StagedossierLisa Lemstra

Docent Beeldende kunst & Vormgeving

Jaar 1

School: Zuydersee college, Lemmer

Tel.nr. School: 0514-561387

Naam coach: Corina Dooper

Tel.nr. coach: 06-37354425

Inhoudsopgave

Stageplan blz. 1

Sterkte/zwakte analyse blz. 2

POP blz. 3

Competenties blz. 4 - 12

Activiteiten blz. 13 - 22

Stagelogboek blz. 23 - 33

Bijlagen blz. 34 - 45

Stageplan

Mijn verwachting van deze stageperiode is me te kunnen oriënteren op het werkveld van de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Ik heb expres ervoor gekozen om de stage op een middelbare school te doen, Omdat mijn voorkeur juist het minst uitgaat naar die richting van de opleiding. Ik heb ook nog geen ervaring in het docentschap en het geven van het vak BKV. Juist daarom wil ik daar meer inzicht in krijgen om te bevestigen dat echt niet iets voor mij is of dat het toch leuker blijkt te zijn dan ik dacht.

Ik ben van plan om me netjes voor te stellen en de relatie tussen de stage coach en ik formeel te houden. Dat wil zeggen dat ik haar en eventueel andere collega´s niet ga toevoegen op Facebook of op andere social media.

Ik heb 6 jaar tekenen/kunstgeschiedenis gehad op de middelbare school, 4 jaar op het vmbo en 2 jaar op de havo. Ik heb toen ook gemerkt dat het vak tekenen bij beide scholen/niveaus anders gegeven werd. Op het vmbo was het altijd erg de bedoeling dat je je aan de opdracht houd en de juiste procedures volgt, de opdracht stap voor stap doorlopen. Bij de havo werd alles veel vrijer gelaten. maar waardoor je niet echt inzicht kreeg in je proces. Ik vind het zelf altijd belangrijk, want dat heb ik bij mezelf ook gemerkt dat je de basiskennis en disciplines kent. Hoe ga je om met de verschillende materialen? Welke mogelijkheden hebben bepaalde materialen? En beeldbeschouwing is een belangrijk aspect. Weten wat beeldelementen zijn en ze kunnen herkennen en benoemen. Dit is voor mij een hele goede basis geweest, je blijft er gebruik van maken en het zorgt ervoor dat je beelden makkelijker kan beschrijven en analyseren ook je eigen werk.

Mijn vragen aan de coach zullen zijn: hoe gaat het becijferen van leerlingen in zijn werk? Wat wordt er gedaan met leerlingen die heel langzaam en precies werken en leerlingen die heel snel klaar zijn? Hoe wordt je zelfverzekerder voor de klas?

Ik ga de eerste dag(en) de leerlingen en de verschillende klassen observeren. Om te kijken of er verschillen zijn tussen niveaus en welke verschillen dat dan zijn. Om me te oriënteren op de leerstof ga ik leerlingen bij langs om te vragen waar ze mee bezig zijn en eventueel de stagecoach vragen om de leerstof.

Als ik de leerlingen tips of uitleg geef ga ik dat doen vanuit mijn eigen kennis van het vak en de instructies die de docent gegeven heeft.

1

Sterkte/zwakte analyse

Sterke punten:

Ik neem initiatief in taken op me nemen of voorstellen doen.

Ook al vindt ik het lastig om voor de klas te staan, toch doe ik het en geef ik 100% inzet om het zo goed mogelijk te laten verlopen.

Ik bespreek het gelijk met mijn coach als iets me dwarszit.We hebben regelmatig even tussendoor een gesprekje gehad over hoe het ging. Waar ik moeite mee had of wat juist goed ging.

Ik toon interesse in het docentschap.Ik vraag ook om tips en trucks m.b.t. het docentschap en ik vraag hoe mijn stagecoach bepaalde dingen zou hebben aangepakt. Ik heb het overzicht op de klas. Ik zie vaak snel wat er mis gaat of kan gaan en natuurlijk wat goed gaat. Wanneer dit het geval is geef ik ook gelijk een compliment aan de leerlingen.

Ingrijpen als leerlingen ongewenst gedrag vertonen. Ik vind dat soms nog wel erg lastig, maar ik doe het wel. En vaak met positief resultaat.

Zwakke punten/verbeterpunten:

Klasmanagement; Wanneer de klas rumoerig is en ik wil ze stil krijgen gaat dit nog niet zo soepel.

Sneller reageren op incidenten. Soms vind ik het lastig om er bovenop te zitten en gelijk in te grijpen. Ik moet mezelf soms nog over de streep trekken om dit te doen.

Gelijk een reactie hebben op opmerkingen van leerlingen. Soms zat ik in zo’n situatie dat ik even niet wist hoe ik daar op moest reageren. Bijvoorbeeld bij hele informele vragen/opmerkingen of bij negatieve opmerkingen, die je niet ziet aankomen.

2

POP

KlasmanagementIk wil de klas helemaal kunnen stil leggen als dat nodig is. Wanneer de leerlingen bezig zijn en ik moet de aandacht om iets te melden, wil ik dat iedereen luistert. Ik ga ervoor zorgen dat ik op een centraal punt ga staan en desnoods in mijn handen klap om de aandacht te krijgen. Ik ga pas verder met de uitleg/melding zodra het stil is en iedereen luistert. Tijdens mijn tweedejaars stage wil ik dit gaan uitvoeren bij een of meerdere lessen, wanneer dat nodig is.

Reactie snelheidIk wil sneller gaan ingrijpen als ik zie dat er iets mis gaat en/of voordat het mis gaat. Ook wil beter worden in het bouwen van een band met leerlingen (interpersoonlijk). Mijn reageren op bepaalde negatieve of informele reacties van leerlingen verbeteren. Ik ga leerlingen vragen naar hun vakantie of andere persoonlijke dingen vragen en ga gesprekjes aan buiten de les om. Voor negatieve reacties zorg ik eerst dat ik rustig blijf en gewoon zeg wat ik op dat moment voel op een duidelijke manier. Dicht bij mezelf blijven. Dit wil ik uitproberen bij mijn volgende stage in jaar 2 bij de eerste les die ik geef kan ik dit al gaan uitvoeren. Na mijn eerste les wil ik in ieder geval met leerlingen een informeel gesprek aan zijn gegaan. Voor het snellere ingrijpen zal ik voor mezelf in mijn hoofd tot 3 tellen en dan er gelijk op af gaan. Dit wil ik uit gaan voeren zodra ik in het tweede jaar les geef en er zich een incident voor doet.

3

Competenties

Pedagogisch – didactisch competent

PedagogischDe beginnend kunstvakdocent:

9. houdt rekening met hoe lerenden leren, hoe hun ontwikkeling verloopt, welke problemen zich daarbij kunnen voordoen en hij weet (hoe) daar mee om te gaan;

Onze stagecoach zei dat bij dit niveau (vmbo) de les in stapjes moet worden gegeven. Dat hebben we dan ook gedaan toen we zelf een les gingen geven. We hebben stap voor stap in de prezi en op het bord gezet wat de bedoeling is, wat ze eerst moeten doen enzovoort. De problemen die zouden voorkomen zijn dat ze door de uitleg heen praten of dat op een gegeven moment hun aandacht weg is en ze andere dingen gaan doen bijv. klieren. Wanneer dat gebeurde sprak ik ze daar op aan of negeerde ik het juist bewust om niet over elk klein ding een groot ding te maken. Wachten tot het stil is of vragen: Mag ik even de aandacht? Met een duidelijke stem. Wanneer de leerlingen afgeleid werden vanwege hun korte aandachtsboog, probeerde ik ze weer te boeien en enthousiast te maken door vragen te stellen aan hun of voorstellen te doen of dingen te laten zien voor inspiratie.

4

10. creëert de randvoorwaarden (sfeer, organisatie, opdrachten, materialen, fysieke, ruimte) die de lerenden in staat stellen zelfstandig en in groepen te kunnen leren;

Bij de les die ik heb gegeven heb ik gezorgd voor de memoblokjes waarvan ze een flipboekje gingen maken. Die heb ik van tevoren gekocht, genoeg voor de hele klas en heb van tevoren uitgetest of het werkte door zelf ook een flipboekje te maken. Daarnaast hebben we gezorgd voor potloden en fineliners. De leerlingen konden daar goed mee uit te voeten, ze gingen zelfstandig bezig en de les verliep goed.

