Presentatie Behoefte aan infra voor alternatieve ...€¦ · PROJECTAFBAKENING Het project richt...
Transcript of Presentatie Behoefte aan infra voor alternatieve ...€¦ · PROJECTAFBAKENING Het project richt...
BEHOEFTE AAN INFRA VOOR
ALTERNATIEVE ENERGIEDRAGERSMaarten Verbeek
PROJECTDOELSTELLING
De doelstelling van dit project is om de behoefte te bepalen (grootte en locatie)
van infrastructuur voor alternatieve energiedragers (elektriciteit, waterstof,
LNG/CNG) voor mobiliteit in Nederland in 2020, 2025 en 2030 op het
hoofdwegennet.
Dit project wordt uitgevoerd ten behoeve van ondersteuning van het
nationaal beleidsplan voor de AFID (EU)
klimaatakkoord / brandstofvisie (NL)
Deze studie zal waar mogelijk in lijn zijn met / aanvullend zijn aan ander werk
(bijvoorbeeld NAL):
gebruik worden gemaakt van bestaande data waar mogelijk
afstemmen met stakeholders / stuurgroep
PROJECTAFBAKENING
Het project richt zich voornamelijk op snelwegen, waarbij steden worden
meegenomen als “black box”.
Energiedragers: Leidend zijn de relevante nieuwe energiedragers die
genoemd worden in de AFID: elektriciteit, waterstof, LNG, CNG.
Voertuigen: wegtransportsegmenten (vracht- en personenvervoer), aangevuld
met binnenvaart en zeevaart. Niches die weinig of geen impact hebben op de
(openbare) tankinfrastructuur, worden niet meegenomen.
De focus ligt op het Nederlandse wegennet.
TANKPUNTEN VS TANKSTATIONSLAADPUNTEN VS LAADPALEN VSLAADSTATIONS
Tankpunten: aantal vulpistolen dat simultaan beschikbaar is
Tankstations: is een verzameling van tankpunten
# tankpunten > # tankstations
Laadpunten: aantal stekkers dat simultaan beschikbaar is
Laadpalen: hebben vaak twee stekkers die simultaan kunnen worden
gebruikt.
Laadstations: is een verzameling van laadpalen
# laadpunten > # laadpalen > # laadstations
Alternative energy carrier infrastructure
PROJECTAANPAK
- Verkeersintensiteit per km
- Aandeel per aandrijf-
techniek (klimaatakkoord)
- Energiegebruik per km
(klimaatakkoord)
- Snelweg vs niet-snelweg
- Green deals
Bepalen energievraag
per energiedrager per
wegsegment
Inventariseren/valideren
geschikte locaties voor
infrastructuur
Bepalen potentiële locaties en
aantal vul/laadpunten per locatie
Bepalen impact op
lokale energiesysteem
- Regionale plannen/studies
- Gesprekken met regio’s
Matchen van analyse
met aantal regionale
plannen / studies
- Huidige bestemming locatie
(rustplaats, tankstation, etc)
- Ruimte
- Veiligheidscontouren
Hfst 6- ontwikkeling van biobrandstoffen (aanbod, soorten, etc.)
