Pedagogische beleid Kinderdagverblijf ’t Blije BijtjeOp ons KDV hanteren wij daarom de visie van...
Transcript of Pedagogische beleid Kinderdagverblijf ’t Blije BijtjeOp ons KDV hanteren wij daarom de visie van...
Pedagogische beleid Kinderdagverblijf ’t Blije Bijtje
Contact:
Laan van Poot 202 2566EJ Den Haag 070-1234567 www.blijebijtje.wordpress.com [email protected]
1
VOORWOORD
Na acht weken onderzoek naar verschillende visies en kinderdagverblijven, zijn wij
tot de conclusie gekomen dat wij ons kinderdagverblijf (KDV) net iets anders wilden
hebben dan andere kinderdagverblijven. Zo zijn de pedagogisch medewerkers meer
dan alleen verzorgers.
Op ons KDV hanteren wij daarom de visie van Célestine Freinet, deze visie sluit aan
bij de uitgangspunten die wij willen bereiken met een KDV. Een belangrijk
uitgangspunt is dat kinderen leren door te doen, wij brengen dit tot uiting door de
kinderen in aanraking te laten komen met de natuur en het leven. Wij hebben hier
rekening mee gehouden door genoeg ruimte te zoeken waar we een boerderij en een
groot stuk land ter onze beschikking hebben, zodat het uitgangspunt goed tot zijn
recht komt. Kinderen komen hier in aanraking met kleine onvermijdelijke
levensgebeurtenissen, denk hierbij aan de geboorte en dood van een dier.
Dit KDV is bedoeld voor mensen die achter de visie staan en die zich daar in kunnen
vinden. Zo is een goede samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerker en
tussen medewerkers onderling te realiseren.
2
INHOUD
Voorwoord .......................................................................................................................................................... 1
Inhoud ................................................................................................................................................................... 2
Inleiding ................................................................................................................................................................ 4
1. Veiligheid en welbevinden ....................................................................................................................... 5
Veiligheid ......................................................................................................................................................... 5
EHBO ................................................................................................................................................................. 6
Veiligheid in het gebouw ........................................................................................................................... 7
Welbevinden .................................................................................................................................................. 7
Voeding ............................................................................................................................................................. 7
Hygiëne ............................................................................................................................................................. 8
Hoofdluis .......................................................................................................................................................... 8
2. Ontwikkelen en leren ............................................................................................................................... 10
Natuur ............................................................................................................................................................. 10
Expressie ........................................................................................................................................................ 11
3. Samenwerking met de ouders .............................................................................................................. 13
Dagboekje ...................................................................................................................................................... 13
10 minutengesprekjes .............................................................................................................................. 13
Nieuwsbrief .................................................................................................................................................. 14
Oudercommissie ......................................................................................................................................... 14
4. Pedagogische doelen en competenties van kinderen ................................................................. 17
1. Emotionele veiligheid ..................................................................................................................... 17
2. Ontwikkelen van persoonlijke competenties ....................................................................... 18
3. Ontwikkelen van sociale competenties ................................................................................... 18
4. Aanbieden van regels, normen en waarden .......................................................................... 19
5. Samenwerken in een groep ................................................................................................................... 20
Groepswerken ............................................................................................................................................. 20
Peuterklusjes ................................................................................................................................................ 21
6. Basiscommunicatie ................................................................................................................................... 22
3
Groepsoverleg .............................................................................................................................................. 22
Muurkrant ..................................................................................................................................................... 22
Kringgesprek ................................................................................................................................................ 22
Mandjes .......................................................................................................................................................... 23
Relatie pedagogisch medewerker – kind ......................................................................................... 23
7. Steunen en stimuleren van spelen en leren .................................................................................... 24
8. Indeling en inrichting van de binnen- buitenruimtes ................................................................. 26
Babygroep ..................................................................................................................................................... 26
Peutergroep .................................................................................................................................................. 27
Impressie ....................................................................................................................................................... 28
9. Dagritme en groepssamenstelling ...................................................................................................... 31
Peutergroep .................................................................................................................................................. 31
Baby groep .................................................................................................................................................... 32
Kind ratio ....................................................................................................................................................... 32
4
INLEIDING
In het kader van het kinderdagverblijf 't Blije Bijtje is er een beleidsplan opgesteld.
Hierin worden de gemaakte keuzes gemotiveerd en worden er voorbeelden uit de
praktijk genoemd. Het beleid is een belangrijk onderdeel van het kinderdagverblijf,
dit vooral omdat in de praktijk wordt gehandeld volgens dit beleid. Ook alle
veiligheidsvoorschriften staan in dit beleid vermeld.
Het beleid is geschreven volgens de visie van Celestine Freinet. Uiteraard is deze visie
gemoderniseerd zodat het wat meer past in de tijd van nu. In de praktijk wordt
gehandeld volgens dit beleid, er staan echter geen regels maar wel richtlijnen. Op
deze manier heeft iedereen dezelfde richtlijnen en kan er bij onduidelijkheid op
worden teruggevallen.
Het beleid is constant aan verandering onderhevig, dit vanwege nieuwe ontdekkingen
en modernisering.
5
1. VEILIGHEID EN WELBEVINDEN
Veiligheid
Het bieden van het gevoel van veiligheid is een van de
meest belangrijkste uitgangspunten van ons
kinderdagverblijf. Ons kinderdagverblijf moet een
plek zijn waar ouders hun kind zonder zorgen achter
kunnen laten. Uiteraard moet het voor het kind zelf
ook een veilige, vertrouwde omgeving zijn. Een
omgeving waar het kind zich thuis, op zijn gemak en
vooral veilig en geborgen voelt. Als een kind zich veilig en op zijn gemak voelt, zal het
kind zich beter voelen en meer energie hebben om zich te ontwikkelen. Ook geldt het
voor het kind dat veiligheid en geborgenheid de basis voor zelfvertrouwen biedt. De
omgeving speelt een grote rol bij het gevoel van veiligheid en welbevinden en dient
aan te sluiten op de belevingswereld van het kind. (de Freinet beweging. Z.d.)
Veiligheid is onder te verdelen in twee soorten. Namelijk fysieke veiligheid en
emotionele veiligheid. Met fysieke veiligheid wordt concreet bedoeld dat de
pedagogisch medewerker er voor zorgt dat het kind zonder ongelukken veilig over
straat kan gaan, veilig kan buitenspelen, veilig op de kinderboerderij kan rondlopen,
veilig bij activiteiten van het kinderdagverblijf kan meedoen en er voor zorgt dat het
kind veilig kan eten en drinken. Met emotionele veiligheid wordt bedoeld dat het kind
zich veilig en vertrouwd voelt op het kinderdagverblijf. Het is belangrijk dat het kind
weet dat hij of zij gekend en gezien wordt door de pedagogisch medewerkers. Daarom
vinden wij het belangrijk het kind regelmatig bij zijn of haar naam aan te spreken en
om te benoemen wat het kind aan het doen is. Ook vinden wij het belangrijk dat er
persoonlijke gesprekjes met het kind worden gevoerd. Dit kan over koetjes en kalfjes
en over alledaagse dingen gaan.