11. ondersteunt de lerenden in hun leerproces door leervragen en leerproblemen te signaleren, te benoemen en erop te reageren;

Wanneer ik zag dat iemand een vraag had ging ik er gelijk naartoe of gaf ik diegene gelijk de beurt. Wanneer heel veel tegelijk een vraag hadden ging ik ze een voor een bij langs. Zodra ze zeiden ik snap het niet of het lukt niet vroeg ik aan ze wat er dan precies niet lukte en dan legde ik het uit of gaf ik een voorbeeld hoe ze het zouden kunnen aanpakken. Soms liet ik ze zelf het probleem oplossen als het vragen waren als: hoe moet ik dit doen? Door de vraag weer bij hun te leggen en ze zelf een oplossing te laten vinden, omdat sommige bij al het kleinste obstakel om de docent roepen.

12. signaleert, benoemt en begeleidt de individuele talenten van lerenden, heeft kennis van beoogde eindniveau en weet dit in tussenstappen te helpen ontwikkelen;

De ene leerling is beter in dit vak dan anderen. Je ziet verschillende niveaus in de klas qua creatieve vaardigheden. Bij elke leerling kijk naar het niveau en stel ik me daar op in bij het uitleggen, complimenteren en stimuleren van hun prestaties.

5

9.1. houdt rekening met de persoonlijke kenmerken en achtergronden van de lerende;

Ik heb van tevoren van de stagecoach te horen gekregen welk niveau leerlingen we krijgen en zij had verteld dat er ook leerlingen bij zijn die leerstoornissen hebben en die dus een speciale aanpak vereisen. Daar hou ik rekening mee bij het uitleggen door hun het stap voor stap te laten uitvoeren en niet al te grote, verwarrende stukken informatie in één keer te geven.

10.1. richt de onderwijssituatie zo in dat ieder individu de ruimte krijgt om zich beeldend te ontwikkelen;

Wanneer leerlingen extra dingen wouden toevoegen aan hun werk of er langer over deden omdat ze het mooi wouden maken krijgen ze daar de ruimte voor.

10.2. bevordert zelfstandigheid van de lerende maar stimuleert ook samenwerking en leren van elkaar;

Ik heb een les gegeven waarbij ze samen moeten werken in groepjes en een les waarbij ze zelfstandig moesten werken. Als ze moesten samenwerken stimuleerde ik ze om de taken goed te verdelen en sprak ik de leerlingen aan, die niet een gelijkwaardige bijdrage leverden, om dat wel te doen.

10.3. biedt leerlingen/deelnemers een veilige en krachtige leer- en werkomgeving waarbinnen interesse in beeldende kunst en vormgeving wordt gewekt en levend gehouden.

De luisterden aandachtig naar de uitleg die heb gegeven over animatie en waarnaar ik vragen aan de klas stelde kwamen er vingers met relevante input. Ze vertelden bijv. over de animatie films die ze hadden gezien. Leerlingen vertelde me ook enthousiast over de ideeën die ze hadden voor het flipboekje. DidactischDe beginnend kunstvakdocent:

13. ontwerpt leeractiviteiten vanuit een vakgerichte didactische visie die in hetperspectief van de ontwikkeling van de lerenden betekenisvol zijn;

Ik heb ook een keer een improvisatie lesje mogen helpen bedenken. De leerlingen zouden normaal gesproken met de opdracht bouw een droomhuis, maar omdat 4e klassers examens hadden en het stil moest zijn, leek het onze stagecoach niet verstandig om de leerlingen te gaan laten zagen etc. Dus moesten we daar iets anders voor verzinnen. Ze vroeg of ik een leuk idee had en ik kwam met het idee om een strip te maken. Daar had ik voor gekozen omdat het mij een leuke opdracht leek voor de leerlingen. Ik vind het zelf ook leuk om te doen en mijn zusje ook, die de van dezelfde leeftijd is als de eerste klassers waaraan we die

6

les gingen geven. Dus ik dacht dat sluit vast goed aan op de interesses van de leerlingen (belevingswereld). Samen hebben we een lesbrief gemaakt en daarna de les uitgevoerd.

14. biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die de leerdoelen enleeractiviteiten van onderwijs in kunstvakken ondersteunen;

Voor een les heb ik zelf notitieboekjes gekocht voor de leerlingen om een flipboekje van te maken. Op school heb ik de rest van de materialen klaargelegd.

15. toetst de ontwikkeling en voortgang van de lerenden en beoordeelt de resultaten op verantwoorde wijze;

Ik heb samen met Marrit en onze stagecoach werk nagekeken. Ze vertelde de eerste keer wat haar manier van werk nakijken is en daarna mochten we het zelf op diezelfde manier doen. We hebben toen dus ook echte cijfers gegeven. Later heeft onze stagecoach het nog even gecheckt, maar meestal overeen met wat zij als cijfer zou hebben gegeven. Naast haar eigen manier gaf ze ook wel beoordelingen via een schema met vaste criteria. Daarmee hebben we ook werk nagekeken, die manier kwam vrijwel overeen met haar eigen manier, maar was voor de leerlingen duidelijker vanwege de concrete beoordelingspunten. 16. geeft kunst en cultuur een betekenisvolle plaats in het onderwijs en evalueert dezeplaats structureel.

Is nog niet van toepassing geweest.

De beginnend docent beeldende kunst en vormgeving:

13.1. formuleert doelen voor lessen en ontwikkelt curricula die afgestemd zijn op deeindtermen c.q. kerndoelen zoals deze gehanteerd worden door de betreffendeschool of instelling;

We hebben een les voorbereid waarbij de leerlingen aan bepaalde criteria moesten voldoen en voor elk onderdeel konden ze punten halen. Het cijfer wat ze voor de hele opdracht kregen telde 2x mee. Bij het beoordelen letten we op netheid, duidelijkheid, originaliteit en creativiteit. Het onderdeel poster telde 2x mee en de uitvoering telde 3x mee. Bij de uitvoering werd gelet op creativiteit, samenwerking en afwerking. 14.1. hanteert in zijn onderwijs methodisch en doelgericht diverse werkwijzen, waarmeelerenden de einddoelen kunnen bereiken; 14.2. ontwerpt en gebruikt didactisch en methodisch lesmateriaal;

Bij het voorbereiden van de les die wij zelf hebben bedacht en uitgevoerd hebben we een duidelijk doel op gesteld namelijk dat de leerlingen in aanraking komen met het maken van een animatie en ze een simpele vorm van animatie kunnen uitvoeren (flipboekje).Wij, Marrit en ik hebben dit samen van te voren opgeschreven in een prezi en los op papier.

7

Ook tijdens het les geven hebben we het nog op het bord geschreven. Stap voor stap zodat het duidelijk genoeg was voor de leerlingen. En we hebben het zelf ook van te voren uitgevoerd om te kijken of het haalbaar was. De leerlingen hebben allemaal een flipboekje gemaakt en konden dit ook prima doen.

16.1. positioneert beeldende kunst en vormgeving binnen het geheel van leeractiviteiten enprogramma’s van andere disciplines.

Tijdens alle lessen zijn de leerlingen bezig geweest met activiteiten rondom het vak BKV.

Interpersoonlijk competent

CommunicatiefDe beginnend kunstvakdocent:

17. realiseert op basis van kennis van groepsdynamica en communicatie metlerenden een leef- en werkklimaat dat gekenmerkt wordt door samengaan en samenwerken;

Wanneer er dingen in de klas gebeuren die anderen storen, grijp ik daar in. Zodat iedereen in de klas goed zijn werk kan doen en niet belemmerd worden door anderen.

18. houdt in zijn taalgebruik, omgangsvormen en manier van communiceren rekening met de posities, achtergronden, belangen en gevoelens van zijn gesprekspartners;

Ik pas mijn taalgebruik aan, wanneer dat nodig is. In het bij zijn van leerlingen probeer ik niet te vloeken en spreek ik op een manier die duidelijk is en leerlingen begrijpen. Als ik tegen mijn stagecoach en collega’s praat spreek ik beleefd. Ik heb gevraagd aan mijn stagecoach of ik haar met u moet aanspreken of je en ze zei dat ik haar met je mocht aanspreken.

19. beargumenteert zijn artistieke, pedagogische en didactische visies en de daaruitvoortvloeiende keuzes in begrijpelijke taal;

De leerlingen begrepen mijn uitleg en als er iets niet helemaal duidelijk was vroegen ze er wel naar.

20. maakt zijn fascinatie voor kunst en cultuur ende eigen artistieke discipline zichtbaar en zet dat in om lerenden te motiveren en stimuleren.

