Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale...

31
Danique Voorthuijzen Jaar: 2 Datum: 18-10-2010 1

Transcript of Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale...

Page 1: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Danique VoorthuijzenJaar: 2

Datum: 18-10-2010

1

Page 2: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Inhoudsopgave

Vakblad artikel: Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden Blz. 3Opdracht: samenvatting over het artikel ‘nieuwe trainingslijn Blz. 4

digitale schoolborden’

Vakblad artikel: Gebruiken van gedigitaliseerd leermateriaal Blz. 5Opdracht: bedenk een stelling bij het artikel ‘gebruiken van Blz. 7

Gedigitaliseerd leermateriaal

Krantenartikel: leren met geld omgaan Blz. 8Opdracht: bedenk een rap of gedicht bij het artikel over leren Blz. 9

Omgaan met geld

Vakblad artikel: politiek over competentiegericht onderwijs Blz. 10Opdracht: maak een mindmap bij het artikel: Blz. 11

‘politiek over competentiegericht onderwijs’

Krantenartikel: weg met minimumnorm overstap vmbo-havo Blz. 12Opdracht: interview een persoon n.a.v het artikel

‘weg met minimumnorm overstap vmbo-havo Blz.14

Krantenartikel: leerlingen van de zwarte basisschool scoren Blz. 16

boven het landelijk gemiddelde

opdracht: Maak een beeldverhaal, strip of cartoon n.a.v

het artikel over de leerlingen van de zwarte basisschool Blz 18

krantenartikel: de stichting mijn kind online start een campagne over Blz 19

cyberseks

opdracht: geef je mening aan de hand van het artikel over Blz 20

cyberseks

krantenartikel: schoolbestuur intimideert leerkrachten Blz. 21

opdracht: schrijf een recensie n.a.v het artikel

‘schoolbestuur intimideert leerkrachten’ Blz. 22

krantenartikel: de kleinste school van Nederland Blz. 23

Opdracht: schrijf een ingestuurde brief n.a.v het

Artikel ‘de kleinste school van Nederland’ Blz. 24

2

Page 3: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden13 oktober 2010

Van Buurt boek start vanaf vandaag met de uitgave van de eerste in een reeks trainingsboeken over het digitale schoolbord. Tegelijkertijd gaat een webportaal in de lucht met achtergrondinformatie en verwijzingen naar zelfstudiemateriaal, genaamd EHDO. Dat staat voor: Echte Hulp Digitaal Onderwijs. Deze keer gaat het niet om een handleiding in het gebruik van het schoolbord zelf maar over de didactische toepassing ervan.

Het trainingsmateriaal is geschikt voor iedereen die met een digitaal schoolbord werkt of dat wil gaan doen. Nog amper gestart stromen de opdrachten nu al binnen.Met het uitbrengen van de trainingslijn komt de uitgever tegemoet aan de roep om deskundigheidsbevordering in het gebruik van digitale schoolborden. Arjan Hietkamp, uitgeefmanager bij Van Buurt: "Er zijn veel trainingen over de bediening maar weinig over de didactische toepassingen. De scholen en opleiders zoeken naar antwoorden terwijl de leveranciers die niet hebben. Er was gewoon bitter weinig op dit gebied terwijl de ontwikkelingen voortdenderen."

Van Buurt werkt voor de ontwikkeling van dit materiaal samen met ICT-dienstverlener Handshakers. Naast het schrijven van de teksten zorgen zij tevens voor begeleidende workshops. Volgens Hietkamp merkte ook Handshakers dit kennisgat, ook bij degenen die moeten beslissen over de aanschaf van nieuwe hardware en de eindverantwoordelijke voor de onderwijskwaliteit. "Men realiseert zich niet dat niet alleen de prijs van de aanschaf meetelt maar ook de benodigde deskundigheidsbevordering. Alleen zo kun je de aanschaf immers laten renderen!"Hietkamp: "Het boek, de workshops en het webportal vullen elkaar aan, hoewel ze ook los te gebruiken zijn. Wel is de website erg ondersteunend. Behalve contact met andere studenten en een hoop extra tips en trucs kun je jezelf daar ook testen en online bijhouden wat de vorderingen zijn".

De uitgeverij is van plan het komende jaar nog meer delen uit deze reeks trainingsboeken uit te brengen, zowel voor beginners als gevorderden. Eerst is gekozen voor de meest gangbare typen digiborden die gebruikt worden. In een later stadium komen de minder gangbare borden en een verdieping op het huidige materiaal aan bod. "Ons doel is om uiteindelijk genoeg te hebben om elke docent uit welke onderwijssoort dan ook met welk digibord dan ook van dienst te kunnen zijn."

Echte Hulp Digitaal Onderwijs webportal: www.ehdo.nlDe omschreven competenties zijn individueel te volgen en af te vinken op de website www.ehdo.nl.Meer dan prettig ervaren gebruikers de toegang tot lesbronnen, voorbeeld materiaal, het forum, leerobjecten en competentiegericht beeldmateriaal dat via de website ontsloten kan worden.

3

Page 4: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: schrijf een samenvatting over het bovenstaande artikel

Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden

Van buurt boek geeft een reeks boeken uit over het gebruik van de digitale schoolbord. Ook gaat er een webportaal de lucht waarom informatie te vinden is over de didactische toepassing van het digitale schoolbord, achtergrond informatie en zelfstudiemateriaal.Het trainingsmateriaal is geschikt voor iedereen die met een digitaal schoolbord werkt.