- behoefte voor tank- en laadinfrastructuur in de scheepvaart
- minimum netwerk voor CNG
- ontwikkeling nieuwe energiedragers en (laad)technologieën
- businesscase en verdienmodellen
- Verwachte bezettingsgraad
- Tijd om af te vullen
- Voertuigactieradius
Lo
ss
e v
rag
en
- Aanwezigheid
middenspanningsnet /
waterstofpijpleiding
- Capaciteit op netwerk
Hfst 3 Hfst 4
Hfst 4
Hfst 4 Hfst 5
METHODE VOOR HET BEPALEN VAN DE BENODIGDE INFRASTRUCTUUR
Alternative energy carrier infrastructure
# Voertuigen met
bepaalde aandrijving [-]
Jaarkilometrage
[km/jaar]
Energiegebruik
[kWh/km]
Benodigde energie per
jaar [kWh/jaar]
Aandeel geladen met
snellader (enkel voor
elektrisch) [%]
Afvulsnelheid /
vermogen van lader
[l/min] [kW] [kg/min]
Bezettingsgraad tank- /
vulpunt [%]
Additionele tijd bij
tanken / laden [min]
Totaal benodigd aantal
tank- / laadpunten [-]
Aantal tank- /
laadpunten nabij HWN
[-]
Aandeel energie
geladen nabij HWN [%]
Verdeling gereden
kilometers over HWN [-]
Verdeling tank- /
laadpunten over HWN
[-]
BENODIGDE TANK- EN LAADINFRASTRUCTUUR VOOR LICHTE VOERTUIGEN
Alternative energy carrier infrastructure
DISCLAIMER
Resultaten gelden in de situatie dat
1,7 mln lichte voertuigen op elektriciteit in 2030
300.000 lichte voertuigen op waterstof in 2030
‘Afzwakking elektrisch rijden dreigt in Klimaatakkoord’ (17-06-2019)
Elektrische voertuigen 15% van energie laden bij snelladers (in lijn met NAL)
De werkelijke ontwikkeling is onder andere afhankelijk van de
(meer)prijs voor snelladen;
beschikbaarheid van reguliere laders en snelladers;
actieradiusontwikkeling van voertuigen.
TOTALE BEHOEFTE AAN INFRA VOORLICHTE VOERTUIGEN IN NL
Bezettingsgraad hangt af van relatie
Bereidheid om te wachten vs prijs (=
energiekosten + belasting+ afschrijving
infra + marge)
Behoefte aan vulpunten voor
vloeibare (bio)brandstoffen neemt af
met 27% tot 2030.
Behoefte aan snellaadpunten zal
stijgen tot ~4400 of maximaal ~8200
in 2030 bij een bezetting van
respectievelijk 20% of 11%.
Behoefte aan waterstofvulpunten zal
stijgen tot ~249 tot ~364 in 2030 bij
een bezetting van respectievelijk 20%
of 11%.
De behoefte aan CNG vulpunten in
laag met 43 tot maximaal 77 in 2030
0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
18000
20000
Vloeibaar Elektisch Waterstof CNG
Benodig
d a
anta
l ta
nk-
en laa
dpu
nte
n
in N
L
2020 2025 2030
Scenario
Bezettingsgraad Tank-en laadpunten
Elektrisch Waterstof Elektrisch Waterstof
Centraal 20% 20% 4398 364
Laag 30% 30% 3003 249
Hoog 11% 11% 8209 680
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
Vloeibaar Elektisch Waterstof CNG
Benodig
d a
anta
l ta
nk-
en laa
dpu
nte
n
langs h
et
hoofd
wegennet
2020 2025 2030
TOTALE BEHOEFTE AAN INFRA VOORLICHTE VOERTUIGEN OP EN NABIJ HWN
Alternative energy carrier infrastructure
Behoefte aan vulpunten voor
vloeibare (bio)brandstoffen nabij het
HWN neemt af met 27% tot 2030.
Behoefte aan snellaadpunten nabij het
HWN zal stijgen tot ~2904 of
maximaal ~8133 in 2030 wanneer er
10% tot 15% wordt geladen / getankt
nabij het HWN
Behoefte aan ~144 tot maximaal ~404
waterstofvulpunten.
