PowerPoint-presentatie - Vlaamse Onderwijsraad...Land Gem St fout Interval Singapore 556 1,2 553 -...
Transcript of PowerPoint-presentatie - Vlaamse Onderwijsraad...Land Gem St fout Interval Singapore 556 1,2 553 -...
PISA 2015OVERZICHT VAN DE EERSTE VLAAMSE RESULTATEN
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – Brussel, 3 februari 2017
VAKGROEP ONDERWIJSKUNDE
ONDERZOEKSGROEP PISA
INLEIDING
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Een driejaarlijkse internationale studie die de leesvaardigheid en
de wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid test van 15-
jarigen in de geïndustrialiseerde landen
In 2015 namen ongeveer 540.000 leerlingen deel uit 72
verschillende landen. In de meeste landen werd het onderzoek
op computer afgenomen; 15 landen testten op papier
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
PISA: PROGRAMME FOR INTERNATIONAL STUDENT ASSESSMENT
In Vlaanderen werden 5.675 leerlingen uit 175 scholen bevraagd. In
de steekproef zaten ook DBSO- en BuSO-scholen zodat deze
representatief is voor de 15-jarigen in het Vlaamse onderwijs.
Naast de cognitieve test vullen alle leerlingen (en hun ouders)
ook een achtergrondvragenlijst in en wordt per school één
schoolvragenlijst afgenomen
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
PISA: PROGRAMME FOR INTERNATIONAL STUDENT ASSESSMENT
Vlaamse steekproef: representatief voor populatie 15-jarigen in het Vlaamse onderwijs
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: DEFINITIE
“Het beheersen van vaardigheden om als kritische burger om
te gaan met wetenschappelijke onderwerpen en ideeën.”
Een wetenschappelijk geletterd persoon is bereid om een zinvolle discussie over
wetenschap en technologie aan te gaan waarbij het nodig is om:
• fenomenen wetenschappelijk te verklaren;
• wetenschappelijk onderzoek te ontwerpen en te evalueren; en
• gegevens en bewijzen wetenschappelijk te interpreteren.
Bevraagd door middel van 184 speciaal voor
PISA ontwikkelde vragen
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari
2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: DEFINITIE
Kenmerk PISA-
raamwerk
Vraag 3/3 unit
“METEORIETEN EN
KRATERS”
Vaardigheid Gegevens en bewijzen
wetenschappelijk
interpreteren
Inhoudelijk
domein
Aarde en het heelal
Moeilijkheids-
graad
a/ score:299 Niveau 1b
b/ score:438 Niveau 2
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
Rapportering in het Vlaamse rapport:
• Vanuit Vlaams perspectief- Landen die significant hoger presteren
- Landen die niet significant verschillend presteren
- Landen die significant lager presteren
• Alle landen die een hogere gemiddelde score behalen
voor wetenschappen dan het laagst presterende
OESO-land (Mexico) – 57 landen (waaronder België) +
de Belgische Gemeenschappen + het OESO-
gemiddelde
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
Land Gem St fout Interval
Singapore 556 1,2 553 - 558
Japan 538 3 533 - 544
Estland 534 2,1 530 - 538
Taipei China 532 2,7 527 - 538
Finland 531 2,4 526 - 535
Macao-China 529 1,1 526 - 531
Canada 528 2,1 524 - 532
Vietnam 525 3,9 517 - 532
Hongkong-China 523 2,5 518 - 528
B-S-J-G (China) 518 4,6 509 - 527
Korea 516 3,1 510 - 522
Vlaanderen 515 2,6 510 - 521
Nieuw-Zeeland 513 2,4 509 - 518
Slovenië 513 1,3 510 - 515
Australië 510 1,5 507 - 513
Verenigd Koninkrijk 509 2,6 504 - 514
Duitsland 509 2,7 504 - 514
Nederland 509 2,3 504 - 513
Zwitserland 506 2,9 500 - 511
Duitstalige Gem. 505 4,8 496 - 515
Ierland 503 2,4 498 - 507
België 502 2,3 498 - 506
Denemarken 502 2,4 497 - 507
Polen 501 2,5 497 - 506
Portugal 501 2,4 496 - 506
Noorwegen 498 2,3 494 - 503
Verenigde Staten 496 3,2 490 - 502
Oostenrijk 495 2,4 490 - 500
Frankrijk 495 2,1 491 - 499
Zweden 493 3,6 486 - 500
OESO Gem. 493 0,4 492 - 494
Vlaanderen bekleedt tussen de 10-de en de 18-de plaats
in de rangschikking volgens gemiddelde prestatie voor
wetenschappelijke geletterdheid
Een groep van 9 landen presteert significant beter dan
Vlaanderen. Tot deze groep behoren 6 Aziatische landen,
2 Europese (Estland en Finland) en Canada.
Absolute koploper in 2015 is Singapore, met een
gemiddelde score van 556 punten.
7 landen, alsook de Duitstalige Gemeenschap, presteren
op hetzelfde niveau als Vlaanderen; alle andere
deelnemende landen en regio’s presteren significant lager.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
• PISA-test: 184 items met een verschillende moeilijkheidsgraad.
• Op basis van de vragen die een leerling correct beantwoordde, kan hij/zij
toegewezen worden aan een bepaald vaardigheidsniveau dat beschrijft over welke
wetenschappelijke vaardigheden hij/zij beschikt.
• Er zijn 7 vaardigheidsniveaus voor wetenschappelijke geletterdheid bij PISA2015. Dit
is één meer dan in 2006: niveau 1 wordt nu opgedeeld in niveaus 1a en 1b zodat de
vaardigheden van leerlingen die op het laagste niveau presteren, gedifferentieerder
kunnen beschreven worden.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 708
5 633 - 708
4 559 - 633
3 484 – 559
2 410 - 484
1a 335 - 410
1b 261 - 335
<1b Minder dan 261
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 708 1,1% 1,4%
5 633 - 708 6,7% 10,6%
4 559 - 633 19,0% 25,3%
3 484 – 559 27,2% 26,0%
2 410 - 484 24,8% 19,6%
1a 335 - 410 15,7% 12,6%
1b 261 - 335 4,9% 4,2%
<1b Minder dan 261 0,6% 0,4%
Toppresteerders (niveau 5 en 6):
• OESO: 7,7 %
• Vlaanderen: 12,0% (bijna 1 op 8)
(9de positie)
Niveau 2: basisniveau
(volwaardige participatie aan
de maatschappij)
OESO: 21,1% onder niveau 2
Vlaanderen 17,1% onder
niveau 2
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
6 7 8 8 7 8 9 9 9 12 11 12 12 13 12 13 13 13 15 14 14 13 13 15 14 14 14 14 14 15 16 16 16 15 15 17 17 19 19 19 19 18 20 20 1822 25 23
28 28 3026 27 28 32
2836 34 35 33
281 1
2 2 2 2 2 33 3 3 3 3 4 3 4 4 3 3 3 4 4 3 4 4 4 4 5 4 4 5 5 6 6 6 5 5 5 6 6 7
9 9 119
9 129 11 10
13 13 1212
15
10 12 12 1418
1 1 11 1 1 1 1
2 2 4 1 13 1 1 2 3 2 2
13 1 1 1 2 4
2521 20 20
15 18 20 19 1826
22 23 26 2621
2723 20
3025 23 22 22
3127
23 22 25 2225 26 24 25 24 22 25 27 29 30 29
25 25 28 24 2328 31
25
3530
3527 29 31 31
2735 32 35
3125
37
3431
36
23
2830 29
27
31
29 2931 31
26
30
2826
32
2928 26 27
31
31
26 2629
2727 28
28 27 2726
2829
28 26 27
2527 25
2322
2524
23
20
2019
1920
20 19
18
1516
1516
16
24
28
27
27
28
2926
2627
22
24 2220 20
24
20
2225
17
2122
22 22
1619
23 2220
22 19 18 19 19 19 2119
17 14 15 15
1717
1315
15
12 9
116
7 4
9 86 5
73 5 2
48
78
127
19
13 10 12 136
9 96 6
116
9 11
37
9 10 94 5
9 9 7 8 7 6 7 7 7 7 5 4 4 4 36 4
35
62 1
3 11
3 1 11
2
11 2
62 2 2 3
1 2 1 1 2 1 2 1 1 2 3 2 1 2 11 1 1 1 1 1 1
1
1 2
--60%
--40%
--20%
-0%
-20%
-40%
-60%
-80%
-100%
Vie
tna
m
Ma
ca
o-C
hin
a
Es
tla
nd
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Sin
ga
po
re
Ja
pa
n
Ca
na
da
Fin
lan
d
Ta
ipe
i C
hin
a
Du
its
talig
e G
em
.