Doordat er alleen informatie is over het gebruik en de bediening van het digitale schoolbord, was er veel vraag naar de didactische toepassingen ervan. De uitgever komt met het uitbrengen van deze trainingslijn tegemoet aan de vraag om deskundigheidsbevordering.

Naast het boek en de webportal worden er ook begeleidende workshops gegeven. Op het webportal kun je onder andere tips en trucs vinden, je kunt jezelf er ook testen en bijhouden wat de vorderingen zijn.

De uitgeverij wil meerdere delen trainingsboeken uitbrengen voor beginners en gevorderden. Ook is het de bedoeling dat de verschillende digitale schoolborden worden behandeld. Op deze manier willen ze bereiken dat straks elke docent op elk willekeurig digitaal schoolbord te werk kunnen gaan.

4

Page 5: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Gebruiken van gedigitaliseerd leermateriaal

De samenleving krijgt van tijd tot tijd te maken met veranderingen die heftige emoties teweeg kunnen brengen. Door sommigen worden die veranderingen getypeerd als belangrijke vernieuwingen, terwijl anderen ze veeleer zien als bedreigingen. De eerste auto zorgde voor veel beroering en tegenstrijdige reacties. De mechanisatie in de landbouw werddoor velen niet met open armen ontvangen. Nieuwighedenals de boekdrukkunst, de sluiting van de mijnen, kernenergie, plaatsing van windmolens, de invoering van de euro, de opkomst van moderne communicatiemiddelen zorgden ook voor de nodige commotie.Ook het onderwijs krijgt met enige regelmaat te maken met veranderingen die degenen die in het onderwijs werken, maar ook de politiek, bedrijven en instellingen rond het scholenveld niet onberoerd laten: de invoering van het klassikale onderwijs, de invoering van de leerplicht, de basisvorming, het studiehuis, het accreditatiestelsel, de Cito-toets. De basis voor meningsverschillen kan van velerlei aard zijn. Voor medewerkers van scholen zou het kunnen gaan over zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, eigenbelang (het verandert mijn werk) en het ontbreken van randvoorwaarden. Voor partijen rond de school, waaronder de overheid en de uitgevers, gaat het uiteraard ook over kwaliteitszorg, maar daarnaast over politieke stellingnames, sluitende begrotingen, veranderingen in businessmodellen en dergelijke. Er zijn– ook in het onderwijs – altijd wel weer voorstellen of onderwerpen waarover meningen verdeeld zijn en waarbij er sprake is van voorstandersen tegenstanders. Momenteel is de invoering van ict en het gaan werken met gedigitaliseerd leermateriaal een hot item.

Een eerste reactie zou kunnen zijn dat de computer een zegen is voor het onderwijs. De computer kan immers het informeren van mensen en het communiceren tussen mensen enorm ondersteunen. De computer kan docenten helpen bij het informeren van leerlingen over de inhoud van de leertaak en over de manier waarop de taak aangepakt zou kunnen worden. De computer kan daarnaast gebruikt worden bij het faciliteren van de communicatie met leerlingen. Ooit moesten mensen elkaar treffen om met elkaar te kunnen praten. Sinds mensenheugenis is er gezocht naar verbetering van informatie- en communicatiemiddelen: de tamtam en andere geluidssignalen, rooksignalen, lichtsignalen, duiven, telex, telefonie. Met het gaan gebruiken van nieuwe informatie- en communicatiemiddelen zetten we een volgende stap in de ontwikkeling.

Het werk van veel docenten krijgt nog steeds in hoge mate zijn beslag in lesgeven. Tijdens het lesgeven besteden veel docenten veel tijd aan kennisoverdracht. Dat ze dat doen is enigszins begrijpelijk omdat expliciete kennisopname, als middel om te komen tot een relevante kennisbasis, een fundamenteel onderdeel is van ons schoolsysteem. Maar er zit een enorm nadeel aan dit concept. Los van het feit dat het leerpsychologisch gezien niet de meest effectieve ondersteuning is bij kennisconstructie door leerlingen, kost het ook een zee van tijd. Er is een alternatief. Laat leerlingen lezen! Maar daar zitten ook haken en ogen aan. Leerlingen kennis laten opnemen door te lezen in plaats van door te vertellen werkt niet altijd goed, zo is de ervaring van docenten. Dat leerlingen het moeilijk vinden al lezend kennis op te nemen is logisch. Lezen gebruikt de mogelijkheden van een multimedialeinteractieve communicatiecultuur slechts in zeer beperkte mate! Als het leesmateriaal dan ook nog betrekking heeft op inhoud, die door de

5

Page 6: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

leerlingen niet direct als inspirerend en betekenisvol wordt ervaren, dienen zich al snel motivatieproblemen aan. Wat gaan we doen in het onderwijs? Zetten we de volgende stap door de computer te gaan gebruiken bij informeren en communiceren of persisteren we in het inzetten van didactische werkvormen die in hoge mate geënt zijn op luisteren en lezen. Als we dat doen is er geen zicht op dat we tijd vrij krijgen voor leerprocesbegeleiding. En als die tijd er niet komt kunnen we in essentie geen vooruitgang meer maken in ons schoolsysteem. Differentiatie naar inhoud, niveau, tempo en interesse, talentontwikkelingop maat en flexibilisering van het onderwijs zullen tot in lengte van dagen theoretische begrippen blijven.

