Plein ombouw
-
Upload
buildnet-webservices -
Category
Documents
-
view
235 -
download
0
description
Transcript of Plein ombouw
HOE BOUW JE EEN SAAI
PLEIN OM TOT AVON-
TUURLIJKE PLEK?
De kinderen die opge-vangen worden bij DeKindercaravan zijn zo-veel mogelijk buiten.
Info
rma
tie v
oo
r
kin
de
rcara
va
nco
ach
es
Om kinderen gezond op te laten groeien moeten ze kunnen bewegen en spelen.
Een kindercaravan-coach houdt goed rekening met de leef tijd, de ontwik-keling en interesse van het individuele kind.
InleidingVeel schoolpleinen zijn oersaai. Om in een dergelijk situatie buitenspelen hoog ‘op de agenda’ van kin-
deren te krijgen vergt niet alleen creatieve leiding maar ook goed ondersteunend materiaal. Zeker als
Buitenspelen het handelsmerk van de organisatie is moet er ook wat te beleven zijn. Concreet is ons ge-
vraagd om kisten samen te stellen die passen bij (onder of in) de caravan zelf en passen bij de pedagogi-
sche visie. De kisten zijn gevuld met sport en spelmateriaal dat voor kinderen en voor leiders inspirerend
is. Kinderen kunnen zelfstandig aan de slag. Het materiaal is handig opgeborgen en heeft een mooie
uitstraling. Voor kindercaravancoaches is er een map met spelideeën die ze ook zelf kunnen aanvullen.
De uiteindelijke materiaalkosten mogen niet hoger zijn dan h 3.000,- per caravan.
In dit projectvoorstel komen de volgende onderwerpen aan bod:
• De basisuitrusting van een kindercaravan
• Buitenspelen, het speelterrein en het spelmateriaal als onderdeel van het inwerkprogramma
• Het spelmateriaal
• De opbergmogelijkheden
• De activiteitenmap
• Voorstel voor de activiteiten die we gaan uitwerken, de kisten die we gaan maken,
materialen die erin komen en de oplages waarin op te leveren
Stappenplan - zoek het avontuur op eigen speelpleinJij bent aangesteld als kindercaravancoach van deze kindercaravan. Een nieuwe plek, een nieuwe situ-
atie, nieuwe kinderen en nieuwe uitdagingen! Welkom op je vakantiebestemming! Lees snel verder, des
te eerder kan je aan de slag!
Waar de kindercaravan voor staatAvontuurlijke kinderopvang op het schoolplein voor kinderen van 4-12 jaar
Recht op ruimte
Om kinderen gezond op te laten groeien, moeten ze kunnen bewegen en spelen. Een kind heeft er recht
op kind te zijn. Dat kan als het avonturen mag beleven, zijn fantasie de vrije loop kan laten gaan en let-
terlijk en figuurlijk kan bouwen aan zijn dromen.
Op zoek naar avontuur!
Bij de Kindercaravan zijn we zoveel mogelijk buiten. Hutten bouwen, schilderen, touwtje springen, fiet-
sen én banden plakken. Soms trekken we eropuit en speuren we naar regenwormen in het park. Liever
niet? Bladeren verzamelen kan natuurlijk ook.
32
ONT WIKKELEN VAN EEN CONCEPT VOOR SPEL- EN AC TIVITEITENMATERIA AL
De functie van de Kindercaravan, het gebouwtje• Thuisbasis voor kinderen van 4-12 jaar na schooltijd
• Opslagplek voor buitenspelmateriaal
• Opslag voor buitenspel ideeën en activiteiten
Stappenplan
Hoe zorg ik ervoor dat de caravan zo goed mogelijk aansluit bij de nieuwe omgeving?
OpstartenDe uitgangssituatie inventariseren
Wat is de basis? Welke spellen spelen de kinderen op de verschillende plekken? Wat is de connectie met
het onderwijs dat er op de school gegeven wordt en zeker niet onbelangrijk, wat zijn je eigen ideeën over
buitenspelen?
Materiaal uitzoeken
Hoe kunnen we de basissituatie optimaal benutten? Welke keuzes maken we? Wat hebben we nodig als
aanvullend materiaal? Wat ontbreekt er op het gebied van los materiaal? Welke themakisten passen het
best bij onze situatie?
