Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod:...

52
Versie 23 september 2013 Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen

Transcript of Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod:...

Page 1: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

Versie 23 september 2013

Plan van Aanpak “Transformatie Jeugdhulp in De Kempen”

Page 3: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1.1 Aanleiding

1.2 Inhoud en totstandkoming

1.3 Status document

1.4 Leeswijzer

2. Startfoto: Een beschrijving van de huidige situatie 2.1 Stand van zaken stelselwijziging Jeugd op landelijk niveau

2.2 Stand van zaken transitie en transformatie op regionaal niveau

2.3 Stand van zaken transitie en transformatie in de Kempen

2.4 De jeugd in de Kempen in cijfers en wat betekent dit?

2.5 Toekomstige initiatieven

2.6 Huidige situatie samengevat

3. Toekomstige foto: Een beschrijving van de gewenste situatie 3.1 Kaders

3.2 Rol van de gemeente(n) en gewenste couleur locale

3.3 Verplichte activiteiten binnen de transitieperiode

3.4 Samenhang binnen het sociale domein

3.5 Te overwegen keuzes

3.6 Gewenste situatie samengevat

4. Wat moet hiervoor worden gedaan? 4.1 Opstellen (regionale) transitiearrangementen

4.2 Voorbereiden begroting 2014 en 2015

4.3 Doorontwikkelen dienstverleningsconcept

4.4 Opstellen meerjarenbeleidskader

4.5 Bepalen schaalniveau per jeugdhulptaak

4.6 Experimenteren: pilots tot 2015 en in het overgangsjaar

4.7 Opleiden: training en scholing

4.8 Implementeren dienstverleningsconcept

4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing

4.10 Oprichten passende organisatievorm

4.11 Formuleren kwaliteitseisen

4.12 Organiseren inkoop, bekostiging en contractering

4.13 Aanpassen interne processen

4.14 Opstellen verordening

4.15 Samenwerken met (passend) onderwijs

4.16 Samenwerken op het gebied van de AWBZ/Wmo

4.17 Samenwerken op het gebied van werk en inkomen (Participatiewet)

4.18 Communiceren richting betrokkenen

4.19 Inventariseren risico’s

4.20 Van activiteiten naar een planning

5. Proces en fasering 5.1 Tijdpad

5.2 Besluitvorming

5.3 Informatievoorziening en capaciteit

Page 4: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

4

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Veranderingen in het sociale domein

De komende jaren verandert er veel in het gemeentelijke sociale domein. Gemeenten worden per 1

januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp en ondersteuning. In nauwe

samenhang vindt ook de invoering van de Wet Passend Onderwijs, de overheveling van delen van de

AWBZ1 (functies begeleiding en persoonlijke verzorging) naar de

Wmo2 en de uitvoering van de Participatiewet plaats. Wanneer

gemeenten verantwoordelijk zijn voor deze taken kunnen ze in

samenhang de problematiek van het kind en zijn of haar ouders in

beeld brengen en zorgen voor passende ondersteuning3.

Veranderingen binnen het Jeugdstelsel

Door wijziging van het Jeugdstelsel kan de grote druk op gespecialiseerde zorg worden

teruggedrongen en de verkokerde manier van werken worden aangepakt. De veranderingen binnen

het jeugdstelsel moeten leiden tot meer preventie en eerdere ondersteuning, meer uitgaan van de

eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, minder snel problemen medicaliseren, betere

samenwerking rond gezinnen en integrale hulp op maat. Gemeenten hebben hierin een regierol en

krijgen de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief specialistische hulp zoals

jeugd-ggz, jeugd-lvb, gesloten jeugdhulp) en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en

jeugdreclassering.

Naast verandering ook versterking van dat wat er al is

Naast het doorvoeren van veranderingen richten gemeenten zich ook op het versterken van dat wat

er al is. Dat geldt ook voor de Kempengemeenten. Zowel Bergeijk, Bladel, Eersel als Reusel-De

Mierden beschikken al over een jeugdnota en in alle gemeenten wordt er al sterk ingezet op een

stimulerend opgroei- en ontwikkelingsklimaat voor jeugdigen.

Plan van aanpak overheveling Jeugdtaken

In dit plan van aanpak geven we aan hoe de overheveling van taken met betrekking tot jeugdhulp en

ondersteuning zal plaatsvinden binnen de Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De

Mierden (hierna: Kempengemeenten). Het plan van aanpak richt zich niet alleen op de transitie: de

feitelijke overheveling van taken, maar ook op de transformatie: een omslag in denken en doen. In

het nieuwe stelsel spreken we dan ook niet meer van “Jeugdzorg” maar van “Jeugdhulp (en –

ondersteuning)”. Daarbij wordt door de Kempengemeenten ingezet op een positief opvoed- en

opgroeiklimaat, waarbij burgers gemeenschappelijke activiteiten organiseren rondom het

grootbrengen van kinderen.

Doel plan van aanpak

Dit plan van aanpak heeft tot doel gerichte stappen te beschrijven voor het vormgeven van de

transitie en transformatie Jeugdhulp binnen de Kempengemeenten. Hierbij staat de inrichting van

samenhangende hulp voor jongeren en ouders/verzorgers op het gebied van opgroeien en opvoeden

centraal: van het geven van informatie & advies tot en met ondersteuning en hulp.

1 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

2 Wet maatschappelijke ondersteuning

3 Voortgangsbrief stelselwijziging jeugd "Geen kind buiten spel" van ministerie van VWS en VenJ, d.d. 27 april

2012

De transitie jeugdhulp staat niet op

zichzelf, er verandert veel in het

gemeentelijke sociale domein

Page 5: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

5

1.2 Inhoud en totstandkoming

Het project “Transformatie Jeugdhulp in De Kempen” dat in dit plan van aanpak wordt beschreven

bestaat uit zes fases: 1. Initiatieffase, 2. Definitiefase, 3. Ontwerpfase, 4. Voorbereidingsfase, 5.

Realisatiefase, 6. Nazorgfase.

Dit plan van aanpak is het resultaat van de initiatieffase (1). Daarnaast is ook de definitiefase (2) zo

goed als afgerond: door de verschillende Kempengemeenten is aan de hand van kaderstelling het

“wat” bepaald, waardoor helder is wat het resultaat van de transitie en transformatie jeugdhulp moet

zijn. De komende periode (september 2013 tot januari 2014) staat vooral in het teken van de

ontwerpfase (3). Doel van deze fase is het “hoe” te beschrijven. Dit wordt gedaan aan de hand van

onder andere het doorontwikkelde dienstverleningsconcept, de (vertaling van de) regionale

transitiearrangementen en het opstellen van een meerjarenbeleidskader. Vanaf begin 2014 zal

worden gewerkt aan de voorbereidingsfase (4) door het opstellen van een nieuwe begroting, het

uitwerken van procedures en monitoring en het inrichten van kwaliteitszorg. De tweede helft van 2014

zal in het teken staan van de realisatiefase (5). In deze fase staat het inkoopproces en de

daadwerkelijke inhoudelijke omslag centraal. Vanaf 1 januari 2015 treedt de nazorgfase (6) in, waarbij

er aandacht is voor het borgen van de inhoudelijke omslag, zowel bij de Kempengemeenten als de

betrokken partners.

Dit document is geschreven door de projectgroep Jeugdhulp binnen de Kempengemeenten4 op basis

van de huidige concept Jeugdwet, de beschikbare beleidskaders en -notities, het concept

dienstverleningsconcept, evaluatie van de pilot “Andere Jeugdzorg”, het regionaal implementatieplan,

uitkomsten van regionale werkateliers, cijfers over de huidige jeugdzorg in De Kempen en

gesprekken met diverse betrokkenen. De portefeuillehouders Welzijn, de coördinerend

gemeentesecretaris “Jeugd” en het management van de Kempengemeenten hebben kritisch

meegelezen bij de totstandkoming van dit document.

1.3 Status document

De transitie en transformatie Jeugd kunnen gezien worden als een groeiproces met tussentijdse

evaluatie en besluitvorming. Daarnaast is het wetgevingstraject nog niet afgerond. Dit plan van

aanpak moet dan ook gezien worden als een dynamisch document. Ter voorbereiding op de

daadwerkelijke decentralisatie(s) per 1 januari 2015 is het van belang om de samenhang en

afstemming in het sociale domein te zoeken en te bewaken. Afstemming over dit document vindt

plaats met de portefeuillehouders welzijn op 30 augustus 2013 en vervolgens op 30 september 2013

tijdens de stuurgroep zoals benoemd in de “projectorganisatie transities Jeugdhulp, Participatiewet en

Awbz”.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding voor - en totstandkoming van - het plan van aanpak voor de

transitie en transformatie Jeugdhulp in de Kempen. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de huidige

situatie: wat is de huidige stand van zaken rond de transitie en transformatie jeugdhulp op landelijk,

(sub)regionaal en lokaal niveau, kortom een foto van de huidige situatie.

4 In de formele projectorganisatie transities Jeugd, Participatiewet en Awbz is een “projectgroep Jeugd” benoemd.

Hiermee wordt gedoeld op het huidige “transformatieteam Jeugd”.

Page 6: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

6

Hoofdstuk 3 gaat in op de toekomstige situatie: welke landelijke, (sub)regionale en lokale kaders zijn

leidend voor de invulling van de transitie en transformatie jeugdhulp? In hoofdstuk 4 wordt vervolgens

de balans opgemaakt: aan welke zaken uit de toekomstige situatie wordt op dit moment al invulling

gegeven en wat moet aanvullend worden gedaan om tot een zorgvuldig transitie- en

transformatieproces te komen? Hoofdstuk 5 sluit af met het tijdspad waarbinnen de verschillende

activiteiten worden uitgevoerd en welke capaciteit hiervoor nodig is.

Het is van belang om de samenhang en afstemming in het

sociale domein te zoeken en te bewaken

Een overzicht van de verschillende (schaal)niveaus

Landelijk: Rijk

Regionaal: SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven)

Subregionaal: De Kempen (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-De Mierden)

Lokaal: Gemeentelijk

Page 7: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

7

2. Startfoto

2.1 Stand van zaken wijziging jeugdstelsel op landelijk

niveau

Status Jeugdwet

Op 1 juli 2013 hebben de staatssecretarissen van ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

en van Veiligheid en Justitie het voorstel voor de Jeugdwet aangeboden aan de Tweede

Kamer. Dit is een belangrijke kaderstellende stap in de overgang naar een nieuw jeugdstelsel. Het

wetsvoorstel behelst het onderbrengen van alle jeugdhulp bij gemeenten. De planning is dat deze wet

in werking treedt per 1 januari 20155.

Omvangrijke budgetkorting

De decentralisatie van de huidige “Jeugdzorg” taken moet leiden tot betere hulp voor jeugdigen tegen

lagere kosten. Bij de overdracht van de taken naar gemeenten vindt een korting plaats van in totaal €

450 miljoen op een totaalbedrag van € 3 miljard. Gemeenten staan hiermee voor een grote uitdaging:

met minder middelen dan de huidige uitgaven een nieuwe taak uitvoeren. In de meicirculaire

gemeentefonds 2013 zijn gemeenten geïnformeerd over het macrobudget en de bijbehorende

verdeling over gemeenten.

Mogelijk ontschot budget

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) stuurde de Tweede Kamer eind april de hoofdlijnenbrief

'Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg'. De Kamer debatteerde hierover op 10 en 14

juni 2013 met de staatssecretaris. Eén van de moties die werd ingediend door de VVD en D66 heeft

betrekking op het zonder schotten overhevelen van het budget voor nieuwe taken in het sociale

domein6, en is met een ruime meerderheid aangenomen. De budgetten die gemeenten ontvangen

voor de decentralisaties werk, jeugd en langdurige zorg worden zonder beperkingen overgeheveld

naar het gemeentefonds. Met andere woorden, er worden geen budgettaire schotten geplaatst. Via

drie decentralisatie-uitkeringen ontvangen de gemeenten de middelen. Gemeenten kunnen zelf

bepalen hoe ze hier mee omgaan. Er kan ontschot worden tussen de uitkeringen, binnen het sociale

domein en binnen het totale gemeentelijke werkveld. Dit biedt gemeenten de mogelijkheid om zorg

dichtbij mensen te organiseren door te kijken naar wat mensen zelf samen met hun omgeving

kunnen. Door vrijheid in de besteding van de middelen kunnen gemeenten creatieve oplossingen en

maatwerk organiseren.

5 De tekst in het wetsvoorstel voor de Jeugdwet zoals ingediend bij de Tweede Kamer op 1 juli 2013 kan tijdens de

behandeling in de Tweede Kamer nog wijzigen door amendementen of nota’s van wijzigingen 6 Motienummer 300

Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie rond de decentralisatie

Jeugdzorg. We starten met de landelijke ontwikkelingen, waarna we

inzoomen op de regionale, subregionale en lokale ontwikkelingen.

Page 8: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

8

Landelijke dekking van regionale samenwerking

Op 19 februari jl. heeft minister Plasterk een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de aanpak

om tot meer samenhang te komen tussen de voorgenomen decentralisaties. Deze decentralisatiebrief

is een hoofdlijnenbrief. Concreet is gevraagd aan de verschillende gemeenten om voor 31 mei 2013

met voorstellen te komen voor (nieuwe) vormen van samenwerking in het sociale domein. Per 1

september 2013 vindt er een toets plaats met betrekking tot de landelijke dekking van regionale

samenwerking. Dit geldt voor de taken waarop gemeenten verplicht moeten samenwerken. Toetsing

vindt plaats om te voorkomen dat, bij gebrek aan dekking, een groep jeugdigen tussen “wal en schip”

valt.

2.2 Stand van zaken transitie en transformatie op

regionaal niveau Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)

In 2010 zijn bestuurders en ambtenaren binnen het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)7

gezamenlijk het traject in het kader van de transitie Jeugdhulp gestart. Voor de meer specialistische

taken is het efficiënter en logischer dat gemeenten op (sub)regionaal niveau expertise bundelen en

inkoopkracht versterken. Uitgangspunt voor gezamenlijkheid is lokaal wat lokaal kan en regionaal

waar nodig. Gemeenten maken zelf de keuze welk onderdeel van de jeugdhulp lokaal, danwel

(sub)regionaal wordt opgepakt, dit geldt echter niet voor de taken waarvoor gemeenten wettelijk

verplicht zijn regionaal samen te werken (zie ook 3.1 onder “wettelijke kaders”). In 2011 zijn

gezamenlijk inhoudelijke uitgangspunten gedefinieerd in regionaal verband (zie ook 3.1 onder

“regionale kaders”). In 2012 is ter inspiratie een functioneel model ontworpen op basis waarvan de

afzonderlijke gemeenten/subregio’s hun beleid verder vormgeven.

Strategische agenda 21 voor de jeugd

Het portefeuillehoudersoverleg van

september 2012 heeft de regionale

werkgroep transitie jeugdhulp de opdracht

gegeven een regionale agenda uit te werken.

In drie projectgroepen is gewerkt aan deze

agenda, getiteld “21 voor de jeugd”.

In deze werkagenda is aan de

portefeuillehouders gevraagd in te stemmen

met een aantal vervolgopdrachten, zie

hiervoor bijlage 1. Deze opdrachten tezamen vormen de nieuwe strategische agenda transitie

jeugdzorg. Het gaat om opdrachten rond de volgende thema’s:

7 Ook wel Regio Zuidoost Brabant

Regionale strategische agenda Jeugdzorg

1) Afspraken met (huis)artsen, 1e lijnsGGZ praktijken en zorgverzekeraars

2) Het meer op maat aanbieden van specialistisch aanbod

3) Samenwerking per zorgvorm

4) Samenhang tussen jeugdzorg en (passend) onderwijs

5) Een integrale regionale crisisdienst voor jeugdigen op schaal van Zuidoost- Brabant

6) Een nieuw regionaal meldpunt AMHK op schaal van Zuidoost- Brabant

7) Doorrekening op basis van keuzes over o.a. organisatie van jeugdhulptaken

8) Mogelijke samenwerkingsvarianten en bijbehorende organisatorische vormgeving

Page 9: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

9

De beslispunten uit deze notitie zijn op 12 juni 2013 vastgesteld. De ambtelijke werkgroep een

nieuwe strategische agenda opstellen, welke tevens antwoord geeft op de processtructuur,

procesplanning, het communicatieplan, cliëntenparticipatie en het betrekken van

jeugdzorgaanbieders in de regio.

Implementatieplan De Versnelling

De provincie Noord Brabant heeft in de eerste helft van 2012 voorgesteld om,

vooruitlopend op de transitie van de jeugdhulp per 1 januari 2015, de

enkelvoudige ambulante jeugdhulp al vóór 2015 te decentraliseren naar

gemeenten. Gemeenten ontvangen zowel de bevoegdheden als de

verantwoordelijkheden van GS (in mandaat), maar de subsidiëring van de

zorgaanbieders loopt nog via de provincie (gesloten beurzen). Hierbij is de

voorwaarde gesteld dat alle gemeenten in de regio de stap gelijktijdig zetten8.

De activiteiten om te komen tot De Versnelling worden in de periode juni tot en met augustus 2013

uitgewerkt, waarbij het implementatieplan wordt voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg

(wethouders jeugd individuele gemeenten Zuidoost Brabant) in september 2013. In september 2013

wordt de concept-bestuursovereenkomst besproken waarna in de eerste helft van oktober 2013 de

definitieve bestuursovereenkomst wordt geaccordeerd. In januari 2014 start de daadwerkelijke

uitvoering van De Versnelling.

Op dit moment (periode juli – augustus 2013) wordt het concept De Versnelling uitgedacht in

werkateliers.

