Poldergeest Nummer 13

16
- 1 - P O L D E R G E E S T NIEUWSBULLETIN STICHTING REGIONALE ARCHEOLOGIE “GHEESTMANAMBOCHTARCHEOLOGISCHE WERKGROEP KOP VAN NOORD-HOLLAND Jaargang 6, nr. 13 oktober 2011 Afbeelding 1 De heropende Nuwendoorn (ter plaatse aangeduid als ’t Huys te Nuwendore) vanaf de Westfriese Omringdijk. Inhoud Poldergeest 13 Onze archeologische passie vraagt om nieuwe uitdagingen...................................................... 2 Silke’s column ............................................................................................................................. 3 De veldnamen van Schagen ........................................................................................................ 4 Nieuwe periode RAG .................................................................................................................. 5 Publieksdag Nuwendoorn........................................................................................................... 5 Archeologische onderzoeken in Sint Pancras in 2011 ............................................................... 8 Archeologie als passie - 60 jaar AWN ........................................................................................ 9 Warmenhuizen, Dorpsstraat, een onderzoek dat anders had gemoeten ................................ 12 Historisch theaterpark Justerland ........................................................................................... 13 Van de penningmeester ............................................................................................................ 14 Overzicht donateurs ................................................................................................................. 14 Scherven in het duin ................................................................................................................. 14 RAGenda ................................................................................................................................... 16 t t H H u u y y s s t t e e N N u u w w e e n n d d o o r r e e h h h e e e r r r o o o p p p e e e n n n d d d

Transcript of Poldergeest Nummer 13

Page 1: Poldergeest Nummer 13

- 1 -

P O L D E R G E E S T

NIEUWSBULLETIN STICHTING REGIONALE ARCHEOLOGIE “GHEESTMANAMBOCHT”

ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP KOP VAN NOORD-HOLLAND

Jaargang 6, nr. 13 oktober 2011

Afbeelding 1 De heropende Nuwendoorn (ter plaatse aangeduid als ’t Huys te Nuwendore) vanaf de Westfriese Omringdijk. Inhoud Poldergeest 13 Onze archeologische passie vraagt om nieuwe uitdagingen......................................................2 Silke’s column .............................................................................................................................3 De veldnamen van Schagen ........................................................................................................4 Nieuwe periode RAG ..................................................................................................................5 Publieksdag Nuwendoorn...........................................................................................................5 Archeologische onderzoeken in Sint Pancras in 2011 ...............................................................8 Archeologie als passie - 60 jaar AWN........................................................................................9 Warmenhuizen, Dorpsstraat, een onderzoek dat anders had gemoeten................................12 Historisch theaterpark Justerland...........................................................................................13 Van de penningmeester ............................................................................................................14 Overzicht donateurs .................................................................................................................14 Scherven in het duin .................................................................................................................14 RAGenda ...................................................................................................................................16

’’’ttt HHHuuuyyysss ttteee NNNuuuwwweeennndddooorrreee hhheeerrrooopppeeennnddd

Page 2: Poldergeest Nummer 13

- 2 -

Onze archeologische passie vraagt om nieuwe uitdagingen Mag het ook misschien een onsje méér zijn? Werk aan de winkel! Ger Kalverdijk

eze smeekbede om méér vulling van de puntzak hoorde ik veelvuldig nog in de buurtwinkel van

Oudkarspel tot ik met ongeveer 18 jaar het oudernest uitvloog. Altijd maar druk in de weer, de vrouw achter de snoep-flessen en het kasboek op de toonbank, de man in het magazijn of op weg om de bestellingen op te nemen. Als zij boften hadden ze een manusje-van-alles (MvA) om daarna met de mandfiets de boodschappen te bezor-gen. Nu mijn cijfers zijn omgedraaid hebben de L- en XL- supers de buurtwinkels verdreven, maar leert de over-verhitte economie ons hopelijk weer “normaal te doen”, dus te consuminderen. De vergelijking van onze RAG en WKNH met zo’n S- buurtwinkel ligt wel wat voor de hand: (1) weinig per-soneel om (2) de flinke klandizie te allen tijde aan (3) een beperkt assortiment van (4) degelijke waren te hel-pen. Dit beeld drong zich bij mij op bij het lezen van de voor RAG wel complimenteuze woorden van Monique in haar laatste Ragebol, waarin zij als secretaris afscheid neemt. Met waardering voor haar veelzijdige kwalitei-ten was zij een goede ambassadrice èn een grote MvA voor RAG. Wij respecteren haar verlangen naar andere uitdagingen en danken haar hartelijk voor de trouw waarmee zij jarenlang onze winkel heeft gediend. (1) Aanvulling van het personeel is daarmee wel drin-

gend geworden. Wij hopen weer een nieuwe kandi-da(a)t(e) te vinden, die haar functie, wil overnemen. Ook uw voorzitter lijkt door ziekte de houdbaar-heidsdatum na zo’n 10 jaar wel te zijn genaderd.

(2) Hartelijk welkom aan de nieuwe donateurs, o.a. degenen die op de Nuwendoorn-dag onze geslaagde RAG-manifestatie in Eenigenburg bezochten! Wij hebben er in 2 jaar 20 bij gekregen en de teller staat nu op 70. De afgedrukte lijst op volgorde van post-code is gemakkelijk om uw buren in onze regiosu-per te leren kennen.

(3) Wij verheugen ons erop, dat we onze donateurs kunnen ontmoeten op de lezingen en excursies, die we organiseren, soms ook samen met COOG en

andere historische verenigingen. De Poldergeest, de website en de PowerPoint zijn in ons RAG-assortiment onmisbaar voor de communicatie en dragen alle drie het hofleverancierkroontje van Jaap.

(4) Zijn artikelen van deze POLDERGEEST zijn even-eens van degelijke kwaliteit. Uit de veldwerkver-slagen van Frans in Warmenhuizen en Wijb in St.- Pancras blijkt dat de gemeente Harenkarspel een voorbeeld kan nemen aan de gemeente Langedijk wat betreft bescherming van het archeologisch erf-goed! Met toestemming van de Chronyck van Ber-gen konden we een aardig artikel van Ru Waal-ewijn overnemen.

Na het bijwonen van het 60-jarig AWN-jubileum in Leiden onder het devies “Archeologie, een passie voor iedereen” hebben wij de accu extra geladen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Je krijgt die energie vanzelf door te leren van de ervaringen van andere werkgroe-pen. Hieronder een paar nieuwe plannen voor de toe-komst: § Museum Westflinge m.n. Arie de Boer, vroeg ons

een speciale archeologiehoek rond een nieuw aan-geschafte vitrine te verzorgen. Daaraan zal Frans meewerken met bijzondere vondsten uit de wijde regio en uit het provinciaal depot.

§ Mogelijk gaan Stg. RAG en Stg. COOG op uitno-diging meewerken aan Justerland, o.a. in de vorm van een boek, dat kan dienen het bezoek aan het park in het Geestmerambacht te bevorderen.

§ We zijn er trots op dat onze beide werkroepen de ingeslapen Afdeling 2 van de AWN op 9 november in de Nieuwe Nes van de WKNH nieuw leven zul-len hebben ingeblazen. Daardoor hopen we (met meer menskracht) meer schappen in de vergrote M- winkel te kunnen vullen met meer lezingen, excur-sies, cursussen, schooleducatie en veldwerk in het gebied van geheel noordwest Noord-Holland! Wel-licht kan de POLDERGEEST ook verder groeien tot een dikker afd.2- blad!?

§ Tenslotte: de RAGenda toont activiteiten, die we van harte aanbevelen!