Ik geef mijn uitleg met enthousiasme, ik wil graag leerlingen nieuwe dingen leren. Ik vind het leuk om te zien dat leerlingen inzien wat ze zelf kunnen maken en daar weer enthousiast van worden.

18.1. toont in staat te zijn te onderhandelen over organisatorische, financiële en inhoudelijke aspecten van zijn beroepspraktijk als docent;

8

Nog niet van toepassing.

19.1. communiceert en verantwoordt de eigen artistieke, pedagogische en didactische visieen daaruit voortvloeiende keuzes naar verschillende doelgroepen (school, ouders, cursisten e.d.);

Ik vertel mensen om mijn heen wat ik versta onder een goede docent. En wat ik er aan doe om een goede docent te zijn.

20.1. gaat buiten de school of instelling contacten aan die relevant zijn voor een eigenkunsteducatief en cultureel netwerk en weet dit netwerk te onderhouden.

Ik heb met een aantal mensen gesproken die iets met kunst of creativiteit te maken hebben en hun werk daarvan hebben gemaakt. Zie activiteit 1. Ik ben wezen kijken in het atelier van Agnes haar man en heb mijn e-mailadres daar achter gelaten om op de hoogte te worden gehouden van wat daar geëxposeerd wordt. In Hoogeveen gaan we met de klas exposeren op een kunstmarkt. Daar hoop ik met publiek en andere kunstenaars in gesprek te gaan.

SamenwerkenDe beginnend kunstvakdocent:

21. levert een actieve, constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg ensamenwerken binnen en buiten het onderwijs;

Binnen het onderwijs ben ik actief bezig met overleggen met anderen over lessen, opdrachten, voorbereidingen. Ook buiten het onderwijs stel ik me altijd beschikbaar op en zorg ik voor een actieve bijdrage aan bijvoorbeeld een les voorbereiden samen met Marrit.

22. werkt volgens de in de samenwerking geldende afspraken, procedures en systemen;

Ik heb me aan de afspraken gehouden die ik met mijn stagecoach heb afgesproken ook wanneer en wijzigingen waren heb ik die doorgegeven. Ik heb me aan de regels gehouden die op mijn stageschool gelden.

23. heeft een duidelijk beeld van zijn eigen kwaliteiten, beperkingen en rol in eensamenwerking en staat open voor andere visies en ideeën;

Ik weet waar mijn sterke en zwakke punten liggen en probeer ze te verbeteren. Ik heb met Marrit samengewerkt in het voorbereiden en geven van een les en dat ging goed. Ik sta open voor anderen hun ideeën, maar als ik het anders wil probeer ik samen met de ander een tussenweg daarin te vinden. Ik vraag ook om feedback van anderen; klasgenootjes en docenten over mijn vaardigheden als docent.

21.1. realiseert in afstemming met anderen (kunst)pedagogische doelen;

9

Samen met Marrit heb ik (kunst)pedagogische doelen opgesteld voor onze les en hebben dat besproken met onze stagecoach.

21.2. levert een constructieve bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat eneen goede organisatie binnen de (onderwijs) instelling of kunsteducatieve projecten.

Ik zorg ervoor dat ik de dingen op tijd heb geregeld en voorbereid heb voor een les. En in de klas probeer ik de sfeer goed/positief te houden door enthousiast te zijn.

Kritische Reflectie

ReflectiefDe beginnend kunstvakdocent:

30. kijkt systematisch naar zijn handelen en heeft een duidelijk beeld van eigen kwaliteiten en beperkingen;

Ik geef duidelijk aan waar mijn sterke en zwakke punten liggen. Uit feedback/evaluatie van mijn stagecoach komt dat ook naar voren. Een toelichting wat ze bij in mijn eindbeoordeling heeft geschreven is: “Lisa is een plezierige en welwillende stagiaire, die graag wil leren en durft te vertellen waar ze aan moet wennen en dus aan moet werken.” “Lisa kan goed verwoorden wat haar sterke en zwakke punten zijn en doet daar wat mee.” Zie het eindbeoordelingsformulier van Corina Dooper in de bijlagen.

31. gebruikt verschillende methodieken (bv.intervisie, evaluatie, feedback) om tereflecteren op zijn eigen handelen.

Ik ben naar alle intervisie lessen op school geweest en het geregeld een gesprekje gehad met mijn stagecoach. Tijdens intervisie hebben we incidenten besproken en heb ik feedback gegeven op klasgenoten. 31.1. werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn eigen competenties en maakt daarbij gebruik van informatie en hulp van anderen (supervisie, intervisie);

Ik heb de handleiding en de competenties goed doorgelezen voordat de stage begon. Ik ben een aantal activiteiten uit het stageboek uitgevoerd. Sommige onderdelen heb ik samen met Marrit gedaan en besproken. Ik heb gewerkt aan mijn competenties d.m.v. de intervisie die we op school deden ik kreeg feedback op mijn handelen aan daar heb ik aan gewerkt tijdens de stage.

10

31.2. denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionelebekwaamheid en beoordeelt het eigen didactisch handelen op (kunst)pedagogischewaarde en effectiviteit.

Ik analyseer voor mezelf waar ik goed in ben en waar ik nog aan moet werken. Als ik zo naar al die dingen kijk dan geloof ik er wel in dat ik een goede docent kan worden. Ik kan duidelijk zijn, als ik echt wil dat ze stoppen of dingen opruimen dan doen ze dat ook. Ik kan ingrijpen wanneer dat nodig is. Ik ben flexibel, als er even iets niet zo gaat als geplant doen we even anders. Ik kan zo een improvisatie lesje bedenken. Ik heb interesse in wat de leerlingen maken en wil ze gericht helpen om een mooi werkje te maken. Ik houd rekening met de individuele omstandigheden van de leerlingen.

Groei en vernieuwingDe beginnend kunstvakdocent:

32. heeft een kritische en onderzoekende houding gericht op vakinhoudelijkevernieuwing en doorgroei;

Ik wil graag leren. Ik vraag naar manieren, tips, ervaringen van andere docenten om mijn eigen docentschap te verbeteren. Wat mijn stagecoach daarover zei: “Lisa is een plezierige en welwillende stagiaire, die graag wil leren en durft te vertellen waar ze aan moet wennen en dus aan moet werken.” Zie de bijlagen, eindbeoordelingsformulier van Corina Dooper. 33. ontwikkelt zijn beroepsvisie vanuit pedagogische en cultureel-maatschappelijkedimensies en past deze visie toe in de beroepspraktijk;

Mijn visie over hoe een goede docent hoort te zijn heb ik uitgeoefend tijdens de stage. Soms is makkelijker gezegd dan gedaan. Het uitoefenen van de visie baart oefening, je komt stap voor stap richting de docent die jij wil zijn. Ik had in het begin nog wat moeite met het ingrijpen en het afstappen op leerlingen wanneer ze iets doen wat niet mag, maar ik heb het een aantal keer toch gedaan en het gaat steeds beter.

34. gebruikt de resultaten van (artistiek) praktijkonderzoek om zijn eigen beroepsvisieverder te ontwikkelen en zijn persoonlijk werkconcept te expliciteren.

Tijdens project op de NHL ben ik ook al eens met animatie bezig geweest en dat vond ik heel leuk. Dit wou ik graag ook op de leerlingen overbrengen, wat animatie precies is en hoe je een simpele animatie maakt. Daar hebben Marrit en ik toen een les over gegeven. 32.1. verbetert en actualiseert zijn beroepsuitoefening op een planmatige

11

manier;

Tijdens de stage heb ik doelen voor mezelf gesteld waar ik aan wil werken. Ook na de stage heb ik een sterkte zwakte analyse gemaakt en een POP voor het tweede jaar wanneer we weer stage hebben. Daarin staan de dingen waar ik aan wil werken.

32.2. draagt individueel of met collegae bij aan adoptie en implementatie vanonderwijsvernieuwingen;

Nog niet van toepassing.

34.1. kan op methodische wijze, voor de beroepspraktijk relevante informatie inwoord en beeld verzamelen, analyseren, beoordelen en gebruiken als bron voor hetprofessioneel handelen (verwerken);

Voor de les over animatie die we hebben gegeven, hebben Marrit en ik een prezi gemaakt. Daarvoor hebben we onderzoek gedaan naar wat animatie precies is en welke soorten er allemaal zijn. Daar hebben we een paar van uitgekozen en verder uitgewerkt met voorbeelden. Zelf hebben we allebei een flipboekje gemaakt om onze les uit te testen.