Regionale transitiearrangementen

Op dit moment ligt bij het SRE de opdracht vanuit het Rijk om te komen tot regionale

transitiearrangementen. Dit zijn afspraken over de wijze waarop de regio continuïteit van zorg wil

garanderen, de hiervoor benodigde infrastructuur gaat realiseren en tot slot: hoe zij de frictiekosten

gaat beperken.

In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. In augustus en september 2013 vinden er

bijeenkomsten plaats omtrent zorg(continuïteit) en frictiekosten.

2.3 Stand van zaken transitie en transformatie in de

Kempen

Kaderstellende notitie de basis voor Andere Jeugdzorg in de Kempen - dichtbij, in samenhang

en effectief

Op basis van de regionale inhoudelijke uitgangspunten en het functioneel model is in de Kempen de

“kadernotitie de basis voor Andere Jeugdzorg in de Kempen - dichtbij, in samenhang en effectief”

opgesteld en door de gemeenteraden vastgesteld. In deze notitie zijn Kempische kaders opgenomen

in aanvulling op de regionale en landelijke kaders uit het wetsvoorstel. De Kempische kaders geven

weer dat generalisten proactief en vindplaatsgericht te werk gaan en uitgaan van de vraag en de

kracht van de burger en de wijk. Hiermee wordt dichtbij jeugd en gezinnen gesignaleerd en

ingespeeld op hun behoefte aan ondersteuning. De gemeente Reusel-De Mierden heeft tijdens de

behandeling van deze kaders een amendement vastgesteld waarin een inhoudelijke verdieping op de

kaders Kempengemeenten wordt gevraagd9.

8 De Versnelling – Het implementatieplan regio Zuidoost Brabant 21 mei 2013 Concept

9 Verdieping onder kader 2: “Jeugdzorgprofessionals moeten gebiedsgericht en in beginsel dorpsgericht werken

en goed ingevoerd zijn in lokale netwerken. De route naar specialistische zorg moet geen overbodige schakels kennen en er dient naar gestreefd te worden om geen wachtlijsten te hebben.” Verdieping onder kader 3: “Generalistische inzet is erop gericht om met minder professionals de problematiek aan te pakken”. Toevoeging kader 5: “Middels collectieve preventieprogramma’s en preventieve ondersteuning dragen we er zorg voor dat

“De Versnelling: vroegtijdige

decentralisatie van de

enkelvoudige ambulante

jeugdhulp” Bron:

Implementatieplan De

Versnelling

Page 10: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

10

Dienstverleningsconcept

Het dienstverleningsconcept dat door de Kempengemeenten is ontwikkeld, is

een uitwerking van de wijze waarop processen, procedures, systemen, de

organisatie en aansturing worden ingericht om in de Kempen diensten te

kunnen verlenen aan inwoners en organisaties. Op basis hiervan worden

concrete randvoorwaarden/normen geformuleerd waar deze dienstverlening

aan moet voldoen. In het dienstverleningsconcept staat de huidige situatie en

de gewenste situatie beschreven. Ook staat in het dienstverleningsconcept

hoe de kernwaarden rond de transitie en transformatie “dichtbij, in samenhang

en effectief” worden vormgegeven. Het rapport eindigt met een financiele

vertaling, een doorkijk naar de verschillende samenwerkingsvormen en

besluitpunten voor de Kempen. De uitgangspunten zijn richtinggevend

verkend met de portefeuillehouders. Het dienstverleningsconcept wordt nader uitgewerkt op basis

van de laatste gegevens en de uitkomsten van het overleg met de portefeuillehouders, zie ook 4.3.

Kempische Pilot Andere Jeugdzorg

Tussen november 2012 en augustus 2013 vindt de Pilot Andere Jeugdzorg plaats. In de pilot wordt

gestreefd naar vroegtijdige ondersteuning van de jeugdige en zijn gezin. Hierbij wordt gebruik

gemaakt van de eigen kracht van het gezin, omdat zorg tijdelijk van aard is.

In de pilot werken medewerkers van Bureau Jeugdzorg samen met de huidige CJG werkers.

Belangrijkste doelstellingen van de pilot zijn10

:

Expertise inzet

Vermindering bureaucratie

Verminderde instroom geindiceerde zorg

Monitorgegevens

Evaluatie van de pilot vindt op dit moment plaats en de aanbevelingen worden eind augustus gedeeld

met betrokkenen.

Doorontwikkeling preventief aanbod (CJG)

Ondersteuningsmatrix jeugdhulp

Op basis van subsidieverstrekkingen wordt een ondersteuningsmatrix opgesteld met alle huidige

vormen van lichte ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen en aanvullende voorzieningen. Het gaat

hier om subsidies aan onder andere het CJG, Zuidzorg, GGD, Lumens groep, MEE, Stichting

Leergeld en het GOW Welzijnswerk in het kader van de verschillende diensten zoals cursussen,

trainingen, schoolmaatschappelijk werk en jongerenopbouwwerk. In onderstaande tabel wordt een

voorbeeld gegeven van een mogelijke voorzieningenmatrix, geinspireerd op de Wmo

arrangementenmatrix in de Kempengemeenten. Deze matrix heeft tot doel te bepalen of de

ondersteuning dekkend is voor de toekomst, of er overlap in het aanbod zit, welke behoefte aan

nieuwe ondersteuningsvormen bestaat en welk aanbod eventueel vervangen kan worden.

kinderen opgroeien in een stimulerende en zorgzame omgeving”. Bestuurlijke kaders: “Bovenlokale samenwerking in zorg wordt alleen maar aangegaan als dit leidt tot financiële en/of inhoudelijke meerwaarde en betere zorg. Verantwoordelijkheden en budgetten beleggen we zo lokaal mogelijk en de bestuurlijke verantwoordelijkheid blijft liggen bij het bestuur waar de jeugdige woonachtig is. 10

Plan van Aanpak Pilot BJZ in CJG’s van de Kempen – Definitief plan fase 0 1 juni 2012

“Pilot Andere Jeugdzorg:

Bureau Jeugdzorg dichtbij de

gezinnen in de Kempen: een

beweging naar voren” Bron:

Evaluatierapport Pilot Andere

Jeugdzorg

Page 11: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

11

Vorm van jeugdhulp Organisatienaam Categorie Omschrijving Type Doorverwij

zing

Websi

te

Maatwerk preventief jeugdbeleid/opvoedings-ondersteuning

Zuidzorg Preventie Opvoeding

… … … …

… … Ambulante hulp … … … …

… … Onderwijs … … … …

Scholing

Bekeken wordt of de medewerkers van het CJG kunnen worden geschoold volgens een integrale

zorgmethodiek “Wrap Around Care”. “Wrap Around Care” is een vorm van ketensamenwerking in een

cirkel rond kinderen, jongeren en opvoeders. Doel hiervan is het organiseren van integrale zorg aan

gezinnen met een opeenstapeling van problemen. Binnen één organisatie is er ondersteuning en / of

hulp voor gezinnen met GGZ problematiek, jeugdhulp, preventie, zorg, enzovoorts. De professional

kijkt niet alleen naar de aangemelde cliënt, maar naar de samenhang met het hele systeem om zo

snel mogelijk weer op eigen kracht verder te kunnen.

Afstemming met passend onderwijs in de Kempen

De vier Kempengemeenten hebben te maken met twee nieuwgevormde samenwerkingsverbanden. Dit zijn

het samenwerkingsverband primair onderwijs (SWV PO) en het regionaal samenwerkingsverband

voortgezet onderwijs (RSV VO). Het SWV PO bestrijkt een gebied van tien gemeenten en het RSV VO

bestrijkt een gebied van dertien gemeenten.

K2 heeft in december 2012 een verkennend onderzoek gepresenteerd over de afstemming transitie

Jeugdhulp en Passend Onderwijs op het niveau van De Kempen. Deze verkenning heeft de status “goed

vertrekpunt voor verdere uitwerking” gekregen. Als vervolg op deze verkenning is op 29 november 2012

een bijeenkomst georganiseerd voor de besturen behorend tot het SWV PO en de gemeenten, waar de

intentie tot samenwerking is uitgesproken. Ook trekken we als tien gemeenten gezamenlijk op. In april is

door het SWV PO een hoofdlijnennotitie gepresenteerd. Momenteel wordt er door het

samenwerkingsverband gewerkt aan het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan moet worden

beschreven welke extra ondersteuning aan kinderen door school geboden kan worden. Daar waar meer

ondersteuning nodig blijkt, vindt aansluiting met jeugdhulp plaats. Het beschreven ondersteuningsniveau is

dus van grote invloed op de behoefte aan jeugdhulp in de gemeente. Het onderwijs is verplicht Op

Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) te voeren met de gemeenten over het ondersteuningsplan vóór

1 februari 2014. Onze inspanningen richten zich de komende tijd op het voeren van inhoudelijke

gesprekken met het SWV gericht op afstemming.

Voor wat betreft de samenwerking met het RSV VO is ook door de dertien betrokken gemeenten

uitgesproken gezamenlijk op te willen trekken. Op 11 april 2013 heeft er een proef OOGO plaatsgevonden.

Tijdens dit overleg zijn afspraken gemaakt over het voortzetten van het proces om gezamenlijk (gemeenten

en RSV VO) te komen tot een officieel OOGO in november 2013. Op 3 september 2013 wordt het concept

ondersteuningsplan ambtelijk besproken en zullen er vervolgafspraken worden gemaakt.

Gezamenlijke informatiesessie voor gemeenteraden

Op 20 februari 2013 is er een gezamenlijke informatiebijeenkomst over de transities in het sociaal

domein geweest voor alle gemeenteraden van de Kempen. Tijdens deze avond is een oproep

gedaan om te onderzoeken of binnen de Kempen eenduidige, wellicht gezamenlijke besluitvorming

kan plaatsvinden. Dit is in Bergeijk ondersteund door een motie.

Inrichting projectorganisatie

Binnen de Kempengemeenten is een projectorganisatie ingericht voor de transities Jeugdhulp,

Participatiewet en Awbz. Daarnaast is zowel de transitie Jeugdhulp, als de transities Participatiewet

en Awbz een projectleider geworven11

. De inrichting van de projectorganisatie wordt beschreven in

5.2

11

Projectleider Jeugd: Marly Kiewik, projectleider Participatiewet/Awbz: Peter Stoffelen

Page 12: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

12

Lokaal

In iedere gemeente binnen de Kempen zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd voor

gemeenteraden, zijn de Wmo-adviesraden geconsulteerd en zijn raadsinformatiebrieven verspreid

met daarin steeds de laatste stand van zaken rond de transitie en transformatie jeugdhulp.

2.4 De jeugd in de Kempen in cijfers en wat betekent

dit?

Aantal jeugdigen in zorg

Het PON heeft op www.hetpon.nl/jeugdincijfers inzicht gegeven in het aantal jeugdigen met een GGZ

traject in 2009 en de geregistreerde aantallen jeugdigen en trajecten in 2011 in relatie tot Bureau

Jeugdzorg in de Kempengemeenten:

2011 Bladel Eersel Reusel Bergeijk Totaal De

Kempen

Aantal jeugdigen t/m 23 jaar 5.513 4.943 3.592 5.155 19.203

GGZ (2009) 326 300 223 299 1.148

BJZ

Unieke jeugdigen

Trajecten

Vrijwillig kader

Jeugdbescherming

Jeugdreclassering

68

74

4

3

51

61

4

2

34

36

4

2

49

51

7

0

202

222

19

7

Gebruik verschillende zorgvormen

In opdracht van de Kempengemeenten heeft K2 een startfoto12

gepresenteerd, welke een beeld geeft

van het budget wat gemeenten ontvangen voor het uitvoeren van de jeugdhulp in 2015 en het aantal

jeugdigen dat gebruik maakt van één of meerdere vormen van geïndiceerde jeugdhulp. Hieronder

geven we de meest opvallende conclusies weer:

Opvallende cijfers Bureau jeugdzorg

Er is bekend dat het percentage kinderen met problemen toeneemt, naarmate de leeftijd van

kinderen stijgt.

Uit een berekening van SCP en Cebeon blijkt dat het aantal cliënten jeugdhulp per jeugdige

globaal toeneemt naar gemeentegrootte. De hogere prevalentie van jeugdzorg in de grotere

gemeenten is vooral gelokaliseerd in de provinciale jeugdzorg. Ook de relatief dure AWBZ

zorg met verblijf komt in grotere gemeenten meer voor.

Voor een klein deel hebben de kinderen slechts één problematiek. Maar in veel gevallen

overlappen de verschillende problemen elkaar. Jeugdigen maken daarom ook vaak gebruik

van meerdere voorzieningen.

Naar voren komt dat het aantal unieke jeugdigen met een cliënttraject stijgt, naarmate er

meer jeugdigen in een gemeente wonen. De gemeente Eersel valt dan uit de toon. In 2011

waren daar de meest aangevangen trajecten aanspraak op geïndiceerde jeugd- en

opvoedhulp, maar niet het meest aantal unieke jeugdigen met een cliënttraject.

Ook blijkt dat in de gemeente Eersel het aantal unieke jeugdigen met een nieuw cliënttraject

bij BJZ in 2012 met 56% is gedaald ten opzicht van 2011. De daling in de gemeente Bergeijk

is niet significant en in Bladel respectievelijk Reusel de Mierden 29% en 26%.

Van de 158 nieuw gestarte cliënttrajecten in 2012 zijn er 150 gestart in het vrijwillig kader

(jeugd en opvoedhulp).

Het aantal binnengekomen zorgmeldingen in de regio de Kempen met meer dan 50% is

afgenomen in 2012 ten opzichte van 2011. Het lijkt de provinciale trends te bevestigen dat

12

Regionale startfoto De Kempen, Cijfers jeugdhulp, juli 2013

Page 13: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

13

steeds meer zorgsignalen van gemotiveerde cliënten in het voorliggend veld worden

opgepakt.

De gemiddelde trajectduur beëindigde trajecten in dagen jeugdbescherming en

jeugdreclassering is opvallend gestegen van 1368 dagen in 2011 naar 1736 dagen in 2012.

Dit zegt echter nog niet zoveel over de intensiteit van de begeleiding. Per gemeente gaat het

over minder dan 5 beëindigde trajecten in 2012.

Opvallende cijfers jeugd- en opvoedhulp

De meeste jeugdigen in de regio De Kempen binnen jeugd- en opvoedhulp maken gebruik

van ambulante jeugdhulp.

Opvallende cijfers gesloten jeugdzorg

De indicaties van bureau’s jeugdzorg lijken voor een aantal regio’s geen betrouwbaar beeld

van het beroep op jeugdzorgplus te geven. Niet duidelijk is of deze aantallen indicaties voor

de gemeenten in De Kempen juist zijn.

Opvallende cijfers jeugdigen met een beperking

Er zijn relatief grote afwijkingen van aantallen jeugdigen in de gemeente Eersel ten opzichte

van de andere Kempengemeenten in het aantal cliënten met een indicatie voor AWBZ-zorg

respectievelijk het aantal cliënten met een indicatie voor extramurale AWBZ-zorg.

In de gemeente Eersel is het aantal jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking en

het aantal jeugdigen met een dominante grondslag “psychi(atri)sch” relatief hoger dan de

andere Kempengemeenten.

De cijfers van jeugdigen uit de gemeente Eersel met een geldige indicatie extramurale en

intramurale AWBZ zorg af van de aantallen jeugdigen in andere Kempengemeenten.

Opvallende cijfers jeugd-GGz

Het aantal in 2011 aangevangen trajecten aanspraak op geïndiceerde GGZ-zorg (AWBZ) is

beduidend hoger in de gemeente Eersel. Voor geïndiceerde GGZ-zorg (Zvw) zien we deze

verschillen echter niet terug.

Doordat naast Bureau Jeugdzorg de huisartsen, andere medisch specialisten en eerstelijns

psychologen mogen verwijzen naar de jeugd-GGz, is het lastig om alle jeugdigen die gebruik

maken van enige vorm van GGz-zorg in beeld te brengen.

Invoeringskosten en budget uitvoering jeugdhulp 2015

Invoeringsbudget

2013

(septembercirculaire)

Invoeringskosten decentralisatie

jeugdhulp

Budget jeugdhulp

2013 2014 2015

Bergeijk € 61.772 € 12.044 € 2.295.248

Bladel € 64.274 € 12.531 € 2.455.516

Eersel € 60.119 € 11.721 € 2.370.455

Reusel-De Mierden € 52.047 € 10.148 € 1.913.158

Totaal De Kempen € 238.212 € 46.444 € 9.034.377

Huidige kosten in relatie tot het te verwachten budget

[ Op dit moment nog niet te herleiden: kosten huidige “jeugdzorg” ]13

13

De CBS-Jeugdmonitor geeft gemeenten enkel inzicht in de aantallen jeugdigen per zorgvorm. De VNG blijft er bij het Rijk op aandringen dat niet alleen de gebruikscijfers, maar óók de bijbehorende kosten per zorgvorm bekend worden gemaakt

Page 14: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

14

2.5 Toekomstige initiatieven Naast bovenstaande initiatieven wordt ook gewerkt aan toekomstige initiatieven, zoals de organisatie

van Kempische klankbordgroepen.

Kempische klankbordgroepen

Om specifiek op het onderdeel jeugdhulp de participatie van professionals en inwoners te vergroten,

worden er Kempische klankbordgroepen geformeerd. Dit worden twee teams van personen

(professionals en inwoners) die mee willen denken over het dienstverleningsconcept en de mogelijke

Kempische uitvoering van de jeugdhulp. In het najaar vindt de eerste bijeenkomst met de

klankbordgroepen plaats.

