poster atex 27-09-2012

2
zone 20 inwendige van installaties in cyclonen, filters, drogers, molens inwendige van pneumatisch transport zone 21 bulkverlading, in silo’s (niet continue vulling) monsterpunten, inspectiepunten (regelmatig open) stoflagen die lang blijven liggen zone 22 flexibele verbindingen die incidenteel scheuren inspectieluiken die incidenteel open gaan opzakmachines met incidentele lekkages NGG technisch dichte installaties goed uitgevoerde flensverbindingen gebieden zonder noemenswaardige stoflagen STOFLAGEN ATEX 137 richtlijn (1999/92/EG) volgens NPR 7910-2:2010 aanwezigheid van stoflagen laagdikte manier van schoonhuishouden ATEX zone zoneafmetingen breedte zoneafmetingen hoogte niet verwaarloosbaar* goed NGG** n.v.t. n.v.t. minder dan 8 uur aaneengesloten niet verwaarloosbaar* voldoende 22 3 m rondom de stoflagen vanaf onderliggende vloer tot 2 m boven de stoflagen meer dan 8 uur aaneengesloten niet verwaarloosbaar* slecht 21 gehele ruimte * een verwaarloosbare laagdikte is maximaal circa 0,1 mm (vuistregel: voetsporen niet goed zien) ** NGG = Niet Gevaarlijk Gebied (geen ATEX zone) T-klasse gaszone ontstekings- temperatuur gas toegestane apparaat T-klasse T1 > 450 ºC T1 T6 T2 > 300 ºC T2 T6 T3 > 200 ºC T3 T6 T4 > 135 ºC T4 T6 T5 > 100 ºC T5 T6 T6 > 85 ºC T6 TEMPERATUURKLASSEN GAS (3) ATEX 137 richtlijn (1999/92/EG) aanwezigheid explosieve atmosfeer gas-en/of stofwolken ATEX zone urencriterium* percentage van de bedrijfsduur** gas stof voortdurend, lang of herhaaldelijk meer dan 1000 uur / jr meer dan 10% 0 20 onder normaal bedrijf af en toe waarschijnlijk tussen 10 en 1000 uur / jr tussen 0,1 en 10% 1 21 onder normaal bedrijf niet waarschijnlijk of van zeer korte duur minder dan 10 uur / jr minder dan 0,1% 2 22 * = op basis van de NPR 7910 (oude versie) ** = op basis van de NPR 7910-1:2012 & NPR 7910-2:2010 NPR = Nederlandse Praktijkrichtlijn maximale apparaat temperaturen bij stofzones* bij stofwolken: <= 2/3 van de MOT van de stofwolk smeultemperatuur voor stoflagen tot 5 mm practice A <= T5mm** 75 ºC smeultemperatuur voor stoflagen tot 12,5 mm dikte practice B <= T12,5mm** - 25 ºC * bij stof wordt veelal de temperatuur op het apparaat in ºC aangegeven ** voor stoflagen tot 5 mm dikte, grotere stoflagen: zie EN IEC 60079-14 TEMPERATUURKLASSEN STOF (3) afmetingen in meter lekdebiet (gas/damp) r1 r2 (=2xr1) h1 < 1 g/s 1 2 1 1-10 g/s 7 14 1 > 10 g/s onderzoek gassen zwaarder dan lucht r1 gassen neutraal met lucht gassen lichter dan lucht voorbeelden gaseigenschappen (waarden zijn een indicatie) gassoort MOT ºC gas- groep T- klasse relatieve dichtheid t.o.v. lucht aardgas 670 IIA T1 lichter methaan 537 IIA T1 lichter ethanol 370 IIB T2 zwaarder benzine > 220 IIA T3 zwaarder ethyleen 425 IIB T2 neutraal koolmonoxide 605 IIB T1 neutraal H2S 260 IIB T3 zwaarder zwavelkoolstof 90 IIC T6 zwaarder acetyleen 305 IIC T2 neutraal waterstof 560 IIC T1 lichter gasgroep toegestane apparaten IIA II, IIA, IIB, IIC IIB II, IIB, IIC IIC II, IIC stofgroep* toegestane apparaten IIIA IIIA, IIIB, IIIC IIIB IIIB, IIIC IIIC IIIC gas- en stofgroepen in ATEX zones (2) voorbeelden stofeigenschappen (waarden zijn een indicatie) stofsoort Kst bar.m/s stof- klasse MIE mJ MOT C smeultemp. 