Het kan soms best verwarrend zijn voor een jong kind om naar een kinderdagverblijf
toe te gaan. Steeds al die nieuwe gezichten om zich heen, andere leeftijdgenootjes en
andere leidsters op de groep. Terwijl er thuis (in de meeste gevallen en daar gaan we
nu even van uit) papa en mama er zo goed als altijd zijn en eventueel natuurlijk ook
andere broertje(s) en/of zusje(s). Deze omgeving is vaak het meest vertrouwd voor
het kind. In de meeste gevallen is dit een plek waar het kind zich helemaal veilig, op
6
zijn gemak, geborgen en vertrouwd voelt. Er moet gestreefd worden naar een zo klein
mogelijke overgang tussen school- en thuis situatie om een zo veilig en vertrouwd
mogelijk gevoel te geven. (Reijsbergen, L. 2005) Op een doorsnee kinderdagverblijf
ziet het kind steeds allerlei verschillende gezichten, vaak zijn er iedere keer andere
kinderen op de groep en ook de pedagogisch medewerkers willen nog wel eens per
dag wisselen. Dit kan behoorlijk verwarrend zijn voor het kind. Een vertrouwde
relatie ontstaat door herhaald positief contact tussen kind en pedagogisch
medewerker. Voor jonge kinderen is veilige hechting noodzakelijk voor hun
persoonlijkheidsontwikkeling. Daarom vinden wij het belangrijk dat het kind bij ons
op het kinderdagverblijf steeds dezelfde pedagogisch medewerkers om zich heen
heeft. Het kind ziet dan vaak dezelfde gezichten en dat zal vele malen minder
verwarring veroorzaken bij het kind. De pedagogisch medewerkers werken op vaste
dagen en ook op vaste groepen, zodat kinderen en ouders een vertrouwensband op
kunnen bouwen met de pedagogisch medewerkers en de continuïteit in de opvang
wordt behouden.
Wanneer er een pedagogisch medewerker ziek is of een vrije dag heeft, zijn er vaste
invalkrachten op de groep. Ook vinden wij het belangrijk dat het kind zo vaak
mogelijk dezelfde bekende leeftijdsgenootjes om zich heen moet hebben zodat daar
ook gemakkelijker een band mee kan worden opgebouwd. Dit proberen wij zo veel
mogelijk in de praktijk na te leven. Elke dag bestaat er een vaste groep. Ook delen wij
de groepen op leeftijd in. De baby’s en dreumesen zitten bij elkaar en de peuters
zitten bij elkaar.
Voor een gezonde, vertrouwde relatie tussen de pedagogisch medewerker en het kind
is het belangrijk dat er een goede communicatie is. (lees hierover verder bij
beleidspunt 6. Basiscommunicatie)
EHBO
Onder veiligheid verstaan wij ook dat uw kind veilig moet zijn op ons
kinderdagverblijf op medisch niveau. Op soms onverwachte momenten moeten onze
pedagogisch medewerksters acuut en adequaat kunnen handelen. Onze pedagogisch
medewerkers zijn daarom allemaal in het bezit van het diploma kinder EHBO en
diploma reanimatie -AED -training. Daarnaast zijn er ook altijd pedagogisch
medewerkers aanwezig die gediplomeerd BHV-ers zijn. In uitzonderlijke gevallen is
het nodig direct medische hulp in te roepen. In die gevallen gaan wij naar de
7
dichtstbijzijnde EHBO-post. Uiteraard worden ouders in een dergelijk geval zo snel
mogelijk op de hoogte gebracht.
Veiligheid in het gebouw
Alle pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn bij ons
kinderdagverblijf zijn in het bezit van een verklaring van goed
gedrag afgegeven volgens de wet justitiële gegevens.
Er wordt met regelmaat een ontruimingsoefening gehouden
door de pedagogisch medewerksters samen met de kinderen.
Hiervoor is een ontruimingsplan aanwezig. Door de brandweer
wordt er in ons pand regelmatig een brandweer oefening
gehouden. Wij vinden het belangrijk dat ook juist de kinderen
aanwezig zijn tijdens deze oefening. Hierbij oefenen wij hoe we zo snel mogelijk met
alle kinderen het pand kunnen verlaten via de nooduitgang. Binnen onze panden zijn
er rookmelders, brandblussers, EHBO koffers en een AED (Automatische Externe
Defibrillator) aanwezig. De brandveiligheid wordt jaarlijks gecontroleerd door de
brandweer.
De deuren zijn beveiligd met deurdrangers, verhoogde deurklinken en
vingerbescherming profielen. De trap in het kinderdagverblijf heeft een trapleuning
op kinderhoogte en antislip op de treden zodat je niet gauw uit kunt glijden. In de
slaapkamer is een muur enkel glas. Hier kan je dus vanuit de gang de gehele kamer
inkijken en de baby’s in de gaten houden. De bedjes zijn gecertificeerd volgens de
veiligheidsnorm.
Welbevinden
Het welbevinden van een kind staat bij ons hoog in het vaandel. Het kan natuurlijk
gebeuren dat een kind ziek wordt op het kinderdagverblijf. Wanneer dit het geval is
nemen wij altijd contact met de ouders op om te overleggen wat in dit geval handig is
om af te spreken.
Voeding
Een gezonde voeding vinden wij erg belangrijk. De voeding die wij aan de kinderen
aanbieden wordt zoveel mogelijk uit onze eigen moestuin gehaald (denk hierbij aan:
tomaten, sla, uien, aardappels, wortelen, vruchten en eieren van de kippen op de
kinderboerderij). Producten die wij zelf niet kunnen verzorgen halen wij uit
8
biologische winkels in de stad. Wij eten dus op ons kinderdagverblijf uitsluitend
biologische voeding. Dit hanteren wij omdat deze voedingsmiddelen vrij zijn van
kunstmatige kleur- en conserveringsmiddelen en van restanten van chemisch-
synthetische bestrijdingsmiddelen. Biologische voeding bevat minder suiker dan
andere voedingsmiddelen. Als voeding wordt gezoet, is dit met graan, fruitsiropen of
met ongeraffineerde suiker. Eventuele toevoegingen zijn uitsluitend natuurlijk.
Biologische landbouw is zeer milieuvriendelijk. Dankzij het gebruik van biologische
gewasbescherming leidt deze vorm van landbouw tot minder vervuilende middelen in
lucht, bodem en water.
Op ons kinderdagverblijf is er de mogelijkheid de kinderen in de ochtend te laten
ontbijten. Voor kinderen van 0 jaar tot 3 jaar beschikken wij over babyvoeding. Wij
hebben twee soorten babyvoeding. Namelijk de biologische babyvoeding van
Biobimlac en de babymelk van Nutrilon. Wij vinden het praktisch dat de babyvoeding
al aanwezig is op het kinderdagverblijf. Zo hoeft de ouders zich daar niet mee bezig te
houden en bang te zijn de voeding te vergeten. Als ‘’tussendoortje’’ maken wij voor de
baby’s verse fruithapjes zelf klaar. Tussen de middag eten wij gezamenlijk warm eten.
Rond 17.00 uur is er de mogelijkheid om nog een boterham te eten voordat de
kinderen opgehaald worden.
