregen. Lekkere chocoladekorrels eten is verboden.

Woensdag Heb voor 20 knikkers hele mooie, witte muis gekregen van een vriend. In een doosje gedaan en schoon verpakt. Cadeau voor mama. Mama eerst heel blij, heeft daarna een gil gegeven en is fl auw gevallen. Papa weer heel kwaad. Heb een rammeling gekregen. Cadeautjes geven is verboden.

Donderdag Papa sloot mij op in de kelder, is leuk. Heb van aardappels frietjes gesneden om mama te helpen. Zwaar werk, wel 100 kilo aardappels gesneden. Heb een rammeling gekregen. Mama helpen is verboden.

Zaterdag Papa sloot mij op op zolder, ook heel plezant. Heb papa geholpen en dakgoot proper gemaakt. Stond veel volk op straat. Pompiers zijn me komen van dak halen. Papa kwaad, een rammeling gekregen. Papa helpen is verboden.

Alles is verboden denk ik, behalve kinderen een rammeling geven. Wacht tot ik groot en sterk ben.

“…Gelieve u tussen 8 uur en 15 uur, voorzien van

deze oproepingsbrief en uw identiteitskaart, te

begeven naar het hierboven aangewezen lokaal…”

Enig idee waar deze woorden op slaan? En wat hebben ze met de titel te

maken? Je ouders zullen dit zeker weten. Diezelfde uitnodiging zal ook

jij vanaf je achttiende geregeld in je brievenbus vinden.

De woorden zeggen ons meteen wat we hoe, waar en wanneer moeten

doen. En onze identiteitskaart is hierbij heel belangrijk.

Wat betekent “identiteit” volgens jou? Zoek het eens op in een

woordenboek, op Wikipedia of op andere sites. Je zal heel veel defi nities

vinden. In elk geval heeft identiteit te maken met wie en hoe iemand is.

Doe de volgende oefening met je klasgenoten: stel jezelf de vraag: “Wie

ben ik?” Schrijf je antwoord op een kaartje. Herhaal tienmaal deze vraag

voor jezelf en schrijf telkens een ander antwoord op weer een nieuw

kaartje. Elk kaartje zal beginnen met de woorden “Ik ben….”, of “Ik ben

iemand die…”. Als je denkt dat jullie elkaar redelijk goed kennen, is het

interessant om jezelf en je klas eens te testen: verzamel alle kaartjes in

een grote doos en hussel ze grondig door elkaar. Laat je leerkracht n-cz

elk kaartje voorlezen en probeer nu om beurten te weten over welke

klasgenoot het gaat. “Ik ben Simon” is natuurlijk eenvoudig, maar: “Ik

ben iemand die niet vlug panikeert” maakt het moeilijker. Je zal merken

dat er zoveel identiteiten zijn als mensen.

Groepsidentiteit, leuk toch?Ieder van ons hoort bij deze of gene groep maar niemand is

alleen maar wat op één kaartje staat. Stel je even de tien

miljoen inwoners van België voor die elk tien kaartjes

hebben met hun antwoord op de vraag: “Wie ben ik?”. Je

zal een massa groepjes zien ontstaan van mensen die

op één van hun kaartjes hetzelfde hebben geschreven.

Toch horen we voor de Belgische administratie bij de

groep “inwoners van België” en hebben de meesten

een Belgische identiteitskaart. Ieder van ons is een

puzzelstukje van deze Belgische samenleving.

Mensen in groepen indelen volgens een bepaalde

identiteit is handig en vaak heel goed. Op school

word je ingedeeld volgens je leeftijd, je studiekeuze,

je schoolse kennis, …

Kan je hiervan nog voorbeelden geven?

Gevaarlijk? Deel uitmaken van een (klas)(groep) waarbinnen

jij je lekker voelt, is een heerlijk gevoel. Voor de

leerkrachten wordt jouw klas “die leuke groep van 3C”.

Maar het kan ook anders! Lastig en zelfs gevaarlijk

wordt het als men mensen blijvend indeelt en

voortdurend beoordeelt volgens wat op één

kaartje staat. Als jouw leerkracht

zegt: “Ik ben leraar/

lerares ncz”,

is het land waar die

leerkracht woont

dan van belang? Het

indelen van mensen

zich enkel steunend

op één kenmerk, kan

voor die groep mensen

levensbelangrijk, of

zelfs levensgevaarlijk

worden. Vind je hiervan

voorbeelden, en wat

zeggen de “Rechten

van de Mens” hierover?

Hebben wij wel een identiteit nodig?Tijdens de burgeroorlog in Rwanda klonk het woord “Tutsi” als een

vloek in de oren van de Hutubevolking, en omgekeerd. Om te overleven,

probeerden vele burgers dat stukje etnische identiteit te verstoppen.

Oorlogen worden “gevoed” door mensen blijvend te groeperen volgens

één deeltje van hun identiteit. Denk maar aan de indeling katholieken

versus protestanten in Noord-Ierland, Palestijnen tegenover Israëli in

het Midden-Oosten. Toch gaat het om bewoners van éénzelfde gebied.

Sommige mensen denken dat we problemen kunnen oplossen door

onze identiteit weg te gooien: iedereen wereldburger! De kunstenaar

Walter Swennen zegt: “Identiteit, ik heb nooit goed begrepen wat

daaronder wordt verstaan. Ik heb er wel een kaart van, maar toch blijft

het iets dat we ons inbeelden.” Toch gingen alle Spanjaarden uit

de bol toen hun voetbalploeg wereldkampioen werd. In april

waren alle leerlingen van Turkse origine fi er met de score

van de groep “manga” op het Eurovisiesongfestival.

Afgelopen zomer waren Russen én Belgen blij

met de bronzen hinkstapsprong van Svetlana in

Barcelona. Op school zijn alle leerlingen bijzonder

trots als de lerarenploeg de voetbalmatch tegen

hen heeft verloren. Onze identiteit kunnen we

nooit helemaal kiezen en controleren. Ieder van

ons wordt immers geboren op een bepaalde

plaats en uit bepaalde ouders op deze wereldbol.

Voortdurend willen we weten wie we zijn: t.o.v.

de anderen, t.o.v. de wereld. Vraag het maar

aan vluchtelingen: zelfs zonder identiteitskaart,

SIS-kaart, huissleutels, gsm, Ipod,… blijven we

zoeken naar onze identiteit. Tegelijk willen we

wereldburgers zijn, uit meningsverschillen met

anderen leren, met de anderen communiceren

zonder klonen van elkaar te worden. Een eigen

identiteit ontwikkelen, hoort bij het volwassen

worden. Filosoof Laurens De Vos zegt: “Identiteit is

geen schuttingwoord. Het geeft ons antwoorden op de

belangrijke levensvraag: “Wie ben ik?”

En jij? Wie ben jij en wat denk jij hierover?

Martine De Winter

Zoveel mensen,zoveel identiteiten

03

04

&OPEN BLOOT OVER VERSIEREN EN ZOENEN …

In een vorige Prik informeerden we jullie wat er allemaal

met jullie lichaam gebeurt tijdens en rond de puberteit. Maar

puberteit kan ook duiden op vlinders in je buik, je afvragen hoe

je die droomgast of -meid aan de haak kan slaan, hoe je moet

kussen, de eerste keer, …

Maar laat ons beginnen bij het begin.

Je ziet hem/haar staan, je hart begint sneller

te slaan,… Je bent volledig van de kaart en

wil die droomgriet/-gast beter leren kennen.

Maar hoe wek je zijn/haar interesse op en

verover je zijn/haar hart? Hieronder alvast

enkele tips voor succes.

Geloof in jezelf: besef dat niemand volmaakt

is, en dat iede reen - dus ook jij - positieve

eigenschappen in huis heeft.

Kun je er enkele opsommen of door

je klasgenoten laten vertellen?

Verzorg jezelf: doe kledij aan waar je je

goed in voelt, zorg dat je lekker ruikt. Als

je jezelf goed verzorgt, krijg je ook meer

zelfvertrouwen.

Wat doe jij allemaal om je te verzorgen?

Gebruik je ogen: probeer oogcontact te

maken. Je kijkt naar hem/haar. Misschien

kijkt hij/zij terug? Jullie blikken ontmoeten

elkaar. Haal je mooiste glimlach uit de

kast. Wend je blik af en kijk een beetje later

terug.

Je kunt dit misschien eens uittesten met

een vriend.

Wees een durver!Durf de eerste stap te zetten. Als je niets

doet, zal je er achteraf misschien spijt van

hebben.

Moet dit kunnen volgens jou? Leg uit.

Originaliteit = troefAls je je durf bijeengeraapt hebt, en de ander

hebt benaderd, bedenk dan wat je gaat

zeggen. Probeer iets origineels of grappigs.

Laat de klassieke openingszinnen liever

achterwege.

Ken jij een originele openingszin? Of hoe

zou jij het aanpakken?

Spreek en luister: wanneer het ijs gebroken

is, waarover spreek je dan? Je kan over

muziek beginnen, hobby’s, school, …

Zoek uit wat hem/haar interesseert en speel

daar op in. En vergeet vooral niet te luisteren

naar wat de ander te vertellen heeft. Als je

zenuwachtig of onzeker bent, mag je dit ook

gewoon zeggen.

Ken jij nog andere “succesvolle” onder-

werpen?

Versieren doe je stap voor stap: als je

onmiddellijk tegen iemand zegt: “Met jou

wil ik naar bed”, is de kans groot dat je

afgewezen wordt. Houd je handen voorlopig

ook nog thuis: handtastelijk zijn wordt

niet geapprecieerd. Als het klikt, kan je

voorzichtig een stapje verder en dichter

gaan. Fluister wat in het oor, raak elkaar

eens aan maar doe het rustig.

Wie niet waagt, … : je merkt vlug of iemand

je leuk vindt. De manier waarop hij kijkt, de

manier waarop ze glimlacht naar je, … Maar

weet dat die “vonk” er niet altijd bij beide

partijen is. De ene keer win je, de andere

keer verlies je. Laat het hoofd niet hangen,

volgende keer beter.

Wanneer de vonk er is, leer je elkaar beter

kennen en op een bepaald moment wil je

een stapje verder gaan: let’s kiss!

MAAR KUSSEN: HOE DOE JE HET?Bij het zoenen druk je jouw lippen op die

van een ander. Je beweegt ze en tast de

lippen van de ander af. Dat gaat het lekkerst

als je ontspannen bent en dicht tegen

de ander aan staat. Bij het zoenen kun je na

verloop ook je tong gebruiken (= tongzoenen).

Je verkent met je tong de mond van de

ander. Je kunt ook de ontvangende partij

zijn. Je lief komt dan met zijn tong in jouw

mond. Of je komt terzelfder tijd in actie. De

tongen spelen dan om elkaar heen, in een

soort dans.

ENKELE TIPS VOOR HET TONGZOENENBouw “het” langzaam op en let goed op de

reacties van je partner. Doe het eerst kort

en kijk of de ander meer wil. Doe het nooit

tegen iemands zin.

Duw niet onverwacht je tong bij de ander

naar binnen, maar verken eerst met je tong

de lippen van de ander. Opent de ander als

antwoord de mond een beetje, glijd dan met

je tong naar binnen en zoek de tong van de

ander op. Kronkel met de tongen om elkaar

heen. Hoe je dit precies doet, maakt niet

uit: er zijn geen spelregels voor. Ben je de

ontvangende partij, zorg dan dat je je tanden

van elkaar hebt zodat de ander naar binnen

kan. Laat je tong niet passief in je mond

liggen, maar verwelkom de ander. Wissel

af en toe van mond, waarbij je soms de

ontvangende partij bent en een andere keer

zelf op onderzoek uitgaat.

HARD OF ZACHT? Wat mensen lekker vinden, loopt sterk

uiteen: nat of droog, lang of kort, met

of zonder tong, zachtjes of stevig, wild of

teder. Vaak klikt het vanzelf, maar niet

altijd. Soms is het nodig samen te zoeken

naar een manier van zoenen die beiden

lekker vinden.

Zo, het zit er weer op! Hopelijk hebben jullie

genoeg tips en suggesties gekregen om

jullie versier- en kustalenten uit te testen.

Indien nog vragen of suggesties kunnen

jullie ons altijd mailen via

thestypsies @hotmail.com.

Tot de volgende,

The Stypsies

Prikkers: hoe lossen jullie dat op?

gegarandeerd!We keken echt uit naar de volgende les. Eindelijk mochten we nu eens

zelf aan de slag! De leerkracht had groepswerk aangekondigd.

We waren al aan het plannen wie met wie ging samenwerken, maar de

leerkracht had een ander voorstel. “Het lot zou beslissen!” We kregen elk

een kaart met een afbeelding. Alle leerlingen met dezelfde afbeelding

vormden een groepje.

Ik voelde het al aankomen, niemand van diegenen waarmee ik wilde

samenwerken zat in mijn groepje. De moed zakte in mijn schoenen.

We kregen onze opdracht. Allereerst moesten we een groepsverant-

woordelijke kiezen.

Daar begon het al. Stef wou dat wel doen, maar daar was Jana het niet

mee eens, omdat volgens haar Stef het altijd beter denkt te weten. Stef

vindt bovendien Jana niet bekwaam omdat zij nooit in orde is. Koen zei

niks, hing zoals gewoonlijk heel ongeïnteresseerd op zijn stoel en het kon

hem helemaal niet schelen.

Bij de verdere uitwerking van ons groepswerk verschilden we nog

meer van mening: de ene wou een collage, de andere stelde voor

een spel te maken met opdrachten, maar dat vonden sommigen dan

weer te veel werk. En dan zwijgen we nog over Sam, wel bereid om te

werken maar de resultaten lijken nergens op.