34.2. gebruikt op een adequate wijze verschillende onderzoeksmethoden bij het oplossen van onderzoeksvragen ter verbetering van de eigen beroepspraktijk.

Ik heb mijn stagecoach gevraagd als ik iets wou weten over hoe bepaalde dingen in z’n werk gaan op school. Hoe zij dezelfde situatie, waarin ik op dat moment verkeerde, zou hebben aangepakt. Ik ben nieuwsgierig in manieren om mezelf en mijn docentschap te verbeteren.

12

Activiteiten

Opdr. 1

Jeanet Metselaar, Groningen.

Jeanet Metselaar is een sieraden ontwerpster waarbij ik ben wezen kijken met een paar klasgenoten. Ze heeft een eigen atelier waarin ze kleurrijke en originele sieraden maakt van restmateriaal en ander bijzondere materialen die ze heeft verzameld. Ze vertelde ons verhalen over hoe ze soms aan materiaal en ideeën komt. Ze geeft ook workshops aan groepen voor volwassenen, jongeren en kinderen. Bijvoorbeeld voor een leuk uitje of verjaardagsfeest. Ze stelt haar sieraden tentoon op markten en bij verschillende design tentoonstellingen. Ze heeft een eigen website en facebook. Ze verteld dat je er wel een baan bij moet hebben omdat het niet een vast inkomen is.

Een eigen atelier hebben is iets waar ik van droom. Wel doe je er verstandig aan er een baan bij te nemen voor een vast inkomen. Daar heb ik geen problemen mee, ik zou ook best les willen geven en dat combineren met een eigen atelier. Dat ik bijv. creatieve buitenschoolse activiteiten doe met mensen en daarnaast een atelier run. En mijn kennis en interesse overbrengen op anderen dat lijkt me ideaal.

13

Friese Museum, Leeuwarden.

We zijn met de klas naar het Friese Museum in Leeuwarden gegaan om een alumni van de NHL die de zelfde opleiding als ons heeft gedaan ons wat over haar werk te laten vertellen en op hoe zij aan dit werk is gekomen.

Ze heeft ons een rondleiding gegeven en daarbij vertelde ze ons wat er te zien en te doen was.

Ik was geïnteresseerd in wie die opdrachten bedenkt en wie de vormgeving bepaald, dus daar heb ik naar gevraagd. Het blijkt dat ze binnen het museum daar een speciaal team voor hebben die dat samen de museumopdrachten bedenken. De vormgeving laten ze door iemand van buitenaf doen. De opdrachten steeds waar nodig aangepast aan de doelgroep. Zo vertelde ze dat ze een hele leuke opdracht hadden bedacht waarbij je een facebookpagina mocht maken over een historisch persoon die in het museum voorkomt. En daarbij zelf mag bedenken hoe diegene in onze tijd zou hebben geleefd. Alleen waren de kinderen helemaal niet bekend met facebook, een paar wisten wat het was maar verder ook niet. Wel waren ze bekend met hyves en twitter, vandaar dat ze dit hebben veranderd om goed aan te sluiten op de doelgroep en hun leefwereld.We kregen zelf ook een boekje om opdrachten uit te doen en om na afloop te vertellen wat we er van vonden. Het boekje zorgt ervoor dat je op een andere manier gaat kijken naar de werken die in het museum hangen. Je wordt als bezoeker meer betrokken bij wat er hangt en waarom het er hangt.

Je bent als museummedewerker bezig met het begeleiden van groepen mensen bijvoorbeeld een basisschoolklas. Daarbij geef je informatie over de werken die er hangen en loop je samen met hun de opdrachten door.Mij lijkt het erg leuk om dit werk te doen. Je kennis over schilderijen en andere kunstwerken delen met anderen en ze enthousiast te maken door opdrachten met ze te doen die dieper ingaan op het onderwerp. Mensen feiten/weetjes enz. vertellen over het werk waar ze nog niet van wisten en om ze met nieuwe ogen naar het werk te laten kijken. Het werken in een museum lijkt me heel tof.

14

Opdr. 2

Ik ben een dag met klas 1BK meegelopen om te zien hoe ze zich gedragen tijdens andere lessen. Ik heb op de volgende dingen gelet:

- Hoe de docent over komt- Wat de opbouw is van de les - Of er sprake is van kliekvorming/subgroepen- Of de leerlingen de docent gehoorzamen- Hoe de leerlingen met elkaar omgaan

(leerlingen die opvallen door bijv. uiterlijk, gedrag, inzet)

Les 1. BKV

Docent begint te vertellen dat er nieuwe docent komt die voor haar in de plaats les gaat geven. Er wordt vanuit de klas gereageerd door een jongen: “Geeft zij strenger les dan u?”

De docent komt niet erg streng over. Ze ziet veel dingen door de vingers en laat soms de leerlingen een beetje over haar heen lopen. Dat is de indruk die ik soms krijg. Ze laat sommige dingen soms te ver doorgaan zoals een groepje van twee jongens die een tussenevaluatie gesprek hadden over hun werk. Op dit moment was het onvoldoende en moest er nog het een en ander gebeuren voordat het een voldoende zou worden. De Jongens wisten dit van te voren en voerden een soort toneelstukje op wat gepaard ging met elkaar de schuld geven en slijmen bij de docent dat zij gelijk had maar dit en dat. Het draaide nergens op uit en de docent kwam er nauwelijks tussen. Ik keek hier van op, dat ze het zo ver laat gaan, dacht ik. Toch aan het einde van het gesprek was het de jongens duidelijk wat ze moesten veranderen toen de docent eindelijk de kans kreeg om aan het woord te komen.

Ze heeft zo haar eigen stijl van lesgeven wat niet een slechte manier is, want ze wacht gewoon net zo lang tot de leerlingen het kunnen opbrengen om te luisteren, maar in sommige gevallen zou ik het anders hebben gedaan. Ik had dan eerder ingegrepen bijvoorbeeld.

Later zie ik een groepje jongens om de laptop van één leerling heen. Die zijn waarschijnlijk met andere dingen bezig dan de les.

Een tijdje later zijn de leerlingen verdeeld over de klas. Het grootste gedeelte is goed bezig, ze zijn in groepjes aan het werk. Er is geroezemoes.

Een jongen zit druk te doen en roept om papier. Een ander reageert hierop door kortaf, maar kalm nee te zeggen.

Docent loopt de klas uit om iets op te halen.

15

2 meisjes beginnen met een ballon te spelen die bedoeld was om iets van papier-maché mee te maken. 2 jongens reageren hierop en gaan ook achter de ballon aan.

Een meisje wordt handtastelijk bij een jongen (stoeien), de jongen reageert met gegil, maar laat het toe. Hij kijkt er niet van op dat zij dat doet (waarschijnlijk is hij het wel gewend).

Docent is nu weer terug in het lokaal en de leerlingen gaan weer aan het werk.

Les 2. Engels

Leerlingen zijn in het begin nogal rumoerig.

De docent wordt boos en spreekt de klas aan: “Mond dicht, we gaan starten nu.”De docent komt streng en chagrijnig over ook haast hij een beetje door zijn uitleg heen.Ik krijg hier een raar gevoel bij, het lijkt wel alsof hij van tevoren deze klas al niet zag zitten.

De leerlingen zijn nu wel een stuk rustiger aan het werk.

De docent zegt: “Goed zo mensen, jullie zijn aan het werk.” “Ik vind het erg vervelend dat ik zo moet starten” voegt hij er nog eens aan toe.

Sybe wordt de klas uit gestuurd en er wordt door de docent een mailtje naar zijn moeder verzonden.

De docent tolereert niet veel.

Iedereen is bezig met de les op de laptop.Het is nu helemaal stil en ze gehoorzamen de docent.

Veel leerlingen hebben de vinger omhoog. De docent gaat ze 1 voor 1 bij langs.

Marieke, waarvan ik weet dat die niet zo lekker in de groep ligt, wordt de volgende vraag gesteld “Marieke heb je met ene Martijn?” Met een grijnzend gezicht. Marieke antwoordt met nee.

De docent beantwoordt een vraag en zegt er achteraan: “Heb ik net uitgelegd, moet je het wel toepassen.”

Nu is er weer geroezemoes. De docent spreekt iemand aan die steeds praat en het wordt daarna even helemaal stil.

De docent geeft een klassikale uitleg over een volgende opdracht, iedereen is stil en luistert.

De docent gaat even naar de leerling die eruit is gestuurd. Het geroezemoes begint gelijk weer.