Maar er is natuurlijk meer. Het schrikbeeld is de leerling die thuis, ja zelfs op school, gekluisterd zit aan de computer en onderwijs ‘geniet’ via internet. De leraar is in dat doemscenario in geen velden of wegen te zien. Dit schrikbeeld wordt in verband gebracht met het gebruik van gedigitaliseerd leermateriaal. Stellen dat zoiets echt niet de bedoelingis, is natuurlijk niet voldoende. Het is zaak na te denken over de vraag, hoe onderwijs met gedigitaliseerd leermateriaal eruit zou moeten zien om te beantwoorden aan de wensen en de eisen die wij met betrekking tot goed onderwijs zouden willen formuleren. We mogen errustig vanuit gaan dat ontwikkelingen op het gebied van het digitaliseren van leermateriaal niet tegen te houden zijn. De angst voor de eerste auto heeft de auto-industrie niet of nauwelijks afgeremd en ook de industrialisatie van de landbouw is amper in de ontwikkelinggeremd. Het is onwaarschijnlijk dat ouders, leraren, schoolleiders en politici het digitaliseren van leermateriaal zullen afwijzen wanneer dat kostenbesparing en meer flexibel onderwijs tot gevolg heeft. Het is dus zaak na te denken over de vraag op welke manier we van hetdigitaliseren van leermateriaal een zegen kunnen maken voor het onderwijs. Welke nieuwe mogelijkheden komen er en hoe zijn die optimaal te gebruiken?

Gebruik maken van gedigitaliseerd leermateriaal is meer dan het gesproken en geschreven woord vervangen door platgeslagen boeken in pdf-bestanden. De ambitie is te kunnen gaan beschikken over multimediaal interactief leermateriaal dat leerlingen boeit en onderwijskundig zo is opgebouwd dat docenten het in verschillende onderwijssettingskunnen gebruiken. Natuurlijk is de hoop dat traditionele settings heringericht worden om meer ruimte te creëren voor flexibilisering en maatwerk. Die mogelijkheden liggen binnen handbereik omdat gedigitaliseerd leermateriaal, gemaakt met online auteurstools, zowellineair, in een vaste door methodeschrijvers bedachte opbouw kunnen worden gebruikt, als ook op een kriskras manier, als docenten en/of leerlingen daarvoor willen kiezen. Anders gezegd, gedigitaliseerd leermateriaal kunnen gebruikers ordenen zoals ze zelf willen. Je kunteen toets drie keer doen, je kunt gemakkelijk onderdelen overslaan of weglaten, de volgorde veranderen, iets toevoegen of veranderen etcetera. Kortom, gedigitaliseerd leermateriaal is dynamisch en flexibel, waardoor docenten en leerlingen het naar hun hand kunnen zetten.Gedigitaliseerd leermateriaal doet recht aan de uniciteit van iedere docent. Leerboeken drukken docenten inhoudelijk en didactisch in een keurslijf wat nogal eens leidt tot consumptief gedrag. Niet de docent maar het leerboek bepaalt de regie. Voor het leren van de leerlingen heeft dat vergaande consequenties. Dat iedere leerling op een unieke manier leert en er leerpsychologisch sprake zou zijn van individuele leerlijnen past slecht bij gestandaardiseerd leermateriaal dat veelal leidt tot uniforme didactiek en gelijkvormigheid in leren.

6

Page 7: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

• Digitaliseren van leermateriaal kan ervoor zorgen dat een docent een deel van de tijd die nu nodig is voor kennisoverdracht kan inruilen voor uren individuele begeleiding van leerlingen.• Digitaliseren van leermateriaal kan ertoe leiden dat leerlingen over eenzelfde onderwerp uiteenlopende informatie vinden. Dat doet recht aan de uniciteit van ieder leertraject. Daarnaast biedt de uiteenlopende informatie extra mogelijkheden bij samenwerkend leren.• Digitaliseren van leermateriaal maakt het mogelijk dat het verwerken en zich eigen maken van de leerstof plaats vindt op school in aanwezigheid van de leraar, terwijl een eerste kennismaking met de leerstof thuis kan gebeuren met inspirerend gedigitaliseerdleermateriaal. Digitaliseren van leermateriaal zien als een kans om bestaande tekortenin het onderwijs te verzachten of op te heffen lijkt zinvoller dan digitaliseren van leermateriaal zien als een bedreiging, wetend dat die ontwikkeling niet tegen te houden is. Het is een uitdaging digitalisering van leermateriaal zodanig in te passen dat we in het onderwijs tijd en ruimte gaan creëren om aandacht te besteden aan taken die nogal eens in de verdrukking komen omdat er zoveel lessen gegeven moeten worden en omdat er zo weinig tijd is voor persoonlijke begeleiding.

Het overdragen van kennis vergt veel tijd. Het inzetten van gedigitaliseerd leermateriaal kan tijdsbesparend werken. Dat biedt mogelijkheden om de individuele leerprocesbegeleiding te realiseren waar docenten tot nu toe maar in een beperkte mate aan toekomen. Herbesteding van docententijd is een voorwaarde voor differentiatie, flexibilisering,maatwerk en talentontwikkeling. Daarnaast kan met behulp van de computer gewerkt worden aan een verdeling van werkzaamheden tussen docenten, die tot een grotere effectiviteit leidt en docenten beter ‘in hun kracht brengt’. Die ruimte moeten we overigens zelf invullen als onderwijsgevenden. Anderen doen dat niet voor ons. Wynand Wijnen is emeritus hoogleraar en Jos Zuylen is directeur Onderwijsvernieuwingcoöperatie,

www.onderwijsvernieuwingscooperatie.nl

opdracht: bedenk een stelling bij dit artikel

stelling:het digitaliseren van leermateriaal is een ontwikkeling, waarvan goed gebruik kan worden gemaakt in het onderwijs.