5mm C BZ klasse stofgroep aardappelmeel 98 St1 690 450 >450 2 IIIB houtstof 110 St1 100 400 300 5 IIIB koolstof 140 St1 >1000 >315 >400 2 IIIC magere melkpoeder 120 St1 100 540 340 2 IIIB zie www.bia.de (Gestis Staub Ex) voor meer stofeigenschappen afkortingen betekenis AG Afwijkend Gebied (zie NPR 7910-1) ATEX Atmosphères Explosibles EPD Explosion Protection Document (= EVD) EPL Equipment Protection Level EVD explosieveiligheidsdocument IEC International Electrotechnical Commission Kst stofexplosiecontante MIE minimum ontstekingsenergie MOT minimum ontstekingstemperatuur mJ milliJoule = eenheid van energie NGG Niet Gevaarlijk Gebied = geen ATEX zone NPR Nederlandse PraktijkRichtlijn St. Stofklasse T5mm smeultemperatuur bepaald bij 5 mm laag Ta T ambient = omgevingstemperatuur (=Tu) NPR 7910-1/-2 (2012/2010) Nederlandse praktijkrichtlijn voor bepalen van ATEX zones voor gas (-1) of stof (-2) EN IEC 60079-10-1 / -2 (2009) Europese norm voor bepalen ATEX zones gas (-1) of stof (-2) EN IEC 60079-14 (2008) elektrische installaties in ATEX zones EN IEC 60079-17 (2007) inspecties van elektrisch ATEX materiaal EN IEC 60079-19 (2011) reparatie, revisie, etc. ATEX apparatuur BGR 104 Duitse praktijkrichtlijn voor ATEX BGR 132 Duitse richtlijn voor statische elektriciteit EI15 code (vroeger IP15) Engelse praktijkrichtlijn voor ATEX r1 3r1 h * de stofgroep codering staat in veel gevallen nog niet op apparatuur basisvoorbeelden ATEX gaszonering basisvoorbeeld stofzonering r1 = circa 1 meter h = vanaf gevarenbron tot dichte vloer om een zone 20 of 21 zit een zone 22: +3 m bereken de afmetingen bij grote stofvrijgaves volgens bijlage B van de NPR 7910-2 vuistregel: zicht minder dan 1 m = explosieve stofwolk zone 0 inwendige van installaties ademventielen op tanks open vaten zone 1 verlaadinstallaties pakkingen die regelmatig lekken bemonsteringspunten en tappunten zone 2 flenzen, schroefdraadverbindingen, knelfittingen gesloten vaten met brandbare vloeistoffen pakkingen en seals die mogelijk kunnen lekken AG gebieden bij ovens of fakkels NGG gassystemen tot 0,5 bar gesloten UN-gekeurde verpakking gelaste buizen voorbeelden gaszones voorbeelden stofzones markering ATEX zone CONTROLE ATEX APPARATUUR 1 hete oppervlakken 2 vlammen en hete gassen 3 mechanische vonken en lasvonken 4 elektrische installaties en -materieel 5 zwerfstromen en kathodische bescherming 6 statische elektriciteit 7 bliksem 8 elektromagnetische radiostraling 9 elektromagnetische optische straling 10 ioniserende straling 11 ultrasoon geluid 12 adiabatische compressie, schokgolven 13 exotherme chemische reacties * ontstekingsbronnen volgens EN-1127-1 ontstekingsbronnen* elektrische apparatuur in GAS zones voor 2003 na 2003 zone 0 categorie herleiden met beschermingswijze welke op het typeplaatje staat aangegeven cat. 1 zone 1 cat. 1, 2 zone 2 cat. 1, 2, 3 mechanische