Hygiëne
Omdat wij een kinderboerderij hebben gevestigd bij ons
kinderdagverblijf is het van groot belang dat het er hygiënisch is. Er
wordt niet gegeten of gedronken in ruimten die toegankelijk zijn voor
dieren. Hand –mondcontact zoals bijvoorbeeld duimen, wordt
verhinderd als er contact met dieren heeft plaatsgevonden. Ten alle tijden worden
eerst de handen gewassen bij het verlaten van de boerderij en worden de schoenen
afgeborsteld. Voor het eten en drinken en na het toiletgebruik vinden wij het
belangrijk dat handen gewassen worden, eigenlijk is dit vanzelfsprekend.
Hoofdluis
Hoofdluis verspreidt zich snel en gemakkelijk. Om dit zoveel
mogelijk te voorkomen, is het belangrijk uw kind meteen te
behandelen zodra het hoofdluis heeft. Ook vragen we ouders ons zo
spoedig mogelijk te informeren, zodat we de andere ouders zo snel
mogelijk kunnen waarschuwen. Wij als kinderdagverblijf gaan hoofdluis tegen door
gebruik te maken van speciale jaszakken. Elk kind heeft zijn eigen jaszak en hier gaat
9
dan ook uitsluitend zijn of haar jas in. Op deze manier kunnen de luizen niet
overlopen van de een op de andere jas en houden we een luizenepidemie zoveel
mogelijk binnen de perken.
10
2. ONTWIKKELEN EN LEREN
Al van baby af aan hebben kinderen een grote drang om te leren. Al spelend leert een
kind het best. Elk kind is uniek en daarom heeft elk kind een eigen
ontwikkelingspatroon. Wij vinden het belangrijk dat hier op het kinderdagverblijf
ruimte voor is, zowel letterlijke (speel)ruimte als spreekwoordelijke emotionele
ruimte waarin het kind zichzelf kan ontdekken. Ook is het van belang dat het kind
(speel)materiaal heeft om zichzelf te ontwikkelen en om zichzelf en de wereld te leren
kennen. Daarvoor bieden wij materialen aan die de kinderen in het dagelijks leven
ook vinden, we brengen als het ware de maatschappij naar binnen. Voorbeelden van
materialen zijn potten, pannen, schoongemaakte flessen, doeken, doosjes etc. Voor
het knutselen gebruiken we natuurlijke, duurzame en economische materialen zoals
gerecycled papier, bijenwas en rivierklei. Verder werken we ook met veel natuurlijk
materiaal zoals speelgoed van hout. We bieden de spullen aan door ze in de ruimte te
leggen, maar de kinderen bepalen zelf waar ze mee willen spelen. Zo leren ze hun
eigen fantasie te gebruiken.
Zelfontplooiing staat bij ons op een hoge plek. Dit komt duidelijk terug in ons
kinderdagverblijf. Kinderen worden gezien als gelijken en als een deel van de
maatschappij. Het is dan ook belangrijk dat ze al vroeg leren verantwoordelijk te zijn
en een stukje van de samenleving te proeven. Dit laatste maken wij waar door ze mee
te nemen met kleine uitstapjes, bijvoorbeeld naar de bakker om brood te halen.
Natuur
Volgens Freinet is de natuur meer dan ooit voor het kind een
stimulerende noodzaak. We vinden het daarom ook belangrijk
dat kinderen veel buiten zijn en dat zij de natuur betrekken bij
hun ontwikkeling, want dat stimuleert de ontwikkeling en zo
krijgen ze al vroeg respect voor de natuur.
Achter ons gebouw hebben wij een open grasveld en een
kinderboerderij met onder andere kippen, cavia’s, konijnen,
een pony en schapen.
De kinderen leren verantwoordelijk te zijn voor de dieren. Elke
dag moeten de dieren worden gevoed en de kinderen helpen
daarbij. Ze mogen kiezen welk dier ze die dag te eten geven
(uiteraard gaat dit in groepjes, elk dier moet gevoed worden).
11
Zelf keuzes maken is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind en de ontwikkeling
van de verantwoordelijkheid waardoor ze uiteindelijk zelfstandiger worden. Ook
leren de kinderen op deze manier democratisch te kiezen voor het verdelen van de
taken om samen tot een uitkomst te komen.
Ieder kind heeft een eigen overall met laarsjes zodat hun eigen kleren niet vies
worden. De kinderen leren in de moestuin met groente en fruit te werken en als het
ware hun eigen voedsel op tafel te zetten. Hun motoriek wordt op deze manier ook
gestimuleerd.
De kinderboerderij draagt ook bij aan de emotionele ontwikkeling en biologische
kennis. De kinderen zien hoe er dieren worden
geboren, maar ook hoe dieren overlijden. Op het
kinderdagverblijf leren de kinderen hier mee om
te gaan en leren ze om emoties te uiten.
De natuur wordt ook naar binnen gehaald. Zo
worden er in de herfst spinnen gemaakt van zelf
gevonden kastanjes, staat er een bak met
kikkervisjes, werken we met tuinkers en staan er
bloemen en planten op tafel.
Expressie
Om tot zelfontplooiing te komen en om een kind zich te laten ontwikkelen is
expressie heel belangrijk. Het kind heeft in feite honderd talen waarin hij of zij
zichzelf en zijn gevoelens kan uiten. Als eerst is er natuurlijk het verbale aspect. Elke
ochtend als alle kinderen binnen zijn, wordt er een groepskring gehouden waarin de
kinderen kunnen vertellen wat ze hebben beleefd of wordt er gesproken over een
onderwerp dat de kinderen hebben gekozen. Bijvoorbeeld een onderwerp wat op dat
moment aansluit bij het thema van die maand of over een dier dat ziek is op de
boerderij. De pedagogisch medewerker stimuleert en leidt het gesprek, maar laat het
vooral de kinderen zelf doen. De kinderen beslissen waar ze over willen praten.
Verder kunnen kinderen zich heel goed uiten in handarbeid. In de visie van Freinet is
handarbeid erg belangrijk. Kinderen ontwikkelen zichzelf tijdens het handarbeid op
veel verschillende vlakken. In het kinderdagverblijf is hier speciaal een atelier voor.
Kinderen kunnen hier uitgebreid schilderen, tekenen, bouwen, kleien, knutselen en
nog veel meer. Er hangen speciaal schorten voor de kinderen zodat hun eigen kleding
niet vies wordt. Aan het eind van de middag worden de gemaakte kunstwerken
besproken en leren de kinderen om te vertellen wat ze hebben gemaakt.
12
Ook kunnen de kinderen zich uiten in dansen, muziek (zowel luisteren, als zelf
maken), toneel en nog veel meer.
Niet alleen kunnen ze zich uiten door deze activiteiten, maar leren zij ook veel meer
vaardigheden. Hun persoonlijke competities worden gestimuleerd. Bij een toneelstuk
leert een kind bijvoorbeeld om extroverter te worden en hun spraak beter te
ontwikkelen.
Tijdens dansen en eventuele gymlessen, leren kinderen hun motoriek beter te
ontwikkelen. Op zo’n manier leren kinderen eigenlijk onbewust en op een leuke
manier verschillende vaardigheden.