7

Page 8: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

ROTTERDAM - Ouders kunnen hun kinderen beter met geld leren omgaan door eerder te beginnen met zakgeld. Bovendien moeten zij hun kinderen meer vrijheid geven bij het uitgeven ervan. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek in opdracht van De Nederlandsche Bank (DNB). (krant)

Volgens het onderzoek, uitgevoerd onder 1500 kinderen tussen de 4 en 12 jaar en hun ouders, zijn vaders en moeders te controlerend en beschermend als het gaat om het uitgeven van geld. Dit terwijl bijna alle ouders (93%) aan financiële opvoeding doen, en 82% van de kinderen braaf spaart.

Toestemming oudersEen ruime meerderheid van de kinderen van 7 jaar en ouder mag alleen iets kopen met toestemming van de ouders. Datzelfde geldt voor n met een pinpas. Bovendien krijgt een derde van de kinderen pas na zijn achtste verjaardag zakgeld. Ouders vinden eerder zakgeld geven niet nodig. Zij betalen voor jongere kinderen zelf alles en vinden kinderen nog te jong.

Financiële zelfredzaamheid"Bij kinderen is het risico niet zo groot als het een keer fout gaat met geld," zegt Annemarie Koop van het Nibud in Metro. "Dan geven ze in één keer al hun geld aan het begin van de maand uit en kunnen ze daarna niets meer kopen. Dat is vervelend, maar het heeft geen grote gevolgen. Als je ouder bent en je woont op jezelf en je doet zoiets dan heeft dat vervelende consequenties." Bovendien is een financiële blunder op jonge leeftijd leerzaam. "Het zijn de eerste stappen richting financiële zelfredzaamheid."

Ouders voelen zich het meest verantwoordelijk voor de financiële opvoeding, gevolgd door de basisschool, de overheid, de reclame-industrie, banken en DNB. (ANP/MDS)

8

Page 9: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: bedenk een rap of gedicht bij dit artikel

Door het geven van zakgeld op jonge leeftijd verbetert de financiële zelfredzaamheid met geld om leren gaan is op eigen benen leren staandoor dit op jonge leeftijd te lerenwillen kinderen later beter presteren

begin vroeg met het geven van zakgeld, het werktwacht maar ouders tot je het zelf merktkinderen gillen,laat ze kopen wat ze willenlaat ze vrijzo leren ze hoe het werkt in deze maatschappijzonder geld kunnen ze niks kopenze leren dat dit ze later zal slopenouders, krijg geen spijten begin op tijd

je moet er jong mee beginnengelder mee om leren gaangeldweten wat je er wel en niet voor kunt krijgengeldleren wat voor waarde het heeftgeldzien wat je er voor terug krijgtgeldhoren hoe het valt als je er heel veel van hebtgelder achter komen hoe snel je het weer kwijt bentgeldwerken om er nog meer van te krijgengeldweten hoe het voelt als je het niet meer hebtgeldvoelen welke verschillende soorten er van zijngelder achter komen dat je het niet overal kunt gebruikengelduitzoeken waar je het kunt bewarengeldwees er vooral zuinig op..of nietgeld

9

Page 10: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Politiek over competentiegericht onderwijs Het rapport Dijsselbloem ging weliswaar niet rechtstreeks over het competentiegerichte onderwijs, maar het heeft de politieke interesse voor dit onderwerp doen herleven.Nadat de inspectie 19 mei verslag had uitgebracht over de onderwijssituatie in het land, heeft de politiek zich intensief met onderwijs beziggehouden. Op 28 mei werden in devaste Kamercommissie van OCW partijen zoals MBO Raad, mkb en Colo gehoord. En in juni werd gesproken over consequenties van ‘Dijsselbloem’ en de invoering van cgo.Kamer en kabinet kunnen zich vinden in het in februari verschenen Dijsselbloem-rapport, zo bleek na twee dagen napraten over de uitkomsten, op 17 en 18 juni. MinisterPlasterk had er moeite mee dat vooral de politiek verantwoordelijk wordt gehouden voor mislukte onderwijsvernieuwingen. Maar hij vindt wel dat het rapport zijn beleidondersteunt. Onder meer wat betreft de aandacht voor taal en rekenen. De Kamer wil nu dat de lessen uit het rapport ook op de invoering van het competentiegerichte onderwijs in het mbo worden toegepast. In een Kamerdebat op 4 juni, met staatssecretaris Van Bijsterveldt in een hoofdrol, bleek dat de ingezette koers nauwelijks verandert. Cgo is ‘een rijdende trein die niet mag worden gestopt’, had Ben Rijgersberg, directeurColo, gezegd. Het gaat er nu politiek om, zo lijkt het, te zorgen dat die trein niet uit het spoor gaat. Knelpunten bij invoering cgo moeten worden aangepakt,zei Van Bijsterveldt. Ze beloofde dat er eind 2009 een onafhankelijke evaluatie komt voor definitieve politieke besluitvorming over de invoering in 2010. Er was ook discussie over definiëring van cgo en de vraag of dit verder gaat dan nieuwe exameneisen (het ‘wat’). In hoeverre betreft het ook een didactische vernieuwing (het‘hoe’)? Is er nog ruimte voor verzorging van klassikale lessen, vroegen politici zich hardop af. Zou wel moeten, zo vinden verschillende politieke vertegenwoordigers.Een week later, op 10 juni, werden vijf moties over cgo besproken. Dibi (Groenlinks) vroeg om duidelijke informatie. Onder meer over kennisniveau van leerlingen, positieen rol van docenten, verandering in opleidingsniveau en benodigde bijscholing, draagvlak en (financiële) middelen. Hij trok zijn motie in na het antwoord van Van Bijsterveldt dat deze punten in haar kwalitatieve evaluatie zijnopgenomen. Bosma (PVV) stelde voor om niet verder te gaan met invoeringvan competentiegericht onderwijs (argument tegen was onder meer dat er op de arbeidsmarkt verwarring zou ontstaan over mbo-opleiding en –niveau; verworpen tijdens de stemming op 17 juni). De Rooij (SP) wilde cgo alleen invoeren als een meerderheid van het onderwijspersoneel op een school akkoord is (eveneens verworpen). Er waren ook twee moties van Staf Depla (PvdA). Hij ziet dat veel van de leerlingen die er ervaringen in opdoen, tevreden zijn met het cgo, maar 40 procent van de opleidingen zou volgens de inspectie nog niet klaar zijn voor deoverstap. Veel scholen moeten immers met geheel nieuwe onderwijsmethoden aan de slag. Zijn eerste motie was dan ook om de verplichte invoeringsdatum van augustus 2010 los te laten; ‘uitstel maar geen afstel’. 2010 zou streefdatum moeten blijven, maar als scholen goede redenen hebben, moet uitstel mogelijk zijn. De tweede motie – die net als de eerste werd aangenomen - betrof de positie van docenten als ‘succesfactor’ bij cgo-invoering. Het is feitelijk een oproep aan colleges van bestuur om medezeggenschapsraden te betrekken in het proces van cgo. Argument: er moeten voorwaarden worden gecreëerd voor een kansrijke onderwijsvernieuwing,in lijn met ‘Dijsselbloem’, en draagvlak is er dan een. Ook zouden docenten nadrukkelijk betrokken moeten zijn bij de vertaling van kwalificatiedossiers in onderwijsprogramma’s