appara- tuur in GAS zones voor 2003** na 2003 zone 0 tijdens uitzonderlijke storingen geen ontstekingsbron cat. 1 zone 1 tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron cat. 1, 2 zone 2 tijdens normaal bedrijf geen ontstekingsbron cat. 1, 2, 3 elektrische en mechanische appara- tuur in STOF zones* voor 2003** na 2003 Zone 20 IP6X + tijdens uitzonderlijke storingen geen ontstekingsbron Cat. 1 Zone 21 IP6X + tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron Cat. 1, 2 Zone 22 elektrisch geleidend stof IP6X + tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron Cat. 1, 2 Zone 22 niet elektrisch geleidend stof IP5X + tijdens normaal bedrijf geen ontstekingsbron Cat. 1, 2, 3 * inspectie elektrische apparatuur uitvoeren volgens EN IEC 60079-17 ** in alle zones letten op maximale temperaturen beoordeeld conform het principe van de beschermingswijzen van ATEX (= de geest van ATEX) 27-09-2012 © A. Brakke inspectie ATEX apparatuur Kst waarde bar.m/s stof- klasse ontploffings- snelheid 0-200 St1 matig 201-300 St2 hoog > 301 St3 zeer hoog stofklassen BZ1 brandt niet BZ2 brand maar dooft snel BZ3 brand en gloeit plaatselijk BZ4 gloeien breidt zich uit BZ5 open brand met vlammen BZ6 explosieve verbanding brandklassen stof normen voor ATEX zones en installaties 1 Klopt de aanwezige ATEX zone met categorie? zone 0 / 20 = cat. 1 zone 1 / 21 = cat. 1, 2 zone 2 / 22 = cat. 1, 2, 3 2 Klopt de aanwezige ATEX zone gas- of stofgroep met de gas- of stofgroep van het apparaat? 3 Klopt de aanwezige ATEX zone T-klasse met de T-klasse van het apparaat? correctiefactor bij stofwolken en -lagen correcte mediumtemperatuur apparatuur 4 Staan er speciale installatievoorwaarden op het certificaat of in de gebruiksaanwijzing? denk aan de letter “X” op het typeplaatje intrinsiek veilige berekeningen beveiligingsinstellingen omgevingstemperatuur (Ta) denk aan een juiste installatie (60079-14) 5 Wordt de apparatuur correct gebruikt, onderhouden en geïnspecteerd? 6 Zijn er door de montage ontstekingsbronnen mogelijk in relatie met overige apparatuur? ATEX zone-indeling noodzakelijk** GAS kg aanwezig of kan vrijkomen binnen buiten brandbare gassen > 5 kg > 50 kg vloeistoffen met een vlampunt < 23 °C en kookpunt <= 35 °C > 5 kg > 50 kg vloeistoffen met vlampunt < 23 °C en kookpunt > 35 °C > 50 kg > 500 kg vloeistoffen met vlampunt > 23 °C * > 500 kg > 5000 kg * vloeistoftemperatuur >= vlampunt ** het risico bepaalt wel / geen ATEX, niet de hoeveelheid in kg Omgevingstemperaturen: - direct door de zon beschenen = 60 °C - in gebouwen = 40 °C - in buitenlucht = 40 °C - ongeïsoleerde opslagtanks = 50 °C (> 500 m 3 ) - veiligheidsmarge: tanks 15 °C / omgeving 3 °C ATEX zone-indeling noodzakelijk STOF deeltjesgrootte inwendig in gebouw <0,1 mm 0,1 kg 50 kg 0,1 - 0,5 mm 50 kg 500 kg ATEX zone categorieën volgens ATEX 95 of Equipment Protection Level cat. 1 / Ga / Da cat. 2 / Gb / Db cat. 3 / Gc / Dc 0 of 20 X 1 of 21 X X 2 of 22* X X X * ATEX zone 22 elektr. geleidend stof cat. 2 gebruiken ATEX apparatuur in ATEX zones (1)