Spellen en activiteiten
Wat zijn bijbehorende spel ideeën en activiteiten? Wat kunnen we zelf (samen met de kinderen) nog voor
ideeën verzinnen?
Op termijnHoe kunnen we de bestaande situatie nieuw leven inblazen? De omgeving aanpassen aan de wensen,
bestaande patronen bewust veranderen, nieuwe themakist introduceren, uitwisselen met andere cara-
vans, ervaringen delen.
De uitgangssituatie inventariserenWe gaan inventariseren wat de mogelijkheden van de plek zijn en wat deze specifieke kindercaravan
nodig heeft om daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. Als eerste onderzoeken we de directe omgeving.
De omgeving
We beginnen met het schoolplein waar de caravan op staat. Dit is de meest directe speelomgeving die
de kinderen tot hun beschikking hebben. Wat heeft het plein de kinderen te bieden? Hoe kunnen we daar
gebruik van maken bij het aanbieden van spelmateriaal en avontuurlijke activiteiten?
Vul het overzicht in: Welke van de volgende plekken komen op het schoolplein voor?
[ ] rustplek
[ ] picknickplek
[ ] verharde sportplek
[ ] fietsroute
[ ] gras
[ ] struiken
[ ] heuvel
Een plattegrond maken van het plein
1. Teken op een A5 de plattegrond van het schoolplein. Schets de hierboven genoemde plekken erin.
Het gaat erom een overzicht te krijgen van de speelstructuur die de kinderen ter beschikking hebben.
2. Zet nu bij elke plek wat voor uitdaging de plek biedt en wat de kinderen ermee zouden kunnen doen.
Probeer zo concreet mogelijk te zijn.
3 Welke voor de kinderen interessante plekken komen er in de directe omgeving van de caravan voor
en hoe kunnen die gebruikt worden? Denk bijvoorbeeld aan een park, een kinderboerderij,
een sportveld.
54
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PL AT TEgROND SCHOOLPLEIN
76
Bespreek de uitkomsten van de tabel. Bepaal welke plekken het meest gebruikt worden om buiten te
spelen, welke spelen alleen of samen gespeeld worden en welke spelen vooral door jongens of meisjes
gespeeld worden. Uiteraard zijn er spelen die op verschillende plekken gespeeld kunnen worden, die
je zowel alleen als samen kunt spelen en die door zowel jongens als meisjes gespeeld worden. Laat de
kinderen dit ook benoemen.
Vertel dat de tabel een heleboel zegt over het buiten spelen van de kinderen. Zo kun je goed zien waar de
kinderen het meest spelen, of ze vaak alleen of met meer kinderen samen spelen en of jongens en meis-
jes vaak apart of juist samen spelen. Bovendien zegt de tabel iets over de populariteit van de spelletjes.
Laat de kinderen reageren op de uitkomsten van de tabel. Ze vertellen waarom ze voor een bepaalde
speelplek kiezen, waarom ze een bepaald spel vooral geschikt vinden voor jongens of meisjes en waar-
om ze het spel wel of niet leuk vinden. Laat de kinderen daarbij op elkaar reageren.
Vraag tot slot of er spelletjes zijn die de kinderen zelf niet kenden. Zijn er speelplekken bij waar ze zelf
nooit komen? Spelen ze zelf vaak alleen of samen, vooral met jongens of meisjes, met jongere of oudere
kinderen?
Als afsluiting maken de kinderen een tekening over de speelplek waar ze zelf vaak spelen.
De school
Het zou mooi zijn als de activiteiten aan kunnen sluiten bij de school. Denk hierbij aan activiteiten rond-
om de schooltuin, techniek etc. Probeer eens in de zoveel tijd met de leerkrachten te overleggen over
hun programma en bekijk samen op welke manier de buitenschoolse activiteiten aan kunnen sluiten bij
het onderwijs.
Materiaal uitzoekenNu het beeld van de plek, de kinderen en de school duidelijk is, kan er gekeken worden naar de materia-
len die nog ontbreken in de caravan.
Loop als eerste de basislijst (bijlage 1) na en kijk wat er ontbreekt. Hou een lijstje bij van de aan te schaf-
fen materialen.