2.6 Huidige situatie samengevat Zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven zijn landelijk, regionaal, subregionaal en lokaal

verschillende kaders, plannen en activiteiten uitgezet om te komen tot een zorgvuldige transitie en

transformatie jeugdhulp. Hieronder geven we hiervan een overzicht.

Niveau

Huidige situatie (startfoto)

Landelijk Wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer

Regionaal Gezamenlijk traject Transitie Jeugdzorg gestart door het

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)

Strategische agenda “21 voor de jeugd” uitgewerkt

Implementatieplan “De Versnelling” in voorbereiding

Werkateliers georganiseerd ter uitwerking “De Versnelling”

Regionale transitiearrangementen in voorbereiding

Subregionaal Kaderstellende notitie vastgesteld “De basis voor andere Jeugdzorg -

dichtbij, in samenhang, effectief”

Concept dienstverleningsconcept ontwikkeld

Kempische pilot Andere Jeugdzorg in afrondende fase

Inventarisatie preventief aanbod gestart

Inventarisatie passende scholing gestart

Afstemming met passend onderwijs gestart

Gezamenlijke informatie voor gemeenteraden georganiseerd

Projectorganisatie ingericht

Projectleiders (Jeugd en Participatiewet/AWBZ) geworven

Gezamenlijke reactie op Wmo adviesraden gegeven

Lokaal Individuele informatie voor gemeenteraden georganiseerd

Informatiebrief naar gemeenteraden verstuurd

Wmo adviesraden geraadpleegd

Page 15: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

15

3. Toekomstige foto

3.1 Kaders Wettelijke kaders

Het wetsvoorstel regelt wijzigingen in de jeugdhulp op drie niveaus: bestuurlijk, financieel en

inhoudelijk.

Bestuurlijk

Bestuurlijk vindt overheveling van verantwoordelijkheden plaats: van VWS, VenJ, provincies en

zorgverzekeraars naar gemeenten (in samenhang met andere stelselwijzigingen, zoals passend

onderwijs, sociale zekerheid, Awbz en Wmo). In het figuur hieronder is te zien hoe de overheveling

van verantwoordelijkheden op verschillende niveaus vorm krijgt.

Financieel

De financiële component gaat over bundeling van financieringsstromen, harmonisatie

bekostigingssystemen en de invoering jeugdhulp brede eigen bijdrage. In het nieuwe jeugdstelsel

ontvangen gemeenten een decentralisatie-uitkering in het Gemeentefonds. Hiervoor wordt een

verdeelmodel ontwikkeld, met als uitgangspunt het principe van kostenoriëntatie. Op deze manier

sluit het Gemeentefonds aan bij de kosten die gemeenten moeten maken om aan maatschappelijke

opgaven te voldoen.

Een beschrijving van de gewenste situatie op basis van de landelijke,

subregionale en lokale kaders. Hiermee komen we tot de toekomstige

foto.

Page 16: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

16

Inhoudelijk

Per 1 januari 2015 krijgen gemeenten een jeugdhulpplicht. De gemeente zorgt

ervoor dat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen, gezinnen en

medeopvoeders integraal en laagdrempelig worden aangeboden: Van (complexe,

verkokerde) zorg veraf naar (eenvoudige, integrale, preventieve) ondersteuning

en zorg dichtbij. Bij een interventie is het uitgangspunt de eigen kracht en het

sociale netwerk van betrokken jeugdigen en hun ouders. Verder stemt de

gemeente af met eventuele ondersteuning op school. De gemeente zorgt ook

voor de instelling en instandhouding van een meldpunt huiselijk geweld en

kindermishandeling (AMHK).

Verplichte bovenlokale samenwerking tussen gemeenten moet plaatsvinden op het gebied van

jeugdbescherming en jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg, een meldpunt Huiselijk Geweld en

Kindermishandeling en de Kindertelefoon. Verplichte samenwerking met zorgaanbieders en

bestaande financiers moet plaatsvinden met betrekking tot (kennis en ervaring rond) zorginkoop,

informatie over cliënten, continuïteit van zorg en het beheersen van risico’s.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp. De regering

acht een aantal kwaliteitseisen zo fundamenteel dat deze in de Jeugdwet uniform worden geregeld.

Aanvullende eisen kunnen door gemeenten worden geformuleerd.

(Passend) Onderwijs

Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen een zorgplicht. Dit betekent dat de school

verplicht is een kind dat extra zorg nodig heeft, een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te

bieden. Dit houdt niet in dat elke school iedere leerling moet plaatsen, maar de schoolbesturen in de

regio zijn verantwoordelijk voor voldoende aanbod voor alle leerlingen. Hoe de scholen dat

gezamenlijk vormgeven wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan. Het ‘rugzakje’14

wordt

afgeschaft, maar daar staat tegenover dat een deel van het budget voor zorgleerlingen rechtstreeks

naar de samenwerkingsverbanden in het onderwijs gaat, waardoor meer maatwerk kan worden

geboden.

Hoofdlijnen wetsvoorstel

In bijlage 2 zijn de hoofdlijnen van het wetsvoorstel weergegeven, waarbij wordt ingegaan op: Visie

en definitie jeugdhulp - Leeftijdsgrens - Verantwoordelijkheid gemeenten - Regionale samenwerking -

Toegang tot jeugdhulp - AMHK - Jeugdbescherming en -reclassering - Positie van ouders en

jeugdigen - Waarborgen kwaliteit - Professionalisering - Hulp voor jeugdigen met psychische klachten

of stoornissen - Hulp voor jeugdigen met een verstandelijke beperking - Toezicht -

Gegevensverwerking en beleidsinformatie - Financiële aspecten - Transitie en implementatie -

Continuïteit van zorg in de overgangsfase - Planning

Regionale kaders (SRE/Zuidoost Brabant)

Op sommige onderdelen15

van die jeugdhulp organiseren de Kempengemeenten

zich ‘bovenlokaal’. Dit krijgt vorm door de samenwerking op SRE niveau (regio

Zuidoost Brabant). Om de samenwerking vorm te geven is een regionaal

strategische agenda opgesteld: “21 voor de jeugd”. De regio heeft samen een

aantal werkprincipes gedefinieerd (zie bijlage 3). Daarnaast denkt de regio na

over wat lokaal en wat (sub)regionaal moet worden opgepakt. Hierbij streeft de

regio naar16

:

14

Een budget dat op indicatie wordt toegekend aan kinderen met een belemmering, zodat het kind onderwijs kan volgen 15

Gemeenten worden verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van alle doelgroepen die nu gebruikmaken van provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, JeugdzorgPlus, de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten (nu AWBZ), de jeugd-ggz (nu zorgverzekeringswet) en de jeugdbescherming en jeugdreclassering. 16

Beslispunten uit “21 voor de jeugd” – portefeuillehoudersoverleg 12 juni 2013.

“Van complexe verkokerde

zorg veraf naar ondersteuning

en zorg dichtbij” Bron:

Voorstel Jeugdwet

“Wat niet lokaal of

subregionaal kan worden

opgepakt wordt regionaal

ingevuld binnen de SRE”

Bron: 21 voor de Jeugd

Page 17: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

17

1) Iedere gemeente in Zuidoost- Brabant beschikt op 1 januari 2015 over generalistisch

werkende teams en heeft afspraken gemaakt over de toegang tot specialistische jeugdzorg

en de consultatierol hierin van specialisten.

2) In te stemmen met voorstel voor niveau regionale samenwerking per zorgvorm

(overzichtstabel zie hieronder). Ontwerpfase regionaal, uitvoering zoveel mogelijk

lokaal/subregionaal.

Ambulante zorg aan kind en gezin

Dagbehandeling

Dag- en nachtbehandeling

Toezicht en rechterlijke macht: jeugdbescherming en jeugdreclassering

Speciale producten

3) De jeugdbescherming / jeugdreclasseerder wordt bij voorkeur ingekocht bij één

gecertificeerde instelling voor de regio Zuidoost- Brabant.

4) De jeugdbeschermer / jeugdreclasseerder vervult een tandemfunctie met de generalist in het

gezin, welke inhoudelijke hulp levert. De jeugdbeschermer / jeugdreclasseerder geeft samen

met de generalist het plan van aanpak vorm en is toezichthouder.

5) In te stemmen met de uitwerking van de risicospreiding voor de zorgvorm dag- en

nachtbehandeling, waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde berekening over een

periode van 2 jaar of 4 a 5 jaar.

6) Geen afspraken te maken over het gebruik van zorg.

In het verlengde hiervan wordt nagedacht over de verbinding tussen jeugdhulp en passend onderwijs,

de integrale regionale crisisdienst en het AMHK (schaal Zuidoost Brabant).

In bijlage 4 is het voorstel voor het niveau van regionale samenwerking terug te vinden.

Kempische kaders (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-De Mierden)

De kaderstellende notitie: De basis voor andere Jeugdzorg “dichtbij, in

samenhang, effectief” beschrijft de kaders van de vijf Kempengemeenten

Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden voor de Transitie van de

Jeugdzorg, de toekomstige zorg voor jeugdigen en hun gezinnen in de Kempen.

Met het verdwijnen van de indicatiestelling zal een andere vorm van toeleiding

naar specialistische zorg moeten worden ontwikkeld in de gemeente, in

combinatie met de aanwezigheid van lokaal zorgaanbod. In SRE-verband zijn

hiervoor een aantal organisatorische uitgangspunten ontwikkeld die de

Kempengemeenten onderschrijven.

Deze uitgangspunten zijn:

Een adequate vraaganalyse en risicotaxatie aan de 'voorkant’ door professionals, die de

juiste afweging kunnen maken of er een vervolgtraject nodig is en welke zorg het best

passend is.

Optimale professionele handelingsruimte. Ruimte voor professionals, om datgene te doen

wat nodig is om vertrouwen te winnen, de eigen kracht van de jeugdigen en/of opvoeders te

versterken en daarmee grip op het normale leven te herstellen en te optimaliseren.

Eén coördinator, die samen met het gezin verantwoordelijk is voor het opstellen en uitvoeren

van een integraal (gericht op het hele sociale domein) gezinsplan.

Ondersteuning is zo ingericht dat met minder professionals meer problemen aangepakt

kunnen worden. De klantroute kent geen overbodige schakels.

Daarnaast hanteren de Kempengemeenten vier aanvullende kaders (zie voor een uitgebreid

overzicht bijlage 5):

1. De generalist is spin in het web, hij kijkt met een onafhankelijke blik.

2. Specialisten worden alleen ingezet daar waar nodig. Generalistisch waar mogelijk en

specialistisch waar nodig.

3. Generalisten werken pro-actief en vindplaatsgericht.

“De basis voor andere

Jeugdzorg in de Kempen:

dichtbij, in samenhang,

effectief” Bron:

Kaderstellende notitie De

basis voor andere Jeugdzorg

Page 18: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

18

4. Om de lokale kracht te benutten bij het signaleren en voorkomen van problemen wordt

uitgegaan van de vraag en de kracht van de burger en de wijk. Samen maken zij de omslag

van aanbod- naar vraaggericht werken.

5. Toevoeging op basis van amendement Reusel-De Mierden: Middels collectieve

preventieprogramma’s en preventieve ondersteuning dragen we er zorg voor dat kinderen

opgroeien in een stimulerende en zorgzame omgeving.

Dienstverleningsconcept voor jeugdhulp in de Kempen17

In het dienstverleningsconcept wordt ingegaan op lokale ondersteuningsteams voor lichte hulp, het

Kempenteam voor Jeugdhulp bij complexe opvoedingsproblematiek, dorp- of

buurtondersteuningsteams, de inrichting van de CJG’s, inzet van specialisten.

3.2 Rol van de gemeente(n)18 en gewenste couleur

locale

Gemeenten krijgen binnen de wettelijke kaders de vrijheid om op lokaal niveau de hulp en

ondersteuning aan jeugdigen in samenhang te regelen, zodat lokaal beleid kan worden afgestemd op

de behoefte van de inwoners. Iedere gemeente is straks zelf verantwoordelijk voor beleid en

uitvoering van de jeugdhulp en ondersteuning ten behoeve van haar inwoners. In het wetsvoorstel is

echter opgenomen dat bij de transitie jeugdhulp op onderdelen bovenlokale samenwerking vereist is.

Daarnaast is samenwerking op (sub)regionaal niveau wenselijk vanwege:

effectiviteit (door inhoudelijke afstemming)

efficiëntie (door afstemming tussen organisaties en professionals)

versterken van de onderhandelingspositie

risicospreiding (o.a. gezamenlijke inkoop van incidentele, zeer dure zorg)

Tussen de Kempengemeenten wordt gestreefd naar één visie op de toekomstige inrichting van

jeugdhulp. Er wordt ook gestreefd naar één jeugdnota met een uitvoeringsprogramma per gemeente.

Iedere gemeente zijn eigen couleur locale, gekeken naar bijvoorbeeld het aanbod en de inzet van de

omgeving (buurt). Ook vindplaatsen (zoals scholen, verenigingen, kerken et cetera) zullen per

gemeente verschillen.

3.3 Verplichte activiteiten binnen de transitieperiode19

Activiteit20

Termijn Inhoud

Opstellen

transitiearrangementen

31 oktober 2013 Op 31 oktober 2013 moeten de regionale

transitiearrangement bekend zijn. In deze

overeenkomst staat uitgewerkt hoe de

samenwerkende gemeenten de zorgcontinuïteit in

de overgangsperiode realiseren.

Voorbereiden

begroting 2014

15 november

2013

Binnen twee weken na de vaststelling, maar

uiterlijk op 15 november moeten gemeenten hun

begroting voor 2014 bij de provincie aanleveren

(Gemeentewet artikel 190 en 191).

Opstellen beleidskader januari 2014 Opdat het inkoopproces tijdig kan starten, dient

de gemeenteraad uiterlijk in januari 2014 de

definitieve visie en het concept beleidsplan vast

17

Richten op de transformatie naar andere jeugdhulp in de Kempen – Dienstverleningsconcept voor jeugdhulp in de Kempen: dichtbij, in samenhang en effectief, concept besproken op 13 juni 2013 18

Vanaf 1 januari 2015 is er ook een rol weggelegd voor de burgemeester. Deze heeft in het domein van de openbare orde en veiligheid (huiselijk geweld en verplichte opname in psychiatrische inrichting wegens gevaar voor zichzelf of omgeving) bepaalde bevoegdheden. Verder heeft hij een taak in de beleidscoördinatie. 19

Spoorboekje transitie Jeugdzorg, versie 3, mei 2013. 20

Verder spelen ook de verkiezingen op 19 maart 2014 en het proces voorjaarsnota/perspectievennota een belangrijke rol.

Page 19: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

19

te stellen.

Opstellen verordening - Voor een adequate uitvoering van het beleid is

tijdige vertaling daarvan in verordeningen nodig.

Denk daarbij aan het zorgdragen voor kwaliteit en

toezicht, cliëntbeleid en klachtenafhandeling. In

februari 2014 publiceert de VNG een

modelverordening.

Vaststellen bestek maart 2014 Om een goed verloop van het inkoop- en

contracteerproces te kunnen garanderen dient

het college van B&W uiterlijk in maart 2014 het

bestek vast te stellen.

Voorbereiden

begroting 2015

15 november

2014

Binnen twee weken na de vaststelling, maar

uiterlijk op 15 november moeten gemeenten hun

begroting voor 2015 bij de provincie aanleveren

(Gemeentewet artikel 190 en 191).

Opstellen

uitvoeringsplan

- Met het meerjarenbeleidskader als basis moeten

gemeenten een uitvoeringsplan voor 2015

opstellen. Hierin wordt beschreven hoe de

jeugdwet in 2015 wordt uitgevoerd, waaronder de

toeleiding en inkoop van het aanbod.

3.4 Samenhang binnen het sociale domein

De uitdaging is om de kaders voor de transitie en transformatie Jeugdhulp, te verbinden met de visie

op veranderingen in het gehele sociale domein. Vanuit een krachtige bestuurlijke regie brengen de

Kempengemeenten deze kaders tot integrale uitvoering21

. Nieuwe taken moeten worden ingebed in

de (boven)lokale structuren (CJG, onderwijs, veiligheidshuis) en verbonden worden met de eigen

dienstverlening op het terrein van onder andere werk en inkomen en de Wmo, zoals

schuldhulpverlening binnen een gezin.

3.5 Te overwegen keuzes

In de nieuwe situatie zullen de Kempengemeenten duidelijke keuzes moeten hebben gemaakt over

aspecten rond de organisatievorm, toeleiding, scholing, inkoop en financiering, organisatie, kwaliteit,

toezicht, werkwijzen en het nieuwe aanbod rond jeugdhulp.

Alvorens een keuze te kunnen maken voor een organisatievorm moeten de Kempengemeenten een

afweging maken tussen het zelf uitvoeren versus uitbesteden van jeugdhulptaken. Als het gaat om de

inkoop kan een beroep worden gedaan op BIZOB (Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-

Brabant), een expertisecentrum voor inkoop. Daarnaast zullen de Kempengemeenten uitspraak

moeten doen over de verschillende taken en het gewenste uitvoeringsniveau (lokaal - subregionaal -

regionaal). Deze keuzes krijgen een plaats in de verordening, maar ook in werkafspraken en in het

dienstverleningsconcept dat momenteel wordt ontwikkeld.