Ko
rea
Slo
ve
nië
Ierl
an
d
De
ne
ma
rke
n
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Po
len
Du
its
lan
d
Vla
an
dere
n
Le
tla
nd
Po
rtu
ga
l
Ve
ren
igd
Ko
nin
kri
jk
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Au
str
alië
Ru
ss
isch
e F
ed
era
tie
Sp
an
je
Zw
its
erl
an
d
Ne
de
rla
nd
No
orw
eg
en
Be
lgië
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Tsje
ch
isch
e R
ep
ub
liek
Oo
ste
nri
jk
OE
SO
ge
m.
Zw
ed
en
Fra
nk
rijk
Fra
ns
e G
em
.
Ita
lië
Kro
ati
ë
Lit
ou
we
n
IJs
lan
d
Lu
xe
mb
urg
Ho
ng
ari
je
Slo
wa
ak
se
Re
pu
blie
k
Isra
ël
Ma
lta
Gri
ek
en
lan
d
Ch
ili
Bu
lga
rije
Ro
em
en
ië
Uru
gu
ay
Alb
an
ië
Ve
ren
igd
e A
rab
isch
e E
mir
ate
n
Cy
pru
s
Mo
lda
vië
Tu
rkije
Tri
nid
ad
en
To
ba
go
Co
sta
Ric
a
Th
aila
nd
Me
xic
o
Co
lom
bia
Qa
tar
Niveau 1a Niveau 1b Onder niveau 1b Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6
In Vlaanderen presteert 17,1% van de
leerlingen onder niveau 2 (18e plaats in de
ranking)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VERSCHILLEN TUSSEN JONGENS EN MEISJES19
18 17
1514
12 12 11 11 10 10 10 9 9 9 8 8 7 7 6 6 6 6 6 5 4 4 4 4 4 3 3 3 2 2 21 1
1 1 3 35
6 6 6 7 7 89 9 10
11 11
1517
1920
2324
26
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25O
os
ten
rijk
Co
sta
Ric
a
Ita
lië
Ch
ili
Jap
an
Vla
an
dere
n
Belg
ië
Fra
nse
Gem
.
Ierl
an
d
Du
its
lan
d
Po
rtu
ga
l
Co
lom
bia
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Ts
jec
his
ch
e R
ep
ub
lie
k
Uru
gu
ay
Me
xic
o
Lu
xem
bu
rg
Vere
nig
de
Sta
ten
Sp
an
je
Sin
gap
ore
Po
len
Zw
its
erl
an
d
Den
em
ark
en
Kro
ati
ë
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Ta
ipei
Ch
ina
Ru
ss
isc
he F
ed
era
tie
Isra
ël
Ned
erl
an
d
OE
SO
ge
m.
Estl
an
d
Ho
ng
ari
je
No
orw
eg
en
Au
str
alië
Du
its
tali
ge G
em
.
Fra
nkri
jk
Can
ad
a
Vere
nig
d K
on
inkri
jk
Slo
wa
aks
e R
ep
ub
lie
k
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Vie
tnam
IJs
lan
d
Zw
ed
en
Slo
ve
nië
Ro
em
en
ië
Tu
rkije
Mo
lda
vië
Lit
ou
we
n
Ma
cao
-Ch
ina
Gri
ek
en
lan
d
Th
aila
nd
Ko
rea
Le
tlan
d
Ma
lta
Bu
lga
rije
Cyp
rus
Fin
lan
d
Tri
nid
ad
en
To
bag
o
Qata
r
Alb
an
ië
Vere
nig
de
Ara
bis
ch
e E
mir
ate
n
Verschillen tussen jongens en meisjes voor wetenschappen
Jongens
presteren beter
Meisjes
presteren beter
Significant verschil Niet-significant verschil Overheen de OESO-
landen presteren
jongens voor
wetenschappen
gemiddeld 4 punten
hoger dan meisjes
Ook in Vlaanderen halen
jongens een hogere
gemiddelde
wetenschapsscore dan
meisjes (12 pt)
ATTITUDES
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
ATTITUDES TEGENOVER WETENSCHAPPEN
Categorieën Leerlingkenmerken (PISA-index) Voorbeeldstelling Antwoordcat. (#)
Engagement
tegenover
wetenschappen
Deelname aan wetenschappelijke
activiteiten
Hoe vaak doe je deze dingen:
• Tv-programma's over wetenschappelijke onderwerpen
bekijken.
• Wetenschappelijke tijdschriften of artikels over de
wetenschap in kranten lezen.
‘Heel vaak’
tot ‘Nooit of bijna nooit’ (4)
Motivatie om
wetenschappen te
leren
Plezier in wetenschappen
Interesse in brede
wetenschappelijke onderwerpen
Instrumentele motivatie bij het
leren van wetenschappen
In welke mate ga je akkoord met de onderstaande
uitspraken over jezelf:
• Ik lees graag over wetenschap.
• In het algemeen beleef ik plezier aan het leren van
wetenschappelijke onderwerpen.
In welke mate ben je geïnteresseerd in de volgende
wetenschappelijke onderwerpen:
• De biosfeer (bijv. ecosystemen, duurzaamheid).
• Het universum en de geschiedenis ervan.
In welke mate ga je akkoord met de volgende uitspraken:
• Wat ik in mijn lessen wetenschappen leer, is belangrijk
voor mij, omdat ik het nodig heb voor wat ik later wil
doen.
‘Helemaal akkoord’
tot ‘Helemaal niet akkoord’
(4)
‘Veel interesse’ tot ‘geen
interesse’ (4)
‘Helemaal akkoord’
tot ‘Helemaal niet akkoord’
(4)
Zelfvertrouwen in
wetenschappen
Perceptie van eigen
wetenschappelijke bekwaamheid
(science self-efficacy )
Hoe gemakkelijk zou het voor jou zijn om de volgende taken
alleen uit te voeren?
• De rol van antibiotica beschrijven in de behandeling van
een ziekte.