description

atex poster

Transcript of poster atex 27-09-2012

Page 1: poster atex 27-09-2012

zone 20

inwendige van installaties

in cyclonen, filters, drogers, molens

inwendige van pneumatisch transport

zone 21

bulkverlading, in silo’s (niet continue vulling)

monsterpunten, inspectiepunten (regelmatig open)

stoflagen die lang blijven liggen

zone 22

flexibele verbindingen die incidenteel scheuren

inspectieluiken die incidenteel open gaan

opzakmachines met incidentele lekkages

NGG

technisch dichte installaties

goed uitgevoerde flensverbindingen

gebieden zonder noemenswaardige stoflagen

STOFLAGEN ATEX 137 richtlijn (1999/92/EG) volgens NPR 7910-2:2010

aanwezigheid van stoflagen

laagdikte manier van schoonhuishouden

ATEX zone

zoneafmetingen breedte

zoneafmetingen hoogte

niet verwaarloosbaar* goed NGG** n.v.t. n.v.t.

minder dan 8 uur aaneengesloten

niet verwaarloosbaar* voldoende 22 3 m rondom de stoflagen

vanaf onderliggende vloer tot 2 m boven de stoflagen

meer dan 8 uur aaneengesloten

niet verwaarloosbaar* slecht 21 gehele ruimte

* een verwaarloosbare laagdikte is maximaal circa 0,1 mm (vuistregel: voetsporen niet goed zien) ** NGG = Niet Gevaarlijk Gebied (geen ATEX zone)

T-klasse gaszone

ontstekings- temperatuur gas

toegestane apparaat T-klasse

T1 > 450 ºC T1 – T6

T2 > 300 ºC T2 – T6

T3 > 200 ºC T3 – T6

T4 > 135 ºC T4 – T6

T5 > 100 ºC T5 – T6

T6 > 85 ºC T6

TEMPERATUURKLASSEN GAS (3) ATEX 137 richtlijn (1999/92/EG)

aanwezigheid explosieve atmosfeer gas-en/of stofwolken ATEX zone

urencriterium* percentage van de

bedrijfsduur** gas stof

voortdurend, lang of herhaaldelijk meer dan 1000 uur / jr meer dan 10% 0 20

onder normaal bedrijf af en toe waarschijnlijk tussen 10 en 1000 uur / jr tussen 0,1 en 10% 1 21

onder normaal bedrijf niet waarschijnlijk of van zeer korte duur

minder dan 10 uur / jr minder dan 0,1% 2 22

* = op basis van de NPR 7910 (oude versie) ** = op basis van de NPR 7910-1:2012 & NPR 7910-2:2010 NPR = Nederlandse Praktijkrichtlijn

maximale apparaat temperaturen bij stofzones*

bij stofwolken: <= 2/3 van de MOT van de stofwolk

smeultemperatuur voor stoflagen tot 5 mm

practice A <= T5mm** – 75 ºC

smeultemperatuur voor stoflagen tot 12,5 mm dikte

practice B <= T12,5mm** - 25 ºC

* bij stof wordt veelal de temperatuur op het apparaat in ºC aangegeven ** voor stoflagen tot 5 mm dikte, grotere stoflagen: zie EN IEC 60079-14

TEMPERATUURKLASSEN STOF (3)

afmetingen in meter

lekdebiet (gas/damp)

r1 r2 (=2xr1)

h1

< 1 g/s 1 2 1

1-10 g/s 7 14 1

> 10 g/s onderzoek

gassen zwaarder dan lucht

r1

gassen neutraal met lucht

gassen lichter dan lucht

voorbeelden gaseigenschappen (waarden zijn een indicatie)

gassoort MOT ºC

gas-groep

T-klasse

relatieve dichtheid t.o.v. lucht

aardgas 670 IIA T1 lichter

methaan 537 IIA T1 lichter

ethanol 370 IIB T2 zwaarder

benzine > 220 IIA T3 zwaarder

ethyleen 425 IIB T2 neutraal

koolmonoxide 605 IIB T1 neutraal

H2S 260 IIB T3 zwaarder

zwavelkoolstof 90 IIC T6 zwaarder

acetyleen 305 IIC T2 neutraal

waterstof 560 IIC T1 lichter

gasgroep toegestane apparaten

IIA II, IIA, IIB, IIC

IIB II, IIB, IIC

IIC II, IIC

stofgroep* toegestane apparaten

IIIA IIIA, IIIB, IIIC

IIIB IIIB, IIIC

IIIC IIIC

gas- en stofgroepen in ATEX zones (2)

voorbeelden stofeigenschappen (waarden zijn een indicatie)

stofsoort Kst bar.m/s

stof-klasse

MIE mJ

MOT

C

smeultemp.

5mm C

BZ klasse

stofgroep

aardappelmeel 98 St1 690 450 >450 2 IIIB

houtstof 110 St1 100 400 300 5 IIIB

koolstof 140 St1 >1000 >315 >400 2 IIIC

magere melkpoeder 120 St1 100 540 340 2 IIIB

zie www.bia.de (Gestis Staub Ex) voor meer stofeigenschappen

afkortingen betekenis

AG Afwijkend Gebied (zie NPR 7910-1)

ATEX Atmosphères Explosibles

EPD Explosion Protection Document (= EVD)

EPL Equipment Protection Level

EVD explosieveiligheidsdocument

IEC International Electrotechnical Commission

Kst stofexplosiecontante

MIE minimum ontstekingsenergie

MOT minimum ontstekingstemperatuur

mJ milliJoule = eenheid van energie

NGG Niet Gevaarlijk Gebied = geen ATEX zone

NPR Nederlandse PraktijkRichtlijn

St. Stofklasse

T5mm smeultemperatuur bepaald bij 5 mm laag

Ta T ambient = omgevingstemperatuur (=Tu)