D

Page 3: Poldergeest Nummer 13

- 3 -

Silke’s column Silke Lange

lak voor mijn vakantie belde Ger Kalverdijk me op. Hij vroeg of ik zin had om in de Poldergeest

een stukje over de archeologie van Heiloo – en daarom heen – te schrijven. Misschien met wat mooie plaatjes erbij? En of ik er zin in had, maar nu was ik op weg naar Duitsland. Terug van vakantie begin ik vandaag aan mijn eerste column. Waar zal ik het eens over heb-ben, wat zal ik kiezen? Er is zoveel gebeurd op archeo-logisch gebied in de regio. En vooral ook in de gemeen-te Heiloo, gelegen op de middelste strandwal van Noord-Kennemerland, tussen Limmen en Alkmaar. Maar ook in Egmond en Bergen zijn archeologen aan de slag gegaan. En dan de talrijke waarnemingen van oplettende amateurarcheologen in de regio! Telkens weer enorm belangrijk voor gemeenten die het “nieu-we” archeologische bestel en de invoering van het Ver-drag van Valetta nog niet helemaal onder de knie heb-ben. Het zijn juist deze waarnemingen die beleidsma-kers kunnen gebruiken om het lokale archeologische beleid te specificeren. Goed, nu verlies ik me in een deel van de archeologie dat achter de schermen op kan-toor wordt bedreven. Verre contacten en een heilig eiland Tijdens mijn vakantie ben ik ook geweest in het prach-tige slot Gottorf in het Duitse stadje Schleswig. Vlak voor de Deense grens en in de buurt van het vroegmid-deleeuwse Haitabu. De archeologische afdeling in het kasteel kan ik iedereen van harte aanbevelen. Van de Steentijd over de Bronstijd, IJzertijd naar de Middel-eeuwen. Vuurstenen gereedschap uit de Ertebølle en Hamburger cultuur, bijlen en hamers uit de Bronstijd en IJzertijd, een wollen muts uit de IJzertijd, gevonden in het veen. Heerlijk om hier te struinen! En, een hele vitrine is ingericht over het vuursteen van het eiland Helgoland. Het eiland – volgens de Romeinse schrijver Tacitus – gelegen aan de rand van de bewoonde wereld en een heilig eiland voor de Germaanse volkeren. Vuur-steen van Helgoland kent een dichte structuur, een beetje melkachtig. Het bijzondere – en unieke – is de dieprode kleur van de steen. Ook vandaag de dag wor-den er sieraden van gemaakt en op het eiland aan greti-ge toeristen verkocht. In de vitrine hangt een versprei-dingskaart van vuursteen uit Helgoland. Ik mis een sterretje in het noordwesten op de kaart, net onder Alkmaar. Want ook in Heiloo is ooit vuursteen uit Hel-goland gevonden. Een van de beroemde vuurstenen sikkels – in totaal zijn het vier en een bronzen exem-plaar – komt van het Duitse Waddeneiland en heeft de karakteristieke rode kleur. De sikkels zijn al meer dan tachtig jaar geleden per toeval gevonden. Tijdens het

afgraven van een binnenduintje aan de Krommelaan, een zijweggetje van de Kennemerstraatweg. Ze stonden netjes op een rij, met het bronzen exemplaar in het mid-den. Een offer aan de goden? In elk geval een opmerke-lijke vondst. En het bewijs voor contacten over grote afstanden. Had het eiland Helgoland met de hoge rotsen en de rode vuursteen al een heilige betekenis in de Bronstijd? En, waren de bewoners vertrouwd met deze betekenis?

Afbeelding 2 Palenkrans op natuurlijke verhoging (duintje) met veengroei ertegen aan. Bronstijd. Nieuwe inzichten Sinds enige tijd zijn archeologen opnieuw bezig in en om de Krommelaan. Het straatje met de rare, scherpe bocht – waarschijnlijk volgt de Krommelaan het reliëf van het voormalige duintje – valt in het plangebied Zuiderloo. Dit gebied ligt tussen Heiloo en Limmen. In de afgelopen jaren kwam hier de een na de andere ar-cheologische verrassing aan het licht. Zoals de ontdek-king van twee paalkransen, waarvan één met een dub-

V

Page 4: Poldergeest Nummer 13

- 4 -

bele palenkrans en menselijke crematieresten, akkers, waterkuilen, paden…. De nieuwe gegevens plaatsen ook het sikkeldepot in een nieuw licht. De sikkels zijn begraven aan de rand van een areaal dat in de Bronstijd tot en met de IJzertijd intensief door mensen is ge-bruikt. En ingericht. We weten sinds de vondst van crematieresten dat de palenkransen toebehoren aan grafheuvels. Van de heuvels zelf is meestal niks over gebleven. Erosie heeft de grond verplaatst, en de groot-schalige zandwinning in de vorige eeuw voor de aanleg van straten en wegen heeft de rest gedaan. Ook binnen de palenkrans met dubbele palenstelling heeft een graf-heuvel gelegen. En van deze heuvel – eigenlijk moet ik zeggen heuvels (het zijn meer fasen) – zijn nog resten terug gevonden. Hulde aan Ron Weer was het een amateur die aan het eind van een lange dag nog de vondst van 2011 heeft gedaan. Terwijl de professionals zonder succes het vlak hadden “afge-piept” met de metaaldetector, ging onze man onver-stoord nog eens het vlak over. Vijf uur, vrijdagmiddag. De spullen waren al opgeruimd, men verheugde zich op het weekend. Op dat moment zei Ron (de man in kwes-

tie): “ik heb hier een behoorlijk signaal”. Weifelend kwamen de archeologen terug. Hoe groot was hun ver-bazing als er een complete hamerbijl met het restant van een houten steel aan het licht kwam! Blijkbaar hebben ijzerdeeltjes uit het grondwater zich aan de steel ge-hecht en hebben deze deeltjes het signaal veroorzaakt. Opnieuw een vondst die past in een rituele omgeving. Geduld Ik beloof dat ik in de volgende columns dieper op de onderwerpen zal ingaan. Over de hamerbijl aan de voet van de grafheuvel, over de palenkransen en het houtge-bruik, over losse vondsten en het verhaal er achter. Maar ook over archeologie en hoe we ermee omgaan. Als geïnteresseerde (amateur)archeologen, beleidsma-kers, bewoners en projectontwikkelaars. Silke Lange is werkzaam als archeologe en houtspecialiste bij Biax consult in Zaandam (www.biax.nl) en als promovenda verbonden aan het Instituut voor Cultuur en Geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. Zij onderhoudt als archeologische adviseur veel contacten met gemeenten en amateurarcheologen. Sinds 2008 is zij directievoerende archeologe voor de gemeente Heiloo voor het plangebied Zuiderloo-Zandzoom.

Bezoek ook “Poldergeest on line”, de website van de Stichting RAG

www.rag-archeologie.nl

Oók voor actuele agendagegevens

De veldnamen van Schagen Karel Numan

ver Schagen en het verleden - ver en nabij - van Schagen is een flink aantal boeken verschenen, geschreven door diverse auteurs. Over de veldnamen van Schagen, maar ook over de namen van polders, wegen, dijken,

boerderijen en huizen is echter niets te vinden. Door toeval – maar wat heet toeval – stuitte ik op veldnamen in het verpondingsregister van 1686. Vervolgens vond ik er vele in de transportregisters vanaf 1555 tot 1814, terwijl ook de hypotheken vier tot 1910 er nog vele bevatten. Het Meertensinstiuut kende een klein aantal veldnamen uit het Schagense. En tenslotte had Arie Kapitein in 1987 op zijn rondje langs vele landbezitters in Schagen nog een be-hoorlijk aantal veldnamen uit hun mond kunnen noteren. Het boek dat ik inmiddels heb geschreven, draagt als titel ‘De veldnamen van Schagen, een zoektocht naar hun verleden’. Op 22 oktober heeft Karel Numan tijdens de jaarvergadering van COOG een lezing gegeven over dit onderwerp, waarbij hij in ging op alle aspecten van het boek. RAG-donateurs van wie bij ons het e-mailadres bekend is, zijn via e-mail op de hoogte gesteld van deze lezing.