• Uit twee verklaringen over het ontstaan van zure regen de beste aanduiden.
‘Ik zou dit gemakkelijk
kunnen doen’ tot ‘Ik zou dit
niet kunnen doen’ (4)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
ATTITUDES TEGENOVER WETENSCHAPPEN
PISA-indexen bij ‘Motivatie om wetenschappen te leren’ Vlaanderen Jongens Meisjes
Plezier in wetenschappen -0,15 -0,04 -0.25
Interesse in brede wetenschappelijke onderwerpen 0,12 0,22 0,02
Instrumentele motivatie bij het leren van wetenschappen -0,05 -0,02 -0,09
Vlaamse jongeren laten zich het meest positief uit op het vlak van interesse in brede wetenschappelijke onderwerpen
(gemiddelde index-score van 0,12).
Op alle 3 de indexen bij “motivatie om wetenschappen te leren” laten de Vlaamse jongens zich significant positiever uit
dan de meisjes.
Alle drie de indexen vertonen, zowel overheen de OESO-landen als in Vlaanderen, een significant verband met de
wetenschappenprestatie. Dit verband is in Vlaanderen het grootst voor ‘interesse in wetenschappen’ en ‘plezier in
wetenschappen’. Voor ‘interesse in wetenschappen’ komt een verschil van 1 indexpunt in Vlaanderen overeen met een
scoreverschil van 35 punten op de wetenschappenschaal; voor ‘plezier in wetenschappen’ is dit 31 punten. De
samenhang is kleiner voor de index ‘instrumentele motivatie’ : 1 indexpunt = een scoreverschil van 9 punten.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
ATTITUDES TEGENOVER WETENSCHAPPEN
PISA-index bij ‘Engagement tegenover wetenschappen’ Vlaanderen Jongens Meisjes
Deelname aan wetenschappelijke activiteiten -0,17 0,11 -0.45
Het Vlaamse genderverschil bij ‘deelname aan wetenschappelijke activiteiten’ is het op één na grootste van alle
landen. Enkel in Nederland laten jongens zich nog positiever uit op deze index dan de meisjes (verschil van 0,62
indexpunten).
Ook voor deze beide indexen is er een significante samenhang met de prestatie voor wetenschappen. Voor de index
‘deelname aan wetenschappelijke activiteiten’ is deze in Vlaanderen niet zo sterk: een verschil van 1 indexpunt komt
overeen met een scoreverschil van 10 punten. Voor de index ‘perceptie van de eigen wetenschappelijke
bekwaamheid’ is de samenhang groter : 1 indexpunt = een scoreverschil van 21 punten.
PISA-index bij ‘Zelfvertrouwen in wetenschappen’ Vlaanderen Jongens Meisjes
Perceptie van eigen wetenschappelijke bekwaamheid
(science self-efficacy )-0,04 0,09 -0.18
VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGEN
De spreiding in de scores toont het verschil tussen de prestatie van de 5% sterkste
leerlingen en de 5% zwakste leerlingen.
Overheen de OESO-landen behaalt de 5% laagst presterende leerlingen een
gemiddelde score van 336 punten; de groep hoogst presterende leerlingen één van
645 punten. Dit levert een verschil op van 309 punten.
In Vlaanderen is de spreiding groter. De 5% laagst presterende Vlaamse leerlingen
heeft een gemiddelde score van 338 punten; de groep hoogst presterende leerlingen
één van 668 punten. Goed voor een verschil van 330 punten.
Voor de andere domeinen is de Vlaamse spreiding gelijklopend: 324 punten voor
wiskundige geletterdheid en eveneens 330 punten voor leesvaardigheid.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGEN
261
336
410
484
559
633
708
Mexic
oC
olo
mb
iaQ
ata
rC
osta
Ric
aT
hailan
dT
rin
idad
a e
n t
ob
ag
oT
urk
ije
Alb
an
iëM
old
aviê
Cyp
rus
Ro
em
en
iëU
rug
uay
Ver.
Ara
bis
ch
e E
m.
Bu
lgari
jeC
hili
Gri
ek
en
lan
dS
low
aa
kse r
ep
ub
liek
Malt
aIs
raël
IJs
lan
dK
roati
ëL
ito
uw
en
Ho
ng
ari
jeIt
alië
Lu
xem
bu
rgF
ran
se
Gem
.R
ussis
ch
e f
ed
era
tie
Letl
an
dS
pan
jeT
sje
ch
isc
he
Rep
ub
lie
kO
ES
O-g
em
.Z
we
de
nF
ran
kri
jkO
oste
nri
jkV
ere
nin
gd
e S
tate
nN
oo
rweg
en
Po
rtu
gal
Po
len
De
nem
ark
en
Belg
iëIe
rla
nd
Du
itsta
lig
e G
em
.Z
wit
serl
an
dN
ed
erl
an
dD
uit
sla
nd
Vere
nig
d K
on
ink
rijk
Au
str
alië
Slo
ven
iëN
ieu
w-Z
eela
nd
VL
AA
ND
ER
EN
Ko
rea
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Vie
tnam
Can
ad
aM
acao
-Ch
ina
Fin
lan
dT
aip
ei C
hin
aE
stl
an
dJap
an
Sin
gap
ore
Spreiding in de wetenschappenscores - verschil ts de 5% laagst- en hoogstpresteerders
GFEDA B C
A = Verschil tussen percentiel 5 en 10
B = Verschil tussen percentiel 10 en 25
C = Verschil tussen percentiel 25 en gemiddelde
D = Gemiddelde + 95% betrouwbaarheidsinterval
E = Verschil tussen gemiddelde en percentiel 75
F = Verschil tussen percentiel 75 en 90
G = Verschil tussen percentiel 90 en 95
5p 10p 25p Gem+interval 75p 90p 95p
Percentielen
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGEN
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Ma
lta
Isra
ël
Nie
uw
-Zeela
nd
Sin
gap
ore
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Zw
ed
en
Au
str
alië
Fra
nkri
jkV
LA
AN
DE
RE
NB
ulg
ari
jeN
ed
erl
an
dT
aip
ei C
hin
aD
uit
sla
nd
Lu
xem
bu
rgV
ere
nig
d K
on
ink
rijk
Slo
waa
kse r
ep
ub
liek
Belg
iëV
er.
Ara
bis
ch
e E
m.
Zw
itserl
an
dV
ere
nin
gd
e S
tate
nQ
ata
rO
oste
nri
jkN
oo
rweg
en
Fin
lan
dK
ore
aS
loven
iëH
on
gari
jeT
sje
ch
isc
he
Re
pu
blie
kF
ran
se
Gem
.O
ES
O-g
em
.Jap
an
Tri
nid
ad
a e
n t
ob
ag
oC
an
ad
aC
yp
rus
Gri
ek
en
lan
dP
ort
ug
al
Italië
IJs
lan
dL
ito
uw
en
De
nem
ark
en
Po
len
Estl
an
dK
roa
tië
Ierl
an
dS
pan
jeU
rug
uay
Ch
ili
Mo
ldaviê
Du
itsta
lig
e G
em
.R
uss
isc
he f
ed
era
tie
Letl
an
dM
acao
-Ch
ina
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Co
lom
bia
Ro
em
en
iëT
hailan
dT
urk
ije
Alb
an
iëV
ietn
am
Mexic
oC
os
ta R
ica
Puntenverschil tussen de 5% laagst en hoogst presteerders voor wetenschappelijke gel.
