Periodewijzer periode 5 - Regio College · 2014. 4. 27. · Verpleegkundig rekenen zie periode 5...

Periodewijzer periode 5 t/m 8, schooljaar 2013 – 2014, verzorgende-IG

01 juli 2013 Regio College 1

Periodewijzer bij periode 5

Schooljaar 2013 – 2014

Thema: Chronisch ziek, lichamelijk gehandicapt en / of

revaliderend



CHRONISCH ZIEK, LICHAMELIJK GEHANDICAPT EN / OF REVALIDEREND

Chronisch ziek, lichamelijk gehandicapt en / of revaliderend

Kennis, vaardigheden en beroepshouding

http://plazilla.com/een-chronische-ziekte-wat-is-dat

kenmerken en definiëring chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvrager

soorten chronische ziekten

oorzaken, verschijnselen en complicaties van de chronische ziekte

risicogroepen, verloop en vooruitzichten

verzorgende kwaliteiten in de begeleiding

medische en verzorgende aandachtspunten en interventies

zorgorganisaties en -instellingen voor de chronisch ziek zorgvrager: revalidatie instellingen, Focus

woningen, revalidatieafdeling in verpleeghuis, orthopedische werkplaats

International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF): classificatiemodel van de

World Health Organisation (WHO)

Wetgeving

ziektekosten verzekering

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Persoons Gebonden Budget (PGB)

Wet Arbeids Ongeschiktheid (WAO)

Schoolopdracht

Introductie: zorgcategorie chronisch zieken

Bronnen

Basisboek pathologie: hoofdstuk 1 ‘Zorg voor de gezondheid’, hoofdstuk 2 ’Ziekteverloop’, hoofdstuk

3 ‘Ziekteoorzaken’

Zorg voor de chronisch zieke: hoofdstuk 1 ‘Chronisch zieken’, hoofdstuk 2 ‘De zorg voor de chronisch

zieke’, hoofdstuk 4 ‘De revaliderende cliënt’, hoofdstuk 5 ‘Kwaliteit’

Verpleegtechnische handelingen


Medicijnen

gebruik van medicatie: toedieningsvormen en -wegen, parenterale en enterale toediening,

houdbaarheid, (over)dosering, werking, bijwerking, (contra)indicatie, interactie, rebound effecten,

stapeling, receptuur, gewenning, afhankelijkheid en verslaving

checken, registreren en distribueren van medicijnen

medicatietoediening: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, slijmvliezen en de luchtwegen, subcutaan

en intramusculair injecteren, insulinepennen

procedure bij prikincident

http://plazilla.com/een-chronische-ziekte-wat-is-dat



Neusmaagsonde

inbrengen en verzorgen van een neusmaagsonde

soorten neusmaagsondes

verzorgen van een PEG sonde

toedienen van sondevoeding via een neusmaagsonde

soorten sondevoeding

toedienen van medicatie via de sonde

Stomazorg

ileostoma, oolostoma, urostoma

opvangsystemen

huidverzorging

irrigeren van een stoma

taken stomaverpleegkundige

Bloedglucosemeting

techniek bloedglucose meting

ijken bloedglucose meetapparaat

Medicatie bij diabetes

diabetes mellitus: soorten insuline en tabletten

Verpleegkundig rekenen

grootheden en eenheden

oplossingen

verdunningen

zuurstoftoediening

druppelsnelheid sondevoeding

vochtbalans

BMI

medicatie mg/ml

medicatie %

medicatie IE

Wetgeving

Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG): voorbehouden handelingen, bevoegd en

bekwaam, zelfstandig en niet-zelfstandig bevoegd, opdracht weigeren, eigen verantwoordelijkheid

verzorgende om bekwaam te blijven

Wet Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO)

Wet op de geneesmiddelen, Opiumwet

Schoolopdracht

Medicatie op de stageplek

Bronnen

Basisboek pathologie: hoofdstuk 8 ‘Farmacologie’

Verpleegtechnische handelingen: hoofdstuk 1 ‘Voorbehouden handelingen’, hoofdstuk 2

‘Verwerkingsopdrachten’ hoofdstuk 3 ‘Medicijnen’, hoofdstuk 4 ‘Regels rond medicijnen’, hoofdstuk 5

‘Medicatie: werking en bijwerking’, hoofdstuk 6 ‘Toedienen van medicatie’, hoofdstuk 7

‘Verwerkingsopdrachten’, hoofdstuk 16 ‘Sondevoeding’, hoofdstuk 17 ‘Verwerkingsopdrachten’,



hoofdstuk 18 ‘Verzorgen van een stoma’

Rekenen in de gezondheidszorg: hoofdstuk 2 ‘Theorie van het rekenen in de gezondheidszorg’,

hoofdstuk 3 ‘Praktijkberekeningen’

Anatomie / fysiologie / pathologie


Anatomie en fysiologie

spijsverteringskanaal (herhaling)

Pathologie spijverteringskanaal

Diabetes mellitus

functie insuline, glucagon, glycogeen

type I en II

(normaal)waarden bloedsuikergehalte

glucose dagcurve

hypo- en hyperglykemie

complicaties: arteriosclerose, neuropathie, angiopathie, retinopathie, diabetische voet, verlaagde

afweer

leefregels: voeding, hanteren bloedsuikergehalte, voorkomen complicaties

belangenbehartiging: Diabetes Vereniging Nederland (DVN)

Mond- en keelaandoening

keelinfectie

peritonsillair abces

ziekte van Pfeiffer

Slokdarmaandoeningen

refluxziekte

slokdarmkanker

slokdarmspatader

slokdarmdivertikel

Aandoeningen van de maag

gastritis (maagontsteking)

ulcus ventriculi (maagzweer)

maagcarcinoom

Aandoeningen van de dunne darm

ulcus duodeni (duodenumzweer)

ziekte van Crohn

Aandoeningen van de dikke darm

ontstekingen

spastische dikke darm

diverticulitis

colitis ulcerosa

dikke darmgezwellen



aambeien

Crohn- en Colitis Ulcerosa Vereniging

Braken

slikmechanisme en slikstoornissen

mechanisme van braken

oorzaken van braken

observatie van braken en braaksel

gevolgen van braken

Ontlasting

normale samenstelling ontlasting

defecatie proces

afwijkingen samenstelling ontlasting: melena, steatorroe, bloederige ontlasting, stopverfontlasting,

diarree, obstipatie

ileus: mechanische en paralytische ileus

fecale incontinentie

scheurtje in anus

perianaal eczeem

perianaal abces en fistel

Bronnen

Anatomie & fysiologie: hoofdstuk 6 ‘Spijsvertering’, hoofdstuk 10 ‘Hormonaal stelsel; paragraaf 10.1.3