Ik sta nu tussen verschillende vuren! Ik vind het niet leuk om voor

iemand te moeten kiezen!

De opdracht waar we zo naar uitkeken, mondde uit in een hevige

discussie. Niemand wou toegeven. We bleven maar door elkaar praten

zonder enige oplossing. Iedereen hield zich vast aan zijn idee. Daardoor

ontstond er zelfs ruzie.

Ons besluit was duidelijk, met zo’n groepssamenstelling zijn botsingen

gegarandeerd. We konden niet anders dan de leerkracht erbij te

betrekken. We smeekten hem om een andere indeling te maken.

Tegen onze verwachtingen in wou hij de groepen

niet wijzigen. Hij argumenteerde dat je met

iedereen moet leren samenwerken, ook met

degene die je minder graag hebt, minder

goed kent, andere interesses heeft,… Dat

probleem komt niet alleen voor tijdens

groepswerk op school. Bedenk zelf nog

enkele voorbeelden.

Vaak vinden we het kennelijk moeilijk te aanvaarden dat anderen de

zaken anders beleven, anders zien en over verschillende dingen anders

denken dan wijzelf. Wij houden het bij onze eigen mening, maar dat geldt

ook voor de ander.

We vinden confl icten meestal vervelend, vermijden ze liever en geven

soms tegen onze zin toe "om de lieve vrede" te bewaren.

Maar is deze lieve vrede wel zo lief? Meestal gaat de ontevredenheid

onderhuids door en komt die op de meest onverwachte momenten

weer te voorschijn: steken onder water, belachelijk maken, dwarsliggen,

pesten, enz.

• Misschien dwingen confl icten ons het probleem onder ogen te zien

waardoor er een moment komt waarop er écht iets aan gedaan moet

worden.

• Ze leren ons zoeken naar regels/afspraken/overlegvormen die bij

een volgend confl ict goed van pas kunnen komen.

Tracht daarom eerst eens goed naar de mening van de ander te

luisteren. De kans is dan groter dat de ander ook naar jou zal

luisteren.

De uitwisseling van meningen kan dan zeer verrijkend zijn.

Misschien heeft de ander toch niet zo’n slecht voorstel en zijn er

meer overeenkomsten dan je aanvankelijk wel zou denken.

En misschien vind je wel een compromis, een oplossing waarbij ieder

zich kan vinden en er geen winnaars of verliezers zijn.

BB00TTSSIINNGGEENN

Hoe ervaren jullie samenwerken met ander

en?

Wat loopt ervolgens jullie fout?Herken je deze situatie?

Sta even stil bij jouw houding tijdens dergelijke CONFlictsituaties Zoek nu een CONFlict

waarbij

naar een oplossing gezocht wordt

door middel van een compromis

Annick & Marleen

Mensen zijn zoals atomen

Conflicten kunnen ook positieve zaken opleveren

05

EEN SPELLETJE OM OP TE WARMEN...Spelletjes zijn van die bezigheidjes waarmee we ons zo ongeveer allemaal kunnen amuseren, maar vooral toch, we willen ze ook winnen. Zo zijn we stiekem toch allemaal een beetje. Scrabble, Mastermind, vier op een rij, zeeslag, Trivial Pursuit, Nintendo ds 'games', zij vormen voor ieder van ons een uitdaging. Maar anderzijds ben ik ervan overtuigd dat ze voor jullie na een tijd haast geen geheimen meer hebben. Het antwoorden en oplossen gaat steeds sneller, jullie vaardigheid en snelheid van handelen stijgt met de minuut. Maar sommige vergen van ons toch wel enig denkwerk. En bij master mind geraken onze grijze hersencellen toch wel in wat mist en twijfels verward.

Daarom heeft Prik voor jullie, uit sympathie natuurlijk en omdat jullie het zijn, een poepsimpel vraagspelletje opgesteld. Een makkie omdat het maar uit één vraag bestaat, en jij moet gewoon dit invul-oefeningetje een keer of tien beantwoorden.Alleen moet op datzelfde vraagje telkens wel een ander, nieuw antwoord worden gegeven. Geef toe, niet echt moeilijk toch, slechts één vraagje te gaan. Of, zit er toch een (nestje) addertje(s) onder het gras?Het vraagje dat jullie tien keer van een verschillend antwoord moeten voorzien, luidt:

Zoveel (hoeveel?) antwoorden verder...Hoe is het verlopen? Tot welke vaststelling(en) komen jullie na deze vragenronde?Was het gemakkelijk of toch een ietsje moeilijker dan verwacht?

We doen een gokje naar wat antwoorden. Ze gelden louter als voor-beeld, niet als een oordeel.1. IK ben: een jongen / een meisje2. IK ben: een goede leerling3. IK ben: een lief iemand4. IK ben: iemand die graag leest5. Ik ben:.................................................................

Ben je tot vier geraakt? Natuurlijk joh, of zelfs verder? Of, met moei-te. Of, neen, zelfs niet tot vier. Of, tot tien... Wat is de conclusie als jullie tien keer moeten antwoorden op de vraag: "Wie ben IK ?"

.........................................................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................................................................

Waarom hebben we IK met hoofdletters geschreven, denken jullie?

........................................................................................................................................

........................................................................................................................................

........................................................................................................................................

Moeten er nog vragen zijn...? NATUURLIJK moeten er nog VRAGEN zijn!Jullie stellen als jongelui voortdurend vragen, en dat is maar goed ook. Maar op vragen is ook een antwoord nodig, liefst een antwoord dan nog dat iets betekent, zowel voor diegene die het geeft, als voor diegene voor wie het antwoord is bedoeld.

Maar we hebben zopas in het vragenrondje: 'Wie ben IK?' wel kunnen vaststellen dat op een vraag verschillende antwoorden mogelijk zijn. En op de vragen die worden gesteld in de lessen niet-confessionele zedenleer worden (heel) vaak verschillende antwoorden naar voren geschoven.

In elk geval, als we willen antwoorden op de vraag: 'Wie ben IK?' weten we het zo ongeveer wel, namelijk, er zullen op elke vraag verschillende antwoorden mogelijk zijn. Of het om een goed of slecht antwoord gaat, daarover valt natuurlijk niet direct een oor-deel te vellen. Wie daarnet antwoordde op de vraag: 'Wie ben IK?' met: “Ik ben een lief iemand”, heeft die dan een 'goed' antwoord gegeven? En diegene die antwoordde met: “Ik ben een pestkop”, gaf die dan op zijn beurt een 'slecht' antwoord?

Nog belangrijker is het dan ook nog om te kunnen uitleggen WAAROM je het ene antwoord zus, en het andere antwoord weer zo geeft, of waarom je het antwoord van de ene zus, en het antwoord van een ander mens weer zo vindt.

Zijn we nu al wat wijzer geworden omtrent wie we zijn, kan je nu al duidelijker en uitgebreider antwoorden op de vraag: 'Wie ben IK?'. En wat zouden jullie ervan denken als wij jullie nu eens wat vragen voorschotelen in een poging om jullie te helpen (of mis-schien juist niet...help!) om de vraag: 'Wie ben IK?' mogelijk beter te kunnen beantwoorden, en zo meer inzicht te verwerven in jezelf? We gaan ervoor. We laten drie vragen op jullie los EN meer, we geven er nog zelf een paar mogelijke antwoorden bij die dan ook weer andere vragen oproepen. Dit alles om toch maar dichter te kunnen komen bij het ontdekken van jezelf.

Laten we onze ontdekkingstocht beginnen en proberen te ontrafelen wie jullie zijn. Aandacht , aandacht, aandacht:op elk van deze drie vragen zal je vaststellen dat er verdomd nog aan toe verschillende antwoorden mogelijk zijn. Let maar op. De ene keer is het dat antwoord en geen ander denk je dan, maar een andere keer zal juist dat antwoord weer andere vragen oproepen, als je even verder in je hersens roert.

Kortom, jullie speurtocht naar wie je bent is meer dan een reisje rechtdoor op de autoweg. Best mogelijk dat je keer op keer een afrit moet nemen en dan weer de oprit om weer bij jezelf terecht te komen.Voel je het aankomen? Op zoek gaan naar wie je bent wordt meer dan een uitstapje.Jullie gaan op reis doorheen jullie zelf, op zoek naar onopgeloste vragen over je eigen IK.

Dus: 'Wie ben JIJ?' in drie vragen! (natuurlijk zijn er nog veel meer die kunnen dienen)

IK BEN WIE IK BEN IK EIGENLIJK IK BEN WIE IK BEN IK EIGENLIJK IK BEN WIE IK BEN IK EIGENLIJKIK BEN WIE IK BEN IK EIGENLIJK ??

06

IK ben:

..........................

..........................

..........................

.........

........................

.....................

IK ben:

..........................

..........................

..........................

.........

........

IK ben:

..........................

..........................

..........................

.........

.......

.................

.......

IK bben:

..........................

..........................

..........................

.........

.............

..........................

..............

.

IK beK ben:

..........................

..........................

..........................

.........

....................

..........................

...............

..........

IK K ben:

..........................

..........................

..........................

........

..............

...................

...............

........

IK ben:

..........................

..........................

..........................

.........

................

.................

..................

IK ben:ben:

..........................

..........................

..........................

.........

..................

................

...............

IK ben:K ben

..........................

..........................

..........................

.........

....................

.................

..................

IK ben:K be

..........................

..........................

..........................

.........

..........................

...................

.....................

WIE BEN IK?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Prikkers, we hebben onszelf in deze lessen bijzonder veel bevraagd, maar hoeveel wijzer over onszelf zijn we nu geworden? Wat zijn jullie individuele vaststellingen na deze ontdekkings-tocht doorheen jullie zelf?En hoe dicht sta je met je antwoorden op die gekke, vreemd klinkende titel van dit artikel: IK BEN WIE BEN IK EIGENLIJK?

Breek die titel maar eens open, en probeer dan een antwoord te geven op de verschillende deeltjes in onze titel:1. IK ben wie IK ben2. Wie ben IK eigenlijk?

(Eind...?) CONCLUSIE

Probeer in vijf puntjes je persoonlijke conclusies op onze DRIE vragen samen te vatten. Schrijf dus in vijf punten die voor jou het allerbelangrijkste zijn je antwoorden neerop onze vraag: WIE BEN IK?

1.

2.

3.

4.

5.

Ga na of je deze vraag met JA kan beantwoorden.

Nadenktip: Eigen karakter, eigen mening, eigen opvattingen

en ideeën...

Het Kinderrechtenverdrag maakt mij dit mogelijk...

Wij leven toch in een democratie, niet...?

Dus, kies jij dan wie je bent of moeten we er toch aan

toevoegen: Ja, MAAR...

Nadenktip: Hoe zit dat ook weer met die genen en die

erfelijkheid...?

Beïnvloeden anderen je dan niet?

Mijn humeur van die dag, toeval of...?

Als je jezelf bent, ben je dan altijd anders dan de anderen?

Ga na of je deze vraag met NEEN kan beantwoorden.

Nadenktip: Mijn leeftijd, ik ben nog een kind, lees, maar een puber...

Ik wou een meisje zijn...en ik ben een jongen...

Help, mijn voornaam is Harley-Davidson en ik wil verdomd Suzuki heten...

Mijn ouders zeggen 'doe dit', en op school zeggen ze 'doe dat',

bevelen en nog maar eens bevelen...

Ik weet eigenlijk niet wie ik ben...

Dus, kies je dan niet wie je bent of moeten we er toch aan toevoegen: Ja, MAAR...

Nadenktip: Mag je dan nooit zelf kiezen...?

Kunnen kinderen (pubers) wel keuzes maken?

Moeten volwassenen alles voor jou beslissen?

Ben jij niet meer dan een identiteitskaart?

Kan je van voornaam en/of van geslacht veranderen?

In mijn klas zitten twee Sofi es maar dat is ook het enige wat hen bindt...

Kan je niet weigeren om bepaalde dingen te doen...?

'Je bent wat je doet'. Akkoord of niet akkoord?

Ben jij op je leeftijd al in staat om jezelf te zijn of is dit een wordingsproces?

Ga na of je deze vraag met JA kan beantwoorden.

Nadenktip: Onze zintuigen om maar iets te zeggen...

Wat hebben we op het eerste gezicht allemaal...?

...Omdat ik normaal ben...

Dus, ben je dan hetzelfde als andere mensen of moeten we er toch

aan toevoegen: Ja, MAAR...Nadenktip: De kleur van onze ogen, de grootte van onze neus...

Smaakt bij iedereen alles even lekker?

Als je blind bent, ben je dan anders?

Normaal zijn, wat is dat eigenlijk?

Moet je trachten iemand anders te zijn of kan je beter

jezelf blijven?Ga na of je deze vraag met NEEN kan beantwoorden.

Nadenktip: Onze huidskleur om maar iets te zeggen...

Een boel mensen zijn veel rijker dan ik.

Er zijn meisjes EN er zijn jongens, dus...

IK ben IK, punt uit.Dus, ben je dan niet hetzelfde als andere mensen of moeten we er

toch aan toevoegen: Ja, MAAR...Nadenktip: De kleur van onze huid? We zijn toch allemaal mensen...?

Zou je iemand anders zijn mocht je een andere

huidskleur hebben?

Kan je dan zwarten niet van elkaar onderscheiden?

Wordt rijk zijn alleen (dan) bepaald door de dikte van

een bankrekening?

Heeft een jongen meer verschillen dan overeenkomsten

met een meisje, en omgekeerd?

Eenheid in verscheidenheid, zegt jou dat iets?

Wat zit er toch veel van je papa in jou, zegt mama...

Weet jij altijd van jezelf wie je bent? (is deze oefening

met andere woorden niet aan jou besteed?)