NPR 7910-1/-2 (2012/2010)

Nederlandse praktijkrichtlijn voor bepalen van ATEX zones voor gas (-1) of stof (-2)

EN IEC 60079-10-1 / -2 (2009)

Europese norm voor bepalen ATEX zones gas (-1) of stof (-2)

EN IEC 60079-14 (2008) elektrische installaties in ATEX zones

EN IEC 60079-17 (2007) inspecties van elektrisch ATEX materiaal

EN IEC 60079-19 (2011) reparatie, revisie, etc. ATEX apparatuur

BGR 104 Duitse praktijkrichtlijn voor ATEX

BGR 132 Duitse richtlijn voor statische elektriciteit

EI15 code (vroeger IP15) Engelse praktijkrichtlijn voor ATEX

r1

3r1

h

* de stofgroep codering staat in veel gevallen nog niet op apparatuur

basisvoorbeelden ATEX gaszonering basisvoorbeeld stofzonering

r1 = circa 1 meter

h = vanaf gevarenbron tot dichte vloer

om een zone 20 of 21 zit een zone 22: +3 m

bereken de afmetingen bij grote stofvrijgaves

volgens bijlage B van de NPR 7910-2

vuistregel: zicht minder dan 1 m = explosieve

stofwolk

zone 0

inwendige van installaties

ademventielen op tanks

open vaten

zone 1

verlaadinstallaties

pakkingen die regelmatig lekken

bemonsteringspunten en tappunten

zone 2

flenzen, schroefdraadverbindingen, knelfittingen

gesloten vaten met brandbare vloeistoffen

pakkingen en seals die mogelijk kunnen lekken

AG gebieden bij ovens of fakkels

NGG

gassystemen tot 0,5 bar

gesloten UN-gekeurde verpakking

gelaste buizen

voorbeelden gaszones

voorbeelden stofzones

markering ATEX zone

CONTROLE ATEX APPARATUUR

1 hete oppervlakken

2 vlammen en hete gassen

3 mechanische vonken en lasvonken

4 elektrische installaties en -materieel

5 zwerfstromen en kathodische bescherming

6 statische elektriciteit

7 bliksem

8 elektromagnetische radiostraling

9 elektromagnetische optische straling

10 ioniserende straling

11 ultrasoon geluid

12 adiabatische compressie, schokgolven

13 exotherme chemische reacties

* ontstekingsbronnen volgens EN-1127-1

ontstekingsbronnen*

elektrische apparatuur in GAS zones

voor 2003 na 2003

zone 0 categorie herleiden met beschermingswijze welke op het typeplaatje staat aangegeven

cat. 1

zone 1 cat. 1, 2

zone 2 cat. 1, 2, 3

mechanische appara-tuur in GAS zones

voor 2003** na 2003

zone 0 tijdens uitzonderlijke storingen geen ontstekingsbron

cat. 1

zone 1 tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron

cat. 1, 2

zone 2 tijdens normaal bedrijf geen ontstekingsbron

cat. 1, 2, 3

elektrische en mechanische appara-tuur in STOF zones*

voor 2003** na 2003

Zone 20 IP6X + tijdens uitzonderlijke storingen geen ontstekingsbron

Cat. 1

Zone 21 IP6X + tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron

Cat. 1, 2

Zone 22 elektrisch geleidend stof

IP6X + tijdens verwachte storingen geen ontstekingsbron

Cat. 1, 2

Zone 22 niet elektrisch geleidend stof

IP5X + tijdens normaal bedrijf geen ontstekingsbron

Cat. 1, 2, 3

* inspectie elektrische apparatuur uitvoeren volgens EN IEC 60079-17 ** in alle zones letten op maximale temperaturen beoordeeld conform het principe van de beschermingswijzen van ATEX (= de geest van ATEX)

27-09-2012 © A. Brakke

inspectie ATEX apparatuur

Kst waarde bar.m/s

stof-klasse

ontploffings-snelheid

0-200 St1 matig

201-300 St2 hoog

> 301 St3 zeer hoog

stofklassen

BZ1 brandt niet

BZ2 brand maar dooft snel

BZ3 brand en gloeit plaatselijk

BZ4 gloeien breidt zich uit

BZ5 open brand met vlammen

BZ6 explosieve verbanding

brandklassen stof

normen voor ATEX zones en installaties

1

Klopt de aanwezige ATEX zone met categorie? zone 0 / 20 = cat. 1 zone 1 / 21 = cat. 1, 2 zone 2 / 22 = cat. 1, 2, 3