Dankzij leuke knutselwerkjes en andere activiteiten leren kinderen verschillende
kleuren, vormen, geuren, geluiden, woorden, smaken, materialen en meer kennen.
Een voorbeeld is een activiteit dat kinderen verschillende droge etenswaren leren
kennen. Spaghetti, graan, meel, suiker. Kinderen leren de structuren te kennen en
leren deze etenswaren te herkennen in het dagelijks leven.
Ook leren kinderen om hun eigen eten klaar te maken, natuurlijk onder begeleiding.
Kinderen halen uit onze moestuin groente en fruit die rijp zijn en leren om deze
schoon te maken. Oudere kinderen leren om de groente en fruit te snijden met een
stevig plastic mes en in schaaltjes en bakjes op tafel te zetten.
Wij nemen kinderen serieus en zullen hen nooit dwingen iets te doen wat ze niet
willen. Als een kind echt geen zin heeft in een activiteit, mag hij of zij gerust iets
anders doen waar het kind wel zin in heeft.
13
3. SAMENWERKING MET DE OUDERS
De samenwerking met de ouders vinden wij erg belangrijk. Kinderen zien wij als
gelijken en zijn evenwaardig aan verzorgers. De ouders zijn primair verantwoordelijk
voor de opvoeding en de zorg van hun kind. Deze zorg wordt door de pedagogisch
medewerkers tijdelijk overgenomen. Het is belangrijk dat de wensen van de ouders
met betrekking tot het kind worden overgedragen aan de pedagogisch medewerkers.
Andersom is het ook belangrijk dat de pedagogisch medewerkers de ontwikkeling van
het kind vertellen aan de ouders, uiteindelijk zijn de ouders en de pedagogisch
medewerkers nodig voor een optimale ontwikkeling van het kind. Overleg is dus zeer
belangrijk!
Het overleggen gebeurt onder andere bij de breng- en haalmomenten. Dingen die dan
besproken worden kunnen bijvoorbeeld de zogenoemde tips en tops voor de
ontwikkeling van het kind zijn. Of gebeurtenissen die thuis of op het
kinderdagverblijf zijn gebeurd die van invloed zijn op het kind. Er is altijd een
presentielijst in het lokaal aanwezig waar pedagogisch medewerkers naast de
aanwezigheid van het kind, op – en aanmerkingen kan schrijven.
Dagboekje
Elk kind heeft een eigen dagboekje waarin zowel de
pedagogisch medewerkers als de ouders wat in
kunnen schrijven. De pedagogisch medewerker
houdt per dag bij wat het kind doet. Bij baby’s is dit
voornamelijk wat de baby eet, hoe hij/zij slaapt en
welke ontwikkelingen de baby doormaakt, zoals of de
baby al rolt, kruipt en dergelijke.
Bij wat oudere kinderen wordt er aan het einde van de dag kort een formulier
ingevuld (voorbeeld: pagina 15).
Alle bijzonderheden of dingen die juist niet opvallen komen in dit formulier te staan,
waardoor de ontwikkeling van het kind goed wordt bijgehouden.
10 minutengesprekjes
Eens in het halfjaar worden er 10 minutengesprekjes gehouden met ouders. In dit
gesprekje wordt de ontwikkeling van het kind besproken. Door het bespreken van de
ontwikkeling zien de ouders en pedagogisch medewerker waar het kind mee bezig is
14
qua ontwikkeling en van daaruit kunnen de ouders en pedagogisch medewerker
samen leerdoelen voor het kind opstellen. Deze leerdoelen staan niet vast, omdat het
kind in zijn eigen ontwikkelingstempo zit, maar door doelen te stellen is de
ontwikkeling van het kind duidelijker en beter te volgen.
In het gesprekje kunnen ouders natuurlijk vragen stellen over de ontwikkeling van
hun kind, de dagelijkse gang van zaken op het kinderdagverblijf of over specifieke
opvoedingsvragen.
Nieuwsbrief
Elke maand komt er een nieuwsbrief, deze kunnen de ouders op papier meenemen
(ligt in het mandje van uw kind) en op de beveiligde pagina van de website
terugvinden. In de nieuwsbrief komen belangrijke punten van de afgelopen maand te
staan:
verslagen van uitstapjes
eventuele foto’s van gebeurtenissen
agendapunten van vergaderingen
nieuwtjes
En informatie voor de komende maand:
het thema dat gaat spelen
verjaardagen van kinderen
geplande activiteiten
verdere belangrijke data
Als ouders zelf iets in de nieuwsbrief willen zetten, is dit mogelijk en kunnen ze dat in
overleg met een pedagogisch medewerker bespreken. Op deze manier blijven de
ouders op de hoogte van de gebeurtenissen en informeren de ouders elkaar.
Oudercommissie
Omdat wij het belangrijk vinden dat ouders zoveel mogelijk betrokken zijn bij het
kinderdagverblijf, is er een oudercommissie. De leden van de commissie worden als
eerst democratisch gekozen uit en door ouders waarvan hun kind op het
kinderdagverblijf zit. Op deze manier spreekt de commissie namens alle ouders.
De ouders in deze commissie dragen bij in het beleid van het kinderdagverblijf,
overleggen mee en helpen bijvoorbeeld mee bij het verzinnen van nieuw materiaal of
uitstapjes.
De oudercommissie adviseert de organisatie over het beleid in deze onderdelen:
15
het bieden van verantwoorde kinderopvang
openingstijden
voeding, opvoeding, gezondheid en veiligheid
spel- en ontwikkelingsactiviteiten
prijs van kinderopvang
klachten en klachtenregeling
Ook helpt de oudercommissie mee bij het organiseren van vieringen (Sinterklaas,
Kerst, ouderavonden etc.)
Samengevat zijn de kernpunten van samenwerken met ouders:
contact
wederzijdse informatie
begrip en respect van beide kanten
afspraken
16
Datum: 15-07-2012
Ingevuld door: Bella
Spelend/creatief gedrag:
Sanne wilde graag een armband maken.
Verder niks bijzonders.
Sociaal gedrag:
Sanne speelde vandaag vooral met Femke. Gister speelde ze veel met Bas, maar vandaag moest ze
niks van hem hebben.
In het kringgesprek luisterde Sanne geboeid naar de andere kinderen, zelf vertelde ze over haar
knuffelbeer die ze thuis kwijt was.
Zelfstandigheid:
Net als gister heeft Sanne vandaag ook haar eigen brood gesmeerd.
Na het plassen op de wc vergeet Sanne steeds haar handen te wassen, vandaag meerdere keren
aan moeten herinneren.
De aardbeien waren rijp en Sanne wilde ze graag zelf plukken.
Spraak/taal ontwikkeling:
Vandaag lukte het Sanne om haar eigen naam te schrijven, nog wel in spiegelbeeld, maar het begin
is er. Ze is erg geïnteresseerd in letters en wilt steeds proberen om haar naam te schrijven Sanne
was vandaag erg nieuwsgierig en wilde graag alles weten wat ik deed.
Eten/slapen:
Het eten ging niet zo lekker vandaag. Sanne had één boterham met kaas op, maar de korstjes liet
ze liggen. Bij het fruit eten vond ze vooral de banaan lekker, het andere fruit hoefde ze niet.