3.6 Gewenste situatie samengevat

Niveau

Gewenste situatie (toekomstige foto)

Landelijk Overheveling van taken (bestuurlijk, financieel en inhoudelijk) per 1 januari

2015 (voor details zie hoofdlijnen wetsvoorstel in bijlage 2)

Regionaal Strategische agenda in uitvoering (21 voor de Jeugd)

21

Kaderstellende notitie, De basis voor andere jeugdzorg, “Dichtbij, in samenhang, effectief” – De basis voor andere jeugdzorg in de Kempen

Page 20: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

20

Iedere gemeente in SRE verband beschikt over generalistisch werkende

teams

Regionaal wordt samengewerkt per zorgvorm

De jeugdbescherming/reclassering wordt ingekocht bij één gecertificeerde

instelling

De jeugdbeschermer/reclasseerder vervult een tandemfunctie

Risicospreiding voor de zorgvorm dag- en nachtbehandeling

Geen afspraken over het gebruik van zorg

Verbinding tussen jeugdhulp en passend onderwijs

Eén integrale regionale crisisdienst (AMHK)

Transitiearrangementen gereed per 31 oktober 2013

Subregionaal Doorontwikkeling van het dienstverleningsconcept: nieuwe wijze van

toeleiding: adequate vraaganalyse, optimale handelingsruimte, één

coördinator, generalist als spin in het web – proactief - vindplaatsgericht,

inzet specialisten waar nodig, uitgaan van de vraag en kracht van burger en

wijk

Inzet van lokale ondersteuningsteams voor lichte hulp

Inzet van een Kempenteam voor jeugdhulp bij complexe problematiek

Adequate uitvoeringsorganisaties (organisatievorm)

Meerjarenbeleidskader Jeugd 2015-2019

Bestek met uitgangspunten over subregionale inkoop en contractering

Passend en vernieuwend aanbod

Kwaliteitseisen voor samenwerkingspartners

Keuze voor een toekomstige organisatievorm (organisatorisch en juridisch)

Lokaal Beleidsvrijheid alleen daar waar nodig en waar dit niet ten koste gaat van de

effectiviteit, efficiëntie, onderhandelingspositie en risicospreiding

Couleur locale door inzet van de omgeving en positionering en

samenwerking met lokale vindplaatsen

Vaststelling schaalniveau per jeugdhulptaak

Begroting 2014 gereed per 15 november 2013

Begroting 2015 gereed per 15 november 2014

Concept meerjarenbeleidskader 2015-2019 en lokale uitvoeringsplannen

vastgesteld per januari 2014

Bestek vastgesteld per maart 2014

Nu we een beeld hebben van de huidige en gewenste situatie kunnen we in het volgende hoofdstuk

de balans opmaken. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van alle activiteiten die in de

komende periode een plek moeten krijgen. In hoofdstuk 5 worden deze activiteiten in een tijdspad

gegoten, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de besluitvormingsstructuur.

Page 21: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

21

4. Wat moet hiervoor worden gedaan?

4.1 Opstellen (regionale) transitiearrangementen

Op 31 oktober 2013 moeten de regionale transitiearrangementen bekend zijn. In deze overeenkomst

staat uitgewerkt hoe de samenwerkende gemeenten de zorgcontinuïteit realiseren. Dit betekent dat

de samenwerkende gemeenten aangeven hoe ze:

De continuïteit van zorg realiseren

De bijbehorende infrastructuur realiseren22

De frictiekosten beperken

Gemeenten stellen dit arrangement op in overleg met de huidige financiers en

de relevante aanbieders. De Transitiecommissie Stelsel Jeugd (TSJ)

beoordeelt, (voor zover mogelijk) al voorafgaand aan 31 oktober 2013, de

regionale arrangementen op grond van bovengenoemde drie criteria. Indien

het arrangement naar het oordeel van de TSJ niet voldoet, zal de commissie

dit aan VNG en Rijk kenbaar maken. Partijen (VNG, Rijk, financiers,

aanbieders) committeren zich aan het oordeel van de Transitiecommissie.

Schaalniveau: Regionaal (SRE)

4.2 Voorbereiden begroting 2014 en 2015

De gemeenteraden van Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden stellen uiterlijk 15 november

2013 een begroting op voor 2014. De begroting voor 2015 wordt uiterlijk november 2014 vastgesteld.

In vervolg op de meicirculaire 2013 dient de septembercirculaire 2013 een grote mate van zekerheid

te bevatten over de budgetten waarmee de gemeenten vanaf 2015 de zorg voor jeugd uitvoering

moeten geven. Hiermee krijgen de Kempengemeenten een beeld van wat de uitvoering gaat kosten

(keuzes in bv. ambitieniveau) versus de aanwezige dekkingsmiddelen. Tevens maakt dit een tijdige

start van het inkoopproces mogelijk.

Schaalniveau: Subregionaal/lokaal

4.3 Doorontwikkelen dienstverleningsconcept

In juni 2013 is een concept dienstverleningsconcept opgesteld. Hierin krijgen verschillende teams een

plek: de lokale ondersteuningsteams voor lichte hulp, het Kempenteam voor Jeugdhulp bij complexe

opvoedingsproblematiek en de dorp- of buurtondersteuningsteams. Verder wordt in het

dienstverleningsconcept stilgestaan bij de rol van het CJG binnen de Kempengemeenten, de inzet

van specialisten en de wijze van vraagverheldering, signalering, diagnosestelling en zorgtoeleiding.

22

De infrastructuur realiseren om de cliënten (zittende en nieuwe tot aan 1/1/2015) continuïteit van zorg te bieden in 2015, bij de jeugdhulpaanbieder die op 31/12/2014 deze zorg biedt

Vanuit de huidige situatie komen tot de gewenste situatie: welke

stappen moeten worden gezet? Een overzicht van de activiteiten

binnen het plan van aanpak.

“Bij de organisatie van de

transitie en transformatie

moet aandacht zijn voor de

continuïteit van zorg in het

overgangsjaar” Bron: TSJ

Page 22: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

22

Het dienstverleningsconcept wordt in de periode augustus – september aangevuld. Vragen die hierbij

centraal staan zijn onder andere:

Op welke schaal organiseren wij de toeleiding: lokaal of regionaal? Op gemeentelijk niveau

of gebiedsgericht?

Maken we bij de organisatie van de toeleiding onderscheid tussen doelgroepen?

Waar beleggen wij de toeleiding? Doen we dat onder directe gemeentelijke

verantwoordelijkheid of gemandateerd naar aanbieders?

Sturen wij op resultaten (outcome) of op producten (output)?

Hoe breed of smal organiseren wij de toeleiding?

Wanneer verschillende scenario’s mogelijk zijn zal de volgende toets worden gedaan om te komen tot

het meest passende scenario: omschrijving, voorwaarden, gevolgen voor cliënt, gevolgen voor

aanbieders, gevolgen voor uitvoering, gevolgen voor budget, risico’s: juridisch, financieel, politiek etc.,

samenhang met andere onderwerpen zoals de Participatiewet en Passend Onderwijs, regionale of

lokale keuze. Aan de hand van het dienstverleningsconcept is het ook mogelijk een doorvertaling te

maken naar het aantal benodigde fte’s.

Schaalniveau: Subregionaal

4.4 Opstellen meerjarenbeleidskader

De gemeenteraden van Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden stellen een meerjarig

beleidskader 2015-2019 en een uitvoeringsplan 2015 vast. In de Kempen wordt de opzet van het

meerjarenbeleidskader gezamenlijk opgepakt met aandacht voor lokale uitvoeringsplannen.

In dit meerjarenbeleidskader wordt aangegeven wat de Kempengemeenten willen bereiken met de

transitie en transformatie van de jeugdhulp, welke rol de gemeenten zichzelf zien weggelegd, hoe en

met wie jeugdhulp voor inwoners van de Kempen wordt georganiseerd, hoe de kwaliteit wordt

geborgd en welke financiële middelen worden ingezet. In bijlage 6 is een concept inhoudsopgave van

dit meerjarenbeleidskader te vinden, zie voor een opzet van het meerjarenbeleidskader bijlage 6.

Schaalniveau: Subregionaal

4.5 Bepalen schaalniveau per jeugdhulptaak

Om de jeugdhulptaken op het juiste niveau te kunnen laten uitvoeren moeten de Kempengemeenten

uitspraak doen over de verschillende taken en het gewenste uitvoeringsniveau. Gemeenten moeten

ervoor zorgen dat er een fit is tussen de vraag in de eigen gemeente en het aanbod. Om de

jeugdopgaven effectief en efficiënt uit te voeren, is op sommige onderdelen gemeentelijke

samenwerking nodig. Uitgangspunten hierbij zijn:

Het bieden van voldoende expertise in de uitvoering

Het vergroten van schaalvoordelen in de organisatie, bijvoorbeeld bij inkoop van diensten

Het kunnen dragen van risico’s

Het zijn van een krachtige partner voor professionele en maatschappelijke partijen

Daarnaast spelen andere zaken een rol:

Wettelijke verplichting (tot regionale samenwerking)

Samenhang op een bepaald niveau kunnen aanbrengen binnen het vrijwillig en/of

gedwongen kader

Omvang van de doelgroep in relatie tot het schaalniveau

Beschikbaarheid en bereikbaarheid van jeugdhulp

Schaal waarop aanbieders zijn georganiseerd

Frequentie van de vraag naar jeugdhulp

Page 23: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

23

Hieronder geven we een voorbeeld van jeugdhulptaken gekoppeld aan schaalniveaus. Een dergelijke

indeling moet ook worden gemaakt voor de Kempengemeenten, op basis van bovengenoemde

uitgangspunten en criteria. Zoals eerder aangegeven moet verplichte bovenlokale samenwerking

plaatsvinden op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg, een

meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en de Kindertelefoon. Tot slot moet worden

bepaald welke projectgroep(en) (Jeugdhulp en/of AWBZ/Participatiewet) de transitie voor de AWBZ

jeugdcliënten op zich neemt.

Schaalniveau: Regionaal, subregionaal en lokaal

4.6 Experimenteren: pilots tot 2015 en in het

overgangsjaar

De Versnelling

Eind september 2013 is het implementatieplan voor De Versnelling gereed om op 1 januari 2014

lokaal te kunnen starten met het vroegtijdig decentraliseren van de inzet van enkelvoudige ambulante

ondersteuning. In de aanloop naar 2014 moet duidelijk worden welke lokale/subregionale verschillen

er zijn en hoe deze versnelling het beste kan aansluiten bij de lokale praktijk en invulling van de eigen

zorgvernieuwing. Hierbij speelt ook de capaciteit van andere partners (Wmo, lvg, GGZ et cetera) een

rol. De klantplannen die zijn gerealiseerd in de pilot Andere Jeugdzorg kunnen worden ingezet in het

kader van De Versnelling.

Inzet generalistenteams

In het document ’21 voor de jeugd’ wordt aangegeven dat vanaf 1 januari 2015 alle gemeenten

beschikken over een generalistenteam. Het generalistenteam bestaat uit medewerkers met

verschillende disciplines en werkt generalistisch en gebiedsgericht. In de Kempengemeenten is tot op

heden geen generalistenteam vorm gegeven. De ‘Versnelling’ stimuleert de mogelijkheid om al in

2014 een generalistenteam in te zetten. In de conceptrapportage met betrekking tot het onderzoek

naar generalistenteams23

komt naar voren het CJG en Bureau Jeugdzorg (zoals ook in de pilot

Andere Jeugdzorg) kunnen plaatsnemen in het generalistenteam, met aanvullende expertise vanuit

Lumens groep en de Combinatie Jeugdzorg.

Schaalniveau: Regionaal en subregionaal

4.7 Opleiden: training en scholing

Vanaf 2015, maar ook in het voorbereidingsjaar 2014, moet worden gefocussed op preventie en het

opbouwen en inzetten van een sterk voorliggend veld. Het gebruik van de Wrap Around Care

methode is hierbij het uitgangspunt. Medewerkers bij de CJG’s worden hierin getraind. Daarnaast

moet worden gekeken voor wie verder scholing nodig is, bijvoorbeeld met het oog op de generalisten

23

Opdracht uitgevoerd door Nicole Noten in opdracht van de Kempengemeenten in het kader van de transformatie jeugdzorg

Voorbeeld jeugdhulptaken gekoppeld aan schaalniveaus

Lokaal (per gemeente) en/of subregionaal (Kempen)

Uitvoering van de meeste vormen van hulp en ondersteuning:

Preventie, JGZ, hulp in en om de school, ambulante specialistische hulpverlening

Regionaal (Zuidoost Brabant/SRE)

Uitvoering van de meer specialistische vormen van ondersteuning:

Specifieke jeugdhulp (crisishulp, JGZ, intramurale GGZ en LVG), pleegzorg, gesloten jeugdzorg,

AMHK, Veiligheidshuis (afstemmen werkprocessen strafrecht en zorg), jeugdbescherming,

jeugdreclassering, Kindertelefoon

Page 24: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

24

uit het wijkteam die afkomstig zijn van andere organisaties.

Schaalniveau: Subregionaal

4.8 Implementeren dienstverleningsconcept

Het dienstverleningsconcept onder 4.3 moet in de loop van 2014 worden geïmplementeerd, waarbij

onderdelen terugkomen in het meerjarenbeleidskader, de verordening en het uitvoeringsplan. Met

deze activiteit doelen we op het daadwerkelijke inrichten van processen, procedures, systemen, de

organisatie en aansturing om in de Kempen jeugdhulp en ondersteuning te kunnen aanbieden.

Schaalniveau: Subregionaal

4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing

Bij het bieden van passende ondersteuning is naast “eigen kracht/sociale omgeving” tevens gebruik

van algemene, collectieve en individuele voorzieningen aan de orde. Hiervoor is het van belang om te

weten welke voorzieningen er zijn en in hoeverre deze voorzieningen voor de verschillende

organisaties in beeld zijn voor het bieden van passende ondersteuning. Daarnaast is van belang dat

de behoefte aan (bestaande en mogelijk nieuwe) voorzieningen duidelijk wordt. Daarbij wordt ook de

levensvatbaarheid van voorzieningen getoetst. Ook vervoer moet hier worden meegenomen. Tot slot

moet worden bepaald welke voorzieningen vrij toegankelijk worden en welke juist niet. Voor de niet

vrij toegankelijke voorzieningen is een beoordelingsproces nodig, waarbij bezwaar (gemeente) en

beroep (rechter) mogelijk moet zijn.

Schaalniveau: Subregionaal/lokaal

4.10 Oprichten passende organisatievorm

Organisatorische inrichtingsvorm

In de komende periode moet een scenarioanalyse worden uitgevoerd om te kunnen kiezen voor een

organisatorische inrichtingsvorm die het beste aansluit bij de Kempengemeenten. De

organisatorische inrichtingsvorm moet afgeleid zijn van de doelen van de transitie en transformatie.

Daarnaast moet duidelijk zijn in hoeverre de Kempengemeenten jeugdhulptaken zelf wel oppakken

danwel uit willen besteden. Hierbij is het wenselijk dat de toekomstige CJG’s zoveel mogelijk werken

als één organisatie. Naast het CJG zullen wellicht ook andere partners toetreden in een

samenwerkingsverband. Hierbij gaat het ook om de wijze waarop loketten worden ingericht (centraal

of voor elke gemeente, 3D of alleen voor Jeugd, et cetera) en hoe de taakverdeling tussen loketten

en de verschillende teams (bijvoorbeeld in relatie tot het generalistenteam) plaatsvindt.

Afhankelijk van de inrichting van de organisatievorm volgt een uitvoeringsplan om deze

organisatievorm te bereiken inclusief de eventuele consequenties voor de huidige

organisatievorm(en). Daarbij is aandacht voor werving- en selectie, de plaatsingsprocedure,

mandaatregeling, bestuurlijke borging.

Bestuurlijke inrichtingsvorm

Voor de inkoop zal een keuze moeten worden gemaakt welke bestuurlijke inrichtingsvorm daarvoor

wordt gekozen. Dit is nodig om daadwerkelijk te kunnen contracteren met aanbieders van jeugdhulp.

Er zijn verschillende bestuurlijke inrichtingsvarianten denkbaar. De drie meest waarschijnlijke

inrichtingsvarianten, gelet op de huidige vormgeving van samenwerking binnen het jeugddomein,

zijn24

:

24

Bovenlokale samenwerking bij zorg voor de jeugd, een handreiking voor het maken van keuzes in bovenlokale samenwerking op het terrein van de zorg voor jeugd, VNG

Page 25: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

25

De vrijwillige centrumgemeenteconstructie: bij deze vorm is er één (contract) gemeente die

namens andere gemeenten jeugdhulp inkoopt

De gezamenlijke uitvoeringsorganisatie: in deze variant is er niet duidelijk één gemeente die

een trekkersrol vervult, maar wordt capaciteit gebundeld in een gezamenlijke nieuwe

inkooporganisatie

Inkooprelaties per gemeente met bestuurlijke afstemming: de individuele gemeenten sluiten

contracten met aanbieders, deze worden qua inhoud en vorm wel afgestemd om te

voorkomen dat ze te veel uiteenlopen en complex worden voor aanbieders die voor

meerdere gemeenten werken

Voor de Kempengemeenten is het wenselijk te onderzoeken wat de bestuurlijke inrichtingsvormen

inhouden, wat de voor- en nadelen zijn en in hoeverre de verschillende vormen passen binnen de

subregionale kaders en het dienstverleningsconcept. Ook dit gebeurt aan de hand van een

scenarioanalyse. Hierbij moet duidelijk zijn of het gaat om een bestuurlijke inrichtingsvorm voor Jeugd

(of voor de 3D’s). Tot slot moeten de consequenties van de uiteindelijke keuze in kaart worden

gebracht, bijvoorbeeld in het kader van de benodigde bestuurlijke afstemming in de toekomst.