16

De docent komt nu weer terug.Hij gaat langs de leerlingen en geeft complimentjes.

Dan zegt hij tegen een meisje: “Zag ik nou haves?”Meisje: “Wat is het dan?”Docent: “has, haves bestaat niet.”De leerlingen die er omheen zitten moeten lachen.

Hij corrigert nog een andere leerling en voegt eraan toe: “Je hebt een geheugen als een meloentje.”“hoezo?”, vraagt de leerling.“Die heeft ook geen geheugen”.Leerling: “Daar heeft u op zich wel een punt.”

Rob heeft een score van 100% gehaald en de docent reageert positief. Hij geeft hem een compliment.

Ze doen nog een gezamenlijke oefening en iedereen doet goed mee.

“We gaan nu stoppen.”, zegt de docent. De leerlingen beginnen gelijk te praten.Ze hebben nu pauze.

De docent kwam in het begin niet echt sympathiek over maar herstelde zich naarmate de les vorderde enig sinds.

Les 3 Blokuur Nederlands

Er is een nieuwe opstelling. De sfeer in de klas is niet zo goed vandaar dat docenten met elkaar hebben besloten om een nieuwe opstelling te maken en hopelijk de situatie in de klas wat te verbeteren. Iedereen loopt aan het begin van de les op de docent af om te vragen waar ze moeten gaan zitten.

Sommigen klagen over de opstelling.Docent: “zegt we gaan gewoon kijken of dit werkt”.

Na de uitleg van de docent barst het lawaai los.

Jongens die normaal gesproken bij elkaar zijn praten met elkaar maar nu ze allebei aan de andere kant van het lokaal zitten praten ze heel luid, ze schreeuwen bijna.

De docent reageert rustig op het gedrag met op een lieve maar duidelijke toon.

Luuk zoekt contact met anderen. Hij stelt vragen als: “hoe gaat het Jenny?”

17

Hij is steeds aan het rondlopen, ook vanwege zijn laptopsnoer dat hij moet inpluggen, maar doet daar langer over dan nodig is. De docent corrigeert hem.

De leerlingen zijn luid aan het praten met elkaar. De docent zegt er wat van en ze worden rustig.

De docent zegt dat als ze alle oefeningen goed hebben ze een snoepje krijgen.“Wat krijgen we dan?”, wordt er gevraagd.

Een van de leerlingen reageert op de reactie uit de klas met “hey, dat is een negatieve inzet.” “Een negatieve instelling.” corrigeren de docent en klasgenoot tegelijk.

Nu is het rustig. Een enkeling is zachtjes aan het praten.

Sybe die vooraan zit is aan het gamen.

Een jongen gaat naar de wc, maar praat terwijl hij de klas uitloopt nog even met een aantal leerlingen die hij tegenkomt op de weg er naar toe (kijkt bij anderen terwijl hij langs loopt).

Er zijn een paar leerlingen met Minecraft (game) bezig.Een aantal anderen zijn klaar en staan bij de docent haar tafel.

Veel leerlingen zijn met andere dingen bezig dan de les.

Ineens hoor ik negatieve geluiden uit de klas komen: “Ga huilen dan” zeggen meerdere mensen tegen één persoon. “Je bent echt een huilebalk”. Meisje zegt: “mijn nagel is eraf.”Een jongen vraagt: “mag ik eens zien?” vervolgens lacht hij haar uit: “haha!”Het lijkt alsof het haar weinig doet, ze reageert niet.

Een ander meisje laat iets op haar laptop zien aan de personen achter haar.

Luuk zegt weer: “hoi Jenny”, dat is blijkbaar zijn ding, om uit het niets hoi of hoe gaat het tegen iemand te zeggen.

Er wordt iets vervelends gezegd tegen Marieke, zij reageert met een schop. Het was niet iets groots omdat het zo weer voorbij was en de docent had het ook niet opgemerkt.

Er staat een groepje bij de docent de opstelling door te nemen, wat volgens hun beter zou kunnen.

Er wordt gezegd dat iemand Marieke leuk vindt, zij reageert hierop door te zeggen: “nee, hij heeft dikke benen.”

De opstelling wordt aangepast.

De docent komt even tussendoor naar mij toe om te vragen hoe ze aan het werk waren. Ik vertelde dat er een aantal leerlingen waren die met andere dingen bezig waren dan de les,

18

maar dat er ook leerlingen zijn die wel goed aan het werk blijven. De docent verteld me dat ze het belangrijk vindt dat deze klas een goede opstelling heeft.De docent geeft uitleg aan de leerlingen over een nieuwe opdracht. Over 2 weken moeten ze een presentatie geven over een actueel onderwerp. Iedereen luistert aandachtig in het begin, later zwakt het even wat af. Daarna wordt de draad weer opgepikt. De leerlingen vinden de opdracht duidelijk. Dat blijkt uit de vraag die de docent stelt aan hun namelijk of de opdracht duidelijk is.

Jenny overlegt met iemand anders over de opdracht in een best wel luide stem.

Sybe, die vooraan zit staat nu bij Luuk te kijken op de laptop, want hij doet Minecraft. Sybe gaat terug naar zijn eigen plek en begint ook Minecraft te spelen.

Docent geeft een compliment over de rustigheid.Bijna iedereen zit te gamen.

Kreet uit de klas: “Godverdomme!”Docent: “pardon?”Jongen: “Godverdorie”

Sybe moet op de gang.

Wordt uitleg gegeven over het beoordelingsformulier van presenteren. Er komen een paar flauwe opmerkingen uit de klas.

Sybe komt weer terug.

Jenny gooit een pen naar iemand die de pen nodig heeft. De ander probeert het te vangen, maar het valt op de grond. Jenny vraagt: “zeg pak je dat ook even op?” En voegt er: “hup, hup” aan toe en klapt in haar handen.

Een jongen loopt het snoer van de laptop van een meisje omver. De reactie van de jongen: “och…” het meisje zegt: “Pak het dan ook even op.”

Iedereen is nu bezig met de presentatie een groepje heeft het over een Youtube filmpje.

Een jongen slaat een meisje. Het meisje zegt: “Auw”, maar meer ook niet en trekt zich er verder niks van aan.

Er wordt gevraagd aan twee jongens die naast elkaar zitten of ze homo´s zijn geworden.

Les 4. Muziek

Er is een nieuwe docent. Ze verteld dat ze vandaag een kennismakingslesje gaan doen.De docent praat op een toon die nogal commanderend is.

19

De leerlingen zijn aan het ouwe hoeren en nemen de docent niet serieus.

“Bent u een vrouw” wordt er gevraagd. De leerlingen zijn de docent aan het uittesten.

De docent zegt: “Ik wil even dat je je mond houdt.” Reactie: “houd je bek.”

Reactie van iemand uit de klas: “Ik mag deze vrouw niet.”

De docent doet een voorstel rondje maar bijna iedereen zit haar in de zeik te nemen.Ze zitten te giebelen en geven andere namen en rare hobby’s door.

Op een gegeven moment zegt de docent: “ik verwacht wat meer respect van jullie.”

Het wordt een kabaal in de klas. De docent heeft duidelijk niet de overhand.De docent wacht net zo lang tot het stil is, maar dit duurt erg lang.

“Mag u ons?” wordt er gevraagd.

Ze doet een vragen rondje. Wat de leerlingen zouden willen weten van de Docent.Er worden een paar vragen gesteld, daarna is er weer kabaal.

De docent vraagt ook aan iedereen of ze het vak muziek leuk vinden, maar de leerlingen zeggen bijna allemaal dat ze het saai vinden.

De docent zegt dat als ze niet stil kunnen zijn terwijl ze iemand de beurt geeft om te praten ze moeten trakteren. Als ze dat wel kunnen trakteert zij.Leerlingen zijn het daar niet mee eens.

Een aantal wachten keurig tot het stil is.

Rob reageert met een positieve houding op de docent. Hij luistert en reageert serieus, maar wordt de klas uitgejoeld omdat hij praatte voor zijn beurt. Docent had de regel opgesteld dat als je er doorheen praten ze moesten trakteren.

Het grootste gedeelte van de klas is strontvervelend.

De docent zegt tegen de klas dat ze respectloos behandeld wordt.

Tegen het eind van de les aan speelt de docent een liedje op de piano en zingt daarbij. Er wordt gewoon doorheen gepraat en ze wordt door veel van de leerlingen uitgelachen.