Motoriek/cognitie:
Met het maken van de armband was Sanne lang, maar geconcentreerd bezig. Het lukte haar niet
zo snel om het touw door de kralen heen te doen (hand-oogcoördinatie). Toch bleef Sanne
volhouden en heeft ze zelf de armband af kunnen maken.
Overig:
-
17
4. PEDAGOGISCHE DOELEN EN COMPETENTIES
VAN KINDEREN
Een kind in een kinderdagverblijf heeft andere mogelijkheden, een andere omgeving
dan thuis. Het kinderdagverblijf is er, naast dat ouders dan kunnen werken, zodat het
kind andere kinderen kan ontmoeten, zichzelf kan leren kennen en ontwikkelen en
ervaringen op kan doen die anders zijn dan thuis. Ons kinderdagverblijf vindt het
belangrijk om de taak te hebben een goede opvoedingssituatie te creëren waarin elk
kind zich kan ontwikkelen en kan ontplooien. Dit willen wij bereiken door in elke
groep een klimaat te scheppen waarin onder andere goede verzorging, hygiëne en
veiligheid erg belangrijk zijn.
Het pedagogische doel wat wij na streven is dat kinderen zich op hun eigen tempo
kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, stabiele mensen. Dat ze bewust zijn van de
maatschappij, dat zij daar een deel van uit maken en dat ze zich ook bewust worden
van de natuur en mensen om zich heen. Wij willen de kinderen leren samen te
werken met andere kinderen, maar ook om zelfstandig te denken en te handelen,
zodat zij hun eigen keuzes kunnen maken. Door dit te leren kunnen zij later hun
eigen plekje in de maatschappij goed vullen.
Op de volgende uitgangspunten is ons pedagogisch handelen gebaseerd:
ieder kind wordt als uniek gezien
wederzijds respecteren en de kinderen serieus nemen
kinderen keuze mogelijkheden bieden
luisteren naar kinderen en hen eigen inbreng geven
kinderen bewust laten worden van de maatschappij, natuur en medemensen
Professor J.M.A. Riksen-Walraven heeft vier opvoedingsdoelen (die ook wel
competenties worden genoemd) geformuleerd in de Wet kinderopvang. Deze
opvoedingsdoelen trachten wij te volgen met het oog op de visie van Freinet.
1. Emotionele veiligheid
Om het kind zich te laten ontwikkelen en zich te laten ontplooien, is het belangrijk
dat het kind zich veilig voelt. Het gevoel van veiligheid is de meest basale doelstelling
van ons kinderdagverblijf. Een kind dat zich niet veilig voelt, durft niet op onderzoek
uit of om uit zijn eigen zone te komen. Daardoor ervaart het kind geen nieuwe
ervaringen en neemt het geen nieuwe indrukken op waardoor het kind zichzelf niet
goed kan ontplooien.
18
Een kind die zich wel veilig voelt, durft iets te ondernemen. Met vallen en opstaan
leert het kind nieuwe vaardigheden. Hierdoor leert het kind te vertrouwen op zijn
eigen kracht en vermogen. Uiteindelijk komt het kind dan lekker in zijn vel te zitten
en krijgt het plezier in het leven en in het omgaan met anderen.
Om zo’n gevoel van veiligheid te creëren is het belangrijk dat er een vaste groep is
met vaste pedagogisch medewerkers. Het kind raakt dan vertrouwd met de mensen
en leert de mensen kennen, zoals eerder beschreven.
Op ons kinderdagverblijf reageren de verzorgers sensitief-responsief en laten zij
merken dat de kinderen veel in te brengen hebben. Hierdoor voelt het kind zich ook
veilig omdat hij of zij weet dat het iets mag inbrengen en hij of zij serieus wordt
genomen. Verder is de fysieke veiligheid voor ons zeer belangrijk, dit staat onder het
kopje 'veiligheid' hierboven al besproken.
2. Ontwikkelen van persoonlijke competenties
Het kind zich laten ontwikkelen staat gelijk met het ontwikkelen van persoonlijke
competenties. Met dat begrip worden persoonskenmerken bedoeld, zoals
bijvoorbeeld: zelfstandigheid, creativiteit, zelfvertrouwen, communicatie, cognitie en
flexibiliteit.
Omdat ieder kind als uniek wordt gezien, is niet ieder kind op hetzelfde moment
bezig met dezelfde competentie om te ontwikkelen. De kinderen worden hier dus ook
vrij ingelaten. Zij worden niet gedwongen om mee te doen met een werkje terwijl ze
niet bezig zijn om hun motorische handelingen te verbeteren. De pedagogisch
medewerkers zorgen ervoor dat ze op de hoogte zijn van de kinderen in welke
ontwikkelingsfase zij zitten. Kinderen kiezen zelf waar ze mee willen spelen of wat ze
willen doen en de pedagogisch medewerker stimuleert de keuze en reikt het kind
middelen aan om zich nog beter te kunnen ontwikkelen.
Samenspel en het contact met leeftijdgenootjes bevorderen veel persoonlijke
competenties en zijn daarom ook veel aanwezig in het kinderdagverblijf. Er wordt
van de kinderen verwacht dat ze samen een taak uitvoeren (dieren eten geven,
opruimen, elkaar helpen) en dat dit in een overleg gebeurd. De kinderen leren al
vroeg samenwerken en democratisch beslissingen te nemen. Ook samenspel wordt
gestimuleerd. Er worden groepsspellen gespeeld en elke ochtend is er groepsgesprek.
3. Ontwikkelen van sociale competenties
Het ontwikkelen van sociale competenties valt in principe ook onder persoonlijke
competenties, maar omdat kinderen in een kinderdagverblijf al vroeg in contact
19
komen met leeftijdgenootjes biedt dat extra mogelijkheden om een vaardigheid te
leren in het omgaan met en het aangaan van relaties met andere kinderen.
De sociale competenties worden gestimuleerd door onder andere groepsgesprek elke
ochtend, overleggen in groepsverband om taken van de boerderij te verdelen,
groepsactiviteiten waaronder knutselen, toneelspelen, dansen, spelletjes. Conflicten
worden uitgepraat en kinderen leren om elkaar te helpen, oudere kinderen helpen
bijvoorbeeld jongere kinderen met het pakken van hun jas en samen ruimen ze
spullen op.
4. Aanbieden van regels, normen en waarden
Omdat groepsverband en samenwerking tussen de kinderen belangrijk is, is het ook
nodig dat daar duidelijk regels over zijn en dat kinderen die ook weten. Kinderen zijn
gelijkwaardig en gelijkaardig zowel aan elkaar als aan de opvoeders. Dit houdt niet in
dat kinderen kunnen doen wat ze willen. Een waarde die we de kinderen dan ook
aanleren is respect hebben voor elkaar. Want ook al is het zo dat kinderen
gelijkwaardig zijn, iedereen moet respect voor elkaar hebben om ook daadwerkelijk
gelijkwaardig te zijn.
Door normen en waarden aan te leren, wordt in feite de cultuur aan de kinderen
overgebracht. Kinderen zijn lid van de samenleving en dienen allemaal dezelfde
normen en waarden te leren. Op deze manier wordt de cultuur in het
kinderdagverblijf gehaald.