O

Page 5: Poldergeest Nummer 13

- 5 -

Nieuwe periode RAG Monique Zwetsloot

en aantal keer heb ik de rubriek Ragebollen ver-zorgd, maar nu neem ik zelf afscheid op de be-

stuursvergadering van dit najaar! Het gaat momenteel erg goed met de RAG. We staan aan de vooravond van een hernieuwde oprichting van afdeling 2 van de AWN. Een voorlopig bestuur wordt gevormd.

Afbeelding 3 Monique Zwetsloot

De reacties op ons blad Poldergeest zijn nog steeds goed. Dus op het hoogtepunt weggaan is denk ik geen gek idee. Ik heb momenteel gewoon te veel bestuurs-functies. Sinds 2 jaar zit ik ook in het bestuur van Scoronlo, de historische vereniging van Schoorl en omstreken en 1 historische vereniging vind ik wel ge-noeg, ook al ben ik historica van huis uit. Dit najaar gaat weer opnieuw een cursus regionale ge-schiedenis van start in de Oorsprong, Damweg, Schoorl, die ik zelf geef, dus in de semiprofessionele sfeer ga ik alweer meer doen met mijn studie! In no-vember volgt nog een vervolgcursus waar u nog voor kunt intekenen. Ik heb echter een eigen milieuadviesbureau genaamd MIMA gericht op de klimaatverandering door de op-warming van de aarde en de nieuwe duurzame samen-leving. MIMA staat voor Milieu Management. Ook de eurocrisis bewijst dat we komen aan de grenzen van de groei en de grenzen van onze aardbol. De globalisering gaat mede door internet nu zeer snel. Maar goed,. Dit is niet het platform voor politieke discussies. Hoeft ook niet, want aandacht voor ons verleden behouden in deze internet-tijd is belangrijk genoeg. Ik hoop u allemaal te ontmoeten op 9 november en de andere bijeenkomsten van COOG en RAG. Ik blijf ui-teraard wel lid.

Publieksdag Nuwendoorn Jaap van Rossum

e herinrichting van het terrein van het voormalige kasteel De Nuwendoorn is afgerond. Ter plaatse is

het kasteel “’t Huys te Nuwendore” gedoopt, maar hier houden we de naam Nuwendoorn aan. Het is een van de dwangburchten van Floris V. Na de dood van Floris V is het kasteel verwoest. Het kasteel is later herbouwd, maar door een dijkdoorbraak in 1370 weer verdwenen. Pas in 1946 werd de Nuwendoorn opnieuw ontdekt. Nadat de fundamenten waren gevonden is het in de jaren ’60 door de toenmalige Rijksdienst voor Oud-heidkundig Bodemonderzoek archeologisch onder-zocht. Het terrein is toen tot Rijksmonument verklaard. Vervolgens zijn de fundamenten met beton afgedekt. In 2008 is wederom archeologisch onderzoek uitgevoerd, dit maal door Archeologisch Bureau Hollandia (zie

Poldergeest 8)*. In 2005 is door de architect Paul van Vliet een ontwerp gemaakt voor de herinrichting van het terrein. In 2009 is de restauratie daadwerkelijk be-gonnen. De werkzaamheden zijn voor een groot deel uitgevoerd door jongeren van Herstelling Den Helder en Amsterdam. De fundamenten van de Nuwendoorn zijn op eigentijd-se wijze gereconstrueerd, zodat de bezoekers een beeld krijgen van hoe het kasteel er ooit heeft uitgezien. Er zijn muren opgetrokken en op de plaats van de vroegere donjon is een 25 meter hoge stalen toren gebouwd. De gedachte achter de toren is te laten zien hoe vroeger de Nuwendoorn uit het landschap oprees. In de nok van de toren staan in uit metaal gestanste letters vier dichtre-

E

D

Page 6: Poldergeest Nummer 13

- 6 -

gels van Melis Stoke. Zij vertellen op eigen wijze het verhaal van de omgeving (Afbeelding 5). De letters zijn ontworpen door Atelier René Knip uit het Friese Ping-jum, dat ook de bankjes heeft ontworpen die op het kasteelterrein en langs de Westfriese Omringdijk staan (Afbeelding 1).

Afbeelding 4 De nieuwe ingang van de hoofdburcht van De Nuwendoorn Overigens waren niet alle bezoekers even enthousiast over de nieuwbouw op het terrein. Ook het verwijderen van restanten van de historische brugpijlers bij de brug naar de voorburcht (Afbeelding 6 en Afbeelding 7) waren aanleiding voor een kritische noot.

Afbeelding 5 De dichtregels onder het dak van de toren. Deze regels zijn van Melis Stoke. Zij beschrijven zeer beel-dend wat er gebeurde in de tijd dat de zee door de kust brak en grote delen van het huidige Noord-Holland keer op keer overstroomde. Dit was een milieuramp zonder weerga, waar-bij je je kunt afvragen waarom de mensen van toen in dit gebied zijn blijven wonen. Vrij vertaald staat er: Het is ongelogen waar (het is echt waar), maar veel land (en mensen) is (zijn) verdronken. Je ziet daarvan nog veel sporen (letterlijk: je treft nog veel graven aan), als het mooi weer is (en je kennelijk de tijd kunt vinden om je omgeving eens goed in je op te nemen). Het jaartal 1421 verwijst naar een van de grootste watervloe-den in onze jonge geschiedenis: de Sint Elizabethsvloed. Met dank aan Willem Messchaert voor deze toelichting.

Afbeelding 6 Voormalige brug naar de voorburcht met de authentieke pijlers (2008).

Afbeelding 7 Huidige brug naar de voorburcht. De au-thentieke pijlers zijn er niet meer (2011).

Buiten het kasteelterrein is een deel van een voormalig tracé van de Westfries Omringdijk zichtbaar gemaakt. De Westfriesedijk zou namelijk oorspronkelijk vlak langs de Nuwendoorn hebben gelopen (Afbeelding 8 en Afbeelding 9). De voltooiing van de restauratie van het kasteelterrein was reden voor een feest in de vorm van een publieks-dag. Deze dag vond plaats op zaterdag 23 juli 2011, nadat op 6 juli het rijksmonument heropend was door gedeputeerde mevrouw Elvira Sweet en burgemeester Evert Vermeer van Harenkarspel.

Afbeelding 8 Reconstructie van de situatie rond de Nuwen-doorn in de periode tussen ca. 1287 en 1375. 4 = Rekerdam, 1264; 5 = 'Huys ten Nuwendoorn', ca. 1287-1375; 6 = 'Grave van Egmonts Uytlant'; 7 = reconstructie ligging ‘rede van Krabbendam’ met (schut?)sluis (sluis waargenomen in 1961 door C. Wagenaar)

Afbeelding 9 Het gereconstrueerde tracé (dijkje langs de sloot) van een oorspronkelijk deel van de Westfriesedijk, gezien vanaf de toren van de Nuwendoorn, zie ook Afbeelding 8.

Page 7: Poldergeest Nummer 13

- 7 -

De provincie, sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw eigenaar van het kasteelterrein, had groots uitgepakt. Vanaf 11.00 uur vond er op het kasteelterrein een door-lopend programma plaats. Ruim 500 geïnteresseerde bezoekers bezochten die winderige zaterdag het kasteel-terrein, dat nu openbaar toegankelijk is. Er waren onder meer troubadours (Troubadours en zo, bestaande uit Jozka van Vuure, Gerbrand Dijkstra en Maria Karsten) die middeleeuwse muziek speelden (Afbeelding 10). De Compagnie van Brederode, een groep huurlingen uit de 15e eeuw, lieten de middeleeu-wen herleven, terwijl De Lepelaar de bezoekers trak-teerde op vergeten groenten uit de regio. Er waren rond-leidingen op en rond het kasteelterrein, die verzorgd werden door beleidsmedewerker Kunst en Cultuur Wil-lem Messchaert en RAG-bestuurslid Frans Diederik. In het Museum Surmerhuizen was een tentoonstelling ingericht met de mooiste vondsten van het kasteel. Het museum zal overigens de openstelling van de toren gaan verzorgen. Diederik Aten (van het Hoogheem-raadschap Hollands Noorderkwartier) gaf ’s middags in de kerk van Eenigenburg twee maal een lezing.

