Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige...

146
Pensioenbegrippen

Transcript of Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige...

Page 1: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen

Page 2: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

1

VOORWOORD

Voor veel mensen maken de specifieke pensioenbegrippen de pensioenmaterie alleen maar extra ingewikkeld. Degenen die regelmatig te maken hebben met de pensioenmaterie zullen veel pensioenbegrippen wel (her)kennen, maar zelfs bij hen kan het voorkomen dat een begrip onbekend is of in zijn context niet geheel duidelijk is.

In dit boekje wordt de betekenis van veel voorkomende begrip-pen op pensioengebied uitgelegd. Het is bedoeld als handzaam naslagwerk voor momenten dat een pensioenbegrip (nader) ver-klaard moet worden. Voor suggesties of opmerkingen ten aanzien van de in dit boekje opgenomen begripsomschrijvingen houden wij ons aanbevolen.

LeeswijzerIn de tekst zijn vetgedrukte woorden opgenomen. Deze verwijzen naar andere pensioenbegrippen. Daar waar bij een pensioenbe-grip is opgenomen ‘zie ook:’, wordt voor extra toelichting verwe-zen naar een ander begrip. Daar waar bij een pensioenbegrip is opgenomen ‘zie:’, wordt voor dat pensioenbegrip verwezen naar de uitleg van het betreffende andere pensioenbegrip.

Page 3: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

2

Disclaimer De inhoud van deze Pensioenbegrippen wordt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gemaakt. Wij doen ons uiterste best om actueel en up to date te zijn en te blijven. Het is echter denkbaar dat bij de totstandkoming van deze Pensioenbegrippen bepaal-de actualiteiten niet zijn meegenomen. Wij maken dan ook een voorbehoud ten aanzien van de actuele inhoud hiervan. Voor de volledigheid en/of actualiteit van de inhoud van deze Pensioen-begrippen staan wij niet in en aanvaarden wij geen aansprake-lijkheid. Deze Pensioenbegrippen is slechts vervaardigd voor algemene doeleinden en is niet bedoeld als vervanging voor specifiek professioneel advies en is dat ook niet. Hoewel de vastgestelde zaken naar onze mening in zijn algemeenheid correct zijn, dient er, voordat specifieke acties worden ondernomen, specifiek ad-vies inzake de gegeven omstandigheden te worden verkregen.De inhoud van deze Pensioenbegrippen is onderworpen aan de Auteurswet. Voor reproductie, aanpassing, distributie en elke vorm van gebruik buiten de grenzen van het auteursrecht is de schriftelijke toestemming van Towers Watson vereist.

De informatie die in deze Pensioenbegrippen wordt verschaft, is bedoeld ter algemene informatie. De informatie is niet bedoeld als vervanging van enig advies. Indien zonder verificatie of nader advies van de geboden informatie gebruik wordt gemaakt, ge-beurt dat voor eigen rekening en risico van de gebruiker.

© Towers Watson april 2017

Page 4: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

3

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord .................................................................................1Inhoudsopgave .........................................................................30-9 ...........................................................................................4A ..............................................................................................5B ............................................................................................17C ............................................................................................25D ............................................................................................33E.............................................................................................39F.............................................................................................44G ............................................................................................48H ............................................................................................53I..............................................................................................55J .............................................................................................61K ............................................................................................61L .............................................................................................65M ............................................................................................70N ............................................................................................73O ............................................................................................75P ............................................................................................83Q ............................................................................................99R ..........................................................................................100S...........................................................................................105T...........................................................................................112U ..........................................................................................116V...........................................................................................121W ..........................................................................................132Y...........................................................................................140Z...........................................................................................141

Page 5: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

4

ALGEMEEN

15-JAARSFINANCIERINGOp grond van het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004 kon gedurende twee jaar na 1 januari 2006 een pensioentoezegging over gemiste fiscale ruimte uit het verleden worden gedaan. Met betrekking tot deze pensioenaanspraak mag worden afgeweken van bepaalde eisen in de Pensioenwet. De financiering en toekenning van de vastgestelde pensioenaan-spraak hoeft pas na 15 jaar (gerekend vanaf de datum van de toezegging) dan wel de eerdere pensioendatum plaats te vinden.

30%-REGELING Werknemers die naar het buitenland of naar Nederland worden uitgezonden, kunnen onder bepaalde voorwaarden gebruikma-ken van een bijzondere kostenvergoedingsregeling, de 30%-re-geling. Deze regeling is een forfaitaire tegemoetkoming voor de extra kosten van het verblijf in het buitenland of Nederland. 40-DEELNEMINGSJARENPENSIOENMet ingang van 1 januari 2005 kan een 40-deelnemingsjaren-pensioen worden toegezegd. In de situatie dat een werknemer 40 deelnemingsjaren heeft bereikt kan – ongeacht het feitelijk opgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende loon inclusief de AOW. Met ingang van 1 januari 2005 heeft de pensioenuitvoerder de verplichting om deelnemingsjaren te registreren. Het 40-deel-nemingsjarenpensioen volgt de aanpassingssystematiek van de AOW. Derhalve zal bijvoorbeeld vanaf 2019 het 41-deelnemings-jarenpensioen op 64 jarige leeftijd ingaan.

100%-NORMNorm uit de Wet fiscale behandeling van pensioenen. De norm houdt in dat het totale ouderdomspensioen, inclusief de AOW, niet meer mag bedragen dan 100% van het pensioengevend loon. Het ouderdomspensioen mag bij wijze van uitzondering boven de 100%-norm uitstijgen, indien dit wordt veroorzaakt door waardeoverdracht, toeslagverlening op het pensioen, uitruil

Page 6: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

5

van partnerpensioen voor ouderdomspensioen en bij variatie in de hoogte van de uitkering binnen een bandbreedte van 100:75. Met ingang van 1 januari 2017 is de 100%-norm komen te vervallen voor het ouderdomspensioen en het daarvan afgeleide partnerpensioen en wezenpensioen.Zie ook: hoog/laag-constructie.

100.000 EURO GRENSVoor de pensioenopbouw geldt vanaf 1 januari 2015 een boven-grens van € 100.000. Boven deze grens kan geen fiscaal gefa-cilieerd pensioen meer worden opgebouwd en geldt derhalve de omkeerregeling niet. De bovengrens wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de hand van de contractsloonontwikkelingsfactor.Zie ook: netto pensioen.

A

AAGAfkorting van Actuaris Koninklijk Actuarieel Genootschap.Zie ook: actuaris AG.

AANSPRAAKGERECHTIGDEDit is de persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen. Naast de (gewezen) deelnemer is dit ook de begun-stigde voor een partner- of een wezenpensioen.

AANWIJZINGOpdracht van DNB aan een pensioenuitvoerder om deze binnen een door DNB gestelde redelijke termijn voldoen aan een be-paalde gedragslijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aangegeven punten. Het is een instrument van DNB om naleving van de Pensioenwet bij pensioenuitvoerders af te kunnen dwin-gen. Een aanwijzing kan ook worden gegeven aan een pensioen-fonds als DNB tekenen ontwaart van een ontwikkeling die het eigen vermogen, de solvabiliteit, de liquiditeit of de bedrijfsvoe-ring van het pensioenfonds in gevaar kunnen brengen.

Page 7: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

6

ABSOLUTE RETURNEen fonds of portefeuille dat een ‘absolute return’ nastreeft, heeft als doel iedere verslagperiode een positief rendement te behalen, dat in ieder geval boven het rendement van de benchmark ligt (meestal korte geldmarktrente plus een additionele opslag).

ABTNAfkorting van actuariële en bedrijfstechnische nota.

ACHTERGESTELDE LENINGEen achtergestelde lening is een krediet waarbij de schuldeiser in het geval van faillissement van de schuldenaar wordt achter-gesteld: de achtergestelde schuldeiser komt in een faillissement in de volgorde van schuldeisers dus achter de concurrente (dat wil zeggen gewone) schuldeisers, en heeft slechts voorrang ten opzichte van de aandeelhouders, vennoten of inbrengers. Ach-terstelling kan men bereiken door dit contractueel met elkaar af te spreken.

ACTIEF BELEGGENOp grond van een bepaalde marktvisie wordt afgeweken van de benchmark, om zo te trachten een betere performance te beha-len. Zie ook: passief beleggen.

ACTIEVENAndere benaming voor de deelnemers die aan de regeling deel-nemen. Omdat de deelnemers actief pensioen opbouwen, wor-den zij ook wel ‘actieven’ genoemd.Zie ook: niet-actieven.

ACTUARIEEL BENODIGDE PREMIEActuariële waarde van de in te kopen pensioenaanspraken. Deze premie wordt vastgesteld rekening houdend met hetgeen hier-over is afgesproken in de uitvoeringsovereenkomst.

Page 8: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

7

ACTUARIEEL HERREKENENHet herrekenen van aanspraken bij een (gedeeltelijk) gewijzigde ingangsdatum of omzetting in een andere pensioensoort, reke-ning houdend met de actuariële grondslagen. Vanaf 1 januari 2002 dient de herrekening op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid plaats te vinden voor de opgebouwde rechten vanaf deze datum of voor het geheel indien dit in het pensioenre-glement zo is bepaald.

ACTUARIEEL JAARWERKJaarlijkse werkzaamheden waarin de voorziening pensioenver-plichtingen wordt vastgesteld en waarin de analyse van het tech-nische resultaat wordt verricht. Dit jaarwerk wordt uitgevoerd en/of gecontroleerd door de certificerend actuaris.Zie ook: actuariële verklaring en technisch resultaat.

ACTUARIEEL NEUTRAALBij de omzetting van een kapitaal in periodieke pensioenuitke-ringen of bij uitruil van diverse pensioenvormen (bijvoorbeeld partnerpensioen inruilen voor een hoger ouderdomspensioen) worden tarieven gehanteerd, welke actuarieel neutraal dienen te zijn vastgesteld. Bij de vaststelling van de actuariële waarde kunnen zowel sekse-afhankelijke als sekseneutrale tarieven worden gehanteerd. Men spreekt van actuarieel neutraal als de actuariële waarde van de pensioenaanspraken voor omzetting gelijk is aan de actuariële waarde van de pensioenaanspraken na omzetting. Zie ook: actuarieel herrekenen.

ACTUARIËLE EN BEDRIJFSTECHNISCHE NOTA (ABTN)Pensioenfondsen dienen te werken volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota. Hierin zijn de financiële opzet van een pensioenfonds en de actuariële grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven. De actuariële en bedrijfstechnische nota moet in ieder geval een beschrijving bevatten van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de bepaling van de Pen-sioenwet omtrent de eisen inzake de inhoud van de uitvoerings-overeenkomst, de voorwaardelijke toeslagverlening, de bepalin-gen van het FTK alsmede een beschrijving van de inrichting van

Page 9: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

8

de bedrijfsvoering. Daarnaast bevat de abtn een beschrijving van de sturingsmiddelen en de Verklaring inzake Beleggingsbeginse-len. Ook op grond van lagere regelgeving zijn eisen gesteld aan de inhoud van de abtn. De actuariële en bedrijfstechnische nota moet binnen twee weken na de totstandkoming (van de wijziging) aan DNB worden overgelegd.

ACTUARIËLE GRONDSLAGENWanneer een contante waarde van een reeks toekomstige uit-keringen moet worden bepaald, maakt de actuaris gebruik van actuariële grondslagen, zoals:• de rekenrente of de marktrente;• de kansstelsels: sterftekansen, arbeidsongeschiktheids- en

revalidatiekansen, frequenties van gehuwd zijn, soms ook toekomstige salarisontwikkeling of toeslagbeleid, etc.;

• kostenopslagen (bijvoorbeeld voor administratiekosten en/of uitbetalingskosten).

ACTUARIËLE METHODENMethoden om met behulp van actuariële grondslagen de contan-te waarde van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen te berekenen. Methoden om pensioenbijdragen vast te stellen zijn onder andere: premiesysteem, koopsomsysteem en het dynami-sche premiesysteem. Ook bestaan verschillende methoden om de reservering voor partnerpensioen vast te stellen (zie ook bepaalde en onbepaalde vrouw/man/partnersysteem).

ACTUARIËLE OPRENTINGHet actuarieel (neutraal) verhogen van een aanspraak op (tijde-lijk) ouderdomspensioen bij uitstel van de ingangsdatum. Door uitstel van de ingangsdatum wordt de verwachte uitkeringsperio-de verkort waardoor, rekening houdend met de kans op sterfte en een interesttoevoeging in de uitstelperiode, de contante waarde van de aanspraak op (tijdelijk) ouderdomspensioen aangroeit. Vanaf 1 januari 2002 dient de oprenting op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid plaats te vinden voor de opgebouw-de rechten vanaf deze datum of voor het geheel indien dit in het pensioenreglement zo is bepaald.

Page 10: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

9

ACTUARIËLE WAARDEDe contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen berekend op basis van actuariële grondslagen.

ACTUARISEen actuaris combineert economische en wiskundige technie-ken. De actuaris heeft zich gespecialiseerd in verzekeringswis-kunde (zowel levensverzekering als schadeverzekering). Met behulp van de verzekeringswiskunde bepaalt de actuaris hoe hoog de benodigde koopsom of premie moet zijn voor bepaalde verplichtingen. De actuaris verricht risicoanalyses en bepaalt welk bedrag voor toekomstige verplichtingen moet worden gereserveerd. Verder houdt de actuaris zich bezig met het sa-menstellen van modellen om verplichtingen en beleggingen van een pensioenfonds of een verzekeraar optimaal op elkaar af te stemmen (matching) en om de samenstelling van het beleggings-pakket te optimaliseren.Zie ook: adviserend actuaris en certificerend actuaris.

ACTUARIS AG (AAG)Een actuaris die lid is van het Koninklijk Actuarieel Genootschap.

ADVISEREND ACTUARISDe adviserend actuaris berekent de pensioenvoorziening en berekent periodiek of de aanwezige middelen voldoende zijn tegenover de aangegane verplichtingen en adviseert inzake de financiële verplichtingen. Zie ook: certificerend actuaris. AEX-INDEXEen index die de stemming op de Amsterdamse aandelenbeurs weergeeft. Voor de meting van deze index zijn 25 Nederlandse fondsen geselecteerd, die 80% van de totale marktkapitalisatie van Nederlandse beursgenoteerde fondsen vertegenwoordigen. Het belangrijkste selectiecriterium van de 25 Nederlandse fond-sen in de index is het totale handelsvolume van de afgelopen drie jaar.

Page 11: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

10

A-FACTORAanduiding voor de pensioenaangroei die in een kalenderjaar heeft plaatsgevonden. Ter bepaling van de lijfrentepremieaftrek in enig kalenderjaar moet bij de bepaling van de jaarruimte reke-ning worden gehouden met de pensioenaangroei in het vooraf-gaande kalenderjaar. Het betreft hier alleen de pensioenaangroei in het kader van levenslang ouderdomspensioen. Pensioenverhogingen die betrek-king hebben op backservice jaren en winstbijschrijvingen spelen geen rol. Dit geldt tevens voor de pensioenaangroei vanwege vrijwillig betaalde premies welke worden gefinancierd uit deblok-kering van een spaarloonregeling.

AFFINANCIERINGFinancieringssysteem waarmee alle pensioenaanspraken op het moment van toezeggen worden ingekocht. Op grond van de Pensioenwet dienen de pensioenaanspraken aan het einde van ieder kalenderjaar en bij tussentijdse beëindiging van het deelne-merschap te zijn afgefinancierd. Het affinancieringssysteem komt ook voor onder de naam ‘koopsomsysteem’.

AFKOOP(WAARDE)De afkoopwaarde is het bedrag dat ineens wordt uitgekeerd ter vervanging van een verplichting om in de toekomst een serie betalingen te doen (afkoop).De Pensioenwet verbiedt afkoop in vrijwel alle gevallen. Er zijn echter een paar uitzonderingen: • Het kleine ouderdomspensioen en het hieraan verbonden

partnerpensioen en wezenpensioen mogen na twee jaar na de beëindiging van het deelnemerschap én na ingang van het pensioen eenzijdig worden afgekocht. De afkoop dient binnen zes maanden plaats te vinden. Indien na deze zes maanden tot afkoop wordt overgegaan, dient toestemming te worden gevraagd aan de (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde. Er is sprake van een klein pensioen indien het pensioen op het tijdstip van ingang van het ouderdomspensioen maximaal het grensbedrag is dat op grond van de Pensioenwet jaarlijks wordt vastgesteld;

• Het kleine partnerpensioen en het hieraan verbonden we-

Page 12: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

11

zenpensioen mogen eenzijdig worden afgekocht binnen zes maanden na de ingangsdatum van het partnerpensioen. In-dien daarna tot afkoop wordt overgegaan, dient toestemming te worden gevraagd aan de begunstigde. Het grensbedrag is hetzelfde als bij de afkoop van het kleine ouderdomspensioen;

• Het kleine wezenpensioen kan afzonderlijk van het partner-pensioen worden afgekocht binnen zes maanden na de in-gangsdatum van het wezenpensioen. Indien na de termijn van zes maanden tot afkoop wordt overgegaan, dient toestemming te worden gevraagd aan de begunstigde van het wezenpen-sioen. Het grensbedrag is hetzelfde als bij de afkoop van het klein ouderdomspensioen;

• Het kleine bijzonder partnerpensioen mag binnen zes maan-den na de scheidingsdatum eenzijdig worden afgekocht. In-dien na deze zes maanden tot afkoop wordt overgegaan, dient toestemming te worden gevraagd aan de gewezen partner. Het grensbedrag is hetzelfde als bij de afkoop van het kleine ouderdomspensioenen;

• Indien en voor zover de pensioenaanspraken in een DC-rege-ling de fiscale grenzen overschrijden is afkoop van het fiscaal bovenmatige deel van de aanspraak toegestaan; en

• Afkoop van tijdelijke pensioensoorten, zoals het tijdelijk ou-derdomspensioen en het prepensioen is toegestaan, met in-achtneming van de eisen die gelden voor afkoop van het klein ouderdomspensioen.

Verdubbeling van het grensbedrag bij afkoop van pensioenaan-spraken in het kader van emigratie is met inwerkingtreding van de Pensioenwet afgeschaft.

Het grensbedrag is voor 2015 vastgesteld op € 462,88.

AFMAfkorting van de Autoriteit Financiële Markten.

AFSTEMPELENJargon voor het verlagen van pensioenaanspraken en pensioen-rechten. Zie: korten.

Page 13: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

12

AGAfkorting van Koninklijk Actuarieel Genootschap.

AG-PROGNOSETAFELSpecifieke AG-tafel, waarbij naast sterftewaarnemingen uit het verleden, ook rekening wordt gehouden met een toekomstige sterftetrend. Zie ook: AG-tafels.

AG-TAFELSJaarlijks publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) sterftetafels die zijn gebaseerd op waarnemingen van sterfte in de bevolking uit het verleden. Om die sterftetafels geschikt te maken voor actuarieel gebruik worden ze aangepast door het Koninklijk Actuarieel Genootschap. Deze aangepaste tafels krij-gen de naam ‘AG-tafels’. Zie ook: AG-Prognosetafel.

ALGEMEEN BESTUURBij het (voltallige) bestuur van een pensioenfonds kan onder-scheid worden gemaakt tussen een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van de stichting. Het dagelijks bestuur is verantwoor-delijk voor de uitvoering van het dagelijks beleid.Zie ook: dagelijks bestuur en one tier board.

ALGEMENE NABESTAANDENWET (ANW)De Anw heeft vanaf 1 juli 1996 de AWW (Algemene Weduwen- en Wezenwet) vervangen. Het is een volksverzekering, die geldt voor alle ingezetenen van Nederland en degenen die in dienst zijn van een Nederlandse werkgever. De Anw voorziet in uitke-ringen bij overlijden van een verzekerde aan de man of vrouw met wie de verzekerde was gehuwd of ongehuwd samenwoonde. Tevens kent de Anw een uitkering voor de ex-echtgeno(o)t(e) ten opzichte van wie de overleden verzekerde een alimentatieplicht had en voor kinderen die door het overlijden van een verzekerde gedeeltelijk ouderloos zijn geworden. Het recht op een Anw-uit-kering is afhankelijk van leeftijd en, met uitzondering van de uitkering voor wezen, afhankelijk van de gezinssamenstelling en

Page 14: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

13

mate van arbeids(on)geschiktheid van de nabestaande uitkering. Een eventueel eigen inkomen is van invloed op de hoogte van de Anw-uitkering.

ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)De AOW is een volksverzekering, die geldt voor alle ingezetenen van Nederland en voor degenen die in dienst zijn van een Ne-derlandse werkgever en wordt gefinancierd door middel van het omslagstelsel. De AOW voorziet in uitkeringen bij ouderdom. De hoogte van de uitkeringen is niet afhankelijk van het loon dat ge-durende een eventuele loopbaan is verdiend, maar is afhankelijk van het aantal jaren men verzekerd is (geweest), de burgerlijke staat en de gezinssituatie waarin de verzekerde verkeert.De uitkeringen gaan in op de eerste dag van de maand waarin de verzekerde 65 jaar wordt. Vanaf 2013 wordt de ingangsleeftijd stapsgewijs verhoogd tot 67 jaar. Daarna kan de ingangsleeftijd worden verhoogd met de levensverwachting. Zie ook: AOW-in-gangsleeftijd.

ALGEMEEN PENSIOENFONDS (APF)Het APF is een nieuwe vorm voor een pensioenfonds dat bun-deling in de uitvoering van pensioenregelingen mogelijk maakt. Door de introductie van een gescheiden uitvoering van meerdere pensioenregelingen kunnen schaalvoordelen (ook in de gover-nance) worden gerealiseerd waardoor de uitvoeringskosten kun-nen worden beperkt.

ALMAfkorting van Asset Liability Management.

ALPHA Een maatstaf voor de afwijking (under- of outperformance) van het rendement van een beleggingsportefeuille ten opzichte van het rendement van de benchmark. Alpha wordt gebruikt om aan te geven wat de bijdrage van de vermogensbeheerder is geweest aan het rendement van de portefeuille, omdat het rendement van de benchmark (beta), waar de beheerder geen invloed op heeft, eruit is gehaald.

Page 15: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

14

ALTERNATIEVE BELEGGINGENAlternatieve beleggingen, ook wel alternatives genoemd, zijn be-leggingen in onder andere hedgefunds, private equity, onroerend goed en grondstoffen (commodities). Ze hebben als doel jaarlijks een positief resultaat te behalen, ongeacht de economische omgeving. Zie ook: niet traditionele beleggingen.

AMBITIENIVEAUZie: toeslagambitie.

ANNUÏTEITEen serie gelijkblijvende betalingen die bestaan uit een rente- en een aflossingsdeel en die dienen om een schuld mee af te los-sen. Doordat er met elke betaling steeds een deel van de schuld wordt afgelost, neemt de schuldrest en dus ook de rentevergoe-ding over die schuldrest geleidelijk af. Omdat de som van rente- en aflossingsdeel steeds gelijk is, neemt het aflossingsdeel in de betalingen steeds verder toe tijdens de terugbetalingsperiode.

ANTICUMULATIEUitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid kun-nen samenlopen met uitkeringen op grond van een pensioenre-geling. Het bekendste voorbeeld daarvan is de samenloop van ouderdomspensioen dat ingaat vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd, met een WAO- dan wel een WIA-uitkering. Ter voorko-ming van een dergelijke samenloop (cumulatie) worden in pensi-oenregelingen zogeheten anticumulatiebepalingen opgenomen. De anticumulatiebepaling in de pensioenregeling zorgt ervoor dat de pensioenuitkeringen verminderd worden met de uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid. Het opnemen van een dergelijke bepaling is overigens niet verplicht.

ANWAfkorting van de Algemene nabestaandenwet.

Page 16: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

15

ANW-GATGeeft het verschil aan tussen de uitkering die kon worden verkre-gen uit hoofde van de AWW en de uitkering die een nabestaande uit hoofde van de Anw verkrijgt.

ANW-HIAATZie: Anw-gat.

AOWAfkorting van Algemene Ouderdomswet.

AOW-GATPer 1 januari 2015 is de partnertoeslag aan AOW’ers met een partner die nog geen AOW ontvangt komen te vervallen. Voor personen die zijn geboren op of na 1 januari 1950 en dus op of na 1 januari 2015 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, kan het gezamenlijke inkomen hierdoor tijdelijk lager worden. Dit wordt het AOW-gat genoemd. De grootte van dit gat is afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen beide partners.

AOW-HIAATZie: AOW-gat.

AOW-INGANGSLEEFTIJD De leeftijd waarop iemand recht heeft op een AOW-uitkering. Deze leeftijd gaat vanaf 2013 jaarlijks stapsgewijs omhoog. In 2019 is de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar. Dit zal 67 jaar zijn in 2023. De overheid is genoodzaakt tot het nemen van deze maat-regel, omdat steeds minder werkenden de kosten voor de AOW dragen (omslagstelsel).

Het Kabinet wil de ingangsleeftijd vanaf 2015 versneld verhogen, waarbij de AOW-gerechtigde leeftijd in 2018 en 2021 naar res-pectievelijk 66 en 67 jaar wordt gebracht.

APFAfkorting van Algemeen Pensioenfonds.

Page 17: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

A

16

ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOENDeze pensioenvorm voorziet in uitkeringen bij arbeidsonge-schiktheid. Vaak fungeren deze als aanvulling op de uitkeringen krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Arbeidsongeschikt-heidspensioen eindigt uiterlijk op de pensioenleeftijd.Zie ook: premievrije pensioenopbouw.

ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSRISICOHet financiële risico als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Als risico’s kunnen daarbij worden genoemd enerzijds de aanvulling op het inkomen gedurende de periode van arbeidsongeschikt-heid en anderzijds de voortzetting van de pensioenopbouw gedu-rende die periode.

ASPIRANT-DEELNEMERWerknemer die een partner en/of kinderen heeft, maar die nog niet de vereiste leeftijd heeft bereikt om deel te mogen nemen aan de pensioenregeling van zijn werkgever. Voor aspirant-deel-nemers kan op risicobasis een nabestaandenpensioen en een arbeidsongeschiktheidspensioen worden verzekerd.

ASSET LIABILITY MANAGEMENT (ALM)Het afstemmen van het pensioenvermogen op verplichtingen. Het uitvoeren van een ALM-studie kan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij helpen bij het kiezen van de beleg-gingsmix, de wijze van financieren van de pensioenregeling en/of het financieren van toeslagen. Een ALM-studie kent de volgende aspecten:1) het in kaart brengen van de financiële stromen;2) de simulatie van toekomstige financiële posities;3) de samenhang met de economische omgeving; en4) de vergelijking van beleidsvarianten. Zie ook: continuïteitsanalyse.

ASSET-MIXZie: beleggingsmix.

Page 18: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

17

B

ATTRIBUTIE-ANALYSEToont aan hoe een rendement tot stand is gekomen en waar de sterktes en zwaktes liggen en brengt in kaart welke beslissingen hoeveel hebben bijgedragen aan het rendement. Denk hierbij aan allocatie en selectie bijdrage. De selectie bijdrage komt tot stand door onderwegingen dan wel overwegingen naar bepaalde regio’s, landen, sectoren en individuele ondernemingen.

AUDITCOMMISSIEIn het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroeps-pensioenregeling verplicht gestelde commissie voor een omge-keerd gemengd bestuur. De auditcommissie oefent het toezicht uit op de risicobeheersing, het beleggingsbeleid en de financiële informatieverschaffing van het pensioenfonds. DNB kan onthef-fing voor het instellen van een auditcommissie verlenen als er op andere wijze adequaat wordt voorzien in het genoemde toezicht.

AUTORITEIT FINANCIELE MARKTEN (AFM)De Autoriteit Financiële Markten is toezichthouder op het gedrag van en de informatieverstrekking door alle partijen op de financi-ele markten in Nederland. Zie ook: gedragstoezicht en effectentypisch gedragstoezicht.

AWWAfkorting van de Algemene Weduwen- en Wezenwet. De AWW is per 1 juli 1996 vervangen door de Anw.

B

BACKSERVICE Verhoging van pensioenaanspraken over achterliggende dienstja-ren bij verhoging van de pensioengrondslag. Deze verhoging van pensioenaanspraken komt voor in eindloonregelingen. Vanwege de kostbaarheid van de affinanciering van de backservice zijn vanaf 2004 veel eindloonregelingen omgezet in een middelloon-regeling.

BACKSERVICEPENSIOENHet deel van het totale pensioen dat betrekking heeft op verstre-ken jaren van deelneming.

Page 19: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

18

B

BACKSERVICERESERVEDe contante waarde van het gedeelte van de backserviceverplich-tingen, dat nog niet is gefinancierd met koopsom- of premiebeta-lingen aan een pensioenfonds of levensverzekeraar.De term ‘backservicereserve’ wordt gebruikt om een bepaalde re-servering op de balans van een onderneming mee aan te duiden.

BACKSERVICEVERPLICHTINGENDe verplichtingen met betrekking tot de backservicepensioenen. In de fiscale sfeer wordt met ‘backserviceverplichtingen’ ook wel dat gedeelte van het totale backservicepensioen bedoeld, dat nog niet met betaling van koopsommen of premies is gefinancierd.Zie ook: backservicereserve.

BALANCED MANDAATIn de traditionele beleggingscategorieën belegd: aandelen en vastrentende waarden.

BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDSEen bedrijfstakpensioenfonds voert een pensioenregeling uit voor één of meer bedrijfstakken. In principe zijn alle werknemers en soms ook een aantal zelfstandigen uit die bedrijfstakken voor hun pensioen verzekerd bij dit bedrijfstakpensioenfonds. Bij een be-drijfstakpensioenfonds zijn in beginsel alle werkgevers aangeslo-ten. Soms zijn die werkgevers volgens een CAO verplicht om zich aan te sluiten, maar meestal zijn ze dit verplicht krachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. In de Vrijstellingsregeling Wet verplichte deelneming in een be-drijfstakpensioenfonds 2000 is een aantal gevallen opgenomen waarin een werkgever zich niet bij het bedrijfstakpensioenfonds hoeft aan te sluiten. Een pensioenfonds kan zich ook vrijwillig aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds. Het bedrijfstakpen-sioenfonds voert één verplichte pensioenregeling uit voor alle werknemers in de bedrijfstak tegen een doorsneepremie.

BEGUNSTIGINGAanwijzing van de gerechtigde op toekomstige uitkeringen van pensioen of levensverzekering.

Page 20: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

19

B

BELANGHEBBENDENORGAANMet de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen is naast de bestaande bestuursmodellen (paritair en gemengd model) een nieuw bestuursmodel geïntroduceerd, namelijk het onafhankelijk bestuur. Het belanghebbendenorgaan is een orgaan van een pensioenfonds met een onafhankelijk bestuur of een onafhan-kelijk gemengd bestuur en is bedoeld om verantwoording aan af te leggen. Het belanghebbendenorgaan komt in de plaats het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad en kent een advi-serende bevoegdheid. Het geven van advies kan desgevraagd, maar ook uit eigen beweging. De belanghebbenden zijn op een zo evenwichtig mogelijke wijze vertegenwoordigd in het orgaan.

BELEGGEN Geld in waardepapieren omzetten met het doel om de waarde te behouden of te vergroten.