GFEDA B C
A = Verschil tussen percentiel 5 en 10
B = Verschil tussen percentiel 10 en 25
C = Verschil tussen percentiel 25 en gemiddelde
D = Gemiddelde + 95% betrouwbaarheidsinterval
E = Verschil tussen gemiddelde en percentiel 75
F = Verschil tussen percentiel 75 en 90
G = Verschil tussen percentiel 90 en 95
5p 10p 25p Gem+interval 75p 90p 95p
Percentielen
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN SES
Sociaal-economische thuissituatie: voorgesteld aan de hand van een
index (de PISA ESCS-index) die wordt samengesteld op basis van:
* het beroep van beide ouders
* het onderwijsniveau van beide ouders (i.h.b. het aantal jaar onderwijs dat ze genoten)
* de materiële, educatieve en culturele middelen thuis
* het aantal boeken thuis
Hoe groter het percentage van de variantie in de leerlingprestaties dat
verklaard wordt door SES, hoe groter de ongelijkheid in het onderwijs.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN SES
Singapore
B-S-J-G China
Duitsland
ZwitserlandBelgië
OostenrijkFrankrijk
Tsjech. Rep.
LuxemburgHongarije
Franse Gem.
Slow. Rep.
ChiliBulgarije
Uruguay
VLAANDEREN
Taipei China
Vietnam
Nieuw-ZeelandAustralië
NederlandIerland
Polen
PortugalVer. Staten
Zweden
Litouwen
KroatiëIsrael
Malta
Griekenland
Roemenië Moldavië
ThailandCosta Rica
Colombia Mexico
JapanEstland
Finland Macao-China
Canada HongkongKorea
Ver. Koninkr.Denemarken
Noorwegen
LetlandRuss. Fed.
Italië
IJsland
Ver. Arabische Em.Turkije
Trinidad
Qatar
Duitst. Gem.
375
425
475
525
575
0510152025
Ge
mid
de
lde
pre
stat
ievo
or
wet
en
sch
app
en
Percentage van de variantie in de wetenschappenprestaties dat verklaard wordt door SES
De impact van socio-economische achtergrond op prestatie is groter dan gemiddeld
De impact van socio-economische achtergrond op prestatie verschilt niet significant van de gemiddelde impact
De impact van socio-economische achtergrond op prestatie is kleiner dan gemiddeld
OE
SO
ge
m.
OESO gem.
Prestatie voor wetenschappen hoger dan gemiddeldGelijkheid in het onderwijs kleiner dan gemiddeld
Prestatie voor wetenschappen hoger dan gemiddeldGelijkheid in het onderwijs groter dan gemiddeld
Prestatie voor wetenschappen lager dan gemiddeldGelijkheid in het onderwijs kleiner dan gemiddeld
Prestatie voor wetenschappen lager dan gemiddeldGelijkheid in het onderwijs groter dan gemiddeld
Grotere
kwaliteit
Grotere
gelijkheid
Kwaliteit versus
gelijkheid:
Overheen de OESO-landen
wordt 12,9% van de variatie
in de wetenschappenprestatie
verklaard door SES.
In Vlaanderen is dit 17,6%.
Tot de landen die een hoge
kwaliteit combineren met een
hoge mate van gelijkheid
behoort naast bijv. Estland,
Hongkong-China en Macao-
China ook onze Duitstalige
Gemeenschap (4,8%).
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
PISA operationaliseert de herkomst van leerlingen op basis van hun
geboorteland en dat van hun beide ouders (werden de leerlingen of één van hun
ouders geboren in een ander land?)
Autochtone leerlingenLeerlingen geboren in het land van de testafname en minstens één
van hun beide ouders ook.
Tweede-generatieleerlingenLeerlingen geboren in het land van de testafname, maar waarvan
beide ouders in een ander land zijn geboren.
Eerste-generatieleerlingenLeerlingen niet geboren in het land van de testafname, waarvan
beide ouders ook in een ander land zijn geboren.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
350
400
450
500
550
600
650
Qa
tar
Ve
r. A
rab
isc
he
Em
.
Co
sta
Ric
a
Cy
pru
s
Gri
ek
en
lan
d
Isra
el
Kro
ati
ë
Ita
lië
Ru
ss
issc
he F
ed
.
Fra
ns
e G
em
.
Sp
an
je
OE
SO
-ge
m.
Po
rtu
gal
Ierl
an
d
Lu
xe
mb
urg
Fra
nk
rijk
Ve
r. S
tate
n
No
orw
eg
en
Zw
ed
en
Oo
ste
nri
jk
De
ne
ma
rke
n
Du
its
t. G
em
.
Au
str
alië
Be
lgië
Ve
r. K
on
ink
rijk
Ne
de
rla
nd
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Ma
ca
o-C
hin
a
Slo
ve
nië
Du
its
lan
d
Zw
its
erl
an
d
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
VL
AA
ND
ER
EN
Ca
na
da
Es
tla
nd
Sin
ga
po
re
Autochtone leerlingen Tweede-generatieleerlingen Eerste-generatieleerlingenGem.
Overheen de OESO-landen:
12,5% leerlingen met een buitenlandse
herkomst:
• 7,1% tweede-generatie
• 5,4% eerste-generatie
Score autochtone leerlingen: 500 punten
Tweede-generatieleerlingen: 469 punten
Eerste-generatieleerlingen: 447 punten
Vlaamse steekproef:14% leerlingen met een buitenlandse
herkomst:
• 7,2% tweede-generatie
• 6,8% eerste-generatie
Score autochtone leerlingen: 529 punten
Tweede-generatieleerlingen: 448 punten
Eerste-generatieleerlingen: 446 punten
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
81 79 22
13 15 16 18 19 23 26 28 28 31 31 32 33 35 41 43 45 46 49 50 51 57
8280
17
28
1316
20
32
41
26
16
23
33
45 4642
32
43
62 60
52
6366
71 70 70 7269
82
-100
-80
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
Qa
tar
Ve
r. A
rab
isc
he
Em
.
Ma
ca
o-C
hin
a
Sin
ga
po
re
Au
str
alië
Cy
pru
s
Ca
na
da
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Isra
el
Zw
ed
en
Ve
r. S
tate
n
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Ru
ss
issc
he F
ed
.
Ierl
an
d
Lu
xe
mb
urg
Kro
ati
ë
Po
rtu
gal
Ve
r. K
on
ink
rijk
Ita
lië
Gri
eken
lan
d
Fra
ns
e G
em
.
Du
its
. G
em
.
Sp
an
je
Es
tla
nd
OE
SO
-ge
m.
Fra
nk
rijk
Ne
de
rla
nd
No
orw
eg
en
Zw
its
erl
an
d
Be
lgië
Slo
ve
nië
Oo
ste
nri
jk
Zw
ed
en
Du
its
lan
d
De
ne
ma
rke
n
VL
AA
ND
ER
EN
Na controle voor SES Voor controle voor SESPuntenverschil
Na controle voor SES verkleint
het prestatieverschil tussen
autochtone leerlingen en
leerlingen met een buitenlandse
herkomst in de meeste landen,
maar het blijft meestal wel nog
significant.