Afbeelding 10 De Troubadours en zo (boven) zingen en spelen in volle borst het Oud-hollandse lied: “Daar was e wuf die spon...” (rechts).

Afbeelding 11 ’t bezongen Wuf In dit rustieke, op een terp gebouwde kerkje werd vanaf 11.00 uur door de Stichting Regionale Archeologie Gheestmanambocht (jawel, uw eigen RAG!) een pre-sentatie verzorgd over de geschiedenis van de omge-ving. Deze presentatie bestond uit een kleine tentoon-stelling van kaarten, boeken en andere documentatie over het Geestmerambacht. Ger Kalverdijk verzorgde een viertal halfuurlezingen (Afbeelding 13). Ook was er een speciaal voor deze dag samengestelde, doorlopende PowerPointvoorstelling. Deze gaf in vogelvlucht een beeld van de bewoningsgeschiedenis van het Geestme-rambacht van de Steentijd tot de Nieuwe Tijd**. Veel bezoekers toonden belangstelling voor de succes-volle RAG-stand. Stichting RAG mocht deze dag dan ook vier nieuwe donateurs inschrijven. We heten deze nieuwe donateurs van harte welkom. Tot slot bedanken we Ceciel Nyst, Judith Fraune, Annebeth van Duinen

en Martin Veen en de RAG-gers Hans van der Geest-Donkers, Monique Zwetsloot en Wijb Ouweltjes voor hun hulp bij de voorbereiding en uitvoering van deze dag. De deelname van RAG aan deze publieksdag bood een mooie en succesvolle gelegenheid om naar buiten te treden.

Afbeelding 12

Kerk van Eenigenburg op de terp.

Afbeelding 13 Ger Kalverdijk weet de belangstellenden te boeien met de geschiedenis van het Geestmerambacht. * Wie meer wil weten over het in 2008 uitgevoerde archeologisch onderzoek, verwijzen we graag naar het onderzoeksrapport ‘Huys Ten Nuwendoorn’: Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Hollandia reeks 275. U kunt dit rapport downloaden van www.hollandia-archeologie.nl. ** Wie deze PowerPoint heeft gemist of hem nog eens rustig wil bekijken: hij staat op onze website www.rag-archeologie.nl (rubriek Archief). De PowerPoint is gemaakt door uw redacteur en webmas-ter Jaap van Rossum.

Page 8: Poldergeest Nummer 13

- 8 -

Archeologische onderzoeken in Sint Pancras in 2011 Wijb Ouweltjes

n 2011 zijn in Sint Pancras twee proefsleuvenonder-zoeken gedaan. Op 21 en 22 juni is onderzoek ver-

richt aan de Benedenweg 212 en op 11 juli aan het Kerkplein 13 op het terrein van de familie Schot. Bij beide onderzoeken is ook Jan Bijpost namens de arche-ologiegroep van Koedijk aanwezig. Van het onderzoek aan de Benedenweg zijn door Char-les Barten een aantal foto’s gemaakt. Benedenweg 212 Het onderzoek aan de Benedenweg is uitgevoerd door de medewerkers van RAAP, t.w. Rogier de Groot, Twan van Rooy en Jelle Mijnen. Het graafwerk is ge-daan door René Bruin uit Oudkarspel.

Uit de sterk verstoorde bovenlaag van de proefsleuf zijn enkele vondsten te melden. Een stenen beeldje (Afbeelding 14 en Afbeelding 15), een enkel stukje bot en wat puin. Datering is door de verstoring niet moge-lijk. Er is een ± 1,70 meter diepe kuil gegraven tot op de vrijwel onverstoorde strandwal. In het verticale profiel zijn donkere laagjes aanwezig. Deze laagjes sediment zijn een poos tot rust gekomen en daarna weer oversto-ven, is de mening van Thijs Nales, de fysisch geoloog van RAAP, die in de loop van de middag het onderzoek komt begeleiden. Het volledige onderzoeksrapport zal ons worden toege-stuurd, maar is tot heden nog niet verschenen.

Afbeelding 14

Afbeelding 15

Afbeelding 16

Kerkplein 13 Het proefsleuvenonderzoek aan het Kerkplein door Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau De Steekproef bv te Zuidhorn is in twee etappes uitge-voerd. Na een inventariserend booronderzoek in okto-ber 2008 zijn er op 16 en 17 juni 2009 en op 11 juli 2011 in totaal zes sleuven gegraven. Het laatste onder-zoek vindt plaats op de plek van een inmiddels gesloop-te schuur. De verwachting is, dat in tegenstelling tot het eerste onderzoek, waarbij het duidelijk werd dat de gehele onderzochte oppervlakte van het terrein tot een diepte van circa 0,7 tot 1,25 meter onder het maaiveld is ver-stoord, het op de plaats van de schuur niet het geval is. De weinige sporen die in de sleuven zijn gevonden dateren vermoedelijk tussen 1750 en heden. Er zijn drie mogelijk middeleeuwse sporen gevonden, maar de date-

I

Page 9: Poldergeest Nummer 13

- 9 -

ring is onzeker. In de grondsporen zijn geen structuren te herkennen. Op het onderzochte terrein is de bodem dusdanig vergraven dat eventueel aanwezige archeolo-gische waarden grotendeels zijn vernietigd. Het onderzoek van 11 juli 2011 ‘onder de schuur’ maakt hierop geen uitzondering.

De samenwerking met Elma, nu en in 2009, Nikolaas en Paolo is heel plezierig. Het volledige Streekproef-rapport 2009-06/13 ISSN 1871- 269X is in ons bezit en kunt u inzien

Archeologie als passie - 60 jaar AWN Jaap van Rossum

aterdag 24 september 2011 vierde de AWN, de vereniging van vrijwilligers in de archeologie, haar

jubileumdag 60 jaar AWN in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden. Ger Kalverdijk, Monique Zwetsloot en Jaap van Rossum, bestuursleden van RAG (als stichting lid van AWN), waren die dag van de par-tij. Zij maakten van de gelegenheid gebruik verschil-lende contacten te leggen, o.a. met Chris de Bont, die in oktober 2012 voor RAG en/of AWN Afd. 2 een lezing zal verzorgen.

Afbeelding 17 Het jubileumprogramma werd om 10.15 geopend door o.a. Tonnie van de Rijdt - van de Ven, algemeen voor-zitter van de AWN. De officiële opening werd verricht door Arno Brok, voorzitter van de VNG-commissie onderwijs, cultuur en sport en burgemeester van Dor-drecht. Hierna volgde de ondertekening van de samen-werkingsovereenkomst tussen de AWN en de Neder-landse Jeugdbond voor Geschiedenis (NJBG). De ope-ning werd besloten met de uitreiking van de Zilveren legpenning aan de Afdeling Archeologie van de ge-meente Eindhoven. Het interessante programma bestond uit verschillende activiteiten die in het museumgebouw plaatsvonden. Eén ervan was natuurlijk de nieuwe tentoonstelling