Kijk vervolgens de lijst met themakisten (bijlage 2) door en bepaal welke kisten het beste bij deze cara-
van passen.
De kinderen
Kinderen zijn erg goed in het zelf bedenken van spellen en het inspelen op de mogelijkheden die het ter-
rein hen biedt. Sommige spellen doen ze alleen, andere samen. Sommige worden vooral door meisjes
gespeeld, andere hoofdzakelijk door jongens. Maak met de kinderen samen een inventarisatie van de
spellen die zij buiten spelen.
Vraag de kinderen welke spelletjes ze vaak buiten spelen. Laat ze er kort over vertellen.
Schrijf op het bord een lijst van spelletjes die de kinderen buiten spelen. Zet ze in de eerste kolom van
een tabel die uit acht kolommen bestaat. Achter elk spel uit kolom 1 staan de volgende kolommen:
• waar het spel gespeeld wordt (vraagteken boven de kolom)
• of je het alleen kunt spelen (één gezichtje boven de kolom)
• of je het spel samen kunt spelen (drie gezichtjes boven de kolom)
• of het vooral door jongens wordt gespeeld (mannetje boven de kolom)
• of het vooral door meisjes wordt gespeeld (vrouwtje boven de kolom)
• of het spel leuk wordt gevonden (gezichtje met lachende mond)
• of het spel niet leuk wordt gevonden (gezichtje met droevige mond)
Bespreek de spelletjes en vul de tabel in. In kolom 2 kunnen meer speelplekken ingevuld worden. Pro-
beer dit te veralgemeniseren tot bijvoorbeeld ‘veld’ of ‘speelplein’. In kolom 3 en 4 kunt u een kruisje
zetten; soms zal een kruisje in beide kolommen worden gezet. Hetzelfde geldt voor kolom 5 en 6.
In kolom 7 en 8 turft u het aantal kinderen dat het spel al of niet leuk vindt. Hier ziet u een voorbeeld.
De themakisten (bijlage 2)
Elke kist bevat een aantal thematische basismaterialen waar de kinderen zelf mee aan de slag kunnen.
Daarnaast zitten er ter inspiratie wat plaatjes bij. Dit kan in de vorm van een geplastificeerde kaart die
aan de binnenkant van de kist wordt geplakt, direct in tekst op de kist gekalkt, in een klein boekje, of in
de vorm van losse kaarten.
gebruik van de kisten
Het heeft de voorkeur om met één kist tegelijk te werken omdat de kinderen wat tijd nodig hebben voor
ze zelf spellen gaan bedenken. Als het aanbod groot is, komen ze daar niet aan toe.
Vormgeving van de kisten
• aantrekkelijk voor kinderen
• praktisch in gebruik
• niet te zwaar
• passend onder de caravan
• weers- en vandalismebestendig
• thema moet duidelijk zijn aan buitenkant (bijvoorbeeld door er teksten op te kalken)
• voorzien van een lijst met spullen die erin zitten
• spelmateriaal dat bij het thema past
• spelideekaarten of iets anders in die richting (liever beeld dan tekst voor de kinderen en
vooral bedoeld als prikkelaar van de fantasie)
• doosjes voor klein materiaal dat makkelijk zoek raakt
Maak ook een lege kist die de kinderen (en BSO coördinatoren) zelf kunnen vullen met hun zelf verzon-
nen spellen en materialen.
98
HE T SCHEPPEN VAN ONT WIKKELINgSMOgELIJKHEDEN
Opbergen van spelmateriaal
Zie voor de mogelijke opbergmethoden de losse bijlage Opbergmogelijkheden buitenspelmateriaal kin-
dercaravan.
Spellen en activiteiten
De activiteitenmap
Naast de handleiding die in elke caravan aanwezig is hebben de BSO coördinatoren ook een map met
losse activiteitenkaarten. De map bevat een aantal tabbladen die de activiteiten ordenen op thema. Zo
is een activiteit eenvoudig terug te vinden. Onder elk tabblad bevindt zich een basisselectie (door de
kindercaravan gekozen) van activiteiten die passen bij de aanwezige themakisten.