In Vlaanderen verkleint het
prestatieverschil met ongeveer
30% (van 82 punten naar 57),
maar het verschil is nog steeds
het grootst van alle
deelnemende landen.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
Vlaamse PISA2015-steekproef: 67% van de leerlingen spreekt thuis de instructietaal
(Nederlands) en nog eens 18% spreekt een Vlaams dialect
Van zodra leerlingen thuis een andere taal spreken dan Nederlands (of een Vlaams dialect),
heeft dit een invloed op hun gemiddelde score voor wetenschappelijke geletterdheid en op hun
score op de SES-index (significante verschillen t.o.v. Nederlands thuis staan in het geel)
N % van steekproef Wetenschappelijke geletterdheid Index voor SES
Nederlands 3775 67% 528,4 (2,7) 0,35 (0,02)
Frans 257 5% 494,8 (15,9) 0,38 (0,12)
Een Vlaams dialect 1013 18% 526,1 (3,9) 0,11 (0,03)
Een Europese taal 158 3% 452,0 (13,7) -0,01 (0,11)
Arabisch 111 2% 427,1 (12,3) -0,33 (0,10)
Turks 118 2% 399,5 (10,2) -0,71 (0,07)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
Thuistaal heeft zowel voor autochtone als voor leerlingen van buitenlandse herkomst een effect
op hun PISA-prestaties.
Leerlingen die thuis Nederlands of
een Vlaams dialect spreken
Leerlingen die thuis een
andere taal spreken
Autochtone leerlingen 532,44 (2,4) 483,24 (12,7)
Leerlingen met een buitenlandse
herkomst478,24 (8,5) 426,4 (6,8)
LEESVAARDIGHEID
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: DEFINITIE
“Het begrijpen en gebruiken van geschreven teksten,
reflecteren over geschreven teksten en zich inlaten met
geschreven teksten zodat doelen bereikt worden, kennis en
capaciteiten ontwikkeld worden en er adequaat kan
geparticipeerd worden aan de maatschappij.”
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: VOORBEELDVRAAG
Vraag 3: LUCHTBALLON
Vijaypat Singhania gebruikte
technieken die komen uit twee
andere soorten transport. Welke
soorten transport zijn dat? 1. …………………………………………
2. …………………………………………
Kenmerken Vraag 3 bij de unit
“LUCHTBALLON”
Vaardigheid Lokaliseren van
informatie
Subschaal Niet-doorlopende tekst
Context Educatief
Moeilijkheids-
graad
score:595 Niveau 4
(partiële score: 449 –
niveau2)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: RESULTATEN
Vlaanderen bekleedt tussen de 7-de en de 15-de plaats
in de rangschikking volgens gemiddelde prestatie voor
leesvaardigheid
6 landen presteren significant beter dan Vlaanderen:
Singapore, Hongkong-China, Canada, Finland, Ierland en
Estland.
Absolute koploper is, net als bij wetenschappelijke
geletterdheid, Singapore - met een gemiddelde score
van 535 punten.
Een groep van 8 landen presteert op hetzelfde niveau als
Vlaanderen; alle andere deelnemende landen en regio’s
presteren significant lager.
Land Gem St fout Interval
Singapore 535 1,6 532 - 538
Hongkong-China 527 2,7 521 - 532
Canada 527 2,3 522 - 531
Finland 526 2,5 521 - 531
Ierland 521 2,5 516 - 526
Estland 519 2,2 515 - 523
Korea 517 3,5 511 - 524
Japan 516 3,2 510 - 522
Noorwegen 513 2,5 508 - 518
Vlaanderen 511 2,8 505 - 516
Nieuw-Zeeland 509 2,4 505 - 514
Duitsland 509 3 503 - 515
Macao-China 509 1,3 506 - 511
Polen 506 2,5 501 - 511
Slovenië 505 1,5 502 - 508
Nederland 503 2,4 498 - 508
Australië 503 1,7 500 - 506
Duitstalige Gemeenschap 501 4,2 493 - 509
Zweden 500 3,5 493 - 507
Denemarken 500 2,5 495 - 505
Frankrijk 499 2,5 494 - 504
België 499 2,4 494 - 503
Portugal 498 2,7 493 - 503
Verenigd Koninkrijk 498 2,8 493 - 503
Taipei China 497 2,5 492 - 502
Verenigde Staten 497 3,4 490 - 504
Spanje 496 2,4 491 - 500
Russische Federatie 495 3,1 489 - 501
B-S-J-G China 494 5,1 484 - 504
OESO-gemiddelde 493 0,5 492 - 591
Zwitserland 492 3 486 - 498
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 698
5 626 - 698
4 553 - 626
3 480 – 553
2 407 - 480
1a 335 - 407
1b 262 - 335
<1 Minder dan 262
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 698 1,1% 1,4%
5 626 - 698 7,2% 10,7%
4 553 - 626 20,5% 25,5%
3 480 – 553 27,9% 26,3%
2 407 - 480 23,2% 19,0%
1a 335 - 407 13,6% 11,7%
1b 262 - 335 5,2% 4,7%
<1 Minder dan 262 1,3% 0,7%
Toppresteerders bij PISA
(niveau 5 en 6):
• OESO: 8,3%
• Vlaanderen: 12,1% (8st positie)
Niveau 2: basisniveau
(volwaardige participatie aan
de maatschappij)
OESO: 20,1% onder niveau 2
Vlaanderen 17,1% onder
niveau 2
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
LEESVAARDIGHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
7 8 8 8 8 8 9 9 10 12 10 11 11 11 11 11 12 13 12 12 13 11 13 13 13 12 12 13 13 15 14 14 15 13 14 15 14 14 15 17 16 15 17 18 20 18 1723 24 27 28
22 20
2822
26 2532
2723
2 2 2 2 3 2 2 3 3 2 4 3 4 3 3 4 3 3 5 4 4 5 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 67 8 8
8 8 7 9 11
12 1211 10
1314
11
1414 15
15
1618
11 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2 2 1
1 2 3 2 1 1 47
4 3
2 2
5 8
2
6 3 6
37 11
18 21 22 19 18 1723 20 19
32
23 22 2024 23 21 24 27
19 22 23 2127 24 22 21 22 23 21
27 23 23 2519 21 23 26 23 24 27
22 2225 24
3026 22
30 2833 35
25 22
3426
29 28 3127
23
3232 31
30 3026
34
30 29
35
3331
29
3230
28
3231
26
31 30
26
32
2827 28 27 28
27
2928 28
29
2425
2827
27 2727
25 24
27 27
27
25
22
21 21
21 19
2121
20
2020
19 1516
17
29 26 2527 28
27
24
2625
16
2423
24
2223
24
22 19
26
22 22
22
19
2023 22 22 21 23
1921 20
19
2321
1918
20 20 17
19 19
16 1712
14
148 9
6 5