Archeologie van Nederland, die iedereen kon bezoeken. Daarnaast waren er drie sessies met lezingen en discus-sie. In deze Poldergeest zullen we onze schijnwerper met name richten op deze drie sessies. Sessie 1 De eerste sessie had als thema ‘Archeologie en het historische landschap’. De inleiders waren prof. drs. Jelle Vervloet en dr. Chris de Bont, beide historisch geograaf aan Wageningen Universiteit en Researchcen-trum. Vervloet stelde in zijn inleiding dat weliswaar per 1 januari 2012 formeel de cultuurhistorie is geborgd in nieuwe bestemmingsplannen, maar dat dit naar ver-wachting in de praktijk niet erg veel zal opleveren. Het gaat er niet alleen om dat monumenten worden be-schermd, maar dat dit gebeurt inclusief hun landschap-pelijke context. Dus niet alleen de molen beschermen, maar ook zijn biotoop. Niet alleen monumenten be-schermen, maar ook bijvoorbeeld zichtlijnen. Archeo-logische monumenten zijn sinds Malta redelijk goed beschermd, maar moet deze bescherming niet verder uitgebreid worden naar historische landschappen? Ver-vloet zei hier zijn best voor te hebben gedaan, maar hij heeft het tot zijn spijt niet voor elkaar gekregen. Terwijl de archeologie door Malta al lang in wetgeving veran-kerd is en daarom ook niet voor niets onder het Ministe-rie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap valt, ressor-teert de bescherming van het historisch landschap onder het ministerie van Landbouw en heeft daardoor onvol-doende wettelijke basis. Wie moet het historische land-schap dan wel beschermen? De Afdeling Landschap van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kan hier niet heel veel betekenen, aldus Vervloet. Ook van de commerciële archeologische onderzoeksbureaus verwacht hij niet veel. Nee, de bescherming van het historische landschap moet het hebben van de universi-teiten en… van ‘onderop’. Met dit laatste bedoelt Ver-vloet de burgers, de vrijwilligers, de historische vereni-gingen. Zij moeten proactief worgen en druk uitoefenen op de overheid om landschappelijke belangen te verde-digen. De RCE blijft overigens wel belangrijk om de

Z

Page 10: Poldergeest Nummer 13

- 10 -

juiste afwegingen te maken van zaken die bijvoorbeeld heel zeldzaam zijn.

Afbeelding 18 Rijksmuseum van Oudheden in Leiden De Bont vervolgde de sessie met een betoog over de relatie tussen amateurs en professionals, waarbij hij het begrip ‘amateur’ overigens ziet als een geuzennaam. Sinds zijn proefschrift Vergeten land (2009) is versche-nen, is die relatie volgens hem sterk verbeterd. Lokale archeologieamateurs zijn vaak zeer goed op de hoogte van de situatie in hun gebied. Bij hen kunnen professio-nals veel kennis op doen. Als voorbeeld noemde hij de kwestie over de zijtwinde in het Geestmerambacht (zie Poldergeest 10, mei 2010), waarbij professionals de mist in gingen door zich onvoldoende op de hoogte te stellen van lokale kennis en daardoor op de verkeerde plek zijn gaan graven, vervolgens niets vonden en mo-gelijk ten onrechte concludeerden dat er ook niets was. Amateurs en professionals hebben elkaar nodig. Ama-teurs vanwege hun lokale kennis en professionals van-wege hun bredere kijk. Zij moeten met elkaar in ge-sprek komen. Samen kunnen zij een geweldige kwali-teitsslag maken. Om dit te bewerkstelligen zou er eigen-lijk een speciale functionaris in het leven geroepen moeten worden om als ‘trait d’union’ te fungeren tussen amateur en professional. Sessie 2 Het thema van de tweede sessie was ‘Archeologie ver-rijkt de geschreven geschiedenis’. In deze sessie kwa-men drie sprekers aan het woord. De eerste was prof. dr. Jos Bazelmans (RCE en VU Amsterdam) met als onderwerp 'Ons verleden: de archeologie doet er toe'. Hij ging in op de eerste twee van de 50 vensters van de Geschiedeniscanon van Nederland: Hunebedden (tijd van jagers en boeren tot 3000 v. Chr.) en De Romeinse Limes (tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr. tot 500). Door aan deze periode slechts twee vensters te wijden -zo stelt Bazelmans- bewijzen de voor de Canon verantwoordelijke historici “incompetent” te zijn waar

het gaat om de periode vóór 1000 v. Chr. Hij stelt voor de twee genoemde vensters te vervangen door vijf an-dere: 1. Menswording (het ontstaan van het verschil tussen

mens en dier); 2. Kolonisatie van de wereld (“fenotypische” diversi-

teit: de verspreiding van de mens vanuit de ge-meenschappelijke oorsprong: Afrika);

3. Domesticatie van dieren en gewassen (dit venster komt het dichtst bij het oorspronkelijke venster ‘Hunebedden’ en gaat over het ontstaan van het on-derscheid tussen huis en erf enerzijds en de buiten-wereld anderzijds);

4. Verspreiding van Indo-Europese talen en culturen (culturele diversiteit: het ontstaan van sociale ver-schillen tussen de klassen, maar ook tussen mannen en vrouwen);

5. Staats- en imperiumvorming (het ontstaan van de relatie tussen de individuele persoon en de staat, vgl. venster ‘Limes’).

In zijn voordracht hekelde Bazelmans voorts de tegen-woordige postmodernistische tendens om in de ge-schiedschrijving vooral de kleine verhalen centraal te stellen (zoals volgens hem ook het geval is op de ten-toonstelling Archeologie van Nederland in het RMO). Hij verdedigt de noodzaak ook de grote verhalen te blijven vertellen. Hierin ziet hij ook een taak voor de amateurhistorici en -archeologen. Zij hebben volgens Bazelmans inmiddels al veel op de kaart gezet.

Afbeelding 19 De tweede spreker in de tweede sessie was drs. Ivar Schutte (R.A.A.P.). Zijn onderwerp was 'Niet alleen barakken; Archeologisch onderzoek als voorzet voor historici'. Wat voegt archeologisch onderzoek naar res-ten en sporen uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) toe aan de kennis over deze periode? Alles is toch uitge-breid gedocumenteerd in schriftelijke bronnen? Aan de

Page 11: Poldergeest Nummer 13

- 11 -

hand van een voorbeeld, nl. van archeologisch onder-zoek op de Grebbeberg naar koepelkazematten, loop-graven en stoplijnen, toonde Schutte aan dat dit soort onderzoek veel bijdraagt aan nieuwe en aanvullende informatie en dit zonder “bias”, zoals in de literatuur nog wel eens voorkomt. Helaas ontbrak de tijd in deze sessie om een tweede interessant voorbeeld te behande-len, nl. het archeologisch onderzoek naar restanten van Kamp Amersfoort. Op het gebied van archeologisch onderzoek naar resten en sporen uit WOII liggen voor amateurarcheologen overigens nog veel kansen. Veel WOII-terreinen zijn immers nog “vogelvrij”. De laatste spreker in deze sessie was prof. dr. Jos Kol-deweij (K.U. Nijmegen). Hij sprak over pelgrimstekens en andere insignes. Dit is een archeologische bron voor cultuurhistorisch onderzoek. Amateurarcheologen zijn in belangrijke mate toeleverancier van pelgrims- en andere middeleeuwse insignes. Deze verraden een maatschappelijk fenomeen en een bijzondere cultuur-historische praktijk, die uit geschreven bronnen maar spaarzaam bekend is. Op de vernieuwde website www.kunera.nl is o.a. een database te vinden van pel-grimstekens en andere insignes. Het is ook mogelijk om alle op de website opgenomen bedevaartplaatsen op de kaart te zien.