Schaalniveau: Regionaal, subregionaal en lokaal

4.11 Formuleren kwaliteitseisen

Omdat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de uitvoering van jeugdhulp, is het

wenselijk hier gericht op te sturen. Gemeenten kunnen via af te sluiten contracten kwaliteitseisen

stellen aan de te leveren diensten. Verder moeten gemeenten gebruik maken van keurmerken,

klachtenregistratie en onderzoeken naar klanttevredenheid. De regering heeft een aantal

kwaliteitseisen uniform geregeld in de concept Jeugdwet. Aanvullende eisen moeten in de komende

periode door de Kempengemeenten en op SRE niveau worden geformuleerd. Aanvullend moet

worden nagedacht over hoe de kwaliteit wordt bewaakt en hoe wordt omgegaan met incidenten en

calamiteiten.

Schaalniveau: Regionaal, subregionaal en lokaal

4.12 Organiseren inkoop, bekostiging en contractering

Inkoop

Regionaal

Regionaal wordt de inkoop binnen SRE verband voorbereid en begeleid. In dit kader moet worden

bepaald wie opdrachtgever wordt, het SRE of een nieuw op te richten orgaan.

Subregionaal

Voor het organiseren van aanbod zijn verschillende methoden denkbaar, onder andere:

Detacheringsmodel

Subsidiemodel

Functie gerelateerd inkoopmodel

Maatschappelijk aanbestedingsmodel

Bestuurlijk aanbestedingsmodel25

Marktplaatsmodel

Voor het jaar 2014 zal nog gewerkt worden met subsidiebeschikkingen, waarbij in de afspraken alvast

wordt geanticipeerd op de decentralisatie binnen het jeugdstelsel en de inzet van generalisten. In

2014 zullen de Kempengemeenten echter de jeugdhulp voor 2015 gaan inkopen. Vanuit kwaliteits- en

kostenbeheersing zal niet alles lokaal worden ingekocht. Per zorgvorm wordt bepaald welk

25

Page 26: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

26

schaalniveau passend is, zie ook 4.5 (bepalen schaalniveau per jeugdhulptaak). Uitgangspunt is dat

de beschikbaarheid en uitvoering van alle vormen van jeugdhulp zo laagdrempelig mogelijk zijn. Een

tijdige start van het inkoopproces is noodzakelijk, om de kwaliteit en continuïteit van het aanbod te

waarborgen en daarnaast om de betrokken aanbieders in de gelegenheid te stellen hun interne

organisatie hierop te laten aansluiten. BIZOB (Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant

zal worden ingeschakeld voor een inkoopstrategie en het begeleiden van het inkoopproces inclusief

contractering. Bij de inkoop moet rekening worden gehouden met het gemeentelijke inkoopbeleid op

basis van de nieuwe aanbestedingswet26

.

Bekostiging

Naast het inkoopmodel moet worden bepaald hoe de verschillende vormen van jeugdhulp worden

bekostigd.

De verschillende vormen van bekostiging zijn terug te brengen tot een aantal hoofdtypen27

:

Functiegerichte bekostiging

o Bedrag per inwoner

o Bedrag per gezin

o Totaalbudget

Prestatiegerichte bekostiging

o Trajectfinanciering

o DBC’s

o ZZP-financiering

Cliëntgerichte bekostiging

o Persoonsvolgende budgetten

o PGB’s

Resultaatgerichte bekostiging

Contractering

In de contracteerfase moeten de Kempengemeenten met de gekozen leverancier(s) gaan

onderhandelen om samen te komen tot een overeenkomst. In het contract moeten onder andere

afspraken worden gemaakt over de prijsopbouw, levering, betaling, bonus-/malusregelingen,

garanties, regels en overheden en geheimhouding.

Een belangrijk onderdeel van de contracteerfase is het afspreken van de te leveren prestatie. De

prestatie van de leverancier(s) moeten kunnen worden getoetst op basis van prestatie-indicatoren die

in de contracteerfase met elkaar worden overeengekomen.

Schaalniveau: Regionaal, subregionaal en lokaal

4.13 Aanpassen interne processen

Organisatieinrichting

Nadat keuzes op hoofdlijnen duidelijk zijn, moet worden bezien in hoeverre dit consequenties heeft

voor de organisatieinrichting van de verschillende Kempengemeenten. Hierbij kan bijvoorbeeld

gedacht worden aan het al dan niet samenvoegen van de frontoffice Jeugd (CJG), Wmo en de

26

Ingangsdatum 1april 2013. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de motivatieplicht, proportionaliteit, toegankelijkheid MKB, gunningscriterium en het creëren van maatschappelijke waarde 27

Transitiebureau Jeugd, eerste inventarisatie bekostigingsmodellen

Definitie bekostiging (Transitiebureau Jeugd)

Het maken van afspraken over- of de definitie van- prestaties van zorgaanbieders die voor

vergoeding door de gemeente in aanmerking komen.

Page 27: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

27

sociale dienst, of het al dan niet clusteren van de beleidsmedewerkers van de betreffende domeinen.

Informatiemanagement (ICT)

Om gegevens over de prestatie-indicatoren doelrealisatie, cliënttevredenheid, en bijvoorbeeld

reguliere beëindiging van de zorg te kunnen verzamelen, registreren en bewerken, zijn aanpassingen

nodig op ICT gebied. Deze aanpassingen moeten in de komende periode worden geïnventariseerd.

Ketenprocessen en sturingsinstrumentarium (monitoring)

Om te kunnen sturen op zowel kwaliteit als financiën is monitoring nodig. Dit voorziet betrokken

partijen van een actueel beeld van de stand van zaken rond de uitvoering van jeugdhulptaken. Ten

aanzien van beleidsinformatie geeft het wetsvorostel aan dat persoonsgegevens mogen worden

verwerkt om de doelmatigheid (output) en doeltreffendheid (outcome) van beleid in het nieuwe

jeugdstelsel te mogen beoordelen.

4.14 Opstellen verordening

Om de verordeningen tijdig te kunnen laten vaststellen door de gemeenteraad (maart 2014) is

publicatie van de Jeugdwet in december 2013 noodzakelijk. De VNG stelt uiterlijk in februari 2014

een modelverordening vast. Hierin komen de volgende thema’s terug: resultaatgerichte compensatie,

gespecialiseerde zorg (verwijzing: door wie en hoe), toegang, kwaliteit, inspraak, PGB, inkoop en

sturing, vertrouwenspersoon en eigen bijdrage (ouderbijdrage)28

.

Schaalniveau: Lokaal

4.15 Samenwerken met (passend) onderwijs

Op het gebied van (passend) onderwijs moeten de Kempengemeenten voor zichzelf en samen met

schoolbesturen een aantal zaken geregeld hebben. Gemeenten richten zich op leerplicht,

onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer, onderwijsachterstanden, de aansluiting met de arbeidsmarkt,

preventief jeugdbeleid en jeugdgezondheidszorg. Samen met onderwijspartners moeten gemeenten

nadenken over29

:

Een samenhangende onderwijs-, ondersteunings en hulpstructuur voor jeugdhulp

Overgangen voorschools po-vo-mbo

Consequenties passend onderwijs voor leerlingenvervoer

Consequenties passend onderwijs voor onderwijshuisvesting

Tegengaan vroegtijdig schoolverlaten

Aanpak thuiszitters

Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt V(S)O en MBO

Schoolbesturen moeten het samenwerkingsverband PO en VO beschrijven in een

ondersteuningsplan. Alle vestigingen van scholen voor (speciaal) basisonderwijs, voortgezet

onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 3 en 4, moeten zich aansluiten bij het

samenwerkingsverband waarbinnen zij vallen30

.

Schaalniveau: Subregionaal/lokaal

4.16 Samenwerken op het gebied van de AWBZ/Wmo

Op het moment van schrijven is het plan van aanpak voor de invoering van de AWBZ/Wmo nog in

bewerking. In de komende periode vindt intensieve afstemming plaats tussen de projectleiders Jeugd

28

Spoorboekje transitie Jeugdzorg, versie 3, mei 2013 29

Bron: het 3 kolommenschema uit handreiking ”De verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd” van VNG, PO-raad en VO-raad 30

http://www.passendonderwijs.nl/veelgestelde-vragen/samenwerkingsverbanden/

Page 28: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

28

en AWBZ/Participatiewet. Tevens zullen de projectgroep Jeugd en AWBZ/Participatiewet geregeld

gezamenlijk afstemmen over 3D thema’s als toeleiding, de inrichting van teams en arrangementen.

Schaalniveau: Subregionaal en lokaal

4.17 Samenwerken op het gebied van werk en inkomen

(Participatiewet)

Op het moment van schrijven is het plan van aanpak voor de invoering van de Participatiewet nog in

bewerking. In de komende periode vindt intensieve afstemming plaats tussen de projectleiders Jeugd

en AWBZ/Participatiewet. Tevens zullen de projectgroep Jeugd en AWBZ/Participatiewet geregeld

gezamenlijk afstemmen over 3D thema’s als toeleiding, de inrichting van teams en arrangementen.

Schaalniveau: Subregionaal en lokaal

4.18 Communiceren richting betrokkenen

Bij de transitie en transformatie van jeugdhulp zijn voor de Kempengemeenten de volgende partijen

betrokken31

:

In het communicatieplan wordt bepaald wanneer de verschillende partijen in het traject betrokken

worden en welke rol zij hierbij spelen. Voor de klankbordgroepen zal gebruik worden gemaakt van de

participatieladder, om te bepalen in welke mate deze klankbordgroepen moeten worden betrokken.

Schaalniveau: Subregionaal en lokaal

4.19 Inventariseren risico’s

Algemene risico’s – zorgen geuit op landelijk niveau

De transitie en transformatie van de jeugdhulp gaat gepaard met veel onduidelijkheden. In haar

eerste rapportage heeft de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) haar zorgen geuit over

de voortgang van de transitie en transformatie jeugdhulp. Deze zorgen hebben betrekking op de

sturing op het transitieproces, het gebrek aan duidelijkheid over het financiële kader en de aantallen

jongeren die zorg gebruiken, en tot slot de continuïteit van zorg aan jeugdigen die op 1-1-2015 in zorg

zitten.

31

Voor de domeinen AWBZ/Participatiewet zijn aanvullend onder andere WVK en ISD belangrijke betrokkenen

Colleges van B&W

Gemeenteraden

Directies gemeenten

Management gemeenten

Medewerkers gemeenten

Regiogemeenten

Huidige afnemers van verschillende vormen

jeugdzorg (cliënten)

Huidige aanbieders van verschillende

vormen jeugdzorg

Huidige indicatiebureaus (CIZ en Bureau

Jeugdzorg)

Huidige financiers (provincie,

zorgverzekeraars en zorgkantoren)

Partners Centra voor Jeugd en Gezin

Onderwijsinstellingen

Belangengroepen van

jeugdzorginstellingen

Projectgroep(en) AWBZ en

Participatiewet

Klankbordgroep(en) (professionals en

inwoners)

Ondernemersraden gemeenten

Wmo adviesraden

Leefbaarheidsgroepen

Dorpsraden

Inwoners (anders dan cliënten)

Page 29: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

29

Risico’s voor de Kempengemeenten

Ook de risico’s op regionaal, subregionaal en lokaal niveau moeten worden geïnventariseerd, onder

andere op het gebied lokale politieke kwetsbaarheid, schaalgrootte, planning en besluitvorming. Bij

deze analyse is het verstandig de kans en impact per risico in te schatten. Zie hieronder een illustratie

hiervan (niet gebaseerd op feitelijkheden):

Page 30: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

30

4.20 Van activiteiten naar een planning

In het voorgaande hoofdstuk is beschreven welke en waarom de verschillende activiteiten een plek

moeten krijgen in het plan van aanpak. Hieronder volgt het totaaloverzicht. In het volgende hoofdstuk

worden de hoofdactiviteiten gekoppeld aan een tijdspad.

Hoofdactiviteit

Subactiviteiten in de komende periode

Voorbereiding door

1. Opstellen (regionale)

transitiearrangementen

Realiseren continuïteit van zorg

Realiseren bijbehorende infrastructuur

Beperken frictiekosten

SRE

Projectgroep

(afvaardiging)

2. Voorbereiden begroting 2014 en 2015 Vertalen septembercirculaire 2013

Ambtelijke organisatie(s)

3. Doorontwikkelen

dienstverleningsconcept

Inrichting lokale ondersteuningsteams

Inrichting Kempenteam

Rol CJG

Inzet specialisten

Wijze van vraagverheldering

Vormgeving signalering

Vormgeving diagnosestelling en zorgtoeleiding

(inclusief keuze Jeugd of 3D toeleiding)

Keuze voor gemeentelijke of Kempische

toeleiding (op verschillende onderdelen)

Aandacht voor diverse doelgroepen

Keuzes over mandatering

Sturingskeuzes: op resultaten of producten

Scenarioanalyses waar nodig

Positie AWBZ cliënten

Doorvertaling naar aantal fte’s

Projectgroep

4. Opstellen meerjarenbeleidskader Beschrijven doelen

Beschrijven rol gemeente

Beschrijven organisatie jeugdhulp

Beschrijven kwaliteitsborging

Beschrijven financiële inzet

Projectgroep

5. Bepalen schaalniveau per

jeugdhulptaak

Vaststellen criteria toekenning taken aan niveaus

Analyse jeugdhulptaken en niveaus

Besluit over jeugdhulptaken en niveaus

SRE

Projectgroep

6. Experimenteren: pilots tot 2015 en in

het overgangsjaar

Bepalen doelen teams (pilots)

Inrichten teams (selectie medewerkers)

Voorbereiden teams (bijv. scholing)

Teams operationaliseren

SRE

Projectgroep

Samenwerkingspartners

7. Opleiden: training en scholing Afstemming met Hogeschool Utrecht over

programma en termijn

Selecteren deelnemers

Uitnodigen deelnemers

Uitvoeren scholing/training

SRE

Projectgroep

Hogeschool Utrecht

8. Implementeren

dienstverleningsconcept: inrichten

toeleiding – loketten, teams, verbinding

met vindplaatsen

Inrichten toeleiding:

Inrichten loketten

Inrichten teams (n.a.v. pilots)

Inbedding vindplaatsen

Overige acties volgend uit DVC

SRE

Projectgroep

Samenwerkingspartners

9. Omvormen aanbod: zorginhoudelijke

vernieuwing

Selecteren eigen kracht methodieken

Implementeren eigen kracht methodieken

Inventariseren huidige en ontbrekende

voorzieningen in relatie tot de uitgangspunten van

aanbod in de Kempen

SRE

Projectgroep

Samenwerkingspartners

Page 31: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

31

Analyseren dubbelingen in voorzieningen

Afschaffen dubbele of overbodige voorzieningen

Omvormen individuele naar collectieve

voorzieningen (waar mogelijk)

Organiseren aanvullende collectieve

voorzieningen (daar waar specifiek aanbod

ontbreekt)

10. Oprichten passende organisatievorm Analyseren organisatorische inrichtingsvormen

Kiezen voor een organisatorische inrichtingsvorm

Analyseren bestuurlijke inrichtingsvormen

Kiezen voor een bestuurlijke inrichtingsvorm

SRE

Projectgroep

Ambtelijke organisatie(s)

Juridische expertise

Financiele expertise

11. Formuleren kwaliteitseisen Formuleren kwaliteitseisen

Procedures opstellen rond:

Keurmerken

Klachtenregistratie

Incidenten en calamiteiten

Onderzoeken naar klanttevredenheid

SRE

Projectgroep

Aanbieders,

zorgverzekeraars/kantore

n

12. Organiseren inkoop, bekostiging en

contractering

Selectie methodiek voor inkoop

Formuleren inkoopstrategie

Voorbereiden inkoop

Begeleiden inkoop

Selectie bekostigingsmethodiek

Opstellen contracten

Ambtelijke organisatie(s)

Bizob

13. Aanpassen interne processen Aanpassen organisatiestructuur (indien nodig)

Inrichten informatiesystemen

Aanpassen (keten)processen en

sturingsinstrumentarium t.b.v. monitoring

Professionalisering

Projectgroep

Ambtelijke organisatie(s)

14. Opstellen verordening Analyseren modelverordening VNG

Aanvullen verordening VNG met Kempische

aspecten

Ambtelijke organisatie(s)

Financieel expert

Juridisch expert

15. Samenwerken met (passend)

onderwijs

Afspraken maken rond samenwerkingsstructuren

Regelen overgangen voorschools po-vo-mbo

In kaart brengen consequenties passend

onderwijs voor leerlingenvervoer en

onderwijshuisvesting

Formuleren aanpakken voor vroegtijdig

schoolverlaten, thuiszitters en aansluiting

onderwijs-arbeidsmarkt V(S)O en MBO

SRE

Projectgroep

Onderwijsinstellingen

16. Samenwerken op het gebied van de

AWBZ/Wmo

N.t.b. Projectgroep Jeugd

Projectgroep Awbz/P-wet

17. Samenwerken op het gebied van

werk en inkomen

N.t.b. Projectgroep Jeugd

Projectgroep Awbz/P-wet

18. Communiceren richting betrokkenen Opstellen communicatieplan

Uitvoeren communicatieplan

Projectgroep

Communicatie expert

19. Inventariseren risico’s Bepalen risico’s

Bepalen kans en impact bij risico’s

Vaststellen beheersmaatregelen

Projectgroep

Financieel expert

Juridisch expert

Page 32: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

32

5. Proces en fasering

5.1 Tijdspad

Deze globale planning wordt opgesteld en aangepast in samenhang met de planning voor De

Versnelling, waarmee op 1 januari 2014 wordt gestart. De planning is nu ingevuld tot juli 2014. Begin

2014 wordt de planning aangescherpt, mede omdat deze dynamisch is en afhankelijk van de

inhoudelijke invulling van de transitie en transformatie in de komende periode. Dit project kent

verschillende fases, met een definitiefase (het “wat”), een ontwerpfase (het “hoe”), een realisatiefase

en een nazorgfase. De definitiefase is grotendeels afgerond aangezien de kaders zowel landelijk als

lokaal op de meeste onderdelen zijn ingevuld. In de komende periode zal worden gewerkt aan de

ontwerpfase: hoe realiseren we de transitie en transformatie, met andere woorden: hoe zorgen we

voor een passende toeleiding, toereikende arrangementen, organisatie, inkoop, het aanpassen van

interne processen et cetera.