Ik schrok hier wel een beetje van, omdat ze zo anders waren dan bij mij in de les. Ik had het niet zo erg verwacht al moet ik zeggen dat de docent de leerlingen ook op een verkeerde manier benaderde. Ze had een harde commanderende stem en probeerde zo nu en dan leuk uit de hoek te komen, maar het kwam heel erg stumperig over.

20

Het is bij ons ook het verschil dat ze met hun handen bezig zijn en deze groep is praktisch ingesteld aangezien het niveau. Ook al zitten ze bij BKV ook te ouwehoeren en te klieren, maar veel minder dan ik bij de andere vakken heb gezien. Ik zag dat er een aantal jongens zijn die vaak aan het gamen zijn onder de les. Dus dat is een groepje gamers. Verder zijn er niet echt subgroepen, maar je ziet wel vaak dezelfde mensen samen als ze zelf mogen bepalen waar ze zitten.

Er zijn een paar die naar mijn gevoel een beetje buiten de toom vallen in de klas. Die zijn niet geïnteresseerd in het belachelijk maken van de docent en hebben niet in groepje waar ze steeds bij zijn.

De docenten waar ik bij in de les heb gezeten geven allemaal op een heel verschillende manier les. De één houdt de touwtjes erg kort terwijl de ander het niet afdwingt, maar met charisma de klas onder controle houdt. En dan is er nog de nieuwe docent die net van de opleiding afkomt en gelijk door het stof moet gaan. En nog helemaal moet uitvogelen hoe ze de kinderen onder controle moet krijgen en dat ze naar mijn mening op een andere toon de leerlingen moet benaderen.

Ik vond dat de Nederlands docent het beste met de klas omging. Ze bleef zichzelf en had de juiste toon tegenover de leerlingen. Ze hoefde niet te commanderen, ze had een lieve, maar duidelijke stem. Ze toonde ook gemeende interesse in de leerlingen, dat ik veel minder het idee had bij de andere leraren. Bij hun had ik het gevoel dat ze nog wat te veel een toneelstukje opvoerden. Toch kreeg de docent Engels die meer afdwong ook meer voor elkaar, daar waren ze beter aan het werk dan bij de andere vakken.

Opdr. 3

In de lerarenkamer zitten de docenten niet op vaste plekken. Iedereen groet elkaar bij binnenkomst; goede morgen aan het begin van de dag etc. Er hangt een gezellige en informele sfeer. De onderwerpen gaan niet uitsluitend over schoolzaken. Ze gaan bijvoorbeeld over: moeilijke leerlingen, drukke klassen/vervelende klassen, maar ook over privézaken. Over: bladblazers op het dak van de school dat dat zogenaamd steenmarters zijn. Dan maken ze weer eens wat grapjes en zijn ze aan het zwetsen. Er werd tegen ons gezegd dat we gewoon thee of soep mochten pakken als we daar zin in hadden. Er werd ook heel vaak getrakteerd, waar we gewoon van mee mochten genieten. Docenten waren ook geïnteresseerd in mij. Ze vroegen wat voor opleiding ik doe en in welk jaar ik zit en hoe ik et vind op deze school.

21

Opdr. 4

Voordat de les begint, kijkt mevrouw Dooper of alle spullen de zij en de leerlingen nodig heeft er zijn en maakt ze het lokaal in orde, Tafels recht en troep van de vloer. Ze kijkt of het magazijn nog netjes is en of er alvast dingen moeten worden klaargelegd. Dan neemt ze haar laptop voor zich en start die op, ze controleert haar school e-mail en neemt nog even de planning door. Ze schrijft alvast een aantal dingen op het bord. De meeste dingen die ze vooraf doet zijn spontaan. De enige vaste dingen zijn de planning doornemen en laptop klaarzetten en spullen klaarzetten/checken. Bij binnenkomst groet ze de leerlingen en maakt praatjes met ze. “Hoe was je weekend?” enzovoort. Aan het einde van de les verteld ze hoe ze vond dat de leerlingen hebben gewerkt en zegt tegen sommige die niet gelijk de klas uit stormen gedag of maakt nog even een praatje. Dan begint ze met opruimen. Alles netjes maken; tafels schoonmaken, vloer schoonmaken, stoelen op de tafel zetten en het magazijn opruimen. Mevrouw Dooper verteld dat ze heel veel spontaan doet, automatisch al doet omdat ze het al zo vaak gedaan heeft. De basis is namelijk hetzelfde, klaarleggen, voorbereiden, opruimen.

Opdr. 6

We hebben twee lessen gegeven. Een over een al verzorgde opdracht die wij mochten uitleggen en begeleiden en een die we zelf helemaal mochten bedenken. De evaluatie van Vincent, Corina en Miranda + het lesformulier staan in de bijlagen.

Mijn verslag van de les is te vinden in het stagelogboek dag 11 blz. 31.

22

StageLogboek

Dag 1 19-02-2014

We lopen elke woensdag met Corina Dooper mee en donderdag met Miranda Hoekstra.

Ik had besloten om eerst te gaan observeren en om te kijken hoe de sfeer is in de klas, wat de gang van zaken is en op welke manier de docent lesgeeft.

Ik heb eerst samen met Marrit opgeschreven wat me opviel; hoe de docent reageert in bepaalde situaties en of het werkt wat ze doet, hoe de klas daar weer op reageert,

Tijdens het observeren ging ik ook zo nu en dan even een rondje doen om te kijken wat de leerlingen aan het doen waren en vroeg ik ze om uit te leggen waar ze mee bezig waren en hielp ik ze als ze er niet uit kwamen.

Ik moest eerst nog heel erg wennen aan de nieuwe omgeving, de klassen en de drukte. Er waren soms wat incidenten, maar ik had besloten om eerst alle indrukken op me te laten inwerken voordat ik gelijk ga ingrijpen.

De leerlingen zijn ontzettend druk bij binnenkomst

De docent verteld dat een aantal al goed op weg zijn en anderen moeten doorwerken. Het is de bedoeling dat ze een planning maken, doordat sommige leerlingen het anders niet op tijd af krijgen. Daar hadden ze zelf ook behoefte aan.

Leerlingen zijn zelfstandig aan het werk en sommige werken samen.

De docent gaat de klas uit. Leerlingen blijven gewoon door gaan met hun werk. Op twee groepjes na is iedereen goed aan het werk

De docent komt de klas weer binnen.

Een paar jongens die de hele les al vrij aanwezig waren zijn 5 min. voor het einde van de les aan het klieren met touwtjes.

Mevrouw Dooper verteld dat ze bezig zijn meer controle uit te voeren op wat de leerlingen op de laptop doen.

Opmerkingen die de docent maakt:

“wacht even”, “blijf even van andermans spullen af”, “luisteren, dan weet je wat de bedoeling is en dat is wel handig”.

23

Dag 2 20-02-2014

De eerste klas die we hadden waren aardig rustig en konden goed zelf aan de slag. Miranda heeft ons uitgelegd met welke opdracht ze bezig zijn. Ik heb gevraagd of ze dat net als bij het vmbo op moodle doen en toen heeft ze ons de handleiding op moodle laten zien daarbij verteld. Ook legde ze uit hoe het bij hun zit met het beoordelen van werkjes. Ik heb daarna nog aan iemand gevraagd wat diegene aan het maken was en toen vertelde ze wat het voorstelde. In deze les konden we niet zo veel doen doordat de leerlingen al goed zelfstandig aan de slag waren.

De tweede les was een heel ander verhaal. De leerlingen waren veel drukker/onrustiger.

Ik heb een aantal rondjes door de klas gedaan en gevraagd naar wat elk groepje aan het maken was. De klas was bezig met het maken van iets vliegends en dat mag van alles zijn. Het is juist de bedoeling om fantasie te gebruiken. Ik heb een aantal tips gegeven aan groepjes aan leerlingen om ze efficiënter te laten werken. Ik heb bijvoorbeeld een meisje uitgelegd dat ze beter een figuurzaag kan gebruiken dan een grote rechte zaag om het kleine stuk hout uit te zagen.

Een groepje vertelde over hun werkstuk, een vliegend konijn en toen ik vroeg waarmee hoe ze de vleugels van plan waren eraan te maken gingen ze daar met elkaar overleggen en waren het vrijwel gelijk besloten om het met lijm aan elkaar te bevestigen. Ik gaf hun toen de tip dat je ook een stokje kunt gebruiken omdat het konijn van schuimrubber was vertelde ik dat dat beter aan elkaar blijft zitten. Ze vonden dat een goed idee en gingen er gelijk mee aan de slag.