10

Page 11: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

voor de opleiding waaraan ze zijn verbonden.

(TvdB)

opdracht: maak een mindmap bij dit artikel

11

Page 12: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

AMSTERDAM - De scholen voor

voortgezet onderwijs willen op termijn af van de minimumnormen voor leerlingen die overstappen van vmbo naar havo.

Dat zegt VO-raad-voorzitter Sjoerd Slagter. 'Nu kan dat niet, omdat de verschillen in cultuur en werkhouding tussen vmbo en havo nog te groot zijn', zegt Slagter. 'We willen leerlingen voor teleurstellingen behoeden.' Slagters uitspraken haken in op een debat over de extra toelatingseisen die havo-scholen stellen aan de overstappende vmbo-t-gediplomeerden. Eisen stellenUit onderzoek van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (Ecbo) bleek vorig jaar dat 94 procent van alle havo-scholen eisen stelt, vaak in de vorm van een gemiddeld eindcijfer van 6,5 of 7, of een motivatiegesprek. Scholen hoeven die eis niet te stellen, maar mogen het wel, als ze vrezen dat leerlingen met onvoldoende basiskennis eerder uitvallen. Uit de Ecbo-studie blijkt dat de examenresultaten van leerlingen die op de havo begonnen zijn iets beter zijn dan van vmbo-doorstromers. Jaarlijks maken zo'n 9.000 leerlingen na vmbo-t de overstap naar havo-4. Zo proberen ze sneller op een hogeschool terecht te komen. Circa duizend vmbo'ers zouden wel willen overstappen, maar mogen op grond van hun resultaten niet. De meeste vmbo'ers vervolgen hun opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), en soms daarna naar het hbo.

Heel gebruikelijkDe stap van mavo (voorloper van vmbo-t) naar havo was heel gebruikelijk. In de eerste jaren van het vmbo, na 2000, daalde dit 'stapelen' tot bijna nul, maar de laatste vijf jaar wordt het steeds populairder. Met name allochtone leerlingen kiezen deze weg.In de VO-raad woedt een discussie over het definitief wegnemen van alle belemmeringen van doorstroming. 'Veel vmbo'ers zien de intellectuele uitdaging van de havo, en de extra inzet en motivatie daar als een pluspunt', zegt Slagter. 'Maar ze weten ook dat ze op die andere werkhouding moeten worden voorbereid.' Onmiddellijk afschaffen van alle belemmeringen zou daarom voor een grote toestroom van nieuwe havisten, maar ook tot meer teleurstellingen leiden, vreest de VO-raad.

12

Page 13: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Tegen de drempelsHet Landelijk Aktiekomitee Scholieren (LAKS) is tegen de drempels. 'Wettelijk geeft het vmbo-t-diploma gewoon toegang tot het havo', zegt LAKS-voorzitter Steven de Jong. 'Wij zouden liever zien dat havo-scholen energie steken in extra begeleiding of een zomerschool als ze het zo goed met de overstappers voor hebben.' Het LAKS krijgt er elk jaar veel klachten over. De Jong: 'Het gaat erom dat kinderen zich maximaal kunnen ontplooien, ook als ze er bijvoorbeeld pas op hun zestiende achterkomen dat ze theoretisch verder willen komen.' Sinds kort bestaat wel de mogelijkheid voor talentvolle vmbo-leerlingen om al na de derde klas de overstap te maken naar 4 havo zonder tussenkomst van de inspectie. Maar daarvan maakt per jaar slechts een dozijn kinderen gebruik.

13

Page 14: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: interview een persoon n.a.v dit artikel

Interview (artikel minimumnorm overstap vmbo – havo)

Naam: MerelLeeftijd: 16Opleiding: HavoVooropleiding: Vmbo-t

Stelt jou havoschool ook eisen aan de toelating van vmbo leerlingen: nee, mijn school deed dat niet. Het comenius een andere school in de buurt die deed dat wel.