Afbeelding 20 Tijdens de jubileumdag was er een gevarieerd programma. Sessie 3 De laatste sessie was een debat over de gewenste rol van vrijwilligers in de archeologische monumenten-zorg en hoe die gerealiseerd kan worden. De inleiders waren hier AWN voorzitter Tonnie van de Rijdt - van de Ven, Jan-Jaap de Haan, wethouder Cultuur, Werk & Inkomen gemeente Leiden, Dorien Froling, direc-teur ADC Archeoprojecten en Cees van Rooijen, RCE, Consulent archeologie en cultuurlandschap. Van de Rijdt opende de sessie met de stelling dat vrij-willigers in de archeologie drie rollen vervullen: zij zijn onmisbaar bij het bevorderen van de publieke betrok-kenheid met en het creëren van maatschappelijk draag-vlak voor de archeologie. Daarnaast kunnen de vrijwil-

ligers een waakhondfunctie vervullen. Met deze laatste rol kon wethouder De Haan niet geheel instemmen. Hij is van mening dat er in de politiek voor de belangenbe-hartiging van de archeologie genoeg ruimte is. Hij waarschuwde de vrijwilligers niet op de publiekrechte-lijke stoel te gaan zitten. Hiermee loop je het risico jezelf onmogelijk te maken, wat het er niet leuker op maakt, maar wat ook niet productief is. Niet iedereen in de zaal ging geheel met deze gedachtegang mee. Froling stelde dat archeologische bedrijven niet alleen moeten steunen op wetgeving en werkprocessen, maar ook op wat archeologie betekent voor amateurs en an-dere belangstellenden. ADC doet veel aan educatie en werkt graag samen met amateurs, al verschilt de kwali-teit van deze samenwerking per regio. In de discussie, die later volgde, pleitte Ger Kalverdijk van de Stichting RAG voor meer amateurs in erfgoedcommissies. Daar-door kan men o.a. tijdig betrokken worden bij (bu-reau)onderzoeken. Goed ingevoerde amateurarcheolo-gen kunnen soms meer betekenen dan commerciële, dus haastige professionals. Van Rooijen ziet dat in grote gemeenten met eigen ar-cheologische afdelingen de zaken wel goed zijn gere-geld, maar dat juist in kleine gemeenten zich problemen kunnen voordoen. Zij kunnen wel wat hulp gebruiken, bijvoorbeeld van amateurs. Hierop voegde Kalverdijk toe, dat het goed zou zijn archeologisch onderzoek in kleinere gemeenten regionaal aan te pakken, het liefst met amateurs gegroepeerd rond een regionaal aange-stelde archeoloog, die adviezen kan geven. Van Rooij-en: op vrijgegeven plekken is er ruimte voor amateurs om onderzoek en opgravingen te doen (wel in overleg met de gemeente en na goedkeuring van RCE). Hij waarschuwde er echter wel voor dat amateurs zich niet moeten laten misbruiken! De waakhondfunctie ziet Van Rooijen als sluitstuk van de belangenbehartiging. Beter is het om samen te werken en –zo betoogde later in de discussie ook de wethouder- ervoor te zorgen dat je als amateur vroeg in het proces zit. Later in de discussie werd aan archeologische clubs het advies gegeven vooral ook samen te werken met histo-rische verenigingen. Deze hebben vaak veel meer draagvlak (meer leden) onder de bevolking. Vanuit de zaal werd tijdens het debat geopperd dat de drie rollen, die Van der Rijdt in het begin van de sessie opsomde, niet door alle AWN-leden worden herkend; zij willen opgraven e.d., maar liever geen “juristerij”. Tot slot memoreerde een van de aanwezigen n.a.v. de waakhonddiscussie, dat de handhaving in het geval bouwactiviteiten, die in strijd zijn met archeologische regelgeving, de politie niet altijd op de hoogte blijkt te zijn van de betreffende wetten en regels. Illegaal graven is formeel een economisch delict en hier staan hoge boetes op, maar dit wordt door het gezag niet altijd onderkend!

Page 12: Poldergeest Nummer 13

- 12 -

Warmenhuizen, Dorpsstraat, een onderzoek dat anders had gemoeten Frans Diederik

ealarmeerd door Piet Mosch, dat er groot graaf-werk plaatsvond in het centrum van Warmenhui-

zen, trok de Archeologische Werkgroep Kop van Noord-Holland begin april 2011 naar de plek des on-heils. Tot onze grote verbazing had de gemeente, zon-der vooronderzoek nodig te vinden, toestemming gege-ven tot het graven van de bouwput van 16 bij 16 meter in een archeologisch zeer belangrijk gebied.

Afbeelding 21 Voormalige boerderij Dorpsstraat 185 War-menhuizen, waar na de sloop toch nog archeologisch onder-zoek plaats vond. Bij aankomst lag er al een pakket zand van een meter dik, hetgeen gelijk weergaf hoe veel grond er al was weg gegraven. In overleg met de eigenaar was afge-sproken dat we aan de westrand van de put de profielen zouden vrijleggen. Verder onderzoek was derhalve uitgesloten. Er zijn twee profielen gemaakt in de flank van de grote dorpsterp, die zich op dat punt al in het straatniveau manifesteert. Het erf van het perceel oostelijk van de put ligt bijvoorbeeld al 40 centimeter lager dan de straat ter hoogte van het profiel. De top van het profiel steekt daar nog een halve meter bovenuit. Er werden in totaal 8 verschillende lagen waargenomen die de verscheiden ophogingen van dit deel van de terp weergeven. § Laag 0 = de laag met wadafzettingen die hier rond

1200 v. Chr. zijn afgezet. § Laag 1 = een laagje veen; een restant van het veen

dat het gehele gebied heeft bedekt tussen 1200 v. Chr. en de Late Middeleeuwen toen Warmenhuizen overstroomde door water uit de Zijpe.

§ Laag 2 = een laagje humeuze klei; waarschijnlijk een oude akkerlaag waarin veen en afgezette klei zijn vermengd.

§ Laag 3 = een kleilaag van ongerijpte vette klei met veel kleine stukjes verslagen veen, een duidelijke overstromingslaag die waarschijnlijk elfde-eeuws is.

§ Laag 3A = een pakket wier dat door de mens is gelegd op de flank van de terp als bescherming te-gen (zee)water dat klaarblijkelijk aan de oostzijde aanwezig was.

§ Laag 4 = een blauwgrijze vette laag klei met veen-pikkels, door de mens aangebracht als ophoging.

§ Laag 5 = een pakket geelgroene zware klei waarin veel fosfaten zitten. Fosfaten zijn afkomstig uit (dierlijke) mest. Het is waarschijnlijk dat hier lang-durig vee is gestald geweest of heeft gelopen.

§ Laag 6 = eenzelfde laag, maar met duidelijk minder fosfaten, hetgeen duidt op een ander gebruik van de grond.

§ Laag 7 = een dik pakket bruine humeuze klei die sterk is doorgewerkt als tuin en erf.

Het tweede profiel, iets dichter tegen de straat aan, gaf in principe dezelfde opbouw, maar daar stak op de plaats van het wier in profiel 1 een laag as van haard-vuur tussen de kleilagen in. De vondsten uit de verschillende lagen liggen alle qua datering dicht bijeen: uitsluitend donkergrijze kogelpot, een enkel stukje Pingsdorf en Andenne, geven aan dat de terpophoging hier plaatsvond vanaf het eind van de twaalfde eeuw, tot in de dertiende.

Afbeelding 22 Profiel in de hoek

Afbeelding 23 Middelste profiel tot 2m50 onder de straat

Later materiaal werd uitsluitend in de geroerde boven-grond aangetroffen. We kunnen dus veilig zeggen dat de terpaanleg/uitbreiding heeft plaatsgevonden ná een

G

Page 13: Poldergeest Nummer 13

- 13 -

flinke overstroming (waarschijnlijk 1170) en dat al in de dertiende eeuw de noodzaak van verdere ophoging kwam te vervallen. Dit beeld past geheel in de gedachte dat de Westfriese Zeedijk rond 1250 werd gesloten. Een tweede bouwput die niet had gemogen… Eveneens in het voorjaar werd op het hoogste punt van de dorpsterp een oud pand afgebroken om plaats te maken voor een nieuw, zij het, dat de gevel moest blij-ven staan vanwege de monumentaliteit ervan. Helaas hadden de ambtenaren ten stadhuize ook hier geen aan-dacht voor archeologie. De sleuven voor de nieuwe

fundering waren dusdanig breed dat, archeologisch gesproken, de gehele top van de terp tot een diepte van tachtig cm is verwoest. Dit kan blijkbaar allemaal, on-danks het feit dat gemeenten de verplichting hebben tot zorg voor het archeologisch erfgoed. Een slechte beurt! Het was dan ook heel moeilijk in de sleuven nog enige stratigrafie of sporen te herkennen. Ook hier ging het om een ophogingspakket dat vol zat met voornamelijk dertiende-eeuws aardewerk, met één bijzondere uitzon-dering: een fragment van een kleine luiklok. Het zal voorlopig wel een raadsel blijven hoe dit voorwerp tussen het afval op de terp terecht is gekomen.