Wil je nooit eens iemand anders zijn...?

2 BEN JIJ HETZELFDE ALSANDERE MENSEN?

P ikk h bb lf i d

k...

de anderen?

, zegt mama...lf wie je bent? (is deze oefening

ndere woorden niet aan jou besteed?)

Wil je nooit eens iemand anders zijn...?

(Voorlopige...?) CONCLUSIE Probeer in vijf puntjes je persoonlijke mening op deze vraag weer te geven:

ben je hetzelfde als andere mensen? Ja, neen, ja en neen... want/omdat:

1.

2.

3.

4.

5.

(Voorlopige...?) CONCLUSIE

Probeer in vijf puntjes je persoonlijke mening op deze vraag weer te geven:

ben je hetzelfde als andere mensen? Ja, neen, ja en neen.... want/omdat:

1.

2.

3.

4.

5.

3 KIES JIJ ZELF WIE JE BENT?

Luc Meys

Ik zal er zelf ook maar eens aan beginnen ...

Ga na of je deze vraag met JA kan beantwoorden.

Nadenktip: Onze verre voorouders, leken die niet meer op apen dan op de huidige mens? Wat we eten: vlees, brood, planten,... Dieren ademen, slapen, baren nakomelingen,...

Dus, ben je dan een dier of moeten we er toch aan toevoegen: Ja, MAAR...Nadenktip: De apen in de zoo, op de Afrikaanse savanne, worden die dan ooit mensen...? Weet je hond dat hij ziek is?

Ga na of je deze vraag met NEEN kan beantwoorden.

Nadenktip: Jij bent toch verstandig... Abc..., 1-2-3,... Overgangsrituelen, doodgaan,...

Dus, ben je dan géén dier of moeten we er toch aan toevoegen: Ja, MAAR...Nadenktip: Ben je altijd verstandig? Een olifant onthoudt alles zegt men, jij ook...? Dolfi jnen, walvissen praten ook met elkaar, en die papegaai in mijn keuken,... Om gek van te worden,...

N

(VoorlopProbee iENT?

Om gek van te worden,...

(Voorlopige...?) CONCLUSIE

Probeer in vijf puntjes je persoonlijke mening op deze vraag weer te geven:

ben je een dier? Ja, neen, ja en neen... want/omdat:

1.

2.

3.

4.

5.

1 BEN JIJ EEN DIER?

07

LAST MINUTETLASTT

DE GSM ENHET SCHOOLREGLEMENTWoensdagmiddag: afspraak op ’t pleintje

08

Inneke: “Wel, Yannick, waarom antwoord je niet op mijn sms’jes?”

Yannick: “Oh, ik heb alweer pech hé, ze hebben mijn gsm in beslag

genomen op school. Ik kreeg een berichtje en wou gewoon

eens zien van wie het was. Toen keek “die van de studie”

net in mijn richting. “AFGEVEN”, riep ze. Ik probeerde me

nog te excuseren, maar het hielp niet. Pff, fl auw hé.”

Inneke: “Tja, bij ons op school mag dat ook niet hoor tijdens de

les of in de studie. Maar sinds vorig schooljaar hebben we

hierover nieuwe afspraken ingevoerd. We mogen nu tijdens

de pauze wel onze gsm gebruiken, uiteraard niet om te

fi lmen, maar wel om te bellen of sms’jes te versturen.”

Yannick: “Hoe hebben jullie dat voor mekaar gekregen?”

Inneke: “De leerlingenraad heeft dat voorgelegd en we hebben

een proefperiode gekregen. Nu maar hopen dat we deze

regeling er door krijgen in het schoolreglement. Want er

zijn ook leerlingen die zich niet aan de afspraken houden

en op die manier onze slaagkans tijdens de proefperiode

in gevaar brengen. Toch denk ik dat de meeste leerlingen

de verandering positief vinden.”

Yannick: “Houden de meeste leerlingen zich nu braafjes aan de

afspraak om alleen hun gsm te gebruiken tijdens de

toegelaten momenten?”

Inneke: “Neen, er zijn altijd leerlingen die nog tijdens de les sms’en,

iets wat niet mag is nog zo plezant natuurlijk. Sommigen

doen het ook uit pure verveling.”

Yannick: “Wat gebeurt er als je daarmee toch nog betrapt wordt?”

Inneke: “Ze treden nu strenger op. Je moet langer nablijven dan

voordien. Je gsm wordt in beslag genomen. Je kan die dan

later op het secretariaat terughalen. Bij herhaling word

je strenger gestraft en worden je ouders op de hoogte

gebracht.”

Yannick: “Wat vinden de leerkrachten van die regeling? Ik kan me

voorstellen dat niet iedereen hier even blij mee is.”

Inneke: “Er zijn zowel voor- als tegenstanders.”

"De voorstanders vinden dat je moet meekunnen met de

moderne tijd. Of het nu toegelaten is of niet, ze gebruiken

die gsm toch. Je moet er dan niet meer over zeuren als je

toezicht hebt. De meeste leerlingen wachten nu inderdaad

tot de pauze voor hun broodnodige sms’jes. We moeten

misschien eens naar ons eigen gedrag kijken, wij sturen

ook wel eens een bericht op een vrij moment.

De tegenstanders vinden dat leerlingen er asociaal door

worden. Er is tijd genoeg voor buiten de school. Door het

gsm-gebruik hebben we nog een heleboel bijkomende

problemen. Leerlingen of leerkrachten worden on-

gewenst gefi lmd of er wordt zomaar een gesprek

opgenomen. Dit alles is nu moeilijker te controleren.

Je kan niet altijd zien wat ze precies doen met hun gsm.

Er zijn ook meer klachten van diefstal en het stukmaken

van die dure spullen, al dan niet opzettelijk. Kortom: geef

ons maar weer de vorige regeling."

Yannick: “Oké, stof tot nadenken, ik ga er zeker en vast met mijn

klasgenoten eens over praten.”

Hoe zit het bij jullie op school? Wat vinden jullie van de argumenten

VOOR en TEGEN, aangehaald door de leerlingen en de

leerkrachten?

Marleen Boone

ENKELE LEERLINGEN AAN HET WOORD

Ik vind het een verbetering. Ik kan nu ook contact houden met

vrienden die niet naar mijn school gaan.

Als ik iets vergeten ben, mijn boterhammen, een taak,

dan kan ik iemand bellen en vragen om ze naar school te

brengen.

Soms sms ik naar een vriend of vriendin op de speelplaats

als ik hen niet onmiddellijk vind. Zo moet ik niet heel de

speelplaats rondlopen en zoeken. De pauze is al zo kort!

Mij stoort het hoor, iedereen is aan het sms’en of bellen, je

kan niet eens meer een gewone babbel doen.

Ook toen het niet toegelaten was, stuurden we sms’jes in

het toilet. Het gevolg was dat er dan superlange wachtrijen

stonden. Niet zo aangenaam als je heel dringend “moet”.

Nu kan het dan tenminste zonder dat je een sanctie riskeert.

SMS

MAKE L VE,NO CLONES Met dank aan Greenpeace

Implanterenvan eicel

Dolly

Herman

Herman HermanHerman

Op 5 juli 1996 wordt Dolly geboren. Het eerste

gekloonde schaap, ze werd “gemaakt” uit een

cel van het uierweefsel van een ooi. Na Dolly

was er nog Polly, ook een schaap, zij ontstond

uit de huidcellen van een voorganger. Dan

was er nog Gene. Gene was straf: hij was een

kalfje en ontstond uit de stamcel van een 30

dagen oude foetus. Er was ook nog Herman,

de beroemde Nederlandse gekloonde stier.

Nu te bewonderen in een of ander museum.

Inderdaad, al deze dieren leven

niet meer, ofwel stierven ze

in naam van de wetenschap,

ofwel hadden ze een “foutje”

en stierven ze “vanzelf”.

“Klonen: dé techniekom het perfecteeeuwig te herhalen”Even wat eenvoudige weten-

schap. Iedere cel in een levend

wezen (ook planten) heeft een

soort van identiek visitekaartje:

de genen De genen bevatten de

voornaamste eigenschappen van

het levend wezen (zie hiervoor

ook het artikel in deze Prik: “Mijn

gezin: het zit hem in de genen”).

Het belangrijkste en moeilijkste

werk bij het klonen is de genen

met de goede basiseigenschappen

te isoleren. Klonen kan dus zowel

bij cellen van planten en dieren.

Laten we ons concentreren op de

dieren. Eens de (gewenste) genen

geïsoleerd, komt nog een moeilijke fase. Het

inbrengen van die genen in een willekeurige eicel.

Daarvoor moet de eicel “leeg” gemaakt worden

(de bestaande genen worden er uit gehaald) om

plaats te maken voor de nieuwe genen. Dat is

een uiterst moeilijke opdracht die niet altijd met

succes verloopt.

Eigenlijk is de eicel nu gekloond. Nu kan men twee

richtingen uit. Voor de eenvoud nemen we een koe.

Die gekloonde eicel wordt in de baarmoeder van

het dier geplaatst. Daarna mag de stier zijn werk

doen. Eenvoudiger is het nog om de eicel buiten

de koe te bevruchten met het sperma van de stier

en daarna de bevruchte eicel in te planten. Dan is

het wachten op het kalfje.

Die (gewenste) genen kunnen in honderden,

duizenden eicellen geplaatst worden en die

cellen zijn dan allemaal identiek. De koe die

het kalf draagt, heeft er helemaal niets mee te

maken, ze is alleen maar “draagmoeder”.

Voordelen en nadelen van het klonenHet grote voordeel van het klonen is dat je een

perfect dier kan selecteren, daarvan de genen

(visitekaartjes weet je wel) nemen, die honderden keren

vermeerderen en honderden perfect identieke nakomelingen

creëren met de perfecte eigenschappen van het superdier. Met dit

systeem kan je dus eicellen “bestellen” voor koeien die voldoen

aan jouw economische eisen: veel vlees of veel

lekkere melk produceren.

Er is ook een keerzijde aan de medaille. Klonen

blijkt niet altijd succesvol. Een aantal gekloonde

eicellen sterven gewoon af, gekloonde dieren

hebben nogal eens de neiging om misvormd

te zijn en vroegtijdig te sterven. Men merkt ook

dat gekloonde dieren grotere organen hebben

in functie van hun lichaamsbouw. Dit heeft voor

gevolg dat men vermoedt dat gekloonde dieren

meer lijden.

En de wetenschappers,zij kloonden voort

In de VS is de kloontechniek al goed ingeburgerd.

Verleden jaar werden er 600 dieren gekloond. Met

die dieren wordt nu al verder gekweekt. Het eerste

gekloonde vlees werd goedgekeurd door het

Amerikaanse voedselagentschap en ligt al in de

rekken van de supermarkt.

Sinds de zomervakantie weten we dat twee Britse

boeren gekloond materiaal uit de VS lieten komen.

Men schat de kostprijs van een gekloonde en

bevruchte eicel op een €12.000. Misschien wel

een goede investering als je weet dat je met

een gekloond dier steeds (hopelijk) perfecte

nakomelingen kan hebben. Europa twijfelt nog of

het vlees en melk van gekloonde koeien in de

winkelrekken zal toelaten. Hoewel er nu nog geen

wetgeving is, kan morgen gekloond vlees in Europa

verkocht worden.

Mensen klonen: kan dat?

In theorie zou dit geen probleem zijn. In het boek: “Brave

New World” van George Orwell werd dit al beschreven.

Gelukkig was het pure fi ctie. Toch spelen mensen

steeds met de gedachte van de “ideale mens”.

Denk maar aan de Tweede Wereldoorlog toen

Hilter een kweekprogramma “Lebensborn”

opzette om perfecte Arische mensen te

“kweken” en te vormen zodat ze de heersers

van zijn toekomstige wereld konden worden.

En wat te denken van de Italiaanse

gynaecoloog die tegen een stevige betaling

bevruchte eicellen wil inplanten bij vrouwen

nadat deze op bestelling hun ideale baby hebben

samengesteld?

Klonen bij mensen zou willen zeggen dat we

allemaal perfecte copietjes van mensjes op de wereld

kunnen zetten. Willen we sterke mensjes, klonen we

even sterke mensjes. Willen we slimme mensjes… En

dat allemaal zonder dat gedoe met seks. Prachtig toch.

Alleen zullen jullie je favoriete en meest gelezen rubriek

van De Stypsies moeten missen want die is dan niet

meer nodig …

Peter Van Dyck

LAAT DIE HERSENTJESMAAR EENS WERKEN!

Wat vinden jullie van klonen?

Lees dat vreemde boek van Orwel eens,

zou jij in zo een wereld kunnen leven? Zou

jij gekloond vlees goedgekeurd door het

Voedselagentschap eten?

Wat vind jij van het klonen van mensen?

Lees ook het artikel “Mijn gezin het zit hem

in de genen” in deze Prik,

denk je dat identieke mensjes er ooit

komen? Stuur al je reacties

maar naar de redactie,

scherp jullie

pennen maar!

09

EEN BROKJE GESCHIEDENISIn de 16de - 17de eeuw werd Europa te klein voor veel landen.

Dankzij het gebruik van het kompas (een Chinese uitvinding)

en dankzij betere en grotere schepen en nieuwe zeiltechnieken

wilden moedige zeevaarders - of waren het avonturiers? - wel

eens weten wat er aan de andere kant van de oceaan allemaal te

beleven viel. En zo ontstonden de “ontdekkingsreizen”. Namen

van zeevaarders die wereldberoemd zouden worden: Maghelaen,

Pizarro, Columbus, Vasco da Gama, Amundsen, Cortès,

Livingstone, … Soms klopten ze er al eens naast: toen Columbus in

Amerika aankwam, noemde hij de inwoners Indianen, hij dacht dat

hij in Indië zat (het huidige India).