Scenario
Getankt nabij HWN Tank-en laadpunten
Elektrisch Waterstof Elektrisch Waterstof
Centraal 10% 40% 2904 144
Laag 5% 15% 992 37
Hoog 15% 60% 8133 404
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
10000
20
16
20
17
20
18
20
19
20
20
20
21
20
22
20
23
20
24
20
25
20
26
20
27
20
28
20
29
20
30
Aanta
l snella
adpunte
n in N
L
Werkelijk
TNO 2019 (laag)
TNO 2019 (midden)
TNO 2019 (hoog)
# Elaad 2019 (laag)
# Elaad 2019 (midden)
# Elaad 2019 (hoog)
NAL 2018
APPM 2019
0
100
200
300
400
500
600
700
80020
16
20
17
20
18
20
19
20
20
20
21
20
22
20
23
20
24
20
25
20
26
20
27
20
28
20
29
20
30
Aanta
l w
ate
rsto
fvulp
unte
n in N
L
Werkelijk
TNO 2019 (midden)
TNO 2019 (laag)
TNO 2019 (hoog)
H2-platform (ambitie)*
H2-platform (gepland)*
H2-platform (OKA)*
VERGELIJK MET ANDERE PROGNOSES
Hogere aantallen benodigde
snelladers zijn het gevolg van
hogere energievraag (#km,
#voertuigen, energiegebruik)
lagere gemiddelde
bezettingsgraad
Lager aantal benodigde
waterstofvulpunten is het
gevolg van
Hogere gemiddelde
bezettingsgraad
Alternative energy carrier infrastructure
20%
30%
11%
20%
30%
11%
Aanname: vier
vulpunten per
vulstation
Bezettingsgraad
Bezettingsgraad
Alternative energy carrier infrastructure
SPREIDING VAN INFRASTRUCTUUR
VERDELING VAN INFRA VOOR LICHTE VOERTUIGEN OVER HET HWN
Elektrisch: Per 10 kilometer snelweg, zijn er 1,3 tot 11 snellaadpunten nodig
(afh van verkeersintensiteit (TNO midden scenario)), bijvoorbeeld
Amsterdam - Utrecht (A2) in 2030 ~88
Amsterdam - Den Haag (A4) ~127
Boxmeer - Duitse grens (A77) 20 km ~2
Minstens één waterstofvulpunt op elke 20 à 60
kilometer HWN tot maximaal elke 160 km.
Relatief hoge transportkosten per getankte
hoeveelheid waterstof
Behoefte aan CNG-infra zeer beperkt
‘dekkend’ netwerk zou leiden tot lage
gemiddelde bezettingsgraad en hoge
afschrijvings- en transportkosten per
getankte hoeveelheid CNG.
BENODIGDE TANK- EN LAADINFRASTRUCTUUR VOOR ZWARE VOERTUIGEN
Alternative energy carrier infrastructure
TOTALE BEHOEFTE AAN INFRA VOORZWARE VOERTUIGEN IN NL
Bezettingsgraad hangt af van relatie
Aantal openbare vul- / laadpunten en
de mate waarin energie wordt
aangeboden op locaties waar
vrachtwagens langere tijd stil staan
(Bio)diesel blijft de dominante
energiedrager tot 2030.
Behoefte aan snellaadpunten zal
stijgen tot ~200 of maximaal ~293 in
2030 bij een bezetting van
respectievelijk 20% of 11%.
Behoefte aan waterstofvulpunten zal
stijgen tot ~45 tot ~117 in 2030.
De behoefte aan CNG vulpunten in
laag met 5 tot maximaal 14 in 2030.
Bij en vloot van 7000 ipv 3500 loopt
dit op tot 10 tot maximaal 28.
Scenario
Bezettingsgraad Tank-en laadpunten
Elektr. Waterstof LNG Elektr. Waterstof LNG
Centraal 20% 20% 20% 293 66 8
Laag 30% 30% 30% 200 45 5
Hoog 11% 11% 11% 517 117 14
0
100
200
300
400
500
600
Vloeibaar Elektrisch Waterstof LNG
Benodig
d a
anta
l ta
nk-
en laadpunte
n
in N
L
2020 2025 2030
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Vloeibaar Elektrisch Waterstof LNG
Benodig
d a
anta
l ta
nk-
en laadpunte
n
langs h
et
hoofd
wegennet
2020 2025 2030
TOTALE BEHOEFTE AAN INFRA VOORZWARE VOERTUIGEN OP EN NABIJ HWN
Alternative energy carrier infrastructure
(Bio)diesel blijft de dominante
energiedrager tot 2030.
In 2030 behoefte aan 67 (of maximaal
344) snellaadpunten nabij het HWN
Behoefte aan 27 (of max 70)
waterstofvulpunten nabij het HWN in
2030
Behoefte aan 3 tot max 8 vulpunten
voor (bio-)LNG in 2030 vanwege
beperkt aantal LNG-voertuigen
volgens routeradar (3500). Bij 7000
voertuigen behoefte van 6 tot max 16
vulputen.