Historisch theaterpark Justerland Jaap van Rossum

et recreatiegebied Geestmerambacht krijgt er mo-gelijk een attractie bij: Justerland (juster is oud-

fries voor gisteren). Volgens de initiatiefnemers, de Stichting Justerland, wordt het een historisch theater-park dat beoogt de geschiedenis te vertellen van Noord-Holland in de periode van het jaar nul tot het jaar dui-zend. In het park kunnen bezoekers o.a. kennismaken met Bataven, Romeinen, oude en nieuwe Friezen, Fran-ken, Angelsaksen en Vikingen. Daarnaast krijgen zij moerassige veengronden te zien met hier en daar een zandrug, een moerasbos, duinen en water. Dit laatste in de vorm van een groot meer, kreekjes en kleine rivier-tjes. Dit alles moet komen in het deelgebied De Drup-pels (Afbeelding 24 en Afbeelding 25).

Afbeelding 24 Deel van de maquette van het in het Geestme-rambacht te realiseren Justerland. De Stichting Justerland heeft een principeverzoek inge-diend bij de gemeente Langedijk. De gemeente heeft vervolgens een quick scan laten uitvoeren naar de mo-gelijkheden. Het college van Langedijk staat niet on-

welwillend tegenover de plannen. Er is een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Door het schrappen van rijkssubsidies is het nodig te kijken hoe het recrea-tieve aanbod versterkt kan worden en de inkomsten verhoogd kunnen worden. Een themapark als Justerland kan hier een bijdrage aan leveren, te meer daar Juster-land zelf voorziet in groen/natuurrealisatie en beheer, aldus de gemeente Langedijk. Het College van burge-meester en wethouders van de gemeente heeft de ge-meenteraad dan ook voorgesteld om in principe ak-koord te gaan met de vestiging van het historisch the-mapark Justerland in het deelgebied De Druppels van het recreatiegebied Geestmerambacht. De beslissing is nog niet genomen.

Afbeelding 25 Justerland in deelgebied De Druppels De Stichting Justerland heeft inmiddels contact gehad met de Stichtingen RAG en COOG om te bekijken in hoeverre men iets aan elkaar heeft. Meer over Justerland: www.justerland.nl

H

Page 14: Poldergeest Nummer 13

- 14 -

Van de penningmeester

e meeste donateurs hebben hun financiële bijdrage aan de Stichting RAG inmiddels aan ons overgemaakt. Hiervoor onze hartelijke dank. Op de betaling van enkele donateurs wachten wij echter nog. Aan hen het

vriendelijke verzoek hun bijdrage 2011 van minimaal € 7,-- over te maken op betaalrekening 779146 t.n.v. Stg Reg Arch Gheestmanambocht te Alkmaar. Overzicht donateurs De Stichting RAG heeft op het ogenblik 70 donateurs. Misschien vraagt u zich wel eens af: “Wie zijn dat allemaal? Zijn er mensen bij die ik ken?" Om deze vragen te beantwoorden, publiceren wij eenmalig de namen en woonplaatsen van al onze donateurs. Zij zijn gerangschikt op postcode. Naam Postcode + Woonplaats Naam Postcode + WoonplaatsH.J. Tijssen 1621 AK Hoorn Henk E. Komen 1771 MD WieringerwerfR.v. Zuijlen 1721 EC Broek op Langedijk Mevr. C. Boon 1782 TJ Den HelderFreek Metselaar 1721 PN Broek op Langedijk Mw. G.J. de Vries 1811 NN AlkmaarGerard Langedijk/J. Langedijk-Tromp 1722 KL Zuid-Scharwoude Jaap van Rossum 1815 GV AlkmaarArie Leyen 1722 KS Noord-Scharwoude Charles Barten 1825 HH AlkmaarMarinus Rinkel 1722 KS Zuid-Scharwoude Angelique Schoonderwoerd 1826 KZ AlkmaarH. Langendijk-Berkhout 1722 ZE Zuid-Scharwoude Simon l'Ami 1827 DB AlkmaarTanja Kuiper 1723 KG Noord-Scharwoude Roel van der Vlugt 1827 NE AlkmaarEd Vleugel 1724 NV Oudkarspel Dirk v. d. Wielen 1831 BE KoedijkDrs J.F.N. Cornelisse 1724 NZ Oudkarspel Jack Muis 1831 BH KoedijkB. (Bertus) Hoeve 1724 PK Oudkarspel Karin v.d. Veer 1834 AL St PancrasP.J. Droog 1724 RD Oudkarspel Johan v.d. Molen 1834 AN St PancrasWijb Ouweltjes 1724 SK Oudkarspel Harry Olie 1834 AN St PancrasLangedijker Verleden 1724 SV Oudkarspel Otto Koedijk 1834 AZ St Pancras Peter Bitter 1724 TB Oudkarspel Anton Bal 1834 EC St PancrasJ. van den Kommer 1733 VK Nieuwe Niedorp Siem Wognum 1834 EC St PancrasJ.J. Verhoog 1738 CC Waarland C. A. Schulz 1834 TN St PancrasJ.J.M. (Jac) Moras 1738 DC Waarland A. de Boer, St. Westflinge 1834 ZG St PancrasArend Grijsen 1741 AG Schagen Marielies van Lente, St. Baduhenna 1851 BL HeilooK.C. (Karel) Numan 1741 TE Schagen A. Kaan 1851 ML HeilooFrans Diederik 1742 AD Schagen Ger Kalverdijk 1852 CG HeilooJ.E.B. van der Geest-Donkers 1744 JC Eenigenburg S. J. Bakker 1852 RA HeilooR. de Ruiter 1746 BA Dirkshorn Martien Mol 1871 AD SchoorlKlaas Westra 1749 AA Warmenhuizen J.Muelink 1871 BJ SchoorlEls van Westrienen 1749 AN Warmenhuizen J.H. ter Burg 1871 GT SchoorlP.C. (Piet) Mosch 1749 BP Warmenhuizen Bauwe van Dijk 1871 HC SchoorlMark Dekker 1749 CA Warmenhuizen C.J. Jonker 1871 SB SchoorlMevr. M. Zwetsloot 1749 CN Schoorldam W.S. Janssen 1871 TR CamperduinT. de Wilde 1749 CT Warmenhuizen Cor Visser 1873 JH GroetK. Westra 1749 CV Krabbendam N.P. Stroet 1906 DP LimmenWim Dekker 1749 GZ Warmenhuizen Lia Vriend-Vendel 1906 WD LimmenHans Buiteman 1749 VK Warmenhuizen Noord-Hollands Archief 2001 DA HaarlemM. Barsingerhorn 1749 VN Warmenhuizen A.W. Roest-Hartland 3024 TX Rotterdam Mevr. G. Nieuwenhuis 1749 XN Warmenhuizen J.C. de Boer 3445 DG WoerdenTheeuwis Kuijs 1749 XN Warmenhuizen W. v. Schaik 3737 RB Groenekan Scherven in het duin Ru Waalewijn

rcheologen kunnen aan de hand van glas- of pot-scherven veelal een stuk historie aan de omgeving

van de vindplaats toevoegen. In Alkmaar zijn het vaak scherven uit beerputten in de oude binnenstad, die een inzicht geven in de gebruiken en de welstand van haar bewoners uit het verleden. Ook het Sterkenhuis is in het bezit van een verzameling scherven, o.a. opgegraven op de plaats waar vroeger het huis Rampenbosch stond.