2 Klopt de aanwezige ATEX zone gas- of stofgroep met de gas- of stofgroep van het apparaat?

3

Klopt de aanwezige ATEX zone T-klasse met de T-klasse van het apparaat?

correctiefactor bij stofwolken en -lagen correcte mediumtemperatuur apparatuur

4

Staan er speciale installatievoorwaarden op het certificaat of in de gebruiksaanwijzing?

denk aan de letter “X” op het typeplaatje intrinsiek veilige berekeningen beveiligingsinstellingen omgevingstemperatuur (Ta) denk aan een juiste installatie (60079-14)

5 Wordt de apparatuur correct gebruikt, onderhouden en geïnspecteerd?

6 Zijn er door de montage ontstekingsbronnen mogelijk in relatie met overige apparatuur?

ATEX zone-indeling noodzakelijk** GAS kg aanwezig of kan vrijkomen

binnen buiten

brandbare gassen > 5 kg > 50 kg

vloeistoffen met een vlampunt < 23 °C en kookpunt <= 35 °C

> 5 kg > 50 kg

vloeistoffen met vlampunt < 23 °C en kookpunt > 35 °C

> 50 kg > 500 kg

vloeistoffen met vlampunt > 23 °C *

> 500 kg > 5000 kg

* vloeistoftemperatuur >= vlampunt ** het risico bepaalt wel / geen ATEX, niet de hoeveelheid in kg Omgevingstemperaturen: - direct door de zon beschenen = 60 °C - in gebouwen = 40 °C - in buitenlucht = 40 °C - ongeïsoleerde opslagtanks = 50 °C (> 500 m

3)

- veiligheidsmarge: tanks 15 °C / omgeving 3 °C

ATEX zone-indeling noodzakelijk STOF

deeltjesgrootte inwendig in gebouw

<0,1 mm 0,1 kg 50 kg

0,1 - 0,5 mm 50 kg 500 kg

ATEX zone

categorieën volgens ATEX 95 of Equipment Protection Level

cat. 1 / Ga / Da

cat. 2 / Gb / Db

cat. 3 / Gc / Dc

0 of 20 X

1 of 21 X X

2 of 22* X X X

* ATEX zone 22 elektr. geleidend stof cat. 2 gebruiken

ATEX apparatuur in ATEX zones (1)

Page 2: poster atex 27-09-2012

aanvullende stofcoderingen A of B

Notified Body (aantal voorbeelden) Nr. afkorting

KEMA Registered Quality (NL) 0344 KEMA

Physikalisch Technische Bundesanstalt (D)

0102 PTB

Laboratorio Oficial Jose Maria de Madariaga (E)

0163 LOM

DEMKO A/S (DK) 0539 DEMKO

ATEX 95 apparaatgroep en categorie

groep omgeving categorie beschermings- niveau

beschermingswijze = de “geest” van ATEX

code gas stof

I mijnen

M1 zeer hoog veilig bij abnormale storingen I M1 G D

M2 hoog veilig bij normaal bedrijf en zware bedrijfsomstandigheden

I M2 G D

II industrie

1 zeer hoog veilig bij abnormale storingen of veilig bij 2 onafhankelijke fouten

II 1 G D

2 hoog veilig bij voorzienbare storingen of veilig bij 1 fout

II 2 G D

3 normaal veilig tijdens normaal bedrijf II 3 G D

beschermingswijzen elektrisch materiaal

cate-gorie

aan- duiding**

beschermings- wijze NL

beschermings-wijze ENG

norm 60079

principe

1G Ga

ia intrinsiekveilig a intrinsic safety a -11 begrenzing van energie en temperatuur

ma gietmassa encapsulatiom -18 gas kan niet bij ontstekingsbron komen

op_is / sh* optische straling o.r. inherently safe sh = shielded

-28 beperking in vermogen of bescherming

--- 2 x onafhankelijk beschermingswijze Gb

--- -26 2 onafhankelijke beschermingswijzen Gb

2G Gb

d drukvaste behuizing flameproof enclosure -1 explosie blijft in de behuizing en geen vonken naar buiten

