Pp Romeinen

28
GROEP 3 Claudia, Sanne, Elkie, Stephanie, Ellen & Marjan

Transcript of Pp Romeinen

Page 1: Pp Romeinen

GROEP 3

Claudia, Sanne, Elkie, Stephanie, Ellen & Marjan

Page 2: Pp Romeinen

inhoudstafel

1.De Romeinse woning.

2.Romeinse kledij.

3.Werken om te leven.

Page 3: Pp Romeinen

1. De Romeinse woning.

Page 4: Pp Romeinen

1. Welke soorten woningen treffen we aan?

- kenmerken in verband met comfort

- onderscheid rijk - arm

De Romeinse woning:

Page 5: Pp Romeinen

1.1. In de stad.

- huurkazernes

- herenhuizen

1.2. Op het platteland.

- eenvoudige woningen

- herenhuizen

De Romeinse woning:

Page 6: Pp Romeinen

2. Wandeling door een Romeinse villa.

- > zie maquette

De Romeinse woning:

Page 7: Pp Romeinen

3. Wandeling door de Romeinse straat.

“Een nacht van Rome zat vol gevaarlijk en onaangename verrassingen. Wie niet buiten moest, bleef thuis en grendelde stevig zijn deur …”

- > zie tekening

De Romeinse woning:

Page 8: Pp Romeinen

2. Romeinse kledij.

Page 9: Pp Romeinen

De Romeinse man:

Contrast tussen rijke en arme Romeinse man.

Romeinse kledij:

Page 10: Pp Romeinen

De Romeinse man:

- Keizer:

Hij mocht zich als enige helemaal in het paars kleden (een paarse toga).

Romeinse kledij:

Page 11: Pp Romeinen

De Romeinse man:

Deze mensen droegen een witte toga, eventueel met een rode rand. Deze werd gedragen over een tunica. Vaak droegen de mannen ook een lauwerkrans op het hoofd.

-> zie “standbeeldje”

De tunica was het populairste kledingstuk, bijna iedereen droeg een wollen of linnen tuniek (van verschillende lengtes).Ze droegen ook stevige sandalen.

-> demonstratie toga

- Vooraanstaande Romeinse Burger:

Romeinse kledij:

Page 12: Pp Romeinen

De Romeinse man:

Romeinse mannen besteedden ook enorm veel tijd aan hun uiterlijk. Ze bezochten bijna elke ochtend de barbier, waar alle laatste roddels en nieuws te horen waren. De barbier schoor zijn klanten, trimde hun baard, verfde hun haar of besprenkelde hen met parfum.

Romeinse kledij:

Page 13: Pp Romeinen

De Romeinse man:

De slaven droegen meestal gewoon een tunica. De gladiatoren hadden 2 voornaamste attributen: een gekuifde helm en beenbeschermers. Zij waren ook voorzien van allerlei wapens.

weetje: Er waren 16 verschillende soorten gladiatoren.

Bij de laagste stand hoorde ook de vrouw!

- De laagste stand:

Romeinse kledij:

Page 14: Pp Romeinen

De Romeinse vrouw:

Contrast tussen rijke en arme Romeinse vrouw.

De rol van de vrouw in de samenleving hing af van die van haar echtgenoot.

Romeinse kledij:

Page 15: Pp Romeinen

De Romeinse vrouw:- De rijke vrouw:

Zij was getrouwd met een keizer. Zij droegen een tunica, maar langer dan bij de man, met een beha eronder of erboven. In plaats van een toga, droegen ze een stola. Dit is een lang kleed met een riem. Daarover werd bij koud weer een mantel gedragen.

-> zie “standbeeldje”

-> demonstratie kledij

Romeinse kledij:

Page 16: Pp Romeinen

De Romeinse vrouw:

Ook de opsmuk was voor de Romeinse vrouwen heel belangrijk. Zij hielden van juwelen en make-up. Rijke vrouwen besteedden vooral veel aandacht aan hun kapsel, dat achterover gekamd werd en in een dot opgestoken werd met een pin of een haarnet.