BELEGGINGSBELEIDEen pensioenfonds is verplicht om op prudente wijze te beleggen. Het beleggingsbeleid van een pensioenfonds is enerzijds gericht op het zoveel mogelijk uitsluiten van ongewenste beleggingsri-sico’s en anderzijds op het behalen van een zo hoog mogelijk rendement. Bovendien moet de afstemming van beleggingen op de verplichtingen juist zijn: het pensioenfonds moet op het juiste moment aan haar verplichtingen kunnen voldoen. Om optimaal aan deze uitgangspunten te voldoen is een juiste samenstelling van de beleggingsmix noodzakelijk, die met behulp van een ALM-studie kan worden vastgesteld. Zie ook: prudent person.

BELEGGINGSINSTRUCTIEZie: mandaat vermogensbeheer.

BELEGGINGSMIXDe verdeling van beleggingen over verschillende beleggings-categorieën, zoals: aandelen, onroerend goed en vastrentende waarden met een nadere onderverdeling in binnen- en buiten-landse beleggingen en verschillende sub-categorieën binnen de beleggingscategorieën.

Page 21: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

20

B

BELEGGINGSPORTEFEUILLEHet geheel van beleggingen van bijvoorbeeld een particuliere of professionele belegger.

BELEGGINGSRICHTLIJNENZie: mandaat vermogensbeheer.

BELEGGINGSRISICO’SRisico’s verbonden aan het beleggen; de verwachte rendementen kunnen in werkelijkheid hoger of lager uitvallen (‘Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’).

BELEIDSDEKKINGSGRAADDe beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds is de gemid-delde dekkingsgraad van de 12 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling.

BELONINGSBELEIDHet beleid van een pensioenfonds inzake beloningen moet dus-danig worden gevoerd dat het niet aanmoedigt tot het nemen van risico’s die voor het fonds niet aanvaardbaar zijn. In het beleid dienen procedures en maatregelen te worden opgenomen ter voorkoming en beheersing van beloningscomponenten en belo-ningsstructuren die tot het nemen van onaanvaardbare risico’s zouden kunnen leiden. Het fonds dient daarbij zicht te hebben op het beloningsbeleid van een derde partij waaraan werkzaam-heden zijn uitbesteed. Dit inzicht dient bij de keuze voor een derde partij betrokken te worden in de afwegingen.

BENCHMARK (INDEX)Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling als de performance van het belegde vermogen. Een benchmark-index is een mandje van – bijvoorbeeld – een aantal aandelen. In beginsel bepaalt de totale waarde van alle uitstaande aandelen de waarde van een index; fluctuaties in de waarde van de index worden dus veroorzaakt door koersfluctuaties van de in de index opgenomen aandelen. Een bekend voorbeeld van een index die als benchmark wordt gebruikt is de AEX-index.

Page 22: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

21

B

BENCHMARKINGHet vaststellen van resultaten op een objectieve en verifieerbare wijze.

BEPAALD MAN/VROUW/PARTNERSYSTEEMEen systeem voor reservering voor partnerpensioenen, waarbij alleen dan voor partnerpensioen wordt gereserveerd indien de deelnemer daadwerkelijk gehuwd is, een geregistreerd partner-schap is aangegaan, dan wel een partner heeft. Verwerving van aanspraken op partnerpensioen op basis van dit systeem is sinds 1 januari 2001 niet meer toegestaan.

BEREIKBAAR PENSIOENHet pensioen dat een deelnemer zou kunnen behalen, als deze tot de pensioenleeftijd aan de pensioenregeling van zijn werk-gever zou blijven deelnemen. Hierbij wordt verondersteld dat de berekeningsgrondslagen in die periode gelijk blijven.

BEREKENINGSGRONDSLAGDe berekeningsgrondslag is het basisbedrag voor de berekening van het pensioen.

BEROEPSPENSIOENFONDSPensioenfonds voor beoefenaren van een bepaald beroep, onder andere notarissen, huisartsen, apothekers en verloskundigen. Als een beroepspensioenfonds aanwezig is, zijn alle beroepsgenoten verplicht om zich bij dat beroepspensioenfonds aan te sluiten. Het is ook mogelijk dat er geen beroepspensioenfonds is opge-richt, maar dat er een rechtspersoon in het leven is geroepen die er op toeziet dat beroepsgenoten een bepaalde basispensi-oenregeling voor zichzelf treffen bij een levensverzekeraar. Op beroepspensioenregelingen is voor wat betreft de inhoud van een beroepspensioenregeling niet de Pensioenwet van toepassing, maar de Wet verplichte beroepspensioenregeling (voorheen de Wet verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling).

BESCHIKBARE PREMIEDe premie die beschikbaar is en die wordt gebruikt om pensioen-kapitaal op te bouwen.

Page 23: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

22

B

BESCHIKBARE PREMIEREGELINGPensioenregeling waarin de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de krachtens de pensioenregeling beschikbaar gestelde premies en over het totaal hiervan behaalde beleggingsopbreng-sten. Het aldus opgebouwde pensioenkapitaal, verminderd met de kosten van de pensioenregeling, wordt op de pensioendatum omgezet in een recht op periodieke pensioenuitkeringen. Met behulp van actuariële grondslagen en methoden wordt de precie-ze hoogte van het pensioen vastgesteld. Deze regeling wordt ook wel met de Engelse term defined contribution aangeduid.Zie ook: premieovereenkomst.

BESTUURHet bestuur heeft als taak het besturen van het pensioenfonds. De bestuurders en mede-beleidsbepalers dienen er zorg voor te dragen dat alle belanghebbenden zich op een evenwichtige wijze door hen vertegenwoordigd (kunnen) voelen. In de Pensioenwet is vastgelegd dat het dagelijks beleid van een bestuur minimaal door twee natuurlijke personen dient te worden bepaald.Zie ook: bestuurssamenstelling pensioenfonds en vier ogen prin-cipe.

BESTUURSEVALUATIEOp grond van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur dient ieder pensioenfondsbestuur een procedure op te stellen voor periodieke (zelf)evaluatie, hetgeen inhoudt: het evalueren van het functioneren van het pensioenfondsbestuur als collectief alsmede het evalueren van het functioneren van de individuele bestuursleden. Zie ook: Principes voor goed pensioenfondsbestuur.

BESTUURSSAMENSTELLING PENSIOENFONDSDe samenstelling van het bestuur van een pensioenfonds is afhankelijk van het bestuursmodel. Er kan worden gekozen voor een paritair bestuur of een onafhankelijk bestuur. Daarnaast is het mogelijk te kiezen voor de gemengde (ook wel monistische of one-tier) variant van een paritair of onafhankelijk bestuursmodel. Het bestuur kan bestaan uit belanghebbenden, externen of een combinatie hiervan, afhankelijk van de gekozen bestuursvorm.

Page 24: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

23

B

BESTUURSTAKEN PENSIOENFONDS Het bestuur van een pensioenfonds heeft tot taak een pensi-oenovereenkomst uit te voeren op basis van een uitvoerings-overeenkomst of uitvoeringsreglement en stelt in dit kader het pensioenreglement vast, bepaalt de hoogte van de premies en technische voorzieningen, zorgt voor de administratie van aan-spraken, beleggingen en uitkeringen, voert het beleggingsbeleid uit, sluit (her)verzekeringsovereenkomsten af en regelt de dage-lijkse gang van zaken. Het bestuur kan een deel van deze taken delegeren aan anderen (uitbesteden aan derden), maar het blijft zelf eindverantwoordelijk.

BEURSGENOTEERDEffecten die op de beurs verhandelbaar en genoteerd zijn. Zij kennen openbare prijzen en prijsvorming.

BETAEen maatstaf die weergeeft in welke mate het rendement van een aandeel of beleggingsportefeuille kan stijgen of dalen als het rendement van de benchmark (of de markt) stijgt of daalt. Beta kan positief of negatief zijn, de beta van de benchmark is per definitie 1. Bijvoorbeeld: een portefeuille heeft een beta van 0,8. Een stijging van de benchmark (of de markt) met 1% heeft dan een stijging van 0,8% van de portefeuille tot gevolg.

BIJZONDER PARTNERPENSIOENIndien het huwelijk, geregistreerd partnerschap of partnerrela-tie in de zin van de pensioenovereenkomst van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde aan een pensioenregeling eindigt, verkrijgt de gewezen echtgenoot of partner een premievrije aan-spraak op bijzonder partnerpensioen, tenzij expliciet anders is overeengekomen.Zie ook: Wet verevening pensioenrechten bij scheiding en echt-scheiding.

Page 25: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

24

B

BOON/VAN LOON-ARRESTVoor scheidingen die plaatsvonden tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995, waren regels van kracht met betrekking tot pensi-oenen, die voortvloeiden uit dit arrest van de Hoge Raad. De op de scheidingsdatum opgebouwde pensioenaanspraken maakten deel uit van de te scheiden boedel bij echtscheiding en bij ont-binding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Deze zogenaamde verrekening van pensioenaanspraken vond plaats indien al of niet overeengekomen huwelijkse voorwaarden daar-toe aanleiding gaven. Er diende sprake te zijn van enige mate van vermogensgemeenschap. Als gevolg van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is dit arrest van de Hoge Raad (27 november 1981, NJ 1982, 503) niet meer van toepassing voor scheidingen na 1 mei 1995.

BOTTOM UP BELEGGENEen wijze van portefeuille samenstelling waarbij de focus met name ligt op het selecteren van individuele vermogenstitels en waarbij de allocatie over landen en sectoren op de tweede plaats komt. Zie ook: top down beleggen.

BOVENMATIGE PENSIOENREGELINGEen bovenmatige pensioenregeling is een regeling waarbij de fiscale maxima worden overschreden.Zie ook: onzuivere pensioenregeling.

BRUTERINGOmrekening naar een bruto bedrag of uitkering waarbij een (ge-lijkblijvend) netto bedrag of netto uitkering het uitgangspunt is. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de verschul-digde belasting.

BUFFERVRIJVALHet op het moment van uitkering van het pensioen vrijvallen van de over de pensioenverplichtingen aangehouden buffers.

Page 26: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

25

C

BUY AND HOLD BELEGGENBeleggingen worden voor langere tijd in de portefeuille gehou-den, waarbij een afgesproken benchmark van secundair belang is.

C

CAFETARIASYSTEEMSysteem binnen de pensioenregeling waarbij werknemers keuze-vrijheid hebben met betrekking tot verschillende pensioenvormen en pensioenhoogtes. Het cafetariasysteem wordt ook toegepast op de arbeidsvoorwaarden in ruimere zin dan alleen het pensi-oen. Werknemers kunnen binnen een cafetariasysteem verschil-lende beloningscomponenten onderling uitruilen.Zie ook: individualisering (van pensioenregelingen).

CARENZPERIODEDe carenzperiode valt aan het begin van de verzekeringsperiode. Tijdens deze periode hoeft de verzekeraar niet uit te keren indien een bij de aanvang van de verzekering bestaande omstandigheid (zgn. brandend huis) zich voordoet. Het convenant Van Leeuwen heeft invulling gegeven aan de toepassing van de carenzperiode, in die zin dat als gevolg van dit convenant wordt voorkomen dat gehandicapte werknemers geen andere baan durven te accepteren. Voor deze groep van werknemers worden namelijk de wachttijden geschrapt in verzekeringen tegen ziekte bij hun nieuwe baas.

CBSCentraal Bureau voor de Statistiek.

CBS-RENDEMENTHet door het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende maandgemiddelde van het reële rendement op aflosbare staats-leningen.

Page 27: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

26

C

CDC-REGELINGAfkorting van Collectieve DC-regeling ook wel collectieve beschik-bare premieregeling genoemd.

CERTIFICEREND ACTUARISDe certificerend actuaris (ook wel waarmerkend actuaris) is de bevoegde actuaris die voor een pensioenfonds de actuariële staten waarmerkt en een actuarieel verslag opstelt. Hij is geen adviseur van het pensioenfonds, is onafhankelijk en voert geen andere werkzaamheden uit voor het pensioenfonds. Zie ook: adviserend actuaris.

CODE TABAKSBLATDeze commissie heeft een corporate governance code ontwikkeld. Geïnspireerd op deze code hebben onder andere de Pensioenfe-deratie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een soortgelijke code voor pensioenfondsen (Principes voor goed pensioenfondsbestuur) ontwikkeld. Deze principes zijn tevens van toepassing op rechtstreeks verzekerde pensioenregelingen.

CODE PENSIOENFONDSENDe Code Pensioenfondsen is op 1 januari 2014 in werking getre-den ter vervanging van Principes voor goed pensioenfondsbestuur. De Code is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid. Zij hebben door middel van deze Code normen geformuleerd voor een ‘goed pensioenfondsbestuur’. Goed pen-sioenfondsbestuur heeft niet alleen betrekking op besturen, maar ziet op alle organen van het fonds. De Code omvat onder andere thema’s als integraal management, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen.

COLLECTIEF ’93Aanduiding voor een specifieke sterftetafel. Deze sterftetafel is een door de Commissie Referentietarief Collectief (CRC) ontwik-kelde set van sterftegrondslagen die sinds 1994 door verzeke-raars in Nederland wordt aangeboden in offertes voor collectieve pensioencontracten. Het voornaamste kenmerk van de sterfteta-fel is, dat zij is gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de verzekerdensterfte tot 2010, waardoor goed wordt ingespeeld op het langlevenrisico.

Page 28: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

27

C

COLLECTIEF 2003Een door de werkgroep zakelijke markt van het Verbond van Ver-zekeraars ontwikkelde sterftetafel voor collectieve pensioenverze-keringen. Deze opvolger van collectief ’93 is mede gebaseerd op een kortetermijnprognose (2005-2020) en een langetermijnprog-nose (vanaf 2020) van de bevolkingssterfte.

COLLECTIEVE ACTUARIËLE GELIJKWAARDIGHEIDVan collectief actuarieel gelijkwaardig is onder andere sprake indien bij uitruil de ruilvoet op collectief niveau, dus binnen het gehele deelnemersbestand, leidt tot gelijkwaardigheid tussen de pensioenaanspraken die worden ingeruild en de pensioenaan-spraken die daarvoor worden teruggekregen.

COLLECTIEVE BESCHIKBARE PREMIEREGELINGEen pensioensysteem waarbij de werkgever zich er uitsluitend toe verplicht een vaste premie te betalen. Bij collectief beschikbare premieregelingen (ook wel collectieve DC-regelingen genoemd) wordt het risico van een tekort door de pensioendeelnemers gezamenlijk gedragen. De werkgever is niet verantwoordelijk voor het aanvullen van eventuele premie- of dekkingstekorten. Dit risico wordt collectief gedragen door de deelnemers. Het verschil met een individuele beschikbare premieregeling is dat het collec-tieve element bewaard blijft.

COMBINATIEREGELING Een pensioenregeling die uit twee of meer pensioensystemen is samengesteld. Ook wel hybride regeling genaamd. Te denken valt aan een combinatie van eindloon en middelloon of eindloon en beschikbare premie. De verschillende systemen betreffen veelal verschillende salariscomponenten (zoals ploegendienst) of een bepaalde salarisgrens waarboven op basis van een ander pensi-oensysteem pensioen wordt opgebouwd.

Page 29: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

28

C

COMING BACKSERVICENadat een pensioentoezegging is gedaan aan een werknemer, zal het jaarsalaris waarschijnlijk nog toenemen tijdens het verdere dienstverband bij de werkgever. Dit betekent bij eindloonregelin-gen dat het pensioen nog aanzienlijk hoger zal worden. Het kan dan moeilijk worden om de pensioenaanspraken waardevast te houden. Werkgevers mogen volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 onder bepaalde voorwaarden anticiperen op toekomstige waardevastheid van pensioenen. Het pensioen mag namelijk worden gebaseerd op een pensioengrondslag die elk jaar tot de pensioendatum met maximaal 4% samengestelde interest stijgt. Van een dergelijke comingbackserviceregeling wordt in de prak-tijk echter weinig gebruik gemaakt.

COMING SERVICE PENSIOENHet gedeelte van het totale pensioen, dat in toekomstige jaren moet worden opgebouwd op basis van het geldende jaarsalaris. Met toekomstige salarisstijgingen wordt dus geen rekening ge-houden.

COMMISSIE BAKKER De Commissie Bakker (Commissie Arbeidsparticipatie) heeft op 16 juni 2008 advies uitgebracht over maatregelen ter bevorde-ring van de arbeidsparticipatie, alsook over maatregelen die ertoe leiden dat mensen meer uren gaan werken.

COMMISSIE FRIJNS De Commissie Frijns (Commissie Beleggingsbeleid en risico-beheer) heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop het be-leggingsbeleid, het risicobeheer, de (corporate) governance van pensioenfondsen en de uitvoering door pensioenfondsen zich sinds 1990 hebben ontwikkeld in relatie tot de doelstelling en het risicodraagvlak van pensioenfondsen. Het rapport van de Com-missie Frijns, getiteld ‘Pensioen: onzekere zekerheid’ is op 19 januari 2010 gepubliceerd.

Page 30: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

29

C

COMMISSIE GOUDSWAARD De Commissie Goudswaard (Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen) heeft tot taak gekregen het huidige stelsel van aanvullende pensioenen te analyseren op toekomstbestendigheid en oplossingsrichtingen te schetsen die het stelsel beter bestand maken tegen financiële schokken in het licht van de vergrijzing. Het rapport van de Commissie Gouds-waard, getiteld ‘Een sterke tweede pijler’ is op 27 januari 2010 gepubliceerd.

COMMODITIESVrij vertaald: grondstoffen. Commodities zijn ruwe basismateria-len die worden gebruikt bij het produceren van goederen, zoals olie, ruwe metalen, katoen, koffie, etc. De waarde van een com-modity wordt vrijwel in zijn geheel bepaald door vraag en aanbod.

COMPLIANCE OFFICEREen onafhankelijke (interne) toezichthouder die onder andere (actief) toetst of de gedragscode en/of wettelijke regelingen met betrekking tot de koersgevoelige informatie en privé effecten-transacties worden nageleefd. Daarnaast is de compliance officer bij pensioenfondsen betrokken bij de naleving van het integri-teits- en compliancebeleid. Het bestuur van een pensioenfonds kan de compliance officer ook andere rollen toebedelen, zoals de rol van vertrouwenspersoon. De compliance officer heeft een signalerende en corrigerende functie.

CONSISTENTIE Ook wel ‘een consistent geheel’ genoemd. Bij voorwaardelijke toeslagverlening dient er sprake te zijn van een consistent geheel tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en de realisa-tie van voorwaardelijke toeslagen.

Page 31: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

30

C

CONSISTENTIETOETSEen pensioenfonds is conform de Pensioenwet consistent wan-neer op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van het vereist eigen vermogen over een periode van 15 jaar een toeslag-verlening wordt verwacht die in voldoende mate aansluit bij de toeslagambitie en indien, naar verwachting, het herstelvermogen voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van 15 jaar op het vereist eigen vermogen te brengen. Op grond van de Wet aanpassing Financieel Toetingskader zijn met ingang van 1 januari 2015 de consistentietoets en de continuïteitsanalyse vervangen door een haalbaarheidstoets.

CONTANTE RENTEKORTINGEenmalige verrekening van overrente die de verzekeraar krijgt op beleggingen. De verrekening is niet gebaseerd op het rendement dat een verzekeraar feitelijk heeft behaald, maar op het fictieve rendement van een pakket staatsleningen. UL-korting is een vorm van een dergelijke eenmalige verrekening.

CONTANTE WAARDEHet bedrag dat op dit moment nodig is om in de toekomst een of meer betalingen te kunnen verrichten, waarbij rekening is ge-houden met rente en – als het gaat om uitkeringen op basis van levensverzekeringen – met actuariële grondslagen.

CONTINUÏTEITSANALYSEAnalyse in het kader van het FTK waarbij de financiële opzet en positie van het pensioenfonds voor de lange termijn werd beoor-deeld. Op grond van de Wet aanpassing Financieel Toetingskader is met ingang van 1 januari 2015 de consistentietoets en de continuïteitsanalyse vervangen door een haalbaarheidstoets. Met de haalbaarheidstoets moet een pensioenfonds bij aanvang van een pensioencontract aantonen dat met de gekozen financiële opzet het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau aansluit bij de gewekte verwachtingen over de pensioenambitie.

CONVENANT VAN LEEUWENZie: carenzperiode.

Page 32: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

31

C

CONVERSIEOmzetting van pensioenaanspraken in andere pensioenaanspra-ken. Conversie kan bijvoorbeeld plaatsvinden na het maken van een keuze tussen partnerpensioen en een hoger of eerder in-gaand ouderdomspensioen. Op grond van de Pensioenwet dienen conversies per 1 januari 2002 op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid plaats te vinden. Voor conversies in beschik-bare premieregelingen is dit voorschrift van collectieve actuariële gelijkwaardigheid per 1 januari 2005 gaan gelden. Dit voorschrift is niet van toepassing op de conversie zoals bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Bij deze vorm van conversie wijzigt naast de aard van de pensioenaanspraken, ook de persoon van de verzekerde. Daarbij wordt de contante waarde van de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd en de contante waarde van het bijzonder partner-pensioen omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-geregistreerde partner of ex-echtgenote.

COÖRDINATIEORGAAN SAMENWERKENDE OUDERENORGANISATIES (CSO)Het CSO is het orgaan waar de georganiseerde pensioengerech-tigden in zijn verenigd.

CORE-SATELLITE Het opbouwen van een beleggingsportefeuille met als basis een kern (core) portefeuille, bestaande uit beleggingen die de vermogensbeheerder met een laag risico ten opzichte van de benchmark beheert. Met daar aan toegevoegd satelliet (satellite) portefeuilles met beleggingen die door de vermogensbeheerder met een hoger risico ten opzichte van de benchmark worden be-heerd. De kern zorgt in deze opbouw voor relatief lage risico’s en lage kosten, zodat aan de satelliet portefeuilles meer risico kan worden toebedeeld en er meer aandacht kan worden besteed aan kansen op outperformance. De kans op een grotere under-performance is echter ook mogelijk.

Page 33: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

32

C

CORRELATIEEen maatstaf die weergeeft wat de mate van samenhang is tus-sen het rendement van twee variabelen (bijvoorbeeld aandelen of obligaties). De correlatie kan een waarde aannemen tussen minus 1 en plus 1. Een negatieve correlatie tussen twee aande-len betekent dat, als het rendement van één aandeel stijgt, het rendement van het andere aandeel daalt. Een correlatie van 0 geeft aan dat er geen samenhang is tussen twee variabelen.

CONSUMENTENPRIJSINDEX (CPI)Het CPI wordt maandelijks berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze meet de gemiddelde prijsverandering in de loop der tijd van goederen en diensten die huishoudens voor hun levensonderhoud aanschaffen. Naast het CPI wordt tevens het CPI Afgeleid berekend. Dit is de consumen-tenprijsindex waarin het prijseffect van indirecte belastingen en subsidies is geëlimineerd.

CPIAfkorting van consumentenprijsindex.

CREDITSEngelse benaming voor bedrijfsobligaties. Verzamelnaam voor vastrentende beleggingen die uitgegeven worden door bedrijven met uiteenlopende kredietwaardigheid (kredietrating).

CSOAfkorting van Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorgani-saties.

CUSTODYDe bewaarneming van effecten. Waar op een bankrekening geldbedragen worden geadministreerd, worden door een effec-tenbewaarder (custodian) de fysieke stukken, zoals aandelen en obligaties bewaard.

Page 34: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

33

D

D

DAGELIJKS BESTUURHet (deel van het) bestuur dat verantwoordelijk is voor de uitvoe-ring van het dagelijks beleid.Zie ook: bestuur, algemeen bestuur en one tier board.

DBAfkorting van Defined Benefit.

DCAfkorting van Defined Contribution.

DEELNEMERDe Pensioenwet definieert een deelnemer als een werknemer of een gewezen werknemer die op grond van een pensioenovereen-komst pensioenaanspraken verwerft jegens de pensioenuitvoer-der. Een dergelijke pensioenregeling kan worden uitgevoerd door een pensioenfonds, een premiepensioeninstelling, een levensver-zekeraar of een buitenlandse pensioeninstelling of verzekeraar met vergunning.

DEELNEMERSJARENDe jaren die een werknemer heeft doorgebracht als deelnemer aan een pensioenregeling. Dit zijn de dienstjaren die meetellen voor de opbouw van pensioen.

DEELNEMERSRAADDe deelnemersraad was een orgaan binnen een pensioenfonds, dat adviserende bevoegdheden had ten opzichte van het bestuur van dat pensioenfonds. Met de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is de deelnemersraad vervangen door het verantwoordingsorgaan.

DEELNEMINGSJARENOnder deelnemingsjaren wordt het totaal aantal jaren verstaan waarover pensioen is opgebouwd.

Page 35: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

34

D

DEELTIJDPENSIOENEen vorm van (vervroegde) pensionering waarbij de werknemer voor een gedeelte de werkzaamheid staakt onder gelijktijdige ingang van een gedeelte van het pensioen en voor een gedeelte blijft werken en pensioen blijft opbouwen.

DEFINED BENEFIT (DB)Pensioenregeling waarbij de hoogte van de uitkering van het pensioen vaststaat en de pensioenpremies niet vaststaan.Zie ook: salaris/diensttijdregeling.

DEFINED CONTRIBUTION (DC)Zie: beschikbare premieregeling.

DEGRESSIEVE PENSIOENOPBOUWStaatssecretaris Klijnsma heeft in de hoofdlijnennotitie ‘toekomst-bestendig pensioenstelsel’ van 6 juli 2015 degressieve opbouw als alternatief voor de doorsneepremie genoemd. Bij degressieve opbouw betalen alle werknemers binnen een pensioenregeling dezelfde premie. Dit heeft als gevolg dat de opbouw van de pen-sioenaanspraak afneemt naarmate de leeftijd stijgt.

DEKKINGSGRAADDe verhouding tussen het vermogen inzake de bij een pensioen-fonds ondergebrachte pensioenregeling of pensioenregelingen en de technische voorzieningen van een pensioenfonds.

DEKKINGSTEKORTSituatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toe-reikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen en het minimaal vereist eigen vermogen te dekken. Dit wordt ook wel onderdekking genoemd.

DEMOTIEVerplaatsing van een hogere functie naar een lagere functie (het omgekeerde van promotie), welke een verlaging van het salaris met zich mee kan brengen. Onder voorwaarden is het fiscaal gezien mogelijk om op basis van het salaris voorafgaande aan de demotie pensioen te blijven opbouwen.

Page 36: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

35

D

DE NEDERLANDSCHE BANK Ook wel DNB genoemd. Orgaan dat (prudentieel en materieel) toezicht houdt op financiële instellingen. Na de fusie in 2004 van DNB met de Pensioen- & Verzekeringskamer vallen hier ook pensioenfondsen en verzekeraars onder. Het gedragstoezicht wordt uitgevoerd door de Autoriteit Financiële Markten. Het toe-zicht op verzekeraars is in hoofdzaak geregeld in de Wet op het financieel toezicht, terwijl in de Pensioenwet ook het toezicht op pensioenfondsen is geregeld. Tevens zijn bepalingen betreffende het toezicht terug te vinden in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroeps-pensioenregeling. DNB houdt ook toezicht op pensioenregelingen die door een werkgever rechtstreeks bij een verzekeraar worden ondergebracht.

DERIVATENAfgeleide financiële instrumenten, dat wil zeggen financiële con-tracten, waarvan de waarde wordt afgeleid van een onderliggen-de waarde (bijvoorbeeld een aandeel), een referentieprijs of een index (bijv. de AEX-index). De bekendste vormen van derivaten zijn opties, futures contracten en forward contracten.

DETACHERINGHet verrichten van tijdelijke werkzaamheden bij een onderne-ming, voor rekening van een andere onderneming waardoor de werknemer is uitgezonden.

DGAAfkorting van directeur-grootaandeelhouder.

DIENSTJARENSTELSELEen term die wordt gebruikt bij de nadere typering van een eind-loonregeling. Bij salarisverhogingen worden in eindloonregelingen ook hogere pensioenaanspraken over voorgaande jaren gegeven. In een dienstjarenstelsel worden deze hogere aanspraken alleen verleend over de jaren waarin de werknemer deelnemer was aan de pensioenregeling en dus over de jaren waarin de deelnemer in dienst was van dezelfde werkgever. In een levensjarenstelsel tellen echter alle jaren vanaf een bepaalde leeftijd mee, ook de

Page 37: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

36

D

jaren waarin de werknemer geen deelnemer was aan de pensi-oenregeling.

DIRECT RENDEMENTDe jaarlijkse contante opbrengsten op effecten. Bij aandelen: di-videndrendement; bij vastrentende waarden: couponrendement.

DIRECTE DISCRIMINATIE Onder directe discriminatie wordt verstaan: (het gebruik van) bepalingen in een pensioenregeling, die rechtstreeks verwijzen naar een voor de betreffende persoon geldend kenmerk (bijvoor-beeld geslacht, leeftijd of burgerlijke staat) of onlosmakelijk daar-mee verbonden eigenschappen, waardoor de ene persoon wordt benadeeld ten opzichte van de andere.Zie ook: indirecte discriminatie en objectieve rechtvaardigings-gronden.

DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)In de Pensioenwet wordt een directeur-grootaandeelhouder om-schreven als de houder (direct of indirect) van aandelen waarvan van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal van de vennoot-schap van de werkgever vertegenwoordigen of een houder van certificaten van aandelen die zijn uitgegeven door tussenkomst van een administratiekantoor waarvan hij voor ten minste 10% in het bestuur vertegenwoordigd is, die ten minste 10% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. De pensioentoezegging kan dan in eigen beheer worden gehouden. Een pensioentoezegging voor een directeur-grootaandeelhouder die op of na 1 januari 2007 wordt gedaan valt niet onder de Pensioenwet. Voor de op 31 december 2006 bestaande pensi-oentoezeggingen gold in 2007 overgangsrecht op grond waarvan een keuze kan zijn gemaakt om toch als ‘gewone’ werknemer in de pensioenregeling van de werkgever te zijn opgenomen. Met ingang van 1 juli 2017 kan geen pensioen meer worden opge-bouwd in eigen beheer.

DIRECTIEPENSIOENLICHAAMPensioenstichting of pensioen-bv die is onderworpen aan belas-tingheffing krachtens de Wet op de vennootschapsbelasting.

Page 38: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

37

D

DISPENSATIEZie: vrijstelling van deelneming.

DISCONTERINGSVOETZie: rekenrente.

DIVERSIFICATIEDiversificatie betekent feitelijk het spreiden van risico’s. Met het spreiden van risico’s kan de efficiëntie van een beleggingsporte-feuille worden vergroot. Dit betekent dat het risico daalt en/of het verwachte rendement toeneemt. Voorwaarde is dat de correlatie tussen verschillende beleggingscategorieën niet gelijk is aan één.

DIVERSITEITAlle aspecten waarop mensen van elkaar kunnen verschillen. In het jaarverslag van een pensioenfonds dient te worden opgeno-men hoe het bestuur en het verantwoordingsorgaan zijn samen-gesteld qua leeftijd en geslacht. Daarnaast zal moeten worden aangegeven op welke wijze de diversiteit binnen de organen van het pensioenfonds is of wordt bevorderd.

DIVIDENDGedeelte van de winst dat door een bedrijf wordt uitgekeerd aan haar aandeelhouders.

DNBAfkorting van De Nederlandsche Bank N.V.

DNB RAPPORTAGEEen kwartaalrapportage bedoeld om DNB informatie te ver-schaffen over het belegd vermogen van een pensioenfonds. De kwartaalrapportages zijn een aanvulling op de bestaande ver-slagstaten die betrekking hebben op een geheel boekjaar. In de kwartaalrapportages ligt de nadruk op de economische posities van de beleggingsportefeuille.

DOELVERMOGENDe voorziening die aanwezig moet zijn om op de pensioendatum aan de pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.