Door de mobiliteit en reislust de laatste anderhalve eeuw, wordt het steeds moeilijker een betrouwbare ana-lyse te geven over allerlei vondsten. Zo worden schel-pen meegenomen van verre stranden en gesteenten al of niet met fossielen uit gebergten, waar ook ter wereld. Aardewerk, porselein en glaswerk is wereldwijd overal te koop en zal voor toekomstige archeologisch onder-zoek veelal geen enkele aanwijzing geven.

D

A

Page 15: Poldergeest Nummer 13

- 15 -

Voor de scherven op de paden in het Berger duingebied moet teruggegaan worden naar 1954. Er speelden hier-voor in die dagen twee zaken. In de agrarische sector was een stroming die de kunstmest verfoeide en de biologisch dynamische bedrijfsvoering aanhing. Voorts was de prijs van koper, oud ijzer en andere metalen in die dagen vrij hoog. Een wonderlijke combinatie van oorzaken zou men denken, maar toch…

Afbeelding 26 Baakmeerdijk te Bergen De gemeente Bergen stortte al jaren haar huisvuil op een terrein aan de zuidzijde van de Baakmeerdijk (Afbeelding 26) nabij het begin van de Oosterdijk, thans nog te herkennen aan de abnormale hoogte ten opzichte van de omgeving. Dit huisvuil was van vóór het zo maar te noemen “plastic tijdperk” en in tegenstel-ling tot het hedendaagse product ook nog voorzien van GFT. Wel was het gelardeerd met onder anderen afge-dankte metalen voorwerpen, glas, porselein en steen-goed. Uit het raadsverslag van januari 1924 blijkt dat toen al belangstelling was voor het beltcompost. Er werd een prijs vastgesteld van ƒ 0,40 per m3. In de loop der jaren was de belangstelling verdwenen.

Afbeelding 27 Begroeiing in het landschap bij Bergen-Oost

In de beginjaren 1950 echter had de stroming Bergense biologisch dynamische agrariërs, in de leer van ir. O. J. Cleveringa, wederom de waarde van het beltcompost onderkend en het oog laten vallen op de belt aan de Baakmeerdijk. In contact hierover met de dienst ge-meentewerken werd een grondmonster geanalyseerd waaruit bleek, dat in het gecomposteerde huisvuil de nodige waardevolle meststoffen, zoals kalk, stikstof, fosfor e.d. voorkwamen en voor de grond de ozo be-langrijke micro-organismen en sporenelementen bevat-ten. Naast dit gegeven klaagde de chauffeur van de huis-vuilauto, dat woonwagenbewoners uit Alkmaar op ver-schillende plaatsen op de huisvuilbelt naar oude meta-len aan het zoeken waren. Het was net of een kolonie stokstaartjes (bekend van de hedendaagse televisiebeel-den) aan het graven was. Uit allerlei mangaten zag men telkens happen grond boven het maaiveld uit komen. Het gevolg hiervan was dat de auto het risico liep vast te komen zitten in zo’n gat. Mij werd, als opzichter in dienst van gemeentewerken Bergen, verzocht hieraan paal en perk te stellen. Om deze kampers blijvend te weren zou dagelijks toe-zicht van de politie nodig zijn, hetgeen onuitvoerbaar was. Met de belangstelling vanuit de agrarische sector in het achterhoofd werd een overleg met de schatzoekers ge-start, dat uitmondde in een deal. De gemeente zou zeef-horren beschikbaar stellen en de gezeefde compost ver-kopen. Van de opbrengst hiervan kwam de helft be-schikbaar voor de kampers, terwijl zij alles wat ze tegen kwamen en van hun gading was, mochten behouden. Zo startte de gemeente een composthandel waarbij aan gegadigden (afnemers) tevens de mogelijkheid werd geboden, dat voor het verspreiden van de grond over hun land, zij de beschikking konden krijgen over de zoutstrooier voor de gladheidbestrijding. Voor het restproduct bleek belangstelling vanuit het duinbeheer, om de zanderige paden beter begaanbaar te maken en “zo is het gekomen” zoals Wim Sonneveld in zijn act als Frater Fernantius zou zeggen. Door het instorten van de prijs voor de oude metalen verdween ook de belangstelling van de woonwagenbe-woners voor dit project en stortte ook de composthandel in, maar tot op de dag van vandaag is één van de gevol-gen hiervan in het duingebied nog steeds waarneem-baar. Dit artikel verscheen eerder in de Berger Chronyck van de Histori-sche Vereniging Bergen.

Page 16: Poldergeest Nummer 13

- 16 -

RAGenda Carla Rogge geeft op zaterdag 21 april 2012 een rondleiding in en rond de Oude Ursulakerk en de Sint-Ursula en Gezellinnenkerk in Warmenhuizen. Kijk voor definitieve tijdstippen op www.rag-archeologie.nl Chris de Bont, historisch geograaf (blz. 9), houdt in het najaar van 2012 een lezing van 2 maal één uur voor RAG-donateurs en andere belangstellenden. Onderwerp, plaats en tijd volgen. Houdt www.rag-archeologie.nl in de ga-ten. In Natuurmuseum Westflinge is een speciale archeologiehoek rond een nieuw aangeschafte vitrine te bekijken met bijzondere vondsten uit de wijde regio en uit het provinciaal depot. Bezoek de website www.museumwestflinge.nl Het Alkmaars Historisch Café houdt iedere maand een interessante lezing in het Stedelijk Museum Alkmaar. Kijk voor onderwerpen en tijdstippen op www.archiefalkmaar.nl. Etrusken. Dubbeltentoonstelling van 14 oktober 2011 t/m 18 maart 2012 in Amsterdam en Leiden. Kijk op www.etrusken.nl. Reuvensdagen. Op donderdag 24 en vrijdag 25 november 2011 vindt de 41ste editie plaats in de Philharmonie in Haarlem. Lees meer op www.erfgoednederland.nl. Verantwoording van de afbeeldingen in deze Poldergeest: Afbeelding 1, Afbeelding 4 t/m Afbeelding 7, Afbeelding 9 t/m Afbeelding 13 Jaap van Rossum; Afbeelding 2 Silke Lange; Afbeelding 3 Monique Zwetsloot; Afbeelding 8 Onderzoeksrapport ‘Huys Ten Nuwendoorn’: Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleu-ven, Hollandia reeks 275; Afbeelding 14 t/m Afbeelding 16 Charles Barten; Afbeelding 18 Website RMO; Afbeelding 20 Website AWN; Afbeelding 21 Streetview Google Maps; Afbeelding 22 en Afbeelding 23 Frans Diederik/Arend Grijsen, Afbeelding 25 Gemeente Lange-dijk; Afbeelding 27 Ru Waalewijn.

Colofon Poldergeest is het nieuwsbulletin van de Stichting RAG en verschijnt twee maal per jaar. Bestuur: Ger Kalverdijk, voorzitter, [email protected] tel. 072-5330679 Monique Zwetsloot, secretaris, [email protected] tel. 072-5095253 Jaap van Rossum, penningmeester, [email protected] tel. 072-5157122 Wijb Ouweltjes, bestuurslid, [email protected] tel. 0226-313138 Frans Diederik, bestuurslid, [email protected] tel. 0224-296548 Arend Grijsen, bestuurslid, [email protected] tel. 0224-215391 Stichting RAG [email protected] Redactie: Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: Jaap van Rossum 37116370

Begunstiger worden van de St. RAG? Dit kost slechts € 7,-- per jaar. Stort dit bedrag op betaalrekening 779146 t.n.v. Stg Reg Arch Gheestmanambocht te Alkmaar.

Vermeld a.u.b. uw e-mail en bij internet bankieren ook uw adres.