‘Alvleesklier’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 11 ‘Braken en slikstoornissen’, hoofdstuk 12 ‘Ontlasting’, hoofdstuk

18 ‘Spijsvertering’, hoofdstuk 24 ‘Hormoonstelsel’; paragraaf 24.4 ‘De pancreas’

Zorg voor de chronisch zieke: hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen’; paragraaf

3.2 ‘Diabetes mellitus’

Begeleiden


Uitgangspunten zorgverlening aan de (chronisch zieke) geriatrische zorgvrager

ondersteunen van de zorgvrager met meerdere (chronische) somatische en/of psychogeriatrische

aandoeningen en/of ziektes en/of psychosociale problemen

afstemmen met de zorgvrager, mantelzorger en naasten

afstemmen en actief overleg plegen met de arts en andere disciplines

observeren en monitoren

zorg aanpassen aan veranderingen op somatisch en psychosociaal vlak

continuïteit van zorg waarborgen

handhaven van bestaande functies

voorkomen van verergering van ziekte en beperkingen

voorkomen van complicaties

(verpleegkundige) zorg aanpassen aan specifieke problemen, samenhangend met de hoge leeftijd

van de zorgvrager

voorkomen van ongemakken bij gezondheidsproblemen en het verlichten van lijden en sterven

wensen ten aanzien van zingeving en persoonlijke beleving ondersteunen en stimuleren



zelfzorgtaken laten uitvoeren, binnen fysieke en mentale vermogens en wenselijkheid

begeleiden bij opbouw en onderhoud van sociale netwerk

zelfredzaamheid en autonomie handhaven

normalisatie en kleinschaligheid nastreven

Relatie verzorgende en zorgvrager

professionaliteit verzorgende – afhankelijkheid zorgvrager

verzorgende is coördinator van zorg en belangenbehartiger van de zorgvrager

onafhankelijkheid van de verzorgende tegenover afhankelijkheid van de zorgvrager

deskundigheid van de verzorgende tegenover ondeskundigheid van de zorgvrager

machtspositie van de verzorgende tegenover onmacht van de zorgvrager

afstand en nabijheid

motivatietheorie: invloed – autonomie, competentie, erbij horen – contact

mantelzorg: taken, voordelen en dilemma’s mantelzorgers in de praktijk, verzorgende rol en

afdelingsbeleid rond mantelzorger

zorgvragers met verschillende culturele, sociale en etnische achtergrond: beeldvorming, verschillen in

religie, gebruiken, waarden en normen, communicatie met zorgvragers uit andere culturen

Zorgleefplan

kenmerken anamnese volgens het zorgleefplan en de vier domeinen

opname- en anamnesegesprek

exit gesprek

begrip methodiek: van anamnese tot en met evaluatie van de zorg

zorgproblemen PES, potentiële en actuele problemen

schriftelijke rapportage: eenduidig en correct gebruik van het Nederlands, subjectieve en objectieve

gegevens, (probleemgestuurde) rapportage in het zorgdossier

mondelinge overdracht van gegevens

onderdelen van het zorgdossier

Schoolopdracht

Simulatie van anamnese- en opname gesprek

Simulatie van teamoverleg met inbreng van het zorgleefplan

Bronnen

Verpleegkunde voor mbo: hoofdstuk 3 ‘Oriëntatie op het verpleegkundig proces’, hoofdstuk 4’

Verzamelen van gegevens en vaststellen van verpleegkundige diagnosen’, hoofdstuk ‘5 ‘Formuleren

van resultaten en kiezen van interventies’, hoofdstuk 6 ‘Uitvoeren van interventies en evaluatie’

Loopbaan coaching

- Bespreken onderwijsorganisatie en examens

- Actualiseren van je POP naar aanleiding van ervaringen tijdens de stage in het vorige schooljaar

- Uitwerken PAP’s van de volgende bewijzen;

o Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

o Het zorg(leef)plan

o Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

o Begeleidt een zorgvrager

o Geeft voorlichting, advies en instructie

- Afspraken maken m.b.t. planning, uitwerken en inleveren van de PAP’s en bewijzen



- Uitleg en invoering van ‘intercollegiale toetsing’ van bewijzen

- Planning en start maken met intercollegiale toetsing van bewijzen

- E.v.t. afname examen bespreken (kan ook in periode 6)

Nederlands

Taalblokken

Rekenen (alleen BOL deelnemers)

- Rekenblokken



Periodewijzer bij periode 6


Thema: Activiteiten van de geriatrische zorgvrager



PERIODE 6 ACTIVITEITEN VAN DE GERIATRISCHE ZORGVRAGER



Wondverzorging

wondgenezingsproces

wondbehandeling (algemeen)

verzorging decubituswond

wondverzorgingsproducten

wondinfectie

eczeem, psoriasis, huidkanker

kneuzing, verzwikking, ontwrichting

fractuurleer en prothesen (THP, dynamische heupschroef)

Blaaskatheterisatie

verzorgen van een blaaskatheter

blaasspoelen

transurethraal katheteriseren van de blaas bij man en vrouw

soorten blaaskatheters: eenmalige katheter, verblijfskatheter (CAD), spoelkatheters,

siliconen- en latex katheter, intermitterend katheteriseren

suprapubische katheter

Kompressie zwachtelen

lange en korte rek zwachtelen, polsteren

stompzwachtelen

ulcus cruris

Crisis- en onvoorziene situaties

welke situaties op somatisch en gedragsmatig vlak kun je tegenkomen in de praktijk?

hoe om te gaan met deze situaties?

hoe kun je jezelf voorbereiden op deze situaties?

in hoeverre ben jezelf stressbestendig?