Een beeld van wat, op welke manier, door wie binnen welke periode

moet worden uitgevoerd om de transitie en transformatie voor de

jeugd in de Kempen te kunnen vormgeven. We starten met een

overzicht van alle activiteiten.

Page 33: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

33

5.2 Besluitvorming

Besluitvorming door college en gemeenteraden

Individuele Colleges en Raden van de Kempengemeenten besluiten in samenwerking over de

transitie en transformatie van jeugdhulptaken. Met betrekking tot de uitvoering van de nieuwe

wettelijke taken moeten de verschillende Kempengemeenten een meerjarenbeleidskader en een

verordening te maken. De Raden van de gemeenten worden dan ook tijdig geïnformeerd over de

transitie en transformatie en het proces dat de gemeenten willen doorlopen om tot besluitvorming te

komen.

Beslismomenten

Onderwerp Planning Wie Vorm

Plan van aanpak transitie Jeugdhulp

2013

30 september 2013 Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Besluit

Tkn

Tkn

Regionale transitiearrangementen vóór 31 oktober 2013 Regio

Stuurgroep

College(s) van B&W

Besluit

Tkn

Tkn

Risicoanalyse oktober 2013 Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Tkn

Samenvatting of

onderdelen kunnen

worden

overgenomen in de

risicoparagraaf van

de begroting

Dienstverleningsconcept oktober 2013 Dorpsraden/WMO raden

Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Informeren/advies

Besluit

Besluit

Tkn

Begroting 2014 15 november 2013 College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Besluit

Besluit

Inrichting lokaal/regionaal aanbod december 2013 Stuurgroep Besluit

Meerjarenbeleidskader incl.

begrotingsvoorstel[1]

januari 2014 Dorpsraden/WMO raad

Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Informeren/advies

Besluit

Besluit

Besluit

Organisatievorm februari 2014 Ondernemingsraad

Directie?

Stuurgroep

Colleges

Advies of instemming

(a.h.v. org.vorm)

Besluit?

Besluit

Besluit

Inkoop(bestek) Inkoopstrategie maart 2014 Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Besluit

Besluit

Besluit

Perspectievennota maart 2014 Stuurgroep

College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Besluit

Besluit

Besluit

Interne processen[2]

mei 2014 Stuurgroep

Directie

Besluit

Besluit

Verordening mei 2014 Wmo-adviesraden

College(s) van B&W

Advies

Besluit

[1]

Gezien de gemeenteraadsverkiezingen begin maart 2014 wordt gemeenten aangeraden deze uiterlijk december 2013/januari 2014 door de gemeenteraad te laten accorderen [2]

Participatie van cliënten en ouders, informatiesystemen, monitoring en kwaliteit, toezicht en verantwoording, financieringssystematiek

Page 34: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

34

Gemeenteraad/raden Besluit

Begroting 2015 15 november 2014 College(s) van B&W

Gemeenteraad/raden

Besluit

Besluit

Uitvoeringsplan november 2014 Stuurgroep

College(s) van B&W

Besluit

Tkn

Frequentie overleggen

De stuurgroep komt maandelijks bijeen gezien de benodigde besluitvorming op verschillende

onderdelen. De projectgroep zal in de eerste maanden wekelijks bijeenkomen, waarna de frequentie

begin november 2013 wordt geëvalueerd. De klankbordgroep wordt betrokken wanneer er input nodig

is voor concrete planvorming en bij de ontwikkeling van concepten.

Projectorganisatiestructuur

Orgaan Samenstelling Rollen en taken

Gemeenteraden - Kaderstellend

Budgetrecht

Colleges van B&W - Uitvoeringsbesluiten

Stuurgroep Anja Tils (wethouder Bergeijk)

Joan Veldhuizen (wethouder Bladel)

Ria van der Hamsvoord (wethouder Eersel)

Stefan Wouters (wethouder Reusel-De

Mierden)

Wim Wouters (directielid Bergeijk en

coördinerend gemeentesecretaris Jeugd)

Harrie Timmermans (directielid Eersel en

coördinerend gemeentesecretaris

AWBZ/Participatiewet)

Marly Kiewik en Peter Stoffelen (projectleiders

Jeugd en AWBZ/Participatiewet)

Bestuurlijk opdrachtgever aan projectleiders

via coördinerend gemeentesecretaris

Voorportaal voor de lokale besluitvorming

Toezien op bestuurlijke samenhang en

voortgang transitietraject

Rapporteren en adviseren van de colleges

van de deelnemende gemeenten

Informeren, consulteren en actief betrekken

van de gemeenteraden

Projectleider Marly Kiewik (Jeugd, Deloitte)

Peter Stoffelen (AWBZ/Participatiewet,

Berenschot)

Procesmanager en bewaker integrale aanpak

drie transities

Voorzitter projectgroep decentralisaties

Lid (adviseur) van stuurgroep en

managementoverleg

Coördineren samenwerking en integrale

aanpak drie transitie

Opdrachtnemer directie

Page 35: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

35

Aansturing projectgroep

Eerste aanspreekpunt transitie

Informatieuitwisseling tussen stuurgroep,

projectgroepen en management

Projectgroep

Jeugd

Saskia Kuijpers (Bergeijk)

Fiona Kremers (Bladel)

Sandra van Leeuwen (Eersel)

Sylvia Sanders (Reusel-De Mierden)

Marly Kiewik (Deloitte)

Loes van der Heijden (assistent projectleider,

Bladel)

Agendalid: juridisch expert (Kempen)

Agendalid: financieel expert (Kempen)

Agendalid: communicatie expert (Kempen)

Externe deskundigen (K2, PON)

Voorbereiden beslisdocumenten voor

stuurgroep en informatieuitwisseling

Management

Kempengemeenten

Hans Loos (Bergeijk)

Ad Boemaars/Theo Huijbers (Bladel)

Nancy Hendricks (Eersel)

Jeroen Sanders (Reusel-De Mierden)

Beschikbaar stellen ambtelijke capaciteit en

klankbord voor de procesmatige kant

5.3 Informatievoorziening en capaciteit

Informatievoorziening

De transitie en transformatie van jeugdhulp is een omvangrijk en complex proces. Het is daarom van

essentieel belang dat alle betrokkenen op de juiste wijze en eenduidig worden geïnformeerd.

Ambtelijke capaciteit

Daarnaast vraagt de transitie om herijking van capaciteit, rollen en competenties in de gemeentelijke

organisaties en deze op te bouwen en vast te houden in de regio. Uitgangspunt is om de bemensing

van lokale en regionale opgaven van de transitie te organiseren met inzet van gemeentelijke

medewerkers.

Inzet projectleider

De inzet van de projectleider zal plaatsvinden conform de overeenkomst die is opgesteld met een

maximum van 960 uur tot en met 31 december 2014. Zoals hierboven beschreven heeft de inzet van

de projectleider betrekking op de aansturing van de projectgroep, afstemming met de projectleider

AWBZ/Participatiewet, advisering van de stuurgroep en coördinatie van de verschillende

deelopdrachten.

Inzet assistent projectleider

Loes van der Heijden wordt ingezet als assistent-projectleider. Zij ondersteunt de projectgroep bij de

communicatie richting betrokkenen en voert ondersteunende werkzaamheden uit met betrekking tot

het inventariseren van risico’s, het organiseren van de inkoop, bekostiging en contractering en tot slot

het uitvoeren van onderzoek naar een passende organisatievorm.

Inzet K2

K2 wordt ingezet voor het uitvoeren van analyses over zorggebruik en -kosten en daar waar

inhoudelijke expertise nodig is. Opdrachten worden duidelijk geformuleerd door de projectgroep.

Secretariële ondersteuning

Secretariële ondersteuning vindt plaats via de secretariaten van de coördinerend

gemeentesecretarissen, bijvoorbeeld in het kader van het plannen van stuurgroepbijeenkomsten.

Page 36: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

36

Bijlagen

Page 37: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

37

Bijlage 1: Werkagenda 21 voor de Jeugd

Geformuleerde opdrachten:

1) Een regionale werkgroep ontwikkelt een voorstel om te komen tot afspraken met

(huis)artsen, 1e lijnsGGZ praktijken en zorgverzekeraars over de inzet van zorg en

aansluiting bij lokale generalistenteams. In dit voorstel wordt ingegaan op de schaalgrootte

waarop deze afspraken tot stand moeten komen.

2) Een regionale werkgroep ontwikkelt samen met zorgaanbieders en in afstemming met

cliëntenorganisaties een voorstel over hoe het specialistische aanbod meer op maat kan

worden aangeboden.

3) Een regionale werkgroep werkt op basis van de overzichtstabel in paragraaf 4.3 een voorstel

uit voor de vormgeving van de samenwerking per zorgvorm.

4) Een regionale werkgroep ontwikkelt een voorstel op het raakvlak transitie

Jeugdzorg/(passend) onderwijs. Zij doen een voorstel over hoe vanaf 2015 dagbehandeling

moet worden vormgegeven met daarbij het gewenste niveau van regionale samenwerking.

Daarbij is het nodig om inzicht te hebben in de huidige vormen en de financiering hiervan.

5) Een regionale werkgroep werkt een voorstel uit voor een integrale regionale crisisdienst voor

Jeugdigen op schaal van Zuidoost- Brabant.

6) Een regionale werkgroep doet een voorstel voor het nieuwe regionale meldpunt AMHK op

schaal van Zuidoost- Brabant, waarbij nadrukkelijk de afstemming met de WMO wordt

gezocht.

7) Een regionale werkgroep maakt op basis van de keuzen uit het vorige hoofdstuk een

doorrekening, waarbij de meest recente cijfers worden gebruikt zodra deze beschikbaar

komen.

8) Een regionale werkgroep bestaande uit juristen, inkopers en inhoudsdeskundigen werken de

verschillende samenwerkingsvarianten uit en komen met een voorstel voor de

organisatorische vormgeving voor 1 december 2013.

Page 38: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

38

Bijlage 2: Hoofdlijnen wetsvoorstel Jeugdwet (1 juli 2013)

Hieronder zijn de kernelementen uit het wetsvoorstel weergegeven:

Visie

Het stelsel van jeugdhulp is erop gericht dat ieder kind gezond en veilig opgroeit en zo zelfstandig

mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven, rekening houdend met zijn of haar

ontwikkelingsniveau. Ouders zijn hiervoor het eerste verantwoordelijk. Als dit niet vanzelf gaat, komt

de overheid in beeld. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren. Deze inzet vloeit

ook voort uit het VN-Verdrag over de rechten van het kind (Kinderrechtenverdrag).

Omdat het huidige jeugdstelsel verschillende tekortkomingen laat zien, is een omslag (transformatie)

nodig die leidt tot:

• preventie en uitgaan van eigen kracht van jeugdigen, ouders en het sociale netwerk;

• minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren;

• eerder (jeugd)hulp op maat voor kwetsbare kinderen;

• integrale hulp met betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur;

• meer ruimte voor jeugdprofessionals en vermindering van regeldruk.

De nieuwe Jeugdwet maakt gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle jeugdhulp

en voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Door de

decentralisatie zijn gemeenten beter in staat om - afgestemd op de lokale situatie – maatwerk te

leveren en verbinding te leggen met zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en

inkomen, sport en veiligheid. Door ontschotting van budgetten wordt betere samenwerking rond

gezinnen mogelijk.

Jeugdhulp

Jeugdhulp is breed gedefinieerd. Het omvat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun

ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.

Hieronder valt zowel een vorm van ambulante hulp als een verblijf bij pleegouders, hulp in een

medisch kinderdagverblijf of psychiatrische zorg. Preventie en de uitvoering van

kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen niet onder het begrip jeugdhulp.

Niettemin is de gemeente daar in het nieuwe stelsel wel verantwoordelijk voor en dient zij daar in het

beleidsplan ook aandacht aan te besteden.

Leeftijdsgrens

In het wetsvoorstel voor Jeugdwet is de leeftijdsgrens van 18 jaar het uitgangspunt voor jeugdhulp en

de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen. Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste

levensjaar, voor zover deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt en mits voldaan wordt aan

de voorwaarden. Voor jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeit uit een strafrechtelijke

beslissing geldt op basis van de Jeugdwet geen leeftijdsgrens.

Verantwoordelijkheid gemeenten

In het nieuwe jeugdstelsel worden gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp (dus

inclusief specialistische hulp zoals jeugd-ggz, jeugd-vb en gesloten jeugdhulp in het kader van

ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen), de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en

jeugdreclassering.

De verantwoordelijkheid van gemeenten omvat:

• het voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod;

• het opstellen van een beleidsplan voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij opgroei- en

opvoedingsproblemen en psychische problemen en stoornissen en de uitvoering van

kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;

• het treffen van een voorziening op het gebied van jeugdhulp (jeugdhulpplicht, vergelijkbaar met de

compensatieplicht Wmo), als jeugdigen en hun ouders het niet op eigen kracht redden;

• de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;

• het voorzien in maatregelen ter voorkoming van kindermishandeling;

• de regie over de gehele jeugdketen en de afstemming met overige diensten op het gebied van zorg,

onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen, sport en veiligheid;

Page 39: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

39

• het voorzien in vertrouwenspersonen voor jeugdigen, hun ouders, pleegouders of

netwerkpleegouders die te maken hebben met hulpverleners.

Gemeenten baseren hun beleid op de volgende uitgangspunten:

a. preventie en vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en

stoornissen;

b. demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren door het opvoedkundig klimaat te versterken in

gezinnen, wijken, buurten, scholen en in voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen;

c. bevorderen van de opvoedcapaciteiten van de ouders;

d. inschakelen, herstellen en versterken van het eigen probleemoplossend vermogen van de

jeugdige, zijn ouders en zijn sociale omgeving (eigen kracht);

e. waarborgen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie waarin hij opgroeit;

f. integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’.

Regionale samenwerking

In de Jeugdwet staat dat gemeenten op bovenlokaal niveau samenwerken, indien dat noodzakelijk is.

Dit geldt voor een aantal taken, zoals de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen,

jeugdreclassering en bepaalde specialistische vormen van zorg en gesloten jeugdhulp in het kader

van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. Het betreft hier relatief kleine doelgroepen, waarvoor

een beperkt aanbod beschikbaar is. Vaak gaat het ook om dure vormen van zorg, of is hiervoor

specifieke kennis nodig van de inkopende partij. Om die redenen is het zowel inhoudelijk als vanwege

het financiële risico opportuun dat gemeenten deze taken via samenwerking oppakken. Dit geldt

ook voor het instellen van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Het

spreekt voor zich dat gemeenten bij samenwerkingsafspraken rekening houden met bestaande

regionale samenwerkingsverbanden, kiezen voor een passend schaalniveau en afspraken maken

over financiering van het aanbod in de regio.

Eind mei 2013 heeft de VNG geïnventariseerd welke taken gemeenten lokaal, regionaal of landelijk

niveau willen vormgeven. Gemeenten zijn in dat kader op 41 formele regio’s uitgekomen voor de

nieuwe Jeugdwet, maar bepaalde taken worden op bovenregionaal niveau opgepakt. Al deze regio’s

zijn vanuit inhoud tot stand gekomen: gemeenten hebben gekeken welke taken zij zelf kunnen

uitvoeren en voor welke taken zij moeten samenwerken om hun inwoners goed te kunnen

ondersteunen. Zo organiseren gemeenten bijvoorbeeld de eerstelijnstaken in de eigen gemeente.

Ambulante hulp wordt soms lokaal en soms in de regio’s opgepakt en specifieke jeugdhulp wordt

vooral in de regio’s opgepakt. Voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen,

jeugdreclassering en andere complexe taken gaan alle gemeenten regionaal of bovenregionaal

samenwerken. Gesloten jeugdhulp wordt voornamelijk bovenregionaal ingericht.

Toegang tot jeugdhulp

De verantwoordelijkheid van gemeenten voor de toegang tot jeugdhulp omvat:

• organiseren van herkenbare en laagdrempelige toegang tot jeugdhulp;

• waarborgen dat passende hulp tijdig wordt ingezet en dat de juiste expertise beschikbaar is;

• voorzien in een consultatiefunctie voor professionals die werken met jeugdigen;

• mogelijk maken van directe interventie in crisissituaties;

• bij complexe hulpvragen of wanneer de veiligheid van het kind in het geding is, zo snel mogelijk

specialistische hulp inschakelen of een verzoek tot onderzoek door de raad bij de kinderbescherming

overwegen;

• kosteloos en anoniem advies beschikbaar stellen voor jeugdigen met vragen over opgroeien en

opvoeden (kindertelefoon).

Ondersteuning wordt zoveel mogelijk in de eigen omgeving van het kind en het gezin geboden. De

uitgangspunten van eigen kracht en één gezin, één plan, één regisseur staan hierbij centraal. Het

centrum voor jeugd en gezin (CJG) is een mogelijke vorm om de gemeentelijke toegangsfunctie vorm

te geven, maar dit kan ook in een andere vorm, bijvoorbeeld via een (multidisciplinair) wijkteam.