Men ging natuurlijk niet voor de mooie ogen van de “inboorlingen”

naar het andere eind van de wereld. Zeevaarders werden meestal

uitgestuurd met de steun van de Europese landen om één en

ander te gaan ontdekken dat bruikbaar was in eigen land. Tal van

producten kon Europa best gebruiken. En vermits we daar toch

maar “wilden” zouden tegenkomen, moesten we die producten

niet eens betalen. En wie weet: misschien konden die “wilden” ons

van dienst zijn. Zo zag de moderne slavernij het licht.

KOLONIËNHet begrip “kolonie” was nu geboren. Een kolonie is meestal een

overzees gebied waar een Europees land eerst een handelspost

vestigde. Later werd die handelspost een vaste bewoning. En

als er iets te rapen viel, werden hele gebieden “veroverd” door

het “moederland”. Kolonialisten waren geen katjes om zonder

handschoenen aan te pakken. Meestal werd de inheemse bevolking -

zogezegd “wilden” - te vuur en te zwaard onderworpen. Men jaagde

op die mensen alsof het om

wild ging. Eeuwenlang hebben

sommige volkeren getracht

om andere volkeren te

onderwerpen en hun land in

te pikken.

EEN GRAANTJE MEEPIKKENLeopold II van België was

een avontuurlijk man.

Ook hij wilde een kolonie

bezitten, in navolging

van Engeland, Duits-

land, Spanje, Portugal,

Nederland en andere

Europese landen. Hij

liet zijn oog vallen

op Afrika. Vermits

België vrij laat aan

zijn kolonisatie be-

gon, waren al grote delen van Afrika “bezet” door koloniale mogend-

heden. Enkel in het binnenland van Afrika bleven grote gebieden

koloniaal onaangeroerd. Het was tijdens de Conferentie van Berlijn

(1884 – 1885) dat Afrika onder de Europese landen verdeeld werd.

Congo-Vrijstaat (1885 – 1908)Leopold II wou een eigen kolonie uit persoonlijke ambitie. Offi cieel

wilde hij België “verfraaien” en wilde hij niet dat België zonder

kolonie zou achterblijven. Leopold II nam niet de eerste de beste

ontdekkingsreiziger onder de arm: het werd dr. Henry Morton

Stanley, een eminente Afrika-kenner. Deze is in opdracht van Leopold

II de Congostroom opgevaren en nam een gebied in beslag dat later

Congo zou worden genoemd. De hoofdstad liet hij Leopoldstad

heten, het huidige Kinshasa. Let wel, Prikkers: Congo-Vrijstaat was

oorspronkelijk het persoonlijke bezit van Leopold II. In heel Europa

waren het de staten die een kolonie bezaten. Maar Leopold II bezat

Congo-Vrijstaat in persoonlijke naam. En dus waren alle producten

die wij uit Congo naar België haalden (lees: stalen) persoonlijk van

de koning.

Het is in die periode dat België

zijn slechte naam krijgt in het wereldgebeuren want er doken in de

wereldpers foto’s op van Congolese mannen, vrouwen en kinderen

met afgehakte ledematen. Zo werden ze bestraft als ze niet genoeg

rubber aftapten van de bomen in de rubberplantages of als ze op

een andere manier “ongehoorzaam” waren. Ook andere vormen

van onderdrukking kwamen aan het licht. De schattingen over het

aantal doden onder het bewind van Leopold II lopen sterk uiteen.

Ze variëren van 3 miljoen tot zelfs 15 à 20 miljoen Congolese

slachtoffers. Het precieze aantal zal men nooit kennen want in Congo

werden er geen geboorteakten opgetekend. Wel is het een feit dat

het inwonersaantal van Congo sterk daalde. Dat kwam ook omdat

er Europese ziekten met de kolonialisten het land binnen kwamen.

En steeds was er een “denkklimaat” van de “domme, achterlijke

zwarte” tegenover de “slimme, blanke heerser”. Ook in de scholen

(grotendeels in handen van onze missionarissen) voelden de zwarten

het als normaal aan dat ze tweederangsburgers waren vergeleken

met de dominante blanken. Toch heeft België later van Congo

stilaan een echt land gemaakt. Want de kolonialisten zorgden ook

voor materiële vooruitgang, voor scholen en onderwijs, voor wegen

en gezondheidszorg. Steeds meer werd de nadruk gelegd op de

ontwikkeling van de bevolking en werd elke vorm van mishandeling

en uitbuiting (offi cieel) een halt toegeroepen. Op het einde van de

koloniale periode had Congo de hoogste scholingsgraad (lager

onderwijs) van gans Afrika. Met het secundair en hoger onderwijs

daarentegen was het maar pover gesteld.

Belgisch-Congo (1908 – 1960)Toen steeds meer berichten over de wantoestanden in Congo-Vrijstaat

de buitenwereld bereiken, kreeg België een steeds slechtere reputatie

bij de andere Europese landen. Bovendien bleef het “leeghalen” van

Congo, rijk aan allerlei ertsen, voortduren. Omdat in West-Europa

p

wild ging. E

sommige

om ande

onderwer

te pikken

EEN GRAMEEPIKLeopold

een a

Ook hi

bezitte

van

land,

Ned

Eur

liet

op

Be

zi

Congo-Vrijstaat Belgisch-Congo

1960–2010:

CONGO 50 JAAR ONAFHANKELIJK

10Leopold II van België

11

de economie op volle toeren draaide, werden steeds

meer grondstoffen uit de kolonie gehaald. Koper

kwam op de eerste plaats, samen met rubber, nl. voor

de opkomende auto-industrie. Maar stilaan kwam er

verzet van de inheemse bevolking tegen de uitbuiting,

de plundering van hun land en de minderwaardige

behandeling die hen te beurt viel. Wegens al deze

redenen werd Leopold II verplicht een internationaal

samengestelde commissie tot “zijn” land toe te laten.

Die commissie kon vaststellen dat de uitbuiting en de

mensonwaardige behandeling van de zwarten – er zijn

talloze gevallen van het fusilleren van zwarten bekend –

wel degelijk een feit waren. De koning werd onder druk

gezet om niet langer “eigenaar” van Congo te blijven

en op 18 oktober 1908 werd beslist Congo-Vrijstaat te

annexeren als overzees gebied van België. Vanaf dat

ogenblik zouden we spreken van Belgisch-Congo.

België zou zijn kolonie kunnen behouden tot aan de

onafhankelijkheid ervan op 1 juni 1960. Door een

steeds sterkere roep om onafhankelijkheid werd

in België beslist om in mei 1960 verkiezingen te

organiseren. Zo werd Congo een onafhankelijke

staat op 1 juni 1960.

Congo – Zaire – CongoDe verkiezingen van mei 1960 werden gewonnen door Patrice

Lumumba die kort daarna zou vermoord worden.

Lumumba kwam voordien in het nieuws wegens sterke

anti-Belgische uitspraken. De eerste president van Congo is

Kasavubu. Omdat België niet gezorgd had voor goed en universitair

opgeleide Congolezen die met kennis van zaken het bestuur van het

land konden overnemen, braken onlusten uit in Congo, ook binnen

het leger. Daaraan komt een einde via een staatsgreep van Mobutu –

die naam zegt jullie nog wel iets, denk ik. Hij wordt president van

Congo, dat door zijn initiatief Zaïre wordt genoemd. Hij wordt

president van Zaïre tot 1997. Hij moet dan naar Zwitserland voor een

behandeling van kanker en wordt intussen van de macht gestoten

door Laurent-Désiree Kabila, die president wordt. L.-D. Kabila

begon een strijd tegen Mobutu en hij had intussen

voldoende macht (en soldaten) verzameld om

Mobutu van de macht te verdrijven. L.-D. Kabila wordt

in 2001 tijdens een staatsgreep door één van zijn

“lievelingskindsoldaten” neergeschoten in zijn paleis

en hij wordt opgevolgd door zijn zoon Joseph Kabila,

die nog steeds aan de macht is in Congo.

JOSEPH-DÉSIRÉE MOBUTU SESE SEKO KUKU NGBENDU WARDBANGA(= de sterke, krachtige leider die het land naar voorspoed zal brengen) is ongetwijfeld de president

die Congo het langst bestuurd heeft (32 jaar lang)

en hij deed dat als een echte dictator. Daarom een

woordje uitleg. In den beginne viel het nogal mee

met Mobutu. Na de onlusten die uitbraken na de

onafhankelijkheid, wilde hij zijn land heropbouwen.

Hij riep de Congolezen op om aan de slag te gaan om zo zelf hun

land te verbeteren. Dankzij oorlogen elders in de wereld was er veel

koper nodig. En dat had Congo in overvloed en dus stroomde geld

Congo binnen. Mobutu moderniseerde met dat geld het onderwijs

en bezorgde zijn volk meer koopkracht. Hij stak wel een fl ink deel in

eigen zak, maar zolang de bevolking voldoende

welvaart had, liet men hem begaan. Bovendien

investeerden buitenlandse bedrijven geld in

Congo en alles was koek en ei. Dat waren de

beste jaren die Congo ooit gekend heeft en

Mobutu was tamelijk geliefd bij de bevolking.

Maar dan…

WAAROM WERD DE NAAM VAN HET LAND VERANDERD VAN “CONGO” TOT “ZAÏRE IN (1971)?

Zaïre betekent eigenlijk “Grote Rivier” en dat is de

naam van de Congo(stroom) in een Congolees dialect.

Op dat ogenblik zette Mobutu ook “Sese Seko” achter

zijn naam. Mobutu vond dat stilaan alles wat in Zaïre

gebeurde ook onder de bevoegdheid van de Zaïrezen

moest komen. Daarom nationaliseerde hij alle bedrijven.

Dat betekent dat alle bedrijven eigendom werden van

de staat Zaïre, kortweg “zaïrizering genoemd. In ieder

bedrijf moest dus een Zaïrees aan het hoofd staan. De

gevolgen waren tweeërlei: het land veranderde in een

puinhoop en Mobutu begon ongebreideld zijn zakken te

vullen. In 1984 werd zijn persoonlijk fortuin geschat op

4 000 000 000 (vier miljard) dollar en dat terwijl het volk

honger leed. Die armoede zou de dood van 160 000

Zaïrezen

veroor zaakt hebben. Hij eigende zich ook allerlei titels

toe en hij wilde zo eigenlijk de rijkste en beroemdste leider in Afrika

worden. De chaos in Zaïre was inmiddels zo groot geworden, dat

hij in 2 000 de “zaïrisering” moest terugdraaien. En het land werd

opnieuw Congo.

EN NU?Congo is nog steeds een puinhoop. Van enige organisatie is er geen

sprake meer en de bevolking lijdt daar enorm onder. Bovendien

woeden er nog steeds oorlogen in Oost-Congo en de berichten

daarover zijn gewoon afschuwelijk. Vooral de verkrachtingen en

de slachtpartijen in de dorpen - ook door buitenlandse, in Zaïre

opererende legermachten - tarten elke verbeelding. Congo is de

controle kwijt over de noordoostelijke landsdelen.

Kan België niets doen in/aan zijn ex-kolonie? Weinig.

In ons land is er dan weer geen eensgezindheid onder

de politici. Sommigen vinden dat we Congo moeten

helpen via ontwikkelingssamenwerking, anderen

beweren dat die hulp toch maar in de zakken van de

machthebbers verdwijnt en dat we een dictator niet

moeten steunen. Eigenlijk zijn we dus opnieuw aan

het begin van het verhaal: het gaat momenteel even

slecht in Congo als tijdens de eerste periode, toen

Leopold II er voor eigen zak de plak zwaaide. Het

verschil is dat de bevolking nu wordt uitgebuit door

landgenoten i.p.v. door de Belgische

kolonisa tor en dat Oost-Congo wordt

geterroriseerd door buitenlandse

rebellengroepen die gemakshalve

buiten hun grenzen kindsoldaten

kopen, plunderen en verkrachten.

Van kolonialisme naar chaos?

Paul Hoebrechts

Congo Zaïre Congo

e

n

k

m

D

d

be

ge

pu

vul

4 0

Joseph-DésiréeMobutu

Laurent-Désirée Kabila

Patrice Lumumba

Joseph Kabila

eeLaurent-Désiré

e

w

i

Patrice Lumumba

ko

ge

re

b

k

V

JosJosJosJosJoJo ephephephh Ka KaKa Kabilbilbilbilb aaa

Zaïrezen

12

WIKKEN EN WEGEN

Waarden in de weegschaal: bescheidenheid

We vallen meteen met de deur in huis en starten met een oefening: som eens vijf positieve kenmerken van jezelf op en vijf negatieve. Deze punten mogen betrekking hebben op innerlijke (karaktereigenschappen) en uiterlijke dingen.

Moeilijke oefening, nietwaar?

Tenzij je ze niet ernstig hebt

genomen, denk ik dat je je

her senen toch wel eventjes

hebt moeten pijnigen en

toch wel eens diep hebt

moeten nadenken. Ik

vermoed zelfs dat

je de twee lijsten

niet volledig hebt

kunnen invullen.

Met welke lijst had je erg veel moeite?

Als je de lijst met

minpunten te vlot kon

aanvullen en je bleef

steken bij de lijst met

pluspunten, dan ben je

eigenlijk niet zo goed

bezig. Dat wil zeggen

dat je misschien wel te

veel aan jezelf twijfelt en

dat je eigenlijk wel een

(ernstig) gebrek aan

zelfvertrouwen hebt.