Medicatie

Medicatie voor de circulatie

anticoagulantia: Ascal, Acetylsalicylzuur, Fraxiparine, Acenoucoumarol

INR bepaling

Medicatie bij slaapstoornissen

benzodiazepinen en barbituraten

interactie met psychofarmaca en alcohol

zelfmedicatie en afhankelijkheid




zie periode 5

Schoolopdrachten

Crisis of onvoorziene situatie op de stageplek

Bronnen

Verpleegtechnische handelingen: hoofdstuk 8 ‘Wonden en wondgenezing’, hoofdstuk 9

‘Specifieke wondverzorging’, hoofdstuk 10 ‘Verband en verzorgingsmiddelen’, hoofdstuk 11

‘Decubituswonden en smetten’, hoofdstuk 12 ‘Zwachtels en smetten’, hoofdstuk 13

‘Verwerkingsopdrachten’, hoofdstuk 14 ‘Verzorgen van een blaaskatheter’, hoofdstuk 15

‘Verwerkingsopdrachten’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 15 ‘Slaapstoornissen’, hoofdstuk 22 ‘Huid’




verwijdering van afvalstoffen: urinewegen (herhaling)

circulatie: hart, bloedsomloop, bloedvaten, bloed, weefselvocht en lymfatisch stelsel,

prikkelgeleidingssysteem (herhaling)

houding en beweging: kraakbeen en bot, skelet, spierstelsel (herhaling)

slaap en waakritme (herhaling)

Pathologie urinewegen

normale en afwijkende samenstelling urine: zuurgraad, acidose, hoeveelheid, kleur,

sediment, glucose

vochtbalans

urineweginfecties

urineretentie

urine-incontinentie

nierinsufficiëntie

nierstenen

prostaatafwijkingen: benigne prostaathyperplasie, prostaatcarcinoom

blaaskanker

Pathologie circulatie

trombose, embolie

arteriosclerose / atherosclerose

hyper- en hypotensie

angina pectoris

hartinfarct

ritme stoornissen (boezemfibrilleren, kamerfibrilleren)

hartblok

extra systole

claudicatio intermittens

decompensatie cordis (hartfalen)

veneuze en arteriële insufficiëntie



Pathologie bewegingsapparaat

reumatoïde artritis

artrose

osteoporose

jicht

weke delen reuma

ziekte van Bechterew

letsel door externe krachten (fractuur, distorsie, luxatie, ruptuur, contusie)

Pathologie slaap en waakritme

slaapstoornissen: snurken, slaapapnoesyndroom, restless legs, nachtelijke spiertrekkingen

beïnvloedende factoren

slaperigheid overdag

behandeling slaapstoornissen

Bronnen

Anatomie & fysiologie: hoofdstuk 2 ‘Houding en beweging’, hoofdstuk 3 ‘Circulatie’. hoofdstuk

7 ‘Verwijdering van afvalstoffen’, hoofdstuk 11 ‘Levensritmen’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 9 ‘Vochtbalans’, hoofdstuk 13 ‘Urine’, hoofdstuk 15

‘slaapstoornissen’, hoofdstuk 16 ‘Bloedsomloop’, hoofdstuk 19 ‘Urinewegen en

geslachtsorganen; tot paragraaf 19.8, hoofdstuk 21 ‘Bewegingsapparaat’, hoofdstuk 23

‘Bloed en bloedvormende organen’; paragraaf 23.1 ‘Niet-oncologische hematologie’

Zorg voor de chronisch zieke: hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen;

paragraaf 3.3 ‘Reumatische aandoeningen’, paragraaf 3.9 ‘Nierinsufficiëntie’

Begeleiden


Activiteiten van de geriatrische zorgvrager

verzorgende rol bij activering zorgvrager

activiteiten die de verzorgende met de zorgvrager uitvoert

afdelingsbeleid tegen hospitalisatie

activiteitenbegeleiding (AB): doel en soorten activiteiten

interesseverschillen in dagbesteding bij zorgvragers

leefomgeving van de zorgvrager: behoefte aan privacy, eigenheid en oprechte aandacht,

samenleven met mensen met een andere culturele, sociale, maatschappelijke en of etnische

achtergrond en leefwijze

draagkracht en draaglast

apathie en depressie bij ouderen in een zorginstelling

hospitalisatie: preventie door normalisatie en kleinschaligheid, bevordering autonomie en

zelfredzaamheid

Begeleiding van de demente zorgvrager

gesprekstechnieken met de zorgvrager en contact zoeken

communicatietechnieken met de zorgvrager die zich voornamelijk non-verbaal uit

houding en stemming verzorgende beïnvloedt zorgvrager

gedrag van de zorgvrager: begrijpen van verbale en non verbale uitingen, onrust, angst,



agressie, verzet, apathie, psychose, regressie, decorumverlies, leven in het verleden

achtergrond van de zorgvrager

lichamelijke toestand van de zorgvrager: vocht- en voedingshuishouding, huidconditie

pijn beleving van de zorgvrager, signaleren en observeren van pijn

multi complexiteit: combinatie dementieel en psychiatrisch beeld

zelfredzaamheid van de zorgvrager

ADL functies

activiteiten met de demente zorgvrager: knutselen, spelen, koken, opruimen, snoezelen

(tijdens ADL), muziek, lichamelijk contact

dag invulling en woonvormen van de demente zorgvrager: dagbesteding, op de dagopvang,

in de thuissituatie, het verpleeghuis en een kleinschalig wonen project

benaderingswijzen: reminiscentie, validation, belevingsgerichte zorg, realiteits oriëntatie

training (ROT)

soorten dementie en verschillen in benaderingswijzen: Alzheimer, vasculaire dementie,

frontaalkwab dementie, Korsakow

invloed van (sederende) medicatie op dementerende

overleg(vormen) in het team over de zorgvrager

methodisch handelen en gegevens over (demente) zorgvrager in het zorgleefplan plaatsen

samenwerken met andere disciplines / casemanagement

actueel politiek beleid t.a.v. intra- en semimurale voorzieningen voor dementerenden

Groepsdynamica

verzorgende rol bij de begeleiding van een groep (oudere) zorgvragers

groepsprocessen, groepsrollen, normen en waarden

samenstelling groepen, ontwikkelingsfasen groepen

groepsconflicten, sociogram

onderlinge verstandhouding verbeteren, prettig leefklimaat stimuleren

samenwerken met mantelzorgers, vrijwilligers, collega’s, disciplines

begeleiden van groepsactiviteiten

het begrip “sociaal-maatschappelijk” in relatie tot groepen

gedragsproblemen en beïnvloeding van gedrag

Wetgeving

Wet kwaliteit zorginstellingen

Wet Klachtenrecht Cliënten in de Zorgsector (WKCZ)

Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)

Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)

Schoolopdracht

Groepsdynamica in de klas

Bronnen

De wonderlijke wereld van dementie

Studiehandleiding ‘Groepsdynamica’