In de map zitten ook standaard een aantal lege activiteitenbladen die door de coördinatoren zelf inge-
vuld kunnen worden. Op deze manier zal het aanbod in de loop der tijd langzaam groeien en gaan goede
ideeën niet verloren bij een wisseling van de wacht. Tijdens het inwerkprogramma gaan de toekomstige
coördinatoren al aan de slag met het invullen van een activiteitenblad zodat ze meteen al een verzame-
ling in hun eigen map kunnen stoppen.
Er kan voor gekozen worden om in ieder geval de basisselectie van activiteitenbladen zelf mooi
vorm te geven in een vast stramien dat past bij de uitstraling en rest van drukwerk van de kinder-
caravan. Andere optie is om activiteiten te verzamelen en in de gevonden vorm in de map te
stoppen. Dit is natuurlijk een snelle, goedkope methode maar heeft een rommelige uitstraling.
Een kaart heeft op de voorkant een inspirerende illustratie van het idee. De achterkant gaat in op de
uitwerking, in tips, extra informatie of een stappenplan. Zij bijlage 3 voor een overzicht van de items op
een dergelijk blad.
Andere mogelijkheden om aan nieuwe input voor de activiteitenmap te komen zijn: zoeken op internet,
de boeken uit bijlage 5 en 6, met kinderen samen bedenken en in de toekomst eventueel uit een beperkt
toegankelijke database op de kindercaravan website.
HE T SCHEPPEN VAN ONT WIKKELINgSMOgELIJKHEDEN
We kunnen ervoor kiezen om elke caravan een standaard set van 3 themakisten te geven maar leu-
ker is het misschien om de kisten te laten rouleren of in ieder geval de mogelijkheid te bieden om af
en toe een andere kist te bestellen.
Optie 1: elke caravan dezelfde themakisten
Optie 2: elke caravan kiest zijn eigen themakisten, passend bij zijn specifieke situatie.
Uitwisselen is mogelijk.
Een database waar elke BSO coördinator zijn nieuwe activiteiten en ideeën op kwijt kan. Handig
om snel iets op te zoeken en leuk om te zien waar anderen mee bezig zijn. Kan voorzien worden
van een ideeën bord.
Het buitenspelen pimpenNa een poos zal er misschien behoefte zijn aan verandering. Hetzij in de omgeving, hetzij in het assorti-
ment aan activiteiten en spelmateriaal. Ideeën om hier mee aan de slag te gaan zijn:
• Samen met de school kijken wat er anders kan op het speelplein
• Met kinderen samen kijken naar nieuwe mogelijkheden van plein en omgeving
• gluren bij de buren. Het kan nooit kwaad om eens op een andere locatie te gaan kijken en inspiratie op
te doen. Bijvoorbeeld als onderdeel van de jaarlijkse bijscholing.
1110
HE T SCHEPPEN VAN ONT WIKKELINgSMOgELIJKHEDEN
Per leeftijdscategorie moet er voldoende aanbod zijn. De hoofdmoot wordt gevormd door kinderen van
4/5 jaar tot 8/9 jaar. De lijst hieronder is een basisuitrusting die later naar eigen inzicht aangevuld kan
worden.