Zo ja welke eisen: Bij het comenius moest je gemiddeld een 7 staan op alle vakken die je op die school wilde gaan volgen

Wat vind je er van dat ze deze eisen hebben:Ik vind het eigenlijk wel goed. Ik ben van mening dat de stap tussen vmbo-t en havo voor sommige vmbo-t leerlingen gewoon te groot is.

Weet je ook waarom ze deze eisen hebben:Er blijven anders te veel mensen zitten in havo 4

Waarom heb jij er voor gekozen om na het vmbo eerst nog havo te doen:Ik liep op het vmbo al een speciale route omdat ik van vlieland kom en je daar alleen maar vmbo hebt. Ik kon wel havo doen, maar daar dus niet. Daarom heb de eerste 2 jaar op havo niveau gedaan, ik heb wel mijn vmbo diploma gekregen, maar het was voor mij dus al meteen duidelijk dat ik de havo nog wilde doen.

Waarom ben je niet een mbo opleiding gaan volgen:Ik denk dat ik zonder problemen de havo kan doen en dan is die route naar het hbo sneller dan via het mbo

Want vind je van het verschil in niveau tussen vmbo en havo:Ik heb gemerkt dat daar best wel een groot verschil in zit.

Ben je van mening dat weinig leerling deze overstap kunnen maken:Nee ik denk dat genoeg het wel kunnen, maar ik vraag me af hoeveel mesen in mijn klas dit jaar halen. Volgens mij valt het voor veel leerlingen zwaarder dan ze dachten.

Wat zou je er van vinden als iedereen met een vmbo-t diploma kan doorstromen naar de havo:Ik zou het wel leuk vinden en er geen problemen mee hebben, maar ik denk wel dat het dan heel druk wordt. Ik zit nu zelf ook al in een klas van 31 leerlingen. Zelf blijf ik wel voor de toelatingseisen. Ik vind het gewoon niet logisch dat leerlingen die het vmbo net met een 6 gehaald hebben, zo naar de havo zouden kunnen, waarschijnlijk halen ze het dan toch niet.

14

Page 15: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Denk je dat het weghalen van toelatingseisen voor de overstap ook tot teleurstelling leidt?In eerste instantie denk ik dat het weghalen van toelatingseisen tot een kleinere teleurstelling lijdt omdat meer leerlingen dan de havo kunnen doen. Uiteindelijk lijdt het denk ik wel tot grotere teleurstellingen omdat je zult zien dat veel leerlingen het niet halen.

Het LAKS is tegen de drempels en vind dat iedereen met een vmbo-t diploma door moet kunnen stromen naar de havo. De havoschool moet dan meer energie steken in extra begeleiding of een zomerschool, wat vind je hier van?Ik vind dit een slechte oplossing omdat je van een school niet kunt verwachten dat ze er nog meer aandacht aan besteden.

Wat denk jij dat de beste oplossing is voor de overstap van vmbo naar havo:Het moet gewoon zo blijven dat leerlingen met gemiddeld een 6.5/7 toegelaten worden. Misschien zou het wel zo kunnen dat er speciale scholen komen voor leerlingen die het heel graag willen maar het eigenlijk niet aan zouden kunnen.

15

Page 16: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Het Mozaïek is een zwarte basisschool in een Arnhemse achterstandswijk. De leerlingen

scoren op de Citotoets boven het landelijk gemiddelde. Hoe doen ze dat?

Midden in de kring kleuters staat een voorwerp onder een laken. „Het is iets voor het buitenspelen”, hint juf Berna Ooijendijk van groep 1 van basisschool Het Mozaïek in Arnhem. „Een fiets!”, roept Beyzar. „Een motorfiets”, fluistert Achmed. Het blijkt een driewieler. „Een driewieler heeft drie wielen”, zegt de juf met nadruk. „Een, twee, drie”, telt de klas terwijl ze de wielen één voor één aanwijst.

Elke dag beginnen de kleuters met zo’n taalkring, waar ze nieuwe woordjes leren. „Vandaag leren we verder nog ’step’, ’zadel’, ’stuur’ en ’trappers’”, vertelt Ooijendijk de klas. „Een zadel is om op te zitten. Een driewieler heeft een zadel, een step niet.” Dan verdeelt ze de groep in tweetallen, die aan elkaar moeten vertellen wat voor fiets, step of driewieler ze thuis hebben. „Maar juf”, zegt Mustafa schuchter, „wij hebben thuis geen fiets.”

Het Mozaïek heeft twee locaties in de Arnhemse wijken Malburgen en Immerloo, twee van de veertig Vogelaarwijken. Het is een bijna volledig zwarte school. Er zitten veel achterstandsleerlingen, die thuis een andere taal dan Nederlands spreken. Ze komen met een flinke taalachterstand de school binnen.

Toch liggen de Citoscores van de school al jaren op of boven het landelijke gemiddelde van 535. Bijzonder, omdat een ’zwarte school’ in de volksmond synoniem is met een ’slechte school’. Hoeveel van dergelijke goede zwarte scholen er zijn, is echter niet bekend. Als je de Citoscore corrigeert voor het aantal achterstandsleerlingen, is het Mozaïek zelfs de beste school van Arnhem (zie kader). Een goede Citoscore is niet zaligmakend, erkent adjunct-directeur Alfred Wit. „Maar middelbare scholen letten er steeds meer op bij het toelaten van kinderen.”

Vorig jaar ging bijna 45 procent van de leerlingen naar de havo of het vwo. Dat is niet altijd zo geweest, vertelt directeur Carola Peters. Het Mozaïek was twintig jaar geleden een witte school. Maar er kwamen meer allochtonen in de wijk wonen, wier kinderen op het Mozaïek kwamen. „Onze Citoscores donderden naar beneden omdat we het onderwijs niet aanpasten”, zegt Peters.