e verhoogde veiligheid increased safety -7 constructieve maatregelen om vonken en hete oppervlakken te voorkomen

ib intrinsiekveilig b intrinsic safety b -11 begrenzing van energie en temperatuur

mb m

gietmassa encapsulatiom -18 gas kan niet bij ontstekingsbron komen

o olievulling oil immersion -6 gas kan niet bij ontstekingsbron komen

p, px, py* inwendige overdruk pressurized enclosures

-2 gas kan niet in de behuizing komen

q zandvulling Quartz filled -5 geen vonken naar buiten of hete oppervlakken

fisco veldbussysteem intrinsiek veilig

fliedbus intrinsically safe concept

-27 begrenzing van energie en temperatuur

op_pr optische straling optical radiation protected

-28 optische straling wordt afgeschermd

3G Gc

ic energiebegrensd energy limitation -11 begrenzing van energie en temperatuur

nL (oud) energiebegrensd energy limitation -15 begrenzing van energie en temperatuur

mc gietmassa encapsulatiom -18 gas kan niet bij ontstekingsbron komen

n of nA niet vonkend non-sparking -15 constructieve maatregelen om vonken en hete oppervlakken te voorkomen

nR beperkt ademend restricted breathing -15 gas kan moeilijk bij de ontstekingsbron komen

nC hermetisch dicht enclosed break -15 vonken blijven in de behuizing

pz inwendige overdruk pressurized enclosures

-2 gas kan niet in de behuizing komen

fnico veldbussysteem niet vonkend

fliedbus non-incendive concept

-27 begrenzing van energie en temperatuur

1D* 2D* 3D* Da* Db* Dc*

iD, iaD, ibD, icD

intrinsiek veilig intrinsic safety -11 begrenzing van energie en temperatuur

mD maD, mbD

gietmassa encapsulatiom -18 stof kan niet bij ontstekingsbron komen

ta / tb / tc stofdicht protection by enclosure

-31 stof kan niet in de behuizing komen / geen hete oppervlakken

2D Db

pD inwendige overdruk pressurized enclosures

-4 stof kan niet in de behuizing komen

* de aanwezige categorie of EPL moet van het typeplaatje worden gelezen / EPL = Equipment Protection Level ** in de toekomst zullen de coderingen worden aangevuld met a, b of c, gerelateerd aan het EPL

Door de toekomstige normontwikkelingen zullen veel aanduidingen van de beschermingswijzen nog wijzigen.

T-klasse maximale opper-vlakte temperatuur

T1 450 ºC

T2 300 ºC

T3 200 ºC

T4 135 ºC

T5 100 ºC

T6 85 ºC

TEMPERATUURKLASSEN ATEX APPARATUUR

beschermingswijzen mechanisch materiaal*

aan- duiding

beschermings- wijze NL

beschermings-wijze ENG

norm EN

principe

fr beperkt ademend flow restricted 13463-2 behuizing is zoveel mogelijk dicht (alleen voor categorie 3

d drukvaste behuizing flameproof 13463-3 explosie blijft in de behuizing en geen vonken naar buiten (remmen, koppelingen)

g intrinsieke veiligheid inherent safety 13463-4** beperking in energie

c constructieve veiligheid constructional safety

13463-5 constructieve maatregelen (koppelingen, pompen, kettingen, ventilatoren)

b bewaking van ontstekingsbronnen

control of ignition sources

13463-6 ontstekingsbron wordt gedetecteerd (bij pompen, roerwerken, maalmolens)

p overdruk pressurized 13463-7** door overdruk komt explosieve atmosfeer niet in de behuizing

k vloeistofvulling liquid immersion 13463-8 explosieve atmosfeer kan niet bij ontstekingsbron komen (tandwielkasten, dompelpompen)

* algemene voorschriften voor mechanisch materiaal staan in de norm EN 13463-1 ** normen nog in voorbereiding of worden niet gepubliceerd

1. bij stof wordt veelal de temperatuur op het apparaat in ºC aangegeven

2. op sommige apparatuur wordt de Ta = Tambient = omgevingstemperatuur vermeld

Conformité Européenne

nummer keuringinstantie kwaliteitsborging

explosieveilig

groep 2 = industrie (1 = mijnen)

categorie 2 = beschermingsniveau

Stofgroep: G = gas / D = dust

elektrisch explosieveilig volgens CENELEC norm

beschermingswijze d en e

gasgroep IIB

T-klasse T4

IP klasse

bescherming tegen vreemde voorwerpen*

bescherming tegen vocht

0 geen bescherming 0

1 voorwerpen > 50 mm 1 drupdicht (verticaal)