Andere simpele regels, normen en waarden worden ook aan de kinderen aangeleerd.
Zoals bijvoorbeeld opruimen na het spelen, handen wassen na toiletbezoek en
wachten met eten tot iedereen heeft.
20
5. SAMENWERKEN IN EEN GROEP
Groepswerken
Als stimulans voor het leren samenwerken in een groep bieden wij verschillende
groepswerken aan. Tijdens de groepswerken leren kinderen om gezamenlijk tot één
doel te komen.
Wanneer kinderen met elkaar
samenwerken wordt dit door de
pedagogisch medewerkers ondersteunt.
Kinderen worden begeleidt in het
omgaan met elkaar en hoe samen te
werken. Kinderen mogen elkaar fysiek
maar ook mentaal geen pijn doen.
Wanneer dit wel gebeurt zullen de
pedagogisch medewerkers die op dat moment op de groep staan in grijpen. Wij leren
de kinderen ook voor zichzelf op te komen. Als een kind geplaagd wordt, leren wij zij
om te zeggen dat ze het niet leuk vinden en dat de plager moet ophouden. Op deze
manier hoeven pedagogisch medewerkers voor het vervolg niet weer in te grijpen en
leren de kinderen zichzelf en andere normen en waarden aan. Wanneer er wel vaker
problemen tussen kinderen voorkomen, lichten wij de ouders in en gaan wij
eventueel een gesprek met hen aan. Uiteraard doen wij dit alleen indien nodig.
Wij vinden het dus belangrijk dat kinderen al jong leren om samen tot een doel te
komen. Op deze manier leert een kind uiteindelijk deelnemer te zijn van de
samenleving.
In het atelier leren de kinderen om met de materialen die er zijn samen te werken. Er
is een beperkt aanbod van materiaal en op deze manier leren de kinderen netjes op
hun beurt te wachten en te ruilen met materialen door uiteindelijk samen te werken.
Verschillende activiteiten worden ook in groepsverband uitgevoerd. Zo oefenen we de
ene keer een groepsdans en de andere keer verzinnen we met zijn allen een
toneelstukje.
Ook gebeurt het wel eens dat de kinderen met zijn alle aan één groot schilderij
werken. En in het groepsgesprek kiezen de kinderen samen waar er over gepraat
wordt. In zo’n gesprek leren de kinderen respect voor elkaar te hebben, door elkaar
uit te laten praten en te luisteren naar elkaar.
21
Peuterklusjes
Peuterklusjes hebben wij ingevoerd om de kinderen kennis te laten maken met
verantwoordelijkheid. De kinderen zijn natuurlijk nog
jong en de verantwoordelijkheden zijn dus niet erg
groot. Bij de peuterklusjes gaat het om kleine taken
zoals meehelpen met tafel dekken voor lunch, speeltjes
opruimen, dieren verzorgen etc. Deze taken worden
onderling afgewisseld zodat iedereen op zijn tijd een
keer een bepaald klusje zal moeten uitvoeren.
Dit afwisselen doen wij door middel van een bord. Ieder
kind stelt een dier voor en hiervan zijn plaatjes. Op dit bord staan alle plaatjes van de
dieren en plaatjes met taken. Kinderen mogen door middel van de plaatjes bij hun
dier te doen, of juist niet, kiezen welke taken ze die dag gaan uitvoeren. Uiteraard
gaat dit onder begeleiding van de groepsleiding. Elke klus moet worden uitgevoerd,
het is dus van belang dat door middel van overleg en stemmen alle klusjes wel
worden uitgevoerd.
22
6. BASISCOMMUNICATIE
Groepsoverleg
Zoals eerder benoemd, vinden wij dat kinderen en volwassenen gelijkaardig en
gelijkwaardig zijn. Dit houdt in dat wij kinderen serieus nemen. We overleggen met
kinderen voordat we een activiteit gaan doen. Uiteraard gaat dit wel volgens onze
richtlijnen, kinderen mogen niet alles zelf bepalen. Wij leggen per dag een aantal
keuzes voor en de kinderen mogen hieruit kiezen. Wij zijn van mening dat dit ook zo
gaat in de wereld van de volwassenen en het is belangrijk de kinderen dit op jonge
leeftijd bij te brengen en te leren. Ook vinden wij het belangrijk dat er respect is voor
elkaar, dit houdt in: kinderen behandelen elkaar met respect, de volwassenen
behandelen de kinderen met respect en andersom.
Muurkrant
In ons kinderdagverblijf maken wij gebruik van een muurkrant. Op deze muurkrant
kunnen ouders foto's en recente informatie vinden die te maken hebben met
gebeurtenissen in en om ons kinderdagverblijf. Op deze manier blijft de ouder altijd
op de hoogte. Voor ouders is het natuurlijk altijd leuk om op de hoogte te blijven van
de laatste ontwikkelingen met betrekking tot hun kind.
Kringgesprek
Elke ochtend wordt er begonnen met een
kringgesprek (voor de kinderen in de leeftijd van
twee tot en met vier jaar). Dit wordt begeleid door
een pedagogisch medewerker. Iedereen wordt
serieus genomen en dient elkaar serieus te nemen.
Tijdens de kringgesprekken wordt de dag besproken
en mogen kinderen wat inbrengen. Kinderen
bepalen voor het grootste deel zelf het gesprek. Ook
kunnen eventuele conflicten of problemen tijdens
deze kringgesprekken worden besproken en
uitgesproken. Wanneer er een dier ziek is, overlijdt of er een nieuw dier wordt/is
geboren wordt dit ook ten alle tijden besproken tijdens het kringgesprek. Zo kunnen
23
kinderen praten over hun emoties en dit delen met andere kinderen. Op deze manier
leren ze beter met hun emoties om te gaan.
Mandjes
Op ons kinderdagverblijf maken wij gebruik van mandjes. Ieder kind heeft bij ons een
eigen mandje. Ouders hebben toegang tot het mandje van hun kind. Hier kunnen ze
spullen van hun kind in doen (denk hierbij aan knuffels, foto’s e.d) zodat de kinderen
iets van zichzelf bij zich hebben. Ook maken wij gebruik van de mandjes voor
nieuwsbrieven en knutselwerkjes van de kinderen. Alles wat wij in de mandjes doen
mogen de ouders uiteraard mee naar huis nemen. Op deze manier kunnen zij
overzichtelijk en snel zien of er nog spullen liggen van hun kind en worden de spullen
van alle kinderen niet door elkaar gehaald. Ook is het belangrijk voor het kind om iets
van zichzelf bij zich te hebben. Iets wat het kind herkent en waar hij of zij zich veilig
bij voelt. Hiermee zouden wij bijvoorbeeld het kind kunnen troosten wanneer hij of
zij verdrietig is.
Relatie pedagogisch medewerker – kind
Wij streven er naar een zo veilig mogelijke omgeving te bieden voor uw kind. Wij
geloven dat de basis hiervoor is: een vertrouwde relatie tussen pedagogisch
medewerker en kind. Wij maken gebruik van vaste pedagogisch medewerkers op een
groep zodat de kinderen niet constant aan een nieuwe pedagogisch medewerker
hoeven te wennen. Uiteraard kan het voorkomen dat er een pedagogisch medewerker
ziek is of niet aanwezig kan zijn. Hierom maken wij gebruik van vaste invalskrachten.