Loopbaan coaching

- Beoordelen van ingeleverde bewijzen d.m.v. intercollegiale toetsing

- Voortgang bespreken



- Afname examen bespreken

- Maken van een planning m.b.t. de examens

Nederlands

Taalblokken

Rekenen (alleen BOL deelnemers)

- Rekenblokken



Periodewijzer periode 7


Thema: De psychiatrische zorgvrager



PERIODE 7 DE PSYCHIATRISCHE ZORGVRAGER

De psychiatrische zorgvrager


De psychiatrische zorgvrager

kenmerken psychiatrische zorgvrager ten opzichte van normaal gedrag

oorzaken psychiatrische aandoeningen

(persoonlijke) kwaliteiten verzorgende in relatie tot de psychiatrische zorgvrager

disciplines binnen de psychiatrie

psychiatrische problematiek binnen de ouderenzorg: depressie bij ouderen

agressie

psychose

stemmingsstoornissen: depressie en bipolaire stoornis

angst: paniekstoornis, gegeneraliseerde angst, obsessieve en compulsieve stoornis,

posttraumatische stressstoornis (PTSS), sociale fobie

persoonlijkheidsstoornissen: borderline + antisociale persoonlijkheidsstoornis

delier

verslaving / middelenmisbruik; drugs, alcohol, benzodiazepinen, analgetica

simulaties met trainingsacteur

Wetgeving

Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ): middelen en maatregelen

(M & M)

Rechterlijke Machtiging (RM)

In Bewaring Stelling (IBS)

Bronnen

Studiehandleiding: De psychiatrische zorgvrager

Basisboek pathologie: hoofdstuk 26 ‘Psychiatrische ziekten’

Zorg voor de chronisch zieke: hoofdstuk 3 ‘Veel voorkomende chronische aandoeningen;

paragraaf 3.10 ‘Psychiatrische aandoeningen’



Steriele en onsteriele monsters

sputum

urine

ontlasting

bloed

Zuurstoftoediening

toedienen van zuurstof



toedieningsvormen: zuurstofbril, zuurstofmasker, zuurstof sonde

opslagvormen: cilinder, concentrator, ‘uit de muur’

stapeling van zuurstof

Tracheastoma

uitzuigen mond- en keelholte

verzorging tracheastoma

Orgaanspoelingen

vaginale irrigatie

spoelen van de maag

spoelen van de darmen

Lichaamstemperatuur

lichaamstemperatuur regelen: toepassing warmte en koude behandelingen

hypothermie, hyperthermie

(fasen) koorts, koortstypen

subfebriele temperatuur

vitale functies bij temperatuurveranderingen

Medicatie

antipsychotica

antidepressiva


zie periode 5

Bronnen

Verpleegtechnische handelingen: hoofdstuk 19 ‘Orgaanspoelingen’, hoofdstuk 20

‘Verwerkingsopdrachten’, hoofdstuk 21 ‘Zorg voor de ademhaling’, hoofdstuk 22

‘Verwerkingsopdrachten’, hoofdstuk ’23 ‘Zorgvragers met een te lage lichaamstemperatuur’,

hoofdstuk 24 ‘Zorgvragers met een verhoogde lichaamstemperatuur’, hoofdstuk 25

‘Verwerkingsopdrachten’, hoofdstuk 26 ‘Monsters verzamelen voor diagnostiek’

Anatomie & fysiologie: hoofdstuk 5 ‘Temperatuurregeling’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 10 ‘Lichaamstemperatuur’



celleer, lichaamscel, gewone celdeling, reductiedeling, soorten weefsels (herhaling)

ademhalingsstelsel (herhaling)

Oncologie

eerste signalen van kanker

ontregelde celdeling

benigne en maligne tumoren

infiltratieve groei en (wegen) metastasering



naamgeving gezwellen

oncologische onderzoeken

behandeling en bijwerkingen

risicofactoren voor kanker en preventie van kanker

psychosociale begeleiding van de zorgvrager en partner

soorten kanker: borstkanker, prostaatkanker, longkanker, dikke- en endeldarmkanker

Pathologie luchtwegen

COPD / astma

pneumonie

pneumothorax

longkanker

Hoesten

ophoesten sputum: kleur, taaiheid

productieve en niet productieve hoest

inspiratoire en expiratoire stridor

bloed ophoesten

medicatie bij hoesten: hoestprikkel dempers, verzachting van de slijmvliezen, taai sputum

verdunners

Infectieziekten

allergie

Human Immunodeficiency Virus (HIV) en Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS)

hepatitis A, B en C

Ontsteking

oorzaken en verschijnselen

vormen van ontsteking: catarre, infiltraat, necrose, abces, empyeem

behandeling en genezing

Infectie

besmettingswegen van infectie

soorten infecties: cutaan, enteraal, aerogeen, hematogeen, genitaal, primair, secundair,

superinfectie, opportunistische infectie

indeling micro organismen: metazoë, hoofdluis, schaamluis, schurft, aarsmaad, lintworm,

protozoë, bacterie, virus

flegmone, abces

lymfangitis

sepsis

afweer en afweerreacties

vaccinatie

behandeling en genezing

Afweer en afweerreacties

immunologisch systeem

immuniteit / vaccinatie

immunologisch onderzoek



Bronnen

Anatomie & fysiologie: hoofdstuk 1 ‘Lichaam en uiterlijk’, hoofdstuk 4 ‘Ademhaling’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 4 ‘Ontsteking’, hoofdstuk 5 ‘Afweer en afweerreacties’,

hoofdstuk 6 ‘Infectieziekten’, hoofdstuk 7 ‘Algemene oncologie’, hoofdstuk 14 ‘Hoesten’,

hoofdstuk 17 ‘Ademhaling’, hoofdstuk 23 ‘Bloed en bloedvormende organen; paragraaf 23.2

‘Oncologische hematologie’

Zorg voor de chronisch zieke: Hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen;

paragraaf 3.5 ‘COPD’, 3.6 ‘Hart en vaatziekten’, 3.7 ‘Algemene tumorleer’, 3.8 ‘Aids’