Het antwoord van de school: terug naar de basis. Het Mozaïek concentreert zich onder schooltijd op taal, rekenen en wereldoriëntatie. Dat begint al bij groep 1, met de taalkring, en gaat door tot het einde van groep 8. Tot de laatste week werken de leerlingen – ook na de Citotoets – door.

Zoveel mogelijk tijd besteden aan leren is ook het devies binnen de lessen. In groep 1 moet Beyzar wachten tot juf Berna de woordjes heeft uitgelegd voor ze iets mag zeggen. „Ik heb

16

Page 17: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

een Barbiefiets.” In de rekenles van meester Diederik Derksen wordt geen moment verspild met kletsen of verhaaltjes. Groep 7 slaat direct ijverig aan het cijferen als de meester de sommen op het digitale schoolbord heeft gezet. En dat doen ze goed; de 11-jarige Ewan rekent vlot 883 keer 91 uit, een som voor de superrekenaars in de klas. Hij vindt het cijferen prettig. „Makkelijker dan de verhaaltjessommen van de Cito”, zegt hij. „Daar moet je eerst de som nog uithalen.”

Het Mozaïek wil dat de leerlingen zo veel mogelijk tijd investeren in taal en rekenen. „We maken veel meer uren dan een gemiddelde basisschool”, zegt adjunct-directeur Wit. „En we blijven naar extra tijd zoeken: we doen mee aan projecten als de weekendschool, de zomerschool. Deze kinderen hebben dat gewoon nodig.”

Dat wil niet zeggen dat ze niet aan expressie, muziek of sport doen. Maar dat gebeurt vooral na schooltijd, in naschoolse programma’s. De activiteiten zitten overvol. „Deze kinderen zitten minder vaak op een muziek- of sportvereniging”, zegt Wit. „Behalve onze naschoolse programma’s is er niet zoveel te doen in de wijk.” De school kan dat betalen omdat ze extra overheidsgeld krijgt voor kinderen van laag opgeleide ouders.

De schooldag houdt niet per se om drie uur op. Leerlingen kunnen tot half vijf op school terecht om opdrachten af te maken, huiswerk te maken of aan werkstukken te zitten. Want thuis hebben ze daar niet altijd een rustige plek voor.

De school kan nog zoveel doen, de ouders blijven ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Maar die weten niet altijd hoe ze dat moeten aanpakken. Daarom heeft het Mozaïek een medewerker ouderbetrokkenheid die op school met ouders oefent hoe ze moeten voorlezen, of hoe ze kunnen helpen met opdrachten voor school.

Het moge duidelijk zijn: de school eist veel, van leerling en ouder. Want doe je dat niet, dan laat je een leerling in de steek, vindt juf Conny Ettema van groep 8. „Ik zeg: jullie zijn groep 8, dat betekent dat jullie er dit jaar hard voor moeten werken.”

De school vraagt ook veel van zichzelf. De leerkrachten maken lange dagen. Iedereen volgt een vast programma, dag in, dag uit. „Meer scholen hebben een taalkring”, zegt Wit. „Maar hebben ze een consequent programma dat je acht jaar kan volhouden? Dat doen wij wel.” Voor leraren die eigen baas willen zijn in de les, is op de school geen plaats.

Heeft Het Mozaïek dan helemaal geen nadelen? Jawel: niet alle leerlingen die naar het havo/vwo

17

Page 18: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: maak een beeldverhaal, stripverhaal of cartoon bij dit artikel

18

Page 19: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

RIJSWIJK - De stichting Mijn Kind Online start een landelijke campagne om ouders en scholen bewust te maken van de risico's van cyberseks. De politie ondersteunt het initiatief. Dat meldt de stichting. (krant)

De campagne is gestart naar aanleiding van nieuwe cijfers rondom cyberseks. In 2009 deden 254 jongeren aangifte dat zij via internet seksueel zijn misbruikt. In 2008 waren dat er nog 190. Volgens de politie is dit slechts het topje van de ijsberg.

In de meeste gevallen worden kinderen gedwongen zich uit te kleden voor de webcam en vervolgens seksuele handelingen te verrichten. De dader neemt deze beelden op en gebruikt ze vervolgens om te chanteren of om ze als kinderporno te verspreiden.

De campagne wil middels een brochure seksueel misbruik op het internet bespreekbaar maken. Bovendien wordt niet alleen ingegaan op de risico's, maar ook om de normale interesses van kinderen en experimenterende pubers. Justine Pardoen, hoofdredacteur van Mijn Kind Online: ''Internetopvoeding is seksuele opvoeding. Je moet met kinderen praten over de rol van seks op internet in alle verschijningsvormen.'' (ANP)

19

Page 20: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: geef je mening over dit artikel

Ik vind het super goed dat de stichting mijn kind online een landelijke campagne start om ouders en scholen bewust te maken van de risico’s van cyberseks.

In het artikel komt naar voren dat het aantal kinderen dat slachtoffer is van cyberseks elk jaar toeneemt. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer, maar geven lang niet alle kinderen aan dat zij ook slachtoffer zijn van cyberseks.

Het is belachelijk dat het bestaat dat kinderen gevraagd wordt zich uit te kleden voor de webcam. Ik denk dat het belangrijk is dat ouders en scholen hier meer van op de hoogte zijn zodat ook zij in de gaten kunnen houden wat hun kinderen allemaal doen op het internet.