Scenario
Bezettingsgraad Tank-en laadpunten
Elektr. Waterstof LNG Elektr. Waterstof LNG
Centraal 6% 40% 40% 117 27 3
Laag 5% 15% 15% 67 7 1
Hoog 10% 60% 60% 344 70 8
VERDELING VAN INFRA VOOR ZWARE VOERTUIGEN OVER HET HWN
Hoeveelheid benodigde tank- en laadinfrastructuur voor alternatieve
energiedragers op het hoofdwegennet in 2030 beperkt
Rendabele infrastructuur genereren door:
Synergie met andere voertuigtypen of modaliteiten;
Geconcentreerd inzetten van voertuigen op
alternatieve energiedragers en alleen tank- en
laadinfrastructuur realiseren op die locaties
BEHOEFTE AAN INFRASTRUCTUUR OP TENT NETWORK IN 2030
AmsterdamHengelo
Ridderkerk
Vlissingen
Breda
België
Nijmegen
(E8, H2, L0)
(E1, H0, L0)
(E3, H1, L0)
(E3, H1, L0)
(E3, H1, L0)
(E6, H1, L0)
(E7, H1, L0)
A16
Maasvlakte
= North Sea – Baltic
= Rhine – Alpine
= North Sea - Mediterranean
= MIRT
E = snellaadpunten
H = waterstofvulpunten
L = LNG-vulpunten
Venlo
(E8, H2, L0)
Alternative energy carrier infrastructure
MOGELIJKE BARRIÈRES EN INFRA BUITEN HET HWN
Alternative energy carrier infrastructure
AANTAL SNELLADERS PER TANKSTATION TE HOOG VOOR HUIDIG SYSTEEM
Grote behoefte aan snelladers zal op een aantal verzorgingsplaatsen leiden tot
Gebrek aan fysieke ruimte
Onvoldoende capaciteit op het elektriciteitsnet
Daarom op zoek naar andere locaties voor realiseren snelladers!
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 to
t 4
4 to
t 8
8 to
t 12
12
tot 1
6
16
tot 2
0
20
tot 2
4
24
tot 2
8
28
tot 3
2
32
tot 3
6
36
tot 4
0
40
tot 4
4
44
tot 4
8
48
tot 5
2
Aa
nta
al ve
rzo
rgin
gsp
laa
tse
n
Benodigd aantal snellaadpunten per verzorgingsplaats
AANVOER VAN WATERSTOF MET VRACHTWAGENS LEIDT TOT VEEL KM
De aanvoer van waterstof leidt in 2030 tot
37 miljoen extra vrachtwagenkilometers per jaar (+0.5%)
Dat zijn 20 tot 30 keer zoveel bewegingen als voor diesel
Gemiddeld 2,3 leveringen per vulpunt per dag
Voor een station met drie vulpunten zijn dat zeven leveringen per dag
Verder onderzoek nodig naar mogelijke veiligheidsrisoco’s van deze grote
hoeveelheden verkeersbewegingen met tankwagens met waterstof.
Alternative energy carrier infrastructure
CONCLUSIES INFRASTRUCTUUR LICHTE VOERTUIGEN
Elektrisch
Zeer grote groei nodig van snelladers: 1.4 tot 3.1 nieuwe per dag
Bestaande verzorgingsplaatsen bieden niet voldoende geografische en
netwerkcapaciteit: op zoek naar andere locaties.
Waterstof
Keuze voor grote spreiding waterstofvulpunten, 1 vulpunt per tankstation,
leidt tot relatief hoge (infrastructuur)kosten per getankte hoeveelheid.
Groot aantal verkeersbewegingen met waterstoftankwagens nodig voor
bevoorrading: verder onderzoek naar veiligheidsrisico’s
CNG
Dekkend netwerk (bv elke 30 km) realiseren / onderhouden leidt tot lage
bezettingsgraad en daardoor hogere (infrastructuur)kosten. Goed rekenen
aan bussiness case voor rendabiliteit CNG-vulpunten.