Page 39: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

38

D

DOORSNEEPREMIEVoor alle deelnemers aan een pensioenregeling is deze premie een gelijk percentage van het salaris of van de pensioengrond-slag. Bij de berekening van dit percentage wordt het totaal van individueel berekende pensioenkosten van de deelnemers uitgedrukt als een percentage van de totale loonsom of als een percentage van de som van alle pensioengrondslagen. Iedereen betaalt dit percentage als pensioenpremie, waardoor geslacht, leeftijd en burgerlijke staat geen rol meer spelen. De term ‘door-sneepremie’ wordt alleen gebruikt bij de financiering van collec-tieve pensioenregelingen. Daarbij is het trouwens ook mogelijk om de doorsneepremie niet als percentage te berekenen, maar als een vast bedrag dat iedereen betaalt. Ook wordt soms een doorsneepremie vastgesteld voor een deel van de pensioenrege-ling (bijvoorbeeld voor wezenpensioen of arbeidsongeschiktheid-spensioen).

DOORSNEESYSTEMATIEKIn de doorsneesystematiek is zowel de opbouw als de premie leeftijdsonafhankelijk, waardoor gesteld kan worden dat jongere deelnemers te veel, en oudere deelnemers te weinig betalen voor hun pensioenopbouw. Een mogelijk alternatief voor de doorsneesystematiek is de-gressieve pensioenopbouw, een systematiek waarin de premie leeftijdsonafhankelijk blijft, maar de opbouw leeftijdsafhankelijk wordt en lager wordt naar mate de leeftijd hoger is. Daarmee kan een actuarieel faire premiesystematiek worden gerealiseerd.

DREMPELPERIODEDe drempelperiode is de periode waarin een werknemer moet wachten om deel te kunnen nemen aan een pensioenregeling. Mits de werknemer na de drempelperiode nog in dienst is, wor-den met terugwerkende kracht pensioenaanspraken verworven. Gewoonlijk bedraagt deze periode twee maanden.Zie ook: wachttijd en carenzperiode.

DURATIONHiermee wordt de koersgevoeligheid van een bepaalde obligatie voor veranderingen in de rentestand aangegeven. Een (modified)

Page 40: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

39

E

duration van 5 voor vastrentende waarden geeft aan dat bij een stijging (c.q. daling) van de rentestand met 1%-punt, de koers van de vastrentende waarden met 5%-punten daalt (c.q. stijgt).

DUURZAAM BELEGGENOok wel maatschappelijk verantwoord beleggen genoemd. Dit is een vorm van beleggen waarbij de investeerder de gevolgen voor mens en milieu laat meewegen.

DYNAMISCH PREMIESYSTEEMMethode om premies te berekenen voor een pensioenfonds waarbij gebruik wordt gemaakt van een 35-jarige prognose. In deze prognose zijn veronderstellingen opgenomen over de ont-wikkeling die een pensioenfonds zal doormaken. Hierbij gaat het onder andere om de aantallen actieve deelnemers, slapers en pensioengerechtigden, de kansen om van de ene groep naar de ander over te gaan, loonontwikkeling, loopbaanverloop, toeslagen en marktrente.

E

ECHTSCHEIDINGZie: Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (voor scheidingen na 1 mei 1995 of – onder bepaalde voorwaarden – vóór 27 novem-ber 1981) en Boon/Van Loon-arrest (voor overige scheidingen).

EFFECTENTYPISCH GEDRAGSTOEZICHTToezicht door de Autoriteit Financiële Markten op integer gedrag op de effectenmarkten. Een goede werking van de markt en het vertrouwen in de financiële markt staan hierbij voorop. De effec-tentypische gedragsregels zijn direct afgeleid van het bestaande gedragstoezicht op effecteninstellingen en zijn opgenomen in wet- en regelgeving. De Autoriteit Financiële Markten is, in ver-band met uitbreiding van het effectentypisch gedragstoezicht naar alle financiële instellingen die actief zijn op de effecten-markten, vanaf 1 december 2003 belast met het uitoefenen van het effectentypisch gedragstoezicht op verzekeraars, pensioen-fondsen, beleggingsinstellingen, kredietinstellingen die niet het

Page 41: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

40

E

effectenbedrijf uitoefenen en financiële instellingen in de zin van de Wet toezicht kredietwezen 1992 voor zover die actief zijn op de effectenmarkten. Per 1 januari 2007 is het wettelijk kader rond het effectentypisch gedragstoezicht voor pensioenfondsen gewijzigd in verband met de invoering van de Wet op het finan-cieel toezicht (Wft) waarin onder andere dit specifieke toezicht is opgenomen. Vanaf deze datum geldt het effectentypisch ge-dragstoezicht ook voor pensioenfondsen waarvan de beleggings-transacties de grens van € 20 miljoen niet te boven gaan. Zie ook: gedragstoezicht.

EGALISATIERESERVEReserve om tot een gelijkmatige verdeling te komen van kosten en lasten. Ondernemingen mogen deze reserve op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001 vormen aan de passiefzijde van de fiscale balans. Bekend is de ‘egalisatiereserve VUT’, die gevormd mag worden indien het vaste voornemen aanwezig is om op een bepaald tijdstip VUT-uitkeringen te doen. Zie ook: VUT-resolutie.

EIGEN BEHEERUitvoering van een pensioenregeling door een pensioenfonds dat zijn verplichtingen niet (volledig) heeft herverzekerd. Over het algemeen kiezen pensioenfondsen slechts voor herverzekering in geval van onaanvaardbare risico’s van overlijden (relatief hoge risicokapitalen) en arbeidsongeschiktheid. Op grond van de Pensioenwet mag een pensioenfonds slechts eigen beheer voe-ren, als uit de actuariële en bedrijfstechnische nota blijkt dat het pensioenfonds voldoet aan de eisen die de Pensioenwet stelt aan deze nota en het pensioenfonds voldoet aan de eisen die gesteld zijn aan de financiële opzet in relatie tot het draagvlak van het pensioenfonds. In fiscale zin wordt van eigen beheer gesproken wanneer een onderneming op de balans een voorziening heeft voor een individuele pensioentoezegging.

Deze term kan ook betrekking hebben op het niet (volledig) voldoen door de werkgever aan de onderbrengingsplicht. Dit is verboden op grond van de PW.

Page 42: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

41

E

EIGEN BEHOUDHet deel van de contante waarde van een verondersteld ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen, dat altijd in eigen beheer van het desbetreffende pensioenfonds wordt gehouden. Per deelnemer geldt hiervoor een vast bedrag.

EINDLOONREGELINGPensioenregeling waarin de hoogte van het (behaalbare) ouder-domspensioen afhangt van het salaris dat de deelnemer direct voorafgaand aan de pensioendatum verdient en het aantal deel-nemingsjaren.Zie ook: gemitigeerde eindloonregeling.

EINDTERMENDe eisen waaraan een bestuurder van een pensioenfonds aan moet voldoen. Deze eindtermen zijn opgenomen in de Handrei-king geschikt pensioenfondsbestuur (opgesteld door de Pensi-oenfederatie).Zie ook: geschiktheid.

(E)IORPAfkorting van (European) Institution for Occupational Retirement Provisions. Zie ook: IORP-richtlijn.

EMDAfkorting van Emerging markets debt.

EMERGING MARKETSLetterlijke vertaling: opkomende markten. Hiermee worden finan-ciële markten aangeduid van ontwikkelingslanden. Deze markten worden vaak gekarakteriseerd door de snelle maar ook onstabiele economische groei. Een belegging in een emerging market wordt vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen en economische instabiliteit. Het risico, maar ook het verwachte rendement van een dergelijke belegging is daarom hoger dan van een belegging in ontwikkelde landen.

Page 43: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

42

E

EMERGING MARKETS DEBT (EMD)Obligaties uitgegeven door bedrijven of overheden in opkomende markten. Het verwachte rendement op en het risico van dergelij-ke leningen is hoger dan op credits en staatsleningen in ontwik-kelde landen. Zie ook: high yield obligaties.

EN BLOC CLAUSULEClausule waarin de verzekeraar zich het recht voorbehoudt de premie en/of de geldende voorwaarden in zijn geheel dan wel groepsgewijs te wijzigen.

ERVARINGSSTERFTEUit onderzoeken blijkt dat sterfte onder collectief verzekerden bij pensioenfondsen en levensverzekeraars lager ligt dan de bevolkingssterfte. Dit effect is sterker naar mate het verzekerde pensioenbedrag hoger is. Om hiermee rekening te houden bij het maken van berekeningen kan een pensioenfonds de ‘ervarings-sterfte’ vaststellen: de in pensioenbedragen gemeten verhouding tussen bevolkingssterfte en waargenomen sterfte in het pensi-oenfonds.

EUROWettig betaalmiddel vanaf 1 januari 2002 in Duitsland, Ierland, Nederland, Griekenland, Finland, Luxemburg, Oostenrijk, Frank-rijk, België, Italië, Portugal en Spanje. In Slovenië wordt per 1 januari 2007 met de euro betaald. Sinds 1 januari 2008 zijn Cyprus en Malta ook tot de eurolanden toegetreden. Per 1 janu-ari 2009 en per 1 januari 2011 zijn ook respectievelijk Slowakije en Estland toegetreden tot de eurolanden. Op 1 januari 2014 trad Letland als tweede Baltische land tot de eurolanden toe en op 1 januari 2015 volgde Litouwen als derde en laatste land van de de drie Baltische staten.

EUROPESE PENSIOENFONDSENRICHTLIJNZie: IORP-richtlijn.

Page 44: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

43

E

EX-ANTE BEPAALDE MAATSTAFMaatstaf die wordt gebruikt voor de toekenning van toeslag. Deze maatstaf is vastgelegd in het toeslagbeleid (vooraf), in tegenstel-ling tot een ex-post bepaalde maatstaf die tijdens het besluit tot toeslagverlening wordt bepaald (achteraf). In de praktijk worden de looninflatie (loonindex) en de prijsinflatie (consumentenprijsin-dex) het meest als ex-ante bepaalde maatstaf gehanteerd.

EX PATRIATES (EXPATS)Werknemers die voor kortere of langere tijd naar een buitenland-se vestiging worden uitgezonden. Van zulke werknemers wordt verondersteld dat zij na hun werkzaamheden in het buitenland weer naar Nederland terugkeren.

EXCEDENTREGELINGPensioenregeling waarmee extra pensioenaanspraken kunnen worden verworven die bovenop pensioenaanspraken uit een basisregeling komen, waarbij de twee pensioenregelingen be-trekking hebben op hetzelfde dienstverband. Excedentregelingen kunnen bijvoorbeeld een pensioenregeling van een bedrijfstak-pensioenfonds aanvullen, wanneer binnen dat bedrijfstakpensi-oenfonds slechts tot een bepaalde salarisgrens opbouw mogelijk is.

EXITKORTINGVerlaging van de waarde van premievrije pensioenen, die door sommige levensverzekeraars wordt toegepast als een werkgever de uitvoeringsovereenkomst met die levensverzekeraar beëindigt. De korting bedraagt meestal 0,5% voor elk toekomstig jaar tot de pensioendatum met een maximum van 10%. De korting wordt veelal beschouwd als een ‘boete’ voor de beëindiging van het contract. In de Pensioenwet is een bepaling opgenomen die moet voorkomen dat een dergelijke ‘boete’ in de uitvoeringsovereen-komst wordt opgenomen.

Page 45: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

44

F

EXITVOORWAARDENAls gevolg van de invoering van de Veegwet moet ieder collectief pensioencontract de mogelijkheid bieden om bij het einde van het contract de liggende reserve mee te nemen naar een nieuwe pensioenuitvoerder. Het beoogde effect hiervan is, dat pensioen-uitvoerders niet langer een collectieve waardeoverdracht kunnen uitsluiten in de uitvoeringsovereenkomst. De clausule met de exitvoorwaarden diende voor alle nieuwe én lopende verzeke-ringscontracten uiterlijk per 1 januari 2009 in de uitvoeringsover-eenkomst te zijn aangepast.

EXTERNE WAARDEOVERDRACHTZie: waardeoverdracht.

F

FACTOR AZie: a-factor.

FAS 87Afkorting van Financial Accounting Standards paragraaf 87.

FICTIEVE DEELNEMERSJARENDe periode die bij de berekening van het pensioen in aanmerking wordt genomen, maar gedurende welke een persoon niet bij de betreffende werkgever in dienst was. Bij de berekening van een partnerpensioen wordt bijvoorbeeld uitgegaan van de behaalbare in plaats van de werkelijk behaalde deelnemersjaren. Ook bij de overgang naar een ander pensioensysteem worden wel fictieve deelnemersjaren toegekend.

FIDUCIAIR CONSULTINGDienstverlening die bestaat uit onderliggende deelservices aange-boden door een onafhankelijke consultant. Het is een samenwer-kingsverband waarbij kennis en kunde van de consultant in de huidige organisatie wordt ingebracht (in sourcing). De organisatie doet alle besluitvorming. De consultant adviseert en ondersteunt hierin. Componenten van dienstverlening kunnen zijn: onder-

Page 46: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

45

F

steuning bij de formulering van het strategische beleggingsbeleid, ondersteuning bij implementatie van de beleggingsportefeuille, rapportering en monitoring, deelname aan de beleggingscommis-sie en risicomanagement.

FIDUCIAIR MANAGEMENTDienstverlening die bestaat uit onderliggende deelservices aan-geboden door vermogensbeheerders. Aan fiduciair management wordt in de praktijk op verschillende wijze invulling gegeven. Hierbij kan gedacht worden aan de bundeling van strategische advisering, portefeuillemanagement, integrale rapportering, risi-comanagement en client servicing. Het is een vorm van uitbeste-ding waarbij de fiduciaire manager handelt binnen een mandaat.

FINAL-PAY REGELINGZie: eindloonregeling.

FINANCIAL ACCOUNTING STANDARDS (FAS)Richtlijnen die worden vastgesteld door de Financial Accounting Standards Board (FASB) in de Verenigde Staten. Paragraaf 87 van de FAS bevat voorschriften op het gebied van de verwerking van pensioenkosten in de jaarrekening van ondernemingen. FAS 87 is van belang voor (Nederlandse dochtermaatschappijen van) concerns die in de VS een beursnotering hebben. Op grond van FAS 87 moet een vergelijking worden gemaakt tussen de pensioenpremies die in een boekjaar werkelijk zijn betaald, en de pensioenkosten die aan datzelfde boekjaar zijn toe te reke-nen volgens een bepaalde standaardmethode uit FAS 87. In die standaardmethode worden pensioenkosten gelijkmatig verdeeld over de gehele diensttijd van alle deelnemers, waarbij rekening wordt gehouden met aannames over toekomstige loonontwikke-ling, uittredings- en sterftekansen, enzovoort. Indien volgens de standaardmethode sprake is van vooruitbetaalde kosten, moeten deze op de balans van de onderneming worden geactiveerd. Aan de passiefzijde van de balans moet bovendien een voorziening worden gevormd, als reeds verkregen pensioenaanspraken niet voldoende door de activa van het pensioenfonds worden gedekt.

Page 47: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

46

F

FINANCIEEL TOETSINGSKADER (FTK)Benaming van het nieuwe toezichtregime dat per 1 januari 2007 van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen. Dit toezichtregime is verankerd in de Pen-sioenwet.Zie ook: nieuw Financieel Toetsingskader

FINANCIERING De wijze waarop de kosten van een pensioen- of VUT-regeling aan de hand van een financieringssysteem worden gespreid in de tijd.

FINANCIERINGSOVEREENKOMSTZie: uitvoeringsovereenkomst.

FINANCIERINGSSYSTEEMZie: kapitaaldekkingsstelsel en omslagstelsel.

FISCALE BOVENMATIGHEID VAN EEN PENSIOENREGELINGVan fiscale bovenmatigheid is sprake, indien de pensioenregeling het wettelijk kader van artikel 18 tot en met 18h van de Wet op de loonbelasting 1964 te boven gaat, behalve indien de oorzaak van bovenmatigheid is gelegen in waardeoverdracht, uitruil, het verlenen van toeslagen of variatie in de hoogte van de uitkering (hoog-laag constructie). Indien hier geen sprake van is, wordt ook wel gesproken van een onzuivere pensioenregeling.

FISCALE MARKTRENTEDeze rentehoogte wordt geacht de rentestand op de kapitaal-markt te weerspiegelen. De hoogte wordt afgeleid uit de rente die op de kapitaalmarkt voor obligaties geldt. De fiscale marktrente wordt toegepast wanneer de marktrente ten grondslag ligt aan de berekening van de contante waarde van te passiveren verplichtin-gen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om backservicepassivering of om de contante waarde van verschuldigde inhaalpremies.

Page 48: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

47

F

FLEXIBELE PENSIONERINGVan flexibele pensionering is sprake wanneer een pensioenrege-ling aan deelnemers de mogelijkheid biedt om – binnen bepaalde grenzen – zelf de pensioeningangsdatum te kiezen.Zie ook: vervroeging en uitstel.

FLEXIBILISERINGZie: individualisering.

FONDS VOORHEFFING PENSIOENVERZEKERINGZie: Stichting FVP en FVP-regeling.

FORWARD CONTRACTEen contract dat de verplichting schept om een bepaald goed te kopen of te verkopen voor een afgesproken prijs op een af-gesproken tijdstip. Een forward contract wordt direct afgesloten tussen twee partijen zonder tussenkomst van een beurs.

FRANCHISE In veel pensioenregelingen is een bepaald drempelbedrag opge-nomen, waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt. Dit bedrag krijgt de naam ‘franchise’. De hoogte van de franchise is veelal afgeleid uit de hoogte van AOW-uitkeringen. Het is ook mogelijk om de hoogte van de franchise af te leiden uit het wettelijk mi-nimumloon of te baseren op een (in de CAO omschreven) vast bedrag dat jaarlijks wordt geïndexeerd.

FRS 17 Financial Reporting Standard 17 “Retirement Benefits”; dit is de Engelse implementatie van IAS 19. Het belangrijkste verschil met FAS 87 en IAS 19 is dat de winsten en/of verliezen in enig jaar direct in de balans van de onderneming worden opgenomen.

FTKAfkorting van financieel toetsingskader.

FUNDS OF FUNDSBeleggingsfondsen die op hun beurt in meerdere andere beleg-gingsfondsen beleggen.

Page 49: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

48

G

FUTURES CONTRACTEen contract dat de verplichting schept om op een afgesproken tijdstip een bepaald goed te kopen of te verkopen tegen een afgesproken prijs. Deze prijs wordt periodiek aangepast om de marktwaarde van het contract op nul te houden. In tegenstelling tot een forward contract, wordt een futures contract verhandeld op de beurs.

FVP Afkorting van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverze-kering.

FVP-REGELINGDeze regeling stelde onvrijwillig werkloze werknemers in staat om hun pensioenregeling tijdens de werkloosheidsperiode voort te zetten. De regeling is met ingang van 1 januari 2011 beëindigd.

G

GEDRAGSCODESchriftelijk stuk waarin regels en richtlijnen worden gegeven ter voorkoming van belangenconflicten tussen het zakelijk belang en de privé-belangen van betrokkenen en van misbruik van vertrouwelijke informatie. Pensioenfondsen dienen verplicht – rekening houdend met het bepaalde in de Pensioenwet en de daarop gebaseerde wet- en regelgeving – een gedragscode voor de bestuursleden en overige verbonden personen van het pensi-oenfonds op te stellen. Zie ook: effectentypisch gedragstoezicht, insider en verbonden persoon.

GEDRAGSTOEZICHTToezicht gericht op het bevorderen van een ordelijk en transpa-rant marktproces, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en in dat verband bescherming van de consument (transparantie, voorlichting). Kernonderdelen zijn aspecten als het toezicht op de organisatie van effectenmarkten, het effectentypisch gedragstoe-zicht en het toezicht informatievoorziening aan en advisering van de consument. De Autoriteit Financiële Markten voert in hoofd-zaak het gedragstoezicht uit.

Page 50: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

49

G

GEMENGD BESTUUREen monistische bestuursvorm (ook wel gemengd model ge-noemd) waarbij binnen het bestuursorgaan onderscheid wordt gemaakt tussen bestuurders die zijn belast met de uitvoerende werkzaamheden (dagelijks bestuur) en bestuurders die zijn be-last met het toezicht op die werkzaamheden (algemeen bestuur). Het toezicht wordt in dit – uit het Angelsaksische recht afkomsti-ge – stelsel vormgegeven binnen één bestuursorgaan. Er is dus geen afzonderlijk toezichthoudend orgaan. Het gemengd model is met de invoering van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen mogelijk voor het paritair gemengd mo-del, het onafhankelijk gemengd model en het omgekeerd gemengd model. Kenmerkend voor een gemengd model is dat het intern toezicht wordt uitgeoefend door de niet-uitvoerende bestuurders die naast de uitvoerende bestuurders deel uit maken van het pensioenfondsbestuur.

GEMIDDELD SALARISPENSIOENREGELINGZie: middelloonregeling.

GEMITIGEERDE EINDLOONREGELINGEindloonregeling waarbij de hoogte van het ouderdomspensioen niet louter afhankelijk is van het laatst verdiende pensioensalaris. Bij de berekening van de pensioenhoogte kan het carrière-ele-ment in het salaris tijdens de jaren kort vóór de pensioendatum buiten beschouwing worden gelaten. Ook is het mogelijk om de hoogte van het pensioen te baseren op de gemiddelde pensi-oengrondslag van de laatste paar jaar die aan de pensioendatum voorafgaan. Een gemitigeerde eindloonregeling kan in strijd zijn met het verbod op leeftijdsdiscriminatie.

GEMOEDSBEZWAARDEEen persoon die gemoedsbezwaren heeft tegen elke vorm van verzekering en dus zichzelf, noch iemand anders, noch zijn eigendommen wenst te verzekeren. Een werknemer die ge-moedsbezwaren heeft kan vrijstelling verkrijgen van een verplicht gestelde deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Dit is opgenomen in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstak-pensioenfonds 2000 en nader geregeld in de Regeling gemoeds-bezwaarden Wet Bpf 2000.

Page 51: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

50

G

GEREGISTREERD PARTNERSCHAPOp 1 januari 1998 is de Wet geregistreerd partnerschap voor ongehuwden in werking getreden. Deze wet heeft onder meer tot gevolg dat een bij de burgerlijke stand geregistreerde partner voor de wet wordt gelijkgesteld met een gehuwde.

GESCHIKTHEID De Beleidsregel Geschiktheid 2012 van DNB en AFM verduidelijkt wat de toezichthouders verstaan onder ‘geschiktheid’. Geschikt-heid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. De geschiktheid van een beleidsbepaler (dit geldt tevens voor leden van de visitatiecommissie) blijkt in ieder geval uit de op-leiding, werkervaring en competenties van de beleidsbepaler en de doorlopende toepassing hiervan. Bij toetsing op geschiktheid wordt rekening gehouden met de functie van de beleidsbepa-ler, de aard, omvang, complexiteit en het risicoprofiel van de onderneming en de samenstelling en het functioneren van de beleidsbepalers tezamen. Ook volgt uit de geschiktheidseisen dat bij een vacature binnen een pensioenfonds een uitgebreid en op de specifieke situatie van het pensioenfonds toegesneden functieprofiel wordt opgesteld waarin de vereiste geschiktheid en competenties tot uiting komen.

GESCHIKTHEIDSEISIn het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroeps-pensioenregeling zijn de eisen ten aanzien van geschiktheid op-genomen. Deze eisen zijn als grondslag door de Pensioenfederatie gebruikt voor het vaststellen van de eindtermen die worden gebruikt bij het bepalen van het niveau van geschiktheid van de pensioen-fondsbestuurder (Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering). Op basis van de Beleidsregel Geschiktheid 2012 dienen bestuurs-leden voorafgaand aan de toetreding tot het bestuur geschikt te worden bevonden. Hierbij wordt in ieder geval bekeken of het aankomend bestuurslid (minimaal) deskundig is op niveau A.

Page 52: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

51

G

GESCHIKTHEIDSPLANIn het geschiktheidsplan moet als uitgangspunt voor de indivi-duele opleidingsplannen aandacht zijn voor de vereiste geschikt-heid van individuele bestuursleden en het bestuur als geheel, competenties van individuele bestuursleden en het bestuur als geheel en professioneel gedrag en wat dit concreet betekent voor elk bestuurslid.

GESCHIKTHEIDSTOETSDe geschiktheidstoetsing van DNB en AFM vindt plaats op basis van de Beleidsregel geschiktheid 2012. Bij voordracht van een aankomend bestuurslid toetst DNB de geschiktheid van die per-soon. Maar ook bij wijziging van de functie moet getoetst worden op geschiktheid aangezien geschiktheid gekoppeld is aan een specifieke functie. Een kandidaat moet beschikken over de rele-vante kennis, werkervaring en competenties.

GESEPAREERDE BELEGGINGEN Vorm van overrentedeling, waarbij niet wordt uitgegaan van een fictief beleggingspakket (zie TL-korting), maar van een werkelijk beleggingsdepot dat de verzekeraar afzonderlijk (gesepareerd) ten behoeve van de verzekeringsnemer ter dekking van diens voorziening pensioenverplichtingen aanhoudt en administreert. Dit laatste doet de verzekeraar met inspraak van de verzekerings-nemer. Het rendement op de gesepareerde beleggingen komt toe aan de verzekeringsnemer. De verzekeraar vraagt een beheers- en administratievergoeding. GEWEZEN DEELNEMERIn de meest eenvoudige definitie is een gewezen deelnemer een persoon voor wie niet langer gelden worden bijeengebracht in een pensioenfonds. De Pensioenwet geeft echter de volgende definitie: de werknemer of de gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensi-oenaanspraak heeft behouden jegens een pensioenuitvoerder.

Page 53: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

52

G

GLIJCLAUSULEEen clausule in een pensioenregeling waarmee wordt aange-geven dat eventuele fiscale bovenmatigheid van de pensioen-regeling niet beoogd is. Toepassing van de clausule leidt tot verlaging van pensioenaanspraken tot een fiscaal aanvaardbaar niveau, zonder dat de pensioenregeling als geheel fiscaal onaan-vaardbaar wordt. Op grond van de Wet fiscale behandeling van pensioenen kan een glijclausule pas worden toegepast, nadat de inspecteur van de belastingdienst zich op verzoek heeft uitge-sproken over de fiscale (on)toelaatbaarheid van de pensioenre-geling.Zie ook: zuivere pensioenregeling.

GLOBAL TACTICAL ASSET ALLOCATION (GTAA)Vorm van niet-traditioneel beleggen. Dit is een strategie waarmee een investeerder tracht te profiteren van korte termijn markt inef-ficiënties. Dat doet de investeerder door posities in te nemen in verschillende markten. De visie is om te kunnen profiteren van re-latieve veranderingen binnen de verschillende markten. De focus ligt meer op algemene marktveranderingen dan rendement op individuele stukken binnen die marktveranderingen. Posities zijn met korte horizon (tactical) en op wereldwijde (global) markten.

GOVERNANCEZie: Pension Fund Governance.

GROEI STIJL (GROWTH STYLE)Beleggingsstijl waarbij met name in aandelen wordt belegd van bedrijven met hoge toekomstige winstverwachtingen. Zie ook: waarde stijl.

GROEPSCRITERIUMEen criterium, opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, op basis waarvan een onderneming tot een groep van ondernemingen behoort en kan toetreden tot een ondernemingspensioenfonds. Zie ook: multi-opf.

GTAAAfkorting van Global Tactical Asset Allocation.

Page 54: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

53

H

H

HAALBAARHEIDSTOETSDe haalbaarheidstoets is opgenomen in het nieuw financieel toetsingskader. Door middel van deze toets worden normen gesteld aan de mate waarin het verwachte pensioenresultaat op voorhand mag afwijken van hetgeen aan de deelnemers van het pensioen beloofd is. Met de haalbaarheidstoets moet een pensi-oenfonds (bij aanvang van een pensioencontract) aantonen dat met de gekozen financiële opzet het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau aansluit bij de gewekte verwachtingen over de pensioenambitie.

HALFWEZENUITKERINGUitkering aan de ouder of verzorger die een kind in zijn huishou-den heeft of opneemt dat jonger is dan 18 jaar, en dat als gevolg van het overlijden van één van de ouders nog maar één ouder heeft. De halfwezenuitkering vloeit voort uit de Anw en bedraagt 20% van het netto minimumloon.

HARDHEIDSCLAUSULEHet verzwakt of niet toepassen van wettelijke of reglementaire bepalingen vanwege onbillijke gevolgen door bijvoorbeeld een pensioenuitvoerder.

HEDGE FUNDSSoort (alternatieve) beleggingscategorie. Beheerders van hedge funds beleggen net als vermogensbeheerders in aandelen, obli-gaties en valuta, maar zij doen dit zonder de extra beperkingen die wel gelden voor ‘gewone’ vermogensbeheerders. Hedge funds gebruiken allerlei handelsstrategieën, zoals ‘short’ gaan in aandelen en substantieel gebruik van derivaten om een positief absoluut rendement te behalen.

HERBALANCERENOok wel rebalancing genoemd. Beleid van het periodiek herwe-gen van de asset allocatie van de portefeuille of benchmark.

Page 55: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

54

H

HERSTELPLANPlan (van aanpak) gericht op het herstel van de financiële positie van het pensioenfonds. Als de beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds per het einde van een kalenderkwartaal onder de gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen ligt, moet het pensioenfonds dit direct aan DNB melden. Binnen drie maanden na het ontstaan van de situatie dient het bestuur van het pensioenfonds een herstelplan bij DNB te hebben ingediend. Het herstelplan dient zodanige maatregelen te omvatten, dat de situatie op grond waarvan een herstelplan moet worden opge-steld binnen uiterlijk tien jaar is beëindigd.

HIGH YIELD OBLIGATIESObligaties die, net als credits, zijn uitgegeven door bedrijven. Obligaties worden bestempeld als high yield als ze zijn uitgege-ven door minder kredietwaardige bedrijven (lager dan een kre-dietweging BBB). Het verwachte rendement maar ook het risico op dergelijke leningen is hoger dan op credits en staatsleningen.

HOME COUNTRY CONTROLEen verzekeraar kan in verschillende EU-landen tegelijk activitei-ten ontplooien. Het toezicht (onder andere op solvabiliteit) op de verzekeraar wordt echter uitgevoerd door de toezichthouder in het land van vestiging (‘home country’). Voor Nederlandse verze-keringsmaatschappijen is DNB de toezichthouder.

HOOG/LAAG-CONSTRUCTIEConstructie van variabele uitkeringshoogtes van het pensioen, waarbij het pensioen dat een deelnemer vanaf de pensioenda-tum ontvangt wordt omgezet in een pensioen dat eerst hoger en daarna lager is dan het reglementaire pensioen, of omgekeerd. Op grond van fiscale wetgeving is een variatie tussen de hoogste en de laagste uitkering van maximaal 100:75 toegestaan. Met ingang van 1 januari 2005 mag in de periode voorafgaande aan de AOW-gerechtigde leeftijd de bandbreedte worden overschre-den met een uitkering ter grootte van tweemaal de AOW-uitkering voor een gehuwde waarvan de partner 65 jaar of ouder is.

Page 56: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

55

I

HUWELIJKS-/PARTNERFREQUENTIESSchattingen per leeftijd of leeftijdsgroep van de aantallen deelne-mers aan een pensioenregeling, die gehuwd zijn of een partner hebben. Deze schattingen op basis van statistische gegevens zijn nodig bij gebruik van het onbepaalde man/vrouw/partner systeem.