Bouwen en fantasie
• Stokken
• Planken
• Tonnen
• Tenten
• Touwen
• Netten en doeken
• Dozen
• Hangmat
• Pionnen
• Stoepkrijt
• Potten, pannen, gereedschap
• Krijtbord
Sport- en spel
• Ballen(groot en klein)
• Vanghandschoenen
• Fietsen en duwkarren
• Karretjes
• Tennisrackets met schuimrubber ballen
• Badmintonrackets
• Stelten
• Springtouwen
• Hoelahoep
• Knikkers
bijl age 1 BA SISLIJST LOS SPEL M ATERIA AL
Tuinspullen
• Schopje
• Harkje
• Heggeschaar
• Kniptang
• Plantenstok
• Potten
• Zaaibakken
• Bezems
• grasmaaier (indien er gras is om te maaien)
• Kruiwagen
Aanvullende lijst
• Baskets
• Steppen
• Skelter
• Circusspullen
• Springstokken
• Loopklossen met touwtjes
• ‘Kamerschermen’
• Themakisten
Bouwen
Inspiratiekaarten
• Hutten
• Vlot
• Brug
• Bamboe constructies
• Timmeren en gereedschapstrucjes
• Knopen leggen
• Het complete boek over huttenbouwen
Beestjes en plantjes
Inspiratiekaarten
• Mierenvanger, mierenhotel met gangen in zand
• Welke planten kan je eten
• geuren
• Paddestoelen zoeken
• Het weer
• Vogelhuis maken van melkpak of hout
• Bloemenketting
• Waterbeestjeszoekkaart
Materialen in de kist
• Touw
• gereedschap
• Blokken
• Doeken
• Elastieken
• Bamboebouwset
12 13
bijl age 2 MOgELIJKE THEM A KISTEN
Materialen in de kist
• Loeppotjes
• Lege jampotjes
• Vergrootglas
• Spiegeltje
• Schepnet
• Emmertje
• Wegwerp fototoestel
Inspiratiekaarten
• Dorst, planten water geven, waterijsjes maken
• Waterestafette
• Waterorgel maken
• Damp, water, ijs
• Wie maakt de langste waterbaan?
• Spelletjes met de waterslang
Inspiratiekaarten
• Maak een kaart van het schoolplein met route
voor vriendjes
• Fluit en lichtsignalen
• Beesten sporen
• Verstoppertje op verschillende manieren
• geblinddoekt een route lopen (langs touw of
met begeleider)
• Een spoor uitzetten (verschillende manieren)
voor speurtocht
• Kompas lezen
• Kaart lezen
• Spoorzoeken met gPS
Inspiratiekaarten
• Veilig fikkie stoken
• Koken met de zon
• Kruiden zoeken
• Welke planten kan je eten (recepten)
• Het schooltuintje
Inspiratiekaarten
• Touwtjes springen
• Hardlopen
• Yoga houdingen, Kan jij dit? Hoe lenig ben jij?
• Zintuigenspelletjes, ruiken voelen
• Trucjes op het klimrek
• Elkaar opmeten
• Conditietest
• Circuit voor gezondheid
Materialen in de kist
• Doktersspuiten
• Waterpistooltjes
• Slangetjes
• PVC buismateriaal
• Watermolentje
• Waterijsvormpjes
Materialen in de kist
• Stoepkrijt
• Kompas
• Stopwatch
• Papier en pen
• gPS
• Handleiding gPS
Materialen in de kist
• Liedjes bij het kampvuur
• Pannen en potten
• Roerlepels
• Prikkers
• Receptenboek
• Een buitenkookeiland
Materialen in de kist
• Stethoscoop
• Hartslagmeter
• Weegschaal
• Lengtemeter
• Meetlint
• Stopwatch
Waterspelletjes
Spoorzoeken
Kookkist
Gezondheid
1514
Inspiratiekaarten
• Zeerovers
• geheimschrift
• Sprookjesfiguren
• Spannende verhalen
Inspiratiekaarten
• Jongleren
• Dresseren
• Acrobatiek
Inspiratiekaarten
• Licht en schaduw
• Stoepkrijten
• Kunst van takjes
• Poppetjes van buitenmaterialen
• gedicht maken
• Dingen van heel dichtbij bekijken
Inspiratiekaarten
• De fiets, hoe zit hij in elkaar
• Fietshindernisbaan maken
• Fietstrucs
• Racen
Inspiratiekaarten
• Licht en geluid
• Storybook maken
• Schminken
• Decor bouwen
• Emoties spelen
• Beesten imiteren
Inspiratiekaarten
• Voetbaltrucjes
• Kaatsenballen
• Jongleren
• Tafeltennis
• Overgooispellen
Materialen in de kist
• Rare attributen die kinderen niet kennen
• Verkleedkleren
• Sprookjesboeken
• Dagboek
Materialen in de kist
• Jongleerspullen
• Pionnen
• Sjaaltjes
• Hoepels
• Hoge hoed
• Clowns neus
Materialen in de kist
• Touw
• Lijm
• Papier
• Knutselmaterialen
• Vergrootglas
Materialen in de kist
• Rolschaatsen
• Hoepels
• Ronde voorwerpen die als wieltje kunnen dienen
(doppen, deksels, boomstamschijfjes, enz.)