Ik heb 2 keer ingegrepen.

Een groepje jongens waren met klei bezig, maar gingen op een gegeven moment het klei op de tafels smijten. Ik ben toen naar ze toe gegaan en heb gezegd dat ze op de kleiplaten moeten kleien. Dat had de docent ook van tevoren gezegd. De jongens luisterden wel naar mij en gingen vervolgens op het kleiplankje verder.

Later waren er nog twee meisjes die met verfkwasten aan het kloten waren. Ik heb gezegd dat ze daar mee op moesten houden en uitgelegd dat als ze de verf in hun kleren krijgen het er niet meer uitkrijgen. Toen zeiden ze dat ze zouden gaan opruimen, maar zag ik ze even later hetzelfde weer doen. Ik heb ze toen opnieuw aan gesproken reageerden hetzelfde, maar bleven ermee doorgaan.

Dag 3 26-02-2014

voorjaarsvakantie

Dag 4 27-02-2014

voorjaarsvakantie

24

Dag 5 05-03-2014

Besproken/brainstormen met Marrit over een opdracht voor een les die we mogen geven aan Corina haar mentorklas.

- Flipboekje animatie- Tekenen/schilderen op muziek

Eerst doel dan eerste stap op het bord zetten vertelde Corina ons.

Dag 6 06-03-2014

Rondje gelopen, leerlingen waren goed aan het werk.

Een leerling individueel uitgelegd hoe tekenen met Oost-Indische inkt werkt.

Afspraak met Miranda gemaakt over het voorbereiden van een les. Ze heeft ons uitleg gegeven over de nieuwe opdracht, wat de bedoeling is enzo.

Met Marrit samen werk van leerlingen nagekeken/beoordeeld. En later samen met Miranda cijfers gegeven. Ik vond dit heel leuk om te doen. Ik heb aan Miranda gevraagd of we dit nog een keer mogen doen.

Aan het begin van de volgende les hebben Marrit en ik achter in de klas nog werk van andere klassen nagekeken en daarna heb ik in het magazijn geholpen met het uitdelen van werkjes van de leerlingen waarmee ze aan de slag moesten. Samen met de 2 leerlingen die magazijnmeesters waren, ik was er bij om het in goede banen te leiden. Later heb ik rondgelopen en een groepje dat de vorige week aan het klote was verteld dat ze goed bezig waren en een compliment gegeven over hun werk, want het zag er mooi uit.

Aantal leerlingen geholpen, tips, commentaar en complimenten gegeven op hun werk. Gezegd tegen een jongen die aan het kloten was met een stok dat hij die op moest bergen in het magazijn. Ik heb het magazijn een beetje opgeruimd en meer klei opgehaald voor de leerlingen. Na de les nog meer werk nagekeken met Marrit en Miranda en becijferd.

25

Dag 7 12-03-2014

De eerste les heb ik rondgelopen en kinderen kwamen bij me met de vraag hoe ze het beste stukken aan elkaar konden verbinden. Ze waren bezig met een huis aan het bouwen en wouden 2 vierkante planken schuin op elkaar hebben. Ze vroegen of ze lijm of spijkers moesten gebruiken. Ik heb toen verteld dat bij schuine stukken het niet handig is om spijkers te gebruiken. Ik heb uitgelegd dat ze het beste houtlijm kunnen gebruiken en een stuk tape om het bij elkaar te houden tijdens het drogen en dat het daarna wel goed vast zit.

Ik heb nog een paar kinderen aangesproken op dingen die ze niet goed deden of niet slim aan pakten en heb verteld hoe ze het beter wel konden doen.

Heb gevraagd aan Corina Dooper of er nog iets was dat ik kon doen en toen heb ik het lokaal en magazijn opgeruimd.

Daarna heb ik een aantal leerlingen gevraagd hoe het ging met de voortgang.

Tussendoor heb ik nog een les met Miranda meegelopen we hadden toch tussenuur en ik vond het wel leuk om Miranda even te helpen. Zij had voortgangsgesprekjes met de leerlingen en ik zat daar bij. Daarna heb ik gekeken naar de opmaak van de opdracht op moodle.

Er kwam een leerling naar me toe voor een vraag.

Er waren twee jongens die tijdens hun voortgangsgesprek hun zaakjes niet op orde hadden en met man en macht probeerde hier onderuit te komen en te slijmen bij de docent. Na afloop probeert hij bij mij nog eens goedkeuring te krijgen zodat hij dat als bewijs kan gebruiken, ja maar mevrouw Lemstra zei … Maar ik ben daar niet in getrapt en heb gezegd dat ik daar geen goedkeuring voor kan geven en ze bij mevrouw Hoekstra het moeten laten zien.

Weer terug bij Corina heb ik kinderen met figuurzagen geholpen (vooral nieuwe zaagjes erin doen).

Dag 8 13-03-2014

Werken met inkt uitgelegd aan een aantal leerlingen (Marrit was er vandaag niet die was ziek).

Miranda gevraagd hoe het werkt met laptops en gamers, hoe je dat kan controleren en handhaven. Op hun elektronische leeromgeving moodle zit ook een apart gedeelte voor docenten daarbij kan ze op observeren klikken en het beeldscherm delen zodat ze kan zien wat de leerlingen aan het doen zijn op de laptop. Dus ze heeft mij laten zien hoe dat in z’n werk gaat. Ik koos een jongen in de klas uit waarvan ik dacht dat die zat te gamen en dat bleek ook zo te zijn dus sprak Miranda hem daar gelijk op aan.

26

Ik afspraken met Miranda gemaakt over een les voorbereiden en een klasobservatie. Daarvoor hebben we een datum vastgelegd in de agenda.

Er waren leerlingen die examens hadden en daarom moest het stil zijn en aangezien de klas die we nu hadden bezig waren met bouwen, had Miranda mij gevraagd om een opdracht dat we daarvoor in de plaats konden doen. We moesten dus improviseren. Toen kwam ik met het idee om een strip te maken en hebben we dat verder uitgedacht en het les idee op papier gezet (lesbrief gemaakt). Uiteindelijk hadden we bedacht dat ze een strip moesten gaan maken met hun werkstuk in de hoofdrol, dus datgeen wat ze gemaakt hadden/mee bezig waren (kunst en vliegwerk heette die opdracht). Dat waar ze normaal gesproken verder mee zouden (bouwen).

We hadden in het tussenuur stappen duidelijk op het bord gezet met voorbeeld tekeningentjes erbij.

Miranda vroeg aan mij of ik de les ook wou geven, maar aangezien het een improvisatie les was en ik nog niet eerder een les heb gegeven leek mij dat nog een wat te grote stap.

Miranda zei zelf ook: “ik zet je nu

27

wel voor het blok, dus het hoeft niet.” Ik vind het toch wel fijn vooral bij de eerste keer om wat meer te kunnen voorbereiden op een les. Ik weet ook van mezelf dat het anders niet soepel verloopt. Dan vergeet ik dingen uit te leggen enzovoort.

Miranda heeft de leerlingen de opdracht uitgelegd en ik heb papier en potlood uitgedeeld en rondgelopen/kijken of iedereen op weg kwam. Ik heb een aantal vragen beantwoord en leerlingen geholpen. Na de les hebben we het lokaal opgeruimd het moest extra netjes i.v.m. de inloopavond. Alles moest spik en span en projecten/werk op de tafels van leerlingen om te bezichtigen. En we hebben het magazijn geordend.

28

Dag 9 19-3-2014

Leerlingen helpen met zaagjes in de figuurzaag doen.

Rond gevraagd bij de leerlingen hoe het ging en groepjes op weg geholpen. Ben bij een groepje wezen kijken die mij de vorige keer om advies hadden gevraagd of het gelukt was. Ze lieten het zien aan mij en vertelde enthousiast wat ze er verder mee gingen doen. Ook vroegen ze me later weer om advies.

Jongens en met name één specifieke jongen was met materiaal aan het gooien op anderen. Die heb ik aangesproken, maar hij ging later weer gewoon verder. Ik heb hem toen weer aangesproken en gezegd dat hij alleen maar meer troep voor zichzelf maakt wat hij later weer op moet ruimen. Weer door gaan. Ik zeg tegen hem dat als hij er alleen maar mee gaat gooien ik de bak met stokjes afpak dus dat heb ik gedaan. Ik kreeg nog de opmerking: “Nu ben je stoer” Die heb ik genegeerd.