Mocht er dus een dergelijk geval zich voordoen, is er voor uw kind toch nog altijd een
vertrouwd gezicht aanwezig.
De communicatie tussen pedagogisch medewerker en het kind loopt gelijk. Een
pedagogisch medewerker zou zich nooit verheven voelen boven het kind. Doordat wij
wederzijdse respect belangrijk vinden, laten de pedagogisch medewerkers dit zien
door te knielen en op ooghoogte met het kind te praten.
24
7. STEUNEN EN STIMULEREN VAN SPELEN EN
LEREN
Meneer Freinet zet in het boek Weg met de schoolmethodes een alternatief voor het
werken met methodes uiteen. Freinet
ontwikkelde technieken waarmee je achter de
interesses van ieder kind kan komen, achter hun
leven, zodat je met de kinderen de speel en
leermaterialen daarop kunt afstemmen. Doordat
we proberen er achter te komen wat de kinderen
interesseert en daar onze materialen op aan
sluiten, zorgen wij er voor dat kinderen
gemotiveerd zijn en daardoor effectiever leren.
Wij denken dat je het meest leert van zaken die je zelf hebt ontdekt. Leren doe je met
vallen en opstaan. De ontdekkingen worden op allerlei manieren benaderd en zo
worden spelenderwijs schoolse elementen opgenomen zoals: erover praten, het
tekenen, erover schrijven, ermee aan het rekenen slaan, waar komt het vandaan,
waar bestaat het uit, waarvoor zou je het nog meer kunnen gebruiken. Deze
constante stroom van ‘nieuwe dingen’ maakt kinderen minder bevreesd voor het
nieuwe en zorgt ervoor dat zij zich ook op latere leeftijd in nieuwe situaties durven te
begeven.
25
Alle kinderdagverblijven proberen er voor te zorgen dat elk kind zich veilig en
aanvaard voelt. Volgens onze visie moet dat beginnen met het accepteren van de
verschillen tussen alle kinderen. Ieder kind leert op een andere manier. Bij het leren
moeten kinderen niet teveel dingen doen die ze al kunnen of die veel te hoog
gegrepen zijn. Daarom maken wij in ons kinderdagverblijf gebruik van verschillende
technieken. Door materialen te rouleren wordt het spelen en leren voor een kind op
ons kinderdagverblijf niet snel saai. Het kind krijgt uitdaging doordat wij zo goed
mogelijk proberen aan te sluiten aan de belevingswereld van het kind. Als we gaan
knutselen doen wij dit met natuurlijk en kosteloos materiaal (bijvoorbeeld, oude
flessen, eierdozen, kartonnen dozen, oude kranten etc.).
Het pedagogisch doel binnen ons kinderdagverblijf is dat we kinderen willen laten
ontwikkelen tot zelfstandige stabiele mensen. Zelfstandig opereren is bij ons een
belangrijk uitgangspunt. Door een kind zoveel mogelijk zelfstandig te laten
exploreren voelt het zich steeds meer zelf verantwoordelijk voor zijn/haar taken.
Vanuit onze visie leren kinderen al doende. Dat wil zeggen dat we ze voornamelijk
vrij laten en bijspringen als er om wordt gevraagd. Het is belangrijk dat kinderen
leren om zelfstandig te denken en te handelen, zodat zij hun eigen keuzes kunnen
maken. Door middel van beheersing van de hiervoor genoemde basisvaardigheden
zijn wij van mening dat de kinderen makkelijker hun eigen plek vinden en goed
zullen uitvoeren in de maatschappij.
26
8. INDELING EN INRICHTING VAN DE BINNEN-
BUITENRUIMTES
Wij als kinderdagverblijf streven naar de beste veiligheid voor kinderen, daarom
vinden wij het vier ogen principe een belangrijk uitgangspunt. Het vier ogen principe
houdt in dat wanneer een pedagogisch medewerker alleen op de groep staat hij of zij
in alle tijden rekening moet houden dat er toezicht wordt gehouden door collega’s, via
de ramen. Wij houden hier zeker rekening mee en hebben in alle groepen drie grote
ramen van plafond tot aan de grond.
Het KDV is onderverdeeld in meerdere groepen, twee aparte baby’s en dreumes
groepen (0-2 jaar) en twee aparte peuter groepen (2-4 jaar).
Elke groep heeft een eigen dierennaam zodat de kinderen en ouders goed kunnen
onthouden in welke groep ze zitten. Zo hebben de baby’s de Lammetjes en de Kalfjes.
En de peuters hebben de Schaapjes en de Koetjes
Babygroep
Wij vinden het belangrijk dat de kinderen centraal staan op de groep en dat daar in
alle opzichten rekening mee gehouden wordt, met betrekking tot de veiligheid en de
sfeer.
De baby groep is zo ingericht dat vanuit het baby perspectief het een leuke groep is.
Er hangen allerlei verschillende dingen aan het plafond en de muren. Ook zijn de
tafels versierd met vrolijke stickers en hangen er op verschillende plekken spiegels op
ooghoogte van de baby’s, zodat ze er zelf in kunnen kijken en daarmee hun wereld
vergroot wordt. Op deze manier stimuleren wij het ik-beeld van de kinderen: 'Dit ben
ik, en dat ben jij.' Dit stimuleert de expressie van jonge kinderen. Er is genoeg
speelgoed ter beschikking voor de kinderen van dit ontwikkelingsniveau.
Het speelgoed wordt om de maand gerouleerd met een andere groep zodat de
kinderen vaak ander speelgoed te zien krijgen.
Wij vinden het belangrijk dat de ruimte kind vriendelijk is ingericht, denk hierbij aan
kindvriendelijke stopcontacten, deurbescherming, bedjes met hekjes, kinderstoelen
met een tuigje en speciale deurklinken zodat alleen de begeleiding die open kan
maken. De groep is voorzien van twee verschoonplanken zodat er altijd ruimte en tijd
genoeg is om kinderen te verschonen. De slaapkamers zijn zo ingericht dat er vier
kinderen tegelijk kunnen slapen. Dit doen wij omdat er anders te veel kinderen
andere kinderen wakker houden. Per groep hebben we twee slaapkamers tot onze
27
beschikking, in totaal zijn dat acht bedjes. De slaapkamers zijn warm ingericht en er
hangt een rustige sfeer. Er zijn genoeg warme dekens, ook voor in de winter.
Het buitenterrein voor de baby’s is vooral belangrijk in de zomer. Voor de groepen
kunnen er kleden gelegd worden zodat zij lekker rond kunnen kruipen en van het
warme weer kunnen genieten. Als de zon erg scherp is beschikken wij ook over de
benodigde parasols en zonnebrand. Ook beschikken wij over genoeg kinderwagens,
zodat er vaak een wandeling gemaakt kan worden.