1112
4
97
74 5
7
10 9 1012 12
15
610
11
35
710
6 810
5 611
6 711
48 9 9 8 8 8 5 7 7 5
10 97 6 6 6 4
7 84 4 2
3
5 2 2 1 1 3 3 2 11
1 1 1 2 24
1 2 1 2 1 1 2 1 1 1 1
31 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1
11
1
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Ierl
an
d
Es
tla
nd
Ca
na
da
Fin
lan
d
Sin
ga
po
re
Ma
ca
o-C
hin
a
Ja
pa
n
Ko
rea
Vie
tna
m
Du
its
talig
e G
em
ee
ns
ch
ap
Po
len
No
orw
eg
en
De
ne
ma
rke
n
Slo
ve
nië
Du
its
lan
d
Sp
an
je
Ru
ss
isch
e F
ed
era
tie
Vla
an
dere
n
Ta
ipe
i C
hin
a
Po
rtu
ga
l
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Le
tla
nd
Ve
ren
igd
Ko
nin
kri
jk
Ne
de
rla
nd
Au
str
alië
Zw
ed
en
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Be
lgië
Kro
ati
ë
Zw
its
erl
an
d
OE
SO
-ge
mid
de
lde
Ita
lië
Fra
nk
rijk
B-S
-J-G
Ch
ina
Ts
jec
his
ch
e R
ep
ub
lie
k
IJs
lan
d
Oo
ste
nri
jk
Fra
ns
e G
em
ee
ns
ch
ap
Lit
ou
we
n
Lu
xe
mb
urg
Isra
el
Gri
ek
en
lan
d
Ho
ng
ari
je
Ch
ili
Slo
wa
ak
se
Re
pu
blie
k
Ma
lta
Ro
em
en
ië
Uru
gu
ay
Tu
rkije
Co
sta
Ric
a
Ve
ren
igd
e A
rab
isch
e E
mir
ate
n
Bu
lga
rije
Me
xic
o
Tri
nid
ad
en
To
ba
go
Co
lom
bia
Mo
lda
vië
Th
aila
nd
Alb
an
ië
Qa
tar
Niveau 1a Niveau 1b Onder niveau 1b Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6
In Vlaanderen presteert 17% van de leerlingen
onder niveau 2 (19e plaats in de ranking)
WISKUNDIGE GELETTERDHEID
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: DEFINITIE
“Het vermogen van een individu om wiskunde in verschillende
contexten te gebruiken, te formuleren en te interpreteren. Dit
omvat wiskundig redeneren en het gebruik van wiskundige
begrippen, werkwijzen, feiten en hulpmiddelen om fenomenen
te beschrijven, te verklaren en te voorspellen. Wiskundige
geletterdheid helpt mensen om de rol van wiskunde in het
dagelijkse leven in te schatten en om gefundeerde oordelen te
maken en gefundeerde beslissingen te nemen als
constructieve, betrokken en reflectieve burgers.”
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: VOORBEELDVRAAGAPPARTEMENT KOPEN
Dit is de plattegrond van het appartement dat de ouders van Gerard via een makelaarskantoor willen kopen.
Woonkamer
Terras
Slaap-kamer
Badkamer Keuken
Schaal:
1 cm stelt 1 m voor
Met een efficiënte methode kan je de totale
vloeroppervlakte schatten door slechts vier
lengtes te meten. Duid op bovenstaande
plattegrond de vier lengtes aan die nodig
zijn om de totale vloeroppervlakte van het
appartement te kunnen schatten.
Kenmerken Vraag “APPARTEMENT
KOPEN”
Vaardigheid Formuleren
SubschaalVorm en ruimte
(~meetkunde)
Context Persoonlijk
Moeilijkheids-
graadscore:576 Niveau 4
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: RESULTATEN
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Vlaanderen bekleedt tussen de 6-de en de 11-de plaats
in de rangschikking volgens gemiddelde prestatie voor
wiskundige geletterdheid
Een groep van 5 (Aziatische) landen presteert significant
beter dan Vlaanderen.
Ook voor dit domein is de absolute koploper Singapore,
met een gemiddelde score van 564 punten.
Net als in vorige cycli behoort Vlaanderen nog steeds tot
de toplanden voor wiskundige geletterdheid, maar het
aantal landen dat het Vlaamse niveau haalt, stijgt elke
cyclus.
Land Gem St fout Interval
Singapore 564 1,5 561-567
Hongkong-China 548 3,0 542-554
Macao-China 544 1,1 542-546
Taipei China 542 3,0 536-548
Japan 532 3,0 527-538
B-S-J-G China 531 4,9 522-541
Korea 524 3,7 517-531
Vlaanderen 521 2,5 517-526
Zwitserland 521 2,9 516-527
Estland 520 2,0 516-524
Canada 516 2,3 511-520
Nederland 512 2,2 508-517
Denemarken 511 2,2 507-515
Finland 511 2,3 507-516
Slovenië 510 1,3 507-512
België 507 2,4 502-512
Duitsland 506 2,9 500-512
Polen 504 2,4 500-509
Ierland 504 2,1 500-508
Duitstalige Gemeenschap 502 5,1 492-512
Noorwegen 502 2,2 497-506
Oostenrijk 497 2,9 491-502
Nieuw-Zeeland 495 2,3 491-500
Vietnam 495 4,5 486-503
Russische Federatie 494 3,1 488-500
Zweden 494 3,2 488-500
Australië 494 1,6 491-497
Frankrijk 493 2,1 489-497
Verenigd Koninkrijk 492 2,5 488-497
Tsjechische Republiek 492 2,4 488-497
Portugal 492 2,5 487-497
OESO-gemiddelde 490 0,4 489-491
Italië 490 2,8 484-495
Franse Gemeenschap 489 4,4 481-498
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 669
5 607 - 669
4 545 - 607
3 482 – 545
2 420 - 482
1 358 - 420
<1 Minder dan 358
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
6 Meer dan 669 2,3% 5,5%
5 607 - 669 8,4% 15,2%
4 545 - 607 18,6% 23,4%
3 482 – 545 24,8% 22,5%
2 420 - 482 22,5% 16,6%
1 358 - 420 14,9% 10,8%
<1 Minder dan 358 8,5% 6,2%
Toppresteerders (niveau 5 en 6):
• OESO: 10,7%
• Vlaanderen: 20,7% (6de positie)
Niveau 2: basisniveau
(volwaardige participatie aan
de maatschappij)
OESO: 23,4% onder niveau 2
Vlaanderen 17% onder
niveau 2
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
WISKUNDIGE GELETTERDHEID: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
5 6 6 8 9 8 10 10 11 11 10 11 10 12 12 11 12 13 12 13 14 15 13 14 16 15 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 15 17 17 16 17 1419 21 17 21 24 21 22 24 26 25 28
24 27 27 30 3124
3531
1 2 3 3 2 4 4 3 4 4 5 5 6 4 5 6 5 4 5 4 5 5 7 7 6 7 7 8 8 8 7 8 8 9 8 9 9 8 9 12 11 1511
12 1515
16 21 2024 23 25
23 28 25 26 2426
35
27 35
15 12 14 1721
1522 22 20 24
17 18 1621 20 17
24 22 22 23 26 2619