VERSPREIDING INRFA NIET NABIJ HWN OVER BUITENWEGEN EN 32 STEDEN
0
20
40
60
80
100
's-G
rave
nh
ag
e
's-H
ert
og
en
bo
sch
Alk
ma
ar
Alm
ere
Alp
hen
a/d
Rijn
Am
ers
foo
rt
Am
ste
rda
m
Ap
eld
oo
rn
Arn
he
m
Bre
da
De
lft
De
ve
nte
r
Do
rdre
ch
t
Ede
Ein
dho
ven
Em
me
n
Enschede
Gro
nin
ge
n
Ha
arle
m
Ha
arle
mm
erm
ee
r
Le
eu
wa
rde
n
Le
iden
Ma
astr
ich
t
Nijm
eg
en
Ro
tte
rdam
Tilb
urg
Utr
ech
t
Ve
nlo
Westland
Za
an
sta
d
Zo
ete
rme
er
Zw
olleA
an
tal la
ad
/ ta
nkp
un
ten
Elektrisch Waterstof
Infrastructuur die niet op het HWN wordt gerealiseerd, is verdeeld over buitenwegen en
steden op basis van gereden kilometers
BINNENVAART
Alternative energy carrier infrastructure
BINNENVAARTAmbities KA
30% biobrandstoffen voor
binnenvaartschepen naar 2030
150 emissievrije schepen (met
modulaire energievoorziening) in 2030
batterijcontainers;
containers met waterstofcilinders
en eventueel een brandstofcel;
30% bijmengen van HVO / BTL kan
zonder aanpassingen (infra en schepen)
Wisselen containers waarschijnlijk bij CT’s
Veel capaciteit op het net nodig op CT’s
TNO onderzoekt welke CT’s geschikt zijn
voor eerste 50 binnenvaartschepen
T T T
T
TT
TT
TT
TT
T
T
T
T
T
T T TT
T
T
T T T
T
TT
T
TT
T
T
T
T
T
= North Sea – Baltic
= Rhine – Alpine
= North Sea - Mediterranean
= Container terminal
= LNG-bunkerstation
T
L
L
L
LL
L
L
L
VERGELIJK MET REGIONALE PLANNEN TAV ONTWIKKELING INFRASTRUCTUUR
Alternative energy carrier infrastructure
ANALYSE VAN DE INTERACTIE MET / IMPACT OP REGIONALE PLANNEN
Infrastructuurambitites voor drie regio’s
vergeleken met uitkomsten van deze
analyse
Zuid-
Holland
Noord-
Brabant
Groningen
ZUID-HOLLAND: NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE (I)
Wegvervoer
2.000-3.000 vrachtwagens op
waterstof in 2030 (26% tot 39% avn
totaal volgens OKA)
Op basis van eerdere aannames
zijn hiervoor 14 waterstofvulpunten
nodig
Er staan zes waterstoftanksstations
gepland in Zuid-holland. Bij twee
vulpunten per station wordt aan
behoefte voldaan.
ZUID-HOLLAND: NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE (II)
Binnenvaart
Publicatie Zuid Holland: 3,4-8,5 PJ door waterstof
Klimaatakkoord: 5PJ duurzaam, waarvan 30% door biobrandstoffen ofwel
1,2 PJ door elektriciteit en waterstof
Publicatie ZH overstijgt ruimschoots ambities uit OKA.
GRONINGEN
Waterstofplatform
8 waterstofstations voor 2022
Analyse
Behoefte aan 2,3 en 17 waterstofstations in respectievelijk 2025 en 2030
(bij 2 vulpunten per station)
Tussen 2022 en 2030 zal de groei van het aantal tankstations nog wel
moeten worden doorgezet
Wanneer waterstofvoertuigen voornamelijk worden ingezet op corridors, zou
behoefte aanzienlijk lager kunnen uitpakken
Alternative energy carrier infrastructure
NOORD-BRABANT
De provincie Noord-Brabant heeft momenteel nog geen concrete ambitie ten
aanzien van het te realiseren aantal snellaadpunten.