Peutergroep
De inrichting van het kinderdagverblijf is bij ons zo stimulerend mogelijk voor het
kind. Er zijn verschillende ruimtes die zo zijn ingericht zodat het kind makkelijk zijn
leerproces kan doorgaan. Hieronder verstaan wij ruimtes waar kinderen kunnen
knutselen en bezig zijn met hun eigen expressie. De kinderboerderij is hier ook een
onderdeel van, de boerderij stimuleert de omgang met dieren en daar door het zorgen
en verzorgd worden.
Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerker zorgt voor een goede stimulerende
ruimte voor de peuters, ook mentaal. Daarmee bedoelen wij dat het belangrijk is om
kinderen zelf dingen te laten kiezen wat ze willen gaan doen. Van onze pedagogisch
medewerkers wordt verwacht om de verschillende ruimtes aan te bieden aan de
kinderen, de moestuin, de boerderij, de speelruimte en de knutselruimte.
De buitenruimte is veilig aangelegd. Het gehele terrein is afgezet met hekken, zodat
er geen kinderen weg kunnen lopen of kwijt kunnen raken. Het buitenterrein is
voorzien van verschillende soorten grond zoals, gras aarde en zand. Dit om een kind
zoveel mogelijk met de natuur in aanraking te laten komen. Er zit ook hoogteverschil
in het buitenterrein zodat de kinderen daar lekker vrijuit kunnen spelen en rennen.
Wanneer de kinderen aan het buiten spelen zijn, is er altijd toezicht van twee of meer
gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Op het buiten terrein staat ook een
klimtoestel voor de oudere kinderen. Er wordt van de pedagogisch medewerkers
verwacht dat daar toezicht op gehouden wordt, zodat er geen ongelukken gebeuren.
Het klimtoestel voldoet aan alle vastgestelde veiligheidsnormen. Op de boerderij is
het ook altijd van belang dat er een pedagogisch medewerker mee gaat met de
kinderen en alert is. De dieren hebben allemaal hun eigen hok/stal. Wanneer een
kind in aanraking wil komen met de dieren, is dat altijd onder begeleiding.
De twee peutergroepen zitten naast elkaar in het gebouw. De ruimtes van de groepen
zijn zo ingericht dat speelmateriaal binnen handbereik is. Wij zorgen er voor dat de
28
ruimtes er warm en gezellig uitzien, dit kan door verschillende knutselwerkjes en of
schilderijen/posters aan de muren. De twee peutergroepen beschikken allebei over
twee slaapkamers met vijf bedjes, in totaal zijn er tien bedjes per groep. Allebei de
groepen maken gebruik van één toiletruimte met verlaagde wc’s en potjes. Wanneer
de kinderen gebruik maken van de ruimte wordt er altijd op toegezien door de
pedagogisch medewerker. Dit om te voorkomen dat het er een rotzooi wordt of
gekken dingen gebeuren.
De knutselruimte is ingericht als een inspirerende ruimte met veel kleur en
schilderijen. Er zijn hoge ramen aanwezig zodat ze naar buiten kunnen kijken en hun
expressie niet wordt beperkt door de muren. Er staat een kast met veel materiaal en
de kinderen kunnen daar gebruik van maken wanneer zij willen, wel is er altijd een
pedagogisch medewerker aanwezig wanneer kinderen daar knutselen.
Impressie
Wij menen het beste een beeldende impressie van het kinderdagverblijf te kunnen
geven door middel van foto’s.
De plattegrond van
kinderdagverblijf ’t Blije Bijtje
29
De toiletten, met links
kinderwc’s en rechts
kinderpotjes
De verschillende ruimtes
in bovenaanzicht
Het gebouw van buitenaf
30
Een deel van de
kinderboerderij
Ruimtes van binnen: veel kleur en open
ramen
Slaapruimte
31
9. DAGRITME EN GROEPSSAMENSTELLING
Peutergroep
Voor de kinderen die al om zeven uur ’s ochtends
komen, staat er een boterham en een glas melk
voor hen klaar. Zo kunnen de ouders de kinderen
makkelijk afgeven en hoeven ze thuis niet zo te
haasten.
De peutergroep begint de dag altijd met een
kringgesprek, daarin komen verschillende
onderwerpen aan bod bijv. vertellen over het
weekend, verhaal of iets wat gebeurt is op de
kinderboerderij. Tijdens het kringgesprek wordt
er limonade gedronken en een koekje gegeten
(lange vingers/kaakjes). De pedagogisch
medewerker vraagt vervolgens wat de kinderen
willen gaan doen die dag. Door middel van
overleg en het takenbord, worden er taken
verdeeld door de kinderen en wordt er een
activiteit verzonnen voor de middag.
Tussen de middag wordt er warm gegeten en aan
het eind van de middag voor de kinderen die nog
tot zeven uur ’s avonds blijven is er nog een
boterham voor hen.
Tijd -van/tot Activiteit
07.00-08.00 Kinderen worden gebracht Ontbijt
08.00-09.30 Vrij spel
09.30-10.00 Kringgesprek, limonade met koekje Bespreek het dagprogramma
10.00-10.15 Plasmoment
10.15-11.30 Uitvoeren van de activiteiten Knutselactiviteit/buitenactiviteit
11.30-11.45 Plasmoment
11.45-12.30 Eetmoment: warme maaltijd
12.30-14.30 Slaapmoment
14.30-15.30 Aankleden van de kinderen, plasmoment en vrij spel
15.30-16.00 Limonade drinken en fruit eten
16.00-16.45 Geplande activiteit van de dag, binnen als buitenactiviteit.
16.45-18.00 Vrij spel
18.00-19.00 Eetmoment/ophalen kinderen
32
Baby groep
Elke baby heeft zijn eigen eet en drink
schema, wel wordt er verwacht dat ze
allemaal gezellig aan tafel zitten met
de dreumesen. Die houden wij zo veel
mogelijk vast aan het dagritme van
het kinderdagverblijf.
Kind ratio
Op het KDV hanteren wij het kind ratio die vanuit de wet is vastgesteld. Als ouder
zijnde is het mogelijk om het kind ratio te controleren met de website www.1ratio.nl.
Babygroep
Als er spraken is van acht kinderen onder de één jaar is er een maximaal aantal van
acht baby’s op de groep, met twee pedagogisch medewerkers. Wanneer er spraken is
van minimaal twee kindjes boven de één jaar is een maximaal aantal van tien
kinderen op de groep en twee pedagogisch medewerkers verplicht.
In totaal is een maximaal aantal op de babygroep tien kinderen.
Peutergroep
De peutergroep heeft een leeftijd van twee tot vier jaar, dit betekent dat er een
maximaal aantal van zestien kinderen op de groep wordt gehanteerd met twee
pedagogisch medewerkers.
Tijd -van/tot Activiteit
07.00-08.00 Kinderen worden gebracht Ontbijt
08.00-09.30 Vrij spel
09.30-10.00 Kringgesprek, limonade met koekje
10.00-10.15 Verschoonmoment
10.15-11.30 Gelegenheid om te slapen voor de jongere kinderen
11.30-11.45 Plasmoment
11.45-12.30 Eetmoment: warm
12.30-14.30 Slaapmoment
14.30-15.30 Aankleden van de kinderen, verschoonmoment en vrij spel
15.30-16.00 Limonade drinken en fruit eten
16.00-16.15 Verschoonmoment
18.00-19.00 Eetmoment/ophalen kinderen