Als puber is het normaal

dat je met veel twijfels zit

over jezelf, maar je moet wel

oppassen dat dit geen pro-

bleem vormt zodat je jezelf

helemaal wegcijfert. Je zou

versteld staan hoeveel

positieve kwaliteiten

je bezit! Al ben je

misschien wel een

erg bescheiden

per soon, te veel

bescheidenheid

is dus niet ge-

zond. Een inte-

ressante tip (of

opdracht) voor je:

heb je veel minpun-

ten en geen/weinig

pluspunten, bezorg

dat lijstje dan eens

aan je beste vriend(in)

en laat die het aanvul-

len met pluspunten. Die

persoon kan meteen en-

kele minpunten schrap-

pen. Je zal versteld staan

hoe makkelijk die persoon

positieve punten over jou

kan vinden! En het zal je

deugd doen te weten wat

je waard bent!

+ -Pluspunten Minpunten

12345

12345

13

Maar… en nu komt de grote MAAR: als jij je lijst met pluspunten

erg vlot kon aanvullen en je toch wel zeer diep moest nadenken

over de lijst met minpunten, dan ben je ook niet zo erg goed bezig!

Dan ontbreekt het jou misschien wel aan een gezonde dosis

bescheidenheid. Wie weet kom je misschien zelfs wel arrogant over

voor velen, want dat is het tegengestelde van bescheidenheid.

Maar wat betekent dat grote woord bescheidenheidnu precies?Wel, het woord ‘bescheiden’ wordt

in het woordenboek van ‘Van Dale’

omschreven als ‘geen te hoge

gedachten van zichzelf hebbend en

zich dienovereenkomstig gedragend,

zonder enige aanmatiging’ en heeft

als synoniemen onder andere

‘ingetogen, beleefd, nederig’, dus dat klinkt wel goed. De volgende

uitdrukkingen spreken ook boekdelen: ‘bescheidenheid siert een

mens’ en ‘bescheidenheid wint de grote harten en vervreemdt de

kleine geesten’ (Balzac).

Deze oefening wordt trouwens vaak gebruikt tijdens sollicitatie-

gesprekken. En ik weet dat dit nog veraf lijkt voor velen, maar het zegt

wel veel over hoe belangrijk het is dat je jezelf goed kan inschatten,

maar dit zonder te overmoedig te worden.

Denk nu gewoon eens na. Gegarandeerd dat iedereen wel een of

andere fi lmster of popster kan opnoemen waaraan je je stoort omdat

die persoon zo vol is van zichzelf waardoor die meteen onsympathiek

wordt voor je. En kijk ook maar eens rondom je. Zonder namen

beginnen noemen, zit er hoogstwaarschijnlijk wel iemand op school,

en misschien zelfs in je klas, die het zo hoog op heeft met zichzelf

en zo ‘stoeft’ dat je die eigenlijk (stiekem) toch wel vreselijk vindt.

Stel je dan eens voor dat je misschien zelf zo bent… Ik bedoel hier-

mee niet dat jij al die pluspunten

moet gaan schrappen en meteen de

lijst moet doorgeven om minpunten

te laten aanvullen, neen! Het is goed

dat je veel zelfvertrouwen hebt. Dat

kan je helpen in je verdere leven en

dat wordt meestal als een positieve

(en soms noodzakelijke) eigenschap

gezien, vooral in je beroepsleven. Maar

de manier waarop je daarmee omgaat

zou je misschien eens in vraag kunnen

stellen. Denk nog eens aan die uitdrukkingen. Let wel op dat je met ‘valse

bescheidenheid’ niet nog meer naar complimenten gaat vissen, want

dan val je alweer snel door de mand en kan je misschien op nog

minder sympathie rekenen. Geen eenvoudige opdracht dus.

Zo zie je maar dat de moraal van het verhaal hier is dat je niet te

bescheiden mag zijn, maar ook niet te vol van jezelf. Met andere

woorden, zoals het thema wikken en wegen al zegt: je weegschaal kan

maar best in evenwicht zijn. Veel succes daarmee!

Leen Potums

Je zou versteld Je zou versteld

staan hoeveel positieve staan hoeveel positieve

kwaliteiten je bezit!kwaliteiten je bezit!

WAT EEN PUBER LIJDEN KAN!

14

”EEN COMBI BIJ DE BUREN!”

“Marcel! MAAAAAAARCEL! Vlug vlug! Kom uit je bed! Kom

kijken! Marcel! Er is politie bij de overburen! En zo vroeg al! ’t Is

nog maar 7 uur!” “Maria, stop nu. Besef je wel hoe laat het is? Of

beter: hoe vroeg? Laat me toch slapen! Wat maakt het uit bij wie

en waarom er bezoek is nu!”

“Maar Marcel toch! Wie weet wat er daar gaande is! Waarschijn-

lijk is er iets met die oudste zoon. Die met zijn oorbellen en

gescheurde jeans! Niet te verwonderen dat die vroeg of laat wat

voor heeft! Veel ernst zit daar volgens mij niet in!”

Marcel antwoordt met een diepe snurk, tot grote ergernis van zijn

vrouw. Aan wie moest ze nu haar verhaal kwijt? O! De andere

buurvrouw, Lisette! Die is altijd vroeg wakker en zeker als er

nieuws uit de buurt te rapen valt. Maria neemt de telefoon en

draait het nummer. Bijna onmiddellijk neemt Lisette de telefoon

op. “Lisette!”, zegt Maria opgewonden, “heb je ’t ook gezien, die

combi bij de overburen?”. “JA!”, zegt Lisette, even opgewonden

als haar buurvrouw. “Weer wat loos met die oudste zoon waar-

schijnlijk!” “Wel, je raadt mijn gedachten!”, zegt Maria. “Als die

vannacht maar niet gevochten heeft op een of andere fuif!” ”Ja,

dat dacht ik ook al!”, zegt Maria. “Wacht eens even! Rijdt de vader

nu niet weg met zijn wagen?” “Ja!”, zegt Maria. “ Misschien ligt hij

wel in de kliniek of zo, de zoon!” “Als ’t maar niet iets met drugs

is of zo!” Of misschien heeft hij vannacht mee ingebroken ergens

en zit hij al in de cel! Wat kan je al niet allemaal verwachten van

dat soort met oorbellen en gescheurde broeken!” “Vorige week

waren zijn ouders weg en waarschijnlijk heb je het lawaai ook

wel gehoord. Enfi n,“muziek” noemen ze dat!”

”Ja, en heb je die toeloop gezien? Wat daar allemaal naar binnen

ging? Meisjes met piepkleine topjes! Jongens met gitaren! Tsss.

En dat die ouders dat toelaten! Enfi n, nu zie je wat ervan komt!

Politie zo vroeg op de dag!”

“Ik hoop maar dat ze geen oudje overvallen hebben! Een handtas

gestolen, of zo. Die hebben immers altijd geld nodig, die kerels!

Voor hun drugs en hun gsm’s en zo!” “Ja, het stond laatst nog in

de krant: ‘Oude dame beroofd van handtas!’ ”

“Dat waren wel geen jonge daders, maar veertigers, Maria”,

zegt Marcel die ondertussen is opgestaan en het gesprek heeft

gehoord. “Ja, oké Marcel, maar geef toe dat er iets niet koosjer

is nu! Zo vroeg op de dag al politie over de vloer? Kan niks

goeds zijn!” Marcel loopt zuchtend naar de keuken om koffi e

te halen. “Kijk, kijk, Lisette, ze rijden weg! Hebben ze iemand

meegenomen? Kan jij dat zien vanuit je raam?” “Wacht even…

nee, ik geloof het niet. Enkel de twee agenten vertrekken. Kijk, nu

komt de vader weer thuis met zijn auto! Die zal nogal woedend

zijn nu! Als daar maar geen herrie van komt! Ik hoop maar dat hij

een fi kse straf krijgt! Dat hij zijn lesje leert! Meneer oorbel!”

“Ja, dat mag je wel zeggen! Die jeugd denkt dat alles kan

tegenwoordig. Maar wacht eens… is dat nu de zoon zelf niet

die buiten komt met zijn moeder? En dan lachen ze nog? Niet

te geloven! Net gearresteerd voor weet ik veel wat voor misdrijf,

en even later lachend buiten komen! Wacht even, Lisette, daar

moet ik het fi jne van weten! Ik ga even de stoep schoonvegen en

dan kom ik het wel allemaal te weten. Ik bel je wel terug straks.”

Maria neemt de borstel en begint de stoep te vegen alsof haar

leven ervan afhangt. “Goeiemorgen”, roept ze luid naar haar

overburen. “Alles goed daar?” “Ja hoor”, antwoordt de mama.

“Ben IK een trotse mama zeg! Jonas heeft gisteravond toen hij

op weg was naar een vriend, een oude man geholpen die was

aangereden door een automobilist die vluchtmisdrijf pleegde.

Hij heeft de ziekenwagen gebeld, is meegereden en is bij de man

gebleven tot de familie er bij was. De man stelt het beter nu. De

politie kwam daarnet nog even langs voor een verslagje.” “O

wat fi jn!”, zegt Maria. “ Ik heb altijd wel gedacht: wat een fi jne

jongen toch, die Jonas!” Toen veegde ze verder haar stoep, tot

die brandschoon was.

Karine Van Rompuy

15

Jan Engelen

anderenzeggen...

WAT ZEG JIJ?

VERKIEZINGENWij weten dat je niet wakker ligt van de

politiek. Toch willen we even over politiek

praten. Op 13 juni hadden in ons land

verkiezingen plaats. Stijn Meuris zei toen

dat hij niet ging stemmen omdat hij niet

tevreden was over de politici. Had hij reden

om ontevreden te zijn? Heel zeker: de

politici hadden belangrijke problemen niet

opgelost. Uit een grootschalig onderzoek

bleek, dat 27% van de Belgen niet tevreden

was over onze politici en dat 27% niet zou

gaan stemmen als de stemplicht werd

afgeschaft. Misschien zeg jij: die 27% had

gelijk: de “hoge heren” in Brussel doen

toch wat ze willen. Maar krijg je betere

hoge heren door uit het stemhokje weg te

blijven?

OPVOEDENEen tijdje geleden zei een hoogleraar: “Ik heb tegen mijn kinderen gezegd: als je mij chips

ziet eten, moet je ze mij afpakken”. Ga jij later ook dergelijke dingen tegen je kinderen

zeggen? Of zal je leuze zijn: “Kop dicht en luisteren”?

DOODSTRAFAan een aantal Vlaamse tieners werd het

volgende voorgelegd: “Iemand die met

voorbedachten rade een moord heeft

begaan, moet worden bestraft met de

dood.” Van de ondervraagden was 49%

het eens met die stelling. Als die 49%

het voor het zeggen hadden, werd in ons

land de doodstraf ingevoerd. ”Zet zware

criminelen tegen de muur. Castreer ze en

folter ze voor je ze doodschiet. Zo stel je

een afschrikwekkend voorbeeld”, zeggen

de voorstanders. Andere Vlaamse tieners

zijn tegen de doodstraf. “Wij hebben niet

het recht iemand te doden”, zeggen ze.

“Wij zijn tegen alle geweld en de dood-

straf is een vorm van geweld. Is een lange

celstraf niet veel effi ciënter dan de dood-

straf? Tenslotte: de doodstraf is een stap

achteruit: doodstraf en foltering horen

thuis in de middeleeuwen”. Wat zeg jij?

LACHEN MET JEZELFAls jonge vrouw zei de Engelse schrijfster Doris Lessing: “Binnen heel korte tijd zal iedereen in de wereld in liefde en vrede leven”. “Wie dat beweert, is van lotje getikt”, zeggen de mensen. Later zag Lessing in dat ze verkeerd was. “Er is altijd brutaliteit in de wereld geweest en die is nog lang niet uitgeroeid”, zei ze toen. "Pas als iedereen zijn eigen fouten inziet en met zichzelf kan lachen, zal het beter gaan in de wereld”. Kun jij lachen met jezelf?

HET PLAN LÉONARDAartsbisschop Léonard is niet tevreden over de godsdienstles-sen. “De godsdienstles is al lang geen godsdienstles meer. Het is een allegaartje van levens-beschouwelijke dingen”, zegt hij. Hij wil de godsdienstlessen “katholieker” maken. Hij heeft aan de paus beloofd werk te maken van de godsdienstlessen. “De godsdienstles moet gaan over het christendom en de fi guur van Jezus”, zegt hij. Zijn dan alleen het christendom en het katholicisme waard onderwezen te worden? Hebben alleen het christendom en het katholicisme de waarheid?

FIETSSNELWEGENIn Nederland zijn al een aantal

fi etssnelwegen in gebruik. Ook in

België groeit de belangstelling.

Enkele tijd geleden besloot de

Antwerpse provincieraad een

fi etssnelweg aan te leggen langs de

spoorlijn Antwerpen - Mechelen.

Ook in en rond Hasselt zou een

fi etssnelweg komen met de naam: “I

bike I move”. Een aantal Hasseltse

bedrijven steunen het project. Wie

die fi etssnelweg gebruikt zou een

fi ets krijgen en een vergoeding per

afgelegde kilometer. Tracht eens

te weten te komen hoe ver het

staat met die twee projecten. Zijn

er nog in andere streken van ons

land plannen voor fi etssnelwegen?

VRIJWILLIGERSIn de lessen moraal leer je veel mooie

dingen. Je leert er dat een mens niet kan

bestaan zonder de anderen, dat de ene

mens de andere moet helpen. Allemaal

heel mooi, maar nog mooier is: doen wat

je geleerd is. Als je wat ouder bent, kun

je vrijwilliger worden. Je kunt bijv. een

handje toesteken in een tehuis voor oudere

mensen. Stel je leerkracht moraal eens

voor een bezoek te brengen aan zo’n

tehuis voor oude mensen. Dan zie je met

eigen ogen wat allemaal kan gedaan

worden. Natuurlijk kun je nog op andere

gebieden vrijwilliger zijn. Ken je er enkele?