Wel verwachte benodigde hoeveelheid snelladers in NAL 2019
verwachte behoefte aan snellaadpunten in 2020 en 2025 zeer vergelijkbaar in
de NAL en deze TNO-studie. De prognose van NAL voor 2030 komt hoger uit
door:
hogere behoefte aan elektriciteit door een hoger energiegebruik, hoger
jaarkilometrage en groter aantal elektrische voertuigen;
lagere aangenomen bezettingsgraad.
Jaar NAL (2019) TNO (2019)
2020 216 282
2025 604 692
2030 1591 1003
SPECIFIEKE VRAGEN
Alternative energy carrier infrastructure
VEILIGHEID
Veiligheid (nog) geen barrière voor transport en opslag van alternatieve
energiedragers
Maar er wordt gewerkt aan veiligheidsnormen voor ‘multifuel stations’.
Richtlijn in de maak om samenhang PGS’en.
Waterstof
Veiligheidswetgeving tav waterstof werkt, maar nog niet bekend bij alle
betrokken partijen.
In de maak: handreiking en checklist voor waterstoftankstations
LNG regelgeving is duidelijk
protocollen aanwezig voor voertuigbrand bij brandweer op basis van kenteken
maar wat al dat niet leesbaar is
DCMR: marco vd berg
WAAR IS CONCENTRATIE VAN INFRA ALT. ENERGIEDRAGERS WENSELIJK?
Elektrisch
Bussen: depots (laag vermogen) en eindhaltes (hoog vermogen)
Taxi: standplaatsen (hoog vermogen) en ‘thuis’ (laag vermogen)
Vrachtwagens en trekker-opleggers:
Distributie: private parkeerterreinen (laag vermogen) en laad- en
loslocaties (hoog vermogen)
Lange afstand: verzorgingsplaatsen (hoog vermogen)
Waterstof
Meer vergelijkbaar met tanken van vloeibare brandstoffen, daardoor
makkelijker inpasbaar in inzetprofiel
In opstartfase gebruikmaken van dezelfde infra voor verschillende
modaliteiten (bv nabij industieterreinen aan randen van steden)
EFFECTEN VAN NIEUWELAADTECHNIEKEN OP VRAAG NAAR INFRA
Inductieladen heeft een aantal voordelen:
Gemak en gebruiksvriendelijkheid
Minder objecten in de openbare ruimte
Maar ook nadelen
Gebrek aan standaardisatie
Slim laden is bij draadloos laden is momenteel nog moeilijker te realiseren
Onzekerheid tav juist parkeren van de auto en bevestiging van laden
Alleen klein aantal luxe automerken bezig met ontwikkeling
Uitrol op grote schaal niet te verwachten voor 2030
Pas wanneer voertuigen inductief geladen kunnen worden tijdens het rijden of
bijvoorbeeld bij verkeerslichten, zal het moment en locatie van laden
aanzienlijk veranderen.
NIEUWE ENERGIEDRAGERS
Synthetische brandstof op basis van fossiele grondstoffen (bv GTL en CTL)
Onwenselijk vanwege hogere CO2-ketenemissies dan fossiele diesel
Power-to-fuels;
Rendabel bij overschot duurzame elektriciteit, beperkt beschikbaar
Inzetten waar alternatieven schaars zijn
Luchtvaart, (zee)scheepvaart, langeafstandstrucks
‘drop in’ heeft voorkeur vanwege lage extra kosten infra en voer-/vaartuigen
Verschillende brandstoffen op basis van biomassa;
Veel mogelijkheden (grondstoffen, productieprocessen en eindproducten)
Biomassa beperkt beschikbaar, inzetten waar alternatieven schaars zijn
Luchtvaart, (zee)scheepvaart, langeafstandstrucks
‘drop in’ heeft voorkeur vanwege lage extra kosten infra en voer-/vaartuigen
Redox-batterij
Oplaadbare accuvloeistof
Geen zicht op commerciële toepassing van deze energiedrager voor 2030
ONTWIKKELING BESCHIKBAARHEID VAN EN VRAAG NAAR BIOBRANDSTOFFEN
In potentie kan aan vraag van 43 PJ tot 90 PJ* duurzame biobrandstoffen
worden voldaan, mits aan een aantal complexe voorwaarden wordt voldaan:
een verantwoorde toename van het aanbod van duurzame biomassa
het beter en efficiënter benutten van beschikbare biomassa;
hogere conversierendementen en hoogwaardig gebruik van reststromen.
