Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden...

21
Populatiegenetica

Transcript of Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden...

Page 1: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Page 2: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaIn de klassieke genetica gaan we uit van:

• Individuen• Die met zijn tweeën worden gekruist

Het was Mendel die hiervoor het eerst een aantal wetten formuleerde.

Page 3: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaIn de populatiegenetica gaan we uit van:

• Hele populaties• Waarvan alle individuen “het” met elkaar doen

Het waren Hardy en Weinberg, die hiervoor een wet formuleerden.

Page 4: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Wet van Hardy-Weinberg:

in stabiele populaties blijft de genensamenstelling over opeenvolgende generaties constant

Page 5: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaEen populatie heeft een zekere genenvoorraad = gene-pool = genenreservoir

Die genenvoorraad blijft dus constant, MITS:

De populatie groot genoeg is

Er “ad random mating” plaatsvindt: iedereen doet het willekeurig met ieder ander, er is dus geen selecte partnerkeuze (aselecte paringen)

Er geen migratie plaatsvindt

Er geen mutaties plaatsvinden

Page 6: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaAlhoewel geen een populatie 100% aan deze voorwaarden voldoet, hebben we hiermee wel een uitgangspunt voor verdere berekeningen.

Dankzij deze regel kunnen we bv. berekenen hoeveel heterozygoten en homozygoten er in een populatie voorkomen.

Page 7: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Stel we gaan uit van een populatie met 50 koolmezen ( met 50 diploïde individuen dus).

Die populatie heeft dan 100 loci voor elk gen,

Die loci zijn elk bezet met een allel, zodat er van elk gen in die populatie 100 allelen voorkomen.

Anders gezegd: de genenvoorraad bestaat uit 100 allelen (van elk gen).

Page 8: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Stellen we ons nu een gen voor, dat de kleur van de buikveren bepaalt,

En dat dit gen twee allelen heeft:- allel A voor een gele buik- allel a voor een witte buik

En stel dat in het jaar 2007 in die populatie 80% van de loci bezet wordt door allel A, en dus 20% door a.

Dan is de allelfrequentie voor A: 0,8en voor a: 0,2

Page 9: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A

A a

a

Page 10: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A

A a

Aa

Aa aa

AA

a

Page 11: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A 0,8

A 0,8

Aa

Aa aa

AA

a 0,2

a 0,2

Page 12: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A 0,8

A 0,8

Aa 0,16

Aa 0,16 aa 0,04

AA 0,64

a 0,2

a 0,2

Page 13: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegeneticazaadcellen

eicellen

A 0,8

A 0,8

Aa 0,16

Aa 0,16 aa 0,04

AA 0,64

a 0,2

a 0,2

De nieuwe generatie in 2008 bestaat dus uit:64% individuen met AA32% individuen met Aa4% individuen met aa

Page 14: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaDe nieuwe generatie in 2008 bestaat dus uit:64% individuen met AA32% individuen met Aa4% individuen met aa

En deze maken op hun beurt de volgende gameten:

- A met een frequentie van: 0,64 + ½ x 0,32 = 0,8

- a met een frequentie van: 0,04 + ½ x 0,32 = 0,2

Page 15: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Q E DDit is wat H & W beweerden.

Page 16: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

Algemeen:

Stel, de allelfrequentie van A noemen we p,en die van a noemen we q,

dan geldt p + q = 1

Page 17: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A p

A p

Aa

Aa aa

AA

a q

a q

Page 18: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaBij willekeurige paringen ontstaan dan de volgende bevruchtingen:

zaadcellen

eicellen

A p

A p

Aa pq

Aa pq aa q2

AA p2

a q

a q

Page 19: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

PopulatiegeneticaDe nieuwe generatie (p+q)(p+q) wordt dan dus:

p2 + 2pq + q2

En die maakt dan weer de gameten:

A: p2 + ½ x 2pq = p2 + pq = p(p+q) = px1 = pa: q2 + ½ x 2pq = q2 + pq = q(p+q) = qx1 = q

Page 20: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.
Page 21: Populatiegenetica. In de klassieke genetica gaan we uit van: Individuen Die met zijn tweeën worden gekruist Het was Mendel die hiervoor het eerst een.

Populatiegenetica

En nu maar oefenen:

zie SW voor opgaven in boek plus extra opgaven.