VLAAMSE TELEVISIEVolgens een ex-presentator deugt de Vlaamse televisie niet. “Neem nu

een programma zoals “De slimste mens”. Dat is pis- en kakhumor. In

cafés zijn de gesprekken dikwijls grappiger”, zegt de ex-presentator.

Vind ook jij dat? Is dat niet overdreven?

Zo vond ik het wel interessant om te

onderzoeken of de karaktereigenschap-

pen die ik op mezelf plakte, dezelfde

waren als de eigenschappen die mijn

klasgenoten me gaven. Bij mij kwam

alles nog behoorlijk goed overeen, maar

Jitze uit onze klas, kwam tot een ander

besluit. Hij vond zichzelf namelijk erg

behulpzaam, terwijl bijna de hele klas net

het tegenovergestelde vond: Jitze doet

eigenlijk enkel iets voor een ander als hij

er zelf ook iets aan heeft.

Gelukkig kon Jitze er mee

lachen en gaf hij ons na

een grappige discus-

sie ook nog gelijk.

Meer zelfs, hij ging

er iets aan proberen

te doen… En ja hoor,

aan het einde van

de les vroeg hij al

lachend of hij het bord mocht vegen!

Benieuwd hoe lang hij het zal volhouden…

De volgende les gingen we verder met

ons uiterlijke zelfbeeld. Eigenlijk heb ik er

vooral uit onthouden dat bijna alle meisjes

uit de klas zichzelf te dik - zelfs de bonen-

staken - en lelijk vinden! Belachelijk, re-

ageerde ik, maar toch moest ik achteraf

eerlijkheidshalve toegeven dat ik slank ook

prefereer boven Rubensiaanse rondingen…

Hoe komt het eigenlijk, vroeg onze

leerkracht, dat wij er tegenwoordig

allemaal slank en jong willen uitzien?

Waarom diëten en fi tnessen er zoveel

mensen of waarom ondergaan mensen

zelfs gevaarlijke en pijnlijke operaties om

er anders uit te zien?

We bedachten dat die ideaalbeelden

over schoonheid ons vooral door de

massa media voorgespiegeld worden. Zo

vertellen tijdschriften ons voortdurend

hoe we kunnen vermageren

in tien dagen, tv-

programma’s laten

zien hoe iemand een

volledig nieuw uiterlijk

krijgt en in muziek-

clips krijgen we slanke,

gespierde lichamen

en dikke borsten te

zien. Televisie, reclame-

panelen, tijdschriften

en ook het internet

tonen ons voortdurend

mooie mensen en

vaak zijn we ons er

te weinig van bewust

dat die modellen en acteurs

een heleboel veranderingen ondergaan

vooraleer ze voor de lens verschijnen!

Ze worden omringd door professionele

kappers, stylisten, schminkers, enzovoort,

die hen omtoveren tot adembenemende

schoonheden. En als ze er dan nog niet

knap genoeg uitzien, zijn er nog allerlei

computertrucjes mogelijk om de beelden

te bewerken en

rimpels of vetrolle-

tjes weg te gommen.

Goed zo, zei onze

leerkracht, maar

is een schoonheids-

ideaal dan slecht? Alina

reageerde bliksemsnel

en zei dat die slanke

(magere?) schoonheids-

idealen kunnen leiden tot

anorexia, depressies, schaamte

en schrik als meisjes zichzelf

voortdurend gaan vergelijken met

die ‘perfecte’ lichamen.

Maar wie of wat heeft er dan wel belang

bij dat we geloven dat ons lichaam er niet

goed uitziet, vroeg onze leerkracht. We

dachten even na en al snel kwamen we

bij de voordelen die fi tnesscentra hierbij

hebben, de dieetindustrie, de cosmetica-

en parfumproducenten, de plastische

chirurgie,… Ook de reclamewereld probeert

zo veel mogelijk producten aantrekkelijk

voor te stellen door ‘mooie’ mensen te

gebruiken die alles aanprijzen. Zo hopen

zij ons te verleiden om hun producten te

kopen.

Tja, kritisch wezen in deze consumpti e-

maatschappij is dan maar de boodschap

zeker!?

Anoniempje uit KAMSAarschotJoke Van Dijck

e

ar

ds-

Alina

msnel

slanke

nheids-

iden tot

schaamte

jes zichzelf

rgelijken met

DE SPIEGEL

16

Vorige week hadden we het tijdens de les N-CZ over ons zelfbeeld.

We moesten van onze leerkracht allerlei oefeningen uitvoeren om zo

in kaart te brengen welke idee we over onszelf als persoon hebben,

zowel innerlijk als uiterlijk.

Ons zelfbeeld onder de loep!

WAAROM ONDERGAAN

MENSEN ZELFS GEVAARLIJKE

EN PIJNLIJKE OPERATIES

OM ER ANDERS

UIT TE ZIEN?

17

P(B)UUR NATUUR"PASSIEF" is het woord dat we willen horen

CO2-UITSTOOT: DAT IS HET PROBLEEMHet woord CO2 klinkt jullie zeker

bekend in de oren. Zonder profes-

sor Zonnebloem te willen zijn, even

wat uitleg. De CO2-uitstoot zou

verantwoordelijk zijn voor het gat in

de ozonlaag. Dat gat heeft dan weer tot gevolg

dat het poolijs smelt waardoor het zeeniveau

stijgt. Een ander gevolg is dat het klimaat

verandert en dat de aarde, dat speldenprikje

in het heelal, uit haar evenwicht geraakt.

Gevolgen zouden zijn, naast klimaatsveran-

dering: overstromingen, wervelstormen en

nog allerlei rampspoed. De vraag is nu of het

allemaal wel zo een vaart zal lopen. Feit is

dat die CO2 uitstoot moet verminderen en dat

we daarvoor zuiniger moeten omgaan met

energie.

DE CO2-UITSTOOT VERMINDEREN OP EEN “CREATIEVE” WIJZEWijze mannen en politici zaten samen op

wereldniveau om te brainstormen over de

vermindering van de CO2. Het komt erop neer

dat we minder fossiele brandstoffen moeten

gebruiken (steenkolen, gas, aardolie). Door

verbranding van die stoffen maken we ener-

gie en daarbij komt de meeste CO2 vrij. Aan

deze discussie zit wel een pikant detail. Als

je spreekt over vermindering van energie-

verbruik, dan spreek je over vermindering

van comfort (denkt men), minder productie,

minder rijkdom.

Het mag een klein wonder heten, maar de

meeste landen spraken af dat ze hun CO2 -

uitstoot zouden verminderen en plakten er

zelfs een hoeveelheid en een tijd op om dit te

realiseren. Het duurde wel wat vooraleer men

tot een akkoord kwam en het is helemaal nog

niet zeker dat men de doelstellingen zal ha-

len. Grote energievreters (bijvoorbeeld de VS)

stribbelen nogal wat tegen. Men kwam ook

tot een merkwaardige afspraak. Landen die

weinig CO2 produceren en hun doelstelling

zeker zullen bereiken, konden CO2 “overne-

men” van landen die te veel CO2 produceerden

en dat … tegen betaling. Om precies te zijn:

je kunt geen

CO2 overnemen

van een land,

wel het recht

om meer CO2

uit te stoten.

En dat recht

moet je dan

kopen van

dat ander

land. Een voorbeeldje: de VS die te veel CO2

uitstoot kan deze “verkopen” aan (vroegere)

aartsvijand Rusland dat meer onbebouwde

oppervlakten heeft en in principe dus minder

CO2 produceert. Rusland kan dus wat meer

CO2 hebben en “koopt” dus wat tegen een

serieuze stapel dollars. En, slimme Prikkers,

denken jullie dat hiermee ons CO2-probleem

opgelost is. Nop, nada, met geen moer …

CO2 ECHT VERMINDEREN? BOUW PASSIEFHUIZEN EN PASSIEFSCHOLENHet woord “passief” wil natuurlijk niet zeg-

gen dat je niets doet. Integendeel! Passief wil

eigenlijk zeggen dat je een huis of een school

zo bouwt, dat je zo weinig mogelijk energie

verbruikt. Bovendien maak je de constructie

zo dat je de energie die je gebruikt, zoveel

mogelijk uit je omgeving haalt. Dat men daar

nog niet eerder aan gedacht heeft! Toch wel!

De Indianen kennen een heel mooi principe:

“Wat je van Moeder Aarde ontneemt, moet

je haar op één of andere manier ook terug-

geven”. De Navajo’s bouwden bijvoorbeeld al

jaren adobehuizen. Het zijn huizen die gedeel-

telijk in de grond zitten. Ze zijn gebouwd met

de lokale leem. Het voordeel is dat ze perfect

aangepast zijn aan de omgeving. Navojo’s

leven in een woestijn omgeving. De dikke

lemen muren en het gedeelte in de grond

zorgen ervoor dat het lekker

fris blijft binnen. Bovendien

heeft leem de eigenschap

dat ze warmte opslorpt.

Ideaal, want in de woestijn

is het ’s nachts bitter koud.

De opgeslagen warmte

in de leem wordt dan

gebruikt om het binnen

lekker warm te houden.

Het passieve zit hem hierin: de mens

doet eigenlijk niets, de aarde (de leem) zorgt

voor de opslag van de gratis energie, en die

zorgt op het gepaste moment voor koelte en

warmte. Eerst moet natuurlijk nog gebouwd

worden en daar grijpt de mens in. Het idee

is perfect. Als het Navajohuis niet meer be-

woond wordt, stort het in en wordt herleid tot

leem. Terug naar Moeder Aarde.

PASSIEFSCHOLEN EN –HUIZEN: GEEN UTOPIE MAAR REALITEITVlaanderen telt ongeveer 120 passief-

gebouwen. De basisschool van het Koninklijk

Atheneum van Etterbeek is een van de eerste

scholen in Vlaanderen die een passiefschool

zal bouwen. Wat is de eigenschap van zo

een passiefgebouw? Het principe is om

zo weinig mogelijk energie te verbruiken,

zoveel mogelijk energie te hergebruiken

en zoveel mogelijk duurzame, milieu-

vriendelijke materialen te gebruiken. Een

gebouw in de juiste richting zetten kan al

veel uitmaken (vensters in de zuidzijde). Een

zonneboiler installeren of muren zo maken

dat ze de warmte opslaan en op het juiste

ogenblik dienen om het gebouw te verwar-

men zijn andere voorbeelden.

Je hebt natuurlijk ook de echte “funda-

mentalisten”. Zeker niet in de negatieve zin

van het woord. Ze bouwen hun huis zelf,

ze gebruiken zoveel mogelijk natuurlijk

materiaal. Een grasdak, prima voor de isolatie.

Lemen muren, nog wat minder op de

energie factuur en een rietveld om het afval-

water te recycleren. Zo kan je het verbruik

herleiden tot ¼de van een klassiek huis. Er

zijn zelfs passiefhuizen met zwembad. Het

zwemwater wordt gehaald uit het regen -

water en gezuiverd door een rietveld.

Moeder Aarde weet je nog.

Die Indianen, volgens mij

waren dat toch helemaal

niet die schreeuwende

“wilden” in de John Wayne-

westerns, maar daarover

later misschien meer…

r

-

n

u

in

je

C

va

w

o

u

E

Een passiefschool, een passiefhuis. Mis-

schien doodnormaal voor jullie, voor mij

iets totaal nieuw. Als “natuurspecialist”

zou ik nochtans beter moeten weten.

Een passiefschool is geen school waar

leerlingen passief zijn, lanterfanten en

zo weinig mogelijk lucht verplaatsen

door niet te bewegen. Hoewel, met lucht

heeft het toch iets te maken.

Steek de handen uit de mouwen en maakt van jouw school ook een passiefschool. Jullie leerkracht

NCZ wil jullie zeker helpen. Stuur jullie ideeën liefst met foto’s naar onze redactie. Misschien zit er

voor het “leukste passiefschool-idee” wel een mooie prijs in. Prikkers aan de slag !

SSteek de handen uit de mouwen en maakt van jouw scho

DE UITDAGING !!!!!

Bert, uw P(B)N gebuurPeter Van Dyck

er

n n

p

.

n: de mens

water en gez

w

n

w

la

DAG BLADMIJN GEZIN:

Vierendertig op honderd, een dikke buis. Inekes

ouders kunnen er niet mee lachen, vooral haar

vader is deze keer echt boos. “Heb ik daarvoor

al die avonden met jou die sommen zitten

maken? Het is ook altijd hetzelfde, het ene oor

in en het andere weer uit!” Ineke wordt kwaad.

“Maar ik heb mijn best gedaan, echt waar!”

Moeder probeert te sussen maar vader wil van

geen ophouden weten. “Als je in de klas niet

wil opletten kan ik het hier thuis ook niet meer

rechttrekken.” Nu is het Ineke's beurt om zich

op te winden. “Ik, ik , ik: niet alles draait altijd om

jou, dommerik.” Ze loopt kwaad de kamer uit

en slaat de deur keihard achter zich dicht. “Dat

heeft ze van jou, dat agressieve.” Moeder zegt

het met een monkellach om de lippen. Vader

zucht diep. “En met dat gemene lachje lijk jij als

twee druppels water op mijn schoonmoeder.”

En in zichzelf fl uisterend: “Jij was in jou tijd

anders ook geen wiskundeknobbel.”

Ook al meegemaakt zeker? Dat je ouders of

grootouders over je zeggen: “Dat heb je nu van

die of die.” Grappig of eerder vervelend? Dat

kan je nu eenmaal niet verhelpen, het zit hem

in die vermaledijde genen van je! Een streepje

biologie. Als mens besta je uit miljarden cellen.