Ambities tav hoeveelheid biobrandstoffen beperkt in ‘brandstofvisie 2.0’:
maximaal 27 PJ aan duurzame biobrandstoffen
streefwaarde van 60 PJ biobrandstoffen in 2030
*Biomassa 2030: Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030, 1 december 2015
EFFECT VAN DE VERANDERENDE INFRA OP BUSINESSCASE TANKSTATIONS
Toename van aantal elektrische voertuigen leidt tot afname van aantal
voertuigen dat tankt / laad nabij het HWN
Maar laden duurt (gemiddeld) langer dan tanken van benzine / diesel
Op basis van analyse name de behoefte naar infra toe (sneellaadpunten
+tankpunten)
Om een vergelijkbare omzet te genereren zal de (netto) marge per laadbeurt
voor een elektrische auto aanzienlijk groter moeten zijn dan voor een
tankbeurt met een conventionele auto
Alternative energy carrier infrastructure
CONCLUSIES
Alternative energy carrier infrastructure
CONCLUSIES: VRAAG EN LOCATIES NIEUWE INFRASTRUCTUUR
Behoefte aan snelladers gaat hard groeien: 1,5 tot 3 nieuwe laadpunten per dag
De benodigde fysieke ruimte en (piek)vermogens zijn belangrijke barrières voor
het realiseren van het aantal benodigde snelladers (nabij het hoofdwegennet).
Bij 300.000 waterstofvoertuigen voldoende vraag om dekkend netwerk te
realiseren (elke 20 tot 60 km HWM een vulpunt), maar waarde van spreiding
afwegen tegen meerkosten infra en transport.
Waterstofvoertuigen en waterstofstations gezamenlijk opschalen (aantal en locaties),
bv langs TenT en MIRT corridors.
Synergie met andere modaliteiten, zoals binnenvaart langs de A15
De vraag naar LNG en CNG is zo beperkt dat zelfs bij de laagst onderzochte
bezettingsgraden (11%) het aantal benodigde infrastructuur niet zal leiden tot en
dekkend netwerk. Wanneer een hogere dekkingsgraad wordt gerealiseerd, leidt
tot een lagere bezetting en hogere kosten per afgezette hoeveelheid brandstof.
CONCLUSIES: ONTWIKKELINGEN IN BINNENVAART
Verduurzaming van de binnenvaart zal eerst plaatsvinden in
containerschepen met infra bij containerterminals: onderzoek naar meest
geschikte schepen en locaties is gaande.
Walstroom op steeds meer locaties beschikbaar en lokaal beleid steeds
belangrijkere driver.
Alternative energy carrier infrastructure
CONCLUSIES: NIEUWE ONTWIKKELINGEN EN SYSTEEM (I)
Bestaande studies geven overeenkomstig beeld, maar regionale
(overheids)plannen tav infra nog zeer beperkt.
Veiligheid is (nog) geen barrière voor opslag en distributie van energiedragers
Buiten HWN belangrijk om infra te realiseren op locaties waar effect op
gebruiksprofiel van bedrijfsvoertuigen beperkt is: laad- / losplekken en
taxistandplaatsen
Vermogens van (snel)laders nemen snel toe, andere ontwikkelingen zoals
inductief laden gaan langzaam
Nieuwe brandstoffen (synthetische en biobrandstoffen) kunnen grotendeels
worden gedistribueerd volgens huidige methodes en (aangepaste) infrastructuur
Bij goede sturing kan aan de vraag naar duurzame biobrandstoffen worden
voldaan
Alternative energy carrier infrastructure
CONCLUSIES: NIEUWE ONTWIKKELINGEN EN SYSTEEM (II)
Om een vergelijkbare omzet te genereren zal de (netto) marge per laadbeurt
voor een elektrische auto aanzienlijk groter moeten zijn dan voor een tankbeurt
met een conventionele auto
Alternative energy carrier infrastructure
THANK YOU FOR YOUR ATTENTION
Take a look:TNO.NL/TNO-INSIGHTS