HYBRIDE REGELINGZie: combinatieregeling.

I

IASBAfkorting van International Accounting Standards Board.

IASAfkorting van International Accounting Standards.

IAS 19 De International Accounting Standard 19 (IAS 19) heeft betrek-king op de wijze waarop de financiële consequenties van de pensioenregeling in de jaarverslaglegging van de onderneming tot uitdrukking dienen te worden gebracht. Op grond van IAS 19 moet een vergelijking worden gemaakt tussen de pensioenpre-mies die in een boekjaar werkelijk zijn betaald en de pensioen-kosten die aan datzelfde boekjaar zijn toe te rekenen volgens een bepaalde standaardmethode (Projected Unit Credit methode). In die standaardmethode worden pensioenkosten gelijkmatig verdeeld over de gehele diensttijd van alle deelnemers waarbij rekening wordt gehouden met aannames over toekomstige loon-ontwikkeling, uittredings- en sterftekansen, etc. Indien volgens de standaardmethode sprake is van vooruitbetaalde kosten, moe-ten deze op de balans van de onderneming worden geactiveerd (“overschot”). Aan de passiefzijde van de balans moet bovendien een voorziening worden gevormd, als reeds verkregen pensioen-aanspraken niet voldoende door de activa van het pensioenfonds worden gedekt (“tekort”). Met behulp van de 10% corridor methodiek kunnen (voorlopig) de winsten/verliezen in enig jaar worden verdeeld over de toekomst. Hierdoor kan het zijn dat de

Page 57: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

56

I

balanspositie niet gelijk is aan het werkelijke “overschot” of “te-kort” op de pensioenregeling van de onderneming.

IFRIC Afkorting van International Financial Reporting Interpretations Committee.

IFRSAfkorting van International Financial Reporting Standards.

INACTIEVENZie: niet-actieven.

INDEX BELEGGENEen passieve beleggingsstijl waarbij de samenstelling (en daar-mee de performance) van een gekozen benchmark zo nauwkeurig mogelijk wordt nagebootst. De samenstelling van de index kan in de portefeuille worden gereflecteerd door het opnemen van ieder aandeel van de index in dezelfde verhouding (replication) of door het selecteren van een kleiner aantal aandelen die de ka-rakteristieken van de index weergeven (techniek wordt sampling genoemd).

INDEXATIE (INDEXERING)Zie: toeslag.

INDEXATIEAMBITIEZie: toeslagambitie.

INDIRECTE DISCRIMINATIE Onder indirecte discriminatie wordt verstaan het gebruik van een ogenschijnlijk neutraal criterium, dat personen met een bepaalde godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- en homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat benadeelt, zonder dat er sprake is van een rechtvaardi-gingsgrond. Een voorbeeld is de in het verleden veel voorkomen-de uitsluiting van parttimers van deelname aan de pensioenrege-ling, die in de praktijk vooral vrouwen bleek te treffen.Zie ook: directe discriminatie en objectieve rechtvaardigingsgronden.

Page 58: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

57

I

INDIVIDUALISERING (VAN PENSIOENREGELINGEN)Het wijzigen of opstellen van een pensioenregeling, waardoor deelnemers een aantal keuzemogelijkheden krijgen om hun pensioenpakket naar hun individuele omstandigheden en in-zichten te kunnen inrichten. Een voorbeeld hiervan is het bieden van een keuze over de datum van de pensioeningang. Naast individualisering wordt ook wel gesproken van flexibilisering van pensioenregelingen of van pensioenregelingen op basis van het cafetariasysteem.

INFLATIEVerschijnsel waarbij met verloop van jaren met een gelijk aantal euro’s steeds minder gekocht kan worden. Zie ook: prijsinflatie, looninflatie en ex-ante bepaalde maatstaf.

INFLATIE GERELATEERDE OBLIGATIESObligaties die (1) nominale coupons genereren en (2) waarvoor geldt dat de hoofdsom met de inflatie groeit.INFORMATIEVERPLICHTINGENAanduiding voor de in de Pensioenwet opgenomen verplichtingen voor de pensioenuitvoerder en de werkgever om aan deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden informatie te ver-strekken over de aard en de omvang van de pensioenaanspraken en -rechten.

INFORMATIE RATIOMaatstaf voor rendementsrisico die gebruikt wordt bij het beoor-delen van de prestatie van een vermogensbeheerder. De infor-matie ratio wordt berekend door de behaalde outperformance (of underperformance) te delen door de tracking error. Hoe hoger de informatie ratio des te hoger is het behaalde rendement per eenheid risico.

INFRASTRUCTURENiet-traditionele beleggingsstrategie. Beleggingen in projecten die betrekking hebben op bijvoorbeeld vliegvelden, tolwegen, havens of nutsbedrijven. Genereren regelmatige inkomsten met doorgaans lange looptijden.

Page 59: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

58

I

INHAALPENSIOENToekenning van pensioenaanspraken nadat de periode waarop de aanspraak betrekking heeft (verstreken dienstjaren), al voorbij is.

INKOMENSTOETSBegrip waarmee wordt aangegeven dat een bepaalde uitkering inkomensafhankelijk is. Een uitkeringsinstantie beoordeelt of eventueel inkomen op de uitkering in mindering moet worden ge-bracht. Anw-uitkeringen en de partnertoeslag ingevolge de AOW zijn voorbeelden van inkomensafhankelijke uitkeringen.

INLOOPRISICOHet risico dat een uitkering moet worden verstrekt aan een of meer werknemers op grond van een ziekte of aandoening die reeds bij ingang van de (collectieve) verzekering bestond. Dit risi-co wordt veelal in het verzekeringscontract uitgesloten. In sommi-ge gevallen worden hierover echter nadere afspraken gemaakt. Zie ook: uitlooprisico en carenzperiode.

INSIDERIn het kader van de gedragscode de benaming voor verbonden personen die direct of indirect bij transacties van het pensioen-fonds in financiële instrumenten zijn betrokken, dan wel anders-zins uit hoofde van hun werkzaamheden, beroep of functie over voorwetenschap beschikken of kunnen beschikken. Een insider is ook de verbonden persoon die kan beschikken over (andere) vertrouwelijke (markt)informatie.

INSTITUUT OMBUDSMAN PENSIOENENZie: ombudsman pensioenen.

INTERESTVergoeding (in percentage) voor het uitlenen van geld, ofwel rente.

INTERESTMETHODEMethode voor het maken van reserveringen voor individuele pen-sioentoezeggingen op de balans van een onderneming. Hierbij wordt het vermogen opgebouwd, dat op de pensioendatum nodig

Page 60: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

59

I

is voor het doen van uitkeringen. Tijdens de opbouwperiode wordt rekening gehouden met rente die het vermogen doet toe-nemen. Omdat sterftekansen echter buiten beschouwing worden gelaten, mag deze financieringsmethode sinds 1 januari 1995 niet meer worden gehanteerd.

INTERN TOEZICHTHet kritisch beoordelen van het functioneren van het (bestuur van het) pensioenfonds (door onafhankelijke deskundigen). Het doel van het intern toezicht is het beter functioneren van het pensioenfonds(bestuur). Het intern toezicht kan momenteel vorm worden gegeven door middel van - visitatiecommissie, - raad van toezicht, of - door het toezichthoudend deel van het bestuur in een ge-

mengd model.

INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARDS (IAS)Dit is de naam die werd gegeven aan de door de IASC uitgevaar-digde verslagleggingsregels. De IASC is de voorganger van de IASB. Door IASB uitgevaardigde regels worden IFRS genoemd. Vrijwel alle nog bestaande IAS regels zijn vanaf 1 januari 2005 verplicht van toepassing voor beursgenoteerde ondernemingen in lidstaten van de Europese Unie. In Nederland is het ook voor andere ondernemingen toegestaan deze regels toe te passen.

INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARDS BOARD (IASB)Dit is een onafhankelijk en privaat orgaan dat financiële verslag-gevingsregels opstelt. De IASB heeft als doel te komen tot een-duidige regels die wereldwijd toepasbaar zijn, de IFRS. Zie ook: IAS.

INTERNATIONAL FINANCIAL REPORTING INTERPRETATIONS COM-MITTEE (IFRIC)Het is niet altijd duidelijk op welke wijze de IFRS-regels moet worden uitgelegd en uitgevoerd. Ook zijn niet alle situaties gere-geld in de IFRS. Hiervoor is in december 2001 het IFRIC inge-steld. Dit orgaan kan – na publieke consultatie – door middel van gezaghebbende interpretaties sturing geven aan de wijze waarop de IFRS moet worden toegepast.

Page 61: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

60

I

INTERNATIONAL FINANCIAL REPORTING STANDARDS (IFRS)Set van verslaggevingsregels uitgevaardigd door de IASB. Het is een nieuwe term die in de plaats is gekomen van IAS. Alle IFRS (en vrijwel alle IAS) regels zijn vanaf 1 januari 2005 verplicht van toepassing voor beursgenoteerde ondernemingen in lidstaten van de Europese Unie. In Nederland is het ook voor andere onderne-mingen toegestaan deze regels toe te passen.

INTERNE WAARDEOVERDRACHTZie: waardeoverdracht.

INVALIDITEITSPENSIOENZie: arbeidsongeschiktheidspensioen.

INVARENHet onderbrengen van reeds opgebouwde uitkeringen en aan-spraken, in een nieuw pensioencontract. Om het collectief inva-ren van bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten in een nieuw pensioencontract (bijvoorbeeld gebaseerd op persoon-lijke pensioenvermogens) mogelijk te maken is een wetswijziging noodzakelijk, omdat nu in de Pensioenwet is vastgelegd dat aantasting van reeds verworven rechten niet mogelijk is.

IORP-RICHTLIJNEuropese richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen (richt-lijn 2003/41/EG, ook wel pensioenfondsenrichtlijn genoemd). De afkorting IORP staat voor “Institution for Occupational Retirement Provisions”. Soms wordt ook de afkorting EIORP gebruikt, dat is de IORP voorafgegaan door “European”. Alle Nederlandse pen-sioenfondsen vallen onder deze richtlijn. De bepalingen van de richtlijn zijn in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd.Zie ook: APF en PPI.

IVAAfkorting van Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidson-geschikten.Zie ook: Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten.

Page 62: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

61

JK

J

JAARRUIMTEDe maximale aanvullende premieaftrek boven de ongetoetste basisaftrek (de basisaftrek is met ingang van 1 januari 2003 vervallen), die een niet AOW-gerechtigde belastingplichtige kan claimen ter zake van het pensioentekort in een bepaald kalen-derjaar. Indien in een jaar geen gebruik is gemaakt van de jaarruimte, dan kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van de reserveringsruimte.

JAARWERKZie: actuarieel jaarwerk.

K

KAPITAALDEKKINGSSTELSELFinancieringsvorm waarmee de pensioenaanspraken en het kapi-taal ter dekking van die aanspraken min of meer gelijktijdig wor-den opgebouwd. In beginsel moeten bij kapitaaldekking voor ie-dere individuele deelnemer voldoende besparingen aanwezig zijn om, samen met de contante waarde van de nog te verwachten premies of koopsommen, de contante waarde van de toekomstige pensioenuitkeringen te dekken. Het systeem van kapitaaldekking ligt ten grondslag aan verschillende financieringsmethoden, zoals het koopsomsysteem. Bij elk van deze financieringsmethoden hebben de te verwachten toekomstige besparingen een ander verloop in de tijd. Pensioenfondsen dienen hun verplichtingen volgens het kapitaaldekkingsstelsel te financieren. Het gebruik van een ander stelsel is volgens de Pensioenwet niet toegestaan. Zie ook: omslagstelsel.

KAPITAALMARKTRENTEDe rente die wordt vergoed op leningen met een resterende looptijd van langer dan twee jaar.

Page 63: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

62

K

KAPITAALOVEREENKOMSTOp grond van de Pensioenwet is dit een van de drie toegelaten karakters van de pensioenovereenkomst. Een kapitaalovereen-komst is een overeenkomst inzake een vastgesteld kapitaal aan het eind van de looptijd waarmee het pensioen dient te worden aangekocht.

KAPITAALVERZEKERINGIedere levensverzekering waarbij een kapitaal wordt uitgekeerd door de verzekeraar indien de verzekerde op een bepaald vooraf bepaald toekomstig tijdstip in leven is, ongeacht of er een bedrag ineens wordt uitgekeerd of een vast aantal termijnen.

KEUZEMOGELIJKHEIDIn pensioenregelingen waarin een partnerpensioen wordt op-gebouwd, moet uiterlijk vanaf 1 januari 2002 een keuzemo-gelijkheid zijn opgenomen tussen enerzijds (een deel van) het opgebouwde partnerpensioen en anderzijds een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Deze keuzemogelijkheid moet openstaan voor iedere deelnemer, ongeacht geslacht of burgerlij-ke staat. Voorbeelden van andere keuzemogelijkheden in pensi-oenregelingen, zijn de uitruil van (andere) pensioensoorten zoals ouderdoms- in partnerpensioen en vervroeging of uitstel van de pensioendatum.

KIFIDAfkorting van Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

KLACHTENINSITUUT FINANCIËLE DIENSTVERLENING Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, ook wel afge-kort tot KiFiD, is een onafhankelijk instituut dat geschillen tussen consumenten en financiële dienstverleners beslecht.

ACTUARIEEL GENOOTSCHAP (AG)Het Koninklijk Actuarieel Genootschap is een vereniging, welke kantoor houdt in Utrecht, die zich de bestudering en ontwikke-ling van de actuariële wetenschappen ten doel stelt, alsmede de verbreding van de wetenschappelijke basis van de werkzaamhe-den van de actuaris en het geven van voorlichting over de taak

Page 64: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

63

K

en de bevoegdheid van de actuaris. Voorts heeft het Koninklijk Actuarieel Genootschap gedragsregels opgesteld waaraan de leden zich dienen te houden om het aanzien en de waardigheid van het beroep actuaris hoog te houden.

KOOPSOMEenmalige betaling om een pensioenaanspraak mee in te kopen bij de uitvoerder van een pensioenregeling. De eenmalige be-taling van een koopsom dient hetzelfde doel als de periodieke betaling van premies, namelijk de financiering van pensioenen.Zie ook: koopsomsysteem.

KOOPSOMSYSTEEMEen systeem om een pensioenregeling mee te financieren, waar-bij de toename van aanspraken over verstreken jaren van deel-neming, door middel van eenmalige koopsommen, wordt veilig gesteld. Ook worden jaarlijks koopsommen betaald om de pensi-oenaanspraken over het lopende dienstjaar mee te financieren. Het koopsomsysteem wordt vooral gebruikt bij de financiering van eindloonregelingen. Het komt ook voor onder de naam ‘sys-teem van affinanciering’.

KORTEN (VAN PENSIOENAANSPRAKEN EN PENSIOENRECHTEN)Het verminderen van pensioenaanspraken en pensioenrechtendoor het pensioenfonds omdat het pensioenfonds niet in staat is om een reservetekort binnen de looptijd van het herstelplan op te heffen.Alleen als alle overige beschikbare sturingsmiddelen zijn ingezet,kan het pensioenfonds op grond hiervan besluiten de aanspra-ken en rechten van de (gewezen) deelnemers en pensioenge-rechtigden te korten. Daarnaast kan korten onvermijdelijk zijn als de beleidsdekkingsgraad vijf jaar lang lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Zie ook: Afstempelen.

KORTLEVENRISICOHet gegeven dat een verzekerde persoon korter kan leven dan op basis van de gehanteerde sterftekansen wordt verwacht. Dit risico is van belang voor onder andere overlijdensverzekeringen en nabestaandenpensioenen.

Page 65: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

64

K

KOSTENDEKKENDE PREMIEIn het financieel toetsingskader gehanteerde term. Hiermee wordt bedoeld de premie die nodig is om de onvoorwaardelijke en – in voorkomende gevallen - voorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst in dat jaar en voor de langere termijn na te komen. Deze premie bestaat kort samengevat uit de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van het onvoorwaardelijk deel van de uit de pensioenovereenkomst voortvloeiende pensioenverplichting, een opslag voor solvabiliteit, een opslag voor uitvoeringskosten en de actuarieel benodigde premie voor het voorwaardelijk deel van de pensioenovereenkomst.

KOSTENOPSLAGVerzamelnaam voor kosten die een levensverzekeraar in rekening brengt bij het afsluiten en uitvoeren van een pensioenverzeke-ring. Als belangrijkste kosten worden onderscheiden eerste kos-ten, bestaande uit afsluitprovisie en annuleringskosten en doorlo-pende kosten, zoals in- en excassokosten en beheerskosten.

KREDIETRATINGDe rating van een belegging of een onderneming geeft een be-oordeling weer van het kredietrisico van een bepaalde belegging. De rating wordt vastgesteld door gespecialiseerde bureaus die, afhankelijk van de kredietwaardigheid van een onderneming, een AAA, AA, A, BBB, etc. geven. Vastrentende waarden kunnen als hoogste rating AAA krijgen. De investeringsgrens wordt vaak gelegd bij een minimale rating van BBB.

KREDIETRISICOHet risico dat de belegger bij de crediteur loopt ten tijde van het uitlenen van geld. Zie ook: kredietrating.

Page 66: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

65

L

L

LAAG/HOOG-CONSTRUCTIEZie: hoog/laag-constructie.

LAMAfkorting voor levensverwachtingsaanpassingsmechanisme.

LANGETERMIJNHERSTELPLANZie: herstelplan.

LANGLEVENRISICOHet gegeven dat een verzekerde persoon langer kan leven dan op basis van de gehanteerde sterftekansen wordt verwacht. Dit risico is van belang voor onder andere het ouderdomspensioen.

LATENT PARTNERPENSIOENEen partnerpensioen dat nog niet is ingegaan.

LDIAfkorting van Liability Driven Investment.

LEEFTIJDSDISCRIMINATIE Directe discriminatie of indirecte discriminatie op grond van leeftijd. Op 1 mei 2004 is de ‘Wet gelijke behandeling op grond van de leeftijd bij de arbeid’ in werking getreden. Vanaf deze datum is leeftijdsdiscriminatie bij arbeidsvoorwaarden verbo-den, tenzij sprake is van een wettelijke uitzonderingsgrond of dit onderscheid objectief kan worden gerechtvaardigd. Omdat pensioen een arbeidsvoorwaarde is, geldt dit verbod ook voor pensioenregelingen.

LEEFTIJDSTERUGSTELLINGHet bewust kijken in de sterftetafel bij een jongere leeftijd dan de daadwerkelijke leeftijd, om zo te anticiperen op een toekomstige stijging van de gemiddelde levensduur van de gehele bevolking of van een bevolkingsgroep (bijvoorbeeld alleen mannen).

Page 67: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

66

L

LEVENSLOOPREGELINGMet ingang van 1 januari 2006 dient iedere werknemer in staat te worden gesteld te sparen voor een levensloopverloftegoed. Dit tegoed kan worden aangewend voor de financiering van perioden van extra verlof. De eigen bijdrage aan de levensloopregeling dient te worden ingehouden op het bruto loon en bedraagt per jaar maximaal 12% van het bruto loon. In een kalenderjaar mag niet meer worden gespaard indien het levenslooptegoed (inclu-sief rendement) 210% of meer bedraagt van het bruto loon in het voorafgaande kalenderjaar. Een levensloopregeling kan worden uitgevoerd door een bank, verzekeraar of een beleggingsinstel-ling. Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling vervallen. De deelnemers die op 31 december 2011 een saldo hadden van € 3.000 of minder, waren verplicht het gehele saldo (bestedings-vrij) op te nemen. Voor de deelnemers die op 31 december 2011 meer dan € 3.000 levensloopsaldo hadden opgebouwd, hadden de keuze tussen het saldo bestedingsvrij opnemen of het saldo laten staan en doorsparen tot uiterlijk 31 december 2021.

LEVENSVERWACHTINGSAANPASSINGSMECHANISME (LAM) Afspraken die door de sociale partners gemaakt kunnen worden met betrekking tot het automatisch aanpassen van aanspraken en uitkeringen op het moment dat de levensverwachting toe-neemt. Dit mechanisme maakte onderdeel uit van de voorstellen voor het reële contract. Het had betrekking op afspraken die door de sociale partners gemaakt zouden kunnen worden met betrek-king tot het automatisch aanpassen van aanspraken en uitkerin-gen op het moment dat de levensverwachting toeneemt. In het nominale contract is het opnemen van een dergelijk mechanisme een optie.

LEVENSVERZEKERAARVerzekeraar die levensverzekeringsovereenkomsten aangaat. Dit kan zowel een lijfrenteverzekering, een kapitaalverzekering als een pensioenverzekering zijn.

Page 68: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

67

L

LEVENSVERZEKERINGSOVEREENKOMSTDe in verband met het leven of de dood gesloten sommenverzeke-ring met dien verstande dat de ongevallenverzekering niet als le-vensverzekering wordt beschouwd. De prestatie van de levensver-zekeraar geschiedt alleen in geld of in natura-uitvaartverzekering.Zie ook: wet op het financieel toezicht.

LIABILITY DRIVEN INVESTMENT (LDI)Dit zijn beleggingen die zijn afgestemd op de karakteristieken van verplichtingen, met name wat betreft looptijdverdeling, rentege-voeligheid en eventuele inflatiegevoeligheid.

LIFECYCLELeeftijdsafhankelijk beleggen. Komt veelal voor bij premieovereen-komsten. De deelnemers worden onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën waar risicoprofielen voor zijn bepaald. Vaak betekent dit dat deelnemers met een lage leeftijd relatief veel risico wordt toebedeeld in de vorm van bijvoorbeeld een hoge allocatie naar aandelen. Achterliggende gedachte is dat deze deelnemers een langere horizon hebben tot de pensioenleeftijd. Binnen deze horizon is er meer tijd om eventueel slechte rende-menten te compenseren.Een lifecycle wordt veelal mede aangeboden uit oogpunt van het prudent beleggen en in geval van een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid als nadere invulling van de aan de pensioen-uitvoerder opgelegde zorgplicht.

LIJFRENTEVERZEKERINGVerzekering die aanspraak geeft op een reeks vaste (of met een vast percentage stijgende) en gelijkmatige periodieke uitkeringen, die uiterlijk bij overlijden eindigt. De aanspraak is afhankelijk van het leven van één of meerdere personen en hoeft nog niet te zijn ingegaan. Een lijfrente kan niet worden afgekocht of vervreemd en kan niet als voorwerp van zekerheid dienen. Onder een lijfren-te wordt onder meer de aanspraak verstaan op winstuitkeringen voor zover die uitkeringen verband houden met een lijfrente. Deze fiscale definitie van lijfrente is opgenomen in de Wet in-komstenbelasting 2001. De premie voor een lijfrenteverzekering is onder voorwaarden aftrekbaar tot bepaalde maxima. Het moet

Page 69: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

68

L

dan gaan om een van de volgende twee lijfrenten:• een zuivere lijfrente: dit is een direct ingaande of uitgestelde

lijfrente, waarvan vanaf de ingangsdatum van de overeen-komst zowel de hoogte van de termijnen als het verzekerde lijf vaststaat;

• een gerichte lijfrente: dit is een uitgestelde lijfrente op het leven van één of meer vooraf aangewezen verzekerden, waar-van de hoogte van de termijnen bij het afsluiten van de over-eenkomst nog niet vaststaat, maar bij ingang van de termijnen wordt bepaald aan de hand van het opgebouwd lijfrentekapi-taal. Het lijfrentekapitaal fungeert slechts als rekeneenheid en mag niet in contanten worden uitgekeerd.

Alleen de premies van bepaalde soorten (zuivere of gerichte) lijfrenten zijn aftrekbaar (zie de Wet inkomstenbelasting 2001).

LIQUIDATIEOpheffing van een pensioenfonds, nadat is besloten tot ontbin-ding van het pensioenfonds. Als gevolg van de liquidatie moeten alle pensioenaanspraken en -rechten aan een andere pensioen-uitvoerder worden overgedragen. Er kan een liquidatieoverschot of een liquidatietekort ontstaan. In de statuten van het pensi-oenfonds dient de gang van zaken rondom de liquidatie te zijn opgenomen.

LIQUIDATIEOVERSCHOTEen positief saldo dat overblijft na liquidatie van een pensioen-fonds.

LIQUIDATIETEKORTEen negatief saldo dat resteert na liquidatie van een pensioen-fonds.

LONG DURATION INVESTMENTSBeleggingen in vastrentende waarden (vaak fondsen) met een relatief lange looptijd, met als doel het renterisico van de ver-plichtingen af te dekken. Zie ook: matching.

Page 70: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

69

L

LONG ONLY VERMOGENSBEHEERDERDe long only vermogensbeheerder is een beheerder die posities inneemt om op termijn te kunnen verkopen met winst. Dit in tegenstelling tot een beheerder die ook short posities inneemt, ofwel effecten verkoopt die niet in portefeuille zijn om zodoende te kunnen profiteren van een eventuele koersdaling.

LOONGERELATEERDE WGA-UITKERINGEen uitkering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. De hoogte van de uitkering bedraagt bij niet werken 70% van het dagloon (tot het maximum dagloon). Bij werken bedraagt de uitkering 70% van het verschil tussen het (gemaximeerde) dagloon en het met werken verdiende loon. Er geldt een bodem-uitkering ter hoogte van de WGA-vervolguitkering.De duur van de loongerelateerde uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden (conform WW) en varieert van een half jaar tot vijf jaar. Echter, tot 1 januari 2008 is de duur van de loongerela-teerde WGA-uitkering gerelateerd aan de leeftijd van betrokkene. Na afloop van de loongerelateerde WGA-uitkering kan de betrok-kene recht krijgen op een WGA-loonaanvulling of een WGA-ver-volguitkering.

LOONINDEX Loonontwikkeling bij een werkgever of binnen een bedrijfstak.

LOONINFLATIEWerknemers kunnen steeds minder kopen als ze hetzelfde loon krijgen. Dit wordt looninflatie genoemd. Bij een koppeling aan een loonindexcijfer blijven pensioenuitkeringen welvaartsvast.

LOONTRENDAlgemene ontwikkeling van de lonen van werknemers binnen een bepaalde onderneming, bedrijfstak of land, zonder rekening te houden met individuele loonsverhogingen als gevolg van de carrière van de werknemers binnen de gekozen groep. Zie ook: welvaartsvast pensioen.

Page 71: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

70

M

M

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD BELEGGENZie: duurzaam beleggen.

MANDAATREGELINGEen regeling waarin de bevoegdheden binnen bijvoorbeeld een pensioenfonds zijn vastgelegd. Op grond van de Pensioenwet moet een actuariële en bedrijfstechnische nota een mandaatrege-ling bevatten.

MANDAAT VERMOGENSBEHEERHet mandaat vermogensbeheer, ook wel beleggingsrichtlijnen of beleggingsinstructie genoemd, bevat de beleggingstechnische afspraken over het beheer van het vermogen. Het mandaat wordt vastgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur en bevat alle restricties waarbinnen een vermogensbeheerder vervolgens naar eigen inzicht mag beleggen.

MARKETS IN FINANCIAL INSTRUMENTS DIRECTIVE (MIFID)Europese richtlijn. Introduceert nieuwe en uitgebreidere ver-plichtingen waar ondernemingen aan moeten voldoen, in het bijzonder gedragsregels en de inrichting van de bedrijfsvoering. Dit heeft voor pensioenfondsen geen directe impact, echter wel indirect, daar vermogensbeheerders hier mee te maken hebben. Doelstellingen van de Markets in Financial instruments Direc-tive, ofwel MiFID zijn: (1) de bescherming van de beleggers en de marktintegriteit door de vaststelling van geharmoniseerde voorschriften die van toepassing zijn op de werkzaamheden van vergunninghoudende tussenpersonen en (2) het bevorderen van eerlijke, transparante, efficiënte en geïntegreerde financiële markten.

MARKTRENTEDe rente zoals deze op een bepaald moment op de financiële markt geldt.Zie ook: rekenrente.

Page 72: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

71

M

MARKTWAARDEWaarde van een beleggingsobject als dat op dit moment zou worden verkocht.

MATCHINGHet optimaal afstemmen van de rentegevoeligheid van de activa met de rentegevoeligheid van de passiva van een pensioenfonds. Wanneer een pensioenfonds aan zijn verplichtingen moet voldoen (pensioenen uitbetalen), dienen daarvoor op tijd de beschikbare middelen vrij te komen. Een pensioenfonds kan zowel het nomi-nale als het reële renterisico trachten af te dekken. Asset Liability Management (ALM) is een instrument wat kan worden gebruikt om de optimale soort en/of mate van matching te bepalen.

MATERIEEL TOEZICHTHet toezicht dat DNB houdt op de statuten en pensioenreglementen van pensioenfondsen en pensioenreglementen van verzekeraars.

MEDEZEGGENSCHAPSCONVENANTOm de medezeggenschap door belanghebbenden bij de uit-voering van pensioenregelingen te bevorderen zijn door de Stichting van de Arbeid en het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties convenanten (1998 en 2003) gesloten. Uit twee (tussen)evaluaties is geconcludeerd dat de meeste pensi-oenfondsen medezeggenschap vorm hebben gegeven, maar dat te weinig pensioenfondsen de pensioengerechtigden hebben geraadpleegd over de door hen gewenste vorm van medezeg-genschap: directe vertegenwoordiging in het bestuur of indirecte vertegenwoordiging via de deelnemersraad. Bij voldoende respons moet het bestuur van het pensioenfonds het meerder-heidsstandpunt uitvoeren. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de uitgangspunten van het meest recente medezeggenschapsconvenant opgenomen in de Pensioenwet. Pensioenfondsen worden zo verplicht dit medezeggenschapscon-venant na te leven. In het recent ingediende voorontwerp van de Wet wijziging Pensioenwet in verband met aanpassing van het bestuursmodel voor pensioenfondsen wordt het onderwerp me-dezeggenschap gecombineerd met het onderwerp Governance (en derhalve de principes voor goed pensioenfondsbestuur).

Page 73: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

72

M

MEDISCHE KEURINGZie: pensioenkeuring.

MIDDELLOONREGELINGPensioenregeling waarin de hoogte van het (bereikbare) ouder-domspensioen is gebaseerd op de gemiddelde pensioengrondslag die tijdens het deelnemerschap aan de pensioenregeling heeft gegolden.

MIFIDAfkorting van Markets in Financial Instruments Directive.

MINIMAAL VEREIST EIGEN VERMOGENHet minimumbedrag van het bij wijze van buffer aangehouden eigen vermogen. In het Besluit van 18 december 2006 (algemene maatregel van bestuur inzake FTK) zijn nadere regels gesteld voor de bepaling van het minimaal vereist eigen vermogen. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt in de regel ca. 5% van de technische voorziening (dus een dekkingsgraad van ca. 105%). Het een en ander niet te verwarren met het vereist eigen vermogen.

MINIMUMTOETSToets in het kader van het FTK. In deze toets moet het vermogen minimaal gelijk zijn aan de verplichtingen. Bij de vaststelling van de verplichtingen dient het toeslagbeleid in aanmerking te worden genomen. Als uitgangspunt voor de toetsing geldt de aanname dat op balansdatum de verplichtingen aan een andere pensioenuitvoerder worden overgedragen op marktconforme condities.

MONITORINGMonitoring is het continue proces van bewaking van de conse-quente en juiste werking van de afgenomen dienstverlening en controlemaatregelen. Deze monitoring kan door het pensioen-fonds zelf gebeuren of uitbesteed worden aan een onafhankelijk orgaan (bijvoorbeeld audit). Monitoring maakt integraal deel uit van het controlesysteem.