2328
23 23 21 23 23 25 23 23 21 24 22 2226 23 24 23 20
26 2621
26 27 24 26 23 25 25 25 22 24 25 26 2720
2622
27
2023
26
29
21
29 2927
30
24 2421
2725
23
28 29 27 2727 27
23
26
29
25 2625
26 2528
25 2524
2524 24
2524 24 24
22
24 23
22
22 2019 19
1617 16 16
1615 15 14 13
139
10
29
25
27
26
24
23
24 2323
21
23 23
22
2223
23
21 2321 21
19 18
22
19
16
19 1820
19 1918
18 19 2118
19 2016
18 17 16
17
15 1316
129
11 9
86 7 6
8 6 5 5 3
6 22
17
22
1915
11
18
9 1011
8
14 14
17
10 1215
9 810 9 7 7
128
59 8 10 8 9
68 8 10 8 9 9 6
8 7 79
55
7 33
4 3
3 1 2 1 2 2 1 1
2
513 8 5 3
10
2 2
42
7 5 93 3 5
2 1
3 3 2 2
4 21
3 2 3 2 31
2 2 2 2 31 1 2 1 1
31
1 2
1
1
-80
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100M
ac
ao
-Ch
ina
Sin
ga
po
re
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina
Ja
pa
n
Es
tla
nd
Ta
ipe
i C
hin
a
Fin
lan
d
De
ne
ma
rke
n
Ca
na
da
Ierl
an
d
Ko
rea
Zw
its
erl
an
d
B-S
-J-G
Ch
ina
Slo
ve
nië
Ne
de
rla
nd
Vla
an
dere
n
No
orw
eg
en
Du
its
talig
e G
em
ee
ns
ch
ap
Du
its
lan
d
Po
len
Ru
ss
isch
e F
ed
era
tie
Vie
tna
m
Belg
ië
Zw
ed
en
Le
tla
nd
Nie
uw
-Zeela
nd
Ts
jec
his
ch
e R
ep
ub
lie
k
Oo
ste
nri
jk
Vere
nig
d K
on
inkri
jk
Au
str
alië
Sp
an
je
Italië
OE
SO
-ge
mid
de
lde
Fra
nk
rijk
IJs
lan
d
Po
rtu
ga
l
Fra
ns
e G
em
ee
ns
ch
ap
Lit
ou
we
n
Lu
xe
mb
urg
Slo
wa
ak
se
Re
pu
blie
k
Ho
ng
ari
je
Ma
lta
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Kro
ati
ë
Isra
el
Gri
ek
en
lan
d
Ro
em
en
ië
Bu
lga
rije
Cy
pru
s
Ve
ren
igd
e A
rab
isch
e E
mir
ate
n
Ch
ili
Mo
lda
vië
Tu
rkije
Tri
nid
ad
To
ba
go
Uru
gu
ay
Alb
an
ië
Th
aila
nd
Me
xic
o
Qa
tar
Co
sta
Ric
a
Co
lom
bia
Niveau 1 Onder niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6
In Vlaanderen presteert 17% van de leerlingen
onder niveau 2 (16e plaats in de ranking)
TRENDS
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
“If you want to measure
change don’t change
the measure.”
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN PISA
Naam schaal 2000 2003 2006 2009 2012 2015
Leesvaardigheid 2000
2009
Wiskundige
geletterdheid
2003
2012
Wetenschappelijke
geletterdheid
2006
2015
Trends kunnen voor de
periode 2000-2015
gerapporteerd worden
Trends kunnen voor de
periode 2003-2015
gerapporteerd worden
Trends kunnen voor de
periode 2006-2015
gerapporteerd worden
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
Overheen de OESO-landen veranderde de gemiddelde wetenschappenscore niet tussen 2006
en 2015, maar in 21 landen/regio’s is er wel een significante verandering. In 15 van die landen
(waaronder Vlaanderen) is de trend negatief.
325
375
425
475
525
575
Jap
an
Estl
an
d
Ta
ipei C
hin
a
Fin
lan
d -
33
Maca
o-C
hin
a 1
8
Can
ad
a
Ho
ng
ko
ng
-Ch
ina -
19
Ko
rea
Vla
an
dere
n -
14
Nie
uw
-Zeela
nd
-1
7
Slo
ven
ië
Au
str
alië
-17
Vere
nig
d K
on
inkri
jk
Du
itsla
nd
Ned
erl
an
d -
16
Zw
itserl
an
d
Du
itsta
lig
e G
em
. -
11
Ierl
an
d
Belg
ië
Den
em
ark
en
Po
len
Po
rtu
gal 27
No
orw
eg
en
12
Vere
nig
de S
tate
n
Oo
ste
nri
jk -
16
Fra
nkri
jk
Zw
ed
en
OE
SO
gem
2006
Ts
jech
isch
e R
ep
ub
lie
k -
20
Sp
an
je
Le
tlan
d
Ru
ssis
ch
e F
ed
era
tie
Fra
nse G
em
.
Lu
xem
bu
rg
Ita
lië
Ho
ng
ari
je -
27
Lit
ou
wen
-13
Kro
ati
ë -
18
IJsla
nd
-18
Isra
ël
Slo
waak
se R
ep
ub
liek -
28
Gri
eke
nla
nd
-19
Ch
ili
Bu
lgari
je
Uru
gu
ay
Ro
em
en
ië 1
6
Tu
rkij
e
Th
ailan
d
Qata
r 6
8
Co
lom
bia
28
Mexic
o
2006
█ 2015
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Nieuwe manier om trends in PISA te rapporteren: 3-jaarlijkse trend
= een indicatie van de gemiddelde snelheid waarmee de prestaties van een land veranderen over de periode van
drie jaar (~ het interval tussen 2 PISA cycli)
= een meer robuuste maat voor trends omdat het alle gegevens van de verschillende PISA-cycli waaraan een land
deelnam, in rekening brengt en zo minder gevoelig is voor statistische schommelingen
Op basis van de 3-jaarlijkse trend zijn er in 24 landen/regio’s significante veranderingen in de
wetenschappenprestatie. Vlaanderen behoort opnieuw tot deze groep: de prestatie van Vlaamse
15-jarigen daalde per PISA-cyclus met 5 scorepunten.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Nieuwe manier om trends in PISA te rapporteren: 3-jaarlijkse trend
= een indicatie van de gemiddelde snelheid waarmee de prestaties van een land veranderen over de periode van
drie jaar (~ het interval tussen 2 PISA cycli)
= een meer robuuste maat voor trends omdat het alle gegevens van de verschillende PISA-cycli waaraan een land
deelnam, in rekening brengt en zo minder gevoelig is voor statistische schommelingen
Op basis van de 3-jaarlijkse trend zijn er in 24 landen/regio’s significante veranderingen in de
wetenschappenprestatie. Vlaanderen behoort opnieuw tot deze groep: de prestatie van Vlaamse
15-jarigen daalde per PISA-cyclus met 5 scorepunten.
Mexico
Thailand
TurkijeUruguay
Bulgarije
ChiliItalië
Russische Fed.
Luxemburg
Noorwegen
Slowaakse Rep.
Letland
IJsland
Denemarken
Polen
Zweden
België
ZwitserlandVer. Koninkrijk
Slovenië
Nederland
Australië
Taipei China
Canada
Hongkong-China
Finland
Qatar
Colombia
RoemeniëIsraël
Griekenland
Portugal
Litouwen
Spanje
Ver. Staten
Kroatië
Frankrijk
OESO gem.
Hongarije
Ierland
Oostenrijk
Franse Gem.
Macao-China
Tsjech.Rep.
Korea
Vlaanderen
Nieuw-Zeeland
Japan
Estland
Duitstalige Gem.