In zo een cel zitten je chromosomen en je DNA.

Dat kan je je nog het best voorstellen als twee

aan elkaar vastgemaakte 'slingers'. DNA is

de drager van je erfelijke informatie. Op het

DNA liggen jouw genen. Het zijn die genen

die bepalen hoe je er uitziet en hoe je karakter

is. Zo is er een gen dat de kleur van je ogen

bepaalt, of de kleur van je haar, je lengte, ... Zet

die ooievaar maar uit je hoofd: het zijn je ouders

die je zo een 40 weken voor je geboorte hebben

'gemaakt' en je dus ook hebben opgezadeld

met die genen van je. Zo ook met Ineke. Zij is

net als haar vader een koppige meid en dat

is geen toeval. Uiterlijk lijkt ze eerder op haar

moeder. Maar nog meer op haar grootmoeder

toen die dertien was, zeggen de oudjes in de

familie die het kunnen weten. Wiskunde is

niet haar ding op school, maar ze is wel heel

goed in plastische opvoeding. Een talent dat ze

deelt met haar vader die de meest prachtige

tekeningen uit zijn mouw kan schudden.

Gek toch die combinatie van kenmerken van

verschillende familieleden?

Uiteraard ben je geen kopie van je ouders. Je

bent uniek! Daaruit kun je een interessante

vraag afl eiden: kan jij automatisch goed

tekenen als een van je ouders dat ook kan?

Of stel nu dat geen van je ouders goed kan

tekenen, kan jij dan 'mooi tekenen’ zelf

aanleren? Oefening mag dan wel kunst baren,

als je ergens het talent voor hebt, zal je minder

oefening nodig hebben om uit te blinken.

Meestal zijn de dingen waar je goed in bent een

combinatie van wat je “erft” en wat je aanleert.

Je kan het ook zo bekijken: het is niet omdat

je van je ouders het talent “taalvaardigheid”

hebt meegekregen, dat je op school helemaal

niets meer hoeft te doen om goede cijfers voor

Nederlands te halen. Je zal sowieso zelf de

handen uit de mouwen moeten steken. Maar

waar erfelijkheid stopt en het aanleren begint,

blijft nog vaak een raadsel.

Alhoewel. Dat raadsel

wordt met de tijd steeds

minder groot. Hoe meer

wetenschappers de DNA-

slinger ontrafelen, hoe

meer genen ze ontdekken.

Soms ook minder leuke.

Heb je slechte ogen of vaak

last van hoofdpijn? Dan heb

je dat waarschijnlijk van je

ouders. Er zijn ook genen

die ziek maken. Je genen

in kaart brengen zou je

kunnen vergelijken met een

kristallen bol. Stel je eens

voor: een dokter bekijkt je

genen en kan je precies

vertellen op welke leeftijd je welke ziekten zal

krijgen. Dat zou wel eens goed nieuws kunnen

zijn. Want als die dokter je “ziekmakende”

genen kan ontdekken wie, zegt er dan niet dat

hij ze ook kan vervangen door gezonde? Hopla,

weg domme erfelijke ziekten.

En toch. Je zou niet enkel ziekten kunnen

voorkomen maar ook de intelligentie of het

uiterlijk van iemand kunnen bepalen. En of dat

altijd wenselijk is? Het blijft opletten geblazen:

als het aanpassen van genen mogelijk wordt

zou dat enkel een zaak voor de rijken kunnen

zijn. Hoe meer geld hoe gezonder? En wat als

iedereen heel oud wordt? Dan krijgen we nog

meer met hongersnood en plaatsgebrek te

maken. Toch maar uitkijken!

In hoeverre we nu voorgeprogrammeerde

robots zijn of zelf nog iets in de pap te brokkelen

hebben, zal de wetenschap ons in de nabije

toekomst wel duidelijk maken. Dat belet ons

niet om er nu al over na te denken.

Kris Van den Stockt

STOF TOT DISCUSSIE

1. Stel dat je schoolse talenten vastlig-

gen in je genen. Mag een school dan

voor jou je studierichting bepalen?

Weg keuze, alles ligt vast.

2. Heeft Ineke niet evenveel recht om

boos te zijn op haar ouders voor

die buis op wiskunde? Zij “erfde”

immers weinig aanleg voor cijfers?

3. Stel: je bent volwassen, je hebt een

relatie en jullie verwachten een

kindje. Heb jij als ouder het recht om

het geslacht van je kindje te bepalen

door dokters met de chromosomen

te laten 'foefelen'?

4. Mag je het laten “aanpassen” van

genetisch materiaal door de ouders

laten gebeuren met het doel leed te

voorkomen? Bijvoorbeeld: ziekma-

kende genen laten vervangen door

gezonde?

5. Mag je genetisch materiaal laten

aanpassen, niet om pijn en ziekte

te voorkomen, maar om je kindje te

'verbeteren'? Bijvoorbeeld: het IQ

bepalen of de uiterlijke schoonheid?

“Ineke is een echte dromer. Als ze niet beter meewerkt in de klas

kunnen haar resultaten ook niet beter worden.” Aan duidelijkheid liet

de commentaar op haar rapport niets te wensen over. En het cijfer dat

er naast staat nog minder.

18

19

DE DONDERDISCUSSIE

IDENTITEIT? 12.30 uur op een speelplaats ergens in een Vlaamse

middenschool.

Charlotte was erg stil tijdens de les wiskunde. De

opmerking van de leerkracht: “Je gedachten zijn erg

ver!”, bracht haar van streek. Ze had enkel geknikt

en zich verstopt achter haar meetkundeschrift.

Wie kon het wat schelen? Tijdens de pauze, onder

de lindeboom, vond ze rust in zichzelf. Wat verder

stonden Laura en Katrien naar haar innerlijk gevecht

te kijken. Zou ze het hen vertellen? Maar konden ze

begrijpen wat haar kwelde? Even zocht ze oogcontact

met Laura… maar wendde zich weer af om haar

traanvocht te verbergen. Toen voelde ze een arm om

zich heen. “Er zit je iets dwars.” Het was Tom. Dit had ze

niet verwacht; de stoerste jongen van de klas. Ze had geen

verweer meer tegen haar verdriet. Tom bleef rustig zitten en

luisterde. “Ik had altijd een goede band met mijn vader. Hij was er

altijd voor me.” Ze merkte dat Laura en Katrien dichterbij kwamen

en meeluisterden. Dat gaf haar moed. “Laura, jij kent mijn vader. Wat

zeg ik? Ik weet het niet meer, misschien moet ik hem vanaf nu niet meer

mijn vader noemen.” Laura schrok. “Je vader is een schat, hij brengt

je altijd naar de circusschool en is heel fi er op je.” Ze knikte. “Was”,

herhaalde Charlotte. “Hij is mijn vader niet. Ze hebben ontdekt

dat hij een zeldzame bloedziekte heeft. Hij maakt geen

gezonde bloedcellen meer aan. Als hij een stamceldonor

vindt met hetzelfde weefseltype kan hij misschien weer

gezond worden. Wat zou jij doen?” Charlotte wachtte

niet op antwoord en eindelijk kwam het moeilijkste

over haar lippen. “Alles zou ik voor hem gedaan

hebben. Eigenlijk moet je achttien zijn om donor te

zijn, maar ik stond erop en wilde me laten testen.

Mijn vader is mijn vader niet. Mijn moeder is ooit

vreemdgegaan en dat hebben ze altijd voor me

verborgen gehouden. Ik kan hem dus niet helpen,

want ik ben geen bloedverwant. Mocht ik zijn eigen

dochter geweest zijn, dan was de kans veel groter

dat ik in aanmerking kwam om donor voor hem te

zijn. Nu ben ik vooral boos. Kan je je dat voorstellen?

Wie ben ik? Wie is mijn echte vader?”

“Je vader is de persoon die samen met je lacht en je

verdriet deelt, Charlotte”, prevelde Tom stilletjes. “Weet je,

mijn moeder verliet mijn vader toen ik drie was. Ik heb nu

een stiefmoeder en ook een stiefvader, maar zo ervaar ik dat niet.

Mijn ouders verdelen me in co-ouderschap, elke week verhuis ik dus.

Maar mijn stiefouders, stiefzus en halfbroer zijn voor mij echte familie.

Ik denk dat vooral mijn biologische ouders er het het moeilijkst mee

hebben. Voor hen blijft het raar dat ik een extra papa en mama heb die

zich met mijn opvoeding bezig houden. Je moet niet zo wakker liggen van

dat bloedverwantschap, Charlotte”, meende Tom. “Voor jou is hij je vader.

Het is jammer dat je hem niet kan helpen, maar het belangrijkste dat

hij nu nodig heeft, is de liefde van zijn dochter.”

“Toch blijft het knagen, het idee dat ergens op deze wereld

mijn échte vader rondloopt”, zuchtte Charlotte. “Tja, maar

die man weet misschien niet dat je bestaat en kent jouw

geheimen niet”, voegde

Katrien er aan toe.“ Dat

is misschien toch

wel iets te kras”,

vond Laura. “Wat

doe je dan met al

die mensen die een

band met een geliefd

persoon verliezen of

die persoon een

tijdje noodgedwongen

moeten missen? Ik

denk dat ik Charlotte wel

begrijp, het is alsof er een

puzzelstukje in je persoonlijk

verhaal ontbreekt. Kijk maar naar

Fari…” Toen dwaalden vier paar ogen

de speelplaats rond, de verhalen kenden

ze. Fari die zonder ouders uit Pakistan was

gevlucht en hier samen met zijn oom en tante

een nieuw leven probeerde te leiden. De oudere

broer van Jelle was gestorven toen hij

één jaar was. Jelle kende hem alleen

van foto’s en de herinneringen van

zijn ouders. Charlotte snoot

lang en luidruchtig haar

neus. “Misschien moet ik

eens gaan praten met

Fari.” Tom gaf haar

een schouderklopje.

“Straks hebben we

zedenleer. Ik denk dat

ik weet waarover we

het zullen hebben. Als

je wil, ga ik even voor

het begin van de les

naar meneer Filos.”

Er verscheen een vage

glimlach op het gezicht

van Charlotte. Ze had fi jne

vrienden en een schat van

een vader. Vanavond zou ze

haar vader een dikke knuffel

geven, zijn twijfels wegnemen.

Hopelijk vond hij snel een donor

want ze wilde hem nooit missen.

Zetten jullie de discussie verder? Wie zijn

jullie? Wat is het belangrijkste? Nature

of nurture? Wie of wat bepaalt wie

je bent: je erfelijk materiaal of de

liefde en de opvoeding die je

krijgt van de mensen in je

naaste omgeving?

Nancy Minnen

20

WAT

IK W

OU Z

EGGE

N VOOR ALLE REACTIES,

VERZUCHTINGEN, HARTEROERSELEN...

ÉÉN ADRES:

Wat ik wou zeggen

p/a Peter Van Dyck

d’Arconatistraat 112

1700 Dilbeek

[email protected] “Als er luizen zijn, zullen ze wel van hen komen!”

“Ze kunnen geen eten of mooiere kleren kopen, maar ze hebben wel

een gsm!”

“Die ouders zullen wel niet goed voor hen zorgen.”

Denk jij ook zo over arme kinderen of arme mensen? Ik nu niet meer.

Ik heb zo ook wel eens gedacht, dat geef ik toe, maar als je die mensen niet

eens kent, kun je daar dan eigenlijk wel over oordelen?

Veel mensen oordelen veel te snel, want er zijn ook veel arme mensen

die heel tof zijn, maar die mensen krijgen meestal niet zo veel begrip van

andere mensen.

Als je als kind geboren wordt in een arm gezin, is dit dan je schuld?

Je kunt toch niet kiezen waar je geboren wordt? Iedereen weet dat, maar

toch denken de meeste mensen er niet aan en hebben ze hun oordeel zo

snel geveld.

Maar ook ouders, die dan misschien in een welgesteld gezin geboren zijn,

hebben er toch ook niet voor gekozen om arm te worden? Vaak vervallen

mensen in armoede omdat ze geen baan vinden of omdat ze hun huidige

baan verloren hebben, of als hun zaak failliet gaat en ze kunnen hun

schulden niet betalen. Ook als een kostwinner een zware ziekte krijgt

of sterft, kunnen mensen in armoede geraken. Als mensen dat zouden

weten, zouden ze er misschien wel anders over denken.

Je hebt ook mensen die in armoede geraken omdat ze niet kunnen omgaan

met geld of omdat ze verslaafd zijn en daar al hun geld aan geven. Daardoor

komen zo’n mensen ook vaak op het slechte pad. Ook zijn dat vaak de

mensen die de andere armen een slechte naam bezorgen. Toch vind ik dat

zij ook een kans verdienen, want als ze het echt willen, kunnen zij ook op

het goede pad komen en uit die kringloop van armoede geraken.

Er zouden ook meer projecten moeten zijn voor alle soorten mensen, want

mensen die arm zijn schamen zich en sluiten zichzelf op. Geen goede

manier om uit de armoede te komen, toch?

Armen zullen ook niet snel hun kinderen in een jeugdbeweging laten gaan,

in een sportclub inschrijven of muziekschool laten volgen, want zoiets kost

geld, ja toch, geld dat ze nodig hebben om voedsel te kopen. En als ze

dan wat over hebben, waarom zouden ze het aan iets geven waar velen

het nut niet van inzien? Dus zouden de mensen ervoor moeten zorgen dat

het gemakkelijker wordt voor iedereen om deel te nemen aan naschoolse

activiteiten. Niet dat daar nog niets aan gedaan wordt, maar toch.