Romeinse kledij:

Page 17: Pp Romeinen

De Romeinse vrouw:

- De arme vrouw:

Zij droegen meestal gewoon een tunica.

Romeinse kledij:

Page 18: Pp Romeinen

3. Werken om te leven.

Page 19: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- De landbouw: - belangrijke bron van inkomsten- 90 % van de mensen leefde van de landbouw - vooral een handel- maar ook een agrarische maatschappij

In het begin van de Romeinse Tijd = kwaliteit belangrijker dan de kwantiteit.Vanaf de eerste eeuw voor Christus = kwantiteit belangrijker.

Page 20: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Groot Romeins bedrijf:

Villa (voor de eerste eeuw)

- op een vlak land of een heuvelland liggen- dicht bij de zee vanwege gematigde temperaturen- in de buurt een bron of stroom of aquaduct- een goede weg die naar het dorp loopt- kwaliteit!!!

Page 21: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Groot Romeins bedrijf:

Latifundia (vanaf eerste eeuw)

- grote landgoederen met landheren- VILLA URBANA: buitenverblijf in de stad (privaat - luxe)- VILLA RUSTICA: gebouw gericht op de landbouw, verblijf voor werkers (bij bedrijf)- grootgrondbezitters in de politiek - ironisch: brood en spelen: voor de arme boeren werk was afgenomen door grootgrondbezitter- kwantiteit!!!

Page 22: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Wat bracht de Romeinse landbouw voort?

-werkgelegenheid

-opbrengsten:

-groententuin

-boomgaard

-kruidentuin

-bloementuin (werd gebruikt om bloemenkransen te kunnen leggen op de familiealtaren)

-veeteelt

-luxeproducten: wijn & olijven

Page 23: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Welke methoden en werktuigen?

-tuingereedschap vb.: snoeimes, hark, schoffel om te wieden,

bijl, schop, kleine schop, hoekige schop

-plaustrum = een stevige boerenkar met een ploeg en een

ijzeren ploegschaar

-ploegen getrokken door dieren en irrigatiesystemen

-bomen geënt: de kleine twijgjes worden een nieuwe boom

Page 24: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Wie werkte er?

-slaven 1 op 3 mensen waren slaaf (slavenplaatje)

-werkers (plebejers)

-opzichters

-de landheer (patriciër) – dominus (“meester”)

Evolutie:kleine boeren als dagloners (werkers) grootgrondbezitters

Page 25: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Handel en nijverheid:

-vooral in de steden

-werkplaatsen: direct achter de winkeltjes

-import groter dan export

-heirbanen = economische functie

-rivieren = snelwegen

-de munt!

Page 26: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Verkeer in het Romeinse rijk:

Wat voor verkeer?

-voetgangers

-lastdieren

-scheepvaart

-allerlei wagens met trekdieren

Page 27: Pp Romeinen

Werken om te leven:

- Verkeer in het Romeinse rijk:

Wat zijn heirbanen?

-brede banen die steeds rechtdoor lopen-verbindingsweg tussen 2 belangrijke steden-naam: snelweg => leger-doorsnede:

-bewerkte stenen-goot-fijne stenen-grotere stenen-grote vlakken stenen met mortel

Page 28: Pp Romeinen

Gedicht: het aanleggen van een weg ‘Statius’.

Het werk begint allereerst met het maken van groeven,het banen van een weg

en met het door diepspitwerk geheel en al

uithollen van de grond;het volgende werk is het op andere wijzeweer vullen van de uitgegraven groeven

en een fundament leggenvoor het gebogen wegdek,

opdat de grond niet bezwijkten een verraderlijke bodem

niet een onbetrouwbare basis isvoor de bovenop gelegen stenen.

Het afsluitende werkis het bijeenhouden van de wegdoor middel van steenblokken,

aan beide zijden bij elkaar gelegd,en talrijke wigvormige keien.