Page 74: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

73

N

MULTI-OPFAfkorting van multi-ondernemingspensioenfonds.

MULTI-ONDERNEMINGSPENSIOENFONDSEen multi-opf is een pensioenfonds dat is verbonden aan meerdere ondernemingen of groepen van ondernemingen door samenvoeging van de aan de afzonderlijke ondernemingen of groepen van ondernemingen verbonden ondernemingspensioen-fondsen, welke pensioenfondsen vijf jaar of langer bestaan.

N

NABESTAANDENPENSIOENVerzamelnaam voor partner- en wezenpensioen.

NA-INDEXATIEHet verhogen van de pensioenuitkeringen na de feitelijke pen-sioeningangsdatum in verband met de na die datum gestegen lonen of prijzen.Zie ook: toeslag.

NETTO PENSIOENVanaf 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen over het bruto fulltime inkomen boven de €100.000. Een werkgever kan een netto pensioenregeling aanbieden voor haar werknemers. De netto pensioenregeling wordt in de vorm van een zuivere premieovereenkomst aangeboden. De premie wordt uit het netto inkomen betaald en zijn niet aftrekbaar. De uitkeringen zijn daarentegen niet belast. Het kapitaal dat is ontstaan uit de som van ingelegde premies en de behaalde rendementen daarop wordt omgezet in een pensioenrecht of –aanspraak in de vorm van een periodieke uitkering op het moment dat de deelnemer overlijdt, gepensioneerde of gewezen deelnemer wordt of in de tien jaren voorafgaand aan de pensi-oendatum. Zie ook: 100.000 euro grens.

NIET-ACTIEVENAanduiding voor slapers, gepensioneerden en andere pensioen-gerechtigden.

Page 75: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

74

N

NIET-BEURSGENOTEERDEffecten die niet op de beurs verhandelbaar zijn, maar slechts onderling. Ze kennen geen openbare prijzen of prijsvorming en zijn meestal illiquide.

NIET-TRADITIONELE BELEGGINGENZie: 130/30 strategie, vastgoed, GTAA, infrastructure en timber-land.

NIEUW FINANCIEEL TOETSINGSKADER Per 1 januari 2015 geldt een nieuw Financieel Toetsingskader. Het FTK is het onderdeel van de Pensioenwet waarin de wettelijke financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. Zie ook: Financieel Toetsingskader.

NOMINALE RENTERente zonder rekening te houden met inflatie.

NO-RISK-POLIS Een regeling die stimuleert dat werkgevers gedeeltelijk arbeidsge-schikten in dienst nemen of houden. Bij het in dienst nemen of houden van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte, kan in geval van ziekte aanspraak worden gemaakt op ziektegeld. Deze uitkering mag de werkgever in mindering brengen op het loon dat hij moet doorbetalen. De uitkering is 70% van het dagloon, maar kan het eerste jaar op verzoek van uw werkgever verhoogd worden naar 100%. Dit ziektegeld wordt door het UWV uitbetaald aan de werkgever of rechtstreeks aan de werknemer. De no-risk-polis geldt in beginsel voor vijf jaar. Eventueel kan de no-risk-polis wor-den verlengd als de werkgever een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst neemt of houdt bij wie sprake is van een aanzienlijk verhoogde kans op ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Page 76: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

75

O

O

OBJECTIEVE RECHTVAARDIGINGSGRONDENAls er sprake is van een indirecte of directe (leeftijds)discrimina-tie waarvoor geen wettelijke uitzondering geldt, zal het gehanteer-de onderscheid slechts toegestaan zijn indien hiervoor objectieve rechtvaardigingsgronden kunnen worden aangevoerd. Hiervan is sprake indien:a. er sprake is van een legitiem doel (voor de leeftijdsgrens) (het

doel is op zich niet discriminerend en voldoet aan een werkelij-ke behoefte);

b. het middel (de leeftijdsgrens) passend is (geschikt om het doel te bereiken); en

c. het middel (de leeftijdsgrens) noodzakelijk is (het doel kan niet met een ander – niet discriminerend – middel bereikt worden).

Zie ook: indirecte discriminatie en directe discriminatie.

OFPAfkorting van Organisme voor de financiering van Pensioenen(gebruikt in België).

OMBUDSMAN PENSIOENENDeze onafhankelijke instantie heeft als doel het behandelen van klachten en geschillen die betrekking hebben op de uitvoering van pensioenreglementen. Het Instituut Ombudsman is door OPF en VB ingesteld. Het bestuur van het Instituut benoemt een Om-budsman Pensioenen die de klachten en geschillen afhandelt. De Ombudsman Pensioenen neemt klachten over pensioenfond-sen pas in behandeling als de interne klachtenprocedure van een pensioenfonds is doorlopen.

OMBUDSMAN VERZEKERINGENDeze onafhankelijke instantie heeft als doel het behandelen van klachten en geschillen tegen verzekeringsmaatschappijen. De Ombudsman Verzekeringen werkt binnen het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD).

Page 77: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

76

O

OMGEKEERD GEMENGD MODELEén van de bestuursmodellen waarbij de vertegenwoordigers van de belanghebbenden niet de uitvoerende bestuurders zijn, maar het toezichthoudende deel van het bestuur (intern toezicht) vormen. De uitvoerende bestuurders zijn bij dit model externe beroepsbestuurders.

OMKEERREGELDe omkeerregel is een bepaling in de Wet op de loonbelasting 1964, die inhoudt dat aanspraken die berusten op een pensioen-regeling niet tot het loon behoren. De omkeerregel bewerkstelligt dat niet de aanspraken op grond van een pensioenregeling tot het loon behoren, maar de genoten pensioenuitkeringen. De omkeerregel geldt ook voor andere uitkeringen en aanspraken, zoals die welke gebaseerd zijn op een VUT-regeling. Hieruit volgt dat niet de pensioenaanspraak wordt belast, maar de te zijner tijd te ontvangen pensioenuitkeringen.

OMSLAGSTELSELFinancieringsvorm waarbij de werkenden premies betalen, waar-mee op hetzelfde moment uitkeringen aan uitkeringsgerechtig-den worden betaald. Bij omslagdekking worden de uitkeringen die in een bepaald jaar collectief zijn verschuldigd, omgeslagen over degenen die in dat jaar bijdrageplichtig zijn. Er vindt géén reservering plaats voor toekomstige uitkeringen. Dat laatste ge-beurt wel bij het kapitaaldekkingsstelstel. In Nederland wordt het omslagstelsel onder meer toegepast voor de financiering van de AOW. De Pensioenwet staat omslagdek-king voor toegezegde aanspraken op ouderdomspensioen niet toe. Vereist wordt dat het ouderdomspensioen wordt gefinancierd op basis van kapitaaldekking.

OMVANGSKORTINGKorting die een levensverzekeraar verleent op de in rekening gebrachte kostenopslag, als de jaarpremie of koopsom die voort-vloeit uit het desbetreffende pensioencontract, een bepaald minimum te boven gaat.

Page 78: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

77

O

ONAFHANKELIJK BESTUUR Een onafhankelijk bestuur van een pensioenfonds bestaat uit ten minste twee externe bestuurders. De onafhankelijkheid zit in het feit dat de bestuurders geen directe vertegenwoordigers zijn van de belanghebbenden bij het pensioenfonds. Het intern toezicht wordt bij een onafhankelijk bestuur uitgevoerd door de raad van toezicht of een visitatiecommissie. Het bestuur legt verantwoor-ding af aan het belanghebbendenorgaan.

ONBEPAALD MAN/VROUW/PARTNERSYSTEEMSysteem voor reservering voor partnerpensioen, waarbij op basis van huwelijks-/ partnerfrequenties ervan wordt uitgegaan, dat een bepaald deel van de deelnemers aan een pensioenregeling een partner heeft, voor wie een partnerpensioen moet worden verzekerd.Op het moment van overlijden van een deelnemer wordt pas onder-zocht of deze al dan niet een pensioengerechtigde partner nalaat.

ONDERBRENGINGSPLICHTOp grond van de Pensioenwet dient de werkgever de pensi-oenovereenkomst onder te brengen bij een pensioenuitvoerder, een pensioeninstelling uit een andere lidstaat die beschikt over een daartoe verleende vergunning of een verzekeraar met een zetel buiten Nederland, mits die verzekeraar op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van le-vensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen. Het on-derbrengen vindt plaats door het sluiten en in stand houden van een uitvoeringsovereenkomst.

ONDERDEKKINGZie: dekkingstekort.

ONDERNEMINGSPENSIOENFONDSDe Pensioenwet geeft als definitie: een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of aan een groep (als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) of aan meerdere ondernemingen of groepen door samenvoeging van de aan de afzonderlijke ondernemingen of groepen verbonden pensioen-fondsen. Ondernemingspensioenfondsen hebben vrijwel altijd de

Page 79: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

78

O

rechtsvorm van een stichting. Een ondernemingspensioenfonds is een andere uitvoeringsvorm dan een bedrijfstakpensioenfonds, een premiepensioeninstelling of een beroepspensioenfonds. Als afkorting voor ondernemingspensioenfonds wordt in de praktijk vaak ‘opf’ gebruikt.Zie ook: groepscriterium.

ONROEREND GOEDZie: vastgoed.

ONTGROENINGSituatie waarin jaarlijks het aantal toetredende actieve deelne-mers in een pensioenregeling bij de in die regeling geldende aanvangsleeftijd een dalende tendens vertoont. De gemiddelde leeftijd van de actieve deelnemers zal daardoor een stijgende tendens vertonen.

ONTSLAGBeëindiging van het dienstverband met de werkgever anders dan door overlijden of pensionering, waardoor het deelnemerschap aan de pensioenregeling in principe wordt beëindigd. Ook wel aangeduid als wisseling van werkgever of einde dienstbetrekking.

ONZUIVERE PENSIOENREGELINGVan een onzuivere pensioenregeling is sprake als de regeling wordt uitgevoerd door een niet toegelaten pensioenuitvoerder of als de regeling het wettelijk kader van artikel 18 tot en met 18h van de Wet op de loonbelasting 1964 te buiten gaat. De waarde van de pensioenaanspraken die zijn verkregen uit onzuivere pen-sioenregelingen worden tot het loon van de werknemer gerekend. De in de toekomst te ontvangen uitkeringen kunnen onbelast worden ontvangen. Wel dient de waarde van deze pensioenaan-spraak jaarlijks tot de heffingsgrondslag van box 3 te worden gerekend.

Een onzuivere pensioenregeling, kan door de minister van Finan-ciën worden aangewezen als erkende pensioenregeling. De rege-ling wordt dan behandeld als een zuivere pensioenregeling.Zie ook: bovenmatige pensioenregeling.

Page 80: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

79

O

OPBOUWKEUZEVOETDe verhouding tussen het pensioen waarvan kan worden afgezien en het pensioen dat daarvoor in de plaats kan worden opge-bouwd.

OPBOUWPENSIOENREGELINGDoor jaarlijks een percentage van de dan geldende pensioen-grondslag als pensioenaanspraak te verlenen, ontstaat uiteindelijk een pensioen dat de optelling is van de tijdens de verstreken dienstjaren opgebouwde aanspraken. Bij de opbouwpensioenre-gelingen is het overigens gebruikelijk om regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) de opgebouwde pensioenaanspraken aan te passen aan de algemene loontrend of inflatie.

OPFAfkorting van Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, maar ook de afkorting voorondernemingspensioenfonds.

OPTIESHet recht om een aandeel te kopen (call optie) of te verkopen (put optie) tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs) op een bepaald tijdstip (Europese opties), of binnen een bepaalde termijn (Amerikaanse opties). Dit recht kan normaliter alleen worden verkregen door het betalen van een bedrag (optiepremie) aan de verkoper (schrijver) van de optie.

ORGANISME VOOR DE FINANCIERING VAN PENSIOENEN (OFP)De OFP’s zijn in België een verplichte rechtsvorm geworden. Alle nieuw op te richten pensioenfondsen dienen deze rechtsvorm te hebben. Alle bestaande pensioenfondsen dienden vóór 1 januari 2012 deze rechtsvorm te hebben aangenomen. De Belgische wetgever heeft hier overgangswetgeving voor vastgesteld waarin is opgenomen dat indien het pensioenfonds vóór 1 augustus 2007 van rechtsvorm is veranderd, er geen ‘successietax’ (0,17% van de activa) hoeft te worden betaald.

Page 81: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

80

O

ORGANOGRAMLetterlijk: schematisch overzicht van de bedrijfsstructuur, in deze een beschrijving van de interne organisatie van een pensi-oenfonds. Op grond van de Pensioenwet dient een actuariële en bedrijfstechnische nota een organogram te bevatten.

OTC-DERIVATENAfkorting van over the counter derivaten.

OUDERDOMSPENSIOENPensioen, bestemd voor de levenslange financiële verzorging van de gerechtigde, nadat deze de in de pensioenregeling omschre-ven pensioenleeftijd heeft bereikt.

OUTPERFORMANCEHet verschil tussen het behaalde rendement en het rendement van de benchmark (positief of negatief). Dit verschil geeft aan hoeveel waarde is toegevoegd door middel van actief beheer. Outperformance wordt ook wel alpha genoemd.

OVERBRUGGINGSPENSIOENIn veel pensioenregelingen bestond de mogelijkheid om vóór de 65e verjaardag met pensioen te gaan. In de periode tussen de desbetreffende pensioenleeftijd en de 65e verjaardag ontvangt de pensioengerechtigde nog geen AOW-uitkering. Personen die jonger zijn dan 65 jaar, zijn bovendien verplicht bepaalde sociale verzekeringspremies te betalen, zoals de AOW-premie, die na de 65e verjaardag niet meer verschuldigd zijn. Om het inkomensver-schil in de periode vóór de 65e verjaardag te overbruggen, bevat-ten veel pensioenregelingen een overbruggingspensioen. Dit kan bestaan uit enerzijds een extra uitkering die de AOW-uitkering vervangt, en anderzijds een (gebruteerde) compensatie voor nog te betalen premies volksverzekeringen. Met ingang van 1 januari 2005 worden nieuw in te voeren pensioenregelingen met een overbruggingspensioen niet meer fiscaal begunstigd. Met ingang van 1 januari 2007 dienen alle op laatstgenoemde datum be-staande overbruggingspensioenregelingen te zijn aangepast. Een uitzondering geldt voor werknemers die vóór 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Bij voortzetting van een overbruggingspensi-

Page 82: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

81

O

oen in 2006 voor 55-minners, kon de werkgever worden gecon-fronteerd met eindheffing over het bovenmatige deel.

OVERBRUGGINGSREGELINGTot 1 januari 2015 was de pensioeningangsleeftijd in veel pensi-oenregelingen nog 65 jaar. Door de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd ontvangt de pensioengerechtigde de AOW-uitke-ring pas later dan met ingang van 65 jarige leeftijd. Omdat veel mensen wel met ingang van de 65-jarige leeftijd stoppen met werken, kan, om het inkomensverschil in de periode tussen 65 jaar en de AOW-leeftijd te overbruggen een uitkering uit hoofde van de overbruggingsregeling worden aangevraagd. De overbrug-gingsregeling is met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 ingegaan. Het gaat om een tijdelijke regeling. De regeling eindigt op 31 december 2018.

OVERDRACHTSWAARDEDe op basis van actuariële grondslagen, welke berusten op de Pensioenwet, berekende contante waarde van in het kader van waardeoverdracht over te dragen pensioenaanspraken.

OVERFLOWBEPALINGBepaling in de uitvoeringsovereenkomst die een werkgever sluit met een pensioenuitvoerder, met inachtneming van de bepalin-gen van de Pensioenwet hierover, welke inhoudt dat indien en zolang de overreserve van dat pensioenfonds een bepaalde groot-te bereikt, de door de werkgever (en soms ook door de deelne-mers) te betalen bijdragen worden verlaagd.

OVERLEVINGSTAFELZie: sterftetafel.

OVERRENDEMENTZie: rendement.

Page 83: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

82

O

OVERRENTEEen term die veel wordt gebruikt bij de financiering van een pensioenregeling. Actuarieel wordt doorgaans in Nederland bij pensioenfondsen gerekend met een fictieve rente van 4% of min-der. Deze rente wordt vooraf in de berekeningen gehanteerd als de zogenaamde rekenrente. Op basis van de Pensioenwet dient bij sommige berekeningen de marktrente te worden gehanteerd. Aangezien de rekenrente in sommige gevallen lager is dan de werkelijke rente (marktrente), kan er als het ware een extra reser-voir voor de financiering van de pensioenaanspraken ontstaan. Indien de feitelijke renteaangroei van het belegde pensioenver-mogen namelijk hoger is dan de vooraf berekende renteaangroei, is er sprake van een ‘meevaller’ ofwel van winst, die overrente wordt genoemd. Overrente wordt vaak gebruikt om toeslag op pensioenen te verlenen. In andere gevallen wordt de premie ermee verlaagd (premiekorting). De voorschriften die hiervoor gelden zijn in de afgelopen jaren aangescherpt.

OVERRENTEDELINGVorm van resultatendeling waarbij op grond van het verzeke-ringscontract een deel van de door de verzekeringsmaatschappij behaalde overrente aan de verzekeringnemer wordt uitgekeerd in de vorm van een premierestitutie of een premieverlaging. De verzekeraar kan de overrentedeling in een depot reserveren om daarmee vervolgens toeslagen te verlenen op ingegane pensioe-nen en premievrije pensioenaanspraken.

OVERSCHOTMETHODEZie: saldomethode.

OVER THE COUNTER DERIVATEN (OTC-DERIVATEN)Derivaten die niet op een officiële beurs worden verhandeld, maar een directe overeenkomst zijn tussen twee partijen (zoals het pensioenfonds en een willekeurige bank), zoals bijvoorbeeld een forward contract of een swap. Voor dit soort overeenkomsten worden verschillende contracten gesloten, onder meer om het beheer en storten van een onderpand te regelen.

Page 84: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

83

P

P

PARAMETERSUitgangspunten die bij (actuariële) berekeningen worden gehan-teerd.

PARITAIR BESTUUR Met de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensi-oenfondsenversterking bestuur pensioenfondsen worden bij een pensioenfonds de zetels in het paritaire bestuur bezet door werk-nemersvertegenwoordigers, werkgeversvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden. Hierbij bezetten de werknemersvertegenwoordigers en de verte-genwoordigers van de pensioengerechtigden tezamen ten minste evenveel zetels als de werkgeversvertegenwoordigers. Het intern toezicht wordt bij het paritair bestuur uitgevoerd door de raad van toezicht of een visitatiecommissie. Het bestuur legt verantwoor-ding af aan het verantwoordingsorgaan.

PARTNERPENSIOENBenaming voor een vorm van nabestaandenpensioen ten behoeve van de partner.

PARTNERTOESLAGIeder burger krijgt vanaf 65 jaar een uitkering op grond van de Algemene ouderdomswet (AOW). Een AOW-gerechtigde met een partner jonger dan 65 jaar die weinig tot geen inkomen heeft, kan in aanmerking komen voor een partnertoeslag AOW boven op de AOW-uitkering (het AOW voor een gehuwde is ongeveer 50% van het netto minimumloon). Voor het inkomen van de partner wordt gekeken naar inkomen uit arbeid of inkomen in verband met arbeid (uitkering of VUT). Per 1 januari 2015 stopt de partnertoeslag AOW, partners die al partnertoeslag kregen zullen die ook na 1 januari 2015 blijven ontvangen.

PASSIEF BELEGGENHieronder kan worden verstaan indexbeleggen of buy and hold beleggen. Het is gericht op het zo laag mogelijk houden van de transactiekosten. Zie ook: actief beleggen.

Page 85: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

84

P

PENSIOENVerzamelnaam voor periodieke uitkeringen (meestal maande-lijks), die het vroegere salaris vervangen in geval van ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid. Het begrip ‘pensioen’ dient te worden gereserveerd voor situaties waarin sprake is van pe-riodieke uitkeringen als bovenbedoeld, die voortvloeien uit de verhouding werkgever/werknemer. Periodieke uitkeringen bij ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid, die hun oor-sprong vinden in de sociale zekerheidswetgeving en de in de privésfeer getroffen voorzieningen, vallen niet onder het pensi-oenbegrip. De opbouw van pensioenaanspraken vloeit voort uit arbeidsvoorwaarden, het is een vorm van beloning; dit kenmerk onderscheidt pensioen duidelijk van lijfrenten en sociale zeker-heidsuitkeringen.

PENSIOENAANGROEIOnder pensioenaangroei wordt verstaan onmiddellijk aan het ka-lenderjaar (jaar van berekening van de jaarruimte) voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen aangroei van pensioenaanspraken, vanwege een toeneming van de diensttijd. Zie ook: a-factor.

PENSIOENAANSPRAAKEen recht op toekomstige pensioenuitkeringen. De aanspraak op pensioen wordt onderscheiden van het ingegane pensioen (pensioenrecht).

PENSIOENAMBITIE Hoogte van het pensioen die op de lange termijn nagestreefd wordt. De pensioenambitie bestaat uit vier elementen: de ge-wenste hoogte van het pensioen, de gewenste zekerheid die het pensioen dient te bieden, de gewenste toeslagverlening van het pensioen en het aantal jaren dat het pensioen uitgekeerd dient te worden. De financieringsbronnen bepalen de grenzen van de pensioenambitie. De pensioenambitie kan nooit uitstijgen boven de betaalde premie en de behaalde rendementen.

Page 86: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

85

P

PENSIOENBREUK De breuk in de pensioenopbouw die kan ontstaan als gevolg van het uittreden uit een pensioenregeling voor pensioeningangsda-tum. Deze breuk kan bestaan uit:– een carrièrebreuk. Bijvoorbeeld: een persoon wisselt op 45-ja-

rige leeftijd van baan en heeft in de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever, als gevolg van een salarisstijging, een hoge-re pensioengrondslag;

– pensioenverlies als gevolg van inflatie. Indien ingegane pen-sioenen en premievrije aanspraken op pensioen niet worden aangepast, vermindert de koopkracht hiervan. In de meeste pensioenregelingen komt een aanpassingsmechanisme voor, meestal een toeslagregeling, die pensioenverlies door inflatie moet voorkomen. In de Pensioenwet zijn bepalingen opgeno-men, die er voor zorgen dat bij het verlenen van toeslagen de groepen pensioengerechtigden onderling en de slapers gelijk worden behandeld;

– lagere aanspraken door ontslag. In het verleden kwam het voor dat bij ontslag slechts de op dat moment gefinancierde aanspraken als premievrije aanspraak werden toegekend. De gefinancierde aanspraken konden lager zijn dan de aan-spraken die evenredig aan het aantal deelnemersjaren waren opgebouwd. Op 1 augustus 1987 is de wetgeving op dit punt veranderd, waardoor bij ontslag na deze datum evenredige rechten moeten worden verleend. De hier bedoelde vorm van pensioenbreuk zal dus geleidelijk gaan verdwijnen.

Zie ook: waardeoverdracht.

PENSIOEN-BVPensioenfonds in de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Meestal voert een pensioen-BV een pensioentoezegging uit, die is gedaan aan een directeur-(groot)aandeelhouder. Deze pensioenfondsen ‘genieten’ fiscaal een andere behandeling dan pensioenfondsen die pensioentoezeg-gingen aan werknemers uitvoeren. De pensioen-BV kan al dan niet onderworpen zijn aan het toezicht van De Nederlandsche Bank, afhankelijk van de vraag of zij al dan niet een pensioen-toezegging uitvoert op een wijze als voorgeschreven in de Pensi-oenwet. Hoewel op grond van de Pensioenwet een pensioenfonds

Page 87: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

86

P

de rechtsvorm van een BV mag hebben, komt deze rechtsvorm bij pensioenfondsen die pensioentoezeggingen aan werknemers uitvoeren niet of nauwelijks voor. Vanaf 1 januari 1992 moeten de meeste pensioen-BV’s vennootschapsbelasting betalen. De pensioen-BV heeft hiermee gedeeltelijk zijn aantrekkelijkheid ver-loren. Met ingang van 1 juli 2017 is het niet meer mogelijk voor de directeur-(groot)aandeelhouder om pensioen op te bouwen binnen een pensioen-BV.

PENSIOENCLAUSULEClausule op een polis van een kapitaalverzekering die bepaalt dat te zijner tijd het bereikte kapitaal uitsluitend kan en zal worden aange-wend voor de aankoop van pensioen in de zin van de Pensioenwet.

PENSIOENCONVENANTDe op 9 december 1997 tussen het kabinet en de STAR gemaak-te afspraak, inhoudende een dringend verzoek aan alle bij col-lectieve pensioenregelingen betrokken partijen om die regelingen kostenbeheersend te moderniseren. De evaluatie van het con-venant heeft uitgewezen dat partijen voldoende gehoor hebben gegeven aan dit verzoek. Niettemin heeft de STAR in dit kader in mei 2001 geactualiseerde aanbevelingen gedaan.

PENSIOEN(RICHT)DATUMDe leeftijd waarop het ouderdomspensioen feitelijk ingaat of de datum waarop het pensioen reglementair gezien ingaat. De feitelijke invulling van dit begrip hangt af van het geldende pensi-oenreglement.

PENSIOEN- EN SPAARFONDSENWET (PSW)In 1954 volledig in werking getreden wet waarin regels zijn opgenomen ter waarborging van pensioenen. De PSW was van toepassing op pensioentoezeggingen die een werkgever – parti-culiere bedrijven of (semi-)overheid – doet aan personen die zijn verbonden aan zijn onderneming. De Pensioen- en spaarfond-senwet en de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW zijn per 1 januari 2007 vervangen door de Pensioenwet.

Page 88: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

87

P

PENSIOENFEDERATIE Samenwerkingsverband tussen de Stichting voor Ondernemings-pensioenfondsen (OPF), de Vereniging van Bedrijfstakpensioen-fondsen (VB) en de Unie van Beroepspensioenfondsen (UvB).

PENSIOENFONDSEen fonds waarin voor de veiligstelling van de pensioenaanspra-ken die voortvloeien uit een pensioenregeling, gelden worden bij-eengebracht. Er zijn bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemings-pensioenfondsen, beroepspensioenfondsen en pensioenfondsen die individuele toezeggingen veilig stellen. Over het algemeen staan pensioenfondsen onder toezicht van de overheid via De Nederlandsche Bank, tenzij het pensioenfonds uitsluitend pensi-oentoezeggingen veilig stelt die niet onder het overheidstoezicht vallen. Pensioenfondsen kunnen hun verplichtingen geheel of gedeeltelijk herverzekeren. Veelal is de rechtsvorm van pensioen-fondsen een stichting, soms ook een BV. In het laatste geval gaat het doorgaans om één of enkele directiepensioenen.Zie ook: pensioen-BV, APF, PPI en multi-opf.

PENSIOENFONDSENRICHTLIJNZie: IORP-richtlijn.

PENSIOENGATTerm die gebruikt wordt om een pensioentekort te omschrijven. Een pensioengat is het verschil tussen het op enig moment be-haalde pensioen en het op dat moment maximaal behaalbare pensioen.

PENSIOENGERECHTIGDEPersoon voor wie op grond van de pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan.

PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJDDe leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet het recht op AOW ontstaat. Voor 1 januari 2013 is dit 65 jaar. Vanaf 1 januari 2013 zal de AOW-leeftijd stapsgewijs worden verhoogd. De AOW-leeftijd zal in 2021 verhoogd zijn naar 67 jaar en zal vervolgens stijgen aan de hand van de levensverwachting. Zie ook: pensioendatum.

Page 89: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

88

P

PENSIOENGEVEND SALARISZie: pensioensalaris.

PENSIOENGRONDSLAGHet gedeelte van het loon, dat de grondslag vormt voor de pensi-oenopbouw van een deelnemer.Zie ook: franchise.

PENSIOENKAPITAALHet totaal door de (gewezen) deelnemer opgebouwd vermogen, aan te wenden voor pensioenaanspraken.

PENSIOENKEURINGSinds 1 januari 1998 zijn keuringen met het oog op deelname aan een collectieve pensioenregeling verboden. Dit volgt uit de Wet op de medische keuringen, ook wel bekend als de Wet Van Boxtel. In veel pensioenregelingen werd aan potentiële deelne-mers de eis gesteld, dat zij zich zouden onderwerpen aan een pensioenkeuring. Een pensioenkeuring omvat zowel een medisch onderzoek naar de gezondheid van de betrokkene, als het stellen van vragen naar die gezondheid. Op deze wijze wilde het pen-sioenfonds of de levensverzekeraar zich indekken tegen een te hoog sterfte- of arbeidsongeschiktheidsrisico. Bij een individuele pensioenregeling voor de directeur-grootaandeelhouder, bij wijzi-ging van eerder gemaakte keuzes in collectieve regelingen en bij lijfrenten geldt het keuringsverbod niet.

PENSIOENKNIPWerknemers met een pensioenregeling gebaseerd op een ka-pitaal- of premieovereenkomst kunnen op de pensioendatum worden geconfronteerd met tegenvallende pensioenresultaten als gevolg van lage beurskoersen en/of lage rentestanden voor aankoop van pensioen. Om deze tegenvallende resultaten tegen te gaan bestaat er onder de Pensioenwet tijdelijk de mogelijk-heid om een pensioenknip toe te passen. Bij de pensioenknip wordt op de pensioendatum niet direct het gehele beschikbare kapitaal aangewend voor een levenslange pensioenuitkering, maar wordt in eerste instantie een tijdelijk pensioen aangekocht voor een periode van maximaal twee jaar. Met het resterende

Page 90: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

89

P

pensioenkapitaal wordt na afloop van de tijdelijke periode het levenslange pensioen wordt aangekocht. Door deze regeling kan worden gespeculeerd op stijgende beurskoersen en/of rentestan-den waardoor na afloop van de tijdelijke periode mogelijk een hoger pensioen kan worden verkregen. De exacte vorm van de pensioenknip is gebonden aan juridische en fiscale regelgeving. De juridische regelgeving is nader geformuleerd in de Regeling Pensioenwet. De fiscale regelgeving volgt uit de “handreiking tijdelijke pensioenknip 2015 (versie 3 juli 2015)” van de Ken-nisgroep pensioenen. Er kan nog tot 1 juli 2017 gebruik worden gemaakt van de pensioenknip.

PENSIOENKOEPELSAndere benaming voor de Stichting voor Ondernemingspensioen-fondsen (OPF), de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB), de Unie van Beroepspensioenfondsen (UvB) en het Verbond van Verzekeraars. Zie ook: pensioenfederatie.

PENSIOENLEEFTIJDDe leeftijd waarop het ouderdomspensioen feitelijk ingaat. Dit kan ook de leeftijd zijn waarop als gevolg van vervroeging of uitstel het ouderdomspensioen ingaat.

PENSIOENOVEREENKOMST De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de werkgever(orga-nisaties) en de werknemers(organisaties), samen ook wel aange-duid als sociale partners, welke betrekking hebben op pensioen. De pensioenovereenkomst kan het karakter van een uitkerings-overeenkomst, een kapitaalovereenkomst of een premieovereen-komst hebben. Het begrip pensioenovereenkomst heeft in de Pensioenwet het begrip pensioentoezegging vervangen.

PENSIOENPROMOTIEEen salarisverhoging die wordt gegeven aan een persoon die nog korte tijd van zijn pensioenleeftijd is verwijderd en die uitgaat boven de jaarlijkse algemene loonsverhogingen. Zeker bij een eindloonregeling leidt een pensioenpromotie tot een aanmerkelijk hogere pensioenuitkomst en dito kostenpost. Op grond van de

Page 91: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

90

P

per 1 juni 1999 in werking getreden Wet fiscale behandeling van pensioenen kan een pensioenpromotie echter nog maar in beperkte mate tot hogere pensioenuitkomsten leiden. Deze fis-cale bepaling is echter discutabel in het licht van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.