• Wieltjes van
• Bandenplakset
• Eenwieler
Materialen in de kist
• Microfoon
• Verkleedkleren
• Schmink
• Liedjesboek
• Toneelstukjes
• Een uitklapbare poppenkast
• Decorstukken waamee binnen no time een theater
opgebouwd kan worden
Materialen in de kist
• Ballen in soorten en maten
• Pionnen
• Lintjes
Fantasiekist/ aangespoelde kist Circus
Buitenkunst
Dingen op wielen
Theater
Alles met ballen
1716
Inspiratiekaarten
• Oma en opa speelden ook buiten
• Tollen (zelf maken?)
• Touwtje springen
• Bliklopen (zelf maken)
• Blikkietrap
• Kaatsenbal versjes
• Knikkeren
• Handenklap versjes
• Elastieken (mogelijke sprongen)
Inspiratiekaarten
• geluiden maken met buitenmateriaal (band
oprichten, voorstelling geven)
• Dansen
• De wind door de bomen (windorgels en
windzak maken)
• Waterorgel
• Blindemannetje
Inspiratiekaarten
• Lege kaarten die de kinderen zelf kunnen
vullen
Materialen in de kist
• Loopblikken en touw (zelf maken)
• Tollen en zweepjes
• Springtouwen
• Knikkers
• Kaatsenballen
• Elastiek
Materialen in de kist
• Eenvoudige muziekinstrumenten (trommel,
rijstkoker, sambabal
• Liedjesboek
• Blinddoek
Materialen in de kist
• Kladblok
• Pen/papier
• Lege doosjes
• Lege ruimte
Spelletjes van vroeger
Geluid en muziek
De nooit af kist
bijl age 3 VOORBEELD VAN ITEMS OP AC TIVITEITEN BL AD
Tikspelen• Eén kind is tikker. Wie getikt wordt, moet mee gaan tikken.
• Wie getikt wordt, moet de tikker een hand geven. De volgende die getikt wordt, sluit aan. Zo ontstaat
er een steeds langere rij kinderen. Alleen de tikker mag tikken. Het kind aan het andere eind van de
rij mag wel kinderen pakken om te laten tikken.
• Ongelukstikkertje. Op de plaats waar je getikt wordt, moet je je hand houden.
• Vierhoekentikkertje. Er zijn drie tikkers. Wie getikt wordt, moet in een van de vier hoeken gaan staan
en kan door andere kinderen verlost worden door een tikje op de hand.
• Kruistikkertje. De tikker noemt de naam van degene die hij gaat tikken. Dan begint de achtervolging.
Zodra een ander kind tussen de twee doorloopt, wordt hij degene die getikt moet worden.
• Boktikkertje. De kinderen die getikt zijn, moeten bok gaan staan. Zodra iemand over de bok springt,
is het kind weer vrij.
• Tikkertje met onbekende verlos. Er worden verschillende tikkers gekozen. Daarna wordt een verlosser
aangewezen (zonder dat de tikkers het zien). De kinderen die getikt zijn, moeten stil blijven staan. De
verlosser mag de getikte kinderen verlossen door ze aan te tikken. De tikkers moeten proberen te
achterhalen wie de verlosser is.
• Overlooptikkertje. De kinderen moeten de speelplaats oversteken, maar kunnen onderweg getikt
worden. Eenmaal op weg mogen ze niet meer terug.
• Schipper, mag ik overvaren? Hetzelfde als spel 8, maar nu bepalen de tikkers hoe de kinderen
moeten oversteken. Bijvoorbeeld hinkelend of met een arm op de rug. Oorspronkelijk werd bij dit
spel een aantal regels gezongen. De kinderen kunnen dit ook doen. Die regels gaan als volgt:
Kinderen aan de kant: Schipper, mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan nog tol betalen, ja of nee?
Tikker: Ja-aa. Kinderen aan de kant: Hoe-oe? Tikker: (bijvoorbeeld) Met je rechterarm op je rug.
• Chinese muur. Hetzelfde als spel 8. De kinderen die af zijn, vormen in het midden een
aaneengesloten rij. Hoe langer de rij, hoe groter de hindernis.