Ik hoop dat ouders en misschien ook leerkrachten de rol van seks op het internet bespreekbaar maken thuis en/of in de klas. Op deze manier leren ook kinderen hoe zij kunnen voorkomen dat ze met cyberseks in aanraking komen en hoe ze ermee om moeten gaan mochten zij er wel mee in aanraking komen.Misschien dat door deze campagne het aantal slachtoffers van cyberseks weer zal dalen in de toekomst.

20

Page 21: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Schoolbestuur intimideert leerkrachtenGeschillen over het beleid van een school gaan niet zelden gepaard met

intimidatiepraktijken. Met name schoolbesturen gaan regelmatig over de schreef om hun

zin door te drukken. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Actis dat eind deze week

openbaar wordt. (krant)

Het bureau onderzocht twintig conflicten die zijn voorgelegd aan de landelijke

geschillencommissie op het gebied van medezeggenschap, door te spreken met de

verschillende partijen in zo’n conflict. In negen gevallen deden schoolbesturen of -

directeuren pogingen hun medezeggenschapsraad te intimideren.

Soms zijn individuele leden van die raad (ouders of leraren) het doelwit, soms ook wordt de raad als geheel onder druk gezet met dreigementen. Directeuren laten bijvoorbeeld doorschemeren dat een leraar naar een andere locatie wordt overgeplaatst als hij niet inbindt, of dat hem taken worden ontnomen als hij niet aftreedt als lid van de raad. „Men is ontzettend bang voor represailles”, zegt een leraar in het rapport.

De onderzoekers kunnen niet zeggen hoe vaak zulke praktijken voorkomen. Lang niet alle conflicten worden uitgevochten via de landelijke geschillencommissie. Daarom is wat de onderzoekers hebben aangetroffen waarschijnlijk het topje van een ijsberg.

Ook leden van medezeggenschapsraden vatten hun taak niet altijd zuiver op, blijkt uit het onderzoek. Maar intimiderend gedrag komt altijd van bestuur of directie. ’Uitermate onprofessioneel’, schrijven de onderzoekers. „Juist wanneer emoties in een school hoog oplopen mag van bestuurders worden verwacht dat zij zich respectabel blijven gedragen.”

De gang naar de landelijke geschillencommissie blijkt voor de betrokkenen vaak onbevredigend. Als de commissie wordt ingeschakeld, zijn de geschillen vaak al geëscaleerd tot heuse ruzies. Met haar juridische aanpak kan de commissie die onderliggende ruzies zelden oplossen.

© Trouw 2010, op dit artikel rust copyright.

21

Page 22: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: schrijf een recensie over het artikel Schoolbestuur intimideert leerkrachten

Uit onderzoek van het bureau Actis is gebleken dat het schoolbestuur zijn zin vaak doordrukt door het intimideren van leerkrachten. Soms zijn individuele leden van die raad (ouders of leraren) het doelwit maar soms wordt de raad als geheel ook onder druk gezet met dreigementen. De leerkrachten zijn bang voor wraakacties. Uit het onderzoek blijkt ook dat leden van de medezeggenschapsraad hun taak niet altijd zuiver oppakken. Maar het intimiderende gedrag komt altijd van bestuur of de directie. Meestal als de geschillen commissie wordt ingeschakeld is het al te laat en heeft het zich al gevormd tot een groot conflict.

Het is belangrijk dat juist bestuurders in een school zich op de juiste manier gedragen en op de juiste manier handelen als de emoties in de school hoog oplopen. Als de medezeggenschapsraad tegen conflicten aanloop met het bestuur, kunnen ze het beste zo snel mogelijk de geschillencommissie inschakelen zodat ze niet te laat zijn om de conflicten op te lossen

Als ouder (buitenstaander van de school) krijg je niet mee dat dit ook allemaal gebeurt binnen een school. Het is absurt dat schoolbesturen en directie op deze manier te werk gaan. Eindelijk is er een artikel waarin naar voren komt wat zich afspeelt binnen de medezeggenschapsraad van verschillende scholen.

22

Page 23: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

23

Page 24: Web viewArtikel ‘de kleinste school van Nederland’Blz. 24. Nieuwe trainingslijn digitale schoolborden. 13 oktober 2010

Opdracht: schrijf een ingezonden stuk aan de hand van dit artikel

Kleinste school van NederlandAan de hand van het artikel over de kleinste school van Nederland stuur ik deze brief. Ik ben Astrid van der Velden, 42 jaar en mijn kind zit op deze kleinste school van Nederland. Mijn dochter heeft het hier op school altijd erg naar haar zin, ondanks dat ze maar een klas van 6 kinderen heeft.

Veel ouders laten hun kinderen hier niet naar school gaan door het kleine aantal leerlingen, ze denken dat hun kinderen op deze manier niet genoeg in contact komen met andere leerlingen en dus weinig vriendjes en/of vriendinnetjes maken.

Het tegendeel bewijst mijn dochter. Ze komt elke dag enthousiast thuis en verteld ze wat allemaal gedaan heeft. Ze heeft een goede band met de leerlingen uit haar klas en de leerlingen kunnen allemaal goed met elkaar opschieten. Het is een hechte groep die altijd voor elkaar klaar staan.

Daarnaast is het natuurlijk een groot voordeel dat de leerlingen veel aandacht van de leerkrachten krijgen. De klas is klein en voor de leraar dus makkelijk te overzien. De leraren kunnen de leerlingen individuele begeleiding geven.

Het is zonde dat deze school door het terkort aantal leerlingen nu moet sluiten. Ik hoop met mijn brief meer mensen enthousiast te maken om hun kinderen ook naar deze school te laten gaan.

24