Welke vorm het meest geschikt is, hangt af van de lokale situatie. De huisarts behoudt zijn rol als

doorverwijzer naar jeugdhulp, evenals de medisch specialist en de jeugdarts. Gemeenten maken op

landelijk en lokaal niveau afspraken met huisartsen, medisch specialisten, jeugdartsen en

zorgverzekeraars over inzet van deze artsen en doorverwijzing naar jeugdhulp. In een gesprek met

de jongere, de ouders en het sociale netwerk zal in beeld gebracht worden wat de hulpvraag is en of

Page 40: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

40

en op welke manier de eigen kracht van de jeugdige, het gezin en het sociale netwerk kan worden

ingezet. Als zij het probleem niet zelf kunnen oplossen, wordt bekeken welke jeugdhulp het meest

passend is. Dit gebeurt door zorgvuldig het gesprek met de betrokkenen te voeren en de juiste

deskundigheid op het juiste moment bij dit gesprek te betrekken. Het kind en zijn ouders zijn

daarbij uitgangspunt. De professional dient de afweging te kunnen maken of de hulpvraag van het

gezin voldoende is om de veiligheid van het kind te garanderen.

De gemeente bepaalt zelf welk deel van de voorzieningen vrij toegankelijk is en welke niet. Voor de

niet vrij toegankelijke vormen van jeugdhulp zal eerst beoordeeld moeten worden of de jeugdige of

diens ouders deze ondersteuning daadwerkelijk nodig hebben. Wanneer het kind en de ouders niet

tevreden zijn met de uitkomsten van het gesprek, dan is er een procedure voor bezwaar (gemeente)

en beroep (rechter). De competenties die nodig zijn voor de bepaling van welke jeugdhulp nodig is,

worden uitgewerkt met relevante partijen, zoals de beroepsgroepen, opleidingen en wetenschappers.

Daarnaast komen er regels ten aanzien van de deskundigheid waarover de gemeente ten behoeve

van de toeleiding, advisering en bepaling van de aangewezen vorm van jeugdhulp en de

consultatiefunctie moet beschikken.

Advies- en Meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK)

Gemeenten worden verantwoordelijk om op bovenlokaal niveau een Advies- en Meldpunt Huiselijk

Geweld en Kindermishandeling (AMHK) te organiseren. In het AMHK worden het huidige

Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) geïntegreerd.

Het doel van de integratie is een betere samenhang in de aanpak van huiselijk geweld en

kindermishandeling. Hierdoor zal een integrale en systeemgerichte aanpak voor het gezin worden

bevorderd.

Het AMHK wordt wettelijk verankerd in de Wmo. Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet zal voor

dit punt de Wmo worden gewijzigd.

Het AMHK kent de wettelijke functies van:

1. advies over vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling

2. een meldfunctie bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling

3. onderzoek bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling

Daarnaast heeft het AMHK de taak om indien nodig de raad voor de kinderbescherming en/of de

politie in te schakelen en indien gewenst passende hulp te regelen. Bij amvb zullen er nadere regels

gesteld worden over de deskundigheidseisen en de werkwijze (doorlooptijden) van het AMHK, die

met inbreng van de veldpartijen worden opgesteld. De kwaliteitsparagraaf (voor zover relevant) en

het toezichtsregime van de Jeugdwet zijn van overeenkomstige toepassing op het AMHK.

Gemeenten hebben het voortouw om het bovenlokale niveau van de AMHK’s te bepalen. Gemeenten

krijgen de vrijheid om het operationele proces van het AMHK en de integratie van het AMHK in de

jeugden volwassenenketen vorm te geven. Het is van belang dat vanuit perspectief van de burger het

AMHK opereert als één organisatie, die de functies in samenhang aanbiedt. Voor de positionering is

het van belang dat het AMHK een belangrijke schakelrol vervult voor zowel de jeugdketen als voor de

aanpak van geweld in huiselijke kring voor volwassenen, waarbij zowel de toeleiding naar vrijwillige

hulp als de doorgeleiding naar het gedwongen kader cruciaal is.

Jeugdbescherming en jeugdreclassering

De uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en van jeugdreclassering zijn twee bijzondere

taken. Het doel van een kinderbeschermingsmaatregel is het opheffen van een bedreiging voor de

veilige ontwikkeling van het kind. Het opleggen daarvan betekent dat wordt ingegrepen in het

privéleven van de jeugdige en zijn ouders. Dit ingrijpen dient met waarborgen omkleed te zijn. Die

waarborgen zijn: proportionaliteit en subsidiariteit, rechtsgelijkheid, verbod van willekeur,

rechtszekerheid en uniformiteit. Deze beginselen gelden ook voor de uitvoering van de

jeugdreclassering. Het doel van begeleiding door de jeugdreclassering is het voorkomen van recidive

en het realiseren van een gedragsverandering bij de jongere. Het jeugdstrafrecht houdt daarbij

rekening met de eigen aard en ontwikkeling van de jeugdige.

Alleen de kinderrechter kan besluiten tot een kinderbeschermingsmaatregel, na zorgvuldig onderzoek

en advisering door de raad voor de kinderbescherming. Als aan de gronden voor een

Page 41: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

41

kinderbeschermingsmaatregel is voldaan, draagt de kinderrechter de uitvoering van de maatregel op

aan een door de gemeente gecontracteerde gecertificeerde instelling. Er is gekozen voor

certificeren om de gerealiseerde kwaliteitsverbetering in de werkwijze van gezinsvoogdij en

jeugdreclassering van de afgelopen jaren te behouden en de kwaliteit verder te verbeteren.

Door de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering van

kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering bij de gemeente te beleggen, krijgt één

bestuurslaag de regie op de hele zorg: van vroeghulp, gedwongen kader tot passende nazorg.

Integrale zorg, casusgericht afgestemd op de jeugdige en diens omgeving, komt daardoor

gemakkelijker tot stand. Bovendien ligt in deze opzet voor de gemeente de prikkel besloten om extra

te investeren in preventie, vroeghulp en hulp tot zelfhulp. Dit alles komt de continuïteit en coördinatie

van hulp aan kwetsbare gezinnen ten goede, en brengt het uiteindelijke doel van dit voorstel

dichterbij: het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en van het probleemoplossend

vermogen van gezin en sociale omgeving.

Positie van ouders en jeugdigen

Het is belangrijk dat ouders en jeugdigen worden betrokken bij hun eigen hulpverleningsproces en

dat wordt uitgegaan van hun mogelijkheden om regie te voeren over hun eigen leven. De

rechtspositie van jeugdigen en ouders wordt in de concept Jeugdwet vorm gegeven door bepalingen

over:

• de verplichte informatie aan jeugdigen en ouders over de te verlenen jeugdhulp;

• het toestemmingsvereiste;

• een effectieve en laagdrempelige klachtenbehandeling;

• medezeggenschap van jeugdigen en hun ouders (cliëntenraad).

Het is de verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen om aan deze

eisen te voldoen.

De Jeugdwet geeft gemeenten daarnaast de opdracht:

• ervoor te zorgen dat jeugdigen en ouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke

vertrouwenspersoon;

• rekening te houden met de gezindheid, levensovertuiging en culturele achtergrond;

• waar mogelijk keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de voorzieningen;

• alle inwoners, met name jeugdigen en hun ouders, een rol te geven bij de voorbereiding van beleid

inzake jeugdhulp, de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering.

Waarborgen kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Het uitgangspunt van de stelselherziening jeugd is dat jeugdhulp beter, efficiënter en effectiever op

lokaal niveau geregeld kan worden. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor de kwaliteit

van de uitvoering ervan. Daarnaast beschikken ze over verschillende instrumenten om een kwalitatief

goed aanbod van jeugdhulp te organiseren. Zo kunnen gemeenten bijvoorbeeld via af te sluiten

contracten kwaliteitseisen stellen aan de te leveren diensten. Verder dienen ze gebruik te maken van

keurmerken, klachtenregistratie en onderzoeken naar klanttevredenheid.

De regering acht een aantal kwaliteitseisen zo fundamenteel dat deze in de Jeugdwet uniform worden

geregeld. Hiermee worden de veiligheid, gezondheid en rechtspositie van de jeugdige beter

beschermd en wordt recht gedaan aan het uitgangspunt van het kinderrechtenverdrag ‘de Staat heeft

de verplichting een kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar

welzijn’. In de Jeugdwet worden de volgende kwaliteitseisen gesteld aan alle vormen van jeugdhulp:

a. de norm van “verantwoorde hulp”;

b. gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp;

c. de systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder;

d. een verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor alle medewerkers van een jeugdhulpaanbieder,

uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;

e. de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

f. de meldplicht calamiteiten en geweld;

g. de verplichting aan de jeugdhulpaanbieders om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te

stellen zijn taak uit te oefenen.

Deze kwaliteitseisen gelden, net als de hierboven genoemde eisen rond de positie van ouders en

jeugdigen, voor alle jeugdhulpaanbieders, alle gecertificeerde instellingen en voor het AMHK.

Page 42: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

42

Voor de eisen ‘verantwoorde hulp’, ‘(hulpverlenings)plan’, ‘medezeggenschap’ en ‘systematische

kwaliteitsbewaking’ is de uitvoering afgestemd op de aard en intensiteit van de jeugdhulp en de

omvang van de instelling. Hierdoor blijven de administratieve lasten van het kwaliteitsregime binnen

de perken, zonder af te doen aan het belang van deze wettelijke kwaliteitseisen.

Het hulpverleningsplan kan mondeling worden overeengekomen, maar als de jeugdige of zijn ouders

daarom vragen, wordt het hulpverleningsplan binnen veertien dagen op schrift gesteld

Certificering

Kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering mogen alleen worden uitgevoerd door

instellingen die gecertificeerd zijn voor één van deze of voor beide taken. Gekozen is voor

certificering vanwege de aard van de activiteit: het ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van het

kind en het gezin.

Certificering geschiedt door een daarvoor aangewezen instelling.

De certificerende instelling verleent een certificaat aan een organisatie wanneer deze voldoet aan de

kwaliteitseisen zoals opgenomen in een normenkader. Dit certificaat is twee of vijf jaar geldig,

afhankelijk van de ervaring van de instelling met het uitvoeren van kinderbeschermingsmaatregelen

en jeugdreclassering. Een certificaat kan naar aanleiding van een tussentijdse audit door de

certificerende instelling worden geschorst of worden ingetrokken.

De normen zijn aanvullend op de kwaliteitseisen die in de Jeugdwet zelf zijn opgenomen. Het doel

van certificering als aanvullende kwaliteitseis, is het garanderen van een minimum kwaliteitsniveau

van organisaties die kinderbescherming en jeugdreclassering uitvoeren en die werken met de meest

kwetsbare en complexe gezinnen en jeugdigen. De normenkaders worden opgesteld in nauwe

samenwerking tussen Rijk, veldpartijen en gemeenten en worden vastgesteld in een ministeriële

regeling.

Professionalisering

Vooruitlopend op de invoering van de Jeugdwet wordt professionalisering van de

beroepsbeoefenaren in de provinciale jeugdzorgsector gestimuleerd. Daartoe is een afzonderlijk

wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. De gekozen aanpak om de professionalisering van

twee beroepen in de jeugdzorg van de grond te krijgen, wordt door de veldpartijen breed gedragen.

Hun betrokkenheid maakt het mogelijk het genoemde wetsvoorstel vorm te geven en waarborgt de

brede implementatie ervan in de praktijk. Een en ander leidt tot de verdere professionalisering

van de sector en de vakbekwaamheid van professionals werkzaam in de jeugdzorg. Hiermee wordt

een forse kwaliteitsimpuls gegeven. De norm van de verantwoorde werktoedeling en daarmee de

verplichting om geregistreerde jeugdprofessionals in te zetten, is de afgelopen jaren ontwikkeld met

partijen in de context van de provinciale jeugdzorg. In de nieuwe Jeugdwet zal deze een bredere

werking krijgen. Een onderzoek (zomer 2013) zal zicht geven op de noodzaak en (financiële)

consequenties van het van toepassing laten zijn van deze norm voor kwaliteitsborging op de (deels)

andere beroepsgroepen en andere sectoren met hun eigen professionaliseringstrajecten. De

uitkomsten van dit onderzoek geven input aan beroepsbeoefenaren, aanbieders en gemeenten om te

bezien hoe zij invulling kunnen gaan geven aan de norm van de verantwoorde werktoedeling.

Consequentie van het onderzoek kan zijn dat in de amvb bij de Jeugdwet wordt voorzien in een

overgangsregeling, teneinde alle sectoren de kans te geven om zich voor te bereiden op deze

werkwijze. Ook zal worden bezien of de uitkomst van dit onderzoek consequenties heeft voor de

toepassing van de norm in het nieuwe jeugdstelsel.

Hulp voor jeugdigen met psychische klachten of stoornissen

Conform het Regeerakkoord 2012 wordt ook de jeugd-ggz overgeheveld naar gemeenten. Binnen dit

palet van zorg vallen onder andere de preventieve zorg (bijvoorbeeld het zorgaanbod voor kinderen

van ouders met psychiatrische of verslavingsproblematiek (KOPP/KVO) dat nu nog onder de Wmo

valt en geïndiceerde preventie). En gaat het om participatie in zorgadviesteams, diagnose,

behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie tussen 7 en 12 jaar, gesprekstherapie bij een

psycholoog, psychiatrische gezinsbegeleiding, verslavingszorg, e-health, acute psychiatrie en de

multidisciplinaire zorg vanuit de ggz, waarvan het klinische deel soms ook in (academische)

psychiatrische ziekenhuizen of vroegkinderlijke traumabehandeling wordt geleverd. Het kan hierbij

ook gaan om gedwongen opnamen op grond van de Wet Bopz (die nog wordt vervangen door de

Page 43: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

43

Wet verplichte ggz). Een aantal van deze aandoeningen is zo specifiek en/of zeldzaam dat de aanpak

ervan bovenregionaal, of in sommige gevallen landelijk moet worden georganiseerd.

Omdat psychische en somatische klachten sterk kunnen samenhangen, is in het nieuwe jeugdstelsel

extra aandacht nodig voor de samenhang met de somatische zorg en in algemene zin met de

Zorgverzekeringswet, waaronder ook de ggz-zorg voor volwassenen, extramurale psychofarmaca, de

huisarts en de praktijkondersteuner-ggz blijven vallen. Goede (keten-) afspraken en richtlijnen zijn

hierbij van groot belang. Deze punten worden in een werkagenda van het Rijk, VNG/gemeenten en

veldpartijen opgepakt.

In het rapport ‘Gemeenten aan zet; Twee wegen naar de ggz voor zorggezinnen’ (Kamerstukken II

2012/13, 31 839, nr. 245), wordt een zestal maatregelen voorgesteld bij het overhevelen van de

jeugd-ggz naar gemeenten. Mede naar aanleiding van dit rapport wordt in de Jeugdwet bepaald dat

gemeenten verantwoordelijk zijn voor het bieden van kwalitatief goede jeugdhulp. Het is daarom van

belang dat gemeenten – al dan niet in samenwerking met het Rijk – investeren in richtlijnontwikkeling,

onderzoek en innovatie en op landelijk niveau afspraken maken. Daarnaast is het kwaliteitsregime

van de concept Jeugdwet analoog aan de wetgeving die geldt voor de gezondheidszorg (Wet BIG,

Wgbo, Kwzi, Wkcz, Wmcz en in de toekomst mogelijk de Wcz). In de Jeugdwet is vastgelegd dat de

medisch specialist direct mag doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp, inclusief jeugdggz.

Uitgangspunt is dat kinderen zo snel mogelijk de juiste zorg krijgen. Over de uitwerking van de positie

van de huisarts en medisch specialist in het nieuwe jeugdstelsel vindt nog overleg plaats met de

betrokken partijen. Immers gemeenten moeten ook kunnen sturen op de jeugdhulp volgens het

principe van één gezin, één plan, één regisseur.

Hulp voor jeugdigen met een verstandelijke beperking

Alle functies uit de AWBZ op de grondslag verstandelijke beperking voor jeugdigen tot 18 jaar worden

naar de Jeugdwet overgeheveld. Het betreft onder andere de zorg voor licht verstandelijk beperkte

jeugdigen met gedragsproblemen zoals Orthopedagogische Behandelcentra (OBC’s) die bieden en

de zorg voor verstandelijk beperkte jeugdigen met een psychische stoornis door Multifunctionele

Centra (MFC’s). Aangezien gedragsproblemen bij jeugd-vb’ers vaak samenhangen met

psychiatrische problematiek is er veel samenhang met jeugd-ggz.

Voor deze vorm van jeugdhulp geldt dat een aantal van deze aandoeningen zo specifiek en/of

zeldzaam kan zijn, dat deze bovenregionaal of in sommige gevallen landelijk moeten worden

georganiseerd. Daarnaast kan bij (licht) verstandelijk beperkte jeugdigen een diversiteit aan zowel

zorg- als gedragsproblematiek aan de orde zijn, die op voorhand niet eenvoudig te duiden is.

Dat vraagt om een integrale aanpak, vroegtijdige signalering en een nauwe samenhang met onder

andere het onderwijs als toegangspoort. Deze punten zijn – samen met andere punten die

gedurende de transitieperiode moeten worden opgepakt voor deze groep - opgenomen in een

werkagenda jeugd-vb en worden door het Rijk, VNG/gemeenten en veldpartijen in een werkgroep vb

opgepakt.

Jeugdigen bij wie al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van een verstandelijke

beperking hun verdere leven intensieve verblijfszorg nodig hebben zoals de AWBZ biedt, houden

aanspraak op de AWBZ. Dit leidt tot een situatie waar in principe integrale jeugdhulp op lokaal niveau

wordt vormgegeven voor deze doelgroep, behalve wanneer duidelijk is dat een jongere zijn hele

leven intensieve verblijfszorg nodig heeft. In dat geval is de jeugdige erbij gebaat dat deze intensieve

verblijfszorg onder een wettelijke kader zonder leeftijdsgrens valt, waarvoor de AWBZ met de focus

op langdurige zorg bij uitstek geschikt is.