Dag 10 20-3-2014

Marrit en ik mochten les uitleg geven over de nieuwe opdracht die de vwo leerlingen aan konden beginnen. We hadden de opdracht die op moodle stond uitgeprint gekregen. En ik had daarvan een aantal dingen nog even op een blaadje gezet. Miranda legde voor ons de klas stil en daarna konden we beginnen. Het ging best goed voor de eerste keer en dat vond Miranda ook. Ik was in het begin ontzettend zenuwachtig en het feit dat ik zo veel op het blaadje had opgeschreven hielp ook niet mee. Ik stond te stamelen en zei de heel vaak euh, maar gelukkig zakte die zenuwachtigheid later weer af en ging het beter. Ik pakte het weer op zonder stotteren. De leerlingen hadden na afloop geen vragen dus dat was een goed teken. Marrit en ik zijn langs de groepjes gegaan om ze eventueel te helpen. Ik heb een paar gevraagd wat ze van plan waren en welk thema ze hadden gekozen.

De opdracht had als thema feest. De leerlingen mochten een eigen feest bedenken en ontwerpen. Ze hebben nu de kans om iets waanzinnigs te bedenken dat ze normaal gesproken nooit zouden kunnen uitvoeren, want het budget speelde geen rol. De opdracht bestond uit een aantal onderdelen: een poster die iedereen verplicht moest maken en nog een keuze opdracht waarbij ze mochten kiezen tussen een feesttafel, een maquette of accessoires.

Het cijfer wat ze voor de hele opdracht kregen telde 2x mee. Bij het beoordelen letten we op netheid, duidelijkheid, originaliteit en creativiteit. Het onderdeel poster telde 2x mee en de uitvoering telde 3x mee. Bij de uitvoering werd gelet op creativiteit, samenwerking en afwerking.

Miranda heeft ons nog uitgelegd wat goed ging en wat beter kon. Ik heb haar toen gevraagd of ze dat ook in een evaluatie wilde schrijven voor ons. Dat heeft ze voor ons gedaan.

29

Daarna hebben we nog werk nagekeken. Dit keer met een andere methode. Een formulier/schema met concrete beoordelingscriteria dat vrijwel overeen kwam met Miranda haar manier alleen is het bij deze methode duidelijker voor de leerlingen waarop ze worden beoordeeld. En kun je ergens op terug vallen als ze er naar vragen waarom ze een bepaald cijfer hebben gekregen, want vaak weet je dat dan niet meer zo goed.

30

Dag 11 26-03-2014

Voorbereiding was wel goed, maar doordat we geen PA-model hadden kwamen er wel dingen om de hoek kijken waar we bij moesten improviseren en dat zorgde ervoor dat het soms wat minder soepel liep.

De inleiding ging heel goed, vooral als je na gaat dat ik altijd ontzettend zenuwachtig ben voor de klas. Ik begon de les met een vraag naar de klas toe en vertelde de rest van de informatie zonder te struikelen over m´n woorden of dat ik niet meer wist wat ik wou zeggen. Dat kwam doordat ik dit keer niet alles op een papiertje had geschreven. Ik had er wel een papiertje bij maar daar heb ik nauwelijks naar gekeken, maar één of twee keer snel even en dat gebeurde ook vloeiend, het viel niet op en het belemmerde mijn verhaal niet, wat eerder bij voor de klas spreken wel vaak gebeurde. Tussendoor stelde ik nog een paar andere vragen aan de klas en reageerde ik daar weer op. Ik stond veel relaxter voor de klas en ik merkte dat het daardoor ook veel beter ging en er plezier in had doordat ik zag dat het goed ging.

Marrit en ik werkten goed samen. We vulden elkaar aan waar nodig en wisselde goed af wie er aan het woord was.

Ik zei aan het einde van onze inleiding dat ze het memoblokje bij ons konden ophalen, dat had ik niet echt doordat en dacht meteen dat dat beter anders had gekund want er kwam opeens een horde kinderen op ons bureau af. Waardoor het erg hectisch was met uitdelen. Daarna gingen ze allemaal goed bezig met de opdracht.

Leerlingen kwamen zo nu en dan naar me toe voor vragen of staken hun vinger op en riepen mevrouw. Ik kreeg zelfs nog te horen van een leerling dat ze het grappig vond hoe ik de inleiding begon, want ik had verteld dat we het over animatie gingen hebben en omdat ik een beetje zenuwachtig was maakte ik er een soort dansje bij.

Ik liep rond en hielp leerlingen als ik zag dat ze er niet uitkwamen. Ook wanneer ik zag dat het de foute kant op ging greep ik in, al moest ik soms eerst even over een drempeltje heen om gelijk in te grijpen. Zo nu en dan werd er geklooid met de post-its en daar heb ik wat van gezegd maar dat hield niet gelijk op ik heb het nog 2 keer moeten zeggen en heb op een gegeven moment gezegd dat diegene op de gang kon gaan zitten en toen hield het op.

Het afsluiten verloop wat minder soepel. Marrit en ik vonden het beide lastig om de klas stil te krijgen. Ik heb geroepen of ik de aandacht mocht, maar het werd niet gelijk stil, toen had ik even moeten wachten totdat het helemaal stil was, maar daar had ik op dat moment niet aan gedacht en deed mijn verhaal terwijl het nog niet helemaal stil was samen met Marrit.

We hadden ook niet bedacht van te voren wat de leerlingen die al klaar waren met de opdracht konden gaan doen dus ik heb geïmproviseerd en ze verteld dat ze met hun huiswerk konden afmaken.

31

Na afloop de les besproken met Vincent en Corina.

Dag 12 27-03-2014

Leerlingen moesten hun werkstuk vandaag af hebben dus iedereen was druk bezig. Veel leerlingen hadden vragen over hoe ze dingen moesten aanpakken. Er was een groepje die hun werk wouden schilderen aan de onderkant maar de bovenkant was nog niet droog, ze vroegen aan mij hoe ze dit moesten aanpakken. Ik zei dat ze iets moesten vinden waar het tegenaan kan leunen/steunen. Toen kwamen ze even later met gaas en hadden ze hun werkstuk daar voorzichtig bovenop gelegd zodat ze tussen het gaas door konden schilderen. Ik vond die oplossing mooi gevonden van ze.

Een meisje was dunne plankjes hout aan elkaar aan het bevestigen met spijkers. En dat ging niet goed. Ik heb tegen haar gezegd dat ze beter houtlijm kan gebruiken en dat ze eerst alle spijkers er weer moet uit halen, zodat ze niet weer helemaal opnieuw hoeft te beginnen.

Nog wat anderen geholpen en het lokaal weer opgeruimd.

Dag 13 02-04-2014

Mevrouw Dooper had een aantal gesprekjes met haar mentorklas dus moest ik in mijn eentje op de rest van de klas letten (Marrit had een gescheurde enkelband en kon niet komen) terwijl zij de gesprekjes had. Dus ik stond er alleen voor, maar het ging best goed. Leerlingen hier en daar geholpen, ingegrepen toen een jongen er een bende van zat te maken met verf. De tafel en zelfs de vloer zat eronder. Ik zei tegen hem dat hij dat moet schoonmaken. Hij zegt: “Dat ga ik echt niet doen”, want daar en daarom. Ik zeg: “Nee, dat ga jij gaat dit nu schoonmaken”. Daarna nam ik afstand en hield ik stiekem een oogje in het zeil. Hij pakte een nat doekje en maakt alles weer keurig schoon.

Tegen het einde van de les aan kwamen leerlingen naar mij toe om te vragen of ze niet al moesten beginnen met opruimen en of ze daarna weg mochten. Corina was nog niet terug en ik heb geen idee van tijd dus ik wist even niet zo goed wat ik moest doen. Ik heb uiteindelijk gezegd dat ze mochten gaan opruimen en dat als de bel ging ze konden vertrekken.

32

Ik kreeg nog iets van 2 leerlingen: een afscheidscadeautje met een brief. Het was een kaarsenstandaard dat ze bij techniek hadden gemaakt.

Dag 14 03-04-2014

Vandaag heb ik klas BKa geobserveerd tijdens andere vakken. Zie activiteit 2.

33

Bijlagen

Zelfevaluatie

34

35

Eindbeoordeling Corina Dooper

36

37

Eindbeoordeling Miranda Hoekstra

38

39

40

Lesformulier

41

42

Evaluatie van Miranda Hoekstra, les thema feest

43

Evaluatie Corina Dooper, les thema animatie

44

Evaluatie Vincent van der Post, les thema animatie

45