PENSIOENRECHTDe Pensioenwet geeft als definitie: het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toe-slagverlening.

PENSIOENREGISTEREen register dat is opgezet door de pensioenuitvoerders geza-menlijk. Het pensioenregister maakt het burgers mogelijk om via www.mijnpensioenoverzicht.nl een totaaloverzicht te krijgen van alle bij pensioenfondsen en pensioenverzekeraars in col-lectieve regelingen opgebouwde pensioenaanspraken alsmede de AOW-uitkering. Het register laat bovendien zien waar het pensioen is opgebouwd en waar de burger terecht kan voor meer informatie. De bedoeling is dat in de toekomst ook derde pijler producten (levensverzekeringen gericht op pensioen) zichtbaar worden in het pensioenregister.

PENSIOENREGLEMENTHet pensioenreglement is een samenstel van regels, waarin de pensioenregeling is beschreven. Het pensioenreglement is de juridische basis waaraan de betrokkenen hun aanspraken en uitkeringen ontlenen. Het pensioenreglement bevat de rechten en verplichtingen van de deelnemers, de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden. De Pensioenwet bevat bepalingen met betrekking tot de verplichte inhoud van het pensioenreglement.

PENSIOENRICHTLEEFTIJDDe leeftijd waarop krachtens de pensioenregeling het ouderdom-spensioen ingaat. In de meeste pensioenregelingen wordt een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar gehanteerd.

Page 92: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

91

P

PENSIOENSALARISTerm waarmee in loonafhankelijke pensioenregelingen wordt aangegeven welke elementen in de totale beloning van een deel-nemer meetellen bij het bepalen van de op te bouwen pensioen-aanspraken.

PENSIOENSHOPPENAanwending op de pensioendatum van een bij een verzekerings-maatschappij opgebouwd en tot uitkering komend pensioenka-pitaal voor de inkoop van een periodieke pensioenuitkering bij een door de pensioengerechtigde vrij te kiezen verzekeringsmaat-schappij.

PENSIOENSTICHTINGPensioenfonds in de vorm van een stichting.

PENSIOENTOEZEGGINGZie: pensioenovereenkomst.

PENSIOENUITVOERDEREen op grond van de Pensioenwet toegelaten (bedrijfstak- of on-dernemings)pensioenfonds, premiepensioeninstelling of (levens)verzekeraar die een zetel in Nederland heeft en die de pensi-oenovereenkomst voor de werkgever uitvoert.

PENSIOENVEREVENINGVerdeling van het tijdens het huwelijk of geregistreerd partner-schap opgebouwde ouderdomspensioen in geval van scheiding, zoals bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij schei-ding.Zie ook: conversie.

PENSIOENVERLIESZie: pensioenbreuk.

PENSIOENVERMOGENDe reserve van het pensioenfonds vermeerderd met de techni-sche voorzieningen.

Page 93: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

92

P

PENSIOENVERPLICHTINGENDe verplichtingen om vanaf de afgesproken pensioendatum een pensioen uit te kunnen keren. Deze verplichtingen moeten sinds de invoering van het FTK op marktwaarde worden gewaardeerd.

PENSIOENVOORZIENINGDe pensioenvoorziening is een regeling voor het pensioen die tot stand komt in de werkgever-/werknemersfeer.

PENSIOENWET (PW)Wet ter vervanging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW. De Pensioenwet is op 1 januari 2007 in werking getreden.U vindt de tekst van de Pensioenwet en de aanverwante regelge-ving op onze internetsite: www.pensioenregelgeving.nl.

PENSION FUND GOVERNANCE De manier waarop het pensioenfonds is georganiseerd (struc-tuur) en waarop de verantwoordelijkheden worden uitgevoerd (processen). In december 2005 zijn de Principes voor goed pen-sioenfondsbestuur (pension fund governance of PFG) vastgesteld door de Stichting van de Arbeid (STAR). De principes zijn in over-leg met CSO, OPF, VB en het Verbond van Verzekeraars tot stand gekomen. Deze waarborging voor goed bestuur is verankerd in de Pensioenwet welke per 1 januari 2007 in werking is getreden. Met ingang van 1 januari 2014 zijn de principes vervangen door de normen uit de Code Pensioenfondsen.

PERFORMANCEDe performance van (een deel van) het vermogen is het totale rendement gewaardeerd op marktwaarde. Deze performance wordt in de regel vergeleken met de performance van de bench-mark-(index). Door middel van een zogenoemde (performance) attributie analyse wordt het verschil tussen deze beiden op een kwantitatieve wijze verklaard.

PERFORMANCETOETSHet gemiddelde van de door een bedrijfstakpensioenfonds be-haalde beleggingsresultaten, gemeten over een langere periode.

Page 94: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

93

P

De performancetoets wordt bepaald door de som van opeenvol-gende jaarlijkse z-scores, gedeeld door de wortel van het aantal jaren. Als de performancetoets van een bedrijfstakpensioenfonds over een periode van vijf jaar minder is dan 1,28 kan de werkge-ver vrijstelling van de verplichtstelling verlangen. De eerste offici-ele performancetoets heeft in 2002 plaatsgevonden.

PERSOONLIJKE PENSIOENREKENINGIn de hoofdlijnennotitie ‘toekomstbestendig pensioenstelsel’ worden vijf varianten besproken in het kader van de Nationale Pensioendialoog. Eén van die varianten is het persoonlijk pen-sioenvermogen met risicodeling. De pensioenregeling gaat uit van opbouw van kapitaal. Dit geeft de deelnemer meer inzicht in de regeling en in het opgebouwde pensioenvermogen. Het opgebouwde pensioenvermogen is zichtbaar op een persoonlijke pensioenrekening. Deze variant biedt de deelnemer meer keuze-mogelijkheden en maatwerk.

POOLSIs een vehikel (beleggingsfonds) waarin belegd wordt. Voor ca-tegorieën waar slechts een klein gedeelte van het vermogen in wordt belegd, is het beleggen middels een pool een efficiënte manier om een adequate spreiding te bewerkstelligen. Daarnaast kunnen de kosten (van beheer, bewaring, transacties en admi-nistratie) door schaalvoordelen bij pools lager uitvallen dat bij discretionair beheer. Een nadeel van pools is dat het vaak ‘stan-daard’ producten zijn die geen ruimte voor een eigen strategisch beleid voor een individueel pensioenfonds bieden. Bovendien worden pools veelal als weinig transparant ervaren, omdat men moeilijk het gevoerde beleid of de in rekening gebrachte kosten kan controleren (bijvoorbeeld als gevolg van summiere rapporta-ges). Tevens kan de verhandelbaarheid van de participaties aan beperkingen onderhevig zijn (met name als het pensioenfonds één van de grotere participanten in een pool is). Tot slot is een groot nadeel dat bij een eventuele beëindiging van het beheer door de vermogensbeheerder, er veelal geen ander alternatief is dan de participaties in de pools tegen aanzienlijke kosten te liquideren.

Page 95: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

94

P

PORTABILITY RICHTLIJNRichtlijn ter bevordering van de mobiliteit van werknemers via het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenaanspraken.

POSTNUMERANDODe term geeft aan dat betalingen steeds aan het einde van een deelperiode (van de totale terugbetalingstermijn) plaatsvinden. Bij jaarlijkse termijnen vindt de betaling dus steeds aan het eind van het jaar plaats. Zie ook: annuïteit en prenumerando.

PPIAfkorting van premiepensioeninstelling.

PREMIEPENSIOENINSTELLING (PPI)Met de premiepensioeninstelling (PPI) wordt tegemoet gekomen aan de behoefte van marktpartijen om in te kunnen spelen op recente ontwikkelingen binnen de Europese Unie op het gebied van de uitvoering van premiepensioenregelingen. De PPI kent de rechtsvorm van een NV, een BV, een stichting of een Europese NV. De PPI mag alleen premies innen en deze gedurende de opbouwfase beleggen. De PPI is verplicht een overeenkomst aan te gaan met een verzekeraar, die de uitkeringen zal verzorgen in de uitkeringsfase. De opgebouwde kapitalen zullen worden over-gedragen aan deze verzekeraar, of via waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder.Zie ook: algemene pensioeninstelling.

PREMIEPeriodieke betaling die men aan de uitvoerder van een pensioen-regeling is verschuldigd voor de financiering van een pensioen-aanspraak. Indien de periodieke premiebetaling voortijdig wordt gestaakt, wordt die pensioenaanspraak verlaagd tot het zogehe-ten premievrije pensioen.Zie ook: premiesysteem.

Page 96: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

95

P

PREMIEDEKKINGSGRAADDe premiedekkingsgraad is de verhouding tussen de premie in het jaar (exclusief de kostencomponent) en de waarde van de opbouw van het jaar. De premiedekkingsgraad komt zodoende overeen met de dekkingsgraad, met dat verschil dat de dekkings-graad betrekking heeft op alle verplichtingen van een fonds, en de premiedekkingsgraad op de premie en opbouw in een jaar. Een premiedekkingsgraad van 100% betekent zodoende dat voor elke euro opbouw één euro premie wordt betaald.

PREMIEHOLIDAYZie: premievakantie.

PREMIEKORTINGSGRENSBegrip dat wordt gehanteerd voor het niveau waarboven het mogelijk is terugstortingen te doen aan de werkgever, een pre-mievakantie (ook wel premieholiday genoemd) te verlenen of premiekorting te verstrekken aan de werkgever/werknemers.

PREMIEOVEREENKOMSTOp grond van de Pensioenwet is dit een van de drie toegelaten karakters van pensioenovereenkomsten. De premieovereenkomst is een overeenkomst inzake een vastgestelde premie waarbij uiterlijk op de pensioendatum het opgebouwde kapitaal wordt omgezet in een pensioenuitkering. Er zijn drie vormen premie-overeenkomsten. Bij de zuivere premieovereenkomst wordt de inleg belegd tot aan de pensioendatum. Bij de tweede vorm van een premieovereenkomst wordt de premie aangewend voor de directe inkoop van kapitaal. Op de pensioendatum of de datum van beëindiging van het deelnemerschap wordt dit kapitaal aan-gewend voor pensioenuitkeringen. Bij de derde vorm van een premieovereenkomst wordt de premie aangewend voor de direc-te inkoop van pensioenuitkeringen. Zie ook: beschikbare premieregeling.

PREMIESYSTEEMEen systeem van financieren van een pensioenregeling waarbij, voor de veiligstelling van de aanspraken die betrekking hebben op toekomstige jaren van deelneming, telkens een premie wordt

Page 97: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

96

P

vastgesteld die in de toekomst gelijkblijvend wordt verondersteld. Voor de financiering van eventuele aanspraakverbeteringen die betrekking hebben op verstreken jaren van deelneming, worden bij een eindloonregeling eventueel afzonderlijk eenmalige koop-sommen gestort.

PREMIEVAKANTIEAls het pensioenfonds de aangesloten werkgever gedurende een bepaalde periode de contractuele pensioenpremie kwijtscheldt, dan spreekt men van een premievakantie of een premieholiday.

PREMIEVRIJE AANSPRAKEN BIJ ONTSLAGIndien het deelnemerschap aan een pensioenregeling eindigt, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioenleef-tijd, verkrijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen en partnerpensioen (mits op opbouwba-sis). Bij beëindiging van het deelnemerschap behoudt de ge-wezen deelnemer de tot op dat moment op grond van het pen-sioenreglement (tijdsevenredig) opgebouwde en gefinancierde aanspraken indien sprake is van een uitkerings- dan wel van een kapitaalovereenkomst. De pensioenaanspraak dient volledig gefi-nancierd te zijn op het moment van beëindiging. Indien sprake is van een premieovereenkomst, wordt het op dat moment ontstane kapitaal, voortvloeiende uit de tot op dat moment beschikbaar gestelde premies belegd tot de pensioendatum, aangewend voor de aankoop van verzekerd kapitaal dat beschikbaar komt op de pensioendatum of wordt aangewend voor een verzekerde levenslange uitkering vanaf de pensioendatum, al dan niet in combinatie met een aanspraak op nabestaandenpensioen. De Pensioenwet verplicht niet tot het toekennen van een tijdseven-redige premievrije aanspraak op partnerpensioen. In de praktijk wordt veelal een tijdsevenredige aanspraak op partnerpensioen meegegeven, waarbij de reglementaire verhouding tussen het ouderdoms- en partnerpensioen wordt aangehouden.

PREMIEVRIJE AANSPRAKEN BIJ SCHEIDINGZie: bijzonder partnerpensioen.

Page 98: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

97

P

PREMIEVRIJE (PENSIOEN)OPBOUWWanneer een deelnemer aan een pensioenregeling geheel of ge-deeltelijk arbeidsongeschikt raakt, hoeft deze deelnemer in veel gevallen geen of een deel van de reglementaire pensioenpremie te betalen, terwijl de opbouw van het pensioen toch volledig wordt voortgezet.

PREMIEVRIJSTELLINGZie: premievrije (pensioen)opbouw.

PRENUMERANDODe term geeft aan dat betalingen (bijvoorbeeld termijnen van een ingegaan pensioen) steeds aan het begin van de deelperiode (van de totale terugbetalingstermijn) plaatsvinden.Zie ook: annuïteit en postnumerando.

PREPENSIOENEen pensioensoort bedoeld als vervanging voor een VUT-rege-ling. Het betreft een tijdelijke uitkering welke uiterlijk eindigt op de 65-jarige leeftijd of zoveel eerder als het ouderdomspensioen ingaat. Op grond van de Wet aanpassing fiscale behandeling Vut/prepensioen en introductie levensloopregeling (VPL) kan met ingang van 1 januari 2005 geen nieuwe prepensioenregeling met fiscale begunstiging worden ingevoerd. Met ingang van 1 januari 2006 dienen bestaande prepensioenregelingen te worden afgeschaft. Het voorgaande geldt niet voor degenen die voor 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Voorts zal op basis van het aanvullend overgangsrecht 2006 bij instandhouding van een pre-pensioenregeling, de werknemer niet worden geconfronteerd met de gevolgen van een onzuivere regeling (belaste aanspraak). Wel zal de werkgever worden geconfronteerd met een eindheffing van 52% over de bovenmatige prepensioenaanspraak.

PRIJSINDEXZie: consumentenprijsindex.

Page 99: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

98

P

PRIJSINFLATIEConsumenten kunnen steeds minder kopen als ze hetzelfde aantal euro’s blijven besteden. Dit wordt inflatie genoemd. Bij een koppeling aan de prijsinflatie (prijsindex) blijven pensioenuitke-ringen waardevast.

PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUROp verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid door de STAR opgestelde rapportage waarin de uitgangs-punten en Principes voor goed pensioenfondsbestuur zijn vast-gelegd. De rapportage heeft zowel betrekking op het bestuur van pensioenfondsen, inclusief verantwoording en intern toezicht, als op de ‘governance’ bij direct verzekerde regelingen. De prin-cipes zijn op 16 december 2005 vastgesteld, in latere instantie verankerd in de Pensioenwet en met ingang van 1 januari 2014 vervangen door de Code Pensioenfondsen.Zie ook: Pension Fund Governance.

PRIORITEITEen pensioenfonds kan de schade herverzekeren, die kan ont-staan door overlijden. Veel pensioenfondsen sluiten slechts een herverzekeringscontract af voor een deel van deze schade. De prioriteit is gelijk aan de grens tussen de schade die het pensi-oenfonds bereid is zelf te lijden en de schade die het pensioen-fonds herverzekert door middel van een stop-lossverzekering.

PRIVATE EQUITYBeleggen in private equity betreft het beleggen in aandelen van niet-beursgenoteerde ondernemingen. Een private equity inves-tering varieert van het participeren in jonge bedrijven die nog niet volgroeid zijn om via de beurs te worden verhandeld tot het financieren van de overname van gevestigde bedrijven.

PROJECTIERENTEMet de projectierente wordt de rente bedoeld die van toepassing is voor de waardering van een variabel pensioen. Het is mogelijk dat in een projectierente toekomstige overrendementen inge-rekend wordt. In de huidige wetgeving is op dit moment echter vastgelegd dat de projectierente gelijk is aan de risicovrij rente.

Page 100: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

99

Q

PRUDENTIEEL TOEZICHTToezicht gericht op het bevorderen van de financiële degelijkheid van financiële instellingen. DNB voert naast het prudentieel toezicht ook het materieel toe-zicht uit.

PRUDENT PERSONHet uitgangspunt dat de waarden op zodanige wijze worden belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rende-ment van de portefeuille als geheel worden gewaarborgd. Tevens dienen de waarden uitsluitend te worden belegd in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden.

PSEUDO-NABESTAANDEBegrip dat in de Anw wordt gehanteerd voor de gewezen echt-geno(o)t(e) van een overleden Anw-verzekerde, ten opzichte van wie de overledene een alimentatieverplichting had. Onder bepaalde voorwaarden heeft de pseudo-nabestaande ook recht op een Anw-uitkering.

PSWAfkorting van Pensioen- en spaarfondsenwet.

PVKAfkorting van de Pensioen- & Verzekeringskamer. Zie ook: De Nederlandsche Bank.

PWAfkorting van Pensioenwet.

Q

QUOTIËNTMETHODEMethode die wordt toegepast bij de berekening van een of meer toekomstige, geïndexeerde uitkeringen. Hierbij worden toeslagen exact verrekend met de rekenrente.

Page 101: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

100

R

R

RAAD VAN TOEZICHTDe Raad van Toezicht houdt intern toezicht binnen het pensioen-fonds. De Raad heeft onder meer tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in het pensioenfonds.De Raad van Toezicht is in het leven geroepen met de Wet ver-sterking bestuur pensioenfondsen. Een ondernemings pensioen-fonds heeft bij het paritaire bestuursmodel en het onafhankelijke bestuursmodel de keuze om een (jaarlijkse) visitatiecommissie in te stellen in plaats van de Raad van Toezicht. Bij een bedrijfstak-pensioenfonds is de Raad van Toezicht verplicht, tenzij er sprake is van volledige verzekering van het fonds bij een verzekeraar.

REËLE DEKKINGSGRAADOnder reële dekkingsgraad wordt verstaan de mate waarin pen-sioenen door het fondsvermogen worden gedekt met daarbij in aanmerking genomen het verwachte toekomstige overrendement.

REËLE RENTENominale rente minus inflatie.

REGELEN VERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN PENSIOEN- EN SPAAR-FONDSENWETDeze Regelen moesten waarborgen dat de positie van werkne-mers van wie de pensioenregeling niet bij een pensioenfonds, maar rechtstreeks bij een levensverzekeringsmaatschappij is ondergebracht, niet beter of slechter is dan de positie van werk-nemers van wie de pensioenregeling door een pensioenfonds wordt uitgevoerd. Met de inwerkingtreding van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn alle bepalingen van de PSW en de Rege-len PSW komen te vervallen.

Page 102: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

101

R

REGELING INKOMENSVOORZIENING VOLLEDIG ARBEIDSONGESCHIK-TEN (IVA)Regeling bestemd voor werknemers die na twee jaar ziekte vol-ledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Een werknemer is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt als hij niet meer dan 20% van zijn laatstverdiende loon kan verdienen en hij naar ver-wachting ook niet meer beter zal worden. Deze (ex)-werknemers kunnen een beroep doen op de IVA. Die bestaat uit een uitkering die is gebaseerd op het laatstverdiende loon (tot een maximum van 75% van het dagloon) en daarna een vervolguitkering (75% van het minimumloon, verhoogd met een bedrag dat toeneemt naarmate iemand langer heeft gewerkt). Zie ook: WGA.

REGELING WERKHERVATTING GEDEELTELIJK ARBEIDSGESCHIKTEN (WGA)De WGA is bedoeld voor werknemers die gedeeltelijk arbeids-geschikt worden verklaard met een loonverlies tussen de 35 en 80%. Ook werknemers die volledig arbeidsongeschikt zijn (loonverlies van meer dan 80%) maar die waarschijnlijk voldoen-de zullen herstellen, vallen onder de WGA. De WGA-uitkering bestaat uit een loongerelateerde WGA-uitkering gevolgd door een WGA-loonaanvulling of een WGA-vervolguitkering.

REKENRENTEFictief rendementspercentage dat het belegde pensioenvermo-gen wordt geacht op te brengen in de toekomst. Bij de bereke-ning van contante waarden van toekomstige betalingen wordt van dit rendementspercentage uitgegaan. Zie ook: marktrente.

RENDEMENTHet positieve of negatieve resultaat dat een pensioenfonds, ver-mogensbeheerder of verzekeringsmaatschappij behaalt met de belegging van daartoe beschikbare middelen.

Page 103: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

102

R

RENTE(STAND)KORTINGVerzekeraars hebben de mogelijkheid om kortingen te geven op hun producten als ze een hoger rendement op beleggingen behalen dan de vaste rekenrente. Deze korting wordt op een verschuldigde premie of koopsom verleend ter deling in de toe-komstige overrente over de belegde premie of koopsom. Globaal gesproken wordt met de rentestandskorting direct de contante waarde van de overrente over de eerste tien jaar na storting van de premie of koopsom vergoed door de verzekeraar. Zie ook: overrentedeling.

RENTESWAPZie: swap.

RENTETERMIJNSTRUCTUUR (RTS) De rentetermijnstructuur, of yield curve, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente an-derzijds. Een normale rentetermijnstructuur heeft een stijgend verloop. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij normaliter een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.

RESERVEOVERDRACHTZie: waardeoverdracht.

RESERVERINGSRUIMTELijfrentepremieaftrek in enig kalenderjaar in de situatie dat de belastingplichtige in de zeven voorafgaande kalenderjaren geen of niet geheel gebruik heeft gemaakt van de jaarruimte. De re-serveringsruimte bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 17% van de premiegrondslag met een leeftijdsafhankelijk maximum.

RESERVETEKORTSituatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toe-reikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen en het vereist eigen vermogen te dekken.

Page 104: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

103

R

RESTBEGUNSTIGINGEen slotbegunstiging van hetzij de werkgever hetzij de erven. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt restbegunstiging aan de erven toegestaan. Door de omschrijving van de begunstiging van de verschillende pensioensoorten in de Pensioenwet, zal de restbegunstiging voor ná 1 januari 2007 tot stand gekomen pen-sioenregelingen niet meer mogelijk zijn.

RJ 271 Richtlijn 271 “Personeelsbeloningen” (onderdeel van de Neder-landse Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving); dit is de Neder-landse implementatie van IAS 19 welke betrekking heeft op de wijze waarop de financiële consequenties van de pensioenrege-ling in de jaarverslaglegging van de onderneming tot uitdrukking dienen te worden gebracht. Richtlijn 271 geldt echter voor alle ondernemingen – dus niet alleen voor beursgenoteerde onderne-mingen – die op grond van de Nederlandse wet een jaarrekening opstellen. Voor kleine ondernemingen is een aparte richtlijn in het leven geroepen. Deze is in december 2004 voor het eerst door de Raad voor de Jaarverslaglegging gepubliceerd. Voor het begrip ‘klein’ zijn de criteria aangehouden die het Burgerlijk Wetboek geeft.

RIJPING Men spreekt van een gerijpt pensioenfonds, als de verhouding tussen enerzijds actieve deelnemers en anderzijds niet-actieve deelnemers (premievrije deelnemers, pensioengerechtigden en mensen aan wie een partnerpensioen wordt uitgekeerd) vrij con-stant blijft.

RISICO BUDGETTERINGRisico budgettering is het vaststellen van de wijze waarop het vastgestelde risico budget zo efficiënt mogelijk over de verschil-lende beleggingscategorieën en vermogensbeheer kan worden verdeeld.

Page 105: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

104

R

RISICODELINGRisicodeling is een vorm van risicomanagement waarbij het risico wordt verdeeld over meerdere categorieën. Bij een pensioenfonds gaat het hierbij vaak over een groep jongeren en een groep ouderen.

RISICOHERVERZEKERINGHet herverzekeren door een pensioenfonds van bepaalde risico’s die dat pensioenfonds niet zelf op een verantwoorde wijze kan dekken. Hierbij gaat het vooral om risico’s die betrekking hebben op overlijden en arbeidsongeschiktheid.Zie ook: herverzekering.

RISICOKAPITAALEen term die veelal gebruikt wordt bij pensioenfondsen die al dan niet zelfstandig risico dragen. Het risicokapitaal is gelijk aan het bedrag waarmee de aanwezige voorziening pensioenver-plichtingen eventueel moet toenemen wanneer een verzekerde plotseling overlijdt. De som van de aanwezige voorziening en het risicokapitaal is gelijk aan de contante waarde van het ingaande partnerpensioen.

RISICO OPSLAGExtra premie die moet worden betaald over het risico dat kan ontstaan met betrekking tot de pensioenovereenkomst. Het gaat hierbij onder andere om het risico van vooroverlijden. Deze op-slag zit verwerkt in de pensioenpremie.

RISICOPREMIE1. Premie voor een risicodekking.2. Theoretische vrijval van de voorziening als gevolg van over-

lijden. Immers, er wordt rekening gehouden met een over-lijdenskans bij het reserveren van aanspraken, waardoor er theoretisch jaarlijks iets vrijvalt (door overlijden). De risicopre-mie wordt gebruikt bij de analyse van het technische resultaat.

3. Premie die nodig is om het risicokapitaal bij een herverzeke-raar onder te brengen.

4. In de financiële economie wordt onder deze term de beloning voor aanhouden van een risicovolle belegging ten opzichte van de risicovrije rente verstaan.

Page 106: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

105

S

RTSAfkorting van rentetermijnstructuur.

RUILVOETDe verhouding tussen het in te ruilen pensioen en het daarvoor in te kopen pensioen.Zie ook: opbouwkeuzevoet.

S

SALARIS/DIENSTTIJDREGELINGPensioenregeling waarbij de hoogte van het uiteindelijk te be-reiken pensioen afhangt van het aantal dienstjaren dat bij een werkgever is doorgebracht, de hoogte van het salaris en het op-bouwpercentage per dienstjaar. Voorbeelden van salaris/dienst-tijdregelingen zijn eindloonregelingen en middelloonregelingen, tegenwoordig aangeduid als uitkeringsovereenkomst.

SALDOMETHODE (BIJ TOESLAGVERLENING)Methode die wordt toegepast bij de berekening van de contante waarde van één of meer toekomstige uitkeringen waarover toe-slag is verleend. Hierbij wordt het toeslagpercentage van de re-kenrente afgetrokken. Een betere methode voor het bepalen van de contante waarde van uitkeringen waarover toeslag is verleend, is de quotiëntmethode.

SALDOMETHODE (FISCAAL)Dit is een manier van belastingheffing die inhoudt dat de perio-dieke uitkeringen pas in de belastingheffing worden betrokken nadat en voor zover die uitkeringen de prestaties te boven gaan die daarvoor in het verleden zijn geleverd. Periodieke uitkeringen worden dus pas belast wanneer de som van verkregen uitkerin-gen groter is dan de som van de in het verleden betaalde en niet op het inkomen in mindering gebrachte premies.

Page 107: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

106

S

SCHEIDINGVerzamelterm voor echtscheiding, scheiding van tafel en bed en beëindiging geregistreerd partnerschap. Zie ook: Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (voor scheidingen op of na 1 mei 1995) en Boon/Van Loon-arrest (voor overige scheidingen).

SECURITIES LENDINGDit betreft het uitlenen van effecten die men in een portefeuille heeft. Een belegger die beschikt over een grote, veelal ‘vaste’, voorraad van effecten kan een deel daarvan ter beschikking stellen aan andere marktpartijen, veelal partijen die leveringsver-plichtingen zijn aangegaan zonder zelf over voldoende effecten te beschikken. Voor het uitlenen wordt een vergoeding ontvangen alsmede een onderpand, het economisch eigendom gaat echter niet verloren.

SEKSENEUTRAALBij de omzetting van een kapitaal in periodieke pensioenuitkerin-gen of bij uitruil van diverse pensioenvormen (bijvoorbeeld het inruilen van het partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensi-oen) worden tarieven gehanteerd. Men spreekt van sekseneutraal als bij de vaststelling van de tarieven geen onderscheid wordt gemaakt naar het geslacht van de verzekerde.

SERAfkorting van Sociaal Economische Raad.

SHOPRECHTDeelnemers met een beschikbare premieregeling dienen op de pensioendatum het pensioenkapitaal aan te wenden voor een le-venslang pensioen. Een shoprecht geeft deze deelnemers de mo-gelijkheid om het pensioenkapitaal aan te wenden bij een andere partij dan waar het pensioenkapitaal is opgebouwd en belegd. Voor deelnemers met een pensioenkapitaal bij een PPI of ver-zekeraar geldt altijd een volledig shoprecht. Deelnemers bij een (algemeen) pensioenfonds hebben een wettelijk shoprecht op de pensioenvormen (vastgesteld pensioen of variabel pensioen) die het pensioenfonds niet aanbiedt. Voor de pensioenvorm die het

Page 108: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

107

S

pensioenfonds wel aanbiedt geldt geen wettelijk shoprecht, wel kan een pensioenfonds dit naar eigen keuze alsnog bieden.

SLAPERSAanduiding voor gewezen deelnemers aan een pensioenrege-ling, die na beëindiging van hun deelnemerschap premievrije aanspraken hebben behouden op pensioen. Slapers hoeven dus geen premie meer te betalen.

SLAPERSRECHTENZie: premievrije aanspraken.

SL-KORTINGZie: rente(stands)korting.

SOCIAAL ECONOMISCHE RAAD (SER)In deze raad werken onafhankelijke kroonleden, werkgevers en werknemers samen. Deze raad adviseert het kabinet en het par-lement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. Ook voert de SER bestuurlijke en toezichthoudende taken uit. De SER is gevestigd in Den Haag.

SOCIALE VERZEKERINGSBANK (SVB)Een zelfstandig bestuursorgaan dat uitvoerder is van de volksver-zekeringen (o.a. AOW en Anw) en van andere regelingen met een sociaal karakter.

SOLVABILITEITHet vermogen van de pensioenuitvoerder om op langere termijn aan verzekerings- of pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.

SOLVABILITEITSEISENIn de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 werden aan verzeke-ringsmaatschappijen eisen gesteld met betrekking tot de solva-biliteit. De aanwezige solvabiliteitsmarge moest ten minste even groot zijn als de wettelijk vereiste solvabiliteitsmarge. De wettelijk vereiste solvabiliteitsmarge wordt bepaald op basis van wettelijk vastgestelde formules die voor schadeverzekeraars en levensver-zekeraars verschillen. De Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 is per 1 januari 2007 opgenomen in de Wft.

Page 109: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

108

S

SOLVABILTEITSTOETSToets in het kader van het FTK. Naast het benodigde vermogen uit de minimumtoets dient in deze toets ook een buffer te worden aangehouden om bij tegenvallende beleggingsresultaten aan het einde van een jaar voldoende vermogen te hebben om op dat moment weer aan de minimumtoets te kunnen voldoen. Als uitgangspunt voor de toets geldt de aanname dat zich gedurende het jaar na balansdatum een ongunstig scenario voltrekt en dat één jaar na balansdatum de aanwezige verplichtingen aan een andere pensioenuitvoerder moeten kunnen worden overdragen op marktconforme condities.

SOLVABILITEITSVRIJVALZie: buffervrijval.