Armen mogen er ook niet alleen voorstaan Ze moeten uit de kringloop van

armoede geraken, het zou voor hen veel gemakkelijker zijn mochten ze nog

meer hulp krijgen. In plaats van een persoon die er volgens jouw mening

arm uitziet straal te negeren, zou je er beter eens warm naar glimlachen.

Vriendelijkheid kan wonderen doen. Want zou het niet veel leuker zijn als je

meer gelukkige mensen op straat ziet lopen?

Niemand wordt er immers slechter van als er minder arme mensen zijn in

de wereld.

En als jij ermee begint, zullen er snel andere mensen volgen!

Anke Breine

ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING

Eind vorig schooljaar organiseerde de

vereniging van leraars N-CZ een essaywed-

strijd voor alle leerlingen N-CZ van het 5de

leerjaar en het 6de leerjaar basisonderwijs

en alle jaren van het secundair onderwijs.

Daar 2010 het “Europees Jaar tegen de

Armoede en Sociale Uitsluiting” is, was

dit ook het onderwerp van de tekst. De

leerlingen werden in verschillende leeftijds-

categorieën ingedeeld en een strenge jury

selecteerde de winnaars, zij kregen een

aantal mooie prijzen.

• In de categorie 5de en 6de leerjaar won-

nen Steve Brandt en Kurt Dury van het 6de

leerjaar “De Suikerspin Grimde” in Tienen.

• In de eerste graad SO (1ste en 2de jaar secundair) won Anke Breine van het

Koninklijk Atheneum Pottelberg - Midden-

school 1 in Kortrijk.

• In de tweede graad SO (3de en 4de secundair) won Fleur Mak uit 3LWb in

Gent.

• In de derde graad SO (5de en 6de jaar secundair) won Bram Van Breda van het

KA Malle.

Ook 2de geklasseerden werden in de bloe-

metjes gezet. Voor alle “schrijvers in spe”

een dikke profi ciat van de Prik-redactie.

We willen jullie ook het essay van Anke

Breine niet onthouden. Zij won voor de

1ste graad en we maken graag plaats in

Prik voor haar prachtige tekst.

De redactie

LEERLINGEN N-CZ: SCHRIJVERS OVER DE TOEKOMST!

21

PRIKKELPOP

DUS IK BEN!Ik luister,

Dag Prikkelpoppers! Het schooljaar is alweer een tijdje

bezig en de meesten onder jullie zullen zich al goed thuis

voelen in jullie nieuwe klas. Hopelijk heb je veel nieuwe

mensen leren kennen én al vrienden gemaakt. De school

draait om meer dan huiswerk en toetsen, nietwaar? Maar

denk eens terug aan de eerste dagen, toen je nog je

klasgenoten moest leren kennen. Veel nieuwe gezichten

dus , waarop steun je je dan om na te gaan of je iemand

leuk vindt of niet? Uiterlijk, kledij, welke sport iemand doet,

woonplaats, … De kans is groot dat je ook geïnteresseerd

bent in welke programma’s je klasgenoten graag op tv

bekijken, hun favoriete fi lms, videogames, … We vergeten

nog één ding natuurlijk: hun muzikale smaak! Dit is nu

eenmaal de muziekrubriek! Beoordeel je mensen op basis

van de muziek waar ze naar luisteren? Vertelt iemands

mp3-collectie wie die persoon is? Op welke manier

bepaalt muziek je persoonlijkheid?

Jullie tienerjaren komen er

aan, of je zit er al tot over je

oren in! Je verandert, zowel

lichamelijk als geestelijk. Je

muzikale smaak zal waarschijnlijk

mee veranderen. De tijden waarin

je luidkeels met K3 of Mega

Mindy meezong, zitten er zachtjes

aan op. Een eigen stijl vinden is

voor veel tieners belangrijk en

muziek hoort daar nu eenmaal

bij. Welke jouw stijl ook is, op

deze pagina hebben we alle

muziekgenres even graag!

Mocht je nog niet weten naar

welke muziekgenres er in je klas

geluisterd wordt, dan is dit een

geschikt moment om dat eens na te gaan.

Let er wel op dat dit tot verhitte discussies

kan leiden. Nu, daar houden we in zedenleer

wel van, maar kritiek op iemands muziek kan

Beoordeel je mensenop basis van de muziek

waar ze naar luisteren?

soms hard aankomen. Het kan dat er meer fans van hiphop of r&b in je klas zitten dan liefhebbers van metal of omgekeerd. Vraag elkaar gerust waarom je bepaalde muziek leuk vindt, of wat er je in andere muziek mateloos stoort. Of laat elkaar gewoon eens jullie favoriete nummers horen in de les!

Muziek kan dus een gevoelig onderwerp zijn. En dit omdat muziek zo nauw verbonden is met wie we zijn, met onze persoonlijkheid. Je kan je uitleven op muziek, dansen, je afreageren, maar muziek kan ook een veel diepere betekenis hebben. Het kan je steun geven bij liefdesverdriet of wanneer je iemand verliest. Een oud lied kan je zo maar terug fl itsen naar die ene magische vakantie of die ene fantastische avond. Kortom: muziek kan krachtig spul zijn!

Meer nog, bij velen bepaalt muziek ook het uiterlijk. Je weet sinds daarnet waar je klasgenoten naar luisteren, maar kon je dat ook weten door hen slechts te bekijken? Zijn er leerlingen die hun muzikale smaak verraden door hun kledij, hun haarsnit, hun juwelen? Zo goed als alle jongerenculturen hebben wel een link met muziek. Metalheads, gothics, technofreaks, hiphoppers… muziek is voor hen belangrijk en waar ze naar luisteren kan je ook aan ze zien. Voor sommigen gaat dit echt heel ver, tattoos van hun favoriete band, absoluut géén kritiek kunnen verdragen op “hun” muziek of zelfs volledig op je idool willen lijken! Hoe extreem ben jij als het op muziek aankomt?

Er was een tijd dat aanhangers van jongerenculturen elkaars bloed wel konden drinken! Punkers en hippies zijn daar een mooi voorbeeld van. Toen ik opgroeide, was je ofwel metal, techno of hiphop. Dat alles lijkt toch veranderd. Het jonge volkje denkt niet meer in hokjes. Natuurlijk heeft iedereen een voorkeur, maar de jeugd proeft duidelijk graag van verschillende genres. Dat hebben we nogmaals kunnen merken op zowat het beste muziekfestival van Vlaanderen: Pukkelpop. Ik word zowat “verplicht” van de redactie van Prik om daar drie dagen muziek te gaan beluisteren (wat ik absoluut geen ramp vind!) en het verbaasde me opnieuw hoe ruimdenkend daar met muziek wordt omgegaan. Er waren 8 (ja acht!) podia, met heel veel soorten muziek. Van zachte folkmuziek naar scheurende rockgitaren tot oorverdovende dancebeats, alles was aanwezig. Weinigen beperkten zich dan ook tot één genre. Meer nog, heel veel artiesten mixten de genres zelf door elkaar op het podium!

Ondanks de “vrede” tussen genres zijn er misschien toch wel verschillen. In Schotland hebben onderzoekers proberen het verband tussen persoonlijkheid en muziek. Liefhebbers van dance zijn volgens dat onderzoek heel sociaal en creatief maar ook onvriendelijk en op zichzelf gericht. Wie van rap houdt, is heel open, maar vindt zichzelf ook dikwijls beter dan anderen. Liefhebbers van alternatieve muziek zouden heel creatief zijn maar niet van hard werken houden. Metalfans houden van wat opzichtig en brutaal is. Niet akkoord met deze resultaten? Laat de discussies dan maar beginnen!

Adriaan De Sutter

NOVEMBER - DECEMBER 2010

EENENDERTIGSTE JAARGANG

COLOFON

TIJDSCHRIFT VAN DE LEERLINGEN NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER

UITGAVE VAN PRIK VZW

onder pedagogische leiding van de inspecteurs-adviseurs niet-confessionele zedenleer Sonja Eggerickx,

Eddy Borms en Luc Meys

Beschermcomité:O. Bals, ere-inspecteur niet-confessionele zedenleer; de hh.

Couckhuyt, eredirecteur M.S. I Kortrijk; R. De Vreker, erestudie-

prefect; Schoeters, inspecteur secundair en hoger onderwijs;

H. Swerts, directeur M.S. Leopoldsburg; mevr. S. Van Trimpont,

eredirecteur M.S. Halle; W. van Driessche, eredirecteur M.S.

Waregem; F. Debrabandere, L. De Ro, R. Joncret, M. Stevens,

A. Hermans, R. Vervaet, inspecteurs niet-confessionele zeden-

leer; L. Blonden, R. Van de Cotte, Luc Devuyst, ere-inspecteurs niet-

confessionele zedenleer

Kernredactie:Peter Van Dyck, hoofdredacteur; Paul Hoebrechts, redactiesecretaris;

Jan Engelen en Zygmund Marcinkowski, leden kernredactie

Redactie en schrijfkern:Katja Beckx, Marleen Boone, Jill Bornauw, Martine De Winter,

Nathalie Geiregat, Nancy Minnen, Leen Potums, Sofi e Vandevenne,

Joke Van Dijck, Arlette Van Hees, Annick Van Hemelrijk, Karine Van

Rompuy, Willy D’Hooghe, Adriaan De Sutter, Dirk Maes, Luc Meys,

Kris Van den Stockt, Peter Van Dyck

Druk:N.V. Drukkerij Verbeke - Lijnmolenstraat 34-36 - 9040 Gent

Tel. 09/228.10.33 - Fax: 09/229.31.42 - www.drukkerijverbeke.be

Verantwoordelijke uitgever:Peter Van Dyck, D’Arconatistraat 112 - 1700 Dilbeek

Algemene leiding:Sonja Eggerickx, inspecteur-adviseur niet-confessionele zedenleer

Eddy Borms, inspecteur-adviseur niet-confessionele zedenleer

Luc Meys, inspecteur-adviseur niet-confessionele zedenleer

PRIK VZW:ABONNEMENT - LID

Vijf nummers per jaargang via de school kosten € 9

Individuele abonnementen: € 10

Afzonderlijke nummers: € 2

Te storten op rekeningnummer 001-0860344-30

van PRIK vzw, Burgstraat 18/B te 9000 Gent

Contact: Reimond Van de Cotte, Burgstraat 18/B, 9000 Gent

Tel.: 09/233 31 06 - Fax: 09/233 31 26

TEKSTEN VOOR PRIK ZIJN ALTIJD WELKOM!Mail ze naar [email protected]

of zend ze naar Peter Van Dyck, hoofdredacteur

D’Arconitastraat 112

1700 Dilbeek

22

MODERNE TIJDENJe weet dat je in 2010 leeft als ... je per ongeluk je paswoord ingeeft in de microgolfoven, je in geen jaren “patience” gespeeld hebt met echte kaarten, je een lijst hebt van 12 telefoonnummers voor een familie van drie personen, je een e-mail stuurt naar de persoon van het bureau naast het jouwe, je reden om geen contact te houden met bepaalde familie of vrienden is dat ze geen e-mail adressen hebben, je je eigen oprit oprijdt en dan met je gsm belt om te zien of er iemand binnen is om de boodschappen mee uit je auto te laden, elke reclamespot op de tv een website vermeldt onderaan het scherm, je je niet huis verlaat zonder je gsm, die je de eerste 20, 30 of zelfs 40 jaar van je leven niet gehad hebt, en als je nu in paniek geraakt en als een gek terug naar huis keert om het verrekte ding op te halen, je ‘s morgens opstaat en eerst online gaat alvorens koffi e te zetten, je je hoofd schuin begint te houden als je glimlacht... : ).

ANGSTDe passagier op de achterbank van een taxi buigt voorover en tikt de chauffeur op de schouder om hem een vraag te stellen. De chauffeur schreeuwt het uit, verliest de controle over het stuur, vermijdt nipt een passerende autobus en stopt op het voetpad, op enkele centimeters van een winkelraam! Na enkele ogenblikken van volledige stilte zegt de chauffeur met bevende stem: “Het spijt me, maar je hebt me de stuipen op het lijf gejaagd”. De passagier verontschuldigt zich en zegt dat hij werkelijk niet kon voorzien dat een lichte schouderaanraking zulke gevolgen kon hebben. De chauffeur antwoordt: “Je moet je niet verontschuldigen. Het is helemaal mijn fout. Het is vandaag mijn eerste dag als taxichauffeur. Tot gisteren heb ik 25 jaar met een lijkwagen gereden.”

SCHOOLLIEVERDJESJürgen, wat heb je gedaan tijdens de pauze? Ik heb in de zandbak gespeeld, meester. Heel goed, Jürgen! Kom naar het bord en schrijf het woord “zand” op het bord. Als het juist geschreven is, krijg je een 20 op 20 voor woorden-schat. Prima jongen! Kinderen, Jurgen heeft net een 20 op 20 verdiend. De meester vraagt aan Evelien: "En wat heb jij gedaan tijdens de pauze?" ”Ik heb samen met Jürgen in de zandbak gespeeld, meester.” ”Wel Evelien, kan jij dan het woord “bak” even op het bord schrijven? Dan krijg jij ook een 20/20, zoals Jürgen.” ”En nu jij Lowietje, wat heb jij tijdens de pauze gedaan?"”Ik, meester, ik wou samen met Evelien en Jürgen in de zandbak spelen, maar Jürgen zei dat ik moest oprotten.” ”Maar dat is verschrikkelijk, Lowietje. Dat is echt pestgedrag. Ik zou zelfs meer zeggen: dat is discriminerend pestgedrag!” ”Weet je wat Lowietje, als je het woord “discriminerend pestgedrag” juist schrijft, krijg jij ook een 20/20.”