2 voorwerpen > 12 mm 2 drupdicht (schuin)

3 voorwerpen > 2,5 mm 3 spatdicht

4 voorwerpen > 1 mm 4 plensdicht

5 stofvrij 5 sproeidicht

6 stofdicht 6 waterbestendig

7 dompeldicht

8 waterdicht

9 vochtdicht

* aanrakingsveiligheid hier niet vermeld

practice A beproeving volgens IP klasse en 5 mm

laagdikte (A: komt het meeste voor)

practice B beproeving volgens test en grotere laagdikte

aanvullende voorwaarden certificaat

X let op!: zie certificaat voor extra gebruiks- of installatievoorwaarden

U U = component, geen CE, samenstel nog certificeren

0344 II 2 G EEx de IIB T4 KEMA 09 ATEX 1234X

II 2/3 G IIA c k b TX

inwendig categorie 2 / uitwendig categorie 3 (technisch dossier bewaren bij NoBo)

T-klasse is afhankelijk van medium, zie gebruiksaanwijzing

keuringsinstantie (NoBo) EG-typekeuring

jaartal afgifte certificaat

ATEX certificaatnummer 1234X

aanvullende voorwaarden

0123 II 2 D Ex tD A21 T85°C IP66 PTB 00 ATEX3377

beschermingswijze stofdicht

geschikt voor zone 21 practice A

0102 II (1) GD [EEx ia] IIC EXAM 04 ATEX3377

beschermingswijzen mechanisch materiaal

apparaat mag zelf niet in ATEX zone, mag een verbinding hebben met zone 0 of 20

apparaat maakt deel uit van een intrinsiek veilige stroomketen (berekening nodig)

max. oppervlakte temperatuur 85 °C

gasgroep gassoorten

IIA butaan, ethaan, methaan, benzine, aardgas, etc.**

IIB ethyleen, koolmonoxide, ethanol, waterstofsulfide (H2S), etc.**

IIC waterstof, acetyleen en zwavelkoolstof

stofgroep stofsoorten

IIIA vezels

IIIB niet-elektrisch geleidend stof

IIIC elektrisch geleidend stof

* een ATEX zone wordt veroorzaakt door een gas en/of stof, welke zijn ingedeeld in groepen ** in deze gasgroep zitten veel meer gassoorten

GAS- en STOFGROEPEN*

Categorie M1 en 1 Autonome beveiligingssystemen

EG-type- onderzoek

Productie KB

Product-keuring of

en

ATEX 95 conformiteitsprocedures

Categorie 3

Interne fabricage controle

Categorie M2 en 2

ja Verbrandingsmotor of elektrisch materieel

EG-type- onderzoek

Product KB

Overeenkomst met type of

en

nee

Interne fabricage controle

en

Indienen TCD bij NoBo

alle categorieën autonome beveiligingssystemen

eenheidskeuring

ATEX 95 = Europese richtlijn 94/9/EG toelichting

ATEX 95 = ATEX 100a = productenrichtlijn = Europese richtlijn: toepassing sinds 1-7-2003

bedoeld voor fabrikanten van explosieveilige apparatuur en beveiligingssystemen in of buiten ATEX zones

wetgeving voor apparatuur in ATEX-zones of beveiligingsapparatuur i.v.m. explosiegevaar

bijvoorbeeld voor; machines, materieel, instrumenten, alsmede detectie- en preventiesystemen

apparaten dienen een inherente potentiële ontstekingsbron te hebben

bijvoorbeeld handkranen, hamers, tanks, leidingen, niet aangedreven deuren: niet onder ATEX 95 (wel ATEX 137)

er moet sprake zijn van een explosief mengsel onder atmosferische omstandigheden

atmosferische condities: -20 tot +60°C en 0,8–1,1 bar en lucht / ATEX apparatuur standaard: -20 tot +40 °C tenzij anders vermeld

van toepassing op mechanische en elektrische apparatuur sinds 1-7-2003

de ATEX 95 richtlijn is van toepassing op bijvoorbeeld elektromotoren, tandwielkasten, askoppelingen, lampen, etc.

van toepassing op apparatuur in zones met gas- en stofontploffingsgevaar

nieuwe apparatuur in ATEX stofzones moeten sinds 2003 ook een ATEX stof goedkeuring hebben