SOLVENCY IDe financiële eisen die worden gesteld aan verzekeraars zijn vastgelegd in een Europese richtlijn, stammend uit de jaren ’70. In 2002 is de richtlijn voor het laatst aangepast.

SOLVENCY IIRichtlijn inzake herziening van de Europese richtlijn voor het verzekeringsbedrijf. Het moet leiden tot een nieuw solvabiliteits-raamwerk, gebaseerd op marktconsistente waardering, waarin de financiële eisen beter de risico’s weerspiegelen die de verzeke-raars lopen.

SOMMENVERZEKERINGEen verzekering tot uitkering van een vast bedrag bij het intreden van een bepaalde omstandigheid, waarbij het onverschillig is of en in hoeverre met de uitkering de schade wordt vergoed.

SPAARVUTOp grond van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/pre-pensioen en introductie levensloopregeling (Wet VPL) is de fiscale begunstiging voor een VUT-regeling afgeschaft. Voor degenen die voor 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren kan de VUT-regeling met fiscale begunstiging worden gehand-haafd en uitgevoerd. Een voorwaarde hierbij is wel dat indien de

Page 110: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

109

S

betrokkene ook na de VUT-datum wenst door te werken er actu-ariële oprenting moet plaats vinden. De werknemer krijgt als het ware recht op een stuk kapitaal. In de markt wordt dit ook wel de spaarvut genoemd. Uitstel kan en mag er zelfs toe leiden dat de werknemer uiteindelijk een VUT-uitkering verkrijgt die meer bedraagt dan het laatstgenoten loon.

STAATSLENINGDoor de staat uitgegeven obligaties. Door het plaatsen van staats-leningen en onderhandse leningen wordt bij een begrotingstekort voorzien in de financieringsbehoefte van de overheid.

STAMRECHTEen recht dat periodieke uitkeringen of verstrekkingen ople-vert. Vanaf 1 januari 2014 is het niet meer mogelijk om een ontslagvergoeding fiscaal gefascilieerd onder te brengen in een stamrecht of stamrecht BV. Voor bestaande stamrechten geldt de afschaffing niet.

STARAfkorting van de Stichting van de Arbeid.

STARTBRIEFEen informatiebrief welke binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioenaanspraken aan de deelnemer moet worden verstrekt door de pensioenuitvoerder namens de werk-gever. In deze brief wordt de deelnemer geïnformeerd over een aantal onderwerpen waaronder de inhoud van de pensioenrege-ling en de toeslagverlening.

STATISCH FINANCIERINGSSYSTEEMFinancieringsstelsel waarbij geen rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen van lonen en rentestanden.

Page 111: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

110

S

STERFTERESULTAATHet resultaat (winst of verlies) dat ontstaat als er door overlijden een groter of kleiner bedrag aan voorziening pensioenverplichtin-gen vrijvalt dan waarop werd gerekend op grond van de gekozen kanstabellen (bijvoorbeeld de sterftetafels). Soms wordt in het resultaat op sterfte tevens begrepen het saldo van enerzijds de aan de herverzekeraar betaalde premie en anderzijds de van de herverzekeraar ontvangen uitkeringen ter zake van overlijden. De betaalde premies dienen daarbij ter dekking van het niet in eigen beheer gehouden overlijdensrisico.

STERFTERISICOHet risico voor een pensioenfonds of een verzekeraar dat er scha-de optreedt als gevolg van sterfte die gemiddeld hoger of lager is dan werd verwacht. Het pensioenfonds of de verzekeraar ont-leent de sterfteverwachting aan de gehanteerde sterftetafels. Zie ook: kortlevenrisico en langlevenrisico.

STERFTETAFELStatistisch overzicht met betrekking tot onder meer sterftekans per leeftijd van een groep personen, zoals alle mannen in de bevolking van Nederland. Zie ook: AG-tafels.

STERFTEVERLIESZie: sterfteresultaat.

STERFTEWINSTZie: sterfteresultaat.

STICHTING VAN DE ARBEID (STAR)In dit adviesorgaan van de overheid zijn de centrale organisaties van werkgevers en werknemers vertegenwoordigd.

STICHTING VOOR ONDERNEMINGSPENSIOENFONDSEN (OPF)Organisatie van Nederlandse ondernemingspensioenfondsen. Doelstelling van de organisatie is het adviseren en voorlichten van de leden en het behartigen van de gemeenschappelijke belangen, vooral bij de overheid. Zie ook: pensioenkoepels en pensioenfederatie

Page 112: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

111

S

STOP-LOSSVERZEKERINGVerzekering die ertoe dient om de totale schade in enig jaar als gevolg van overlijden te beperken. Deze bovengrens wordt ook wel prioriteit genoemd.

STRATEGISCHE BELEGGINGSMIXDe lange termijn verdeling van het vermogen over de verschil-lende beleggingscategorieën (aandelen, vastrentende waarden, onroerend goed). Deze verdeling wordt veelal gebaseerd op een ALM-studie.

STRUCTURED PRODUCTSBeleggingen met gestructureerde aanpak. Verschillende deriva-tenstrategieën, elk met hun afzonderlijke effecten op de doelstel-lingen en restricties van het pensioenfonds.

STURINGSMIDDELENMogelijke maatregelen die het pensioenfonds kan toepassen, ter verbetering van diens financiële positie (bijvoorbeeld in het kader van een herstelplan). De sturingsmiddelen zijn onder te verdelen naar premiebeleid, toeslagbeleid en beleggingbeleid.

SVBAfkorting van Sociale Verzekeringsbank.

SWAPEen swap is een overeenkomst tussen twee partijen tot het uitwis-selen van betalingen gedurende de looptijd van de swap. Deze betalingen worden verricht over een afgesproken onderliggende waarde. De onderliggende waarde zelf wordt niet verhandeld (met uitzondering van een currency swap). Bij een standaard renteswap wordt een vaste rente (de swaprente) vastgesteld bij aanvang van de overeenkomst, terwijl de variabele rente perio-diek gekoppeld is aan een specifieke marktrente. Informatie uit de renteswapmarkt kan worden gebruikt voor het bepalen van een rentetermijnstructuur.

Page 113: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

112

T

SWAPTIONEen optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen vooraf bepaalde voorwaarden af te sluiten op of binnen een bepaald tijdstip.

T

TAAKAFBAKENING TUSSEN PENSIOENFONDSEN EN VERZEKERAARSGeheel van regels op grond waarvan grenzen worden gesteld aan de producten en diensten die pensioenfondsen mogen aanbieden zodanig dat pensioenfondsen niet als een levensverzekerings-maatschappij hoeven te worden aangemerkt. Sinds 1 januari 2007 zijn de regels inzake taakafbakening opgenomen in de Pensioenwet.

TACTISCHE ASSET ALLOCATIEKorte termijn asset allocatie waarmee wordt getracht voordeel te behalen uit de korte termijn rendement en markt verwachting van beleggingscategorieën. Het houdt geen rekening met de verplichtingenstructuur van een pensioenfonds, maar neemt de strategische asset allocatie als uitgangspunt.

TECHNISCHE VOORZIENINGENZie: voorziening pensioenverplichtingen.

TECHNISCHE WINSTDELINGOnderdeel van een verzekeringsovereenkomst op grond waarvan de verzekeringnemer deelt in positieve verzekeringstechnische resultaten, dat wil zeggen resultaten op sterfte en arbeidsonge-schiktheid.

TECHNISCH RESULTAATAls mensen met aanspraken op ouderdomspensioen minder oud worden dan verwacht, levert dat een winst op voor de pensi-oenfondsen en verzekeraars die de pensioenuitkeringen moeten betalen. Een dergelijke winst heet een technisch resultaat. Verge-lijkbare winsten, die ook technisch resultaat heten, kunnen op-

Page 114: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

113

T

treden bij andere soorten levensverzekeringen en bij gebruik van cijfers met invaliditeitsverwachtingen bij WA-verzekeringen.

THIRD COUNTRY NATIONALS (TCN)Bij internationaal opererende ondernemingen kunnen drie cate-gorieën personeel werkzaam zijn: het lokale personeel, de ‘gewo-ne’ ex patriates en third country nationals. Een voorbeeld van een dergelijke third country national is een Belg die voor een Neder-landse onderneming in Duitsland werkt. Third country nationals trekken veelal voor hun bedrijf (bijvoorbeeld iedere drie jaar) van het ene naar het andere land.

TIJDELIJK OUDERDOMSPENSIOENZie: overbruggingspensioen.

TIJDELIJK PARTNERPENSIOENEen tijdelijke verhoging van het partnerpensioen, die uiterlijk moet eindigen in de maand waarin de gerechtigde de AOW-leeftijd bereikt. Na de AOW-gerechtigde leeftijd geldt een lager belasting-tarief en bovendien hoeven dan geen premies voor sociale verze-keringen meer te worden betaald. Het tijdelijk partnerpensioen is veelal bedoeld om tot de AOW-gerechtigde leeftijd de inkomen-seffecten van het hogere belastingtarief en de premieplicht op te vangen alsmede het eventueel ontbreken van een uitkering op grond van de Anw.

TIJDSEVENREDIGE AANSPRAKENZie: premievrije aanspraken bij ontslag en premievrije aanspraken bij scheiding.

TIMBERLANDInvestering in beboste gebieden die worden gebruikt om hout te winnen. Strikter genomen: een subset van bosgebied, wat als bosgebied wordt geclassificeerd (in bijvoorbeeld de VS) als één are of meer met ten minste 10% dekking van bosgebied.

TL-KORTINGZie: rente(stands)korting.

Page 115: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

114

T

TOESLAGVerhoging van een pensioen of van een aanspraak op pensioen, die op incidentele basis wordt verleend of die jaarlijks wordt verleend op grond van een in het pensioenreglement omschreven regeling. De Pensioenwet bevat de volgende definitie van het begrip toeslag: ‘Een verhoging van:a. een pensioenrecht;b. een pensioenaanspraak van een gewezen deelnemer, mits die

verhoging bij een kapitaalovereenkomst niet voortvloeit uit ren-te- of winstdeling of bij een premieovereenkomst niet voortvloeit uit behaald beleggingsrendement;

c. een pensioenaanspraak van een deelnemer op grond van een uitkeringsovereenkomst gebaseerd op een middelloonstelsel of gebaseerd op een vastebedragenregeling, mits de verhoging geen verband houdt met een verhoging van de pensioen-grondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal jaren of een wijziging van de pensioenovereenkomst;

d. een pensioenaanspraak van een pensioengerechtigde ten behoeve van zijn partner.’

Als indexcijfer worden vaak het consumentenprijsindexcijfer (CPI) en indexcijfers van CAO-lonen, ook wel loonindex genoemd, gehanteerd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt deze indexcijfers vast. Zie ook: waardevast pensioen,welvaartsvast pensioen en haal-baarheidstoets.

TOESLAGAMBITIEHoogte van de toeslag die op de lange termijn wordt nagestreefd. Een pensioenfonds kan bijvoorbeeld voor de lange termijn een toeslag ter hoogte van ten minste 80% van het consumentenprijs-indexcijfer nastreven. Het begrip “toeslagambitie” heeft dezelfde betekenis als het begrip “de gewekte verwachtingen” dat wordt gehanteerd in de wettelijke bepalingen met betrekking tot voor-waardelijke toeslagverlening.

Page 116: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

115

T

TOESLAGENMATRIXEen door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gepubliceerd document (met handleiding) welke een aanvulling vormt op de Hoofdlijnennota (SZW, februari 2004) en de Uitwerkingsnota (SZW, oktober 2004). De toeslagenma-trix beoogde inzicht te geven in de samenhang tussen ambitie, financiering, reglement en communicatie met betrekking tot het eventuele voornemen tot het verlenen van toeslagen. De toesla-genmatrix maakte onderscheid tussen verscheidene vormen van voorwaardelijk en onvoorwaardelijk toeslagbeleid en combinaties daarvan. Voor elke toeslagcategorie werd het toeslagbeleid, de financiering, de reglementering en de wijze van communicatie voorgeschreven. De toeslagenmatrix maakte deel uit van de Pensioenwet en is bij ministeriële regeling (Wijzigingen regeling Pensioenwet) opgenomen in de Regeling Pensioenwet en gold voor zowel pensioenfondsen als voor verzekeraars.Vanaf 1 januari 2015 is het niet meer verplicht om in alle persoonlijke uitingen de voorgeschreven teksten van de toeslagenmatrix op te nemen. Pensioenuitvoerders mogen vanaf 1 januari 2015 zelf kiezen met welke tekst de deelnemers worden geïnformeerd over de toeslag.

TOESLAGENLABELInformatie over de toeslagverlening welke is uitgedrukt in een beeldende en kwalitatieve maatstaf. De (gewezen) deelnemer kan door middel van het toeslagenlabel in één oogopslag zien hoe de toeslagregeling zich verhoudt tot de inflatie. Vanaf 1 janu-ari 2015 is het niet meer verplicht om de toeslagenmatrix of het toeslagenlabel te gebruiken.

TOPAfkorting van tijdelijk ouderdomspensioen.Zie ook: overbruggingspensioen.

TOP DOWN BELEGGENEen wijze van portefeuille samenstelling waarbij de focus ligt op de allocatie van middelen over landen en/of sectoren op basis van economische analyses en waarbij de selectie van individuele vermogenstitels op de tweede plaats komt. Zie ook: bottom up beleggen.

Page 117: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

116

U

TOP VAN DE HOLDING Begrip dat veelal wordt gehanteerd bij de problematiek omtrent de conglomeraatvorming en nevenactiviteiten van pensioenfond-sen (“pensioenfonds aan de top van de holding”). Hierbij wordt aandacht geschonken aan het feit dat met name grote pensioen-fondsen zich zijn gaan ontwikkelen tot houdstermaatschappijen waarin naast het ‘pensioenbedrijf’ ook andere activiteiten – in dochtermaatschappijen – zijn ondergebracht. Zie ook: taakafbakening en Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000.

TRACKING ERRORRisicomaatstaf die weergeeft hoe groot de kans is dat het rende-ment afwijkt van de benchmark. De tracking error is gelijk aan de standaarddeviatie van deze afwijkingen. Een hoge tracking error betekent veel kans op een rendement ver onder of boven de benchmark.

TRADITIONELE BELEGGINGENAandelen en vastrentende waarden. Zie ook: niet-traditionele beleggingen.

T-RENDEMENTGemiddeld rendement van een geselecteerd pakket staatslenin-gen, waarbij het belangrijkste selectiecriterium is dat die leningen een resterende looptijd hebben van ten minste zeven jaar.Zie ook: u-rendement.

U

UITBESTEDENOok wel uitbesteding genoemd. Het bestuur kan een deel van deze taken delegeren aan anderen (uitbesteden aan derden), maar het blijft zelf altijd eindverantwoordelijk voor de gedelegeer-de taken. Bij uitbesteding kan gedacht worden aan bijvoorbeeld uitbesteding van de administratie van het pensioenfonds.

Page 118: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

117

U

UITKERINGSOVEREENKOMSTOp grond van de Pensioenwet is dit een van de drie toegelaten karakters van pensioenovereenkomsten. De uitkeringsovereen-komst is een overeenkomst inzake een vastgestelde pensioenuit-kering, zoals een eindloon- of middelloonregeling.

UITLOOPRISICOHet risico dat een uitkering moet worden verstrekt aan een of meer werknemers uit hoofde van een ziekte of aandoening die reeds gedurende de looptijd van de (collectieve) verzekering bestond, maar op grond waarvan een eventueel recht op een uitkering ontstond ná afloop van de looptijd van de (collectieve) verzekering. Dit risico wordt veelal (maar niet altijd) in het verze-keringscontract meegenomen.Zie ook: inlooprisico en carenzperiode.

UITRUIL Zie: keuzemogelijkheid.

UITSTELUitstel van het ouderdomspensioen is een uitzondering op de hoofdregel dat het ouderdomspensioen moet ingaan op de pen-sioendatum. Tot 1 januari 2017 mocht het ouderdomspensioen slechts worden uitgesteld indien en voor zover men bleef werken. Met ingang van 1 januari 2017 is uitstel altijd mogelijk tot uiterlijk 5 jaar na de voor de betrokkene geldende AOW-datum.

UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN (UWV)Uitvoerder van de sociale werknemersverzekeringen (o.a. WIA, WAO, Werkloosheidswet (WW) en Ziektewet (ZW). Daarnaast heeft het UWV een rol bij de uitvoering van de Wajong, Toesla-genwet en de Wet Arbeidsongeschiktheidverzekering Zelfstandi-gen.

UITVOERINGSOVEREENKOMST Overeenkomst in het kader van de onderbrengingsplicht van de werkgever waardoor er een rechtsbetrekking ontstaat tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder. Het onderwerp van deze overeenkomst is de uitvoering van een of meer pensioenover-

Page 119: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

118

U

eenkomsten door de uitvoerder en de financiering hiervan. Dit begrip is opgenomen in de Pensioenwet. In de uitvoeringsover-eenkomst moeten diverse verplichte onderwerpen opgenomen worden. Dit zijn onder andere de vaststelling van de premie, informatieverstrekking en de wijze waarop het pensioenreglement kan worden gewijzigd. Indien facultatieve elementen worden overeengekomen tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder, dan moeten deze eveneens worden opgenomen in de uitvoe-ringsovereenkomst. Er wordt ook wel gesproken van zogenaamde ‘Als … dan…-bepalingen’. Dit zijn onder andere een eventuele bijstortingsverplichting of een betalingsvoorbehoud van de werk-gever. De uitvoeringsovereenkomst is in de plaats getreden van de financieringsovereenkomst bij pensioenfondsen en verzeke-ringsovereenkomsten bij verzekeraars. Per 1 januari 2008 dient de uitvoeringsovereenkomst te zijn opgesteld en in werking te zijn getreden.

UFRAfkorting van Ultimate Forward Rate.

US-GAAPAfkorting van “United States Generally Accepted Accounting Principles”. De term US-GAAP wordt gebruikt om het stelsel van verslaggevings- en boekhoudprincipes aan te duiden dat wordt gebruikt in de Verenigde Staten.

UL-KORTING

Zie: rente(stands)korting.

ULTIMATE FORWARD RATE (UFR)Per 30 september 2012 is de rentetermijnstructuur voor pensi-oenfondsen aangepast door toepassing van de zogeheten UFR. In de brief van 24 september 2012 kondigde de staatssecretaris van Sociale Zekerheid & Werkgelegenheid een pakket pensioen-maatregelen aan, het ‘Septemberpakket’. Een van de maatrege-len in het Septemberpakket is de formele invoering van de UFR voor pensioenfondsen. Het doel van het pakket is om te voorko-men dat pensioenen ingrijpender worden gekort dan noodzake-

Page 120: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

119

U

lijk en dat pensioenpremies teveel stijgen. Het pakket is voornamelijk gericht op het overgangsjaar 2013 en bevat maatregelen die vooruitlopen op de aangepaste Pensioen-wet en het daarbij behorende nieuwe financieel toetsingskader die in 2014 in werking treden. De UFR-methodiek voor pensioenfondsen maakt de renteter-mijnstructuur minder gevoelig voor verstoringen op de financiële markten en daarmee de financiële positie stabieler. Dit betekent dat de verstoringen op de financiële markten welke de renteter-mijnstructuur beïnvloeden in de toekomst minder effect zullen hebben op de dekkingsgraad van pensioenfondsen.

UNIE VAN BEROEPSPENSIOENFONDSEN (UvB)De UvB is de koepelorganisatie die de belangen van de beroeps-pensioenfondsen behartigt. Zie ook: pensioenkoepels en pensioenfederatie.

UNIFORME REKENMETHODE (URM)De Uniforme Rekenmethode (URM) is de voorgeschreven re-kenmethodiek voor communicatie over pensioenverwachtingen. Deze methodiek wordt ontwikkeld door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Op basis van de URM krijgt een deelnemer inzicht in de effecten van koopkracht en risico. Dit gebeurt op basis van een verwacht scenario, pessimistisch scenario (“slecht weer”) en een optimistisch scenario (“goed weer”). Door de URM worden pensioenuitkomsten van verschillende pensioenuit-voerders vergelijkbaar en optelbaar.De beoogde datum waarop de URM verplicht wordt, is 1 januari 2018.

UNISEKSTAFELSpeciale sterftetafel die, onafhankelijk van het geslacht, over een bepaalde waarnemingsperiode de sterftekans per leeftijd aangeeft. Unisekstafels komen in het licht van wettelijke voorge-schreven gelijke behandeling van man en vrouw in pensioenre-gelingen steeds vaker in gebruik.

Page 121: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

120

U

UNIFORM PENSIOENOVERZICHT (UPO)Een pensioenoverzicht waarin de uitkeringen bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid voor deelnemers eenduidig worden gepresenteerd. Het hanteren van het format opgesteld door de pensioenkoepels door alle pensioenuitvoerders is ver-plicht. Hierdoor kunnen de pensioenoverzichten eenvoudig naast elkaar worden gelegd en zijn de bedragen uit de verschillende pensioenoverzichten bij elkaar op te tellen waardoor een duidelijk beeld van de financiële situatie bij pensionering ontstaat. De pensioenkoepels hebben naast het UPO ook best practice (stan-daard) modellen ontwikkeld voor de pensioenoverzichten voor gewezen deelnemers.

UPOAfkorting van uniform pensioenoverzicht.

U-RENDEMENTRendementsmaatstaf welke maandelijks wordt gepubliceerd door het Verbond van Verzekeraars c.q. het Centrum voor Verze-keringsstatistiek. De hoogte van het u-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van alle staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen) die voldoen aan een aantal specifieke criteria. Deze hebben betrekking op de looptijd (2 tot 15 jaar), de wijze, de duur en de hoogte van de notering in de Officiële Prijscourant van Euronext te Amsterdam. Het u-rendement is het gemiddelde van zes deel-u-rendementen. Een deel-u-rendement wordt 2 maal per maand vastgesteld en wel per de 15e en de laatste dag van de maand. Het u-rendement gaat uit van een breder samengesteld pakket staatsleningen dan waarvan het t-rendement uitgaat. Daardoor is het u-rendement meer representatief voor het effectief ren-dement op beleggingen met een looptijd van acht jaar dan het t-rendement.

URMAfkorting van Uniforme Rekenmethode.

UVBAfkorting van Unie van Beroepspensioenfondsen.Zie ook: pensioenfederatie en pensioenkoepels.

Page 122: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

121

V

UWVAfkorting van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

V

VALUTAHEDGINGHet afdekken van valutarisico door middel van valutatermijn-transacties.

VALUTARISICOKoersrisico dat een belegger loopt door te beleggen in (effecten die noteren in) vreemde valuta.

VALUTATERMIJNTRANSACTIESTransacties in termijncontracten op de valutamarkten met als doel het valutarisico nu of op een moment in de toekomst af te dekken.

VARIABELE PENSIOENUITKERINGIn juli 2015 is het wetsvoorstel verbeterde premieregeling gepu-bliceerd. Het doel van dit wetsvoorstel is het verbeteren van het pensioenresultaat bij premie- en kapitaalovereenkomsten. Het wetsvoorstel geeft de mogelijkheid aan de deelnemer die deel-neemt in een premie- of kapitaalovereenkomst, om op pensioen-datum te kiezen voor een gegarandeerde maar relatief lage vaste uitkering, of een hogere maar risicodragende variabele pensioen-uitkering. Bij een vaste uitkering wordt op pensioendatum het kapitaal omgezet in een gegarandeerde levenslange pensioenuit-kering. Het langlevenrisico en het beleggingsrisico komen dan volledig voor rekening van de pensioenuitvoerder. Deze garantie is de afgelopen jaren steeds duurder geworden, waardoor de vas-te uitkering in veel gevallen lager is uitgevallen. Bij een variabele pensioenuitkering varieert het pensioen daarentegen na de pen-sioendatum mee met het beleggingsrisico, de ontwikkeling van de levensverwachting en het gerealiseerde resultaat op sterfte. De deelnemer heeft geen garantie meer op een vaste pensioen-uitkering. Maar de verwachting is dat dit resulteert in een hoger beleggingsrendement en derhalve een hogere pensioenuitkering. De Wet verbeterde premieregeling is op 1 september 2016 in werking getreden.

Page 123: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

122

V

VARIABEL PENSIOENSinds inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling bestaat voor deelnemers aan een beschikbare premieregeling de mogelijkheid om een variabel pensioen in te kopen. Bij een variabel pensioen wordt net als bij een vastgesteld pensioen een levenslange pensioenuitkering aangekocht, met als verschil dat een variabel pensioen van jaar tot jaar kan variëren in hoogte. Een variabel pensioen wordt na de pensioenleeftijd doorbelegd. Hierdoor resulteert naar verwachting een hoger pensioen, maar kan het in slechte scenario’s ook lager uitvallen.Deelnemers worden door de pensioenuitvoerder geïnformeerd over de risico’s door middel van de uniforme rekenmethode (URM).Het pensioen kan jaarlijks variëren door resultaten ten aanzien van beleggingsrisico’s, sterfteresultaat en ontwikkeling van de levensverwachting.Een variabel pensioen kan worden uitgevoerd door (algemeen) pensioenfondsen, verzekeraars en PPI’s. Bij een variabel pensioen kan bij aanvang gekozen worden voor een hogere pensioenuitke-ring door het inrekenen van een vaste daling, naar verwachting blijft de pensioenuitkering tenminste gelijk door het behalen van overrendementen.

VARIABILISERINGKeuzemogelijkheden ten aanzien van het pensioen zoals uitruil, hoog/laag-constructie, uitstel en vervroeging van het pensioen.

VASTE-BEDRAGENREGELINGPensioenregeling waarbij op basis van een bepaalde periode van deelneming een vast bedrag aan pensioen wordt toegekend, onafhankelijk van de hoogte van het salaris.

VASTE DALINGBij een variabel pensioen is het mogelijk om rekening te houden met een vaste daling van de pensioenuitkering. De vaste daling is een methode om bij de aankoop van een pensioen reeds re-kening te houden met toekomstige overrendementen (zie ook: projectierente). Door het inrekenen van de vaste daling is het inkooptarief voor een levenslang pensioen lager en kan de aan-

Page 124: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

123

V

vangsuitkering hoger zijn.Aan de vaste daling zijn voorwaarden verbonden, zo mag de vas-te daling nooit meer zijn dan er in de toekomst aan overrende-ment wordt verwacht. En zal een pensioen met een vaste daling naar verwachting ten minste gelijk blijven in hoogte. Het is moge-lijk dat de vaste daling een horizonafhankelijk percentage is.

VASTE TOESLAGToeslag volgens een vooraf vastgesteld, vast percentage. Dit per-centage is dus niet gerelateerd aan de beweging van een loon- of prijsindex. Vaste toeslagen worden fiscaal gezien beperkt tot 3%. De vaste klimming (of vaste stijging) wordt met de volledige inwerkingtreding van de Pensioenwet per 1 januari 2008 tevens gezien als een vaste (en onvoorwaardelijke) toeslag.

VASTGESTELD PENSIOENHet vastgesteld pensioen betreft de pensioenaanspraken waar een nominale garantie op van toepassing is, korting van pensi-oenrechten is slechts een laatste redmiddel.De huidige uitkeringsovereenkomsten zijn te classificeren als vastgesteld pensioen. In het geval van een beschikbare premieregeling wordt op de pensioendatum (of geleidelijk voorafgaand daaraan) het pensi-oenkapitaal omgezet in een levenslange uitkering. Tot voorkort was dat een vastgesteld pensioen, na inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling hebben de deelnemers keuze uit een vastgesteld of variabel pensioen (zie ook: Shoprecht).Bij inkoop van een vastgesteld pensioen draagt de pensioenuit-voerder het langlevenrisico en beleggingsrisico, het nominaal ingekochte pensioen wordt gegarandeerd. Bij (algemeen) pensioenfondsen kan er sprake zijn van voor-waardelijke toeslag en bij tekorten korting van pensioenrechten. Bij een verzekeraar is er geen kans op korting of voorwaardelijke toeslag, de ingekochte pensioenuitkering is gedurende het gehe-le leven hetzelfde (behoudens eventueel ingekochte toeslagen).

Page 125: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

124

V

VASTGOEDDirect: beleggingen in onroerende goederen. Indirect: Partici-paties in beleggingsfondsen die beleggen in onroerend goed of onroerend goed ondernemingen. Indirect kan weer uit beursge-noteerde of niet-beursgenoteerde fondsen bestaan.

VASTRENTENDE WAARDENVerzamelnaam voor beleggingen waarop in beginsel een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt. Voorbeelden van vastrentende waarden zijn staatsobligaties, credits, onderhandse leningen en hypotheken. Deze beleggingen worden ook wel als risicomijdend aangeduid.

VBAfkorting van Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen.Zie ook: pensioenfederatie en pensioenkoepels.

VEEGWETTerm voor de Wet houdende enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten betreffende de eerste inhoudelijke wijzigingen op onder andere de Pensioenwet.

VERANTWOORDINGSORGAANHet orgaan waar aan het (gemengd/omgekeerd gemengd) pa-ritair bestuur verantwoording aflegt over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens heeft het verantwoordingsor-gaan adviesbevoegdheden. In het verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. Ook slapers kunnen hierin zijn vertegenwoordigd. Indien de betrok-ken partijen dit wensen kan de werkgever eveneens vertegen-woordigd zijn in het verantwoordingsorgaan.Het (gemengd/omgekeerd gemengd) paritair bestuur van een pensioenfonds is verplicht om over te gaan tot verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan indien dit wordt verzocht door ten minste 1% van de (gewezen) deelnemers en pensioen-gerechtigden. Het bestuur van het pensioenfonds kan dit ook op eigen initiatief doen.

Page 126: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

125

V

VERBONDEN PERSOONDe term verbonden persoon wordt gebruikt in de gedragscode van een pensioenfonds. Onder een verbonden persoon wordt verstaan: a. Leden van het bestuur en het bestuur als zodanig;b. Leden van de Raad van Toezicht/Visitatiecommissie en het

Verantwoordingsorgaan/Belanghebbendenorgaan;c. Externe leden van commissies;d. Medewerkers bestuursbureau, waaronder mensen die tijdelijk

werken/inhuur;e. Het bestuur kan andere (groepen van) mensen als verbonden

persoon aanwijzen.

VERBOND VAN VERZEKERAARSVereniging die de gemeenschappelijke belangen behartigt van de particuliere verzekeraars in Nederland. Namens de leden treedt het Verbond op als gesprekspartner voor de politiek, de overheid en andere organisaties. Het Verbond van Verzekeraars is geves-tigd in Den Haag.Zie ook: pensioenkoepels.

VEREIST EIGEN VERMOGENIn de Pensioenwet wordt de omvang van het vereist eigen ver-mogen nader ingevuld. In deze wet is opgenomen dat het vereist eigen vermogen zodanig moet worden vastgesteld dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het binnen een jaar over minder waarden beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Voor een standaardpensioenfonds (waarbij onder andere wordt uitgegaan van belegging voor 50% in zakelijke waarden) komt deze norm neer op een vereist eigen vermogen van ongeveer 30% van de technische voorzieningen. De vereiste dekkingsgraad dient dus ongeveer 130% te zijn. Naarmate een pensioenfonds meer risicovol belegt, zal het vereist eigen ver-mogen groter moeten zijn. Naarmate het minder risicovol belegt, kleiner. Voor een pensioenfonds met een ten opzichte van een standaardpensioenfonds relatief jong deelnemersbestand zal het vereist eigen vermogen lager mogen zijn dan wanneer het een relatief oud deelnemersbestand betreft. In de bijbehorende alge-mene maatregel van bestuur (Besluit Financieel Toetsingskader

Page 127: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

126

V

pensioenfondsen) wordt nader bepaald hoe DNB toetst of pen-sioenfondsen voldoen aan de eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen.Zie ook: minimaal vereist eigen vermogen.