Spelenkermis• Spijkerpoepen. De speler krijgt een touw om zijn middel waaraan een spijker hangt.
Die probeert hij in een lege fles te laten zakken, zonder de handen te gebruiken (dus
door naar beneden te zakken).
• Koekhappen. De speler probeert met de handen op de rug een stuk peperkoek op te
eten dat aan een waslijn hangt.
• Ringwerpen. De speler moet zo veel mogelijk ringen om één of meer paaltjes gooien.
• Poortje knikkeren. De speler krijgt tien knikkers en probeert die vanaf een lijn door
een poortje te rollen.
• Ballonnen kapot trappen. Twee spelers krijgen een ballon aan hun been. Ze proberen
elkaars ballon kapot te trappen.
• Bliklopen. De speler moet op blikken een gemarkeerde route lopen.
• Diverse estafettevormen. Bijvoorbeeld: een muts opzetten, water in een bakje dragen,
een aardappel/pingpongballetje op een lepel dragen.
• Blokkenloop. De speler moet op twee blokken gaan staan, een derde blok voor zich uit
schuiven, daarop gaan staan, dan met de voet een blok verder schuiven enzovoort.
• Stok in het zand. De spelers zitten om een berg zand waar stokken in gestoken zijn.
Om beurten halen ze een beetje zand weg (altijd een handvol). Als er een stok uit de
berg valt, is de speler af.
1918
bijl age 4 BA SISSPELLENLIJSTJE
OmkijkertjeDit spel wordt gespeeld met een groep kinderen. Eén kind staat met het gezicht tegen de
muur, de anderen erachter op een rij tegen een hek of achter een lijn. De groep moet proberen
het kind dat tegen de muur staat te tikken maar die mag onverwachts omkijken en diegene die
dan nog loopt moet terug naar de lijn en opnieuw beginnen. Uitkijken dus.
De boom wordt hoe langer hoe dikkerDe kinderen houden elkaar vast in een lange rij. De voorste van de rij houdt een boom vast.
Degene aan het eind van de rij is draait met de rij om de boom heen, net zo lang tot ze allemaal
tegen de boom aan staan, onder het zingen van: “De boom wordt hoe langer hoe dikker,
De boom wordt hoe langer hoe dikker.”
Dan gaat de rij achteruitlopend weer terug en zingen: “ De boom wordt hoe langer hoe
dunner.”
Er kan nog meer bijgroot en klein gaat bij elkaar op schoot zitten in een lange rij, tot er een aan het wiebelen
gaat, en de hele rij uit elkaar valt.
Ketting breienDe voorste van een rij houdt een hand tegen de muur. De achterste gaat met de hele rij onder
de arm door. Loopt weer rond en gaat dan onder de volgende arm door, totdat de hele rij met
gekruiste armen staat, onder het zingen van: “ ‘k Zou zo graag een ketting breien. Moet ik naar
de stad toe rijen. Ha ha victoria. Ha ha victoria.”
De eerste pakt dan de laatste nog bij de hand en zo springt de kring rond tot dat de ketting
kapot gaat.
Zoentje gevenDe kinderen staan in een kring met één in het midden. Deze draait met de ogen dicht, de arm
en vinger uitgestrekt de kring rond en zegt: “Een twee drie vier vijf zes zeven, wie mag ik een
zoentje geven?” Het kind gaat samen met degene die aangewezen is met de ruggen tegen
elkaar staan. Dan kijken ze opzij, kijken ze allebij dezelfde kant op; geven ze elkaar een
zoentje.
FopbalDe kinderen staan in een kring met de handen op de rug. Eén kind staat in de kring met een
bal en doet net of ze de bal naar één gooit, die moet hem dan opvangen maar degene in de
kring kan zich ook omdraaien en de bal de andere kant opgooien. goed opletten dus.
Wie heeft de balDe kinderen staan op een lange rij; één kind een meter of vier er voor, met het gezicht tegen
de muur en gooit een bal naar achteren en zingt: “ Eén twee drie , wie heeft de bal, die mooie
bal van goud.” Eén van de kinderen pakt de bal en houdt hem achter de rug. De andere
kinderen houden ook de handen op de rug en zingen dan: “Kijk maar om want ik heb hem al,
die mooie bal van goud.”