Begeleiden


Inleiding in de psychologie

psychologische ontwikkeling van de mens

levensfasen

stress en coping

Assertief opstellen

assertief opstellen

intimiteit en ongewenste intimiteit

het aangeven van grenzen

conflicthantering bij fysieke en verbale agressie

Advies, Instructie en Voorlichting

advies geven over gezondheids bevorderend gedrag

instructie geven over een vaardigheid

voorlichting geven aan een individu en een groep

methodisch een AIV activiteit uitvoeren:

vaststellen van de voorlichtingsbehoefte en / of de voorlichtingsnoodzaak

formuleren van een voorlichtingsdoel

vaststellen en plannen van de AIV activiteit

uitvoeren van de AIV activiteit

evalueren van de AIV activiteit

Schoolopdracht

Simulatie van een advies- instructie- of voorlichtingsgesprek

Bronnen

Verpleegkunde voor mbo: hoofdstuk 7 ‘Preventie en voorlichting’

Loopbaan coaching



- Voorgang examens bespreken



Nederlands (alleen BOL deelnemers)

Taalblokken

Rekenen

- Rekenblokken



PERIODE 8 DE ZORGVRAGERS IN DE LAATSTE LEVENSFASE

Zorgvragers in de laatste levensfase


Paliatieve en terminale zorgverlening

doel palliatieve zorgverlening

verzorgende aandachtspunten op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak

abstinerend handelen (versterven)

begeleiding familie en naasten

omgang met verlies en rouw, fasen van Kübler Ross, William Worden

communiceren met de stervende zorgvrager

complementaire zorg

coping

richtlijnen (palliatief redeneren) en protocollen bij palliatieve zorgverlening (Evean, Zorgcirkel,

Amstelring, SWZP, Pennemes)

www.zorgpadstervensfase.nl doorklikken verpleeghuisversie

Palliatieve sedatie

doel en toepassing

voorbereiding zorgvrager en begeleiding familie en naasten

richtlijnen (KNMG) en protocollen (Zorgcirkel, Evean, Amstelring, SWZP, Pennemes)

Pijnbestrijding in de palliatieve fase

veelvoorkomende soorten pijn in de palliatieve en terminale fase

pijnladder volgens de WHO, soorten analgetica, werking en effecten

pijnanamnese: observatiepunten, pijnschalen

richtlijnen (WHO) en protocollen (Zorgcirkel, Evean, Amstelring, SWZP, Pennemes)

Stervensfase

lichamelijke verschijnselen tijdens de stervensfase

verzorgende aandachtspunten na het overlijden: vaststellen overlijden door arts, overleg met

de arts, afleggen, uitvaartorganisatie, rapportage

evalueren met en emotionele opvang van collega’s

wet op de lijkbezorging

wet orgaandonatie

cremeren, begraven, ter beschikking stellen van de wetenschap

Euthanasie en zelfdoding

toepassing van euthanasie

verzorgende rol bij euthanasie

voorbereiding zorgvrager en begeleiding familie en naasten

ethische dilemma’s

begrippen moraal, wilsonbekwaamheid

Nijmeegse methode, Tomson en Tomson

wetgeving, richtlijnen en protocollen



zelfdoding en ethische dilemma’s

Culturele begeleiding bij het sterven

rituelen bij Hindoeïsme, Islam, Christendom, Jodendom en humanisme

eigen eindigheid, zin van het leven bij stervende, familie en verzorgende

levensvragen die er zijn rondom het sterven, onverwerkte gevoelens, verstoorde relaties

Zorgorganisaties en -instellingen palliatieve en terminale zorgverlening

hospices

Bronnen

Basisboek pathologie: hoofdstuk 29 ‘Laatste levensfase’, hoofdstuk 30 ‘Palliatieve zorg’,

hoofdstuk 32 ‘Euthanasie’, hoofdstuk 33 ‘Sterven en dood’



zenuwstelsel

hormoonstelsel

informatievoorziening

Pathologie zenuwstelsel

Cerebro Vasculair Accident (CVA): cognitieve problematiek

niet aangeboren hersenletsel (NAH): trauma, hersenvliesontsteking, tumor, aneurysma,

contusio, hersenschudding

hernia

dwarslaesie

ziekte van Parkinson

Multiple Sclerose (MS)

Amytrofische Laterale Sclerose (ALS)

Dwarslaesie Organisatie Nederland, CVA vereniging Samen Verder

Pathologie hormoonstelsel

hypofyseadenoom

hyperthyroïdie

syndroom van Cushing

bijnierschorsinsufficiëntie

Pathologie oog en oor

keratitis

conjunctivitis

bijziendheid (myopie) / verziendheid (hypermetropie)

staar

glaucoom

netvliesloslating

diabetische retinopathie

kleurenblindheid

ontsteking uitwendig oor (otitis externa)

ontsteking middenoor (otitis media)



slechthorendheid: perceptiestoornis, geleidingsstoornis

duizeligheid

Pijn en jeuk

stappenplan volgens de pijnladder van de World Health Organisation (WHO)

verschillende soorten pijn (acuut, chronisch)

functie van pijn

pijnmeting, pijn scorelijst, pijnteams

pijnbestrijding

wetgeving rondom verstrekking opiaten

soorten en werking pijnmedicatie: paracetamol, Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs

(NSAID ‘s), zwakwerkende opiaten, opiaten (analgetica)

Bronnen

Anatomie & fysiologie: hoofdstuk 8 ‘Informatievoorziening’, hoofdstuk 9 ‘Zenuwstelsel’,

hoofdstuk 10 ‘Hormonaal stelsel’

Basisboek pathologie: hoofdstuk 20 ‘Zenuwstelsel’, hoofdstuk 24 ‘Hormoonstelsel’, hoofdstuk

25 ‘Oog en oor’, hoofdstuk 31 ‘Pijnbestrijding’

Zorg voor de chronisch zieke: hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen’;

paragraaf 3.4 ‘Neurologische aandoeningen’

Begeleiden


Loopbaan coaching



- Voortgang examens bespreken

- Voorbereiden en bezoeken stage markt

- Afsluiten leerjaar, vooruitblik naar het volgende leerjaar

Nederlands (alleen BOL deelnemers)

Taalblokken

Rekenen

- Rekenblokken



Schoolopdrachten



Opdracht: Introductie zorgcategorie chronisch zieken

Omschrijving

Bij deze opdracht zoek je met een klasgenoot naar voorbeelden van chronische zieken in je eigen

omgeving. De opdracht heeft als doelstelling:

- definiëren van wat een chronische ziekte is

- omschrijven van termen die je nodig hebt, om goed over chronische zieken te kunnen

spreken → stoornis, beperking en handicap

- verdiepen in de beleving van een chronische zieke zorgvrager

- benoemen van voorbeelden van chronische zieken

- begrip hebben van factoren die de beleving van de chronische ziekte bepalen:

ernst van de chronische ziekte

eventuele zichtbaarheid van de stoornis en beperking

wijze en moment waarop de chronische ziekte is verkregen

situatie van de chronische zieke, die meer of minder verslecht

Opdracht

Vorm een tweetal. Een ieder geeft antwoord op de onderstaande vragen en maakt daar

aantekeningen van. Waar nodig help je elkaar om een antwoord te formuleren of je vraagt de docent

om hulp. Met behulp van de aantekeningen die je gemaakt hebt, schrijf je een eigen en individueel

verslag waarin je antwoord geeft op de vragen:

1. Wat zijn de kenmerken van een chronische ziekte?

2. Noem tien voorbeelden van een chronische ziekte.

3. Een chronische ziekte kan aangeboren of verworven zijn.

Zal het voor de zorgvrager uitmaken of de chronische ziekte verworven of aangeboren is? Zo

ja, noem minimaal drie verschillen.

4. Waarom is de zichtbaarheid van een ziekte of beperking van invloed op de manier waarop

een zorgvrager en zijn omgeving de ziekte of handicap ervaren?

5. Noem drie voorbeelden van een zichtbare handicap én drie voorbeelden van een onzichtbare

handicap.

6. Omschrijf één geanonimiseerd persoon in jouw directe omgeving die te maken heeft met een

chronische ziekte.

7. Met welke chronische ziekte heeft die persoon te maken?

8. Wat is de stoornis bij deze chronische ziekte?

9. Met welke beperkingen heeft deze persoon te maken?

10. Heeft deze persoon een handicap? Geef aan waarom wel of niet.

11. Met welke verschijnselen heeft deze persoon t.g.v. het ziektebeeld te maken op lichamelijk,

psychisch, sociaal en maatschappelijk vlak? Zoek ook op in je studieboek of op Internet

12. Welke complicaties kunnen er optreden ten gevolge van de ziekte?

13. Omschrijf de ernst van de beperking(en) en de handicap(s).

14. Is de stoornis of beperking zichtbaar of onzichtbaar voor de omgeving?

15. Hoe is de situatie van de chronische zieke: verslechtert deze méér of minder? Geef hiervan

een omschrijving.



Opdracht: Medicatie op de stageplek

Omschrijving

Medicijnen zijn voor een aantal zorgvragers onmisbaar om goed te kunnen functioneren, of een

redelijke kwaliteit van leven te hebben. Als verzorgende is het onder andere erg belangrijk dat je op

de hoogte bent van de werking en toedieningswijze van de verschillende soorten medicijn. Deze

opdracht stimuleert je om bewuster naar de toediening van medicatie te kijken.

Opdracht

Maak een verslag over de verstrekking van medicatie op je stageplek en onderzoek de belangrijkste

medicijnen die er voorkomen. Bespreek met je werkbegeleider welke medicijnen je zult uitwerken..

Beantwoord onderstaande vragen:

1. Welke procedures, protocollen en richtlijnen zijn er op je stageplek rondom het bewaren, het

klaarzetten en de verstrekking van medicijnen?

2. Geef een beargumenteerde mening over de wijze waarop de medicijnverstrekking is

georganiseerd.

3. Welke procedure geldt er bij het aannemen van telefonische en schriftelijke medicijnopdrachten?

4. Welke wetgeving is van toepassing rondom de verstrekking van medicatie?

5. Welke betekenis heeft de Opiumwet bij de verstrekking van opiaten: wat moet je doen voordat je

een opiaat kunt toedienen?

6. Beschrijf minimaal vier soorten medicijn uit verschillende medicijngroepen.

7. Vul digitaal van elk medicijn de onderstaande lijst in. Gebruik de bijsluiter bij het medicijn én het

Farmacotherapeutisch Kompas.

8. Laat je werkbegeleider tekenen voor akkoord.



Uitwerking medicijn:

Stofnaam:………………………………………………………………………………………………………….

Merknaam:…………………………………………………………………………………………………………

Medicijngroep:…………………………………………………………………………………………………….

Verschijningsvorm:..……………………………………………………………………………………………..

Toedieningswijze:…………………………………………………………………………………………………

.

Indicatie:..…………………………………………..……………………………………………………………..

Contra-indicatie:……………………………………………………………...................................................

Werking: …………………………………………………………………………………………………………

Bijwerkingen:……………………………………………………………………………………………………

Interacties: ...………………………………………………………………………………………………………

Tijdstip toediening:………………………………………………………………………………………………

Dosering: .………………………..………………………………………………………………………………..

Leefregels:…………………………………………………………………………………………………………

.

Bewaarvoorschriften:…………………………………………………………………………………………….

Welke observatiepunten zijn van belang als de zorgvrager dit medicijn krijgt?.....................................



Opdracht: Simulatie van anamnese / opname gesprek

Omschrijving

Het voeren van een anamnese- of opnamegesprek met een nieuwe zorgvrager is een eerste

kennismaking met de cliënt en zijn of haar naasten. Voor de verzorgende begint nu de methodische

begeleiding van de cliënt.

Opdracht

De opdracht kan met maximaal drie deelnemers uitgevoerd worden. Bereid aan de hand van een

casus een anamnese / opnamegesprek voor. Het gaat om een anamnese / opnamegesprek voor een

geplande opname.

- schrijf ter voorbereiding van het opnamegesprek een casus, waarbij je gebruik maakt van

voorbeelden uit de praktijk en verwerk daarbij de volgende gegevens over de zorgvrager:

achtergrond, levensloop, lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren, karakter, gedrag,

bezigheden, omgang met de familie, mate van hulpbehoevendheid en verder wat jezelf van

belang acht om het beeld van de zorgvrager compleet te maken

- gebruik voor het opnamegesprek (anamnese) formulieren uit de praktijk

- maak gezamenlijk een observatielijst voor de opnamegesprekken

- speel het opnamegesprek uit voor de klas; het gesprek mag niet langer duren dan 20

minuten en de overige leerlingen observeren

- evalueer het anamnese / opnamegesprek aan de hand van de observatielijst en formuleer

leerpunten



Opdracht: Simulatie van teamoverleg met inbreng van het

zorg(leef)plan

Omschrijving

In de praktijk moet je in staat zijn om een casus van een zorgvrager in te brengen. Via deze opdracht

oefen je dit aan de hand van het zorgleefplan.