Toezicht

Voor het toezichtregime wordt aangesloten bij het vereenvoudigde kwaliteitsregime. In de Jeugdwet

heeft de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) als taak het onderzoeken van de kwaliteit van de jeugdhulp in

algemene zin. Daarnaast houdt zij met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toezicht op de

naleving van de wet door de jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen. De handhaving

gaat plaatsvinden op een vergelijkbare wijze als nu de IGZ handhaaft. De inspecties voeren namens

de ministers van VWS en VenJ een handhavende taak uit. Deze taak is gekoppeld aan het toezicht

op de naleving en heeft betrekking op jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instellingen.

Handhaving gaat over de maatregelen die de inspectie treft als de kwaliteit van jeugdhulp en de

Page 44: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

44

veiligheid van een jongere in het geding zijn. Het handhavingsbeleid is erop gericht om onmiddellijk

en adequaat op te treden.

Daarnaast wordt in de Jeugdwet een rol voor de Inspectie Veiligheid en Justitie opgenomen voor het

toezicht op de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen.

Gegevensverwerking en beleidsinformatie

De Jeugdwet bevat op een aantal punten bijzondere regels over de verwerking van

persoonsgegevens. Deze bijzondere regels betreffen: de verwijsindex, het gebruik van het

burgerservicenummer en de regels rond het verzamelen en bewerken van gegevens voor

beleidsinformatie. Ten aanzien van beleidsinformatie bepaalt het wetsvoorstel dat persoonsgegevens

kunnen worden verwerkt ten behoeve van de beoordeling van doelmatigheid (output) en

doeltreffendheid (outcome) van het beleid betreffende de toegang tot jeugdhulp, AMHK en de

uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Financiële aspecten

In het nieuwe stelsel ontvangen gemeenten een decentralisatieuitkering in het gemeentefonds.

Hiervoor wordt een verdeelmodel ontwikkeld, met als uitgangspunt de kostenoriëntatie, waardoor

het gemeentefonds aansluit bij de kosten die gemeenten moeten maken om aan de maatschappelijke

opgaven te voldoen. Dit betekent dat de gemeente ook voor jeugdigen van wie de hulpverlening in

een andere gemeente plaatsvindt, de kosten moet dragen zolang het gezin, waaruit de jeugdige

afkomstig is en vermoedelijk weer naar terugkeert, binnen deze gemeente blijft wonen. In de wettekst

is, conform de Wmo, opgenomen dat de gemeente kan besluiten om een PGB (Persoonsgebonden

Budget) te verstrekken, behalve voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen,

jeugdreclassering en gesloten jeugdhulp. Voor jeugdhulp zijn, net als in de Wmo, de gemeenten vrij

in de keuze voor een subsidie aan of een overeenkomst met jeugdhulpaanbieders. De huidige

regeling in de Wet op de jeugdzorg voor het heffen van een ouderbijdrage is overgenomen in het

wetsvoorstel.

In de meicirculaire gemeentefonds 2013 zijn gemeenten geïnformeerd over het macrobudget en de

bijbehorende verdeling over gemeenten. Volgens de berekening voor de meicirculaire 2013 bedraagt

het totaalbedrag voor de opvoeden opgroeiondersteuning aan jeugdigen op jaarbasis € 3,3 miljard

(exclusief het bedrag dat gemeenten al ontvangen voor de Centra voor Jeugd en Gezin van circa €

0,4 miljard en overige bedragen die eerder aan het gemeentefonds zijn toegevoegd).

Transitie en implementatie

De implementatie van de Jeugdwet is een complexe operatie. Het gaat niet alleen om een

bestuurlijke overgang (transitie) van taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten, maar er is ook

een omslag (transformatie) nodig in organisatie en werkwijze naar meer preventie en eerdere

ondersteuning, uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, problemen minder snel

medicaliseren, alsmede betere samenwerking rond gezinnen en jeugdhulp op maat.

In het Transitieplan Jeugd zijn de noodzakelijke stappen opgenomen die het Rijk, de VNG,

gemeenten en het IPO in samenwerking met zorgverzekeraars en veldpartijen moeten zetten om de

decentralisatie te laten slagen. Het Transitieplan Jeugd is als gezamenlijk afsprakenkader van Rijk,

VNG en IPO een belangrijk sturingsinstrument voor de stelselwijziging jeugd. Het plan biedt inzicht in

de belangrijkste activiteiten, inclusief mijlpalen en verantwoordelijkheidsverdeling, ten behoeve van

een succesvolle transitie. Conform de aanbevelingen van de Transitiecommissie wordt in het

transitieplan ingegaan op de procesplanning, de programmastructuur, de wijze van sturing, de

verantwoordelijkheidsverdeling en de implementatie. In het Transitieplan komen ook aan de orde:

voortgang van wetgeving, overgangsmaatregelen, beleidsinformatie, kwaliteit en toezicht,

regionale samenwerking, landelijke afspraken en ondersteuning.

Ook de landelijke veldpartijen zijn intensief betrokken bij de transitie en transformatie. Op bestuurlijk

niveau bespreken de staatssecretarissen van VWS en VenJ periodiek de voor de stelselwijziging

relevante thema’s met veldpartijen. Daarnaast participeren veldpartijen op ambtelijk niveau in

gezamenlijke werkgroepen om de voor de transitie relevante thema’s voor te bereiden en uit te

werken.

Page 45: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

45

Onderdeel van de transitieaanpak is een ondersteuningsprogramma voor gemeenten en andere

partijen om de implementatie die vooral op gemeentelijk en regionaal niveau moet plaatsvinden, te

faciliteren. Hiertoe hebben VWS, VenJ en VNG gezamenlijk een Transitiebureau Jeugd (T-bureau)

ingericht. Rijk, VNG en IPO hebben gezamenlijk een Transitiecommissie ingesteld, die als taak heeft

om de voortgang van de transitie te monitoren. De Transitiecommissie is in september 2012 gestart

met haar werkzaamheden. De commissie toetst de voorgang van het transitieproces, koppelt de

stand van zaken terug aan de opdrachtgevers, signaleert knelpunten en ontwikkelingen, voert aan de

hand van de voortgang gesprekken in de regio en bij gemeenten. Daarnaast voert de

Transitiecommissie kwalitatief onderzoek uit om zicht te krijgen en te houden op de voortgang

en eventuele knelpunten. De Transitiecommissie besteedt bij haar taak extra aandacht aan de

uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. De bevindingen van deze

commissie kunnen aanleiding zijn tot meer gerichte ondersteuning van gemeenten via het T-bureau.

Continuïteit van zorg in de overgangsfase

Invoering van het wetsvoorstel is voorzien per 1 januari 2015. De regering heeft met alle betrokken

partijen afspraken gemaakt over een zorgvuldige overgang naar het nieuwe stelsel. Het is belangrijk

dat in de overgangsperiode de hulpverlening aan jeugdigen en hun ouders is geborgd. Uitgangspunt

is dat gemeenten vanaf de inwerkingtreding van deze wet verantwoordelijk zijn voor alle jeugdigen en

ouders die een beroep doen op jeugdhulp. Er is gekozen voor een overgangsjaar met betrekking tot

jeugdigen en hun ouders die op het moment van inwerkingtreding reeds een verwijzing in de zin van

de Zvw of een indicatiebesluit in de zin van de AWBZ of de Wjz hebben. Deze verwijzingen en

indicatiebesluiten blijven nog een jaar na inwerkingtreding van de Jeugdwet gelden, met dien

verstande dat de gemeente vanaf het moment van inwerkingtreding de (financieel) verantwoordelijke

partij wordt. Dit is vastgelegd in hoofdstuk 10 van de Jeugdwet. Bestuurlijk is afgesproken dat in

regionale transitiearrangementen door de gemeente wordt aangegeven hoe de continuïteit van

zorg, de continuïteit van de hiervoor benodigde infrastructuur en de beperking van frictiekosten

worden gerealiseerd. Gemeenten stellen na goed overleg met de huidige financiers en de relevante

aanbieders het arrangement op. Deze transitiearrangementen dienen uiterlijk 31 oktober 2013 te zijn

opgesteld. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd beoordeelt deze vervolgens op het

realiseren van de criteria van continuïteit van zorg, van continuïteit van de hiervoor benodigde

infrastructuur en van beperking van de frictiekosten die zijn opgenomen in artikel 12.4 van dit

wetsvoorstel. De gemeenten zullen hier tijdens de transitiefase aan moeten voldoen. Als uit het

oordeel van de transitiecommissie volgt dat het transitiearrangement niet voldoet aan de eisen, dan

zal het Rijk een aanwijzing geven aan de gemeenten in de betreffende regio.

Planning

Cliënten, professionals, jeugdzorgaanbieders en bestuurders zijn in 2012 geconsulteerd over een

concept van de Jeugdwet. Naar aanleiding van de consultatie is het wetsvoorstel ingrijpend

gewijzigd op het punt van de verantwoordelijkheid van gemeenten, het kwaliteitsregime en het

toezicht. Het voorstel voor de Jeugdwet is 1 juli 2013 ingediend bij de Tweede Kamer. Invoering van

de Jeugdwet is voorzien per 1 januari 2015.

Page 46: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

46

Bijlage 3: Werkprincipes op SRE niveau

Hieruit zijn de volgende inhoudelijke werkprincipes geformuleerd, die de Kempengemeenten samen

met de organisatorische uitgangspunten onderschrijven als regionale kaders:

Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor het opgroeien en de opvoeding van hun

kinderen. Dit vraagt een constante inspanning van ouders.

De samenleving heeft een inspanningsverplichting om ouders aan te spreken op hun

verantwoordelijkheid en helpt daarbij.

De leefomgeving van het kind (wijk, school, vrije tijd) is het fundament bij het opgroeien en

de ontwikkeling van kinderen.

De nadruk ligt op normaliseren en niet op problematiseren.

Opvoeden is normatief, bij risico’s wordt ingegrepen.

Hulp die geboden wordt, is gericht op herstel van het normale leven van kind en gezin.

Ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en die van de

omgeving (familie, wijk, school).

Hulp wordt ingeroepen in de natuurlijke leefomgeving, het kind wordt niet doorverwezen.

Eén kind, één gezin, één plan, één coördinator.

Page 47: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

47

Bijlage 4: Voorstel niveau van regionale samenwerking

Page 48: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

48

Bijlage 5: Aanvullende kaders Kempengemeenten

Daarnaast hanteren de Kempengemeenten vier aanvullende kaders:

1. De generalist is spin in het web, hij kijkt met een onafhankelijke blik.

De generalist bekijkt eerst welke mogelijkheden het gezin zelf heeft, welke eigen kracht er is (in de

omgeving) en wat daarbij mogelijk extra nodig is aan hulp. De generalist trekt samen met het gezin

op als casemanager. Hij analyseert de vraag, biedt zelf (niet-specialistische) hulp en stemt alle hulp

op elkaar af.

Om een onafhankelijke blik te waarborgen, is de generalist niet gebonden aan een organisatie die

specialistische zorg levert.

2. Specialisten worden alleen ingezet daar waar nodig. Generalistisch waar mogelijk en

specialistisch waar nodig.

We willen de instroom in de gespecialiseerde zorg zoveel mogelijk verminderen en de uitstroom

bevorderen. Goed toegeruste generalisten kunnen problemen in een vroeg stadium herkennen, zodat

escalatie van problemen wordt voorkomen. Dit betekent dat zij (h)erkennen wanneer een hulpvraag

de eigen mogelijkheden overstijgt of de veiligheid van jeugdigen in het geding is. Als dit meteen

duidelijk is, moet snel worden overgeschakeld op de inzet van specialistische zorg of drang en

dwang.

3. Generalisten werken pro-actief en vindplaatsgericht.

Met name in de Kempen blijken inwoners vaak pas op een (te) laat moment hulp in te roepen. Een

pro-actieve houding, vindplaatsgericht, is vereist om gezinnen te ondersteunen bij hun problematiek.

Belangrijke vindplaatsen binnen de gemeente zijn: (brede) scholen, kinderdagverblijven,

peuterspeelzalen, het consultatiebureau en de verenigingen.

4. Om de lokale kracht te benutten bij het signaleren en voorkomen van problemen wordt

uitgegaan van de vraag en de kracht van de burger en de wijk. Samen maken zij de omslag

van aanbod- naar vraaggericht werken.

Page 49: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

49

Bijlage 6: Concept inhoudsopgave meerjarenbeleidskader Jeugd De Kempen32

1. Toelichting op het beleidsplan

· Waarom dit beleidsplan?

· Wie is betrokken geweest bij het opstellen van het beleidsplan?

· De geldigheidsduur van het beleidsplan en actualisering

2. Wat is de situatie in De Kempen?

· Hoe staat het met de jeugd in de Kempengemeenten?

· Zicht op specifieke ondersteuningsvraag

· Opgave voor de gemeente

3. Wat willen we bereiken?

· Hoe ziet de gewenste toekomstsituatie er uit? (Kaders “De basis voor andere jeugdzorg, dichtbij, in

samenhang, effectief”)

· Rol van de gemeente in de toekomst

· Concrete doelstellingen

4. Hoe willen we het gaan organiseren?

· Uitgangspunten voor de aanpak (uitvoeringsrol gemeente, positionering taken, organisatie

jeugdhulp)

· Vertaling van de uitgangspunten naar taken gemeenten

· Samenhang met andere beleidsterreinen

· Wat doen we lokaal, wat regionaal en wat bovenregionaal? (gemeentelijk niveau, niveau De

Kempen, SRE niveau)

5. Met wie gaan we het uitvoeren?

· Het terrein van preventie en signalering

· Ondersteuning in het gezin

· Ondersteuning buiten het gezin

· Samenwerking in geval van veiligheidsrisico’s, geweld, mishandeling, misbruik of een acute crisis

· Overgangssituatie (transitiearrangementen)

6. Hoe gaan we de kwaliteit van de zorg voor de jeugd bewaken?

· Welke kwaliteitscriteria hanteren we?

· Hoe bewaken we de kwaliteit?

· Hoe gaan we om met incidenten en calamiteiten?

7. Hoe gaan we financiële middelen inzetten?

· Welk budget is er beschikbaar?

· Hoe gaan we dit verdelen?

· Hoe gaan we om met risico’s?

· Contractering en bekostiging

32

Geïnspireerd op de checklist beleidsplan Hiemstra & De Vries

Page 50: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

50

Bijlage 7: Begrippenlijst

21 Voor de Jeugd Strategische agenda voor de transitie en transformatie jeugdhulp

namens 21 gemeenten in Zuidoost Brabant

AMHK Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Andere Jeugdzorg Een Kempische pilot waarin Bureau Jeugdzorg en het CJG

samenwerken in het kader van vroegtijdige ondersteuning van

jeugdigen en gezinnen

BIZOB Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant

CJG Centrum voor Jeugd en Gezin

De Versnelling Vroegtijdige decentralisatie van ambulante jeugdhulp

Dienstverleningsconcept (DVC) Uitwerking van de wijze waarop de toeleiding van jeugdhulp in de

Kempen wordt georganiseerd, en wat daarvoor nodig is

Jeugdhulp Ondersteuning van en hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders,

het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer

en het zelfstandig functioneren. Ook activiteiten op het gebied van

persoonlijke verzorging van jeugdigen vallen onder jeugdhulp.

Kempenteam Een team van generalisten dat jeugdhulp biedt bij complexe

opvoedingsproblematiek

K2 K2 Brabants kenniscentrum jeugd

Ondersteuningsmatrix Een overzicht van ondersteuningsvormen in het jeugddomein die

op dit moment in de verschillende Kempengemeenten worden

geboden

Participatiewet Een toekomstige regeling waarin de WWB, De Wajong en de

WSW worden samengevoegd

Pedagogische civil society Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het

grootbrengen van kinderen

Regionale transitiearrangementenAfspraken over de wijze waarop regio’s continuïteit van zorg

willen garanderen, inclusief de benodigde infrastructuur en

frictiekosten

SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Transformatie De inhoudelijke verandering (in het jeugddomein): “een omslag in

denken en doen”

Transitie De feitelijke overheveling van (jeugd)taken

Wraparound Care Een vorm van ketensamenwerking in een cirkel rond kinderen,

jongeren en opvoeders, met als doel het organiseren van

integrale zorg aan gezinnen met een opeenstapeling van

problemen

Page 51: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

51

Page 52: Plan van Aanpak Transformatie Jeugdhulp in De Kempen · 9/23/2013  · 4.9 Omvormen aanbod: zorginhoudelijke vernieuwing 4.10 Oprichten passende organisatievorm 4.11 Formuleren kwaliteitseisen

Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee, and its network of member firms, each of which is a

legally separate and independent entity. Please see www.deloitte.com/about for a detailed description of the legal structure of Deloitte Touche Tohmatsu Limited and

its member firms.

Deloitte provides audit, tax, consulting, and financial advisory services to public and private clients spanning multiple industries. With a globally connected network of

member firms in more than 150 countries, Deloitte brings world-class capabilities and high-quality service to clients, delivering the insights they need to address their

most complex business challenges. Deloitte has in the region of 200,000 professionals, all committed to becoming the standard of excellence.

This communication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, its member firms, or their related entities (collectively, the

“Deloitte Network”) is, by means of this publication, rendering professional advice or services. Before making any decision or taking any action that may affect your

finances or your business, you should consult a qualified professional adviser. No entity in the Deloitte Network shall be responsible for any loss whatsoever

sustained by any person who relies on this communication.

© 2013 Deloitte The Netherlands