Als je het goed raadt, dan mag je nog een keer, anders mag degene die de bal heeft hem zijn.
TikkertjeDe kinderen lopen rond. Het kind ‘die hem is’ tikt een kind ‘die hem dan weer is’. Zo weet
iedereen lang niet wie de tikker is. Uitkijken dus.
Boompje verwisselenBoompje verwisselen is een tikspelletje waarbij de kinderen een boom moeten vasthouden
maar niet te lang, want het is de bedoeling om van boom te verwisselen. Als je de boom niet
meer vasthoud, mag je getikt worden en dan moet je hem wezen.
BlikspuitBlikspuit is een spel wat door klein en groot gespeeld wordt. Eerst aftellen wie hem wezen
moet; die moet dan bij een blik staan en aftellen tot de anderen zich verstopt hebben. Hij moet
proberen ze allemaal te vinden; naar het blik lopen en de naam roepen van het gevonden kind,
voordat er iemand de kans krijgt het blik weg te trappen. Als dat gebeurt mogen ze zich
allemaal weer verstoppen. Zijn ze allemaal gevonden, dan is degene die het éérst gevonden
hem.
ProppenschietenAls de elsenproppen weer aan de bomen zitten, kunnen er weer proppenschieters gemaakt
worden. Een mooi recht stuk vlierhout wordt afgezaagd; de pit er uit gehaald en van een stuk
draad of een stang wordt een stamper gemaakt. Aan één uiteinde van de stang wordt een breed
blokje hout gemaakt die dan tegen de buik wordt gedrukt om zo de prop uit de proppeschieter
te jagen. Behalve met elzeproppen, kan men ook met nat papier schieten.
BliklopenHiervoor worden oude blikken gebruikt. Met een spijker net boven de bodem wordt aan
weerskanten een mooi rond gaatje gemaakt waar een touw doorheen wordt getrokken, zodat
van boven een grote lus ontstaat waarmee je het blik vast kan houden. De voeten op de blikken en
lopen maar.
2120
bijl age 4 OUDE BUITENSPELLE TJE S
Buitenspelen (104,00)
greet Caminada
Honderd bewegingsspelen (12,50)
H. Wiertsema
Kinderen spelen !
Auteur(s) Imme Dros, J. Etchart & Jeremy Seabrook
Het organiseren van wedstrijden en spelen
Auteur J.g. Wedel
Sporten en spelen voor iedereen
Auteur W.M.F.M. Oehlen
365 spelletjes en creatieve ideeën voor peuters en kleuters
M. Baseler
Hardcover | 320 Pagina’s | House of Books B.V. | 2006
ISBN10: 9044315080 | ISBN13: 9789044315080
Watch Doe Boek
Het Watch Doe Boek is te koop bij de ScoutShop.
Plons!
Plons!-2004 is als PDF te downloaden (1,8 MB).
Het complete boek over hutten
Louis Espinassous, uitgeverij Van goor
Groep 3 en 4
Serie Spetter van uitgeverij Zwijsen
• Een gil uit de tent, Vivian den Hollander (groep 3, serie 2)
• Een super speeltuin, Selma Noort (groep 3, serie 4)
• Joris en de zeven meisjes, Hendrickje Spoor (groep 4, serie 3)
Serie Bizon van uitgeverij Zwijsen
• Hens up!, Rindert Kromhout (serie 1)
• Mooie vrienden maar niet heus, Rindert Kromhout (serie 5)
Serie Bolleboos van uitgeverij Zwijsen
• Ik win altijd, Peter Vervloed (serie 1)
Groep 5 en 6
Serie Zoeklicht van uitgeverij Zwijsen, thema sport
• geef hem een knal, Johan Diepstraten
• Jij speelt vals, Ton van Reen
• Meiden kunnen niet voetballen, Robert Jan Swiers
• Ruzie op de tennisbaan, Peter Vervloed
• Te klein voor basketbal, Henk Hokke
• Een pony als geheim, Stasia Cramer
• Klaar voor de start, Hans Petermeijer
2322
bijl age 5 BOEKENLIJST
bijl age 6 VOORLE ZEN OVER BUITENSPELEN