Opdracht

Presenteer tijdens een simulatie van een teamoverleg op school een zorgleefplan van een zorgvrager

uit de praktijk:

1. presenteer een zorgleefplan van een zorgvrager uit de stage praktijk in een simulatie van een

overleg met verzorgenden

2. enkele klasgenoten spelen de teamleden binnen het teamoverleg

3. de docent verdeelt de klas in verschillende teams en wijst per team één teamleider aan die

het teamoverleg leidt

4. elke leerling presenteert binnen het team het zorgleefplan van een zorgvrager met een laag

complexe tot complexe zorgvraag en doet dit aan de hand van de hieronder staande punten:

anamnese volgens het zorgleefplan en de vier domeinen

verzorgende diagnose- of probleemstelling volgens de PES- formule

verzorgende doelstelling met inachtneming van de RUMBA of SMART

verzorgende interventies of acties

monitoren van de zorg

evalueren van de zorg

bijstellen van het zorgleefplan

5. de teamleden stellen kritische vragen gericht op de inhoud en argumentatie van diegene die

het zorgleefplan inbrengt



Opdracht: Groepsdynamica in de klas

Omschrijving

Samen met je klasgenoten vorm je ook een groep. Ook in deze groep is sprake van

groepsdynamische processen.

Opdracht

Vorm een groepje met twee andere leerlingen uit de klas. Beantwoord gezamenlijk de onderstaande

vragen en presenteer de antwoorden tijdens de les aan de klas.

1. Maak een sociogram van de eigen klas.

2. Welke machtsstructuur bestaat er binnen de klas? Geef hier duidelijke voorbeelden van.

3. Is er qua machtsstructuur een goed evenwicht in de klas of zijn er personen die niet goed uit de

verf komen?

4. Welke ongeschreven gedragsnormen of regels bestaan er binnen de klas?

5. Zou je deze gedragsnormen willen aanpassen of zal er iemand zijn die zich ‘ongelukkig’ voelt

bij deze gedragsnormen?

6. Welke gedragsnormen zouden meer gewenst zijn en hoe komt het dat deze er niet zijn?

7. Welke groepsrol vervullen de anderen volgens jou in je groepje? Geef aan waarom je dat vindt.

8. Welke groepsrol heb jij volgens jezelf in de klas?

9. Heb je in een andere situatie (thuis, werk, sport) een andere groepsrol dan in de klas? Zo ja,

waar zou dat dan aan kunnen liggen?

10. Welke persoonlijke uitdaging heb jezelf om je beter te profileren binnen een groep?



Opdracht: Crisis of onvoorziene situatie op de stageplek

Omschrijving

Binnen de zorg kunnen tal van situaties ontstaan waarbij direct gehandeld moet worden. Welke

situaties kunnen er bij jou op de afdeling voorkomen en welke richtlijnen en protocollen gelden er

dan?

Opdracht

Onderzoek op welke manier men binnen je stageplek omgaat met een crisis of een onvoorziene

situatie op somatisch en / of gedragsmatig vlak. Geef een beargumenteerd antwoord op de vragen.

Welke protocollen en richtlijnen zijn er?

Zijn de protocollen en richtlijnen duidelijk?

Zoek protocollen en richtlijnen van andere instellingen of afdelingen en vergelijk die met die

van je eigen afdeling

Voer interviews met medewerkers en vraag of zij op de hoogte zijn van de protocollen en

richtlijnen en of zij deze ook toepassen

Welke crisis- en/of onvoorziene situaties hebben collega’s meegemaakt?

Kun je indien nodig deze protocollen en richtlijnen zelf uitvoeren?

Welke crisis- en/of onvoorziene situaties heb jezelf meegemaakt?

Heb je toen wel of niet volgens protocol gereageerd?

Wat heb je van de situatie geleerd?

Welke verbeteringen zijn mogelijk bij de protocollen en richtlijnen?

Wat zijn je leerpunten voor eventuele toekomstige crisis en/of onvoorziene situaties?

Maak een schriftelijk verslag van deze opdracht en lever dit verslag in bij de begeleidend docent. Op

verzoek van je docent presenteer jij je bevindingen (eventueel) aan je klasgenoten.



Opdracht: Simulatie van een advies- instructie of

voorlichtingsgesprek

Omschrijving

In de zorg is het geven van advies, instructie en of voorlichting een regelmatige terugkerende taak

van de verzorgende. Bij deze opdracht ga je een dergelijke activiteit op bewuste en methodische

wijze aanpakken.

Opdracht

Bereid een advies-, instructie- of voorlichtingsgesprek voor met een zorgvrager op je stageplek.

Je schrijft aan de hand van de onderstaande stappen een plan van aanpak (PAP) om een dergelijke

AIV activiteit uit te voeren. Deze PAP gebruik je als voorbereiding van een simulatie op school

waarbij je een advies, instructie of voorlichting activiteit uitvoert met één of meer klasgenoten.

Schrijf eerst een korte casus over de zorgvrager: medische situatie, beperkingen, woonsituatie,

stemming, karakter, gedrag et cetera. Geef een zo compleet mogelijk beeld van de zorgvrager..

Stap 1

welke voorlichtingsbehoefte en / of de voorlichtingsnoodzaak heeft de zorgvrager?

is de zorgvrager in staat om voorlichting te krijgen en is hij of zij gemotiveerd deze te

ontvangen?

moet de motivatie van de zorgvrager versterkt worden?

hoe leert de zorgvrager: praktisch, denkend, ervarend via inzicht?

Stap 2

formuleer een concreet voorlichtingsdoel (SMART)

moet de zorgvrager begrippen leren kennen?

moet de zorgvrager inzicht hebben en verbanden tussen zaken kunnen leggen?

moet de zorgvrager kunnen handelen

Stap 3

welke voorlichtingsactiviteiten voer je uit?

welke werkvorm kies je?

welk ondersteunend materiaal gebruik je?

welke locatie en welke tijd is geschikt voor de voorlichtingsactiviteit?

Stap 4

voer de AIV activiteit uit (aan de hand van het PAP)

Stap 5

evalueer de AIV activiteit

hoe voelt de zorgvrager zich?

is het voorlichtingsdoel behaald?