-11
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
325 350 375 400 425 450 475 500 525 550 575
Ge
mid
de
lde
3-j
aarl
ijks
e t
ren
d in
pre
stat
ie v
oo
r w
ete
nsc
hap
pe
n
Gemiddelde prestatie voor wetenschappen in 2006
Ge
mid
de
lde
pre
statie daalt
Ge
mid
de
lde
pre
statie stijgt
Prestatie in 2006 BOVEN het OESO gemiddeldePrestatie in 2006 ONDER het OESO gemiddelde
Ge
mid
de
lde
pre
statied
aaltG
em
idd
eld
ep
restatie
stijgt
Prestatie in 2006 BOVEN het OESO gemiddeldePrestatie in 2006 ONDER het OESO gemiddelde
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Zowel in het TSO als in het BSO daalden
de gemiddelde wetenschappenscores
significant tussen 2006 en 2015.
Ook in het ASO en in het KSO ligt de
gemiddelde prestatie lager in 2015 dan in
2006, maar hier is de daling niet
significant.
Verschillen in de scores volgens onderwijsvorm
PISA 2006 PISA 2015
ASO 593,0(2,3)
582,3(3,1)
TSO 525,2(2,7)
508,2(3,8)
KSO 544,5(12,9)
523,1(11,4)
BSO 433,2(3,0)
402,3(3,8)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
In Vlaanderen daalden de prestaties van de groepen laagpresteerders significant tussen 2006
en 2015.
Verschillen in de scores van laag- en hoogpresteerders
PISA 2006 PISA 2015
Perc. 10 Perc. 25 Perc. 75 Perc. 90 Perc. 10 Perc. 25 Perc. 75 Perc. 90
OESO 373,5(0,8)
432,5(0,7)
565,4(0,6)
619,8(0,7)
367,7(0,6)
426,1(0,6)
561,0(0,5)
614,8(0,5)
Vlaanderen 400,2(6,7)
468,1(4,5)
597,7(2,6)
641,7(2,7)
372,0(5,0)
442,7(4,1)
591,8(2,8)
641,6(2,7)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
In vergelijking met 2006 is er in Vlaanderen een significante stijging van het aantal leerlingen dat
het benchmarkniveau 2 voor wetenschappelijke geletterdheid niet haalt.
PISA 2006 PISA 2015 VERSCHIL 2015 -2006
< niv. 2 Niv. 5 of hoger < niv. 2 Niv. 5 of hoger < niv. 2 Niv. 5 of hoger
OESO 19,8% 8,7% 21,2% 7,7% 1,5 (1,8) -1,0 (0,6)
Vlaanderen 11,6% 12,3% 17,1% 12,0% 5,5 (1,7) -0,3 (0,6)
Verschillen in het percentage laag- en hoogpresteerders
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
Trends in de laag- en hoogpresteerders van “toplanden” uit PISA2006
0
5
10
15
20
25
30
Leerlingen op of boven niveau 5
%
0
5
10
15
20
25
30
Ta
ipe
i C
hin
a
Ja
pa
n
Fin
lan
d
Es
tla
nd
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Ca
na
da
Vla
an
de
ren
Au
str
alië
Ne
de
rlan
d
Ve
ren
igd
Ko
nin
kri
jk
Ko
rea
Slo
ve
nië
Du
its
lan
d
Zw
its
erl
an
d
Macao
-Ch
ina
Be
lgië
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Zw
ed
en
Fra
nk
rijk
No
orw
eg
en
OE
SO
ge
mid
de
lde
Leerlingen onder niveau 2%
2006 █ █ 2015
Van de 20 ‘trend’landen die in
PISA2006 boven het OESO-
gemiddelde scoorden, zijn er
drie waarbij zowel het
percentage hoogpresteerders
significant afneemt als het
percentage laagpresteerders
significant toeneemt (Finland,
Nieuw-Zeeland en Australië).
Vlaanderen behoort samen
met Nederland en Zweden tot
de landen waarbij enkel de
toename van het percentage
laagpresteerders significant is.
Van de ‘toplanden’ uit
PISA2006 heeft enkel Macao-
China in 2015 significante
positieve trends (én meer
hoogpresteerders én minder
laagpresteerders)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN LEESVAARDIGHEID
Overheen de OESO-landen veranderde de gemiddelde leesscore niet significant tussen
PISA2009 en 2015, maar in 27 landen/regio’s is er wel een significante verandering. In 17 van
die landen stijgt de leesprestatie significant; in de 10 overige is er een significante daling.
Ook in Vlaanderen daalde de gemiddelde score voor leesvaardigheid, maar het verschil van 8
punten is niet significant.
Net als bij wetenschappen steeg in Vlaanderen het aandeel laagpresteerders voor
leesvaardigheid significant (van 13,4% in 2009 naar 17,1% in 2015) terwijl het percentage
hoogpresteerders in die periode gelijk bleef (12%)
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WISKUNDIGE GELETTERDHEID
Overheen de OESO-landen veranderde de gemiddelde score voor wiskunde niet significant –
zowel niet tussen 2003 en 2015 als in vergelijking met 2012. Daarentegen daalt het percentage
hoogpresteerders bij dit domein overheen de OESO-landen wel telkens significant (met 1,8%
tussen 2012 en 2015 en met 3,6% tussen 2003 en 2015).
In 19 landen/regio’s is er een significante verandering tussen PISA2003 en 2015. In de
meerderheid hiervan (15 landen/regio’s, waaronder Vlaanderen) is de trend negatief. Van deze
landen heeft Vlaanderen samen met Finland en Australië de grootste daling in de
wiskundeprestatie (meer dan 30 scorepunten).
In tegenstelling tot bij wetenschappen en leesvaardigheid is er in Vlaanderen bij wiskundige
geletterdheid zowel bij de hoog- als bij de laagpresteerders een significante trend tussen 2003
en 2015. Het percentage leerlingen dat onder niveau 2 presteert voor wiskunde stijgt in die
periode met 5,5% terwijl het percentage leerlingen dat op of boven niveau 5 presteert met 13,7%
daalt.
Toelichting PISA2015-resultaten op de commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – VLOR – Brussel, 3 februari 2017
TRENDS IN WISKUNDIGE GELETTERDHEID
Buurlanden Nederland, Frankrijk hebben net als Vlaanderen een negatieve trend in hun
wiskundeprestatie, maar enkel Vlaanderen en Nederland hebben een systematische daling
overheen elke cyclus.
PISA2003 PISA2006 PISA2009 PISA2012 PISA2015
VLAANDEREN 553 (2,1) 543 (3,7) 537 (3,1) 531 (3,3) 521 (2,5)
Nederland 538 (3,1) 531 (2,6) 526 (4,7) 523 (3,5) 512 (2,2)
Duitsland 503 (3,3) 504 (3,9) 513 (2,9) 514 (2,9) 506 (5,4)
Frankrijk 511 (2,5) 496 (3,2) 497 (3,1) 495 (2,5) 493 (4,8)
Luxemburg 493 (1,0) 490 (1,1) 489 (1,2) 490 (1,1) 486 (1,3)
Finland 544 (1,9) 548 (2,3) 541 (2,2) 519 (1,9) 511 (2,3)
Denemarken 514 (2,7) 513 (2,6) 503 (2,6) 500 (2,3) 511 (2,2
Ghent University
@ugent
Ghent University
Inge De Meyer / Nele Warlop / Sigrid Van CampPISA-team UGent
Martin Valcke / Bram De Wever / Johan van Braak / Hilde Van Keer Promotor en copromotoren
VAKGROEP ONDERWIJSKUNDE
T +32 9 264 86 66
www.pisa.ugent.be
www.ugent.be