VERENIGING VAN BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDSENKoepelorganisatie van bedrijfstakpensioenfondsen, die als doel-stelling heeft het behartigen van de pensioenbelangen van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van de bedrijfstakpensioenfondsen in Nederland. Nagenoeg alle bedrijfstakpensioenfondsen zijn aangesloten. De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen is gevestigd in Den Haag.Zie ook: pensioenfederatie en pensioenkoepels.

VEREVENENVerdeling van tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen volgens de systematiek van de Wet vereve-ning pensioenrechten bij scheiding.Zie ook: conversie.

VEREVENINGSGERECHTIGDEBegrip in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter aanduiding van de (ex-)partner van een persoon met pensioen-aanspraken die worden verevend.

VEREVENINGSPLICHTIGEBegrip dat in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt gehanteerd voor de persoon die zelf de pensioenaan-spraken heeft opgebouwd, die als gevolg van deze wet worden verevend.

VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDINGZie: Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (voor scheidin-gen op of na 1 mei 1995) en Boon/Van Loon-arrest (voor overige scheidingen).

VERGRIJZINGDemografische ontwikkeling die inhoudt dat het aantal oude mensen (65 jaar en ouder) naar verhouding toeneemt.

Page 128: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

127

V

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELENSchriftelijke verklaring omtrent het beleggingsbeleid van een pensioenfonds. De verklaring wordt in de actuariële en bedrijf-stechnische nota opgenomen. Bij een belangrijke wijziging in het beleggingsbeleid, maar ten minste een keer per drie jaar moet de verklaring worden herzien. Deze verklaring omvat minimaal onderwerpen zoals de toegepaste wegingsmethode voor beleg-gingsrisico’s, de risicobeheersprocedures en de strategische allocatie van activa in het licht van de aard en de looptijd van de pensioenverplichtingen.

VERMOGENSBEHEERDEREen professionele beheerder van vermogens voor organisaties (zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, etc.) en/of vermogende particulieren. Vermogensbeheerders zijn vaak on-derdeel van een bank, dan wel financiële instelling, maar kunnen ook een onafhankelijke organisatie zijn. In Nederland moeten vermogensbeheerders over een vergunning beschikken van de Autoriteit Financiële Markten.

VERPLICHTSTELLINGSBESCHIKKINGBeschikking die aan bedrijven de verplichting oplegt om deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenfonds. De minister van Socia-le Zaken en Werkgelegenheid (SZW) kan een dergelijke beschik-king afgeven na een verzoek van een naar zijn oordeel voldoende representatieve vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in een bepaalde bedrijfstak. Alvorens een verplicht-stellingbeschikking af te geven, overlegt de minister van SZW met onder andere de STAR en De Nederlandsche Bank. Een verplicht-stellingbeschikking kan betrekking hebben op alle bedrijfsgeno-ten (degenen die in de desbetreffende bedrijfstak werkzaam zijn) of op bepaalde groepen van bedrijfsgenoten.

VERVOLGKORTINGRentekorting die bij wijze van verrekening van een deel van de door de verzekeraar te maken overrente, naast de contante rente-korting, aan de verzekeringnemer wordt uitgekeerd nadat het con-tract langer dan tien jaar heeft bestaan. Door het toepassen van een vervolgkorting wordt de overrente na de eerste tien à twaalf

Page 129: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

128

V

jaar slechts ten delen aan de verzekeringnemer geretourneerd.Zie ook: TLV-korting.

VERVROEGINGVervroeging is de tegenhanger van uitstel van pensioen. Door vervroeging neemt de hoogte van de uitkering af omdat er min-der wordt opgebouwd en het pensioen langer wordt uitgekeerd.

VERZEKERINGPensioenfondsen kunnen bepaalde risico’s (zoals het risico van overlijden of invaliditeit) of verplichtingen die zij verzekeren geheel of gedeeltelijk onderbrengen bij een (levens)verzekerings-maatschappij. Dit wordt herverzekering genoemd. Het pensioen-fonds blijft echter volledig aansprakelijk voor de nakoming van de pensioenverplichtingen jegens de deelnemers, gewezen deel-nemers en pensioengerechtigden in geval van faillissement van de (levens)verzekeraar. Er is dus feitelijk sprake van een verzeke-ringscontract waarbij het pensioenfonds eerste risicodrager is.

VETORECHTEen vetorecht is het recht van bijvoorbeeld een werkgever of een ondernemingsraad om een besluit, dat met meerderheid van stemmen is aangenomen, te verbieden met als gevolg dat dit besluit niet kan worden uitgevoerd. De Pensioenwet spreekt van instemmingsrecht. De Pensioenwet bepaalt dat iedere bepa-ling die een instemmingsrecht inhoudt van een partij, die geen orgaan is van het pensioenfonds, inzake een (voorgenomen) besluit van het pensioenfonds nietig is, tenzij in deze wet anders is bepaald (hetgeen vooralsnog niet het geval is). De werkgever noch andere partijen ‘niet zijnde organen van het pensioenfonds’ mogen een doorslaggevende stem hebben. Het bestuur dient, als dat het voorschrift is in het pensioenreglement, instemming te vragen aan het orgaan van het pensioenfonds. Indien deze instemming door het betreffende orgaan niet wordt gegeven, kan het bestuur het betreffende besluit niet rechtsgeldig nemen of in ieder geval niet uitvoeren.

Page 130: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

129

V

VIER-OGEN-PRINCIPE Het vier-ogen-principe is een controlemethode waarbij het de be-doeling is dat iedere handeling door ten minste twee personen wordt uitgevoerd. Bij pensioenfondsen wordt dit ingevuld in het dagelijks beleid, dat door ten minste twee bestuursleden wordt bepaald. Daarnaast bestaat een deskundig bestuur uit leden die ieder afzon-derlijk en zelfstandig in staat zijn een afgewogen oordeel te geven over beleidskeuzes van het pensioenfonds, waarbij op ieder deskun-digheidsgebied ten minste twee bestuursleden deskundig zijn. Zie ook: deskundigheid en eindtermen.

VISITATIE(COMMISSIE)Voor de inrichting van het intern toezicht kan het bestuur kiezen voor het instellen van een visitatiecommissie. De visitatiecom-missie heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het pensioen-fonds. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en de werkgever, het belanghebbendenorgaan en in het jaarverslag. Een visitatie dient jaarlijks plaats te vinden. De visitatiecommissie wordt benoemd door het bestuur en bestaat uit ten minste drie onafhankelijke deskundigen. Een visitatie dient jaarlijks plaats te vinden.

VOLATILITEITMaatstaf voor de beweeglijkheid of het risico van een economi-sche grootheid (bijvoorbeeld het rendement op aandelen) ten opzichte van het gemiddelde van deze grootheid. Deze maatstaf kan in verschillende tijdseenheden zijn uitgedrukt, bijvoorbeeld: dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse of jaarlijkse afwijking van het gemiddelde.

VOLKSVERZEKERINGSociale verzekering die geldt voor alle inwoners van Nederland en voor alle werknemers in dienst van een Nederlandse werk-gever. Volksverzekeringen zijn de Algemene nabestaandenwet (Anw), de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Page 131: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

130

V

VOORWAARDELIJKHEIDSVERKLARINGPensioenuitvoerders zijn wettelijk verplicht deelnemers te in-formeren over toeslagverlening binnen de pensioenregeling. Voor deze communicatie gebruikt de pensioenuitvoerder de in de toeslagenmatrix voorgeschreven teksten. De voorwaardelijk-heidsverklaring maakt onderdeel uit van het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en alle overige persoonlijke com-municatie-uitingen. In de voorwaardelijkheidsverklaring wordt aangegeven of, en zo ja hoe, de toeslagen worden verleend. In de bijbehorende trackrecord is aangegeven wat de afgelopen drie jaar aan toeslagen is verleend. Vanaf 1 januari 2015 is het niet meer verplicht om in alle persoonlijke uitingen de voorgeschre-ven teksten van de toeslagenmatrix op te nemen. Pensioenuit-voerders mogen vanaf 1 januari 2015 zelf kiezen met welke tekst zij de deelnemers informeren over de toeslag.

VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN Bedrag dat bij een pensioenfonds aanwezig moet zijn om samen met de in de toekomst nog te ontvangen premies aan de al be-staande pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Volgens een alternatieve definitie is de voorziening pensioenverplichtingen gelijk aan de schuld die op grond van in het verleden verrichte koopsom- respectievelijk premiebetalingen is ontstaan jegens de gezamenlijke verzekerden. De voorziening pensioenverplichtin-gen is dus mede afhankelijk van het financieringsstelsel dat voor de bepaling van de premies respectievelijk koopsommen wordt gebruikt.

VPLAfkorting van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepen-sioen en introductie levensloopregeling.

VPVAfkorting van voorziening pensioenverplichtingen.

VRIJSTELLING VAN DEELNEMINGKrachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensi-oenfonds 2000 is een vrijstellingsregeling vastgesteld met betrek-king tot het verkrijgen van vrijstelling van verplichte deelneming

Page 132: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

131

V

in een bedrijfstakpensioenfonds (Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000). Vrijstelling moet altijd worden verleend - in verband met een bestaande pensioenvoorziening (zes

maanden van kracht vóór de indiening van het verzoek tot verplichte deelneming);

- in verband met eigen CAO; - in verband met concernvorming; - in verband met onvoldoende beleggingsrendement (d.w.z. als

de beleggingsperformance van het betreffende bedrijfstakpen-sioenfonds ontoereikend is).

Het bedrijfstakpensioenfonds kan overigens wel voorwaarden aan de verplicht te verlenen vrijstelling verbinden. Indien geen sprake is van een van bovengenoemde verplichte vrijstellingsgronden, dan is het bedrijfstakpensioenfonds bevoegd op vrijwillige basis een vrijstelling te verlenen.

VRIJWILLIGE REGELINGOnder voorwaarden mogen pensioenfondsen een vrijwillige re-geling uitvoeren. Bijvoorbeeld wanneer de werkgever bijdraagt aan de regeling of wanneer er sprake is van een bepaalde mate van solidariteit. Deelnemers kunnen zelf kiezen om mee te doen aan een vrijwillige regeling. De vrijwillige regeling maakt het door-gaans mogelijk om extra pensioen op te bouwen ter grootte van het verschil tussen de pensioenopbouw in de basisregeling en de fiscaal maximale pensioenopbouw.

VROEGPENSIOENZie: overbruggingspensioen.

VUT-FONDSEen stichting of andere rechtspersoon waaraan de uitvoering van een VUT-regeling is opgedragen door een onderneming of door de gezamenlijke werkgevers en werknemers in een bedrijfstak.

VUT-REGELINGEen regeling van Vervroegde Uittreding uit het arbeidsproces vóór de reglementaire pensioendatum, op vrijwillige basis. Rech-ten uit een VUT-regeling worden in de regel niet veilig gesteld (zoals pensioenen). Werknemers kunnen dus geen ‘VUT-rech-

Page 133: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

132

W

ten’ opbouwen. VUT-uitkeringen worden jaarlijks in omslag of rentedekking gefinancierd. Daardoor kan het voortbestaan van een VUT-regeling vrij sterk afhangen van de gang van zaken in de desbetreffende onderneming of bedrijfstak. In fiscaal op-zicht is een beperkte vorm van kapitaaldekking toegestaan als VUT-regelingen in eigen beheer worden gehouden. In de vijftien jaar die voorafgaan aan de VUT-ingang, mag er geleidelijk een voorziening worden aangelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met renteopbrengsten, VUT-deelnamekansen en blijfkansen. De fiscale begunstiging voor VUT-regelingen is met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen, behoudens voor werknemers die op 31 december 2004 55 jaar of ouder waren. Wel zal dan voldaan moeten worden aan actuariële oprenting indien de in-gangsdatum wordt uitgesteld wegens doorwerken. Dit wordt ook wel de spaarvut genoemd.

VUT-RESOLUTIEMinisteriële resolutie van 28 december 1998, nr. DB98/ 4760M, waarin richtlijnen zijn geformuleerd met betrekking tot de vor-ming van een kostenegalisatiereserve bij in eigen beheer gehou-den VUT-regelingen. Dit besluit is op 17 januari 2006 vervangen door een nieuw besluit (CPP05-2741) dat een samenvoeging en actualisering is van de volgende besluiten:- Besluit van 28 december 1998, nr. DB98/4760M (waarde-

ring vutverplichtingen in eigen beheer)- Besluit van 12 juli 1999, nr. DB99/1835M (praktijkvragen

waardering vutverplichtingen)- Besluit van 29 februari 2000, nr. DB99/3768M (vervanging

vutregeling door prepensioenregeling)- Besluit van 31 maart 2000, nr. DB2000/972M (voortgezet-

te pensioenopbouw tijdens prepensioenperiode)

W

WAARDEOVERDRACHTHet overdragen van de contante waarde van pensioenaanspraken om pensioenverlies te voorkomen wanneer een werknemer van pensioenregeling wisselt. Pensioenaanspraken worden daartoe

Page 134: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

133

W

afgekocht door de instelling die de pensioenregeling van de oude werkgever uitvoert, en het afkoopbedrag wordt vervolgens recht-streeks overgedragen aan de instelling die de pensioenregeling van de nieuwe werkgever uitvoert. De werknemer koopt daarmee bij die instelling pensioenaanspraken in. Indien sprake is van een wijziging van een dienstverband wordt ook wel gesproken over externe waardeoverdracht. Van interne waardeoverdracht is sprake als een pensioenregeling wordt gewijzigd en waarbij de waarde van de aanspraken uit de oude pensioenregeling worden overgedragen naar de nieuwe pensioenregeling. Uitruil van pen-sioenaanspraken (bijvoorbeeld uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen) is ook een vorm van interne waardeoverdracht.Zie ook: afkoop.

WAARDERINGSMETHODERekenmethode om aan te geven welke bedragen in elk afzonder-lijk jaar als last in aanmerking moeten worden genomen om tot een bepaald bedrag (doelvermogen) te komen.

WAARDE STIJL (VALUE STYLE)Beleggingsstijl waarbij met name in aandelen wordt belegd van bedrijven die als relatief goedkoop kunnen worden gekwalifi-ceerd. Zie ook: groei stijl.

WAARDEVAST PENSIOENPensioenaanspraken zijn waardevast indien zij na ingang of premievrijmaking jaarlijks worden verhoogd of verlaagd met het percentage waarmee een bepaalde prijsindex in een bepaalde periode is gestegen of gedaald. Veelal worden dalingen ‘op de lat geschreven’ tot het tijdstip waarop latere stijgingen deze dalingen hebben gecompenseerd. Pensioenaanspraken worden welvaarts-vast door koppeling aan een loonindex. Zie ook: inflatie.

WAARMERKEND ACTUARISZie: certificerend actuaris.

Page 135: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

134

W

WACHTTIJDPeriode na in dienst treden waarin een werknemer nog geen pensioen opbouwt. Deze mag maximaal twee maanden zijn. Indien er sprake is van een uitzendovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek mag de wachttijd maximaal zes maanden bedragen. De wachttijd geldt voor het verwerven van ouderdom-spensioen. Ten aanzien van het nabestaandenpensioen of het arbeidsongeschiktheidspensioen zijn wachttijden niet toegestaan. Zie ook: carenzperiode en drempelperiode.

WAOAfkorting van Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

WAO-GATVerschil tussen de WAO-uitkering die kon worden verkregen uit hoofde van de tot 25 januari 1994 geldende WAO (maximaal 70% van het WAO-dagloon) en de vervolguitkering uit hoofde van de nadien geldende WAO.

WAO-HIAATZie: WAO-gat.

WELVAARTSVAST PENSIOENPensioenaanspraken zijn welvaartsvast indien zij na ingang of premievrijmaking jaarlijks worden verhoogd of verlaagd met het percentage waarmee een bepaalde loonindex in een bepaalde periode is gestegen of gedaald. Veelal worden dalingen ‘op de lat geschreven’ tot het tijdstip waarop latere stijgingen deze dalingen hebben gecompenseerd. Pensioenaanspraken worden waarde-vast door koppeling aan een prijsindex.Zie ook: inflatie.

WERKNEMERSVERZEKERINGSociale verzekering die geldt voor alle werknemers in Nederland. Voorbeelden van werknemersverzekeringen zijn de WIA en de Werkloosheidswet.

Page 136: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

135

W

WET AANPASSING FISCALE BEHANDELING VUT/PREPENSIOEN EN INTRODUCTIE LEVENSLOOPREGELING (WET VPL)Deze wet beoogt de arbeidsparticipatie door ouderen te bevor-deren door de fiscale begunstiging van pensioensoorten gericht op een leeftijd voor de 65-jarige leeftijd te ontnemen. Concreet betekent dit dat de fiscale begunstiging van VUT, prepensioen, overbruggingspensioen en ouderdomspensioen gericht op een leeftijd voor 65 jaar met ingang van 1 januari 2006 is afgeschaft. Op 31 december 2004 bestaande regelingen kunnen nog wel na 1 januari 2006 met fiscale begunstiging worden uitgevoerd voor degenen die voor 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Ook gold nog aanvullend overgangsrecht gedurende het jaar 2006. Daar-naast wordt in deze wet de levensloopregeling geïntroduceerd.Zie ook: spaarvut, prepensioen en overbruggingspensioen.

WET BETREFFENDE VERPLICHTE DEELNEMING IN EEN BEDRIJFS-TAKPENSIOENFONDS 2000 (WET BPF 2000)Deze wet bevat een wettelijk kader waarbinnen de deelneming aan een bedrijfstakpensioenfonds verplicht kan worden gesteld. De Wet Bpf 2000 heeft op 21 december 2000 de Wet betreffende ver-plichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds vervangen.

WETGEVINGSBRIEVENRapportages van DNB en de AFM aan de Ministers van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over knelpunten in de toezichtswetgeving. Deze rapportages zullen jaarlijks door de toezichthouders worden opgesteld.

WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING (WAO)De WAO is een werknemersverzekering die voorziet in uitkeringen aan werknemers die na de periode van de loondoorbetalingsver-plichting nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de hoogte van het door de werknemer genoten (dag)loon, de leeftijd en de mate van arbeidsongeschiktheid.De opzet van de WAO en aanverwante wet- en regelgeving is op 1 januari 2006 ingrijpend gewijzigd. Voor degenen die op 1 janu-ari 2006 reeds een WAO-uitkering ontvingen blijft WAO evenwel bestaan. Zie ook: WIA.

Page 137: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

136

W

WET OP HET FINANCIEEL TOEZICHT (WFT)De Wet op het financieel toezicht is op 1 januari 2007 in werking getreden. Deze wet regelt het toezicht op de financiële sector in Nederland.

WET OP DE MEDISCHE KEURINGEN (WMK)Op grond van deze wet, die ook wel wordt aangeduid als de Wet Van Boxtel, zijn pensioenkeuringen per 1 januari 1998 verboden. Bij individuele pensioenregelingen voor directeuren-grootaandeel-houders, bij wijziging van een eerder gemaakte keuze na gebruik-making van een individuele keuzemogelijkheid in de collectieve regeling en bij lijfrenten geldt het keuringsverbod niet.

WET VAN BOXTELZie: Wet op de medische keuringen.

WET VERBETERDE PREMIEREGELINGVanaf 1 september 2016 is de Wet verbeterde premieregeling (Wvp) van kracht. Het doel van deze regeling is verbetering van premie- en kapitaalovereenkomsten. De wet maakt, in aanvul-ling op het traditionele vastgestelde pensioen, de uitvoering van variabel pensioen mogelijk. Daarnaast stelt de wet explicietere eisen aan beschikbare premieregelingen. Hieronder vallen eisen ten aanzien van het shoprecht, communicatie over risico’s (URM), lifecycles en prudent-person.

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING (WET VPS)Deze wet regelt dat de helft van het (tijdelijk) ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opge-bouwd, wordt verdeeld (verevend) over degene die de rechten op pensioen heeft opgebouwd, en de ex-partner. Partners kun-nen onder voorwaarden een andere verdeling overeenkomen. De vereveningsgerechtigde (de ex-partner) krijgt hierdoor een rechtstreekse vordering op de pensioenuitvoerder van de vereve-ningsplichtige (de opbouwer van het pensioen). De Wet VPS is op 1 mei 1995 in werking getreden. De Wet VPS heeft als doel de regeling van de pensioenverdeling volgens het Boon/Van Loon-ar-rest te vervangen door een wettelijke regeling. De wet is van toepassing op scheidingen die hebben plaatsgevonden op of na 1

Page 138: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

137

W

mei 1995, of – onder bepaalde voorwaarden – vóór 27 november 1981 (de datum van het Boon/Van Loon-arrest).

WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING (WVB)Deze wet schetst een wettelijk kader waarbinnen de deelneming aan een beroepspensioenfonds verplicht kan worden gesteld. Met ingang van 1 januari 2006 is de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling vervangen door de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De verplichtstelling blijft met de nieuwe wet gehandhaafd, maar er worden wel scherpere voorwaarden aan gesteld. Er moet voldoende draagvlak en soli-dariteit binnen de beroepsgenoten bestaan om de verplichtstel-ling in stand te kunnen houden.Verder wordt in de nieuwe wet geregeld dat voor beroepspen-sioenregelingen een zogeheten doorsneepremie moet worden gehanteerd. De regels voor waardeoverdracht zoals die gelden op grond van de Pensioenwet gelden ook bij beroepspensioenrege-lingen. Tot slot is er ook voor beroepspensioenen een verbod op medische toelatingskeuringen. Er is destijds bewust gekozen voor een separate wet naast de Pensioen- en spaarfondsenwet. De Wet verplichte beroepspensioenregeling is dan ook in principe onge-wijzigd in stand gebleven bij de invoering van de Pensioenwet. Alleen op detailniveau zijn kleine aanpassingen aan de Pensioen-wet doorgevoerd.

WET VERSTERKING BESTUUR PENSIOENFONDSEN (WVBP)De WVBP heeft de governancebepalingen in de Pensioenwet gewijzigd. Vanaf 1 juli 2014 dienen alle pensioenfondsen te vol-doen aan de gewijzigde bepalingen in de Pensioenwet. De WVBP versterkt het bestuur en intern toezicht van een pensioenfonds, verzwaart de geschiktheidseis voor beleidsbepalers en waarborgt een evenwichtige belangenafweging. De toegenomen complexi-teit van besturen van een pensioenfonds vraagt om een adequate organisatiestructuur en deskundige bestuursleden en interne toezichthouders. Het bestuur dient ‘in control’ te zijn. Daarnaast dienen de bestuursorganen als een checks and balances sys-teem te functioneren.

Page 139: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

138

W

WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN (WIA)De wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is in werking getreden op 29 december 2005 en is de opvolger van de WAO. De wet is van toepassing op personen die op of na 1 januari 204 arbeidsongeschikt zijn geworden. Voor de personen die vóór 1 januari 2004 al arbeidsongeschikt waren blijft de WAO van toepassing. Uitgangspunt van de WIA is bevordering van de arbeidsparticipatie. Hierdoor bevat de WIA een prikkel tot werken voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (werken loont). De WIA biedt echter ook inkomensbescherming bij arbeidsongeschiktheid. De wet bestaat uit twee delen: de Regeling werkhervatting gedeel-telijk arbeidsongeschikten (WGA) en de Regeling inkomensvoor-ziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). De prikkel tot werken is vormgegeven in een WGA-loonaanvullingsuitkering boven op de WIA-uitkering. Bij het benutten van minder dan 50% van de restverdiencapaciteit ontvangt de gedeeltelijk arbeidsgeschikte een WGA-vervolguitkering die lager ligt dan de WGA-loonaanvul-lingsuitkering. Zie ook: WGA-loonaanvullingsuitkering, WGA-vervolguitkering, WGA-hiaat en WAO.

WEZENPENSIOENNabestaandenpensioen dat na het overlijden van een deelnemer aan een pensioenregeling – tot het bereiken van een bepaalde leeftijd – wordt uitgekeerd aan de kinderen van de betrokken deelnemer.

WFTAfkorting van Wet op het financieel toezicht.

WGAAfkorting van Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsge-schikten.

WGA-HIAATWerknemers die de resterende verdiencapaciteit voor minder dan 50% benutten, krijgen te maken met de lage WGA-vervol-guitkering. Dit is een arbeidsongeschiktheidsuitkering die niet gebaseerd is op het verdiende dagloon (rekening houdende met

Page 140: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

139

W

het maximale dagloon), maar op het wettelijke minimumloon. Het WGA-hiaat bestaat uit het verschil tussen het dagloon en het mi-nimumloon vermenigvuldigd met het vastgestelde uitkeringsper-centage. Door middel van reparatiewetgeving is dit hiaat komen te vervallen. De WGA-hiaten die nog bestaan zijn:• het verschil tussen de WAO- en de WGA-uitkering;• de terugval van een loongerelateerde naar een vervolguitke-

ring; en• het hiaat indien het arbeidsongeschiktheidspercentage lager

dan 35 is.

WGA-LOONAANVULLINGEen uitkering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Na afloop van de loongerelateerde WGA-uitkering kunnen werknemers aanspraak maken op een loonaanvulling mits mini-maal 50% van de resterende verdiencapaciteit wordt benut. Als de gedeeltelijk arbeidsgeschikte een inkomen verdient dat gelijk is aan zijn resterende verdiencapaciteit, is de hoogte van zijn loonaanvulling gelijk aan 70% van het verschil tussen het dagloon (tot aan het maximum dagloon) en het met werken verdiende inkomen. Indien de gedeeltelijk arbeidsgeschikte een inkomen verdient van 50%-100% van zijn resterende verdiencapaciteit dan bedraagt de hoogte van de loonaanvulling 70% van het verschil tussen het dagloon (tot aan het maximum dagloon) en de resterende ver-diencapaciteit. De hoogte van de WGA-loonaanvulling kan nooit lager zijn dan de WGA-vervolguitkering.

WGA-VERVOLGUITKERINGEen uitkering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Na afloop van de loongerelateerde WGA-uitkering kunnen de werknemers aanspraak maken op een vervolguitkering indien minder dan 50% van de resterende verdiencapaciteit wordt benut. De hoogte van de uitkering bedraagt een percentage van het wettelijk minimumloon, of – als dit lager is dan het wettelijk mini-mumloon – een percentage van het dagloon.

Page 141: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

140

Y

WIAAfkorting van Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

WITTE VLEKWerknemers voor wie de werkgever geen pensioenvoorziening heeft afgesloten (witte werkgevers) en werknemers die niet (kun-nen) deelnemen aan de pensioenvoorziening van de werkgever (witte werknemers). Sinds 1996 is het aantal witte vlekken sterk beperkt. Veelal wordt het voorkomen door deelnameplicht aan de pensioenregeling.

WITTEVEENKADER Het Witteveenkader is de begrenzing van de Nederlandse fiscale faciliëring van de pensioenopbouw. Het is ingevoerd met de Wet fiscale behandeling van pensioenen Het gaat voornamelijk om een aanvulling van de Wet op de loonbelasting 1964 waarbij de aftrekbaarheid van pensioenpremie wordt begrensd. In het Witteveenkader zijn er drie parameters: de pensioenrichtleeftijd, de minimale franchise en het maximale jaarlijkse opbouwpercen-tage.

WORTELFORMULEFormule waarmee in het FTK volgens een standaardmodel het vereist eigen vermogen wordt bepaald. De wortelformule kwantificeert een aantal risicofactoren, zoals het renterisico en valutarisico, in een benodigde opslag of buffer. Pensioenfondsen mogen in plaats van het standaardmodel ook een intern model gebruiken voor het bepalen van de benodigde buffers. De wortel-formule wordt dan niet gebruikt.

WVBPAfkorting van Wet versterking bestuur pensioenfondsen.

Y

YIELD CURVEZie: rentetermijnstructuur.

Page 142: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

141

Z

Z

ZAKELIJKE WAARDENVerzamelnaam voor beleggingen in aandelen en beleggingen in onroerend goed. Deze beleggingen worden ook wel aangeduid als risicodragend.

ZORGPLICHTDe zorgplicht op grond van de Pensioenwet houdt in dat de pen-sioenuitvoerder een adviesplicht heeft indien de deelnemer bij premieovereenkomsten met een beleggingsvrijheid de verantwoor-delijkheid met betrekking tot de beleggingen heeft overgenomen van de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder moet dan con-form de Wet op het financieel toezicht een klant- en risicoprofiel opstellen welke wordt vastgelegd in een klantdossier. Eventueel zal de deelnemer hiervoor een vragenlijst moeten invullen en alle benodigde informatie moeten verstrekken. De pensioenuitvoer-der moet de deelnemer vervolgens – op basis van het klant- en risicoprofiel – adviseren over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum. Eén keer per jaar zal bekeken moeten worden of de beleggingen van de deelnemer zich binnen de geadviseerde grenzen bevinden en moet de pensioenuitvoerder de deelnemer hierover informeren. Meer algemeen omvat de zorgplicht al hetgeen een goed huis-vader betaamt. Dit houdt in dat de zorgplicht ook kan betekenen dat de pensioenuitvoerder de beleggingsvrijheden van de deelne-mer beperkt.

Z-SCOREJaarlijkse meting van de beleggingsresultaten van verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Voor het bepalen van een z-score wordt voorafgaand aan een nieuw beleggingsjaar een normportefeuille vastgesteld, waarin rekening wordt gehouden met de risico’s die het bestuur van het bedrijfstakpensioenfonds kan en wil nemen. Aan het eind van elk beleggingsjaar wordt het feitelijk behaalde rendement op beleggingen vergeleken met het rendement van de normportefeuille. Werkgevers kunnen een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds verlaten als de beleg-gingsresultaten, gemeten over vijf jaar, onvoldoende zijn. Aan de

Page 143: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

142

hand van de som van opeenvolgende jaarlijkse z-scores, gedeeld door de wortel van het aantal jaren worden de beleggingsresulta-ten getoetst.Zie ook: performancetoets.

ZUIVERE PENSIOENREGELINGHieronder wordt een pensioenregeling verstaan, die binnen het wettelijke kader blijft van artikel 18 tot en met 18h van de Wet op de loonbelasting 1964 en die wordt uitgevoerd door een toe-gelaten pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 19a van de Wet op de loonbelasting 1964. Bij een zuivere pensioenregeling geldt de zogenaamde omkeerregel; de verkregen aanspraak wordt niet belast, de te zijner tijd te ontvangen pensioenuitkeringen wel.

Page 144: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

143

Page 145: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

144

Page 146: Pensioenbegrippen - NVOGopgebouwde pensioen – op de eerste dag waarop men de 63 3/4-jarige leeftijd heeft bereikt een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen

Over Willis Towers WatsonWillis Towers Watson is een vooraanstaande wereldwijd opererende consultant, broker en solutions provider die organisaties helpt om risico om te zetten in groeimogelijkheden. Met 40.000 werknemers wereldwijd ontwerpen en leveren we oplossingen die risico beheren, arbeidsvoor-waarden optimaliseren, talent laten groeien en kapitaal effectief inzetten om organisaties en medewerkers te beschermen en te versterken.Together, we unlock potential.

Willis Towers Watson1183 AV AmstelveenPostbus 752011070 AE AmsterdamT +31 88 543 30 00

Towers Watson Netherlands B.V.Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Copyright © 2017 Willis Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.WTW-EU-17-PUB-2181

willistowerswatson.com

Pensioenbegrippen

Pensioenbegrippen