Bronnen

Periode 5


Hoofdstuk 1 ‘Voorbehouden handelingen’

Hoofdstuk 2 ‘Verwerkingsopdrachten’

Hoofdstuk 3 ‘Medicijnen’

Hoofdstuk 4 ‘Regels rond medicijnen’

Hoofdstuk 5 ‘Medicatie: werking en bijwerking’

Hoofdstuk 6 ‘Toedienen van medicatie’


Hoofdstuk 16 ‘Sondevoeding’


Hoofdstuk 18 ‘Verzorgen van een stoma’

Rekenen in de gezondheidszorg

Hoofdstuk 2 ‘Theorie van het rekenen in de gezondheidszorg’

Hoofdstuk 3 ‘Praktijkberekeningen’

Anatomie & fysiologie

Hoofdstuk 6 ‘Spijsvertering’

Hoofdstuk 10 ‘Hormonaal stelsel; paragraaf 10.1.3 ‘Alvleesklier’

Basisboek pathologie

Hoofdstuk 1 ‘Zorg voor de gezondheid’

Hoofdstuk 2 ’Ziekteverloop’

Hoofdstuk 3 ‘Ziekteoorzaken’

Hoofdstuk 8 ‘Farmacologie’

Hoofdstuk 11 ‘Braken en slikstoornissen’

Hoofdstuk 12 ‘Ontlasting’

Hoofdstuk 18 ‘Spijsvertering’

Hoofdstuk 24 ‘Hormoonstelsel’; paragraaf 24.4 ‘De pancreas’

Zorg voor de chronisch zieke

Hoofdstuk 1 ‘Chronisch zieken’

Hoofdstuk 2 ‘De zorg voor de chronisch zieke’

Hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen’; paragraaf 3.2 ‘Diabetes mellitus’

Hoofdstuk 4 ‘De revaliderende cliënt’

Hoofdstuk 5 ‘Kwaliteit’

Verpleegkunde voor mbo

Hoofdstuk 3 ‘Oriëntatie op het verpleegkundig proces’

Hoofdstuk 4’ Verzamelen van gegevens en vaststellen van verpleegkundige diagnosen’

Hoofdstuk 5 ‘Formuleren van resultaten en kiezen van interventies’

Hoofdstuk 6 ‘Uitvoeren van interventies en evaluatie’



Periode 6


Hoofdstuk 8 ‘Wonden en wondgenezing’

Hoofdstuk 9 ‘Specifieke wondverzorging’

Hoofdstuk 10 ‘Verband en verzorgingsmiddelen’

Hoofdstuk 11 ‘Decubituswonden en smetten’

Hoofdstuk 12 ‘Zwachtels en smetten’


Hoofdstuk 14 ‘Verzorgen van een blaaskatheter’



Hoofdstuk 2 ‘Houding en beweging’

Hoofdstuk 3 ‘Circulatie’

Hoofdstuk 7 ‘Verwijdering van afvalstoffen’

Hoofdstuk 11 ‘Levensritmen’


Hoofdstuk 9 ‘Vochtbalans’

Hoofdstuk 13 ‘Urine’

Hoofdstuk 15 ‘Slaapstoornissen’

Hoofdstuk 16 ‘Bloedsomloop’

Hoofdstuk 19 ‘Urinewegen en geslachtsorganen; tot paragraaf 19.8

Hoofdstuk 21 ‘Bewegingsapparaat’

Hoofdstuk 22 ‘Huid’

Hoofdstuk 23 ‘Bloed en bloedvormende organen’; paragraaf 23.1 ‘Niet-oncologische hematologie’


Hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen; paragraaf 3.3 ‘Reumatische

aandoeningen’, paragraaf 3.9 ‘Nierinsufficiëntie’

De wonderlijke wereld van dementie

Studiehandleiding ‘Groepsdynamica’

Periode 7


Hoofdstuk 19 ‘Orgaanspoelingen’


Hoofdstuk 21 ‘Zorg voor de ademhaling’


Hoofdstuk 23 ‘Zorgvragers met een te lage lichaamstemperatuur’

Hoofdstuk 24 ‘Zorgvragers met een verhoogde lichaamstemperatuur’


Hoofdstuk 26 ‘Monsters verzamelen voor diagnostiek’




Hoofdstuk 1 ‘Lichaam en uiterlijk’

Hoofdstuk 4 ‘Ademhaling’

Hoofdstuk 5 ‘Temperatuurregeling’


Hoofdstuk 4 ‘Ontsteking’

Hoofdstuk 5 ‘Afweer en afweerreacties’

Hoofdstuk 6 ‘Infectieziekten’

Hoofdstuk 7 ‘Algemene oncologie’

Hoofdstuk 10 ‘Lichaamstemperatuur’

Hoofdstuk 14 ‘Hoesten’

Hoofdstuk 17 ‘Ademhaling’

Hoofdstuk 23 ‘Bloed en bloedvormende organen; paragraaf 23.2 ‘Oncologische hematologie’

Hoofdstuk 26 ‘Psychiatrische ziekten’


Hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen; paragraaf 3.5 ‘COPD’, 3.6 ‘Hart en

vaatziekten’, 3.7 ‘Algemene tumorleer’, 3.8 ‘Aids’, paragraaf 3.10 ‘Psychiatrische aandoeningen’

Verpleegkunde voor mbo

Hoofdstuk 7 ‘Preventie en voorlichting’

Studiehandleiding: De psychiatrische zorgvrager

Periode 8


Hoofdstuk 8 ‘Informatievoorziening’

Hoofdstuk 9 ‘Zenuwstelsel’

Hoofdstuk 10 ‘Hormonaal stelsel’


Hoofdstuk 20 ‘Zenuwstelsel’

Hoofdstuk 24 ‘Hormoonstelsel’

Hoofdstuk 25 ‘Oog en oor’

Hoofdstuk 29 ‘Laatste levensfase’

Hoofdstuk 30 ‘Palliatieve zorg’

Hoofdstuk 31 ‘Pijnbestrijding’

Hoofdstuk 32 ‘Euthanasie’

Hoofdstuk 33 ‘Sterven en dood’


Hoofdstuk 3 ‘Veelvoorkomende chronische aandoeningen’; paragraaf 3.4 ‘Neurologische

aandoeningen’

Periodewijzer periode 5 - Regio College · 2014. 4. 27. · Verpleegkundig rekenen zie periode 5...

Documents

Transcript of Periodewijzer periode 5 - Regio College · 2014. 4. 27. · Verpleegkundig rekenen zie periode 5...